5.
5.8
Medewerkers en Organisatie Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014
Versie 3 Blad
1 van 13
VRIJWILLIGERSBELEID
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
2 van 13
Met instemming van de Ondernemingsraad
vastgesteld door de directeur bestuurder d.d. 30-01-2014
PWH, versie 3
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
3 van 13
Inhoudsopgave
1. Inleiding
pag. 4
2. Wederzijdse verplichtingen
pag. 5
3. Kwaliteitseisen
pag. 5
4. Taakomschrijving
pag. 6
5. Deskundigheidsbevordering
pag. 6
6. Informatie / communicatie
pag. 7
7. Medezeggenschap
pag. 7
8. Faciliteitenverlening
pag. 7
9. Vergoedingen
pag. 8
10. Conclusie
pag. 8
Bijlage 1: Functieprofiel vrijwillige peuterspeelzaalleidster P.W.H
pag. 9
Bijlage 2: Vrijwilligersovereenkomst
pag. 11
e
1 versie: oktober 2007 e
2 versie: november 2010 e
3 versie: januari 2014
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
4 van 13
1. Inleiding Aanbieders en afnemers van het peuterspeelzaalwerk hebben, op basis van verantwoordelijkheden binnen de Wijzigingswet OKE, de verantwoordelijkheid opgepakt om, aanvullend op de kwaliteitseisen in wet- en regelgeving, samen landelijke kwaliteitseisen op te stellen voor het peuterspeelzaalwerk in Nederland. MOgroep Kinderopvang, MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, de Branchevereniging ondernemers in de kinderopvang en BOinK, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, hebben deze eisen vastgelegd in het convenant kwaliteit peuterspeelzaalwerk (2010). De eisen in dit convenant zijn minimale eisen voor die aanvullende kwaliteit. Hierbij staan de ontwikkelingsmogelijkheden, de veiligheid en de gezondheid van het kind voorop. Een belangrijk punt in dit convenant betreft het vrijwilligersbeleid. In alle peuterspeelzalen op niveau 1, waar één beroepskracht werkzaam is, zijn vrijwilligers werkzaam. Onder vrijwilligers verstaat PWH een persoon die op regelmatige, niet incidentele basis werkzaam is in het peuterspeelzaalwerk en belast is met de verzorging, de opvoeding en een bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen. Vaak zijn zij een of meerdere dagdelen per week in de speelzaal aanwezig als 'tweede leidster'. In de peuterspeelzalen op niveau 2, waar twee beroepskrachten werkzaam zijn, zijn al dan niet vrijwilligers werkzaam. De convenantpartijen eisen van aanbieders van peuterspeelzaalwerk dat zij – in het belang van de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk én in het belang van de vrijwilligers – een vrijwilligersbeleid hebben. Dit beleid moet aan een aantal minimumeisen voldoen. De hier beschreven minimumeisen hebben betrekking op vrijwilligers die werken met de kinderen op de groep. In het vrijwilligersbeleid van de organisatie dient minimaal opgenomen te zijn: I. De wederzijdse verplichtingen, te weten: De verzekeringen Een verklaring omtrent gedrag (VOG) Een beschrijving van de niet-vrijblijvende afspraken die de aanbieder met vrijwilligers maakt, zoals afmelding bij verhindering. II. De kwaliteitseisen die, onder verantwoordelijkheid van de organisatie, aan de vrijwilliger gesteld moeten worden: De vrijwilliger kent het pedagogisch beleidsplan en kan daar naar handelen, voor zover deze betrekking heeft op de taken die omschreven zijn in de taakomschrijving van de vrijwilliger. De vrijwilliger heeft voldoende vaardigheid in de Nederlandse taal om met kinderen in deze taalgevoelige leeftijd, adequaat te kunnen communiceren. III. De taakomschrijving waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers verwacht wordt en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. In de navolgende paragrafen wordt hier aandacht aan besteed.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
5 van 13
2. Wederzijdse verplichtingen Verzekeringen. Geregistreerde vrijwilligers zijn verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid middels een Aansprakelijkheidsverzekering, welke de schade vergoedt die vrijwilligers (verwijtbaar) aan derden toebrengen, alsook de schade die vrijwilligers elkaar onderling toebrengen. Dit geldt enkel indien men in opdracht van PWH handelt én indien het risico valt onder de dekking van deze verzekering. Voor de vrijwilligers wordt tevens een ongevallenverzekering afgesloten. De schade aan spullen van vrijwilligers en diefstal van spullen van vrijwilligers tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk, is niet verzekerd. Indien een vrijwilliger uit hoofde van zijn werk personen moet vervoeren, dient hij / zij zelf zorg te dragen voor een inzittendenverzekering. Indien hij / zij geen inzittendenverzekering heeft, is het hem / haar nadrukkelijk verboden om voor PWH personen te vervoeren.
Verklaringen omtrent gedrag. Een vrijwilliger moet in het bezit zijn van een VOG. Deze wordt aangevraagd via de gemeente in de eigen woonplaats, en wordt volledig door PWH vergoed, mits de vrijwilliger langer dan één maand vrijwillige werkzaamheden voor PWH verricht. Omdat vrijwilligers vooralsnog geen deel uitmaken van continue screening, moeten zij tweejaarlijks een nieuwe VOG aanvragen. Het is de bedoeling dat in 2016 gewerkt gaat worden met een centraal register waarin iedereen is opgenomen die in de kinderopvang en in peuterspeelzalen werkt, ook de stagiair(e)s, uitzendkrachten en vrijwilligers. Zij hoeven dan niet meer elke twee jaar een nieuwe VOG aan te vragen. Een beschrijving van niet vrijblijvende verplichtingen. Het doen van vrijwilligerswerk brengt verantwoordelijkheden met zich mee. De uitspraak “vrijwillig maar niet vrijblijvend” is hier zeker van toepassing. PWH gaat ervan uit dat de vrijwilligers zich kunnen verenigen met de doelstelling van PWH en zich aan de gemaakte afspraken houden. Om tot eenduidige afspraken te komen dienen de vrijwilligers een hiertoe opgestelde vrijwilligersovereenkomst te ondertekenen (Bijlage1).
3. Kwaliteitseisen. PWH verwacht dat haar vrijwilligers de Nederlandse taal goed in woord en geschrift beheersen. Van vrijwilligers van niet Nederlandse afkomst vraagt PWH met ingang van 1 januari 2014 minimaal een met goed resultaat afgeronde inburgeringscursus. Zittende vrijwilligers worden vrijgesteld van deze verplichting en mogen hun vrijwilligerswerk blijven verrichten conform eerder vastgestelde afspraken. Dit in het kader van de maatschappelijke rol van de organisatie.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
6 van 13
Vrijwilligers onderschrijven het pedagogisch beleid van PWH en dragen dit uit in de omgang met peuters, ouders en beroepskrachten. Zij ondersteunen de peuterspeelzaalleidsters. Ten behoeve van deskundigheidsbevordering kan worden deelgenomen aan relevante scholings- en themabijeenkomsten. Vrijwilligers worden, conform het introductiebeleid, getoetst op de competenties die nodig zijn om de doelstelling van PWH te bereiken c.q. de peuters op te vangen en te ondersteunen in hun opvoeding en ontwikkeling. Wanneer zij hier niet aan voldoen en worden afgewezen, wordt de reden ervan aangegeven. Afgewezen vrijwilligers worden in principe doorverwezen naar de vrijwilligerscentrale. Met ingang van 1 januari 2014 mogen in de 2-jarige groepen naast de beroepskracht twee vrijwilligers werkzaam zijn. In de 3-jarige groepen is dit maximaal één vrijwilliger. Een vrijwilliger verricht minimaal 2 dagdelen werkzaamheden ten behoeve van de peuterspeelzaal. Dit om de structuur en rust in de groepen met peuters te bewaken. Huidige personele planningen waarbij meer dan 1 vrijwilliger werkzaam is in een 3 jarige groep mogen blijven bestaat tot het moment waarop een vrijwilliger haar werkzaamheden beëindigd. Wel wordt gestimuleerd om werkzaamheden te gaan verrichten op groepen zonder vrijwilligers. Ook eerder gemaakte afspraken aangaande de frequentie van het verrichten van werkzaamheden als vrijwilliger blijven gehandhaafd. Bij het aanstellen van nieuwe vrijwilligers zijn de gemaakte afspraken per 1 januari 2014 van kracht.
4. Taakomschrijving. Tijdens de openingstijden van de peuterspeelzalen biedt de vrijwilliger ondersteuning aan de peuterspeelzaalleidsters door te helpen met groepsactiviteiten. De werkzaamheden kunnen bestaan uit bijvoorbeeld: met de kinderen meespelen, voorlezen aan een groepje kinderen, helpen bij het eten en drinken geven, helpen met verschonen of toilet, helpen met het voorbereiden en uitvoeren van een thema, huishoudelijke werkzaamheden, etc. Eén en ander altijd conform de dagplanning, het pedagogisch beleid én in overleg met de verantwoordelijke leidster. De beroepskracht coördineert de werkzaamheden van de vrijwilliger en draagt de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de activiteiten en dienstverlening. Tijdens de activiteiten met de peuters vormt de vrijwilliger zich op grond van observaties een beeld van de groep en de individuele peuter. Dit brengt zij in tijdens al dan niet geplande overlegmomenten ter ondersteuning van de beeldvorming van de beroepskrachten.
5. Deskundigheidsbevordering PWH stelt vrijwilligers in staat zich verder te ontwikkelen voor zover dit relevant is voor de uitvoering van het vrijwilligerswerk. De scholing dient gericht te zijn op de verbetering van kennis, houding en (communicatieve) vaardigheden van vrijwilligers. Hiertoe worden vrijwilligers in staat gesteld om deel te nemen aan door PWH georganiseerde bijscholingen. Maar ook externe scholingsactiviteiten zoals
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
7 van 13
studiedagen, cursussen en trainingen behoren tot de mogelijkheden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het scholingsaanbod via de vrijwilligerscentrale dat twee maal per jaar wordt aangeboden. Goedkeuring om een bijscholing (deels) op kosten van PWH te mogen volgen, vindt plaats via de eigen manager. De kosten die voortvloeien uit de deskundigheidsbevordering komen ten laste van het budget scholing algemeen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar mogelijkheden om via subsidies scholing voor vrijwilligers te kunnen financieren.
6. Informatie en communicatie. Vrijwilligers ontvangen alle functionele informatie die benodigd is om het vrijwilligerswerk goed uit te kunnen voeren. Zij krijgen een introductiedag aangeboden, waar ze kennis nemen van het werk en de organisatie van PWH en van relevantie ontwikkelingen op het terrein van het peuterspeelzaalwerk. Deze introductiedag wordt centraal geregeld door de manager VE. Vrijwilligers kunnen via een eigen e-mail account inloggen op het netwerk van PWH. Hierop ontvangen zij o.a. de digitale nieuwsbrief en actuele vacatures binnen PWH. Ook ontvangen zij inloggegevens ten behoeve van intranet van PWH. Tijdens teambijeenkomsten zorgt de beroepskracht ervoor dat andere relevantie informatie bij de vrijwilligers terechtkomt.
7. Medezeggenschap. Rekening houdend met de te realiseren doelstellingen op de peuterspeelzalen, krijgt elke vrijwilliger binnen PWH de gelegenheid om mee te praten over de keuze en uitvoering van de werkzaamheden en om mogelijke ideeën aan te dragen voor het beleid. Dit kan tijdens de diverse overlegmomenten die plaatsvinden. Denk hierbij aan een teamoverleg, een werkoverleg, een individueel gesprek of een studiedag. Ook is het mogelijk om op individueel niveau een afspraak met de manager te maken en onderwerpen te bespreken. Daarnaast kunnen er in de bijeenkomsten tussen de Ondernemingsraad en de Directie onderwerpen aan bod komen die door één of meerdere vrijwilligers ingebracht zijn. Gezien het feit dat de OR voor een deel ook een afspiegeling is van de samenstelling van de organisatie zijn er twee plaatsen binnen de OR beschikbaar die door vrijwilligers ingenomen kunnen worden.
8. Faciliteitenverlening. PWH verleent de vrijwilligers de reeds aanwezige en standaard benodigde faciliteiten om de werkzaamheden naar behoren te kunnen vervullen. Dit in overeenstemming met de wijze, waarop dit ook voor werknemers geschiedt. Onder faciliteiten wordt onder meer verstaan het gebruik van benodigde apparatuur en hulpmiddelen zoals ergonomisch materiaal, pc, telefoon, etc. voor zover strikt nodig voor het uitvoeren van de in het takenpakket omschreven werkzaamheden.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
8 van 13
Het Arbobeleid van PWH, waarin naar een zo groot mogelijke mate van veiligheid, gezondheid en welzijnsbevordering van alle medewerkers wordt gestreefd, speelt mede een rol bij de bepaling van de benodigde faciliteiten, ook voor vrijwilligers.
9. Vergoedingen. Alle kosten die de vrijwilliger in verband met de werkzaamheden moet maken, voorzover daarover vooraf met de betreffende manager overeenstemming is bereikt, worden op basis van declaratie aan de vrijwilliger vergoed. Vrijwilligers dienen aan het einde van iedere maand een declaratieformulier in te vullen en te voorzien van eventueel benodigde bewijzen. Dit formulier dient afgetekend te worden door de manager, waarna de financiële afdeling zorg draagt voor de verdere afhandeling. De vergoeding die de vrijwilliger per maand of jaarlijks ontvangt kan wisselend van hoogte zijn en is mede afhankelijk van de kaders die de Belastingdienst hieraan jaarlijks stelt. Voor een ochtenddagdeel wordt 3,0 uur en voor een middagdagdeel 2,0 uur vergoed. Declaraties van vrijwilligersvergoedingen worden door de eigen manager geaccordeerd alvorens zij uitbetaald worden door de afdeling financiën. De afdeling P & O bewaakt de uitgaven t.b.v. vrijwilligers en stelt de manager op de hoogte bij (dreigende) overschrijding hiervan.
10. Tot slot Ondanks de ruimte op de arbeidsmarkt is het aanbod van vrijwilligers zeer beperkt te noemen. Het neemt zelfs af. Mogelijk ligt de oorzaak aan de veranderende eisen vanuit de overheid of de eisen die de vrijwilliger zelf stelt aan vrijwilligerswerk. Vrijwilligers geven de voorkeur aan korte afgeronde projecten met een duidelijk doel. Afwisseling is erg belangrijk. Vrijwilligerswerk moet zinvol, aantrekkelijk en goed gefaciliteerd zijn. Over de toekomstige rol van de vrijwilliger in het peuterspeelzaalwerk zal in samenwerking met de gemeente en de vrijwilligerscentrale een duidelijk beleid geformuleerd moeten worden. Meer dan voorheen worden er op grond van landelijke afspraken kwaliteitseisen aan het vrijwilligerswerk gesteld. Het is de vraag in hoeverre de organisatie hierin kan blijven voorzien.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
9 van 13
Bijlage 1 Functieprofiel vrijwillige peuterspeelzaalleidster P.W.H.
Algemeen: Een vrijwillige peuterspeelzaalleid(st)er werkt samen met andere peuterspeelzaalleidsters en vrijwilligers. Er wordt van hem / haar verwacht dat zij tijdig aanwezig is en handelt volgens de aangegeven richtlijnen door de peuterspeelzaalleidster. Zij maakt deel uit van het team. De vrijwillige peuterspeelzaalleid(st)er ressorteert hiërarchisch onder de manager en verricht haar werkzaamheden vanuit één van de peuterspeelzalen van P.W.H.
Resultaatgebieden: Begeleiding van een groep kinderen en van elk kind individueel. Daarvoor is nodig dat de vrijwillige leid(st)er: • • • • •
• •
Een warme relatie met de kinderen opbouwt. De eigen aard van ieder kind respecteert. De gevoelens en behoeften van kinderen herkent en daarop goed reageert. De kinderen goed verzorgt. Met de peuters die dingen doet, waar de peuter aan toe is, met de bedoeling de ontwikkeling te stimuleren (met ontwikkeling wordt hier bedoeld die van de taal, beweging, spel en creativiteit). Zelfstandig werkt, ook als er zich problemen op de peuterspeelzaal voordoen. Taken op zich neemt die de peuterspeelzaalleid(st)er naar hem / haar toe delegeert.
Samenwerking met de andere medewerkers in de peuterspeelzaal. Voor een goede samenwerking is nodig dat de vrijwillige leid(st)er: • • • • • • •
Werkt onder verantwoordelijkheid van de peuterspeelzaalleidster. Goed met anderen kan samenwerken. Op een goede manier contacten kan leggen in haar / zijn omgang met ouders / verzorgers. Open staat voor meningen van collega’s. Zowel positieve als negatieve feedback kan geven en nemen. Deelneemt aan de werkbijeenkomsten en het teamoverleg. Haar / zijn eigen inbreng heeft bij overlegsituaties.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
•
10 van 13
Deelneemt aan nevenactiviteiten zoals ouderavonden, koffieochtenden, thema avonden, open dagen en ouderwerkgroep vergaderingen.
Huishoudelijke activiteiten verrichten en materialen beheren. • • •
Draagt mede zorg voor de goede staat en eventuele vervanging van de materialen. Zorgt voor een functionele en ordelijke inrichting van de peuterspeelzaal. Verricht huishoudelijke activiteiten
Scholing. •
De vrijwillige peuterspeelzaalleid(st)er is bereid tot het volgen van bij- of nascholing in het kader van deskundigheidsbevordering. Hieronder vallen ten minste de introductiecursus, de EHBKO cursus en de cursus buk- en tiltechnieken.
Profiel van de functie: Kennis • • •
Minimaal LBO niveau; Kennis van hygiëne en veiligheidseisen; Wanneer van allochtone afkomst minimaal in het bezit van inburgeringscursus Nederlandse taal.
Specifieke functiekenmerken • • • • • • •
Sociale vaardigheden voor het motiveren, stimuleren en instrueren van peuters en het motiveren van ouders, stagiaires et cetera; Flexibiliteit en creativiteit; Zelfstandigheid; Het vermogen om een bijdrage te leveren aan het teamproces; Een kind- en servicegerichte houding; Openstaan voor andere culturen en levensstijlen; Een goede beheersing van de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk ten behoeve van het onderhouden van contacten met ouders.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
11 van 13
Bijlage 2
Vrijwilligersovereenkomst
Het bestuur van de Stichting Peuterspeelzaalwerk Heerlen, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. J. Wintgens, directeur-bestuurder, hierna te noemen werkgever, en
Naam
:
Adres
:
Woonplaats
:
Geboren
:
hierna te noemen vrijwilliger, verklaren een overeenkomst te zijn aangegaan onder de navolgende condities.
Artikel 1. De vrijwilliger zal ten behoeve van de organisatie met ingang van …………. de activiteiten verrichten en taken vervullen zoals vermeld in het functieprofiel van de vrijwillige leidster. De proeftijd bedraagt voor de werkgever en de vrijwilliger twee maanden.
Artikel 2. De tijden waarop de vrijwilliger deze activiteiten verricht, zullen in overleg met de manager worden vastgesteld. Deze omvat minimaal 2 dagdelen.
Artikel 3. De overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Beide partijen kunnen de overeenkomst in onderling overleg beëindigen. Eenzijdige opzegging is voor beide partijen mogelijk met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Op verzoek van de vrijwilliger kan de Stichting na afloop van de overeenkomst een getuigschrift opstellen.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
12 van 13
Artikel 4. In geval van ziekte-, herstel- of verhindering handelt de vrijwilliger conform de procedure zoals afgesproken in het protocol ziek- en herstelmelding PWH.
Artikel 5. De organisatie zorgt voor de noodzakelijke verzekering tegen Wettelijke Aansprakelijkheid ten behoeve van de vrijwilliger bij de uitvoering van de activiteiten. De vrijwilliger dient zelf ook WA verzekerd te zijn wegens aansprakelijkheid jegens leidsters, vrijwilligers, peuters en bestuursleden. Voor de vrijwilliger wordt tevens een ongevallen verzekering afgesloten. Indien een vrijwilliger uit hoofde van zijn werk personen moet vervoeren, dient hij/zij zelf zorg te dragen voor een inzittendenverzekering. Indien hij/zij geen inzittendenverzekering heeft, is het hem/haar nadrukkelijk verboden om voor PWH personen te vervoeren. Artikel 6. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding die wordt geacht te staan voor gemaakte onkosten, binnen het kader die de belastingwetgeving hieraan stelt. Deze vergoeding wordt maandelijks overgemaakt op de bank- / girorekening van de vrijwilliger.
Artikel 7. De organisatie draagt er zorg voor dat de vrijwilliger voldoende informatie krijgt over het algehele beleid van de organisatie. Zij handelt conform het pedagogisch beleid van de stichting en ondersteunt de peuterspeelzaalleidster bij de werkzaamheden. De eindverantwoording ligt bij de peuterspeelzaalleidster.
Artikel 8. De organisatie zorgt, binnen het bereik van haar mogelijkheden, voor voldoende gelegenheid voor het volgen van cursussen, trainingen of andere vormen van deskundigheidsbevordering van de vrijwilliger, nodig voor het goed vervullen van haar taken. Hiertoe wordt het opleidingsplan van de organisatie als leidende factor beschouwd.
Medewerkers en Organisatie 5.8
Vrijwilligersbeleid
Datum 30 januari 2014 Versie 3
Blad
13 van 13
Artikel 9. De vrijwilliger is verplicht geheimhouding in acht te nemen van alles wat hem over de Stichting en de cliënten bekend is geworden en waarvan de vrijwilliger het vertrouwelijke karakter enigszins kan vermoeden. Dit geldt ook na beëindiging van zijn / haar werkzaamheden bij de Stichting. Bij overtreding van dit beding kan de Stichting de vrijwilligersovereenkomst met directe ingang beëindigen en een vergoeding van de geleden schade eisen.
Artikel 10. Deze overeenkomst is geen arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek en de relatie tussen de Stichting en vrijwilliger is geen arbeidsverhouding in de zin van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen of Ziektewet. De vrijwilliger kan op grond van deze overeenkomst geen aanspraak maken op uitkeringen wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid.
Artikel 11. Alvorens te starten met haar werkzaamheden als vrijwilliger, heeft zij een bewijs omtrent gedrag overlegd aan de werkgever.
Artikel 12. De vrijwilliger verklaart kosteloos van de werkgever te hebben ontvangen een door beide partijen ondertekend afschrift van deze overeenkomst. Opgemaakt in tweevoud en ondertekend te Heerlen.
Datum ……………….. Werkgever, J. Wintgens Directeur – Bestuurder
Vrijwilliger,