Technische Goedkeuring ATG met Certificatie
Goedkeurings- en certificatieoperator
DAKAFDICHTINGSSYSTEEM – SBS GEMODIFICEERD BITUMEN FORCE S 200 3/4/5 (A) (FR), FORCE S 250 4/5 (A) (FR)
ATG 13/2628
Geldig van 6/03/2013 tot 5/03/2018
Goedkeuringshouder: AXTER sa Avenue Félix d'Hérelle, 8 FR - 75016 Paris Tel.: +33 146 09 39 60 Fax: +33 146 09 39 62 Website: www.axter.eu E-mail:
[email protected]
1
Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring
Deze technische goedkeuring betreft een gunstige beoordeling door een onafhankelijke goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw BUtgb van het product of systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat van deze beoordeling werd in deze goedkeuringstekst beschreven. In deze tekst wordt het product, of de in het systeem toegepaste producten, geïdentificeerd en worden de te verwachten productprestaties bepaald, gesteld dat het product (de producten) of het systeem (de systemen) verwerkt, gebruikt en wordt (worden) onderhouden zoals uiteengezet in deze goedkeuringstekst. De technische goedkeuring omvat een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een vijfjaarlijkse revisie wordt opgelegd. Opdat de technische goedkeuring in stand gehouden kan worden, moet de fabrikant, doorlopend bewijzen dat hij al het nodige doet opdat de in de goedkeuring beschreven prestaties bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid met deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door de BUtgb aangeduide certificatieoperator. Door het doorlopend karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten wordt door de bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheidsniveau bereikt. De goedkeuring en de certificatie van de overeenstemming met de goedkeuring staan los van individueel uitgevoerde werken. De aannemer en voorschrijver blijven onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek.
Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat, 53 BE - 1040 Brussel www.bcca.be -
[email protected]
Verdeler: AXTER BENELUX Hendrik van Veldekesingel, 150/b13 BE-3500 Hasselt Tél.: +32 11 87 09 36 Fax: +32 11 87 09 37 Website: www.axter-benelux.be E-mail:
[email protected]
2
Beschrijving
Deze goedkeuring heeft betrekking op een dakafdichtingssysteem voor platte en hellende daken in het toepassingsgebied aangegeven in tabel 1. Het systeem bestaat uit de dakafdichtingsmembranen FORCE S die samen met de in deze goedkeuring beschreven hulpcomponenten moeten worden toegepast in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften die in §5 worden beschreven. De dakopbouwen die hierbij toegelaten aangegeven in de plaatsingsfiche in bijlage.
zijn,
worden
De dakafdichtingsmembranen worden onderworpen aan een productcertificatie volgens het toepasselijke ATGcertificatiereglement. Deze certificatieprocedure bevat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig extern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatie-instelling. De goedkeuring van het volledige systeem steunt bovendien op het gebruik van hulpcomponenten waarvan via een attestering vertrouwen wordt gegeven betreffende het voldoen aan de prestaties of identificatiecriteria aangegeven in § 3.2.
Tableau 1 Toepassingsdomein van het afdichtingssysteem rekening houdend met het KB van 19/12/1997 “Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.” inclusief de wijzigingen in het KB van 4/04/2003, in het KB van 01/03/2009 en in het KB van 12/07/2012. Gebouwen waar het KB van toepassing is (1) Daken zonder ballast Type afdichtingsmembraan
(2)
Gebouwen waar het KB niet van toepassing is (1) − eengezinswoningen − gebouwen < 100m² en max. 2 niveaus − - onderhoudswerken
Niet-smeltbare ondergronden (beton, hout, vezelcement, cellenbeton, PUR/PIR/PF, MW, EPB)
Smeltbare ondergronden (EPS – SE)
Daken met ballast
niet aangetoond
niet aangetoond
geldig
geldig
geldig
niet aangetoond
geldig
geldig
FORCE S FORCE S FR
(2)
(1):
De gebouwtypes zijn gedefinieerd volgens het KB van 19/12/1997, het KB van 01/03/2009 en het KB van 12/07/2012. Het dakafdichtingssysteem voldoet aan de Broof(t1) klassering conform de EN 13501 deel 5. Omkeerdaken en daken met zware schutlaag (bv. grind ≥ 50 mm, …) worden geacht conform te zijn aan de eisen van het KB betreffende het brandgedrag. (2): Voor de definitie van “ballast” wordt verwezen naar de beslissing van de Europese Commissie van 06/09/2000 over de richtlijn 89/106/EEG van de Raad betreffende de prestaties van dakbedekkingen blootgesteld aan vliegvuur: " Uitgestrooid grind met een laagdikte van minimaal 50 mm of een gewicht van ≥ 80 kg/m2 (korrelgrootte van het aggregaat: maximaal 32 mm; minimaal 4 mm)".
3
Materialen, componenten van het dakafdichtingssysteem
3.1
3.2
Beschrijving van de membranen
De FORCE S dichtingsmembranen worden bekomen door het drenken en bekleden van de wapening met eenzelfde mengsel dat ongeveer 88% bitumen en ongeveer 12% elastomeerharsen (SBS) bevat, alsook een welbepaalde hoeveelheid vulstoffen.
Afdichtingsmembranen Tableau 2 – Afdichtingsmembranen
Handelsnaam
Beschrijving
Ze worden met een polyester-glas-combinatie gewapend.
FORCE (200/250) S (3/4/5) (A) (FR)
Membraan op basis van elastomeer gemodificeerde bitumen (SBS), gewapend met een polyester-glascombinatie van 200 g/m² (PY 200) of 250 g/m² (PY 250) en langs de buitenzijde bedekt met een minerale bescherming of zand.
De binnenzijde van het membraan polyethyleenfolie (PE) of met zand bedekt.
is
met
een
De bovenzijde van het membraan is met zand of met een minerale bescherming bedekt (cf. tabellen 3, 4 en 5). De kenmerken van de FORCE S membranen worden gegeven in tabellen 3, 4 en 5.
Deze membranen kunnen gebruikt worden als toplaag voor de in deze technische goedkeuring voorziene dichtingsystemen voor zover ze overeenkomstig de voorschriften van § 5 en de plaatsingsfiche worden geplaatst.
De membranen zijn in drie (3) diktes van 3,0 mm, 4,0 mm en 5,0 mm beschikbaar.
Tableau 3 – FORCE S 200 3 (A) (FR) Identificatiekenmerken Dikte [mm]
± 5%
FORCE S 200 3
FORCE S 200 FR 3
FORCE S 200 3 A
FORCE S 200 3 A FR
3,0
3,0
3,0 (zelfkant)
3,0 (zelfkant)
PY200
PY200
PY200
PY200
A
A
A
A
3,50
3,50
3,80
3,80
Lengte [m]
≥ 10,00
≥ 10,00
≥ 10,00
≥ 10,00
Breedte [m]
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
Type wapening Type mengsel Oppervlaktemassa [kg/m²] ± 15%
Bovenzijde −
Zand
X
X
–
–
−
Minerale bescherming
–
–
X
X
−
Zand
X
X
X
X
−
Wegbrandfolie
X
X
X
X
−
Macrogeperforeerde film
X
X
X
X
Onderzijde
FORCE S 200 3
FORCE S 200 3 FR
FORCE S 200 3 A
FORCE S 200 3 A FR
Vrije plaatsing
Gebruik
X (4)
X (4)
X
X
Gelast
X (4)
X (4)
X
X
In warm bitumen
X (4)
X (4)
X
X
Koudgelijmd
–
–
–
–
Mechanisch bevestigd
–
–
–
–
Plaatsing (3)
M
M
M
M
(3):
M = meerlaags (4): kan alleen worden gebruikt met een UV-bescherming (bv. ballast) ATG 13/2628 - 2/13
Tableau 4 – FORCE S 200/250 4 (A) (FR) Identificatiekenmerken Dikte [mm]
± 5%
Type wapening Type mengsel
FORCE S 200 4
FORCE S 200 4 FR
FORCE S 2004 A
FORCE S 200 4 A FR
FORCE S 250 4
FORCE S 250 4 FR
FORCE S 250 4 A
FORCE S 250 4 A FR
4,0
4,0
4,0 (zelfkant)
4,0 (zelfkant)
4,0
4,0
4,0 (zelfkant)
4,0 (zelfkant)
PY 200
PY 200
PY 200
PY 200
PY 250
PY 250
PY 250
PY 250
A
A
A
A
A
A
A
A
4,80
4,80
5,10
5,10
4,60
4,60
5,50
5,50
Lengte [m]
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
≥ 7,50
Breedte [m]
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
Oppervlaktemassa [kg/m²] ± 15%
Bovenzijde −
Zand
X
X
X
–
X
X
–
–
−
Minerale bescherming
–
–
–
X
–
–
X
X
−
Zand
X
X
X
X
X
X
X
X
−
Wegbrandfolie
X
X
X
X
X
X
X
X
−
Macrogeperforeerde film
X
X
X
X
X
X
X
X
FORCE S 200 4
FORCE S 200 4 FR
FORCE S 200 4 A
FORCE S 200 4 A FR
FORCE S 250 4
FORCE S 250 4 FR
FORCE S 250 4 A
FORCE S 250 4 A FR
Vrije plaatsing
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
Gelast
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
In warm bitumen
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
Koudgelijmd
–
–
–
–
–
–
–
–
Mechanisch bevestigd
–
–
–
–
–
–
–
–
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
Onderzijde
Gebruik
Plaatsing (3) (3): (4):
E = eenlaags / M = meerlaags kan alleen worden gebruikt met een UV-bescherming (bv. ballast) Tableau 5 – FORCE S 200/250 5 (A) (FR) Identificatiekenmerken
Dikte [mm]
± 5%
Type wapening Type mengsel Oppervlaktemassa [kg/m²] ± 15%
FORCE S 200 5
FORCE S 200 5 FR
FORCE S 200 5 A
FORCE S 200 5 A FR
FORCE S 250 5
FORCE S 250 5 FR
FORCE S 250 5 A
FORCE S 250 5 A FR
5,0
5,0
5,0 (zelfkant)
5,0 (zelfkant)
5,0
5,0
5,0 (zelfkant)
5,0 (zelfkant)
PY 200
PY 200
PY 200
PY 200
PY 250
PY 250
PY 250
PY 250
A
A
A
A
A
A
A
A
6,00
6,00
5,80
5,80
5,40
5,40
6,60
6,60
Lengte [m]
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
≥ 5,00
Breedte [m]
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
≥ 0,99
Bovenzijde −
Zand
X
X
–
–
X
X
–
–
−
Minerale bescherming
–
–
X
X
–
–
X
X
−
Zand
X
X
X
X
X
X
X
X
−
Wegbrandfolie
X
X
X
X
X
X
X
X
−
Macrogeperforeerde film
X
X
X
X
X
X
X
X
FORCE S 200 5
FORCE S200 5 FR
FORCE S 200 5 A
FORCE S 200 5 A FR
FORCE S 250 5
FORCE S 250 5 FR
FORCE S 250 5 A
FORCE S 250 5 A FR
Vrije plaatsing
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
Gelast
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
In warm bitumen
X (4)
X (4)
X
X
X (4)
X (4)
X
X
Koudgelijmd
–
–
–
–
–
–
–
–
Mechanisch bevestigd
–
–
–
–
–
–
–
–
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
E/M
Onderzijde
Gebruik
Plaatsing (3) (3): (4):
E = eenlaags / M = meerlaags kan alleen worden gebruikt met een UV-bescherming (bv. ballast)
ATG 13/2628 - 3/13
De kenmerken van de elementen die voor de samenstelling van de FORCE S membranen worden gebruikt, worden gegeven in tabellen 6 (wapening) en 7 (mengsel). Tableau 6 – Wapeningen Kenmerk Oppervlaktemassa [g/m²]
± 15%
PY 200
PY 250
200
250
Treksterkte [N/50mm] −
Langs
± 20%
615
875
−
Dwars
± 20%
450
875
Rek bij max. belasting[%] −
Langs
± 15%abs
36
36
−
Dwars
± 15%abs
45
45
Kenmerk Asgehalte [%]
A
Flexibiliteit bij lage temperatuur [°C] (5):
(5)
≤ (5)
Handelsnaa m
Het mengsel gebruikt voor de productie van de FORCE S membranen bestaat uit ongeveer 88% bitumen en ongeveer 12% elastomeerharsen (SBS), alsook uit een welbepaalde hoeveelheid vulstoffen. Prestaties membraan
De prestaties van de FORCE S membranen worden gegeven in § 6.1 van tabel 24.
Beschrijving
Type
Membraan op basis van geoxideerd bitumen, gewapend met een onderlaag glasvlies, met AXTERGLASS zand/talk/wegbrandfolie langs de bovenzijde en de V4 onderzijde. AXTERGLASS V3
AXTERPER VP40/15
AXTERPOL P4
gekend door het certificeringsorganisme
3.2.1
Tableau 8 – Hulpproducten
AXTERPOL P3
≥ 110 ± 5% abs
Hulpproducten
AXTERPER VP45/30
Tableau 7 – Mengsel Verwekingspunt (R&B) [°C]
3.3
Membraan op basis van geoxideerd bitumen, gewapend met een onderlaag glasvlies, met zand/talk langs de bovenzijde en de onderzijde. Membraan op basis van geoxideerd bitumen, gewapend met een polyestervlies, met zand/talk langs de bovenzijde en de onderzijde.
onderlaag
Bevestigi ng (6)
LL TS TB
PS PB
LL TB TS MV MN
Membraan op basis van geoxideerd bitumen, gewapend met een AXTERPOL onderlaag polyestervlies, met P150/16 zand/talk/wegbrandfolie langs de bovenzijde en de onderzijde.
LL TB TS
Membraan op basis van AXTERGLASS gemodificeerd bitumen V3 SBS (SBS), gewapend met een glasvlies, met onderlaag AXTERGLASS zand/talk/wegbrandfolie langs de bovenzijde en de V4 SBS onderzijde.
LL TB TS
Membraan op basis van gemodificeerd bitumen AXTERPER (SBS), gewapend met een onderlaag VP40/15 SBS glasvlies, met zand/talk langs de bovenzijde en de onderzijde.
PS
Membraan op basis van gemodificeerd bitumen (SBS), gewapend met een polyestervlies, met onderlaag zand/talk langs de bovenzijde en de onderzijde.
LL TB TS MV MN
Membraan op basis van gemodificeerd bitumen (SBS), gewapend met een polyestervlies, met een onderlaag wegbrandfolie langs de bovenzijde en zand/talk langs de onderzijde.
LL TB TS
AXTERPOL P3 SBS AXTERPOL P4 SBS
VAP AL
MASTIC HYRAFLEX (6):
3.3.1
LL TB TS PB PS
= = = = =
SBS-gemodificeerd bitumen
bitumen voor warme verkleving
TB PB
vrije plaatsing vol gekleefd met warm bitumen volgelast deelgekleefd met warm bitumen deelgelast
Bitumineuze hulpproducten
De onderlagen op basis van bitumen waarvoor de conformiteit met PTV 46-002 is gecertificeerd kunnen worden gebruikt. ATG 13/2628 - 4/13
Niettemin zal bijzondere aandacht worden besteed aan de compatibiliteit van de bitumineuze hulpproducten met de gebruikte afdichtingsmembranen. 3.3.2
3.3.5
AXTERPER VP45/30 onderlaag Tableau 12 – Kenmerken van de AXTERGLASS VP45/30 onderlaag
AXTERGLASS V3 onderlagen
Kenmerk
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Oppervlaktemassa [kg/m²]
NBN EN 1849-1
≥ 3,00
–
≥ 700
Tableau 9 – Kenmerken van de AXTERGLASS V3 onderlaag Kenmerk
Methode
Criterium
Identificatie Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Dikte [mm]
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
3,0
–
≥ 1.900
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 80
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤3
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
Langs
-20%
150
−
Dwars
-20%
150
Tableau 13 – Kenmerken van de AXTERPOL P3 onderlaag Kenmerk
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Identificatie
Dikte [mm]
Het product is het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
≥ 1.900
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 80
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤3
Prestatie
Kenmerk
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Identificatie
Dikte [mm]
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
4,0
–
≥ 2.700
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 80
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤3
Prestatie
Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
150
−
Dwars
-20%
150
Treksterkte [N/50mm]
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 20,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Oppervlaktemassa [kg/m²]
NBN EN 1849-1
≥ 1,20
–
≥ 700
Identificatie
Bitumengehalte [g/m²]
Langs
-20%
−
Dwars
-20%
440 440 NBN EN 12311-1
−
Langs
± 15%abs
25
−
Dwars
± 15%abs
25 NBN EN 12310-1
−
Langs
≥ 100
−
Dwars
≥ 100
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
Tableau 11 – Kenmerken van de AXTERGLASS VP40/15 onderlaag Criterium
−
Doorscheurweerstand (nagel) [N]
AXTERPER VP40/15 onderlaag
Methode
NBN EN 12311-1
Rek bij max. belasting[%]
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
Kenmerk
3,0
–
AXTERGLASS V3 onderlagen
Tableau 10 – Kenmerken van de AXTERGLASS V4 onderlaag
3.3.4
AXTERPOL P3 onderlaag
NBN EN 12311-1
−
3.3.3
Bitumengehalte [g/m²]
3.3.6
Prestatie
Treksterkte [N/50mm]
Identificatie
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
ATG 13/2628 - 5/13
3.3.7
AXTERPOL P4 onderlaag
3.3.9
Tableau 14 – Kenmerken van de AXTERPOL P4 onderlaag Kenmerk
Methode
AXTERGLASS V3 SBS onderlagen Tableau 16 – Kenmerken van de AXTERGLASS V3 SBS onderlaag
Criterium
Kenmerk
Identificatie Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Dikte [mm]
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
4,0
–
≥ 2.700
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 80
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤3
Prestatie
Treksterkste [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
440
−
Dwars
-20%
440
Rek bij max. belasting[%]
Lengte [m] Breedte [m] Dikte [mm]
Langs
± 15%abs
25
−
Dwars
± 15%abs
25
Doorscheurweerstand (nagel) [N] −
Langs
≥ 100
−
Dwars
≥ 100
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Oppervlaktemassa [kg/m²]
NBN EN 1849-1
≥ 1,60
–
≥ 750
Identificatie
Prestatie Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 80
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤3
Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
440
−
Dwars
-20%
440
Rek bij max. belasting[%]
NBN EN 12311-1
−
Langs
± 15%abs
25
−
Dwars
± 15%abs
25
Doorscheurweerstand (nagel) [N]
≥ 1,00 3,0 ≥ 1.900
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 100
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤ -15
Prestatie
Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
150
−
Dwars
-20%
150
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie. AXTERGLASS V3 SBS onderlagen Tableau 17 – Kenmerken van de AXTERGLASS V4 SBS onderlaag Kenmerk Lengte [m]
Tableau 15 – Kenmerken van de AXTERPOL P150/16 onderlaag
Bitumengehalte [g/m²]
NBN EN 1848-1
Methode
Criterium
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Identificatie
AXTERPOL P150/169 onderlaag
Kenmerk
≥ 10,00
± 5% NBN EN 1849-1
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie. 3.3.8
NBN EN 1848-1
–
3.3.10
NBN EN 12310-1
Criterium
Bitumengehalte [g/m²]
NBN EN 12311-1
−
Methode Identificatie
NBN EN 12310-1
−
Langs
≥ 100
−
Dwars
≥ 100
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
Breedte [m] Dikte [mm]
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
4,0
–
≥ 2.700
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 100
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤ -15
Prestatie
Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
150
−
Dwars
-20%
150
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie. 3.3.11
AXTERPER VP40/15 SBS onderlaag
Tableau 18 – Kenmerken van de AXTERPER VP40/15 SBS onderlaag Kenmerk
Methode
Criterium
Identificatie Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 20,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Oppervlaktemassa [kg/m²]
NBN EN 1849-1
≥ 1,20
–
≥ 700
Bitumengehalte [g/m²]
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
ATG 13/2628 - 6/13
3.3.12
AXTERPOL P3 SBS onderlaag
3.3.14
Tableau 19 – Kenmerken van de AXTERPOL P3 SBS onderlaag Kenmerk
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
VAP AL dampscherm
Tableau 21 – Kenmerken van het VAP AL dampscherm Kenmerk
Methode
Criterium
Lengte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
≥ 1,00
Breedte [m]
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
3,0
Dikte [mm]
Identificatie
Dikte [mm]
Identificatie
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
–
≥ 1.900
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
Prestatie
3,0
–
≥ 2.100
Prestatie
Dimensionele stabiliteit [%]
NBN EN 1107-1
≤ 0,6
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 100
Kruip bij hoge temperatuur [°C]
NBN EN 1110
≥ 100
Flexibiliteit bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤ -15
Soepelheid bij lage temperatuur [°C]
NBN EN 1109
≤ -15
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
−
Langs
-20%
−
Dwars
-20%
Rek bij max. belasting [%]
440 440
Langs
± 15%abs
−
Dwars
± 15%abs
Doorscheurweerstand (nagel) [N]
Kenmerk
25 25 NBN EN 12310-1
−
Langs
≥ 100
−
Dwars
≥ 100
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie. AXTERPOL P4 SBS onderlaag
Methode
Criterium
NBN EN 1848-1
≥ 10,00
NBN EN 1848-1
≥ 1,00
Identificatie Lengte [m] Breedte [m] Dikte [mm]
± 5% NBN EN 1849-1
Bitumengehalte [g/m²]
4,0
–
≥ 2.700
NBN EN 1107-1
≤ 0,6
NBN EN 1110
≥ 100
NBN EN 1109
≤ -15
Prestatie Dimensionele stabiliteit [%] Kruip bij hoge temperatuur [°C] Flexibiliteit bij lage temperatuur [°C] Treksterkte [N/50mm]
NBN EN 12311-1
Methode
Criterium
NBN EN 1427
≥ 110
Identificatie Verwekingstemperatuur (B&A) [°C]
Het product maakt deel uit van het beschreven systeem, maar maakt geen deel uit van deze goedkeuring en valt niet onder certificatie. 3.3.16 − −
Tableau 20 – Kenmerken van de AXTERPOL P4 SBS onderlaag Kenmerk
MASTIC HYRAFLEX bitumen
Tableau 22 – Kenmerken van de MASTIC HYRAFLEX bitumen
NBN EN 12311-1
−
3.3.13
3.3.15
3.3.17
Scheidingslaag glasvlies ≥ 50 g/m²; PE drainweefsel, ≥ 150 g/m².
niet-geweven
polyestervlies
Isolatie
De isolatie moet een technische goedkeuring (ATG) met certificatie voor de toepassing in een dak bezitten.
4
Fabricage en verkoop
FORCE S membranen worden gemaakt in de fabriek van Axter sa in Courchelettes (FR). Markering: de membranen zijn voorzien van een markering met de merknaam van het product, de fabrikant, het logo van het ATG-merk en het ATG-nummer, het logo "ATG BROOF(t1) certified".
−
Langs
-20%
440
−
Dwars
-20%
440
De rollen worden verpakt op paletten in een krimpfolie.
25
De productiecode wordt op een etiket afgedrukt dat op de paletten en de rollen wordt aangebracht.
Rek bij max. belasting [%]
NBN EN 12311-1
−
Langs
± 15%abs
−
Dwars
± 15%abs
Doorscheurweerstand (nagel) [N]
25 NBN EN 12310-1
−
Langs
≥ 100
−
Dwars
≥ 100
Het product maakt het voorwerp van een “Benor”-certificatie.
De AXTERGLASS V3, AXTRGLASS V4, AXTERGLASS VP40/15, AXTERPER VP45/30, AXTERPOL P3, AXTERPOL P4 en VAP AL onderlagen worden voor de firma Axter sa geproduceerd. De AXTERGLASS V3 SBS, AXTERGLASS V4 SBS, AXTERPER VP40/15 SBS, AXTERPOL P3 SBS, AXTERPOL P4 SBS, VAP AL en ARMALU onderlagen worden voor de firma Axter sa in de fabriek van Courchelettes (FR) geproduceerd. De firma AXTER BENELUX sa zorgt voor de verkoop van de membranen en van de hulpcomponenten.
ATG 13/2628 - 7/13
5
Uitvoering
5.1
Referentiedocumenten − − − − − − −
5.2
TV 215: “Het platte dak - Opbouw, materialen, uitvoering, onderhoud (WTCB)”. TV 229: Groendaken (WTCB). TV 239: Mechanische bevestiging van de isolatie en de afdichting op geprofileerde staalplaten (WTCB). TV 244: “Aansluitingsdetails bij platte daken: algemene principes” (WTCB) UEAtc Technical Guide for the assessment of Roof Waterproofing Systems made of reinforced APP of SBS Polymers Modified Bitumen Sheets (2001). BUtgb informatieblad 2012-01: “Windbelasting op platte daken volgens windnorm NBN EN 1991-1-4” (BUTgb). De toepasselijke richtlijnen van de fabrikant. Hygrothermische voorwaarden - dampscherm
De hierboven vermelde rekenwaarden stemmen overeen met het effect van een windbelasting met een terugkeerperiode van 50 jaar volgens het infoblad van de BUtgb.
cf. TV 215 van het WTCB. 5.3
Plaatsing van de afdichting
De dakafdichting wordt geplaatst overeenkomstig TV215 van het WTCB. Het werk wordt onderbroken in geval van vochtig weer (regen, sneeuw, mist) en wanneer de omgevingstemperatuur lager ligt dan +5 ℃.
De plaatsingsfiche geeft de toegelaten dakopbouw in functie van de plaatsingswijze, de aard van de ondergrond en het al of niet van toepassing zijn van het KB van 19/12/1997 en de herzieningen van 4/04/2003, 1/03/2009 en van 12/07/2012.
De overlapping van de membranen moet minimaal 80 mm langs en 150 mm dwars bedragen. Dwars mag de overlapping tot 100 mm worden herleid daar de vrije krimp van de membranen kleiner dan of gelijk aan 0,3 % is. De verbinding wordt steeds over de hele breedte van de overlapping gevlamlast. De overlapping wordt daarna zorgvuldig met een metalen drukrol samengedrukt. Voor een goede las moet een kleine hoeveelheid bitumen uit de overlapping vloeien. Om esthetische redenen kan deze lasrups afgeschuind met behulp van een verwarmde troffel.
worden
Het gebruik in een intensief groendak is toegestaan mits de plaatsing van een PE-folie (LPDE, min. dikte van 0,4 mm met een overlapping van min. 1 m). Intensieve groendaken waarvoor overeenkomstig de NBN EN 13948 een proef inzake wortelweerstand is vereist, moeten het voorwerp uitmaken van een aparte ATG. 5.4
Dakdetails
Wat betreft de uitzettingsvoegen, opstanden, randen en dakgoten wordt verwezen naar TV 244 van het WTCB en naar de voorschriften van de fabrikant. Ten aanzien van de brandveiligheid dienen de dakdetails zo uitgevoerd te worden zodat luchtlekken voorkomen worden. 5.5
Volgende forfaitaire rekenwaarden voor de windweerstand van de afdichting dienen in acht genomen te worden: − losse plaatsing: ballast overeenkomstig het BUtgbInfoblad nr. 2012/01. − volle hechting: gelast: 3000 Pa (7). − gedeeltelijke hechting: gelast: 2000 Pa (7)(8). − mechanisch bevestigde onderlaag, toplaag gelast: 450 N/bevestiging (7) onder voorbehoud dat de mechanische bevestiging aan volgende voorwaarden voldoet: • De schroef heeft een minimum diameter van 4,8 mm, • de schroeven zijn voorzien van een aangepast boorkop • de statische uittrekweerstand is groter dan of gelijk aan 1.350 N (op een staalprofiel van 0,75 mm dikte), • de minimale corrosieweerstand bedraagt 15 cycli EOTA.
De vermelde rekenwaarden moeten in aanmerking worden genomen samen met de plaatsingsfiches. Deze rekenwaarden moeten worden gecontroleerd met de rekenwaarden voor de dakisolatie (zie ATG isolatie). De laagste rekenwaarde wordt in aanmerking genomen.
(7):
(8):
6
Prestaties
De prestaties van de FORCE S membranen worden gegeven in § 6.1 van tabel 24. In de kolom EUtgb/BUtgb worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de EUtgb/ BUtgb werden vastgelegd. In de kolom ‘fabrikant’ worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende uitgevoerde controles nagegaan en valt onder de productcertificatie. In § 6.2 van tabel 24 staan de karakteristieke prestaties van het dakafdichtingssysteem vermeld. In de kolom EUtgb/BUtgb worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de EUtgb/ BUtgb werden vastgelegd. In de kolom ‘fabrikant’ worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Bij gebrek aan deze criteria vermeldt de tabel de resultaten van externe laboratoriumproeven. De vermelde waarden zijn niet afgeleid uit statistische interpretaties en worden niet door de fabrikant gegarandeerd.
Opslag en werfvoorbereiding
cf. TV 215 van het WTCB. 5.6
Deze waarde resulteert uit de ervaring, een hogere waarde kan worden gebruikt onder voorbehoud dat er windproeven worden uitgevoerd. We willen erop wijzen dat dit plaatsingssysteem een grote zorgvuldigheid vergt bij de uitvoering.
Windweerstand
De windweerstand van de afdichting wordt bepaald uitgaande van de te verwachten windbelasting. Deze wordt berekend volgens het BUtgb-Infoblad nr. 2012/01.
ATG 13/2628 - 8/13
Tableau 23 – FORCE S Proefmethoden 6.1
6.2
Prestaties systeem
6.2.1
Volledige dakopbouw
Statische indringing [klasse L] − op polystyreen EPS 100 − op beton Dynamische indringing [mm] − op aluminium − op polystyreen EPS 150
Fabrikant FORCE S
Resultaten van de externe proeven (10)
3,0 4,0 5,0
X X X
NBN EN 1849-1
MDV ± 5%
NBN EN 1107-1
≤ 0,5 / 0,3 (11)
≤ 0,3
X
≥ 50 / 150 (11) ≥ 50 /150 (11)
≥ 150 ≥ 150
X X
MDV ± 20% MDV ± 20%
750 625
X X
MDV ± 20% MDV ± 20%
1.000 1.000
X X
MDV±15%abs MDV±15%abs
40 45
X X
MDV±15%abs MDV±15%abs
55 60
X X
≤ -15 – ≤ 0 en ∆ ≤ 15°C
≤ -15 ≤ -5 ≤ 0 en ∆ ≤ 15°C
X X X
≥ 100 ≥ 90
≥ 100 ≥ 90
X X
∆ ≤ 30% (12)
∆ ≤ 30%
X
NBN EN 12310-1 NBN EN 12311-1
NBN EN 12311-1
NBN EN 1109 (NBN EN 1296) NBN EN 1110 (NBN EN 1296) NBN EN 12039
NBN EN 12730 methode A methode B NBN EN 12691:2006 methode A methode B
MDV MDV
L25 L25
X X
≥ MLV ≥ MLV
≥ 1.250 ≥ 1.250
X X
NBN EN 12316-1 NBN EN 12317-1
≥ 100 (13) ≥ 500 (13)
≥ 100 ≥ 500
X X
Overlapverbindingen
Afpelweerstand van voegen [N/50mm] Afschuifsterkte van voegen [N/50mm] 6.2.3
UEAtc/UBAtc
Prestaties membranen
Dikte [mm] FORCE S 3 FORCE S 4 FORCE S 5 Dimensionele stabiliteit [%] − Langs Doorscheurweerstand (nagel) [N] − Langs − Dwars Treksterkte [N/50mm] FORCE S 200 − Langs − Dwars FORCE S 250 − Langs − Dwars Rek bij max. belasting[%] FORCE S 200 − Langs − Dwars FORCE S 250 − Langs − Dwars Soepelheid bij lage temperatuur [°C] − Initieel − na 28 dagen 80 °C − na 6 maand bij 70 °C Afdruiptemperatuur [°C] − initieel − na 6 maand bij 70 °C Hechting minerale bescherming [%] FORCE S A
6.2.2
Criteria (9)
Windweerstand
Niet van toepassing. 6.2.4
Brandgedrag
De volgende daksystemen (helling van 15%) werden getest overeenkomstig de NBN ENV-1187 en voldoen aan de brandweerstandclassificatie Broof(t1) volgens de NBN EN 13501-5: − Verslagen n°14434-A en 14434-B van Warrington Fire Gent: hout + PUR 60mm + FORCE S 200 4 A FR (éénlaags gelast systeem) − Verslagen n°12510-A en 12510-B van Warrington Fire Gent: hout + PUR 60mm + P4 + FORCE S 200 4 A FR (tweelaags gelast systeem) 6.2.5
Chemische bestendigheid
Het membraan weerstaat aan de meeste producten. Zij is echter niet bestand tegen bepaalde stoffen, zoals benzine, benzeen, petroleum, organische oplosmiddelen, vetstoffen, oliën, teerproducten, detergenten, geconcentreerde oxidatiemiddelen op hoge temperatuur. In geval van twijfel moet het advies van de fabrikant of van zijn vertegenwoordiger ingewonnen worden. (9): – = onbepaald criterium (10): X = getest en in overeenstemming met de criteria van de fabrikant (11): eenlaags/meerlaags (12): membraan met minerale bescherming (13): enkel voor een eenlaags dakafdichtingssysteem ATG 13/2628 - 9/13
Plaatsingsfiche van FORCE S membranen
Onderstaande plaatsingsfiches geven een verdere toelichting van tabel 1 en vermeldt de membraantypes en hun plaatsingstechnieken in functie van de ondergrond, conform de brandpreventieeisen zoals voorzien in het KB van 19/12/1997, inclusief de wijzigingen in het KB van 4/04/2003 en het KB van 1/03/2009. De codes werden overgenomen uit TV 215. Benamingen van de membranen: Gebruikte symbolen: ■ = FORCE S (200/250) (3/4/5) x = toepasselijk ♣ = FORCE S (200/250) (3/4/5) FR o = toepassing niet voorzien binnen deze ♦ = FORCE S (200/250) (3/4/5) A ● = FORCE S (200/250) (3/4/5) A FR (x) = vergt bijkomende studie goedkeuring Plaatsingsmogelijkheden: zie onderstaande tabel + voorschriften van TV 215 van het WTCB. Helling: daken met een helling ≤ 20°. Als de dakhelling hoger is dan 20° over een afstand van minstens 1m, moet men bijkomende mechanische bevestigingen voorzien tegen afschuiving. In dit geval zijn de plaatsingswijzen waarvoor het KB toepasselijk is niet toegestaan in het kader van deze goedkeuring. Tableau 24 – Plaatsingsfiche
multiplex, spaanderplaat
Vezelcement
cementgebonden houtvezels
houten dakvloer
(a)
(a)
(b)
(c)
(d)
(e)
(e)
(f)
(f)
(f)
(f)
X X
X X
X X
O (X)
X X
X X
X X
(X) (X)
(X) (X)
(X) (X)
(X) (X)
(scheidingslaag) (scheidingslaag)+ V3 (3)
-
■(1),(2) + ballast ■(2) + ballast
■(1),(2) + ballast ■(2) + ballast
O O O
O O O
X X X
O X (X)
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
O O O
O O O
(bitumenvernis) (bit. vernis) + bit + V3 (3) (bit. vernis) + V3 (3)
●(4) ● ●
■(1),(2) + ballast ■(2) + ballast ■(2) + ballast
♦(1) (5) ♦(5) ♦(5)
O O
X X
O O
O O
X X
X X
X X
X X
X X
O O
O O
●(4) (6) , ●(4) (6)
■(1),(2) + ballast ■(1),(2) + ballast
♦(1) (5) , ♦(1) (5)
O
X
O
O
X
X
X
X
X
O
O
(bit. vernis)+ bit. + VP45/30 (bit. vernis) + VP40/15 (bit. vernis) + bit + VP40/30 + bit. + V3 (3)
●(6)
■(2) + ballast
♦(5)
beton
cellenbeton
X
CG
PBBs
MW, EPB
Meerlaags
Afwerkingslaag
Ongeïsoleerd dak
EPS-SE
(a) Losse plaatsing onder ballast Eenlaags LL X Meerlaags LLs X Totaal gelast plaatsing Eenlaags TS O Meerlaags TBs O Meerlaags TSs O Half gelaste plaatsing Eenlaags PBs X Eenlaags PLs X
PF
PUR/PIR
Plaatsingswijze
oude bitumineuse membraan
Ondergrond
Geïsoleerd dak
Onderlaag
KB van toepassing Dak zonder ballast
Dak met ballast
,
KB niet van toepassing
,
,
(a) PUR / PIR / PF / EPS-SE: de isolatie is altijd bekleed met een aangepaste cachering. (b) MW/EPB: de isolatie is altijd bekleed met een aangepaste cachering. (c) CG: De panelen in cellenglas moeten voorzien zijn van een uitsmeerlaag van bitumen. Het verdient de voorkeur de eerste bitumineuze onderlaag in het vloeibare bitumen te rollen om aldus alle luchtinsluitingen te vermijden. Indien de onderlaag een APP-bitumen is, dient deze gevlamlast te worden. (d) Oud bitumineus membraan: een onderzoek ten opzichte van de compatibiliteit dient uitgevoerd te worden. (e) Beton/cellenbeton/isolerende mortel: het beton en de isolerende mortel moeten droog en afgestreken zijn en desgevallend voorzien zijn van een bitumenhechtvernis. Volkleven enkel bij zwaar geballaste daken of op droog beton, om blaasvorming te voorkomen. Deelkleven enkel in geval van isolerende mortel. (f) Planken of platen uit plantaardige grondstoffen, of uit organische of minerale vezels met een bindmiddel: op de naden moeten onafhankelijke stroken worden geplaatst. (1) Enkel membranen FORCE S (200/250) 4 (A) (FR) et FORCE S (200/250) 5 (A) (FR) worden als toplaag toegelaten. (2) ■ + ballast kan ofwel door ♣ + ballast, ofwel door ♦ + ballast ofwel door ● + ballast worden vervangen. (3) De V3 onderlaag kan worden vervangen door een V3 SBS, V4, V4 SBS, P3, P3 SBS, P4 of P4 SBS onderlaag. (4) Enkel membranen FORCE S (200/250) 4 A FR en FORCE S (200/250) 5 A FR worden als toplaag toegelaten. (5) ♦ kan ofwel worden vervangen door ■ + ballast ofwel door ♣ + ballast, of door ● . (6) In het kader van deze goedkeuring is voor deze toepassing de plaatsing op EPS-SE niet toegestaan.
ATG 13/2628 - 10/13
Tableau 25 – Plaatsingsfiche
houten dakvloer
cementgebonden houtvezels
vezelcement
multiplex, houtschilferplaat
beton
oud bitumineus membraan
CG
MW, EPB
EPS-SE
PF
Plaatsingswijze
PUR/PIR
Staaldak +
Afwerkingslaag
Dakconstructie (met of zonder isolatie) cellenbeton
Ondergrond
KB van toepassing Onderlaag
KB niet van toepassing Dak zonder ballast
Dak met ballast
(f) (a) (a) (a) (b) (d) (e) (e) (f) (f) (f) Onderlaag mechanisch bevestigd, toplaag gelast Meerlaags MVs X X X X O X O X X X O X P4 geschroefd ●(1) ■(2) + ballast ♦(3) Meerlaags MNs O O O O O X O X X O O X P4 genageld (5) ● ■(2) + ballast ♦(3) (a) PUR / PIR / PF / EPS-SE: de isolatie is altijd bekleed met een aangepaste cachering. (b) MW/EPB: de isolatie is altijd bekleed met een aangepaste cachering. (c) CG: De panelen in cellenglas moeten voorzien zijn van een uitsmeerlaag van bitumen. Het verdient de voorkeur de eerste bitumineuze onderlaag in het vloeibare bitumen te rollen om aldus alle luchtinsluitingen te vermijden. Indien de onderlaag een APP-bitumen is, dient deze gevlamlast te worden. (d) Oud bitumineus membraan: een onderzoek ten opzichte van de compatibiliteit dient uitgevoerd te worden. (e) Beton/cellenbeton/isolerende mortel: het beton en de isolerende mortel moeten droog en afgestreken zijn en desgevallend voorzien zijn van een bitumenhechtvernis. Volkleven enkel bij zwaar geballaste daken of op droog beton, om blaasvorming te voorkomen. Deelkleven enkel in geval van isolerende mortel. (f) Planken of platen uit plantaardige grondstoffen, of uit organische of minerale vezels met een bindmiddel: op de naden moeten onafhankelijke stroken worden geplaatst. (1) In het kader van deze goedkeuring is voor deze toepassing de plaatsing op EPS-SE niet toegestaan. (3) ■ + ballast kan ofwel door ♣ + ballast, ofwel door ♦ + ballast ofwel door ● + ballast worden vervangen. (4) ♦ kan ofwel worden door ■ + ballast ofwel door ♣ + ballast, of door ● worden vervangen. (5) Het aantal bevestigingen dient te worden berekend op basis van de uittrekwaarde van de bevestigingen overeenkomstig het infoblad van de BUtgb nr. 2012/02.
ATG 13/2628 - 11/13
7 7.1
Gebruiksrichtlijnen Toegankelijkheid
8
Voorwaarden
A.
Uitsluitend het in de voorpagina als ATG‐houder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) die het onderwerp van de goedkeuring commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze technische goedkeuring.
B.
Deze technische goedkeuring heeft enkel betrekking op het product waarvan de handelsnaam in de voorpagina vermeld werd. Houders van een technische goedkeuring mogen geen gebruik maken van de naam van de goedkeuringsinstelling en haar operatoren, haar logo, het merk ATG, de goedkeuringstekst of het goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op product- of systeembeoordelingen die niet in overeenstemming zijn met de goedkeuring en evenmin voor producten en/of systemen en/of eigenschappen of kenmerken die niet het onderwerp uitmaken van de technische goedkeuring.
C.
Informatie die door de goedkeuringshouder of zijn aangestelde en/of erkende installateurs, op welke wijze dan ook, ter beschikking wordt gesteld van (potentiële) gebruikers van het in de technische goedkeuring behandelde product of systeem (bv. bouwheren, aannemers, voorschrijvers, …), mag niet in tegenstrijd zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met informatie waarnaar in de goedkeuringstekst verwezen wordt.
D.
Houders van een technische goedkeuring zijn steeds verplicht tijdig eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en producten, de verwerkingsrichtlijnen, het productie‐ en verwerkingsproces en/of de uitrusting, voorafgaandelijk bekend te maken aan de BUtgb vzw, en de door de BUtgb vzw aangeduide certificatieoperator, zodat deze kan oordelen of de technische goedkeuring dient te worden aangepast.
E.
De auteursrechten zijn eigendom van de BUtgb vzw.
Enkel de afdichtingen met een betegeling of gelijkwaardig zijn toegankelijk. De andere afdichtingen mogen uitsluitend betreden worden voor onderhoud. 7.2
Onderhoud
Het onderhoud van de dakafdichting en van haar bescherming zal jaarlijks voor en na de winter uitgevoerd worden en heeft betrekking op de punten zoals vermeld in NBN B46-001 of deze in TV 215. 7.3
Herstel
Herstellingen aan de dakafdichting of haar bescherming zullen uitgevoerd worden met dezelfde materialen als deze die aangewend werden. De herstellingen zullen met zorg en volgens de voorschriften van de fabrikant gebeuren.
ATG 13/2628 - 12/13
De BUtgb vzw is een goedkeuringsinstituut dat lid is van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (UEAtc, zie www.ueatc.com) en dat aangemeld werd door de FOD Economie in het kader van Richtlijn 89/106/EEG en lid is van de Europese Organisatie voor Technische Goedkeuringen (EOTA, zie www.eota.eu). De door de BUtgb vzw aangeduide certificatie-operatoren werken volgens een door BELAC (www.belac.be) accrediteerbaar systeem. Deze technische goedkeuring werd gepubliceerd door de BUtgb vzw, onder verantwoordelijkheid van de goedkeuringsoperator BCCA, en op basis van het gunstig advies van de Gespecialiseerde Groep "Daken", verleend op 26 juni 2012. Daarnaast bevestigde de certificatie operator BCCA, dat de productie aan de certificatievoorwaarden voldoet en dat met de ATGhouder een certificatie-overeenkomst ondertekend werd. Datum van deze uitgave: 6 maart 2013 Voor de BUtgb vzw, als geldigverklaring van het goedkeuringsproces
Voor de goedkeurings- en certificatieoperator
Peter Wouters, directeur
Benny De Blaere, directeur-generaal
Deze technische goedkeuring blijft geldig, gesteld dat het product, de vervaardiging ervan en alle daarmee verband houdende relevante processen: − −
Onderhouden worden, zodat minstens de prestatieniveaus bereikt worden zoals bepaald in deze goedkeuringstekst doorlopend aan de controle door de certificatie-operator onderworpen worden en deze bevestigt dat de certificatie geldig blijft.
Wanneer aan bovenstaande voorwaarden niet (meer) voldaan wordt, zal de technische goedkeuring geschorst of ingetrokken worden en de goedkeuringstekst van de BUtgb vzw website verwijderd worden. De geldigheid en laatste versie van deze goedkeuringstekst kan nagegaan worden door de BUtgb vzw website (www.butgb.be) te consulteren of rechtstreeks contact op te nemen met het BUtgb vzw secretariaat.