427 Betreft: Adviesaanvraag herontwerp taakvolwassen teams Baarn, 15 april 2015

RvB Nieuwenoordlaan 12 3744 PA Baarn Postbus 1020 3740 BA Baarn Tel. 035 647 5202 www.amerpoort.nl

Centrale Cliëntenraad T.a.v. De heer M. Pols Voorzitter Amerpoort

Kenmerk: PW/FM/RB/58/427 Betreft:

Adviesaanvraag herontwerp – taakvolwassen teams

Baarn, 15 april 2015

Geachte heer Pols, beste Marcel,

Op 2 juni 2014 heeft u de adviesaanvraag Herontwerp – Strategische keuzes, hoofdstructuur en aansturing ontvangen. Onderdeel daarvan was de visienota ‘Buitenste Binnen, samenwerken aan een goed leven voor mensen met een verstandelijke beperking’. Hierin is een eerste uitwerking van de organisatieprincipes ‘Werken in taakvolwassen teams’ en ‘aangepaste powerpiramide aan de basis’ gepresenteerd. In onze gesprekken heeft u aangegeven te willen voorkomen om met de adviesaanvraag in te stemmen terwijl de concrete gevolgen van dit kader op dat moment nog niet duidelijk waren. We hebben toen afgesproken, ondanks dat dit formeel niet hoeft, de uitwerking van het onderwerp taakvolwassen teams ter advies aan u voor te leggen. Wij vinden dit ook van belang omdat een breed draagvlak bij een dergelijke ontwikkeling cruciaal is. In de bijlage hebben wij uitgebreid de context en de gevolgen van deze ontwikkeling omschreven. Daarnaast hebben wij zo goed mogelijk de betekenis van de veranderingen voor de cliënt omschreven. Deze leggen wij, conform art. 3 eerste lid: onderdeel d van de WMCZ ter advies aan u voor. Wij stellen u hierbij de vragen: • Ondersteunt de CCR de nader uitgewerkte koers van het ontwikkelproces taakvolwassen teams? • Waar ziet de CCR kansen, risico’s en dilemma’s? • Op wat voor manier kan en wil de CCR een rol spelen in het verdere ontwikkelproces naar taakvolwassen teams?

Dienstverlening aan mensen met een beperking K.v.K Amersfoort 32099806 IBAN: NL61ABNA0232251800

adviesaanvraag CCR Herontwerp – Taakvolwassen teams

- Datum - Verantwoordelijk MT-lid - Kennishouder

: 15 april 2015 : Raad van Bestuur : Bestuurssecretaris

De ontwikkeling naar taakvolwassen teams In de begeleidende brief en de notitie over de achtergrond van de adviesaanvraag hebben we geschetst wat de consequenties zijn voor de organisatie ie wanneer het voorgenomen besluit, de ontwikkeling naar taakvolwassen teams, verder wordt uitgevoerd. Doel van deze stap is om de kwaliteit van de begeleiding voor cliënten te verhogen. Die kwaliteitsslag is nodig in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams om de organisatie meer toekomstbestendig te maken. Er komen nog verschillende uitdagingen op Amerpoort af zoals tariefskorting Wlz en inkoop door gemeenten. We denken met de nieuwe organisatie beter in te kunnen spelen op kansen, maar we kunnen niet uitsluiten dat een reductie van formatie op onderdelen in de toekomst nog volgt. In deze adviesaanvraag voor de Centrale Cliëntenraad gaan wij specifiek in op de veranderingen voor cliënten en verwanten. Wat betekenen de veranderingen voor de cliënt? Rolverduidelijking Belangrijk onderdeel in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams is het verduidelijken van de verschillende rollen binnen een team bij de zorgverlening. Dit gebeurt op basis van de werkwijze van de powerpiramide. In de visienota is de bestaande powerpiramide op enkele punten aangepast: -

-

De coördinerend begeleider richt zich op het toezicht houden en aansturen van de zorg en zorgprocessen rondom de cliënt en het werken binnen een taakvolwassen team. Binnen de oorspronkelijke powerpiramide was er sprake van een bredere taakverantwoordelijkheid van de begeleider C. In de taakvolwassen teams worden deze andere taken over meerdere teamleden verdeeld. Nieuw toegevoegd aan de werkwijze is de functie van ondersteunend medewerker, een samenvoeging van een aantal bestaande functies. Deze medewerker vervult de meer facilitaire taken in het team, in aanvulling op facilitaire taken die zijn uitbesteed (zoals schoonmaak).

De rollen in een taakvolwassen team kennen geen hiërarchisch onderscheid. Elke rol in het team is belangrijk en kent haar eigen kwalificaties. Dit leidt gezamenlijk tot het leveren van de juiste kwaliteit van zorg. Om die kwaliteit gezamenlijk te realiseren, is een specifieke samenstelling van een team nodig. Daarbij gaat het om functiedifferentiatie (taken en verantwoordelijkheden) en om de verhouding van de functies in een team (functiemix). Voor cliënten en verwanten leidt de aanscherping van de rollen tot meer duidelijkheid en consistentie: -

-

De coördinerend begeleider (voorheen begeleider C) coördineert het zorgproces en persoonlijk plan en is daarbij aanspreekpunt voor verwanten. De begeleider C blijft altijd een actieve rol in het zorgproces spelen. De begeleider (voorheen begeleider B) vormt de basis. Hij/zij voert de dagelijkse zorg uit en is daarmee het meest vertrouwde gezicht voor de cliënt. De assistent begeleider (voorheen begeleider A) is er voor de praktische uitvoering van de begeleiding en ontlast daarmee de begeleider.

-

En tot slot de ondersteunend medewerker. Deze functie is vooral ter ontlasting van de begeleiding geïntroduceerd en richt zich op de rol van gastvrouw/heer, huishoudelijke en faciliterende werkzaamheden.

Coördinerend begeleiders: voorwaarden De coördinerend begeleiders kunnen de coördinatie van het zorgproces alleen goed uitvoeren en laten aansluiten op de zorgvraag van de cliënt, als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Een coördinerend begeleider: - heeft een minimale contract omvang (wonen van 28 uur per week en dagbesteding 24 uur per week); - heeft een caseload van 6-8 cliënten op woonlocaties en 20-25 cliënten bij dagbesteding; - w werkt in ieder geval (deels) mee in het zorgproces. De genoemde caseload past bij de rolverduidelijking zoals geschetst. Er is een bandbreedte zodat een clustermanager in overleg met een team de situatie aan kan passen aan de specifieke zorgvragen van cliënten. Uitzonderingen op de bandbreedte zijn mogelijk, alleen wel via een duidelijke procedure waarin clustermanagers aangeven waarom zij om een uitzondering vragen. Coördinerend begeleiders: wonen & dagbesteding Op dit moment kent Amerpoort de functie van begeleider C die zowel inzetbaar is binnen wonen als binnen dagbesteding. Er wordt nu een afzonderlijke functie voor coördinerend begeleider wonen en voor coördinerend begeleider dagbesteding ingevoerd. De coördinerend begeleider op de woning coördineert het algehele zorgproces en persoonlijk plan en is daarbij aanspreekpunt voor verwanten. De coördinerend begeleider dagbesteding wordt verantwoordelijk voor het aanleveren van alle informatie met betrekking tot dagbesteding, maar draagt in de regel geen verantwoordelijkheid meer voor een volledig persoonlijk plan. Uitzondering hierop geldt voor de externe cliënten die uitsluitend dagbesteding afnemen van Amerpoort. In die situaties is de coördinerend begeleider dagbesteding wel verantwoordelijk voor het volledig plan, dat in dit geval bestaat uit uitsluitend dagbesteding. In deze situaties draagt de coördinerend begeleider dagbesteding zorg voor het volledige plan en de uitvoering daarvan. Dit onderscheid zorgt voor meer eenduidigheid voor de cliënten en de verwanten. In de huidige rolverdeling kon het zijn dat er sprake was van twee persoonlijke plannen (wonen en dagbesteding). Vanaf nu is er altijd sprake van één persoonlijk plan en één coördinerend begeleider die verantwoordelijk is voor de uitvoering hiervan. Coördinerend begeleiders: de procedure De rolverandering en de bijpassende caseload zorgt voor een vermindering van het totaal aantal coördinerend begeleiders. De nieuwe coördinerend begeleiders worden geselecteerd en geplaatst door middel van een objectieve selectie- en plaatsingsprocedure. Hiermee streven we naar de beste kwaliteit coördinerend begeleider. Dit gebeurt onder andere door middel van een online assesment en een selectiegesprek.

Met het doorlopen van deze procedure kunnen we niet voorkomen dat er - naast de genoemde reductie - verschuivingen zijn in de groep coördinerend begeleiders wat betreft locatie. Het effect is met deze procedure wel zo minimaal mogelijk. Wanneer veranderingen aan de orde zijn, gelden hiervoor de afspraken zoals vastgelegd in het sociaal plan cliënten. Totale capaciteit begeleiding blijft gelijk Wanneer een huidige begeleiders C niet voor de functie van coördinerend begeleider worden geselecteerd, gaan we er in principe vanuit dat zij intern herplaatst worden binnen het zorgproces. De totale capaciteit aan begeleiding blijft hiermee naar verwachting gelijk. We weten dit echter pas zeker als het proces met de formatieplaatsenplannen is afgerond. Ambitie kwaliteit De ambitie zoals die onderwerp van gesprek is bij de klankbordgroep kwaliteit en veiligheid, is onderdeel van het ontwikkelproces naar taakvolwassen teams. Zoals daar besproken willen we dat medewerkers en teams kwaliteit sterker vanuit hun intrinsieke waarde vormgeven. Dit start vanuit een goede dialoog met de cliënt en de omgeving van de cliënt over kwaliteit en wat een ieder kan betekenen om de gewenste kwaliteit te bieden. Het werken vanuit een taakvolwassen team vergroot daarbij de handelingsruimte van de medewerkers om de kwaliteit zo goed mogelijk vorm te geven. Zo geven we onder andere vorm aan de missie: samen werken aan een goed leven voor mensen met een verstandelijke beperking. Vervolg Na het doorlopen van de medezeggenschapstrajecten, krijgen de clustermanagers de formele opdracht om per team een formatieplaatsenplan op te stellen. Hierin maken zij een analyse van de huidige situatie (huidige formatie per functie) en kijken ze naar de gewenste situatie (formatie volgens kader taakvolwassen teams). Op basis hiervan krijgen we per team en ook organisatiebreed precies in beeld waar welke stap gemaakt moet worden. Parallel aan dit proces starten we de selectieprocedure voor de coördinerend begeleiders.

Samenvattend de veranderingen voor cliënten: -

Meer duidelijkheid en consistentie door 1 persoonlijk plan en 1 coördinerend begeleider. Werken in een taakvolwassen team vergroot de handelingsruimte om kwaliteit van zorg goed vorm te geven. Het kan zijn dat een cliënt zijn/haar huidige begeleider C wonen/dagbesteding kwijt raakt - dan geldt het sociaal plan voor cliënten. Dat betekent dat de begeleider hierover zorgvuldig en tijdig communiceert met de cliënt en zijn of haar verwant.

Vragen aan de CCR: Ondersteunt de CCR de nader uitgewerkte koers van het ontwikkelproces taakvolwassen teams? Waar ziet de CCR kansen, risico’s en dilemma’s? Op wat voor manier kan en wil de CCR een rol spelen in het verdere ontwikkelproces naar taakvolwassen teams?

Context bij CCR adviesaanvraag Herontwerp – Taakvolwassen teams

- Datum - Verantwoordelijk MT-lid - Kennishouder

: 15 april 2015 : Raad van Bestuur : Bestuurssecretaris

Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 1 van 71

INHOUDSOPGAVE Inleiding ............................................................................................................................... 3 1. Coördinerend begeleider ................................................................................................ 7 1.1. Veranderingen ten opzichte van de begeleider C ............................................... 9 Weging en beloning ......................................................................................................... 9 1.2. Kaders en normen ................................................................................................10 1.3. Aandachtspunten .................................................................................................10 2. Begeleider en assistent begeleider ...............................................................................12 2.1. Richtlijn voor inzet begeleider.............................................................................12 2.2. Veranderingen ten opzichte van de begeleider A en begeleider B ...................12 3. Ondersteunend medewerker .........................................................................................13 3.1. Veranderingen ten opzichte van de huidige ondersteunende functies ............14 4. Personele consequenties ..............................................................................................15 4.1. Proces ...................................................................................................................15 4.2. Begeleider C .........................................................................................................15 4.2.1 Indicatieve berekening benodigde formatie...........................................................15 4.2.2 Formatieplaatsenplan Coördinerend begeleider ...................................................16 4.3. Ondersteunend medewerker ...............................................................................17 5. Financiële consequenties ..............................................................................................18 6. Procedure .......................................................................................................................19 6.1. Begeleider C .........................................................................................................19 6.2. Ondersteunend medewerker ...............................................................................20 6.3. Plaatsingsprocedure ............................................................................................20 7. Communicatie en planning ............................................................................................21 BIJLAGE 1: Functiebeschrijvingen coördinerend begeleider .........................................23 Bijlage 1A: Functiebeschrijving coördinerend begeleider ...........................................23 Bijlage 1B: Functiebeschrijving coördinerend begeleider dagbesteding ...................27 Bijlage 1C: Functiebeschrijving coördinerend begeleider MVG ..................................31 Bijlage 1D: Functiebeschrijving Coördinerend begeleider LVB-MP-GB .....................35 Bijlage 1E: Functiebeschrijving coördinerend begeleider dagbesteding MVG ..........39 BIJLAGE 2: Competentieprofiel coördinerend begeleider ..............................................43 BIJLAGE 3: Functiebeschrijving Begeleider en Assistent Begeleider ...........................46 Bijlage 3A: Functiebeschrijving Begeleider ..................................................................46 Bijlage 3B: Functiebeschrijving Assistent Begeleider .................................................49 BIJLAGE 4: Competentieprofiel Begeleider en Assistent Begeleider ............................52 Bijlage 4A: Competentieprofiel Begeleider ...................................................................52 Bijlage 4B: Competentieprofiel Assistent Begeleider ..................................................54 BIJLAGE 5: Functiebeschrijving specialismen Begeleider en Assistent Begeleider ...56 Bijlage 5A: Functiebeschrijving Begeleider MVG .........................................................56 Bijlage 5B: Functiebeschrijving Begeleider LVB-MP-GB .............................................59 Bijlage 5C: Functiebeschrijving Assistent Begeleider MVG ........................................62 BIJLAGE 6: Functiebeschrijving Ondersteunend Medewerker .......................................65 BIJLAGE 7: Competentieprofiel Ondersteunend Medewerker ........................................67 BIJLAGE 8: Communicatieplan .........................................................................................69 BIJLAGE 9: Berekening effect transitie begeleiders C naar coördinerend begeleider..71


Inleiding Context In de visienota ‘Buitenste Binnen’ staat verwoord wat Amerpoort over twee jaar wil zijn: een open, professionele en ondernemende organisatie die in nauwe samenwerking met haar omgeving passende zorg en dienstverlening biedt voor haar cliënten. Een belangrijke bouwsteen om dit te realiseren, is het werken met taakvolwassen teams. Het gaat daarbij om een manier van werken die bijdraagt aan de kern van ons primaire proces en onze missie: samen werken aan een goed leven voor mensen met een verstandelijke beperking. In deze bijlage bij de adviesaanvraag wordt het ontwikkelproces naar taakvolwassen teams nader omschreven. Daarnaast worden stappen toegelicht die genomen worden om dit ontwikkelproces te ondersteunen. Het realiseren van deze stappen, waaronder het vormgeven van nieuwe functies en het aanscherpen van bestaande functies, helpt om te komen tot kwalitatief goed opererende taakvolwassen teams. Het doel is om een kwaliteitsslag in de begeleiding te maken die de ontwikkeling naar taakvolwassen teams ondersteunt en daarmee de organisatie toekomstbestendiger maakt. Er komen nog verschillende uitdagingen op de organisatie af zoals de tariefskorting binnen de Wlz en de inkoop door gemeenten. We denken met de nieuwe organisatie beter in te kunnen spelen op kansen, we kunnen niet uitsluiten dat een reductie van formatie op onderdelen in de toekomst nog noodzakelijk kan blijken. Visie op taakvolwassen teams Taakvolwassen Teams zijn teams die vanuit een heldere opgave met elkaar de zorg en dienstverlening dichtbij de cliënt organiseren met voortdurende focus op de kwaliteit van de zorg binnen de gestelde kaders. Aan de basis worden mogelijkheden gecreëerd waardoor teams flexibeler kunnen inspelen op ontwikkelingen in inhoud en omvang van de vraag. Deze vorm versterkt het eigenaarschap en de betrokkenheid bij de cliënt. Hierbij vormt de werkwijze van de powerpiramide het uitgangspunt. De zorgcoördinatie en verdeling van zorgtaken tussen de verschillende begeleiders vormen daarvan het fundament. Als het gaat om de verdeling van organiserende taken, gaat het werken in taakvolwassen teams een stap verder dan de oorspronkelijke gedachte van de powerpiramide:  De coördinerend begeleider richt zich op het toezicht houden en aansturen van de zorg en zorgprocessen rondom de cliënt en het werken binnen een taakvolwassen team. Binnen de powerpiramide was er sprake van een bredere taakverantwoordelijkheid in de coördinatie van de organisatie van het team. In het kader van de taakvolwassen teams worden deze andere taken onder meerdere teamleden verdeeld.  Nieuw toegevoegd aan de werkwijze is de functie van ondersteunend medewerker, een samenvoeging van een aantal bestaande ondersteunende functies. Deze medewerker vervult de meer facilitaire taken in het team, in aanvulling op facilitaire taken die zijn uitbesteed (zoals schoonmaak). Taakvolwassen teams verdelen binnen het team de organiserende en regelende taken. Ze zijn in staat om activiteiten te verrichten die nodig zijn om overeengekomen resultaten te realiseren. Dat heeft betrekking op de zorgcoördinatie en zorgverlening en de organiserende taken die daarvoor nodig zijn. Teams worden optimaal gefaciliteerd en gesteund, door de lijn, de gedragsdeskundigen, de ondersteunende diensten en het expertisecentrum, als het gaat om taken die ze zelf niet kunnen uitvoeren of waarvoor specifieke expertise nodig is. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 3 van 71

De visie op taakvolwassen teams is de afgelopen tijd vertaald in concrete uitgangspunten waaraan teams moeten voldoen om taakvolwassen te zijn. Een Taakvolwassen Team:  bestaat uit 5 tot 15 medewerkers  wordt aangestuurd door een clustermanager  heeft een heldere opgave en duidelijke doelen  doet verbetervoorstellen voor het eigen werk en maakt de afweging of die verbetervoorstellen ook relevant zijn voor andere teams en handelt daar naar  regelt de operationele zaken rond de cliënt en de organiserende taken die daarmee verband houden  anticipeert op ontwikkelingen in relatie tot haar opgave  initieert & onderhoudt relevante contacten (met verwanten/netwerk om de cliënt)  bespreekt het eigen functioneren, teamleden geven elkaar gericht feedback over elkaars functioneren  bestaat uit teamleden die hun individuele ontwikkeling en opleiding afstemmen in het team en hun ontwikkeling plaatsen in het licht van de ontwikkeling van het team In een taakvolwassen team is het van belang dat het team gezamenlijk verantwoordelijkheid draagt voor het realiseren van de teamdoelen en daar ook verantwoording over kan afleggen. Dat vraagt een manier van werken waarin alle teamleden zich met de teamdoelen kunnen verbinden en daar hun steentje aan bij kunnen dragen. Hoe het team de organiserende en regelende taken verdeelt, kan per team verschillen. De kern is dat de teamleden in onderling overleg bekijken hoe ze deze taken verdelen en hoe ze zorgen en monitoren dat het goed gaat. Op gezette tijden bespreekt het team niet alleen de resultaten in het team maar ook de taakverdeling en verbetermogelijkheden. In de visie op taakvolwassen teams past niet dat de organiserende en regelende taken exclusief bij een of twee mensen terecht komen. Dat creëert een nieuwe hiërarchie en maakt het realiseren van de door alle teamleden gedragen teamopgave en teamresultaten lastiger. Bovenstaande richt zich allereerst op taakvolwassen teams in het primaire proces. De beweging naar taakvolwassenheid gaat echter ook over de teams in de ondersteunende diensten. Ook daar worden de principes van taakvolwassen werken toegepast. Het is daarin wel van belang dat die ontwikkeling is afgestemd op de ontwikkeling in het primaire proces. Zo kunnen ondersteunende teams in dialoog met de teams in het primaire proces hun activiteiten en dienstverlening vormgeven. Uitgangspunt is dat ondersteunende teams de teams in het primaire proces versterken, passend bij de centrale kaders.

Een ontwikkelproces Het werken in en met taakvolwassen teams is niet een opgave die van vandaag op morgen is gerealiseerd. Het vraagt immers van iedereen in de organisatie een andere houding en manier van werken. Deze ontwikkeling kost tijd, gerichte aandacht en ondersteuning. Wij willen dit ontwikkelproces dan ook ondersteunen met een programma dat de organisatie hierbij gericht faciliteert. Dit programma is een werkwijze die stap voor stap verder concretiseert, passend bij het ontwikkelproces. Belangrijk uitgangspunt is dat het past bij de toekomstige manier van werken: focus op het primaire proces, heldere kaders met daarbinnen voldoende ruimte voor eigen ontwikkeling afgestemd op specifieke situatie, vragen en behoeften.


Dit zal zich gaandeweg verder gaan concretiseren en vullen. We kennen hierin verschillende doelgroepen: de teams (in het primaire proces), de clustermanagers, de gedragdeskundigen, de ondersteunende diensten en andere expertises en de directeuren. Deze werkwijze concretiseert zich op basis van de verschillende specifieke ondersteuning die deze verschillende doelgroepen nodig hebben. Elke doelgroep heeft in het groeien naar taakvolwassenheid haar eigen ontwikkelvragen. Gedurende de duur van het programma wordt dit gevuld met onderwerpen en werkvormen die passen bij de betreffende doelgroep en haar ontwikkeling. Daarnaast zal er veel aandacht zijn voor verbindingen en integratie binnen en tussen de verschillende doelgroepen: zowel in het proces (van en met elkaar leren en ontwikkelen) als op inhoud (samenhang aanbrengen tussen de verschillende projecten en thema’s die lopen). Met de clustermanagers is een belangrijke stap gezet in het invullen hiervan in de vorm van maandelijkse ‘leer- en werksessies’. Ook zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld die clustermanagers kunnen gebruiken, zoals een vragenlijst om met de eigen teams een soort ‘teamfoto’ te maken waar het team in haar ontwikkeling staat en een format voor een teamontwikkelplan. De komende periode wordt het ontwikkelprogramma ook voor de andere groepen ingevuld en ontwikkelen we meer instrumenten. Programmamanagement Er wordt een programmateam ingericht dat de regie heeft op het verder vormgeven en invullen van dit programma, de voortgang hiervan monitort en zo nodig bijstuurt. Belangrijke opgave voor dit team is dat zij samenhang tussen de verschillende ontwikkelingen en projecten brengt en deze verbindt met de ontwikkelopgave waar we voor staan. Daarnaast wordt een ondersteuningsteam ingericht dat op maat hulp en ondersteuning kan bieden aan teams, (cluster)managers, gedragsdeskundigen en directeuren. In het team zijn verschillende expertises aanwezig. Het ondersteuningsteam heeft de volgende opgaven:  Helpen bij het formuleren van de goede ondersteuningsvraag  Gerichte en passende ondersteuning aanbieden (zelf of verbinding leggen met anderen in de organisatie en/of derden)  Inzichten onderling delen, uitwisselen en verbinden (opdat ondersteuning in lijn is met de ingezette beweging en er geen wildgroei van coaches en methodes ontstaat) In dit team zijn in ieder geval competenties/expertises aanwezig:  Begeleiden/coachen van een team (en haar leidinggevende) in haar ontwikkeling  Begeleiden/coachen van leidinggevenden in zijn/haar veranderende opgave en rol  Ondersteuning van leidinggevenden bij specifieke opgaven/vraagstukken (o.a. bij maken van teamfoto etc)  Ondersteuning in het samenspel primair proces en staf  Specifieke kennis/expertise over o.a. lean, TVT’s, en mogelijk andere specifieke thema’s Op deze manier willen we eenduidigheid van methodieken en ondersteuningsvormen realiseren, die eenduidigheid in de gekozen koers mogelijk in de weg kunnen staan.


Functies in een taakvolwassen team Om uitvoering te geven aan bovenstaande visie op taakvolwassen teams is het van belang dat alle teamleden duidelijk voor ogen hebben welke taken en verantwoordelijkheden een ieder heeft binnen het totale zorgproces rondom de cliënt. De werkwijze in de aangepaste powerpiramide is hierbij leidend. De functies en bijbehorende competenties zijn hiertoe opnieuw beschreven. De functienamen zijn veranderd en sluiten hiermee aan bij de visie op taakvolwassenheid en het werken in de powerpiramide, te weten:  Coördinerend begeleider (voorheen begeleider C)  Begeleider (voorheen begeleider B)  Assistent begeleider (voorheen begeleider A)  Ondersteunend medewerker (voorheen ondersteunend begeleider, huishoudelijk medewerker A en B en medewerker maaltijdvoorziening) In onderstaande paragrafen worden de verschillende functies en veranderingen nader toegelicht.


1. Coördinerend begeleider De clustermanagers zijn door de veranderingen in hun functie en het vergroten van hun caseload meer op afstand komen te staan van de taakvolwassen teams. De context waarbinnen de coördinerend begeleider werkzaam zal zijn, wijzigt hierdoor ten opzichte van de huidige begeleider C. Het accent komt meer te liggen op het toezicht houden op/aansturen van de zorg en zorgprocessen rondom de cliënt en het werken binnen een taakvolwassen team. Hierdoor ontstaat een meer coachende en regisserende rol binnen het zorgproces. Dit vraagt onder andere om andere competenties en een HBO werken denkniveau. Coördinatie van zorg en ondersteuning De coördinerend begeleider coördineert de zorg en ondersteuning in de breedste zin van het woord. De coördinerend begeleider is verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorg rondom de cliënt, het opstellen van het persoonlijk plan en alles wat hiermee samenhangt. Dit doet de coördinerend begeleider in afstemming en in nauwe samenwerking met de gedragsdeskundige en de clustermanager. De gedragsdeskundige bepaalt, vanuit specifieke kennis en vaardigheden, wat de ontwikkelingsrichting is in het persoonlijk plan en welke andere disciplines (psychiater; periparamedici; vaktherapeuten etc.) nodig zijn bij realisatie van de ontwikkeldoelen van de cliënt. In aanvulling hierop heeft de betrokken huis- of AVG-arts een medische verantwoordelijkheid. De clustermanager toetst of de realisatie van het persoonlijk plan en breder de prestaties van het taakvolwassen team binnen de afgesproken inhoudelijke en financiële kaders vallen. Coachen van teamleden op zorginhoud De coördinerend begeleider krijgt ook een expliciete taak en verantwoordelijkheid in het coachen van de teamleden op zorginhoudelijk terrein. De coördinerend begeleider bewaakt dat de betrokken teamleden de plannen conform afspraak uitvoeren en onderneemt actie bij stagnaties. Teamleden worden gecoacht bij de uitvoering van de persoonlijk plannen en bij het toepassen van diverse methodieken. De coaching richt zich vooral op zorginhoud en heeft tot doel dat de teamleden in staat zijn de afgesproken zorg en ondersteuning conform de afspraken en de gestelde kwaliteitseisen uit te voeren. De coördinerend begeleider moet hiervoor beschikken over coachingsvaardigheden. De functie van coördinerend begeleider is nadrukkelijk geen leidinggevende en hiërarchische functie. Zoals aangegeven past een nieuwe hiërarchie niet binnen de visie op taakvolwassen teams. De organiserende en regelende taken zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle teamleden en hoort niet exclusief bij een of twee mensen terecht te komen. Betrekken van het netwerk De coördinerend begeleider is daarbij gericht op het bevorderen van de eigen regie van de cliënt en betrekt daar waar mogelijk het persoonlijk netwerk van de cliënt, vrijwilligers en andere mogelijkheden. Van de coördinerend begeleider wordt hierin creativiteit verwacht, waarbij ideeën ontwikkeld en uitgevoerd worden met het doel het netwerk uit te breiden en/of te benutten. Kostenbewustzijn Een ander onderdeel van de verantwoordelijkheden van de coördinerend begeleider betreft het kostenbewustzijn. De coördinerend begeleider beschikt over goede kennis van en inzicht in de financiële kaders en de financiering van de zorg. De coördinerend begeleider dient bij Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 7 van 71

te maken keuzes ten aanzien van de coördinatie van de zorg, zich bewust te zijn van de consequenties van keuzes op de financiën. Ontwikkeling naar taakvolwassenheid De teams zitten in een ontwikkeling naar meer taakvolwassenheid. Deze ontwikkeling vraagt veel aandacht van de direct betrokken medewerkers. Het is de verantwoordelijkheid van de clustermanager om te zorgen dat een team deze ontwikkeling door maakt. De coördinerend begeleider heeft hierbij een belangrijke bijdrage in de ontwikkeling van het team naar taakvolwassenheid en zal in het proces naar taakvolwassenheid een signalerende rol hebben binnen het team en zo nodig naar de clustermanager. Hierbij gaat het er om dat de coördinerend begeleider vanuit zijn/haar helikopterview mogelijke stagnaties of hiaten signaleert en aan de orde stelt. Dat wil niet zeggen dat hij of zij deze ook zelf moet oplossen. De ontwikkeling van het taakvolwassen team blijft daarbij de verantwoordelijkheid van alle teamleden. Dagbesteding Daarnaast wordt in de visienota ‘Buitenste Binnen’ gesproken over het verschil in functies voor wonen en dagbesteding (te weten begeleider C en werkleider). In de nieuwe visie is gekozen om de zorgcoördinatie en zorgplanmethodiek qua verantwoordelijkheid volledig bij de coördinerend begeleider van de woning te leggen. Het uitgangspunt is immers 1 cliënt, 1 persoonlijk plan, 1 coördinerend begeleider en 1 gedragsdeskundige. Hoewel er in taken en verantwoordelijkheden een overlap in de functie binnen dagbesteding en wonen is te zien, is er door de verschuiving van de verantwoordelijkheid rondom het persoonlijk plan en de uitvoering hiervan ook een verschil te zien in de coördinatie van zorg en ondersteuning. Dit leidt ertoe dat in de nieuwe situatie sprake is van 2 verschillende functies van coördinerend begeleider wonen en coördinerend begeleider dagbesteding. Het verschil zit met name in de rollen van de 2 functies. De coördinerend begeleider wonen is verantwoordelijk voor het opstellen van het persoonlijk plan en het monitoren van de uitvoering hiervan. De coördinerend begeleider dagbesteding heeft ook een rol in de zorgcoördinatie (conform het binnen de woning opgestelde persoonlijk plan) van de cliënt gedurende de tijd die de cliënt binnen dagbesteding aanwezig is. Daarnaast levert de coördinerend begeleider dagbesteding input voor het persoonlijk plan voor het onderdeel dagbesteding. Ook is er een verschil in caseload tussen de coördinerend begeleider wonen en die van dagbesteding. Specialisaties MVG en LVB-MP-GB1 De huidige specialisaties MVG en LVB-MP-GB blijven in de nieuwe situatie bestaan voor de functie van coördinerend begeleider. Het werken met deze specifieke doelgroepen stelt aanvullende en/of andere eisen aan de begeleiders. Op deze manier wordt recht gedaan aan het specifieke karakter van de verschillende doelgroepen en ondersteuningssituaties. Dit heeft geresulteerd in 5 verschillende functiebeschrijvingen voor de coördinerend begeleider (zie bijlage 1). Dit zijn:  Coördinerend begeleider  Coördinerend begeleider MVG  Coördinerend begeleider LVB-MP-GB  Coördinerend begeleider dagbesteding  Coördinerend begeleider dagbesteding MVG

1

MVG: moeilijk verstaanbaar gedrag, LVB: licht verstandelijke beperking, MP: meervoudige problematiek, GB: gezinsbegeleiding. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 8 van 71

Competenties Naast de functiebeschrijving is er ook een nieuw competentieprofiel voor de coördinerend begeleider (zie bijlage 2). Dit competentieprofiel sluit aan op de in de visienota ‘Buitenste Binnen’ beschreven werkwaarden en het werken in een taakvolwassen team met als basis de powerpiramide. De coördinerend begeleider beschikt over een aantal nadrukkelijke competenties. Sociale vaardigheden zijn belangrijk ten behoeve van de begeleiding en voor de samenwerking met de andere teamleden, de gedragsdeskundige en het netwerk van de cliënt. Daarnaast moet de coördinerend begeleider in staat zijn teamleden te coachen, kwaliteiten te herkennen en deze actief te benutten. De coördinerend begeleider heeft het vermogen optredende problemen te herkennen en op neutrale wijze aan de orde te stellen. De coördinerend begeleider is in staat om teamleden te kunnen overtuigen van een bepaalde werkwijze en begeleidingswijze die passend is bij de ondersteuningsvraag van de cliënt. Samenwerken wordt nog belangrijker, gezien de ingezette ontwikkeling richting taakvolwassen teams, waarbij de teams gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een goede leefomgeving van de cliënten en goede ondersteuning aansluitend op de vraag van de cliënt en passend binnen de beschikbare middelen. De coördinerend begeleider moet de samenwerking monitoren, stimuleren en zo nodig bijsturen met het oog op de doelstellingen van Amerpoort. Analytisch vermogen en een helicopterview zijn belangrijke competenties in verband met de coördinerende taken. De coördinerend begeleider coördineert, organiseert en bewaakt hetgeen betrekking heeft op de ontwikkeling of uitvoering van het persoonlijk plan. Hij moet afstand kunnen nemen en details goed van de grote lijnen kunnen onderscheiden. Daarnaast is initiatief richting verwanten en externe partijen belangrijk: de omgeving wordt steeds belangrijker als het gaat om de uitvoering van het persoonlijk plan en de ontwikkeling van de cliënt. Hiervoor is afstemming en het zoeken naar alternatieve oplossingen van belang.

1.1.

Veranderingen ten opzichte van de begeleider C

Met de invoering van de functie van coördinerend begeleider vervalt de huidige functie van begeleider C. De huidige functie van begeleider C kent qua taakinhoud weliswaar overlap met de nieuwe functie van coördinerend begeleider, maar er zijn daarnaast zulke grote verschillen dat we spreken van een nieuwe functie. De belangrijkste verschillen zijn gelegen in de coördinatie van de zorgen ondersteuning, de rol in de ontwikkeling van het taakvolwassen team, benodigde kennis en vaardigheden en competenties. Weging en beloning De huidige begeleider C is ingedeeld in FWG40. De functie van coördinerend begeleider (zowel wonen als dagbesteding) is ingedeeld in FWG45. De coördinerend begeleider is hoger ingedeeld dan de huidige begeleider C, aangezien voor de functie van coördinerend begeleider:  Een hoger kennisniveau gevraagd wordt;  Een grotere mate van zelfstandigheid gevraagd wordt: de coördinerend begeleider neemt rond de coördinatie (binnen kaders) zelf beslissingen; Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 9 van 71

 

De risico’s en verantwoordelijkheden toenemen: de caseload is hoger, het verantwoordelijkheidsgebied is breder; Systematiek wordt belangrijker door de verantwoordelijkheid voor de persoonlijk plannen en de coördinatie op de uitvoering van deze plannen.

1.2.

Kaders en normen

Om een goede invulling te kunnen geven aan de nieuwe functie van coördinerend begeleider is het noodzakelijk een aantal kaders en normen vast te stellen. Deze zijn vastgesteld met als uitgangspunt de zorgvraag van de cliënt. Daarnaast is het van belang dat de benodigde capaciteit aan coördinerend begeleiders binnen de gestelde financiële kaders wordt ingezet. Voor de coördinerend begeleider gelden de volgende normen:  Minimale contractomvang voor wonen 28 uur per week en voor dagbesteding 24 uur per week  Caseload voor de fulltime coördinerend begeleider is 6-8 cliënten voor woonlocaties en 20-25 cliënten voor dagbesteding  Een coördinerend begeleider werkt in ieder geval (deels) mee en wordt expliciet niet volledig vrijgesteld Een minimumgrens voor het aantal contracturen van de coördinerend begeleider is gesteld vanuit de gedachte dat coördinatie van het zorgproces vraagt om voldoende aanwezigheid. Om de continuïteit van zorg goed te kunnen waarborgen en monitoren is het noodzakelijk dat de coördinerend begeleider een groot deel van de week aanwezig is. Het meedraaien in het rooster is noodzakelijk voor de coördinerend begeleider om een goed beeld van de cliënten te krijgen en te houden. Daarnaast is aanwezigheid noodzakelijk om voorbeeldgedrag te laten zien en andere begeleiders te coachen met betrekking tot het toepassen van methodieken en de uitvoering van de zorg conform persoonlijk plan. Binnen wonen is de norm gesteld op 28 uur en binnen dagbesteding op 24 uur. De norm binnen wonen is hoger omdat hier de zorg over 7 dagen per week wordt geleverd en binnen dagbesteding over minder dagen (doorgaans 5) per week. De caseload binnen woonlocaties van 6-8 cliënten per fulltime coördinerend begeleider is al nader uitgewerkt in de visienota ‘Buitenste Binnen’. Daarin is ook aangegeven dat de caseload binnen dagbesteding hoger zou moeten zijn. De verantwoordelijkheid rondom het opstellen van het persoonlijk plan en de coördinatie van de zorg komt primair binnen wonen te liggen. De caseload van dagbesteding wordt 20 – 25 cliënten per full-time coördinerend begeleider. Omdat in de normen niet alle specifieke cliëntvragen (bv. meerzorg, zorgzwaarte etc.) meegenomen kunnen worden, is het mogelijk voor een clustermanager om beargumenteerd af te wijken van bovengenoemde normen. De clustermanager zal de onderbouwing van de afwijking bespreken met de divisiedirecteur. Die besluit of de afwijking terecht is en binnen het financiële kader past.

1.3.

Aandachtspunten


Een aantal specifieke onderdelen in de organisatie en dienstverlening van Amerpoort is nader bekeken. Hier is mogelijk sprake van een dusdanig andere werkwijze wat mogelijk vraagt om aandacht in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams. Hetgeen bekeken is:  Kinderdagcentra (KDC’s)  Ambulant  Nachtzorg  Particuliere initiatieven KDC’s en Ambulant: In de onderdelen Ambulant en KDC’s is er sprake van een hoge wisseling op het gebied van instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten. Daarnaast is er bij beiden sprake van meer of andere taken rondom planning en organisatie van het werk. De nieuwe functie van coördinerend begeleider zal van toepassing en passend zijn binnen deze onderdelen. Er zal nog wel nader onderzocht worden of de andere werkwijze binnen deze onderdelen vraagt om andere bijzonderheden in normen. Dit zal de clustermanager onderbouwd bespreken met de divisiedirecteur. Nachtzorg: Binnen de nachtzorg zijn in de huidige situatie alleen nachtzorgmedewerkers werkzaam met een aparte functiebeschrijving. In het kader van taakvolwassen teams zal gekeken worden of binnen de nachtzorg invoering van de werkwijze van de powerpiramide en functiedifferentiatie wordt doorgevoerd en of de functies van coördinerend begeleider, begeleider en assistent begeleider passend zijn binnen de nachtzorg of dat dit vraagt om een andere specifieke beschrijvingen. Particuliere initiatieven: De samenwerking met particuliere initiatieven komt tot stand door een proces van wederkerigheid tussen bestuur van het particuliere wooninitiatief en Amerpoort. Dit vraagt om maatwerk. Daarom is besloten de particuliere initiatieven vooralsnog niet mee te laten gaan in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams. Het aankomende jaar wordt in overleg met de verschillende besturen bezien of deze ontwikkeling alsnog binnen de particuliere initiatieven wordt ingezet. De betreffende medewerkers behouden de bestaande functies en bijbehorende functiebeschrijvingen.


2. Begeleider en assistent begeleider De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkzaamheden van de huidige functies van begeleider B en begeleider A wijzigt niet. Doordat de powerpiramide het vertrekpunt vormt voor de wijze van samenwerken in een team en er sprake is van taakvolwassen teams veranderen wel de rol, de competenties en de werkwijze. Hierdoor wordt meer van de medewerkers in deze functies gevraagd als het gaat om taakvolwassenheid. De nieuwe begeleider en assistent begeleider hebben vanuit de eigen deskundigheid een belangrijke rol in het taakvolwassen team. Binnen deze taakvolwassen teams organiseren de teamleden gezamenlijk het werk dat gedaan moet worden. Dit betekent dat de begeleider en assistent begeleider meer dan in de huidige situatie betrokken worden rondom de uitvoering van diverse (organisatorische) taken binnen het team. Daarnaast blijven de specialismen op het terrein van LVB-MP-GB en MVG bestaan voor de begeleider en assistent begeleider functie (zie bijlage 5). Amerpoort kent daarmee dus net als nu drie varianten van de begeleider en assistent begeleider functie.

2.1.

Richtlijn voor inzet begeleider

De begeleider is binnen de werkwijze van de aangepaste powerpiramide de verbinder van de verschillende begeleidingstaken. Deze heeft over het algemeen de meeste directe contacten met de cliënt. De begeleider heeft een belangrijke rol in de uitvoering van het persoonlijk plan. Ook voor de begeleider is het van belang om voor een goede uitvoering van de functie te komen tot een richtlijn met betrekking tot inzet. Voor de begeleider is een minimale contractomvang van 20 uur per week gewenst. Achterliggende gedachte hierbij is dat de begeleider met een kleiner contract de functie niet in volledige omvang uit kan voeren. De begeleider B heeft een belangrijke taak en verantwoordelijkheid richting de uitvoering van de persoonlijke plannen en het leveren van input hiervoor. Een beperkte aanwezigheid brengt met zich mee dat de begeleider B de ontwikkeling van de cliënt onvoldoende kan volgen en onvoldoende aanwezig kan zijn bij de noodzakelijke overlegvormen. Het gaat hier nadrukkelijk om een richtlijn en geen vastgestelde norm. De minimale contractomvang van de begeleider is een richtlijn waar een team geleidelijk naar toe groeit in lijn met de ontwikkeling naar taakvolwassenheid. De teams kunnen bij vacatures of andere personele wisselingen, waarbij formatieruimte ontstaat, geleidelijk toegroeien naar de minimale inzet van de begeleider. 2.2 .

Veranderingen ten opzichte van de begeleider A en begeleider B

De functies van begeleider en assistent begeleider zijn opnieuw beschreven (zie bijlage 3) vanuit de visie op taakvolwassen teams en met de werkwijze binnen de powerpiramide als basis. In lijn met de nieuwe rol en werkwijze is ook een nieuw competentieprofiel opgesteld (zie bijlage 4). Zoals gezegd wijzigt de kern van de functies niet. De begeleider wordt in FWG 35 en de assistent begeleider in FWG 30 ingedeeld.


3. Ondersteunend medewerker De functie van ondersteunend medewerker is nieuw en gaat de huidige functies van huishoudelijk medewerker A, huishoudelijk medewerker B, medewerker maaltijdvoorziening en ondersteunend begeleider vervangen. In de huidige situatie zijn deze medewerkers allen verantwoordelijk voor één deel van de ondersteunende taken in een team. Binnen de taakvolwassen teams is er behoefte aan een ondersteuner die breder inzetbaar is. Daarom is gekozen voor de invoering van de functie van ondersteunend medewerker. Hierbij is nadrukkelijk gekozen voor de naam medewerker in plaats van begeleider. In deze nieuwe functie worden geen direct begeleidende taken en verantwoordelijkheden neergelegd, waarvoor een agogische achtergrond nodig is. De kern van de functie komt er als volgt uit te zien. Verantwoordelijkheidsgebied Huishoudelijke werkzaamheden

Kerntaken en bijzonderheden Uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden in de woonomgeving van de cliënt en de cliënt waar mogelijk hierbij ondersteunen; Verrichten van uiteenlopende huishoudelijke werkzaamheden, zoals bedden opmaken en was.

Faciliterende werkzaamheden

-

Uitvoeren van diverse ondersteunende taken binnen de wooneenheid, zoals eten koken, boodschappen doen, koffie verzorgen, etc. Daar waar de cliënt dit deels zelf kan, wordt de cliënt ondersteund bij de werkzaamheden.

Ondersteuning begeleiders

-

Optreden als “gastvrouw”: cliënten opvangen bij thuiskomst, oppasfunctie; Ondersteunen van cliënten bij activiteiten of afspraken elders (brengen van cliënt bv).

-

Zie voor nadere uitwerking de functiebeschrijving in bijlage 6 en het competentieprofiel in bijlage 7. Er is bewust gekozen om geen ADL-taken (zoals wassen, verschonen en andere persoonlijke verzorging van de cliënt, eten geven ) onder te brengen bij deze functie. Deze taken behoren bij de functie van assistent begeleider. De ondersteunend medewerker is nadrukkelijk niet iemand die uitsluitend schoonmaakwerkzaamheden verricht. Dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden zijn wel een onderdeel van deze functie, maar dit zal wellicht niet toereikend zijn voor de totale schoonmaakbehoefte van locaties. Zo passen grotere schoonmaakactiviteiten als badkamers/toiletten/keukens schoonmaken, ramen zemen en dergelijke niet (structureel) binnen de functie. In de huidige situatie is het zo dat sommige locaties deze schoonmaak extern inkopen en sommige locaties sec voor de schoonmaak een huishoudelijk medewerker A in dienst hebben. Die maakt over het algemeen schoon op momenten dat cliënten niet aanwezig zijn op locatie. Besloten is dat grotere schoonmaakactiviteiten voortaan overal extern ingekocht worden om de continuïteit van de noodzakelijke hygiëne op locaties te waarborgen. Op centraal niveau zijn tariefafspraken gemaakt met schoonmaakbedrijven waar teams decentraal gebruik van kunnen maken.


3.1.

Veranderingen ten opzichte van de huidige ondersteunende functies

Met de invoering van de functie van ondersteunend medewerker vervallen de huidige functies van huishoudelijk medewerker A, huishoudelijk medewerker B, medewerker maaltijdvoorziening en ondersteunend begeleider. De functie van ondersteunend medewerker wordt ingedeeld in FWG 20.


4. Personele consequenties Zoals uit bovenstaande paragrafen blijkt, heeft de beweging naar taakvolwassen teams in het primaire proces personele consequenties voor de functies van Begeleider C (inclusief begeleider C MVG en LVB-MP-GB), huishoudelijk medewerker A, huishoudelijk medewerker B, medewerker maaltijdvoorziening en ondersteunend begeleider.

4.1.

Proces

Op dit moment is wel aan te geven hoeveel medewerkers nu deze functies hebben, maar nog niet hoeveel medewerkers in de nieuwe situatie nodig zijn. Dit wordt pas duidelijk als de nieuwe formatieplaatsenplannen zijn opgesteld. De formatieplaatsenplannen worden op clusterniveau opgesteld door de clustermanagers met ondersteuning van F&I en P&O. Op basis van de gestelde normen (zie paragraaf 1.2) en het huidige aantal begeleiders C kan echter wel een indicatie worden gegeven die hieronder nader wordt toegelicht.

4.2.

Begeleider C

Op dit moment zijn 455 Begeleiders C (inclusief specialisaties, KDC’s, Ambulant en particuliere initiatieven) werkzaam binnen Amerpoort. In onderstaand overzicht wordt dit nader uitgesplitst.

Begeleider C Begeleider C LVB-MP-GB Begeleider C MVG TOTAAL

Vast aantal 318 51 41 410

fte 255,5 39,56 34,63 329,69

Tijdelijk aantal fte 25 20,45 12 9,89 3 2,33 40 32,67

Oproep 4 1 0 5

TOTAAL aantal fte 347 275,95 64 49,45 44 36,96 455 362,36

Peildatum: 02-04-2015

4.2.1 Indicatieve berekening benodigde formatie Zoals aangegeven wordt voor de nieuwe situatie de norm gesteld op 6 - 8 cliënten voor 1 FTE coördinerend begeleider wonen en 20 - 25 cliënten voor 1 FTE coördinerend begeleider dagbesteding. Op basis hiervan is een globale berekening gemaakt waarbij de ambulante begeleiding, kinderdagcentra (KDC’s) en de particuliere initiatieven vooralsnog buiten beschouwing zijn gelaten. Ambulante begeleiding is buiten beschouwing gelaten, omdat de aard van de werkzaamheden en de mate van zelfstandig werken vraagt om de inzet van een begeleider C. Hierdoor bestaat de ambulante begeleiding vrijwel in zijn geheel uit coördinerend begeleiders en is er geen sprake van een functiemix met begeleiders A, B en C zoals bij wonen. Het meenemen van Ambulante begeleiding zou een vertekend beeld geven in de berekening. De KDC’s zijn buiten beschouwing gelaten, omdat de KDC´s in theorie onder de norm van dagbesteding meegenomen zouden moeten worden. Aan de dagbesteding aan kinderen (voornamelijk extramurale cliënten) zijn echter andere eisen gesteld wat persoonlijk plan en Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 15 van 71

behandelplan en de contactmomenten met verwanten betreft. Mede hierdoor is het aantal begeleiders C binnen de KDC’s nu hoger dan gemiddeld bij dagbesteding. Het is daarmee de vraag of de gestelde norm van 20 - 25 cliënten toepasbaar is voor de KDC’s. Bij het opstellen van de formatieplaatsenplannen zal nader onderzocht worden welke norm toepasbaar is en zal deze norm door de clustermanager onderbouwd worden besproken met de divisiedirecteur. Daarnaast zijn particuliere initiatieven buiten beschouwing gelaten, omdat deze zoals gezegd vooralsnog niet worden meegenomen in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams zoals we dat nu vormgeven binnen Amerpoort. Coördinerend begeleider wonen Binnen wonen wordt op dit moment ongeveer 201 FTE aan begeleiders C ingezet. Uitgaand van de norm van 1 FTE coördinerend begeleider wonen op 6-8 cliënten komt dat neer op gemiddeld 1 FTE op 7 cliënten. Voor de verblijfslocaties komt deze norm neer op 168 FTE benodigde formatie coördinerend begeleider wonen. Dat is een verschil van 33 FTE met de huidige formatie begeleider C. Bij deze berekeningen merken we op dat in de berekening geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld meerzorg cliënten en/of niet-geregistreerde dagbesteding op de verblijfslocaties. Coördinerend begeleider dagbesteding Op dagbesteding wordt op dit moment ongeveer 73 FTE aan begeleiders C ingezet. Hierbij zijn de KDC’s niet meegenomen. Op locaties waar dagbesteding en wonen zijn samengevoegd binnen kostenplaatsen (Bijv. Vosseveld en Vinkeveen), zijn de begeleiders verdeeld over dagbesteding en verblijf naar rato van opbrengsten. Aangezien niet alle cliënten evenveel dagdelen dagbesteding in de week genieten, is gerekend met fulltime cliënten (FTC). Een cliënt die bijvoorbeeld de helft van dagdelen naar dagbesteding gaat, telt als 0,5 fulltime cliënt. Op de peilmaand (november 2014) zijn er 764 fulltime cliënten op de genoemde locaties (in aantallen ging het om 1107 cliënten). Aangeven is dat de norm wordt gesteld op 20 tot 25 cliënten per 1 FTE coördinerend begeleider dagbesteding, dus 22,5 gemiddeld. Het gaat hier om het aantal cliënten. Om dit aan de praktijk te toetsen is de norm teruggerekend naar FTC. De gemiddelde aanwezigheid (parttime factor) van cliënten op dagbesteding is (764/1107)=0,69, met uiteraard fluctuatie per locatie. Over de hele linie is gerekend met (0,69*22,5)=15,53 fulltime cliënt. Deze norm zou neerkomen op 49 FTE benodigde formatie coördinerend begeleider dagbesteding. Hierdoor zou een verschil van 24 FTE ontstaan met de huidige situatie binnen dagbesteding.

4.2.2 Formatieplaatsenplan Coördinerend begeleider Het daadwerkelijke aantal benodigde formatieplaatsen in de nieuwe functie van coördinerend begeleider zal pas inzichtelijk zijn als het definitieve formatieplaatsenplan gereed is. Daarin wordt duidelijk wat de daadwerkelijke caseload (binnen de bandbreedte 6-8 en 20-25) wordt. Daarnaast kunnen clustermanagers bij het opstellen van deze formatieplaatsenplannen zoals gezegd nog afwijking van de gestelde normen aanvragen bij de divisiedirecteur (bv. op basis van aantal meerzorg cliënten, zorgzwaarte etc.). Hierdoor kan het aantal formatieplaatsen afwijken van bovenstaande indicatieve berekening. Duidelijk is wel dat er minder coördinerend begeleiders nodig zijn dan dat er nu begeleiders C zijn. De begeleiders C worden allemaal boventallig verklaard volgens ons voorgenomen Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 16 van 71

besluit. Hierna kunnen zij deelnemen aan de sollicitatieprocedure voor de functie van coördinerend begeleider. Dit wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk zes. Los van de uitkomst van de procedure is het uitgangspunt dat de boventallige begeleiders C allemaal intern herplaatst kunnen worden binnen het primaire proces conform wat over herplaatsing is vastgelegd in het Sociaal Plan. De boventallige begeleiders C worden zoveel mogelijk herplaatst in de functie van begeleider (voorheen begeleider B) die conform het Sociaal Plan gezien kan worden als een passende functie. Ook hiervoor geldt dat pas na het opstellen van de definitieve formatieplaatsenplannen duidelijk is of alle boventallige begeleiders C daadwerkelijk herplaatst kunnen worden in de functie van begeleider.

4.3.

Ondersteunend medewerker

Op dit moment zijn totaal 113 medewerkers werkzaam in de functies huishoudelijk medewerker A, huishoudelijk medewerker B, ondersteunend begeleider en medewerker inloop maaltijdvoorziening. In onderstaand overzicht wordt dit nader uitgesplitst.

Huishoudelijk medewerker A Huishoudelijk medewerker B Ondersteunend begeleider Mw inloop maaltijdvoorziening TOTAAL

Vast aantal 5 24 33 5 67

fte 2,88 11,14 17,08 1,53 32,63

Tijdelijk aantal 1 8 9 0 18

Oproep fte 0,39 4,56 3,69 0 8,64

1 1 23 3 28

TOTAAL aantal fte 7 3,27 33 15,7 65 20,77 8 1,53 113 41,27

Peildatum: 27-03-2015

Het uitgangspunt is dat deze medewerkers allen de nieuwe functie van ondersteunend medewerker aangeboden kunnen krijgen als passende functie. Naar aanleiding van de definitieve formatieplaatsenplannen blijkt of dit inderdaad leidt tot voldoende formatieplaatsen in de functie van ondersteunend medewerker.


5. Financiële consequenties De voorgaande beschrijving van de beoogde situatie en de vergelijking met de huidige situatie brengt financiële consequenties met zich mee. Zoals in de inleiding is aangegeven, kiest Amerpoort ervoor om met deze organisatorische wijziging een kwaliteitsslag te maken. Bij het opstellen van de visie “Buitenste Binnen” is tevens een structurele besparing geraamd van ca 300.000 euro op de teamsamenstelling. Deze kostenreductie is deels beoogd voor 2015 (150.000 euro) en 2016 (150.000 euro). Dit betreft de totale samenstelling van het team. Eerder is aangegeven dat er in de nieuwe situatie sprake zal zijn van minder coördinerend begeleiders, deze afname zal leiden tot een kostenbesparing. Het verhogen van het functieniveau van FWG 40 naar FWG 45 zal leiden tot een kosten toename. Het totaal resultaat zal een besparing op moeten leveren van ca 300.000 euro. Bij het op te stellen functieformatieplan zal hier rekening mee worden gehouden. Hierna wordt een doorrekening gemaakt van de kostenreductie op formatie inzet van coördinerend begeleiders en een raming van de toename van het aantal FTE begeleiders (functie begeleider) dat past bij de reductiedoelstelling. Tot slot wordt ingegaan op de frictiekosten. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, wordt de afname van de formatie geraamd op 57 FTE (wonen en dagbesteding). Deze berekening gaat uit van de transitie exclusief begeleiders C voor Ambulant, kinderdagcentra (KDC’s) en particuliere initiatieven (ca 85 FTE). De kostentoename voor coördinerend begeleiders, naar FWG 45 is 4.000 euro per jaar per FTE. Tevens gaan we er bij de raming vanuit dat de verhoudingen in de formatie tussen de verschillende functies in de oude en nieuwe situatie gelijk blijft. Op dit moment is ca. 75% van de begeleiders C in regulier en ca 25% is ingeschaald in de functie met specialisatie. De berekening is in bijlage 9 weergegeven. Op basis van deze berekening leidt de afname van formatie (57 FTE) begeleiders C en de verhoging van het functieniveau tot een kosten afname van ca 2,1 miljoen euro (bijlage 9). In het licht van de taakstelling van ca 300.000 euro betekent dit budgettaire ruimte van 1,8 miljoen euro voor toename van de formatie van begeleiders, assistent begeleiders en ondersteunend medewerkers. Dit is gemiddeld ca. 40 FTE. De verwachting is dat door de ruimte in de flexibele schil de afname van begeleider C en de toename van formatie begeleiders op elkaar aan kunnen sluiten. Daar op dit moment nog onduidelijk is hoeveel van de huidige medewerkers herplaatst worden, gaan we in de raming van de frictiemiddelen uit van de situatie dat er voldoende geschikte kandidaten uit het huidige bestand van begeleiders C geselecteerd kunnen worden. Tevens wordt er in de raming vanuit gegaan dat de medewerkers die boventallig worden een baan aangeboden wordt als begeleider (huidige begeleider B) met hetzelfde aandachtsgebied. Dit betekent dat er sprake zal zijn van een garantiesalaris gedurende maximaal 4 jaar (afhankelijk van het aantal dienstjaren) na het moment van plaatsing. Dit conform het Sociaal Plan. De frictiekosten worden, op basis van deze uitgangspunten, geraamd op ca 150.000 euro per jaar, voor de komende 4 jaar.


6. Procedure Zoals aangegeven zijn er personele consequenties voor de volgende functiegroepen, huidige begeleiders C (incl. begeleiders C met specialisme) en de huidige ondersteunend medewerkers (huishoudelijk medewerker A en B, medewerker maaltijdvoorziening en ondersteunend begeleider). Hieronder wordt een toelichting gegeven op de uitgangspunten van de procedure die hierin gevolgd wordt.

6.1.

Begeleider C

Om te komen tot het aanstellen van de begeleiders C in de nieuwe functie van coördinerend begeleider moeten eerst de benodigde formaties per organisatorische eenheid (per clustermanager) voor wonen, dagbesteding en gespecialiseerde locaties worden vastgesteld. De huidige functie van begeleider C komt te vervallen. De begeleiders C worden daarmee boventallig verklaard vanwege het verdwijnen van de huidige functie. Vervolgens wordt de functie van coördinerend begeleider voor alle boventallige begeleiders C opengesteld om op te kunnen solliciteren. Uitgangspunt van de sollicitatieprocedure is dat deze objectief en zorgvuldig wordt doorlopen. De procedure wordt in eerste instantie alleen opengesteld voor huidige begeleiders C met een vast contract. Mocht dit niet leiden tot voldoende geschikte kandidaten, dan krijgen de huidige begeleiders C met een tijdelijk contract de gelegenheid om te solliciteren. Wanneer er vervolgens nog vacatures zijn, wordt de vacature intern geplaatst en krijgen ook anderen de mogelijkheid om op deze vacature te reageren. In het proces van selecteren staat kwaliteit voorop. De benoemde kandidaten voldoen aan de gestelde eisen van de nieuwe functie. Dit is noodzakelijk om de veranderde visie ook daadwerkelijk in te voeren binnen de teams en daarmee het leveren van de juiste zorg, passend wordt bij de cliëntvraag. Per functiegroep (d.w.z. coördinerend begeleider wonen, dagbesteding en gespecialiseerd), wordt een selectiecommissie samengesteld. De samenstelling van de selectiecommissie(s) wordt nog nader bepaald. Het selectiegesprek vindt plaats aan de hand van een vastgesteld competentiegericht format. Daarnaast is een e-assessment onderdeel van de selectieprocedure. Hierin worden capaciteiten, werken denkniveau worden getest. Een nadere beschrijving van de selectieprocedure volgt in de adviesaanvraag van juni. Op basis van het selectiegesprek bepaalt de selectiecommissie de verdere procedure met 2 opties: 1. Positief, met volgende stap aanstelling in de functie van coördinerend begeleider. 2. Negatief, voor de functie van coördinerend begeleider. De betreffende begeleider C wordt conform Sociaal Plan intern herplaatst in een passende functie. Een begeleider C kan er ook voor kiezen om niet te solliciteren op de nieuwe functie van coördinerend begeleider. In deze situatie wordt de procedure volgens bovenstaande optie 2 vervolgd. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 19 van 71

6.2.


Om te komen tot het aanstellen van de onderstaande functiegroepen in de nieuwe functie van ondersteunend medewerker worden eerst de benodigde formaties per organisatorische eenheid (per clustermanager) vastgesteld. De huidige functies komen te vervallen:  Huishoudelijk medewerker A  Huishoudelijk medewerker B  Medewerker maaltijdvoorziening  Ondersteunend begeleider Voor de medewerkers voor wie bovengenoemde functie komt te vervallen geldt dat voor hen in principe een passende functie van ondersteunend medewerker beschikbaar is.

6.3

Plaatsingsprocedure

De daadwerkelijke plaatsing van de coördinerend begeleiders en ondersteunend medewerkers in de teams vraagt nog om een nadere uitwerking. Het is van belang om hiervoor nadere plaatsingscriteria te formuleren. Uitgangspunten hiervoor zijn in ieder geval:  Continuïteit van zorg  Belangstelling betreffende medewerker Voor wat betreft de plaatsing van coördinerend begeleiders zijn naar aanleiding van het formatieplaatsenplan en de uitkomsten van de selectie 3 scenario’s mogelijk: 1. Het aantal geselecteerde coördinerend begeleiders is gelijk aan het aantal beschikbare formatieplaatsen; 2. Het aantal geselecteerde coördinerend begeleiders is minder dan het aantal beschikbare formatieplaatsen; 3. Het aantal geselecteerde coördinerend begeleiders is groter dan het aantal beschikbare formatieplaatsen. Wanneer er sprake is van scenario 2 dan betekent dit dat na de plaatsing van de geselecteerde coördinerend begeleiders er vacatures ontstaan voor de overige formatieplaatsen. Deze worden in eerste instantie alleen intern geplaatst. Mocht dit niet tot voldoende geschikte kandidaten leiden, dan worden1 of meerdere vacatures extern uitgezet. Wanneer er sprake is van scenario 3, dan wordt door middel van afspiegeling bepaald welke coördinerend begeleiders wel en welke niet geplaatst kunnen worden op de beschikbare formatieplaatsen. De begeleiders C die hierdoor niet geplaatst worden, worden net als de niet geselecteerde begeleiders C (of niet solliciterende begeleiders C) herplaatst. Het streven is om de boventallige begeleiders C zoveel als mogelijk te herplaatsen binnen het primaire proces. Om de continuïteit van zorg te waarborgen gebeurt dit, wanneer dit passend is binnen de beschikbare formatieruimte, in principe binnen de eigen locatie en/of het team. Wanneer de betreffende boventallige begeleider C hier echter zelf bezwaar tegen heeft, kan gekeken worden naar een passende plaatsing in een ander team of locatie.


7. Communicatie en planning In de communicatieaanpak betrekken we gedurende de komende maanden een aantal clustermanagers, begeleiders, cliëntcoaches en verwanten bij de communicatiestappen die we in iedere fase zetten. Op die manier kunnen we het beste aansluiten bij de vraag van managers, medewerkers, cliënten en verwanten. Vandaar dat het hoe en de ondersteuning in het schema nog niet helemaal zijn uitgewerkt. Actie

Wie

Voorgenomen besluit Adviesaanvragen naar OR en CCR Informeren clustermanagers Informeren begeleiders C en ondersteunend medewerkers

Raad van Bestuur Raad van Bestuur

Hoe

Ondersteuning

Wanneer 7 april 15 april

MT

Bijeenkomst

Clustermanager

Persoonlijk

15 april Uitleg Q&A

Week van 16-24 april

Helpdesk: P&OAdviseurs Toelichting informatie in teams

Clustermanagers

Teamoverleg

April en mei Mailadres voor managers

Power point presenta-tie Informeren medewerkers

Informeren verwanten/cliënten

Communicatie

Communicatie

Bericht op intranet Q&A, wordt steeds aangepast, op het portal en de website Digitale nieuwsbrief en op website Bijeenkomsten

Clustermanagers stellen formatieplaatsenplan op Clustermanagers bespreken

Mailadres voor vragen

16 april

17 april

PM

Clustermanager met ondersteuning van controller en P&O-adviseur Clustermanagers met

Mei 2015

Eind mei 2015


formatieplaatsenplan (eventueel met onderbouwing van afwijken van de normen) met divisiedirecteur Advies OR en CCR retour aan Raad van Bestuur

divisiedirecteuren

OR en CCR

Bijeenkomst managers

27 mei

Intranetbericht Digitale nieuwsbrief verwanten Definitief besluit Amerpoort breed formatieplaatsenplan gereed Implementatie en selectieprocedure Informeren medewerkers Informeren clustermanagers Implementatie, conform adviesaanvraag OR/CCR

Raad van Bestuur MT

1 juni 2015 Begin juni 2015

Juni/juli/augustus

Clustermanagers

September/oktober 2015

Een nadere uitwerking van het communicatieplan is te vinden in bijlage 8.


BIJLAGE 1: Functiebeschrijvingen coördinerend begeleider Bijlage 1A: Functiebeschrijving coördinerend begeleider

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Coördinerend begeleider

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het coördineren en mede uitvoeren van de zorg en ondersteuning rondom cliënten met een verstandelijke beperking. Ontwikkelt de persoonlijk plannen en coacht functionarissen die mede uitvoering geven aan de persoonlijk plannen. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen geven aan de begeleiders, assistent begeleiders en de ondersteunend medewerkers gerelateerd aan de uitvoering van de persoonlijk plannen. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars/gedragsdeskundigen in het kader van de uitvoering van de persoonlijk plannen. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Coördinatie van de zorg en ondersteuning 1. Er zijn actuele persoonlijk plannen beschikbaar, waarin de input vanuit alle betrokken disciplines herkenbaar is verwerkt. 2. De zorg en ondersteuning is conform de persoonlijk plannen en binnen de beschikbare financiële middelen uitgevoerd en voldoet aan de kwaliteitseisen. 3. Er is sprake van een positieve score op de cliënttevredenheid. 4. Het sociale netwerk en de omgeving van de cliënten is maximaal betrokken bij de uitvoering van de zorg en ondersteuning en er is sprake van uitbreiding van het netwerk. Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning.

Kerntaken







  

Coördineert de zorg en ondersteuning van de cliënten binnen de gestelde financiële kaders, stelt de persoonlijk plannen op, evalueert deze en stelt deze bij. Draagt zorg voor de vertaling van persoonlijk plannen in werkdoelen, coördineert de uitvoering en afstemming van de werkzaamheden met alle betrokken in- en externe partijen en bewaakt de kwaliteit van de zorg en ondersteuning. Betrekt het sociale netwerk en de omgeving van de cliënten en betrokken instanties bij de uitvoering van de zorg en ondersteuning.

Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in


2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Coaching 1. De teamleden zijn in staat de zorg en ondersteuning conform persoonlijk plan en de kwaliteitseisen uit te voeren. 2. Er is sprake van een vergrote persoonlijke effectiviteit van de teamleden en competenties van teamleden zijn zichtbaar benut. Teamleden staan in hun kracht. 3. Er is bij problemen in het zorgproces als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere teamleden, tijdig en op juiste wijze geïntervenieerd, waardoor stagnaties naar tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.

 

 •

•



  

relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Coacht teamleden in de uitvoering van de zorg en ondersteuning en de effecten van het eigen gedrag op de cliënt. Signaleert behoefte aan vergroting van professionele deskundigheid van teamleden en ondersteunt teamleden, binnen de afspraken met de clustermanager en/of gedragsdeskundige, bij hun professionele ontwikkeling. Grijpt in als er zich als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere individuele teamleden in het zorgproces problemen voor (dreigen te) doen. Betrekt waar nodig de clustermanager en/of gedragsdeskundige. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt tezamen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over een op de zorg gericht diploma op tenminste MBO-4 niveau ten behoeve van uitvoering van de begeleiding en ondersteuning. Beschikt over HBO werken denkniveau en een helicopterview ten behoeve van de coördinerende en coachende werkzaamheden. Heeft een aantal jaren relevante werkervaring en beschikt over kennis op het terrein van coaching. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, protocollen en regelingen is vereist. Is op de hoogte van geldende weten regelgeving en de verschillende financieringsvormen. Houdt zelf de vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de visie van Amerpoort, het beleid van de werkeenheid en de geldende richtlijnen en protocollen wordt de zorg georganiseerd en gecoördineerd voor cliënten. Problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost, waarbij initiatief en vindingrijkheid nodig kan zijn, waarbij alle teamleden van het taakvolwassen team betrokken worden en waarbij zo nodig andere disciplines of externe partijen betrokken worden. Initiatief is tevens van belang in verband met het initiëren en onderhouden van contacten in relatie tot het uitbreiden van het netwerk. Inhoudelijke terugval is mogelijk op Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 24 van 71

(gedrags-) deskundigen en de clustermanager. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de clustermanager. Sociale Vaardigheden De coördinerende werkzaamheden en de diverse in- en externe contacten vragen tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen, het kunnen motiveren en stimuleren en het kunnen overtuigen. Beschikt over overtuigingskracht, onder meer als het gaat om het actief vergroten en benutten van het netwerk van de cliënt en als het gaat om de totstandkoming en uitvoering van de persoonlijk plannen waar diverse in- en externe partijen bij betrokken zijn. Beschikt over coachende vaardigheden in verband met het coachen van teamleden en is daarbij in staat teamleden in hun kracht te zetten. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat kans op het veroorzaken van (im)materiële schade in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning van de cliënten in een eenheid. Voert de persoonlijk plannen uit en begeleidt en/of verzorgt cliënten waarbij risico bestaat op het toebrengen van persoonlijk letsel. Er is risico op materiële schade indien onzorgvuldig met beschikbare materialen wordt omgegaan en indien gemaakte keuzes in de uitvoering van de zorg en ondersteuning leiden tot onnodige kostenverhoging. Heeft invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid Voor het overleg met verschillende disciplines, externe partijen en in de contacten met cliënten en wettelijk vertegenwoordigers/ familie en het sociale netwerk van de cliënt worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Uitdrukkingsvaardigheid is daarnaast van belang bij het coachen van teamleden. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij opstellen van de persoonlijk plannen en diverse rapportages. Is in staat op diverse niveaus te communiceren en hier snel in te schakelen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de verzorgende werkzaamheden en uitvoering van verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid Oplettendheid is van belang in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning binnen een eenheid waarbij enerzijds het welzijn, de veiligheid en de ontwikkelingen van de cliënten bewaakt en gevolgd moeten worden en anderzijds het handelen en gedrag van teamleden in relatie tot de uitvoering van de zorg en ondersteuning gevolgd moet worden. Overige functie-eisen     

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang bij het begeleiden van cliënten, het coachen van teamleden en in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg en ondersteuning. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is van belang bij de begeleiding en/of verzorging van cliënten, de coördinatie van de zorg en het opstellen en uitvoeren van de persoonlijk plannen. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid vanwege het hebben van inzage in privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Voorkomen en gedrag heeft betrekking op de diverse in- en externe contacten. Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de persoonlijk plannen (observeren, begeleiden, verzorgen).


Inconveniënten    

Er kan sprake zijn van fysieke belasting bij het begeleiden van cliënten bij ADL activiteiten. Psychische belasting vindt plaats door piekbelasting en in het werk geconfronteerd worden met het lijden en leed van cliënten. Er kan sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met vuil en onaangename materialen. Er bestaat een kans op persoonlijk letsel door agressief gedrag van cliënten en/of derden.


Bijlage 1B: Functiebeschrijving coördinerend begeleider dagbesteding

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Coördinerend begeleider dagbesteding

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het coördineren en mede uitvoeren van de activerende of arbeidsmatige dagbesteding rondom cliënten met een verstandelijke beperking. Vertaalt de persoonlijk plannen naar activerende of arbeidsmatige dagbesteding. Ontwikkelt persoonlijk plannen van externe cliënten en zorgt voor uitvoering hiervan. Coacht functionarissen die mede uitvoering geven aan de persoonlijk plannen. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen geven aan de begeleiders, assistent begeleiders en ondersteunend medewerkers gerelateerd aan de uitvoering van de persoonlijk plannen. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars/gedragsdeskundigen in het kader van de uitvoering van de persoonlijk plannen Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Coördinatie van de dagbesteding 1. Er is actuele input vanuit dagbesteding beschikbaar ten behoeve van de persoonlijk plannen, waarin de input vanuit alle betrokken disciplines herkenbaar is verwerkt. 2. Alle externe cliënten beschikken over een actueel persoonlijk plan dat conform afspraak is uitgevoerd en waarbij sprake is van een positieve score op klanttevredenheid. 3. De dagbesteding is conform de persoonlijk plannen en binnen de beschikbare financiële middelen uitgevoerd, voldoet aan de kwaliteitseisen en het netwerk en externe partijen zijn zichtbaar betrokken. 4. Er is sprake van een positieve score op de cliënttevredenheid. 5. Er zijn voldoende activiteiten beschikbaar waarmee de gestelde doelen behaald

Kerntaken









Coördineert de dagbesteding van de cliënten binnen gestelde financiële kaders en levert input ten behoeve van de persoonlijk plannen. Coördineert de ondersteuning van de externe cliënten en stelt ten behoeve van deze cliënten de persoonlijk plannen op, evalueert deze en stelt deze bij. Draagt zorg voor de vertaling van persoonlijk plannen in werkdoelen ten behoeve van dagbesteding, coördineert de uitvoering en afstemming van de werkzaamheden met alle betrokken in- en externe partijen en bewaakt de kwaliteit van de dagbesteding. Ontwikkelt activiteiten voor cliënten passend bij de ondersteuningsvraag en draagt, waar mogelijk met externe partijen, zorg voor beschikbaarheid van activiteiten en/of bezigheden aansluitend bij de doelgroep cliënten.


kunnen worden. Hierbij zijn kansen die externe partijen bieden benut. Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Coaching 1. De teamleden zijn in staat de dagbesteding conform persoonlijk plan en de kwaliteitseisen uit te voeren. 2. Er is sprake van een vergrote persoonlijke effectiviteit van de teamleden en competenties van teamleden zijn zichtbaar benut. Teamleden staan in hun kracht. 3. Er is bij problemen in het ondersteuningsproces als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere teamleden, tijdig en op juiste wijze geïntervenieerd, waardoor stagnaties naar tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De werk- of dagbestedingsomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.

      •

•



  

Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten binnen dagbesteding conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht in voorkomende gevallen verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden. Coacht teamleden in de uitvoering van de dagbesteding en de effecten van het eigen gedrag op de cliënt. Signaleert behoefte aan vergroting van professionele deskundigheid van teamleden en ondersteunt teamleden, binnen de afspraken met de clustermanager en/of gedragsdeskundige, bij hun professionele ontwikkeling. Grijpt in als er zich als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere individuele teamleden in het ondersteuningsproces problemen voor (dreigen te) doen. Betrekt waar nodig de clustermanager en/of gedragsdeskundige. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt tezamen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over een op de zorg gericht diploma op tenminste MBO-4 niveau ten behoeve van uitvoering van de begeleiding en ondersteuning. Beschikt over HBO werken denkniveau en een helicopterview ten behoeve van de coördinerende en coachende werkzaamheden. Heeft een aantal jaren relevante werkervaring en beschikt over kennis op het terrein van coaching. Beschikt daarnaast over vakkennis gerelateerd aan de specifieke vorm van dagbesteding. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, protocollen en regelingen is vereist. Is op de hoogte van geldende weten regelgeving en de verschillende financieringsvormen. Houdt zelf de vakkennis op peil. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 28 van 71

Zelfstandigheid Binnen de visie van Amerpoort, het beleid van de werkeenheid en de geldende richtlijnen en protocollen wordt de dagbesteding georganiseerd en gecoördineerd voor cliënten. Problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost, waarbij initiatief en vindingrijkheid nodig kan zijn, waarbij alle teamleden van het taakvolwassen team betrokken worden en waarbij zo nodig andere disciplines of externe partijen betrokken worden. Initiatief is tevens van belang in verband met het initiëren en onderhouden van contacten in relatie tot het uitbreiden van het netwerk. Inhoudelijk terugval is mogelijk op (gedrags-) deskundigen en de clustermanager. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de clustermanager. Sociale Vaardigheden De coördinerende werkzaamheden en de diverse in- en externe contacten (externe bedrijven, gemeenten) vragen tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen, het kunnen motiveren en stimuleren en het kunnen overtuigen. Beschikt over coachende vaardigheden in verband met het coachen van teamleden en is daarbij in staat teamleden in hun kracht te zetten. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat kans op het veroorzaken van (im)materiële schade in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de dagbesteding van de cliënten in een eenheid. Voert de persoonlijk plannen uit en begeleidt cliënten. Er is risico op materiële schade indien onzorgvuldig met beschikbare materialen wordt omgegaan en indien gemaakte keuzes in de uitvoering van de dagbesteding leiden tot onnodige kostenverhoging. Heeft invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid Voor het overleg met verschillende disciplines, externe partijen (bv gemeenten) en in de contacten met cliënten en wettelijk vertegenwoordigers/ familie en het sociale netwerk van de cliënt worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Uitdrukkingsvaardigheid is daarnaast van belang bij het coachen van teamleden. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij opstellen van (onderdelen van) de persoonlijk plannen en diverse rapportages. Is in staat op diverse niveaus te communiceren en hier snel in te schakelen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van eventueel voorkomende verzorgende werkzaamheden en uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid Oplettendheid is van belang in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de dagbesteding binnen een eenheid waarbij enerzijds het welzijn, de veiligheid en de ontwikkelingen van de cliënten bewaakt en gevolgd moeten worden en anderzijds het handelen en gedrag van teamleden in relatie tot de uitvoering van de dagbesteding gevolgd moet worden. Overige functie-eisen    

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang bij het begeleiden van cliënten, het coachen van teamleden en in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de dagbesteding. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is van belang bij de begeleiding van cliënten, de coördinatie van de dagbesteding en het (gedeeltelijk) opstellen en uitvoeren van de persoonlijk plannen. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid vanwege het hebben van inzage in privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Voorkomen en gedrag heeft betrekking op de diverse in- en externe contacten.




Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de persoonlijk plannen (observeren, begeleiden, verzorgen).




Bijlage 1C: Functiebeschrijving coördinerend begeleider MVG

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Coördinerend begeleider MVG

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het coördineren en mede uitvoeren van de zorg en ondersteuning rondom cliënten met een verstandelijke beperking gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek hetgeen zich uit in moeilijk verstaanbaar gedrag. Ontwikkelt de persoonlijk plannen en coacht functionarissen die mede uitvoering geven aan de persoonlijk plannen. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen geven aan de begeleiders, assistent begeleiders en de ondersteunend medewerkers gerelateerd aan de uitvoering van de persoonlijk plannen. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars/gedragsdeskundigen in het kader van de uitvoering van de persoonlijk plannen. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Coördinatie van de zorg en ondersteuning 1. Er zijn actuele persoonlijk plannen beschikbaar, waarin de input vanuit alle betrokken disciplines herkenbaar is verwerkt. 2. De zorg en ondersteuning is conform de persoonlijk plannen en binnen de beschikbare financiële middelen uitgevoerd en voldoet aan de kwaliteitseisen. 3. Er is sprake van een positieve score op de cliënttevredenheid. 4. Het sociale netwerk en de omgeving van de cliënten is maximaal betrokken bij de uitvoering van de zorg en ondersteuning en er is sprake van uitbreiding van het netwerk. Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning.

Kerntaken







  


Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in


2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Coaching 1. De teamleden zijn in staat de zorg en ondersteuning conform persoonlijk plan en de kwaliteitseisen uit te voeren. 2. Er is sprake van een vergrote persoonlijke effectiviteit van de teamleden en competenties van teamleden zijn zichtbaar benut. Teamleden staan in hun kracht. 3. Er is bij problemen in het zorgproces als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere teamleden, tijdig en op juiste wijze geïntervenieerd, waardoor stagnaties naar tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd.

 

 •

•



 

relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Coacht teamleden in de uitvoering van de zorg en ondersteuning en de effecten van het eigen gedrag op de cliënt. Signaleert behoefte aan vergroting van professionele deskundigheid van teamleden en ondersteunt teamleden, binnen de afspraken met de clustermanager en/of gedragsdeskundige, bij hun professionele ontwikkeling. Grijpt in als er zich als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere individuele teamleden in het zorgproces problemen voor (dreigen te) doen. Betrekt waar nodig de clustermanager en/of gedragsdeskundige. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over een op de zorg gericht diploma op tenminste MBO-4 niveau ten behoeve van uitvoering van de begeleiding en ondersteuning. Beschikt over HBO werken denkniveau en een helicopterview ten behoeve van de coördinerende en coachende werkzaamheden. Heeft een aantal jaren relevante werkervaring met de specifieke doelgroep en beschikt over kennis op het terrein van coaching. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, protocollen en regelingen is vereist. Is op de hoogte van geldende weten regelgeving en de verschillende financieringsvormen. Heeft kennis van methoden controle fysieke beheersing en kan deze hanteren in de praktijk. Houdt zelf de vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de visie van Amerpoort, het beleid van de werkeenheid en de geldende richtlijnen en protocollen wordt de zorg georganiseerd en gecoördineerd voor cliënten. Problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost, waarbij initiatief en vindingrijkheid nodig kan zijn, waarbij alle teamleden van het taakvolwassen team betrokken worden en waarbij zo nodig andere disciplines of externe partijen betrokken worden. Initiatief is tevens van belang in verband met het initiëren en onderhouden van contacten in relatie tot het uitbreiden van het netwerk. Inhoudelijk terugval is mogelijk op Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 32 van 71

(gedrags-) deskundigen en de clustermanager. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de clustermanager. Sociale Vaardigheden De coördinerende werkzaamheden en de diverse in- en externe contacten vragen tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen, het kunnen motiveren en stimuleren en het kunnen overtuigen. Beschikt over overtuigingskracht, onder meer als het gaat om het actief vergroten en benutten van het netwerk van de cliënt en als het gaat om de totstandkoming en uitvoering van de persoonlijk plannen waar diverse in- en externe partijen bij betrokken zijn. Beschikt over coachende vaardigheden in verband met het coachen van teamleden en is daarbij in staat teamleden in hun kracht te zetten. In de begeleiding worden specifieke eisen gesteld aan vaardigheden die betrekking hebben op het stimuleren van gewenst gedrag bij cliënten en het beheersen van conflicten. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat kans op het veroorzaken van (im)materiële schade in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning van de cliënten in een eenheid. Voert de persoonlijk plannen uit, begeleidt en/of verzorgt cliënten en handelt bij escalaties, waarbij risico bestaat op het toebrengen van persoonlijk letsel. Er is risico op materiële schade indien onzorgvuldig met beschikbare materialen wordt omgegaan en indien gemaakte keuzes in de uitvoering van de zorg en ondersteuning leiden tot onnodige kostenverhoging. Heeft invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid Voor het overleg met verschillende disciplines, externe partijen en in de contacten met cliënten en wettelijk vertegenwoordigers/ familie en het sociale netwerk van de cliënt worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Uitdrukkingsvaardigheid is daarnaast van belang bij het coachen van teamleden. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij opstellen van de persoonlijk plannen en diverse rapportages. Is in staat op diverse niveaus te communiceren en hier snel in te schakelen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de verzorgende werkzaamheden, mogelijke uitvoering van verpleegtechnische handelingen en bij het toepassen van controle fysieke beheersing. Oplettendheid Oplettendheid is van belang in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning binnen een eenheid waarbij enerzijds het welzijn, de veiligheid en de ontwikkelingen van de cliënten bewaakt en gevolgd moeten worden en anderzijds het handelen en gedrag van teamleden in relatie tot de uitvoering van de zorg en ondersteuning gevolgd moet worden. Het tijdig signaleren en zien te voorkomen van (dreigende) escalatie is van belang. Overige functie-eisen    

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang bij het begeleiden van cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag, het coachen van teamleden en in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg en ondersteuning. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is van belang bij de begeleiding en/of verzorging van cliënten, de coördinatie van de zorg en het opstellen en uitvoeren van de persoonlijk plannen. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid vanwege het hebben van inzage in privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Voorkomen en gedrag heeft betrekking op de diverse in- en externe contacten.




Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de persoonlijk plannen (observeren, begeleiden, verzorgen).


Er kan sprake zijn van fysieke belasting bij het begeleiden van cliënten bij ADL activiteiten. Psychische belasting vindt plaats door piekbelasting en in het werk geconfronteerd worden met het lijden en leed van cliënten en met vormen van agressie. Er kan tevens sprake zijn van psychische belasting bij het werken in - soms - onveilig aandoende situaties. Er kan sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met vuil en onaangename materialen. Er bestaat een kans op persoonlijk letsel door agressief gedrag van cliënten en/of derden.


Bijlage 1D: Functiebeschrijving Coördinerend begeleider LVB-MP-GB

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Coördinerend begeleider LVB-MP-GB

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het coördineren en mede uitvoeren van de zorg en ondersteuning rondom cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek (meervoudige problematiek: MP) en/of in een gezinssituatie (gezinsbegeleiding: GB). Ontwikkelt de persoonlijk plannen en coacht functionarissen die mede uitvoering geven aan de persoonlijk plannen. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars/gedragsdeskundigen in het kader van de uitvoering van de persoonlijk plannen Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Coördinatie van de zorg en ondersteuning 1. Er zijn actuele persoonlijk plannen beschikbaar, waarin de input vanuit alle betrokken disciplines herkenbaar is verwerkt. 2. De zorg en ondersteuning is conform de persoonlijk plannen en binnen de beschikbare financiële middelen uitgevoerd en voldoet aan de kwaliteitseisen. 3. Er is sprake van een positieve score op de cliënttevredenheid. 4. Het sociale netwerk en de omgeving van de cliënten is maximaal betrokken bij de uitvoering van de zorg en ondersteuning en er is sprake van uitbreiding van het netwerk. Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten

Kerntaken







  


Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht voorkomende verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan


geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Coaching (in geval sprake is van samenwerking met begeleiders) 1. De teamleden zijn in staat de zorg en ondersteuning conform persoonlijk plan en de kwaliteitseisen uit te voeren. 2. Er is sprake van een vergrote persoonlijke effectiviteit van de teamleden en competenties van teamleden zijn zichtbaar benut. Teamleden staan in hun kracht. 3. Er is bij problemen in het zorgproces als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere teamleden, tijdig en op juiste wijze geïntervenieerd, waardoor stagnaties naar tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.

 

 •

•



  

en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Coacht teamleden in de uitvoering van de zorg en ondersteuning en de effecten van het eigen gedrag op de cliënt. Signaleert behoefte aan vergroting van professionele deskundigheid van teamleden en ondersteunt teamleden, binnen de afspraken met de clustermanager en/of gedragsdeskundige, bij hun professionele ontwikkeling. Grijpt in als er zich als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere individuele teamleden in het zorgproces problemen voor (dreigen te) doen. Betrekt waar nodig de clustermanager en/of gedragsdeskundige. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt tezamen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over een op de zorg gericht diploma op tenminste MBO-4 niveau ten behoeve van uitvoering van de begeleiding en ondersteuning. Beschikt over HBO werken denkniveau en een helicopterview ten behoeve van de coördinerende en coachende werkzaamheden. Indien sprake is van intensieve pedagogische thuishulp, wordt beschikt over een PPG-diploma. Beschikt over kennis van en is in staat om systeemgericht te werken met cliënt- en ondersteuningssystemen. Heeft een aantal jaren relevante werkervaring met de specifieke doelgroep cliënten en beschikt over kennis op het terrein van coaching. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, protocollen en regelingen is vereist. Is op de hoogte van geldende weten regelgeving en de verschillende financieringsvormen. Houdt zelf de vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de visie van Amerpoort, het beleid van de werkeenheid en de geldende richtlijnen en protocollen wordt de zorg georganiseerd en gecoördineerd voor cliënten. Problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost, waarbij initiatief en vindingrijkheid nodig kan zijn en waarbij zo nodig andere disciplines of externe partijen betrokken worden. Initiatief is tevens van belang in verband met het initiëren en onderhouden van contacten in relatie tot het uitbreiden van het netwerk. Inhoudelijk Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 36 van 71

terugval is mogelijk op (gedrags-) deskundigen en de clustermanager. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de clustermanager. Sociale Vaardigheden De coördinerende werkzaamheden en de diverse in- en externe contacten vragen tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen, het kunnen motiveren en stimuleren en het kunnen overtuigen. Beschikt over overtuigingskracht, onder meer als het gaat om het actief vergroten en benutten van het netwerk van de cliënt en als het gaat om de totstandkoming en uitvoering van de persoonlijk plannen waar diverse in- en externe partijen bij betrokken zijn. Moet in staat zijn om in zich regelmatig voordoende conflictsituaties, adequaat te handelen. Kan in verschillende maatschappelijke contexten en culturen te werken met respect voor normen en waarden van het cliëntsysteem. Beschikt, indien er sprake is van coaching van teamleden, over coachende vaardigheden en is daarbij in staat teamleden in hun kracht te zetten. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat kans op het veroorzaken van (im)materiële schade in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning van de cliënten in de thuis- of gezinssituatie in een eenheid. Voert de persoonlijk plannen uit en begeleidt, adviseert en/of verzorgt cliënten waarbij risico bestaat op het toebrengen van persoonlijk letsel. Er is risico op materiële schade indien onzorgvuldig met beschikbare materialen wordt omgegaan en indien gemaakte keuzes in de uitvoering van de zorg en ondersteuning leiden tot onnodige kostenverhoging. Heeft invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid Voor het overleg met verschillende disciplines, externe partijen en in de contacten met cliënten en wettelijk vertegenwoordigers/ familie en het sociale netwerk van de cliënt worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Uitdrukkingsvaardigheid is daarnaast van belang in geval van coaching van teamleden. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij opstellen van de persoonlijk plannen en diverse rapportages. Is in staat op diverse niveaus te communiceren en hier snel in te schakelen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de eventueel voorkomende verzorgende werkzaamheden en uitvoering van verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid Oplettendheid is van belang in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de zorg en ondersteuning binnen een eenheid waarbij enerzijds het welzijn, de veiligheid en de ontwikkelingen van de cliënten bewaakt en gevolgd moeten worden en anderzijds het handelen en gedrag van teamleden in relatie tot de uitvoering van de zorg en ondersteuning gevolgd moet worden. Daarnaast is oplettendheid vereist bij het observeren van cliënten en het tijdig onderkennen van de ernst van de bedreiging van de ontwikkeling van de in het gezin wonende kinderen. Overige functie-eisen   

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang bij het begeleiden van cliënten, het coachen van teamleden en in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg en ondersteuning. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is van belang bij de begeleiding en/of verzorging van cliënten, de coördinatie van de zorg en het opstellen en uitvoeren van de persoonlijk plannen. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid vanwege het hebben van inzage in privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie.


 

Voorkomen en gedrag heeft betrekking op de diverse in- en externe contacten. Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de persoonlijk plannen (observeren, begeleiden, verzorgen).

Inconveniënten  

 

Er kan sprake zijn van fysieke belasting bij het begeleiden van cliënten bij ADL activiteiten. Psychische belasting vindt plaats door piekbelasting en in het werk geconfronteerd worden met het lijden en leed van cliënten. Tevens kan tevens sprake zijn van psychische belasting bij het werken in - soms - onveilig aandoende situaties (bij escalaties of bij complexe gezinsproblematiek). Er kan sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met vuil en onaangename materialen. Er bestaat een kans op persoonlijk letsel door agressief gedrag van cliënten en/of derden.


Bijlage 1E: Functiebeschrijving coördinerend begeleider dagbesteding MVG

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Coördinerend begeleider dagbesteding MVG

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het coördineren en mede uitvoeren van de activerende of arbeidsmatige dagbesteding rondom cliënten met een verstandelijke beperking gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek hetgeen zich uit in moeilijk verstaanbaar gedrag. Vertaalt de persoonlijk plannen naar activerende of arbeidsmatige dagbesteding. Ontwikkelt persoonlijk plannen van externe cliënten en zorgt voor uitvoering hiervan. Coacht functionarissen die mede uitvoering geven aan de persoonlijk plannen. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen geven aan de begeleiders, assistent begeleiders en ondersteunend medewerkers gerelateerd aan de uitvoering van de persoonlijk plannen. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars/gedragsdeskundigen in het kader van de uitvoering van de persoonlijk plannen Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Coördinatie van de dagbesteding 1. Er is actuele input vanuit dagbesteding beschikbaar ten behoeve van de persoonlijk plannen, waarin de input vanuit alle betrokken disciplines herkenbaar is verwerkt. 2. Alle externe cliënten beschikken over een actueel persoonlijk plan dat conform afspraak is uitgevoerd en waarbij sprake is van een positieve score op klanttevredenheid. 3. De dagbesteding is conform de persoonlijk plannen en binnen de beschikbare financiële middelen uitgevoerd, voldoet aan de kwaliteitseisen en het netwerk en externe partijen zijn zichtbaar betrokken. 4. Er is sprake van een positieve score op de cliënttevredenheid. 5. Er zijn voldoende activiteiten beschikbaar

Kerntaken









Coördineert de dagbesteding van de cliënten binnen gestelde financiële kaders en levert input ten behoeve van de persoonlijk plannen. Coördineert de ondersteuning van de externe cliënten en stelt ten behoeve van deze cliënten de persoonlijk plannen op, evalueert deze en stelt deze bij. Draagt zorg voor de vertaling van persoonlijk plannen in werkdoelen ten behoeve van dagbesteding, coördineert de uitvoering en afstemming van de werkzaamheden met alle betrokken in- en externe partijen en bewaakt de kwaliteit van de dagbesteding. Ontwikkelt activiteiten voor cliënten passend bij de ondersteuningsvraag en draagt, waar mogelijk met externe partijen, zorg voor beschikbaarheid van activiteiten en/of bezigheden aansluitend bij de doelgroep


waarmee de gestelde doelen behaald kunnen worden. Hierbij zijn kansen die externe partijen bieden benut. Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Coaching 1. De teamleden zijn in staat de dagbesteding conform persoonlijk plan en de kwaliteitseisen uit te voeren. 2. Er is sprake van een vergrote persoonlijke effectiviteit van de teamleden en competenties van teamleden zijn zichtbaar benut. Teamleden staan in hun kracht. 3. Er is bij problemen in het ondersteuningsproces als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere teamleden, tijdig en op juiste wijze geïntervenieerd, waardoor stagnaties naar tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De werk- of dagbestedingsomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.

cliënten.

      •

•



  

Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten binnen dagbesteding conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht in voorkomende gevallen verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden. Coacht teamleden in de uitvoering van de dagbesteding en de effecten van het eigen gedrag op de cliënt. Signaleert behoefte aan vergroting van professionele deskundigheid van teamleden en ondersteunt teamleden, binnen de afspraken met de clustermanager en/of gedragsdeskundige, bij hun professionele ontwikkeling. Grijpt in als er zich als gevolg van het handelen en gedrag van één of meerdere individuele teamleden in het ondersteuningsproces problemen voor (dreigen te) doen. Betrekt waar nodig de clustermanager en/of gedragsdeskundige. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt tezamen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over een op de zorg gericht diploma op tenminste MBO-4 niveau ten behoeve van uitvoering van de begeleiding en ondersteuning. Beschikt over HBO werken denkniveau en een helicopterview ten behoeve van de coördinerende en coachende werkzaamheden. Heeft een aantal jaren relevante werkervaring met de specifieke doelgroep en beschikt over kennis op het terrein van coaching. Beschikt daarnaast over vakkennis gerelateerd aan de specifieke vorm van dagbesteding. Heeft kennis van methoden controle fysieke beheersing en kan deze hanteren in de praktijk. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, protocollen en regelingen is vereist. Is op de hoogte Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 40 van 71

van geldende weten regelgeving en de verschillende financieringsvormen. Houdt zelf de vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de visie van Amerpoort, het beleid van de werkeenheid en de geldende richtlijnen en protocollen wordt de dagbesteding georganiseerd en gecoördineerd voor cliënten. Problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost, waarbij initiatief en vindingrijkheid nodig kan zijn, waarbij alle teamleden van het taakvolwassen team betrokken worden en waarbij zo nodig andere disciplines of externe partijen betrokken worden. Initiatief is tevens van belang in verband met het initiëren en onderhouden van contacten in relatie tot het uitbreiden van het netwerk. Inhoudelijk terugval is mogelijk op (gedrags-) deskundigen en de clustermanager. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de clustermanager. Sociale Vaardigheden De coördinerende werkzaamheden en de diverse in- en externe contacten (externe bedrijven, gemeenten) vragen tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen, het kunnen motiveren en stimuleren en het kunnen overtuigen. Beschikt over coachende vaardigheden in verband met het coachen van teamleden en is daarbij in staat teamleden in hun kracht te zetten. In de begeleiding worden specifieke eisen gesteld aan vaardigheden die betrekking hebben op het stimuleren van gewenst gedrag bij cliënten en het beheersen van conflicten. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat kans op het veroorzaken van (im)materiële schade in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de dagbesteding van de cliënten in een eenheid. Voert de persoonlijk plannen uit, begeleidt cliënten en handelt bij escalaties, waarbij risico bestaat op het toebrengen van persoonlijk letsel.. Er is risico op materiële schade indien onzorgvuldig met beschikbare materialen wordt omgegaan en indien gemaakte keuzes in de uitvoering van de dagbesteding leiden tot onnodige kostenverhoging. Heeft invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid Voor het overleg met verschillende disciplines, externe partijen (bv gemeenten) en in de contacten met cliënten en wettelijk vertegenwoordigers/ familie en het sociale netwerk van de cliënt worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Uitdrukkingsvaardigheid is daarnaast van belang bij het coachen van teamleden. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij opstellen van (onderdelen van) de persoonlijk plannen en diverse rapportages. Is in staat op diverse niveaus te communiceren en hier snel in te schakelen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van eventueel voorkomende verzorgende werkzaamheden, mogelijke uitvoering van verpleegtechnische handelingen en bij het toepassen van controle fysieke beheersing. Oplettendheid Oplettendheid is van belang in verband met de verantwoordelijkheid voor de volledige coördinatie van de dagbesteding binnen een eenheid waarbij enerzijds het welzijn, de veiligheid en de ontwikkelingen van de cliënten bewaakt en gevolgd moeten worden en anderzijds het handelen en gedrag van teamleden in relatie tot de uitvoering van de dagbesteding gevolgd moet worden. Het tijdig signaleren en zien te voorkomen van (dreigende) escalatie is van belang.


Overige functie-eisen     

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang bij het begeleiden van cliënten, het coachen van teamleden en in verband met de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de dagbesteding. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is van belang bij de begeleiding van cliënten, de coördinatie van de dagbesteding en het (gedeeltelijk) opstellen en uitvoeren van de persoonlijk plannen. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid vanwege het hebben van inzage in privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Voorkomen en gedrag heeft betrekking op de diverse in- en externe contacten. Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de persoonlijk plannen (observeren, begeleiden, verzorgen).


Er kan sprake zijn van fysieke belasting bij het begeleiden van cliënten bij ADL activiteiten. Psychische belasting vindt plaats door piekbelasting en in het werk geconfronteerd worden met het lijden en leed van cliënten. Er kan tevens sprake zijn van psychische belasting bij het werken in - soms - onveilig aandoende situaties. Er kan sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met vuil en onaangename materialen. Er bestaat een kans op persoonlijk letsel door agressief gedrag van cliënten en/of derden.


BIJLAGE 2: Competentieprofiel coördinerend begeleider Competentieprofiel Coördinerend begeleider

Prestatiegericht gedrag 1. Klantgericht De coördinerend begeleider onderzoekt wensen en behoeften van de cliënt en de verwant/wettelijk vertegenwoordiger en stemt deze af op de mogelijkheden binnen (onderdelen van) de eigen organisatie. Beseft het belang van goede en duidelijke dienstverlening en handelt daarnaar. Besteedt aandacht aan nazorg en doet suggesties voor verbeteringen in de dienstverlening. -

Vraagt door bij wensen van de cliënt en het cliëntsysteem, bedenkt en biedt indien nodig alternatieve oplossingen aan. Houdt de tevredenheid van de cliënten systematisch in de gaten, evalueert de kwaliteit van de dienstverlening en verbetert deze indien nodig. Signaleert en herkent specifieke (soms ook onuitgesproken) wensen en belangen van cliënten en vertaalt deze naar activiteiten binnen het team of locatie of verwijst door. Betrekt actief externe partijen, het netwerk en het cliëntsysteem bij beantwoording van cliëntvragen en maakt gebruik van mogelijkheden die externe partijen bieden.

2. Initiatief De coördinerend begeleider signaleert kansen en handelt hiernaar. Handelt uit eigen beweging in plaats van passief af te wachten. -

Handelt snel en doortastend in geval van problemen in de uitvoering. Pakt kansen die nieuwe situaties met zich meebrengen. Neemt het voortouw en onderneemt acties buiten hetgeen oorspronkelijk gevraagd was. Draagt uit zichzelf ideeën of oplossingen aan.

Sturend gedrag 1. Plannen en organiseren De coördinerend begeleider bepaalt ten behoeve van een goede coördinatie op de zorg, op effectieve wijze doelen, prioriteiten en benodigde acties. Weet tijd en middelen aan te geven om doelen te kunnen bereiken. -

Stelt prioriteiten in een plan van aanpak door het stellen van SMART geformuleerde concrete doelen voor zowel zichzelf als voor anderen. Anticipeert gemakkelijk op wijzigingen en ontwikkelingen en realiseert stapsgewijs doelen.

2. Ontwikkelen en coachen van medewerkers De coördinerend begeleider analyseert ontwikkelbehoeften en stimuleert ontwikkelingsactiviteiten, specifiek gericht op de vertaalslag van de persoonlijk plannen naar de dagelijkse begeleiding en ondersteuning in de praktijk. -

Geeft aan waar iemands ontwikkelen verbeterpunten liggen. Geeft nadere uitleg over deze ontwikkelen verbeterpunten en geeft specifieke behulpzame suggesties. Brengt medewerkers in situaties die voor hen uitdagend en leerzaam zijn. Geeft ruimte en steun aan medewerkers die zich willen ontwikkelen. Zet medewerkers aan tot het leveren van een betere prestatie en zet hen daarbij in hun kracht.


-

Creëert situaties waarin medewerkers kunnen leren. Stimuleert medewerkers in het nemen van eigen verantwoordelijkheid.

Denkkracht 1. Leervermogen De coördinerend begeleider neemt nieuwe informatie in zich op en weet deze effectief toe te passen. -

Onderneemt tijdig actie om zelfstandig een probleem of situatie met betrekking tot het vakgebied te onderzoeken. Achterhaalt aan de hand van de betrokken personen wat er is gebeurd. Koppelt nieuwe kennis aan bestaande kennis. Neemt nieuwe feiten/gegevens in zich op en past deze correct toe.

Beïnvloedend gedrag 1. Luisteren en sensitiviteit De coördinerend begeleider toont zich bewust van andere mensen en de omgeving, alsmede de eigen invloed hierop. Neemt belangrijke informatie in gesprekken op en stelt relevante vragen. Gaat in op reacties en eventueel op non-verbaal gedrag. Laat door middel van het eigen gedrag zien de gevoelens en behoeften van anderen te begrijpen. -

Begrijpt onuitgesproken of niet volledig uitgesproken bedoelingen, begrijpt onuitgesproken gedachten, zorgen of gevoelens. Begrijpt dat iets pijnlijk kan zijn voor een ander en toont respect voor de gevoelens en principes van een ander, ook wanneer er sprake is van weerstand. Maakt afwijkende standpunten, omgangsvormen en gewoonten bespreekbaar. Gebruikt kennis en begrip ten aanzien van gedrag en eigenschappen van andere mensen om op reacties van hen te anticiperen en houdt daarbij rekening met de specifieke cliëntsituatie: is duidelijk en consequent. Weet wat er speelt binnen de organisatie en houdt daar rekening mee.

2. Samenwerken De coördinerend begeleider levert een bijdrage aan een gezamenlijk resultaat. -

Stimuleert het inbrengen van input en ervaring van anderen, is bereid van anderen te leren. Vraagt regelmatig om ideeën en/of meningen van anderen om besluiten te nemen of plannen te maken. Houdt voldoende rekening met de (mogelijke) inbreng van een ander. Reageert actief en op een constructieve wijze op de ideeën van anderen, zowel binnen als buiten de eigen afdeling. Laat het eigen standpunt/belang los als hiermee het gezamenlijke doel gediend wordt. Is consistent in situaties waarin samenwerking cruciaal is. Geeft duidelijk de eigen grenzen van het kunnen aan en durft om hulp te vragen. Geeft gevraagd en ongevraagd feedback aan teamleden over hun handelen en gedrag. Luistert naar reflectie van teamleden op het eigen handelen en functioneren en past het gedrag en handelen hier op aan.

Persoonlijke effectiviteit 1. Integriteit De coördinerend begeleider handelt naar algemeen aanvaarde sociale en ethische normen. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 44 van 71

-

Bespreekt verwachtingen, problemen, irritaties en dergelijke met de betreffende persoon zelf, zelfs wanneer het makkelijker is dit niet te doen. Komt openlijk uit voor zelf gemaakte fouten en neemt hiervoor de verantwoordelijkheid.


BIJLAGE 3: Functiebeschrijving Begeleider en Assistent Begeleider Bijlage 3A: Functiebeschrijving Begeleider

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Begeleider

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het ondersteunen en begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking in zijn dagbestedingsen/of woon/werkomgeving op basis van het persoonlijk plan. Het leveren van input ten behoeve van het persoonlijk plan. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars en de coördinerend begeleider of coördinerend begeleider dagbesteding. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Mede opstellen persoonlijk plan 1. De coördinerend begeleider beschikt over de juiste en volledige input ten behoeve van de persoonlijk plannen. 2. Bijzonderheden zijn tijdig gesignaleerd en er is zodanig gehandeld dat problemen zijn opgelost passend bij het beleid en de visie van de organisatie en aansluitend op het persoonlijk plan. 3. Er is bij de cliënt, familie en wettelijk vertegenwoordigers duidelijkheid over

Kerntaken     

  



Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Levert mondelinge en schriftelijke input aan de coördinerend begeleider ten behoeve van de persoonlijk plannen. Observeert cliënten en verwerkt bevindingen in rapportages. Signaleert bijzonderheden in relatie tot de ontwikkeling van de cliënt en het persoonlijk plan en bespreekt deze met de coördinerend begeleider. Stemt praktische zaken over de zorgen


praktische zaken die een relatie hebben met de ondersteuning. 

Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.



  

ondersteuning en de uitvoering van het persoonlijk plan af met de cliënt en/of familie/wettelijke vertegenwoordigers. Draagt mede zorg voor een goede afstemming en informatie-uitwisseling met collega’s binnen de werkeenheid en andere bij de cliënt betrokkenen. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt samen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE-EISEN Kennis Beschikt over een relevante MBO opleiding (niveau 3) en relevante werkervaring. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, regels en regelingen is vereist. Houdt de eigen vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de afspraken uit het persoonlijk plan en het beleid van de werkeenheid worden de werkzaamheden zelfstandig uitgevoerd. Dagelijkse problemen worden zelfstandig opgelost. Inhoudelijke terugval is mogelijk op de coördinerend begeleider. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de leidinggevende. Sociale vaardigheden In het werken met cliënten en in de contacten met wettelijke vertegenwoordigers/familie en het netwerk van de cliënten worden eisen gesteld aan sociale vaardigheden als tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen en intermenselijke zorg en aandacht. Het stimuleren en motiveren van cliënten is van belang en stelt soms eisen aan overredingskracht. In de onderlinge samenwerking met collega’s is de medewerker mede verantwoordelijk voor een goede werksfeer. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kans op het veroorzaken van materiële schade en in de omgang met cliënten bestaat een kans op het veroorzaken van immateriële schade. Er dient doelmatig te worden omgegaan met inventaris, materiaal en middelen. Er is sprake van invloed op het persoonlijk plan en door deelname aan het werkoverleg is er invloed op het beleid van de werkeenheid. Uitdrukkingsvaardigheid In de contacten met cliënten, wettelijk vertegenwoordigers/familie en in samenwerkingscontacten worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door nonverbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij overdrachten, rapportages en de bijdrage aan de persoonlijk plannen.


Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de verzorgende werkzaamheden, huishoudelijke werkzaamheden en uitvoering van verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid In de omgang met cliënten worden er eisen gesteld aan oplettendheid in het kader van de veiligheid van cliënt(en) en bij het signaleren van afwijkingen in de toestand van de cliënt(en). Overige functie-eisen    

Er worden eisen gesteld aan volharding en doorzettingsvermogen in het blijven stimuleren en motiveren van cliënten. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is vereist bij het verrichten van verzorgende en/of verplegende werkzaamheden. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid in de omgang met privacy gevoelige informatie van cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de werkzaamheden.




Bijlage 3B: Functiebeschrijving Assistent Begeleider

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Assistent begeleider

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het ondersteunen en begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking in zijn dagbestedingsen/of woon/werkomgeving op basis van het persoonlijk plan. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de manager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars en de coördinerend begeleider of coördinerend begeleider dagbesteding. Cliënten, wettelijke vertegenwoordigers en familie van cliënten.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Begeleiding en ondersteuning 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorgen ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. De rapportages en registratie zijn op orde. 4. De woon- en leefomgeving van de cliënt is schoon en opgeruimd.

Kerntaken      

Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en



 

Verzorgt, begeleidt en ondersteunt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Ondersteunt cliënten bij ADL-activiteiten. Verricht in voorkomende gevallen eenvoudige verpleegtechnische handelingen. Begeleidt cliënten naar activiteiten/ gebeurtenissen of andere locaties. Levert een bijdrage aan de uitvoering van de huishoudelijke taken binnen de werkeenheid. Signaleert bijzondere situaties, geeft deze door aan de verantwoordelijke collega en zorgt voor registratie in de rapportage. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt samen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel werkbesprekingen van de


veiligheid.

werkeenheid.

FUNCTIEEISEN Kennis Beschikt over een relevante opleiding op kwalificatieniveau 2 en enige relevante werkervaring. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, regels en regelingen is vereist. Ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied worden bijgehouden door het volgen van cursussen of trainingen dan wel via collega’s aangereikt. Zelfstandigheid Binnen de afspraken uit het persoonlijk plan, het beleid van de werkeenheid en op aanwijzing van de coördinerend begeleider of coördinerend begeleider dagbesteding worden de werkzaamheden zelfstandig uitgevoerd. Dagelijkse problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost waarbij altijd terugval mogelijk is op collega begeleiders. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de leidinggevende. Sociale vaardigheden In het werken met cliënten worden eisen gesteld aan sociale vaardigheden als tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen en intermenselijke zorg en aandacht. Het stimuleren van cliënten stelt soms eisen aan overredingskracht. Is mede verantwoordelijk voor een goede samenwerking In de onderlinge samenwerking met collega’s. Daarnaast is het onderhouden van goed contact met personen in de omgeving (denk aan buren en vrijwilligers) belangrijk. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kans op het veroorzaken van materiële schade en in de omgang met cliënten bestaat een kans op het veroorzaken van immateriële schade. Er dient doelmatig te worden omgegaan met inventaris, materiaal en middelen. Uitdrukkingsvaardigheid In de contacten met cliënten worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden, waarbij soms ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Ook in de contacten met wettelijke vertegenwoordigers/ familie en in de samenwerkingscontacten worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij de overdracht. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden, bij het uitvoeren van verzorgende taken en, in voorkomende gevallen, bij de uitvoering van eenvoudige verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid In de omgang met cliënten worden er eisen gesteld aan oplettendheid in het kader van de veiligheid van de cliënt(en). Overige functie-eisen   

Volharding en doorzettingsvermogen zijn van belang in de ondersteuning van cliënten. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is vereist bij het verrichten van verzorgende en/of verplegende werkzaamheden. Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid in de omgang met privacy gevoelige informatie van de cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie.




Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de werkzaamheden.




BIJLAGE 4: Competentieprofiel Begeleider en Assistent Begeleider Bijlage 4A: Competentieprofiel Begeleider Competentieprofiel Begeleider Prestatiegericht gedrag 1. Klantgericht De begeleider onderzoekt wensen en behoeften van de cliënt en de verwant/wettelijk vertegenwoordiger en stemt deze af op de mogelijkheden binnen (onderdelen van) de eigen organisatie. Beseft het belang van goede en duidelijke dienstverlening en handelt daarnaar. Besteedt aandacht aan nazorg en doet suggesties voor verbeteringen in de dienstverlening. -

Verdiept zich in de situatie van de cliënt en het cliëntsysteem. Speelt actief en flexibel in op de wensen van de cliënt en laat hierin meerwaarde zien; denkt mee met de cliënt. Neemt, wanneer de cliënttevredenheid onvoldoende is, acties om deze te verbeteren. Herkent en benoemt specifieke wensen van de cliënt en speelt hierop in binnen gegeven richtlijnen.

2. Initiatief De begeleider signaleert kansen en handelt hiernaar. Handelt uit eigen beweging in plaats van passief af te wachten. -

Handelt snel en doortastend in geval van problemen in de uitvoering. Pakt kansen die nieuwe situaties met zich meebrengen. Neemt het voortouw en onderneemt acties buiten hetgeen oorspronkelijk gevraagd was. Draagt uit zichzelf ideeën of oplossingen aan.

Sturend gedrag 1. Plannen en organiseren De begeleider bepaalt op effectieve wijze doelen, prioriteiten en benodigde acties. Weet tijd en middelen aan te geven om vastgestelde doelen te kunnen bereiken. -

Schakelt tussen werkzaamheden op een effectieve en efficiënte manier om doelstellingen te behalen. Stelt prioriteiten en handelt zaken af volgens plan. Weet optimaal gebruik te maken van beschikbare middelen.

Denkkracht 1. Leervermogen De begeleider neemt nieuwe informatie in zich op en weet deze effectief toe te passen. -

Stelt indien nodig praktische vragen over werkvoorschriften en procedures. Raadpleegt beschikbare informatie en gebruikt deze effectief.


Beïnvloedend gedrag 1. Luisteren en sensitiviteit De begeleider toont zich bewust van andere mensen en de omgeving, alsmede de eigen invloed hierop. Neemt belangrijke informatie in gesprekken op en stelt relevante vragen. Gaat in op reacties en eventueel op non-verbaal gedrag. Laat door middel van het eigen gedrag zien de gevoelens en behoeften van anderen te begrijpen. -

Is toegankelijk en probeert begrip te verkrijgen van de ander. Begrijpt zowel de inhoud als het onderliggende aspect in een boodschap (emotie, problemen en dergelijke). Laat blijken dat anderen in hun waarde worden gelaten. Is gemakkelijk om mee te praten over persoonlijke zaken. Geeft de ander aandacht, houdt rekening met de gevoelens van de ander en biedt hulp. Houdt bij de ondersteuning rekening met de specifieke cliëntsituatie: is duidelijk en consequent.

2. Samenwerken De begeleider levert een bijdrage aan een gezamenlijk resultaat. -

Houdt als lid van de groep andere groepsleden op de hoogte, deelt relevante of bruikbare informatie met de groep. Speelt informatie die voor anderen van belang is tijdig door. Spreekt positieve verwachtingen over anderen uit in termen van hun mogelijkheden/kunnen. Spreekt in positieve zin over anderen. Toont respect voor anderen. Betrekt anderen actief bij het gesprek. Geeft duidelijk de eigen grenzen van het kunnen aan en durft om hulp te vragen. Geeft gevraagd en ongevraagd feedback aan teamleden over hun handelen en gedrag. Luistert naar reflectie van teamleden op het eigen handelen en functioneren en past het gedrag en handelen hier op aan.

Persoonlijke effectiviteit 1. Integriteit De begeleider handelt naar algemeen aanvaarde sociale en ethische normen. -

Bespreekt verwachtingen, problemen, irritaties en dergelijke met de betreffende persoon zelf, zelfs wanneer het makkelijker is dit niet te doen. Komt openlijk uit voor zelf gemaakte fouten en neemt hiervoor de verantwoordelijkheid.

2. Aanpassingsvermogen De begeleider blijft doelmatig handelen indien zich problemen of kansen voordoen, door zich aan te passen aan veranderingen in de omgeving, taken en verantwoordelijkheden. -

Kan de oude werkwijze loslaten en toont interesse in nieuwe manieren van werken. Past zich binnen korte tijd aan, aan nieuwe of veranderende werkprocessen. Toont zich bereid tot verandering van verantwoordelijkheden.


Bijlage 4B: Competentieprofiel Assistent Begeleider Competentieprofiel Assistent begeleider Prestatiegericht gedrag 1. Klantgericht De assistent begeleider onderzoekt wensen en behoeften van de cliënt en stemt deze af op de mogelijkheden binnen (onderdelen van) de eigen organisatie. Beseft het belang van goede en duidelijke dienstverlening en handelt daarnaar. Besteedt aandacht aan nazorg en doet suggesties voor verbeteringen in de dienstverlening. -

Luistert naar de cliënt en informeert naar de wensen. Formuleert helder de vraag en geeft aan wat de (on)mogelijkheden zijn. Maakt afspraken en voert deze uit. Reageert op vragen van de cliënt. Maakt eventuele klachten kenbaar binnen de afdeling en behandelt klachten serieus en correct. Is zorgvuldig, respectvol en attent.

2. Initiatief De assistent begeleider signaleert kansen en handelt hiernaar. Handelt uit eigen beweging in plaats van passief af te wachten. -

Signaleert en benut kansen om doelen te bereiken. Haalt barrières weg om tot praktische oplossingen te komen. Ziet in de praktijk wat er moet gebeuren en onderneemt zo nodig zelf actie.

3. Inzet De assistent begeleider stelt hoge eisen aan het eigen werk en handelt hiernaar. Laat zien niet tevreden te zijn met een gemiddelde prestatie. -

Probeert het werk goed of juist te doen. Deelt tijd efficiënt in. Signaleert verbetermogelijkheden.

Denkkracht 1. Leervermogen De assistent begeleider neemt nieuwe informatie in zich op en weet deze effectief toe te passen. -


Beïnvloedend gedrag 1. Luisteren en sensitiviteit De assistent begeleider toont zich bewust van andere mensen en de omgeving, alsmede de eigen invloed hierop. Neemt belangrijke informatie in gesprekken op en stelt relevante vragen. Gaat in op reacties en eventueel op non-verbaal gedrag. Laat door middel van het eigen gedrag zien de gevoelens en behoeften van anderen te begrijpen. -

Luistert naar wat de ander zegt en haakt hierop in.


-

Komt terug op wat eerder in een gesprek gezegd is. Pakt onduidelijke uitspraken of signalen ten aanzien van de bedoelingen van anderen op. Stelt gericht vragen en vat de boodschap van de ander samen om erachter te komen of de ander juist begrepen is. Luistert naar reflectie van teamleden op het eigen handelen en functioneren en past het gedrag en handelen hier op aan.

2. Samenwerken De assistent begeleider levert een bijdrage aan een gezamenlijk resultaat. -

Werkt goed samen als het gaat om routineaangelegenheden. Zal anderen helpen als het nodig is. Stelt zich collegiaal op. Geeft duidelijk de eigen grenzen van het kunnen aan en durft om hulp te vragen.

Persoonlijke effectiviteit 1. Integriteit De assistent begeleider handelt naar algemeen aanvaarde sociale en ethische normen. -

Is transparant in de uitleg over activiteiten die moeten worden ondernomen en de hoeveelheid tijd en moeite die daar voor nodig is. Communiceert over verwachtingen en doelstellingen in eenduidige boodschappen en komt beloftes en verplichtingen na. Gaat correct om met persoonlijke gegevens van cliënten of collega’s.

2. Aanpassingsvermogen De assistent begeleider blijft doelmatig handelen indien zich problemen of kansen voordoen, door zich aan te passen aan veranderingen in de omgeving, taken en verantwoordelijkheden. -

Toont zich bereid van werkwijze te veranderen op basis van veranderde omstandigheden, nieuwe regels en/of gegronde redenen. Kan zich verplaatsen in anderen en toont zich bereid tot verandering van taken.


BIJLAGE 5: Functiebeschrijving specialismen Begeleider en Assistent Begeleider Bijlage 5A: Functiebeschrijving Begeleider MVG

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Begeleider MVG

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het ondersteunen en begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek wat zich uit in moeilijk verstaanbaar gedrag. De begeleiding vindt plaats in zijn dagbestedingsen/of woon/werkomgeving op basis van het persoonlijk plan. Het leveren van input ten behoeve van het persoonlijk plan. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars en coördinerend begeleider MVG of coördinerend begeleider dagbesteding MVG. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Mede opstellen persoonlijk plan 1. De coördinerend begeleider beschikt over de juiste en volledige input ten behoeve van de persoonlijk plannen. 2. Bijzonderheden zijn tijdig gesignaleerd en er is zodanig gehandeld dat problemen zijn opgelost passend bij het beleid en de visie van de organisatie en aansluitend op

Kerntaken     

  

Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Levert mondelinge en schriftelijke input aan de coördinerend begeleider ten behoeve van de persoonlijk plannen. Observeert cliënten en verwerkt bevindingen in rapportages. Signaleert bijzonderheden in relatie tot de ontwikkeling van de cliënt en het persoonlijk


het persoonlijk plan. 3. Er is bij de cliënt, familie en wettelijk vertegenwoordigers duidelijkheid over praktische zaken die een relatie hebben met de ondersteuning.

Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.



plan en bespreekt deze met de coördinerend begeleider. Stemt praktische zaken over de zorgen ondersteuning en de uitvoering van het persoonlijk plan af met de cliënt en/of familie/wettelijke vertegenwoordigers.



Draagt mede zorg voor een goede afstemming en informatie-uitwisseling met collega’s binnen de werkeenheid en andere bij de cliënt betrokkenen.



Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt samen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt. Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

  

FUNCTIE-EISEN Kennis Beschikt over een relevante MBO opleiding (niveau 3) en relevante werkervaring met de specifieke doelgroep. Heeft kennis van methode controle fysieke beheersing en kan deze hanteren in de praktijk daar waar van toepassing. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, regels en regelingen is vereist. Houdt de eigen vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de afspraken uit het persoonlijk plan en het beleid van de werkeenheid worden de werkzaamheden zelfstandig uitgevoerd. Dagelijkse problemen worden zelfstandig opgelost. Inhoudelijke terugval is mogelijk op de coördinerend begeleider MVG of coördinerend begeleider dagbesteding MVG. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de leidinggevende. Sociale Vaardigheden In het werken met cliënten en in de contacten met wettelijke vertegenwoordigers/familie en het netwerk van de cliënten worden eisen gesteld aan sociale vaardigheden als tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen en intermenselijke zorg en aandacht waarbij specifieke eisen gesteld worden aan vaardigheden die betrekking hebben op het stimuleren van gewenst gedrag bij cliënten. Het stimuleren en motiveren van cliënten is van belang en stelt soms eisen aan overredingskracht. In de onderlinge samenwerking met collega’s is de medewerker mede verantwoordelijk voor een goede werksfeer. Moet in zich regelmatig voordoende conflictsituaties ingrijpen en adequaat handelen. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kans op het veroorzaken van materiële schade en in de omgang met cliënten bestaat een kans op het veroorzaken van immateriële schade. Er dient doelmatig te worden omgegaan met inventaris, materiaal en middelen. Er is sprake van invloed op het persoonlijk plan en door deelname aan het werkoverleg is er invloed op het beleid van de werkeenheid. Indien er bij escalaties onjuist gehandeld wordt, is er kans op het veroorzaken van letsel bij de cliënt. Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 57 van 71

Uitdrukkingsvaardigheid In de contacten met cliënten, wettelijk vertegenwoordigers/familie en in samenwerkingscontacten worden eisen gesteld aan mondelings uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door nonverbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij overdrachten, rapportages en de bijdrage aan de persoonlijk plannen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de verzorgende werkzaamheden, mogelijke uitvoering van verpleegtechnische handelingen en bij het toepassen van controle fysieke beheersing. Oplettendheid In de omgang met cliënten worden er eisen gesteld aan oplettendheid in het kader van de veiligheid van cliënt(en) en bij het signaleren van afwijkingen in de toestand van de cliënt(en). Het tijdig signaleren en zien te voorkomen van (dreigende) escalatie is van belang. Overige functie-eisen    





Bijlage 5B: Functiebeschrijving Begeleider LVB-MP-GB

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Begeleider LVB-MP-GB

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het in de thuissituatie ondersteunen en begeleiden van cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek. Er is sprake van zogenoemde meervoudige problematiek (MP). Het bieden van gezinsbegeleiding (GB) bij het ontwikkelen en waarborgen van goed ouderschap en/of het begeleiden en adviseren van ouders met een kind met een verstandelijke beperking. Het leveren van input ten behoeve van het persoonlijk plan. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende: Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars en coördinerend begeleiders LVB-MP-GB. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Begeleiding 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorg en ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. Vragen van het (sociale) netwerk van cliënten zijn tijdig en correct beantwoord. 4. De rapportages en registratie zijn op orde. Mede opstellen persoonlijk plan 1. De coördinerend begeleider beschikt over de juiste en volledige input ten behoeve van de persoonlijk plannen. 2. Bijzonderheden zijn tijdig gesignaleerd en er is zodanig gehandeld dat problemen zijn opgelost passend bij het beleid en de visie van de organisatie en aansluitend op het persoonlijk plan. 3. Er is bij de cliënt, familie en wettelijk vertegenwoordigers duidelijkheid over

Kerntaken        



Begeleidt, ondersteunt en/of verzorgt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Verricht in voorkomende gevallen verpleegtechnische handelingen. Bewaakt de ontwikkeling van de cliënt in relatie tot de afspraken in het persoonlijk plan en onderneemt zo nodig actie. Beantwoordt vragen en verstrekt informatie aan het (sociale) netwerk van cliënten over de ondersteuning en begeleiding. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden.

Levert mondelinge en schriftelijke input aan de coördinerend begeleider ten behoeve van de persoonlijk plannen. Observeert cliënten en verwerkt bevindingen in rapportages. Signaleert bijzonderheden in relatie tot de ontwikkeling van de cliënt en het persoonlijk plan en bespreekt deze met de coördinerend begeleider. Stemt praktische zaken over de zorgen


praktische zaken die een relatie hebben met de ondersteuning. 

Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd.



 

ondersteuning en de uitvoering van het persoonlijk plan af met de cliënt en/of familie/wettelijke vertegenwoordigers. Draagt mede zorg voor een goede afstemming en informatie-uitwisseling met collega’s binnen de werkeenheid en andere bij de cliënt betrokkenen. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Neemt deel aan multidisciplinaire cliëntbesprekingen en werkbesprekingen van de werkeenheid. Kan desgewenst participeren in interne werkgroepen en/of commissies.

FUNCTIE-EISEN Kennis Beschikt over een relevante MBO opleiding (niveau 3) en relevante werkervaring met de specifieke doelgroep. Beschikt over aanvullende kennis van de doelgroep en is in staat om systeemgericht te werken met cliënt- en ondersteuningssystemen. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, regels en regelingen is vereist. Houdt de eigen vakkennis op peil. Zelfstandigheid Binnen de afspraken uit het persoonlijk plan en het beleid van de werkeenheid worden de werkzaamheden zelfstandig uitgevoerd. Dagelijkse problemen worden zelfstandig opgelost. Inhoudelijke terugval is mogelijk op de coördinerend begeleider. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de leidinggevende. Sociale vaardigheden In het werken met cliënten en in de contacten met wettelijke vertegenwoordigers/familie en het netwerk van de cliënten worden eisen gesteld aan sociale vaardigheden als tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen en intermenselijke zorg en aandacht. Het stimuleren en motiveren van cliënten en/of ouders in gezinssituaties is van belang en stelt soms eisen aan overredingskracht. In de onderlinge samenwerking met collega’s is de medewerker mede verantwoordelijk voor een goede werksfeer. Het stimuleren en motiveren van cliënten en/of ouders in gezinssituaties is van belang en stelt soms eisen aan overredingskracht. In de onderlinge samenwerking met collega’s is de medewerker mede verantwoordelijk voor een goede werksfeer. Kan in verschillende maatschappelijke contexten en culturen te werken met respect voor normen en waarden van het cliëntsysteem. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kans op het veroorzaken van materiële schade en in de omgang met cliënten bestaat een kans op het veroorzaken van immateriële schade. In geval van onjuiste advisering, is er kans op het veroorzaken van geestelijk letsel bij de cliënt. Er dient doelmatig te worden omgegaan met inventaris, materiaal en middelen. Er is sprake van invloed op het persoonlijk plan en door deelname aan het werkoverleg is er invloed op het beleid van de werkeenheid.


Uitdrukkingsvaardigheid In de contacten met cliënten, wettelijk vertegenwoordigers/familie en in samenwerkingscontacten worden eisen gesteld aan mondelings uitdrukkingsvaardigheden waarbij ondersteuning door nonverbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij overdrachten, rapportages en de bijdrage aan de persoonlijk plannen. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van de verzorgende werkzaamheden, huishoudelijke werkzaamheden en uitvoering van verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid In de omgang met cliënten worden er eisen gesteld aan oplettendheid in het kader van de veiligheid van cliënt(en), waarbij onder meer oplettendheid van belang is om escalaties zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast is oplettendheid vereist bij het signaleren van afwijkingen in de toestand van de cliënt en bij het tijdig onderkennen van de ernst van de bedreiging van de ontwikkeling van de in het gezin wonende kinderen. Overige functie-eisen    


Inconveniënten  

 

Er kan sprake zijn van fysieke belasting bij het begeleiden van cliënten bij ADL activiteiten. Psychische belasting vindt plaats door piekbelasting en in het werk geconfronteerd worden met het lijden en leed van cliënten. Tevens kan tevens sprake zijn van psychische belasting bij het werken in - soms - onveilig aandoende situaties (bij escalaties of bij complexe gezinsproblematiek). Er kan sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met vuil en onaangename materialen. Er bestaat een kans op persoonlijk letsel door agressief gedrag van cliënten en/of derden.


Bijlage 5C: Functiebeschrijving Assistent Begeleider MVG

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:

Assistent begeleider MVG

FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Het ondersteunen en begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking gecombineerd met psychiatrische en/of psychische problematiek wat zich uit in moeilijk verstaanbaar gedrag. De begeleiding vindt plaats in zijn dagbestedingsen/of woon/werkomgeving op basis van het persoonlijk plan. Draagt als lid van het taakvolwassen team samen met de collega teamleden zorg voor alle dagelijkse zaken die binnen een team uitgevoerd moeten worden. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende:

Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van behandelaars en de coördinerend begeleider MVG of coördinerend begeleider dagbesteding MVG. Cliënten, wettelijke vertegenwoordigers en familie van cliënten.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Begeleiding en ondersteuning 1. De ondersteuning heeft plaatsgevonden conform de afspraken in het persoonlijk plan en de cliënt is tevreden over de zorgen ondersteuning. 2. Er is tijdig en juist op bijzonderheden rondom individuele cliënten geanticipeerd. 3. De rapportages en registratie zijn op orde. 4. De woon- en leefomgeving van de cliënt is schoon en opgeruimd.

Kerntaken      

Overige werkzaamheden 1. De organisatorische taken in het team zijn verdeeld en er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen het team. 2. Het taakhouderschap is conform afspraak uitgevoerd. 3. De leef- en woonomgeving van de cliënt is schoon, opgeruimd en voldoet aan alle





Verzorgt, begeleidt en ondersteunt cliënten conform de afspraken uit het persoonlijk plan. Ondersteunt cliënten bij ADL-activiteiten. Verricht in voorkomende gevallen eenvoudige verpleegtechnische handelingen. Begeleidt cliënten naar activiteiten/ gebeurtenissen of andere locaties. Levert een bijdrage aan de uitvoering van de huishoudelijke taken binnen de werkeenheid. Signaleert bijzondere situaties, geeft deze door aan de verantwoordelijke collega en zorgt voor registratie in de rapportage. Draagt mede zorg voor uitvoering van organisatorische taken binnen het taakvolwassen team en kan in dat kader één of meerdere aandachtsgebieden hebben (taakhouderschap). Draagt samen met het team zorg voor een opgeruimde en nette omgeving voor de cliënt.


eisen op het terrein van hygiëne en veiligheid.



Neemt deel werkbesprekingen van de werkeenheid.

FUNCTIE-EISEN Kennis Beschikt over een relevante opleiding op kwalificatieniveau 2 en enige relevante werkervaring in het begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking gecombineerd met moeilijk verstaanbaar gedrag. Kennis van de organisatie en de daarin geldende procedures, regels en regelingen is vereist. Ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied worden bijgehouden door het volgen van cursussen of trainingen dan wel via collega’s aangereikt. Zelfstandigheid Binnen de afspraken uit het persoonlijk plan en het beleid van de werkeenheid en op aanwijzing van de coördinerend begeleider MVG of coördinerend begeleider dagbesteding MVG worden de werkzaamheden zelfstandig uitgevoerd. Dagelijkse problemen worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost waarbij altijd terugval mogelijk is op collega begeleiders. Voor organisatorische zaken is terugval mogelijk bij de leidinggevende. Sociale vaardigheden In het werken met cliënten worden eisen gesteld aan sociale vaardigheden als tact, hulpvaardigheid, invoelend vermogen en intermenselijke zorg en aandacht. Het stimuleren van cliënten stelt soms eisen aan overredingskracht. In de onderlinge samenwerking met collega’s is de medewerker mede verantwoordelijk voor een goede werksfeer. Daarnaast is een goed contact met personen in de omgeving (denk aan buren, vrijwilligers) belangrijk. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kans op het veroorzaken van materiële schade en in de omgang met cliënten bestaat een kans op het veroorzaken van immateriële schade. Er dient doelmatig te worden omgegaan met inventaris, materiaal en middelen. Indien er bij escalaties onjuist gehandeld wordt, is er kans op het veroorzaken van letsel bij de cliënt. Uitdrukkingsvaardigheid In de contacten met cliënten worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheden, waarbij soms ondersteuning door non-verbale communicatie noodzakelijk kan zijn. Ook in de contacten met wettelijke vertegenwoordigers/ familie en in de samenwerkingscontacten worden eisen gesteld aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Schriftelijke vaardigheden zijn vereist bij de overdracht. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is nodig bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden, bij het uitvoeren van verzorgende taken en, in voorkomende gevallen, bij de uitvoering van eenvoudige verpleegtechnische handelingen. Oplettendheid In de omgang met cliënten worden er eisen gesteld aan oplettendheid in het kader van de veiligheid van de cliënt(en). Een hoge mate van oplettendheid is tevens vereist om tijdens escalaties adequaat te kunnen handelen. Overige functie-eisen  

Volharding en doorzettingsvermogen is van belang in de ondersteuning van cliënten. Gevoel voor systematiek, ordelijkheid en hygiëne is vereist bij het verrichten van verzorgende en/of verplegende werkzaamheden.


 

Er worden eisen gesteld aan integriteit en betrouwbaarheid in de omgang met privacy gevoelige informatie van de cliënt en/of wettelijk vertegenwoordigers/familie. Gevoel voor het menselijke lichaam en/of materiaal is van belang bij het uitvoeren van de werkzaamheden.




BIJLAGE 6: Functiebeschrijving Ondersteunend Medewerker

Functienaam

:

Datum vastgesteld

:

Salarisschaal

:


FWG

WERKVELD FUNCTIEDOEL Als lid van het taakvolwassen team ondersteunen bij de facilitaire werkzaamheden in de woon- of leefomgeving van de cliënt. Voert huishoudelijke taken uit en ondersteunt daarnaast de begeleiders in de begeleiding van de cliënten. ORGANISATORISCHE POSITIE Leidinggevende: Klanten:

Ontvangt leiding van de clustermanager. Kan functionele aanwijzingen ontvangen van de (coördinerend) begeleiders. Cliënten, familie en wettelijke vertegenwoordigers.

RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied Huishoudelijke werkzaamheden 1. De leefomgeving van de cliënt is schoon en opgeruimd. 2. De cliënt is tevreden over zijn leefomgeving. 3. De registratie is op orde.

Kerntaken



  Ondersteuning 1. De begeleiders en cliënten zijn tevreden over de wijze waarop zij zijn ondersteund. 2. De verleende ondersteuning voldoet aan de kwaliteitseisen en is conform afspraak.





  Overige werkzaamheden 1. Alle voorkomende uitvoerende taken op de locatie zijn tijdig en correct uitgevoerd

 

Voert de dagelijkse huishoudelijke werkzaamheden uit binnen de leefomgeving van de cliënt, zoals bijvoorbeeld schoonmaakwerkzaamheden en het opmaken van bedden. Verzorgt de was en het strijkgoed. Registreert de uitgevoerde werkzaamheden. Ondersteunt begeleiders binnen de eenheid bij diverse facilitaire werkzaamheden, zoals eten koken, boodschappen doen en koffie zetten. Helpt in het kader van de bevordering van de zelfredzaamheid van cliënten, de cliënten bij de uitvoering van diverse huishoudelijke taken. Is aanwezig voor cliënten bij thuiskomst uit het werk, zorgt voor een versnapering en biedt een luisterend oor. Brengt en/of haalt cliënten van en naar activiteiten en/of afspraken. Neemt deel aan het teamoverleg. Kan team gebonden taken verrichten op het eigen aandachtsgebied.


FUNCTIE EISEN Kennis Beschikt over praktische ervaringskennis op het terrein van huishoudelijk werk. Beschikt over ervaringskennis in de omgang met mensen met een verstandelijke beperking. De kennis wordt middels interne scholing op peil gehouden. Zelfstandigheid De werkzaamheden worden zelfstandig uitgevoerd volgens aanwijzingen en instructies, waarbij dagelijkse problemen worden opgelost na afstemming met een (coördinerend) begeleider. Er is altijd een directe terugvalmogelijkheid op een (coördinerend) begeleider. Daarnaast is er terugval mogelijk op de clustermanager. Sociale vaardigheden Sociale vaardigheden, zoals tact, inlevingsvermogen en hulpvaardigheid zijn vereist in de contacten met cliënten en collega’s. Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er is risico op het veroorzaken van materiële schade bij het verrichten van de huishoudelijke werkzaamheden en bij het uitvoeren van de ondersteunende werkzaamheden. Er bestaat risico op het veroorzaken van immateriële schade bij het hebben van contacten met cliënten. Uitdrukkingsvaardigheid Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid is van belang bij het communiceren met cliënten en voor informatieoverdracht met collega’s. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid heeft betrekking op het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden. Oplettendheid Oplettendheid en nauwkeurigheid zijn vereist bij het helpen van cliënten en bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden. Overige functie-eisen    

Eisen worden gesteld aan volharding, geduld en doorzettingsvermogen in de contacten met de cliënten. Eisen worden gesteld aan systematiek, ordelijkheid en hygiëne bij het uitvoeren van de huishoudelijke werkzaamheden en de facilitaire taken. Integriteit en betrouwbaarheid is vereist in de omgang met cliënten. Voorkomen en gedrag zijn van belang in de omgang met cliënten.


Fysieke belasting heeft betrekking op het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en helpen van cliënten. Psychische belasting heeft betrekking op piekbelasting en de confrontatie met leed van cliënten. Bezwarende werkomstandigheden bestaan uit het in contact komen met onaangename materialen. Er is risico op persoonlijk letsel door mogelijk agressief gedrag van cliënten.


BIJLAGE 7: Competentieprofiel Ondersteunend Medewerker Competentieprofiel ondersteunend medewerker Prestatiegericht gedrag

1. Inzet De ondersteunend medewerker stelt hoge eisen aan het eigen werk en handelt hiernaar. Laat zien niet tevreden te zijn met een gemiddelde prestatie. -

Laat zien het werk goed of juist te doen. Deelt tijd efficiënt in. Signaleert verbetermogelijkheden.

2. Energie De ondersteunend medewerker is gedurende een lange periode in hoge mate actief wanneer de functie dat vraagt. Werkt hard en beschikt over uithoudingsvermogen. -

Werkt gestaag door. Blijft doorgaan tot overeengekomen afspraken zijn nagekomen.

Denkkracht 1. Leervermogen De ondersteunend medewerker neemt nieuwe informatie in zich op en weet deze effectief toe te passen. -


Beïnvloedend gedrag 1. Samenwerken De ondersteunend medewerker levert een bijdrage aan een gezamenlijk resultaat. -

Werkt goed samen als het gaat om routineaangelegenheden. Zal anderen helpen als het nodig is. Stelt zich collegiaal op. Durft om hulp te vragen.

Persoonlijke effectiviteit 1. Integriteit De ondersteunend medewerker handelt naar algemeen aanvaarde sociale en ethische normen. -

Is transparant in de uitleg over activiteiten die moeten worden ondernomen en de hoeveelheid tijd en moeite die daar voor nodig is. Communiceert over verwachtingen en doelstellingen in eenduidige boodschappen en komt beloftes en verplichtingen na. Gaat correct om met persoonlijke gegevens van cliënten of collega’s.


2. Aanpassingsvermogen De ondersteunend medewerker blijft doelmatig handelen indien zich problemen of kansen voordoen, door zich aan te passen aan veranderingen in de omgeving, taken en verantwoordelijkheden. -

Toont zich bereid van werkwijze te veranderen op basis van veranderde omstandigheden, nieuwe regels en/of gegronde redenen. Kan zich verplaatsen in anderen en toont zich bereid tot verandering van taken.


BIJLAGE 8: Communicatieplan Inleiding Wat verandert er voor de medewerkers in het primair proces en wat verandert er voor cliënten? Dat is de belangrijkste vraag waarop medewerkers, cliënten en hun vertegenwoordigers antwoord willen krijgen, n.a.v. de adviesaanvragen CCR en OR Taakvolwassen Teams. De veranderingen vragen om zorgvuldige communicatie. Dit plan maakt duidelijk hoe Amerpoort met managers, medewerkers, cliënten en vertegenwoordigers hierover gaat communiceren. Dit plan is een deelplan en een uitwerking van het CommunicatieplanTransities (januari 2014). Daarin staan de communicatiedoelstellingen, -strategie, -aanpak en -planning die de basis vormen voor de manier waarop Amerpoort wil communiceren over de transities en keuzes in het licht van het herontwerp. Dit is een plan in ontwikkeling en geen statisch document. Bij iedere stap betrekken we managers, begeleiders of verwanten om met hen af te stemmen wat zij nodig hebben op het gebied van communicatie. 2. Communicatiedoelen In de communicatie ligt de focus op clustermanagers, begeleiders C, ondersteunend medewerkers, teams primair proces, cliënten en cliëntvertegenwoordigers. Clustermanagers en managers ondersteunende diensten zijn op de hoogte van de veranderingen en het proces die het gevolg zijn van de voorgenomen besluiten en de consequenties daarvan voor hun medewerkers en cliënten. Ze maken die zich eigen en staan achter de gemaakte beweging. Zij zijn in staat om hun teams goed te informeren, draagvlak te creëren én met hen te werken aan zorgvuldige communicatie met cliënten en hun vertegenwoordigers. Begeleiders C en ondersteunend medewerkers (huidige functies huishoudelijk medewerkers A en B, medewerker maaltijdvoorziening en ondersteunend begeleiders) zijn op de hoogte van de veranderingen en het proces en weten wat het betekent voor henzelf en begrijpen waarom Amerpoort de betreffende keuzes maakt. Ze weten waar zij binnen Amerpoort terecht kunnen met vragen. Gedragsdeskundigen zijn op de hoogte van de veranderingen en het proces die het gevolg zijn van de voorgenomen besluiten en de consequenties daarvan voor medewerkers en cliënten. Ze maken die zich eigen en staan achter de gemaakte beweging. Zij zijn in staat om teams goed bij te staan in de ontwikkeling naar taakvolwassen teams. Overige begeleiders zijn op de hoogte van de veranderingen, weten wat het betekent voor zichzelf en voor het team als geheel en staan er positief tegenover. Alle medewerkers Amerpoort zijn op de hoogte van de veranderingen die het gevolg zijn van de keuzes die Amerpoort maakt, hebben begrip voor de beweging en staan er positief tegenover. Cliënten zijn, voor zover nodig en voor zover ze het kunnen begrijpen (op het juiste moment), op de hoogte van wijzigingen in het team dat hen begeleidt. Cliëntvertegenwoordigers zijn op de hoogte van de veranderingen die het gevolg zijn van de keuzes die Amerpoort maakt en de consequenties daarvan voor de cliënt die zij vertegenwoordigen. Zij worden zorgvuldig geïnformeerd en zijn tevreden - gegeven de Document: Context bij adviesaanvraag CCR april 2015 – Herontwerp taakvolwassen teams Kennishouder: Bestuurssecretaris Datum: 15 april 2015 Pagina 69 van 71

omstandigheden – over de manier waarop de betreffende begeleider hen in dit proces informeert. OR en CCR zijn op de hoogte van de veranderingen voor medewerkers en cliënten, staan positief ten opzichte van de gemaakte keuzes en creëren draagvlak bij medewerkers en verwanten voor de strategische keuzes die Amerpoort maakt. Lokale cliëntraden zijn op de hoogte van de veranderingen voor medewerkers en cliënten, staan positief ten opzichte van de gemaakte keuzes en creëren draagvlak bij hun achterban voor de strategische keuzes die Amerpoort maakt. 3. Communicatiestrategieën Voorop staat dat de communicatie over dit onderwerp zoveel mogelijk persoonlijk en op maat verloopt. Het MT informeert clustermanagers en geeft hen ruimte om het gesprek erover te voeren met elkaar en met het MT. Vervolgens informeren clustermanagers de medewerkers voor wie het beleid de meeste impact heeft: begeleiders C en ondersteunend medewerkers. Daarna informeren zij hun teams tijdens teamoverleggen. Persoonlijke begeleiders informeren cliënten en hun verwanten voor wie de beweging naar taakvolwassenheid tot veranderingen leidt, conform het Sociaal Plan voor cliënten. Communicatie faciliteert in nauw overleg met de lijn en met P&O die persoonlijke aanpak. Allereerst door alle betrokkenen goed te informeren en hen de mogelijkheid te bieden vragen te stellen. We zorgen ervoor dat informatie zo wordt aangepast dat medewerkers die kunnen begrijpen en ondersteunen clustermanagers in hun communicatie met medewerkers. Ook bieden we managers en begeleiders instrumenten - zo nodig op maat - waarmee we hen toerusten om met cliënten en hun vertegenwoordigers in gesprek te gaan. In dit proces is het faciliteren van ontmoetingen van belang. Bijvoorbeeld in de vorm van bijeenkomsten voor clustermanagers en voor cliëntvertegenwoordigers. Daarnaast wil Communicatie zich graag blijvend laten adviseren door clustermanagers en begeleiders C omdat we beseffen dat zij als geen ander kunnen inschatten hoe de communicatie overkomt bij medewerkers, bij cliënten en cliëntvertegenwoordigers.


BIJLAGE 9: Berekening effect transitie begeleiders C naar coördinerend begeleider


427 Betreft: Adviesaanvraag herontwerp taakvolwassen teams Baarn, 15 april 2015

Recommend Documents