40 jaar Raad van Kerken Enkhuizen! Voorwoord Dit boekje is verschenen ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Raad van Kerken Enkhuizen. Evenals in het boekje dat verscheen bij het vijfentwintigjarig bestaan van de Raad van Kerken Enkhuizen in 1993, is daarin een beschrijving opgenomen van de geschiedenis van de Raad van Kerken Enkhuizen. Emeritus predikant C. Schilder, tot 2007 voorzitter van de Raad van Kerken Enkhuizen, beschrijft hierin het onstaan en de verdere ontwikkeling van de Raad van Kerken Enkhuizen. Van een bandopname die door mw. C.M. Schekkerman-de Vries voor dit boekje ter beschikking werd gesteld kon dankbaar gebruik worden gemaakt. De bandopname bevat een drietal interviews, die door Ria Bosch, afgevaardigde in de Raad, voor de lokale omroep van Enkhuizen werden gehouden. In het eerste interview vertelt mw. J.M.E. Botman over het ontstaan van de Raad van Kerken Enkhuizen. Zij was al vele jaren vóór de oprichting in 1968 betrokken bij het groepje van leden van verschillende kerken die gezamenlijk activiteiten ontplooiden en wist van de verlangens die mensen na de Tweede Wereldoorlog hadden en die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de oecumene in Enkhuizen. Op 4 juni 1993, exact één dag vóór het vijfentwintigjarige bestaan van de Raad van Kerken is 'juffrouw Botmam' zoals velen in Enkhuizen haar noemden, overleden. Het tweede interview wordt gegeven door mw. M. Kool-van den Ban. Zij vertelt over de latere geschiedenis van de Raad van Kerken, in het bijzonder over alle werkgroepen van de Raad, die toen 'vertegenwoordigingen' werden genoemd. In het derde interview, dat in verkorte vorm is opgenomen, vertelt Josephine Wilschut over haar ervaringen in Taizé, die de achtergrond vormen voor het ontstaan van de Stiltevieringen in Enkhuizen. Na lezing van het boekje bied ik u aan het einde ervan een perspectief op de toekomst van de oecumene in Enkhuizen. Tenslotte is hier een dankwoord op zijn plaats aan allen die ooit hebben meegewerkt in de Raad van Kerken Enkhuizen en door de gave van hun tijd en talenten vele goede dingen in Enkhuizen tot stand hebben gebracht. Voor een antwoord op de vraag of er na veertig jaren Raad van Kerken Enkhuizen opnieuw veertig jaren zullen volgen, kan ik het beste aansluiten bij wat mijn voorganger in de Raad van Kerken, emeritus predikant C. Schilder, in 1993 schreef: De Raad van Kerken is geen doel in zichzelf. Het gaat erom dat elke kerk- of geloofsgemeenschap, onder welke naam dan ook bekend, zich geroepen weet tot haartaak in de samenleving waarvan ze deel uitmaakt. H.A. Schoon, pastoor van de Oud-Katholieke Parochie van de H.H. Gummarus en Pancratius, voorzitter van de Raad van Kerken Enkhuizen
1
Veertig jaar Raad van Kerken Enkhuizen (1968-2008) De voorgeschiedenis in breder verband In mei 1968 werd de Raad van Kerken in Nederland opgericht, enige maanden later in Enkhuizen gevolgd door de oprichting van een Gemeenschap van Kerken. Sinds 1946 bestond in ons land al de Oecumenische Raad, bestaande uit doopsgezinden, remonstranten, luthersen, hervormden, leden van de broedergemeente en oud-katholieken. Twee jaar later vond in Amsterdam de oprichtingsvergadering plaats van de Wereldraad van Kerken De in 1964 in Enkhuizen opgerichte Oecumenische Raad kwam voort uit het Comité voor de Volkskerstzang dat na de oorlog was opgericht. Zowel van de landelijke Raad in 1946 als van de Wereldraad in 1948 als van de in 1964 opgerichte Oecumenische Raad in Enkhuizen hielden de Gereformeerden en RoomsKatholieken zich afzijdig. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) In de loop van de zestiger jaren van de 20ste eeuw brak in ons land een nieuw tijdperk aan in de interkerkelijke verhoudingen. Dat heeft vooral te maken met het Tweede Vaticaans Concilie dat in 1959 door paus Johannes XXIII werd aangekondigd. Op Pinksteren 1960 werd door deze paus het Secretariaat ter bevordering van de eenheid der christenen ingesteld. Het bijzondere van het Tweede Vaticaans Concilie was dat ook waarnemers van andere kerken voor dit Concilie werden uitgenodigd. In 1962 waren het er 40, in 1963 60 en in 1964 en 1965 ruim 100. Zij zaten niet als toeschouwers op de publieke tribune, maar waren actief bij de besprekingen betrokken. Na de dood van Johannes XX111 op 3 juni 1963 was het Paulus V1, die het Concilie weliswaar tot de herfst van 1965 voortzette, maar hij hield duidelijk rekening met de weerstanden die het enthousiasme van Johannes XXIII bij met name de Curie had opgeroepen. De doorwerking van het Concilie in de rooms-katholieke parochies kreeg gestalte in de liturgie. Het Latijn maakte plaats voor de volkstaal; de eucharistie werd voortaan gevierd onder twee gedaanten en er kwam ruimte voor boetevieringen. Het Episcopaat van de Nederlandse Katholieke Kerkprovincie onder leiding van kardinaal Alfrink streefde naar een zo ruim mogelijke uitleg van de richtlijnen van het Vaticaan. Op 7 november 1966 - de feestdag van Willibrord, de apostel van de Nederlanden - werd tijdens een dienst in de Oud-Katholieke kathedraal in Utrecht, waarin de oud-katholieke aartsbisschop mgr. Rinkel en de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht, mgr. Alfrink, aanwezig waren, meegedeeld dat het Vaticaan alle belemmeringen voor een open dialoog tussen 'Utrecht' en 'Rome'had weggenomen. De eis van 'Rome' is geweest dat 'Utrecht' een tweetal pauselijke veroordelingen van het Jansenisme ondertekende. De voorwaardelijke herdoop door kardinaal Alfrink van prinses Irene in 1964 in Rome betekende weliswaar een terugslag in de oecumenische contacten in Nederland. Maar dit gebeuren heeft niettemin de wederzijdse dooperkenning eerder bevorderd dan belemmerd. In 1967 vond de wederzijdse dooperkenning plaats tussen het rooms-katholieke episcopaat en de hervormde synode en in 1968 tussen de bisschoppen van de Nederlandse Katholieke Kerkprovincie en de gereformeerde synode en de synode van de Evangelisch-Lutherse Kerk. In 1971 trad een Gemeenschappelijke Verklaring over het gemengde huwelijk in werking. Eind 1966 verscheen de Nieuwe Catechismus, Geloofsverkondiging voor volwassenen, in opdracht van de rooms-katholieke bisschoppen van Nederland. De inhoud hiervan was voor 2
behoudende rooms-katholieken aanleiding brieven naar het Vaticaan te sturen. In januari 1968 vroeg de paus aan de Nederlandse bisschoppen 18 onderwerpen en 32 kleinere tekstgedeelten te corrigeren. De rooms-katholieke bisschoppen lieten in november van dat jaar de correcties, die tot een complete brochure waren uitgegroeid, apart uitgeven. Het Pastoraal Concilie in Noordwijkerhout, waarvan de plenaire vergaderingen in januari en april van 1968, 1969 en 1970 werden gehouden en waarvoor ook leden van andere kerken en van het humanistisch verbond werden uitgenodigd, versterkten de vervreemding tussen de Nederlandse bisschoppen en het Vaticaan. De reactie vanuit Rome kwam in de 70er jaren met name tot uiting in de benoeming van de nieuwe bisschoppen Gijsen en Simonis. De "Achttien" In september 1961 waren het de zogeheten Achttien - 9 hervormde en 9 gereformeerde predikanten - die tijdens een Congres in Utrecht uitspraken de scheiding tussen beide kerken niet langer verantwoord te vinden. Het had weliswaar geen direct positief gevolg, maar het bracht de beide kerkelijke fronten wel in beweging. Het zou evenwel nog tot mei 2004 duren voordat er van een Protestantse Kerk in Nederland, waartoe ook de Evangelisch-Lutherse Kerk behoort, gesproken kan worden. De 4de algemene vergadering van de Wereldraad van Kerken in Uppsala (1968) Voor het eerst in de geschiedenis van de Wereldraad werd de agenda van de 4de Assemblee in het Zweedse Uppsala bepaald door de Derde Wereld. De huidige secretaris-generaal van de Wereldraad, de Keniaan Kobia, was er van overtuigd dat de banden tussen de Wereldraad van Kerken en de Rooms-Katholieke Kerk in de daaropvolgende jaren sterker zouden worden. Hij sprak de hoop uit dat rond het midden van deze eeuw alle christenen aan de communie zouden kunnen deelnemen. Raad van Kerken in Nederland Als ergens sprake geweest is van een mijlpaal in de geschiedenis van de Nederlandse oecumenische beweging dan op 21 juni 1968 toen de Raad van Kerken in Nederland werd opgericht.Zowel de Gereformeerde Kerken in Nederland als de Nederlandse Katholieke Kerkprovincie werden lid van deze Raad en gingen voor het eerst meedoen met het oecumenisch gesprek. Gemeenschap van Kerken in Enkhuizen In Enkhuizen was het de uit 1964 daterende Oecumenische Raad die zijn uiterste best heeft gedaan om in Enkhuizen tot de oprichting van een Raad van Kerken te komen en niet zonder succes. Het was op 31 oktober 1968 dat tijdens een bijeenkomst in de Rooms-Katholieke Kerk de vertegenwoordigers in de Gemeenschap van Kerken Enkhuizen zich voorstelden en de oprichting van de Raad van Kerken werd gevierd. Deze in 1968 opgerichte Raad heette Gemeenschap van Kerken. De grondslag van de plaatselijke Raad was gelijk aan die van de Raad van Kerken in Nederland. De grondslag De grondslag van de Raad van Kerken in Nederland luidde in 1968: De kerken, aangesloten bij de Raad van Kerken in Nederland, willen in getuigenis en dienst gestalte geven aan de gemeenschap van kerken. Zij doen dit in het geloof in de ene Heer Jezus Christus, het Hoofd der kerk en de Heer der wereld. Elke kerk, die lid van de Raad is, behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Maar er is wel een nieuwe dimensie aan hun verantwoordelijkheid toegevoegd, namelijk die
3
van de verantwoordelijkheid jegens elkaar en van hen gezamenlijk tegenover de wereld. De betekenis van het woord 'oecumene' is namelijk 'gehele bewoonde wereld'. De eerste vergadering van de Gemeenschap van Kerken in Enkhuizen werd op 14 november 1968 gehouden met als belangrijkste agendapunt: een taakverdeling bij wat we nu verder kunnen en zullen doen. In een brief, gedateerd 12 december 1968, gericht aan de leden van Raden en Besturen van de aangesloten kerken werd melding gemaakt van 6 punten, die gezien werden als een gemeenschappelijke taak en opdracht van de kerken: 1. Is er behoefte aan een centrum of bureau waar belangstellenden geïnformeerd kunnen worden over militaire dienst, dienstweigering en werk in ontwikkelingslanden in onderling verband? 2. Wat kunnen de kerken gezamenlijk doen voor een toenemend aantal zomergasten op de Camping Enkhuizer Zand? 3. Wat kunnen de kerken gezamenlijk doen in het nu voltooide Plan Noord? 4. Hoe kunnen de kerken van Enkhuizen gestalte geven aan de Wereldgebedsweek voor de Eenheid van 18 tot 25 januari 1969? 5. Hoe, wanneer en waar zullen in 1969 de Oecumenische Diensten worden gehouden? 6. De Volkskerstzang zal voortaan worden gehouden onder auspiciën van de Gemeenschap van Kerken. De lidkerken De kerken die in 1968 lid werden van de Gemeenschap van Kerken Enkhuizen waren: de Oud-Katholieke Parochie de Rooms-Katholieke Parochie de Doopsgezinde Gemeente de Hervormde Gemeente de Evangelisch-Lutherse Gemeente de Gereformeerde Kerk Later trad ook het Leger des Heils als lid toe, terwijl in de loop van de jaren '80 de Kerk van de Zevende-dags Adventisten als gastlid in de Raad kwam. Van Gemeenschap van Kerken naar Raad van Kerken Enkhuizen Het statuut Op 21 december 1983 werd een voorbereidingscommissie in het leven geroepen die de opdracht kreeg een statuut te maken dat meer gestalte zou geven aan het concept-statuut uit juni 1968. Bij de behandeling van het eerste concept in 1984 werd besloten de naam Gemeenschap van Kerken te wijzigen in Raad van Kerken Enkhuizen. Het statuut dat op 1 juni 1986 door de 7 lidkerken werd ondertekend bestaat uit 16 artikelen. De grondslag van de oprichting in 1968 en die dezelfde was die van de landelijke Raad van Kerken in Nederland, liet men ongewijzigd. In januari van 1990 was de situatie nog zo dat de toenmalige voorzitter van de Raad van Kerken een aantal van 15 vertegenwoordigers van de lidkerken kon begroeten, zeventien jaar later was dat aantal nog slechts 9. 4
Het Leger des Heils heeft een aantal jaren geen vertegenwoordiging meer in de Raad gehad. In september 2008 is het Leger des Heils opnieuw vertegenwoordigd in de Raad. De stem van de Zevende-dags Adventisten die jarenlang vertegenwoordigd zijn geweest in de Raad, ontbreekt op dit moment. In 2007 is het Apostolisch Genootschap als gastlid in de Raad van Kerken Enkhuizen gekomen. Aan het einde van 2008 zullen in de Raad gesprekken plaats vinden over de wens en de mogelijkheid van lidmaatschap. Alle lidkerken zijn niet meer met het aantal vertegenwoordigers in de Raad aanwezig dat in 1968 was afgesproken. Na de gesprekken met de kerkenraden en kerkbesturen is het statuut uit 1986 in 2007 aangepast aan de huidige situatie. De wijzigingen die zijn aangebracht, betreffen de vaststelling van een maximum aantal jaren van de door kerken in de Raad afgevaardigde mensen, en hun gewenste aantal. Ook werden de rechten en voorwaarden voor het gastlidmaatschap omschreven. De grondslag werd gewijzigd, maar in die zin, dat die - net als in 1968 was gebeurd - overgenomen werd van de Raad van Kerken in Nederland. Deze grondslag die voorafgaat aan het statuut en om deze reden preambule heet, luidt: De Raad van Kerken in Enkhuizen is een verbond van kerken, die de Heer Jezus Christus als God en Heiland belijden overeenkomstig de Schriften en die er daarom naar streven samen hun gemeenschappelijke roeping te vervullen tot eer van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Contact met de kerkbesturen en kerkenraden In 2007 is door de Raad een beleidsplan opgesteld dat is opgestuurd aan de kerkbesturen en kerkenraden van de bij de raad aangesloten kerken. De bedoeling van de bezoekronde en het beleidsplan is geweest dat er in het vervolg meer aandacht zal worden geschonken aan het onderhouden van een levende relatie van de lidkerken met de Raad. Tijdens de bezoeken is vastgesteld dat een regelmatiger bezoek aan de kerkenraden en kerkbesturen een geschikt middel is voor een beter kontakt van de besturen met de Raad. Inmiddels worden voorbereidingen getroffen voor het maken van een verslag van het jaar 2008 en een jaarplan dat in 2009 aan de gezamenlijke kerkbesturen en kerkenraden zal worden gepresenteerd. Oecumenische diensten Het houden van oecumenische kerkdiensten heeft in de afgelopen veertig jaren een hoge prioriteit gehad. In de loop van de jaren '80 is in enkele oecumenische diensten gebruik gemaakt van de uit 1982 daterende Lima-liturgie. In dat jaar werd in Lima, de hoofdstad van Peru, een verklaring over Doop, Eucharistie en Ambt gepubliceerd die was opgesteld door de Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken, met medewerking van 12 roomskatholieke theologen. Voor 1990 vonden er jaarlijks vier oecumenische diensten plaats. Eén van de vier werd vanaf 1980 gehouden in het kader van de Kerkendag. Op de zondagen dat de oecumenische dienst plaats vond, hielden de zogenaamde 'kleinere kerken' hun deuren gesloten. De hoop dat de zogenaamde 'grotere kerken' de 'kleinere kerken' daarin zouden volgen ging niet in vervulling. Het waren de vertegenwoordigers van de Evangelisch-Lutherse Gemeente die eind jaren '80 daarover in een vergadering van de Raad hun ongenoegen geuit hebben. Dit leidde in de Raad van Kerken tot het voorstel aan de lidkerken om in plaats van vier oecumenische diensten per jaar terug te gaan tot één oecumenische dienst in het kader van de Kerkendag. Aan dit voorstel werd de voorwaarde verbonden dat alle lidkerken ermee zouden instemmen dat zij op
5
die dag hun kerkdeuren gesloten zouden houden, behalve wanneer de Kerkendag in hun kerkgebouw zou plaatsvinden. Alle lidkerken gingen met dit voorstel accoord. Aanvankelijk werd de Kerkendag in september gehouden. Inmiddels vindt de Kerkendag plaats op de derde zondag van januari in het kader van de gebedsweek in een kerkdienst, waarin ook de Maaltijd van de Heer wordt gevierd. De benoeming van onder meer de bisschoppen Gijsen en Simonis in de jaren '70 is ook aan de Gemeenschap van Kerken Enkhuizen niet voorbijgegaan. In 1988 schreef Hans van der Mee (hij was meerdere jaren voorzitter van de Raad) namens de Werkgroep Oecumene van de Rooms-Katholieke Parochie onder meer de woorden: Door het gezamenlijk vieren van de Maaltijd van de Heer geven we ten diepste uiting aan ons broeder- en zusterzijn in Jezus Christus. Door dit sacrament worden we tot een lichaam samengevoegd. Het is het geheim van het geloof. Hij voegde er overigens aan toe: Er zijn mensen in onze kerk die menen dat dit geheim pas gevierd kan worden als daar een gezamenlijk belijden aan voorafgaat. Belijden met de mond is echter niet alles. Door een daad te stellen, door deel te nemen aan de Maaltijd van de Heer geven we te kennen honger te hebben naar eenheid, vrede en gerechtigheid. Door deze daad geven we uiting aan ons falen op deze weg naar eenheid, ongeacht uit welke kerk we komen. Hij is de Heer, die ons voedt, laaft, opricht en nieuwe kracht geeft. Het verplicht ons wel! Het verplicht ons om niet aflatend te zijn om elkaar te zoeken, te vinden en te verstaan. De Oecumenische Dienst met de viering van de Maaltijd van de Heer tijdens de Kerkendag werd en wordt uitgezonden door de lokale omroep, waarin ook de Raad van Kerken een aantal jaren een vertegenwoordiger heeft gehad. Na de dienst is er gelegenheid onder het genot van koffie elkaar te ontmoeten en kennis te nemen van de verschillende stands, die betrekking hebben op kerk en samenleving. De diensten in de verzorgingshuizen In de eerste decennia van de Raad vond alleen de dienst in Overvest plaats onder auspiciën van de Raad van Kerken Enkhuizen. Toen de bewoners van Overvest vanaf februari 2001 niet minder dan bijna vijf jaar in het Liornehuis in Hoorn verbleven, omdat er een nieuw Overvest moest worden gebouwd, zijn de vrijwilligers, de organisten en voorgangers hen op vrijdagmorgen om de veertien dagen 'nagereisd'. Op 2 december 2005 konden de diensten op vrijdagmorgen weer in het nieuwe Overvest in Enkhuizen worden gehouden. Mw. M. Kool-v.d.Ban die vele jaren secretaresse van de Raad was, is voor Overvest coördinatrice van de vrijwilligers, die voor het ophalen en weer naar hun kamer brengen van de bewoners van de zorgcentra onmisbaar zijn. Vanaf 1 januari 2009 zal mw.A.C. SwierHoogschagen deze taak van haar overnemen. Ook in de andere zorgcentra, te weten Herfstzon, St. Nicolaas en Westerhof worden de diensten sinds september 2005 georganiseerd door de plaatselijke Raad van Kerken. Stiltevieringen In december 2005 verhuisden ds. Henk van Andel en zijn vrouw Josephine Wilschut naar Ieper in België. De andere leden van de Werkgroep Stiltevieringen hadden al eerder te kennen gegeven ermee te willen stoppen. De bezoekers van de Stiltevieringen bleken echter behoefte te hebben aan
6
voortzetting van de Stiltevieringen. Er werd een nieuwe werkgroep gevormd, die het weliswaar anders zou doen dan de vorige, maar die alle aspecten die in de Stiltevieringen gewaardeerd werden, weer zou opnemen. De huidige Stiltevieringen worden net als de vroegere tijdens de Advent en de Veertigdagentijd gehouden op zaterdagavond - half acht - in de Ontmoetingskerk. Ze ademen de sfeer en geest van Taizé. Wereldgebedsdag Toen het interkerkelijke comité dat de Wereldvrouwengebedsdag, zoals ze aanvankelijk werd genoemd, op de eerste vrijdag in maart gedurende vele jaren georganiseerd had, te klein was geworden, deden de overgebleven leden van het comité in 1989 het verzoek aan de Raad de verantwoordelijkheid voor deze dienst over te nemen. De Raad van Kerken besloot positief op dit verzoek te reageren. Maar in het begin van de jaren '90 besloot de Raad niet langer met het organiseren van de Wereldgebedsdag door te gaan. De animo in Enkhuizen voor het deelnemen aan de Wereldgebedsdag was te gering geworden. Leren Leermorgen In het midden van de negentiger jaren werd een aantal zogeheten 'koffiemorgens' gehouden in een kleine zaal van het intussen niet meer bestaande Hervormd Centrum in de Breedstraat in het kader van het jaar met de bijbel. De deelname daaraan bestond telkens uit ongeveer een tiental deelnemers. Leermiddag Eerder, in het midden van de jaren '80, vonden op zondagmiddag in een zaal van de vroegere Witte Duif themabijeenkomsten plaats. Leeravonden De meeste activiteiten waren 's avonds. In de tweede helft van de jaren '80 werden door de Raad avonden georganiseerd over rouwverwerking en geloofsopvoeding, terwijl in het seizoen 1986/′87 ook enige door de Raad georganiseerde groothuisbezoeken werden gehouden. In de Doopsgezinde Kerk zijn bijeenkomsten gehouden over onder meer: de arme kant van Nederland, verslaving, de Islam, de Nieuwe Bijbelvertaling en de dienst der genezing en zijn plaats in instellingen van gezondheidszorg. In de Ontmoetingskerk was er in de jaren '90 een avond over dementie en in 2006 in de OudKatholieke Kerk de avond 'Jesus my boy' door de acteur Michiel Kerbosch. In de jaren '90 nodigde de Raad aan het begin van het winterseizoen leden van kerkenraden en kerkbesturen uit voor een gespreksavond. Er waren onderwerpen als: oecumene en jeugdwerk. In oktober 2001 was 'Geweld niet gewild' het onderwerp met de bedoeling dat deze problematiek op de agenda van de kerkenraden en kerkbesturen zou komen. De opkomst voor deze avonden was echter zo gering dat de Raad besloot de gespreksavonden niet meer aan het begin van het winterseizoen te houden, maar kort na de Kerkendag in januari.
7
Omdat het aantal vertegenwoordigers van de lidkerken steeds kleiner werd, besloot de Raad op 27 januari 2003 een gespreksavond te houden over de volgende punten: 1. Wat zijn uw zorgen als kerkenraad/kerkbestuur en wat betekent dat voor de oecumene? 2. Wat zijn de zaken die u hoop geven en wat betekent dat voor de oecumene? 3. Waarin werkt u met andere kerken samen? 4. Heeft u behoefte aan een jaarlijks thema? 5. Wat voor zorgen heeft u in verband met de toekomst van de kerk? Na enige maanden kregen de kerkenraden en kerkbesturen een samenvatting van de gehouden gesprekken. Deze avonden kregen geen vervolg. Werkgroep jeugdactiviteiten In de februari-vergadering van 1990 deed de werkgroep jeugdaktiviteiten verslag van een door haar samengesteld rapport over het jeugdwerk in de lidkerken. De werkgroep werd voor haar inspanningen bedankt en van haar opdracht ontheven. In juni van 1990 werd als een vervolg op dat rapport een bijeenkomst gehouden met hen die bij het jeugdwerk van hun kerk waren betrokken. De bedoeling van deze bijeenkomst was om ideeën op te doen en materialen uit te wisselen. Van een herhaling van een bijeenkomst over het jeugdwerk is het niet gekomen. Er werd door de mensen die in hun kerk met jeugdwerk deden ook niet om gevraagd. De Raad van Kerken en de samenleving Werkgroep Kerk en Recreatie Deze werkgroep was de oudste werkgroep van de Raad van Kerken Enkhuizen. Dankzij het enthousiasme en de inzet van jongeren, van wie meerderen van elders kwamen, heeft de werkgroep gedurende ongeveer 20 jaar tijdens de zomer haar doelstelling om de bezoekers van de recreatiegebieden in Enkhuizen waar mogelijk en nodig in de ruimste zin van het woord behulpzaam te zijn, waargemaakt. Beschikt werd op het kampeerterrein aan het Enkhuizer Zand over een eigen keet, waarin op zondagavond gedurende de vakantietijd een dienst werd gehouden, waarin een van de pastores van de lidkerken voorging. De belangstelling van de recreanten voor deze diensten was echter gering. Het was in de zomerperiode ook mogelijk op bepaalde tijden onder leiding van een van de vrijwilligers tegen een geringe betaling de Drommedaris te beklimmen. In de loop van de tachtiger jaren werd het steeds moeilijker commissieleden te krijgen die tijd en energie wilden steken in het werk van de werkgroep Kerk en Recreatie. In 1990 kwam er aan dit werk een einde. De keet werd van de hand gedaan en in 2002 is het geld dat op naam van de Raad van Kerk en Recreatie nog op een spaarrekening bij de Bank stond, gelijkelijk onder de kerken die lid waren van de Raad, verdeeld. Noodopvang Op 17 januari 1979 werd de Stichting Opvangcentrum Enkhuizen, waarin ook de Gemeenschap van Kerken Enkhuizen vertegenwoordigd was, opgericht. In het voormalige zusterhuis van het vroegere Snouck van Loosenziekenhuis konden dankzij een aantal enthousiaste vrijwilligers uit de burgerij onder leiding van een coördinator mensen die acuut onderdak nodig hadden worden opgevangen.
8
Toen eind jaren '80 de laatste coordinator vertrok en het Ministerie van WVC slechts voor een zeer beperkt personeelsbestand geld ter beschikking wilde stellen als het Opvangcentrum gecontinueerd werd in de vorm van een Sociaal Pension voor dak-en thuislozen, besloot het bestuur haar activiteiten te beeindigen. De druk die op de gemeente Enkhuizen en op de vrijwilligers kwam te liggen werd in de ogen van het bestuur te zwaar. Op 19 september 1990 werd dit besluit door de voorzitter van de Stichting Opvangcentrum Enkhuizen tijdens een vergadering van de Raad van Kerken toegelicht. Aanleiding tot het instellen van de werkgroep Kerkasiel was de schrijnende situatie van Somalische jongeren in Enkhuizen, die opgepakt dreigden te worden en om die reden elders ondergebracht moesten worden. Een vijftal lidkerken van de Raad besloot na informatie over het hoe en wat van Kerkasiel zich aan te sluiten bij de Stichting INLIA in Groningen (INLIA staat voor Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers). Op 4 september 1996 gaf de heer Roelofs van de Stichting INLIA in de Vermaning algemene informatie over 3 punten: 1. de asielzoekersproblematiek 2. welke activiteiten- ook kerkelijke- zijn er? 3. wat kunnen lokale kerken aan deze problematiek doen? De kerkenraad van de gereformeerde kerk was bereid de Ontmoetingskerk voor een eventueel kerkasiel beschikbaar te stellen. Op 15 januari 1998 vond een kennismakingsavond plaats voor vrijwilligers en leden van de werkgroep Kerkasiel. Op de derde maandag van de maand kwam tot in september 1999 de werkgroep in de Ontmoetingskerk bijeen om te bespreken wat nodig zou zijn als door de Stichting INLIA op de werkgroep een beroep zou worden gedaan tot daadwerkelijk opvang van asielzoekers. Er werd een draaiboek gemaakt. In maart 2000 kregen alle vrijwilligers (op dat moment ongeveer 50) het verzoek om het draaiboek paraat te houden. Maar tot een verzoek om kerkasiel vanuit de Stichting INLIA is het niet gekomen. Op 25 juni 2003 kregen de leden van de werkgroep Kerkasiel een uitnodiging voor een bijeenkomst in de Ontmoetingskerk. Daar werden de aanwezigen geinformeerd over de toenmalige stand van zaken. Het was de laatste bijeenkomst. Korte tijd later is de werkgroep ontbonden. In de publikatie daarover in de kerkbladen werd er tevens vermeld van gemaakt dat in Hoorn de Stichting Noodopvang Vluchtelingen was opgericht. Op 11 januari 2001 ontving de Raad van Kerken van de Stichting INLIA het verzoek om financiele steun te verlenen voor de opvang van de hr.Idrissou Fafana uit Togo bij mevrouw van Dam in Hoorn. De Raad heeft gedurende 2 jaar deze financiele steun verleend. In het voorjaar van 2004 hebben de pastores van Andel en Schoon namens de Raad een brief gestuurd naar het gemeentebestuur over een noodopvang voor asielzoekers. Er werd een crisisteam opgericht met de genoemde pastores en wethouder Bode. Zodra ergens een gezin in moeilijkheden kwam zou het team bij elkaar komen. Het uitgangspunt was dat er niet meegewerkt zou worden aan een verplichte uitzetting. Intussen vallen veel asielzoekers onder het generale pardon dat in 2007 door een nieuwe regering werd afgekondigd. Sociaal Beraad Enkhuizen Tot de maatschappelijke betrokkenheid van de Raad van Kerken behoort dat de Raad ook in het Sociaal Beraad Enkhuizen (SBE) vertegenwoordigd was. De doelstelling van het Sociaal Beraad Enkhuizen is het bevorderen van het sociale gezicht van Enkhuizen.
9
In overeenstemming daarmee was onder meer het aanstellen van een sociale raadsvrouw in april 1992. Twee jaar later vond in de begeleidingscommissie van de raadsvrouw een evaluatie plaats over haar functioneren. In 2005 is ze door de gemeente Enkhuizen wegbezuinigd al bestaat de hoop dat in 2008 opnieuw een raadsman of raadsvrouw aangesteld zal worden. Het voorbereiden van een avond over zorg en wonen voor jongeren in 1997 zag het SBE ook als haar taak. In oktober van 1997 kwam de twijfel aan het sociale gezicht van Enkhuizen tot uitdrukking in een toespraak van ds. Henk van Andel in een zogeheten stadsgesprek over het onderwerp 'de politiek houdt zich meer bezig met succes dan met zegen.' In het najaar van 2001 werd in de vergadering van de Raad van Kerken meegedeeld dat er nog geen verplichte cliëntenraad is die moet toezien of de gemeente het sociaal beleid goed uitvoert. Op 1 maart 2002 werd in verband met de verkiezingen de leden van de gemeenteraad een spiegel voorgehouden door het SBE. In een rollenspel wilde men laten zien hoe men 'bij de gemeente' met mensen omgaat. In maart 2003 was er nog steeds geen cliëntenraad. Met wethouder Bode werd afgesproken dat, zolang er nog geen cliëntenraad is, het SBE als zodanig zal optreden. Dit werd in 2004 in een convenant vastgelegd. In juni 2003 stopte het SBE met het jaarlijkse overleg met de raadsleden. Het was een eenzijdig gebeuren en het vertrouwen in het SBE ontbrak. In augustus 2004 had het SBE slechts drie leden. Niettemin stelde de Sociale Dienst het overleg met het SBE zeer op prijs. Tot op heden is er vier maal per jaar overleg met de mensen van de Sociale Dienst. In oktober 2005 werd in de vergadering van de Raad van Kerken meegedeeld dat in de wandelgangen over opheffing van het SBE als clientenraad wordt gesproken. In 2005 werd in de Raad van Kerken ook melding gemaakt van de onenigheid tussen de welzijnsstichting Breedband en het Gemeentebestuur omdat deze de genoemde Stichting wil onderbrengen bij Woondiensten in Enkhuizen. In een rechterlijk geding daarover werd het Gemeentebestuur, dat per 1 januari 2008 de subsidie aan Breedband stopzette, in het gelijk gesteld. Per genoemde datum hevelde de gemeente Enkhuizen de subsidie over naar Welzijnswerk Enkhuizen dat met Woondiensten Enkhuizen samenwerkt. In 2007 is de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) van kracht geworden waardoor de gemeente sindsdien moet bemiddelen bij het verkrijgen van thuishulp en zorg. De nabije toekomst zal leren wat de uitwerking van deze wet zal hebben op het sociale gezicht van Enkhuizen. Behalve het Sociaal Beraad is ook de Raad van Kerken in de WMO-raad, die op 27 juni 2007 werd geïnstalleerd, vertegenwoordigd. In de vergadering van de Raad in augustus 2007 was het de heer C. van Zijverden die voorstelde om de diaconieën van de kerken die geen lid van de Raad zijn bijeen te roepen omdat hij als vertegenwoordiger van alle kerken in Enkhuizen in de WMO-raad graag wilde weten wat er onder hen leefde. Deze ontmoeting heeft in oktober 2007 plaatsgehad. Het inloophuis van 'Opsteker' tot 'Baanbreker' De Raad van Kerken heeft aan de wieg gestaan van wat eerst 'de Opsteker' heette en later 'de Baanbreker' werd genoemd.
10
De naam Opsteker dankte het inloophuis aan het feit dat ze sinds maart 1992 met medewerking van de Woningstichting over een huis aan de Steker kon beschikken. In september 2000 verhuisde het inloophuis naar de Drie Banen 19 en kreeg de naam Baanbreker. Er komen in het inloophuis mensen om samen met begeleiders of vrijwilligers aan diverse activiteiten mee te doen. De Baanbreker is in 2001 ook een kringloopwinkel gestart en heeft al enige jaren een doelgroep die onder begeleiding eigen beeldende kunst kan uitproberen. De Baanbreker voorziet in een grote behoefte maar kan alleen bestaan dankzij de medewerking van vrijwilligers. Het project "de aarde ademt op" Tijdens de landelijke Kerkendag in september 1992 werd weliswaar het Conciliair Proces voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping dat op de landelijke Kerkendag in 1989 in Utrecht centraal stond, officieel afgesloten, maar het is duidelijk dat het hier om zaken gaat die feitelijk niet afgesloten kunnen worden. Het genoemde project "de aarde ademt op" waarin het milieu centraal staat, heeft alles te maken met de heelheid van de schepping. Het was in mei 2003 dat vertegenwoordigers van de Raad van Kerken Enkhuizen, de Stichting Oikos, de gemeente Enkhuizen en het Milieu Educatie Centrum "De Witte Schuur" besloten om de campagne van Kerkinactie met het project "de aarde ademt op " in Enkhuizen te starten. De Raad nodigde de lidkerken, de ZWO-groep en de Providergroep uit voor een vergadering in de Ontmoetingskerk op 22 september 2003 met het doel tot een werkgroep te komen die met het genoemde project aan de slag zou gaan en zoveel mogelijk mensen over het project zou informeren. Op die 22ste september 2003 kregen de aanwezigen informatie over voorlichting en educatie door de Witte Schuur, vooral gericht op het onderwijs en op de betrokkenheid van de burgelijke gemeente bij milieuvragen en over ervaringen van een aantal Eco-teams en over het project "De aarde ademt op" dat de komende periode ruimte wil krijgen binnen de kerkelijke organen. Op 16 januari 2004 reageerde het kerkbestuur van de Oud-Katholieke Parochie positief op het verslag van deze bijeenkomst. Van de andere lidkerken was op dat moment nog niets vernomen. In september van 2004 informeerde de secretaresse van de Raad van Kerken de lidkerken en de werkgroepen voor Diaconaat, Missie en Ontwikkelingssamenwerking in de lidkerken nader over het Klimaatfonds en over de kosten van de plaatselijke actie. Tijdens de Markt van de Hoop op zaterdag 25 september 2004 werden de inwoners van Enkhuizen over de actie geinformeerd. De Raad van Kerken besloot in 2004 en 2005 het bovengenoemde project financieel te steunen. 4 mei-comite De Raad van Kerken maakt ook deel uit van het 4 mei-comite. Ze organiseert op 4 mei - 's avonds om 19.00 uur - een bijeenkomst ter herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in de Zuiderkerk, waarin ook het gemeentebestuur aanwezig is. Daarna volgt een stille tocht naar het monument in het Wilhelminaplantsoen. Nadat om 20.00 uur 2 minuten stilte in acht genomen is en de burgemeester een korte toespraak heeft
11
gehouden, worden namens verschillende organisaties, waaronder de Raad van Kerken, bij het monument kransen gelegd. De Raad van Kerken en de Islamitische Gemeenschap in Enkhuizen Toen in de zestiger jaren bij een overspannen arbeidsmarkt in Nederland een groot aantal gastarbeiders werden aangetrokken, waren het met name Turken en Marokkanen die bij Draka/Polva kwamen werken. Vrijwel iedere Nederlander ging er toen nog van uit dat deze mensen na een aantal jaren weer terug zouden gaan naar hun geboorteland. Dat gebeurde echter niet. Toen in de zeventiger jaren de gezinshereniging plaatsvond werd het duidelijk dat ze bleven. In een van de eerste Kerkendagen in de jaren '80 waarin professor Wessels, een bekend islamoloog, voorging, waren op uitnodiging ook een aantal moslims uit Enkhuizen aanwezig. Later woonde het pastoresberaad een vrijdaggebed bij in het gebedshuis van de Moslimgemeenschap in Enkhuizen in de Tureluurshof. Meerdere malen is door de Raad een groet aan de islamitische gemeenschap in Enkhuizen gestuurd aan het einde van de ramadan. De gebeurtenis op 11 september 2001 in Amerika was aanleiding opnieuw contact te leggen met de Islamitische Gemeenschap. Na een eerste bezoek aan het gebedshuis in januari 2002 zou kort daarna een ontmoeting plaatsvinden in aanwezigheid van de imam. Maar door een onverwachte terugkeer van hem naar Turkije ging het niet door. In 2007 heeft de landelijke Raad van Kerken een brochure uitgegeven met daarin een eenvoudige handreiking om een gesprek aan te gaan tussen moslims en christenen. In de brochure wordt ook aandacht besteed aan de voorbereiding van een ontmoeting en er worden praktische suggesties gegeven voor de ontmoeting zelf. Gedurende meerdere jaren werd niets meer van het bestuur van het islamitisch gebedshuis in de Tureluurshof vernomen. In 2007 werd door het pastoresberaad opnieuw contact gezocht maar nu via de Stichting Islam en Dialoog. In dit contact werden de lid kerken voor een nadere kennismaking in het islamitisch gebedshuis uitgenodigd. De ontmoeting van de leden van de lidkerken van de Raad met de moslimgemeenschap vond plaats op zondagmiddag 16 december 2007 en is in de januarivergadering van 2008 door de Raad geëvalueerd met het oog op de mogelijkheid van vervolg-contacten. Een tegenbezoek van leden van de moslimgemeenschap aan de kerken in Enkhuizen heeft plaats gevonden op zaterdag 3 mei. Een ontmoeting tussen christenen en moslims vond plaats in de Oud-Katholieke Kerk aan de Breedstraat, waar ook een korte gebedsdienst werd gehouden. Daarna was er een rondleiding en orgelspel in de hervormde Zuiderkerk. En het 'kerkenpad' werd afgesloten met een interreligieus gesprek en theedrinken in de doopsgezinde Vermaning aan het Venedie. De uitnodiging aan de christenen in Enkhuizen voor een vervolgcontact is toen gelijk gedaan door de daar aanwezige moslims. Een jaar apart: het 650 jarig bestaan van de stad Enkhuizen Het voorstel om ook als kerken duidelijk present te zijn tijdens het feestjaar 2006 kwam vanuit het pastoresberaad. De Raad van Kerken stemde met het voorstel in. Een werkgroep, bestaande uit leden van de lid kerken van de Raad en een vertegenwoordiger uit de Raad, heeft in de eerste helft van 2006 meerdere keren vergaderd om tot voorstellen te komen, waarmee de lid kerken zich tussen zaterdag 9 september en vrijdag 15 september 2006 zich in Enkhuizen zouden presenteren. Het doel was: de kerken tonen hun schatten uit het verleden en heden en willen die delen met iedereen die er belangstelling voor heeft.
12
De doelgroep: allen die belangstelling hebben voor kerk en geloof, alle toevallige passanten en de eigen kerk, parochie en gemeente. Het boekje met de titel "Verborgen schatten van de kerk" met gedichten, teksten en korte overwegingen van gemeenteleden werd in de feestweek op grote schaal uitgedeeld. De start van de feestweek vond plaats in de namiddag van de monumentendag (9 september) met een feestelijk gebeuren in de Zuiderkerk en de sluiting in de Rooms-Katholieke Kerk met een oecumenische vesper. Vanaf maandag 11 september tot en met 14 september vond van 12.00 tot 12.30 een middaggebed plaats in een van de kerken. Bij de evaluatie van de feestweek besloot de Raad van Kerken ook in de zomer van 2007 bepaalde activiteiten te organiseren. De werkgroep uit 2006 kwam daarvoor in 2007 meerdere malen bijeen. Met het middaggebed werd op woensdag 16 mei 2007 in de Zuiderkerk een begin gemaakt. Ook in 2008 zal dit middaggebed plaatsvinden tussen mei en september. Een laatste korte terugblik Gezegd kan worden dat het mede aan het werk van de Raad van Kerken te danken is dat het kerkelijk klimaat in Enkhuizen aangenamer is dan voor de oprichting van de Raad. Behorend tot verschillende kerken in onze stad beoordelen we elkaar niet meer in de eerste plaats op wat ons scheidt maar wat ons met elkaar verbindt: het geloof in Jezus Christus en de verwachting van Gods Koninkrijk van gerechtigheid en vrede. Het was en is dit geloof als gave en opgave dat ons als vertegenwoordigers van de lidkerken in de vergaderingen van de Raad met elkaar verbond en verbindt. De vergaderingen van de Raad, waarvan er jaarlijks veelal 10 plaatsvonden, verliepen in de afgelopen 40 jaar dan ook in een goede sfeer, ook toen in de jaren '80 binnen de Raad de meningen over met name het IKV (het Interkerkelijk Vredesberaad) met zijn 'de Kernwapens de wereld uit, te beginnen uit Nederland', verdeeld waren. Afgevaardigden van de kerken in de Raad Tenslotte volgen in alfabetische volgorde de namen van hen die in de afgelopen 40 jaar korte of lange tijd zijn afgevaardigd door één van de kerken die lid zijn van de Raad van Kerken Enkhuizen: Oud-Katholieke Parochie pastoor W.H. de Boer mw. J.M.E. Botman diaken Th. van Driel pastor J. Groen pastoor A.R. Heijligers pastoor H.A. Schoon mw. M.H. Swier-Schenk dhr. S.W. de Vries (namens Raad in werkgroep KIDS) dhr. J. Wijker (uit Lelystad)
13
Rooms-Katholieke Parochie mw. I. Beemster-Wagenaar mw. C. Dekker-Turnhout pastoor J. Hoevenaars dhr. J.T. v.d. Mee dhr. J. Meewisse pater P. Peelen sj dhr. H. Sistermans mw. E. Stavenuiter mw. M. de Wit-van der Lee Doopsgezinde Gemeente mw. J. Gramberg dhr. W.J. van der Heide mw. H. Kraak-Kok dhr. H.J. van Lijnen Noomen (namens Raad in werkgroep KIDS) mw. I. Maring-Nobel mw. G. Visman mw. A. Visser mw. J. Vlasveld Hervormde Gemeente mw. R. Boogaard-van der Bijl mw. A. Janssen-Middelveld dominee H.J. de Jonge mw. B. Koning-Franssen mw. M. Kool-van den Ban dhr. J.J. Pater dhr. A. Putting dominee C. Schilder mw. M. Smit-Bakker (namens de Raad in de werkgroep KIDS) mw. W. Spanhaak mw. E.P. Visser-Schouwenaar Evangelisch-Lutherse Gemeente dhr. H.J.A. Droste mw. E. Harlaar dhr. W. Koolhaas
14
dhr. W.G. Milde dhr. A. Nauta dhr. A. Zuyderduin Gereformeerde Kerk dominee H. van Andel dhr. J.H. Baars mw. E. Bosch (namens Raad in Sociaal Beraad en Helpende Handen) dominee J.M. v.d. Brink mw. R. Hartog-Bolle dhr. W. Vesseur mw. N. Vos-Rijff mw. B. Wolters-Hummel dhr. C.A van Zijverden (namens Raad in WMO en de Baanbreker) Leger des Heils dhr. L. Hoek mw. M. Kaspers-Grosze Nipper majoor A.G.M. Muller kapitein H. Valster mw. J. Wiersma-Planting kapitein E. Wubbema Afgevaardigden van de kerken die gastlid zijn van de Raad: De Zevende-dags Adventisten mw. E. Garms-Oppedijk dhr. W.D. Norg Het Apostolisch Genootschap dhr. C. Barendregt dhr. M.H. Govers mw. M. Sweerts dhr. R. van de Vecht Afgevaardigden van kerken die namens de Raad in een werkgroep hebben deelgenomen: Stiltevieringen dominee A.M. van Zijverden-Poortman
15
4 mei comite mw. D. van Tongeren-Schuyt
Drs C. Schilder, emeritus-predikant van de Hervormde Gemeente Enkhuizen voorzitter van de Raad van Kerken Enkhuizen (1992-2007)
16
De begintijd van de Raad van Kerken Enkhuizen Heel in het begin, dat is vlak na de oorlog, hadden de mensen behoefte aan bijeenkomen. De hele oorlog was onrustig geweest. Je kon niet bij elkaar komen. Maar na de oorlog schoten de buurtverenigingen als paddenstoelen uit de grond. De mensen waren hier jarenlang onderdrukt en nu wilden ze samen weer verder. Ook de kerken zochten toenadering tot elkaar. Van alle kerken werden 1 of 2 leden gevraagd om rond de tafel te gaan zitten en te proberen samen wat te organiseren. Zij waren geen officiële afgevaardigden van de kerken. Maar we zochten wat mensen bij elkaar die wel in deze geest dachten. Het eerste wat we toen deden was een Kerstzangdienst organiseren. De eerste was in de Westerkerk, nog onverwarmd. Maar dat hinderde ons niet. De kerk was stampvol, zo'n 800 aanwezigen. Je moet je dit voorstellen na de oorlog. De mensen waren zo verschrikkelijk blij dat ze vrij waren. Het organiserende groepje bestond uit: Aart Nauta, Mien Vlasveld, Broers, van der Heuvel, Pater en dan ikzelf. De Kerstzangdienst had dus nog niks met de kerken te maken. We wilden eigenlijk zo graag iets doen. Een aantal jaren werden deze kerstdiensten gehouden. Maar toen de oecumenische diensten kwamen, werden de kerstzangdiensten niet meer georganiseerd. We vertegenwoordigden nog niet de kerken, maar kwamen als losse groep bij elkaar. De Week der Gebeden werd georganiseerd en ook de Passiestonden. Elke zaterdag was er een bijeenkomst in de Doopsgezinde Kerk met onder anderen kapelaan Hoevenaars en met Elly Faber. Dat was ook zo'n groepje die dat organiseerde. En dat kapelaan Hoevenaars meedeed, daar waren we erg blij mee, want meestal hadden we van die zijde erg weinig mensen. Het uitgangspunt was: samen op weg proberen de overeenkomsten te vinden en niet de verschillen waar vroeger zo de nadruk op gelegd werd. Raad van Kerken De Oud-Katholieke pastoor Heijligers had de oprichting van de Wereldraad van Kerken in Amsterdam meegemaakt. Dat was in 1948 toen hij pastoor was van de Oud-Katholieke parochie in Amsterdam. Daarna is hij pastoor geweest van de Oud-Katholieke parochie van Alkmaar. Daar heeft hij een Raad van Kerken opgericht. Toen hij naast pastoor van Alkmaar ook pastoor van Enkhuizen werd, probeerde hij ook hier een Raad van Kerken op te richten. In Amsterdam was hij daar ook altijd heel druk mee bezig geweest. Vooral samen met de heer Pater heeft hij de kar getrokken. De heer Pater was van de hervormde gemeente, woonde op de Heiligeweg. Hij was de secretaris en pastoor Heijligers voorzitter. Pastoor Heijligers en de heer Pater deden erg veel samen. Eerst werd een groepje vrijwilligers gevraagd. En die probeerde de Oecumenische Raad op te richten. Toen het Raad van Kerken werd, werden de afgevaardigden officieel door de kerkenraad en kerkbesturen aangewezen. Zij moesten verslag aan hun kerk uitbrengen. Alle kerken deden mee: de lutherse kerk, de doopsgezinde, de hervormde, de gereformeerde, de Oud-Katholieke, de rooms-katholieke parochie, het Leger des Heils en tegenwoordig denken de Zevende-dag Adventisten ook met ons mee. Ze zijn geen lid van de Raad, maar ze blijven wel op de achtergrond meedoen. Dat officieel-zijn was natuurlijk ook wel lastig. Want er was haast niets te besluiten. Als wij wat afspraken, dan gingen de afgevaardigden weer terug en dan kwam er eigenlijk altijd kritiek en dan moest er weer een vergadering komen met weer een volgend punt. We kwamen wel tot iets, maar pas na weken van vergaderen met alle kerkenraden, of alleen met de gereformeerde kerkenraad. We hebben het al die jaren volgehouden omdat we wilden doorzetten. Vergaderen en besluiten nemen werden moeilijker omdat er steeds overleg plaats moest hebben.
17
Wat we toen deden: vier oecumenische diensten per jaar organiseren met voorgangers uit verschillende kerken. Eerst was het zo: dan moest beslist van alle kerken iemand meedoen. Maar dat werd al gauw trapje op, trapje af. Toen is het aantal voorgangers beperkt tot twee. De eerste diensten waren diensten van Woord en Gebed. Na 1969, na veel overleg, werden ook brood en wijn uitgedeeld. Maar dat had natuurlijk ook veel voeten in de aarde. Van sommige kerken mocht dat niet. Er waren sommige mensen zo radicaal tegen, dat ze niet kwamen, maar dan ook strijd er tegen voerden. Want we deden eerst de andere kerken dicht. Maar dat mocht toen niet meer. Dan werd er gezegd: “dan missen wij die dag de kollekte, terwijl we die dag wel huur voor de kerk moeten betalen”. Dat was één punt. Toen gingen ze maar om 9.30 uur kerken. Maar dat lukte natuurlijk ook niet. De dingen die de afgelopen jaren tot stand zijn gekomen In elke oecumenische dienst werd een collecte gehouden voor een speciaal doel, zoals Rode Kruis, Vluchtelingen, Amnesty International. Kerk en Recreatie kwam toen tot stand. Dus hebben ze daar ook in een oecumenische dienst een collecte voor gehouden. Er was altijd wel een of andere ramp, waarvoor gecollecteerd kon worden. De campingdiensten waren eerst op zondagavond in het kerkje van het buitenmuseum. Dat was heel leuk. Maar je weet hoe mensen zijn: die trokken toch stilletjes het museumterrein op. Dus toen mocht dat niet meer. En het kerkje bleef dicht. En toen verhuisden we naar de kantine. Maar daar konden we 's avonds om 19.00 uur niet meer terecht, want daar waren wedstrijden. Dus toen moest 's morgens om 9.00 uur. Voorgangers die om 10.00 uur in de eigen kerk aanwezig moesten zijn hadden het druk. Want die renden gewoon heen en weer. Of er moest een auto zijn, of men was op de fiets snel weg. Later verhuisden we naar de keet. Waar alle dagen de kampeerkinderen werden beziggehouden. Door gebrek aan medewerkers is dit werk gestaakt. Daar werden ook de diensten gehouden. Maar het was per slot van rekening zo dat de meeste mensen uit de stad kwamen, en maar drie of vier campingbewoners. Dus het had eigenlijk geen zin meer. Dat is nu helemaal weg. En er waren ook te weinig medewerkers die zo veertien dagen vakantie wilden opofferen. Een ander project was het Opvangcentrum. En dat is tot grote spijt van de trouwe medewerkers weggesaneerd door de overheid. Die wilde dat bij Hoorn betrekken. Maar ja, dat zagen we toch ook niet zitten, om daar een dependance van te worden. En dat mocht per slot van rekening ook niet meer. Ik had liever gehad dat het opvangcentrum nog bestond. Want waarheen de mensen nu gaan: dat is ver weg. We waren heel enthousiast over het bestaan van het Opvanghuis. Maar ja, als dat dan niet gaat... We hebben heel veel tijd en centjes besteed aan Kerk en Recreatie en aan het Opvangcentrum. Het is ook niet voor niets geweest. Ik heb zelf een keer gehad dat iemand van IJmuiden, een Oud-Katholiek, in het ziekenhuis lag en dan kregen wij het verzoek om daar heen te gaan, en dan zei ik: “Ik ken u, van de campingdiensten!” Die persoon kwam namelijk ook altijd op de campingdiensten. Er kwam toen ook bij dat men de mensen in de eigen kerken wilde houden in plaats van in de campingdiensten. Maar ja, of dat gelukt is weet ik niet. Mw. J.M.E. Botman (1911-1993) afgevaardigde namens de Oud-Katholieke Parochie van de H.H.Gummarus en Pancratius te Enkhuizen
18
De huidige Raad van Kerken Enkhuizen De tijd dat ik in de Raad van Kerken zit is nog niet zo lang als dat van Jo Botman. Maar toch volg ik al vele jaren het wel en wee van de Raad van Kerken. Wat er is veranderd in de Raad van Kerken Het is nog niet zo lang geleden dat christenen van verschillende kerken vrij vijandig soms tegenover elkaar stonden en ik vind dat dat heel erg veranderd is. We zijn ons toch wel bewust geworden van het feit dat we als christenen bij elkaar horen, ongeacht bij welke kerk je aangesloten bent. In de Raad merken we dat dit besef van saamhorigheid voor veel mensen gewoon is geworden. Er is wel eens weinig aandacht voor de Raad van Kerken. Maar aan de andere kant vind ik dat positief. Want de Raad hoort er gewoon bij. Helemaal zonder de Raad zou men ook niet willen! Dat vind ik een positieve verandering. Ondanks dat mensen niet zo hard meer lopen voor de activiteiten van de Raad, zijn ze toch wel blij als ze merken dat de Raad iets organiseert. De landelijke Raad van Kerken De plaatselijke Raad van Kerken is autonoom, zoals dat heet. We hebben onszelf opgericht. En we zijn geen verantwoording verschuldigd aan de landelijke Raad van Kerken. En als de landelijke Raad van Kerken zijn stem laat horen bij belangrijke onderwerpen in de samenleving, dan gaan zij niet eerst alle Raden in het land langs om te vragen of het wel goed is. De landelijke Raad spreekt namens zichzelf, omdat die vertegenwoordiger is van de kerkgenootschappen. De plaatselijke Raad van Kerken kan altijd zijn stem laten horen, als die het niet eens is met de landelijke Raad. De landelijke Raad van Kerken heeft wel een functie voor de Raad van Enkhuizen in het doorspelen van informatie. We hebben ook een maandelijks blad oecumenisch bulletin. De landelijke Raad levert ook allerlei onderwerpen, die ze bij ons aanbevelen. Daardoor voel je je toch wel verbonden met elkaar. Waar de Raad van Kerken in Enkhuizen nu mee bezig is De Raad van Kerken Enkhuizen heeft nogal wat onderwerpen op het lijstje staan. We noemen dat vertegenwoordigingen. Je zou het in tweeën kunnen verdelen: Ten eerste hebben we onderwerpen die zijn aangereikt door de landelijke Raad van Kerken. Die proberen wij weer door te geven aan de lidkerken. Dat zijn zaken die in de belangstelling staan, zoals onderwerpen uit de samenleving, die op dat moment heel belangrijk zijn, bijvoorbeeld het vluchtelingenprobleem, of het omgaan met vreemden in de samenleving, of de man-vrouw verhouding. Een heel belangrijk onderwerp is de afgelopen vijf jaar geweest het conciliair proces. De naam 'conciliair proces' duidt op een proces van vergaderen over de toestand van de wereld. We weten allemaal wel dat de toestand van de wereld waarin we leven nogal zorgwekkend is, vooral wat het milieu betreft. Om deze reden is er vanuit de Wereldraad en later vanuit onze landelijke Raad een oproep gekomen aan alle kerken die zich aangesproken weten door de bijbelse opdracht om met elkaar recht te doen en de aarde goed te beheren. Die opdracht werd kort samengevat in een proces van 'gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping'. Door die oproep zijn in verschillende plaatsen comités ontstaan. Deze hebben geprobeerd om die bijbelse opdracht en de dingen die daaruit voortkomen naar de mensen in hun woonplaats over te brengen. Ook in Enkhuizen is dat geprobeerd, en wel door de werkgroep conciliair proces. Uit het werk van deze comités kwamen in vele plaatsen allerlei initiatieven voort die met het milieu te maken hebben. Zo is de werkgroep in Enkhuizen begonnen met de mogelijkheid voor mensen om het plastic in te leveren. Daar heeft de werkgroep toen veel aandacht voor gevraagd. En dat werkte! Het initiatief heeft veel succes gehad. Zozeer zelfs, dat het door de gemeente Enkhuizen is overgenomen. Na vijf jaar werd dat conciliair proces in Amersfoort afgesloten met een landelijke kerkendag. Toen had 19
ik wel het gevoel dat er meer bereikt had kunnen worden. Maar het goede is wel dat de aandacht voor het milieu nu toch wel meer leeft onder de mensen. Ten tweede zijn we als plaatselijke Raad ook zelf bezig met vertegenwoordigingen. Wij hebben vanuit de Raad mensen in maatschappelijke verenigingen. Zo zit er iemand van de Raad in de werkgroep ontwikkelingssamenwerking, in de werkgroep Sociaal Beraad, vroeger- in het Zuid-Afrika-comité, in het 4 mei comité voor de herdenking, het comité de Poli moet open blijven. Deze vertegenwoordigingen zijn voor de Raad belangrijk omdat we als kerken ook onze stem in deze comités kunnen laten horen. Iemand van de Raad werkt ook bij de lokale omroep. Een belangrijk project momenteel is het Inloophuis. Dat is nieuw en nog ziet zo bekend, terwijl er toch al veel informatie over geweest is. Mensen uit de Raad van Kerken hebben nagedacht over het gebrek aan mogelijkheden voor sociaal contact in de Gommerwijk van Enkhuizen. Voor mensen die daar wonen zijn helemaal geen winkels, helemaal niets. En een winkel is soms ook iets voor sociaal contact. Deze mensen zijn naar het gemeentebestuur van Enkhuizen gegaan en hebben het probleem daar besproken. Op den duur hebben zij voor dit probleem gehoor gevonden bij wethouder Knukkel en de woningbouwvereniging, die ook hieraan meewerkte. En nu is er een Inloophuis aan de Steker 6. En dat fungeert als een soort huiskamer. Daar kunnen mensen die daar in de buurt wonen en die behoefte hebben om eens een praatje te maken, inlopen en een kop koffie drinken. En er zijn zelfs mogelijkheden dat er samen gegeten kan worden. Als laatste wil ik de werkgroep noemen die de Stiltevieringen voorbereidt, die worden gehouden in de Ontmoetingskerk. Goede dingen die gebeurd zijn in de Raad van Kerken De vier oecumenische diensten uit het verleden zijn teruggebracht tot één, die we tegenwoordig de kerkendag noemen. Deze kerkendag heeft nu drie keer plaats gevonden. En dan waren alle andere kerken gesloten. Daar is zoveel vreugde over. En dat komt door het gevoel: dit is ook echt een dienst van ons allen. Twee keer is de kerkendag gehouden in de Zuiderkerk en de laatste keer was in de Rooms-Katholieke Kerk aan de Westerstraat. Er was een hele fijne samenwerking met de mensen die de dienst organiseerden. De dienst werd goed bezocht. En er waren veel blijde gezichten. Tenslotte noem ik als hoogtepunt de kerkendag van de landelijke Raad van Kerken, die onlangs in Amersfoort is gehouden als afsluiting van het conciliair proces. Daar waren we met 18.000 mensen samen. De opening en sluiting van de dag met een viering in de open lucht maakte de dag tot een belevenis en tegelijk tot een bemoediging. mw. M. Kool-van den Ban afgevaardigde namens de Hervormde Gemeente Enkhuizen
20
Hoe de stilteviering tot stand kwam Voordat ik in Enkhuizen kwam wonen heb ik tien jaar gewoond in Grou, in Friesland. Daar heb ik zeven jaar meegewerkt aan de voorbereiding van wat wij de naam 'stilteviering' hebben gegeven. Ik deed dat daar met een groepje vrouwen en mannen van verschillende kerken. Dat is begonnen met het feit dat ik vijftien jaar geleden met een aantal vrouwen naar Taizé ben geweest. Taizé is een klein dorpje in Zuid-Frankrijk. Taizé is voor mensen bekend. Toch zijn er heel wat mensen die niet weten wat daar te doen is. In Taizé is een oecumenische broedergemeenschap. Sinds de zestiger jaren komen daar veel jonge mensen steeds een aantal dagen met die broeders meeleven. Ze gaan dan mee naar de diensten en ze hebben gespreksgroepen met elkaar. Soms zijn er jonge mensen die voor een langere periode, een aantal maanden, daar meedraaien. De prior van die kloostergemeenschap, frère Roger, is daar na de oorlog gaan wonen en begon toen met de opvang van politieke vluchtelingen. Kloosters komen voor in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar het opmerkelijke van Taizé is dat dit een oecumenische broedergemeenschap is, waar broeders van verschillende kerken en vanuit de verschillende landen bij elkaar zitten. De opzet van Taizé is dan ook om verzoening tot stand te brengen over kerkgrenzen en over landsgrenzen heen. Het is om deze reden heel boeiend om daar te zijn en om daar mensen uit allerlei landen te ontmoeten. Toen ik daar jaren geleden voor het eerst kwam, sprak het mij heel erg aan dat die broeders proberen om rechtvaardige verhoudingen tussen mensen en de opheffing van armoede te verbinden met hun religieuze leven. Dus ze wonen daar niet alleen afgezonderd in die kloostergemeenschap. Maar er zijn broeders die reglematig arme sloppenwijken in trekken om daar het leven te delen met de mensen die daar wonen. Frère Roger heeft daar ook jaren geleden al een boekje over geschreven dat de naam kreeg 'strijd en aanbidding'. De opzet van Taizé blijkt daaruit: als je de wereld wilt hervormen, als je wat wilt veranderen, dan heb je inspiratie nodig, dan heb je moed nodig. De verhalen van de bijbel zijn losgerukt, als je ze gaat loshalen van dat leven. Door die twee polen bij elkaar te brengen werden ook al die jonge mensen uitgenodigd niet om nu een nieuwe kerk te stichten, een soort van Taizé-beweging, maar om als ze weer terug zouden gaan, in hun eigen omgeving te gaan kijken wat hier die plekken zijn van hoop. Elk jaar is er in één van de grote steden van Europa een bijeenkomst. En daar worden dan weer mensen gevraagd om mensen uit andere landen te ontvangen. Zo heeft het leven van Taizé ook consequenties voor de wereld daarbuiten, en via de werkgroep Stilteviering ook voor de mensen in Enkhuizen die in de Stiltevieringen hun plek vinden van hoop. mw. J. Wilschut, lid van de werkgroep Stilteviering (1986-2005)
21
De toekomst van de oecumene in Enkhuizen In het boekje dat door de Raad van Kerken Enkhuizen is uitgebracht ter gelegenheid van zijn 25 jaar bestaan schreef de toenmalige voorzitter, Jan Groen, over de activiteiten in de iniatieven van de Raad in al die jaren, dat deze door de kerken afzonderlijk nooit tot stand hadden kunnen komen. Uit de historische beschrijving, die is opgeschreven door zijn opvolger, Cor Schilder, kun je opmaken hoe na de Tweede Wereldoorlog de mensen in de kerken doordrongen waren geraakt van het besef dat gemeenschappelijkheid een noodzaak is om verder te komt op de weg van de vrede voor de gehele bewoonde wereld. Op wereldniveau, op landelijk en op plaatselijk vlak was er in 1948 het inzicht dat je op die weg naar vrede niet verder kwam, als je probeert om die afzonderlijk te gaan. Bij die noodzaak van gemeenschappelijkheid paste het woord koinonia het beste, omdat de eenheid waar dit woord op duidt verscheidenheid inhoudt en geen uniformiteit. In de afgelopen veertig jaar van gemeenschappelijk overleg en activiteiten in de Raden van Kerken is de betekenis van het ideaal koinonia verder gewerkt in de zin dat verscheidenheid geen alibi mag zijn voor het handhaven van tegenstellingen op het gebied van geloof, of voor het stopzetten van de oecumenische dialogen over geschillen uit het verleden van kerken. Legitieme verscheidenheid is verscheidenheid die uitgaat van verzoening, die reeds is bereikt of nog bereikt gaat worden. In het boek dat de Raad van Kerken in Nederland vanwege zijn 40 jarige bestaan heeft uitgegeven Waakvlam van de Geest schrijft Anton Houtepen dat plaatselijke en regionale raden van kerken de voorlopige, maar broodnodige gestalte vormen van deze 'legitieme en verzoenende verscheidenheid'. In deze raden probeer je: alles samen te doen wat samen kan in de gegeven context van tijd en plaats. In het boekje van het 25 jarig bestaan van de Raad van Kerken Enkhuizen schrijft Cor Schilder dat de Raad in al die jaren prioriteit heeft gegeven aan het bevorderen van de eenheid van de christenen in Enkhuizen maar ook aan de vragen en noden van de samenleving niet is voorbijgegaan. In de grondslag van de Raad van Kerken in Nederland, die door de Raad van Kerken is overgenomen zijn kerk en wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden in de belijdenis dat Jezus Christus Hoofd der Kerk is en Heer der wereld. Na het overnemen van de nieuwe grondslag van de Raad van Kerken in Nederland in 2007 blijft de Raad van Kerken Enkhuizen ervan uitgaan dat op beide gebieden van kerk en wereld de Raad actief moet zijn. Kerk en wereld vormen als het ware de beide benen waarop de Raad lopend vooruit kan komen. Dit sluit aan bij de slotwoorden van Cor Schilder die schrijft dat hij hoopt dat de Raad van Kerken Enkhuizen ook in de toekomst met beide benen in de maatschappij al blijven staan. In een beleidsnota en de voornemens die onlangs zijn uitgesproken in de Raad van Kerken Enkhuizen blijkt deze inzet op twee fronten tegelijk. Verzoende en verzoenende verscheidenheid heeft de Raad in 40 jaar steeds meer gemeenschappelijke vieringen opgeleverd. Zo is daar niet alleen maar de jaarlijkse Kerkendag aan het begin van de Week van gebed voor de eenheid. Maar daar zijn inmiddels het wekelijkse middaggebed op woensdagen in de zomerperiode in de Zuiderkerk bijgekomen, alsook de stiltevieringen in de Advent en de Veertigdagentijd in de Ontmoetingskerk, en de ochtend- en avondgebeden in de verzorgingshuizen in Enkhuizen. In al deze vieringen blijken vormen van gemeenschap te zijn ons taan van mensen uit verschillende kerken en uit verschillende delen van de samenleving. Deze nieuwe vormen van gemeenschap zijn uitgangspunt voor de toekomst van de Raad en bieden de hoop op het kunnen overstijgen van oude tegenstellingen op geloofsgebied, wat Geert Boogaard, predikant vanaf 1967 in Enkhuizen, aanwezig bij de oprichting van de Raad in 1968, in 1975 verwoordde in zijn gedicht 'oecumenische dienst': 22
Oecumenische dienst Alle dingen zijn nu gereed, er is een beker in mijn hand en een priester deelt brood uit aan allen. We staan te geven aan groot en aan klein, een kind drinkt van de wijn en lacht. Vandaag is alles achter ons en vergeten is ieder onvergetelijk verschil. We zijn samen op weg naar de toekomst, we zijn niet weinig opgelucht na zoveel verleden, het koor prijst en zegent de Naam. Geert Boogaard De Raad zal zijn betrokkenheid bij de opvang van mensen in de samenleving en bij de zorg en ondersteuning aan wie deze het meest nodig heeft, intensiveren. Naast deelname in het Sociaal Beraad en Helpende Handenis de deelname aan de gemeentelijke adviesraad voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning een nieuw middel om erop toe te zien dat het de mensen in de samenleving niet ontbreekt aan de benodigde zorg en ondersteuning. Ook het hernieuwde contact tussen de Raad en de Baanbreker, wat heeft geleid tot het lidmaatschap van de afgevaardigde Kees van Zijverden in het bestuur van de Baanbreker, biedt een uitgelezen kans. Misschien kunnen hierdoor meer mensen uit de kerken worden betrokken bij het werk als vrijwilliger in de Baanbreker. Misschien wordt het nog mogelijk dat door de band van de Raad met de Baanbreker de mogelijkheid er komt om mee te werken aan de opvang van mensen die in acute nood verkeren. Dan is een jarenlange wens van de leden van de Raad vervuld om aan mensen in nood niet alleen een maaltijd maar ook een onderkomen te kunnen bieden, iets wat ook in 1979 nog mogelijk was.
23
De contacten van de Raad van Kerken met het bestuur van de Islamitische gemeenschap aan de Tureluurshof verlopen zo succesvol dat deze in de komende jaren zullen worden voortgezet. Aan de ontmoetingen van christenen en moslims in de stad Enkhuizen, aan de gesprekken die tussen hen zijn gevoerd, aan de gezamenlijke maaltijden en gebeden, blijkt dat de verzoende en verzoenende verscheidenheid ook kan bestaan tussen mensen van verschillende religies. Hier ligt voor de Raad de opdracht om in de komende jaren met deze contacten verder te gaan. Dit is een dankbare taak, omdat die positief kan uitwerken op de relaties van mensen in de samenleving van Enkhuizen. De vrucht van deze contacten is dat ze eventuele spanningen verminderen en voorkomen dat sommige groepen in de bevolking van Enkhuizen langs elkaar heen leven. De keerzijde van een gemeenschappelijk viering in één kerk is dat de deuren dichtgaan van de andere kerken. Uit het interview uit 1993 met Jo Botman blijkt hoe moeilijk het is geweest om van kerkbesturen medewerking te krijgen voor deze vieringen. Blijkbaar kan oecumene minder aantrekkelijk zijn als daarvoor iets moet worden opgegeven of een prijs betaald. Zo bleek tijdens de onlangs gehouden rondgang door leden van de Raad bij kerkenraden en kerkbesturen van de aangesloten kerken nog veel onwetendheid te bestaan over de oecumene in Enkhuizen, over de betekenis en de werkwijze van de Raad van Kerken, en over de eigen afgevaardigden en wat zij daar eigenlijk doen. Dit heeft mij doen denken aan wat de eerste secretaris van de Raad van Kerken, Joh. J. Pater, heeft geschreven toen hij zag hoe weinig leden van kerken op 31 oktober 1968 naar de Rooms-Katholieke kerk waren gekomen, waar de op 5 juni 1968 opgerichte Raad van Kerken Enkhuizen zichzelf presenteerde. Dit was volgens hem te wijten aan de vrijblijvende houding van de colleges en besturen van de aangesloten kerken. In de toekomst zou het best eens kunnen zijn dat in Enkhuizen de oecumene op de gezamenlijke weg van gerechtigheid en vrede voortgaat in een traag en stroef tempo. Op zo'n moment kun je denken aan de woorden van de mede-oprichter, pastoor A.R. Heijligers, toen hij zei: oecumene is óók geduld! Je kunt dan ook denken aan de woorden van Anton Houtepen die hij in 2008 opschreef in het boek Waakvlam van de Geest: Oecumene zou moeten inhouden: samen delen van wat wij allen hebben gekregen, in plaats van eindeloos bakkeleien over de verschillen die wij zelf hebben veroorzaakt en die de eenheid van de kerken in de weg staan. Koinonia betekent allereerst: deelgenoot! En pasdaarna: eenheid en saamhorigheid. Samen delen in de vreugde van Gods verbond en in het erfgoed van het geloof in ]ezus Christus. Binnen deze positieve grondhouding dient het beleid de geldende regels prudent, dat is verstandig en niet angstig, toe te passen. Naast de afspraak om op de jaarlijkse Kerkendag de kerkdeuren te sluiten, gaat de Raad mogelijk al komend jaar de kerkenraden en kerkbesturen Hagen om in het toeristenseizoen de kerkdeuren wekelijks open te doen, ook op een doordeweekse dag, dus niet alleen op zaterdag of zondag. De openstelling van kerkgebouwen zal een grotere bekendheid geven aan het religieuze erfgoed in Enkhuizen. De kerken hopen hiermee aan te sluiten bij de grotere interesse die in de samenleving uitgaat naar de rijke historie van de stad Enkhuizen en naar de verhalen die daarmee samenhangen en die bijdragen aan de vorming van de identiteit van de Enkhuizer samenleving. Na veertig jaar Raad van Kerken Enkhuizen kan vastgesteld worden dat de oecumene in Enkhuizen springlevend is en dat voor de toekomst onverminderd kan worden vastgehouden aan wat pastoor Heijligers zei bij de omzetting in 1968 van de Oecumenische Raad in een Gemeenschap van Kerken - Enkhuizen:
24
De aangesloten kerken vormen een gemeenschap, synoniem met familie. Ze aanvaarden voor elkaar verantwoordelijkheid. H.A. Schoon, pastoor van de Oud-Katholieke Parochie van de H.H.Gummarus en Pancratius, voorzitter van de Raad van Kerken Enkhuizen
25