4. Het Israëlisch-Palestijns conflict (19de eeuw – heden) (Lessen 21 en 22) De geschiedenis weegt zwaar, veel te zwaar op dat lapje grond in het oosten van het Middellandse-Zeegebied. De kern van het probleem is het feit dat hier twee volkeren recht menen te hebben op hetzelfde grondgebied. Om hun aanspraken kracht bij te zetten, slaan ze elkaar met historische en religieuze argumenten rond de oren. Alleen al de benaming ‘het Heilig Land’ verraadt de passie: heilige grond sta je niet zomaar af. (1) Welke twee volkeren maken aanspraak op het grondgebied van Israël/Palestina? (2) Wat zijn de geografische grenzen van dit grondgebied? (3) Hiernaast zie je een kaart van het Midden-Oosten vandaag. Vervolledig onderstaande legende op basis van je atlas. • • • • • • • • • • • • • •
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (13) (14)
(4) Bekijk de kaart over de dekolonisatie van Azië. (Zie de dekolonisatie van Azië en Afrika.) Welke landen in het Midden-Oosten zijn altijd onafhankelijk gebleven? (5) Zoek op in je historische atlas welke rijk een groot deel van het Midden-Oosten beheerste tot de Eerste Wereldoorlog. (6) Wat gebeurde er met dat rijk na de Eerste Wereldoorlog?
4.1 Eind 19de eeuw: de joden keren terug naar Israël. ‘Maar de Heer verscheen aan Abraham en zei: ‘Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven.’ Toen bouwde Abraham op die plaats een altaar voor de Heer, die aan hem verschenen was. (Genesis, 12:7) Die dag sloot de Heer een verbond met Abraham. ‘Dit land,’ zei hij, ‘geef ik aan jouw nakomelingen, van de rivier van Egypte (vermoedelijk de Wadi el Arish) tot aan de grote rivier, de Eufraat.' (Genesis, 15:18) 'Ik zal jullie een gebied geven dat zich uitstrekt van de Rode Zee tot aan de zee waaraan de Filistijnen wonen, en van de woestijn tot aan de Eufraat. De bewoners van dat hele gebied geef ik in jullie macht, en jullie zullen hen verdrijven...' (Exodus 23:31) 'Elk stuk grond dat u zult betreden is voor u. Uw gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de rivier de Eufraat tot aan de zee in het westen.' (Deuteronomium 11:24)
1
Vanaf het einde van de 19de eeuw vestigden steeds meer Europese joden zich in Palestina. Veel joden kwamen tot de conclusie dat alleen een eigen staat hen tegen het oprukkend antisemitisme kon beschermen. Volgens de meesten onder hen was Palestina, het gebied dat God aan de joden beloofd had, de ideale vestigingsplaats: ,,Een land zonder volk voor een volk zonder land!’’ Er werd een Joods Nationaal Fonds opgericht met als doel gronden in Palestina op te kopen. Het streven naar een eigen Joodse staat in Palestina noemen we ……………………….. (7) Waarom ontvluchtten steeds meer joden Europa? (8) Op basis van welke argumenten maakten de joden aanspraak op Palestina? (9) Beantwoordde de leuze “een land zonder volk voor een volk zonder land” aan de realiteit? (Doc. 1, p. 48) “There is no such thing as a Palestinian people... It is not as if we came and threw them out and took their country. They didn’t exist.” De Israëlische presidente Golda Meir in the Sunday Times, 15 juni 1969.
4.2 1948: oprichting van de staat Israël. Tijdens het interbellum kreeg de zionistische beweging de steun van Groot-Brittannië en de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties). Het resultaat was dat de joodse immigratie snel toenam. Rond 1936 bevonden er zich ongeveer 350.000 joden in het mandaatgebied, tegenover ongeveer 900.000 Arabieren. Na de Tweede Wereldoorlog nam de joodse immigratie naar Palestina nog verder toe. Het Palestijnse verzet tegen de joodse aanwezigheid nam toe en ontaardde soms in aanvallen op joodse burgers. In 1947 werd de situatie onhoudbaar: de wederzijdse aanvallen tussen joden en Palestijnen werden steeds heviger. De Verenigde Naties gingen zich met de zaak bemoeien om een oplossing uit te werken. Volgens een speciale commissie was een verdeling van het grondgebied in een Arabische en een Joodse staat de beste oplossing. (Hb. p. 50, doc. 1a) Het fel gewijzigde voorstel van de commissie werd op 29 november 1947 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties goedgekeurd. De 650.000 joden (30 procent van de bevolking) die zich op dat ogenblik in Palestina bevonden en minder dan tien procent van de grond bezaten, zouden 55 procent van het gebied krijgen. (Hb. p. 50, doc. 1b) Vrij snel echter bleek dat dit plan toch niet zo een goede oplossing was en binnen de VN begonnen gesprekken over een nieuw plan. Terwijl de gesprekken hierover nog aan de gang waren, riep de zionistische leider David Ben Goerion op 15 mei 1948 eenzijdig de onafhankelijkheid van Israël uit. Een scharniermoment in de geschiedenis: na bijna 2.000 jaar kregen de joden ‘het hen door God beloofde land’ terug. (Hb. p. 50, doc. 2) Dat maakte echter weinig indruk op de Palestijnen en de Arabische landen: zij vonden dat de Arabieren niet de prijs moesten betalen voor de Holocaust in Europa. Onmiddellijk na de uitroeping van de onafhankelijkheid van Israël viel ongeveer de hele omliggende Arabische wereld Israël aan. Maar de slecht georganiseerde aanvallers vormden geen partij voor het joodse leger. In paniek ontvluchtten 750.000 Palestijnen hun land. Israël won de oorlog, waardoor de frontlinies staatsgrenzen werden. Het grondgebied van Israël was nu veel omvangrijker dan door de VN was voorzien. Egypte controleerde de Gazastrook, Jordanië de Westelijke Jordaanoever.
2
Door de oprichting van de staat Israël werden de Palestijnen een volk zonder land. Op het Israëlische grondgebied woonden nog ongeveer 160.000 Palestijnen, die het Israëlische staatsburgerschap kregen. Voor de 750.000 Palestijnen die op de vlucht geslagen waren, deed Israël de deur dicht. Daarentegen kregen alle joden ter wereld het recht naar Israël te emigreren. (Foto: Palestijnen op de vlucht voor het oorlogsgeweld, 1948) “Everyone has the right to leave any country, including his own and return, to his country.” Universal Declaration on Human Rights, Article 13
(10) 1947 boog een VN-onderzoekscommissie zich over de problemen in Palestina. a. Wat waren de aanbevelingen van deze onderzoekscommissie? (Doc. 1a p. 50.) b. Welk voorstel heeft de VN uiteindelijk geformuleerd? Was dit in overeenstemming met de aanbevelingen van de commissie? (Doc. 1b) (11) Stond de VN begin 1948 nog achter dit verdelingsplan? Is de proclamatie van de staat Israël gebeurd in samenspraak met de VN? Argumenteer! (Doc. 2 p. 50) (12) Vergelijk de omvang van Israël in 1947 en in 1948/’49. Wat stel je vast? (Doc. 3, p. 50) (13) Wat zegt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens over mensen die hun land ontvluchten?
4.3 1967: Israël breidt zijn grondgebied verder uit. In 1967 (de Zesdaagse Oorlog) veroverde het Israëlische leger de Sinaï op Egypte, de Golanhoogte op Syrië en de Palestijnse gebieden (Gaza en de Westelijke Jordaanoever). Gevolg: een nieuwe Palestijnse vluchtelingenstroom. In deze bezette gebieden werden en worden nog steeds onvermoeibaar nieuwe joodse nederzettingen gebouwd. (14) Lees resoluties 242 en 465 van de VN-Veiligheidsraad. (Doc. 4 en 5, p. 51) a. Welke houding nemen de VN aan ten aanzien van de bezette gebieden én ten aanzien van de joodse nederzettingen daar? b. Hoe reageert Israël tot op de dag van vandaag op die beslissingen van de VN? (Doc. 6, p. 51) (15) Heeft Israël ooit bezet gebied teruggegeven? Motiveer je antwoord! (Doc. 3, p. 51) (16) Verklaar de volgende uitspraak: “In 1945 waren de joden een volk zonder land, sinds 1948 en zeker sinds 1967 zijn de Palestijnen een volk zonder land.”
3
4.4 De eerste intifada (1987‘93), de akkoorden van Oslo (1993) en de tweede intifada (2000-‘05) In 1987, na twintig jaar bezetting, waren de inwoners van de bezette gebieden alle hoop verloren dat het Israëlische leger zich nog ooit zou terugtrekken. Daardoor brak een volksopstand uit: de eerste intifada. In 1988 aanvaardden de Palestijnse leiders de verdeling van Palestina zoals die door de VN in 1947 was voorgelegd. ZIj erkenden zo impliciet het bestaan van de staat Israël en maakten een doorbraak mogelijk in de relatie tussen Israëli’s en Palestijnen. In 1993 erkenden Israël en de PLO elkaar officieel. De vredesakkoorden van Oslo moesten de basis vormen voor verdere samenwerking én voor de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat in de bezette gebieden. Het vredesproces dat in Oslo in gang was gezet, bleek echter bijzonder kwetsbaar. De Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden, de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en het statuut van Jeruzalem bleken te grote struikelblokken om te komen tot een duurzame vrede. Bovendien saboteerden extremisten langs beide zijden doelbewust het vredesproces. De Israëlische premier Rabin, die voor de vredesakkoorden had geijverd, werd vermoord door een joodse extremist(1995). Palestijnse zelfmoordcommando’s joegen zichzelf en tientallen onschuldige joodse burgers de dood in. Toen in juli 2000 het vredesoverleg (op initiatief van Bill Clinton) geen resultaten opleverde, brak na het provocerende bezoek van Ariël Sharon aan de Tempelberg een tweede intifada los, gekenmerkt door gerichte zelfmoordaanslagen, beantwoord door Israëlisch staatsterrorisme. In 2001 werd Ariël Sharon met een ruime meerderheid premier van Israël. In 2003 begon Israël aan de bouw van een metershoge muur dat Israël moet afsluiten van de bezette Palestijnse gebieden. Ondanks de veroordeling van het Internationaal Gerechtshof (‘De muur is onwettig en moet worden afgebroken!’) bouwt Israël lustig verder. De spiraal van geweld lijkt niet te stoppen… (17) Welke afspraken werden in Oslo gemaakt in verband met de bezette gebieden? (Doc. 6, p. 51) Konden deze afspraken op veel goodwill rekenen bij de gewone Palestijnen? Motiveer je antwoord! (18) Verklaar de spotprent over de moord op de Israëlische premier Rabin. (Doc. 6, p. 49) (19) Lees de citaten over de spiraal van geweld waarin Palestijnen en Israëli’s gevangen zitten. (Doc.7b en c, p. 49) a. Wat is geweld nr.1? b. Wat is geweld nr.2? c. Wat is geweld nr.3? d. Geef je persoonlijk oordeel over het terrorisme van de Palestijnen en over het Israëlisch staatsterrorisme.
4
4.5 Kansen op vrede? Op 30 april 2003 presenteerden de Israëlische premier Ariël Sharon en Mahmoud Abbas, zijn Palestijnse ambtsgenoot, de langverwachte ‘road map’ voor het Midden-Oosten. Dit vredesplan - ontworpen door de VN, de VSA, de EU en Rusland wilde het conflict in het MiddenOosten beëindigen door de oprichting van twee staten: enerzijds de bestaande staat Israël, anderzijds een onafhankelijke Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
(20) Reconstrueer de recente geschiedenis van het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen aan de hand van de volgende gebeurtenissen: • • • •
de dood van de Palestijnse president Arafat (11 november 2004) de Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook (14 augustus tot 11 september 2005) de overwinning van Hamas in de Palestijnse parlementsverkiezingen (29 januari 2006) de Israëlisch-Libanese oorlog (12 juli – 14 augustus 2006)
Zoek op het internet informatie over deze gebeurtenissen. Schrijf vervolgens een samenhangende tekst waarin je de volgende vraag beantwoordt: “Hebben de gebeurtenissen van de afgelopen drie jaar de vrede dichterbij gebracht?” Argumenteer je antwoord met verwijzingen naar elk van deze vier gebeurtenissen uit het recente verleden. Enkele sites die je op weg kunnen zetten: Overlijden Arafat: http://www.rtl.nl/(/actueel/rtlnieuws/)/components/actueel/rtlnieuws/2004/11_november/11/bui tenland/1111_Arafat_overleden_0615.xml Overwinning Hamas: http://www.vpro.nl/programma/buitenhof/afleveringen/25203702/ http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=videoaudio.details&reportage_id=4084&sel ectArchiveDay=5 Israëlisch-Libanese oorlog: http://www.rtl.nl/(vm=/actueel/rtlnieuws/home/)/system/video/html/components/actueel/rtlnieu ws/miMedia/2006/week52/do_1930_opbouw_libanon.avi_plain.xml www.vrtnieuws.net/nieuwsnet_master/versie2/nieuws/details/060730betoging/index.shtml
5
6
7