Inhoud begroting 1
LEESWIJZER
5
2
KERNGEGEVENS
9
3
ALGEMENE BESCHOUWINGEN
13
4
FINANCIËLE BESCHOUWINGEN 1 Inleiding 2 Financieel meerjaren beeld 3 Nagekomen mutaties 4 Investeringsprogramma 2014-2017
21 21 21 22 29
BELEIDSBEGROTING 5
PROGRAMMA’S 0 Inleiding 1 Financiën 2 Sociale zaken 3 Onderwijs en jeugdzaken 4 Welzijn en zorg, inclusief volksgezondheid 5 Beheer openbare ruimte 6 Milieubescherming, natuur en leefbaarheid 7 Wonen/ISV 8 Economische zaken, media, toerisme en evenementen 9 Cultuur en monumentenzorg 10 Openbare order en veiligheid, brandweer 11 Bestuurlijke aangelegenheden 12 Sport en recreatie 13 Vergunningverlening en handhaving 14 Bereikbaarheid 15 Ruimtelijke ordening 16 Dienstverlening
35 35 37 43 53 69 83 95 111 123 137 149 161 173 183 195 205 213
6
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
225
7
PARAGRAFEN 0 Inleiding 1 Lokale heffingen 2 Weerstandsvermogen en risico’s 3 Onderhoud kapitaalgoederen 4 Financiering 5 Bedrijfsvoering 6 Verbonden partijen 7 Grondbeleid
229 229 230 234 247 255 258 263 273
FINANCIËLE BEGROTING 8
9
10
OVERZICHT VAN LASTEN EN BATEN 1 Financieel overzicht 2 Meerjarenraming 2015-2018 t.o.v. 2014 3 Investeringsprogramma 2014-2017 4 Grondslagen begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2018 5 Overzicht incidentele lasten en baten 6 (Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekeningen 7 Lasten en baten financieringsfunctie 8 Personele lasten en personele sterkte 9 Overige inkomensoverdrachten 10 Berekening algemene uitkering uit gemeentefonds 2014 11 Lasten en baten per subfunctie naar programma 12 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie 13 Vergelijkende cijfers CBS
283 286 288 292 293 294 296 297 298 300 301 303 305
FINANCIËLE POSITIE 1 Staat van reserves 2 Staat van voorzieningen 3 Staat van langlopende leningen 4 Staat van overlopende passiva, voortvloeiende uit rijks- en provinciale bijdragen.
311 317 321 322
EMU-SALDO
327
1 Leeswijzer
4
1. Leeswijzer De indeling van de programmabegroting 2014 is nagenoeg identiek aan die van 2013. Om een snelle indruk te krijgen van de sociale, fysieke en financiële structuur van de gemeente Hilversum zijn in hoofdstuk 2 de zogeheten kerngegevens opgenomen. In hoofdstuk 3 geven wij de algemene beschouwingen in hoofdlijnen weer van de programmabegroting 2014 In hoofdstuk 4 geven wij onze beschouwingen over het financiële beeld voor de jaren 2014-2018 in hoofdlijnen weer. In hoofdstuk 5 staan de programma’s beschreven. De programma’s zijn steeds volgens een vast stramien uitgewerkt, waarbij het er om gaat de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten inzichtelijk te maken. In de inleiding bij hoofdstuk 5 wordt de opbouw van de programma’s verder toegelicht. Hoofdstuk 6, algemene dekkingsmiddelen, laat zien uit welke onderdelen de algemene dekkingsmiddelen bestaan. De algemene dekkingsmiddelen vormen (samen met de mutaties op de reserves en het begrotingssaldo) de dekking van de programma’s 2 tot en met 16. Hoofdstuk 7 bevat de vanuit het BBV verplicht voorgeschreven paragrafen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het verplichte overzicht van lasten en baten staat in hoofdstuk 8 en geeft in hoofdlijnen weer de mate waarin de programma’s 2 tot en met 16 zichzelf ‘bedruipen’, of anders gezegd hoe groot het beroep op de algemene middelen is. Daarna volgen de mutaties in de reservepositie. Het overzicht van lasten en baten vormt de financiële samenvatting van de programma’s in hoofdstuk 5 en de algemene dekkingsmiddelen in hoofdstuk 6. Voorts zijn in dit hoofdstuk het investeringsprogramma en diverse op de exploitatie van lasten en baten betrekking hebbende specificaties opgenomen. In hoofdstuk 9, financiële positie, zijn de staten van reserves, voorzieningen en langlopende leningen opgenomen. Hoofdstuk 10 gaat in op het EMU-saldo. Gemeenten zijn verplicht deze informatie voor derden in hun begroting op te nemen.
5
6
2 Kerngegevens
8
2. Kerngegevens Sociale structuur
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Per 1 januari
Per 1 januari
Per 1 januari
Aantal inwoners
85.537
85.637
86.170
waarvan 0 t/m 19 jaar
19.184
19.295
19.305
waarvan 20 t/m 64 jaar
50.762
51.025
50.772
waarvan 65 jaar en ouder
15.591
15.317
16.093
1.649
1.587
1.899
449
437
449
Aantal uitkeringsgerechtigden (WWB -incl. WIJ-, BBZ, IOAW, IOAZ, Adreslozen) Aantal werknemers werkvoorzieningsschappen
Fysieke structuur
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Per 1 januari
Per 1 januari
Per 1 januari
Oppervlakte gemeente in hectares waarvan binnenwater
4.562
4.571
4.562
73
75
73 43.380
Aantal woonruimten
43.079
43.347
waarvan woningen (2014 geen onderverdeling i.v.m. definitiewijziging
39.201
39.400
Lengte van de wegen in km
294
294
waarvan wegen buiten de bebouwde k om
34
34
34
waarvan wegen binnen de bebouwde k om
260
260
260
Lengte van recreatieve fiets-, ruiter-, wandelpaden in km
104
104
104
13
13
13
303
303
303
Lengte van de waterwegen in km Openbaar groen in ha
Rekening 2012
Begroting 2013
294
Begroting 2014
Primitieve ramingen Totaal
Financiële structuur
Per inw.
Totaal
Per inw.
Totaal
Per inw.
(x € 1.000) (x € 1) (x € 1.000) (x € 1) (x € 1.000) (x € 1) Exploitatielasten begroting
246.509
2.882
207.070
2.418
219.110
2.543
Opbrengst belastingen
17.416
204
17.856
209
18.318
213
Algemene uitkering gemeentefonds
89.339
1.044
86.461
1.010
91.113
1.057
Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven per 1 januari
303.705
3.551
334.962
3.911
347.372
4.031
Eigen financieringsmiddelen per 1 januari
157.616
1.843
123.345
1.440
125.675
1.458
Vaste schuld per 1 januari
162.687
1.902
147.010
1.717
164.000
1.903
Toelichting op de vaste schuld per 1 januari 2013 (zie kolom begroting 2013) De stand van de gemeentelijke schuld op peildatum betreft een momentopname. Dit impliceert dat de standen van jaar tot jaar -soms fors (zie stand 1-1-2013)- kunnen schommelen. De verklaring voor de "dip" op 1 januari 2013 is de volgende: Bij de opstelling van de begroting 2013 -medio 2012- was de verwachting dat de grondopbrengst villa industria nog in 2012 zou binnenkomen. Deze verwachting heeft een rol gespeeld bij de raming van de schuld per 1 januari 2013, die daardoor verhoudingsgewijs laag uitvalt. In werkelijkheid is de opbrengst in januari 2013 binnengekomen en moest er in 2012 € 20 mln worden geleend, waardoor de schuld op 1 januari 2013 op € 167 mln uitkwam.
9
10
3 Algemene Beschouwingen
.
12
3. Algemene Beschouwingen “DE BAKENS ZIJN VERZET” Algemeen De begroting 2014 is, na die van 2011, 2012 en 2013, de vierde en laatste begroting die door ons college is opgesteld. De horizon van de erbij behorende meerjarenraming ligt in 2018. De vooruitblik die dit schenkt, wekt ambivalente gevoelens op. Enerzijds tevredenheid omdat de doelstelling uit de kadernota “het sluitend houden van de begroting tot en met 2016” gerealiseerd is. Dit geeft het na de verkiezingen van maart 2014 aantredende college een ‘vliegende start’. Anderzijds willen wij niet verhullen dat er ook reden is tot zorg, omdat de iets verder gelegen toekomst in tamelijk dreigende nevelen gehuld is. Wij noemen de nog steeds haperende economie, de daarmee verband houdende rijksbezuinigingen en de drie grote decentralisaties die zich gaan voltrekken. Wij vrezen derhalve dat Hilversum, net als de rest van Nederland, nog niet uit zwaar weer is en een volgend college zal het dan ook, ondanks de relatief gunstige startpositie, niet gemakkelijk krijgen. Het einde van de rit onder het gesternte van “de bakens verzetten” is ook een aanleiding om terug te kijken op hoe het met dit collegeprogramma 2010-2014 is gegaan; zijn de bakens inderdaad verzet en staan ze in de goede richting. We deden dit al enigszins in de kadernota maar in de beschouwingen bij deze laatste begroting vinden wij een wat vollediger evaluatie en markering van waar wij nu staan op zijn plaats. Als referentiekader gebruiken wij opnieuw de hoofdlijnen van “de bakens verzetten”, waardoor er ook sprake is van een update ten opzichte van de kadernota.
Gedegen financieel beleid Meerjarenbegroting sluitend door bezuinigingen en opschoning grondexploitaties De vrees bij de opstelling van het collegeprogramma voor zware kortingen vanuit het rijk en teruglopende inkomsten uit grondexploitaties als gevolg van de economische recessie is helaas uitgekomen. De doelstelling van “de bakens verzetten”, een sluitende meerjarenbegroting, kon dan ook alleen gehaald worden - zij het niet verder dan tot en met 2016 - door fors te bezuinigen. In eerste instantie € 13,2 miljoen in de periode 2011-2013 en daarna in deze begroting nog eens € 2 miljoen. Naast deze bezuinigingen was voor het sluitend houden van de begroting belangrijk de opschoning van de portfolio van grondexploitaties waartoe in februari 2011 is besloten. Die opschoning heeft ertoe geleid dat de grondexploitaties vanaf 2011 een positieve bijdrage aan de financiële jaarresultaten van de gemeente zijn gaan leveren (tot en met 2014 gemiddeld € 2,5 miljoen). Kleinere en efficiëntere organisatie Om als gemeente ons werk voor de Hilversummers goed en efficiënt te kunnen doen, hebben we een moderne organisatie nodig met goed opgeleid personeel. Daar zijn we in gaan investeren. We hebben eerst een inhaalslag gemaakt op het benodigde instrumentarium van P&O en het laten ontwikkelen van ondersteunende software. Met de implementatie van nieuwe werkwijzen, wordt die in gebruik genomen. Er vindt nu een grote reorganisatie plaats die leidt tot minder management en een plattere organisatie. We hebben afscheid genomen van personeel en er zijn assessments uitgevoerd om een scherper beeld te kunnen vormen van wat iemand kan en er wordt waar nodig opgeleid. Naar het zich laat aanzien verdwijnen daarmee zo’n 90 voltijds werkplekken. Ook verkoopt de gemeente verschillende gemeentelijke panden. Betere dienstverlening naar onze burgers, bedrijven en bezoekers komt daarmee binnen handbereik (via internet, aan de telefoon en zoals vanouds aan de balie). En structurele bezuinigingen van circa 5 miljoen per jaar ook. De uitvoering van de operatie Slank&Hoogwaardig moet daarvoor uiteraard wel het komend jaar vol vaart worden voortgezet. Daarnaast staat de volgende operatie alweer voor de deur: er komen nieuwe taken bij afkomstig van het rijk en is meer samenwerking dan wel fusie met onze buurgemeenten geboden. Daarop wordt geanticipeerd met de nieuwe inrichting van de organisatie.
13
Op externe inhuur is de eerste twee jaar fors bezuinigd (bijna gehalveerd). Het streven is om dat op het huidig niveau te houden. Het inkoopbeleid is vernieuwd, er wordt kritisch gekeken naar het wel of niet verlengen van contracten en er is fors bezuinigd op inkoop en aanbestedingen (circa € 1,4 miljoen). Algemene reserve terug op peil 2010, weerstand verstevigd Beide operaties, opschoning grondexploitaties en bezuinigingen, brachten eenmalige kosten met zich mee; ca. € 5 miljoen verliesneming bij het afsluiten van grondexploitaties in 2010, en de vorming van de reserves ‘Slank en Hoogwaardig’ en ‘transities cultuur’ van respectievelijk € 5,5 miljoen en € 1,7 miljoen in 2011 vormden forse aanslagen op de algemene reserve. Die liep daardoor terug van € 60,4 miljoen begin 2010 naar € 47,6 miljoen ultimo 2012 (exclusief € 4,7 miljoen die daar vanuit het positieve jaarresultaat in 2013 aan is toegevoegd). Met het nu verwachte positieve saldo 2013 van € 2,7 miljoen mee groeit de reserve vervolgens naar € 55 miljoen eind 2013. En in deze begroting 2014 stellen wij u een toevoeging met € 5 miljoen voor, waardoor de algemene reserve met € 60 miljoen weer op het niveau van vóór 2010 komt. In dit kader brengen wij tevens nog eens onder de aandacht dat via een afzonderlijk raadsvoorstel over de ontwikkelingen bij de WMO en WWB een reserve ‘decentralisaties’ wordt gevormd van € 2,5 miljoen. Tevens in aanmerking genomen dat in de meerjarenbegroting stelposten (van € 1,5 miljoen in 2014 en 2015 en € 1 miljoen vanaf 2016) zijn opgenomen voor het opvangen van te verwachten kortingen als gevolg van het meest recente bezuinigingspakket (‘de € 6 miljard’) van het rijk 1 , mogen wij toch wel stellen dat gezorgd is voor een versteviging van de weerstandscapaciteit. Investeringen op peil gebleven De investeringsprogramma’s (die telkens 4 jaren beslaan) bevatten in de jaren 2011 tot en met 2014 gemiddeld € 53,5 miljoen aan investeringen. Het programma 2012-2015 stak daar met € 55,5 miljoen enigszins bovenuit en het programma 2014-2017 ligt er met € 51,2 miljoen wat onder. De daling die vanaf het programma 2013-2016 zichtbaar begint te worden is voornamelijk het gevolg van het lagere volume (€ 4 miljoen vanaf 2016 in plaats van de tot dan gemiddelde € 6,6 miljoen per jaar) van de jaarlijkse investeringen in onderwijshuisvesting ingevolge het door uw raad bekrachtigde Integrale Huisvestingsprogramma 2012-2020. Afgezien daarvan is de constatering gewettigd dat grosso modo de investeringen in de periode van het collegeprogramma op peil zijn gebleven. Stijging woonlasten beperkt De woonlasten (OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing) voor een meerpersoons huishouden in een woning met de gemiddelde Hilversumse woningwaarde bedragen in 2014 € 736,78 tegen € 713,40 in 2011; een stijging van 3,2%. Deze, in vergelijking met de algemene prijsontwikkeling in dezelfde periode, beperkte stijging van de woonlasten is vooral het gevolg van de nieuwe methode van egaliseren van het rioolrecht en de afvalstoffenheffing die wij met ingang van de tarieven 2014 hebben geïntroduceerd. Door deze in de tijd gelijkmatig gespreide inzet van de egalisatiereserves wordt tevens bereikt dat de woonlasten in de komende jaren licht kunnen dalen. Wij verwijzen voor de precieze cijfers naar tabel 7.1.3 in de paragraaf lokale heffingen (7.1.) in deze begroting en naar de desbetreffende tariefsvoorstellen die u tegelijk met deze begroting worden aangeboden. Schuld niet gestegen De vaste schuld (de schuld in de vorm van langlopende leningen) bedroeg op 31 december 2010, het jaar waarin ons college aantrad, € 168,5 miljoen. De ambitie in “de bakens verzetten” om de schuld niet verder te laten stijgen of zelfs te verlagen, hebben wij in juli 2011 moeten bijstellen. In antwoord op vragen van de VVD fractie gaven wij toen aan dat tot 2014 de schuld nog zou toenemen (tot € 198 miljoen) en pas daarna zou gaan dalen (naar € 188 miljoen in 2015). In vergelijking met die prognose tekent zich sindsdien een gunstiger ontwikkeling af; uitgaande van de eindstand uit de jaarrekening 2012 (€ 167,2 miljoen), de aflossingen (€ 35,2 miljoen) en nieuwe leningen (€ 32 miljoen) in 2013 zal de vaste schuld op 31 december 2013 op € 164 miljoen
1
De eerste indruk van de septembercirculaire over het Gemeentefonds, die op Prinsjesdag is verschenen, is dat het nadelig effect ervan voor Hilversum blijft binnen de marges van de genoemde stelposten.
14
uitkomen. De raming in de nu voorliggende begroting is dat de stand per ultimo 2014 licht zal zijn opgelopen tot € 167 miljoen en dus ongeveer op het niveau van 2010 is gestabiliseerd.
Daadkrachtig openbaar bestuur Vooruitgang in regionale samenwerking Het afgelopen jaar is aanzienlijke vooruitgang geboekt in de discussie over en de vormgeving van de intergemeentelijke bestuurlijke samenwerking. De regiogemeenten hebben voor het Gewest Gooi en Vechtstreek een eenvoudiger bestuurlijke structuur vastgelegd in een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Deze is inmiddels in werking getreden. Daarnaast is door oudminister Pieter Winsemius op verzoek van het Gewest een verkenning uitgevoerd van de kansen en mogelijkheden om te komen tot betere inhoudelijke samenwerking. Hij heeft geadviseerd binnen gewestverband te komen tot meer doorzettingsmacht op enkele voor de regio zwaarwegende terreinen (economie, infrastructuur) én om werk te maken van bestuurlijke schaalvergroting door herindeling/fusie van gemeenten. De provincie Noord-Holland gaat mede op basis van zijn bevindingen de minister van Binnenlandse Zaken advies geven over de toekomstige bestuurlijke inrichting van Gooi en Vechtstreek. Uw raad heeft in een position paper zijn visie op Hilversum in de regio helder vastgelegd en zich daarna duidelijk voor fusie met Muiden, Naarden en Bussum uitgesproken. De maakbaarheid van deze fusie zal tussen oktober 2013 en april 2014 nader worden verkend. Wijkgericht werken krijgt vorm Bestuurders en ambtenaren stellen zich steeds meer open voor signalen over initiatieven en knelpunten uit de samenleving. Het gemeentelijk Bureau Wijkzaken is hierbij een belangrijke rol toebedeeld. De medewerkers van Bureau Wijkzaken zijn onze ‘ogen en oren’ in de stad en mogen vanuit die positie in voorkomende situaties een sterkere regierol krijgen als ‘verkenner, verbinder en versneller’ in een vooruitgeschoven positie. Dit bureau wordt op het snijvlak van beleid en uitvoering (dichtbij mensen) steeds meer zichtbaar en is aanspreekpunt voor initiatieven en knelpunten uit de samenleving op het terrein van leefbaarheid (schoon, heel, veilig en sociaal en combinaties daarvan). Goede voorbeelden van deze werkwijze zijn de wijkteams Leefbaarheid (kernpartners: gemeente, politie, Versa Welzijn en de corporaties) en de wijkteams Aanpak Problematische Jeugdgroepen (kernpartners: gemeente, politie en versa welzijn). Bureau Wijkzaken zal vanaf 2014 niet alleen participeren in deze wijkteams, maar ook operationeel de trekkersrol (versterken regierol) kunnen gaan vervullen. Deze werkwijze draagt bij aan een goede verstandhouding tussen gemeente en burgers, ook het gezamenlijk probleemoplossend vermogen van overheid en burgers neemt erdoor toe.
Tegengaan sociale uitsluiting Ontwikkelingen in de zorg Op het terrein van de maatschappelijke zorg en de Wmo zijn belangrijke ontwikkelingen gaande. Zo is een kanteling van werkwijze van WWZ-loket doorgevoerd en komt de regionale samenwerking, bijvoorbeeld bij de inkoop van hulpmiddelen, steeds beter van de grond. Op de meest ingrijpende wijziging die op ons afkomt vanuit rijksbeleid, de drie decentralisaties in het sociale domein, gaan we hierna apart in. Reservering voor decentralisaties sociaal domein De transities op de terreinen jeugdzorg, AWBZ/Wmo, de Participatiewet per 1 januari 2015 en de Wet Passend Onderwijs per schooljaar 2014 uit het Regeerakkoord Rutte II zorgen ervoor dat het sociaal domein van de gemeenten substantieel wordt uitgebreid. Op de over te hevelen budgetten voor de jeugdzorg en AWBZ/Wmo past het rijk een decentralisatiekorting toe. Ten aanzien van de Participatiewet is de eerste inschatting dat de omvang van het budget per saldo de komende jaren nauwelijks wijzigt. Op langere termijn zijn de effecten substantiëler, met name vanwege de geleidelijke opname van de Wet Sociale Werkvoorziening in de nieuwe Participatiewet. De verwachting is dat de Participatiewet in het 4e kwartaal van 2013 wordt behandeld in de Tweede Kamer en de AWBZ/Wmo in het 1e kwartaal van 2014. De Jeugdwet wordt dit najaar behandeld.
15
Het rijk verwacht dat gemeenten met de bundeling van taken in het sociaal domein mogelijkheden hebben om inwoners integraal te ondersteunen. En daarmee de ondersteuning efficiënter en effectiever kunnen inrichten ten opzichte van de huidige situatie. Verder is de verwachting dat door gezamenlijke inkoop en integrale indicatiestelling de kosten voor de uitvoering afnemen. De precieze te verwachten financiële en beleidsmatige effecten van de transities zijn nog niet inzichtelijk, omdat wetgeving en de vertaling daarvan in circulaires nog niet beschikbaar zijn. Gemeenten houden rekening met een taakstelling van 15% voor de Jeugdwet tot 25% voor hervorming van de AWBZ en Wmo. Ten aanzien van de AWBZ/Wmo is op dit moment onzeker of de persoonlijke verzorging ook naar gemeenten gaat, of dat zorgverzekeraars hiervoor verantwoordelijk worden. De verwachting is dat hier in de loop van dit najaar duidelijkheid over komt. In welke mate het mogelijk is om de veronderstelde besparingen te realiseren, zal afhangen van de beleidsvrijheid die gemeenten krijgen binnen de wetgeving. In het raadsvoorstel “instellen bestemmingsreserve decentralisaties sociaal domein” stellen wij voor te anticiperen op de financiële onzekerheden van de transities in het sociaal domein, door een reserve te vormen van € 2,5 miljoen. Tot het einde van 2014 zal de financiële component van de transities steeds verder uitgewerkt worden. Dat zal gebeuren aan de hand van de mei- en septembercirculaires en andere relevante informatie. De raad wordt hierover in 2013 geïnformeerd met een financiële impactanalyse van het sociaal domein voor de gemeente Hilversum. De analyse geeft een tussenstand van het financiële beeld op dat moment. De financiële opgave en de noodzaak om de slagkracht van de samenwerking tussen inwoners, gemeenten, instellingen, werkgevers en marktpartijen te versterken zetten ons aan om voorbereiding en uitvoering mede in regionaal verband te organiseren. Met de kadernota zijn voornemens benoemd over samenwerking op het sociaal domein met het Gewest Gooi en Vechtstreek. De verdere uitwerking van de lokale aanpak van de transities en de relatie met de regionale samenwerking wordt in december aan uw raad voorgelegd. In dit stuk gaan wij in op de opgave van de transities, de samenhang ertussen en op de te ondernemen acties in 2013 en 2014.
Jeugd en onderwijsbeleid geactualiseerd Het jeugd- en onderwijsbeleid is geactualiseerd. De afgelopen jaren is er al veel bereikt op het gebied van jeugd en onderwijs. Zo is er nog nooit zoveel geïnvesteerd in onderwijshuisvesting in Hilversum als in de laatste jaren. Er wordt voortgebouwd op de goede resultaten de afgelopen jaren er zijn ook nieuwe accenten in het jeugdbeleid aangebracht. De basis van het jeugdbeleid blijft hetzelfde: een positief jeugdbeleid, waarin aandacht is voor alle jongeren. Maar de komende jaren zullen we wel extra aandacht hebben voor de jeugd die ondersteuning nodig heeft. Het aantal Brede Scholen en Integrale Kindcentra wordt uitgebreid en er is extra aandacht voor de aanpak van alcoholgebruik van jongeren en het probleem van pesten. Gewerkt wordt aan nog betere resultaten bij de aanpak van de jeugdwerkloosheid en het voortijdig schoolverlaten. Met het onderwijs maakt Hilversum afspraken over passend onderwijs en ons college wil jongeren die dat niet kunnen betalen wel onderwijs laten volgen, laten sporten en van cultuur laten genieten. Daarvoor wordt extra geld vrijgemaakt. Extra maatregelen zijn getroffen zodat jongeren veilig kunnen uitgaan in Hilversum.
Veiligheid en goede voorzieningen Veiliger Hilversum We willen een veiliger Hilversum en zijn goed op weg om dit te bereiken. De meest recente politiecijfers laten zien dat de criminaliteit en onveiligheid daalt op de speerpunten vernielingen (16%), woninginbraken (-19%), geweld (-12%) en overlastgevende jeugd (-32%). In de periode januari tot en met augustus 2013 is het totale aantal misdrijven in Hilversum met 13% gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ook rond de stationsgebieden en in het uitgaansgebied is fors geïnvesteerd in de aanpak van overlast. De raad heeft ingestemd met verdere uitbreiding van het cameratoezicht in het centrumgebied. Voor de ermee gemoeide uitgaven zijn via de kadernota middelen gereserveerd in de begroting en door vorming van een bestemmingsreserve (€ 533.000) uit het jaarrekeningresultaat 2012. Verder sluiten steeds meer Hilversummers zich aan bij Burgernet: een samenwerkingsverband tussen bewoners, politie en gemeente. Dit jaar is het keurmerk voor coffeeshophouders
16
geïntroduceerd; een goede Hilversumse vertaling van het landelijke cannabisbeleid. Bijna alle coffeeshophouders hebben dit keurmerk getekend voor een veilig en verantwoord softdrugsbeleid in Hilversum. Vervolgens is de gecoördineerde aanpak van de Jaarwisseling succesvol. Tijdens de laatste jaarwisseling is het gelukt om de illegale openbare branden aan te pakken, ook op plekken waar al een jarenlange traditie was. Ten slotte is het gelukt om binnen de Veiligheidsregio alle burgemeesters op 1 lijn te krijgen om te komen tot een doorontwikkeling bij de regionale brandweer. Doel is minder branden, minder schade en minder slachtoffers en een zo effectief en efficiënt mogelijke brandweerorganisatie. Het Veiligheidsbestuur heeft inmiddels ingestemd met een andere, eerlijker en betere financiële verdeelsystematiek. Cultuuraanbod gereorganiseerd / monumenten behouden Cultureel ondernemerschap, cultuureducatie en samenwerking tussen culturele instellingen, kernelementen uit de Cultuurvisie, worden momenteel via de veranderagenda cultuur tot werking gebracht. Voor Globe heeft dit zijn beslag al gekregen door het samengaan met en de verhuizing naar het MCO. Museum Hilversum is verzelfstandigd en het grafisch atelier heeft in verband met de sluiting van Naarderstraat 14-16 versneld andere huisvesting gekregen in het pand waar voorheen Globe was gevestigd. Voor de beoogde samenwerking van podium De Vorstin en theater Achterom zijn door de besturen van deze instellingen 3 scenario’s ontwikkeld. Bij de waarschijnlijke keuze voor een organisatie voor muziektheater en een positief besluit over het uitvoeringsplan zal de realisering voor de start van het theaterseizoen 2014 worden afgerond Als een belangrijk wapenfeit op het vlak van de monumentenzorg mag worden genoemd het behoud en de restauratie van de Clemenskerk. Daarnaast mag de plaatsing van Zonnestraal op de nationale lijst ten behoeve van de voordracht voor benoeming tot UNESCO werelderfgoed niet onvermeld blijven.
Stedenbouw met kwaliteit Bereikbaarheid verbeterd De opening van Amaliatunnel in 2012 was een mooi sluitstuk van de uitvoering van de IBP maatregelen op Hilversumse grondgebied. Door alle aanpassingen aan de buitenring is Hilversum beter bereikbaar geworden. De voorbereidingen voor uitvoering van het HOV-project gaan door. Er komt extra aandacht voor de verkeersveiligheid rondom basisscholen. Nieuw beleid natuur en duurzaamheid Er is nieuw beleid geformuleerd op het gebied van natuur en het kappen van bomen gericht op het behoud en uitbouwen van de sterke punten van Hilversum binnen de bebouwde kom. De komende jaren zal dat zijn uitwerking hebben bij de inrichting en het onderhoud van onze straten en wijken. Hetzelfde geldt voor duurzaamheid; ingezet is op het toepassen van praktische maatregelen als ledverlichting bij nieuwe straatverlichting, een revolverend fonds en subsidie voor particulieren die zonnepanelen, isolatie e.d. willen aanbrengen. Om die maatregelen eenvoudig te kunnen kiezen en te laten uitvoeren is een bedrijvenplatform opgericht. Ook wordt ingezet op het stimuleren van duurzaam bouwen, met name bij Anna’s Hoeve. En uiteraard zij we ook bezig om de gemeentelijke panden onder de loep te nemen om ook zelf goed voorbeeld te gaan geven. Daarbij hebben we een link gelegd met het ROC waar dit jaar voor de tweede keer groepen leerlingen bezig zijn met het project ‘Dakschatten’, dit keer met het uitwerken van een advies voor enkele gemeentelijke daken.
17
Ruimtelijke ordening / structuurvisie2030 / binnenstedelijke opgave in het centrum Voor het hele grondgebied van Hilversum beschikken we nu over actuele bestemmingsplannen, die bovendien ‘vanaf huis of bedrijf’ via internet raadpleegbaar zijn. Ook hebben we een nieuw beeld geschetst van hoe we denken dat Hilversum zich naar 2030 toe ruimtelijk (woongebieden, bedrijfsterreinen, wegen, groen/natuurgebieden e.d.) het best kan ontwikkelen; de zogenaamde structuurvisie 2030. Ook deze is op onze website raadpleegbaar. We bieden daarmee onze inwoners en bedrijven goed inzicht waar we staan en wat we willen. Het gesprek over nieuwe ontwikkelingen, wensen en plannen wordt daarmee een stuk inzichtelijker te voeren. Voor het centrum zullen we in 2014 nog een verdiepingsslag uitvoeren waarbij we blijven zoeken naar de beste oplossing voor de knelpunten die we signaleren. Dit zal uitmonden in een centrumvisie (eind 2014/begin 2015) en zal aansluitend leiden tot het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het centrum. Mediastad Hilversum Op 26 juni 2013 is een nota ‘creatieve industrie’ door uw raad aangenomen; om de kosten (€ 480.000) ervan te betalen is bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 een bestemmingsreserve gevormd. Gebiedsontwikkeling/ISV/wonen In de afgelopen jaren is het aantal grondexploitaties; fors gedaald; afgerond of voortijdig afgesloten. Op het Langgewenst kan eindelijk de nieuwe bioscoop gebouwd, er is een begin gemaakt met de woningbouw op Villa Industria, en de uitgifte van gronden voor particuliere bouw op Anna’s Hoeve is gestart. In het project Egelshoek zijn blokkades opgeruimd en wordt voortvarend doorgegaan met de transformatie; medio volgend jaar kan dit slepende dossier worden gesloten. De Zuiderkerk kon worden overgedragen aan een nieuwe gebruiker. De ontwikkeling van het zorgpark Monnikenberg (inclusief 600 woningen), waarbij de gemeente een facilitaire rol vervult, verloopt conform het door uw raad vastgestelde plan. De ISV-trajecten lopen voorspoedig. Hilversum-Noord is vrijwel afgerond met de opening van het vernieuwde wijkcentrum Lopes Dias. Straten, speelplekken, fietsroute en andere voorzieningen, plus renovatie en nieuwbouw van woningen hebben de wijk een nieuw aanzicht gegeven, het groen is in een afrondend stadium. Bloemenbuurt-Zuid nadert zijn voltooiing. Ook hier zijn straten en pleinen aangepakt, speelplekken gerealiseerd, groenvoorziening verbeterd en buurtfuncties samengebracht. De Egelantier is een nieuwe parel in de wijk. Met de regiogemeenten en de provincie zijn strakke afspraken gemaakt voor woningbouw en de verdeling van woonruimte.
18
4 Financiële Beschouwingen
.
20
4. Financiële Beschouwingen 4.1. Inleiding De financiële beschouwingen betreffen de belangrijkste ontwikkelingen die het financiële meerjarenbeeld 2014-2018 bepalen. De uitgangspunten bij het opstellen van de programmabegroting 2014 zijn: • De programmabegroting 2013 en de kadernota 2013. Daarnaast zijn de financieel onvermijdelijke ontwikkelingen die na het vaststellen van de kadernota hebben plaatsgevonden in deze begroting meegenomen. • Het nieuwe investeringsprogramma 2014-2017.
4.2. Het financiële meerjarenbeeld Algemeen Deze paragraaf bevat het financiële meerjarenbeeld 2014-2018. Zoals gebruikelijk onderscheiden wij hierbij de reguliere exploitatie en de totale exploitatie. De totale exploitatie is inclusief de grondexploitaties en de verkopen van niet-strategisch bezit. Bij de reguliere exploitatie worden deze twee componenten buiten beschouwing gelaten. Dit gebeurt om de structurele posten te kunnen onderscheiden van de meer incidentele posten. Voor een verdere splitsing van incidentele en structurele posten wordt de lezer verwezen naar de staat van incidentele baten en lasten. Hieronder treft u in een oogopslag het financiële beeld van de programmabegroting 2014. Verderop in deze beschouwingen wordt gedetailleerd op deze cijfers worden ingegaan. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
2018
Regulier saldo Programmabegroting 2013 Mutaties kadernota 2013 Regulier saldo Kadernota 2013
-5.121 2.026 -3.095
-1.652 256 -1.396
-2.164 1.987 -177
-640 3.673 3.033
-640 3.963 3.323
2.983
840
114
-303
1.429
-112
-556
-63
2.730
4.752
Opbrengsten grondexploitaties Opbrengsten verkopen niet strategisch bezit
-1.030 -250
-1.612 -800
-750
-72 -
-
Programmabegroting 2014
-1.392
-2.968
-813
2.658
4.752
Mutaties bij opstellen programmabegroting 2014 Reguliersaldo Programmabegroting 2014
(Bedragen x € 1.000)
Net zoals bij de kadernota 2013 is het meerjarig reguliere beeld tot en met 2016 positief. Hiermee voldoet het college aan de zichzelf opgelegde doelstelling. De na de gemeenteraadsverkiezingen te vormen raad en college krijgt hiermee de tijd voor een gedegen aanloop voor het nemen van de horde die voor de gemeente opdoemt in de vorm van financiële kortingen en beleidstransities. De verslechtering van de saldi in de periode 2014-2018 wordt vooral bepaald door de bekend geworden kortingen op de algemene uitkering van ruim € 5,5 miljoen. Een korting van die omvang is niet in een jaar om te buigen. De nieuw te vormen raad en college worden in de gelegenheid gesteld om zelf te beslissen welke bezuinigingen noodzakelijk zijn voor het sluitend maken van de begroting in 2017 en de jaren daarna. In de voorliggende begroting zijn de zaken die bekend zijn opgenomen, en is behoedzaam omgegaan met het verwerken van de onzekerheden. Zo is rekening gehouden met de korting voortkomend uit de aangekondigde € 6 miljard extra rijksbezuinigingen. Vooruitlopend op de
21
septembercirculaire is de korting ingeschat op € 1,5 miljoen voor 2014 en 2015 en € 1 miljoen voor de jaren daarna.
4.3. Nagekomen mutaties Na de vaststelling van de kadernota 2013 hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan. Deze worden per programma gepresenteerd en toegelicht: Op de volgende pagina start de programmagewijze toelichting. Programma 1 In programma 1 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving
01.2 01.2 01.2 01.2 01.2 01.2 01.2 01.2 01.3 01.4 01.4 01.4 01.4 01.4 01.5 01.5 -
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
Omrekenrente, IP en kapitaallasten 2014 ev Algeme uitkering (meicirculaire) Invulling bezuiniging kostendekkendheid leges Stelpost gevolgen extra rijksbezuinigingen Korting onderwijshuisvesting (Van Haersma Buma) Stelpost nog te bezuinigen (Van Haersma Buma) Voordeel wijziging leerlingenaantal Buitenonderhoud onderwijshuisvesting Stelpost autonome/nominale ontwikkelingen Invulling aanvullende (college) bezuinigingen OZB ontwikkelingen Voorziening onderhoud raadhuis Terugloop dekking rendabele activiteiten IBP/IP SBS inflatiecorrectie Lasten voormalig personeel Samenvoeging F&I en ICT (hoogwaardig) Reserve mutaties (duurzaamheid en creatieve sector) Algemene reserve Overig
-514 -1.456 1.500 -225 -1.000 280 -64 56 111 80 101 -530 5.000 19
-306 -1.400 148 1.500 1.568 -62 -225 650 -1.000 700 -146 56 80 68 60 -400 43
-345 -1.435 148 1.000 1.568 -225 -225 596 -1.000 700 -155 56 80 73 60 -90 43
-400 -1.077 148 1.000 1.568 -433 -225 542 -1.000 700 -555 56 80 73 60 43
-389 -1.126 148 1.000 1.568 -633 -225 488 1.300 700 -955 56 80 73 60 43
Totaal mutaties met betrekking op programma 1
3.358
1.334
849
580
2.188
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
(Bedragen x € 1.000)
1.
2.
3.
4.
Jaarlijks worden de uit de gemeentelijke investeringen voortvloeiende rente- en afschrijvingslasten (kapitaallasten) opnieuw berekend. Hiertoe wordt de omvang van de volgende posten geactualiseerd: • Het gemeentelijke bezit (vaste activa) en hoe dat zich meerjarig ontwikkelt. Onderdeel hiervan is de opstelling van een nieuw investeringsprogramma, waaraan in vergelijking met het vorige investeringsprogramma een jaarschijf is toegevoegd. • De eigen financieringsmiddelen (onder meer reserves, voorzieningen). • De behoefte aan vreemde financieringsmiddelen (het verschil tussen 1 en 2). • De actuele marktrente. Op basis van de herberekende posten worden de rente- en afschrijvingslasten opnieuw bepaald evenals de nieuwe gemiddelde rentevoet (renteomslag) voor het komende begrotingsjaar. Voor 2014 komt deze uit op 3,35% (in 2013: 3,70%). In overeenstemming met het raadsvoorstel “Algemene uitkering vlg. meicirculaire 2013” zijn de gevolgen van de meicirculaire budgettair verwerkt. Hierbinnen vallen ook enkele taakmutaties en decentralisatie uitkeringen die budgettair niet binnen programma 1 zijn verwerkt. Ten gunste van de aansluiting met de besluitvorming wordt het volledige bedrag hier onder programma 1 gepresenteerd. Als uitwerking voor de in de begroting 2013 opgenomen bezuinigingstaakstelling zijn diverse leges kostendekkender gemaakt. Hiermee wordt echter niet de gehele taakstelling ingevuld. Het restant van de taakstelling zorgt vanaf 2015 voor een nadeel van € 148.000. Vooruitlopend op de septembercirculaire is de korting als gevolg van de aangekondigde rijksbezuinigingen van 6 miljard ingeschat op € 1,5 miljoen voor 2014 en 2015 en € 1 miljoen voor de jaren daarna.
22
5. 6.
7. 8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17. 18.
Binnen de algemene uitkering wordt bezuinigd op de middelen ten behoeve van de onderwijshuisvesting. Deze korting is vanaf 2015 € 1.568.000. Om de korting op de middelen ten behoeve van de onderwijshuisvesting (zie programma 1, referentie 5) op te kunnen vangen wordt een bezuinigingstaakstelling opgenomen in de begroting. In overleg met het onderwijs zal gekeken worden naar invulling van die opgelegde bezuinigingstaakstelling waarbij de zorgplicht van de gemeente in stand blijft. Door gewijzigde leerlingaantallen ontstaat een voordeel van € 225.000. De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel om schoolbesturen verantwoordelijk te maken voor het buitenonderhoud van hun schoolgebouwen. Om dit mogelijk te maken worden de hiervoor bedoelde budgetten overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Een deel van het onderhoud betreft levensverlengend onderhoud en wordt geactiveerd met als gevolg dat de te verantwoorde lasten en de ontvangsten van het rijk in tijd uit elkaar zijn gaan lopen. Dit zorgt dat deze beleidswijziging leidt tot nadelen in de begroting van de gemeente Hilversum. In de meerjarenraming is een stelpost van € 1 miljoen opgenomen ter dekking van de autonome ontwikkelingen (zie totaal aan mutaties bij opstellen programmabegroting 2014). Deze kan voor 2014 meerjarig vrijvallen. Voor 2018 dient naast deze vrijval (€ 1 miljoen) de stelpost voor 2018 ook geraamd te worden (€ 1 miljoen). Daarnaast wordt de stelpost voor nominale ontwikkelingen (€ 1,3 miljoen) voor 2018 geraamd. Per saldo betekent dit voor 2018 een mutatie van € 1,3 miljoen. Bij de Kadernota 2013 zijn voor de aanvullende (college) bezuinigingen zoekrichtingen geformuleerd . Ten behoeve hiervan is bij de kadernota een stelpost opgenomen. Een deel van deze stelpost kan als gevolg van invulling nu vrijvallen. De invulling betreft het deels onderbrengen van de veegkosten bij de riool- en afvalstoffen heffingen (zie ook paragraaf lokale heffingen). Voor 2016 resteert een stelpost van € 820.000. Het is gebruikelijk de jaarlijkse OZB ontwikkeling meerjarig te verwerken. Per abuis is dit in de begroting 2013 voor het jaar 2017 niet gebeurd. De nu gepresenteerde meeropbrengsten in 2017 en 2018 worden voornamelijk bepaald door het opnemen van deze meerjarige OZBontwikkeling. Daarnaast resteert een kleinere stijging als gevolg van diverse kleinere mutaties binnen de OZB (waarde woningen, aantal woningen, enz.). Het meerjarige onderhoudsplan van het raadhuis is geactualiseerd. Het onderhoudsplan is opgesteld voor de komende dertig jaar en zal binnen deze termijn periodiek geactualiseerd worden. Het jaarlijks te storten bedrag komt uit op € 479.000 en is € 56.000 hoger dan voorheen. Mede als gevolg van de bezuinigingen in het kader van Slank en Hoogwaardig doet zich een verschuiving voor van de (vaste) capaciteitskosten die gedekt werden door heffingen en projecten naar (vaste) capaciteitskosten die gedekt moeten worden uit de algemene middelen. Ook de verdeling van (vaste) overheadkosten druk t in 2014 zwaarder op de activiteiten die bekostigd worden vanuit de algemene middelen. Dit heeft een nadeel tot gevolg. In het contract met StadsBeheerService BV (SBS) is een inflatiecorrectie opgenomen. Deze inflatiecorrectie is voor dit onderdeel meer dan de met de kadernota opgenomen prijscompensatie, hetgeen een nadeel betekent. De meerjarenraming 2013 voor de posten ‘voormalig personeel’(PvdT) en de concernbreed te verantwoorden bovenformatieven vanaf 2007 (in combinatie met de detacheringsvergoedingen), zijn vanaf de begroting 2014 herzien. Op basis van actuele gegevens heeft er een bijstelling plaatsgevonden, hetgeen leidt tot de gepresenteerde nadelen. Met het oog op ‘hoogwaardig’ (tweede ronde bezuinigingen 01.03 Verbetering efficiency) zijn de voormalige afdelingen ICT en F&I samengevoegd. De herstructurering heeft geleid tot per saldo hogere salarislasten (€ 60.000) ten opzichte van de situatie van voor de samenvoeging. Daarnaast is na de samenvoeging van de afdelingen F&I/ICT de formatie tijdelijk 0,68 fte hoger dan de normformatie. Dit wordt vanaf 2015 weer ingelopen via de ingeboekte fte bezuinigingen, maar betekent voor 2014 wel een extra benodigd budget van € 41.000. Dit betreffen de reservemutaties ter dekking van de uitgaven duurzaamheid en creatieve sector. Voorgesteld wordt om in te stemmen met een eenmalige dotatie van € 5.000.000 aan de algemene reserve en deze dotatie in de begroting 2014 te verwerken ten laste van het
23
begrotingssaldo. Ten grondslag aan dit voorstel ligt de overweging om de stand van de algemene reserve terug te brengen naar de stand van het begin van deze raadsperiode. 19. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht. Programma 2 In programma 2 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 02.1 Wet werk en bijstand en minimabeleid 02.1 Ontwikkelingen Minimabeleid 02.1 Inzet extra tijdelijk personeel Sociale zaken Totaal mutaties met betrekking op programma 2
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
-430 334 150
-430 334 -
-430 334 -
-430 334 -
-430 334 -
54
-96
-96
-96
1 1 1
-96 (Bedragen x € 1.000)
1.
In het raadsvoorstel over het instellen van een bestemmingsreserve decentralisaties sociaal domein is de raad geïnformeerd over de actualisering van de budgetten van de Wmo, de WWB en de met de uitvoering van die regelingen gemoeide personele capaciteit. Voor de jaren 2014 en verder zijn de resultaten gepresenteerd.
Programma 3 In programma 3 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 03.4 OZB schoolgebouwen Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 3
2014
2015
2016
2017
52 23
52 23
52 23
52 23
75
75
75
75
2018 Referentie 52 23
1 2
75 (Bedragen x € 1.000)
1.
2.
Op basis van de aanslagen over 2013 wordt verwacht dat de OZB-lasten voor schoolgebouwen zullen stijgen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt doordat aan bestaande schoolgebouwen renovaties en verbouwingen zijn uitgevoerd (o.a. Savornin Lohman, Comenius) en dat er nieuwe schoolgebouwen zijn bijgebouwd (college de Opmaat) wat een opwaarts effect heeft op de WOZ-waarden. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 4 In programma 4 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 04.2 04.2 04.2 04.2 04.1 04.1
2014
2015
2016
2017
Wet maatschappelijke ondersteuning Extramuralisering zorgzwaartepakketten Maatwerkvoorziening Stelposten loon-en prijscompensatie WMO Lagere huren welzijnspanden/kinderopvang Bijdrage gewest begroting Overig
-1.680 210 244 -336 166 85 13
-1.209 210 244 -336 148 85 13
-1.209 210 244 -336 163 85 13
-1.209 210 244 -336 163 85 13
Totaal mutaties met betrekking op programma 4
-1.298
-845
-830
-830
2018 Referentie -1.209 210 244 -336 163 85 13
1 2 2 3 4 5 6
-830 (Bedragen x € 1.000)
1.
2.
In het raadsvoorstel over het instellen van een bestemmingsreserve decentralisaties sociaal domein is de raad geïnformeerd over de actualisering van de budgetten van de Wmo, de WWB en de met de uitvoering van die regelingen gemoeide personele capaciteit. Voor de jaren 2014 en verder zijn de resultaten gepresenteerd. In het raadsvoorstel over de meicirculaire 2013 is de raad geïnformeerd over twee kabinetsbesluiten over de huishoudelijke zorg respectievelijk de (financiële) compensatie van deze zorgvragers. In de eerste plaats gaat het hierbij om de extramuralisering en overheveling naar de gemeenten van bepaalde groepen zorgvragers binnen de AWBZ. De begeleiding van
24
3.
4.
5. 6.
nieuwe cliënten met een ZZP 1 en 2 indicatie (ZZP = Zorgzwaartepakket) is in 2013 overgeheveld. In 2014 komt de begeleiding van personen met een ZZP indicatie 3 daarbij. Financieel gezien gaat het hierbij om € 210.000. In de tweede plaats maakt het kabinet in 2014 een begin met het afschaffen van een drietal landelijke regelingen voor financiële compensatie van zorgvragers waarvoor in de plaats gemeenten een -niet geoormerkt- budget ontvangen. Met dit nieuwe budget kunnen gemeenten maatwerk bieden voor het compenseren van beperkingen: deze compensatie kan bestaan uit het geven van directe voorzieningen maar kan ook geschieden via de bijzondere bijstand. Het aanvangsbudget voor 2014 bedraagt € 244.000. In het raadsvoorstel over het instellen van een bestemmingsreserve decentralisaties sociaal domein is de raad geïnformeerd over de ontwikkeling van de lasten voor de huishoudelijke hulp, de individuele voorzieningen van de wet maatschappelijke ondersteuning voor 2013 en de doorwerking hiervan naar 2014. Hiermee zijn de ramingen 2014 qua volume en prijs op een zo realistisch mogelijk niveau gebracht. Als gevolg hiervan kunnen stelposten die waren opgenomen met als doel deze volume- en prijsontwikkelingen op te kunnen vangen komen te vervallen. Dit betekent een structureel voordeel van € 336.000. In overeenstemming met de Gewestbegroting 2014, waarmee de Raad d.d. 12 juni 2013 heeft ingestemd, is de bijdrage van de gemeente Hilversum voor de GGD en Wonen Welzijn Zorg € 2.596.000, dat wil zeggen € 85.000 hoger dan tot nu toe begroot. In de begroting 2014 is een lager bedrag aan huuropbrengsten opgenomen dan in de nota ‘Huurtarieven voor maatschappelijke gebouwen’ (B&W besluit 29 mei 2012) is opgenomen. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 5 In programma 5 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 05.1 Inhuur bij gladheid Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 5
2014
2015
2016
2017
76 82
76 37
76 37
76 37
158
113
113
113
2018 Referentie 76 37
1 2
113 (Bedragen x € 1.000)
1. 2.
De verwachte kosten voor inhuur derden ten behoeve van gladheidbestrijding is bijgesteld aan de hand van de werkelijke kosten van de afgelopen jaren. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 6 In programma 6 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 06.1 06.1 06.2 06.3
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
Nota duurzaamheid Uitgaven duurzaamheid Aanvullende college bezuinigingen afvalstoffenheffing Aanvullende college bezuinigingen rioolheffing Overig
-100 300 -350 -32
-72 180 -350 -350 -
27 -350 -350 -
27 -350 -350 -
27 -350 -350 -
Totaal mutaties met betrekking op programma 6
-182
-592
-673
-673
1 2 3 4 5
-673 (Bedragen x € 1.000)
1.
2.
3.
In overeenstemming van de nota duurzaamheid worden de budgetten aangepast. De budgetten voor de jaren 2014 en 2015 worden afgeraamd om de storting in 2013 te kunnen dekken in de reserve duurzaamheid. Voor de jaren 2016 en verder is er voor duurzaamheid een budget van € 72.000 beschikbaar. Naar verwachting wordt in 2014 een bedrag van € 300.000 uitgegeven ter uitvoering van het uitvoeringsprogramma duurzaamheid. Dit bedrag wordt ten laste van de bestemmingsreserve gebracht (zie ook programma 1 referentie 17). Voor 2015 is deze € 180.000. Als onderdeel van de aanvullende (college) bezuinigingen is een deel van de veegkosten ondergebracht bij de te dekken kosten door de afvalstoffenheffing (zie ook paragraaf lokale heffingen). Voorheen werden deze gedekt vanuit de algemene middelen terwijl de wet- en
25
4.
5.
regelgeving toelaat deze te dekken door de afvalstoffenheffing. Ondanks het onderbrengen van een deel van de veegkosten zullen de tarieven van de afvalstoffenheffing in 2014 dalen ten opzichte van 2013. Als onderdeel van de aanvullende (college) bezuinigingen is een deel van de veegkosten ondergebracht bij de te dekken kosten door de rioolheffing (zie ook paragraaf lokale heffingen). Voorheen werden deze gedekt uit de algemene middelen. De wet- en regelgeving laat echter toe deze te dekken uit de opbrengsten van de rioolheffing. Ondanks deze wijziging in de dekkingswijze zullen de tarieven van de rioolheffing in 2014 dalen ten opzichte van 2013. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 7 In programma 7 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 07.0 Terugloop dekking rendabele activiteiten OHW 07.0 Verkopen niet stategisch bezit Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 7
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
96 -250 4
264 17
311 23
311 37
322 37
-150
281
334
348
1 2 3
359 (Bedragen x € 1.000)
1.
2. 3.
Uit de actualisering 2013 blijkt dat het aantal grondexploitaties de komende jaren zal afnemen. De grondexploitaties worden afgesloten als de werkzaamheden zijn afgerond. Daarnaast wordt terughoudend omgegaan met openen van nieuwe grondexploitaties. Hiermee vermindert in de komende jaren de dekking voor (vaste) personeels- en organisatiekosten binnen de grondexploitaties. Naar schatting kan in 2014 € 250.000 winst gemaakt worden op de verkoop van panden en gronden. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 8 In programma 8 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 08.1 Top sectorenbeleid (creative sector) Totaal mutaties met betrekking op programma 8
2014
2015
2016
2017
230
220
90
-
230
220
90
-
2018 Referentie -
1
(Bedragen x € 1.000)
1.
Dit betreft de financiële uitwerking van de op door de Raad vastgestelde nota Creatieve Sector (26 juni 2013). De lasten worden gedekt uit de daartoe ingestelde bestemmingsreserve (zie ook programma 1 referentie 17).
Programma 9 In programma 9 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 09.1 Jeugd cultuurfonds 09.1 Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 9
2014
2015
2016
2017
35 14
14
14
14
49
14
14
14
2018 Referentie 14
1 2
14 (Bedragen x € 1.000)
1.
Ter uitvoering van de wens van de gemeenteraad om een jeugdcultuurfonds in te stellen, zoals verwoord in de cultuurvisie en #jonginhilversum, is in 2014 een bedrag van € 35.000 in de begroting opgenomen.
26
2.
Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 10 In programma 10 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 10.1 Ouderjaarsviering 10.3 Vervallen ontrekking reserve brandweerkazerne 10.3 Taakstelling Veiligheidsregio Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 10
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
50 104 76 -25
50 104 76 -25
50 104 76 -25
50 104 76 -25
50 104 76 -25
205
205
205
205
1 2 3 4
205 (Bedragen x € 1.000)
1.
2.
3.
4.
Hilversum beschouwt de jaarwisseling al jaren als een grootschalig evenement met grote risico’s voor de openbare orde. Bij de jaarwisseling 2012-2013 waren voor het eerst de traditionele vreugdevuren niet toegestaan. Daarnaast zijn vanuit de gemeente enkele nieuwe initiatieven ontplooid, waarmee de start is gemaakt met een nieuwe beleving van de jaarwisseling. Zoals geadviseerd aan het college door de commissie Economie en Bestuur van 27 maart 2013 wordt hiervoor structureel € 50.000 opgenomen in de begroting (zie ook nota Evaluatie jaarwisseling 2012-2013). Via een aangenomen motie van de VVD is besloten om de € 50.000 onder te verdelen in € 25.000 voor eindejaarsviering en € 25.000 voor algemeen evenementenbeleid. Om een terugbetalingsverplichting van ruim € 500.000 BTW te voorkomen zal de brandweerkazerne voor 2014 overgedragen worden van de gemeente naar de Veiligheidsregio. Door de overdracht komen de kapitaallasten te vervallen en worden deze omgezet in een extra bijdrage aan de Veiligheidsregio, waarmee de Veiligheidsregio de voor hen nieuwe kapitaallasten kan dekken. De overdracht heeft tevens tot gevolg dat de beklemde reserve (per 31 december 2013: € 2.085.000) zal vrijvallen en dat de jaarlijkse onttrekking (€ 104.000) komt te vervallen. De concept begroting 2014 van de veiligheidsregio voldeed niet aan de door de gemeente Hilversum opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 76.000, omdat de veiligheidsregio hiermee de loon- en prijscompensatie deels heeft opgevangen. Dit was de reden waarom Hilversum tegen de concept begroting 2014 heeft gestemd. Echter met tegenstemmen van Bussum en Hilversum heeft de meerderheid van het Veiligheidsbestuur wel ingestemd met de begroting. Dit betekent dus voor Hilversum (ten opzichte van de uitgangspunten in de Kadernota) een nadeel van € 76.000. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
Programma 11 In programma 11 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 11.0 11.0 11.2 11.2
Lasten ex bestuurders I pads nieuwe raadsperiode Paspoorten/ID kaarten/RBW Verkiezingen Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 11
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
40 50 33
14 -2 8
-97 166 -155 8
-116 -42 8
-116 50 -4 33
123
20
-78
-150
1 2 3 4 5
-37 (Bedragen x € 1.000)
1.
Rekening houdend met de resterende maximale wachtgeldverplichting van een ex-wethouder, betekent dit voor 2014, 2015 en 2016 een extra last. Daarnaast vervalt het wachtgeld (in de vorm van een invaliditeitspensioen) van ex-bestuurder vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dit levert een structurele besparing op.
27
2.
Op grond van het (landelijk) Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (artikel 7a) en de Hilversumse rechtspositieverordening (artikelen 7 en 20 lid 2) kunnen raadsleden en fractiemedewerkers aanspraak maken op een iPad óf een pc-vergoeding van 1000 euro. Na de wisseling van het gemeentebestuur in maart 2014 zullen aan de nieuw gekozen en benoemde leden op aanvraag deze voorzieningen moeten worden geboden. De wethouders hebben ook recht op iPad of vergoeding, én fiscale compensatie overigens. De kengetallen naturalisaties, huwelijk en GBA worden meerjarig berekend aan de hand van historische gegevens. Op basis van deze aantallen en de legestarieven wordt de meerjarenraming opgesteld. De gemeente heeft geen invloed op deze kengetallen. Wel wordt de meerjarenraming door het verbeteren van rapportages steeds nauwkeuriger. Verder worden de aantallen ieder jaar bijgesteld aan de hand van wetswijzigingen, andere actuele ontwikkelingen en nieuwe inzichten. Daarnaast worden steeds minder GBA-uittreksels afgenomen omdat de overheid streeft naar administratieve lastenverlichting voor de burger en hierdoor steeds meer gebruik maakt van al beschikbare informatie. Verder dalen de inkomsten uit huwelijksleges doordat minder huwelijken voltrokken worden. Om de budgetten voor de komende verkiezingen correct in de meerjarenbegroting te krijgen kan een budget van € 155.000 vrijvallen in het jaar 2016. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
3.
4. 5.
Programma 12 In programma 12 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 12.2 Huur Dudokarena Overig Totaal mutaties met betrekking op programma 12
2014
2015
2016
2017
90 -7
90 -7
90 -7
90 -7
83
83
83
83
2018 Referentie 90 -7
1 2
83 (Bedragen x € 1.000)
1.
De gemeente Hilversum heeft de exploitatie van het sportcomplex van Dudok Arena tot 1 januari 2016 overgedragen aan Optisport Hilversum BV. Ten tijde van de overdracht in 2002 bestond er een huurovereenkomst tussen de gemeente en het ROC Amsterdam voor het gedeeltelijke gebruik van dit sportcomplex. Optisport Hilversum BV is echter eveneens een overeenkomst met ROC Amsterdam aangegaan. Deze overeenkomst conflicteert met de eerdere. Dit heeft geleid tot onderhandelingen tussen Optisport Hilversum BV, ROC Amsterdam en de gemeente. De gemeente heeft intensief met de genoemde partijen onderhandeld met als doel om de vermindering aan opbrengsten voor de verhuur van de Dudok Arena te beperken. In 2012 is al een deel van de inkomsten (€ 68.000) minder geraamd. In dat jaar is bij de jaarrekening in de risicoparagraaf vermeld dat de huurinkomsten nog verder terug zouden lopen (bandbreedte € 60.000- 90.000). Nu is de verwachting dat de inkomsten met € 90.000 verder af zullen nemen. Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
2.
Programma 13 In programma 13 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving -
2014
2015
2016
2017
Overig
28
28
28
28
Totaal mutaties met betrekking op programma 13
28
28
28
28
2018 Referentie 28
1
28 (Bedragen x € 1.000)
1.
Dit betreft mutaties die vanwege de geringe omvang en politieke betekenis niet worden toegelicht.
28
Programma 14 In programma 14 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de kadernota 2013. Bdoel Omschrijving 14.2 Meer opbrengsten parkeren 14.2 Aanvullend budget parekeeracties Totaal mutaties met betrekking op programma 14
2014
2015
2016
2017
2018 Referentie
-100 100
-100 100
-100 100
-100 100
-100 100
-
-
-
-
1
(Bedragen x € 1.000)
1.
Vanaf 2014 wordt een meeropbrengst aan parkeermeter gelden verwacht van € 100.000. Deze meeropbrengsten worden structureel ingezet ten behoeve van speciale (parkeertarief)acties ten gunste van de detailhandel. Bijvoorbeeld tijdens de feestdagen en koopzondagen.
4.4. Investeringsprogramma 2014-2017 In deze programmabegroting treft u het nieuwe investeringsprogramma 2014-2017 aan (zie bijlage 8.3). De kapitaallasten van dit investeringsprogramma zijn berekend op basis van de nieuwe renteomslag voor 2014 ad. 3,35% (2013: 3,7%). Het overzicht hieronder bevat een samenvatting van dit investeringsprogramma, en een vergelijking met het programma van vorig jaar. Voor een juiste vergelijking zijn in het overzicht de kapitaallasten van het investeringsprogramma 2014 berekend op basis van de renteomslag van 2013 (is 3,7%). Het voordelige effect van de renteverlaging (€ 190.000) is op een aparte regel weergegeven. Analyse bij een renteomslag van 3,7%
Investeringen IP 2013-2016 IP 2014-2017
Verschil
Kapitaallasten bij 3,7% rente IP 2013-2016 IP 2014-2017 Verschil
Totaal onrendabel Programma 1; ICT Programma 3; onderwijshuisvesting Programma 5; beheer openbare ruimte Programma 12; sport Programma 14: bereikbaarheid Overige programma's Effect lagere renteomslag op onrendabele functies (3,35% i.p.v. 3,7%)
53.520 2.680 23.741 22.267 0 3.609 1.223
51.167 2.308 20.841 23.555 975 2.401 1.088
-2.353 -372 -2.900 1.288 975 -1.208 -135
4.282 756 1.607 1.434 0 305 180
3.884 655 1.437 1.543 134 203 102 -190
-398 -101 -170 109 134 -102 -78 -190
Totaal rendabel (kapitaallasten tlv riool-/grafrechten) Programma 6; riolen Programma 6; begraafplaatsen
11.330 11.330 0
12.408 12.113 295
1.078 783 295
596 596 0
674 653 21
78 57 21
bedragen x 1.000
-/- is voordeel
Toelichting Het investeringsvolume van het investeringsprogramma 2014 is voor wat betreft de onrendabele investeringen met afgerond 2,4 miljoen afgenomen. In kapitaallasten scheelt dat € 208.000 (€ 398.000 minus € 190.000). De voornaamste oorzaak is het met ingang van 2016 lagere investeringsvolume onderwijshuisvesting. Verder valt de jaarschijf 2013 van de investering in de HOV buiten de scope van het nieuwe investeringsprogramma, waardoor het programma bereikbaarheid een afname van circa 1,2 miljoen laat zien. De investeringen in de openbare ruimte nemen toe met 1,3 miljoen; de kapitaallasten stijgen daardoor met 109.000. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door het nieuwe meerjaren onderhoudsprogramma beschoeiingen, dat in hoofdzaak betrekking heeft op het Hilversums Kanaal. Het onderhoud hieraan was opgeschort in verband met het onderzoek dat liep naar een mogelijke overdracht aan het waterschap van het beheer van dit kanaal. Dit onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat Hilversum verantwoordelijk blijft voor het beheer. Daarom moeten er vanaf 2016 middelen gereserveerd worden voor de vervanging van de beschoeiing. Het betreffende onderhoudsprogramma zal nog aan de raad worden voorgelegd. Nieuw in dit investeringsprogramma is ook de reservering van in totaal € 975.000 voor de noodzakelijke vervanging van sportvelden (kapitaallasten € 134.000). Hiervan is € 235.000 nodig 29
in 2014 en de rest (€ 740.000) in 2017. In totaal is er voor de vervanging van sportvelden in de periode 2012-2021 € 1,7 miljoen nodig. De resterende € 730.000 zal worden verwerkt in volgende investeringsprogramma’s.
30
Beleidsbegroting
32
5 Programma’s
34
5. Programma’s Inleiding Met de vaststelling van deze programmabegroting bepaalt u per beleidsterrein de ambities van de gemeente Hilversum voor het jaar 2013 en de budgetten die daarbij horen (de autorisatie vindt plaats op het niveau van totale lasten en baten per programma). De beleidsterreinen waarop de gemeente Hilversum actief is komen terug in de programma’s die u in dit onderdeel van de begroting aantreft. De opzet en indeling van de programma’s is conform het in 2008 geïntroduceerde model. Hieronder treft u de opzet van de programma’s. Opzet van de programma’s In de programma’s staat centraal het inzichtelijk maken van de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten, opdat de raad met de begroting zijn kaderstellende en controlerende rol goed kan vervullen. Alle programma’s kennen dezelfde indeling: • Output effectketen. • Missie/programmadoelstelling. • Context en achtergrond. • Kaderstellende beleidsnota’s. • Beleidsdoelen (vanuit de vraag ‘wat willen we bereiken’). • Prestaties (vanuit de vraag ‘wat gaan we doen om het beleidsdoel te bereiken’). • Indicatoren (met behulp waarvan de mate van doelbereiking wordt aangegeven). • Financiën (wat mag het kosten?). Elk beleidsdoel wordt - mét bijbehorende prestaties (= activiteiten) en indicatoren - op een aparte pagina toegelicht. De beleidsdoelen zijn zodanig gekozen dat zij met elkaar een overzicht bieden van de belangrijkste thema’s binnen een programma. Per beleidsdoel zijn de voor het begrotingsjaar (politiek) relevante prestaties vermeld. Niet alle activiteiten zijn vermeld want dat neemt het zicht op de hoofdlijn weg. Indicatoren zijn opgenomen om meetbaar te maken of en in hoeverre de ambities zijn gerealiseerd. De indicatoren kunnen zowel betrekking hebben op prestaties als op beleidsdoelen. De budgetten van de programma’s worden verdeeld over de beleidsdoelen en op diverse plekken binnen het programma genoemd: in de output effectketen (in de vakjes met de beleidsdoelen is het budget opgenomen), in de pagina waarop het beleidsdoel is toegelicht én in het financiële overzicht aan het eind van elk programma, waarin het programmabudget is gespecificeerd naar beleidsdoel. In dat overzicht treft u ook de investeringen en de reserves en voorzieningen van het programma aan. Voor een beperkt aantal budgetten ligt de koppeling aan een specifiek beleidsdoel niet voor de hand. Dit doet zich met name voor in de programma’s 1, 7 en 11: In programma 1 financiën is de volgende rubricering aangebracht: • financieringsfunctie; • algemene uitkering en overige baten en lasten; • belastingen; • saldi kostenplaatsen diensten; • mutaties reserves; • saldo na bestemming resultaat. In hoofdstuk 7 wordt in de paragrafen financiering en lokale heffingen overigens uitgebreid ingegaan op de algemene dekkingsmiddelen. Voor programma 7. Wonen/ISV geldt dat het budget bouwgrondexploitaties aan vele beleidsdoelen een bijdrage levert. Daarom is dit budget niet opgesplitst. Programma 11. Bestuurlijke aangelegenheden bevat geen beleidsdoel bij de budgetten voor bestuursondersteuning omdat deze bestemd zijn voor de reguliere bedrijfsvoering.
35
36
Programma 1 Financiën
37
38
Programma 1: Financiën Portefeuillehouder
B.M. Moojen
Context en achtergrond In het programma Financiën worden de algemene dekkingsmiddelen verantwoord: onder meer de algemene uitkering en opbrengsten uit belastingen, waaronder de onroerende zaakbelasting. Daarnaast bevat het programma de kosten die gemoeid zijn met de inning van die belastingen en de kosten van de financieringsfunctie. Verder zijn in het programma een aantal eenmalige budgetten verwerkt in de vorm van reserves, voorzieningen en investeringen. Al deze posten hebben met elkaar gemeen dat ze een (belangrijke) bijdrage leveren aan het functioneren van de gemeentelijke organisatie en het realiseren van de door de organisatie nagestreefde maatschappelijke doelstellingen (beleidsdoelen). Ze zijn echter niet aan een of enkele specifieke doelstellingen te koppelen, zoals dat in de andere programma’s wél het geval is. Dit programma is daarom anders ingericht dan de programma’s 2 tot en met 16. In de paragrafen Lokale Heffingen (7.1), Weerstandsvermogen (7.2) en Financiering (7.4) en in hoofdstuk 6 Algemene Dekkingsmiddelen, is uitgebreide informatie te vinden over de onderwerpen van dit programma. Ook hoofdstuk 8 bevat onder paragraaf 7 (lasten en baten financieringsfunctie) en 11 (algemene uitkering uit het gemeentefonds) relevante informatie voor dit programma.
39
PROGRAMMA 1
1
Financiën Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
19 3.703 1.870 3.574
19 394 3.547 2.479 1.914
17 1.778 3.624 1.174 5.136
17 4.974 3.624 902 14
17 6.422 3.624 892 1.417
17 8.740 3.624 498 -
17 10.769 3.624 -48 -
9.165
8.353
11.729
9.531
12.372
12.879
14.362
6.482 89.607 17.948 2.473 5.063
4.794 87.925 18.423 174 5.208
4.225 92.198 18.895 3.907
3.875 87.454 19.368 1.148 2.988
3.788 88.160 19.767 1.106 2.377
3.729 87.852 20.166 450 1.348
3.701 87.611 20.565 450 1.011
Totaal baten
121.572
116.524
119.225
114.833
115.198
113.545
113.338
Saldo 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
-6.463 -89.607 -14.245 -603 -1.489
-4.775 -87.531 -14.876 2.305 -3.294
-4.208 -90.420 -15.271 1.174 1.229
-3.858 -82.480 -15.744 -246 -2.974
-3.771 -81.738 -16.143 -214 -960
-3.712 -79.112 -16.542 48 -1.348
-3.684 -76.842 -16.941 -498 -1.011
-112.407
-108.171
-107.496
-105.302
-102.826
-100.666
-98.976
126 -7.845
50 -2.341
5.050 -1.235
14 -1.235
-1.205
-717
-171
-120.126
-110.462
-103.681
-106.523
-104.031
-101.383
-99.147
Beleidsdoel Lasten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Omschrijving beleidsdoel
omschrijving Financieringsfunctie Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten Belastingen Saldi kostenplaatsen diensten Mutaties reserves
Totaal lasten Baten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Financieringsfunctie Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten Belastingen Saldi kostenplaatsen diensten Mutaties reserves
Financieringsfunctie Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten Belastingen Saldi kostenplaatsen diensten Mutaties reserves
Totaal saldo 1 1
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
40
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
begr 2014
begr 2015
Investeringen 1.1 Financieringsfunctie 1.2 Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten 1.3 Belastingen 1.4 Informatisering & automatisering 1.5 Mutaties reserves I1
602 -
527 -
662 -
517 -
Totaal
602
527
662
517
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12eraf 2014
1-12014
erbij
3.501 48.823 3.498 128 1.209
5.000 50 -
-1.000 -235
3.501 53.823 2.548 128 974
57.159
5.050
-1.235
60.974
Voorzieningen 1.1 Financieringsfunctie 1.2 Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten 1.3 Belastingen 1.4 Onderhouds- en PvdT voorzieningen 1.5 Mutaties reserves
2.934 -
1.798 -
-1.317 -
3.415 -
Totaal voorzieningen
2.934
1.798
-1.317
3.415
Reserves 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Omschrijving reserve
Algemene reserve, ongebonden Algemene reserve, gebonden Reserve Slank & Hoogwaardig Dienstreserves Overige reserves
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 11.729 119.225
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
41
42
Programma 2 Sociale Zaken
43
Programma 2: Sociale Zaken Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Het opbouwen van werkgeversnetwerken en mede op die manier binnenhalen van vacatures waarop daadwerkelijk en structureel uitkeringsgerechtigden worden geplaatst.
Een redzame samenleving Saldo: € 10.219.000
Werken en meedoen
02.01 Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee Saldo: € 10.219.000
• Het opbouwen van netwerken met maatschappelijke dienstverleners en op die manier binnenhalen van maatschappelijke werkplekken waarop daadwerkelijk en structuree uitkeringsgerechtigden worden geplaatst. • Nieuwe instroom en het zittend bestand aan uitkeringsgerechtigden worden geschoond op basis van het nakomen van met de uitkering samenhangende verplichtingen. • De ‘wetswijziging WWB 2014’ is geïmplementeerd.
44
Programma 2: Sociale Zaken Portefeuillehouder
J.J.M.P. Rensen
Missie/programmadoelstelling De doelstelling van dit programma is het stimuleren van een redzame samenleving. Het uitgangspunt daarbij is dat iedereen naar vermogen meedoet. Iedere inwoner van Hilversum heeft een eigen verantwoordelijkheid om naar vermogen mee te doen en is tevens voor zijn eigen ontwikkeling verantwoordelijk. Door middel van het programma Sociale Zaken stimuleert de gemeente dat zoveel mogelijk inwoners meedoen en perspectief hebben op werk en inkomen. Daarnaast faciliteert de gemeente de redzaamheid van de Hilversummers via educatie, schuldhulpverlening en minimaregelingen. De Wet Werk en Bijstand is daarbij het vangnet voor degenen die niet of niet helemaal in staat zijn om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Dit is zoveel mogelijk als tijdelijke voorziening bedoeld.
Context en achtergrond Omgeving en gevolgen wetswijzigingen Het kabinet streeft naar een compacte en slagvaardige overheid met een doelmatige taakverdeling. Om die reden is besloten tot een aantal decentralisaties. Een van de decentralisaties is de Participatiewet, met als doel om één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt te creëren die de WWB, Wajong en de WSW hervormt. De Participatiewet is gebaseerd op het wetsvoorstel Wet Werken naar Vermogen, dat eerder is komen te vervallen. De Participatiewet treedt in werking op 1 januari 2015. In 2014 wordt de huidige Wet Werk en Bijstand (WWB) op een aantal punten gewijzigd. Het gaat onder meer om de invoering van een zogenoemde kostendelersnorm (ter vervanging van de huishoudinkomenstoets die in 2012 is geïntroduceerd en weer is ingetrokken), de uniformering van verplichtingen, waaronder de arbeids- en re-integratieplicht en de tegenprestatie voor de uitkering. Als het gaat om armoedebeleid wordt in het wetsvoorstel ingezet op meer maatwerk bij de toekenning van bijzondere bijstand. Op het wetsvoorstel ‘wijziging WWB’ wordt eind 2013 een besluit verwacht. De wijziging gaat vervolgens in op 1 juli 2014. De Participatiewet hangt nauw samen met het jeugdbeleid en de Wmo: het sociaal domein. De uiteindelijke doelstelling in dit sociaal domein is dat inwoners beter en/of langer mee blijven doen in de samenleving. In de uitvoering van de nieuwe taken in het sociaal domein werken de gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek samen op onder meer het terrein van inkoop, toezicht op de markt en monitoring. Voor de inrichting van het sociaal domein is het ‘Uitvoeringsprogramma sociaal domein’ opgesteld. In het Uitvoeringsprogramma wordt uitgegaan van een driedeling: een brede sociale basisinfrastructuur, een integrale toegang tot het sociaal domein en de uitvoering van individuele arrangementen. De brede sociale infrastructuur biedt laagdrempelige basisvoorzieningen in de wijk. De regie blijft bij de inwoner, eigen kracht en zelfredzaamheid vormen het uitgangspunt. Als een beroep wordt gedaan op de ondersteuning van de gemeente wordt uitgegaan van de vraag van de inwoner. Deze ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij de inwoner georganiseerd door middel van een zogenoemde ‘integrale toegang’ waar de inwoner beter en sneller wordt geholpen door het hanteren van het principe: ‘één klant/huishouden, één plan, één regisseur’. De integrale toegang is lokaal ingericht. Als er behoefte is aan professionele ondersteuning, dan wordt deze - waar mogelijk - preventief ingezet. Deze preventieve lichte vormen van ondersteuning zijn erop gericht om inwoners te versterken in hun eigen kracht. Als de basisvoorzieningen onvoldoende uitkomst bieden voor inwoners, dan wordt gekeken welke individuele voorziening nodig is. De regionale samenwerking in het sociaal domein richt zich met name op de individuele voorzieningen voor onze inwoners. Het gaat hierbij om specifieke diensten en producten. Voor deze diensten en producten geldt, dat het effectiever en efficiënter is om deze op grotere - regionale - schaal in te kopen en uit te voeren.
45
Ambitie gemeente De forse teruggang van met name het participatiebudget maakt keuzes in het participatiebeleid noodzakelijk. Het participatiebeleid wordt teruggebracht naar de essentie: het participatiebudget wordt alleen nog gericht ingezet om hiaten in de vaardigheden van een werknemer ten opzichte van de vacature-eisen op te lossen. Financiële gevolgen De economische recessie houdt veel langer aan dan verwacht. Als gevolg daarvan blijft het aantal werklozen toenemen en ook sneller dan voorheen het geval was. Het aantal beschikbare vacatures neemt tegelijkertijd af. Het aantal inwoners dat hierdoor van een bijstandsuitkering gebruik moet maken neemt toe. Hoewel de rijksbijdrage Inkomensdeel WWB met de groei of afname van het landelijk aantal bijstandsgerechtigden mee beweegt, is deze stijging zorgwekkend.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • • • • • • • •
‘Meedoen naar Vermogen’, Beleidsplan Sociale Zaken 2012-2015, 2011. Uitvoeringsplan bij ‘Meedoen naar Vermogen’ en Projectenboek, 2012. Actieplan jeugdwerkloosheid, 2009. Toeslagenverordening WWB, 2013. Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009. Re-integratieverordening WWB, 2013. Handhavingsverordening inkomensvoorzieningen 2011. Maatregelenverordening WWB, 2013. Beleidsregels terug- en invordering, 2013. Verordening Inburgering (overgangsrecht), 2013. Beleidsregels Inburgering, 2013. Verordening Cliëntenparticipatie WWB, 2010. Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken WSW gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008. Verordening cliëntenparticipatie WSW gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008. Beleidsregels Schuldhulpverlening, 2012. Schuldhulpverlening aan (ex)-ondernemers, 2009. Nota bijzondere bijstand, 2004. Beleidsregel Kinderopvang, 2013.
Programmaonderdelen Het programma kent het volgende onderdeel: • Werken en meedoen.
Subfuncties
• • • • • • • •
610.1 Bijstand/financiële dienstverlening. 611.1 Sociale werkvoorziening. 614.1 Gemeentelijk minimabeleid. 614.4 Kwijtschelding belastingen. 621.1 Vreemdelingen. 623.1 Participatiebudget: Volwasseneneducatie. 623.2 Participatiebudget: Re-integratie. 623.3 Participatiebudget: Inburgering.
46
Meedoen naar vermogen Beleidsdoel 2.1.: Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee Het beoogde maatschappelijk effect is een redzame samenleving. Het uitgangspunt daarbij is dat iedere Hilversummer naar vermogen meedoet en dat de sociale zorg voor de gemeente betaalbaar blijft. De afdeling Sociale Zaken stimuleert dat zoveel mogelijk mensen deelnemen aan de samenleving en investeert in mensen als dit aantoonbaar leidt tot meedoen naar vermogen. De afdeling zorgt er ook voor dat de uitvoering binnen de daarvoor bedoelde budgetten blijft. Focus op werk en werkgevers Mensen met betaald werk zijn het meest redzaam. Niet alleen in financiële zin; werk zorgt voor een gevoel van eigenwaarde en spoort mensen aan om zich verder te ontplooien. Bovendien is de uitstroom uit de bijstand en ook de schadelast beperking dan het meest structureel. Een combinatie van vraag- en aanbodgerichte benadering van werkgevers blijkt het meest effectief te zijn om mensen aan het werk te krijgen. De vraag op de arbeidsmarkt is leidend. Het opbouwen van duurzame relaties met werkgevers is daarom een absolute focus. Door veel te investeren in de contacten met werkgevers groeit het netwerk van werkgevers. Het doel is om in samenwerking met iedereen die behulpzaam kan zijn vacatures, leerwerk- en stageplaatsen te genereren. WWB klanten worden door de afdeling Sociale Zaken gekoppeld aan de vacatures van de werkgevers, de meest geschikte kandidaat wordt voorgedragen. Komen klant en vacature niet overeen, dan zorgt de afdeling voor een goede aansluiting, door gericht in te zetten op de ontbrekende kennis en vaardigheden. Op deze wijze ontstaan leerwerk trajecten en relaties met het onderwijs. Financiering vindt plaats vanuit het participatiebudget, dat hierdoor een op concrete uitstroom gerichte investering is. Focus op participeren en maatschappelijke dienstverleners Er is een groep klanten die kan werken maar moeite heeft met het vinden van werk. Redenen hiervoor kunnen bijvoorbeeld zijn: leeftijd, een gebrek aan (vak)opleiding of ervaring, andere problemen of combinaties hiervan. Werk vinden is vaak op termijn wel mogelijk door inzet van activiteiten die gericht zijn op activering. Ook hier zal gericht geïnvesteerd worden. Er ligt een belangrijke relatie met de Wmo en de maatschappelijke dienstverleners. Door de inzet van mensen met een uitkering is het mogelijk om een aantal maatschappelijke doelstellingen tegelijkertijd te realiseren. Voor een deel van de klanten is de problematiek te complex en moet het te bereiken resultaat vooralsnog worden gezocht in het vergroten van het vermogen om sociaal te kunnen functioneren. Hiervoor wordt na indicering en op basis van maatwerk een inspanning gevraagd van welzijns- en zorginstellingen. In deze groep klanten wordt niet meer met behulp van het participatiebudget geïnvesteerd. Minimaregelingen en schuldhulpverlening blijven hier uiteraard wel bereikbaar. Betaalbaarheid De afdeling Sociale Zaken heeft de verantwoordelijkheid om binnen de budgetten te blijven. De grootste zorg betreft de betaalbaarheid van de uitkeringen. Dit wordt beheersbaar gemaakt door te richten op de limitering van uitgaven ten laste van het inkomensdeel WWB. Het doel is de maximale uitkeringslast te beperken conform het beschikbare budget. Dit gebeurt door intensief in te zetten op uitstroom, samenwerking te zoeken met werkgevers en maatschappelijke dienstverleners en door nadrukkelijk te sturen op de instroom in de uitkering. Verstrekken van uitkeringen vindt plaats, zowel voor de nieuwkomers als het bestaande bestand, wanneer en voor zolang als men zich houdt aan alle verplichtingen die daaraan verbonden zijn. Samenwerking De inzet op samenwerking met werkgevers in Hilversum en de omliggende regio heeft topprioriteit en wordt onverminderd voortgezet. Werkgevers moeten immers bereid zijn onze mensen op hun vacatures te plaatsen. Er wordt intensief geïnvesteerd in relaties met werkgevers, maatschappelijk dienstverleners en de klant (de mensen die wij graag willen laten participeren).Op dit moment wordt op het terrein van Sociale Zaken al in diverse verbanden samengewerkt. Zowel met andere gemeentelijke onderdelen, als met andere organisaties zoals UWV, Tomin, maar ook de Sociale
47
Recherche. De interne samenwerking zal ook sterk worden geïntensiveerd door te werken vanuit een integrale toegang tot het sociaal domein. De samenwerking met organisaties in de regio wordt steeds aangegaan op basis van het beleidsdoel ‘meedoen naar vermogen’. Dit leidt tot een gedifferentieerde samenwerking met diverse partners die aantoonbaar toegevoegde waarde hebben voor onze beleidsdoelstellingen. Saldo beleidsdoel:
€ 10.219.000
Prestaties 1. Het opbouwen van werkgeversnetwerken en mede op die manier binnenhalen van vacatures waarop daadwerkelijk en structureel uitkeringsgerechtigden worden geplaatst. 2. Het opbouwen van netwerken met maatschappelijke dienstverleners en op die manier binnenhalen van maatschappelijke werkplekken waarop daadwerkelijk en structureel uitkeringsgerechtigden worden geplaatst. 3. Nieuwe instroom en het zittend bestand aan uitkeringsgerechtigden worden geschoond op basis van het nakomen van met de uitkering samenhangende verplichtingen. 4. De ‘wetswijziging WWB 2014’ is geïmplementeerd. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) I Aantal klanten geplaatst op vacature. GWS4all 195 200 200 200 200 Aantal klanten geplaatst op I GWS4all 149 160 160 160 160 maatschappelijke werkplekken. Gemiddeld aantal klanten met een I GWS4all 1.503 1.755 uitkering.
48
49
PROGRAMMA 2
2
Sociale Zaken Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
48.086
49.885
50.862
50.308
50.196
50.196
50.196
Totaal lasten
48.086
49.885
50.862
50.308
50.196
50.196
50.196
Baten 2.1
38.660
38.732
40.643
40.643
40.643
40.643
40.643
38.660
38.732
40.643
40.643
40.643
40.643
40.643
Saldo (excl. mutaties reserves) 2.1 Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
9.426
11.153
10.219
9.665
9.553
9.553
9.553
Totaal saldo
9.426
11.153
10.219
9.665
9.553
9.553
9.553
1.000 -
-940
-350
-
-
-
-
10.426
10.213
9.869
9.665
9.553
9.553
9.553
Beleidsdoel Lasten 2.1
Omschrijving beleidsdoel
Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
Totaal baten
2 2
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
50
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 2.1 Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
Reserves 2.1 Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
730
-
-350
380
Totaal reserves
730
-
-350
380
Voorzieningen 2.1 Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Bedragen x 1.000 50.862 40.643
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
51
52
Programma 3 Onderwijs en Jeugdzaken
53
Programma 3: Onderwijs en Jeugdzaken Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Financieel bijdragen aan initiatieven van jongeren via jongereninitiatief. 03.01 Pijler 1: Brede Ontwikkeling Saldo: € 5.106.000
• Jongeren zijn tevreden over het voorzieningenniveau. • Invoeren van de mogelijkheid tot flexibilisering van de contactmomenten bij de jeugdgezondheidszorg.
Jeugd • Inzetten van preventieve opvoed- en opgroeiondersteuning op de vindplaatsen. 03.02 Pijler 2: Versterken van Kansen Saldo: € 1.558.000 Het gemeenschappelijke doel binnen het sociale domein is dat inwoners beter en/of langer kunnen blijven meedoen in de samenleving. Saldo: € 16.712.000
• Stimuleren vroegsignalering door intensivering gebruik verwijsindex. • Minder overlast van groepen jeugdigen via Aanpak Problematische Jeugd. • Invoeren JOA aanpak (Jongeren Onderwijs en Arbeidsmarkt).
• Inwoners informeren zodat ze weten waar ze moeten zijn met een hulpvraag per 01/01/2015. 03.03 Pijler 3: Passende Ondersteuning Saldo: € 32.000
• Organiseren van de toegang tot jeugdhulpverlening. • Voorbereiden van instellingen en professionals op de nieuwe werkwijze in het sociaal domein.
Onderwijs
03.04 Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1) Saldo: € 10.016.000
54
• Voldoende, goed onderhouden, veilige en functionele huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs in Hilversum.
Programma 3: Onderwijs en Jeugdzaken Portefeuillehouder
E. Boog
Missie/programmadoelstelling Er is sprake van een grote samenhang tussen het jeugdbeleid, de Wmo en Participatiewet: het Sociaal Domein. Het gemeenschappelijke doel binnen het sociale domein is dat inwoners beter en/of langer kunnen blijven meedoen in de samenleving. Daarbij wordt uitgegaan van het principe van de ‘eigen kracht’ van inwoners en de eigen verantwoordelijkheid. Als er professionele ondersteuning nodig is, zetten wij in op het versterken van de preventie: ‘voorkomen is beter dan genezen’. Als er sprake is van meervoudige en complexe problematiek dan bepaalt de gemeente vanaf 1 januari 2015 welke zwaardere vorm van ondersteuning nodig is. Hierbij wordt gewerkt volgens het principe: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. In de uitvoering van de nieuwe taken in het sociaal domein wordt kennis gedeeld en samengewerkt met gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek, onder andere op de terreinen inkoop, toezicht op de markt en monitoring. Het beleid voor Jeugdzorg (pijler 3) wordt in 2014 uitgewerkt, in samenhang met de andere wijzigingen in het Sociale Domein: de wijziging van de Participatiewet en de nieuwe Wmo, de toevoeging van AWBZ begeleiding en persoonlijke verzorging. Hierin wordt ook de opgave meegenomen om het Passend Onderwijs te laten aansluiten op de jeugdhulpverlening vanuit de gemeente.
Context en achtergrond De nota #jonginhilversum 2013-2016 biedt het kader voor het jeugdbeleid in de komende jaren. Het jeugdbeleid van Hilversum richt zich op alle kinderen en jongeren en gaat ook uit van de kracht van de sociale omgeving van gezinnen. Iedereen moet binnen zijn/haar mogelijkheden kunnen meedoen in de samenleving. De nota is opgebouwd in drie pijlers: Pijler 1: Brede ontwikkeling Deze pijler richt zich op de brede collectieve ontwikkeling van álle jeugdigen in Hilversum. Een flexibel en samenhangend aanbod van diensten en voorzieningen in de verschillende leefdomeinen, zodat alle kinderen en jongeren in Hilversum de gelegenheid kunnen participeren en competenties kunnen ontwikkelen die nodig zijn om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Voor ruim 85% van onze kinderen (ca.18.000 kinderen) zijn deze basisvoorzieningen voldoende om zich goed te kunnen ontwikkelen. Pijler 2: Versterken van kansen Pijler 2 is gericht op het versterken van individuele kansen van ouders, kinderen en jongeren die (tijdelijk) hulp of steun nodig hebben op het gebied van opgroeien en ontwikkelen, onderwijsachterstanden, sport, cultuur en vrije tijd. Hierbij gaat het om ca.10% van de Hilversumse jeugd (ruim 2.150). Soms is extra tijdelijke ondersteuning nodig om alle kinderen en jongeren kansen te geven gezond en evenwichtig op te groeien. Hilversum heeft hierin een rol door het aanbieden van individuele kortdurende ondersteunende voorzieningen bij enkelvoudige vragen en problemen. Pijler 3: Passende Ondersteuning Het doel van deze Pijler is dat Hilversum passende hulp biedt op het moment dat er sprake is van meervoudige en complexe problemen, die het kind, de jongere en/of het gezin en hun sociale netwerk zelf niet kunnen oplossen. Naar inschatting gaat het hier om 5% van de jeugd, ruim 1.050 kinderen, waarvoor individueel maatwerk - een arrangement - nodig is. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor deze passende ondersteuning met de overdracht van de jeugdzorg, de jeugd GGZ (geestelijke gezondheidszorg) en de jeugd VB (verstandelijke beperking). Wij willen zelf de toegang tot de passende hulp bepalen, omdat er bij deze complexe problemen een grote samenhang is met andere beleidsterreinen zoals de Wmo en sociale zaken. Met het realiseren van een gemeentelijke toegang tot de passende ondersteuning wordt het principe van 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur geborgd.
55
Voor de ondersteuning van de jeugdigen zijn wij verantwoordelijk via Pijler 1 en 2. In deze preventieve ondersteuning is het belangrijk dat hulpverleners de zorg niet overnemen (zorgen voor), maar met de kinderen/ouders op zoek gaan naar de oplossingen voor de problemen (zorgen dat). In 2014 worden professionals voorbereid op deze nieuwe werkwijze van vraaggerichte ondersteuning. Om op 1 januari 2015 klaar te zijn voor de nieuwe taken in het sociale domein is 2014 voorbereidingsjaar voor transformatie. Dit betekent dat: • inwoners goed geïnformeerd zijn over de veranderingen; • de integrale gemeentelijke toegang vanaf 1/1/2015 startklaar is; • de instellingen en professionals goed op de hoogte zijn van hun rol. Onderwijshuisvesting De wijze waarop wij uitvoering geven aan onze wettelijke taak op het terrein van onderwijshuisvesting is vastgelegd in de verordening Voorzieningen Onderwijshuisvesting. In het IHP (Integraal HuisvestingsPlan) is dit uitgewerkt. De meerjaren investeringskostenraming bij het IHP wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van prognoses (leerlingenaantallen) en andere ontwikkelingen. De door het rijk geplande overheveling van gelden op het terrein van de onderwijshuisvesting zal gevolgen hebben voor het IHP. Ook de beoogde door decentralisatie van rijksmiddelen voor het beheer en onderhoud van de schoolgebouwen heeft consequenties voor de gemeentelijke begroting en het takenpakket. Samenhang ander programma’s. Het programma Onderwijs en Jeugdzaken heeft een relatie met de programma’s 2. Sociale Zaken (bijvoorbeeld jeugdwerkloosheid en de invoering van de Wet werken naar vermogen), 4. Welzijn en Zorg (bijvoorbeeld prestatieveld 2 Wmo), 7. Wonen (bijvoorbeeld onderwijshuisvesting), 9. Cultuur (bijvoorbeeld cultuureducatie), 10 Openbare orde en veiligheid, brandweer (jeugdveiligheid) en 12. Sport en Recreatie (bijvoorbeeld Jeugd Sport Fonds).
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • •
• • • •
Jeugdnota #jonginhilversum (2013). Onderwijsnota (2004). Wmo-beleidsplan Bouwstenen en programma’s 2012-2015. Beleidsregels m.b.t. huisvesting van buitenschoolse opvang 2008-2011 (2008). Beleidsnota brede scholen 2012 - 2016 gemeente Hilversum. Peuterspeelzaalbeleid en de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (20122016). CJG notitie ‘Verbinden en versterken’ (2012). Integraal Huisvestingsplan (2012). Onderwijshuisvestingsplan (2012). Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2012.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Jeugd. • Onderwijs.
Subfuncties
• • • • •
421.2 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 423.2 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 432.2 Bijzonder speciaal basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting. 433.2 Bijzonder speciaal basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 441.2 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting.
56
• • • • • • • • • • • •
443.2 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting. 480.1 Onderwijsbegeleiding. 480.2 Centrale gymnastieklokalen. 480.3.Overige voorzieningen t.b.v. onderwijs (o.a. onderwijsachterstandenbeleid). 480.4 Gebouwen met voormalige onderwijsbestemming. 580.2 Cultureel jongerenpaspoort. 623.1 Participatiebudget: volwassenen educatie. 630.1 Jongerenwerk, spelotheken, integraal jeugdbeleid. 650.1 Peuterspeelzalen/kinderopvang. 714.1 GGD deel jeugd. 715.1 BDU/Jeugdgezondheidszorg algemeen. 716.1 BDU CJG WMO deel/Jeugdgezondheidszorg maatwerk en aanpak kindermishandeling.
57
Jeugd Beleidsdoel 3.1.: Pijler 1: Brede Ontwikkeling Alle kinderen en jongeren (0-23 jaar) kunnen actief deelnemen aan de samenleving en hun kwaliteiten ontplooien. Wettelijke kaders • Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wmo. In prestatieveld 1, samenhang in buurten en wijken, heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om alle burgers te laten participeren in de samenleving. In prestatieveld 2 heeft de gemeente een wettelijke taak in het signaleren en toeleiden van jongeren naar zorg. • De jeugdgezondheidszorg is gebaseerd op de WCPV (Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid). Toelichting Hilversum is een plek voor alle jongeren. Er moeten genoeg plekken zijn waar kinderen en jongeren kunnen spelen (zie ook programma 12: Sport & Recreatie) en er zijn voldoende mogelijkheden voor jongeren om in georganiseerd en ongeorganiseerd verband hun vrije tijd door te brengen. Jongeren worden gestimuleerd om mee te denken en te adviseren over het gemeentelijk beleid. Jongeren kunnen ook zelf ideeën ontwikkelen en inbrengen. Hiervoor is een gemeentelijke bijdrage beschikbaar via het jongereninitiatief. Voor de oudere jeugd is het belangrijk om samen te komen en uit te gaan. Niet alleen het onderhouden van goede contacten met jongeren heeft hoge prioriteit, maar ook het versterken van de sociale cohesie tussen buurtbewoners, jongeren, vrijwilligers, scholen, verenigingen en instellingen op het gebied van welzijn, sport en cultuur (versterken van de civil society). Hoe onze jongeren de basisvoorzieningen van Hilversum waarderen, wordt gemeten in de jongerenenquête, die om het jaar wordt gehouden. Een belangrijke basisvoorziening voor de jeugdigen en hun ouders is de jeugdgezondheidszorg. Met name in de leeftijd 0-4 jaar ziet de jeugdgezondheidszorg de ouders en kinderen regelmatig en heeft deze een belangrijke rol in de informatieoverdracht over opvoeden en opgroeien. Vanaf de leeftijd van vier jaar neemt de frequentie van het aantal onderzoeken af, maar blijft de jeugdgezondheidszorg een belangrijke instantie waaraan vragen worden gesteld over opvoeden en opgroeien. Naast de contacten met ouders en kinderen wordt de jeugdgezondheidszorg regelmatig geconsulteerd door professionals die met jeugdigen werken (kinderopvang, scholen). Ieder jaar registreert de Jeugdgezondheidszorg het percentage kinderen dat is bereikt. Dit percentage is als indicator in de programmabegroting opgenomen. Vooral voor de jongste jeugd is een grote bereikbaarheid van belang. Vanaf de leeftijd van vier jaar is het kind in beeld via het onderwijs. Een andere belangrijke basisvoorziening voor de jeugd is het onderwijs. De gemeente is verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting. Onder 3.4 is dit onderdeel van Pijler 1 van het jeugdbeleid afzonderlijk uitgewerkt. Wij faciliteren vanuit de gemeente de ontwikkeling van onderwijsinstellingen tot brede scholen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) biedt informatie en advies en lichte ondersteuning bij problemen met opvoeden en opgroeien. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is onderdeel van pijler 1 en 2. Saldo beleidsdoel:
58
€
5.106.000
Prestaties 1. Financieel bijdragen aan initiatieven van jongeren via jongereninitiatief. 2. Jongeren zijn tevreden over het voorzieningenniveau. 3. Invoeren van de mogelijkheid tot flexibilisering van de contactmomenten bij de jeugdgezondheidszorg. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (jaar) Jongeren zijn tevreden over het Jongeren Cijfer >7 I >7 >7 voorzieningenniveau onderzoek (2011) Bereik van de JGZ 0-4 jaar is GGD 98% K 98% 98% 98% 98% minimaal 98% jaarcijfers (2012)
59
Jeugd Beleidsdoel 3.2.: Pijler 2: Versterken van Kansen Wettelijke kaders De activiteiten binnen dit beleidsdoel zijn gericht op de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van de preventieve jeugdhulpverlening aan kinderen die niet voldoende hebben aan de basisvoorzieningen en een extra steuntje in de rug nodig. De wet Passend Onderwijs is vanaf schooljaar 2014-2015 van kracht. De gemeente heeft de wettelijke plicht om ‘op overeenstemming gericht overleg’ te voeren met de nieuwe besturen van de samenwerkingsverbanden primair- en voortgezet onderwijs over het door hen opgestelde ondersteuningsplan. De gemeente heeft een wettelijke regierol in het onderwijsachterstandenbeleid en subsidieert organisaties gericht op de peuterspeelzalen en basisscholen met speciale taalklassen en schakelklassen). Toelichting Met de inzet van preventieve opvoed- en opgroei ondersteuning willen wij een laagdrempelige voorziening bieden voor alle ouders en kinderen met ‘lichte’ hulpvragen. Op deze opvoed en opgroei ondersteuning wordt een beroep gedaan, als ‘de eigen kracht’ en de ‘ondersteuning vanuit het eigen netwerk’ onvoldoende houvast bieden. Wij zetten in op een preventie: ‘voorkomen van problemen’. Deze preventieve opvoed en opgroei ondersteuning moet goed aansluiten op de vraag van onze inwoners. Het Centrum voor Jeugd en Gezin levert naast informatie en advies een bijdrage aan deze opvoed en opgroei ondersteuning. Uit onderzoek in 2013 blijkt dat er in het preventieve domein nog onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de Verwijsindex ter ondersteuning van de vroeg signalering. In 2014 wordt er extra geïnvesteerd in het stimuleren van het gebruik van deze Verwijsindex. Onderzocht wordt of de functie van de Verwijsindex kan worden uitgebreid en worden ingezet als samenwerkingsinstrument in het sociaal domein. In 2013 is de Wet meldcode kindermishandeling in werking getreden. In de subsidievoorwaarden 2014 is opgenomen dat organisaties en instellingen die met kinderen werken, deze meldcode hanteren. In de nota #jonginhilversum is in Pijler 2 opgenomen dat wij ondersteuning bieden aan jeugdigen op het terrein van sport en cultuur, als ouders onvoldoende financiële mogelijkheden hebben. De afspraken over de inzet van het jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds in 2014 zijn uitgewerkt in programma 12. Jongeren die opvallen door hun gedrag op straat vragen extra aandacht. Enerzijds om in staat te zijn vroegtijdig problemen te signaleren, anderzijds om te helpen voorkomen dat hun aanwezigheid of gedrag ‘op straat’ leidt tot maatschappelijke onrust. Het aantal meldingen hinderlijke overlast van jeugdigen willen wij beperken. In 2014 zullen wij met de twee nieuwe samenwerkingsverbanden afspraken maken over de invulling van de extra ondersteuning aan schoolgaande kinderen. Over de koppeling Passend Onderwijs/inzet jeugdhulpverlening vindt afstemming plaats met de gemeenten in de regio Gooi & Vechtstreek. Het individueel maatwerk dat in het kader van Passend Onderwijs nodig is voor een leerling is onderdeel van de te ontwikkelen Pijler 3 van de jeugdnota #jonginhilversum. De evaluatie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 2013 vormt de basis voor de nieuwe prestatie- afspraken op het terrein van de inzet van VVE. De leerprestaties en het bereik van kinderen met een indicatie voor VVE worden gemonitord in de VVE-monitor. Kwetsbare jongeren worden vroegtijdig gesignaleerd en toegeleid naar verschillende vormen van zorg, onderwijs en/of werk. In 2013 is voor deze kwetsbare doelgroep een integrale aanpak ontwikkeld: JOA (Jongeren Onderwijs en Arbeidsmarkt). Specifiek voor het voorkomen van
60
vroegtijdig schoolverlaten heeft Hilversum (in regionaal verband) een convenant afgesloten met het Ministerie van OCW. Ten slotte is de inzet van leerplicht (RBL), onderwijsbegeleiding en leerlingenvervoer onderdeel van dit beleidsdoel. Saldo beleidsdoel:
€
1.558.000
Prestaties 1. Inzetten van preventieve opvoed/opgroei ondersteuning op de vindplaatsen. 2. Stimuleren vroeg signalering door intensivering gebruik verwijsindex. 3. Minder overlast van groepen jeugdigen via Aanpak Problematische Jeugd. 4. Invoeren JOA aanpak (Jongeren Onderwijs en Arbeidsmarkt). (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (jaar) Het aantal ouders bereikt met K CJG monitor 485 (2012) 514 529 545 562 opvoed- en opgroei ondersteuning Toename van het gebruik van de K verwijsindex door instellingen in Verwijsindex 15% (2012) 25% 30% 35% 40% preventie Cijfers I Aantal overlastmeldingen jeugd dashboard 643 (2012) 579 550 522 496 politie I Bereik doelgroep VVE 2/4-jarigen VVE monitor 91% (2011) 100% 100% 100% 100% Aantal voortijdige K RBL 284 (2012) 270 182 182 182 schoolverlaters(*) *de gegevens zijn gebaseerd op een nieuwe monitor van het RBL en onderdeel van het VSV convenant (looptijd 2012-2015)
61
Jeugd Beleidsdoel 3.3.: Pijler 3: Passende Ondersteuning Wettelijk Kader De nieuwe Jeugdwet. Toelichting In 2014 moet de voorbereiding op de overdracht van de nieuwe taken voor de jeugdhulpverlening worden afgerond. De uitwerking van beleidsdoel 3.3. (Pijler 3 nota jeugd #jonginhilversum) vindt in grote samenhang plaats met de transformatie van het brede terrein van het sociale domein. De belangrijke opgaven in deze transformatie zijn: • het versterken van eigen kracht, eventueel met ondersteuning vanuit het eigen netwerk; • professionele hulpverlening zoveel mogelijk preventief inzetten; • een integrale toegang realiseren tot individueel maatwerk (1 klant/1 gezin, 1 plan, 1 regisseur); • regionale samenwerking bij de uitvoering van specialistische taken. In het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor alle jeugdhulpverlening per 1 januari 2015 wordt/- worden in 2014: • Onder verantwoordelijkheid van de Provincie NH een pilot uitgevoerd, waarbij wij zorg dragen voor de toeleiding naar jeugdhulpverlening. Als experiment gericht op de integrale gemeentelijke toegang. • Afspraken gemaakt met de instellingen over de uitvoering van de jeugdhulpverlening en de gewenste prestaties, inclusief preventieve opvoed en opgroei ondersteuning. • Professionals voorbereid op de toekomstige inrichting van de jeugdhulpverlening, gericht op het versterken van de eigen kracht en ondersteuning vanuit het eigen netwerk. • Professionals betrokken bij de overdracht van de jeugd zorgtaken naar de gemeente en geïnformeerd over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de uitvoering van de jeugdzorg in 2015. • Inwoners geïnformeerd over de wijzigingen in de toekenning van de jeugdhulpverlening. • Afspraken vastgelegd over de doorverwijzing per 1 januari 2015 van kinderen waarbij de veiligheid in het geding is (nieuw veiligheidsprotocol). Saldo beleidsdoel:
€
32.000
Prestaties 1. Inwoners informeren, zodat ze weten waar ze moeten zijn met een hulpvraag per 01-01-2015. 2. Organiseren van de toegang tot jeugdhulpverlening. 3. Voorbereiden van instellingen en professionals op de nieuwe werkwijze in het sociaal domein.
62
Onderwijs Beleidsdoel 3.4.: Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1) Wettelijk Kader De gemeente heeft zorgplicht voor de huisvesting van het onderwijs; dat is wettelijk vastgelegd in de Wet Primair Onderwijs, de Wet Voortgezet Onderwijs en de Wet op de Expertise Centra. Toelichting De zorgplicht is gericht op de verantwoordelijkheid voor de realisatie van voldoende én goede onderwijshuisvesting. Sinds 2006 zijn er veel schoolgebouwen gerenoveerd, uitgebreid en nieuw gebouwd. De komende jaren wordt nog een aantal projecten uitgevoerd. Het gebruik van de onderwijsgebouwen wordt gemonitord. Hiervoor is een nieuwe indicator opgenomen. Het Kabinet is voornemens minder middelen in de algemene uitkering van de gemeente beschikbaar te stellen voor onderwijshuisvesting en in plaats daarvan de gelden voor bredere doelen beschikbaar te stellen aan de schoolbesturen. Ook wil het Kabinet het beheer en onderhoud op onderwijshuisvesting door decentraliseren naar de onderwijsbesturen. Dit heeft financiële consequenties voor de begroting 2014. De wijze waarop voorzieningen voor huisvesting aan het onderwijs worden toegekend staat beschreven in de verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Hilversum 2012. Voor het uitvoeren van deze taak stelt de gemeente jaarlijks een investeringsbudget beschikbaar voor nieuwbouw, uitbreiding, renovatie en levensduur verlengende voorzieningen van de schoolgebouwen. In een intentieovereenkomst die gemeente en schoolbesturen hebben ondertekend in 2012, zijn afspraken opgenomen die zijn gericht op het werken met een Integraal Huisvestingsplan (IHP), de investeringen in de schoolgebouwen en de wijze waarop de gemeente haar huisvestingstaak uitvoert. In het IHP staat het gemeentelijke beleid tot en met 2020 beschreven. Dit beleid komt voort uit landelijke ontwikkelingen, lokale ontwikkelingen en uit afspraken met de schoolbesturen. Wanneer zich nieuwe ontwikkelingen aandienen, wordt het beleid daarop aangepast. Om de 4 jaar wordt het IHP geactualiseerd. De meerjaren investeringsraming, behorend bij het IHP, wordt ieder jaar geactualiseerd op basis van de bijgestelde prognoses. Samen met het onderwijs huisvestingsprogramma wordt de meerjarenplanning jaarlijks vastgesteld door het college, de kredieten worden vervolgens vrijgegeven door de raad. In het onderwijs huisvestingsprogramma staat de verdeling van het investeringsbudget voor het komende jaar. Over het huisvestingsprogramma moet in het Lokaal Educatief Beraad door de schoolbesturen op overeenstemming gericht overleg worden gevoerd. Via het investeringsprogramma legt de gemeente vast welke investeringsbudgetten er in de eerstvolgende vier jaar voor onderwijshuisvesting beschikbaar zijn. Het investeringsprogramma is voor de komende jaren als volgt: 2014 6.641.000 2015 6.200.000 2016 4.000.000 2017 4.000.000 In de exploitatiebegroting is rekening gehouden met het onderhoud van schoolgebouwen. Het budget ten behoeve van het onderhoud maakt onderdeel uit van het jaarlijkse investeringsbudget. Dit budget wordt gebaseerd op de uitkomst van het meerjaren onderhoudsplan. Het meerjaren onderhoudsplan wordt tweejaarlijks geactualiseerd. In 2014 zijn de volgende projecten opgenomen in het onderwijs huisvestingsprogramma. Het betreft onder andere de nieuwbouw voor de Da Costaschool en de Hilfertsheem-Beatrix, en de renovatie van het schoolgebouw aan de Lopes Diaslaan voor de Donnerschool. Ook zal gestart
63
worden met planvorming voor de nieuwe scholen voor de Trappenberg en de Lorentzschool. In 2014 wordt tevens een groot bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van het Aloysius. Saldo beleidsdoel:
€ 10.016.000
Prestaties 1. Voldoende, goed onderhouden, veilige en functionele huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs in Hilversum. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde % schoolgebouwen dat goed I onderhouden, veilig en functioneel Afdeling MO 64 86 92 93 97 is.
64
65
PROGRAMMA 3
3
Onderwijs en Jeugdzaken Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
4.428 4.087 10.711
4.796 4.192 10.080
5.132 3.848 32 10.089
4.971 3.901 9.339
4.971 3.901 9.339
4.971 3.901 9.339
4.971 3.901 9.339
19.226
19.067
19.101
18.211
18.211
18.211
18.211
49 2.626 905
26 2.247 64
26 2.290 73
26 2.290 73
26 2.290 73
26 2.290 73
26 2.290 73
Totaal baten
3.580
2.337
2.389
2.389
2.389
2.389
2.389
Saldo (excl. mutaties reserves) 3.1 Pijler 1: Brede Ontwikkeling 3.2 Pijler 2: Versterken van Kansen 3.3 Pijler 3: Passende Ondersteuning 3.4 Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
4.380 1.461 9.806
4.770 1.945 10.016
5.106 1.558 32 10.016
4.945 1.611 9.266
4.945 1.611 9.266
4.945 1.611 9.266
4.945 1.611 9.266
15.646
16.730
16.712
15.822
15.822
15.822
15.822
-1.134
-50
-750
-50
-50
-50
-50
14.512
16.680
15.962
15.772
15.772
15.772
15.772
Beleidsdoel Lasten 3.1 3.2 3.3 3.4
Omschrijving beleidsdoel
Pijler 1: Brede Ontwikkeling Pijler 2: Versterken van Kansen Pijler 3: Passende Ondersteuning Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
Totaal lasten Baten 3.1 3.2 3.3 3.4
Pijler 1: Brede Ontwikkeling Pijler 2: Versterken van Kansen Pijler 3: Passende Ondersteuning Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
Totaal saldo 3 3
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
66
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
begr 2014
begr 2015
Investeringen 3.1 Pijler 1: Brede Ontwikkeling 3.2 Pijler 2: Versterken van Kansen 3.3 Pijler 3: Passende Ondersteuning 3.4 Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
6.641
6.200
4.000
4.000
Totaal
6.641
6.200
4.000
4.000
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
1.803 -
-
-750 -
1.053 -
1.803
-
-750
1.053
Voorzieningen 3.1 Pijler 1: Brede Ontwikkeling 3.2 Pijler 2: Versterken van Kansen 3.3 Pijler 3: Passende Ondersteuning 3.4 Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
6
248
-250
4
Totaal voorzieningen
6
248
-250
4
Reserves 3.1 3.2 3.3 3.4
Omschrijving beleidsdoel
Pijler 1: Brede Ontwikkeling Pijler 2: Versterken van Kansen Pijler 3: Passende Ondersteuning Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1)
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 19.101 2.389
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
67
68
Programma 4 Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid
69
Programma 4: Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Samenhang tussen collectieve voorzieningen.
04.01 Samenhang in de sociale leefomgeving Saldo: € 6.609.000
• Activiteiten om verbinding te maken tussen welzijn, wonen en zorg. • Regie op de werkwijze in 3 Woondienstencentra. • Realisatie van de beleidsdoelen Maatschappelijke Zorg.
Welzijn • Voortzetten en verbreden van de gekantelde werkwijze in de integrale toegang. 04.02 Integrale toegang Saldo: € 2.101.000
• Organisaties en professionals kunnen vanaf 2015 werken volgens een nieuwe werkwijze in het sociaal domein. • Inwoners weten waar ze vanaf 1/1/2015 moeten zijn met een hulpvraag in het sociaal domein.
Hilversum wilt een gemeente zijn waarin alle inwoners de mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het maatschappelijk leven en dat ieder op zijn eigen manier kan bijdragen. Saldo: € 21.941.000
Er is samenhang tussen en kwaliteitscontrole op individueel maatwerk door:
04.03 Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen Saldo: € 12.188.000
• het verstrekken van Wmo voorzieningen zoals opgenomen in de Wmo verordening Hilversum in 2013 en verder; • kwaliteitseisen te benoemen waaraan individueel maatwerk moet voldoen; • de regionale samenwerking in het sociaal domein met betrekking tot de drie decentralisaties voort te zetten.
Zorg • Uitvoering lokaal gezondheidsbeleid. • Gezonde keuzes zijn eenvoudig toegankelijk. 04.04 Gezondheidsbeleid Saldo: € 1.043.000
70
• Er is samenhang tussen collectieve Wmo voorzieningen en gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie.
Programma 4: Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid Portefeuillehouder
E.G.J. van der Want
Missie/programmadoelstelling De stelselwijziging in het Sociale Domein is erop gericht het sociaal domein te transformeren en te vereenvoudigen. Deze beweging is gestart in september 2012 met het vaststellen van het beleidskader Wmo ‘Hilversum voor iedereen’. Daarin staat dat Hilversum een gemeente wil zijn waarin alle inwoners de mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het maatschappelijk leven en dat ieder op zijn eigen manier kan bijdragen. Uitgangspunten hierbij zijn: • de eigen mogelijkheden en zelf oplossend vermogen van de inwoners; • de verbindingen tussen inwoners en de bijdrage die zij leveren aan de samenleving; • en de integrale verheldering van vragen van inwoners door een gekantelde werkwijze. De gemeente biedt passende ondersteuning op het moment dat inwoners en hun netwerk een probleem zelf niet kunnen oplossen. Deze uitgangspunten vormen eveneens de basis voor het beleidskader Maatschappelijke Zorg. In 2014 zullen wij ons voorbereiden op de transformatie van het sociaal domein. Dit doen wij samen met inwoners en maatschappelijke professionals. Op 1 januari 2015 zijn wij in staat uitvoering te geven aan deze nieuwe taken. Naast de eigen kracht en het netwerk van inwoners zullen wij ons gezamenlijk richten op een viertal beleidsdoelen: • samenhang in de sociale leefomgeving; • een goed functionerende integrale toegang tot voorzieningen in het sociaal domein; • samenhang in individueel maatwerk, kwaliteit van het maatwerk; • gezonde keuzes voor Hilversumse inwoners; vooral de verbinding tussen de sociale leefomgeving en een gezonde leefwijze met gezonde keuzes is onze prioriteit in 2014. De beleidsdoelen werken wij uit langs een aantal speerpunten uit: • samenhang tussen algemene en collectieve voorzieningen door samenleving/wijkgericht te werken; • het initiëren van verbindende activiteiten in de sociale leefomgeving; • het voeren van heldere regie; • het goed en volledig informeren van inwoners, organisaties en professionals; • goede kwaliteitscriteria opstellen en uitvoeren. De eigen organisatie zal transformeren en sterker gericht zijn op communicatie met inwoners en professionals om te komen tot vraaggericht werken en individueel maatwerk. De kwaliteit van het aanbod en de tevredenheid van de inwoner vormen onze meest belangrijkste drijfveer. Ook zullen wij ons in 2014 richting op de samenhang tussen de sociale leefomgeving, Wmo-voorzieningen en gezondheid van de inwoners. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de rol van en afstemming tussen de huisarts en de wijkverpleegkundige in het sociaal domein. Wij werken samen in regionaal verband. In het voorjaar van 2013 is ingestemd met de ‘Nota Regionale Samenwerking Sociaal Domein’. Hierin geeft de regio Gooi en Vechtstreek richting aan: • de ontschotting van het sociaal domein volgens het principe één huishouden, één regisseur, één plan; • de aansturing en inrichting van de regionale samenwerking op de decentralisaties Participatiewet, Jeugdwet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning; • gezamenlijke inkoop, kennisdelen en samen ontwikkelen van ICT infrastructuur. Gedurende 2013 worden inhoudelijke prioriteiten geformuleerd. Gedacht wordt aan thema’s als eenzaamheid senioren, alcoholgebruik en dementie.
71
Aangrenzende beleidsvelden • Jeugd (programma 3): Prestatieveld 2 van de Wmo betreft Jeugd. Ook het onderdeel AWBZbegeleiding. Gezondheidszorg heeft een belangrijke jeugdcomponent. Daarnaast is er een belangrijke link met het programma Jeugd vanwege de overlap van de transitie jeugdzorg met de decentralisatie. • Sociale zaken (programma 2): Bij het WWZ-loket kunnen inwoners terecht voor aanvragen voor Wmo- voorzieningen en voor vragen over wonen, welzijn en zorg. In de toekomst zal vanwege het wegvallen van dagbesteding uit de AWBZ, het overkomen van begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo en de nieuwe Participatiewet de verbinding tussen Sociale Zaken en de Wmo verstevigen. • Cultuur en Monumentenzorg (programma 9): Cultuur(educatieve) voorzieningen zijn veelal zeer geschikt om in te zetten voor ouderen, inwoners met beperking, en andere inwoners die gebruik maken van Wmo-voorzieningen. • Bestuurlijke aangelegenheden (programma 11): Bureau Wijkzaken levert met een focus op leefbaarheid in de buurt of wijk en schoon heel veilig eveneens een bijdrage aan prestatieveld 1 van de Wmo.
Context en achtergrond Met ingang van 1 januari 2015 is een stelselwijziging in het Sociale Domein voorzien en komen drie gedecentraliseerde disciplines onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. De taken zijn afkomstig van het Rijk of de Provincie, te weten: Welzijn & Zorg: onderdelen van de AWBZ die naar de Wmo overgaan, Werk en Inkomen (de Participatiewet) en Jeugd (de Jeugdwet). Vooruitlopend op deze transitie formuleren wij in 2014 op basis van actuele uitgangspunten een passend Programma van Eisen om uitvoering te geven aan deze nieuwe taken: • Meer mensen doen mee in Hilversum. • Eigen kracht en netwerk: zorgen voor jezelf en zorgen voor elkaar. • De gemeente blijft eindverantwoordelijk: zorg voor kwetsbare burgers. • Verbeterde dienstverlening: burgers worden beter en sneller geholpen. • De vraag centraal: we gaan uit van het perspectief van de burger en betrekken meerdere domeinen in onze dienstverlening. • We vernieuwen samen: partnerschappen met ruimte voor burgers en aanbieders. • We stoppen met stapelen en we sturen op kwaliteit en resultaten. • We worden goedkoper, eenvoudiger, transparanter. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de nieuwe Wetgeving op het terrein van de AWBZ, Jeugdwet en Participatiewet vormen de context waarbinnen de bovengenoemde transformatie wordt uitgevoerd. De Wmo gaat uit van het principe dat iedereen mee moet kunnen doen. De wet is opgebouwd uit negen prestatievelden en kent een compensatieplicht. Dat houdt in dat de gemeente aan personen met beperkingen in zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, ondersteuning moeten bieden die hen in staat stelt: • een huishouden te voeren; • zich te verplaatsen in en om de woning; • zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; • medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarnaast zal de langdurige zorg worden hervormd. Alle extramurale zorg gaat uit de AWBZ evenals de lichtere intramurale zorg. De zwaardere intramurale zorg blijft in de kern-AWBZ.
72
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • •
Wmo-beleidsplan ‘Hilversum voor Iedereen’ (2012). Nota Maatschappelijke Zorg (2013). Decentralisatie Sociaal Domein (2013). Nota Vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning (2013). Nota Gezondheidsbeleid in Hilversum (2013).
Programmaonderdelen • • • •
Samenhang in de sociale leefomgeving. Integrale toegang. Samenhang en kwaliteit in individueel maatwerk. Gezondheidsbeleid.
Subfuncties • • • • • • • •
511.1 Vormings- en ontwikkelingswerk. 620.1 Maatschappelijke begeleiding en advisering. 622.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 630.1 Sociaal cultureel werk. 650.1 Kinderopvang. 652.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 711.1 Ambulancevervoer. 714.1 Openbare gezondheidszorg.
73
Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg Beleidsdoel 4.1.: Samenhang in de sociale leefomgeving In Hilversum gaan we voor een samenleving waarin iedereen meedoet en niemand wordt uitgesloten. We stimuleren mensen om de eigen kracht volledig te benutten en in te zetten, om verbindingen met elkaar aan te gaan, bij te dragen aan de samenleving en om gezond te leven. Het gaat daarbij om alle inwoners, jong en oud, met of zonder beperking die we in staat willen stellen mee te doen aan het (samen) leven in Hilversum. Om samenhang tussen collectieve voorzieningen te bereiken is het nodig dat krachtige en kwetsbare inwoners elkaar vinden en versterken en dat aanbieders solidair zijn en samenwerken vanuit het belang van hun klant. Hier sturen wij op door vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen, goed functionerende wijknetwerken en buurtinitiatieven een extra impuls te geven. Daarnaast streven wij ernaar om vertrouwen en ruimte aan de professional te geven en transparantie en heldere prestatieafspraken met maatschappelijke instellingen te maken. De professionals die in de wijk werken krijgen een nieuwe opdracht mee. Anders dan voorheen zullen zij meer flexibel, verbindend en netwerkend moeten handelen. Zij zorgen vooral voor het terugdringen van het beroep op duurdere vormen van ondersteuning door sneller te signaleren en interveniëren. Dit bereiken wij onder andere door regie te voeren op de werkwijze van de professionals in 3 Woondienstencentra St. Jozef, Goois Erf en Lopes Dias. De sturing en toezicht op de kwaliteit in de maatschappelijke zorg vraagt verbetering. In 2013 zijn wij hiermee gestart en in 2014 zetten wij dit door vernieuwing van de werkwijze van Vangnet en Advies, de verbetering van de samenwerking AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling), de regionale inkoop van ambulante ondersteuning, de realisatie van nieuwe Vrouwenopvang, een klanttevredenheidsonderzoek en een beleidskader voor Kansrijk wonen. Ten slotte is het door de overheveling van onderdelen als huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding van de AWBZ naar de Wmo van belang dat er samenhang komt tussen de huisarts, de nuldelijnszorg (bijvoorbeeld een wijkcentrum), de eerstelijnszorg (bijvoorbeeld een fysio- of psychotherapeut), de tweedelijns zorg (bijvoorbeeld de specialist in het ziekenhuis). Zie ook beleidsdoel 4.4. Saldo beleidsdoel:
€
6.609.000
Prestaties • Samenhang tussen collectieve voorzieningen. • Activiteiten om verbinding te maken tussen welzijn, wonen en zorg. • Regie op de werkwijze in 3 Woondienstencentra. • Realisatie van de beleidsdoelen Maatschappelijke Zorg. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. Referentie I/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2013) Er zijn 5 activiteiten op het gebied van wonen-welzijn-zorg gerealiseerd, ten behoeve van de Gemeente 5 I inwoners en waarbij de samenhang expliciet is benoemd. Er ligt een integrale Aanbieders programmering en minimaal 10 in Woonaantoonbare 10 I diensten samenwerkingsactiviteiten in de centra woondienstencentra. 8 van de 12 van de overlastgevende daklozen met I Gemeente 5 8 8 8 8 ernstige alcoholproblematiek neemt deel in ‘Het keerpunt’ . Adequate dagactiviteit voor 12.450 uur 12.450/ 12.450/ 12.450/ 12.450/ I/K Gemeente kwetsbare personen uit Gooi en voor 126 126 126 126 126
74
I/K
Indicator/Kengetallen
Bron
Referentie waarde (2013) personen
2014
2015
2016
2017
Vechtstreek. Voldoende plaatsen vrouwen(*)-, passanten-, pension-, nood- en 21.499 bed I Gemeente 21.499 dagen crisisopvang die voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. (*) Het aantal plaatsen vrouwenopvang in de Gooi en Vechtstreek is sterk afhankelijk van de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek naar de vrouwenopvang. Het aantal plaatsen is nu gebaseerd op het aantal plaatsen 2013.
75
Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg Beleidsdoel 4.2.: Integrale toegang Per 1 januari 2015, ontvangen inwoners die dit nodig hebben op het individu afgestemde ondersteuning op het gebied van wonen, werken, welzijn en zorg. De gemeentelijke uitvoerende taken op het gebied van de jeugdzorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet worden gebundeld. De integrale toegang in Hilversum wordt ingericht volgens het principe één klant/ huishouden, één consulent, één plan sociaal domein. Professionals die toegerust zijn om de vraag van de inwoner te verhelderen en deze toe te leiden naar de benodigde passende ondersteuning worden geselecteerd en verder opgeleid. Voor deze professionals is de vraag en het perspectief van de inwoner leidend. In regionaal verband wordt de aanbesteding van diverse nieuwe individuele participatievoorzieningen voortgezet. In samenwerking met de overige gemeenten in de Gooi en Vecht worden ook voorzieningen ingekocht die in het kader van de transitie onder verantwoordelijkheid van de gemeente worden gebracht, zoals woningaanpassingen, individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf, persoonlijke verzorging, hulpmiddelen, mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuishulp. Hierbij wordt vastgesteld welke voorzieningen algemeen toegankelijk zijn en welke voorzieningen via de gemeentelijke toeleiding beschikbaar gesteld worden. Om tegemoet te komen aan de visie die geformuleerd is met betrekking tot de integrale toegang worden andere eisen gesteld aan de infrastructuur van onze uitvoeringsdienst. In 2014 wordt een programma van eisen voor deze infrastructuur opgesteld en gestart met de aanbesteding. Evenals in 2013 worden ook in 2014 diverse pilots gestart om ervaring op te doen met de nieuwe taken, werkwijze en infrastructuur. Saldo beleidsdoel:
€
2.101.000
Prestaties • Voortzetten en verbreden van de gekantelde werkwijze in de integrale toegang. • Organisaties en professionals kunnen vanaf 2015 werken volgens een nieuwe werkwijze in het sociaal domein. • Inwoners weten waar ze vanaf 1 januari 2015 moeten zijn met een hulpvraag in het sociaal domein. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) Tevredenheid over het contact met de WMO I 90% 90% 90% 90% 90% Wmo consulent. monitor Tevredenheid over de begeleiding bij WMO I 84% 85% 85% 85% 85% aanvraagprocedure. monitor Tevredenheid over resultaat op de WMO I 85% 85% 85% 85% 85% aanvraag. monitor 100% van de instellingen en WMO I professionals zijn op de hoogte van de 100% 100% 100% 100% monitor veranderingen in het sociale domein. 85% van de klanten van het WWZ loket WMO van Hilversum heeft informatie I 85% 95% 100% 100% ontvangen over de verandering in het monitor sociaal domein.
76
Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg Beleidsdoel 4.3.: Samenhang en kwaliteit in individueel maatwerk We gaan uit van de eigen kracht van inwoners en verwachten dat zij zelf vragen kunnen oplossen. Indien sprake is van complexere vragen waar inwoners niet zelfstandig aan tegemoet kunnen komen kan een professional vanuit de integrale toegang zorgen voor de benodigde ondersteuning. De geboden ondersteuning past bij de vraag en situatie van de inwoner. Dit maatwerk is resultaatgericht en voldoet aan vooraf gestelde kwaliteitseisen. In 2014 sturen wij op een goede samenhang tussen persoonsgerichte voorzieningen voor mensen die zwaardere zorg nodig hebben, in multiprobleemsituaties zitten en/of een beperking hebben. Het resultaat is dat inwoners met behulp van een kwalitatief toereikend arrangement efficiënt en naar tevredenheid worden ondersteund. De inkoop van persoonsgerichte voorzieningen, het contractbeheer en het ICT-berichtenverkeer tussen markt en overheid wordt in regionaal verband uitgevoerd zodat personele capaciteit, kennis en expertise gebundeld wordt en efficiency voordelen gerealiseerd kunnen worden. Saldo beleidsdoel:
€ 12.188.000
Prestaties 1. Er is samenhang tussen en kwaliteitscontrole op individueel maatwerk door: a. het verstrekken van Wmo-voorzieningen, zoals opgenomen in de Wmo-verordening Hilversum in 2013 en verder; b. kwaliteitseisen te benoemen waaraan individueel maatwerk moet voldoen; c. de regionale samenwerking in het sociaal domein met betrekking tot de drie decentralisaties voort te zetten. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Cliënten met meervoudige problematiek zijn tevreden over de kwaliteit van het geboden Enquête onder maatwerk, de samenhang tussen klanten van I de verschillende diensten en de het WWZ loket indicatiestelling. Cliënten hebben daardoor meer het idee regie te hebben over eigen leven. Professionals in de eerste en tweede lijn zijn goed geïnformeerd Enquête onder over de veranderingen in het professionals sociaal domein en sturen, net als I in de eerste en de gemeente, op samenhang tweede lijn tussen de individuele voorzieningen die zij bieden.
77
Maatschappelijke ondersteuning en gezondheidszorg Beleidsdoel 4.4.: Gezondheidsbeleid Alle inwoners van de gemeente Hilversum kunnen gezond en veilig leven. Met de nadruk op ‘kunnen’, want mensen maken uiteindelijk zelf de keuze om wel of niet gezond te leven. Bewegen, goede voeding, een veilige woning en sociale leefomgeving zijn de basis voor een gezonde en veilige leefstijl voor jong en oud. Door goed te luisteren naar inwoners en goed door te vragen willen wij problemen, ongezonde keuzes en leefsituaties voorkomen. Hilversummers kunnen gezonde keuzes maken door betrouwbare en toegankelijke informatie, goede en bereikbare faciliteiten in de wijk. In de nota gezondheidsbeleid (najaar 2013) geven wij aan welke stappen wij nemen om dit te realiseren. In relatie tot de transformatie van het sociale domein en de overheveling van de AWBZ naar de Wmo zetten wij in 2014 in op de versterking van en de verbinding tussen welzijn en gezondheid(zorg). Voorop staat de samenhang tussen de collectieve Wmo-voorzieningen en gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie. Net als in 2013 zoeken wij de eerstelijnsorganisaties ook in 2014 actief op en maken wij samenwerkingsafspraken met huisartsen, zowel in Hilversum als in de regio Gooi en Vecht. Saldo beleidsdoel:
€
1.043.000
Prestaties 1. Uitvoering lokaal gezondheidsbeleid. 2. Gezonde keuzes zijn eenvoudig toegankelijk. 3. Er is samenhang tussen collectieve Wmo-voorzieningen en gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Alle 150 huisartsen in de regio zijn partners van de gemeente en Enquête onder 100% I dragen bij aan de gestelde de huisartsen beleidsdoelen van het sociaal domein.
78
79
PROGRAMMA 4
4
Welzijn en Zorg Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
7.980 304 14.582 1.034
7.511 2.015 13.477 943
7.438 2.101 13.924 1.049
7.182 2.101 14.045 1.049
7.182 2.101 13.985 1.049
7.182 2.101 13.836 1.049
7.182 2.101 13.835 1.049
23.899
23.946
24.512
24.377
24.317
24.168
24.167
848 1.756 -
806 1.736 6
829 1.736 6
895 1.736 6
875 1.736 6
875 1.736 6
875 1.736 6
2.604
2.548
2.571
2.637
2.617
2.617
2.617
Saldo (excl. mutaties reserves) 4.1 Samenhang in de sociale leefomgeving 4.2 Integrale toegang 4.3 Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen 4.4 Gezondheidsbeleid
7.132 304 12.826 1.034
6.705 2.015 11.741 937
6.609 2.101 12.188 1.043
6.287 2.101 12.309 1.043
6.307 2.101 12.249 1.043
6.307 2.101 12.100 1.043
6.307 2.101 12.099 1.043
Totaal saldo
21.296
21.398
21.941
21.740
21.700
21.551
21.550
897 -211
1.552
-269
-11
-11
-11
-11
21.982
22.950
21.672
21.729
21.689
21.540
21.539
Beleidsdoel Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Omschrijving beleidsdoel
Samenhang in de sociale leefomgeving Integrale toegang Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen Gezondheidsbeleid
Totaal lasten Baten 4.1 4.2 4.3 4.4
Samenhang in de sociale leefomgeving Integrale toegang Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen Gezondheidsbeleid
Totaal baten
4 4
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
80
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 4.1 Samenhang in de sociale leefomgeving 4.2 Integrale toegang 4.3 Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen 4.4 Gezondheidsbeleid
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
591 3.928 -
-
-11 -258 -
580 3.670 -
4.519
-
-269
4.250
Voorzieningen 4.1 Samenhang in de sociale leefomgeving 4.2 Integrale toegang 4.3 Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen 4.4 Gezondheidsbeleid
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Reserves 4.1 4.2 4.3 4.4
Omschrijving beleidsdoel
Samenhang in de sociale leefomgeving Integrale toegang Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen Gezondheidsbeleid
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 24.512 2.571
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
81
82
Programma 5 Beheer openbare ruimte
83
Programma 5: Beheer openbare ruimte Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Realiseren opslag zout gladheidbestrijding.
Wegen
05.01 Schone, hele en veilige infrastructuur Saldo: € 9.059.000
• Invoering gladheidbestrijding d.m.v. natstrooien. • Pilot niet-chemische wijze van onkruidbestrijding op verhardingen. • Actualiseren handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten.
De openbare ruimte op een juiste wijze beheren en onderhouden door samen met de bewoners van Hilversum te werken aan een schone, hele en veilige stad en ongeschonden straatmeubilair. Saldo: € 13.637.000
Groen
05.02 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten Saldo: € 4.160.000
Water
05.03 Instandhouding vijvers en waterwegen Saldo: € 418.000
84
• Digitaal toegankelijk maken gegevens gemeentelijke bomen voor burgers. • Actualiseren handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten.
Programma 5: Beheer openbare ruimte Portefeuillehouder
B.M. Moojen
Missie/programmadoelstelling De openbare ruimte op een juiste wijze beheren en onderhouden door samen met de bewoners van Hilversum te werken aan een schone, hele en veilige stad en ongeschonden straatmeubilair.
Context en achtergrond In dit programma staat het beheer van de openbare ruimte centraal. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de ‘harde/grijze’ infrastructuur (wegen met alles wat daarbij hoort, zoals openbare verlichting etc.), het groen (plantsoenen en bomen) en de waterwegen. In 2004 is de Visie Hilversum Buiten vastgesteld. Daarin is de visie op de inrichting en het beheer van de openbare ruimte in Hilversum vastgelegd. Deze visie is uitgewerkt in twee handboeken: het handboek Inrichting Hilversum Buiten en het handboek Beheer Hilversum Buiten. Beide handboeken zijn in 2009 vastgesteld. In 2014 worden beide handboeken geactualiseerd. Naast deze handboeken zijn er per taakveld afzonderlijke technische randvoorwaarden, die sinds jaar en dag bepalend zijn voor het beheer van de openbare ruimte. Voorbeelden hiervan zijn het programma rationeel wegbeheer voor het beheer en onderhoud van de wegen, en het Visual Tree Assessment (VTA) voor de boomverzorging. Het Groenbeleidsplan, dat het uit 1994 daterende Groenstructuurplan en de uit 1986 daterende visie op straat- en laanbomen vervangt, is begin 2013 geactualiseerd, parallel aan en als onderdeel van de structuurvisie. In het kader van Perspectief voor de toekomst, is de uitvoering van het groenonderhoud (inclusief bomen) en het schoonhouden van de stad op 1 juli 2007 overgeheveld naar Stads Beheer Service B.V. (SBS), een onderdeel van Tomingroep. De gemeente behoudt de opdrachtgevers- en regierol. In 2011 is een eerste evaluatie over de periode 2007-2009 gehouden; in 2012 is, halverwege de looptijd van het contract met SBS, een tweede evaluatie gehouden. In 2015 wordt wettelijk verplicht dat alle gemeenten aangesloten zijn op het Basismodel Grootschalige Topografie (BGT), wat een integratie inhoudt van de beheergegevens en de geografische vastlegging van objecten, enz. De afdelingen Openbare werken en Vastgoed & Geoinformatie bereiden zich - nadat daarmee gestart is in 2013 - ook in 2014 voor om tijdig aan te kunnen sluiten op de BGT. Het beheer van de openbare ruimte komt verderop in deze begroting ook aan de orde in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Het beheer van het rioolstelsel en de begraafplaatsen is ondergebracht in programma 6. Handhaven van het juiste gebruik van de openbare ruimte is geregeld in programma 10.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • •
Visie Hilversum Buiten (2004). Handboek Beheer Hilversum Buiten (2009). Handboek Inrichting Hilversum Buiten (2009). Groenbeleidsplan (2013). Nota 4 Begraafplaatsen (2004). Perspectief voor de Toekomst (2005). Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012-2015. Plan Wegen (1996). Verder met Wegen (1999). Planning Infrastructuur 2000-2010 (2000).
85
•
Integraal Bereikbaarheidsplan Hilversum e.o. (2005).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Beheer Wegen. • Beheer Groen. • Beheer Water.
Subfuncties • • • • • • • • • • • •
210.1 Openbare verlichting. 210.2 Straatreiniging. 210.3 Gladheidbestrijding. 210.4 Onderhoud wegen, straten en pleinen. 211.2 Onderhoud verkeers- en straatnaamborden. 211.3 Verkeersmaatregelen. 221.2 Nieuwe Haven. 221.3 Overige binnenhavens en waterwegen. 221.4 Sluizen. 560.1 Plantsoenen. 560.6 Boomverzorging. 560.9 Dierverzorging.
86
Beheer wegen Beleidsdoel 5.1.: Schone, hele en veilige infrastructuur Het beheer van de infrastructuur omvat het beheer en onderhoud van de wegen, de openbare verlichting, het straatmeubilair, de verkeers- en straatnaamborden, de straatreiniging, gladheidbestrijding en de verkeersmaatregelen bij calamiteiten. Het beheer bestaat uit onderhoud en vervanging van wegen en is gericht op het behoud van kwaliteit en functionaliteit en het tijdig inspelen op wijziging van gebruik en nieuwe kwaliteitseisen. Een andere taak is de zorg voor de begaanbaarheid en bereikbaarheid bij gladheid en calamiteiten. De noodzakelijke maatregelen worden uitgevoerd op basis van een meerjaren onderhoudsplan. Daarnaast wordt ingespeeld op eventuele calamiteiten. De uitgangspunten van dit meerjaren onderhoudsplan zijn vastgelegd in het handboek Beheer Hilversum Buiten, dat in 2009 is vastgesteld. Sinds 2010 is de kwaliteit van het onderhoud voor alle aspecten en deelgebieden, uitgezonderd het schoonhouden van het centrum en rond het raadhuis, teruggebracht naar een basisniveau. Specifiek in 2014 Het beheer en onderhoud van de wegen wordt uitgevoerd volgens het handboek Beheer Hilversum Buiten. Wat betreft de gladheidbestrijding werd tot en met het winterseizoen 2010-2011 gebruik gemaakt van de zoutopslag van Rijkswaterstaat in Baarn. Voor het seizoen 2013-2014 kan, evenals in de vorige 2 winterseizoenen nog gebruik worden gemaakt van de opslag van zout op de gemeentewerf aan de Mussenstraat. Voor het seizoen 2014-2015 wordt gewerkt vanuit een nieuw te realiseren zoutopslag op de locatie 1ste Loswal 24, tevens nieuwe huisvesting van de Electro Mechanische Groep (EMG) van Openbare Werken. In 2011 is de uitvoering van de gladheidbestrijding geëvalueerd, terwijl er een onderzoek naar de regie op de uitvoering van de gladheidbestrijding in het kader van artikel 213a gemeentewet uitgevoerd is. De resultaten daarvan zijn verwerkt in het plan van aanpak gladheidbestrijding 2011-2012 en volgende jaren. In 2014 wordt overgegaan op een andere wijze van gladheidbestrijding, d.m.v. het zogenaamde natstrooien. Dat vergroot de mogelijkheden om goed preventief te strooien, terwijl tevens de hoeveelheid strooimiddel beperkt wordt, waardoor in het kader van het bestrijden van niet-diffuse bronnen er ook wat duurzaamheid betreft winst geboekt wordt. In 2009 en 2010 is de periode geëvalueerd van de eerste twee jaar (juli 2007-juli 2009), waarin de uitvoerende werkzaamheden die zijn verricht door SBS. In 2012 is, halverwege de looptijd van het contract met SBS, een evaluatie gehouden over de eerste helft van de contractperiode. In 2013 heeft daarop bestuurlijke besluitvorming plaats gevonden. In 2014 worden de handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten geactualiseerd. Enerzijds om mutaties van de afgelopen jaren te verwerken om de handboeken actueel te houden, anderzijds om de inhoudelijke en financiële kaders voor de komende jaren vast te stellen. In 2011 is het digitale systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR) als opvolger van het Service Meld Punt (SMP) geïmplementeerd. In 2012 is de werking van de MOR geëvalueerd, waarna in 2013 het systeem verbeterd is. In de komende jaren moet het systeem verder geoptimaliseerd worden. In 2015 wordt een landelijk verbod op het gebruik van glyfosaat verwacht. Daarom wordt in 2014 een pilot gehouden om methoden van niet-chemische onkruidbestrijding te testen. Saldo beleidsdoel:
87
€
9.059.000
Prestaties 1. Realiseren opslag zout gladheidbestrijding. 2. Invoering gladheidbestrijding door middel van nastrooien. 3. Pilot niet-chemische wijze van onkruidbestrijding op verhardingen. 4. Actualiseren handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2010) I Burgerpeiling (*1) 6,5 (*2) 6,5 6,5 6,5 6,5 I Burgerpeiling (*1) 6,5(*2) 6,5 6,5 6,5 6,5 I Burgerpeiling (*1) 7,5 (*2) 8,0 8,0 8,0 8,0 Visuele inspectie wegen I 93% 93% 93% 93% 93% 2010 (*3) (*1) Burgerpeiling algemene dienstverlening Waarstaatjegemeente.nl. (*2) Referentie gemiddelde gemeenten grootte 50.000-100.000 inwoners. (*3) Visuele inspectie rationeel wegbeheer (uitvoering 1x/2 jaar).
88
Beheer groen Beleidsdoel 5.2.: Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten Het beheer van het openbaar groen betreft het onderhoud van gazon, eenjarige beplanting, vaste planten, bollen, heesters en bomen. Het beheer is gericht op het in stand houden van de kwaliteit en de functionaliteit van het openbaar groen en waar mogelijk het verbeteren ervan. De noodzakelijke maatregelen worden uitgevoerd op basis van een meerjaren onderhoudsplan. Daarnaast wordt ingespeeld op eventuele calamiteiten. De uitgangspunten van dit meerjaren onderhoudsplan zijn vastgelegd in het handboek Beheer Hilversum Buiten dat in 2009 is vastgesteld. Sinds 2010 is de kwaliteit van het onderhoud voor alle aspecten en deelgebieden in de stad, uitgezonderd het groen rond het raadhuis, teruggebracht naar een basisniveau. Specifiek in 2014 Het beheer en onderhoud van het groen wordt uitgevoerd volgens het handboek Beheer Hilversum Buiten. In 2009 en 2010 is de periode geëvalueerd van de eerste 2 jaar (juli 2007-juli 2009) waarin de uitvoerende werkzaamheden die zijn verricht door SBS. In 2012 is, halverwege de looptijd van het contract met SBS, een evaluatie gehouden over de eerste helft van de contractperiode. In 2013 heeft daarop bestuurlijke besluitvorming plaats gevonden. Het Groenbeleidsplan, dat het uit 1994 daterende Groenstructuurplan en de uit 1986 daterende Visie op straat- en laanbomen vervangt, is in 2013 geactualiseerd, parallel aan en als onderdeel van de structuurvisie. In 2011 is het digitale systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR) als opvolger van het Service Meld Punt (SMP) geïmplementeerd. In 2012 is de werking van de MOR geëvalueerd, waarna in 2013 het systeem verbeterd is. In de komende jaren moet het systeem verder geoptimaliseerd worden. In 2014 worden de handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten geactualiseerd. Enerzijds om mutaties van de afgelopen jaren te verwerken om de handboeken actueel te houden, anderzijds om de inhoudelijke en financiële kaders voor de komende jaren vast te stellen. In 2012 is een digitaal beheersysteem voor bomen geïmplementeerd. In 2013 is een aanvang gemaakt met de digitalisering van het boombeheer om de medewerkers in de uitvoering te voorzien van palmtops en de informatie over bomen voor burgers digitaal toegankelijk te maken. Dat wordt in 2014 afgerond en geïmplementeerd. Saldo beleidsdoel:
€
4.160.000
Prestaties 1. Digitaal toegankelijk maken gegevens gemeentelijke bomen voor burgers. 2. Actualiseren handboeken Inrichting en Beheer Hilversum Buiten. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2010) Oordeel burger onderhoud I Burgerpeiling (*1) 6,6 (*2) 6,6 6,6 6,6 6,6 groenvoorziening in de buurt. Oordeel burger onderhoud I Burgerpeiling (*1) 6,5(*2) 6,5 6,5 6,5 6,5 buurt. (*1) Burgerpeiling algemene dienstverlening Waarstaatjegemeente.nl. (*2) Referentie gemiddelde gemeenten grootte 50.000-100.000 inwoners.
89
Beheer water Beleidsdoel 5.3.: Instandhouding vijvers en waterwegen Naast de toezichtstaken van het Hilversums Kanaal en de Nieuwe Haven en de bediening van de schutsluis ‘t Hemeltje, bestaat het beheer uit onderhoud en vervanging van oevervoorzieningen (beschoeiingen, kades en damwanden) en het onderhoud van de waterbodems (baggeren) van het Hilversums Kanaal, de haven en de stadsvijvers in Hilversum. Niet tot deze taak behoren de reiniging en het beluchten van het oppervlaktewater. Dat valt onder het waterkwaliteit- en kwantiteitsbeheer dat een taak is van Waternet (de uitvoerende organisatie van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi & Vecht). Het onderhoud bestaat vrijwel alleen uit werkzaamheden om calamiteiten op te heffen, reden waarom er geen indicator benoemd is. In paragraaf 7.3.: Onderhoud kapitaalgoederen is bij 7.3.4.: Water, de huidige situatie betreffende beheer van de oevers en de waterbodems aangegeven. In 2013 is met Waternet een overeenkomst gesloten over de uitvoering van het stedelijk waterbeheer in Hilversum, om het beheer van de binnenstedelijke waterpartijen zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren. In 2012 en 2013 is de onderhoudssituatie van de oevers en de onderwaterbodems in kaart gebracht. Op basis van die gegevens kunnen de komende jaren de investeringsbudgetten die nodig zijn om de onderhoudssituatie op peil te houden bepaald worden. Saldo beleidsdoel:
€
418.000
Prestaties Niet van toepassing. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Niet van toepassing
90
91
PROGRAMMA 5
5
Beheer openbare ruimte Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
10.010 4.543 498
9.428 4.440 519
9.496 4.235 471
9.496 4.235 471
9.496 4.235 471
9.496 4.235 471
9.496 4.235 471
15.051
14.387
14.202
14.202
14.202
14.202
14.202
1.286 115 72
437 55 64
437 75 53
437 75 53
437 75 53
437 75 53
437 75 53
Totaal baten
1.473
556
565
565
565
565
565
Saldo (excl. mutaties reserves) 5.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 5.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 5.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
8.724 4.427 426
8.991 4.385 455
9.059 4.160 418
9.059 4.160 418
9.059 4.160 418
9.059 4.160 418
9.059 4.160 418
13.578
13.831
13.637
13.637
13.637
13.637
13.637
40 -
-140
-10
-10
-10
-10
-10
13.618
13.691
13.627
13.627
13.627
13.627
13.627
Beleidsdoel Lasten 5.1 5.2 5.3
Omschrijving beleidsdoel
Schone, hele en veilige infrastructuur Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten Instandhouding vijvers en waterwegen
Totaal lasten Baten 5.1 5.2 5.3
Schone, hele en veilige infrastructuur Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten Instandhouding vijvers en waterwegen
Totaal saldo 5,00 5,00
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
92
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
begr 2014
begr 2015
Investeringen 5.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 5.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 5.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
4.814 939 -
4.873 596 93
4.880 495 560
4.880 495 930
Totaal
5.753
5.562
5.935
6.305
Beleidsdoel
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
Reserves 5.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 5.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 5.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
412 -
-
-10 -
402 -
Totaal reserves
412
-
-10
402
Voorzieningen 5.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 5.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 5.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
247 -
-
-95 -
152 -
Totaal voorzieningen
247
-
-95
152
Bedragen x 1.000 14.202 565
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
93
94
Programma 6 Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid
95
Programma 6: Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Twee rapportages over Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2012-2015 (halfjaarlijks).
Leefbaarheid
06.01 Hilversum is een veilige en leefbare gemeente Saldo: € 1.090.000
• Uitvoering van de projecten uit het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid. • Vaststellen Hogere waarde beleid. • Start uitvoering saneringsprogramma geluid spoorlijnen. • Opstellen jaarrapportage luchtmeetnet Johannes Geradtsweg.
• Uitvoering gescheiden inzameling en verwerking van huishoudelijk afval conform het Landelijk Afvalbeheerplan 2, doelstelling 55% gescheiden inzameling.
06.02 Gescheiden inzameling en verwerking huishoudelijk afval Saldo: € -921.000
Hilversum wil een schone, veilige en duurzame gemeente zijn Saldo: € 1.027.000
• Een nieuwe overeenkomst sluiten over de verwerking van groene afvalstromen in de regio. • Ontwikkelen van een visie en beleid ten aanzien afvalstromen in de regio voor de periode na 2014 om minimaal 70% van het aangeboden huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen in 2019. • De GAD brengt medio 2014 de GAD meter 2013 uit, met monitoringsgegevens over de prestaties van 2013.
Milieubescherming
• Actualiseren GRP voor de jaren 20152019. 06.03 Schoon oppervlakte- en grondwater Saldo: € 276.000
• Uitvoering van de maatregelen uit het GRP. Het betreft de rioolexploitatie, de vervangings- en verbeteringsinvesteringen en de dienstverlening aan het publiek. • Uitwerken businesscases in het kader van het BOWA.
Natuur
Begraven en cremeren
06.04 Natuurbehoud en -beheer Saldo: € 572.000
06.05 Voldoende capaciteit lijkbezorging Saldo: € 10.000
96
• Uitvoeringsprogramma Groenbeleidsplan 2012-2030 in uitvoering. • Jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie van de stichting Het Goois Natuurreservaat.
• Voorbereiding bouw crematorium Zuiderhof. • Voorbereiding verbouwing dienstwoning tot condoleance-/koffieruimte.
Programma 6: Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid Portefeuillehouder
L.E.C. Jooren-van der Boor
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een schone, veilige en duurzame gemeente zijn. Het collegeprogramma ‘De Bakens Verzetten’ 2010-2014 stelt hierover het volgende: “We willen zuinig zijn op de prachtige natuur in en rondom Hilversum. Een duurzame ontwikkeling van Hilversum is belangrijk. Groene, schone buurten en wijken zijn essentieel voor de leefbaarheid van Hilversum. Het college wil de verouderde Hilversumse groene beleidsnota’s herzien tot een actuele nota, die al het groenbeleid voor het gehele grondgebied van Hilversum op hoofdlijnen beschrijft. Het opstellen van het groenbeleidsplan is ook noodzakelijk als input voor de op te stellen Structuurvisie Hilversum 2030. In de groenvisie is onder andere aandacht voor versterking van de Ecologische hoofdstructuur (EHS), de aandacht voor groen in bouwplannen, de aanpak van de stadsranden, versterking van het groen in het centrum, kleine groenplannen op buurtniveau en spelen in het groen. Duurzaamheid moet een onderdeel worden van alle maatregelen die de gemeente neemt. Of het nu gaat om de inrichting van de openbare ruimte, om de openbare verlichting (minder energieverbruik met ledlampen), de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen (scholen, woningen, kantoren), of het bevorderen van openbaar vervoer en het gebruik van de fiets. De gemeente stimuleert bij bouwprojecten duurzaamheidsmaatregelen. Het college wil de leefbaarheid en luchtkwaliteit verbeteren, door de overlast van vrachtverkeer op de buitenring te beperken. Dat gebeurt in eerste instantie door concrete afspraken met de vervoerssector te maken. Het meten van fijnstof zal worden voortgezet. Er wordt een krachtige lobby richting het Rijk, ProRail en NS gevoerd om de geluidsoverlast van het treinverkeer en het vervoer van extreem gevaarlijke stoffen over het spoor door woongebieden terug te dringen. Het college verzet zich tegen een nieuwe vliegvereerroute (Rotterdam-Lelystad) boven Hilversum. Goed beheer en onderhoud van onze groene en monumentale begraafplaatsen is belangrijk”. De gemeente geeft invulling aan duurzaamheid onder meer via de Visie Klimaatneutraal Hilversum 2050 en bijbehorende Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2012-2015. De gemeente beschermt de omringende natuurgebieden via het GNR
Context en achtergrond De milieutaken van de gemeenten staan veelal beschreven in wetten. Daarnaast werkt de gemeente aan beleid dat voortkomt uit het Collegeprogramma plus eerdere afspraken, zoals het Masterplan Gebiedsgericht grondwaterbeheer Het Gooi. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de taken op hoofdlijnen. Een aantal zaken wordt in samenwerkingsverband uitgevoerd vanwege schaalvoordelen, zoals de Gewestelijke Afvalstoffen Dienst (GAD) of vanwege het gemeentegrensoverschrijdende karakter, zoals de stichting Goois Natuur Reservaat (GNR). Taak Uitvoering door gemeente Uitvoering in samenwerking, o.a. gewestelijk Wettelijke taken • Waterwet. • Landelijk Afvalstoffenplan (GAD). • Wet Bodembescherming. • EU richtlijn geluidkaarten en geluidactieplan. • Wet Geluidhinder. • Masterplan Gebiedsgericht • Wet Luchtkwaliteit . grondwaterbeheer het Gooi. • Wet Milieubeheer. Niet wettelijke taken • ISV. • GNR. • Groenbeleidsplan. • Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid. Naast de in dit hoofdstuk beschreven milieutaken voert de gemeente ook taken uit via projecten en ISV (programma 7), vergunningverlening en handhaving.
97
Kaderstellende beleidsnota’s • • •
• • • • • •
ISV Bodemsaneringsprogramma 2010-2014. Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 (2013). Visie ‘Hilversum Klimaatneutraal 2050’ en Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2012-2015 (beide 2012). Integraal Bereikbaarheidsplan (2005). Actieplan Geluid (2013). Convenant gebiedsgericht beheer het Gooi (2011). Gemeentelijk Rioleringsplan (2009-2014). Groenbeleidsplan Hilversum inclusief Uitvoeringsprogramma 2012-2030 (2013). Nota Begraafplaatsen nr. IV 2003.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Leefbaarheid. • Milieubescherming. • Natuur. • Begraven en cremeren.
Subfuncties • • • • • • • • •
723.2 Milieubescherming dienst Stad. 721.1 Vuilophaal en -afvoer. 725.1 Baten vuilophaal en -afvoer. 722.1 Riolen en riool gemalen. 722.2 Idem buiten het lozingsrecht. 726.1 Baten riool. 550.1 Natuurbescherming. 724.1 Lijkbezorging. 732.1 Grafrechten.
98
Leefbaarheid Beleidsdoel 6.1.: Hilversum is een veilige en leefbare gemeente De gemeente werkt aan een schone bodem, goede luchtkwaliteit, veilig transport van gevaarlijke stoffen, een aanvaardbare geluidsbelasting en streeft naar klimaatneutraliteit. Duurzaamheid De gemeenteraad heeft in juni 2012 unaniem de Visie Klimaatneutraal Hilversum 2050 en het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2012-2015 vastgesteld. De gemeente Hilversum werkt op twee sporen naar een klimaatneutrale gemeente toe. Ten eerste werkt gemeente Hilversum middels het Uitvoerings- programma 2012-2015 duurzaamheid onderdeel van het beleid over de hele breedte van de organisatie. Ten tweede stimuleert de gemeente andere partijen om te investeren in duurzaamheid om een mentaliteits- verandering te bevorderen. De monitoring van de CO2 uitstoot is onderdeel van het Uitvoerings- programma Duurzaamheid. De Klimaatmonitor van het Ministerie van I&M is de best beschikbare indicator voor de uitstoot van Hilversum als geheel. Deze is opgenomen in de programmabegroting. Voor de monitoring van de duurzaamheidsprojecten maakt de gemeente gebruik van het fijnmaziger Energie in Beeld, omdat dit beter bruikbaar is voor maatwerk per project. Deze neemt de gemeente jaarlijks op in de rapportages over het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid. Geluid De gemeente gaat in 2014 Hogere waarde beleid vaststellen op basis van de geluidsbelastingkaarten en het ‘Actieplan Geluid’ die zijn vastgesteld en gepubliceerd in 2013. De gemeente en ProRail werken sinds 2010 aan de voorbereiding van de geluidssanering langs de spoorlijnen Amsterdam-Amersfoort en Hilversum-Utrecht. Het ministerie van VROM (nu: I&M) heeft hiervoor een subsidiebedrag toegezegd van € 2.526.000 voor uitvoeringsmaatregelen en € 714.000 voor voorbereidingskosten. In 2013 zal de raad het saneringsprogramma vaststellen. De planning is dat de uitvoering in 2014 start en in 2019 zal zijn afgerond. Lucht In het kader van het IBP zijn 3 lucht meetstations (Laren, Bussum, Hilversum) geplaatst om de luchtkwaliteit te meten. Vanaf 2013 worden de kosten van deze stations niet meer gedekt door het IBP. De burgers is toegezegd dat de lucht meetstations tot 2018 in werking zullen blijven. Het meetstation in Bussum wordt ontmanteld, die van Hilversum (Johannes Geradtsweg) en Laren blijven operationeel. Externe Veiligheid De gemeente Hilversum werkt aan de borging van de risico’s met betrekking tot de externe veiligheid. Hieraan werkt de gemeente samen in het verband Gewest Gooi- en Vechtstreek en met de Brandweer Gooi- en Vechtstreek. De gemeente draagt zorg voor de gemeentelijke routering van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg. Daarnaast vertaalt de gemeente de landelijke ontwikkelingen met betrekkingen tot externe veiligheid, zoals het basisnet vervoer gevaarlijke stoffen, in gemeentelijke gevolgen voor ruimtelijke ontwikkelingen langs landelijke transportroutes. Bodem Een van de doelen van het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (beleidsdoel 7.3) is de uitvoering van het ISV-bodemsaneringsprogramma (inclusief Anna’s Hoeve). Met dit programma geeft Hilversum invulling aan onder andere de volgende doelen: • alle locaties met (mogelijk) risico’s voor de volksgezondheid, risico’s voor verspreiding of ecologische risico’s worden onderzocht, indien nodig gesaneerd of beheerst; • bodemverontreiniging stagneert de stedelijke ontwikkeling niet; • grootschalige grondwaterverontreinigingen worden in samenwerking met andere partijen door middel van gebiedsgerichte aanpak beheerst en/of gesaneerd.
99
Saldo beleidsdoel:
€
1.090.000
Prestaties 1. Twee rapportages over Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2012-2015 (halfjaarlijks). 2. Uitvoering van de projecten uit het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid. 3. Vaststellen Hogere waarde beleid. 4. Start uitvoering saneringsprogramma geluid spoorlijnen. 5. Opstellen jaarrapportage luchtmeetnet Johannes Geradtsweg. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2008) CO2 uitstoot Hilversum als Klimaatmonitor, 492 kiloton I 440 428 416 404 geheel (*) ministerie I&M CO2 (2008) (*) Bij de berekening van de kengetallen is de uitstoot in 2008 als referentiejaar genomen en als horizon een CO2 uitstoot van 0 in het jaar 20150. Dit betekent een jaarlijkse afname van 12 kiloton CO2.
100
Milieubescherming Beleidsdoel 6.2.: Gescheiden inzameling en verwerking huishoudelijk afval Het landelijke kader is de wettelijke taak om huishoudelijk afval in te zamelen en te verwerken. De gemeenten in het gewest Gooi en Vechtstreek hebben de uitvoering hiervan overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling het Gewest Gooi en Vechtstreek, een samenwerkingsverband van negen gemeenten. Voor de uitvoering is de Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD) verantwoordelijk. De GAD taken en uitvoering daarvan vloeien voort uit de Wet Milieubeheer en de Gewestelijke Afvalstoffen verordening. De GAD volgt in het beleid de landelijke doelstellingen, opgesteld in het Landelijk Afvalbeheerplan LAP2 (2009-2015). De belangrijkste doelstellingen zijn: • • • •
Het stimuleren van de preventie van afvalstoffen (De GAD geeft hiervoor met name uitvoering aan de bewustwordingscampagne ‘In de keuken gebeurt het’, gericht op duurzaamheid in samenwerking met de gemeenten). Het reduceren van 20% milieudruk in 2015 voor elk van de 7 prioritaire stromen (o.a. grof huishoudelijk afval, textiel en voedsel) die in het kader van het ketengericht afvalbeleid worden opgepakt met het ‘cradle-to-cradle’ concept als inspiratiebron. Het optimaal benutten van de energie-inhoud van afval (restafval) dat niet kan worden hergebruikt. Een bijdrage leveren aan de ambities op het gebied van duurzaamheid van het rijk, waaronder vermindering van de CO2-uitstoot in 2020 met 30% ten opzichte van 1990.
Het vigerende beleid in de regio is het programma ‘Regio op Groen’. De GAD draagt bij aan de verduurzaming van Gooi en Vechtstreek onder het motto ‘samen duurzaam sterker’. Het onderdeel GIHA (gescheiden inzameling huishoudelijk afval) staat in dit programma gedurende de periode 2012-2014 centraal. Het programma GIHA (gescheiden inzameling huishoudelijk afval) is erop gericht de CO2 uitstoot verder te reduceren, afval te voorkomen, steeds meer afval gescheiden in te zamelen en het restafval te minimaliseren en kostenefficiënt te werken. De GAD ontwikkelt in opdracht van de gemeenten nieuw beleid om tot een duurzamere inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval te komen, als opvolger van GIHA vanaf 2015. In de begroting van het gewest voor 2014 is voor de GAD als doelstelling opgenomen om in 2019 minimaal 70% van het aangeboden huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. De GAD ontwikkelt daarvoor in 2014 concreet beleid, dat vanaf 2015 wordt uitgevoerd. Meer en beter afval scheiden leidt tot lagere kosten, minder restafval, meer hergebruik en een reductie van de uitstoot van CO2. Onderdeel van de ontwikkeling van nieuw beleid zijn pilots met nieuwe inzamelmethoden die in nauwe samenspraak met gemeenten worden uitgevoerd. In 2014 voert de GAD een Europese aanbesteding uit voor de gezamenlijke verwerking van het GFT-afval, het Grof Tuinafval en de gemeentelijke groenstromen uit de gemeenten in het gewest. Zwaartepunt ligt hier op duurzame verwerking, zo mogelijk verwerking tot groen gas. Jaarlijks brengt de GAD de inzamelprestaties toegankelijk in beeld gebracht via de GAD-meter Hilversum. Daarin staan onder meer de hoeveelheden en kosten van inzameling en verwerking van de verschillende stromen huishoudelijk afval, zoals het restafval en de recyclebare stoffen. Saldo beleidsdoel:
101
€
-921.000
Prestaties 1. Uitvoering gescheiden inzameling en verwerking van huishoudelijk afval conform het Landelijk Afvalbeheerplan 2, doelstelling 55% gescheiden inzameling. 2. Een nieuwe overeenkomst sluiten over de verwerking van groene afvalstromen in de regio. 3. Ontwikkelen van een visie en beleid ten aanzien afvalstromen in de regio voor de periode na 2014 om minimaal 70% van het aangeboden huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen in 2019. 4. De GAD brengt medio 2014 de GAD-meter 2013 uit, met monitoringsgegevens over de prestaties van 2013. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (jaar) Gescheiden inzameling I huishoudelijke afvalstoffen Jaarverslag GAD 54,6 (2012) 55% >55% >60% >60% volgens landelijke afspraak. % tevreden bewoners I Burgerenquête 79% (2009) >80% >80% >80% >80% dienstverlening GAD.
102
Milieubescherming Beleidsdoel 6.3.: Schoon oppervlakte- en grondwater Rioleringsbeheer Volgens de Wet Milieubeheer dient de gemeente te beschikken over een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). Hierin moet staan hoe invulling wordt gegeven aan de drie wettelijke zorgplichten van de gemeente over respectievelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. In 2010 is het vorige GRP geactualiseerd voor de zorgplicht afvalwater. In 2013 is het GRP verbreed door het hemelwater- en grondwaterbeleid erin op te nemen. In 2014 wordt het vGRP geactualiseerd voor de jaren 2015-2020. De geplande uitvoeringsmaatregelen uit het vGRP worden in het begrotingsjaar conform plan uitgevoerd. Het betreft de rioolexploitatie, de vervangings- en verbeteringsinvesteringen en de dienstverlening aan het publiek. In 2013 is de rapportage afkoppelen hemelwater afgerond. Daarbij is geconcludeerd dat er mogelijk, mede als gevolg van de Hilversumse grondslag, een verband is tussen het infiltreren van hemelwater afkomstig van daken met zinken goten en de aangetroffen zinkconcentraties in het grondwater. In een schrijven aan het ministerie van Infrastructuur&Milieu is (landelijk) aandacht gevraagd voor deze problematiek. Wij zijn voor toekomstige infiltraties terughoudend als het om gebouwen gaat met zinken regengoten. In het voorjaar van 2010 is landelijk het Bestuursakkoord Water vastgesteld, waarbij in de sector forse kostenbesparingen gerealiseerd moeten worden om de komende jaren landelijk stijgende kosten van water- en rioleringsbeheer te beperken. Die besparingen moeten onder meer gerealiseerd worden door een betere samenwerking tussen gemeenten (onderling) en waterschappen in de waterketen. In 2013 zijn samenwerkingsplannen uitgewerkt en bestuurlijk vastgesteld in een overeenkomst tussen de betreffende partijen. Hilversum participeert in het Bestuurlijk Overleg Water in het AGV-waterschapsgebied (BOWA) en fungeert als trekker voor de Gooigemeenten. Tot 2020 zullen diverse businesscases uitgewerkt worden om de geplande bezuinigingen te realiseren. Medio 2013 zullen de resultaten van de landelijke Benchmark Rioleringszorg bekend zijn. In vorige benchmarks kwam het Hilversums rioleringsbeheer positief naar voren. De uitkomsten van de benchmark zullen lerend en sturend zijn voor onze aanpak van de rioleringszorg in 2014, en verder. Convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi De gemeente werkt al lange tijd aan regionale samenwerking in het grondwaterbeheer. In 2011 is deze samenwerking bekrachtigd door het tekenen van het convenant Gebiedsgericht beheer het Gooi. Het rijk, de provincie, de Gooi-gemeenten, de betreffende waterleidingbedrijven en het waterschap dragen met deze ondertekening bij aan een gezamenlijk beheer van de grondwaterkwaliteit in het Gooi. Peilers van dit convenant voor Hilversum zijn een verdergaande bescherming van onze drinkwaterwaterwinning welke momenteel bedreigd wordt door grondwaterverontreinigingen. Maar ook het bieden van een juiste balans tussen verantwoord omgaan met grondwaterverontreinigingen en het stimuleren van bodemenergiesystemen en opheffen van stagnatie bij ruimtelijke ontwikkeling. Dit convenant is een effectief instrument voor samenwerking binnen de regiogemeenten. Voor de uitvoering van dit convenant is in de periode 2011 t/m 2020 € 108.000 jaarlijks beschikbaar. Saldo beleidsdoel:
€
276.000
Prestaties 1. Actualiseren GRP voor de jaren 2015-2019. 2. Uitvoering van de maatregelen uit het GRP. Het betreft de rioolexploitatie, de vervangings- en verbeteringsinvesteringen en de dienstverlening aan het publiek. 3. Uitwerken businesscases in het kader van het BOWA.
103
(I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2010) Meldingen en klachten per 10.000 inwoners (referentie waarde: de Benchmark I 110 <40 <40 <40 <40 Rioned waarde bij gemeenten van vergelijkbare grootte). Vervanging/renovatie (% buis/jaar) (referentiewaarde: waarde bij Benchmark K 0,7 1,4 1,4 1,4 1,4 gemeenten van vergelijkbare Rioned grootte). Aandeel gescheiden riolering (in %) van totaal vrij vervalstelsel Benchmark 30 83 84 85 85 K (referentiewaarde: waarde bij Rioned gemeenten van vergelijkbare grootte).
104
Natuur Beleidsdoel 6.4.: Natuurbehoud en -beheer Het Groenbeleidsplan 2030 (GBP) beschrijft alle ambities op het gebied van groen, natuur en landschap voor de komende twintig jaar van de gemeente Hilversum. Het GBP wordt gerealiseerd via het Uitvoeringsprogramma 2012-2030, in samenwerking door Openbare Werken, het Ingenieursbureau en Stedelijke Ontwikkeling/Ruimte. Daarvoor gaat de gemeente diverse uitwerkingsnotities en deelbeleid opstellen. Wat betreft het onderhoud van groen is Openbare Werken verantwoordelijk voor onder meer de onderhoudsniveaus van groen. Het Ingenieursbureau maakt groenontwerpen en stelt de randvoorwaarden op conform het GBP voor ruimtelijke ontwikkelingen, zoals gebiedsontwikkelingen, reconstructies en bouwplannen. Tevens is het Ingenieursbureau verantwoordelijk voor diverse uitwerkingen van het GBP, zoals het kapbeleid (APV) en het bijwerken van de grens boswet (APV). Stedelijke Ontwikkeling/Ruimte is verantwoordelijk voor de integrale afweging van alle beleidsvelden zoals verkeer, planologie, stedenbouw, enz. (exclusief het beheer van de openbare ruimte) en ontvangt daarvoor groene uitgangspunten op basis van het GBP van het Ingenieursbureau. Evaluatie van het GBP zal in 2018 plaatsvinden, gelijktijdig met de Structuurvisie 2030. De gemeente is medeoprichter van de stichting Het Goois Natuurreservaat (1932), waarin nagenoeg alle gronden buiten de bebouwde kom van Hilversum zijn ondergebracht. De verplichtingen die de gemeente Hilversum heeft vloeien rechtstreeks voort uit het privaatrecht (stichtingen als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek). Hilversum volgt het beleid van het GNR. Het GNR is verantwoordelijk voor het beheer van de natuurgebieden. De gemeente onderschrijft daarbij het beheerplan van deze stichting 2010-2020. De gemeente draagt op basis van een exploitatieovereenkomst bij aan de exploitatielasten van de stichting. Daarnaast betaalt zij de stichting voor het onderhoud van de fietspaden in het buitengebied. Gemeente Amsterdam heeft in 2012 te kennen gegeven uit de stichting GNR te gaan treden. Daarom zijn de overige participanten een rechtszaak gestart tegen de gemeente Amsterdam. Medio 2013 wordt de uitspraak van de rechter verwacht. In de omgeving en deels op grondgebied van de gemeente Hilversum wordt in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur en Heel de Heuvelrug gewerkt aan de realisatie van ecoducten. De Provincie, Rijkswaterstaat en ProRail zijn verantwoordelijk voor de aanleg en voorbereiding van de ecoducten die hun verbindingen kruisen. In 2014 wordt gewerkt aan de aanleg van de natuurbrug als onderdeel van de gebiedsontwikkeling Crailo over de A27 en de voorbereidende planvorming voor de zogenaamde ‘groene schakel’ over onder andere de toekomstige HOV bij Anna’s Hoeve. Verder fungeren vanaf (eind) 2013 twee afgeronde nieuwe natuurverbindingen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur: de natuurverbinding Zwaluwenberg, tussen Hoorneboegse Heide en het Smithuysenbos (grenzend aan de Vuursche) over de A27, de spoorlijn Hilversum-Utrecht en de Utrechtseweg en de natte natuurverbinding Ankeveense Plassen-Naardermeer, onder de N236 door. Saldo beleidsdoel:
€
572.000
Prestaties 1. Uitvoeringsprogramma Groenbeleidsplan 2012-2030 in uitvoering. 2. Jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie van de stichting Het Goois Natuurreservaat.
105
(I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2008) Waardering natuur door Omnibus I Hilversumse burgers in een 8 8 8 8 8 onderzoek rapport 1-10.
106
Begraven en cremeren Beleidsdoel 6.5.: Voldoende capaciteit lijkbezorging Op basis van artikel 33 van de Wet op de Lijkbezorging dient iedere gemeente ten minste één algemene begraafplaats te hebben. Hilversum heeft drie gemeentelijke begraafplaatsen: de ‘Noorder Begraafplaats’, ‘Zuiderhof’ en ‘Bosdrift’. Deze begraafplaatsen bieden voldoende capaciteit. Het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen gebeurt conform de vastgestelde (milieu-)regels. Uitgangspunt is een kostendekkende exploitatie van de begraafplaatsen. Met de in de periode 2009-2012 jaarlijks met 4,5% extra (naast inflatie) gestegen grafrechten zou de exploitatie kostendekkend moeten zijn. De begroting 2014 is daarop gebaseerd. In 2013 was de exploitatie voor het eerst sinds jaren kostendekkend. In 2013 is onderzocht hoe het beheer en de exploitatie van de begraafplaatsen verder verbeterd kan worden, waarbij ook mogelijke samenwerkings- vormen met lokale uitvaartverzorgers onderzocht worden. De resultaten van dat onderzoek zullen uitwijzen of voor 2013 e.v. kostendekkend gewerkt kan worden. Daarbij kunnen ook het gemeentebrede onderzoek naar het systeem van kostentoerekening en het gemeentelijk vastgoed/gebouwen (in het kader van het onderzoek bezuinigingsopdrachten) van belang zijn. De tarieven voor begraven, grafrechten en grafonderhoud werden door de ‘klant’ als onduidelijk ervaren. Daarom is met ingang van 2013 een vereenvoudiging van de tarieven doorgevoerd. Voor cremeren zijn Hilversummers en inwoners van het Gooi aangewezen op faciliteiten buiten de regio. In 2012 heeft de gemeenteraad unaniem ingestemd met de realisatie van een kleinschalig crematorium op de Zuiderhof. In 2013 is verder onderzocht wat de meest geschikte wijze is om dat te realiseren en te exploiteren. In dit onderzoek is ook de restauratie/verkoop van het aula gebouw van de begraafplaats Bosdrift betrokken. In 2014 wordt de bouw van het crematorium en de verbouwing van de dienstwoning tot condoleance-/koffieruimte voorbereid, met als doel in 2015 met de bouw te kunnen starten. In 2014 wordt op de begraafplaats Bosdrift een vervolg gegeven aan de uitvoering van de renovatie conform de nota Fase 4 begraafplaatsen. In 2013 is de keuzemogelijkheid van begraven uitgebreid door de aanleg van een nieuw kinderhof, terwijl het tevens mogelijk gemaakt is om bovengronds te begraven op de begraafplaats Zuiderhof. Door de vermindering aan inkomsten door teruglopende begrafenisplechtigheden en om aan de vraag naar as-bestemmingen te kunnen voldoen, zijn in 2013 op de begraafplaats Zuiderhof de columbarium ruimten uitgebreid. Saldo beleidsdoel:
€
10.000
Prestaties 1. Voorbereiding bouw crematorium Zuiderhof. 2. Voorbereiding verbouwing dienstwoning tot condoleance-/koffieruimte. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2010) I Kostendekkendheid exploitatie. Rekening 82% 100% 100% 100% 100%
107
PROGRAMMA 6
6
Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
1.128 7.552 8.659 623 1.304
1.173 7.807 8.849 591 1.350
1.231 7.824 9.044 572 1.367
1.129 7.979 9.044 572 1.367
1.021 7.492 9.044 572 1.367
1.021 6.982 9.044 572 1.367
1.021 6.982 9.044 572 1.367
19.266
19.770
20.038
20.091
19.496
18.986
18.986
190 9.338 8.677 1.314
315 8.926 8.835 1.340
141 8.745 8.768 1.357
141 8.569 8.724 1.357
141 9.813 8.681 1.357
141 8.227 8.638 1.357
141 8.061 8.595 1.357
Totaal baten
19.519
19.416
19.011
18.791
19.992
18.363
18.154
Saldo (excl. mutaties reserves) 6.1 Hilversum is een veilige en leefbare gemeente 6.2 Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.4 Natuurbehoud en -beheer 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging
938 -1.786 -18 623 -11
858 -1.119 14 591 10
1.090 -921 276 572 10
988 -590 320 572 10
880 -2.321 363 572 10
880 -1.245 406 572 10
880 -1.079 449 572 10
-254
354
1.027
1.300
-496
623
832
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
1.677 -576
257 -179
-634
-1.239
1.417 -788
-490
-699
Totaal saldo excl. reservemutaties
847
432
393
61
133
133
133
Beleidsdoel Lasten 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Omschrijving beleidsdoel
Hilversum is een veilige en leefbare gemeente Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval Schoon oppervlakte- en grondwater Natuurbehoud en -beheer Voldoende capaciteit lijkbezorging
Totaal lasten Baten 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Hilversum is een veilige en leefbare gemeente Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval Schoon oppervlakte- en grondwater Natuurbehoud en -beheer Voldoende capaciteit lijkbezorging
Totaal saldo 6,00 6,00
108
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Investeringen 6.1 Hilversum is een veilige en leefbare gemeente 6.2 Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.3a Dekking investeringen riool via tarief 6.4 Natuurbehoud en -beheer 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging 6.5a Dekking investeringen lijkbezorging via grafrechten Totaal
Beleidsdoel
begr 2015
3.112 -3.112 -
100 3.021 -3.021 260 -260 100
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
2.954 -2.954 -
3.025 -3.025 35 -35 -
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
481 3.550 -
-
-300 -334 -
181 3.216 -
4.031
-
-634
3.397
Voorzieningen 6.1 Hilversum is een veilige en leefbare gemeente 6.2 Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.4 Natuurbehoud en -beheer 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging
29.111 233 396
2.775 88
-162
31.886 233 322
Totaal voorzieningen
29.740
2.863
-162
32.441
Reserves 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
Hilversum is een veilige en leefbare gemeente Gescheiden inzameling/verwerking huishoudelijk afval Schoon oppervlakte- en grondwater Natuurbehoud en -beheer Voldoende capaciteit lijkbezorging
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 20.038 19.011
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
109
110
Programma 7 Wonen/ISV
111
Programma 7: Wonen/ISV Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
07.01 Huisvesting van de doelgroepen Saldo: € 182.000
• Realiseren van een gelijke verdeling naar prijssegment in woningbouw. • Realisatie corporatiehotel Langestraat. • Uitvoering (overige) projecten uit het RAP.
Wonen
07.02 Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen Saldo: € 53.000
Hilversum wil een vitale en leefbare woongemeente zijn. Saldo: € 1.921.000
Stedelijke vernieuwing
07.03 Realisering programma stedelijke vernieuwing Saldo: € 564.000
• In overleg met de regiogemeenten de afspraken met de provincie over de (regionale) woningbouwtaakstelling (RAP) uitvoeren. • Monitor corporaties met geleverde en voorgenomen prestaties uitvoeren.
• Alle projecten uit het ontwikkelingsprogramma zijn in uitvoering en zoveel als mogelijk afgerond op de peildatum van 31 december 2014 (i.e. peildatum ISV verantwoording).
Grondbeleid met bijbehorend instrumentarium schept voorwaarden om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen realiseren. Saldo: € 1.122.000
Grondzaken
112
Programma 7: Wonen/ISV Portefeuillehouder
J.J.M.P. Rensen
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een vitale en leefbare woongemeente zijn. De stedelijke vernieuwing is gericht op het creëren en in stand houden van duurzame en evenwichtige wijken, waar het prettig wonen is voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst of eventuele beperkingen. Daarbij wordt gestreefd naar een zo groot mogelijk aanbod van goede woonruimte, die bruikbaar en bereikbaar is voor alle doelgroepen, ongeacht hun financiële draagkracht, leeftijd, huishoudens samenstelling of eventuele fysieke of mentale beperkingen. De focus hierbij ligt op de dynamiek van de woningmarkt: het op gang brengen en houden van doorstroming door strategisch woningen toe te voegen en de bestaande voorraad zo efficiënt mogelijk aan te passen en toe te wijzen aan de veranderende behoefte. Naast gericht beleid op omvang, kwaliteit en samenstelling van de woningvoorraad, richt stedelijke vernieuwing zich ook op structurele verbeteringen in de (binnen)stedelijke fysieke woon- en leefomgeving. Ten slotte wordt ingezet op het tot stand brengen van sociale vernieuwing, waarbij het werkgebied gekoppeld wordt aan andere programma’s, zoals Welzijn en Zorg, Milieu en Economie. Het tot stand brengen van woondienstenzones past in dit kader. Het grondbeleid met bijbehorend instrumentarium schept voorwaarden om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen realiseren. Zie paragraaf 7.7. voor verdere toelichting.
Context en achtergrond Hilversum ligt in de Noordvleugel van de Randstad, omringd door groen en water met zeer gelimiteerde fysieke uitbreidingsmogelijkheden. Hilversum is een gewilde woonlocatie en haar woningmarkt is structureel gespannen. Uitbreiding van het stedelijk gebied is binnen de huidige beleidskaders niet aan de orde, vanwege de omringende beschermde natuurgebieden. Om te kunnen voorzien in de vraag naar voldoende en passende woningen, moeten de noodzakelijke toevoegingen en vernieuwingen binnen het bestaande stedelijk gebied plaatsvinden. Waar op landelijk niveau de woningproductie de afgelopen jaren met circa 20% is gedaald, blijft de productie in Hilversum ruim op peil. Naast een kwantitatieve opgave ligt er een kwalitatieve opgave om de woningvoorraad duurzaam, toegankelijk en bereikbaar te maken c.q. te houden, voor alle doelgroepen. Om de programmadoelstelling te realiseren treffen we een pakket van samenhangende maatregelen. In de Kadernota 2013 is afgesproken een beleidsvisie te ontwikkelen die inspeelt op nieuwe weten regelgeving (zoals t.a.v. woningcorporaties) en op veranderende demografie in Hilversum (en de regio).Met de woningcorporaties is overeengekomen een jaarlijkse monitor op te stellen met geleverde en voorgenomen prestaties. Stedelijke vernieuwing wordt programmatisch aangepakt. Elke vijf jaar wordt een ontwikkelingsprogramma opgesteld, waarin prioriteiten en concreet te behalen prestaties zijn vastgelegd. Het programma voor de periode 2010 tot 2015 is gericht op de investeringswijken Noord, Over ‘t Spoor, Centrum en Bloemenbuurt. Daarnaast zijn het Van Riebeeckkwartier en de Hilversumse Meent als aandachtswijken benoemd. Op basis van het ISV-ontwikkelingsprogramma en de woningbouwplanning worden ISV-subsidies verworven. ISV-middelen zijn bedoeld om een multipliereffect te bereiken, doordat andere partijen ook gaan investeren. Het ISV-programma en de uitvoering daarvan worden door of in samenwerking met andere partijen - bijvoorbeeld woningcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen uitgevoerd. Bij de uitwerking van het programma worden de bewoners van de betreffende wijken intensief en in een vroeg stadium van de planvorming betrokken.
113
Kaderstellende beleidsnota’s •
• • • • •
Regionale Woonvisie van de negen gemeenten uit het Gewest Gooi en Vechtstreek 2007-2020 (2008). Nota Grondbeleid (november 2009). Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 (april 2010). Regionaal Actie Programma (RAP) Wonen (mei 2012). Regionale Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2011. Convenant woonruimteverdeling Gooi en Vechtstreek 2011.
Programmaonderdelen • • •
Wonen. Stedelijke vernieuwing. Grondzaken (zie paragraaf 7.7 voor een verdere toelichting).
Subfuncties • • •
820.1 Woningbouw en -exploitatie. 821.1 Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. 830.1 Bouwgrondexploitaties.
114
Wonen Beleidsdoel 7.1.: Huisvesting van de doelgroepen De regionale Woonvisie definieert als doelgroepen van beleid huishoudens met lagere (midden)inkomens, waaronder met name jongeren, jonge gezinnen en huishoudens die wonen en zorg combineren. Het streven is om de genoemde doelgroepen binnen Hilversum te huisvesten in een geschikte woning qua prijs en typologie. Voor het realiseren van betaalbare, toegankelijke en duurzame woningen en alternatieve vormen van huur of koop, en de relatie met de wonen- /welzijn- /zorgdoelstellingen, zijn in regionaal verband (samen met woningcorporaties) afspraken gemaakt met de Provincie, in het kader van het Regionale Actieprogramma Wonen (RAP). Op hoofdlijnen is in het RAP vastgelegd: • netto 5000 woningen toevoegen in de regio over een periode van 10 jaar (2010 - 2020) • waarvan minimaal een derde in het sociale segment en • en minimaal 55% toegankelijk (0-treden) Deze doelstellingen worden lokaal vertaald als randvoorwaarden bij de ontwikkeling van de (grotere) woningbouwlocaties. In het kader van het RAP zijn onderstaande projecten benoemd waarvoor een subsidieaanvraag uit het Woonfonds is/wordt gedaan: • toegankelijkheid van de sociale en particuliere woningvoorraad in de regio: afgerond; • betaalbaarheid van het wonen in de regio: afgerond; • duurzaamheid: in uitvoering; • corporatiehotel Langestraat (voorziening voor tijdelijk wonen): in uitvoering; • procesbegeleiding kleinere projecten: zorgwoningen via WoningNet, onderzoek woonwensen van senioren: (deels) in uitvoering/(deels) afgerond. Voor de wijze van verdeling van de woningen, zijn in 2011 nieuwe regionale afspraken tussen corporaties en gemeenten vastgelegd in de Huisvestingsverordening en het convenant woonruimteverdeling. In 2013 is het nieuwe systeem op hoofdlijnen geëvalueerd en voldoende effectief bevonden om het de komende twee jaar ongewijzigd voort te zetten. Met name op het punt van de dynamiek (doorstroming) op de woningmarkt heeft het nieuwe systeem beantwoord aan de doelstellingen. De onderstaande prijssegmenten in de woningbouw zijn vastgelegd in de Regionale Woonvisie (huur in euro’s per maand per 01-01-2013 en koopprijs volgens de WOZ-waarde): maandhuur (€)
koopsom (€)
sociaal
< 681
< 210.000
middelduur
681-900
210.000-350.000
duur
>900
>350.000
Saldo beleidsdoel:
115
€
182.000
Prestaties 1. Realiseren van een gelijke verdeling naar prijssegment in woningbouw. 2. Realisatie corporatiehotel Langestraat 3. Uitvoering (overige) projecten uit het RAP. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2011) % sociale woningbouw op het I totaal van de nieuwbouw Gemeente 36 33 33 33 33 Hilversum. % realisatie toegankelijke K woningen op het totaal van de Gemeente 70 70 70 70 70 nieuwbouw Hilversum. % toewijzingen aan doelgroepen K met inkomen tot € 34.229 door Corporaties 95 90 90 90 90 corporaties regionaal. % toewijzingen aan jongeren tot K Corporaties 35 35 35 35 35 28 jaar (*). Aantal toewijzingen aan jongeren K Corporaties 470 470 470 470 470 tot 28 jaar (*). (*) In het nieuw woonruimte verdeelsysteem worden deze prestaties uitgedrukt in nominale aantallen. De indicatoren/kengetallen voor sociale woningbouw en toegankelijkheid zijn gerelateerd aan de totale bruto nieuwbouw jaarproductie in Hilversum (zie 7.2.). De kengetallen voor woningtoewijzing zijn gerelateerd aan het totale aantal verhuringen per jaar door woningcorporaties in de Gooi en Vechtstreek.
116
Wonen Beleidsdoel 7.2: Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen In het gebiedsdocument Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 (Metropoolregio, 2009) is voor de regio Gooi en Vechtstreek een woningbouwopgave opgenomen van 5.000 woningen. Deze opgave is overgenomen in het RAP. Het jaar 2014 (en de jaren daarna) zullen vooral in het teken staan van een kleiner aantal, maar in omvang grote projecten: Villa Industria is gestart, Anna’s Hoeve verkoop is gestart, de Nieuwe Egelantier is gestart met fase 2 nadat fase 1 in 2013 is opgeleverd, Zuiderheide is in voorbereiding en dat geldt tevens voor Monnikenberg. Ook is de focus gericht op herbestemming c.q. herontwikkeling en de intensivering van woningbouwlocaties in het centrum: Lucent is daarvan de belangrijkste exponent, maar daarnaast ook de locaties van Langestraat (RAF) en ‘s-Gravelandseweg (ING) en het Noordse Bosje. Saldo beleidsdoel:
€
53.000
Prestaties 1. In overleg met de regiogemeenten de afspraken met de provincie over de (regionale) woningbouwtaakstelling (RAP) uitvoeren. 2. Monitor corporaties met geleverde en voorgenomen prestaties uitvoeren. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2011) Aantal nieuw gebouwde woningen I Gemeente 311 250 250 250 250 (bruto productie) (*). Aantal ingrijpende gerenoveerde 70 I Corporaties 90 75 70 70 woningen. (*) Indicator is gebaseerd op Regionale Woonvisie c.q. ISV-programma. De huidige woningbouwprognose komt uit op een hoger niveau dan het minimum aantal dat opgenomen is in het ISV-programma 2010-2014 (beleidsdoel 7.3.).
117
Stedelijke vernieuwing Beleidsdoel 7.3.: Realisering programma stedelijke vernieuwing Het ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing (2010-2014) noemt elf doelen, die vóór 2015 verwezenlijkt moeten worden: 1. Coproductie en participatie. Dit wordt ingevuld via de wijkgerichte aanpak i.s.m. de ISVpartners en via de communicatie met de bewoners en ondernemers uit de wijken. 2. Realiseren van woondienstenzones: met name in Noord, Van Riebeeck, Meent en Zuid (zie verder programma 4 (Welzijn en Zorg)). 3. Vernieuwen en verbeteren van de woningvoorraad, door nieuwbouw van ten minste 750 woningen en ingrijpende renovatie van 500 woningen (in vijf jaar tijd). Als kansproject is toegevoegd het bevorderen van energiebesparende maatregelen in de bestaande, particuliere woningvoorraad (zie ook programma 6 Milieubescherming). 4. Stedelijke vernieuwing in Over ‘t Spoor, door uitvoering van het project Larenseweg e.o. en door verbetering van de openbare ruimte. 5. Stedelijke vernieuwing in Hilversum Noord, door afronding van de lopende projecten. 6. Stedelijke vernieuwing in Bloemenbuurt, door woningrenovatie en verbetering van de openbare ruimte. 7. Stedelijke vernieuwing in het Van Riebeeckkwartier, door afronding van de lopende projecten. 8. Afronding van de stedelijke vernieuwing in Liebergen. 9. Sanering geluidhinder bij woningen in verband met weg verkeerslawaai (zie verder programma 6 Milieubescherming). 10. Sanering en beheersing bodem en grondwater (zie verder programma 6 Milieubescherming). 11. Als kansproject is toegevoegd het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte in het centrum (zie ook programma 8 Economische Zaken). Voor de uitvoering van het gehele programma heeft de provincie Noord-Holland een ISV 3-budget beschikbaar gesteld van € 4,1 miljoen (voor de periode 2010 tot en met 2014). De provincie heeft ook ingestemd met de aanwending van het restant ISV 2-budget, ter grootte van € 7,2 miljoen voor lopende ISV-projecten. Het grootste deel hiervan is bestemd voor de bodemsanering van Anna’s Hoeve. De voortgang van het ISV-programma (de realisering) wordt gemonitord aan de hand van het (relatieve) beslag op het ISV-budget, dat gekoppeld is aan de projecten waarvan de uitvoering daadwerkelijk is gestart. Deze indicator wordt ook door de provincie gebruikt bij het beoordelen van de voortgang en bij de definitieve toekenning van het ISV-budget. Saldo beleidsdoel:
€
564.000
Prestaties 1. Alle projecten uit het ontwikkelingsprogramma zijn in uitvoering en zoveel als mogelijk afgerond op de peildatum van 31 december 2014 (i.e. peildatum ISV-verantwoording). (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2011) Gedeelte (%) van het ISV-3 budget, dat gekoppeld is aan I Gemeente 11% 100% 100% 100% 100% projecten waarvan de uitvoering daadwerkelijk is gestart.
118
119
PROGRAMMA 7
7
Wonen / ISV Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
8.566 209 295 4.062
17.210 197 56 5.320
19.752 196 53 5.364
20.056 196 53 5.339
19.828 196 53 5.339
19.905 196 53 5.339
19.905 196 53 5.339
Totaal lasten
13.132
22.783
25.365
25.644
25.416
25.493
25.493
Baten 7.0 7.1 7.2 7.3
10.659 24 243 3.433
16.848 14 4.800
18.630 14 4.800
18.800 14 4.800
17.149 14 4.800
17.221 14 4.800
17.138 14 4.800
Totaal baten
14.358
21.662
23.444
23.614
21.963
22.035
21.952
Saldo (excl. mutaties reserves) Algemeen programma 7 7.0 Huisvesting van de doelgroepen 7.1 Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen 7.2 Realisering programma stedelijke vernieuwing 7.3
-2.093 185 52 629
362 183 56 520
1.122 182 53 564
1.256 182 53 539
2.679 182 53 539
2.684 182 53 539
2.767 182 53 539
Totaal saldo
-1.226
1.121
1.921
2.030
3.453
3.458
3.541
-
-
-
-
-
-
-
-1.226
1.121
1.921
2.030
3.453
3.458
3.541
Beleidsdoel Lasten 7.0 7.1 7.2 7.3
7,00 7,00
Omschrijving beleidsdoel
Algemeen programma 7 Huisvesting van de doelgroepen Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen Realisering programma stedelijke vernieuwing
Algemeen programma 7 Huisvesting van de doelgroepen Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen Realisering programma stedelijke vernieuwing
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo excl. reservemutaties
120
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen Huisvesting van de doelgroepen 7.1 Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen 7.2 Realisering programma stedelijke vernieuwing 7.3 Algemeen programma 7 7.0
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel Reserves 7.1 7.2 7.3 7.0
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Huisvesting van de doelgroepen Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen Realisering programma stedelijke vernieuwing Algemeen programma 7
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen Huisvesting van de doelgroepen 7.1 Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen 7.2 Realisering programma stedelijke vernieuwing 7.3 Algemeen programma 7 7.0
7.920
252
-3.630
4.542
Totaal voorzieningen
7.920
252
-3.630
4.542
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 25.365 23.444
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
121
122
Programma 8 Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen
123
Programma 8: Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Crossmedia
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
08.01 Een sterke positie van Hilversum als Crossmediastad. Saldo: € 664.000
De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid zoals vastgelegd in de nota “Hilversum met beide benen in de Media Valley”. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
• Uitvoer van in 2013 vastgestelde Programma’s Havenkwartier en Kerkelanden.
Werklocaties en Zorg
08.02 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie Saldo: € 185.000
• Uitvoer van het Programma Aanpak Leegstand, waaronder de Advieskamer, accountgesprekken, matching en monitoring. • Uitvoer Regionaal Economische Agenda. • Faciliteren van de ontwikkeling van Monnikenberg en Crailo/A1.
De uitdaging is om samen met ondernemers, kennisinstellingen en intermediaire organisaties een duurzame ontwikkeling tot stand te brengen binnen de fysieke ruimte en in harmonie met wonen, voorzieningen, onderwijs en bereikbaarheid. Saldo: € 1.101.000
Toerisme en Evenementen
08.03 Goed functionerende detailhandel en horeca Saldo: € -93.000
• Doorontwikkelen samenwerking tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente, mede op het gebied van marketing. • Faciliteren van ontwikkelingen als Langgewenst en de uitbreiding/ herontwikkeling van de winkelcentra Kerkelanden, Heigalerij en Riebeeckgalerij.
• Door aan te sluiten op het project Amsterdam Bezoeken, Holland Zien zal Hilversum zich meer richten op de internationale toerist. Het Regionaal Bureau voor Toerisme Gooi en Vecht zal in dat verband de “dichtbijmarkt” met België en Duitsland actief benaderen. 08.04 Een aantrekkelijk toeristisch product Saldo: € 286.000
• Verbeteren verbinding tussen Media Park en binnenstad, in samenwerking met ondernemers en vastgoedeigenaren. • Aanleg fietsrondje Hilversum, ontwikkeling park bewegen en bezinnen op landgoed Zonnestraal, ontwikkeling TOP (Toeristisch Overstappunt), aansluiten bij voorbereidingen voor het Geopark ’t Gooi en de Floriade Almere.
Detailhandel en Horeca
08.05 Een evenwichtig aanbod van radio- en televisiezenders Saldo: € 59.000
124
De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
Programma 8: Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen Portefeuillehouder
J.J.M.P. Rensen
Missie/programmadoelstelling Het programma Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen richt zich op een duurzame economische ontwikkeling van de stad. Het is de uitdaging om samen met ondernemers, kennisinstellingen en intermediaire organisaties, deze duurzame ontwikkeling tot stand te brengen binnen de fysieke ruimte en in harmonie met wonen, voorzieningen, onderwijs en bereikbaarheid.
Context en achtergrond De Economische Visie is in 2007 unaniem vastgesteld door de raad en nader uitgewerkt in verschillende nota’s in de periode 2008 tot en met 2013. De focus ligt op de sectoren Multimedia (crossmedia), Zorg en Toerisme. Door het Gewest Gooi en Vechtstreek zijn deze economische speerpunten overgenomen. In de Economic Board is de hernieuwde samenwerking vormgegeven. De visie van Hilversum sluit ook aan bij het economische kader van de Metropoolregio, waarbij Hilversum is aangehaakt met een eigen en duidelijk economisch profiel. In nationaal en regionaal verband wordt nauw samengewerkt met overheden, het bedrijfsleven en kennisinstellingen in het Gewest Gooi en Vechtstreek, de Metropoolregio Amsterdam en met de provincie Utrecht. De rol van de gemeente binnen dit programma ligt in versterken van het vestigingsklimaat, in het stimuleren van innovatie en cross-overs en versterking van de profilering van Hilversum. Gelet op deze rol vertaalt het effect van de inspanningen binnen dit programma zich niet een op een in meetbaar resultaat. De economische visie biedt mogelijkheden, schept voorwaarden en stelt kaders voor economische ontwikkeling in relatie tot andere beleidsvelden. Afgelopen jaren is het economisch beleid uitgewerkt in nota’s en programma’s op het vlak van de creatieve sector, werklocaties (Havenkwartier, Kerkelanden), leegstand, zorg, detailhandel & horeca, toerisme, evenementenbeleid en arbeidsmarkt & werkgelegenheid.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • • • • • • •
Kenniscentrum Hilversum, Economische Visie 2007-2020 (2007) Hilversum met beide benen in de Media Valley (2013) Programma Havenkwartier (2013) Programma Kerkelanden (planning vaststelling 2013) Programma Aanpak Leegstand (2012) Uitwerkingsnota Zorg, Economische kansen voor de zorg (2009) Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid, Handen uit de mouwen (2008) Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca, Van Kerkstraat tot Biersteeg (2008) Regionale detailhandelsvisie (planning vaststelling 2013) Uitwerkingsnota Toerisme en Recreatie, Binnenpret en Buitenkansen (2008) Concept Nota Evenementenbeleid (planning vaststelling 2013) Instelling en Reglement Programmaraad Hilversum (2005)
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Crossmedia • Werklocaties en Zorg • Detailhandel en Horeca • Toerisme en Evenementen
125
Subfuncties • • • • •
310.1 Markten. 310.2 Economische aangelegenheden. 310.3 Reclameactiviteiten. 560.5 Bevordering toerisme. 580.2 Overige recreatieve voorzieningen (o.a. de lokale omroep).
126
Crossmedia Beleidsdoel 8.1.: Een sterke positie van Hilversum als Crossmediastad. Op dit moment veranderen de economie en technologie in hoog tempo en zit het unieke profiel van Hilversum (met name ons traditionele ‘kerncluster’ van grootschalige omroepen, facilitaire bedrijven en audiovisuele producenten) in zwaar weer. Tegelijk bieden Europa, het Rijk en de regio kansen voor de creatieve sector en dienen zich nieuwe crossmediabedrijven aan. In dat kader is het beleid en de ambities van Hilversum voor de creatieve sector aangescherpt en doorontwikkeld in de nota “Hilversum met beide benen in de Media Valley” die op 26 juni 2013 is vastgesteld door de Raad. Twee economische doelstellingen staan daarbij centraal: 1. behoud en versterking van de crossmediasector; 2. stimuleren van cross sectorale groei. Belangrijke voorwaarden zijn onder andere een goed vestigings- en ontwikkelingsklimaat voor creatieve bedrijven, het stimuleren van innovatie en economische ontwikkeling in de sector bezien vanuit een Europastrategie en de daartoe benodigde regionale samenwerking in de zogenaamde ‘Media Valley’, het versterken van het profiel van Hilversum als creatieve stad en adequaat flankerend beleid op het gebied van onder andere cultuur, wonen, onderwijs, openbare ruimte, bereikbaarheid en communicatie. De economische doelstellingen zijn vertaald in een werkprogramma dat drie actielijnen kent: 1. versterking vestigingsklimaat creatieve bedrijven; 2. stimuleren van innovatie en cross-overs; 3. versterking van profilering van Hilversum als creatieve stad, waaronder het flankerend beleid. Tot de reguliere werkzaamheden behoren: • accountmanagement met betrekking tot de creatieve sector en kennisinstellingen; • stimuleren van bedrijfshuisvestingsmogelijkheden voor de creatieve sector; • acquisitie van nieuwe creatieve bedrijvigheid in samenwerking met relevante lokale en regionale partijen (binnen de kaders van beschikbare capaciteit en financiële middelen van de gemeente Hilversum); • ondersteunen van ondernemerschap en netwerkvorming onder andere door het ontsluiten van verschillende zakelijke netwerken en zakelijke informatie via gemeentelijke communicatiekanalen; • politiek-bestuurlijke aansturing van het onderdeel Media en ICT van het Topsectorenbeleid voor de Creatieve Sector namens de regio en uitvoering van het Werkplan Media&ICT; • innemen strategische posities in de regio onder andere door actieve deelname aan regionaaleconomische beleidsontwikkeling en -uitvoering. Dit betreft samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen (de zogeheten triple helix) in de Metropoolregio Amsterdam, regio Utrecht, Gewest Gooi- en Vechtstreek en de Noordvleugel van de Randstad; • voortzetten van participatie in innovatieplatforms iMMovator, iZovator en iTRovator; • ontwikkelen van een Europastrategie; • profileren van Hilversum als creatieve stad; • afstemming en coördinatie van flankerend beleid bezien het kader van versterking van de positie van Hilversum als creatieve stad. Saldo beleidsdoel:
€
664.000
Prestaties 1. De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid zoals vastgelegd in de nota “Hilversum met beide benen in de Media Valley”. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
127
(I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) Aantal bedrijven in de K LISA 520 505 490 480 475 crossmediasector. Aantal arbeidsplaatsen in de K LISA 7.960 7.560 7.180 6.890 6.680 crossmediasector Aantal bedrijven in de creatieve K sector (inclusief de LISA 1.640 1.620 1.600 1.600 1.600 crossmediasector). Aantal arbeidsplaatsen in de K creatieve sector (inclusief de LISA 12.100 11.740 11.390 11.160 11.050 crossmediasector). Toelichting: Het aantal bedrijven in de crossmediasector, en dan met name de multimediasector, zal in de komende jaren naar verwachting afnemen door onder andere faillissementen als gevolg van bezuinigingen en de economische crisis. Verder neemt het aantal ZZP’ers in Hilversum minder snel toe dan elders in de Noordvleugel. Dit heeft onder andere te maken met de vergrijsde bevolking en de beperkte instroom van jongeren in Hilversum. Deze factoren leiden tot een lager niveau van startend ondernemerschap. Verder is aannemelijk dat het aantal ondernemers dat start vanuit de visie op marktkansen in de huidige marktsituatie lager ligt. Slechts een beperkt deel van de mensen die beschikbaar komen op de arbeidsmarkt door de bezuinigingstaakstelling bij de omroepen zullen een eigen bedrijf starten. Mocht men toch een eigen bedrijf starten dan gebeurt dit vrijwel altijd in de woonplaats. In het geval van de uitstromers bij de omroepen is slechts een deel woonachtig in Hilversum. Het aantal arbeidsplaatsen in de crossmediasector zal in de komende jaren verder afnemen door een combinatie van factoren op macroniveau die met name de multimediasector sterk raken. Technologische ontwikkelingen leiden tot een transformatie in de mediasector die nog in volle gang is. Deze transformatie valt samen met de economische crisis. De gevolgen zijn voelbaar voor de sector. De traditionele exploitatievormen op basis van advertentieinkomsten en consumentenvergoedingen voor toegang tot content staan onder druk. Daarnaast zijn er nog de forse bezuinigingen van het kabinet op de publieke omroep. Deze bezuinigingen werken door bij de toeleveranciers in programmaproductie en facilitaire diensten. Het gemeentelijk beleid is gericht op het behoud en versterking van de crossmediasector onder andere door het stimuleren van innovatie en cross-overs (multimediale toepassingen in bedrijfstakken die niet tot de mediasector worden gerekend, zoals bijvoorbeeld zorg, toerisme, onderwijs, et cetera). Resultaatsgaranties kunnen echter niet gegeven worden. De dalende tendens in de multimediasector zal doorwerken in de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen en in iets mindere mate het aantal bedrijven in de totale creatieve sector.
128
Werklocaties en zorg Beleidsdoel 8.2.: Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie De aanwezigheid van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling. Behoud en herstructurering van de bestaande werklocaties is uitgangspunt, naast het creëren van nieuwe vestigingsmogelijkheden op Arenapark, Media Park en Crailo/A1. Leidraad voor herstructurering zijn de programma’s Havenkwartier, Kerkelanden, Aanpak Leegstand en de regionale samenwerking binnen iLocator. Zorg is een van de drie speerpunten in het economisch beleid. Binnen dit programma wordt zorg benaderd vanuit het economisch perspectief. Het uitvoeringsprogramma, de planontwikkeling Monnikenberg en de regionale samenwerking binnen iZovator vullen de ambities op dit vlak in. Tot de reguliere werkzaamheden behoren: • Samen met marktpartijen uitvoering geven aan de programma’s Havenkwartier en Kerkelanden, met thema’s als schoon, heel & veilig, bereikbaarheid & parkeren, ruimte&leegstand, duurzaamheid, arbeidsmarkt&ondernemerschap, organisatie, marketing&profilering. • Uitvoering geven aan het Programma Aanpak Leegstand, samen met vastgoedeigenaren, makelaars, gebruikers en intermediaire organisaties. Dit betekent het vervullen van een actieve rol (het creëren van de juiste voedingsbodem) en uitvoer van acties en maatregelen binnen 5V’s (verbinden, verleiden, vernieuwen, versnellen, vertellen) bij herinvulling c.q. herbestemming van leegstand en het voorkomen van nieuwe leegstand. • Ontwikkeling van producten en activiteiten (mede in samenwerking met iZovator), onder meer op het vlak van Serious Health Gaming, waarbij ook (mede in samenwerking met iTRovator) dwarsverbanden worden gelegd tussen de sectoren zorg, media en toerisme. • Monitoring van economische ontwikkelingen in samenwerking met Kamer van Koophandel en gewestgemeenten. Saldo beleidsdoel:
€
185.000
Prestaties 1. Uitvoer van in 2013 vastgestelde Programma’s Havenkwartier en Kerkelanden. 2. Uitvoer van het Programma Aanpak Leegstand, waaronder de Advieskamer, accountgesprekken, matching en monitoring. 3. Uitvoer Regionaal Economische Agenda. 4. Faciliteren van de ontwikkeling van Monnikenberg en Crailo/A1. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2007) I
Aantal netto hectare nieuw uit te geven bedrijventerrein.
IBIS
-
5
4
-
-
Aantal netto hectare Gemeente 17 (2012) 24 30 40 50 geherstructureerd bedrijventerrein. K Aantal bedrijven in de zorgeconomie. LISA 550 650 680 710 740 Aantal arbeidsplaatsen in de K LISA 7.064 7.300 7.450 7.500 7.550 zorgeconomie. K Leegstand kantoren. Gemeente 17% (2012) 12% 8% 8% 8% Als referentiewaarde wordt, gelet op het vaststellen van de Economische Visie, het jaar 2007 gehanteerd. De indicator voor kantorenleegstand is afkomstig uit het Programma Aanpak Leegstand (mei 2012) en betreft % leegstand in m² bvo. I
129
Detailhandel en horeca Beleidsdoel 8.3.: Goed functionerende detailhandel en horeca Met een omvangrijk aanbod aan winkels, horeca en een grote warenmarkt vervult Hilversum van oudsher de rol van centrumgemeente. Dit aanbod heeft een belangrijke verzorgende functie voor de eigen inwoners en is een bron van werkgelegenheid. In de uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca (2008) zijn de uitgangspunten van het beleid beschreven. Behoud en versterking van detailhandel (inclusief warenmarkt) en horeca staan daarin centraal. De Regionale Detailhandelsvisie (vast te stellen in 2013) geeft een regionaal afsprakenkader op het gebied van (uitbreiding) van detailhandel in de regio. Tot de reguliere werkzaamheden behoren: • Bevorderen van de samenwerking tussen ondernemers onderling en de samenwerking tussen ondernemersverenigingen en de gemeente in de binnenstad, op De Gijsbrecht, en buurt- en wijkwinkelgebieden, op thema’s als marketing & promotie, leegstand, schoon, heel & veilig en personeel & ondernemen. • Realiseren van een zo aantrekkelijk mogelijke markt op het Langgewenst. • Uitvoering geven aan de controlerende rol van de gemeente in ondernemersfondsen (experimentenwet BIZ) Centrum en De Gijsbrecht. Saldo beleidsdoel:
€
-93.000
Prestaties 1. Doorontwikkelen samenwerking tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente, mede op het gebied van marketing. 2. Faciliteren van ontwikkelingen als Langgewenst en de uitbreiding/herontwikkeling van de winkelcentra Kerkelanden, Heigalerij en Riebeeckgalerij. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (divers(*1)) Klanttevredenheid bezoekers van I Gemeente 7,3 (2012(*2)) 7,3 7,5 de markt. Koopkrachtbinding dagelijkse K KSO 89% (2011) 90% 91% 92% 92% sector in %. Koopkrachtbinding niet-dagelijkse K KSO 77% (2011) 79% 79% 80% 80% sector in %. Aantal horecazaken in horeca K Gemeente 106 (2008) 108 108 110 110 concentratiegebieden (*1) De indicatoren en kengetallen hebben, aangezien veel onderzoek niet jaarlijks plaatsvindt, diverse jaartallen als referentiewaarde. (*2) Het klanttevredenheidsonderzoek wordt eens in de twee jaar uitgevoerd. Gelet op de werkzaamheden op het Langgewenst/Paardeplein met te verwachten overlast is de eerstvolgende meting niet in 2014, maar in 2015 gepland.
130
Toerisme en evenementen Beleidsdoel 8.4.: Een aantrekkelijk toeristisch product Toerisme is één van de drie speerpunten van economisch beleid. De uitwerkingsnota Binnenpret en Buitenkansen bevat de uitgangspunten en doelstellingen voor beleid op het gebied van toerisme en recreatie. Voor de uitvoering en de ontwikkeling van beleid en activiteiten wordt intensief samengewerkt met het Regionaal Bureau voor Toerisme, met iTRovator en met het Gewest. Die samenwerking heeft tot doel het bezoek van toeristen aan de regio te stimuleren. Voor Hilversum richten de promotie en de informatievoorziening zich met name op media, groen en architectuur. Ook een aantal evenementen, zoals bijvoorbeeld de Open Studiodagen, wordt ondersteund. In 2014 zullen wij nader vormgeven aan beleid op het terrein van toerisme in relatie tot media en cultuur om daarmee de aantrekkingskracht en het imago van Hilversum te versterken. • Het ontwikkelen en verbeteren van de fysieke en digitale informatievoorziening in samenwerking met het RBT en iTRovator. Daarnaast het promoten van toerisme en recreatie in de regio, en Hilversum in het bijzonder. • Het mede ontwikkelen van Hilversumse en regionale arrangementen met de bedoeling meer dag- en verblijfsrecreanten naar Hilversum te trekken. • De ontwikkeling van producten en ondersteuning van activiteiten, die zich richten op de versterking van het imago van Hilversum als mediastad. Saldo beleidsdoel:
€
286.000
Prestaties Binnen dit beleidsdoel richt het programma zich in 2014 op het uitvoeren van het (recent) vastgestelde beleid. Concrete prestaties zijn: 1. Door aan te sluiten op het project Amsterdam Bezoeken, Holland Zien zal Hilversum zich meer richten op de internationale toerist. Het Regionaal Bureau voor Toerisme Gooi en Vecht zal in dat verband de ‘dichtbijmarkt’ met België en Duitsland actief benaderen. 2. Verbeteren verbinding tussen Media Park en binnenstad, in samenwerking met ondernemers en vastgoedeigenaren. 3. Aanleg fietsrondje Hilversum, ontwikkeling park bewegen en bezinnen op landgoed Zonnestraal, ontwikkeling TOP (Toeristisch Overstappunt), aansluiten bij voorbereidingen voor het Geopark ‘t Gooi en de Floriade Almere. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) Aantal verzoeken om informatie bij K RBT 26.000 27.000 28.000 29.000 30.000 RBT. Aantal toeristische/ recreatieve K RBT, hotels 30.000 30.000 31.000 32.000 33.000 overnachtingen per jaar.
131
Toerisme en evenementen Beleidsdoel 8.5.: Een evenwichtig aanbod van radio- en televisiezenders Sinds 2005 beschikt Hilversum over een Programmaraad. De Programmaraad Hilversum adviseert kabelexploitant UPC jaarlijks over het aanbod van tv- en radiozenders via de kabel. Verwacht wordt dat de Mediawet 2008 binnenkort wordt gewijzigd. Als een gevolg daarvan zullen de programmaraden komen te vervallen. Volgens de nieuwe Mediawet zal het standaardpakket uit minimaal 30 kanalen bestaan, waardoor de consumenten toegang krijgen tot een groot en gevarieerd zenderpakket. Dat maakt inspraak via consumentenonderzoek en onafhankelijke klantenraden (= programmaraden) minder nodig. Het moment van de beëindiging van de werkzaamheden van de Programmaraad zal afhankelijk zijn van de behandeling van de wet door de Kamers. De lokale omroep RTi Hilversum zendt een wekelijks tv-journaal uit over gebeurtenissen en activiteiten in Hilversum. Daarnaast worden regelmatig programma’s over cultuur en lokale geschiedenis uitgezonden. Sinds enige tijd wordt live verslag gedaan van de raadsvergaderingen. RTiFM verzorgt dagelijks radio-uitzendingen. Verwacht wordt dat de tarieven van het analoge standaardpakket voor radio en tv door UPC worden aangepast aan het landelijke niveau in 2014. Tot de reguliere werkzaamheden behoren: • Ondersteuning van de Programmaraad Hilversum. • Het verlenen van een jaarlijkse bijdrage aan de lokale omroep RTi Hilversum. Saldo beleidsdoel:
€
59.000
Prestaties De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2013) Kijkt u wel eens naar de lokale K Gemeente 32% 38% 40% 42% 45% televisie? Luistert u wel eens naar de lokale K Gemeente 11% 11% 12% 12% 13% radio?
132
133
PROGRAMMA 8
8
EZ Media, toerisme en evenem. Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
602 243 712 186 296
560 187 653 255 234
664 185 595 286 184
654 185 528 286 184
524 185 528 286 184
434 185 528 286 184
434 185 528 286 184
2.038
1.889
1.914
1.837
1.707
1.617
1.617
677 129
683 125
688 125
688 125
688 125
688 125
688 125
Totaal baten
806
808
813
813
813
813
813
Saldo (excl. mutaties reserves) 8.1 Hilversum sterk als crossmediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
602 243 35 186 167
560 187 -30 255 109
664 185 -93 286 59
654 185 -160 286 59
524 185 -160 286 59
434 185 -160 286 59
434 185 -160 286 59
1.232
1.081
1.101
1.024
894
804
804
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
100 -
-
-230
-220
-90
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
1.332
1.081
871
804
804
804
804
Beleidsdoel Lasten 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Omschrijving beleidsdoel
Hilversum sterk als crossmediastad Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie Goed functionerende detailhandel en horeca Een aantrekkelijk toeristisch product Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
Totaal lasten Baten 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Hilversum sterk als crossmediastad Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie Goed functionerende detailhandel en horeca Een aantrekkelijk toeristisch product Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
Totaal saldo 8,00 8,00
134
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 8.1 Hilversum sterk als crossmediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
480 100 -
-
-230 -
250 100 -
580
-
-230
350
Voorzieningen 8.1 Hilversum sterk als crossmediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Reserves 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Omschrijving beleidsdoel
Hilversum sterk als crossmediastad Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie Goed functionerende detailhandel en horeca Een aantrekkelijk toeristisch product Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 1.914 813
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
135
136
Programma 9 Cultuur en Monumentenzorg
137
Programma 9: Cultuur en Monumentenzorg Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Realisering van de veranderagenda.
Cultuur
09.01 Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Saldo: € 5.663.000
• Realisering van veranderopgaven bij dragende culturele instellingen op cultuurfuncties. • Opmaat tot duurzaam cultuurbeleid. • Opmaat tot stijgende publieksparticipatie.
Een culturele identiteit, die de aantrekkingskracht van de stad vergroot. Met vasthoudende aandacht voor creatieve bedrijvigheid worden hiertoe cultuur, media en economie verbonden. Saldo: € 6.173.000
• Vaststellen kredietvoorstel Monumentenbeleid. • Vaststellen beleidsnota Cultuurhistorie.
Monumentenzorg en archeologie
09.02 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed Saldo: € 510.000
• Bevorderen plaatsing Zonnestraal op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO (loopt door na 2014). • Vaststellen Erfgoedverordening. • Vaststellen veegbestemmingsplannen beschermde gezichten (zie ook programma 15)).
138
Programma 9: Cultuur en Monumentenzorg Portefeuillehouder
E.G.J. van der Want
Missie/programmadoelstelling Hilversum werkt in 2014 aan de infrastructuur voor een duurzaam cultureel leven. Een compacte basis onder het culturele klimaat komt ten goede aan de positionering van cultuur in Hilversum en vergroot de aantrekkingskracht van de gemeente als plaats om te wonen, te werken, te leren en te bezoeken. Voor inwoners van Hilversum is een zichtbaar aanwezig cultureel voorzieningenniveau een groot goed. Met een zorgvuldig afgewogen aanbod mix, een evenwichtige verhouding tussen educatie, actieve participatie en consumptie van professionele kunst en cultuur realiseren wij een constante kwaliteit die past bij Hilversum. Dit heeft een positieve invloed op de sociaal economische ontwikkeling van Hilversum: een culturele identiteit, die de aantrekkingskracht van de stad vergroot. Met vasthoudende aandacht voor creatieve bedrijvigheid worden hiertoe cultuur, media en economie verbonden. • Hilversum is bekend als mediastad, een belangrijk deel van de identiteit van de stad wordt erdoor bepaald. • Hilversum staat ook bekend als de stad met een schat aan cultuurhistorisch erfgoed. Materieel en immaterieel erfgoed bepalen eveneens de identiteit van Hilversum. • Ook is Hilversum een lommerrijke groenstad. Van oudsher trok Hilversum vanuit deze kwaliteit ook kunstenaars en cultuurliefhebbers naar Hilversum. In 2014 wordt vanuit deze drie kwaliteiten gewerkt aan de samenhang en samenwerking op de diverse cultuurfuncties. In 2013 is in de veranderagenda Cultuur een start gemaakt met het onderbouwen van een visie op de diverse functies. Onder andere met een notitie Cultuureducatie, maar ook het aanbrengen van samenhang en samenwerking tussen functies. In 2014 volgen visienotities voor Erfgoed, Podiumkunsten en Beeldende Kunst. Deze notities maken deel uit van een nieuwe programmatische cultuurnota. Door een omslag naar programma ondersteuning en het benoemen van functie dragende instellingen, die in samenhang toegankelijke aanbodkwaliteit ontwikkelen, aandacht besteden aan actieve publieksparticipatie en educatie zorgen we voor (boven)lokale toename van interesse in kunst en cultuur. Hilversum onderscheidt zich op (inter)nationaal niveau als dé stad van jonge architectuur en stedenbouw. In de vooroorlogse periode is volgens een vernieuwend stedenbouwkundig plan een grote hoeveelheid bijzondere gebouwen gebouwd, met het raadhuis (letterlijk) als hoogtepunt. De leidende rol van Dudok heeft het mogelijk gemaakt dat ook vele andere belangrijke architecten bijzondere gebouwen in Hilversum hebben nagelaten. Dit maakt Hilversum tot een staalkaart van bijzondere, vooroorlogse architectuur. Landgoed Zonnestraal is hiervan het ultieme voorbeeld dat dan ook door het Rijk is genomineerd als modernistisch monument op de Werelderfgoedlijst (naast het Rietveld-Schröderhuis te Utrecht en de Van Nelle fabriek te Rotterdam). Deze innovatieve architectuur vraagt om onconventionele restauratiemethoden. In een tijd waarin restauratie van jonge architectuur nog in de kinderschoenen stond, zijn in Hilversum nieuwe restauratieprincipes ontwikkeld en uitgevoerd. Hiermee heeft Hilversum in Nederland een voortrekkersrol genomen die veel navolging heeft gehad. Deze positie is nog steeds actueel. Ook nu zal monumentenzorg Hilversum een actieve rol blijven spelen in het restauratieveld. Er zijn immers nog vele bijzondere gebouwen in Hilversum die speciale aandacht verdienen. Het programma Monumentenzorg en Archeologie is erop gericht de identiteit, ruimtelijke kwaliteit, aantrekkingskracht en de leefbaarheid van Hilversum en de regio, te versterken. De onlangs gereconstrueerde toren van de Zuiderkerk is hiervan een goed voorbeeld. In één klap zijn zowel de bijzondere kwaliteiten van de kerk als een belangrijk oriëntatiepunt van de wijk hersteld, waarbij de identiteit van Hilversum zuid is versterkt. Daarnaast is momenteel het vraagstuk actueel hoe om te gaan met de vele kwaliteiten in relatie met leegstand, restauratie en herontwikkeling. Monumentenzorg zal hierbij een stimulerende rol spelen. Centraal staat hierbij het in stand houden van de bijzondere cultuurhistorische waarden in
139
combinatie met herbestemming en nieuw gebruik. Door (bouwhistorisch) onderzoek worden de aanwezige waarden vastgesteld, die als uitgangspunt kunnen dienen voor herbestemming. Door op een passende manier gebruik te maken van monumenten en de aanwezige kwaliteiten te benutten kunnen dynamische plekken in de stad ontstaan die bijdragen aan de identiteit van Hilversum. Tevens wil Hilversum inspireren tot nieuwe ontwikkelingen van stedenbouwkundige en architectonische aard, door de kwaliteiten in integrale kaderstelling en planvorming te benutten. Door inzet van culturele identiteit, context en historische verbanden kunnen nieuwe ontwikkelingen een stabiele basis krijgen.
Context en achtergrond Het Nederlandse culturele veld bevindt zich in een omvangrijke transitie. Onder invloed van het beleid van de rijksoverheid zijn legitimiteit vraagstukken actueel en staan beschikbare middelen onder druk. Van alle betrokkenen vraagt dit ook in Hilversum nieuwe oriëntatie op de markt, het aanbod, het publieksbereik, de organisatie en de financiering. Wij sturen door middel van regie, waarbij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering naar het culturele veld en de betrokken organisaties verschuift. Een nieuwe wijze van subsidiëring en verzelfstandiging van taken past hierbij. In 2014 werken wij deze regierol verder uit. Voor de instellingen betekent deze transitie een uitdaging om meer dan voorheen als cultureel ondernemer te opereren. Voor de lokale overheid betekent dit zorgvuldig opdrachtgeverschap. De ‘Veranderagenda Cultuur’(april 2013) is gericht op de uitwerking van veranderopgaven in het Hilversumse culturele veld en gewijzigde rol van de gemeente, met als voornaamste ambities: • investeren in duurzaam gemeentelijk cultuurbeleid; • dragende organisaties voor cultuurfuncties sterker en toekomstbestendig maken; • sturen op samenwerking en samenhang tussen functies en instellingen; • het realiseren van de bezuinigingsopgaven zonder infrastructurele schade te berokkenen. De veranderopgave, tevens bezuinigingsopdracht loopt tot en met 2014 en heeft ingrijpende gevolgen voor enkele grotere instellingen. Hiermee wordt bereikt dat de infrastructuur behouden blijft, beschikbare middelen efficiënter en effectiever worden ingezet en sterkere dragende organisaties ontstaan voor de diverse cultuurfuncties. Door samenwerking en samenvoeging van taken ontstaat er grotere samenhang in het activiteitenaanbod. Wij ondersteunen de culturele organisaties in dit proces. Raakvlakken Dit programma heeft raakvlakken met de programma’s 2. Sociale Zaken (kunstprojecten in buurten en wijken, toegankelijk maken cultureel aanbod), 3: Jeugdzaken en Onderwijs (Cultuureducatie), 8: Economische zaken (huisvesting creatieve bedrijvigheid en stimuleren creatieve industrie) en Ruimtelijke Ordening (uitvoering percentageregeling, plaatsing beeldende kunst) Het cultuurhistorische beleid is erop gericht de erfgoedwaarden te behouden, te versterken en te positioneren als identiteitdragers. Deze waarden worden vooraan in het ruimtelijke ordeningsproces en de planvorming ingezet en mee gewogen. Daardoor kan beter sturing gegeven worden aan het actuele transformatieproces van de stad en de impulsen die uitgaan van restauratie en herbestemming. Behoud, restauratie en (her)gebruik van monumenten dragen bij aan duurzame ontwikkeling. Dit vereist een proactieve rol van monumentenzorg. Hilversum maakt gebruik van wettelijk instrumentarium, zoals de Monumentenwet 1988, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Monumentenverordening Hilversum 2001. Cultuurhistorische waarden komen terug in inhoudelijke ambities en plannen voor onder meer Wonen/ISV, Economie, Onderwijs, Welzijn en Cultuur en Ruimtelijke Ordening. Het opnemen van de cultuurhistorische waarden in het ruimtelijke ordeningsproces en in bestemmingsplannen is een verplichting.
140
Op rijksniveau is in 2009 de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg vastgesteld. De pijlers hierin zijn verdere decentralisatie van de zorg voor het erfgoed, integrale opname van de cultuurhistorie in het ruimtelijke ordeningsproces, krachtiger en eenvoudiger regelgeving, en herbestemming. De rijksoverheid heeft in 2011 de visie Erfgoed en Ruimte ‘Kiezen voor Karakter’ gepresenteerd. De Provincie heeft naast het cultuurhistorische beleid, de Provinciale structuurvisie, de beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie en de Provinciale verordening vastgesteld. Lokaal heeft Hilversum in 2010 het aanwijzingstraject ‘aanwijzing gemeentelijke monumenten 1850-1965’ afgerond en begin 2011 de structuurvisie archeologie vastgesteld. Het opnemen van archeologie in bestemmingsplannen is een verplichting. De beleidsnota Monumenten ‘Van zorg tot kans, Hilversums erfgoed, bron van dynamiek’ 2007-2010 zal in 2014/2015 een vervolg krijgen in een nieuwe beleidsnota Cultuurhistorie.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
• •
Visie op Cultuur in Hilversum (december 2011). Veranderagenda Implementatie Cultuur (april 2013) Impuls, Masterplan Beeldende Kunst (2004). Beleidsnota Monumenten ‘van Zorg tot Kans, Hilversums erfgoed, bron van dynamiek’ (2007). Beleidsnota Archeologie, ‘De ondergrondse Stad’ (2011). Concept Notitie Cultuureducatie(vaststelling 2013)
Programmaonderdelen • •
Cultuur. Monumentenzorg en archeologie.
Subfuncties • • • • • • • • •
510.1 Openbaar bibliotheekwerk/Kunstuitleen 511.1 Vormings- en ontwikkelingswerk 540.2 Exposities hedendaagse beeldende kunst 540.3 Overige kunst 541.2 Museum Hilversum 541.3 Carillon 541.4 Streekarchief 541.5 Monumentenzorg en archeologie 580.2 Overige cultuur en recreatie
141
Cultuur Beleidsdoel 9.1.: Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Wij faciliteren een cultureel gevarieerd kwalitatief en toegankelijk aanbod en bevorderen de samenhang en afname van cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. De begroting 2014 is een vertaling van het beleid in de Visie op Cultuur, de uitwerking in de Veranderagenda en de bezuinigingsopgave. In het begrotingsjaar 2014 starten wij met het definiëren van Programmafuncties: Cultuur = samenhang in kunstvormen: muziek, theater, beeldend, audio/film/media, literatuur, erfgoed (immaterieel/materieel). Dit is de opmaat naar nieuw beleid, dat inzet op duurzaamheid en een stevige infrastructuur. Wij maken onderscheid in terugkerende en incidentele ondersteuning: meerjarenafspraken voor organisatorische programmadragers binnen een functie en eenmalige projectondersteuning voor bijzondere aanvullingen op de functies. De in 2013 ingezette kwaliteitsverbetering in het aanbod en professionalisering van organisaties wordt voortgezet in 2014. In 2014 krijgt een aantal veranderopgaven definitief zijn beslag, waaronder de fusie Vorstin en Achterom, de verzelfstandiging Museum Hilversum. intensivering samenwerking Globe en MCO. In 2014 wordt ter uitwerking van de notitie Cultuureducatie een focus aangebracht op samenwerking tussen instellingen in projecten, vraag/aanbodafstemming, lokale binnen schoolse kwaliteit, regionale uitrol van activiteiten en de opbouw van een regionaal netwerk. De gemeentelijke bibliotheek is een belangrijke basisvoorziening en functiedrager voor cultuureducatie en actieve cultuurparticipatie. De bibliotheek heeft in 2014 een grotere taak in de cultuureducatie doordat de functie van Cult - Ed integraal in het aanbod wordt opgenomen. Podium De Vorstin en theater Achterom vormen samen een podium dat muziek en theateraanbod brengt voor meerdere leeftijdsgroepen. Een fusie kan leiden tot een steviger exploitatie en het optimaal benutten van gebouw en faciliteiten. Globe is gehuisvest in het complex van het MCO en de samenwerking is geïntensiveerd. Door de activiteiten op het gebied van muziekeducatie in het MCO te combineren ontstaat een zichtbaar muziek (educatie /participatie) cluster. Actieve cultuurparticipatie (amateur kunst) wordt ondersteund binnen de nieuwe functienotitie cultuurparticipatie en educatie. Samenhang leidt tot sprankelende cross-overs en met incidentele subsidies voor projecten, die getuigen van samenwerking, samenhang en vernieuwende concepten ontstaat dynamiek. De veranderopgave voor het streekarchief omvat een onderzoek naar regionalisering van het werk of van een fusie van archiefdiensten. In opdracht van de gemeenteraad is in 2013 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van het Streekarchief Gooi en Vechtstreek. Zowel verregaande samenwerking of fusie met het Stads- en Streekarchief te Naarden zijn onderzocht als ook mogelijkheden tot samenwerking met archiefdiensten buiten deze regio. Het Gemeentearchief Weesp zal per 31 december 2013 ophouden te bestaan. De archieven van Weesp worden elders ondergebracht. De gevolgen voor de samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten Naarden en Weesp worden nog onderzocht. Deze overeenkomst tot het in stand houden van de succesvolle website Gooienvechthistorisch.nl is op 14 mei 2013 stilzwijgend verlengd met een jaar. Vanaf eind 2013 zijn de bouwtekeningen van de bouwvergunningen van Hilversum uit de periode 1895-2000 digitaal raadpleegbaar via zowel de gemeentelijke website als via Gooienvechthistorisch.nl. De in dit project ontwikkelde interface en het datamodel worden in 2014 aangeboden aan de overige aan het Streekarchief deelnemende gemeenten en mogelijk ook aan de andere gemeenten in de regio. Vervolgprojecten voor het digitaliseren van de bouwvergunningen uit de periode 2001 tot heden zijn in ontwikkeling binnen de organisatie. Verdere digitalisering en uitbreiding van het aanbod door het Streekarchief is noodzakelijk om aan de basisnormen voor de dienstverlening te voldoen. Het Streekarchief zal in 2014 middelen zoeken om de openbare bevolkingsregisters 1851-1939 van zowel Hilversum als van de overige deelnemende gemeenten digitaal aan te bieden, in navolging van vrijwel alle archiefdiensten in Nederland. Realisatie hiervan zal naar verwachting in 2015 plaatsvinden.
142
Voor het beeldende kunstbeleid wordt in 2014 een nieuw beleidskader geformuleerd. Saldo beleidsdoel:
€
5.663.000
Prestaties 1. Realisering van de veranderagenda 2. Realisering van veranderopgaven bij dragende culturele instellingen op cultuurfuncties 3. Opmaat tot duurzaam cultuurbeleid 4. Opmaat tot stijgende publieksparticipatie Toelichting prestatie 1: Majeure projecten inzake de implementatie van de Cultuurvisie zijn o.a.; • het integreren van de functie van Cult - Ed binnen de bibliotheek per 1 januari 2014 en het opschalen van het bereik naar regionaal niveau erna; • de Bibliotheek ondersteunen in de positionering van cultuureducatie centrum voor beeldend, erfgoed, media, literatuur • het uitwerken, vaststellen en implementeren van de fusie tussen De Vorstin en Achterom; • de omvorming van Globe CKC en MCO educatie in een nieuwe organisatie, die educatief aanbod op muziek en podiumkunsten verzorgt voor 1. de basisscholen, 2. inwoners van Hilversum; • ondersteunen van uitwerking van een (programma)profiel voor het verzelfstandigde museum. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (jaar) % dat wel eens een expositie of Omnibus K voorstelling (film, theater of pop) 65 (2013) 65 65 65 65 enquête bezoekt. Aantal leden Bibliotheek (functie 20.802 K Bibliotheek 21.500 21.500 21.500 21.500 Letteren en media educatie). (2012) 55.964 De Vorstin Aantal bezoekers De Vorstin en 10.520 75.000 80.000 82.000 82.000 en Theater K Theater Achterom (functie (2012) Achterom Podiumkunsten) Aantal bezoekers Museum 22.079 K Hilversum (functie Beeldend en Museum 28.000 33.000 40.000 40.000 (2012) erfgoed). Evaluatie % basisscholen dat deelneemt verslag I 96 (2012) 96 97 98 98 aan cultuureducatie (functie cultuur Cultuureducatie). educatie
143
Monumentenzorg en archeologie Beleidsdoel 9.2.: Bescherming cultuurhistorisch erfgoed Op het gebied van de wettelijke verankering van bescherming en instandhouding wordt in 2014 ter vaststelling voorgelegd de geactualiseerde Monumentenverordening Hilversum. De huidige Monumentenverordening stamt uit 2001. Bescherming en behoud wordt onder meer bereikt door het beschermen van cultuurhistorische waarden. In 2010 is een beschermingsproject aanwijzing gemeentelijke monumenten 1850-1965 afgerond. Daarmee zijn monumenten uit de hoogste categorie beschermd. Voor de in 2013 door de rijksoverheid aangewezen beschermde gezichten in Hilversum Zuid en Oost wordt een bestemmingsplan (tot wijziging van de bestemmingsplannen Bosdrift en Kamerlingh Onnesweg) ter vaststelling voorgelegd, waarin de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van de gezichten worden geborgd in het wettelijk verplichte ruimtelijke ordeningsinstrument het beschermende bestemmingsplan. Sinds 2012 is het verplicht onder meer in het bestemmingsplan de cultuurhistorische waarden te borgen, zodat die worden behouden en versterkt, en er bij nieuwe ontwikkelingen op kan worden voortgebouwd. Het doel is dit te effectueren in de nieuw op te stellen ruimtelijke instrumenten. In 2014 zal gewerkt worden met de in 2013 vastgestelde ‘Handleiding Instandhouding Gemeentelijke Monumenten en Beschermde Gezichten’. Via deze handleiding worden eigenaren en bewoners aan de voorkant zo goed en concreet mogelijk geïnformeerd en geadviseerd. Aan de hand van richtlijnen en sneltoetscriteria wordt de vergunningenprocedure zo effectief mogelijk gemaakt. Er wordt naar gestreefd deze Hilversumse aanpak landelijk onder de aandacht te brengen. De ervaringen daarmee zullen meegenomen worden in de beleidsnota Cultuurhistorie die in 2014 wordt opgesteld. De beleidsnota Monumenten ‘Van zorg tot kans, Hilversums erfgoed, bron van dynamiek’ 2007-2010 zal een vervolg krijgen. Wij verwachten de nieuwe beleidsnota Cultuurhistorie in 2014 aan u voor te leggen. De duurzame instandhouding van gemeentelijke monumenten wordt mede bevorderd door de Monumentensubsidies. In de monumentennota ‘Van zorg tot kans’, vastgesteld in 2007, is bepaald, dat jaarlijks in het investeringsprogramma een uitvoeringsbedrag van € 227.000 wordt opgenomen, waarvan een bedrag van € 152.000 beschikbaar wordt gesteld voor toekenning van restauratiesubsidies aan eigenaren van gemeentelijke monumenten. Dit budget wordt ingezet voor kleinere en grotere instandhoudingswerkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan. De overige € 75.000 is jaarlijks te besteden aan specifieke, grotere restauraties van gemeentelijke of Rijksmonumenten. Voor jaarschijf 2012 is dit bedrag aan de restauratie van de Elckerlyc school aan de Schuttersweg toegekend. Deze restauratie zal in 2014 worden opgestart. Voor de restauratie en herbouw van het Pierre Palla Concertorgel in het MCO (voormalige VARA studio) zal in december 2013 gevraagd worden het reeds gereserveerde bedrag van € 75.000 (jaarschijf 2013) en € 50.000 (jaarschijf 2014) toe te kennen zodat de opgestarte voorbereidingen in 2014 tot uitwerking kunnen komen. In 2009 is voor de restauratie van de aula aan de Bosdrift € 50.000 vastgesteld. Als na de uitwerking van de restauratieplannen blijkt dat deze bijdrage onvoldoende is zal gekeken worden of extra subsidiemogelijkheden gevonden kunnen worden. Op het gebied van archeologie wordt het beleid voortgezet de kennis die bijzondere onderzoeken en vondsten oplevert te verspreiden. De archeologische collectie is opgenomen in het provinciale depot. Hilversum stelt een aantal topvondsten ten toon in wisselende samenstelling. Er wordt meer aandacht besteed aan de relatie landschap en archeologie, bijvoorbeeld aan de hand van de vondst van de raatakkers op de Hoorneboegse Heide eind 2012. In 2014 wordt in samenwerking met Landgoed Zonnestraal en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) het nominatiedossier samengesteld voor de plaatsing van Landgoed Zonnestraal op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het nominatiedossier zal in 2014 ter vaststelling worden
144
voorgelegd. Het bevorderen van de aanbieding van het dossier in 2015 en de plaatsing in 2016 gaat samen met de inspanningen het sanatoriumensemble van Duiker verder te restaureren. Saldo beleidsdoel:
€
510.000
Prestaties 1. Vaststellen kredietvoorstel Monumentenbeleid. 2. Vaststellen beleidsnota Cultuurhistorie. 3. Bevorderen plaatsing Zonnestraal op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO (loopt door na 2014). 4. Vaststellen Erfgoedverordening 5. Vaststellen veegbestemmingsplannen beschermde gezichten (zie ook programma 15). (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Niet van toepassing (*) (*) De indicatoren en kengetallen zullen in het kader van de nieuwe beleidsnota Cultuurhistorie ontwikkeld worden
145
PROGRAMMA 9
9
Cultuur en monumentenzorg Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
8.997 445
7.641 577
6.908 510
6.873 510
6.873 510
6.873 510
6.873 510
Totaal lasten
9.443
8.218
7.418
7.383
7.383
7.383
7.383
Baten 9.1 9.2
1.772 2
1.146 -
1.245 -
1.245 -
1.245 -
1.245 -
1.245 -
Totaal baten
1.774
1.146
1.245
1.245
1.245
1.245
1.245
Saldo (excl. mutaties reserves) 9.1 Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod 9.2 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
7.225 444
6.495 577
5.663 510
5.628 510
5.628 510
5.628 510
5.628 510
Totaal saldo
7.669
7.072
6.173
6.138
6.138
6.138
6.138
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-1.531
-1.111
-70
-70
-70
-70
-70
Totaal saldo excl. reservemutaties
6.138
5.961
6.103
6.068
6.068
6.068
6.068
Beleidsdoel Lasten 9.1 9.2
9,00 9,00
Omschrijving beleidsdoel
Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
146
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
begr 2014
begr 2015
Investeringen 9.1 Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod 9.2 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
227
227
227
-
Totaal
227
227
227
-
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
1.893 -
-
-70 -
1.823 -
1.893
-
-70
1.823
Voorzieningen 9.1 Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod 9.2 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
23 -
8 -
-10 -
21 -
Totaal voorzieningen
23
8
-10
21
Reserves 9.1 9.2
Omschrijving beleidsdoel
Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 7.418 1.245
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
147
148
Programma 10 Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer
149
Programma 10: Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?) • Aanpak van onveiligheid tijdens uitgaan door effectieve inzet van de bes chikbare camera´s in het uitgaansgebied, particuliere toezichthouders en het Horeca Interventie Team. Geweld is een groot m aatschappelijk probleem, dat zich ook in het uitgaansleven m anifesteert. We willen duidelijk grenzen trekken en alle vorm en van geweld, ordeverstoringen, overlast en discriminatie voorkom en of tegengaan.
Sociale veiligheid
10.01 Daadkrachtige aanpak overlas t en criminaliteit Saldo: € 547.000
Een veiliger Hilversum met een daadkrachtige aanpak van overlast en crim inaliteit, waarbij bewoners goed worden betrokken bij de plannen. Overheid, burgers en bedrijven grijpen snel in bij veiligheidsinbreuken. Saldo: € 8.561.000
Fys ieke veiligheid
10.02 Professionele crisis beheersing en rampenbestrijding Saldo: € 332.000
• Terugdringen van het aantal woninginbraken door een persoongerichte aanpak van de veelplegers binnen het Veiligheidshuis te Hilversum. Veelplegers zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk gedeelte van de crim inaliteit en daarm ee is deze groep een belangrijke bron voor (gevoelens van) onveiligheid. Via een nieuwe Top-X aanpak worden de draaideurcriminelen aangepakt. • Aanpak van vernielingen en openbare branden tijdens de jaarwis seling. De gemeente Hilversum beschouwt al jaren de jaarwiss eling als een grootschalig evenement met grote risico’s voor de openbare orde. Daarom brengen we vroegtijdig partijen bijeen om sluitende afspraken te m aken om de jaarwiss eling zo veilig en prettig mogelijk te laten verlopen. Een groot deel van de jaarlijkse schade aan gemeentelijke eigendom- men is toewijsbaar aan de jaarwisseling. In die periode worden verkeers borden, straatm eubilair, parkeerautomaten, kuns twerken en riolering vernield. We willen het fenomeen van openbare branden uitbannen, we willen de s chade beperken en we willen dat er een veilige, gezellige jaarwisseling in Hilvers um is. Terugdringen van s chade en creëren van veiligheid is onze grootste prioriteit. De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. • Brandveilig leven. In 2014 komt de nadruk te liggen op voorlichting en verhoging van het veiligheids bewustzijn in het basisonderwijs , wijkveiligheidsprojecten in samenwerking met gemeenten en belangenorganisaties, voorlichting in de zorgsector in samenwerking met thuiszorgorganisaties en projecten voor s pecifieke doelgroepen in de brandpreventieweken.
Brandweer
10.03 Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten Saldo: € 7.682.000
• In het Regionaal Ris icoprofiel wordt een inventarisatie en analyse van de risico´s van branden, rampen en cris es beschreven. Het Risicoprofiel wordt in 2014 geheel vernieuwd. • In 2014 wordt er met omliggende regio´s samengewerkt als het gaat om de uitvoering van specialism en. Hierbij is te denken aan de s pecialis men duiken, ongevallenbestrijding gevaarlijke s toffen, natuurbrandbestrijding en het opzetten van een team welke ges pecialiseerd is in de bestrijding van rietenkap branden.
150
Programma 10: Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer Portefeuillehouder
P.I. Broertjes
Missie/programmadoelstelling Een veiliger Hilversum met een daadkrachtige aanpak van overlast en criminaliteit, waarbij bewoners goed worden betrokken bij de plannen. Overheid, burgers en bedrijven grijpen snel in bij veiligheidsinbreuken.
Context en achtergrond De gemeenteraad heeft op basis van het collegeprogramma het Integraal veiligheidsplan (IVP) in 2011 vastgesteld. De thema’s vernielingen, woninginbraken, veilig uitgaan, overlastgevende jeugd en veilig stationsgebied krijgen daarbij prioriteit. Ook worden er drie aandachtswijken benoemd, namelijk Centrum, Noordoost en Oost. Begin 2014 wordt het IVP geëvalueerd. Daarna komt er een nieuw veiligheidsplan dat zo snel mogelijk na de raadsverkiezingen wordt opgesteld, behandeld en vastgesteld. Speerpunt Veilig uitgaan De aanpak van de veiligheid in het centrum wordt geïntensiveerd conform de nota ‘Veilig uitgaan’ die medio 2013 is vastgesteld. Veilig uitgaan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die vraagt om een structurele samenwerking tussen alle betrokken partijen. Het gaat om een combinatie van interventies, gericht om agressie in het uitgaansleven te voorkomen door het voeren van een consequent alcohol- en drugsbeleid. Het stellen van regels, het opleggen van ontzeggingen en het beter uitvoeren van deurbeleid. Acties om ouders meer te betrekken, maar ook inzet van extra politie en cameratoezicht. Van een aanpak met maatregelen op al deze terreinen kan het meest verwacht worden. Uitbreiding cameratoezicht Cameratoezicht wordt ingezet als dit noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. Doelstelling is het gevoel van veiligheid van burgers te vergroten, geweld en de overlast te verminderen en het verbeteren van de opsporing en vervolging van daders. Bij de behandeling van de nota Veilig uitgaan zei de burgemeester het al, we zitten in een opbouwfase en willen het aantal camera’s in Hilversum gefaseerd uitbreiden. In 2013 is het cameratoezicht op de Groest en omgeving uitgebreid. In 2014 worden nieuwe camera’s bij het Stationsgebied betrokken bij het cameratoezichtsproject. En in 2015 staat cameratoezicht op de Havenstraat en Langgewenst in de planning. Ontwikkeling regionale brandweer De regionale brandweer zit in een doorontwikkeling. Het doel is minder branden, minder schade en minder slachtoffers en een zo effectief en efficiënt mogelijke brandweerorganisatie. De lokale sturing en de diverse randvoorwaarden blijken echter een belemmering te zijn om te komen tot een brandweer 2.0 (ook met een nieuw organisatieplan en dekkingsplan). De afgelopen periode is op initiatief van Hilversum geïnvesteerd in het veranderen van de beleidskaders en de randvoorwaarden. In de gemeenschappelijke regeling die in 2009 is aangegaan hebben de gemeenten vastgelegd dat gedurende de eerste vijf jaar van het bestaan van de Veiligheidsregio de kostenverdeling in hoofdzaak gebaseerd blijft op de omvang van de brandweerbegroting van elke gemeente vóór regionalisering van de brandweer. Vanaf 1 januari 2014 wordt er een nieuwe financiële opzet en verdeelsystematiek gehanteerd voor de deelnemende gemeenten. Politie Midden Nederland Hilversum is de vierde stad qua gemeentegrootte in het politiegebied Midden-Nederland, dat bestaat uit 41 gemeenten. Samenwerking met andere gemeenten vindt steeds vaker plaats. De politie, het Openbaar Ministerie en instanties zoals het RIEC (aanpak georganiseerde criminaliteit) zijn al georganiseerd op de schaal van Midden-Nederland. Ook de diverse Veiligheidshuizen zoeken steeds meer de samenwerking op en stemmen hun werkwijzen onderling af. De
151
Belastingdienst is ook een belangrijke veiligheidspartner. Elk jaar presenteren de samenwerkende partijen het gezamenlijke jaarplan, als onderdeel van de meerjaren Veiligheidsstrategie MiddenNederland. Daarin zijn de gezamenlijke prioriteiten, ambities en strategische keuzes vastgelegd. De gemeentelijke integrale veiligheidsplannen vormen de basis voor het regionale beleidsplan. Het jaarplan 2014 is afgestemd met het veiligheidsplan van de gemeente Hilversum. Lokaal toezicht en handhaving Hilversum is bij de inzet van politie en de aanpak van lokale veiligheidsproblemen afhankelijk van de capaciteit van het zogenoemde basisteam, dat actief is binnen de gemeentegrenzen. Uit onderzoek blijkt dat zogenaamde boa’s (buitengewone opsporingsambtenaren) steeds vaker politietaken overnemen. Het uitgebreide takenpakket van boa’s behelst niet meer alleen toezicht, maar ook steeds meer handhavingstaken. Informatie-uitwisseling en samenwerking met de politie is een belangrijk aandachtspunt. Zie ook programma Vergunningverlening en handhaving over de inzet van BOA’s bij de handhaving van de Drank- en horecawet. Economische ontwikkelingen De onzekere economische situatie heeft invloed op de veiligheidsbeleving (subjectieve veiligheid) én op de criminaliteitsstatistieken (objectieve veiligheid). We zien in Hilversum nog geen verbetering van de veiligheidsbeleving. Verschillen in inkomensposities en toekomstperspectieven in de Hilversumse bevolking kunnen leiden tot minder sociale cohesie en groter risico op onrust en ordeverstoringen. Bezuinigen Bezuinigingen in de strafrecht- en zorgketen hebben invloed op de veiligheidszorg. Burgers en bedrijven krijgen een steeds grotere verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de veiligheid. De gemeente en andere overheidsorganen stimuleren burgers vaker dan vroeger verantwoordelijkheid te nemen, bijvoorbeeld als buurtbewoner of ouder. Deels is dat onvermijdelijk: de overheid en het welzijnswerk zijn door de bezuinigingen gedwongen zich enigszins terug te trekken. Sociale media De opmars van sociale media in de wereld van crisisbeheersing, criminaliteitspreventie, handhaving en toezicht is noemenswaardig. Zo zijn er al speciale app’s waarmee het politienieuws, Amber Alert en Burgernet kan worden gevolgd. In 2014 willen we het aantal deelnemers aan Burgernet verder uitbreiden. Ook wordt gewerkt aan een speciale Veiligheids-app in het uitgaansgebied. Met één druk op de knop kan contact worden gelegd met alarmnummers of andere instanties. De sociale media bieden een uitbreiding van het arsenaal aan informatietechnologieën voor betere communicatie met bewoners, bezoekers en ondernemers in Hilversum. Raakvlakken Dit programma heeft raakvlakken met programma’s 3. Onderwijs en Jeugdzaken, 4. Welzijn en Zorg, Volksgezondheid en programma 13 Vergunningverlening en handhaving.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Integraal veiligheidsplan 2011-2014 (2011). Programmabegroting 2014 en meerjarenraming Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek (2013). Politie Veiligheidsstrategie Midden-Nederland 2012-2014 (2012). Coffeeshopbeleid (2013) en Integraal horecabeleid (2013)
Programmaonderdelen • • •
Sociale veiligheid. Fysieke veiligheid. Brandweer.
152
Subfuncties • • •
120.1 Brandweer. 120.4 Rampenbestrijding. 140.1 Uitvoering veiligheidsbeleid.
153
Sociale veiligheid Beleidsdoel 10.1.: Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit Onder de sociale veiligheid valt de handhaving van de openbare orde, de voorkoming, beheersing en bestrijding van criminaliteit en daarmee feitelijk ook de bevordering en instandhouding van de maatschappelijke samenhang. Het gaat daarbij ook om het veiligheidsgevoel van burgers. De daadkrachtige aanpak van veiligheidsinbreuken wordt bereikt door vandalen op te sporen en aan te houden, door de inzet van Burgernet, door woninginbraken met meer preventie te voorkomen, door het aanpakken van overlastgevende jeugd, door inzet van collectieve ontzeggingen in de horeca, door uitreiking van zogenaamde gebiedsverboden en door meer toezicht in / bij het Stationsgebied. Deze maatregelen moeten leiden tot een verlaging van slachtofferschap van vernielingen, tot een verlaging van het aantal (pogingen tot) woninginbraken, tot een verlaging van de onveiligheidsgevoelens tijdens het uitgaan, tot het terugdringen van jeugdoverlast en veiliger stationsgebied. Saldo beleidsdoel:
€
547.000
Prestaties 1. Aanpak van onveiligheid tijdens uitgaan door effectieve inzet van de beschikbare camera’s in het uitgaansgebied, particuliere toezichthouders en het Horeca Interventie Team. Geweld is een groot maatschappelijk probleem, dat zich ook in het uitgaansleven manifesteert. We willen duidelijk grenzen trekken en alle vormen van geweld, ordeverstoringen, overlast en discriminatie voorkomen of tegengaan. 2. Terugdringen van het aantal woninginbraken door een persoonsgerichte aanpak van de veelplegers binnen het Veiligheidshuis te Hilversum. Veelplegers zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk gedeelte van de criminaliteit en daarmee is deze groep een belangrijke bron voor (gevoelens van) onveiligheid. Via een nieuwe Top-X aanpak worden de draaideurcriminelen aangepakt. 3. Aanpak van vernielingen en openbare branden tijdens de jaarwisseling. De gemeente Hilversum beschouwt al jaren de jaarwisseling als een grootschalig evenement met grote risico’s voor de openbare orde. Daarom brengen we vroegtijdig partijen bijeen om sluitende afspraken te maken om de jaarwisseling zo veilig en prettig mogelijk te laten verlopen. Een groot deel van de jaarlijkse schade aan gemeentelijke eigendommen is toewijsbaar aan de jaarwisseling. In die periode worden verkeersborden, straatmeubilair, parkeerautomaten, kunstwerken en riolering vernield. We willen het fenomeen van openbare branden uitbannen, we willen de schade beperken en we willen dat er een veilige, gezellige jaarwisseling in Hilversum is. Terugdringen van schade en creëren van veiligheid is onze grootste prioriteit. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (jaar) Gemiddeld rapportcijfer voor Omnibus I 6,2 (2013) 6,5 7,0 7,2 7,5 veilig uitgaan in het centrum. enquête Aantal veelplegers uit Hilversum Jaarverslag dat een persoonsgerichte Veiligheids45 (2012) 70 75 80 90 I behandeling heeft gekregen huis (Top X). Totale schade aan Eigen € 45 duizend K gemeentelijke eigendommen 40 35 30 25 evaluatie (2013) tijdens Jaarwisseling. Percentage van de bevolking dat Integrale I 16% (2012 14% 12% 10% 10% slachtoffer is geweest van veiligheidsvandalismedelicten. monitor
154
Fysieke veiligheid Beleidsdoel 10.2.: Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding De fysieke veiligheid omvat het voorkomen en beheersen van risico’s, die kunnen ontstaan door branden, zware ongevallen en rampen. De fysieke veiligheid heeft tal van aandachtsgebieden, waaronder crisisbeheersing, rampenbestrijding en externe veiligheid (het beheersen van de risico’s die kunnen ontstaan door het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen). Bij de inzet bij crises en rampen draait het om goed functioneren van de werkprocessen in de diverse teams (het beleidsteam rond de burgemeester, het team bij het incident, het regionaal operationeel team, de meldkamer, enz.). Voor het goed functioneren van teams zijn vier zaken essentieel, namelijk: personeel (snel aanwezig, goed opgeleid), materieel (werkruimten, verbindingsmiddelen), geoefendheid (oefenprogramma’s) en processen (ketensamenwerking, effectieve samenhang met andere teams). Samen met de andere gemeenten in de regio en met de Veiligheidsregio Flevoland wordt in 2014 gewerkt in de nieuwe structuur voor de Bevolkingszorg. Bij de beschrijving van de organisatie wordt de Veiligheidsregio Utrecht ook betrokken. De nieuwe crisisorganisatie van de Bevolkingszorg wordt ingericht voor verminderd zelfredzamen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in voorbereide zorg (wat in planvorming en draaiboeken wordt opgenomen) en geïmproviseerde zorg (waarbij op basis van maatwerk hulp en ondersteuning aan de verminderd zelfredzamen wordt gegeven). De Bevolkingszorg bestaat uit taakorganisaties onder leiding van een Algemeen Commandant. Daaronder hangen drie kernprocessen: Crisiscommunicatie, Acute Bevolkingszorg en Herstelzorg. Daarnaast worden twee taakorganisaties ingericht ten behoeve van de ondersteunende processen Informatiemanagement en Ondersteuning en capaciteitsmanagement. Saldo beleidsdoel:
€
332.000
Prestaties De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Percentage piketfunctionarissen I dat binnen de normtijd reageert en Oefeningen 92% (2012) 100% 100% 100% 100% inzetbaar is. Aantal bestuurlijke oefeningen voor de lokale Opleidings- en I 2 (2012) 3 3 3 3 oefenplan crisisbeheersingsorganisatie (GBT) K Aantal GRIP-incidenten Evaluaties 5 (2012) 4 4 4 4
155
Brandweer Beleidsdoel 10.3.: Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten De brandweer is een belangrijk onderdeel van de Veiligheidsregio. In de Veiligheidsregio werken brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en de gemeente samen om het gewenste veiligheidsniveau te realiseren en te borgen. In het verleden was de brandweer vooral gericht op het zo efficiënt en effectief mogelijk bestrijden en beheersen van incidenten, nu verschuift de aandacht naar het voorkomen en beperken van branden, schade en slachtoffers. Deze ontwikkeling is ingegeven vanuit de landelijke overheid, maatschappelijke partners en de brancheorganisatie van de brandweer. ‘Brandveilig leven’ zoals deze benadering ook wel wordt genoemd, heeft als doel om de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven middels advies en voorlichting sterk te vergroten. Deze ontwikkeling vereist een omvangrijke kanteling van de huidige brandweerorganisatie. Vanuit de regionale brandweer zijn er drie belangrijke ontwikkelingen/prioriteiten die de komende periode speciale aandacht vergen. 1.
2.
3.
BVZOM (Brandveiligheidszorg Op Maat). Binnen BVZOM worden de programma’s Optimalisatie organisatie, Dekking samen onze zorg en Brandweer over morgen integraal opgepakt. Vanuit de visie ‘minder branden, minder schade en minder slachtoffers’ wordt en zo effectief en efficiënt mogelijke brandweerorganisatie - in termen van (vrijwillig) brandweerpersoneel, materieel en huisvesting - vormgegeven. 2) Taakstelling. De brandweer heeft een bezuinigingsopdracht vastgesteld van 10% (€ 1,7 mln. bezuiniging), lopende van 2012 tot 2015. Om die taakstelling waar te maken zijn er zeven scenario’s vastgesteld waarin in totaal 24 maatregelen zijn opgenomen. Dit speerpunt hangt in grote mate samen met het slagen van BVZOM. 3) Oefencentrum Crailo. Crailo is de laatste jaren uitgegroeid tot een erkend centrum voor realistisch oefenen met landelijke uitstraling. Het oefenterrein wordt gehuurd van de provincie Noord-Holland. Het is van groot belang voor het op peil houden van de vakbekwaamheid van het brandweerpersoneel. In 2014 is het de bedoeling om nog steeds over dit oefencentrum te beschikken. Saldo beleidsdoel:
€
7.682.000
Prestaties 1. Brandveilig leven. In 2014 komt de nadruk te liggen op voorlichting- en verhoging van het veiligheidsbewustzijn in het basisonderwijs, wijkveiligheidsprojecten in samenwerking met gemeenten en belangenorganisaties, voorlichting in de zorgsector in samenwerking met thuiszorgorganisaties en projecten voor specifieke doelgroepen in de brandpreventieweken. 2. In het Regionaal Risicoprofiel wordt een inventarisatie en analyse van de risico’s van branden, rampen en crises beschreven. Het Risicoprofiel wordt in 2014 geheel vernieuwd. 3. In 2014 wordt er met omliggende regio’s samengewerkt als het gaat om de uitvoering van specialismen. Hierbij is te denken aan de specialismen duiken, ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen, natuurbrandbestrijding en het opzetten van een team welke gespecialiseerd is in de bestrijding van rieten kap branden. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2012) I Toezicht bouwvergunningen. Jaarverslag 101 110 115 120 125 I Aantal uitrukken bij melding. Jaarverslag 919 900 880 870 860
156
157
PROGRAMMA 10
10
Openb. orde, veiligh. en brw. Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
432 402 7.639
536 435 7.701
567 345 7.682
578 345 7.301
586 345 7.131
433 345 6.961
433 345 6.961
8.473
8.672
8.594
8.224
8.062
7.739
7.739
36 19 -
46 18 -
20 13 -
20 13 -
20 13 -
20 13 -
20 13 -
56
64
33
33
33
33
33
Saldo (excl. mutaties reserves) 10.1 Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit 10.2 Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding 10.3 Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
396 382 7.639
490 417 7.701
547 332 7.682
558 332 7.301
566 332 7.131
413 332 6.961
413 332 6.961
Totaal saldo
8.417
8.608
8.561
8.191
8.029
7.706
7.706
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-314
-392
86 -359
-153
-153
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
8.103
8.216
8.288
8.038
7.876
7.706
7.706
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten 10.1 10.2 10.3
Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
Totaal lasten Baten 10.1 10.2 10.3
Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
Totaal baten
10,00 10,00
158
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 10.1 Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit 10.2 Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding 10.3 Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
1-12014
Erbij
455 124
86
-149 -210
306 -
579
86
-359
306
Voorzieningen 10.1 Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit 10.2 Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding 10.3 Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Reserves 10.1 10.2 10.3
Omschrijving beleidsdoel
Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding Brandveilig leven en effectieve aanpak incidenten
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 8.594 33
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
159
160
Programma 11 Bestuurlijke Aangelegenheden
161
Programma 11: Bestuurlijke Aangelegenheden Maatschappelijke effecten
‘Burgers, bezoekers en bedrijven centraal' En daarnaast een sterke positie van Gooi en Vechtstreek op de regionale kaart en regionale articulatie van de Hilversumse belangen en ambities. Saldo: € 11.569.000
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
Bestuurlijke samenwerking
11.01 Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale agenda Saldo: € 645.000
De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
Burgerzaken
11.02 Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Saldo: € 1.195.000
Communicatie en Samenlevingsgericht werken
11.03 Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur Saldo: € 1.500.000
Uitvoering geven aan de specialistische taken Burgerzaken volgens veranderende wet- en regelgeving en maatschappelijke ontwikkelingen.
De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
Ondersteuning diverse bestuurslagen.Ondersteuning diverse bestuurslagen. Saldo: € 8.229.000
162
Programma 11: Bestuurlijke Aangelegenheden Portefeuillehouder
P.I. Broertjes
Missie/programmadoelstelling Bestuurlijke samenwerking In het noordelijke deel van de Randstad worden op regionale schaal (Noordvleugel) lange termijn ambities afgesproken, ook richting het Rijk. Hilversum is daarbij betrokken. Programmadoelstelling is een sterke positie van Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale kaart en regionale articulatie van de Hilversumse belangen en ambities. Burgerzaken De traditionele Burgerzakenproducten worden verstrekt aan het loket van het Klant Contact Centrum (KCC). Ook de beantwoording van vragen wordt grotendeels door het KCC afgehandeld. Hierdoor heeft het vakgebied Burgerzaken grote raakvlakken met het programma Dienstverlening (programma 16), waar het KCC onderdeel van uitmaakt. Het programma Dienstverlening is gericht op het borgen en verbeteren van individuele dienstverlening aan de burger. Een voorbeeld hiervan is het meedenken en meewerken met nieuwe mogelijkheden bij huwelijken of het digitaal aanvragen van een uittreksel GBA. Het vakgebied Burgerzaken is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. Met name op het gebied van identiteitsmanagement en persoonsinformatie. De kerntaken van Burgerzaken blijven echter bestaan. Deze taken en de daarvoor benodigde vakkennis zijn van groot belang voor (de verbetering van) de dienstverlening. Een aantal van deze kerntaken valt onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester, zowel als bestuursorgaan als lid van het college. Hiermee zijn deze werkzaamheden onderdeel van het programma Bestuurlijke Aangelegenheden. Het gaat met name over de onderwerpen Naturalisatie, Huwelijken en Verkiezingen. Communicatie /Samenlevingsgericht werken De missie van Hilversum is: ‘Burgers, bezoekers en bedrijven centraal. Werken aan een zelfredzame samenleving op een innovatieve en duurzame wijze.’ Deze missie staat centraal in de communicatie. Hierin spelen de Hilversummers een belangrijke rol. Bij de beleidsontwikkeling en -uitvoering zal dit zoveel mogelijk in samenspraak met hen plaatsvinden.
Context en achtergrond Bestuurlijke samenwerking In de noordelijke Randstad zijn twee informele, vrijwillige bestuurlijke samenwerkingsverbanden actief: de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de NV Utrecht. De samenwerking in de MRA is gebaseerd op het in 2007 vastgestelde Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040. Versterking van de internationale concurrentiekracht en een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio, is de gezamenlijke ambitie. In de Noordvleugel Utrecht is in 2009 de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2030 vastgesteld. Daarin ligt het accent met name op het oplossen van de spanning tussen enerzijds de verstedelijkingsdruk en anderzijds behoud van het waardevolle landschap. In beide samenwerkingsverbanden zijn met name ambities geformuleerd, met betrekking tot de inspanningen tussen 2015 en 2030, op het gebied van woningbouw (met het accent op binnenstedelijk en overloop naar Almere), economie, landschap en natuur, duurzaamheid en de externe bereikbaarheid via de rijkswegen en openbaar vervoer. Actuele onderwerpen zijn onder andere het vlottrekken van de woningmarkt, het opstellen van een draagvermogenkaart voor het landschap, het bediscussiëren van organisatiemodellen voor planvorming in en beheer van het landschap, de actualisering van de gebiedsagenda ten behoeve van het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) en betrokkenheid bij Rijksregioprojecten zoals RRAAM (Rijk-regioprogramma Amsterdam-Almere- Markermeer) en SMASH (Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer). Voor Hilversum en Gooi en Vechtstreek is het daarbij van belang een goede positie op de voortschrijdende regionale agenda in te nemen. Op gewestelijk niveau is in de afgelopen periode ingezet op herijking van de gewestelijke samenwerking. In 2013 is een nieuwe gemeenschappelijke regeling tot stand gekomen, waarin
163
gekozen is voor een lichte samenwerking, een compact algemeen bestuur en de opstelling van een regionale samenwerkingsagenda met daarin opgenomen de speerpunten van de regionale samenwerking. Op basis van het in 2013 uitgebrachte rapport Winsemius hebben de Gooi en Vechtgemeenten in 2013 ook hun zienswijze gegeven op de bestuurlijke toekomst van Gooi en Vechtstreek. Gedeputeerde Staten hebben vervolgens hieromtrent najaar 2013 de minister van BZK geadviseerd. Burgerzaken De politiek streeft naar een betere, kleinere en goedkopere overheid. Tegen de achtergrond van de maatschappelijke ontwikkeling werkt de overheid aan de verbetering van de dienstverlening. De dienstverlening kan worden verbeterd als de basis op orde is. Ging het vakgebied Burgerzaken als vanouds over Bevolking en Burgerlijke Stand, tegenwoordig gaan de onderwerpen meer en meer over identiteitsmanagement en persoonsinformatievoorziening. De identiteitsvaststelling ‘aan de poort’ wordt steeds belangrijker. Het vaststellen, beschermen en controleren van identiteit vindt plaats in een keten. Diverse overheidsorganisaties zijn hierbij betrokken, zoals ministeries, politie, Openbaar Ministerie, Koninklijke Marechaussee en de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De ontwikkelingen op het gebied van identiteitsmanagement leiden tot een grote opgave voor het vakgebied Burgerzaken. Met name van de vakspecialist wordt nieuwe kennis gevraagd om zijn specialisme te ontwikkelen, zodat integer identiteitsmanagement voor burger en overheid gewaarborgd blijft. Daarnaast maken nieuwe technische ontwikkelingen het mogelijk dat met software en scanapparatuur extra controles kunnen worden uitgevoerd. Dit tilt de kwaliteit, betrouwbaarheid en efficiency op een hoger niveau. Op dit moment wordt dan ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om deze apparatuur aan te schaffen. Naturalisatie Om Nederlander te worden kan een verzoek worden ingediend om door middel van de naturalisatieprocedure het Nederlanderschap te verkrijgen. Een dergelijk verzoek wordt door de gemeente in behandeling genomen maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND). Nadat een definitief besluit is genomen wordt het bewijs van Nederlanderschap aan de persoon uitgereikt tijdens een naturalisatieceremonie in de woonplaats. Deze ceremonie vindt elke zes weken plaats en wordt in de gemeente Hilversum uitgevoerd door de burgemeester. Het organiseren van deze ceremonie is een verplichting. Ook de nieuwe Nederlander is verplicht aan deze ceremonie deel te nemen. Huwelijken De locatie van de ceremonie is voor veel aanstaande bruidsparen steeds belangrijker. De gemeente Hilversum biedt graag alle mogelijkheden om hier aan bij te dragen. Het aantal aangewezen trouwlocaties wordt steeds meer divers; van het sfeervolle museum aan de Kerkbrink tot Pinetum Blijdenstein of het vliegveld Hilversum. Hiernaast is het ook mogelijk om een vrije locatie (bijvoorbeeld een particuliere tuin of woonadres) te kiezen. Deze wordt dan voor één dag als huwelijkslocatie aangewezen. Verkiezingen De organisatie van verkiezingen en referenda is een specialistische taak binnen het vakgebied Burgerzaken. Politieke verkiezingen vinden periodiek plaats, tenzij zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan, zoals de val van een kabinet. Voor verkiezingen voor de gemeenteraad, Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Provinciale Staten geldt een periodiciteit van 4 jaar en voor het Europees Parlement 5 jaar. Het verkiezingsproces is al enige tijd aan flinke verandering onderhevig. Actueel zijn op dit moment de ontwikkeling van een nieuw stembiljet en de inrichting van het toekomstige verkiezingsproces. Op dit moment moet nog met potlood worden gestemd. De ontwikkelingen worden goed gevolgd teneinde de komende verkiezingen (Gemeenteraad op 19 maart 2014, Europees Parlement op 22 mei 2014) organisatorisch goed te laten verlopen. Dit programma heeft raakvlakken met programma 16 Dienstverlening.
164
Communicatie /Samenlevingsgericht werken Het verbeteren van de relatie tussen inwoners en bestuur is en blijft één van de kernprioriteiten van het college en de gemeenteraad. Een goede voorlichting over het gemeentelijke beleid en de dialoog met inwoners en instellingen zijn daarin belangrijke middelen. Continu wordt bekeken op welke manier, volgens welke strategie, communicatie daaraan een effectieve bijdrage levert. Het samenlevings(wijk)gericht werken speelt hierin een belangrijke rol. Het draagt bij aan het realiseren van een goede relatie tussen de inwoners en de gemeente. Samenlevings(wijk)gericht werken heeft te maken met het stimuleren van beleidssamenhang van de overheid, het organiseren van uitvoeringsgerichte samenwerking tussen gemeentelijke professionals, afstemming met maatschappelijke organisaties en korte verbindingslijnen tussen politiek, bewoners en ondernemers.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • • • •
Hilversum 2015 (1999) Metropoolregio Amsterdam: Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 (2007) Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 Eindbalans (2009) Missie Hilversum ‘Burgers, bezoekers en bedrijven centraal. Werken aan een zelfredzame samenleving op een innovatieve en duurzame wijze’ (2011) Perspectief voor Samenlevingsgericht Werken (2005) Verder met Samenlevingsgericht Werken (2006) Eindrapportage Samenlevingsgericht Werken (2007) Collegeprogramma 2010-2014 Burgerparticipatie in Hilversum (2012)
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende beleidsdoelen: • Bestuurlijke samenwerking. • Burgerzaken. • Communicatie en Samenlevingsgericht werken.
Subfuncties • • • • •
003.1 Burgerzaken. 004.1 Leges Burgerzaken. 005.1 Bestuurlijke samenwerking. 002.3 Communicatie. 002.4 Samenlevingsgericht werken.
165
Bestuurlijke samenwerking Beleidsdoel 11.1.: Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale agenda De noordvleugel agenda wordt gevormd door de ambities op het gebied van verstedelijking, bereikbaarheid en economische ontwikkeling, die zijn vastgelegd in het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 van de Metropool regio Amsterdam (MRA) en in de Gebiedsagenda NoordHolland|Flevoland|Utrecht die in MIRT verband door rijk en regio gezamenlijk wordt vastgesteld. De belangen van Hilversum en Gooi en Vechtstreek in deze regionale agenda liggen met name bij de ontwikkeling van de creatieve industrie, de toeristische sector, de zorgsector, natuurbehoud en versterking, de uitwerking en prioritering van de ‘schaalsprong Almere’ (Almere moet uitgroeien tot een stad met 350.000 inwoners) en de externe bereikbaarheid (weg en openbaar vervoer) in de ons omringende driehoek Amsterdam-Almere-Utrecht. Waarschijnlijk zal in de MRA ten behoeve van bestuurders en raadsleden in de nieuwe raadsperiode een overdrachtsdocument worden opgesteld waarin de actuele MRA-samenwerkingsonderwerpen worden beschreven. Het beleidsdoel ‘een goede positie op de noordvleugel agenda’ betekent, dat bij de verdere uitwerking en besluitvorming door de betrokken nationale, provinciale en lokale overheden, onze belangen en ambities optimaal tot uitdrukking komen. Daarvoor is het nodig om in de noordvleugel steun te genereren voor de Hilversumse en Gooise belangen in de noordvleugel agenda, en steun te geven aan ambities en ontwikkelingen op noordvleugelniveau die ook aan Hilversum en Gooi en Vechtstreek ten goede komen. Hierbij kan ook de regionale samenwerkingsagenda van het gewest een rol spelen. Volgens de planning zal de ontwerp-regionale samenwerkingsagenda van het gewest februari 2014 gereed zijn, zodat deze betrokken kan worden bij de op te stellen raads- en collegeprogramma’s 2014-2018. Het betreft hier zogenaamde reguliere taken waarover niet via de programmabegroting en -rekening wordt gerapporteerd, tenzij majeure afwijkingen optreden. In onderstaand saldo zijn met name begrepen de kosten van deelname aan het gewest Gooi en Vechtstreek en het lidmaatschap van de VNG. Saldo beleidsdoel:
€
645.000
Prestaties 1. De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Niet van toepassing
166
Burgerzaken Beleidsdoel 11.2.: Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Het vakgebied Burgerzaken is onderhevig aan veranderende wet- en regelgeving. Met name de processen rondom vreemdelingen en naturalisatie/opties is de laatste jaren sterk in ontwikkeling. Een andere, zeer belangrijke, verandering is de Modernisering van de GBA. Bij de Modernisering wordt de vanzelfsprekende nadruk gelegd op de vervanging van de huidige GBA-systemen door de Burgerzakenmodules. Het is zeker niet alleen een technische exercitie. De GBA is er voor de ondersteuning van de processen bij Burgerzaken, maar ook voor andere processen in de organisatie. Er zijn steeds meer verbanden ontstaan met andere registraties. De GBA is de spil van de informatiehuishouding van de gemeente. Saldo beleidsdoel:
€
1.195.000
Prestaties 1. Uitvoering geven aan de specialistische taken Burgerzaken volgens veranderende wet- en regelgeving en maatschappelijke ontwikkelingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2010) Klanttevredenheid I TNS-NIPO 7,0 7,0-7,5 7,0-7,5 7,0 - 7,5 > 7,5 dienstverlening
167
Communicatie/Samenlevingsgericht werken Beleidsdoel 11.3.: Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur Om bij de Hilversummers draagvlak te krijgen voor het gemeentelijke beleid, hen mee te laten denken en te betrekken bij de verdere ontwikkeling van dat beleid, moeten zij goed worden geïnformeerd. Tegelijkertijd zal nog intensiever actief contact gezocht worden met de inwoners. Dit past in de beweging, organisatie ontwikkeling, waarin ambtenaren van ‘buiten naar binnen’ werken. Vanaf de eerste beleidsvoornemens tot en met de definitieve vaststelling en uitvoering. Duidelijkheid over wat zij wel en/of niet van het gemeentelijke beleid kunnen verwachten en wat er met hun inbreng zal worden gedaan (toepassen participatieladder) is bevorderlijk voor een vruchtbare samenwerking. Een andere manier om participatie van inwoners te bevorderen en draagvlak voor beleid te scheppen, is het versterken en ondersteunen van kleinschalige verbanden. Vanuit deze gedachte is het ‘wijkgericht werken’ in 1994 in Hilversum geïntroduceerd, vanaf 2005 geëvolueerd tot een samenlevings(wijk)gericht werken. Dit draagt bij aan een herkenbare lokale overheid en het beeld dat de gemeente concrete oplossingen kan bieden voor praktische problemen en vraagstukken in de wijk. Deze manier van werken wordt ondersteund door het Bureau Wijkzaken van de gemeente, maar wordt logischerwijs door de organisatieontwikkeling, verder binnen de organisatie geïmplementeerd. Bureau Wijkzaken en de afdeling communicatie hebben een adviserende, faciliterende rol bij beleids- en participatieprojecten en activiteiten, een horzelfunctie. Saldo beleidsdoel:
€
1.500.000
Prestaties De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2013) % inwoners dat vindt dat zij doorgaans betrouwbaar geïnformeerd worden I Omnibus 79% 81% 83% 85% 89% over gemeentelijke plannen in de buurt. % inwoners dat vindt dat zij doorgaans voldoende gelegenheid krijgen om hun I Omnibus 71% 73% 75% 77% 79% mening te geven over gemeentelijke plannen in de buurt. % inwoners dat vindt dat de gemeente doorgaans goed luistert naar de I Omnibus 43% 48% 52% 55% 57% inbreng van inwoners over gemeentelijke plannen in de buurt.
168
169
PROGRAMMA 11
11
Bestuurlijke aangelegenheden Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
10.214 677 1.182 1.637
7.490 677 888 1.597
8.229 645 1.370 1.500
8.008 645 1.215 1.500
7.897 645 1.060 1.500
7.878 645 1.215 1.500
7.953 645 1.215 1.500
13.710
10.652
11.744
11.368
11.102
11.238
11.313
6 171 4
112 -
175 -
117 -
137 -
374 -
336 -
181
112
175
117
137
374
336
Saldo (excl. mutaties reserves) Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken 11.2 Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur 11.3
10.208 677 1.011 1.634
7.490 677 776 1.597
8.229 645 1.195 1.500
8.008 645 1.098 1.500
7.897 645 923 1.500
7.878 645 841 1.500
7.953 645 879 1.500
Totaal saldo
Beleidsdoel Lasten 11.0 11.1 11.2 11.3
Omschrijving beleidsdoel
Algemeen programma 11 Hilversum op de regionale agenda Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur
Totaal lasten Baten 11.0 11.1 11.2 11.3
Algemeen programma 11 Hilversum op de regionale agenda Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur
Totaal baten
13.529
10.540
11.569
11.251
10.965
10.864
10.977
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
13.529
10.540
11.569
11.251
10.965
10.864
10.977
11,00 11,00
170
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken 11.2 Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur 11.3
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel Reserves 11.0 11.1 11.2 11.3
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Algemeen programma 11 Hilversum op de regionale agenda Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken 11.2 Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur 11.3
2.336 -
245 -
-
2.581 -
Totaal voorzieningen
2.336
245
-
2.581
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 11.744 175
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
171
172
Programma 12 Sport en recreatie
173
Programma 12: Sport en recreatie Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Algemeen Sportbeleid en Sportstimulering
Alle inwoners van Hilversum worden aangemoedigd in elke fase van hun leven naar eigen voorkeur en op grond van zelf gekozen redenen aan recreatie, beweegactiviteiten en sport deel te nemen. Saldo: € 3.120.000
Sportaccommodaties
Recreatie
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
12.01 Vergroting sportdeelname, gezonde leefstijl en levendig sportklimaat Saldo: € 579.000
12.02 Aantrekkelijke, gevarieerde en goed gespreide sportvoorzieningen Saldo: € 2.158.000
12.03 Voldoende en veilige openbare ruimte om te spelen en te bewegen Saldo: € 383.000
174
• De verbinding met het onderwijs en sport te blijven onderhouden door een stimulerende rol te blijven vervullen. De verwachte inzet van buurtsportcoaches kunnen dit mogelijk maken. • Extra stimulering van het gebruik van het provinciaal Jeugdsportfonds NoordHolland.
De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen.
• De bestaande speelvoorzieningen aan de Paulusschool, Lavendelplein en Neuweg (locatie bij Korenbloemstraat) in de Bloemenbuurt worden opgewaardeerd in het kader van de stadsvernieuwing. • De bestaande locaties aan de Bonikkestraat (nabij Cruyffcourt) en Abdij van Eltenplantsoen worden geoptimaliseerd in het kader van ISV in combinatie met een groen/grijs project.
Programma 12: Sport en recreatie Portefeuillehouder
E. Boog
Missie/programmadoelstelling Alle inwoners van Hilversum worden aangemoedigd in elke fase van hun leven naar eigen voorkeur en op grond van zelf gekozen redenen aan recreatie, beweegactiviteiten en sport deel te nemen, dan wel daarbij actief betrokken te zijn.
Context en achtergrond Wij vinden het van groot belang dat Hilversummers worden gestimuleerd om in beweging te komen en te blijven. Hilversum levert binnen haar gemeentelijke regierol en mogelijkheden hier een bijdrage aan. Er ligt het een duidelijk accent op sport, bewegingsachterstand en gezondheid. Wij kiezen nadrukkelijk voor de breedtesport. Sport is bij uitstek het middel om ruimte te bieden voor jeugd, ontmoeting en gezondheid. Vanaf 2012 wordt van de sportorganisaties zelfredzaamheid verwacht. Dat zal in de toekomst alleen maar gaan toenemen. Op het gebied van recreatie is de veiligheid van speelterreinen wettelijk geregeld. De laatste jaren is er wat betreft de stedelijke recreatie een inhaalslag gemaakt met de kwaliteitsverbetering en de aanleg van een aantal grote speelterreinen. Het speelruimtebeleid is vastgesteld voor de periode 2008-2015. Mede in het kader van het jeugdbeleid zullen speelvoorzieningen in de komende jaren een belangrijk aandachtsgebied blijven. De jeugd wordt vanzelfsprekend bij de aanleg van speelgelegenheden nauw betrokken. Het onderdeel sport van het programma Sport en Recreatie is geen wettelijke taak. Dit programma heeft echter wel een duidelijke rol voor de leefbaarheid van onze samenleving. Er zijn raakvlakken met de programma’s 3. Onderwijs (verbinden onderwijs en sport) en Jeugdzaken (bijvoorbeeld jeugdsportfonds), 4. Welzijn en Zorg inclusief Volksgezondheid (bijvoorbeeld terugdringen bewegingsarmoede), 7. Wonen/ISV (speelvoorzieningen) en 8. Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen (bijvoorbeeld media interessante sportevenementen).
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • •
‘Sportieve tijd’, beleidsnota sport- en beweegbeleid 2008-2015 (2008). ‘Geef ze de ruimte’, nota speelruimtebeleid 2008-2015 (2008). Tarieven voor het gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties met ingang van 2013 (2012). Nadere regeling sportsubsidies 2012-2014 (sportpromotie (2011)).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Algemeen Sportbeleid en Sportstimulering. • Sportaccommodaties. • Recreatie.
Subfuncties
• • • • • •
530.2 Zwembaden. 530.3 Sportzalen en sporthallen. 530.5 Sportbeoefening en overige sportaangelegenheden. 531.1 Sportparken. 560.3 Overige openluchtrecreatie. 560.4 Volksfeesten.
175
Algemeen sportbeleid en sportstimulering Beleidsdoel 12.1.: Vergroting sportdeelname, gezonde leefstijl en levendig sportklimaat De nota ‘Sportieve tijd’ benoemt met tien speerpunten de ambities voor het sport- en beweegbeleid. De ambities zijn hoog en om die te halen dient er sprake te zijn van een goede samenwerking met en communicatie tussen de gemeente, sportorganisaties en de organisaties onderling. Van het sportveld wordt meer dan ooit zelfredzaamheid verwacht. Het gaat erom dat voorzieningen en activiteiten op het gebied van sport en recreatie voor alle inwoners toegankelijk en bereikbaar zijn. Dat geldt voor sportaccommodaties, voorzieningen in wijken en scholen, wandel- en fietspaden en evenementen. Meer sporten en bewegen draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven en aan een betere gezondheid. Om overgewicht succesvol tegen te gaan is een integrale aanpak noodzakelijk, waarbij meerdere beleidsterreinen (jeugd/onderwijsbeleid en gezondheidsbeleid) betrokken worden. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor het inzetten van sport, als middel om de zelfredzaamheid te bevorderen. Om alle kinderen te kunnen laten sporten neemt Hilversum deel aan het provinciaal Jeugdsportfonds Noord-Holland. Om de organisatie van bijzondere sportevenementen door verenigingen te stimuleren, wordt subsidie beschikbaar gesteld. Ook bij sportevenementen met een regionaal of een landelijk karakter (bijvoorbeeld de Arena Games, de Trompboat Races en de Spieren voor Spieren City Run) is dit mogelijk. Saldo beleidsdoel:
€
579.000
Prestaties 1. De verbinding met het onderwijs en sport te blijven onderhouden door een stimulerende rol te blijven vervullen. De verwachte inzet van buurtsportcoaches kunnen dit mogelijk maken. 2. Extra stimulering van het gebruik van het provinciaal Jeugdsportfonds Noord-Holland. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (jaar) Aantal deelnemers aan het I Prov. JSF 102 (2012) 120 120 120 120 Jeugdsportfonds. Aantal ondersteunde I Gemeente 24 (2012) 24 24 24 24 sportevenementen. % Hilversummers dat minimaal 1x Burger K 60 (2012) 60 60 60 60 per maand sport. enquête KISS % Lidmaatschappen van rapportage 31(2011) 31 31 31 31 K sportbonden. NOC*NSF
176
Sportaccommodaties Beleidsdoel 12.2.: Aantrekkelijke, gevarieerde en goed gespreide sportvoorzieningen In de nota ‘Sportieve tijd’ is een samenhangend beleid voor sportaccommodaties opgenomen. Waar mogelijk worden de accommodaties multifunctioneel ingezet, zodat samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen gerealiseerd kunnen worden. Kunstgrasvelden vergroten de mogelijkheden voor het gebruik van een en hetzelfde speeloppervlak. Ook zal alles worden ingezet om de accommodaties effectief te benutten. Daarnaast worden in het kader van rolneming stappen gezet om het beheer en exploitatie van de binnensportaccommodaties uit te besteden. Saldo beleidsdoel:
€
2.158.000
Prestaties De werkzaamheden binnen dit beleidsdoel richten zich in 2014 op de uitvoering van vastgesteld beleid. Hierover wordt alleen gerapporteerd als er sprake is van majeure afwijkingen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) Aantal verhuurde uren sporthallen De Lieberg, Kerkelanden en I Gemeente 3.595 3.600 3.600 3.600 3.600 sportcomplex de Meent (binnensport accommodaties).
177
Recreatie Beleidsdoel 12.3.: Voldoende en veilige openbare ruimte om te spelen en te bewegen Een omgeving met veel en goed bruikbare buitenruimte voor sporten, spelen en bewegen draagt bij aan aangenaam en gezond leven. De omgeving dient uitnodigend zijn voor fietsen of (sportief) wandelen, maar ook voor tuinieren, de hond uitlaten, een korte wandeling maken of gewoon lekker buiten spelen. Het Groenbeleidsplan 2030 gaat in op de gebruiksmogelijkheden van het groen. In dit verband wordt aandacht besteed aan groene speeltuinen en schoolpleinen, aan waterrecreatie en aan het zogeheten (fiets)rondje Hilversum. Wij vinden het voor een evenwichtige ontwikkeling van de jeugd belangrijk dat er voldoende ruimte in de eigen omgeving is om te kunnen bewegen en spelen. Bij stedelijke (her)ontwikkelingen dient in een vroegtijdig stadium rekening worden gehouden met recreatieve ruimten. In het buitengebied dienen voldoende wandel- en fietspaden te zijn, die ook aansluiten op het stedelijk gebied. Het promoten van de fiets- en wandelroutes blijft een belangrijk aandachtspunt. Saldo beleidsdoel:
€
383.000
Prestaties 1. De bestaande speelvoorzieningen aan de Paulusschool, Lavendelplein en Neuweg (locatie bij Korenbloemstraat) in de Bloemenbuurt worden opgewaardeerd in het kader van de stadsvernieuwing. 2. De bestaande locaties aan de Bonikkestraat (nabij Cruyffcourt) en Abdij van Eltenplantsoen worden geoptimaliseerd in het kader van ISV in combinatie met een groen/grijs project. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (2012) Totaal aantal speeltoestellen I Gemeente 653 654 654 654 654 (inclusief basket- en volleybalpalen, zandbakken en goaltjes). I Totaal aantal speelplaatsen. Gemeente 158 159 159 159 159 I Aantal trapvelden. Gemeente 17 17 17 17 17
178
179
PROGRAMMA 12
12
Sport en recreatie Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
313 3.250 686
591 2.995 677
583 2.808 467
583 2.802 485
583 2.802 467
583 2.802 467
583 2.802 467
4.249
4.263
3.858
3.870
3.852
3.852
3.852
22 678 96
4 769 82
4 650 84
4 650 84
4 650 84
4 650 84
4 650 84
796
855
738
738
738
738
738
Saldo (excl. mutaties reserves) 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
291 2.571 590
587 2.226 595
579 2.158 383
579 2.152 401
579 2.152 383
579 2.152 383
579 2.152 383
Totaal saldo
3.453
3.408
3.120
3.132
3.114
3.114
3.114
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
3.453
3.408
3.120
3.132
3.114
3.114
3.114
Beleidsdoel Lasten 12.1 12.2 12.3
Omschrijving beleidsdoel
Vergroting sportdeelname Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
Totaal lasten Baten 12.1 12.2 12.3
Vergroting sportdeelname Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
Totaal baten
12,00 12,00
180
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
235 -
-
-
740 -
Totaal
235
-
-
740
Beleidsdoel Reserves 12.1 12.2 12.3
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Vergroting sportdeelname Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke, bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Voldoende en veilige speel- en beweegruimte
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Bedragen x 1.000 3.858 738
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
181
182
Programma 13 Vergunningverlening en Handhaving
183
Programma 13: Vergunningverlening en Handhaving Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Vergunning verlening
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
13.01 Verbetering van de dienstverlening bij het vergunningproces Saldo: € 49.000
Hilversum wil een leefbare en kwalitatief hoogwaardige gemeente zijn met een klantgerichte dienstverlening, die aansluit bij de wensen van burgers, bedrijven en belanghebbenden. Saldo: € 3.485.000
• De nulmeting en het Verbeterplan 'kwaliteitscriteria' uitvoeren zodat voldaan wordt aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 wat betreft vergunningverlening. • Per 1 januari 2014 wordt voldaan aan de Wet elektronische publicatie (Wep). Aanvraag gegevens en verleende vergunningen moeten, naast in 2014 nog publicatie in de krant, digitaal worden gepubliceerd.
• De nulmeting en het verbeterplan 'kwaliteitscriteria' uitvoeren, zodat voldaan wordt aan de landelijke vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 wat betreft handhaving.
Handhaving
13.02 Effectiever toezicht op woonen leefkwaliteit en gebruik openbare ruimte Saldo: € 3.436.000
• Zoveel mogelijk afronden van handhaving op illegale appartementen met bouwjaar voor 2003, hetzij door legalisatie hetzij door handhaving. • Versterking en samenlevingsgerichte overlast aanpak in de wijken door integrale inzet van handhavingscapaciteit en met ketenpartners.
184
Programma 13: Vergunningverlening en Handhaving Portefeuillehouder
B.M. Moojen
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een leefbare en kwalitatief hoogwaardige gemeente zijn met een klantgerichte dienstverlening, die aansluit bij de wensen van burgers, bedrijven en belanghebbenden. Een leefbaar Hilversum met een integrale en oplossingsgerichte manier van werken. Hilversum werkt met een gemakkelijk (digitaal) informatie- en aanvraagloket voor alle vergunningen. Toezicht op wetgeving, op verleende vergunningen of een illegale situatie draagt zorg voor een leefbare en veilige stad. Hilversum kiest voor een daadkrachtig toezicht op een goede woon- en leefomgeving, gebaseerd op risico`s en naleefgedrag. Zoveel mogelijk wordt het toezicht integraal met partners uitgevoerd om de effectiviteit en slagkracht te vergroten.
Context en achtergrond Dienstverlening Publieke dienstverlening bestaat uit de interactie met individuele burgers, bedrijven en instellingen. Hilversum streeft ernaar om de dienstverlening gemakkelijker en efficiënter te maken. De gemeentebrede visie op dienstverlening is opgenomen in Programma 16. Kernwaarden hierin zijn: zelfredzaamheid, gemak, oplossingsgericht en digitaal loket. De gemeente geeft op een klantgerichte wijze antwoord op overheidsvragen van burgers, instellingen en bedrijven. De gemeente is in de afgelopen jaren gestart om zoveel mogelijk ‘oplossingsgericht’ te werken door in het voortraject en tijdens het vergunningverleningsproces actief mee te denken met bewoners, belanghebbende en bedrijven. In het Rekenkameronderzoek van 2013 over dienstverlening wordt dit door burgers en bedrijven positief gewaardeerd. Digitale zelfredzaamheid van de burger blijft in 2014 blijft een belangrijk aspect van de dienstverlening. Burgers en bedrijven kunnen via de website informatie opvragen die optimaal aansluit op de wensen en behoeftes. Ook wordt ingezet op het gebruik van nieuwe vormen van klantcontact zoals social media apps en digitale publicatie. Aanvragen en verleende vergunningen moeten, naast in 2014 nog publicatie in de krant, digitaal worden gepubliceerd. Dit conform de Wet elektronische publicatie (Wep). De voorbereidingen hiertoe zijn gestart. Hilversum streeft naar een hoogwaardige uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving, zodat Hilversum in 2015 voor de Wabo taken voldoet aan de landelijk kwaliteitscriteria 2.1 voor kennis, ervaring en kwantitatieve omvang. Hilversum zoekt samenwerking met (regio)partners, om te voldoen aan de kwaliteitseisen van gewenste daadkracht, stabiliteit en professionaliteit in een steeds complexere maatschappij en landelijke wetgeving. Vergunningverlening Dit programma richt zich op het afhandelen van omgevingsvergunningen, monumentenwet, vergunningen en meldingen op de Algemene Plaatselijke Verordening en de horecavergunningen. In navolging op Slank en Hoogwaardig zijn, als gevolg van de besloten bezuinigingsopdrachten, de reeds gestarte efficiencymaatregelen en reductie op formatie a.g.v. efficiency, deregulering en digitalisering van het aanvraag- en behandelproces afgerond. De klant kan in toenemende mate de komende jaren aanvragen tot vergunningen en meldingen d.m.v. een webformulier en digID digitaal indienen en de status van de afhandeling zelf volgen. Tevens wordt de complexiteit van formulieren en informatie uitvraag verminderd, zodat administratieve lasten voor burgers en bedrijven worden verminderd. Dit in navolging op de ‘Visie op Dienstverlening’ en de aanbevelingen van het Rekenkamer onderzoek ‘dienstverlening’ uit 2013. In 2014 worden de mogelijkheden onderzocht om ook de digitale documenten (stukkenstroom bij aanvraag) bij omgevingsvergunningen voor de burger digitaal beschikbaar te stellen via de reeds in 2012 gelanceerde OmgevingsAlert app of ontsloten via internet c.q. het digitale Streekarchief. De klant ondervind hierdoor het gemak door zelf informatie op te vragen i.p.v een bezoek te moeten brengen aan het stadskantoor.
185
Handhaving De wettelijke taak omvat het toezicht en de handhaving op de verleende omgevingsvergunningen, Wabo, APV en milieuwetgeving bij bedrijven. De handhaving van deze wetten heeft als doel de kwaliteit van de (leef)omgeving te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. Hilversum heeft deze wettelijke taak uitgewerkt in het ‘Handhavingsbeleid omgevingsrecht 2014’ en dit beschrijft de handhaving van de regels voor de bebouwde en onbebouwde (leef)omgeving. Dit integrale handhavingsbeleid benoemt de keuzes die Hilversum maakt over toezicht en handhaving van regels voor de (leef)omgeving. Het beleid geeft aan wat meer of minder aandacht verdient. De concrete uitvoering van dit handhavingsbeleid regelt het Uitvoeringsprogramma. Dit programma geeft voor 2014 aan wanneer, welke voorgenomen activiteiten, en welke prestaties met welk (maatschappelijk) effect worden uitgevoerd. Handhaving vraagt om verschillende vormen van toezicht. Het controleren van een verleende vergunning voor een woning is heel wat anders dan toezicht op overlast van hondenpoep. Zo is er een onderscheid gemaakt tussen vergunningsgericht toezicht (omgevingsvergunningen), objectgericht toezicht (milieu eisen bij bedrijven), gebiedsgericht toezicht (APV toezicht) en thematisch toezicht (fietsen overlast, parkeren in de voortuin). Regionale samenwerking Een deel van de milieutaken, waaronder milieucontroles bij sommige bedrijven, wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst Flevoland Gooi & Vechtstreek (OFGV). De gemeente blijft echter het bevoegd gezag. De gemeenteraad heeft de mogelijkheid om op de ontwerp begroting en op de jaarlijkse verantwoording een zienswijze in te dienen. De resultaten van de OFGV worden ook verwerkt in gemeentelijke jaarverslagen, waaronder het milieu jaarverslag. Het toezicht op de Drank- en Horecawet wordt regionaal uitgevoerd, waarbij Hilversum dienstverlenende gemeente is. Speerpunt hierbij is drankmisbruik onder jongeren tegengaan. Nieuwe wetgeving In de komende jaren (nog onduidelijk wat de precieze planning is) worden twee nieuwe wetten landelijk ingevoerd. De Omgevingswet en de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving (hierna genoemd wet VTH). De Omgevingswet behelst een vereenvoudiging van de huidige regelingen Omgevingsrecht (o.a. integratie van Wabo, Wro, Wet milieubeheer, Woningwet). Het Omgevingsrecht is nu versnipperd in tientallen wetten, circa 120 AMvB’s en honderden ministeriële regelingen. Die complexiteit leidt tot onzekerheid en onduidelijkheid bij initiatiefnemers van projecten en activiteiten. Daarom moet het omgevingsrecht transparanter, eenvoudiger, sneller en goedkoper worden. Met één Omgevingswet kunnen meer toestemmingen onder één procedure, bij één loket en onder één aanvraag worden verkregen met minder administratieve lasten voor burgers, ontwikkelaars en bedrijven. De Wet VTH gaat over de verplichte taken van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD), het ‘milieu basistakenpakket’ en de ‘kwaliteitscriteria 2.1 VTH’. Deze wet is een zelfstandig wetsvoorstel als gevolg van de Omgevingswet en ook als gevolg van recente calamiteiten zoals de Moerdijkbrand. In de wet VTH wordt ook een landelijke dwingende sanctie strategie opgenomen over de werkwijze, hoogte en directe uitvoering zonder bestuurlijk interventies op toepassen van sanctiemiddelen. In 2014 wordt bekeken welke voorbereidingen gemeente Hilversum moet doen om ervoor te zorgen dat beide wetten zo goed en tijdig mogelijk worden geïmplementeerd.
186
Relatie met andere programma’s Dit programma heeft raakvlakken met de programma’s: 10. Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer, 6. Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid; 3. Jeugd en 16. Dienstverlening.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Welstandsnota (2013). Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo) (2013). Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving (2013-2014). Parkeerbijdrageregeling en mobiliteitsfonds (2013). Beleidsregels voor de toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2o Wabo (2010). Evenementenbeleid (2003) Horecaverordening Hilversum (2003). Beleidsnotitie Regionaal Prostitutiebeleid Gooi en Vechtstreek (2000 en aanpassingen). Integraal Horeca beleid (1998 - en aanpassingen, laatste in 2008) Coffeeshopbeleid Hilversum (2013) Uitvoeringsbeleid handhaving horecawetgeving (2013) Hondenbeleid (2010) Winkeltijdenverordening (2013) Drank en horecawet verordening (2013) Beleidsnotitie inhaalslag handhaving en legalisatie illegale appartementen (2013) Convenant coffeeshop Hilversum (2013) Verordening Wet op de kansspelen (2013)
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Vergunningverlening. • Handhaving.
Subfuncties • • • • •
140.2 Handhaving openbare ruimte. 140.3 Vergunningverlening APV/horeca. 723.2 Milieubeheer. 822.1 Bouw- en woningtoezicht (kosten). 823.1 Bouw- en woningtoezicht (opbrengsten).
187
Vergunningverlening Beleidsdoel 13.1.: Verbetering van de dienstverlening bij het vergunningproces Het in stand houden van de kwaliteit en leefbaarheid van de woon- en leefomgeving, transparantie en rechtsbescherming zijn de uitgangspunten van de vergunningverlening in Hilversum. Voor burgers en bedrijven is het bovendien belangrijk, dat het doen van een digitale aanvraag eenvoudig is en dat de behandelprocedure zo kort mogelijk is. De hieronder voorgenomen veranderingen in 2014 komen deels voort uit de aanbevelingen van het Rekenkamer onderzoek ‘dienstverlening’ uit 2013. Het blijft in 2014 mogelijk om Omgevingsvergunning aanvragen op papier in te dienen, maar de gemeente zal bewoners en bedrijven zoveel mogelijk stimuleren om de aanvraag digitaal in te dienen. De meldingen of vergunningen (waaronder de Omgevingsvergunning aanvraag) worden in navolging van de bezuinigingsopdrachten vervolgens door de gemeente op een integrale wijze digitaal getoetst, afgehandeld en gearchiveerd. Dit betekent een grote efficiencywinst en kostenbesparing tijdens het vergunningverleningsproces. Dit betekent een groot gemak voor burgers en bedrijven alsmede efficiencywinst en kostenbesparing. Het is bij het aanvragen de bedoeling dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van reeds beschikbare gegevens (hergebruik van informatie door koppelingen met o.a. GBA, BAG, Wabo), zodat burgers en/of bedrijven niet iedere keer dezelfde gegevens hoeven in te vullen. Burgers en bedrijven kunnen bij de digitale aanvragen, de status van de aanvraag digitaal volgen. In 2014 wordt de dienstverlening op het vergunningenproces verder verbeterd door het digitaal beschikbaar stellen van geactualiseerde gemeentelijke informatie over de vergunningsoorten op de website (Product Dienst Catalogus). Burgers en bedrijven kunnen hierdoor beter en sneller inschatten of hun vraag haalbaar is. Klanten worden door de gemeente in 2014 actief geholpen bij het vinden van oplossingen door nadrukkelijker te wijzen op mogelijkheid tot vooroverleg en door een aanvraag van een burger of bedrijf ‘oplossingsgericht’ te benaderen. Eind 2014 zal er gemeten worden in welke mate er ‘oplossingsgericht’ gewerkt wordt en wat het effect hiervan is op de klanttevredenheid. Ook wordt in 2014 geëvalueerd wat het effect bij burgers en bedrijven is geweest van de besloten deregulering van de APV en worden voorstellen gedaan om meer activiteiten en regels in Hilversum te dereguleren. Het geografisch publiceren op de digitale kaart van Hilversum van aanvragen, meldingen en besluiten via de gemeentelijke website, landelijke website en OmgevingsAlert app wordt in 2014 voortgezet. Het afgelopen jaar waren veel bijbehorende stukken bij vergunningen al digitaal in te zien via de website, behalve de omgevingsvergunningen. Daarvoor moet de burger nog een bezoek brengen aan het stadskantoor om in te zien. In 2014 zijn ook de relevante stukken bij een omgevingsvergunning (zoals bijv. bouwtekeningen, situatieschetsen) digitaal in te zien en worden gekoppeld aan de bekendmakingen via de OmgevingsAlert app of website conform de Wet elektronische publicatie (Wep). Verder zal in 2014 bekeken worden hoe Hilversum staat ten opzichte van landelijke kwaliteitscriteria en of/welke verbetermaatregelen genomen moeten worden om in 2015 volledig te voldoen aan de vastgestelde landelijke kwaliteitscriteria 2.1. VTH (Wabo). Saldo beleidsdoel:
188
€
49.000
Prestaties 1. De nulmeting en het Verbeterplan ‘kwaliteitscriteria’ uitvoeren zodat voldaan wordt aan de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 wat betreft vergunningverlening. 2. Per 1 januari 2014 wordt voldaan aan de Wet elektronische publicatie (Wep). Aanvraag gegevens en verleende vergunningen moeten, naast in 2014 nog publicatie in de krant, digitaal worden gepubliceerd. 3. Uitvoering geven aan de aanbevelingen Rekenkamer onderzoek Dienstverlening uit 2013 voor het onderdeel vergunningverlening. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (jaar) Percentage succesvolle I Gemeente 70% (2010) 82% 85% 86% 87% aanvragen Klanttevredenheid vergunningsGemeente I 6 (2011) 7,2 7,5 7,6 7,7 proces Wabo, APV en Horeca enquête
189
Handhaving Beleidsdoel 13. 2.: Effectiever toezicht op woon- en leefkwaliteit en gebruik openbare ruimte Hilversum streeft naar een krachtig en eenduidig overheidsoptreden bij de handhaving van het woon- en leefklimaat. Burgers en bedrijven hebben behoefte aan samenhangend, doelgericht en effectief toezicht, en het liefst zo veel mogelijk ‘integraal’. Generiek integraal toezicht daar waar het kan, specifiek waar het moet. Vertrouwen, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid krijgen daarbij nadrukkelijk een plaats, omdat de naleving van regels in eerste plaats de verantwoordelijkheid is van burgers en bedrijven zelf. De gemeente geeft voorlichting, controleert gericht, en sanctioneert daar waar nodig. De beschikbare capaciteit zal in 2014 zo efficiënt mogelijk worden ingezet, vanwege de toename van nieuwe handhavingstaken vanuit het Rijk en Politie en vanwege de wens op integraal toezicht op illegaliteit in de wijken. Denk hierbij aan o.a. illegaal kappen van bomen, hondenpoep - en geluidsoverlast. De concrete uitvoering van dit handhavingsbeleid regelt het Uitvoeringsprogramma. Dit programma geeft voor 2014 aan wanneer, welke voorgenomen activiteiten, en welke prestaties met welk maatschappelijk effect worden uitgevoerd. Hierin is verwerkt de efficiencyverbetering alsmede de formatie- en ambitiereductie van de besloten bezuinigingsopdrachten uit Slank en Hoogwaardig. In 2014 wordt ook de reeds ingezette samenwerking met ketenpartners, zoals de gewestelijke afvalstoffen dienst (GAD), Bureau Wijkzaken, Regionale uitvoeringsdienst OFGV, parkeercontroleurs en politie voortgezet. In 2013 is de gemeente de toezichthouder geworden van de nieuwe Drank en Horeca Wet in samenwerking met regio gemeenten. In 2014 zal de naleving van deze wet in Hilversum op het gekozen ambitieniveau worden uitgevoerd. Het in 2013 gestarte pilot project ‘Stadsstewards’ wordt in 2014 voortgezet. De stadsstewards worden ingezet ten behoeve van de dienstverlening aan de bezoekers van het centrum. Naast het verstrekken van informatie heeft de steward ook een rol op gebied van veiligheid. De stadsstewards leveren samen met de reguliere BOA’s openbare ruimte en parkeercontroleurs een bijdrage aan een leefbaar, schoon en prettig centrum van Hilversum. De ambitie voor 2014 is om het reguliere gebiedsgericht toezicht op de openbare ruimte samenlevingsgerichter uit te voeren. Dit houdt in dat er nog meer actief contact wordt gezocht met buurtverenigingen en andere wijkgerichte organisaties. Deze organisaties kunnen dan meepraten over de aanpak en prioriteiten voor toezicht openbare ruimte in hun wijk of buurt. Thematisch integraal toezicht in de wijk met alle handhavingpartijen zal in 2014 geïntensiveerd worden (volgens model Buitengebied, Vitus buurt 2012 en Noordwest Villagebied 2013). Het streven is om de illegale appartementen met bouwjaar voor 2003 in 2014 af te ronden, hetzij door legalisatie hetzij door daadkrachtige handhaving. Het afhandelen van de inspecties en handhaven moet in 2014 volledig digitaal en op de locatie kunnen plaatsvinden zodat het aantal toezichturen in de wijken en op locaties wordt vergroot. In 2014 zal de gemeente aandacht blijven schenken aan de toezicht en handhaving van gevaarlijk en hinderlijke gestalde fietsen rond het NS station Hilversum, zodat het gebied schoon blijft. Ook is het toezicht op het hondenbeleid (aanlijnplicht en opruimplicht) belangrijk om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren. Om geluidsoverlast voor omwonenden bij evenementen te verminderen worden organisatoren meer op hun verantwoordelijkheid gewezen en zal er versneld worden gesanctioneerd, indien nodig. In 2014 wordt onderzocht of en welke maatregelen in Hilversum genomen moeten worden om ervoor te zorgen dat gemeente Hilversum in 2015 volledig voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria 2.1. voor toezicht en handhavingstaken die vallen onder de Wabo. Saldo beleidsdoel:
190
€
3.436.000
Prestaties 1. De nulmeting en het verbeterplan ‘kwaliteitscriteria’ uitvoeren, zodat voldaan wordt aan de landelijke vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 wat betreft handhaving. 2. Zoveel mogelijk afronden van handhaving op illegale appartementen met bouwjaar voor 2003, hetzij door legalisatie hetzij door handhaving. 3. Versterking en samenlevingsgerichte overlast aanpak in de wijken door integrale inzet van handhavingscapaciteit en met ketenpartners. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (jaar) Klanttevredenheid Gemeente I 7,0 (2011) 7,5 7,5 7,6 7,7 handhaafproces Wabo. enquête Rapportcijfer waardering niet niet I Burgerpanel 6,1 (2011) 6,5 6,7 burgerpanel hondenbeleid. uitvoeren uitvoeren Naleef gedrag leeftijdsgrens Mystery guest I 40% (2012) >50% >65% >70% >75% Drank- en Horecawet bij onderzoek alcoholverstrekking.
191
PROGRAMMA 13
13
Bouw- en Woningtoezicht Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
2.863 3.608
2.961 3.507
2.881 3.477
2.852 3.477
2.852 3.477
2.852 3.477
2.852 3.477
Totaal lasten
6.471
6.468
6.358
6.329
6.329
6.329
6.329
Baten 13.1 13.2
1.863 39
1.733 34
2.832 41
4.477 41
3.677 41
2.827 41
2.827 41
Totaal baten
1.902
1.767
2.873
4.518
3.718
2.868
2.868
Saldo (excl. mutaties reserves) 13.1 Verbetering dienstverlening vergunningproces 13.2 Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
1.000 3.569
1.228 3.473
49 3.436
-1.625 3.436
-825 3.436
25 3.436
25 3.436
Totaal saldo
4.570
4.701
3.485
1.811
2.611
3.461
3.461
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
4.570
4.701
3.485
1.811
2.611
3.461
3.461
Beleidsdoel Lasten 13.1 13.2
13,00 13,00
Omschrijving beleidsdoel
Verbetering dienstverlening vergunningproces Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
Verbetering dienstverlening vergunningproces Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
192
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 13.1 Verbetering dienstverlening vergunningproces 13.2 Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel Reserves 13.1 13.2
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Verbetering dienstverlening vergunningproces Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 13.1 Verbetering dienstverlening vergunningproces 13.2 Effectiever toezicht op gebruik openbare ruimte
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Bedragen x 1.000 6.358 2.873
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
193
194
Programma 14 Bereikbaarheid
195
Programma 14: Bereikbaarheid Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Vas ts tellen s tructuurvis ie verkeer.
Bereikbaarheid
14.01 Betere bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto Saldo: € 3.472.000
Het creëren van een goed bereikbare s tad, m et inachtnem ing van de kaders voor verkeers veiligheid en leefbaarheid. Saldo: € 2.443.000
• Lijs t m et wegen en locaties waar verkeers veiligheid verbeterd kan worden. • Verder voorbereiden HOV. • Aanpas s en bus halte s tation Hilvers um Sportpark/ROC. • Verder voorbereiden op- en afrit A27.
• Herijking parkeerbeleid m ede in relatie tot de ontwikkeling van de Structuurvis ie Verkeer en Vervoer 2030.
Parkeren
14.02 Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken Saldo: € -1.029.000
• Vervolg onderzoek naar parkeerm aatregelen in de nog niet gereguleerde buurten m et een hoge parkeerdruk. • Digitalis eren aanvraag van parkeervergunningen.
196
Programma 14: Bereikbaarheid Portefeuillehouder
E. Boog
Missie/programmadoelstelling Het doel van het programma Bereikbaarheid is het creëren van een goed bereikbare stad, met inachtneming van de kaders voor verkeersveiligheid en leefbaarheid. In het programma Bereikbaarheid staat de keuzevrijheid van de reiziger voor gebruik van auto, fiets en/of openbaar vervoer centraal.
Context en achtergrond Om de keuzemogelijkheden voor reizigers te bevorderen, werkt Hilversum in 2014 en latere jaren aan goed functionerende verkeerssystemen voor de auto, de fiets en het openbaar vervoer. Achteraf kan worden vastgesteld hoe de verplaatsingen over de vervoerwijzen verdeeld zijn geweest (‘modal split’). In 2014 wordt op gewestelijk niveau een verkeersanalyse uitgevoerd met als doel om de capaciteit van het regionale hoofdwegennet te toetsen. De komende jaren wordt gewerkt aan aanvullende maatregelen voor fietsinfrastructuur, zoals het Rondje Hilversum. De aanleg van de Hoogwaardige Openbaar Vervoerverbinding tussen Huizen en Hilversum wordt verder voorbereid. In de begroting zijn geen exploitatiemiddelen voor gedrag beïnvloedingsprogramma’s opgenomen. Op dit terrein worden slechts activiteiten ondernomen indien de Provincie Noord-Holland een project volledig subsidieert. De verkeersinfrastructuur wordt zo ingericht dat de verkeersveiligheid en leefbaarheid wordt verbeterd. De verkeersveiligheid is in het afgelopen decennium fors verbeterd. We komen op een punt dat er weinig winst meer behaald kan worden door een verkeersveiliger inrichting. Sinds 2009 registreert de politie niet meer alle incidenten. In tegenstelling tot eerdere programmabegrotingen is om deze reden geen indicator voor verkeersveiligheid meer opgenomen.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •
Plan Wegen (1996) Verder met Wegen (1999) Infrastructuurplanning 2000-2010 (2000) RegioNet Korte Termijn (2002) Integraal bereikbaarheidsplan Hilversum e.o. (2005) Hilversum Buiten (2006) Plan van aanpak toegankelijke bushaltes in Hilversum (2006) Aanvullend fietsbeleid (2008) Uitvoeringsprogramma fiets (2012) Geïntegreerd parkeerbeleid (2008) Vastgestelde parkeernormen, beleidsregels parkeren, parkeerbijdrageregeling (2009)
Relevante kaderstellende beleidsnota’s van het Rijk en de Provincies zijn o.a. de Nota Mobiliteit, de Structuurvisie Randstad 2040 en het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040, het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan van Noord-Holland, het mobiliteitsplan VERDER van de regio Utrecht en het rijksbesluit RRAAM (ontwikkeling Almere). In 2013 is het Convenant Vrachtverkeer afgesloten tussen gewestgemeenten en vervoerders en het Convenant Bereikbaarheid tussen de gemeente Hilversum en bedrijven op het Arenapark en het Media Park.
197
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Bereikbaarheid • Parkeren
Subfuncties • • •
211.1 Verkeersmaatregelen en -onderzoeken 214.1 Parkeervoorzieningen 215.1 Baten parkeervoorzieningen
198
Bereikbaarheid Beleidsdoel 14.1.: Betere bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030 De Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030 maakt zowel voor burgers als voor de raadsleden inzichtelijk welke expliciete beleidsuitgangspunten (bestaand beleid) en doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer op de lange termijn zijn geformuleerd. Voor burgers schept dat duidelijkheid waarom een bepaalde maatregel voorgesteld of genomen wordt. Zo wordt beleid inzichtelijk, toetsbaar en voor burgers navolgbaar, los van de vraag of ze het met de genomen maatregelen eens zijn. Voor de Raad helpt een (vastgestelde) Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030 bij de mening- en besluitvorming van actuele onderwerpen. Het resultaat is een structuurvisie waarin de fundamenten van het vigerende verkeersbeleid in al zijn facetten is vastgelegd. Daarnaast is in beeld gebracht welke consequenties voor verkeer, vervoer en bereikbaarheid te verwachten zijn op basis van de geschetste ruimtelijke en sociaal economische ontwikkelingen en welke onderdelen van het verkeer- en vervoerbeleid bijstelling vereisen. Hilversum is geen zelfstandig eiland. In de Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030 is de verkeersafwikkeling in Hilversum nadrukkelijk geplaatst binnen de verkeersstructuur en afwikkeling in de regio. Voor de ‘Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030’ is in 2013 een plan van aanpak opgesteld. In 2014 wordt gestart met fase 1 ‘kenschets bestaande en toekomstige situatie’. In het 3e kwartaal wordt naar verwachting het voorstel van de denkrichting toekomstig verkeer en vervoer afgerond en in het 4e kwartaal 2014 of 1e kwartaal 2015 is de Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030 in concept gereed. Verkeersprognosemodel In 2014 wordt het nieuwe verkeersprognosemodel opgeleverd en ingezet bij diverse verkeersvraagstukken. Op gewestelijk niveau wordt een analyse gedaan om te bekijken of de capaciteit van het regionale hoofdwegennet nog voldoet. Het verkeersprognosemodel dient als basis voor de Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030. Verkeersveiligheid Naar aanleiding van het overzicht met wegen die nog niet duurzaam veilig zijn ingericht en met locaties waar de verkeersveiligheid voor o.a. fietsers en schoolkinderen nog verbeterd kan worden, worden maatregelen uitgevoerd. In 2014 zijn voor de verkeerssystemen voor fiets, openbaar vervoer en auto de volgende maatregelen gepland: Fiets Het uitvoeringsprogramma fiets wordt verder uitgevoerd: de fietstunnel onder de afrit A27 en het fietspad tussen Huydecopersweg en Maartensdijkseweg worden voorbereid en de fietsparkeerplaatsen bij station Hilversum Noord worden uitgebreid. De verwachte waardering van de fietsinfrastructuur blijkt uit de indicator ‘waardering fietspaden’ in onderstaande tabel. Openbaar vervoer De aanleg van de HOV-verbinding Hilversum-Huizen wordt voorbereid. Op de kruising Schapenkamp/Beatrixtunnel en de kruising Vaartweg/Brinkweg wordt de doorstroming voor de bus verbeterd. De bushalte bij station Hilversum Sportpark/ROC wordt aangepast. De verwachte waardering van het openbaar vervoer blijkt uit de indicator ‘waardering busvervoer’ in onderstaande tabel. Auto De verbetering van de op- en afrit van de A27 wordt samen met Rijkswaterstaat voorbereid. Van Plan Wegen worden de deelprojecten Jan van der Heijdenstraat en Minckelersstraat afgerond. Het IBP wordt geëvalueerd. De verwachte waardering van de (auto)wegen blijkt uit de indicator ‘waardering (auto)wegen’ in onderstaande tabel.
199
Mobiliteitsmanagement Het bereikbaarheidsconvenant dat is afgesloten met bedrijven van het Arenapark en het Media Park wordt uitgevoerd. Saldo beleidsdoel:
€
3.472.000
Prestaties 1. Vaststellen structuurvisie verkeer. 2. Verbeteren verkeersveiligheid rondom scholen. 3. Verder voorbereiden HOV. 4. Aanpassen bushalte station Hilversum Sportpark/ROC. 5. Verder voorbereiden op- en afrit A27. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (jaar) I Waardering fietspaden. Omnibus 6,8 (2013) 7,0 7,0 7,0 7,0 I Waardering busvervoer. Omnibus 6,6 (2013) 6,8 7,0 7,0 7,0 I Waardering (auto)wegen. Omnibus 5,7 (2013) 6,3 6,5 6,7 6,7
(I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Kengetallen Bron 2010(*1) 2011(*1) waarde (jaar) Percentage langzaam verkeer Niet van K OViN 71,5 68,5 verplaatsingen binnen Hilversum per jaar. toepassing Percentage OV-verplaatsingen binnen Niet van K OViN 2,4 1,9 Hilversum per jaar (*2). toepassing Percentage auto verplaatsingen binnen Niet van K OViN 26,1 29,6 Hilversum per jaar (*3). toepassing Niet van 43,6 38,9 K Totaal aantal verplaatsingen OViN toepassing miljoen miljoen (*1) De kengetallen zijn met vertraging beschikbaar: begin 2013 is het cijfer voor 2011 bekend. (*2) Het aantal OV-verplaatsingen wordt verkregen door een kleine steekproef op te hogen naar heel Hilversum. Hierdoor kan het aantal OV-verplaatsingen per jaar fluctueren. (*3) Inclusief overige verplaatsingen.
200
Parkeren Beleidsdoel 14.2.: Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken In 2008 heeft de raad de beleidsnota ‘geïntegreerd parkeerbeleid’ vastgesteld. Om maatwerk te kunnen bieden in relatie tot ontwikkelingen in de stad, wordt het parkeerbeleid steeds tegen het licht gehouden en wordt waar mogelijk ingespeeld op nieuwe mogelijkheden en technieken. De herijking van het parkeerbeleid maakt een substantieel onderdeel uit van de te ontwikkelen Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030. De beleidsregels parkeren voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen worden in 2014 geëvalueerd en waar nodig aangepast. Het doel is te komen tot een acceptabele parkeerbalans in de wijken. Elke drie jaar wordt in Hilversum de parkeerdruk gemeten. Deze resultaten worden gebruikt om de parkeerbalans in de wijken te monitoren. Als blijkt dat in een wijk een tekort aan parkeerplaatsen is (parkeerdruk > 80%), volgt in overleg met de buurt onderzoek naar de mogelijkheden tot betaald parkeren met medegebruik door vergunninghouders en/of fysieke maatregelen. Hierdoor wordt de schaarse parkeerruimte zo eerlijk mogelijk verdeeld en wordt foutparkeren beperkt, waardoor de doorgang voor de nood- en hulpdiensten verbetert. In 2014 treedt de aangepaste parkeerverordening in werking. Daarmee kan de vergunningverlening beter worden afgestemd op de huidige parkeerpraktijk in de buurten. Na de invoering van belparkeren in 2013 wordt het klantgemak in 2014 verder uitgebreid door het mogelijk te maken om parkeervergunningen digitaal via de gemeentelijke website aan te vragen. Op het gebied van bedrijfsmatigheid wordt - indien mogelijk - bezien waar parkeergerelateerde taken en procesonderdelen het beste kunnen worden ondergebracht, binnen de eigen organisatie of op basis van regie extern. Saldo beleidsdoel:
€
-1.029.000
Prestaties 1. Herijking parkeerbeleid mede in relatie tot de ontwikkeling van de Structuurvisie Verkeer en Vervoer 2030. 2. Vervolg onderzoek naar parkeermaatregelen in de nog niet gereguleerde buurten met een hoge parkeerdruk. 3. Digitaliseren aanvraag van parkeervergunningen. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde (2012) Oordeel burger parkeer mogelijkheden in de buurt (Gemiddelde score voor Waarstaatje I 6,2 6,3 6,4 6,4 6,5 gemeente met 50.000 tot 100.000 inw. gemeente.nl is 6,5) Oordeel burger parkeer mogelijkheden Waarstaatje in de gemeente (Gemiddelde score I 5,2 5,5 5,8 6,0 6,0 voor gemeente met 50.000 tot 100.000 gemeente.nl inw. is 6,2)
201
PROGRAMMA 14
14
Bereikbaarheid Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
12.414 3.789
5.745 3.946
3.972 3.941
3.937 3.941
3.937 3.941
3.937 3.941
3.937 3.941
16.203
9.691
7.913
7.878
7.878
7.878
7.878
9.144 5.350
2.197 4.820
500 4.970
500 4.970
500 4.970
500 4.970
500 4.970
Totaal baten
14.494
7.017
5.470
5.470
5.470
5.470
5.470
Saldo (excl. mutaties reserves) 14.1 Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto 14.2 Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken
3.270 -1.561
3.548 -874
3.472 -1.029
3.437 -1.029
3.437 -1.029
3.437 -1.029
3.437 -1.029
1.709
2.674
2.443
2.408
2.408
2.408
2.408
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
1.709
2.674
2.443
2.408
2.408
2.408
2.408
Beleidsdoel Lasten 14.1 14.2
Omschrijving beleidsdoel
Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken
Totaal lasten Baten 14.1 14.2
Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken
Totaal saldo 14,00 14,00
202
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
begr 2014
begr 2015
Investeringen 14.1 Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto 14.2 dekking via balanspost openbaar vervoer
1.305 188
140 188
90 125
250 115
Totaal
1.493
328
215
365
Beleidsdoel Reserves 14.1 14.2
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen 14.1 Betere bereikbaarheid per fiets, OV en auto 14.2 Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken
123
20
-
143
Totaal voorzieningen
123
20
-
143
Totaal reserves
Bedragen x 1.000 7.913 5.470
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
203
204
Programma 15 Ruimtelijke Ordening
205
Programma 15: Ruimtelijke Ordening Maatschappelijke effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
• Vaststellen van de agenda voor het Centrum.
Het behoud van bestaande en het benutten van potentiële ruimtelijke kwaliteiten van Hilversum staat centraal. Saldo: € 2.763.000
Ruimtelijke plannen
15.01 Actuele ruimtelijke plannen Saldo: € 2.763.000
• Vaststellen regelingen in bestemmingsplannen Bosdrift en Kamerling Onnesweg voor de beschermde gezichten. • Meerjarenplanning voor bestemmingsplannen. • Bestemmingsplannen voor ‘crematorium (Zuiderhof) en Lucentlocatie’.
206
Programma 15: Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder
L.E.C. Jooren-van der Boor
Missie/programmadoelstelling Het programma Ruimtelijke Ordening beoogt ‘de juiste functie aan de juiste locatie’ te koppelen. Centraal staat het behoud van bestaande en het benutten van potentiële ruimtelijke kwaliteiten van Hilversum, door kaderstelling voor ruimtelijke ontwikkelingen. Daarbij wordt niet uitsluitend gekeken naar Hilversum, maar ook naar Hilversum als onderdeel van de regio.
Context en achtergrond Om de beschikbare ruimte in Hilversum zo goed mogelijk in te richten, maakt Hilversum gebruik van wettelijk instrumentarium uit onder andere de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Inhoudelijke ambities en plannen voor woningbouw, economie en voorzieningen zijn opgenomen in programma’s als Wonen/ISV, Economie, Onderwijs en Welzijn en Bereikbaarheid. Het ruimtelijke ordeningsbeleid kent verschillende niveaus. Op rijksniveau is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) opgesteld. De structuurvisie schetst de ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040. Op provinciaal niveau zijn de Provinciale structuurvisie 2040 en de Provinciale verordening de belangrijkste kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen. Binnen deze kaders heeft de gemeente beleidsvrijheid. Voor een goede afstemming participeert Hilversum in regionale samenwerkingsverbanden, zoals het gewest Gooi en Vechtstreek, de NV Utrecht en de Metropoolregio Amsterdam (MRA). De Wro heeft als uitgangspunt de scheiding tussen beleid en normering. Onder beleid wordt verstaan het maken van structuurvisies, sectorale structuurvisies en andere ruimtelijke nota’s, zoals de Welstandsnota. Instrumenten voor normering zijn bestemmingsplannen, afwijkingen daarvan in de vorm van een omgevingsvergunning en beheerverordeningen.
Kaderstellende beleidsnota’s • •
Structuurvisie Hilversum 2030 Welstandsnota 2013
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Ruimtelijke plannen
Subfuncties • •
810.1 Ruimtelijke Ordening. 810.2 Landmeten en vastgoedregistratie.
207
Ruimtelijke plannen Beleidsdoel 15.1.: Actuele ruimtelijke plannen De beoogde resultaten zijn: Beleid: Agenda voor het centrum Op 15 mei 2013 is de structuurvisie Hilversum 2030 vastgesteld. In die visie staan de keuzes, de hoofdlijnen en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor Hilversum tot 2030. De structuurvisie doet onder andere richtinggevende uitspraken voor het centrum. De nadere uitwerking van deze uitspraken vindt plaats in een centrumvisie. In 2014 wordt een agenda voor het centrum door de Raad vastgesteld. Onderdeel van deze agenda voor het centrum is de totstandkoming van de structuurvisie Centrum. Voor het centrum wordt een integrale aanpak voorgestaan, waarin naast de ruimtelijke visieontwikkeling (op langere termijn) ook op kortere termijn ontwikkelingen plaatsvinden, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en economie. Om de korte en lange termijn ontwikkelingen inzichtelijk te maken en op elkaar af te stemmen wordt de agenda voor het centrum opgesteld. Ook de totstandkoming van de structuurvisie Verkeer en Vervoer maakt onderdeel uit van de agenda voor het Centrum. Geopark De stichting Goois Natuur Reservaat en de Vereniging Vrienden van het Gooi verkennen in samenwerking met diverse partijen de mogelijkheden om de Unesco status ‘Geopark’ te verwerven. Zij hebben de stichting ‘Geopark in oprichting’ opdracht verleend om de voorbereiding van de aanvraag van deze Unesco status uit te werken, met als doel om vanaf 2018 als ‘Geopark Gooi en Vecht’ te fungeren. De gemeente Hilversum is één van de partijen waarmee de stichting ‘Geopark in oprichting’ samenwerkt. Medio 2012 is binnen de Vereniging van Vrienden van Het Gooi (VVG) de gedachte ontstaan om te onderzoeken of het unieke Gooise stuwwallandschap in aanmerking zou kunnen komen voor de status van een Geopark. Een Geopark is een door de UNESCO erkend gebied met belangrijke geologische, archeologische, ecologische en culturele waarden. De vereniging is van mening dat een Geopark naadloos sluit bij de doelstelling van de VVG, namelijk de bescherming van ons unieke stuwwallenlandschap, met veel cultureel erfgoed, overgangen en gradiënten naar natuurlijke meren en veenweidelandschappen. De status van Geopark beoogt: - de geo-diversiteit te beschermen; - de geologische geschiedenis in relatie tot de natuur en het culturele erfgoed te vertellen; - de duurzame economische ontwikkeling te ondersteunen. Alleen door een brede samenwerking tussen stakeholders (eigenaren, beheerders, overheden) en partners vanuit verschillende werkvelden (geologie, natuur, cultuur, educatie, toerisme en de agrarische sector) kan het idee van het Geopark ten volle tot uitdrukking komen. Kwaliteit van de leefomgeving Kwaliteit van de leefomgeving krijgt ook in 2014 de aandacht. De uitgangspunten voor die kwaliteit, zoals die in de structuurvisie Hilversum 2013 zijn opgenomen zijn leidraad bij het handelen van de gemeente. Normering: In de afgelopen jaren zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Van de ruim 40 bestemmingsplannen die een paar jaar geleden nog golden zijn er nu 18. Ze beslaan het hele grondgebied van de gemeente. Daarmee is de basis op orde. De bestemmingsplannen voldoen aan de wettelijke vereisten, zoals digitale beschikbaarheid en digitale raadpleging. Er is een gemeentelijke site ingericht waarop de plannen allemaal kunnen worden geraadpleegd. Bestemmingsplannen moeten eens in de 10 jaar ‘tegen het licht gehouden worden’ om te bezien of ze nog actueel zijn. In 2014 wordt een meerjarenplanning voor bestemmingsplannen opgesteld om werkzaamheden voor de komende jaren te spreiden. Voorkomen dient te worden dat alle bestemmingsplannen tegelijkertijd geactualiseerd worden. Als een bestemmingsplan nog
208
voldoende actueel is kan worden besloten de werkingsduur van het bestemmingsplan ‘te verlengen’ door een ‘verlengingsbesluit’ te nemen. Voor de in 2013 door de rijksoverheid aangewezen beschermde gezichten in Hilversum Zuid en Oost wordt een bestemmingsplan (tot wijziging van de bestemmingsplannen Bosdrift en Kamerlingh Onnesweg) ter vaststelling voorgelegd, waarin de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van de gezichten worden geborgd in het wettelijk verplichte ruimtelijke ordeningsinstrument het beschermende bestemmingsplan. De gemeente kan ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken. Dan gaat het vaak om ontwikkelingen die niet passen binnen vigerende bestemmingsplannen en/of die vanwege het conserverende karakter van de in de afgelopen jaren geactualiseerde bestemmingsplannen niet konden worden meegenomen (in die actualisering). Instrumenten daarvoor zijn het opstellen van een nieuw ontwikkelingsgericht (postzegel) bestemmingsplan, afwijkingen van het bestemmingsplan (de zogenoemde project omgevingsvergunning, voorheen projectbesluit). Voorbeelden van dergelijke ontwikkelingen zijn: • crematorium (Zuiderhof) • Lucentlocatie. Bestemmingsplannen die deze ontwikkelingen mogelijk moeten maken worden in 2014 ter vaststelling de raad voorgelegd. Tot deze reguliere werkzaamheden behoren onder andere het innemen en beoordelen van initiatieven van derden, maar ook het doen van locatieonderzoeken, het overleg in de regio, afhandeling van planschade-verzoeken, het doen van gemeentebreed onderzoek (gemeentelijke Burgerenquête, Burgerpanel) en werkzaamheden ten behoeve van vastgoed- en geo-informatie. Hierover wordt niet via de programmabegroting en -rekening gerapporteerd, tenzij majeure afwijkingen optreden. Saldo beleidsdoel:
€
2.763.000
Prestaties 1. Vaststellen van de agenda voor het Centrum. 2. Vaststellen regelingen in bestemmingsplannen Bosdrift en Kamerling Onnesweg voor de beschermde gezichten. 3. Meerjarenplanning voor bestemmingsplannen. 4. Bestemmingsplannen voor ‘crematorium (Zuiderhof) en Lucentlocatie’. (I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron 2014 2015 2016 2017 waarde Niet van toepassing
209
PROGRAMMA 15
15
Ruimtelijke ordening Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
3.192
3.117
2.763
2.753
2.753
2.753
2.753
3.192
3.117
2.763
2.753
2.753
2.753
2.753
35
38
-
-
-
-
-
35
38
-
-
-
-
-
Saldo (excl. mutaties reserves) 15.1 Actuele ruimtelijke plannen
3.157
3.079
2.763
2.753
2.753
2.753
2.753
Totaal saldo
3.157
3.079
2.763
2.753
2.753
2.753
2.753
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
3.157
3.079
2.763
2.753
2.753
2.753
2.753
Beleidsdoel Lasten 15.1
Omschrijving beleidsdoel
Actuele ruimtelijke plannen
Totaal lasten Baten 15.1
Actuele ruimtelijke plannen
Totaal baten
15,00 15,00
210
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 15.1 Actuele ruimtelijke plannen
25
-
55
-
Totaal
25
-
55
-
Beleidsdoel Reserves 15.1
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Actuele ruimtelijke plannen
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 15.1 Actuele ruimtelijke plannen
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Bedragen x 1.000 2.763 -
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
211
212
Programma 16 Dienstverlening
213
Programma 16: Dienstverlening Maatschappelijke effecten
Verbetering van diens tverlening aan de burger: Slank en Hoogwaardig. Saldo: € 1.432.000
Beleidsterreinen
Diens tverlening
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
16.01 Optim alis eren van de diens tverlening Saldo: € 1.432.000
214
• Realis eren van het uitvoerings plan diens tverlening.
Programma 16: Dienstverlening Portefeuillehouder
L.E.C. Jooren-van der Boor
Missie/programmadoelstelling Dienstverlening aan de burger staat hoog op de politieke agenda en is ook onderdeel van de visie op de organisatie: Slank en Hoogwaardig. Om optimaal grip te houden op het verbeteren van de dienstverlening is in 2013 een zelfstandig Programma Dienstverlening gestart. De nieuwe klantbenadering heeft geresulteerd in de vorming van een Klant Contact Centrum (KCC). Dé frontoffice van de gemeente, waar voor een groot aantal producten het eerste contact plaatsvindt tussen bewoner, bezoeker, bedrijf en de gemeente. Dit programma is in ontwikkeling, en andere programma’s dragen hier aan bij. Het Programma Dienstverlening is gericht op individuele dienstverlening. De volgende definitie wordt hierbij gehanteerd: ‘Alle publieke dienstverlening waarin sprake is van interactie en/of transactie met individuele burgers, bezoekers en bedrijven. Kenmerkend is dat het om diensten/producten gaat waarvoor het initiatief voor het afnemen ervan bij de burgers, bezoekers en bedrijven zelf ligt. Daarin onderscheidt individuele dienstverlening van de andere - even belangrijke - vorm: de collectieve dienstverlening: dienstverlening die op initiatief van de gemeente wordt geboden (denk bijvoorbeeld aan reiniging of infrastructureel onderhoud).’
Context en achtergrond In 2012 is de oude visie op klantcontacten herzien, en heeft het college een vernieuwde ‘Visie op Dienstverlening’ vastgesteld. Deze visie is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma waarin 47 projecten/activiteiten zijn benoemd. Een groot deel van deze projecten/activiteiten is gericht op het ontwikkelen van de digitale dienstverlening. Enerzijds maakt de gemeente met digitalisering de dienstverlening laagdrempeliger doordat diverse aanvragen en meldingen op afstand en op elk moment gedaan kunnen worden. Anderzijds richt de gemeente hierdoor het proces efficiënter in, waardoor de behandeltijd wordt verkort. Met de hernieuwde visie is het KCC de hoofdingang voor bewoners, bezoekers en bedrijven (Waar verder in de tekst ‘bewoners’ staat, wordt ook bedoeld: bewoners, bezoekers en bedrijven).Hierdoor is het niet meer nodig op zoek te gaan naar de juiste persoon of afdeling. Het KCC kan de meeste vragen direct beantwoorden zonder door te verbinden. De medewerkers van het KCC worden regelmatig getraind in diverse communicatieve vaardigheden, zodat ze snel tot de kern van de vraag of het probleem kunnen komen. Daarnaast worden de medewerkers structureel geïnstrueerd over de diverse vakgebieden, zodat ook de kwaliteit van de dienstverlening wordt gewaarborgd. Verder heeft het KCC inzicht in de voortgang van diverse aanvragen en meldingen en treedt het in toenemende mate op als regisseur op deze processen. Al deze ontwikkelingen leveren een voordeel op voor de bewoners, welke onder andere bestaat uit kwalitatieve verbetering, duidelijkheid, eenduidigheid, snelheid en inzichtelijkheid. Doordat het KCC de meeste vragen afhandelt, ontstaat bij de overige afdelingen ruimte voor het verder ontwikkelen van de producten en diensten.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • •
Stelsel van basisregistraties (2007). Gemeente heeft Antwoord© (2008). Kwaliteitshandvest gemeente Hilversum (vastgesteld CMT-2009). iNUP (overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid (2011). Overdrachtsdocument programma Zaken voor Elkaar (vastgesteld CMT-2011). Kredietvoorstel kernapplicaties en e-diensten (raad, maart 2012). Visie op dienstverlening (B&W, juli 2012). Uitvoeringsplan (vastgesteld CMT, najaar 2012).
215
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Dienstverlening.
Subfuncties Het programma dienstverlening staat voor één gemeentelijke dienstverleningsorganisatie en raakt hiermee bijna alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie.
216
Optimaliseren van de dienstverlening Beleidsdoel 16.1.: Optimaliseren van de dienstverlening Digitale dienstverlening Er is de laatste tijd veel in het digitale kanaal geïnvesteerd. In 2014 gaat de gemeente het aantal digitale producten uitbreiden. Bewoners, bezoekers en bedrijven worden verleid om zoveel mogelijk digitaal te regelen en aan te vragen. Het zaakgericht werken wordt verder uitgebreid. Er is veel aandacht voor het onderzoeken en verbeteren van klantcontacten en hierbij is er ook aandacht voor mail, twitter en andere social media. Als een aanvraag digitaal is verstuurd, kan de aanvrager de status van de aanvraag digitaal volgen. Openbare bekendmakingen en bestuursstukken worden digitaal beschikbaar gesteld. Dienstverlening vanuit het perspectief van bewoners: het aantal contactmomenten is zo min mogelijk en zo gemakkelijk mogelijk. Klanten Contact Centrum Het Klanten Contact Centrum (KCC) wordt in 2014 doorontwikkeld tot een volwaardige frontoffice. Dienstverlening vanuit het perspectief van bewoners: in één keer via één ingang goed geregeld. Vanaf 2015 kan het KCC 80% van alle vragen beantwoorden. De bewoner kan altijd terecht bij het KCC en wordt niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. De gemeente heeft één fysieke ingang, één telefoonnummer (14 035) en in de toekomst ook één post- en e-mailadres en één website. De bewoner krijgt overal hetzelfde antwoord ongeacht het kanaal dat hij gebruikt. In de geformuleerde visie is de regie op processen vanuit de dienstverlening uitgewerkt. In 2014 is er aandacht voor de doorontwikkeling van de regiefunctie van de het KCC. Hiertoe zal een dashboard worden ontwikkeld waarmee inzicht wordt gegeven in de belangrijkste indicatoren die de kwaliteit van de dienstverlening bepalen. In dat kader komt er ook een update van de Servicenormen (het overzicht van de beloften die de gemeente aan bewoners doet ten aanzien van de individuele dienstverlening). De aansluiting van het KCC op de Hilversumse variant van de Decentralisaties in het domein Werk Inkomen en Zorg wordt nader onderzocht. Activiteiten binnen andere programma’s De ontwikkeling van dienstverlening is vastgelegd in een concernthema dat programmatisch wordt aangestuurd. In de ‘Visie op Dienstverlening’ zijn tien doelen benoemd, die gerealiseerd worden door de diverse projecten en activiteiten. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is een campagne om de digitale dienstverlening te promoten. Programma 16 zit in een groeifase naar een volwaardig programma met alle bijbehorende kengetallen, indicatoren en budgetten. Alle andere programma’s uit de begroting leveren direct of indirect een bijdrage aan individuele dienstverlening en hebben daardoor raakvlakken met programma 16. In onderstaand overzicht staan projecten/activiteiten uit andere programma’s vermeld, samen met het beoogde resultaat en de bijbehorende programmadoelen.
217
Activiteit/project
Resultaat
Transformatie van het Sociale Domein (Integrale toegang).
Maatwerk vanuit het perspectief van de bewoner, waarbij alle problemen en vraagstukken gezamenlijk behandeld worden (één-loketgedachte). Optimaliseren van de MOR door het web formulier eenvoudiger en daarmee laagdrempeliger te maken. Door het digitaal publiceren van documenten kunnen bewoners deze eenvoudig en op ieder moment inzien. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het groeiende belang dat bruidsparen hechten aan de huwelijkslocatie. Bewoner kan op elk moment en op afstand een aanvraag/melding doen. Informatie wordt gecombineerd, waardoor het dubbel aanleveren van gegevens wordt voorkomen. Bewoner kan laagdrempelig de ontwikkelingen in zijn eigen omgeving bijhouden. Knelpunten en irritaties voorkomen door vanaf het voortraject van een aanvraag actief mee te denken. Bewoners kunnen de grondslag van waardebepaling van hun woning gemakkelijker inzien.
Melding Openbare Ruimte (MOR).
Verder digitaliseren van de bouwtekeningen uit het Streekarchief. Uitbreiden van huwelijkslocaties.
Digitaal informatie- en aanvraagloket.
Informatie digitaal en geografisch publiceren. Oplossingsgericht werken.
Publicatie van de WOZ-waardebepaling op de website.
Betrekking op programmadoelen uit ‘Visie op Dienstverlening’ Klantgericht denken, Eén herkenbaar Hilversums loket, Regie voeren op integrale dienstverlening, In één keer goed, Efficiënte dienstverlening. Klantgericht denken, Waar mogelijk digitale kanaal als voorkeurskanaal, Efficiënte dienstverlening. Klantgericht denken, Waar mogelijk digitale kanaal als voorkeurskanaal. Klantgericht denken.
Klantgericht denken, Waar mogelijk digitale kanaal als voorkeurskanaal, Antwoord op alle overheidsvragen, Regie voeren op integrale dienstverlening, Efficiënte dienstverlening. Klantgericht denken, Waar mogelijk digitale kanaal als voorkeurskanaal. Klantgericht denken, Regie voeren op integrale dienstverlening, In één keer goed, Efficiënte dienstverlening. Klantgericht denken, Waar mogelijk digitale kanaal als voorkeurskanaal.
De onderdelen van het Uitvoeringsplan, zoals gedeeltelijk hierboven genoemd, zijn in de begroting nog op onderwerp gerangschikt en maken deel uit van de diverse afdelingsplannen en -budgetten. De inzet en middelen die horen bij de reguliere dienstverlening en de verbeterslag worden dan ook in diverse begrotingsprogramma’s verantwoord. Saldo beleidsdoel: Prestaties 1. Realiseren van het uitvoeringsplan dienstverlening.
218
€
1.432.000
(I)ndicator en (K)engetallen; op indicatoren wordt gestuurd en er wordt over gerapporteerd. Kengetallen dienen als achtergrondinformatie. ReferentieI/K Indicator/Kengetallen Bron waarde 2014 2015 2016 2017 (jaar) Aantal bezoekers Web390.000 K 500.000 550.000 600.000 650.000 gemeentelijke website. bureau (2011) Aantal ontvangen gesprekken 128.000 K via gemeentelijke KCC 130.000 120.000 110.000 105.000 (2011) telefoonnummer 14035. Aantal klantcontacten balie 72.500 K KCC 67.500 65.000 62.500 60.000 KCC. (2011) Klanttevredenheid K TNS-NIPO 7,0 (2010) 7,0 - 7,5 7,0 - 7,5 7,0 -7,5 7,0 - 7,5 dienstverlening. % klantvragen dat door de I KCC Niet bekend 70% 80% 80% 80% KCC kan worden beantwoord. % geslaagde contactpogingen, binnen gestelde normen 6x KCC 73% (2010) 80% 85% 90% 95% I overgaan, in het bereikbaarheidsonderzoek voor telefonische bereikbaarheid. % digitale aanvragen ten opzichte het total aanvragen I KCC Niet bekend 15% 20% 25% 30% die producten die digitaal worden aangeboden. Aangezien programma 16 in een groeifase zit, geldt dit ook voor de indicatoren. In andere programma’s wordt ook gemeten, maar vanuit een andere invalshoek. Dit moet ook integraler worden, en doorontwikkelen.
219
PROGRAMMA 16
16
Dienstverlening Bedragen x € 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
2.731
2.869
2.739
2.739
2.739
2.739
2.739
Totaal lasten
2.731
2.869
2.739
2.739
2.739
2.739
2.739
Baten 16.1
1.379
1.292
1.307
1.307
1.307
1.307
1.307
Totaal baten
1.379
1.292
1.307
1.307
1.307
1.307
1.307
Saldo (excl. mutaties reserves) 16.1 Optimalisering digitale dienstverlening
1.352
1.577
1.432
1.432
1.432
1.432
1.432
Totaal saldo
1.352
1.577
1.432
1.432
1.432
1.432
1.432
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
-
-
-
-
-
-
-
Totaal saldo excl. reservemutaties
1.352
1.577
1.432
1.432
1.432
1.432
1.432
Beleidsdoel Lasten 16.1
16,00 16,00
Omschrijving beleidsdoel
Optimalisering digitale dienstverlening
Optimalisering digitale dienstverlening
220
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2014
begr 2015
Bedragen x € 1.000 begr begr 2016 2017
Investeringen 16.1 Optimalisering digitale dienstverlening
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
Beleidsdoel Reserves 16.1
Omschrijving beleidsdoel
1-12014
Optimalisering digitale dienstverlening
Erbij
Bedragen x € 1.000 31-12Eraf 2014
-
-
-
-
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 16.1 Optimalisering digitale dienstverlening
-
-
-
-
Totaal voorzieningen
-
-
-
-
Bedragen x 1.000 2.739 1.307
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2014 Baten 2014
221
222
6 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
224
6. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 6.0. Inleiding De beschrijving van de programma’s 1 tot en met 16 zijn opgenomen in het hoofdstuk hiervoor. Per saldo zijn de lasten van de inhoudelijke programma’s 2 tot en met 16 groter dan de baten. Programma 1 Financiën bestaat uit de algemene dekkingsmiddelen, de mutaties in de reserves en het saldo op de rekening/begroting. Samen vormen deze de dekking van het negatieve financiële saldo van de programma’s 2 tot en met 16. In dit hoofdstuk beschrijven wij de algemene dekkingsmiddelen. De mutaties in bestemmingsreserves en algemene reserves vallen niet onder de algemene dekkingsmiddelen en worden derhalve niet hier beschreven. In paragraaf 8.1 Financieel overzicht ziet u de (financiële) samenhang tussen programma’s, de algemene dekkingsmiddelen, de mutaties in reserves en het saldo op de begroting/rekening. In paragraaf 9.1. Staat van reserves treft u een specificatie van de mutaties in de reserves aan.
6.1. Ongebonden lokale heffingen Onderdeel van de algemene dekkingsmiddelen zijn de zogeheten ongebonden lokale heffingen. Dit zijn lokale heffingen waarvan de besteding zonder specifieke voorschriften door de gemeente Hilversum zelf kan worden bepaald. Het belangrijkste onderdeel van de ongebonden lokale heffingen vormt de OZB opbrengst van € 17,5 miljoen. Deze opbrengst valt uiteen in het eigenarendeel niet-woningen (€ 4,6 miljoen), het gebruikersdeel niet-woningen (€ 3,3 miljoen), en het eigenarendeel woningen (€ 9,6 miljoen). Onder de ongebonden lokale heffingen vallen ook de honden- en precariobelasting. De belangrijkste gebonden lokale heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. In § 7.1 gaan wij uitgebreider in op zowel de gebonden als ook ongebonden lokale heffingen.
6.2. Algemene uitkering De algemene uitkering vormt verreweg het belangrijkste algemene dekkingsmiddel voor de gemeentelijke uitgaven. De raming voor 2014 is gebaseerd op de meicirculaire 2013 en komt uit op circa € 91,1 miljoen. De bezuinigingsmaatregelen van het Kabinet Rutte II zijn hierin grotendeels verwerkt. In de raming is nog geen rekening gehouden met de doorwerking naar het gemeentefonds van additionele rijksbezuinigingen van € 6 mld met ingang van 2014. Hoewel over de hoogte van de hieruit voortvloeiende korting op de algemene uitkering van Hilversum nog geen zekerheid bestaat, is er voorzichtigheidshalve alvast rekening mee gehouden door het opnemen van een stelpost van € 1,5 miljoen in 2014 en 2015 en € 1 miljoen in 2016 en verder. De algemene uitkering blijft de komende jaren onder druk staan. In de paragraaf weerstandsvermogen (7.2) wordt hierop ingegaan.
6.3. Dividenden Het overzicht van de deelnemingen met daarachter de geboekte dividenden in de jaarrekening 2012, de raming in de begroting 2013 en 2014 ziet er als volgt uit:
225
Omschrijving Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vitens Totaal
Dividend in rekening 2012 291.000 240.000 531.000
Raming 2013 140.000 251.000 391.000
Raming 2014 140.000 251.000 391.000
Tabel 6.3.1 Ontwikkeling dividend
Volgens de bestendige gedragslijn worden dividenden over enig jaar verantwoord in het daaropvolgende jaar. De dividenden in de rekening 2012 hebben dus betrekking op de in 2012 ontvangen dividenden over het jaar 2011.
6.4. Saldo van de Financieringsfunctie Dit onderdeel bestaat diverse subonderdelen. Deze worden nader beschreven in § 7.4. Financiering.
6.5. Overige algemene dekkingsmiddelen Onder de overige algemene dekkingsmiddelen zijn onder andere opgenomen de lasten van de inning en invordering van de gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ. Daarnaast zijn hierin opgenomen de saldi van de kostenplaatsen van de diensten. Ook vallen hieronder stelposten met nog naar de diensten te verdelen mutaties, loon- en prijsstijgingen in de periode 2014-2018, de kapitaallasten 2015-2018 van het investeringsprogramma 2014-2017, en de vrijval van kapitaallasten in de jaren 2014-2018 van reeds geactiveerde investeringen.
6.6. Onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een post (begroting 2014: € 107.000) voor onvoorziene lasten opgenomen. Dit maakt het mogelijk om in het begrotingsjaar onvoorziene (dus niet begrote) uitgaven, die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn (de 3 o’s), op te vangen. Als deze uitgaven structureel zijn, dienen ze uiteraard in de volgende begroting structureel te worden gedekt. De post onvoorzien maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. In § 7.2 Weerstandsvermogen en risico’s kunt u desgewenst meer lezen over de relatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit.
226
7 Paragrafen
228
7. Paragrafen 7.0. Inleiding Artikel 7 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat in de beleidsbegroting paragrafen moeten worden opgenomen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld, waardoor uw raad beter overzicht in deze onderwerpen krijgt. De paragrafen geven derhalve een dwarsdoorsnede van de begroting en zijn daarmee een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjarige) financiële positie. In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente Hilversum. De paragrafen bevatten beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en vallen daarom onder de beleidsbegroting. Ingevolge het BBV zijn de volgende 7 verplicht voorgeschreven paragrafen opgenomen: 7.1. Lokale heffingen. 7.2. Weerstandsvermogen en risico’s. 7.3. Onderhoud kapitaalgoederen. 7.4. Financiering. 7.5. Bedrijfsvoering. 7.6. Verbonden partijen. 7.7. Grondbeleid.
229
7.1. Lokale heffingen 7.1.1. Inleiding De paragraaf lokale heffingen betreft zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden (zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing), als die waarvan de besteding ongebonden is (onroerend zaakbelastingen, precario- en hondenbelasting). Bij de jaarlijkse vaststelling van de tarieven in Hilversum gelden enkele vaste (beleids)uitgangspunten: • De tarieven worden gecorrigeerd voor inflatie; • De tarieven zijn zo veel als mogelijk kostendekkend; • Wettelijk vastgestelde tarieven gelden ongeacht de twee voorgaande uitgangspunten. Afwijkingen van de twee eerstgenoemde uitgangspunten worden in paragraaf 7.1.2. toegelicht. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: 7.1.2 inkomsten uit lokale heffingen en beleid per belastingsoort; 7.1.3 overzicht van de lokale lastendruk over de periode 2011-2014; 7.1.4 kwijtscheldingsbeleid; 7.1.5 landelijke woonlastenvergelijking.
7.1.2. Inkomsten uit lokale heffingen jaar-
jaar-
stukken
stukken
begroting
begroting
2011
2012
2013
2014
meerjarenraming
programma programma 2015
2016
2017
2018
Niet gebonden: Onroerende-zaakbelastingen
16.039
16.520
17.044
17.490
17.963
18.362
18.761
19.160
Hondenbelasting
470
486
454
463
463
463
463
463
Precariobelasting
291
410
358
365
365
365
365
365
Afvalstoffenheffing
8.687
8.751
8.926
8.745
8.569
8.396
8.227
8.061
Rioolrechten
8.201
8.555
8.720
8.653
8.609
8.566
8.523
8.480
Gebonden:
Marktgelden
215
233
238
243
243
243
243
243
Graf- en begraafrechten
971
1.102
1.135
1.135
1.135
1.135
1.135
1.135
Opbrengsten parkeervoorzieningen + garages
3.430
3.840
3.235
3.710
3.710
3.710
3.710
3.710
Opbrengsten fiscale parkeerheffingen
1.120
1.502
1.200
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
Leges bouwvergunningen c.a.
2.623
1.706
1.387
2.629
4.274
3.474
2.624
2.624
Leges burgerlijke stand (incl. huwelijken/partnerschap)
212
210
197
206
197
197
197
197
1.104
1.142
1.025
1.087
997
1.009
1.336
1.280
Leges gemeentelijke basisregistratie
191
198
209
182
182
190
204
202
Overige leges en heffingen
121
165
160
185
185
185
185
185
43.675
44.820
44.288
46.343
48.142
47.545
47.223
47.355
Leges rijbewijzen / paspoorten / identiteitskrt.
Totaal:
(Bedragen x € 1.000)
Tabel 7.1.2 Inkomsten uit lokale heffingen
Onroerende zaakbelastingen (OZB). Voor de OZB worden de tarieven voor woningen verhoogd met het inflatiepercentage van 2%. Voor niet-woningen is de stijging 3,5%. Deze bestaat uit 2% inflatiecorrectie en 1,5% extra, om het verschil met het landelijk gemiddelde tarief voor niet-woningen in te lopen. Deze opbrengst bedraagt dan € 17.490.000. Net als voorgaande jaren, worden de tarieven gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling van het onroerend goed in Hilversum. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd dat het bedrag dat de belastingbetaler daadwerkelijk aan OZB verschuldigd is, niet wordt beïnvloed door de ontwikkelingen op de onroerendgoedmarkt, maar enkel stijgt met het inflatiepercentage van 2%. Hondenbelasting, precariobelasting, havengelden, en marktgelden. Voor het jaar 2014 is rekening gehouden met een inflatoire stijging van 2 %. Rioolheffing. De gemeente is verantwoordelijk voor de riolering. De kosten hiervan worden doorberekend via een rioolheffing. De uitgangspunten voor de exploitatie van het rioolstelsel en de wijze waarop de kosten worden gedekt, zijn neergelegd in het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP). Met ingang van 2014 wordt een deel (€ 350.000,-) van de veegkosten meegenomen in de rioolheffing. Het is toegestaan deze kosten ten laste te brengen van de rioolheffing. Immers, als de verharding niet
230
(goed) geveegd wordt, moeten de kolken vaker geleegd worden en hierdoor stijgen ook de kosten voor het rioleringsbeheer/ onderhoud. Niettemin wordt voor 2014 wordt het tarief verlaagd met 0,5%. Door een beperkte, maar gelijkmatige daling van het tarief voor de komende jaren, vloeit het geld uit de egalisatiereserve terug naar de burger, zonder dat dit grote tariefschommelingen tot gevolg heeft. Het tarief komt daarmee voor 2014 uit op € 213,12 per adres. Afvalstoffenheffing. Het inzamelen van het afval wordt uitgevoerd door de gewestelijke afvalstoffendienst (GAD), die de kosten hiervoor in rekening brengt bij de deelnemende gemeenten. Via de afvalstoffenheffing dragen de inwoners van Hilversum bij in deze kosten. Voor 2014 worden de tarieven verlaagd met 2%. De egalisatiereserve, welke is gevuld door de afvalstoffenheffing uit de voorgaande jaren, dient zonder grote schommelingen in het tarief terug te vloeien naar de burger. Door een gelijkmatige daling van het tarief voor de komende jaren, wordt dit gerealiseerd. De tarieven in 2014 voor 1-, 2- en meerpersoonshuishoudens bedragen dan respectievelijk € 175,08, € 233,04 en € 290,52. Parkeertarieven en graf- en begraafrechten Voorgesteld wordt de huidige parkeertarieven niet aan te passen en te handhaven op het niveau van 2013. Het tarief voor een naheffingsaanslag parkeerbelastingen mag echter niet meer dan kostendekkend zijn. Daarom dient dit tarief voor 2014 verlaagd te worden van € 54,- naar € 52,-. De graf- en begraafrechten uit 2013 behoeven geen aanpassing, deze zijn ook voor 2014 voldoende om volledig kostendekkend te zijn. Overige leges en heffingen. Op basis van het bestaande beleid zullen deze heffingen ook in 2014 zoveel als mogelijk kostendekkend worden gehouden, dan wel met het inflatiepercentage van 2 % worden verhoogd. In enkele gevallen worden de tarieven bij wet vastgesteld. Dan worden natuurlijk deze tarieven gehanteerd. Voor de omgevingsvergunning blijft het huidige tarief van 3,4% van de bouwsom gehandhaafd. De leges tarieven voor de dienstverlening van de afdeling Publiekszaken (inclusief het Streekarchief) worden niet gewijzigd. Voor een groot deel van de tarieven geldt een wettelijk tarief. Een deel van de overige tarieven zijn reeds in 2011en 2012 aangepast tot een kostendekkend niveau. Verder is de Leegstandswet gewijzigd, waardoor een vergunning voor tijdelijke verhuur van een leegstaande woning niet jaarlijks maar 5-jaarlijks kan worden toegekend. De tarieven voor de vergunning en de verlenging daarvan zijn aangepast aan deze wijziging en op kostendekkend niveau vastgesteld. (Titel 1 Hoofdstuk 12 van de tarieventabel). Daarnaast was het tarief voor een rooivergunning niet 100% kostendekkend. Het tarief van € 86,per boom uit 2013 dient te stijgen tot € 215,- per boom om 100% kostendekkend te zijn. Voorgesteld wordt om deze forse stijging niet in één keer door te voeren, maar om dit in twee jaren te doen en voor 2014 een tarief van € 150,- per boom te hanteren. Per 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht geworden. De tarieven welke hieraan zijn gerelateerd, zijn aangepast aan deze wijzigingen en op kostendekkend niveau vastgesteld. Hierbij zijn ook de kosten voor een eventueel onderzoek bij bureau Bibob betrokken, welke worden doorberekend aan de aanvrager. (Titel 3 Hoofdstuk 1 van de tarieventabel). Tot slot is aanbeveling 6 van het Rekenkameronderzoek “Vergunningen beter verleend” overgenomen. Er geldt een hoger legestarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenementenvergunning, die niet tijdig is ingediend. (nieuwe artikel 3.2.1.5 in Tarieventabel). 7.1.3. Overzicht van de lokale lastendruk over de periode 2011 t/m 2018 Hieronder is weergegeven hoe de lokale lastendruk zich van 2011 t/m 2018 heeft en zal ontwikkelen.
231
meerjarenraming Omschrijving
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Gemiddelde woningwaarde
272.667
265.851
256.014
239.373
239.373
239.373
239.373
239.373
OZB eigenaren
220,32
226,50
228,62
233,14
237,80
242,56
247,41
252,36
Rioolrecht
202,56
210,00
214,20
213,12
212,06
211,01
209,96
208,91
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden)
290,52
290,52
296,40
290,52
284,88
279,18
273,61
268,14
Totaal
713,40
727,02
739,22
736,78
734,74
732,75
730,98
729,41
8,43%
1,91%
1,68%
-0,33%
-0,28%
-0,27%
-0,24%
-0,22%
11,87%
1,51%
2,01%
-1,36%
-1,33%
-1,36%
-1,35%
-1,35%
Procentuele wijziging t-1 (stijging (+)/daling (-)) Stijging voor eigenaar én gebruiker van woningen Stijging lastendruk voor huurders van woningen Tabel 7.1.3. overzicht van lokale lastendruk
7.1.4. Kwijtscheldingsbeleid De gemeente Hilversum biedt burgers die niet, of slechts met grote moeite, in staat zijn om de lokale belastingen te betalen de gelegenheid kwijtschelding aan te vragen. Men komt niet zomaar in aanmerking voor kwijtschelding. Hiervoor dient men aan een aantal voorwaarden te voldoen die bij de behandeling van de aanvraag worden getoetst. De rijksoverheid bepaalt in belangrijke mate de normen voor deze regeling. Het is alleen mogelijk kwijtschelding aan te vragen voor onderstaande heffingen: • Jaarlijks onderhoudsrecht graven; • Rioolrecht; • Afvalstoffenheffing; • Hondenbelasting (uitsluitend de eerste hond). Ook behandelt de afdeling Belastingen al jaren, voor zover het inwoners van Hilversum betreft, de kwijtscheldingsverzoeken voor de (waterschaps)heffingen van Waternet. Waternet heeft daartoe in haar communicatie met ingezetenen van Hilversum opgenomen dat kwijtschelding voor de waterschapsheffingen kan/moet worden aangevraagd bij de gemeente Hilversum. Dit verzoek wordt door de afdeling Belastingen van de gemeente Hilversum afgehandeld. Waternet vergoedt de kosten die de afdeling Belastingen hiervoor maakt. rekening 2012
Omschrijving Aantal kwijtscheldingsverzoeken (inclusief Waternet), waarvan: - geheel toegekend - gedeeltelijk toegekend - afgewezen - in behandeling % verzoeken afgehandeld < 6 maanden totaalbedrag kwijtschelding aantal beroepschriften % ongegrond beroepschriften % beroepschriften < 8 weken afgehandeld
begroting 2013
begroting 2014
3.049
3.100
3.100
2.055 65 360 569
2.300 150 650 0
2.300 150 650 0
80% 892.564
100% 1.055.000
100% 1.055.000
113 23% 100%
60 95% 100%
60 95% 100%
Tabel 7.1.4. (rekening 2012: De nog openstaande verzoeken zijn in januari 2013 afgehandeld).
Begin 2012 is door het Rijk de wet- en regelgeving met betrekking tot de kwijtschelding van lokale belastingen voor mensen die gebruikmaken van kinderopvang en 65-plussers gewijzigd. Met ingang van 1 januari 2012 worden de kosten van kinderopvang meegewogen bij de beoordeling en zijn de normen voor 65-plussers enigszins gewijzigd. De totale geraamde kwijtschelding in 2014 bedraagt € 1.034.000.
232
7.1.5. Landelijke woonlastenvergelijking Het Coelo (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) van de rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt ondermeer de lokale lasten. Het Coelo brengt hierover jaarlijks de Atlas van lokale lasten uit, met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland. De afgelopen twee jaar nam Hilversum een positie in die iets boven het gemiddelde lag. Op dit moment is nog niet exact in te schatten welk effect de voorgestelde tarievenaanpassing heeft op de positie op deze ranglijst. Wij menen echter dat daardoor de positie de positie van Hilversum op deze ranglijst zal verbeteren. Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste woonlasten) voor een meerpersoonshuishouden met daarin opgenomen de positie van Hilversum, ziet er als volgt uit: Omschrijving
2010 2011 2012 2013 rangorde bedrag rangorde bedrag rangorde bedrag rangorde bedrag
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten Gemeente met de laagste lasten Gemiddelde van alle gemeenten Gemeente met de hoogste lasten
1 447
474 659 1.168
1 444
480 671 1.165
1 432
500 683 1.169
1 430
508 697 1.149
Gemeente Hilversum
205
664
298
721
298
738
294
750
Tabel 7.1.5. Coelo overzichten vergelijking gemeenten
Overigens, veel gemeenten staan in de rangorde rond het gemiddelde geconcentreerd. Kleine wijzigingen in de woonlasten (van minder dan 10%) leiden hierdoor al tot een grote verschuiving in de rangorde.
233
7.2. Weerstandsvermogen en risico’s 7.2.1. Inleiding Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. In deze paragraaf, die is voorgeschreven in de artikelen 11 en 26 van het BBV worden risico’s gesignaleerd die de financiële positie kunnen bedreigen. Het beleidskader, tegen de achtergrond waarvan deze paragraaf is opgesteld, bestaat uit de door de raad vastgestelde nota’s ‘reserves & voorzieningen’ en ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’. Naar aanleiding van een advies van de rekeningencommissie over het bovengenoemde instrumentarium (beleidskader en risicoparagraaf) worden de gesignaleerde risico’s zo goed mogelijk gekwantificeerd ter onderbouwing van de hoogte van de algemene reserve. 7.2.2. Inventarisatie weerstandscapaciteit Onderstaand overzicht geeft de weerstandscapaciteit conform de nota ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’. Van de vermelde reserves heeft alleen de algemene reserve ongebonden de vooropgezette functie van opvang voor risico’s. De algemene reserve gebonden en de bestemmingsreserves hebben dat niet maar kunnen, als de algemene reserve ongebonden tekort schiet, daarvoor in geval van nood wél worden aangesproken. De weerstandscapaciteit naar de actuele stand is als volgt: Incidenteel
Structureel
Reseves (geraamde stand per 1-1-2014) a) algemene reserve, ongebonden b) algemene reserve, gebonden c) bestemmingsreserve
Begrotingsruimte (op jaarbasis) 3.500 48.823 9.560
Stille reserve (prognose 2014- 2018) d) winst verkopen niet strategisch bezit f) winsten grondexploitaties
f) onvoorzien g) overige ontwikkelingen t.l.v. accres
107 1.000
Onbenutte belastingcapaciteit (op jaarbasis) 1.800 2.812
h) onbenutte capaciteit OZB
66.495
3.731
4.838 (Bedragen x € 1.000)
a.
b.
c.
algemene reserve, ongebonden: Deze reserve heeft specifiek de functie van buffer voor het opvangen van risico’s, waarvoor geen maatregelen (verzekeren, voorzieningen treffen, e.d.) kunnen worden getroffen. De gewenste hoogte van deze reserve is in de nota ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’ bepaald op € 3,5 miljoen De stand van de reserve per 1 januari 2014 is geraamd op dat bedrag. algemene reserve, gebonden: Deze reserve heeft primair het karakter van stamkapitaal, waarvan de rente ten gunste van de exploitatie wordt gebracht. De stand van deze reserve per 1 januari 2014 wordt geraamd op € 48,8 miljoen. bestemmingsreserves: Hoewel bestemd voor het doel waarvoor ze zijn ingesteld, vormen bestemmingsreserves - als onderdeel van het eigen vermogen - onbedoeld tóch weerstandscapaciteit die kan worden aangesproken in het geval dat de algemene reserve ongebonden tekort schiet. Dit geldt echter niet voor: 1. beklemde reserves: dit zijn reserves die zijn bestemd voor de dekking van kapitaallasten (centrale huisvesting/DHI, project Larenseweg, herinrichting marktplein, De Vorstin); 2. andere reserves waarvan de bestemming moeilijk te wijzigen is: dit betreft met name de reserves frictiekosten Slank & Hoogwaardig, FLO-kosten van het voormalig brandweerpersoneel en Principal Toolbox. Het totaal aan bestemmingsreserves bedraagt € 16,8 miljoen. Met aftrek van de onder punt 1 en 2 genoemde reserves van circa € 7,2 miljoen resteert een bedrag aan ‘vrije’ bestemmingsreserves van € 9,6 miljoen.
234
d.
e.
f.
g.
4.
winst uit verkoop niet-strategisch bezit: De overwaarde (= het verschil tussen de markt- en boekwaarde) op het niet strategisch bezit wordt verzilverd door de verkoopactie die al enige jaren gaande is. Verwacht wordt dat in 2014 een bedrag van € 250.000 aan de verkoop van niet strategisch bezit kan worden overgehouden. In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met een verkoopwinst van € 800.000 in 2015 en € 750.000 in 2016. Deze winsten dragen bij aan de weerstandscapaciteit aangezien in 2014, 2015 en 2016 sprake is van een positief regulier begrotingssaldo. winsten grondexploitaties: Op grond van de geldende verslaggevingvoorschriften moeten verliezen op grondexploitaties worden afgedekt door een voorziening op het moment dat ze bekend worden en mogen winsten pas genomen worden als ze gerealiseerd zijn. De winsten voor de komende jaren, volgens de actualisering 2013, van € 1 miljoen in 2014 en € 1,8 miljoen in 2015 zijn niet nodig om tot een sluitende begroting te komen en zijn daarom te beschouwen als weerstandscapaciteit. onvoorzien: Jaarlijks wordt in de begroting een post voor onvoorziene lasten opgenomen. Dit maakt het mogelijk lopende het begrotingsjaar onvoorziene - dus niet begrote - uitgaven die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn (de 3 o’s) op te vangen. De begroting 2014 bevatte een bedrag van € 107.000 voor onvoorzien. overige ontwikkelingen ten laste van het accres: Voor het opvangen van autonome ontwikkelingen is in de meerjarenraming een stelpost van € 1 mln per jaar geraamd. In de begroting 2014 is dit bedrag inmiddels volledig ingezet, maar vanaf 2015 is er dus jaarlijks nog een miljoen aan weerstandcapaciteit. onbenutte capaciteit OZB: De onbenutte OZB-capaciteit wordt gedefinieerd als het verschil tussen de OZBopbrengst die mogelijk is als het normtarief voor toelating tot artikel 12 Financiële Verhoudingswet zou gelden enerzijds en de opbrengst bij het in Hilversum vastgestelde tarief anderzijds. De staatssecretaris van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties heeft in de junicirculaire 2013 het normtarief voor de toelating tot artikel 12 Financiële verhoudingswet voor het jaar 2014 gepubliceerd. Het artikel 12 normtarief is een gewogen percentage, te berekenen over de economische waarde van woningen, van nietwoningen eigenaren en van niet-woningen gebruikers, en bedraagt voor 2014: 0,1651%. Het gewogen percentage op basis van de door de gemeenteraad voor 2014 vastgestelde tarieven komt uit op 0,1402. Onze gemeente zit dus (0,1651% minus 0,1402% =) 0,0249% onder dit normtarief. Dit verschil vermenigvuldigd met de opgetelde economische waarde voor de drie categorieën (€ 15 miljard) laat zien dat de onbenutte OZB ruimte in 2014 ruim € 3,7 miljoen bedraagt.
7.2.3. Inventarisatie risico’s Onder risico’s verstaan we alle voorzienbare gebeurtenissen met mogelijke financiële gevolgen waarvan niet zeker is dat ze zich daadwerkelijk zullen voordoen en/of wat de omvang van die financiële gevolgen zal zijn als ze zich voordoen. Vanwege deze onzekerheid is met deze gebeurtenissen nog geen rekening gehouden door het opnemen van posten in de meerjarenbegroting of algemene reserve, het vormen van voorzieningen of het afwaarderen van activa. Dit betekent dat als die gebeurtenissen daadwerkelijk optreden de financiële gevolgen zich manifesteren als niet begrote uitgaven (tegenvallers). Als daarbij gelet op de aard en omvang van die gebeurtenissen die tegenvallers niet blijven binnen het totaal van min of meer normale over- en onderschrijdingen op de begroting, dan komen ze ten laste van de algemene reserve. In deze paragraaf gaat het om de specifieke risico’s die bij het opstellen van deze begroting 2014 door de diensten onderkend zijn. De aan deze risico’s gegeven kwantificering berust op een inschatting van enerzijds het bedrag dat met het risico gemoeid kan zijn en anderzijds de kans dat het risico zich voordoet. Er wordt gewerkt met een bandbreedte met een minimum- en maximumgrens. De inschattingen die daarover gemaakt zijn moeten worden gezien als ‘educated guesses’ van meerdere bij de diverse onderwerpen betrokken actoren.
235
Omschrijving risico 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
grondexploitaties risico´s IBP garanties woningbouw algemene uitkering rentelasten implementatie bezuinigingen herkeuringen WIA frictiekosten Slank en Hoogwaardig Wabo-leges (economische crisis) onderwijshuisvesting
11
WWB (I-deel) a. aantal gerechtigden b. rijksbijdrage
12 13 14 15 16 totaal
WMO (open einde regeling) minimabeleid transitie stichting VML decentr. sociaal domein juridisch geschil UPC
Ingeschat risico-bedrag 8.000 844 7.529 8.600 657 15.000 2.500 1.100 2.350
Bandbreedte van de kans dat het risico zich voordoet 0% 0% 0% 30% 0% 0% 6% 0% 10%
50% 100% 1% 45% 100% 5% 15% 50% 20%
1.500 1.000 1.300 4.000 80
0% 0%
bandbreedte van het risicobedrag 2.500 140 235
4.000 844 75 3.900 657 750 375 550 470 825
-1.000
1.500 1.000
-800
500 400 48
10% 60% PM PM
54.460
1.075
15.894
(Bedragen x € 1.000)
Het totale risicobedrag volgens de bovengrens van de bandbreedte ad. € 15,9 miljoen past binnen de beschikbare weerstandscapaciteit van incidenteel € 66,5 miljoen en structureel € 4,8 miljoen zoals weergegeven in paragraaf 7.2.2. Daarbij moet nog opgemerkt worden dat de genoemde risico’s zich natuurlijk niet alle tegelijk zullen voordoen.
236
1.
Grondexploitaties (bandbreedte: € 0 - € 4.000.000) Binnen de gemeente Hilversum worden de grondexploitaties jaarlijks geanalyseerd en geactualiseerd, omdat zich binnen grondexploitaties aanzienlijke risico’s kunnen voordoen als gevolg van bijvoorbeeld marktontwikkelingen, saneringskosten en dergelijke. Voor alle verliesgevende grondexploitaties is een voorziening gevormd op basis van de in de Actualisering Grondexploitaties 2013 (Raad van 15 mei 2013) geraamde nadelige saldi. Het risico dat grondexploitaties negatiever uitvallen dan voorzien is daarmee echter niet met 100% zekerheid volledig afgedekt. Vandaar dat de grondexploitaties tevens in de risicoparagraaf aan de orde komen. a.
prijsrisico’s In de eerste plaats is het in de huidige markt moeilijk in te schatten hoe prijzen zich in de nabije toekomst zullen ontwikkelen. Dit geldt zowel voor de lasten- als voor de batenkant. In de actualisering 2013 anticiperen wij op de marktomstandigheden door de lasten met 1,5% en de baten niet te laten stijgen. Dit op basis van de verwachtingen van; • de Consumenten Prijs Indexen van het Centraal Bureau voor de Statistiek: verkoopcijfers en prijswijzigingen woningbouw; • het Bureau Documentatie Bouwwezen: kostenontwikkelingen van investeringen vastgoed; • de Nederlandse Vereniging van Makelaars: verkoopcijfers en prijswijzigingen woningbouw en; • diverse grond- weg en waterbouw informatiebronnen op internet. Afgezet tegen dat uitgangspunt schatten wij het risico van afwijkende prijsontwikkelingen als volgt in: • 1% extra kostenstijging ad. € 600.000 met een kans van 25% = € 150.000 • 1% opbrengstendaling ad. € 1.200.000 met een kans van 25% = € 300.000 • 1% opbrengstenstijging ad. € 1.250.000 met een kans van 25% = -/-€ 312.000 De bandbreedte van het negatieve risico (kostenstijging plus opbrengstendaling) ligt daarmee tussen € 0 en € 450.000. De bandbreedte van het positieve risico (opbrengstenstijging) ligt tussen € 0 en -/-€ 312.000.
b.
intrinsieke risico’s afzonderlijke grondexploitaties In de tweede plaats zijn er voor de afzonderlijke grondexploitaties specifiek geldende risico’s en kansen. Onderstaand schema geeft de inschatting daarvan voor het totaal van alle grondexploitaties. Vergelijking Risico´s in jaren
= is last of nadeel - is bate of voordeel Negatieve Risico´s (kans maal gevolg) Positieve Risico´s (kans maal gevolg) Totaal
A
B
C = B -/- A
actualisatie maart 2012
actualisatie maart 2013
Verschil 2013-2012
Opmerking
4.241.000 -247.000
9.306.000 -1.709.000
5.065.000 vermeerdering -1.462.000 vermeerdering
3.994.000
7.597.000
3.603.000 per saldo mee
In de Actualisering Grondexploitaties 2013, waarin verwerkt; de door de Raad vastgestelde herzieningen Anna’s Hoeve Bouwplan, Kapperschool en Paardenplein is het subtotaal (negatief dan wel positief) met € 3,6 mln. nadelig gewijzigd ten opzichte van Actualisering Grondexploitaties 2012. Een verklaring van het verschil wordt gevormd door een toename van de risico’s bij grondexploitatie Anna’s Hoeve Bouwplan. Voor deze grondexploitatie is door een externe partij een uitgebreide risico analyse opgesteld.
237
2.
3.
De afzonderlijke risico’s en kansen van de grondexploitaties (€ 7.597.000) tezamen met de algemene prijsrisico’s (€ 450.000) maakt dat we op een bandbreedte van de risico’s van de grondexploitaties uitkomen die rekentechnisch ligt tussen de € 0 en € 8.047.000. Omdat we ervan uitgaan, dat niet alle risico’s gelijktijdig zullen optreden, achten wij het hanteren van een bandbreedte tussen de € 0 en € 4 miljoen reëel. Risico’s IBP (bandbreedte: € 0 - € 843.750) In de door de Raad op 19 juni 2013 vastgestelde jaarrekening 2012 is voor het IBP een maximaal risico vermeld van € 843.750. Op basis van die risico-inschatting heeft het College op 16 juli 2013 besloten akkoord te gaan met een procesvoorstel ter minimalisering van het genoemde risico. In het kader van dit procesvoorstel dient in het najaar 2013 nader afgestemd te worden met diverse stakeholders, waaronder de provincie Noord-Holland. We verwachten dan ook op zijn vroegst eind 2013 voorstellen ter zake aan de Raad te kunnen voorleggen. Gewaarborgde leningen sociale woningbouw (bandbreedte: € 0 - € 75.270) Het schuldrestant van de door het WSW geborgde leningen van de in Hilversum actief zijnde woningcorporaties, waarvoor de gemeente Hilversum een achtervangpositie inneemt, bedraagt per 1 januari 2014 krap € 356 mln. Tezamen met het schuldrestant van één thans nog door de gemeente Hilversum rechtstreeks geborgde maar aan het WSW ter borging over te dragen lening van € 1,3 mln zal de door de gemeente Hilversum in te nemen achtervangpositie in 2014 € 357 mln bedragen. Gezien het relatieve geringe aandeel van door het WSW geborgde leningen, waarvoor de gemeente Hilversum een achtervangpositie inneemt, ten opzichte van het landelijk totaal van door het WSW geborgde leningen, doet het gebruik van verschillende peildata in onderstaande scenario’s naar onze mening geen afbreuk aan het berekende risicobeeld. A a1 a2 H I
Stel: schuldrestant door WSW geborgde leningen van corporaties schuldrestant door WSW gevrijwaarde leningen van corporaties WOZ-waarde van het ingezette onderpand van de landelijk actieve corporaties borgstellingsreserve WSW obligo gezamenlijke corporaties
Per 31-dec-2012 31-dec-2012 31-dec-2012 31-dec-2012 31-dec-2012
o.b.v. WSW JR12 WSW JR12 WSW JR12 WSW JR12 WSW JR12
Bedrag 87.400.000.000 4.700.000.000 362.600.000.000 489.518.750 3.300.000.000
B1 B2 b1 Q1 Q2
schuldrestant door WSW geborgde leningen met achtervang gem. H'sum schuldrestant aan WSW over te dragen direct geborgde leningen WOZ-waarde van het ingezette onderpand van de in H'sum actieve corporaties schuldrestant door gem. H'sum direct geborgde leningen schuldrestant door gem. H'sum direct geborgde leningen
1-jan-2014 1-jan-2014 31-dec-2011 1-jan-2014 1-jan-2014
H'sum PB14 H'sum PB14 H'sum PB13 H'sum PB14 H'sum PB14
355.610.911 1.306.881 2.500.000.000 453.784 1.524.781
D E Q1 Q2 Q3 G
stel: totale schade na inzet 1e zekerheidstelling stel: aandeel in schade van corporaties met achtervang gem. H'sum kans van optreden scenario 2 (gem. H'sum geen schadegemeente) kans van optreden scenario 3 (gem. H'sum wel schadegemeente) kans van optreden scenario 4 (totale systeemcrisis) stel: marktrente langlopende leningen
1-jan-2014 1-jan-2014 1-jan-2014 1-jan-2014 1-jan-2014 30-jun-2013
H'sum PB14 H'sum PB14 H'sum PB14 H'sum PB14 H'sum PB14 H'sum PB14
4.789.518.750 239.475.938
Perc. 25,40% van a2
14,28% van b1
10,00% 5,00% 1,00% 3,25%
Op basis van bovenstaande gegevens hebben wij aan de hand van de volgende vier scenario’s voor wat betreft de risico-inschatting doorgerekend. Scenario 1 Stel dat alle corporaties, waarvoor Hilversum een achtervangpositie heeft ingenomen, niet meer aan hun verplichtingen van de geborgde leningen (€ 357 miljoen = B1+B2) kunnen voldoen. Scenario 2 Stel dat landelijk een aantal corporaties voor een bedrag van € 4,8 miljard niet meer aan hun verplichtingen inzake geborgde leningen kunnen voldoen, waarbij de gemeente Hilversum niet tot de schadegemeenten behoort. Scenario 3 Idem als scenario 2, maar nu behoort de gemeente Hilversum wel tot de schadegemeenten. We gaan er in dit scenario vanuit, dat € 239 mln. (van de € 357 mln. aan geborgde leningen, waarvoor de gemeente Hilversum een achtervangpositie heeft
238
ingenomen of gaat nemen) gerekend kan worden tot de schadeveroorzakende leningen.
Formule
Zekerheidstelling
Letter
Scenario 4 Stel dat er een totale systeemcrisis ontstaat, waarbij alle corporaties niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen en het WSW wordt aangesproken voor het totaal van de geborgde leningen. Bij de navolgende berekening merken we vooraf het volgende op: • Gemakshalve hebben we in deze 4 scenario’s de 1e zekerheidstelling van het WSW (liquiditeit en solvabiliteit van de woningcorporaties) verdisconteerd met de schade. • Scenario 1 hebben wij niet in de risico-inschatting opgenomen, omdat dit risico door het WSW in het kader van de 2e zekerheidstelling binnen het garantievermogen van het WSW (borgstellingreserve plus obligo’s) opgevangen kan worden. • De berekening van scenario 4 is een zeer arbitraire. Bij een totale systeemcrisis met een omvang van 87 miljard gaan zaken spelen, die wij op gemeentelijk niveau niet kunnen inschatten, zoals wellicht omhoogschietende marktrentes, EU-steun, omvallende banken etc., terwijl eveneens wellicht onduidelijkheid gaat ontstaan over de waarde van het corporatiebezit en de mogelijk verdiencapaciteit van de corporaties op basis van dat bezit.
Omschrijving
Scenario 2
Scenario 3
Scenario 4
Casus: A B1
schuldrestant door WSW geborgde leningen van corporaties schuldrestant door WSW geborgde leningen met achtervang gem. H'sum
B2
schuldrestant aan WSW over te dragen direct geborgde leningen
B C D E F
=B1+B2 =B/A*100
tot. schuldrestant door WSW geborgde leningen met achtervang gem. H'sum Percentueel aandeel
=E/D*100
stel: totale schade na inzet 1e zekerheidstelling stel: aandeel in schade van corporaties met achtervang gem. H'sum Percentueel aandeel
G
stel: marktrente langlopende leningen
H I J K L1 L2 M1 M2
eigen vermogen gezamenlijke corporaties reeds aangesproken (zie D) borgstellingsreserve WSW obligo gezamenlijke corporaties Nog te dekken na inzet 1e en 2e zekerheidstelling renteloze lening aan WSW door Rijk 50% renteloze lening aan WSW door alle gemeenten 25% waarvan ten laste van de gemeente Hilversum renteloze lening aan WSW door schadegemeenten 25% waarvan ten laste van de gemeente Hilversum
87.400.000.000 87.400.000.000 87.400.000.000 355.610.911 355.610.911 355.610.911 1.306.881
1.306.881
1.306.881
356.917.792 0,41%
356.917.792 0,41%
356.917.792 0,41%
4.789.518.750 0 0,00%
4.789.518.750 87.400.000.000 239.475.938 356.917.792 5,00% 0,41%
3,25%
3,25%
3,25%
0 489.518.750 3.300.000.000 1.000.000.000 500.000.000 250.000.000 1.020.932 250.000.000 0
0 489.518.750 3.300.000.000 1.000.000.000 500.000.000 250.000.000 1.020.932 250.000.000 12.500.000
0 489.518.750 3.300.000.000 83.610.481.250 41.805.240.625 20.902.620.313 85.360.607 20.902.620.313 85.360.607
33.180 0 33.180 10,00% 3.318
33.180 406.250 439.430 5,00% 21.972
2.774.220 2.774.220 5.548.439 1,00% 55.484
Schadeberekening:
=D-H-I =J*50% =J*25% =L1*C =J*25% =F*M1
1e 2e 2e 3e 3e 3e
Risicoberekening: L3 M3 N O P
4.
=G*L2 =G*M2 L3+M3
Risico renteloze lening alle gemeenten voor gemeente Hilversum Risico renteloze lening schadegemeente voor gemeente Hilversum Totaal risico gemeente Hilversum Kans =(L3+M3)*O Maximale bandbreedte risico
Q R S
=Q*R
schuldrestant door gem. H'sum direct geborgde leningen Kans van optreden Maximale bandbreedte risico
T
=P+S
Totale andbreedte risico
3e 3e 3e 3e 3e
1.978.565 1% 19.786 3e
3.318
21.972
75.270
Algemene uitkering uit het gemeentefonds (bandbreedte: € 2.500.0000 - € 3.900.000) De algemene uitkering is in deze begroting op basis van de meicirculaire 2013 geraamd op € 91.113.000 en is daarmee € 1,9 miljoen hoger dan het bedrag waarmee in de kadernota rekening is gehouden. In de jaren 2015 t/m 2018 is er sprake van een ten opzichte van de Kadernota lagere algemene uitkering van gemiddeld € 0,5 miljoen per jaar.
239
Met inbegrip van de gebruikelijke doorvertaling van plussen en minnen in de algemene uitkering naar een verhoging respectievelijk verlaging van relevante taakbudgetten is het effect van de meicirculaire op het begrotingssaldo van de kadernota: € 1,5 miljoen voordelig in 2014 en gemiddeld € 1,3 miljoen voordelig in de jaren 2015-2018. Een groot deel van de bezuinigingsmaatregelen van het Kabinet Rutte II is in deze meicirculaire verwerkt en daarmee in de plaats gekomen van de stelpost in de Kadernota. In de meicirculaire 2013 zijn diverse andere ontwikkelingen nog niet meegenomen. Dit leidt tot de navolgende onzekerheden en risico’s: Additionele rijksbezuinigingen m.i.v. 2014 (waarschijnlijk rond 6 mld). In de meicirculaire is geen rekening gehouden met de doorwerking naar het gemeentefonds van een additionele bezuiniging op de rijksbegroting voor 2014 van waarschijnlijk € 6 miljard. Hoewel over de hoogte van de hieruit voortvloeiende korting op de algemene uitkering van Hilversum nog geen zekerheid bestaat, is er voorzichtigheidshalve alvast rekening mee gehouden door het opnemen van een stelpost van €1,5 miljoen in 2014 en 2015 en € 1 miljoen in 2016 en verder. Decentralisaties De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe WMO (waarin delen van de AWBZ zijn ondergebracht), Jeugdwet en Participatiewet een brede verantwoordelijkheid voor het sociale domein. In de decentralisatiebrief van 19 februari 2013 heeft het kabinet de randvoorwaarden voor deze decentralisaties geschetst. Het kabinet wil onder meer de budgetten voor het sociale domein (deels nieuw, deels bestaand) geleidelijk samen gaan voegen en onderbrengen in het gemeentefonds, om de gemeenten in staat te stellen met een integraal budget maatwerk te leveren. De decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Wat dit voor Hilversum gaat betekenen valt nog niet te zeggen. Bezuiniging op huishoudelijke hulp (WMO) De korting met ingang van 2015 op de huishoudelijk zorg (onderdeel van de WMO) is weliswaar teruggebracht van 75% tot 40% van het beschikbare budget, maar nog steeds substantieel (€ 2,6 miljoen). Deze korting is nog niet in de integratie-uitkering verwerkt. Korting onderwijshuisvesting Om de korting van circa € 1,6 miljoen op de middelen ten behoeve van de onderwijshuisvesting op te kunnen vangen wordt een bezuinigingstaakstelling opgenomen in de begroting. In overleg met het onderwijs zal gekeken worden naar invulling van die opgelegde bezuinigingstaakstelling waarbij de zorgplicht van de gemeente in stand blijft. Herijking verdeling gemeentefonds De beheerders van het gemeentefonds willen de verdeelsystematiek van het gemeentefonds vereenvoudigen en ontdoen van bepaalde scheefheden. Om die reden zijn zij enkele jaren geleden een onderzoek gestart. Het streven is om de nieuwe verdeelsystematiek in de meicirculaire 2014 bekend te maken. De aanpassing van de verdeelsystematiek kan nogal wat herverdeeleffecten opleveren (positieve en negatieve). Bij de herijking wordt ook de herdefiniëring van de maatstaf ‘woonruimten’ betrokken, die met name van invloed zal zijn op de categorieën ‘bijzondere woongebouwen’ en ‘recreatiewoningen zonder woonfunctie’. Ook definitiewijzigingen kunnen in meer of mindere mate leiden tot herverdelingsverschillen tussen de gemeenten. Wat de gevolgen zullen zijn voor Hilversum, valt nu onmogelijk te voorspellen. Wel is bekend dat een gemeente er bij de invoering van het aangepaste stelsel nooit meer dan € 15 per inwoner per jaar op achteruit gaat (dus € 15 in het jaar 2015, € 30 in het jaar 2016 etc.). Overigens zijn dat substantiële bedragen: € 15 per jaar is bij ons circa € 1,3 miljoen, en dat telt in de jaren erna op tot € 2,6 miljoen, 3,9 miljoen enz. Het totale maximale bedrag
240
5.
van bovenstaande risico’s schatten we in op € 8,6 miljoen, de kans dat ze zich voordoen op 30% tot 45%. De bandbreedte van het risicobedrag is dan € 2,5 miljoen tot € 3,9 miljoen. Rentelasten (bandbreedte: € 0 - € 658.000) De leningenportefeuille in Hilversum is zo samengesteld dat de rente van vrijwel alle leningen gedurende de looptijd vastligt. Verder geldt voor alle leningen dat de aflossing en daarmee de herfinancieringsbehoefte - gelijkmatig over de looptijd gespreid is (lineaire aflossing). Het renterisico van Hilversum blijft daardoor ruim onder de norm (zie ook paragraaf 7.4.3). Desondanks is ook bij een gematigde herfinanciering een rentestijging niet zonder betekenis voor de begroting: de aflossing op bestaande leningen ligt tussen € 15 en € 17 mln per jaar. Over een termijn van vier jaar gaat het om een bedrag van € 65,7 mln aan aflossingen dat geherfinancierd moet worden. 1% rentestijging over dit bedrag resulteert in een toename van de rentelasten met € 657.000 (zie de tabel hierna). Uiteraard verdubbelen deze bedragen bij een 2% hoger rentepercentage en worden ze drie keer zo hoog bij een 3% hoger rentepercentage. Omschrijving
Herfinanciering Herfinanciering Herfinanciering Herfinanciering
6.
7.
Aflossingsbedrag aflossingen aflossingen aflossingen aflossingen
2014 2015 2016 2017
Hogere rentelasten per % rentestijging 2014 2015 2016
15.352 16.088 15.635 15.301
154
154 161
Totale extra rentelasten bij een stijging van 1% 62.376 Tabel 7.4. Extra rentekosten te herfinancieren aflossingen
154
314
2017
154 161 156
154 161 156 153
471 624 (Bedragen x € 1.000)
Implementatie bezuinigingen (bandbreedte: € 0 - € 750.000) Op basis van de ronden 1, 2 en 3 uit voorgaande jaren zijn structurele bezuinigingen tot een bedrag van € 13 miljoen in de begroting verwerkt. De implementatie hiervan is gestart en loopt door in het jaar 2015. Hier bovenop zijn aanvullende bezuinigingen oplopend tot € 2 miljoen gekomen, gericht op het sluitend houden van de begroting in 2014, 2015 en 2016. Uiteraard moet de organisatie - naast het implementeren van de bezuinigingen - ook de reguliere taken en de nieuwe prestaties uit de programma begroting 2014 uitvoeren. De organisatie staat derhalve voor een grote opgave. Het risico bestaat dat bezuinigingen niet in het geplande tempo kunnen worden geïmplementeerd. Te denken valt aan een weerstand bij instellingen en/of verbonden partijen waardoor besluiten gedeeltelijk worden heroverwogen. Of vertraging in de formatiereductie door onvoorziene situaties die niet in het uitvoeringsplan (geënt op het sociaal plan) zijn opgenomen. De bezuinigingen tot 2016 bedragen € 15 miljoen. De kans dat het bovengenoemde risico zich voordoet schatten we in op 5%. De maximale risico bandbreedte komt hiermee op € 750.000. Afschatting als gevolg van herkeuringen WIA (bandbreedte: € 140.000 - € 375.000) In het kader van de verscherpte (her)keuringen WIA (voorheen WAO) loopt de gemeente een risico. Onbekend is of er nog (ex-)medewerkers van de gemeente Hilversum daadwerkelijk afgeschat gaan worden en zo ja, tegen welk percentage. Een lager percentage leidt tot extra lasten omdat de gemeente zelf de WW-uitkering/ het wachtgeld betaalt. Gelet op de vele onzekerheden (aantal, leeftijd, inschaling, afschattingspercentage, huidige rechten op wachtgeld of WW, enz.) kunnen de werkelijke kosten aanzienlijk variëren. De grootste kans op afschattingen is geweest op het moment van wetswijziging. Tot dusver hebben bij voormalige personeelsleden, die een WAO uitkering hadden, geen daadwerkelijk afschattingen plaatsgevonden. Gelet op de ervaringen bij andere gemeenten is er geen garantie dat er geen claims zullen binnen komen. Het risico blijft nog steeds bestaan, omdat het UWV herkeuringen uitvoert. Het minimale risico, uitgaande van één afschatting in de lagere salarisschalen, bedraagt
241
8.
€ 280.000 (70% * € 40.000 * 10 jaren). Bij zes medewerkers in de hogere schalen kan dit oplopen tot zo’n € 2,5 miljoen, hetgeen als maximale hoogte van het risicobedrag wordt beschouwd. De kans op dit maximale risico wordt geraamd op 15% en op het minimale risico 50%. Frictiekosten Slank & Hoogwaardig (bandbreedte: € 0 - € 550.000) Om de frictiekosten op te vangen die gemoeid zijn met de formatiereductie (vanwege de te realiseren bezuinigingsopdrachten en met het streven naar een hoogwaardige organisatie) is een reserve van € 5,5 miljoen ingesteld. Wij gaan er nog altijd van uit dat dit voldoende is. Maar aangezien de hoogte van de reserve is gebaseerd op vele aannames, blijft er altijd een risico bestaan dat het bedrag ontoereikend is. Dit risico is als volgt nader te duiden: •
•
• •
In de raming van de frictiekosten wordt uitgegaan van de aanname dat de reductie van formatie voor het grootste deel opgevangen wordt via natuurlijk verloop en begeleiding naar werk, zodat maar een klein aantal werknemers in de WW terecht zal komen. In de praktijk zal uiteindelijk moeten blijken of dit een realistisch scenario is. In dit scenario wordt sterk ingezet op mobiliteit, interne en externe plaatsing. Hierop zal, zoals eerder is aangegeven, door het management gestuurd worden. Een te sterke sturing op interne plaatsing kan consequenties hebben voor de component ‘hoogwaardige organisatie’ als daardoor ondanks niet volledige geschiktheid toch gekozen wordt om een boventallige te plaatsen; Het aantal plekken om werknemers te herplaatsen neemt af door de krimp van de huidige organisatie; Binnen de gehele overheid wordt op dit moment gereorganiseerd waardoor de krapte op de arbeidsmarkt aan het toenemen is en externe plaatsing lastiger wordt. De huidige recessie maakt het bovendien lastiger om medewerkers buiten de overheid te plaatsen.
Op basis van deze onzekerheden schatten wij het risico in op maximaal € 1.100.000 met een kans van 50% 9. Wabo-leges i.v.m. economische crisis (bandbreedte: € 235.000 - € 470.000) Verminderde bouwactiviteiten in verband met de economische crisis, het nieuwe Bouwbesluit vanaf 2012 en de impact van de verruiming van vergunningvrij bouwen, kunnen tot gevolg hebben dat de werkelijke opbrengst Wabo lager uitvalt dan geraamd. Uitgaande van een risicomarge van 10-20% gaat het hierbij om een bedrag van € 235.000 tot € 470.000. 10. Onderwijshuisvesting (bandbreedte: € 0 - € 825.000) Op het terrein van de onderwijshuisvesting spelen momenteel de navolgende vier risico’s: a.
IHP (bandbreedte: € 0 - € 20.000) In het Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2012-2020 zijn de ontwikkelingen in kaart gebracht op het gebied van onderwijshuisvesting voor de periode t/m 2020 en de financiële consequenties daarvan. Dit IHP gaat uit van een meerjarenplanning op basis van een investeringsplafond van gemiddeld € 6,4 mln tot en met 2015 en van € 4 mln per jaar vanaf het jaar 2016. In het IHP zijn maatregelen opgenomen om ervoor te zorgen dat de benodigde investeringen binnen dit jaarlijkse plafond blijven. Schoolbesturen zijn bouwheer en dragen daarmee de risico’s voor meer en minderwerk en er wordt gewerkt vanuit het gesloten box principe. Dit laatste betekent dat als er onverhoopt toch hogere investeringen moeten worden gedaan dan het bovengenoemde plafond dit binnen het programma moet worden opgevangen door verschuivingen over de jaren of tussen scholen. Om deze risico’s op te vangen is er met ingang van 2013 een post ‘Gesloten Box’ opgenomen in het jaarprogramma van € 0,5 mln. Niettemin blijft het risico aanwezig dat extra niet voorziene investeringen noodzakelijk blijven, door bijvoorbeeld veranderingen in leerlingenstromen, de aanbestedingsmarkt, het monumentale karakter van vele
242
b.
schoolgebouwen in Hilversum en nieuw beleid van het rijk. Het risicobedrag is weergegeven in kapitaallasten, berekend op basis van een investeringsrisico van € 300.000. Opbrengst locaties (bandbreedte: € 0 - € 60.000) In het huidige investeringsprogramma zijn op diverse investeringen inkomsten in mindering gebracht (ongeveer € 5 mln) die moeten komen uit de opbrengst van locaties (o.a. Mozartlaan, Jan Blankenlaan en het oude Aloysius). Gelet op de economische situatie en het feit dat een deel van de locaties is nog in gebruik is, is er onzekerheid over wanneer deze opbrengsten worden gerealiseerd en hoe hoog deze precies zullen zijn. Indien de inkomsten daardoor € 1 miljoen lager uitvallen, leidt dit door de verminderde aftrek op de betrokken investeringen tot hogere kapitaallasten van € 60.000 per jaar.
c.
Overheveling buitenonderhoud (bandbreedte: € 0 - € 100.000) De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud primair onderwijs zal, net zoals bij het voortgezet onderwijs per 1 januari 2015 overgeheveld worden naar de schoolbesturen. Op basis van het budget dat jaarlijks gereserveerd is voor het uit te voeren onderhoud, zijn de gevolgen van deze overheveling technisch in de begroting verwerkt. Het is echter nog onzeker voor welk bedrag de gemeente daadwerkelijk gekort wordt. Op basis van gegevens van de POraad wordt uitgegaan van een maximaal risico van € 100.000 per jaar.
d.
Overheveling € 256 miljoen naar scholen (bandbreedte: € 0 - € 645.000) De voorgenomen plannen in het Integraal Huisvestingsplan worden mogelijk doorkruist door het Regeerakkoord Rutte II. Daarin is (n.a.v. de motie Haersma Buma) opgenomen dat (met ingang van 2015) ‘€ 256 miljoen uit het Gemeentefonds wordt overgeheveld naar de scholen ten behoeve van hun huisvesting’. Het effect van deze maatregel op onze gemeente is zoals in onderstaande tabel in de bij de begroting 2014 behorende meerjaren raming verwerkt. Omschrijving KortingAlgemene Uitkering Gewijzigde leerlingenaantallen Bezuinigingstaakstelling Totaal
2014
2015
2016
2017
2018
2019
-225
1.568 -225 -62 1.281
1.568 -225 -225 1.118
1.568 -225 -433 910
1.568 -225 -633 710
1.568 1.568 1.568 1.568 -225 -225 -225 -225 -828 -1.032 -1.232 -1.342 515 311 111 1
-225
2020
2021
2022
(Bedragen x € 1.000)
Realisatie van de bezuinigingstaakstelling op de gemeentelijke uitgaven wordt in 2013/2014 nader uitgewerkt. In overleg met het onderwijs zal gekeken worden naar invulling van die opgelegde bezuinigingstaakstelling waarbij de zorgplicht van de gemeente in stand blijft. Het risicobedrag van € 645.000 is het gemiddelde van de bezuinigingstaakstelling tot en met 2022. 11. Wet Werk en Bijstand (I-deel) (bandbreedte: -/- € 1.000.000 - 2.500.000) Bij de risico’s op het terrein van (nu nog) WWB gaat het om het risico op de lasten (voornamelijk uitkeringen) enerzijds en het risico op de baten (voornamelijk de rijksbijdrage Inkomensdeel) anderzijds. De uitkomst van enig rekeningjaar ten opzichte van de begroting wordt bepaald door het saldo van beide. Hierbij is de omvang van de lasten die het gevolg zijn van een toename of afname van het aantal uitkeringen voor de gemeente beïnvloedbaar (zij het in beperkte mate) en is de omvang van de rijksbijdrage I-deel voor een gemeente on beïnvloedbaar. De WWB is daarbij een open einderegeling. Of iemand recht heeft op een uitkering en voor welk bedrag is wettelijk vastgesteld, maar de vergoeding van het rijk daarvoor is op een vast bedrag gebudgetteerd. In de wet is het eigen risico van gemeenten begrensd: stijgt het nadeel op de gemeentelijke bijstandsuitgaven - dit is het saldo van de relevante bijstandsuitgaven minus de rijksbijdrage I-deel - uit boven 10 % (voor onze gemeente ongeveer € 2 miljoen), dan komt een gemeente - onder bepaalde bijkomende voorwaarden, dus niet altijd - in aanmerking voor een aanvullende uitkering. a. Risico aantal bijstandsgerechtigden (bandbreedte: € 0 - € 1.500.000)
243
De populatie van uitkeringsgerechtigden wordt voor het grootste deel bepaald door de ‘reguliere’ bijstandsontvangers (circa 1.750 gemiddeld in 2014). Daarnaast zijn er nog ongeveer 100 burgers die een uitkering ontvangen op grond van zogenaamde kleine regelingen, zoals de Ioaw, de Ioaz en de Bbz. Beperken we ons tot de eerstgenoemde grote groep, dan bedraagt de gemiddelde uitkering inclusief toeslagen ongeveer € 14.800. Om de gedachten te bepalen: wijkt de werkelijkheid 100 bijstandsontvangers af van de raming, dan zijn de bijstandslasten 100 x € 14.800 = ongeveer € 1,5 miljoen hoger. In de jaren 2010 t/m 2012 bedroeg het verschil tussen de ramingen in de oorspronkelijke programmabegroting en het rekeningcijfer respectievelijk € 1,7 miljoen, € 1,0 miljoen en € 0,6 miljoen (in alle gevallen: nadelig). b. Risico vaststelling rijksbijdrage I-deel: (bandbreedte -/- € 1.000.000 - € 1.000.000) De macro omvang van de rijksbijdrage I-deel is gebaseerd op een aantal landelijke gegevens waarvan (de ontwikkeling van) het macro aantal bijstandsontvangers de belangrijkste is. Daarnaast wordt het I-deel ook bepaald door de ontwikkeling van de conjunctuur, de aanpassing van de normbedragen per uitkering en de door de gemeente te betalen sociale premies. De verdeling van de totale rijksbijdrage I-deel over de gemeenten geschiedt op basis van een objectief verdeelmodel. De 1e raming voor het begrotingsjaar 2014 wordt eind september 2013 gepubliceerd, waarna omstreeks 1 juli 2014 een bijstelling en vóór 1 oktober 2014 de definitieve vaststelling wordt gepubliceerd. Dit betekent dat in de begroting 2014 een eigen inschatting is opgenomen. Bij deze inschatting zijn dezelfde veronderstellingen voor wat betreft het volume (aantal uitkeringen) en nominale ontwikkeling (wat kost één uitkering onze gemeente meer) gehanteerd als bij de bijstandsuitgaven. De ervaring leert dat er grote verschillen kunnen optreden tussen onze raming en het uiteindelijke cijfer per 1 oktober 2014. In de jaren 2010 t/m 2012 bedroeg het verschil tussen de ramingen in de oorspronkelijke begroting en het rekeningcijfer respectievelijk € 0,6 miljoen (nadelig), € 0,9 miljoen (voordelig) en € 3,3 miljoen (voordelig). 12. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (open einde) (bandbreedte: -/- € 800.000 €500.000) De WMO (artikel 4, de compensatieplicht) is een open einde regeling. Op basis van prognoses voor wat betreft de bevolkingsopbouw en -omvang (vergrijzing), de resultaten van de aanbestedingen en (meer impliciet) de effecten van ‘de kanteling’ zijn prognoses gemaakt van het volume en de prijs / gemiddelde kosten van de individuele voorzieningen zoals huishoudelijke hulp, rolstoelen, scootmobielen, bouwkundige voorzieningen en taxi- en regionaal vervoer. Op basis van een strak budgetbeheer wordt gemonitord of de realisatiecijfers overeenkomen met de ramingen en of geanticipeerd kan worden op over- en onderbestedingen. Niettemin kunnen de rekeningcijfers in positieve maar ook in negatieve zin afwijken van de begrotingsramingen. Gelet op de financiële omvang van deze taak - circa € 9 miljoen- kunnen deze afwijkingen groot zijn. Over de jaren 2009 t/m 2012 waren de afwijkingen van de netto uitgaven (kosten van de voorzieningen minus de eigen bijdragen) steeds voordelig en bedroegen tussen de 3,5% en 9%. 13. Gemeentelijk minimabeleid (bandbreedte: € 0 - € 400.000) Het minimabeleid bestaat uit de kwijtschelding van lokale lasten enerzijds (raming € 1 miljoen) en de kosten van de incidentele- en bijzondere bijstand (raming € 2,3 miljoen) en schuldhulpverlening (raming € 0,7 miljoen). In essentie betreft het hier open eindregelingen. Met name door de economische omstandigheden waarin Nederland al enige jaren verkeert, is het risico van (verder) oplopende lasten voor de gemeente groot. Omdat het in totaal om bijna € 4 miljoen gaat, kunnen de afwijkingen aanzienlijk zijn. 14. Transitie Stichting VML (oude Globe) (bandbreedte: € 0 - € 48.000) Stichting VML is een slapende stichting, die nog blijft bestaan vanwege de verplichtingen van de stichting met betrekking tot het uitkeren van wachtgelden. De medewerkers die niet hebben ingestemd met het Sociaal Plan van de stichting doen hier een beroep op. Verwacht wordt dat het meerjarige risico (tot en met september 2017) van
244
de uitkering (WW, BW en NW) beperkt blijft tot één à twee personen. De navolgende kwantificering gaat nog uit van drie personen in 2014 en een maximaal risico van € 80.000. Het beschikbare wachtgeldenbudget is hier al in verwerkt. max risicobedrag
bandbreedte kans
bandbreedte risicobedrag
80.000 0% 60% 0 48.000 15. Decentralisaties sociaal domein (bandbreedte: PM) De Raad voor de Financiële Verhoudingen (een adviesorgaan voor de regering inzake financiële vraagstukken rond decentrale overheden) heeft in een advies van april 2013 gewezen op de financiële risico’s van de decentralisaties: “Ondanks alle innovaties (beleidsmatig, institutioneel en organisatorisch) is het gelet op de aard en omvang van de te decentraliseren middelen en de daaraan verbonden bezuinigingen, duidelijk dat dit niet zonder gevolgen kan blijven voor het ambitieniveau voor gemeenten”. In een aanvullende brief van 15 juli 2013 geeft de Raad de regering in overweging om bij de over te hevelen middelen een aparte vangnetregeling, een hardheidsclausule, in te bouwen om tegemoet te komen aan onverwachte kosten en bijzondere situaties waardoor gemeenten in de knel komen. Te denken daarbij valt aan de situatie waarin een gemeente te maken krijgt met een onevenredig zwaar beroep op bepaalde voorzieningen. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de regering zal omgaan met het advies van de Raad. Om de financiële risico’s van de decentralisaties nader te duiden inventariseert het Centraal Planbureau op dit moment wel op verzoek van de regering welke financiële risico’s zich kunnen voordoen rond de decentralisaties en daarbij tevens aan te geven welke beheersmaat-regelen nodig zijn om deze risico’s te beperken of weg te nemen. Dit advies zal naar verwachting in de tweede helft van 2013 uitkomen. Het bovenstaande geeft aan dat de decentralisaties met grote financiële risico’s gepaard gaan. Dit is ook de reden dat het college een decentralisatiereserve van € 2,5 miljoen heeft ingesteld. Of deze financiële buffer voldoende zal zijn voor het opvangen van de financiële risico’s voor Hilversum valt op dit moment niet met zekerheid te zeggen. Dit komt hoofdzakelijk omdat op het dit moment vanwege alle onzekerheden niet mogelijk is robuuste cijfers te presenteren over wat de financiële risico’s voor Hilversum zijn. Weliswaar is met de meicirculaire van het Ministerie van BZK een eerste indicatie te geven van de budgetten voor de WMO en Jeugdzorg vanaf 2015, maar deze cijfers zijn voorlopige cijfers. Bovendien is het wettelijk kader van de Jeugdzorg, WMO en Participatiewet nog niet zeker. Of het gemeenten lukt om de opgelegde bezuinigingen te realiseren zal voor een belangrijk deel samenhangen met de beleidsvrijheid die gemeenten gaan krijgen. Kortom, een goede kwantificering van het financiële risico van de decentralisaties in het sociale domein is op dit moment niet te geven. 16. Juridisch geschil met UPC (bandbreedte: PM) Het juridisch geschil met UPC duurt al enkele jaren en heeft betrekking op de hoogte van de tarieven van het analoge basispakket. Het proces brengt hoge kosten met zich mee en op dit moment is nog geen zicht op de uitkomst en financiële consequenties daarvan. Eerst nadat het Europese Hof van Justitie en vervolgens het Hof van Amsterdam een uitspraak hebben gedaan zal daar meer over duidelijk worden. Het kwantificeren van het risico is lastig vanwege de grote mate van onzekerheid en de diverse variabelen die de omvang van het risico bepalen.
245
7.2.4. Beleid omtrent risico’s en weerstandscapaciteit Zoals vermeld in de nota ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’ is het beleidsdoel ervoor te zorgen dat niet elke tegenvaller invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Aangezien tegenvallers zich manifesteren in hogere lasten of lagere baten dan waarmee vooraf rekening is gehouden, berust het beleid op twee peilers: • Ten eerste wordt er via de inrichting van het begrotingsproces zo goed mogelijk voor gezorgd dat uitgaven die onvermijdelijk op de gemeente afkomen tijdig in de (meerjaren)begroting worden opgenomen. Daartoe worden ieder jaar in het kader van de opstelling van de begroting gemeentebreed autonome ontwikkelingen geïnventariseerd en beoordeeld op (on)vermijdelijkheid. Met algemene kostenontwikkelingen zoals loon- en prijsstijgingen wordt -in relatie tot de verwachte ontwikkeling van de algemene uitkering- in de meerjarenraming rekening gehouden via stelposten. Zo wordt voorkomen dat deze voorzienbare en kwantificeerbare ontwikkelingen leiden tot overschrijdingen van de begroting. • In de tweede plaats worden ontwikkelingen die wel voorzien maar nog niet gekwantificeerd kunnen worden (risico’s) in beeld gebracht in de risicoparagraaf van begroting of rekening. Dat kan eventueel leiden tot bijstelling van de hoogte van de algemene reserve. Risico’s kunnen, als ze zich voordoen, leiden tot rekeningstekorten die dan moeten worden opgevangen door de daarvoor aangehouden algemene reserve ongebonden. Door op de hierboven beschreven wijze de kans dat zich onvermijdelijke maar niet begrote uitgaven voordoen, zoveel mogelijk te verkleinen, behoeft de algemene reserve ongebonden niet zo groot te zijn.
246
7.3. Onderhoud kapitaalgoederen 7.3.1. Inleiding Deze paragraaf gaat conform het Besluit Begroting en Verantwoording over onderhoud (maatregelen waarmee een kapitaalgoed gedurende de levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau worden gehouden). Uitgaven voor onderhoud worden in de begroting opgenomen en/of voor onderhoud wordt via de begroting een onderhoudsvoorziening opgebouwd. Om het beeld over de stand van zaken rond kapitaalgoederen te completeren wordt in deze paragraaf ook op de maatregelen in de investeringssfeer ingegaan (vervanging van een kapitaalgoed, uitbreiding of renovatie). Met het onderhoud van en de investeringen in de kapitaalgoederen wegen, water, openbaar groen, riolering en gebouwen is een substantieel budget gemoeid. Bepalend voor de omvang van die budgetten is het gekozen kwaliteitsniveau en de vertaling daarvan naar de maatregelen die nodig zijn om dat kwaliteitsniveau te realiseren. Per soort kapitaalgoed worden het ambitieniveau, de bijbehorende maatregelen en kosten vastgelegd in een meerjarig programma. De mate waarin één en ander wordt geactualiseerd en wordt ingepast in de begroting is mede bepalend voor de gezondheid van een begroting. In het vervolg van deze paragraaf kapitaalgoederen worden de ontwikkelingen in beleid en uitvoering weergegeven voor het begrotingsjaar 2014 op de gebieden wegen, riolering, water, groen, en gebouwen. Per onderdeel worden de beschikbare uitgavenbudgetten voor onderhoud en investeringen in beeld gebracht. 7.3.2. Wegen Beleid In het Handboek Beheer Hilversum Buiten (vastgesteld in 2009) is het beleid voor het beheer en onderhoud van wegen en openbare verlichting vastgelegd. In 2010 is in het kader van de bezuinigingen het kwaliteitsniveau van de plusgebieden in het handboek Beheer Hilversum Buiten teruggebracht naar het basisniveau. Het inhaalprogramma openbare verlichting is in 2012 afgerond. In 2014 start een nieuw vervangingsprogramma voor de armaturen. Het ambitieniveau van het programma onderhoud wegen is gebaseerd op een landelijk gehanteerd normenstelsel voor rationeel wegonderhoud. De investeringen die voortvloeien uit de verkeersplannen Infra en het IBP (Integraal Bereikbaarheid Plan Hilversum e.o.) worden in 2014 afgerond. In 2007 is daarnaast een meerjaren programma onderhoud kunstwerken (bruggen en viaducten) opgesteld. Uitvoering onderhoud De meldingen van klachten over het actuele onderhoudsniveau wegen verlopen via de Meldingen Openbare Ruimte. De achterstand bedraagt ongeveer 7 %, voornamelijk in het onderhoud van open verharding (voetpaden). Landelijk wordt dat percentage als aanvaardbaar beschouwd. In 2014 is er naast het lopende klein onderhoud op de volgende locaties groot onderhoud gepland: • herstel verharding van een hofje in de Hilversumse Meent; • herstel verharding van een hofje in de Van Speijklaan/Van der Zaenlaan/Van Gelderlaan; • herstel verharding fietspad ‘s-Gravelandseweg (westzijde) tussen Geert van Mesdagweg en Corverslaan); • herstel verharding in enkele straten in het Van Riebeeckkwartier. Uitvoering investeringen In 2014 zullen op diverse locaties in Hilversum wegen worden vernieuwd. Hierbij is zoveel mogelijk gekozen voor een integrale aanpak door verhardingswerkzaamheden (waaronder IBP en Plan Infra) te combineren met rioleringswerken en projecten in het kader van ISV. De volgende wegen zullen worden vernieuwd: • Asfaltoplagen Regentesselaan, Boslaan, Parklaan, Hertog Hendriklaan, Hoflaan, Mozartlaan, Sweelincklaan, Wagnerlaan en Beethovenlaan (i.v.m. relining riolering). • Mussenstraat en Arendstraat (in combinatie met GRP en upgrading Arendstraat i.h.k.v. aanvraag HIRB-subsidie).
247
• • •
• • • •
Voetpaden en parkeervakken in enkele straten in het Raadhuiskwartier e.o. (Graaf Florislaan, Delilaan, Borneolaan en Serdanglaan) in combinatie met GRP. Minckelersstraat, tussen Kleine Drift en Jan van der Heijdenstraat (in verband met de afstemming van IBP-projecten Hilversum-Oost (uitloop tunnel Oostereind), de ontwikkeling van plan Villa Industria en bereikbaarheid niet in 2012 en 2013 uitgevoerd). Asfaltverharding Gijsbrecht van Amstelstraat (tussen de Nieuwe Havenweg en de Vreelandseweg), Vreelandseweg (tussen de Gijsbrecht van Amstelstraat en de Diependaalselaan), ‘s-Gravelandseweg (tussen opstelstroken voor Quatre Bras en Blesboklaan) en Johannes Geradtsweg (tussen de Jacob van Campenlaan en de Snelliuslaan (exclusief kruispunten).In verband met de voorbereiding en afstemming met de overige projecten voor bereikbaarheid zijn deze projecten naar 2014 doorgeschoven. ‘s-Gravelandseweg (tussen Oude Torenstraat en A. Perkstraat), Oude Torenstraat en kruispunt Vaartweg-Brinkweg in combinatie met het vervangen van VRI’s. Nieuwe Havenweg, lus zuidwestelijk deel. Jacob van Campenlaan, westzijde tussen de Lieven de Keijlaan en de Erfgooiersstraat (in combinatie met GRP). voetpaden en parkeervakken in de Vossenstraat (ook bomen), Egelstraat en Hazenstraat (in combinatie met GRP).
Van de volgende gebieden zal de openbare verlichting worden vernieuwd: de woonstraten in de St. Vitusbuurt, het Van Riebeeckkwartier en een deel van de Kleine Driftbuurt (gebied ten zuiden van de Minckelersstraat). Bij deze vernieuwing zal ledverlichting toegepast zal worden. Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Wegen Onderhoudslasten Investeringen (inclusief infra)
rek.2012 begr.2013 begr.2014 3.297 3.138 2.960 2.479 5.658 6.068
Relevante beleidsnota’s 1. Visie Hilversum Buiten (2004). 2. Meerjarenprogramma onderhoud kunstwerken (2007). 3. Hilversum Buiten handboek Beheer (2009). 4. Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012-2015. 7.3.3. Riolering Beleid Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) bevat de beleidsuitgangspunten voor de exploitatie van het riool en de financiële consequenties daarvan en beslaat steeds een periode van vijf jaar. Het huidige GRP heeft betrekking op de periode 2009-2014. Het opstellen van een rioleringsplan berust op een wettelijke verplichting die is neergelegd in de Wet Milieubeheer. In 2012 is het lopende GRP uitgebreid met hemelwater- en grondwaterbeleid. In 2014 zal het GRP geactualiseerd worden voor de periode van 2015-2019. Uitvoering onderhoud Het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel omvat onder meer het reinigen van riolen en kolken, het ontstoppen van riolen en het extra vegen van straten. Ook het opsporen van foutieve aansluitingen op het riool en onjuiste interne koppelingen behoort tot de taken. Het uitvoeringsprogramma om de aangetroffen fouten te herstellen wordt zoveel mogelijk aansluitend aan de resultaten van de inspecties uitgevoerd. In 2014 is er naast dagelijks klein onderhoud onder meer het volgende onderhoud gepland: • reinigen kolken geheel Hilversum (alle kolken 1à 2 maal per jaar); • reinigen riolering (15% van het areaal, ± 70 km.). Uitvoering investeringen Jaarlijks wordt aan het gemeentebestuur een uitvoeringsprogramma riolering voorgelegd waarin de in dat jaar noodzakelijk uit te voeren maatregelen zijn opgenomen. De hoofdmoot van dit
248
uitvoeringsprogramma betreft de vervanging van afgeschreven rioolbuizen. Hiervoor bestaat weliswaar een afzonderlijke planning, maar de uitvoering van plan Infra en IBP waren tot en met 2012 leidend. Het IBP loopt in 2013 af, maar Plan Infra loopt nog in 2014 door. In 2014 is alleen de Minckelersstraat nog een combi-project met Infra. In 2014 zijn onder andere in de volgende straten vervangingsprojecten voor de riolering gepland: • enkele straten in het Raadhuiskwartier (Graaf Florislaan, Delilaan, Borneolaan en Serdanglaan), in combinatie met vervangen afgeschreven wegen, waarbij onderzocht wordt of de relining van riolering, zoals met succes toegepast in het Noordwestelijk villagebied, ook in dit type straten toepasbaar is; • enkele straten in het Raadhuiskwartier (Javalaan, Dalweg en Celebeslaan) e.o., in combinatie met vervangen afgeschreven wegen; • ‘s-Gravelandseweg, tussen Bussummergrintweg en Nimrodlaan, in combinatie met wegen; • Jacob van Campenlaan, westzijde, tussen de Lieven de Keijlaan en de Erfgooiersstraat, in combinatie met wegen; • Egelstraat, Vossenstraat (ook bomen) en Hazenstraat; • relinen riolering enkele straten in de Villaparken (Palestrinalaan en Kroonlaan); • renovatie van rioolgemalen tunnel Diependaalselaan en Havenkwartier. Investeringen, onderhoud en voorziening afboeking activa Riolering Onderhoudslasten Investeringen Toevoeging voorziening afboeking activa riolen
bedragen x € 1.000
rek.2012 begr.2013 begr.2014 912 857 1.195 1.799 2.774 2.796 2.841 2.842 2.775
Relevante beleidsnota’s 1. Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014. 2. Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012-2015. 7.3.4. Water Beleid Het baggerprogramma, met als belangrijk aandachtspunt het Hilversums Kanaal, vloeit voort uit de nota ‘achterstallig onderhoud Civieltechnische Werken’ d.d. 19 november 1993. In 1998 is besloten dit programma op een lager niveau uit te voeren, en hiervoor afgerond € 0,9 mln per 4 jaar te reserveren. Die keuze was gebaseerd op de toenmalige bezuinigingsnoodzaak in combinatie met de medeverantwoordelijkheid van de provincie en de waterbeheerder, en werd gelet op de omvang van de baggerproblematiek als verantwoord gezien. In 2005 heeft de provincie, gezien het zeer beperkte gebruik door vrachtschepen, het vaarwegprofiel van het Hilversums Kanaal naar beneden bijgesteld, waardoor er vrijwel geen nautische noodzaak voor baggeren meer is. In 2012 en 2013 wordt de bodem van het Hilversums Kanaal opnieuw bekeken, om de actuele situatie van de onderwaterbodem in beeld te hebben. Het beheer van de bodems van de stadswateren is op orde. Voor beschoeiingen is de situatie dezelfde als voor het Hilversums Kanaal. De beschoeiingen van de stadswateren zijn met investeringsgelden tot en met 2005 van een nieuwe beschoeiing voorzien. De achterstalligheid zit nog gedeeltelijk in de oeververdediging van het Hilversums Kanaal en in de beschoeiing van het sportpark Loosdrecht. In 2011 is onderzoek gedaan naar de stand van zaken van de beschoeiingen. Op basis van de resultaten van dat onderzoek is er in het investeringsprogramma 2013-2016 voor het jaar 2016 als eerste een budget voor vervanging van de beschoeiing van de 3e Havenarm aangemeld. In 2017 is, als eerste van een reeks van 4 jaren, budget nodig voor het vervangen van de beschoeiing van het Hilversums Kanaal. In de onderhoudsbegroting zijn bedragen opgenomen om kleinschalig onderhoud uit te voeren. Uitvoering onderhoud
249
Het accent ligt op het opheffen van calamiteiten. De omvang hiervan is niet op voorhand te kwantificeren. In 2014 is er geen structureel onderhoud aan waterbodems en beschoeiingen gepland. Uitvoering investeringen Vervanging van beschoeiingen geschiedt via het investeringsprogramma. In 2014 zijn er geen vervangingswerken aan beschoeiingen gepland. Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Water (baggeren, oevers, sluis) Onderhoudslasten Investeringen
rek.2012 begr.2013 begr.2014 91 94 94 30 0 0
Relevante beleidsnota’s 1. Rapport Tauw Civiel en Bouw d.d. 8 februari 1995. 2. ‘Achterstallig onderhoud Civieltechnische Werken’ d.d. 19 november 1993. 3. Rapportage actualisering meerjarig onderhoud water d.d. februari 2002. 7.3.5. Groen Beleid In het Handboek Beheer Hilversum Buiten (vastgesteld in 2009) en in het Groenbeleidsplan (vastgesteld in 2012) is het beleid voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen en de bomen vastgesteld. In 2010 is in het kader van de bezuinigingen het kwaliteitsniveau van de plusgebieden in het handboek Beheer Hilversum Buiten teruggebracht naar het basisniveau, uitgezonderd het groen rond het Raadhuis. De programma’s omvatten zowel het onderhoud als de herinrichting (investeringen) van het openbaar groen. Aansluiting is gezocht bij de zoneringniveaus van het Handboek Beheer Hilversum Buiten. Met betrekking tot bomen is het beleid gericht op een structureel gezond divers bomenbestand. Om dit te bereiken wordt een jaarlijkse VTA inspectie uitgevoerd, waarvan de resultaten worden meegenomen in het programma ‘boomverzorging’. Op dit moment zijn de budgetten voor het groen en de bomen voldoende voor het onderhoud en noodzakelijke renovatie. Uitvoering onderhoud In 2014 voert SBS, evenals in voorgaande jaren (vanaf 1-7-2007) de onderhoudswerkzaamheden groen en bomen uit conform het onderhoudsbestek groen. Voor sommige werkzaamheden is een bepaalde frequentie vastgesteld. Andere werkzaamheden worden getoetst op een vooraf overeengekomen beeldkwaliteit. Uitvoering investeringen Bij de uitvoering van investeringen wordt zoveel mogelijk gekozen voor een integrale benadering. Hiervoor vindt afstemming plaats met het groot onderhoud aan infrastructurele werken (vervangen afgeschreven wegen), rioleringswerkzaamheden en projecten in het kader van ISV. Het kan voorkomen dat grotere renovatie werkzaamheden aan groen apart worden uitgevoerd, omdat de levensduur van het groen niet dezelfde is als die van riolen en andere infrastructurele voorzieningen. In 2014 wordt op de volgende locaties het openbaar groen gerenoveerd en de bomen vervangen: Bomen: • Vossenstraat (in combinatie met wegen en GRP); • s-Gravelandseweg (in combinatie met wegen); • Surinamelaan.
250
Plantsoenen: • Kraanvogelplein (in combinatie met wegen en GRP); • Rotonde Vreelandseweg (in combinatie met wegen (uit programma 2013); • Laapersveldpark. Investerings- en onderhoudsbudgetten Groen en bomen Onderhoudslasten Investeringen
bedragen x € 1.000
rek.2012 begr.2013 begr.2014 2.643 2.429 2.166 0 380 938
Relevante beleidsnota’s 1. Visie Hilversum Buiten, 2004. 2. Hilversum Buiten handboek Beheer, 2009. 3. Groenbeleidsplan 2013. 4. Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2012-2015. 7.3.6. Kantoorgebouwen Beleid Voor het raadhuis en het stadskantoor worden er, in samenspraak met onze eigen gebouwenbeheerders, door een extern bureau meerjarige onderhoudsplannen (de zogenoemde MOP’s) opgesteld. Deze worden periodiek geactualiseerd. Jaarlijks wordt aan de MOP’s een vast bedrag gedoteerd waaruit alle toekomstige onderhoudslasten gedekt kunnen worden. Uitvoering onderhoud Raadhuis Het MOP raadhuis is eind 2012 geactualiseerd. De oude planningshorizon van dit MOP bedroeg 10 jaar (periode 2007-2016). In deze periode zou een jaarlijkse dotatie van € 423.000 plaatsvinden. Op basis van het geactualiseerde MOP met een looptijd van 2013-2042 bedraagt de jaarlijkse dotatie € 479.000. Dit is dus € 56.000 hoger dan de oude dotatie. Het hanteren van een langere looptijd (30 jaar i.p.v. 10 jaar) heeft als voordeel dat alle echt grote/dure onderhoudsposten van het cyclisch onderhoud binnen deze termijn vallen. Daarnaast treden er minder schommelingen in de begroting op. Overigens blijft het MOP een dynamisch document; jaarlijks wordt aan de hand van een schouw bepaald wat er uitgevoerd moet worden en wat eventueel door kan schuiven naar latere jaren. Ook het naar voren trekken van later geplande werkzaamheden komt voor, bijvoorbeeld vanuit het oogpunt van efficiëntie. De voorziene last vanuit het MOP raadhuis 2014 is op hoofdlijnen als volgt uit te splitsen: 1. installaties € 18.000 2. bouwkundig interieur € 139.000 3. bouwkundig exterieur € 92.000 totaal: € 249.000 Ad 1) De kosten voor de installaties betreft met name buitenriolering, en onderhoud vloerpotten. Ad 2) De nadruk bij het bouwkundig interieur ligt in 2014 op deuren, vloerbedekking en pleisterwerk. Ad 3) Het bouwkundig exterieur betreft voornamelijk kosten voor metsel- en voegwerk, schilderwerk en onderhoud van daken. Stadskantoor Het stadskantoor is medio 2009 opgeleverd. De aangehouden planningshorizon van het MOP bedraagt 10 jaar (periode 2010-2019) met totale kosten van ruim € 900.000. Voor 2010-2014 wordt er jaarlijks een bedrag van afgerond € 44.000 aan de voorziening toegevoegd. Op basis van het opgestelde MOP bedraagt de storting in de periode 2015-2019 € 138.000. De raming van de lasten uit het onderhoudsplan 2014 bedraagt € 53.000. Hierbinnen vallen activiteiten die te maken hebben met dakbekleding, gevels, deuren/ kozijnen, lichtplan en werktuigbouwkundige- en elektrotechnische installaties.
251
Na de zomer van 2013 wordt een aanvang gemaakt met de inhoudelijke actualisering van het MOP Stadskantoor. Op basis van die actualisering en beschikbaar budget wordt een prioritering van de werkzaamheden benoemd. Overig Binnen de MOP’s gaat het om de posten groot cyclisch onderhoud. De post ‘meubilair’ valt hier dus buiten (met uitzondering van het Dudok stijlmeubilair). In het kader van een goede bedrijfsvoering is het gewenst wel rekening te houden met een vervangingsplan meubilair. Na een grondige inventarisatie (op zowel kwaliteit als kwantiteit) wordt er een vervangingsplan meubilair opgesteld. Bij de begrotingsopstelling 2015 kan hiermee dan in de investeringsplanning rekening worden gehouden. Het budget voor de reguliere jaarlijks terugkerende onderhoudslasten van de bedrijfsgebouwen heeft betrekking op de onderhoudscontracten van de technische installaties, het kleine onderhoud en het terreinonderhoud rond Dudokpark 1 en het Stadskantoor. Huisvesting Sociale Zaken Voor de huisvesting van Sociale zaken worden panden gehuurd aan de Wilhelminastraat en de Larenseweg. Alle exploitatielasten, voornamelijk huur, zijn binnen de exploitatie opgenomen. Uitvoering investeringen Niet van toepassing.
Investerings- en onderhoudsbudgetten Kantoorgebouwen Onderhoudslasten Toevoeging voorziening
bedragen x € 1.000
rek. 2012 bgr. 2013 bgr. 2014 231 310 310 467 467 523
Relevante beleidsnota’s • Meerjaren onderhoudsplannen Raadhuis en Stadskantoor.
7.3.7. Onderwijshuisvesting Beleid Onderwijshuisvesting is een wettelijke taak voor de gemeente. De gemeente stelt in overleg met de schoolbesturen meerjarige plannen op voor de onderwijshuisvesting. Voor nieuwbouw, renovatie en levensduur verlengende voorzieningen stelt de gemeente investeringsbudgetten beschikbaar. Via het investeringsprogramma legt de gemeente vast welke investeringsbudgetten er in de eerstvolgende vier jaar voor onderwijshuisvesting beschikbaar zijn. Het investeringsprogramma in deze begroting loopt tot en met 2017. Het investeringsbedrag is in 2014 €6,6 miljoen en in 2015 € 6,2 miljoen. Met ingang van 2016 wordt dit bedrag afgebouwd naar een gemiddelde van € 4 miljoen per jaar. Voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs is een onderhoudsvoorziening ingesteld om de kosten van het geplande onderhoud gelijkmatig over de jaren te spreiden. Aan deze voorzieningen wordt jaarlijks een bedrag toegevoegd om ze op het vereiste niveau te houden/krijgen. In 2014 is dat een bedrag van € 243.000. Daarnaast is er jaarlijks € 650.000 beschikbaar voor levensduur verlengende maatregelen vanuit de hierboven genoemde bedragen in het investeringsprogramma. Het beschikbare budget voor onderhoud is gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan dat tweejaarlijks wordt geactualiseerd. Uitvoering onderhoud In het meerjaren onderhoudsplan zijn voor 2014 onder andere de volgende werkzaamheden gepland: • Al Islaam: het vervangen van de kozijnen en de dakbedekking; • Leeuwenhoekschool: terreinvoorzieningen.
252
Uitvoering investeringen In 2014 zijn onder meer de volgende investeringen gepland: • Het afronden van de renovatie van de het schoolgebouw aan de Lopes Diaslaan, het gebouw wordt geschikt gemaakt voor de huisvesting van de Donnerschool. • De financiering van de Aloysius, waarvoor de bouw al in 2012 afgerond zal zijn. • De nieuwbouw van de twee scholen (Hilfertsheem-Beatrix en Da Costaschool) aan de Lieven de Keylaan. • Het starten met het maken van de plannen voor de nieuwbouw van de Trappenberg op Monnikenberg en voor de dislocatie van de Lorentzschool op Anna’s Hoeve.
Investerings- en onderhoudsbudgetten Onderwijshuisvesting Investeringen Toevoeging voorziening
bedragen x € 1.000
rek. 2012 bgr. 2013 bgr. 2014 10.266 6.900 6.641 224 228 248
Relevante beleidsnota’s 1. IHP 2012-2020. 2. Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Hilversum 2012. 3. Onderwijs huisvestingsprogramma 2014. 7.3.8. Overig maatschappelijk vastgoed Beleid De gemeente bezit speelgelegenheden, buitensportaccommodaties en panden voor cultuur-, welzijn, en sportdoeleinden. Het noodzakelijk onderhoud wordt beschreven in een meerjaren onderhoudsplan (MOP) voor de periode 2012-2031 en is erop gericht het maatschappelijk vastgoed in kwalitatief goede staat te houden. Om de onderhoudslasten gelijkmatig over de jaren te verdelen, is een onderhoudsvoorziening ingesteld. Hieraan wordt in 2014 een bedrag van € 1.308.000 toegevoegd. Uitvoering onderhoud In het meerjaren onderhoudsplan zijn voor 2014 onder andere de volgende werkzaamheden gepland: • Gebouw Spelotheek: nieuwe dakbedekking. • Museum: groot onderhoud schilderwerk, liftonderhoud en mechanische installatie. • De Vorstin: onderhoud theaterinstallatie en contracten. • Sportzaal de Meent: vervanging armaturen. • Tribune Arena: groot onderhoud schilderwerk. • De Lieberg: onderhoudskosten zwembad en gebouwonderdelen. • Sporthal Kerkelanden: onderhoud installaties en gebouwdelen. • Theater Achterom: dakbedekking en schilderwerk. De hiervoor benodigde budgetten worden rechtstreeks uit de voorziening gehaald en drukken niet op de exploitatie. Alleen ten behoeve van het onderhoud kunst is een exploitatiebudget opgenomen. Uitvoering investeringen Met ingang van 2014 zijn de vervangingsinvesteringen voor buitensportaccommodaties in het investeringsprogramma opgenomen. Het gaat in 2014 om een te investeren bedrag van € 235.000. Investerings- en onderhoudsbudgetten Overig maatschappelijk vastgoed Onderhoudslasten Investeringen Toevoeging voorziening
bedragen x € 1.000
rek. 2012 bgr. 2013 bgr. 2014 15 16 16 0 0 235 1.234 1.302 1.308
253
Relevante beleidsnota’s • Meerjaren onderhoudsplan maatschappelijk gemeentelijke gebouwen (panden sociaal, cultureel, welzijn, sport en kinderopvang (2011)). • Meerjaren onderhoudsplan buitensportaccommodaties (2012). • Meerjaren onderhoudsplan speelvoorzieningen (2012).
254
7.4. Financiering 7.4.1. Inleiding Naast het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt ook de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) een financieringsparagraaf verplicht. De financieringsparagraaf in de begroting en rekening is in samenhang met het financieringsstatuut, dat in artikel 212 van de Gemeentewet is voorgeschreven, een belangrijk instrument voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. De verhouding tussen statuut en paragraaf kan daarbij als volgt worden omschreven: Het financieringsstatuut geeft regels voor de wijze van dekking van de financieringsbehoefte en regels voor het uitzetten van overtollige middelen (die laatste situatie doet zich in Hilversum niet voor). De hoofduitgangspunten daarbij zijn dat de risico’s worden geminimaliseerd en dat de kosten zo laag mogelijk gehouden worden. In de financieringsparagraaf in begroting en rekening wordt ingegaan op de actuele situatie rond de dekking van de financieringsbehoefte in het betreffende jaar. 7.4.2. Beleid De gemeente hanteert het systeem van integrale financiering. Dit houdt in dat voor de gemeentelijke organisatie als geheel de financieringsbehoefte c.q. het financieringstekort bepaald wordt; er wordt dus niet voor iedere investering apart geleend. Voor de dekking van het financieringstekort zijn de volgende financieringsmiddelen beschikbaar: • Kortlopende financieringsmiddelen (< 1 jaar). Om het renterisico te beperken is de omvang van de korte schuld wettelijk gelimiteerd tot 8,5% van het uitgaventotaal van een gemeente (= kasgeldlimiet). Deze grens is gesteld om te voorkomen dat een te groot gedeelte van het financieringstekort met kortlopende middelen (vaak goedkoop) wordt gedekt. Kortlopende financiering kent een relatief groot renterisico: Bij korte looptijden moeten bestaande leningen vaker worden vervangen met steeds opnieuw de onzekerheid over het actuele rentepeil op het moment van aantrekken van de nieuwe lening. • Langlopende financieringsmiddelen. Deze worden aangetrokken als het wettelijk maximum voor de kortlopende schuld is bereikt. Om het renterisico op langlopende schuld te beperken (het risico dat de rente hoger is op het moment dat een lening moet worden vervangen of de rente van een bestaande lening moet worden herzien), is bepaald dat de omvang van de te herfinancieren bedragen niet boven de 20% van het geraamde uitgaventotaal van een gemeente mag uitkomen. Bij het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen wordt de looptijd en het aflossingsritme zodanig gekozen, dat het renterisico onder de daarvoor voorgeschreven norm blijft (zie § 7.4.3.). Dat betekent dat leningen met een gelijkmatig aflossingsritme de voorkeur verdienen. 7.4.3. Dekking financieringstekort De omvang van het financieringstekort en daarmee de behoefte aan vreemd vermogen is afhankelijk van de omvang en het tempo van uitvoering van investeringsprogramma’s en grondprojecten, en de omvang van de eigen financieringsmiddelen. Gelet op de geschatte omvang op 1 januari 2014 van de investeringen (incl. grondprojecten) en de eigen middelen ligt het financieringstekort op deze peildatum rond € 32 miljoen. Van dit financieringstekort wordt ca. € 13 miljoen met kortlopende schuld gedekt (looptijd korter dan 1 jaar). Dit bedrag valt binnen de kasgeldlimiet (zie § 7.4.2). Het restant financieringstekort van afgerond € 19 miljoen wordt gedekt met langlopende schuld (looptijd 1 jaar of langer). De langlopende schuld komt daarmee eind 2014 uit op € 167 miljoen (zie voor een berekening bijlage 9.3 Staat van langlopende geldleningen).
255
Het renterisico van vaste schuld is net als dat van korte schuld wettelijk begrensd. De norm wordt overschreden als een gemeente in een bepaald jaar meer dan 20% van het uitgaventotaal moet herfinancieren (inclusief renteherziening). Hilversum blijft in de periode 2014 tot 2017 gemiddeld € 28 mln onder de norm, zoals de berekening hierna laat zien. Berekening renterisico
2014
2015
2016
2017
1 Renteherziening op vaste schuld 2 Te betalen aflossingen
15.352
454 16.088
15.635
15.301
3 Renterisico op vaste schuld (1+2) 4 Renterisiconorm (= 20% van uitgaventotaal)
15.352 43.800
16.542 43.800
15.635 43.800
15.301 43.800
5a Ruimte onder renterisiconorm (4-3) 5b Overschrijding renterisiconorm
28.448 -
27.258 -
28.165 -
28.499 -
2014 219.000 20% 43.800
2015 219.000 20% 43.800
2016 219.000 20% 43.800
2017 219.000 20% 43.800
Berekening renterisiconorm Uitgaventotaal jaar T (=begrotingsjaar) 4a Het bij ministeriële regeling vastgestelde % 4b Renterisiconorm jaar T (=begrotingsjaar)
(Bedragen x € 1.000)
Tabel 7.1 Berekening renterisiconorm
7.4.4. Risicoprofiel leningenportefeuille Het totaalbedrag aan leningen per 1 januari 2014 is geraamd op € 167 miljoen, verdeeld over 35 leningen. De rentepercentages variëren tussen de 2,96% en 5,45%. In de vorige paragraaf is uitgelegd dat Hilversum ruim binnen de rente risiconorm blijft. Dit komt omdat het aflossingspatroon van de bestaande leningenportefeuille voldoende gespreid is. Hilversum heeft maar 3 leningen waarvan de rente tussentijds kan worden herzien (renteconversie). Bij dit type leningen is het renterisico het grootst, maar binnen de Hilversumse portefeuille zijn ze van ondergeschikt belang. In onderstaand overzicht wordt de samenstelling van onze leningenportefeuille samengevat. Omschrijving soort lening
Aantal
Looptijd in jaren
Lineair aflosbare leningen met renteconversie
3
25
3.961
3,44 - 4,87
Lineair aflosbare leningen met vaste rente
32
10 - 25
163.038
2,96 - 5,45
Totaal 35 Tabel 7.2. Onderverdeling leningen naar wijze van aflossing
Boekwaarde Rentepercentage per 1-1-2014 tussen (x € 1.000)
167.000 (Bedragen x € 1.000)
7.4.5. Rente Algemeen De rentelasten worden zowel bepaald door de omvang van de schuld als door het rentepeil. Het doen van betrouwbare voorspellingen over de renteontwikkeling is niet goed mogelijk. Een groot aantal factoren is hierop van invloed, zoals de ontwikkeling van de economische groei bijvoorbeeld. Sinds 2009 wordt de rente sterk beïnvloed door de schuldenproblematiek en de economische crisis in Europa. Zowel de korte rente als de rentes voor langlopende leningen zijn zeer laag. De financiële markten zijn nog steeds onrustig.
256
Kosten Voor de begroting 2014 gaan wij uit van een marktrente van 0,5% voor looptijden korter dan 1 jaar en een rente van 3,25% voor langlopende schuld (uitgaande van een 25-jaars looptijd). Onderstaand staatje geeft een overzicht van de rentelasten. In 2014 bedragen deze € 6,8 mln, gebaseerd op het geraamde financieringstekort van € 32 mln (zie par. 7.4.3) en de hiervoor genoemde marktrente. Deze lasten worden via een rente omslagpercentage verdeeld over de programma’s. Het rente omslagpercentage komt voor 2014 uit op 3,35% (2013: 3,70%). Lasten en baten financieringsfunctie
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
LASTEN Rente gespecificeerd naar : - rente van bestaande langlopende leningen - rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen * - rente van kortlopende financieringsmiddelen
6.468
5.740 1.112 133
150
Totaal lasten * Inclusief stelpost naijling ad € 784.000 Tabel 7.3. Lasten en baten van de financieringsfunctie
6.618
6.269 500 66
6.985 6.835 (Bedragen x € 1.000)
Gevoeligheidsanalyse Tabel 7.1 in paragraaf 7.4.3 geeft onder meer informatie over de aflossingen op onze bestaande leningen in de jaren 2014 t/m 2017. De tabel hieronder geeft aan wat - uitgaande van herfinanciering van deze aflossingen (met andere woorden: de schuld neemt niet toe of af) - de financiële gevolgen zijn als dit rentepercentage 1% hoger wordt dan de 3,25% waarmee in deze begroting gerekend is (uiteraard verdubbelen deze bedragen bij een 2% hoger rentepercentage en worden ze drie keer zo hoog bij een 3% hoger rentepercentage): Omschrijving
Herfinanciering aflossingen 2014 Herfinanciering aflossingen 2015 Herfinanciering aflossingen 2016 Herfinanciering aflossingen 2017
Hogere rentelasten per % rentestijging 2014 2015 2016
Aflossingsbedrag 15.352 16.088 15.635 15.301
154
154 161
Totale extra rentelasten bij een stijging van 1% 62.376 Tabel 7.4. Extra rentekosten te herfinancieren aflossingen
154
314
257
154 161 156
2017 154 161 156 153
471 624 (Bedragen x € 1.000)
7.5. Bedrijfsvoering 7.5.1. Inleiding De paragraaf Bedrijfsvoering is een verplichte begrotingsparagraaf (BBV art 9, lid 2, sub e). In deze paragraaf wordt ingegaan op de organisatieontwikkeling en de doelstellingen voor de concernbrede bedrijfsvoering. Twee grote ontwikkelingen die al een aantal jaren geleden zijn ingezet, zijn ook nog in 2014 van grote invloed op de bedrijfsvoering: 1. de bezuinigingen van het Rijk 2. de organisatieontwikkeling naar ‘Slank en Hoogwaardig’. Ad 1. de bezuinigingen van het Rijk Het Rijk bezuinigt op de overheidsuitgaven, ook op de uitgaven die via de gemeenten lopen. De verwachting is dat dit de komende jaren door zal gaan. De gemeentefinanciën zullen dus onder druk blijven staan. Om de Rijksbezuinigingen het hoofd te kunnen bieden is er sinds 2010 via de operatie ‘Slank en Hoogwaardig’ (zie hieronder) reeds circa € 13 miljoen bezuinigd. Bij het opstellen van de begroting 2014 was er nog geen duidelijkheid over de gevolgen van de Rijksbezuinigingen voor 2014 en verder. Met het oog op het sluitend houden van de begroting tot en met 2016 is er niettemin voor gekozen om € 2 miljoen aanvullend te bezuinigingen. Ad 2. de organisatieontwikkeling naar ‘Slank en Hoogwaardig’ In 2010 is gestart met de operatie ‘Slank en Hoogwaardig’. De noodzaak om het hoofd te bieden aan de aanhoudende bezuinigingen van het Rijk is één van de redenen waarom de ontwikkeling naar een slanke en hoogwaardige gemeenteorganisatie is ingezet. Daarnaast zijn er twee, andere, fundamentelere redenen voor deze organisatieontwikkeling. Ten eerste zijn dat de aanhoudende grote maatschappelijke veranderingen, uiteenlopend van decentralisaties de opkomst van sociale media. Naar verwachting zullen zulke veranderingen elkaar in steeds sneller tempo opvolgen. Dit vereist een gemeentelijke organisatie die ingericht is op voortdurend aanpassen, meebewegen en anticiperen. De tweede fundamentele drive achter de organisatieontwikkeling zijn de steeds hogere eisen die klanten (burgers, instellingen, bedrijven) aan de gemeente stellen. Om hier aan tegemoet te komen zijn een hoogwaardige dienstverlening en daarop toegesneden bedrijfsprocessen noodzakelijk. In de eerste jaren is de nadruk gelegd op het onderdeel ‘Slank’ (zie 7.5.2.). Begin 2013 zijn de eerste stappen gezet om tot een nieuwe organisatiestructuur te komen: het schrappen van een managementlaag, het werken met een compact directieteam, een vermindering van het aantal afdelingen. In de tweede helft van 2013 wordt de volgende stap gezet: het centraliseren van de control organisatie en het integreren van de staffuncties. Volgens de planning zal de nieuwe organisatiestructuur op 1 januari 2014 zijn ingevoerd. Deze veranderingen in de organisatiestructuur staan ten dienste van de met ‘Slank en Hoogwaardig’ beoogde veranderingen in de organisatiecultuur. Alleen door een cultuuromslag kan de weg naar een hoogwaardige organisatie ingeslagen worden. Kernwoorden zijn hierbij: minder verkokering, meer horizontale integraliteit en meer ‘van buiten naar binnen denken’. Alleen dan zal de gemeentelijke organisatie in staat zijn de maatschappelijke opgaven waar we voor komen te staan tegemoet te treden. Naarmate de organisatie zich ontwikkelt richting ‘Slank en Hoogwaardig’ zullen de opgaven waar de gemeente voor staat met minder mensen moeten worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bedrijfsvoering onder druk komen te staan. In het navolgende wordt apart ingegaan op de twee onderdelen van de organisatieontwikkeling (‘Slank’ resp. ‘Hoogwaardig’). Vervolgens worden enkele andere ontwikkelingen behandeld. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het Dashboard Bedrijfsvoering.
258
7.5.2. Slank In het kader van ‘Slank’ vinden drie ontwikkelingen plaats: 1. Formatiereductie 2. Vereenvoudiging, ‘leaner’ maken van bedrijfsprocessen 3. Digitalisering van bedrijfsprocessen Ad 1. Formatiereductie De voorgenomen formatiereductie loopt volgens planning. Op 1-1-2016 zal er 90 fte gereduceerd zijn ten opzichte van 1 januari 2012. Hiervan is 76,6 fte gerealiseerd in het kader van ‘Slank’. De overige 13,4 fte heeft te maken met andere rolneming, veranderd takenpakket en andere ontwikkelingen. De financiële gevolgen hiervan zijn verwerkt in de programmabegroting 2014. Ad 2. Leaner maken van bedrijfsprocessen De gemeentelijke organisatie zet stappen om alle operationeel ondersteunende taken in het kader van de interne dienstverlening zo efficiënt en effectief mogelijk in te richten. Daarbij is de doelstelling om processen logisch vorm te geven en lean te maken. Het team Administratiehuis levert een bijdrage aan het zo efficiënt mogelijk inrichten van taken met behoud van voldoende betrouwbaarheid en tegen zo laag mogelijke structurele uitvoeringskosten. In 2013 is (in het verlengde van de nieuwe rol van P&O) de personeels- en salarisadministratie samengevoegd met GFA. Daarnaast heeft een onderzoek plaats gevonden naar het concernbreed optimaliseren van de innings- en betalingsprocessen. Daaraan werd in de tweede helft van 2013 en wordt in het eerste kwartaal 2014 uitvoering gegeven. Verder faciliteert het Administratiehuis ook in het ‘lean’ tot stand brengen van de digitalisering van personele processen. Dit is in 2013 opgestart en zal in 2014 worden voortgezet. Ad 3. digitaliseren van bedrijfsprocessen De bedrijfsprocessen worden onderscheiden in dienstverleningsprocessen (‘front office’) en ondersteunende processen (‘backoffice’). Beide procestypen worden gedigitaliseerd. Digitalisering dienstverleningsprocessen Met ingang van het begrotingsjaar 2013 is Dienstverlening een zelfstandig programma in de begroting geworden. De digitalisering van dienstverleningsprocessen vindt dan ook plaats in dat kader. Aanvullend op de vooruitblik in dit programmaveld (zie programma 16), volgt hier een overzicht van de acties die nog lopen als uitvloeisel van de in 2011 vastgestelde nota betreffende het digitaliseren van processen. • In de eerste fase (2013) wordt de nadruk gelegd op het verbeteren van de basis voor digitale dienstverlening: het verbeteren van stuurinformatie, de invoering van een nieuwe functionaliteit voor het beheren van vraag-antwoord combinaties en het registreren van klantcontacten, verbetering van de contentbeheerorganisatie, verbetering van de kwaliteit van de informatie. In 2014 zal de nadruk worden gelegd op de invoering van nieuwe e-diensten en op kanaalsturing. • Het digitaliseren van de bouwtekeningen op internet (via het streekarchief) zal begin 2014 zijn afgerond. • De uitvoering van het vervolgtraject voor verdere verbetering van het digitale vergunningenproces zal in 2014 worden afgerond. Het digitaal maken van de (lopende) WABO dossiers, gestart in 2012, is afgerond in 2013. Verder is in 2013 een tweede uitgebreidere pilot met mobiel handhaven afgerond. • In 2013 is een volledig digitaal subsidieproces ingevoerd voor de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Subsidieaanvragen kunnen volledig digitaal worden aangevraagd en afgehandeld. Een soortgelijk proces voor onderwijshuisvesting is gestart in 2013 en zal opgeleverd worden in 2014, voor de volgende aanvraagronde. • In 2014 zal het project voor het integreren van de applicatie van Sociale Zaken met het zaaksysteem worden afgerond. Hierdoor is dan een volledig digitaal proces mogelijk. Het project was afhankelijk van oplevering van een nieuwe landelijke standaard voor koppelingen. Deze is in 2013 opgeleverd, en is in datzelfde jaar door de leveranciers vertaald naar hun producten. In 2014 wordt de integratie gerealiseerd op basis van de door de leveranciers te bouwen koppelvlakken.
259
Digitalisering ondersteunende processen • In 2014 worden voor de manager en medewerker meerdere nieuwe functionaliteiten van elektronische dienstverlening E-HRM beschikbaar gesteld. Een van deze functionaliteiten wordt het digitale personeelsdossier. • Op twee afdelingen na gerealiseerd is vanaf 2014 de totale poststroom gerealiseerd. Deze afdelingen zijn bewust buiten het project gelaten omdat beide reeds met een digitaal archief werkten. Invoering van het (standaard) digitale postproces zou aanpassingen in het proces en integratie (koppeling) met de eigen applicaties van de afdeling vragen. Dit paste niet binnen het project voor het digitaliseren van de post. De integratie wordt door de afdelingen zelf opgepakt, en zal worden gerealiseerd in 2014 (op basis van een in 2013 vastgestelde landelijke standaard voor deze koppelingen). • De begroting 2014 is opgesteld in één geautomatiseerd systeem. Naar verwachting wordt in 2014 ook de jaarrekening 2013 via de nieuwe applicatie opgesteld. • Naar aanleiding van de invoering van een nieuwe bedrijfsinformatietool is in 2013 de invoering van een dashboard opgestart. Dit zal worden afgerond in 2014, aansluitend op de ontwikkelingen rondom de nieuwe organisatie. • In 2014 wordt het project met betrekking tot het digitaal verwerken en verzenden van uitgaande facturen conform de principes van zaakgericht werken afgerond. 7.5.3. Hoogwaardig In het kader van ‘hoogwaardig’ zijn er verscheidene ontwikkelingen gaande, waarvan het veranderingstraject van de afdeling P&O en de uitrol van de Principal Toolbox op dit moment de belangrijkste zijn. Traject naar hoogwaardige P&O De motor in de ontwikkeling naar een hoogwaardige organisatie is de afdeling P&O. Om die functie adequaat te kunnen vervullen moet P&O zelf hoogwaardig zijn. Daartoe heeft de afdeling in 2013 een transitie ondergaan. De nadruk is komen te liggen op organisatieadvies. De administratieve taken zijn overgegaan naar het Administratiehuis. De inhoudelijke pijlers voor hoogwaardigheid binnen het vakgebied P&O zijn: • strategische personeelsplanning; • het ontwikkelen en/of implementeren van beoordelingssystemen, kwaliteitssystemen, en de lerende organisatie; • de organisatie voortbouwen op leiderschap dat zowel verbindend is als oplossend vermogen heeft; • organisatieadvies; • feedbacksystematiek. De ontwikkelingen binnen de pijlers zijn voor een groot deel gestart in 2013. In 2014 vinden de volgende activiteiten plaats: • Het MD-programma wordt in 2014 afgestemd op de in de nieuwe, hoogwaardige organisatie van het management gevraagde competenties. Het doel van dit traject is dat leidinggevenden voldoende vaardigheden hebben om de veranderopgave in de organisatie gestalte te geven. Dit betekent met name beweging in (1) verbinden, (2) resultaatgericht leidinggeven en (3) zichtbaar zijn, zowel binnen als buiten de organisatie. • In 2014 wordt E-Learning voor leidinggevenden en medewerkers verder uitgebouwd. Ook de Hilversum Academie zal in 2014 verder worden ingericht en afgestemd m.b.t. de opleidingen die aansluiten bij de gewenste organisatieontwikkeling en de leerbehoefte van de medewerker en leidinggevenden. • In 2014 zal een start worden gemaakt met de implementatie van resultaatgesprekken (beoordelingsgesprekken). • De gemeente Hilversum heeft in 2012 middels deelname aan een pilot van de VNG onderzocht hoe een nieuw functiewaarderingssysteem vormgegeven kan worden. Met de resultaten hiervan is in 2013 aan de slag gegaan. Het functiegebouw wordt teruggebracht naar
260
tussen de 40 en 50 generieke functies. Hierdoor zal het systeem transparanter en minder onderhoudsgevoelig zijn, en zal er meer flexibiliteit zijn bij de toedeling van taken. Het nieuwe systeem wordt gefaseerd ingevoerd. Medio 2014 zullen alle functies zijn omgezet naar het nieuwe functiewaarderingssysteem. Uitrol van Principal Toolbox In 2014 zal de Principal Toolbox gekoppeld worden aan het gemeentelijke financiële systeem en wordt een koppeling voorzien met het gemeentelijke systeem voor tijdschrijven. Aan de invoering van de Principal Toolbox is in 2013 ook een gemeentebreed opleidingsprogramma gekoppeld voor verbetering van het projectmatig werken. Dit is voor komende jaren als een continu programma ondergebracht bij de Hilversum Academie. In 2013 is invoering van de Principal Toolbox ingebed in het concernspeerpunt ‘Projectmatig werken’ en is gekozen voor een directe gemeentebrede implementatie. In de eerste fase hiervan zijn alle gemeentelijke projecten in de Principal Toolbox ingevoerd volgens het zogenoemde ‘single sheet model’. Hierbij is voor alle projecten de belangrijkste sturingsinformatie ingevoerd, die nodig is voor het adequaat monitoren van de projectvoortgang. In de tweede helft van 2013 wordt het systeem verder ontwikkeld met een specifieke procesuitwerking en uitgebreidere projectinformatie ten behoeve van de ruimtelijke projecten (de projecten van de huidige afdeling PROM) en de projecten van Sociale Zaken. Dit wordt begin 2014 afgerond. In 2014 wordt gestart met de aanvullende inrichting van Principal Toolbox ten behoeve van de overige soorten projecten, zoals beleids-, bedrijfsvoerings- en ICT-projecten. 7.5.4. Andere ontwikkelingen Bedrijfsinterne milieuzorg De Visie op Klimaatneutraal Hilversum 2050 en het Uitvoeringsprogramma duurzaamheid 20122015 zijn in 2012 in de Raad vastgesteld. Hiermee heeft de gemeente zich de volgende doelen gesteld: • de realisatie van een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2020; • energiezuinige gebouwen die zijn voorzien van duurzame energie in 2015. In 2013 is het energieverbruik geanalyseerd en zijn de uit te voeren maatregelen bepaald. In 2013 en doorlopend naar 2014 worden de energiemaatregelen doorgevoerd in gebouwen als het Raadhuis en het Stadskantoor. Op basis van dit programma zal de focus liggen op energiezorg en duurzame inkoop. Single Euro Payments Area (SEPA) Het betalings- en incassoverkeer binnen Europa verandert definitief per februari 2014. De Nederlandse overboekingen en incasso’s zijn dan vervangen door Europese. Er is middels een concernbreed project opgestart om de overstap tijdig te maken. Daarbij zijn zowel binnen de eigen bedrijfsvoering als in de contacten met de klanten de benodigde administratieve aanpassingen gedaan. Rekeningnummers van crediteuren- en debiteurenbestanden zijn aangepast. Daarnaast zijn ook sjablonen, facturen en postpapier aangepast met de benodigde IBAN- en BIC-codes. Desktop virtiualisatie en plaatsonafhankelijk werken Bij desktop virtualisatie staan het besturingssysteem, de toepassingen en de bijbehorende gegevens niet langer op de pc van de gebruiker, maar op een server die in principe met elke PC te benaderen is. Dit maakt ‘plaatsonafhankelijk werken’ mogelijk. In 2013 is begonnen delen van de zogenaamde ‘G-schijf’ (de schijf waarop vrijwel alle gegevens staan waar de medewerkers van de gemeente voor hun werk gebruik van maken) te ontsluiten voor gebruikers die werken buiten het Hilversum-domein, en is een groot deel van de gemeentelijke pc’s geschikt gemaakt voor desktop virtualisatie. In 2014 worden de laatste pc’s geschikt gemaakt voor desktop virtualisatie en zullen alle gebruikers opgeleid zijn voor het nieuwe Office-pakket. 7.5.5. Dashboard bedrijfsvoering Aan de hand van een dashboard wordt van bepaalde bedrijfsvoeringsaspecten periodiek gemeten hoe het daarmee gesteld is. In dit dashboard is, naast intern gerichte prestatie-indicatoren, ook de externe waardering opgenomen. Uitgangspunt is bovendien dat de twee bestuurlijke niveaus en het
261
managementniveau ieder hun eigen specifieke stuurinformatie kennen. Het gemeentelijke dashboard bevat daarom effect- en prestatie-indicatoren op het niveau van (1) de raad, (2) het college en (3) directie en afdelingshoofden. Een aantal van de prestatie-indicatoren van het dashboard maakt deel uit van een beloningssystematiek. Deze systematiek bestaat er in dat het concern, mits er bij de jaarrekening sprake is van een batig saldo, bij het behalen van de doelstellingen een toevoeging aan de ‘concernreserve’ ontvangt. De concernreserve zal bestemd zijn voor het organiseren van concernbrede activiteiten op het gebied van hoogwaardige organisatie en teambuilding. Deze bestemmingsreserve dient formeel nog te worden ingesteld. Tot de afschaffing van de diensten (18 juni 2013) werkte het geschetste beloningssysteem met dienstreserves. Hiervan bestaat alleen nog de reserve van Dienst Stad (zie 9.1, Staat van reserves). De beloningssystematiek kent de volgende indicatoren: 1. Tevredenheid van medewerkers. 2. Realisatie begroting. 3. Telefonische bereikbaarheid. 4. Ziekteverzuim. 5. Functioneringsgesprekken. Ad 1. Tevredenheid van medewerkers Deze indicator meet de tevredenheid van de medewerkers via de tweejaarlijkse enquête MTO (Medewerkerstevredenheidsonderzoek) op intranet. De enquête heeft in 2008, 2010 en 2012 plaatsgevonden en zal in 2014 wederom worden uitgevoerd. De norm voor 2014 is: 75% of meer van de medewerkers is tevreden over de organisatie waarin zij werken. Ad 2. Realisatie begroting Deze indicator meet het verschil tussen de werkelijke en de begrote lasten, respectievelijk baten, uitgedrukt als een percentage van de begrote lasten, respectievelijk baten. Met ‘begroot’ wordt gedoeld op de laatst bijgestelde begroting, dus inclusief begrotingswijzigingen. De norm voor 2014 is: een afwijking van maximaal 3%. Omdat het doel is dat de realisatie zo min mogelijk afwijkt van de (bijgestelde) begroting, gaat het om zowel afwijkingen naar boven (óók bij baten) als naar beneden (óók bij lasten). Ook 4% meer baten dan begroot is dus, hoewel een financieel voordeel, een overschrijding van de norm. Ad 3. Telefonische bereikbaarheid Deze indicator meet de telefonische bereikbaarheid van de medewerkers. De meting vindt vier keer in het jaar plaats (1 keer per kwartaal). De norm voor 2014 is: bij minimaal 90% van de telefoontjes (zowel van binnen als buiten) wordt de telefoon binnen drie keer overgaan opgenomen. Ad 4. Ziekteverzuim Deze indicator meet het percentage ziekteverzuim over de verslagperiode. De norm voor 2014 is: niet meer dan 5% van de uren voor welke de medewerkers van de gemeente zijn aangesteld, wordt vanwege ziekte verzuimd. Ad 5. Functioneringsgesprekken Deze indicator meet het percentage met medewerkers gevoerde functioneringsgesprekken aan de hand van de bij P&O aangeleverde gespreksverslagen. De norm voor 2014 is: met ten minste 95% van de medewerkers is een functioneringsgesprek gevoerd.
262
7.6. Verbonden partijen Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij
Financieel belang Risico’s Ontwikkelingen
Rapportages
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Den Haag 23 december 1914 naamloze vennootschap 1. Financiën De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger, en is het voor de gemeente mogelijk om op eenvoudige wijze toegang te krijgen tot de geldmarkt. Het Rijk is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De gemeente Hilversum heeft 120.939 van de 55.690.720 aandelen en daarmee 0,2 % van het stemrecht op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). De gemeente wordt op de AVA vertegenwoordigd door de wethouder Financiën. In de huidige schuldencrisis klemt een goede toegang tot de geldmarkt nog meer dan anders. De gemeente Hilversum moet voor de dekking van haar financieringsbehoefte regelmatig langlopende leningen aantrekken. Leningen met looptijden vanaf 20 jaar en een lineair aflossingspatroon hadden de afgelopen jaren, en ook nu nog, de voorkeur, omdat ze goed passen in de leningenportefeuille van Hilversum én de rente voor lange looptijden vergeleken met voorgaande jaren laag is. De BNG is één van de weinige banken die de door Hilversum gewenste leningen aanbiedt tegen een concurrerende rente. Geen. € 2,57 mld per 31 december 2012 € 139 mld per 31 december 2012 De nettowinst over het jaar 2012 bedraagt € 332 mln na belastingen (2011: € 256 mln). Daarvan is een bedrag van € 83 mln als dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders, waarvan € 180.000 aan Hilversum. Het restant wordt toegevoegd aan de reserves van de BNG. Hilversum bezit 120.939 aandelen, in totaal gewaardeerd op € 274.000. Geen. De bank heeft een credit rating AAA. In het kader van de Europese aanpak van de schuldencrisis moeten de banken hun reserves ophogen. Dit geldt ook voor de BNG. Daarom keert de BNG van 2011 tot (vooralsnog) 2018 niet 50%, maar 25% van de nettowinst uit als dividend. Jaarverslag (half maart) en halfjaarbericht (eind augustus).
263
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang
Risico’s Ontwikkelingen Rapportages
Vitens N.V. Utrecht 18 mei 2002 (fusie) naamloze vennootschap 1. Financiën Het statutaire doel van Vitens is de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder de winning, de productie, het transport, de verkoop en de distributie van water (statuten art 3 lid 1). Het doel van de deelname van Hilversum is het beïnvloeden van het beleid van Vitens, teneinde de prijs van water voor de Hilversumse burger en bedrijven zo laag mogelijk te houden. aandeelhouders uit de sector overheid (provincies en gemeenten) De gemeente Hilversum heeft 89.569 van de 5.777.247 aandelen en daarmee 1,55 % van het stemrecht op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). De gemeente wordt op de AVA vertegenwoordigd door de wethouder Financiën. Geen. Eigen vermogen per 31-12-2012: € 386 mln. Vreemd vermogen per 31-12-2012: € 1.297 mln. De nettowinst over het jaar 2012 bedroeg € 29,6 mln. Hiervan is € 14,7 mln toegevoegd aan het eigen vermogen. € 14,9 mln.(€ 2,57 per aandeel) is uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders. Hilversum bezit 89.569 aandelen (op een totaal van 5.777.247), met elk een verkrijgingsprijs van € 1,00 (één euro). Het financiële belang is dus voor € 89.569 gewaardeerd in de jaarrekening. Het (in 2013) over 2012 uitgekeerde dividend bedroeg € 230.000. In de begroting 2014 is een dividendopbrengst van € 251.000 opgenomen. Geen bijzonder risico. Het betreft een bedrijf met een monopoliepositie op het gebied van drinkwater. Geen. Begroting, jaarrekening en jaarverslag.
264
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang
Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
Werkvoorzieningschap Tomingroep Hilversum 1 december 1988 (huidige vorm sinds 1 november 1997) gemeenschappelijke regeling in de vorm van een openbaar lichaam 2. Sociale Zaken De Tomingroep voert namens de deelnemende gemeenten wettelijke taken uit die gericht zijn op het aanbieden van aangepast werk aan mensen met een beperking. de gemeenten Almere, Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren In het Algemeen Bestuur (AB) van het Werkvoorzieningschap Tomingroep heeft elke deelnemende gemeente één vertegenwoordiger. Elke vertegenwoordiger heeft één stem. Er zijn twee externe adviseurs aan het AB toegevoegd. Namens de gemeente Hilversum heeft de wethouder Sociale Zaken zitting in het AB. Hilversum is niet vertegenwoordigd in het driekoppige Dagelijks Bestuur (DB) van het Werkvoorzieningschap. Geen Per 31-12-2012: € 21,6 mln Per 31-12-2012: € 9,1 mln 2012: € 1,5 mln De bijdrage van de gemeente Hilversum is voor 2013 begroot op € 158.000. Sinds 2008 wordt ook de rijksbijdrage die de gemeente ontvangt, doorgestort naar de Tomingroep. Voor 2014 zal het gaan om een gemeentelijke bijdrage van € 158.000 en een rijksbijdrage van € 8 miljoen. De Tomingroep is met de uitvoering van de WSW belast. De gemeente is 100% risicodrager voor haar aandeel (= het aantal werkdagen van de in de gemeente Hilversum wonende werknemers). De regering is voornemens per 1 juli 2015 de Participatiewet in te laten gaan. Dit betekent dat er vanaf 2015 geen instroom in de WSW meer zal plaatsvinden. Klanten die voorheen in aanmerking kwamen voor de WSW zullen, samen met Wajongers met arbeidsvermogen, onder de Participatiewet gaan vallen. De WSW-doelgroep zal vermoedelijk veel kleiner worden. Ook zal er met andere instrumenten gewerkt moeten gaan worden, zoals loonwaarde. Gedurende 2014 zal hier meer duidelijkheid over komen. Begroting en jaarverslag.
265
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang
Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek Bussum 9 maart 2000 gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam 3. Onderwijs De regeling heeft tot doel de naleving van de Leerplichtwet 1969, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra op doelmatige en gecoördineerde wijze te bevorderen (GR art 4 lid 1). Het openbaar lichaam draagt zorg voor de uitvoering van de gemeentelijke taken die uit deze wetten voortvloeien (GR art 4, lid 2 en 3). de gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren Het Algemeen Bestuur (A.B.) wordt gevormd door de onderwijswethouders van de samenwerkende gemeenten. De stemverhouding in het bestuur is evenredig aan de inwoneraantallen (art 7 lid 4 GR). De Hilversumse wethouder heeft ook zitting in het Dagelijks Bestuur (D.B.). Geen. Per 31-12-12 eigen vermogen € 201.332 en per 31-12-11 € 104.693. Geen. Een negatief resultaat over 2012 van € 35.631. Dit wordt onttrokken aan de reserves. Het RBL krijgt jaarlijks een evenredige financiële bijdrage van de deelnemende gemeenten (GR, art 16 lid 3). Het aandeel van Hilversum in 2014 bedraagt € 159.000. Daarnaast krijgt Hilversum als centrumgemeente een rijksbijdrage ten behoeve van het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. In 2013 bedraagt deze € 624.000. Naar verwachting zal het bedrag in 2014 nagenoeg het zelfde zijn. In de geest van de gemeenschappelijke regeling (m.n. art 4 lid 3) wordt de rijksbijdrage volledig aan het RBL beschikbaar gesteld. In geval van eventuele opheffing van het RBL is de gemeente Hilversum naar evenredigheid verantwoordelijk voor de wachtgelden van de op dat moment uit Hilversum afkomstige leerplichtambtenaren. In 2014 gaat het om twee fulltime leerplichtambtenaren. Ook zal de gemeente dan zelf de leerplichtwet weer moeten uitvoeren, omdat dit een wettelijke taak is. Eind 2012 hebben het Rijk, de gemeenten en de schoolbesturen een convenant voortijdig schoolverlaten (VSV) gesloten voor de periode 2012-2015. Daarmee wordt getracht schoolverzuim in het algemeen en voortijdig schoolverlaten in het bijzonder tegen te gaan door het ontwikkelen van verzuimpreventieve activiteiten. Het betreft de inrichting en eventuele uitbreiding van een dekkend netwerk aan voorzieningen gericht op preventie en terugdringen van voortijdig schooluitval in de periode 2012-2015. Het is een voortzetting van de gezamenlijke VSV-aanpak die de afgelopen jaren is ontwikkeld. Via het inhoudelijke jaarverslag en de door de accountant goedgekeurde jaarrekening en begroting. Daarnaast vinden periodiek accountgesprekken plaats met de directeur van het RBL.
266
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
Gemeenschappelijke Regeling Educatie Bussum 1996 gemeenschappelijke regeling zonder openbaar lichaam 3. Onderwijs Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) is dat er een onderwijsaanbod is zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Daartoe wordt jaarlijks met het ROC Amsterdam een prestatieovereenkomst afgesloten. De gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Het gemeenschappelijke orgaan wordt bestuurd door het portefeuillehouderoverleg (pho). Elke deelnemende gemeente heeft één vertegenwoordiger in het pho (GR art 7 lid 2). De stemverhouding in het bestuur is trapsgewijs evenredig aan de inwoners per gemeente (GR art 7 lid 3). Namens Hilversum heeft de portefeuillehouder Sociale Zaken zitting in het pho. De gemeente Huizen heeft mandaat gekregen om, binnen het financiële kader, de prestatieovereenkomst met het ROC af te sluiten. De verwachting is dat het budget naar beneden wordt bijgesteld tot een bedrag van € 380.000. Dit is in de begroting aangepast. Vanaf 1 januari 2013 ontvangen de gemeenten geen middelen meer voor de bekostiging van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO). Deze taak wordt door het Rijk overgenomen. Het budget dat de gemeente vanaf 1 januari 2013 gaat ontvangen moet worden ingezet voor de opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2) en Nederlandse taal en rekenen. Voor de verdeling van de educatiemiddelen onder gemeenten voor de kalenderjaren 2013 en 2014 zal een overgangsbekostiging worden vastgesteld. N.v.t. N.v.t. N.v.t. In afwachting van de overgangsbekostiging is in de begroting 2014 een bijdrage van € 266.000 opgenomen. Voor de gemeente zijn er geen grote financiële risico’s. Het ROC moet het doen met de gelden die ze maandelijks van de diverse gemeenten ontvangt. Het ROC sluit hierover een prestatieovereenkomst met de GR af. De gemeente Huizen (als contactpersoon namens de regio) is met het ROC in gesprek om de bezettingsgraad van diverse opleidingen te bezien. Opleidingen die weinig scoren zouden kunnen vervallen. Tot en met 2015 is sprake van verplichte winkelnering bij het ROC. Daarna kan er opnieuw aanbesteed worden, een en ander afhankelijk van de ontwikkeling op het gebied van de rijksgelden Participatiebudget Educatie. Via kwartaalverslag en bijlage bij accountantsverklaring
267
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang Risico’s Ontwikkelingen
Rapportages
Stichting Gooisch Natuurreservaat Hilversum 11 november 1932 stichting 6. Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid Het doel van de stichting is (1) het in stand houden van het natuurschoon van het Gooi door het eigendom te verkrijgen over terreinen en daar voorgoed natuurreservaten van te maken en (2) het publiek gratis te laten genieten van het natuurschoon van het Gooi (statuten van de stichting, art 2 lid 1). de gemeenten Amsterdam, Blaricum, Bussum, Huizen, Laren en Naarden, en de provincie Noord-Holland Het Algemeen Bestuur heeft 17 zetels, waarvan Hilversum er, met één wethouder en drie raadsleden, vier bezet (statuten, art 5). In het achtkoppige Dagelijks Bestuur (art 6) wordt Hilversum vertegenwoordigd door de wethouder Milieu. De gemeente Amsterdam heeft te kennen gegeven dat zij uit het GNR wil treden. Omdat over de voorwaarden van uittreding geen eensgezindheid kon worden bereikt, is de zaak in februari 2013 voorgelegd aan de rechtbank van Amsterdam. Deze heeft in juli 2013 geoordeeld dat de reden die Amsterdam aanvoert voor uittreden, niet zwaarwegend genoeg is. Tegen deze uitspraak is de gemeente Amsterdam in hoger beroep gegaan. Op het moment van schrijven van deze paragraaf is nog niet duidelijk wanneer dit hoger beroep dient. Eigen vermogen per 31-12-2011: € 463.409 Eigen vermogen per 31-12-2012: € 548.625 Vreemd vermogen per 31-12-2011: € 726.871 Vreemd vermogen per 31-12-2012: € 1.176.603 Het resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt, na reservemutaties, € 73.685 voordelig. Dit bedrag is ten gunste van de reserves gebracht. De bijdrage in 2014 aan de verbonden partij bedraagt € 476.000. Als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. Voor 2014 wordt in verband met de bezuinigingen getracht een lagere bijdrage te kunnen verstrekken aan het GNR. Is dit al in het begrote bedrag van 476.000 ingecalculeerd? 1. Begroting. 2. Jaarrekening plus Balans. 3. Jaarverslag, allen voor te leggen aan de Gemeenteraad
268
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang Risico’s Ontwikkelingen
Rapportages
Brandweer (‘Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek’) Hilversum 1 januari 2007 gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam 10. Openbare orde en veiligheid, brandweer Het doel van de Veiliigheidsregio is het verhogen van de effectiviteit en efficiëntie van de hulpverlening bij crisisbeheersing en rampenbestrijding door deze regionaal te organiseren. De veiligheidsregio draagt zorg voor de uitvoering van de volgende taken: 1. de brandweerzorg; 2. de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en de daaraan verbonden bevolkingszorg; 3. de geneeskundige hulpverlening. 4. het inrichten en in stand houden van de gemeenschappelijke meldkamer voor brandweer, geneeskundige hulpverlening en ambulancevervoer. de gemeenten Blaricum, Bussum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. De burgemeester van Hilversum is voorzitter. Het bestuur beslist bij meerderheid van stemmen. Het veiligheidsbestuur neemt besluiten bij meerderheid van stemmen. Bij stakende stemmen krijgt de voorzitter een beslissende stem. In de gemeenschappelijke regeling die in 2009 is aangegaan hebben de gemeenten vastgelegd dat gedurende de eerste vijf jaar van het bestaan van de Veiligheidsregio de kostenverdeling in hoofdzaak gebaseerd blijft op de omvang van de brandweerbegroting van elke gemeente vóór regionalisering van de brandweer. Per 1 januari 2014 kan er een nieuwe financiële opzet worden gekozen. Per 31 december 2012 € 1.679.171 Per 31 december 2012 € 650.213 De jaarrekening 2012 van de Brandweer Gooi en Vechtstreek sluit voor resultaatbestemming met een voordelig saldo van € 324.395. De voor 2014 geraamde bijdrage van Hilversum is € 7.055.000. De deelnemende gemeenten dragen bij in een eventueel tekort op basis van het aantal inwoners. Het college ziet 2017 als uiterste datum waarop de maximale regionalisering en de daarbij behorende herverdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten moet zijn afgerond. De Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek stelt jaarlijks een begroting en jaarrekening op. De raad kan op de ontwerpbegroting zijn zienswijze kenbaar maken aan de Veiligheidsregio. De jaarrekening wordt - indien noodzakelijk voorzien van opmerkingen - jaarlijks door B&W voor kennisgeving aangenomen. Hierover wordt de Veiligheidsregio geïnformeerd. Daarnaast wordt de jaarrekening ter inzage gelegd voor de raad en wordt de raad via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over het B&W standpunt.
269
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang
Risico’s
Ontwikkelingen Rapportages
Gewest Gooi en Vechtstreek Bussum 1986 gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. 11. Bestuurlijke Aangelegenheden Doel van de gemeenschappelijke regeling is de samenwerking tussen de gemeenten in Gooi en Vechtstreek zodanig vorm te geven dat de voor een gezamenlijke aanpak relevante taakstellingen en doelen voor de komende jaren kunnen worden aangepakt in een daarop toegesneden besturingsvorm onder regie van de deelnemende gemeenten en onder waarborging van betrokkenheid van gemeenteraden bij de regionale samenwerking. de gemeenten Blaricum, Bussum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Alle gemeenteraden hebben hun burgemeester aangewezen als vertegenwoordiger. De gemeenten zijn in het algemeen bestuur vertegenwoordigd via een bepaalde verdeelsleutel. Beleidsmatige afstemming tussen de gemeenten is ondergebracht bij en voorbehouden aan de portefeuillehouders. Het algemeen bestuur gaat over regionale uitvoering, de portefeuillehouders over regionaal afgestemd beleid. Beleidsafspraken zijn pas bindend als er lokale besluiten van college- en/of raad overgenomen zijn. De portefeuillehouders voeren in nauwe afstemming met colleges en de raden samen de regie. De ontwerp regionale samenwerkingsagenda is - in afstemming met de colleges en de gemeenteraden - uiterlijk februari 2014 gereed, zodat het resultaat van de regionale afstemming kan worden betrokken bij de op te stellen raads- en collegeprogramma’s 20142018. Per 31 december 2012: € 4.466.092 Per 31 december 2012: € 5.261.257 Het resultaat 2012 is € 3.271.120. Hiervan wordt € 975.737 aan Hilversum gerestitueerd, toe te schrijven aan het voordeel binnen de GAD. De bijdrage 2014 van Hilversum, zoals opgenomen in de begroting 2014, is als volgt onderverdeeld: Algemene Dienst € 673.635, RAV € 94.800, GGD € 2.595.573 en GAD € 7.783.542. Totaal € 11.147.550. De deelnemende gemeenten dragen bij in een eventueel tekort op basis van het aantal inwoners. Een aantal bijdragen wordt verrekend op basis van geleverde aantallen tegen een (vaste) prijs per eenheid. Meer afname betekent dan een hogere bijdrage. De laatste jaren ontstane positieve saldi binnen de GAD worden toegevoegd aan onze (tariefs)egalisatiereserve Afvalstoffenheffing. Zie bij ‘Veranderingen in het jaar’. Het Gewest stelt, conform het Besluit Begroting en Verantwoording jaarlijks een begroting en jaarrekening op. Deze begroting wordt jaarlijks door B&W ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. De raad kan hiermee haar zienswijze kenbaar maken aan het Gewest. De jaarrekening wordt - indien noodzakelijk voorzien van opmerkingen - jaarlijks door B&W voor kennisgeving aangenomen. Daarnaast wordt de jaarrekening ter inzage gelegd voor de raad en wordt de raad via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over het B&W standpunt.
270
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma Doel en openbaar belang Partners
Bestuurlijk belang Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij Financieel belang Risico’s
Ontwikkelingen Rapportages
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Lelystad 11 juni 2012 gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. 13. Vergunningverlening en handhaving. Uitvoering van vergunningverlening- en toezichtstaken milieu. Totaal 17 partners. Gemeente Almere, Lelystad, Dronten, Zeewolde, Urk, Noordoostpolder, Weesp, Muiden, Bussum, Naarden, Blaricum, Laren, Huizen, Wijdemeren, Provincie Flevoland, Provincie NoordHolland. Deelname in Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur door wethouder integrale handhaving. Geen veranderingen. Geen. Geen. Nog geen financieel resultaat 2013 bekend. Bijdrage van € 176.000 per jaar. De organisatie is in 2012 opgericht en is per 1-1-2013 operationeel. In 2013 zal uit de praktijk gaan blijken of de taakstellende begroting 2014 reëel is om alle taken afdoende uit te voeren. Uitbreiding van het takenpakket naar Wabo-taken en meer inbreng van milieutaken door partijen. Jaarverslag en begroting.
271
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Oprichtingsdatum Rechtsvorm Programma
Doel en openbaar belang
Partners Bestuurlijk belang Veranderingen in het jaar
Eigen vermogen
Vreemd vermogen Financieel resultaat van de verbonden partij
Financieel belang
Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
Stichting GovUnited Den Haag 16 februari 2012 stichting Deze verbonden partij is niet direct gekoppeld aan een programma. De diensten en software worden zowel voor dienstverleningsprocessen als bedrijfsvoeringsprocessen gebruikt. De kosten hiervan worden doorberekend aan de verschillende programma’s. De stichting GovUnited ondersteunt de ontwikkeling van de elektronische dienstverlening van de gemeente Hilversum en digitalisering van bedrijfsvoeringsprocessen. En doet dit door gezamenlijke ontwikkeling en inkoop en door het delen van kennis op het gebied van informatievoorziening. Het openbaar belang wordt hierbij gediend omdat de gezamenlijke aanpak inkoop- en efficiencyvoordelen biedt. Hilversum is samen met 13 andere gemeenten deelnemer aan de stichting, Het bestuurlijk belang van de samenwerking in de stichting is het delen van kennis en het behalen van inkoopvoordelen. In 2013 zal de stichting het programma GovUnited en de bijbehorende contracten overnemen van de stichting ICTU. Bij de overname is de volledige voorfinanciering door ICTU afgelost, zodat de stichting zonder schuld begint. Dit is niet van toepassing voor GovUnited: de stichting werkt met jaarlijkse bijdragen en uitgaven en bouwt (vooralsnog) geen eigen vermogen op. Het vreemd vermogen van de stichting GovUnited beperkt zicht tot een beperkt rekening courant krediet voor lopende zaken. Voor de stichting is dit resultaat nog niet te geven. Door het vertragen van de onderhandelingen over de overdracht van het programma van ICTU naar de stichting is er over 2012 een negatief resultaat van €100.000. Dit betreft extra overheadkosten van ICTU. Dit resultaat zal naar verwachting worden verrekend met de vergoeding die de stichting bij verzelfstandiging van ICTU meekrijgt. Het belang van de gemeente Hilversum in de stichting GovUnited is recht evenredig met de totale waarde van de contracten die wij als gemeente hebben met de stichting. Met het aflossen van de voorfinanciering door ICTU en het overnemen van de contracten met een positieve balans zijn de risico’s in de afgelopen jaren sterk teruggedrongen. Het voornaamste risico voor de komende jaren zit in de bemensing van de stichting. Dit risico bedraagt ca. €60.000 per jaar. GovUnited werkt nauw samen met een ander samenwerkingsverband, Dimpact. Dit is een samenwerkingsverband van 30 gemeenten, waaronder Enschede en Zwolle en de BEL gemeenten. Er wordt onderzocht hoe beide organisaties hun samenwerking kunnen uitbouwen om zo enerzijds efficiencyvoordelen te bereiken (centrale organisatie en inkoopvoordelen) en anderzijds meer lobbykracht te ontwikkelen. Het programma GovUnited ontving jaarlijks een overzicht van de programmakosten uit de jaarrekening van ICTU. De stichting zal een eigen jaarrekening gaan opleveren aan de programmaraad (vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten).
272
7.7. Grondbeleid 7.7.1. Inleiding Grondbeleid is van groot financieel belang, waarbij de hiermee samenhangende risico’s goed moeten worden gemonitord. collegeprogramma In het Collegeprogramma “De bakens verzetten!” is ten aanzien van grondbeleid o.a. opgenomen: “Het college kiest voor een gedegen financieel beleid. Door het vaststellen van duidelijke financiële spelregels, een zorgvuldige ombuigingsoperatie en het uitgangspunt dat de schulden niet verder zullen stijgen. Wij sturen de komende jaren op een beter resultaat van de grondexploitaties en het beperken van financiële risico’s. Ook maken we duidelijke keuzes ten aanzien van de grote bouwprojecten. Het aantal lopende grondexploitaties wordt teruggebracht door een drietal maatregelen. Er wordt een versnelling aangebracht in enkele openstaande grondexploitaties, een aantal daarvan wordt (gedeeltelijk voortijdig) afgesloten en er worden vooralsnog geen nieuwe geopend. Bij nieuwe projecten zal waar mogelijk de voorkeur gegeven worden aan grondtransacties boven exploitaties. De erfpachtconstructie zoals toegepast in Stationsgebied Zuid is in de huidige economische conjunctuur een bruikbaar instrument gebleken dat woningbouwprogramma’s kan versnellen en het aanbod van nieuwe koopwoningen op een betaalbaar niveau kan brengen. Binnen vooraf vastgestelde, altijd beperkte kaders wordt strategisch grondbeleid geactiveerd, met het doel meer grip en sturing aan te brengen op gewenste processen, zoals de uitvoering van het Masterplan Havenkwartier”. 7.7.2. Grondbeleid in Hilversum De nota Grondbeleid dient als kader voor de besluitvorming over ruimtelijke projecten en de manier waarop gebruik wordt gemaakt van grondbeleid en de bijbehorende instrumenten. Een en ander in het licht van de ruimtelijke opgave voor de komende jaren. De nota Grondbeleid dient als beleidskader voor sturing en controle. keuze type grondbeleid Om de regierol vanuit de gemeente te kunnen waarborgen en publieke doelen te kunnen realiseren is een goed doordachte vorm van grondbeleid en de keuze van het juiste grondbeleidsinstrumentarium van belang. Deze keuze is afhankelijk van ambities, tijd, middelen en beschikbare capaciteit. De keuze voor actief strategische grondverwerving zal dan ook selectief moeten worden toegepast. Hiermee wordt invulling gegeven aan de aanbeveling van de rekenkamercommissie om grondbeleid op maat te maken. De beleidslijn voor het te voeren grondbeleid luidt als volgt: 1.
In principe voert de gemeente faciliterend grondbeleid. Hierbij laat de gemeente zoveel mogelijk aan de marktpartijen over en voert de gemeente slechts de publiekrechtelijke taken uit.
2.
Bij particuliere ontwikkelingen, waarbij de gemeente voorzieningen moet treffen van openbaar nut, is de gemeente in beginsel wettelijk verplicht een exploitatieplan vast te stellen om de door de gemeente te maken kosten te kunnen verhalen. In beginsel, omdat de gemeentelijke inzet erop gericht is om met desbetreffende marktpartijen realisatieovereenkomsten (anterieur) te sluiten met hierin opgenomen afspraken over de te leveren financiële bijdragen in openbare voorzieningen (zie ook onder het kopje ruimtelijk beleid en grondbeleid hieronder).
273
3.
Hilversum kiest eventueel voor selectief actief grondbeleid daar waar marktpartijen niet in staat zijn, dan wel niet bereid zijn, een actieve rol te vervullen. De volgende criteria/vragen spelen een rol: • Doel: Wat wil de gemeente bereiken? • Invloed: Welke betrokkenheid is gewenst? • Capaciteit: Wat kan de gemeente aan? • Rendement: In hoeverre is het rendement van de ontwikkeling van belang? • Risico: In welke mate kan de gemeente risico lopen (weerstandsvermogen)? • Grondbezit: Welke grondpositie heeft de gemeente (of kan zij krijgen)?
4.
Strategische aankopen in het kader van actief grondbeleid vinden plaats voor zover deze passen binnen de door de raad vastgestelde kaders.
5.
Indien, op basis van een zorgvuldige en objectieve afweging, gekozen wordt voor actief grondbeleid voor een bepaalde locatie, dan is minnelijke verwerving het beleidsuitgangspunt.
6.
Indien het niet mogelijk blijkt om gronden langs de minnelijke weg te verwerven, zijn onteigening of het vestigen van voorkeursrecht op basis van de wet voorkeursrecht ook toe te passen instrumenten.
Risico’s, herziening, actualisering, rapportages Het voeren van grondbeleid brengt risico’s met zich mee. De gemeente Hilversum heeft haar beleid ten aanzien van risicomanagement en weerstandsvermogen opgenomen in haar Nota “Risicomanagement en weerstandsvermogen Hilversum 8 maart 2007”. Dit beleid is in de Nota Grondbeleid aangevuld door het benoemen van de belangrijkste risicofactoren en het benoemen van de mogelijkheden tot beperken van de risico’s en de bijsturingsmogelijkheden. De gemeente Hilversum kiest hierbij voor een actief risicomanagement door de uitgangspunten van het plan en de bijbehorende grondexploitaties te monitoren en zorgvuldig bij te stellen. Dit kan gedurende het planontwikkelingsproces. De grondexploitatie wordt vervolgens voor gewijzigde vaststelling aan de raad aangeboden. Van een herziening van een grondexploitatie is sprake indien de raming wijzigt als gevolg van (majeure) beleidswijzigingen. Het gaat hierbij om de majeure afwijkingen van de vastgestelde uitgangspunten van de plannen (bijvoorbeeld bij majeure afwijkingen van het plangebied of het te realiseren programma). Naast herzieningen (voor individuele grondexploitaties) kent Hilversum ook een jaarlijkse actualisering, waarbij alle grondexploitaties, op basis van ongewijzigd beleid, technisch worden bijgesteld (planning, prijspeil, marktomstandigheden en overige aanpassingen). Hierbij worden onder andere ook de ramingen van verwervingen en saneringen geactualiseerd. Tot en met 2010 werden de grondexploitaties jaarlijks geactualiseerd en werd de raad op basis van een beperkte stand van zaken geïnformeerd over de meer beleidsmatige en inhoudelijke voortgang van de lopende planontwikkelingen. In 2010 heeft de raad besloten dat de raad tweemaal jaarlijks geïnformeerd wenst te worden over de actuele ontwikkelingen. Dit krijgt zijn beslag via; a) de jaarlijkse actualisering en b) tweemaal per jaar een inhoudelijke toelichting op de stand van zaken. Bij raadsinformatiebrief (RIB 2012-20) hebben wij u geïnformeerd over de frequentie van deze laatstgenoemde inhoudelijke toelichting (Voortgangsrapportage Projecten) die wij om redenen van beperkte capaciteit teruggebracht hebben tot 1 voortgangsrapportage in de 2e helft van elk jaar. Voor iedere grondexploitatie is een risico- en kansenanalyse opgesteld. Jaarlijks wordt deze bijgesteld en bij de presentatie van de actualisering toegelicht. Het saldo van de risico’s en kansen wordt becijferd. De uitkomst heeft echter geen directe invloed op de jaarrekening. Het saldo is vooral bedoeld om te bepalen of de gemeente aanvullende financiële maatregelen moet nemen om potentiële financiële tegenvallers te kunnen opvangen.
274
Voorzichtigheidsprincipe Omdat in de grondexploitaties forse bedragen omgaan, die een beslag leggen op gemeentelijke middelen, en omdat de grondexploitaties meerdere boekjaren bestrijken, wordt budgettair technisch voorzichtig te werk gegaan: 1. Het te verwachten verlies van nadelig af te sluiten grondexploitaties nemen we direct in het lopend boekjaar door het verlies tegen contante waarde af te dekken in de voorziening grondexploitaties; 2. de verwachte winst van voordelig af te sluiten grondexploitaties nemen we pas op het moment, dat deze winst zeker is. Dit is niet noodzakelijkerwijs op het moment c.q. in het jaar dat de grondexploitatie wordt afgesloten. Winstneming kan ook tussentijds geschieden. 3. (tussentijdse) winstnemingen van voordelig (af te sluiten of) afgesloten grondexploitaties maken geen deel uit van het reguliere resultaat op de gemeentelijke exploitatierekening, evenmin als de winsten op de verkoop van niet-strategisch bezit. Voorziening grondexploitaties Bij de actualisering van de grondexploitaties wordt o.a. het totale te verwachten verlies van alle grondexploitaties berekend. Dit verlies moet in de komende jaren kunnen worden gedekt op de momenten dat we de betreffende grondexploitaties afsluiten. Hiertoe hanteren we de volgende werkwijze: Omdat het totale verlies niet in één keer optreedt, maar in de jaren dat we de betreffende verliesgevende grondexploitaties afsluiten, berekenen we dit verlies tegen contante waarde; dat wil zeggen de waarde van dit verlies in dit boekjaar. Door jaarlijkse rentetoevoegingen stijgt deze waarde tot het vereiste eindwaardeniveau van het verlies op het moment van afsluiten van de betreffende verliesgevende grondexploitatie. Zonder mee- en tegenvallers in de verliesgevende grondexploitaties volstaat dus een jaarlijkse rentetoevoeging aan de voorziening grondexploitaties. Deze rentetoevoeging nemen we jaarlijks in de begroting op. Grondprijsbeleid De nota Grondbeleid geeft inzicht in de wijze waarop, binnen de bestaande markt, grond wordt aangekocht, ontwikkeld en verkocht. Ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de gemeente grond in eigendom heeft gaan gepaard met een grondexploitatie. Daarbij is de grondprijsbepaling van belang. Het grondprijsbeleid van de gemeente Hilversum wordt met ingang van 2011 in de vorm van een Memo Grondprijzen jaarlijks geactualiseerd. Uitgiftebeleid Het grondbeleid is erop gericht om alleen strategische locaties in eigendom te hebben. Gronden en panden, die als strategisch worden aangemerkt en waarvoor voor de middellange termijn nog geen planontwikkelingsproces is opgestart, worden beheerd. Niet in exploitatie genomen gronden (niegg) Binnen de gemeente Hilversum is een aantal percelen grond opgenomen onder de categorie niet in exploitatie genomen gronden (niegg), dit zijn strategische gronden. Op het moment dat een perceel grond aan deze categorie niegg wordt toegevoegd, ligt hieraan - conform BBV-voorschrift - een raadsbesluit ten grondslag. Deze niegg worden gewaardeerd tegen historische kostprijs vermeerderd met vervaardigingskosten. De boekwaarde mag op basis van wettelijke voorschriften (BBV) niet hoger zijn dan de marktwaarde van de te verwachten bestemming van betreffende gronden. Indien de boekwaarde de toekomstige marktwaarde overstijgt vindt daarom afwaardering plaats ten laste van het resultaat. Om een inzicht te krijgen in de marktwaarde van de niegg wordt jaarlijks 25% van de niegg getaxeerd door externe deskundigen. Selectie vindt plaats op basis van de hoogte van de boekwaarde. Er is begonnen met taxatie van de percelen met de hoogste boekwaarde. Op basis van het prijsverloop van de afgelopen jaren achten wij een taxatie 1 maal in de 4 jaar voldoende. Indien er tussentijds aanwijzingen zijn voor een duurzame waardevermindering zal jaarlijks taxatie plaatsvinden. Voorzichtigheidshalve en in goed overleg met de accountant, schrijven wij rente en gemaakte kosten niet bij op de boekwaarde (activeren). Pas op het moment dat er een grondexploitatie door de Raad is vastgesteld zullen rente en kosten worden bijgeschreven op de
275
boekwaarde. Op dat moment verhuist de niegg naar de categorie Onderhanden werken grondexploitaties. Alle overige gronden en panden worden in principe verkocht. Gronden, waarbij de gemeente door middel van privaatrechtelijke wijze regulerend wenst te blijven, worden in erfpacht uitgegeven. Bij de keuze voor uitgifte in erfpacht gaat de voorkeur uit naar de methode waarbij het canon ‘voor eeuwig’ wordt afgekocht. Hiermee blijft erfpacht als sturingsinstrument wel behouden, maar vervalt het meer ideologische argument dat de waardestijging van de grond aan de gemeenschap moet toevallen. Het beoogde afstoten van niet-strategisch bezit houdt rekening met prijsvorming en marktontwikkeling. Ontwikkelingen in de markt hebben ertoe geleid dat de verkoop van het nog resterende niet-strategische bezit langzaam verloopt. Ten eerste is de algemene situatie op de onroerend goedmarkt niet uitnodigend. Het is een kopersmarkt. Potentiële kopers wachten af en hebben volop keuze. Vooralsnog verwachten we hierin voor 2014 geen verandering. Ten tweede zijn de resterende panden van de lijst van het niet-strategische bezit, minder courante panden. De onderhoudstoestand vergt behoorlijke investeringen voor nieuwe kopers. Verder worden diverse panden gebruikt door meerdere huurders, hetgeen in zijn algemeenheid de panden minder courant maakt. Een ander deel van het niet-strategisch bezit betreft groenstroken, snippergroen, terreintjes en andere braakliggende gedeeltes van, met name, buitengebied. Vastgoed (panden en gronden) staan tegen verkrijgingswaarde minus afschrijvingen op de balans. Wanneer dit vastgoed verkocht gaat worden in het kader van de verkoop niet-strategisch bezit, dan dient de geraamde verkoopopbrengst gebaseerd te zijn op een actuele taxatiewaarde. selectie van marktpartijen Wat betreft de selectie van marktpartijen worden ter verbetering van de transparantie in principe alle plannen met betrekking tot strategische gronden in concurrentie aangeboden met uitzondering van de plannen, waarvoor bij vaststelling van de nota Grondbeleid al een formele overeenkomst of een andere precontractuele relatie is aangegaan. De selectiemethode, die we hanteren, is afhankelijk van de omvang van het plan en het moment waarop een ontwikkelaar wordt geselecteerd. Er wordt pas tot selectie van marktpartijen overgegaan, nadat er duidelijkheid is over de wijze van aanbesteding. Daarnaast vindt selectie plaats op basis van te formuleren selectiecriteria waaronder het grondbod. Ruimtelijk beleid en grondbeleid. Vóór 1 juli 2008 ontbraken noodzakelijke adequate publiekrechtelijke instrumenten voor verevening van kosten. Het sinds 1 juli 2008 bestaande wettelijke kostenverhaalstelsel van afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), in de praktijk aangeduid met ‘Grondexploitatiewet’, biedt voor het voeren van faciliterend grondbeleid actieve sturingskansen. Op grond van de Grondexploitatiewet heeft kostenverhaal in combinatie met de koppeling aan ruimtelijke plannen en besluiten een verplichtend karakter. De gemeente mag niet afzien van kostenverhaal. Tot het moment van vaststelling van een bestemmingsplan kunnen (niet openbare) onderhandelingen plaatsvinden tussen de gemeente en marktpartijen op basis waarvan partijen een anterieure overeenkomst kunnen sluiten over kostenverhaal. Komen partijen er niet uit, dan verplicht de wet de raad naast het bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen, omdat het kostenverhaal niet ‘anderszins verzekerd’ is. De gemeentelijke inzet is erop gericht het kostenverhaal te verzekeren middels het sluiten van anterieure overeenkomsten. Niet alleen bestemmingsplannen maar ook de structuurvisie heeft een directe relatie met grondbeleid. Een structuurvisie kan de basis vormen voor het sluiten van anterieure overeenkomsten. Daarnaast is een structuurvisie verplicht om eventuele ‘bovenplanse’ kosten te verhalen. Ook vormt de structuurvisie een basis om het voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) te kunnen vestigen. In de structuurvisie moeten ruimtelijke keuzevraagstukken worden behandeld gericht op de komende 20 jaar. De confrontatie en integrale afweging van de verschillende ruimtevragers vindt hier plaats. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkelingen en de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid op gebied van wonen, werken, voorzieningen, groen, infrastructuur enz. De structuurvisie is straks het toetsingskader voor nieuwe ontwikkelingen. In programma 15 treft u meer informatie over de structuurvisie aan.
276
7.7.3. Uitvoering grondbeleid 2014 Rapportages Eind 2013 zullen wij u het geactualiseerde memo grondprijzen 2014 aanbieden. De jaarlijkse actualisering grondexploitaties verwachten wij u, zoals gebruikelijk, voor het zomerreces aan te bieden. In voorkomende gevallen zullen mogelijk grondexploitaties worden herzien, maar dit is momenteel nog niet bekend. De grondexploitaties maken ook deel uit van de voortgangsrapportage projecten die wij u via een raadsinformatiebrief jaarlijks aanbieden. Grondexploitaties Per 1 januari 2013 zijn er twaalf lopende grondexploitaties. Wij verwachten in 2013 de winstgevende grondexploitatie van ArenaPark af te sluiten en een nieuwe grondexploitatie voor Winkelcentrum Kerkelanden te openen, zodat er per 1 januari 2014 nog steeds twaalf grondexploitaties open zijn. Naar verwachting zijn er van de twaalf grondexploitaties per 1 januari 2014 zes verlieslatend en zes winstgevend. De contante waarde per 1 januari 2014 van de zes verliesgevende grondexploitaties bedraagt € 7,53 miljoen en is opgenomen in de voorziening grondexploitaties. Omdat in 2013 geen verlieslatende grondexploitaties afgesloten worden is de stand van de voorziening per 1 januari 2014 gelijk aan de stand per 31 december 2012 (€ 7,26 mln) vermeerderd met de rentebijschrijving over het jaar 2013 (€ 0,27 miljoen). De rentebijschrijving voor het jaar 2014 wordt geraamd op € 0,25 miljoen en is opgenomen in de begroting 2014. De in 2014 lopende winstgevende grondexploitaties zullen naar verwachting € 2,7 miljoen winst genereren exclusief het saldo van de in 2013 nog vast te stellen grondexploitatie van Winkelcentrum Kerkelanden. Conform de actualisering grondexploitaties 2013 verwachten wij de volgende grondexploitaties in 2014 te kunnen afsluiten met de bijbehorende financiële resultaten zoals hieronder weergegeven. Grondexploitatie
Resultaat 2014 winstgevend Resultaat 2014 verlieslatend
ten Boomstraat Egelshoek de Vijf Veren van Linschotenlaan Lage Naarderweg / Crailoseweg Kapperschool Totaal
481.000 3.103.000 46.000 84.000 69.000 877.000 1.030.000¹
3.630.000²
De winstgevende resultaten ad € 1.030.000 komen ten gunste van het begrotingsresultaat 2014. De verlieslatende resultaten ad € 3.630.000 komen ten laste van de Voorziening Planexploitaties. Gronduitgifte: verkoop/ erfpacht Wij verwachten in 2014 grond uit te geven via verkoop in de grondexploitaties Lage Naarderweg/Crailoseweg, Paardenplein, Laapersveld en Egelshoek. Ook fase 2 van de Kappersschool wordt naar verwachting in 2014 verkocht. In 2014 verwachten wij geen grond in erfpacht uit te geven. Deze verwachtingen komen voort uit de actualisering grondexploitaties 2013. Exploitatieplannen/anterieure overeenkomsten De gemeente is in beginsel verplicht om bij de vaststelling van een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. Hiervan kan worden afgezien indien de door de gemeente te maken kosten anderszins verzekerd zijn. Tot op het moment van schrijven (juni 2013) heeft de raad van Hilversum nog geen enkel exploitatieplan vastgesteld. Bij alle betreffende bestemmingswijzigingen is het gelukt om met gebate grondeigenaren afspraken te maken omtrent kostenverhaal. Verkoop niet-strategisch bezit De winst op de verkoop niet-strategisch bezit wordt voor 2014 geraamd op € 250.000.
277
278
Financiële begroting
280
8 Overzichten van lasten en baten
282
8.1. Financieel overzicht Het overzicht van lasten en baten beschrijft in hoofdlijnen de financiële relatie tussen de programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties in de reservepositie. Het overzicht vormt de financiële samenvatting van drie hoofdstukken van de begroting 2014, te weten de programma’s in hoofdstuk 5, de algemene dekkingsmiddelen in hoofdstuk 6 en de specificatie van de reserves in § 9.1. Achter het overzicht treft u in § 8.2 de in de meerjarenraming 2015-2018 opgenomen mutaties per programma aan. Bedacht moet worden dat het hier alleen de mutaties ten opzichte van de begroting 2014 betreft. Hieronder een korte toelichting op het overzicht van lasten en baten. Blok A Blok A geeft aan in hoeverre de programma’s 2 tot en met 16 zichzelf ‘bedruipen’. Een nadere uitwerking van de programma’s vindt u in hoofdstuk 4. Het nadelige saldo van € 106,3 miljoen wordt gedekt door de algemene middelen (€ 105,5 miljoen in blok B) en onttrekkingen aan reserves (€ 1,5 miljoen in blok D). Programma ‘1 Financiën’ ontbreekt in blok A aangezien de lasten en baten van dit programma in het overzicht samenvallen met de algemene dekkingsmiddelen (blok B), de mutaties in de reservepositie (blok D) en het resultaat na mutaties in reserves (blok E). Blok B Blok B geeft weer in hoeverre het nadelige saldo van blok A gedekt wordt door de algemene dekkingsmiddelen ( € 108,7 miljoen). De belangrijkste algemene middelen zijn de algemene uitkering (€ 91,1 miljoen) en de opbrengsten lokale heffingen (€ 18,3 miljoen). In hoofdstuk 5 worden de algemene dekkingsmiddelen nader beschreven. Blok C Het resultaat voor mutaties reserves in blok C volgt uit het verschil tussen blok A en B. Blok D Voor de uitvoering van diverse projecten zijn in het verleden bestemmingsreserves gevormd. Als deze projecten worden uitgevoerd, worden de lasten van de projecten verwerkt in de programma’s in blok A. Dekking ervan vindt plaats (in blok D) door onttrekking aan de betreffende reserves. In 2014 belopen deze onttrekkingen een bedrag van € 3,9 miljoen. Een specificatie van de reservemutaties treft u aan in § 9.1. Blok E Het resultaat na mutaties reserves in blok E volgt uit het verschil tussen blok C en D. In 2014 komt het voordelig geraamde resultaat uit op € 1.492.000. Eronder staan de drie componenten vermeld, waaruit het resultaat is opgebouwd: positieve grondexploitaties (€ 1.030.000), winst verkoop nietstrategisch bezit (€ 250.000), en de ‘reguliere exploitatie’ (€ 112.000 voordelig). Nadere informatie hierover treft u aan in hoofdstuk 4.
283
284
TOTAAL PROGRAMMA 1 t/m 16 Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2017 2018
rek 2012
begr. 2013
begr. 2014
begr. 2015
begr. 2016
9.165 48.086 19.226 23.899 15.051 19.266 13.132 2.038 9.443 8.473 13.710 4.249 6.471 16.203 3.192 2.731
8.353 49.885 19.067 23.946 14.387 19.770 22.783 1.889 8.218 8.672 10.652 4.263 6.468 9.691 3.117 2.869
11.729 50.862 19.101 24.512 14.202 20.038 25.365 1.914 7.418 8.594 11.744 3.858 6.358 7.913 2.763 2.739
9.531 50.308 18.211 24.377 14.202 20.091 25.644 1.837 7.383 8.224 11.368 3.870 6.329 7.878 2.753 2.739
12.372 50.196 18.211 24.317 14.202 19.496 25.416 1.707 7.383 8.062 11.102 3.852 6.329 7.878 2.753 2.739
12.879 50.196 18.211 24.168 14.202 18.986 25.493 1.617 7.383 7.739 11.238 3.852 6.329 7.878 2.753 2.739
14.362 50.196 18.211 24.167 14.202 18.986 25.493 1.617 7.383 7.739 11.313 3.852 6.329 7.878 2.753 2.739
214.334
214.029
219.110
214.745
216.015
215.663
217.220
121.572 38.660 3.580 2.604 1.473 19.519 14.358 806 1.774 56 181 796 1.902 14.494 35 1.379
116.524 38.732 2.337 2.548 556 19.416 21.662 808 1.146 64 112 855 1.767 7.017 38 1.292
119.225 40.643 2.389 2.571 565 19.011 23.444 813 1.245 33 175 738 2.873 5.470 1.307
114.833 40.643 2.389 2.637 565 18.791 23.614 813 1.245 33 117 738 4.518 5.470 1.307
115.198 40.643 2.389 2.617 565 19.992 21.963 813 1.245 33 137 738 3.718 5.470 1.307
113.545 40.643 2.389 2.617 565 18.363 22.035 813 1.245 33 374 738 2.868 5.470 1.307
113.338 40.643 2.389 2.617 565 18.154 21.952 813 1.245 33 336 738 2.868 5.470 1.307
223.188
214.874
220.502
217.713
216.828
213.005
212.468
-112.407 9.426 15.646 21.296 13.578 -254 -1.226 1.232 7.669 8.417 13.529 3.453 4.570 1.709 3.157 1.352
-108.171 11.153 16.730 21.398 13.831 354 1.121 1.081 7.072 8.608 10.540 3.408 4.701 2.674 3.079 1.577
-107.496 10.219 16.712 21.941 13.637 1.027 1.921 1.101 6.173 8.561 11.569 3.120 3.485 2.443 2.763 1.432
-105.302 9.665 15.822 21.740 13.637 1.300 2.030 1.024 6.138 8.191 11.251 3.132 1.811 2.408 2.753 1.432
-102.826 9.553 15.822 21.700 13.637 -496 3.453 894 6.138 8.029 10.965 3.114 2.611 2.408 2.753 1.432
-100.666 9.553 15.822 21.551 13.637 623 3.458 804 6.138 7.706 10.864 3.114 3.461 2.408 2.753 1.432
-98.976 9.553 15.822 21.550 13.637 832 3.541 804 6.138 7.706 10.977 3.114 3.461 2.408 2.753 1.432
-8.854
-845
-1.392
-2.968
-813
Lasten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Financiën Sociale zaken Onderwijs en Jeugd Welzijn en zorg Beheer openbare ruimte Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Dienstverlening
Totaal lasten Baten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Financiën Sociale zaken Onderwijs en Jeugd Welzijn en zorg Beheer openbare ruimte Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Dienstverlening
Totaal baten Saldo 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Financiën Sociale zaken Onderwijs en Jeugd Welzijn en zorg Beheer openbare ruimte Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Dienstverlening
Totaal saldo
285
2.658 4.752 (Bedragen x € 1.000)
8.2. Meerjarenraming 2014 Progr. Bel.doel Subfie.
Omschrijving
2015 t.o.v. 2014
2016 t.o.v. 2014
2017 t.o.v. 2014
2018 t.o.v. 2014
1
01.1B
914.1
Lagere bespaarde rente a.g.v. reserve frictiekosten
33
65
98
114
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
01.1B 01.2B 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.2L 01.3B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4B 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.4L 01.5B 01.5B 01.5B
914.1 921.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 922.1 932.1 960.1 960.1 960.1 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.5 960.5 960.5 960.6 960.6 960.6 960.6 960.6 980.2 980.2 980.2
Lagere bespaarde rente a.g.v. daling eigen financieringsmiddelen (ISV) Algemene uikering (t/m meicirculaire 2013) AU onderwijshuisvesting (meicirculaire 2013) Investeringsprogramma 2014 Vrijval kapitaallasten Stelpost rijksbezuinigingen prinsjesdag 2013 Stelpost zoekrichtingen aanvullende (college) bezuinigingen Onderwijshuisvesting (onderhoudskosten) Onderwijshuisvesting (motie Haersma Buma) Verlaging stelpost onvoorzien Stelpost nominale ontwikkelingen (2%) Stelposten voor autonome ontwikkelingen Tariefsontwikkeling OZB 3e ronde bezuinigingen - 01.08 Formatiereductie CCFB Prepensioen CCFB 2e ronde bezuinigingen: stelpost terug te verdienen frictiekosten 2e ronde bezuinigingen korte termijn - Verkoop panden 2e ronde bezuinigingen 01.03 - Verbetering efficiency 3e ronde bezuinigingen - 01.08 Formatiereductie DB Prepensioen DB Storting in voorziening Stadskantoor Baten detacheringsvergoedingen Slank en hoogwaardig (ten laste van reserve) Slank en hoogwaardig (ten laste van reserve) Decentrale loonruimte (ten laste van reserve) Prepensioen dienst Samenleving 3e ronde bezuinigingen - 01.13 Vermindering taken 3e ronde bezuinigingen - 01.12 Rolneming 2e ronde bezuinigingen 01.03 - Verbetering efficiency 2e ronde bezuinigingen 01.03 - Principal Toolbox 2e ronde bezuinigingen 07.01 - Vat ISV 2e ronde bezuinigingen 07.02 - Grex/ip/isv Terugloop dekking rendabele activiteiten IBP/IP Reserve FLO-kosten veiligheidsregio Reserve veiligheid Reserve slank en hoogwaardig
317 4.734 -1.568 1.139 -572 -259 650 1.506 1.300 1.000 -473 -23 -1 -4 -800 -189 -203 -23 94 6 -5 -10 -15 -60 -30 63 -109 -111 210 -4 -
372 4.028 -1.568 2.070 -1.104 -500 -820 596 1.343 27 2.600 2.000 -872 -45 -1 -4 -750 -189 -203 -23 94 6 9 -30 -10 -15 -60 -30 63 20 -109 -111 210 -4 -
398 4.336 -1.568 2.923 -1.677 -500 -820 542 1.135 27 3.900 3.000 -1.271 -45 -1 -4 -189 -203 -23 94 6 -85 -360 -64 -10 -15 -60 -30 63 20 -109 -111 210 149 454
410 4.577 -1.568 3.884 -2.655 -500 -820 488 935 27 5.200 4.000 -1.670 -45 -1 -4 -189 -203 -23 94 6 -85 -906 -64 -10 -15 -60 -30 63 20 -109 -111 210 149 1.000
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5B 01.5L 01.5L 01.5L 01.5L
980.2 980.5 980.5 980.5 980.5 980.6 980.6 980.6 980.6 980.1 980.2 980.2 980.6
Reserve decentrale loonruimte Reserve maatschappelijke opvang Reserve vrouwen opvang Reserve onderwijshuisvesting Reserve inburgering Ontrekking reserve duurzaamheid Reserve Creatieve Sector Reserve afvalstoffenheffing Reserve rioolheffing Dotatie algemene reserve Reserve FLO-kosten veiligheidsregio Reserve slank en hoogwaardig Storting commanditair kapitaal VAM in reserve afvalstoffenheffing
178 80 700 350 120 10 -681 -44 -5.000 -86 -36 -
30 178 80 700 350 300 140 -367 -87 -5.000 -86 -50 1.417
64 178 80 700 350 300 230 -26 -130 -5.000 -86 -50 -
64 178 80 700 350 300 230 -192 -173 -5.000 -86 -50 -
2 2 2 2 2
02.1L 02.1L 02.1L 02.1L 02.1L
610.1 610.1 623.3 623.3 623.3
Aanpak fraude bijstandsuitkeringen Inzet extra tijdelijk personeel Sociale zaken AU inburgering Uitvoeringskosten inburgering Inburgering (ten laste van reserve)
1 -150 -55 -350
1 -150 -112 -55 -350
1 -150 -112 -55 -350
1 -150 -112 -55 -350
3 3 3 3 3 3 3 3 3
03.1L 03.1L 03.1L 03.2L 03.3L 03.3L 03.3L 03.4L 03.4L
480.3 715.1 716.1 480.3 480.3 716.1 716.1 480.3 480.3
AU maatschappeljke stages 2e ronde bezuinigingen 11.02 - GGD Logopedie 1e ronde bezuinigingen - Bekosting Dubbeldekker uit rijksuitk. OAB Brede school AU invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg Dekking brede school CJG middelen Onderwijshuisvesting onderwijshuisvesting (ten laste van reserve)
-128 -23 -10 53 -32 -50 -700
-128 -23 -10 53 10 -32 -10 -50 -700
-128 -23 -10 53 -58 -32 58 -50 -700
-128 -23 -10 53 -58 -32 58 -50 -700
286
2014 Progr. Bel.doel Subfie.
Omschrijving
2015 t.o.v. 2014
2016 t.o.v. 2014
2017 t.o.v. 2014
2018 t.o.v. 2014
-32 -34 -100 -76 -80 -165 -102 471
-17 -29 -100 -76 -80 -165 -102 471
-17 -29 -100 -76 -80 -165 -102 471
-17 -29 -100 -76 -80 -165 -102 471
-83
-143
-292
-293
4 4 4 4 4 4 4 4
04.1B 04.1B 04.1L 04.1L 04.1L 04.3L 04.3L 04.3L
630.1 650.1 620.1 620.1 620.1 620.1 620.1 622.1
1e ronde bezuinigingen - commerciële huur niet gesubs.instellingen 1e ronde bezuinigingen - commerciële huur niet gesubs.instellingen 2e ronde bezuinigingen 04.01 - Korting Versa Maatschappelijke opvang (ten laste van reserve) Vrouwen opvang (ten laste van reserve) AU transitie AWBZ Maatschappelijke opvang (ten laste van reserve) Wet maatschappelijke ondersteuning
4
04.3L
652.1
AU hergebruik scootmobielen
6 6 6 6 6 6 6 6
06.1L 06.1L 06.1L 06.1L 06.2B 06.2B 06.2L 06.3B
723.1 723.1 723.1 723.1 721.1 725.1 721.1 726.1
Nota duurzaamheid Uitgaven duurzaamheid (ten laste van reserve) Nazorg grondberg Anna's Hoeve in 2015 ipv 2013 Duurzaamheidsmaatregelen Anna's Hoeve Terugbetaling commanditair kapitaal VAM Baten vuilophaal en -afvoer GAD Riolen en Rioolgemalen
-120 50 -32 176 155 44
72 -300 50 -32 -1.417 349 -332 87
72 -300 50 -32 518 -842 130
72 -300 50 -32 684 -842 173
7 7 7 7 7 7
07.0B 07.0B 07.0B 07.0B 07.0L 07.3L
830.1 830.1 830.1 830.1 830.1 821.1
Winstgevende grondexploitaties Niet strategisch bezit Doorberekening indirecte kosten (OHW) Erfpacht Gefaseerde ontwikkeling Langgewenst 2e ronde bezuinigingen 07.02 - Grex/ip/isv correctie (ZN 2012)
-582 250 168 -6 304 -25
1.030 250 215 -14 76 -25
958 250 215 -14 153 -25
1.030 250 226 -14 153 -25
8 8 8
08.1L 08.3L 08.3L
310.2 310.1 310.1
Nota creatieve sector (ten laste van reserve) 2e ronde bezuinigingen 08.01 - Efficiency marktbeheer 3e ronde bezuinigingen 13.08 - Marktbeheer
-10 -27 -30
-140 -27 -30
-230 -27 -30
-230 -27 -30
9
09.1L
511.1
Jeugd cultuurfonds
-35
-35
-35
-35
10
10.1L
140.1
Nota veiligheid
7
15
15
15
10
10.1L
140.1
Uitgaven veiligheid (ten laste van reserve)
4
4
-149
-149
10
10.3L
120.1
FLO-kosten veiligheidsregio
-86
-86
-86
-86
10
10.3L
120.1
2e ronde bezuiniging 10.01 - Veiligheidsregio
-171
-341
-511
-511
10
10.3L
120.1
Uitgaven FLO-kosten veiligheidsregio (ten laste van reserve)
-124
-124
-124
-124
11
11.0L
001.1
Lasten ex bestuurders
11
11.0L
001.1
2e ronde bezuinigingen 01.01 - Wethouder minder
11
11.0L
001.1
Slank en hoogwaardig (ten laste van reserve)
40
11
11.0L
006.2
Kosten gemeenteraadverkiezinigen
-25
11
11.0L
006.2
I pads nieuwe raadsperiode
-50
-50
-50
-
11
11.2B
004.1
Paspoorten/ID-kaarten/rijbewijzen
58
38
-199
-161
11
11.2L
003.1
Verkiezingen
-155
-310
-155
-155
12
12.2L
531.1
2e ronde bezuinigingen 12.03 - Bezuinigingen sport
-6
-6
-6
-6
12
12.3L
560.4
Organisatie volksfeesten
18
-
-
-
13
13.1B
823.1
Kostendekkendere leges
13
13.1B
823.1
Ontwikkeling bouwleges
13
13.1L
822.1
14
14.1L
15
15.1L
-26
-137
-156
-156
-160
-160
-160
-160
40
40
40
-25
-25
-
-195
-195
-195
-195
-1.450
-650
200
200
2e ronde bezuinigingen 13.03 - Taakreductie plantoetsing
-29
-29
-29
-29
211.1
Advies structuurvisie
-35
-35
-35
-35
810.1
Inrichting OR (stadbouwmeester/ centrumvisie)
-10
-10
-10
-10
-1.576
579
4.050
6.144
-1.392
-2.968
-813
2.658
4.752
waarvan regulier
-112
-556
-63
2.730
4.752
waarvan niet strategisch bezit
-250
-800
-750
-
-
-1.030
-1.612
-
-72
-
mutaties saldi t.o.v. 2014 saldi in 2014-2018
waarvan positieve grondexploitaties
bedragen x € 1.000 +/+ = nadeel tekortverhogend -/-= voordeel , ruimtescheppend
287
8.3. Investeringsprogramma INVESTERINGSPROGRAMMA 2014-2017 Bedragen gereserveerd voor meerjarige projecten, die al vóór 2014 starten en waarvoor het krediet al is verleend
dienst
960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2
db db db db db db db db db db db db db db db db db db db
1. PROGRAMMA FINANCIËN i&a; technische infrastructuur; servers i&a; technische infrastructuur; netwerkapparatuur i&a; technische infrastructuur; backup-systeem exploitatielasten technische infrastr. 2014 concern i&a; technische infrastructuur concern i&a; technische infrastructuur exploitatielasten technische infrastr. 2016 concern i&a; technische infrastructuur concern i&a; kernapplicaties en e-dienstverlening exploitatielasten k ernapplicaties etc. 2014 concern i&a; kernapplicaties en e-dienstverlening concern i&a; kernappl. mid- en frontoffice (GU) dek k ing uit verlaging expl. bijdrage aan ICTU concern i&a; kernappl. backoffice concern i&a; kernappl. mid- en frontoffice (GU) exploitatielasten k ernapplicaties concern i&a; verv. scanapp. en softw. postverwerk. audio & visuele middelen vergaderzalen raadhuis exploitatielasten audio visuele middelen 2014
ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2017 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2016 ip 2017 ip 2017 ip 2016 ip 2014 ip 2014
sterretjes-posten
subfunctie
I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4 I.4
vastgesteld investeringsprogramma
beleidsdoel
investeringen
2014
* * *
127 50 100
443.2 421.2 421.2 480.3 433.2 443.2 480.3 480.3 443.2 423.2 480.3 480.3 480.3 480.3 480.3 480.3 480.3
dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa
3. PROGRAMMA ONDERWIJS onderwijshuisvesting (ohv) Aloysius Lorentzsch.; dislocatie Anna's Hoeve Lorentsch.; OLP dekking kapitaallasten ohv (Donnerschool) Trappenberg Hilfertsheem-Beatrix en Da Costa levensduurverlengend onderhoud onderwijshuisv. restant onderwijshuisvesting ohv Hilvertsheem Beatrix en Da Costa Kindercampus, verbouwing restant onderwijshuisvesting onderwijshuisvesting; levensduurverl. maatr. verk oopopbrengst J. Blank enlaan onderwijshuisvesting onderwijshuisvesting; levensduurverl. maatr. onderwijshuisvesting onderwijshuisvesting; levensduurverlengende maatr.
0 70 60 0 0 0 0 0
0 70 60 58 0 0 0 0
0 6 5
0 6 5
43 6 5
517
221
344
506
647
3.350 650
163 3 5 45 3 149 54 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0
163 3 5 45 3 149 54 4 193 40 170 54 -65 0 0 0 0
163 3 5 45 3 149 54 4 193 40 170 54 -65 217 54 0 0
163 3 5 45 3 149 54 4 193 40 170 54 -65 217 54 217 54
6.641 6.200 4.000 4.000
426
818
1.089
1.360
250 200 -200 200 240 185
* *
25
527
662
2.780 50 54 700 50 2.295 650 62 3.300 619 2.631 650 -1.000 3.350 650
TOTAAL PROGRAMMA ONDERWIJS
288
2018
30 12 23 15 65 65 7 65 70 60 58 47 -47 47 56 20 43 6 5
277
*
2016 2017
30 12 23 15 65 65 7 0 70 60 58 47 -47 47 0
300
* *
2015
30 12 23 15 65 0
277
*
afschr.
30 12 23 15 0 0
602
ip 2013 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2013 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2015 ip 2015 ip 2015 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2017 ip 2017
2017
277
TOTAAL PROGRAMMA FINANCIËN
3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
2015 2016
rente 3,35%
kapitaallasten cumulatief
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
40 32 20 32 40 32 20 32 40 32 32 20 32 32 20 32 20
INVESTERINGSPROGRAMMA 2014-2017 Bedragen gereserveerd voor meerjarige projecten, die al vóór 2014 starten en waarvoor het krediet al is verleend
vastgesteld investeringsprogramma
dienst
210.1 stad 210.1 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 210.1 stad 210.1 stad 210.1 stad 210.1 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 210.4 stad 211.3 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.1 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 560.6 stad 221.4 stad 221.4 stad 221.4 stad 221.2 stad 221.3 stad
5. PROGRAMMA BEHEER OPENBARE RUIMTE verv. armaturen ov centrum (o.m. Groest, Keiplein) verv. armaturen div. straten Hilversum-Noord verv. wegen schilderskw. fase 3 (Vermeerln etc.) verv. wegen Raadhuiskwartier fase 2 verv. wegen J. Geradtsweg fase 3, (Snelliusln. etc.) verv. wegen v. Kretschmar v. Veenln (incl. bomen) verv. wegen Bodemanstraat verv. wegen Gijsbr. + Vreelandseweg (gedeeltelijk) verv. wegen 's Gravel. weg (nabij Quatre Bras) verv. wegen J. Geradtsw. (v. Campenln. / Snelliusln.) verv. asfalttoplagen enkele wegen N-W Villageb. wegwerkzaamheden bij rioleringen groenvoorz. Gijsbrecht (Nw. Havenw. - Vreel.w.) groenvoorz. Snelliusln. (bermen en plantsoenen) groenvoorz. O. Enghw. (plantsoen t/o stadskant.) groenvoorz. rosarium (Bergw., Boombergln., Toren) groenvoorz. Kerkel. ln. (achterzijde Lutherhof) groenvoorz. Kloosterln. (plantsoen drive-in won.) groenvoorz. Beatrixtunnel, (taluds oostzijde tunnel) groenvoorz. Planetenstr. en Jupiterstr. groenvoorz. Poolsterstr. en Orionln. groenvoorz. Beetsln. (rond speelplaats) groenvoorz. Schapenkamp (plantsoen Achterom) verv. bomen Stieltjeslaan verv. bomen 's Graves. ln., ten oosten v. Snelliusln. verv. bomen Raadhskw., ged. Sumatra, Java, Borneo verv. bomen Minckelerstr. (A. Fokk. - K. Onnesw.) verv. armaturen Vitusbuurt, v. Riebeeck, Kl. Drift-Z ver. openbare verlichting; armaturen ver. openbare verlichting; armaturen ver. openbare verlichting; armaturen verv. wegen; Mussenstraat/Arendstraat verv. wegen; deel J. v. Campenln. verv. wegen; raadhuiskwartier, fase 3 verv. wegen; Vossenstr., Egelstr., Hazenstr. verv. wegen; 's Gravel. w. + O. Torenstr. + Perk verv. wegen; N. Havenweg, zw. deel verv. wegen; deel N. Westelijk Villagebied vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen vervangen materieel calamiteiten ren. plantsoenen; Kraanvogelplein ren. plantsoenen; rotonde Vreelandseweg ren. plantsoenen; Laapersveldpark renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen inst.houding bomenbestand Vossenstraat inst.houding bomenbestand 's Gravelandsew. inst.houding bomenbestand Surinamelaan instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand renoveren dek fietsbrug schutsluis 't Hemeltje vervanging aanslaglijsten schutsluis 't Hemeltje vervanging aandrijvingen schutsluis 't Hemeltje vervanging beschoeiing 3e havenarm vervanging beschoeiing Hilversums Kanaal
ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2015 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2015 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2017
TOTAAL PROGRAMMA BEHEER OPENBARE RUIMTE
289
sterretjes-posten
5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.2 5.3 5.3 5.3 5.3 5.3
subfunctie
beleidsdoel
investeringen
2014
*
53 59 97 153 73 74 58 280 173 120 88 118 50 30 3 35 39 13 17 18 38 18 13 78 16 84 91 448
2015 2016
rente 3,35%
kapitaallasten cumulatief
2017
2015
2016 2017
2018
58 93 152 66 113 213 426 2.750 1.178 2.750 1.178 2.750 118 274 118 274 118 274 50 7 8 37 208 52 208 52 208 16 17 13 188 47 188 47 188 52 41 65 495 330 600
6 6 5 8 4 4 3 15 9 6 5 6 4 2 0 3 3 1 1 1 3 1 1 4 1 4 5 47 0 0 0 8 12 20 9 15 28 56 0 0 0 15 0 0 0 0 2 2 11 0 0 0 4 4 3 0 0 0 0 0 0 0 0
6 6 5 8 4 4 3 15 9 6 5 6 5 2 0 3 4 1 1 1 4 1 1 5 1 5 6 59 47 0 0 11 17 28 13 21 39 79 147 0 0 21 15 0 0 4 3 3 14 15 0 0 5 5 4 10 0 0 3 10 0 0 0
6 6 5 8 4 4 3 15 9 6 5 6 5 2 0 3 4 1 1 1 4 1 1 5 1 5 6 59 59 47 0 11 17 28 13 21 39 79 210 147 0 21 21 15 0 4 3 3 14 19 15 0 5 5 4 13 10 0 3 10 5 41 0
6 6 5 8 4 4 3 15 9 6 5 6 5 2 0 3 4 1 1 1 4 1 1 5 1 5 6 59 59 59 47 11 17 28 13 21 39 79 210 210 147 21 21 21 15 4 3 3 14 19 19 15 5 5 4 13 13 10 3 10 5 69 50
5.753 5.562 5.935 6.305
347
690
1.058
1.458
* * * * * * *
142 227 373 161 277 522 1.044
*
274
* * *
28 30 150
* * *
66 70 53
10 6 1 7 8 3 3 3 7 4 2 14 3 15 16 112 448
112 448
112 448
afschr.
14 14 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 50 50 50 50 14 14 14 14 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 20 25 25 25 25 25 25 50 50 50 50 50 50 50 5 20 20 20
INVESTERINGSPROGRAMMA 2014-2017 Bedragen gereserveerd voor meerjarige projecten, die al vóór 2014 starten en waarvoor het krediet al is verleend
6. PROGRAMMA MILIEU 6.1 723. stad vervanging luchtmeetnet 1 6.3 722.1 stad GRP 2009-2015 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad GRP Schilderskw. fase 3 (Vermeerln. / v. Ostadeln) 6.3 722.1 stad GRP Raadhuiskw. fase 2 (Borneoln., Dalw., Javaln.) 6.3 722.1 stad GRP van Kretschmar v. Veenln. 6.3 722.1 stad GRP Bodemanstraat 6.3 722.1 stad GRP Villaparken en Trompenberg-Noord 6.3 722.1 stad GRP stamriool en bassins A. Hoeve (bijdr. grex) 6.3 722.1 stad GRP renovatie rioolgemalen 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad GRP; deel J.v.Campenlaan 6.3 722.1 stad GRP; Mussenstraat / Arendstraat 6.3 722.1 stad GRP; Egelstr./Hazenstr./Vossenstraat 6.3 722.1 stad GRP; deel 's Gravelandseweg 6.3 722.1 stad GRP; deel N.W. villagebied 6.3 722.1 stad GRP; renovatie rioolgemalen 6.3 722.1 stad Actualisatie GRP 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 5.1 210.4 stad werk aan weg bij rioleringen; dekking uit inv. wegen 6.3 722.1 stad GRP 2009-2015 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad GRP 2009-2015 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad GRP 2009-2015 6.3 722. 1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad heftruck 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad vervanging wachtdienst voertuig gemalen EMG 6.3 722.1 stad ink omsten rioolrecht 6.3 722.1 stad vervanging 4-wheel drive 6.3 722.1 stad inkomsten rioolrecht 6.3 722.1 stad vervanging vw-transporter + crafter 6.3 722.1 stad inkomsten rioolrecht 6.5 724.1 stad bouw condoleance-/koffieruimte Zuiderhof 6.5 724.1 stad rendabel ivm verbetering exploitatie 6.5 724.1 stad vervanging pick-up + maaimachine 6.5 724.1 stad rendabel
sterretjes-posten
vastgesteld investeringsprogramma
dienst
subfunctie
beleidsdoel
investeringen
ip 2015 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2017 ip 2017 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2015 ip 2016 ip 2016 ip 2014 ip 2014 ip 2015 ip 2015 ip 2017 ip 2017
9.2 9.2 9.2 9.2
541.5 stad 541.5 stad 541.5 stad 541.5 stad
* * * * * * * *
*
531.1 531.1 531.1 531.1 531.1 531.1 531.1 531.1
dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa dsa
12. PROGRAMMA SPORT vervanging toplaag kunstgrasveld SC 't Gooi vervanging toplaag en onderbouw, veld 3 Anna's Hoeve vervanging toplaag, zwaar, veld 4 Anna's Hoeve vervanging toplaag en onderbouw, veld 1 Berestein vervanging toplaag en onderbouw, veld 2 Berestein vervanging toplaag en onderbouw, veld 9 Berestein vervanging toplaag en onderbouw, veld 11 Berestein vervanging kunstgras Anna's Hoeve
2017
274 -274 93 203 173 93 60 136 83 -841 514 338 540 352 77 111 30 -1.688 -274
31 68 57 31 20 45 28 -280 257 169 270 176 39 56 -848 -118 1.715 -1.715
23
23
5
35 -35
13 -13 5 13 11 5 4 8 5 -53 40 27 43 28 7 9 1 -135 -21 123 -123 82 -82 0 0 5 -5 8 -8 11 -11 0 0 15 -15 0 0
13 -13 5 13 11 5 4 8 5 -53 40 27 43 28 7 9 1 -135 -21 137 -137 123 -123 82 -82 5 -5 8 -8 11 -11 22 -22 15 -15 5 -5
71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 50 71 71 71 71 71 71 10 10 10 10 7 7 10 10 40 40 10 10
0
-3
19
20
20
227
14 0 0 0
14 14 0 0
14 14 14 0
14 14 14 14
227
14
28
42
56
78 44 80 80 116 110 232
31 0 0 0 0 0 0 0
31 0 0 0 0 0 0 0
31 0 0 0 0 0 0 0
31 10 6 11 11 15 15 31
740
31
31
31
130
-322 285 -285 857 -857 1.715 -1.715
168 -168 260 -260
ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017
0
227 227 227
227
ip 2014 ip 2017 ip 2017 ip 2017 ip 2017 ip 2017 ip 2017 ip 2017
227
227
235
TOTAAL PROGRAMMA SPORT
235
290
0
0
2018
23
60 -60
100
2016 2017
13 -13 5 13 11 5 4 8 5 -53 36 24 39 25 6 8 1 -120 -21 82 -82 0 0 0 0 5 -5 8 -8 0 0 0 0 15 -15 0 0
35 -35
0
2015
0
86 56 90 59 13 19
857 -857 1.715 -1.715
afschr.
13 -13 4 10 8 4 3 6 4 -40 24 16 26 17 4 5 1 -80 -15 0 0 0 0 0 0 5 -5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
60 -60
TOTAAL PROGRAMMA CULTUUR EN MONUMENTENZORG
12.2 12.2 12.2 12.2 12.2 12.2 12.2 12.2
2015 2016
100
TOTAAL PROGRAMMA MILIEU 9. PROGRAMMA CULTUUR EN MONUMENTENZORG uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid
2014
rente 3,35%
kapitaallasten cumulatief
33 33 33 33
10 10 10 10 10 10 10 10
INVESTERINGSPROGRAMMA 2014-2017 Bedragen gereserveerd voor meerjarige projecten, die al vóór 2014 starten en waarvoor het krediet al is verleend
vastgesteld investeringsprogramma
dienst
211.1 stad 211.1 stad 211.1 stad 211.1 stad 211.1 stad 214.1 stad 214.1 stad 214.1 stad 214.1 stad
14. PROGRAMMA BEREIKBAARHEID HOV; investeringsbijdrage verv. GOP 's Gr.l.weg/Schoutenstr. en K. Onnesw. verv. verkeersregelinst. Gijsbrecht, vd Helstln., Vaartw. verv. verkeersregelinst. Korp. v. Oudheusdenkazerne verv. vri's Oostereind/Diependaalseln/A27/Collosseum vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters
ip 2013 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017 ip 2014 ip 2015 ip 2016 ip 2017
sterretjes-posten
14.1 14.1 14.1 14.1 14.1 14.2 14.2 14.2 14.2
subfunctie
beleidsdoel
investeringen
2014
*
1.250 55
TOTAAL PROGRAMMA RUIMTELIJKE ORDENING
115
67 5 12 8 21 25 25 17 15
365
97
134
159
195
6 0 0
6 0 0
6 8 4
6 8 4
6
6
18
18
21.018 18.989 17.142 18.205 7.184
8.118
8.974
9.938
188 188 125
291
328
215
25 35 20
25
TOTAAL NETTO INVESTERINGEN 2014-2017
2018
67 5 12 8 0 25 25 17 0
250
*
2016 2017
67 5 12 0 0 25 25 0 0
90 *
2015
afschr.
67 5 0 0 0 25 0 0 0
1.493
ip 2014 ip 2016 ip 2016
2017
140
TOTAAL PROGRAMMA BEREIKBAARHEID
15. PROGRAMMA RUIMTELIJKE ORDENING 15.1 810.2 stad aanschaf GPS-ontvanger 15.1 810.2 stad one man station zonder gps 15.1 810.2 stad vervanging dienstbus
2015 2016
rente 3,35%
kapitaallasten cumulatief
0
55
0
50 20 20 20 20 10 10 10 10
5 5 7
8.4. Grondslagen begroting In deze paragraaf staan enkele uitgangspunten op basis waarvan de begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2018 opgesteld zijn. Presentatie van het resultaat Zoals gebruikelijk onderscheiden wij hierbij het reguliere resultaat en het totale resultaat. De totale exploitatie is inclusief de grondexploitaties en de verkopen van niet-strategisch bezit. Bij het reguliere resultaat worden deze twee componenten buiten beschouwing gelaten. Dit gebeurt om de structurele posten te kunnen onderscheiden van de meer incidentele posten. Voor een verdere splitsing van incidentele en structurele posten wordt de lezer verwezen naar de staat van incidentele baten en lasten. Grondexploitaties / verkoop niet-strategisch bezit Toekomstige verliezen op negatieve grondexploitaties zijn gedekt middels de voorziening negatieve grondexploitaties. Winsten van positieve grondexploitaties in 2014-2018 zijn geraamd conform het raadsvoorstel “actualisering grondexploitaties 2013” (raadsbesluit 15 mei 2013) en zijn verwerkt in de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2018. Ook de winsten op verkoop van niet-strategisch bezit zijn verwerkt in de begroting en de meerjarenraming. Met ingang van het jaar 2008 is het tussentijds winst nemen onder voorwaarden toegestaan. Algemene uitkering De ramingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn gebaseerd op de meicirculaire 2013. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar onderdeel 6 van deze begroting (algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien). OZB 2014-2018 De OZB stijgt in 2014 voor zowel woningen als niet-woningen met het geraamde inflatiepercentage van 2 %. Daarnaast worden de tarieven voor niet-woningen met de in de meerjarenraming reeds voorziene extra stijging van 1,5% verhoogd. In de meerjarenraming 20152018 is cumulatief rekening gehouden met een budgettair relevante meeropbrengst. Loon- en prijspeil in 2014 Bij de kadernota 2013 zijn de uitgangspunten voor de begroting 2014 vastgesteld. Voor 2014 is niet uitgegaan van een loonstijging. Dit is een inschatting, omdat vooralsnog geen CAO is vastgesteld voor gemeenteambtenaren voor het jaar 2014. Ten aanzien van de prijscompensatie is uitgegaan van 2% in overeenstemming met de inschatting van het CPB. Ook voor de subsidiebudgetten wordt in de begroting rekening gehouden met een prijsstijging (gemiddelde van loon- en prijscompensatie). In de meerjarenraming hebben wij in 2015 tot en met 2018 jaarlijks voor lonen, prijzen en subsidies een stelpost geraamd van 2%. Investeringsplanning 2013-2016 De kapitaallasten en exploitatielasten van voorgenomen investeringen zijn opgenomen in het investeringsprogramma 2014-2017. In de systematiek van de gemeente Hilversum worden de kapitaallasten van een investering in jaar t verwerkt als een last in jaar t+1. De kapitaallasten (afschrijvingen en rentelasten) van de in de begroting 2014 opgenomen investeringen zijn als stelposten in programma 1 Financiën in de jaren 2015-2018 verwerkt. De rentelasten zijn berekend tegen een renteomslag van 3,35%.
292
8.5. Overzicht incidentele baten en lasten Het opnemen van het overzicht incidentele lasten en baten is gebaseerd op artikel 19 van het Besluit Begroting en Verantwoording. In de toelichting op dit artikel staat dat het opnemen van dit overzicht relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. Dit zou kunnen worden opgevat als de vraag: in welke mate wordt het resultaat over het jaar 2014 bepaald door incidentele lasten en baten, die in volgende jaren niet meer terugkomen? Bij het beoordelen van het onderscheid tussen de incidentele en structurele baten en lasten is de notitie incidentele en structurele baten en lasten van de Commissie BBV gehanteerd. Uit de meerjarenraming (zie paragraaf 8.2) blijkt welke lasten en baten wegvallen dan wel toegevoegd worden aan de begroting 2014, die in de meerjarenraming als basisjaar dient. B.doel 01.4B 01.4L 01.4L 01.5B 01.5L 02.1L 02.1L 03.4L 04.1L 06.1L 06.2B 07.0B 07.0L 07.0L 08.1L 10.1L 11.2L
Omschrijving
Lasten 111 950
2014 Baten -2.261
2015
2016
2017
2018
-800 986 -1.437 14 180 -1.612 304 220 153 155
-750 1.000 -1.277 1.417 -1.417 76 90 153 -
546 -546 -72 153 230
153 230
Saldo
Verkoop panden Vermindering rendabele activiteiten IBP/IP Frictiekosten slank en hoogwaardig Mutaties reserves (niet beklemde reserves) Mutaties reserves (niet beklemde reserves) Inzet extra tijdelijk personeel sociale zaken Inburgering Onderwijsgebouwen Vrouwen- en maatschappelijke opvang Nota duurzaamheid Terugbetaling kapitaal VAM Grondexploitatie Winsten niet strategisch bezit Langgewenst Nota creatieve sector Nota veiligheid Verkiezingen
5.136 150 350 700 258 300 230 149 385
-1.030 -250 -
111 950 -2.261 5.136 150 350 700 258 300 -1.030 -250 230 149 385
Incidentele baten en lasten 2014
8.719
-3.541
5.178
-1.837
-708
311
383
Structurele baten en lasten 2014
210.391
-216.961
-6.570
-1.131
-105
2.347
4.369
Totaal baten en lasten 2014
219.110
-220.502
-1.392
-2.968
-813
2.658
4.752
(Bedragen x € 1.000)
Uit het overzicht incidentele baten en lasten blijkt dat het totale voordelige begrotingssaldo 2014 voor een nadelig saldo van € 5.178.000 uit incidentele baten en lasten bestaat, en voor een voordelig saldo van € 6.570.000 uit structurele baten en lasten.
293
8.6. (Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekening In de begroting zijn lasten en baten opgenomen die niet direct aan één specifieke activiteit zijn toe te wijzen. Deze kosten worden verzameld in een kostenverdeelstaat en vervolgens verdeeld over (c.q. toegerekend aan) de beleidsdoelen. Het gaat hier om algemene apparaatskosten, die voor een belangrijk deel bestaan uit personeelskosten (zie ook 8.8 staat van personele lasten). Andere kosten die in de kostenverdeelstaat worden verantwoord, zijn bijvoorbeeld de huisvestingskosten en de kosten voor automatisering. De doorberekening geschiedt op basis van uren, formatieplaatsen en/of het aantal m2. Sommige kosten kunnen specifiek aan één beleidsdoel worden toegerekend, andere kosten worden over alle beleidsdoelen verdeeld. Dit laatste is het geval bij de lasten voor de financiële administratie, de documentaire informatievoorziening, het gebouwenbeheer, de inkoop, de informatie- en communicatietechnologie en de salaris- en personeelsadministratie. Een voorbeeld van kosten die aan één beleidsdoel worden doorberekend, zijn de personeelslasten van de afdeling Belastingen die aan beleidsdoel 1.3 Belastingen toegerekend worden. Het totale bedrag aan doorberekende kosten in de begroting 2014 bedraagt € 46,7 miljoen. Van dit bedrag wordt naast de toerekening aan de beleidsdoelen ook een bedrag van € 1,9 miljoen toegerekend aan overige posten zoals derden, ISV, grondzaken en overige investeringen. Het onderstaande overzicht geeft inzicht in het bedrag aan overhead per beleidsdoel en per programma: B.doel
Omschrijving
2014
01.3 01.4
Belastingen Saldi kostenplaatsen diensten totaal programma 1
3.022.000 297.000 3.319.000
02.1
Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee totaal programma 2
6.934.000 6.934.000
03.1 03.3 03.4
Pijler 1: Brede Ontwikkeling Pijler 3: Passende Ondersteuning Passende Onderwijshuisvesting (Pijler 1) totaal programma 3
804.000 161.000 154.000 1.119.000
04.1 04.2 04.3 04.4
Samenhang in de sociale leefomgeving Integrale toegang Samenhang en kwaliteit van individuele voorzieningen Gezondheidsbeleid totaal programma 4
484.000 1.695.000 1.311.000 106.000 3.596.000
05.1 05.2 05.3
Schone, hele en veilige infrastructuur Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten Instandhouding vijvers en waterwegen totaal programma 5
1.166.000 867.000 77.000 2.110.000
06.1 06.3 06.4 06.5
Hilversum is een veilige en leefbare gemeente Schoon oppervlakte- en grondwater Natuurbehoud en -beheer Voldoende capaciteit lijkbezorging totaal programma 6
467.000 1.149.000 94.000 763.000 2.473.000
294
B.doel
Omschrijving
2014
07.0 07.1 07.2 07.3
Algemeen programma 7 Huisvesting van de doelgroepen Ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen Realisering programma stedelijke vernieuwing totaal programma 7
2.308.000 27.000 53.000 518.000 2.906.000
08.1 08.2 08.3 08.4
Een sterke positie van Hilversum als Crossmediastad. Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie Goed functionerende detailhandel en horeca Een aantrekkelijk toeristisch product totaal programma 8
09.1 09.2
Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod Bescherming cultuurhistorisch erfgoed totaal programma 9
10.1 10.2
Daadkrachtige aanpak overlast en criminaliteit Professionele crisisbeheersing en rampenbestrijding totaal programma 10
11.0 11.1 11.2 11.3
Algemeen programma 11 Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale agenda Optimalisering van de dienstverlening Burgerzaken Verbetering relatie inwoners en gemeentebestuur totaal programma 11
12.1 12.2 12.3
Vergroting sportdeelname, gezonde leefstijl en levendig sportklimaat Aantrekkelijke, gevarieerde en goed gespreide sportvoorzieningen Voldoende en veilige openbare ruimte om te spelen en te bewegen totaal programma 12
13.1 13.2
Verbetering van de dienstverlening bij het vergunningproces Effectiever toezicht op woon- en leefkwaliteit en gebruik openbare ruimte totaal programma 13
2.637.000 3.190.000 5.827.000
14.1 14.2
Betere bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto Een acceptabele parkeerbalans in alle wijken totaal programma 14
1.131.000 609.000 1.740.000
15.1
Actuele ruimtelijke plannen totaal programma 15
2.393.000 2.393.000
16.1
Optimaliseren van de dienstverlening totaal programma 16
2.036.000 2.036.000
129.000 66.000 322.000 154.000 671.000 1.060.000 303.000 1.363.000
Doorberekeningen over de programma´s
205.000 190.000 395.000 4.854.000 103.000 963.000 1.050.000 6.970.000 260.000 666.000 68.000 994.000
44.846.000
Overige doorberekeningen
1.869.000
Totale Overhead
46.715.000
295
8.7. Lasten en baten financieringsfunctie Lasten en baten financieringsfunctie
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
LASTEN Rente gespecificeerd naar : - rente van bestaande langlopende leningen - rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen * - rente van kortlopende financieringsmiddelen - toegerekende rente over eigen financieringsmiddelen
6.468 150 6.191
5.740 1.112 133 4.654
6.269 500 66 4.085
Overige uitgaven: - afschrijvingen
13.297
12.353
12.710
Totaal lasten
26.106
23.992
23.630
Doorberekende kapitaallasten *
26.175
23.999
23.624
Totaal baten
26.175
23.999
23.624
BATEN
Totaal saldo (verantwoord in programma 1, subfunctie 960) * Inclusief stelpost naijling ad € 784.000
296
-69
-7 6 (Bedragen x € 1.000)
297
549,84 43,00
158,67 577,04 43,00 620,04
Dienst Stad
Totaal
Bestuursorganen (in te vullen door Dienst Bestuur)
Totaal incl. bestuursorganen
133,72
-27,20
0,00
-27,20
-8,44
-11,83
-4,06
1,25
-4,12
Verschil in fte 2014 t.o.v. 2013
38.375.000
1.672.000
36.703.000
10.393.000
8.062.000
8.873.000
1.094.000
8.281.000
Salarissen, sociale lasten en bijkomende kosten huidig personeel (categorie 1 BBV)
1.678.000
365.000
1.313.000
17.000
0
40.000
1.000
1.255.000
2.512.000
2.512.000
100.000
83.000
2.240.000
0
89.000
Budgetten t.b.v. tijdelijk inhuren personeel (categorie 3.0 BBV)
Begrote lasten 2014 in €
voormalig personeel (categorie 1 BBV)
Salarissen en sociale lasten
643.000
643.000
171.000
207.000
99.000
166.000
0
Budgetten t.b.v inhuur externe deskundigheid (categorie 3.4 BBV)
43.208.000
2.037.000
41.171.000
10.681.000
8.352.000
11.252.000
1.261.000
9.625.000
(categorie 1 BBV)
Totaal personeelskosten
Dienst Stad: Door overheveling van de functie strategisch adviseur naar de afdeling CCFB/Gemeentesecretaris daalt de formatie met 1,0 fte. De formatie neemt verder met 7,4 fte af als gevolg van de 2e en 3e ronde bezuinigingen Slank en Hoogwaardig.
Dienst Dienstverlening: Door de verzelfstandiging van het museum neemt de formatie met 5,5 fte af. Als gevolg van de nieuwe wettelijke taak om toezicht te houden op de naleving van de Drank- en Horecawet neemt de normformatie voor de afdeling Vergunning & Handhaven met 3,5 fte toe. Hiermee wordt de nieuwe taak, op een gemiddeld ambitieniveau uitgevoerd. De kosten voor het uitvoeren van het toezicht worden gedekt vanuit de begroting en inkomsten vanuit de regiogemeenten. De formatie neemt met 1,4 fte af door de overdracht van taken aan de Omgevingsdienst Gooi- en Vechtstreek (OFGV). Door centraliseren van de afdeling P&C binnen de dienst Samenleving en de 2e en 3e ronde bezuinigingen neemt de formatie af met 8,4 fte.
Dienst Samenleving: De afdeling P&C is overgekomen vanuit de dienst Dienstverlening en gecentraliseerd binnen de dienst Samenleving,. De formatie is daardoor met 6,0 fte toegenomen. De formatie reduceert met 1,0 fte door overheveling van de functie strategisch adviseur naar de afdeling CCFB/GS Daarnaast is invulling gegeven aan de reductie van de 2e en 3e ronde en zijn tijdelijke functies beëindigd. Hierdoor neemt de formatie met 9 fte af.
CCFB/Gemeentesecretaris: Het aantal fte’s is met 2 fte toegenomen door uitbreiding van de formatie van de gemeentesecretaris met 2 fte Strategisch Adviseurs. Deze functies zijn overgeheveld van de dienst Stad en de dienst Samenleving. Gemeentebreed is sprake van een verschuiving, geen uitbreiding. Daarnaast is in het kader van de bezuinigingen 0,75 fte bezuinigd.
Dienst Bestuur: Het aantal fte’s daalt met 4,1 fte. Deze verlaging bestaat uit het schrappen van 6,4 fte als gevolg van de 2e en 3e ronde bezuinigingen. Daarnaast is sprake van een tijdelijke toename van 2,3 fte bij de afdeling F&I/ICT. Vanaf 2015 wordt deze toename weer ingelopen door invulling van een opgenomen reductie van 2,5 fte binnen de afdeling F&I/ICT.
592,84
150,23
130,75
137,78 142,58
Dienst Samenleving
Dienst Dienstverlening
11,48
10,23
CCFB/ gemeentesecretaris
123,66
127,78
Toegestane formatie in fte begroting 2014
Dienst bestuur
Toegestane formatie in fte begroting 2013
8.8. Personele lasten en personele sterkte
8.9. Overige inkomensoverdrachten In deze staat zijn alle begrote inkomensoverdrachten verzameld. Het doel van deze staat is inzicht te verschaffen in de besteding van middelen die de gemeente doorgeeft aan derden. Voor het begrip ‘inkomensoverdrachten’ sluiten wij aan bij de definitie van het BBV. Het BBV onderscheidt de volgende categorieën van inkomensoverdrachten: 1. Inkomensoverdrachten aan het rijk 2. Subsidies aan marktproducenten 3. Sociale uitkeringen in geld 4. Sociale verstrekkingen in natura aan personen 5. Overige inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk) 6. Overige inkomensoverdrachten Ad 1. ‘Inkomensoverdrachten aan het rijk’ zijn inkomensoverdrachten die de gemeente aan het rijk doet. Ad. 2. Tot de ‘subsidies aan marktproducenten’ worden gerekend: de bijdragen aan professionele marktgerichte organisaties die worden verstrekt met het doel de productie in stand te houden dan wel tegen aanvaardbare prijzen te kunnen aanbieden. In de gemeente Hilversum betreft dit o.a. de subsidies aan zwembaden en sporthallen. Ad. 3. ‘Sociale uitkeringen in geld’ zijn inkomensoverdrachten in geld om de financiële lasten te verlichten die voor huishoudens voortvloeien uit een aantal sociale risico’s en behoeften. Tot deze subcategorie behoren o.a. de uitkeringen aan personen krachtens de Wet werk en bijstand. Ad. 4. Onder ‘sociale verstrekkingen in natura aan personen’ verstaat het BBV bijdragen aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal sociale risico’s en behoeften. De besteding van de bijdragen is in dit geval niet ter vrije keuze, maar gebonden, door bijvoorbeeld goederen ter beschikking te stellen of de aanschaf van bepaalde goederen en diensten te vergoeden. Een woningaanpassing krachtens de Wmo is een voorbeeld van deze subcategorie. Ad. 5. De ‘overige inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk)’ betreffen overdrachten aan provincies, waterschappen en gemeenschappelijke stichtingen, maar ook aan stichtingen waarvan de exploitatielasten in hoofdzaak bestaan uit overheidssubsidies. Ad. 6. Inkomensoverdrachten, die niet onder voornoemde categorieën vallen, worden onder de ‘overige inkomensoverdrachten’ gerangschikt. Voorbeelden hiervan zijn vergoedingen aan schoolbesturen van bijzondere scholen en tegemoetkomingen aan raadsfracties in de kosten van die fracties.
298
Progr. B.doel
Subf.
Omschrijving
2 2 2 2 2 2 2
614.4 610.1 611.1 614.1 621.1 623.2 623.3
Kwijtschelding belastingen Bijstand Sociale werkvoorziening Gemeentelijk minimabeleid Vreemdelingen Participatiebudget - Re-integratie Participatiebudget - Inburgering
2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1
Rekening Begroting Begroting 2012 2013 2014 1.150 23.157 8.427 2.648 74 1.185 565
1.055 23.048 8.151 2.833 55 2.145 414
1.034 27.438 8.458 3.047 56 1.087 350
3 & 4 3.1 & 4.1 630.1 3 3.1 715.1 3 3.1 & 3.3 716.1 3 & 4 3.1 & 4.4 714.1 3 3.1 423.2 3 3.2 480.1 3 3.1 & 3.2 480.3 3 3.2 623.1 3 3.1 & 3.2 650.1 3 3.4 421.2 3 3.4 433.2 3 3.4 433.2
Scw-jeugd-jongerenwerk Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel Openbare gezondheidszorg Bijdr. verordening overschr.uitk. Bijz. Basisonderw. Onderwijsbegeleiding Overig voortgezet onderwijs Participatiebudget - Volwasseneneducatie Kinderopvang Overschrijdingsuitkering Openbaar Basisonderwijs Overschr. expl.kosten Openb. speciaal basisonderw. Openbare scholen, speciaal basisonderwijs
2.437 1.053 260 1.318 200 2.961 561 544 40 4107
2.368 1.106 713 1.398 46 200 3.052 266 600 33 25 126
2.341 1.117 786 1.357 201 3.117 266 569 40 67
4 4.1 140.5 4 & 9 4.1 & 9.1 511.1 4 4.1 & 4.3 620.1 4 4.2 & 4.3 622.1 4 4.3 652.1 4 4.4 711.1
Vergunningverlening / APV Vormings-/ontw.werk Maatsch.begeleiding/advies Huishoudelijke hulp (Wmo) Voorzieningen Gehandicapten Ambulancevervoer
11 1.800 4.944 6.941 3.694 93
45 454 5.668 7.488 4.521 95
9 528 5.360 6.604 3.899 95
5 5 5 5
5.1 5.2 5.2 5.2
210.4 560.1 560.9 221.3
Diverse vergunningen Stichting Costerustuin Stichting Kinderboerderij Recognities kunstwerken waterwegen
8 1 40 -
9 2 38 1
39 2 88 -
6 6 6 6
6.1 6.3 6.3 6.4
723.1 722.1 722.1 550.1
NME Stichting Rioned Bijdrage Gemeente Bussum GNR
43 7 16 416
35 7 19 487
35 10 19 476
7 7 7
7.0 7.1 7.1
830.1 820.1 820.1
Bijdragen aan derden diensten Bijdrage Regionaal Urgentie Bureau Bijdragen UNA-ISV subsidies
532 103 1.452
730 111 -
334 111 -
8 8
8.3 8.4
310.2 560.5
Biz-zone Gijsbrecht en Centrum Bevordering toerisme
134 134
126 123
126 125
9 9 9 9 9
9.1 9.1 9.1 9.1 9.1
510.1 540.2 540.3 541.2 580.2
Openb.bibliotheekwerk / kunstuitleen Exposities moderne kunst Overige kunst Museum Hilversum Ov. cultuur / recreatie
1.607 45 1.816 183
1.415 1.642 317
1.494 1.867 600 297
10 10 10
10.1 10.2 10.3
160.1 120.4 120.1
Opsporing en ruiming conventionele explosieven Gemeentelijke bijdrage Bevolksingszorg Brandweer
39 81 6.970
48 105 7.046
100 7.055
11 11 11
11.0 11.1 11.1
006.2 005.1 005.1
Vergoeding raadsfracties Bestuurlijke samenwerking Gewest G&V Metropoolregio Amsterdam & NV Utrecht
19 415 20
18 443 31
14 398 31
12 12 12
12.1 12.2 12.3
530.5 530.2 560.4
Sportbeoefening/bev. Zwembaden Volksfeesten
97 271 22
98 277 45
99 277 45
13 13
13.2 13.2
723.2 822.1
Milieubeheer: bijdrage OFGV Bouw- en woningtoezicht: kamerverhuur
80
180 80
176 -
15
15.1
810.2
GBKN Hilversum
4
10
55
Totaal inkomensoverdrachten
299
78.722
79.348 81.699 (Bedragen x € 1.000)
8.10. Berekening algemene uitkering gemeentefonds Stand meicirculaire 2013 (Bedragen x € 1.000)
Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven Maatstaf 1c Waarde niet-woningen eigenaren 1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater) 1a Waarde woningen eigenaren Subtotaal
2014 -2.507
2015 -2.507
2016 -2.507
2017 -2.507
2018 -2.507
-1.976 -8.646 -13.129
-1.976 -8.646 -13.129
-1.976 -8.646 -13.129
-1.976 -8.646 -13.129
-1.976 -8.646 -13.129
2016 547 96 2.747 2.935 413 11.205 4.055 1.331 145 1.137 3.115 1.968 692 4.857 1.390 2.282 750 771 428 68 36 37 60 56 5 46 6.438 147 144 3 25 1.073 162 7.733 1.205 256 58.356
2017 547 95 2.695 2.873 413 11.186 4.065 1.312 143 1.137 3.101 1.983 681 4.857 1.390 2.282 750 771 428 68 36 37 60 56 5 46 6.430 147 145 3 25 1.073 162 7.723 1.205 256 58.186
2018 547 95 2.640 2.805 413 11.199 4.076 1.316 143 1.137 3.101 1.997 676 4.857 1.390 2.282 750 771 428 68 36 37 60 56 5 46 6.430 147 147 3 25 1.073 162 7.723 1.205 256 58.102
2016 1,48 86.075
2017 1,47 85.767
2018 1,47 85.526
Maatstaf 2014 2015 2016 2017 51 Rioleringen 11 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 61 Suppletieregeling OZB 32 32 32 32 Subtotaal 43 32 32 32 Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is
2018 n.v.t. 32 32
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is Maatstaf 1e OZB waarde niet-woningen 10a WWB schaalnadeel 10b WWB schaalvoordeel 8 Bijstandsontvangers 3a Eén-ouder-huishoudens 2 Inwoners 4 Inwoners: jongeren < 20 jaar 5 Inwoners: ouderen > 64 jaar 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar 7 Lage inkomens 7a Lage inkomens (drempel) 12 Minderheden 11 Uitkeringsontvangers 13 Klantenpotentieel lokaal 14 Klantenpotentieel regionaal 15e Leerlingen VO 15d Leerlingen (V)SO 38 Bedrijfsvestigingen 29 Historische woningen in bewoonde oorden 1930 31a ISV (a) stadsvernieuwing 31b ISV (b) herstructurering 36 Meerkernigheid 37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied 36a Kernen met 500 of meer adressen 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 32 Omgevingsadressendichtheid 16 Oppervlakte land 18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente 19 Oppervlakte binnenwater 23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor 22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor 21 Oppervlakte bebouwing 24 Woonruimten 25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen 39 Vast bedrag Subtotaal Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf) Jaren Uitkeringsfactor Subtotaal (B x C (=uf)) Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor
2014 547 95 2.638 2.798 413 11.486 4.348 1.345 148 1.137 3.197 2.024 689 4.857 1.390 2.624 889 771 428 68 36 38 60 56 5 46 6.497 150 143 3 25 1.073 162 7.743 1.205 270 59.404
2015 547 95 2.727 2.909 413 10.780 4.044 1.335 146 1.137 3.120 1.953 693 4.857 1.390 2.240 750 771 428 68 36 37 60 56 5 46 6.441 147 144 3 25 1.073 162 7.737 1.205 256 57.836
2014 2015 1,52 1,48 90.057 85.366 niet van toepassing is
Maatstaf 62 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 71 Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU) 102 Maatschappelijke opvang en OGGz (DU) 106 Vrouwenopvang (DU) 113 Peuterspeelzaalwerk (DU) 119 Centra voor jeugd en gezin (DU) 149 Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg (DU) 162 Veiligheidshuizen (DU) Subtotaal
2014 8.544 136 2.026 1.210 136 1.960 32 99 14.142
2015 8.544 136 2.026 1.210 136 1.960 n.v.t. 99 14.109
2016 8.544 136 2.026 1.210 136 1.960 n.v.t. 99 14.109
2017 8.544 136 2.026 1.210 136 1.960 n.v.t. 99 14.109
2018 8.544 136 2.026 1.210 136 1.960 n.v.t. 99 14.109
Totaal Algemene uitkering Hilversum
91.113
86.379
87.088
86.779
86.539
300
8.11. Lasten en baten per subfunctie naar programma Beleids-
Sub-
Progr
doel
functie
Rekening 2012
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.4 1.4 1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
911.1 913.1 914.1 330.1 921.1 922.1 930.1 930.2 931.1 932.1 934.1 937.1 939.1 940.1 960.1 960.2 960.3 960.5 960.6 980.1 980.2 980.3 980.5 980.6
Geldleningen ug/og korter dan een jaar Overige financiele middelen Geldleningen ug/og gelijk of langer dan een jaar Nutsbedrijven Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten Uitvoering wet WOZ Uitvoering wet WOZ (controle) OZB gebruikers OZB eigenaren Baatbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Belastingheffing/-Inning Saldi kostenplaats CCFB Saldi kostenplaats Dienst Bestuur Saldi kostenplaats Dienst Dienstverlening Saldi kostenplaats Dienst Samenleving Saldi kostenplaats Dienst Stad Mutaties reserves CCFB Mutaties reserves Dienst Bestuur Mutaties reserves Dienst Dienstverlening Mutaties reserves Dienst Samenleving Mutaties reserves Dienst Stad
2 2 2 2 2 2 2
2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1
610.1 611.1 614.1 614.4 621.1 623.2 623.3
Bijstand/financiele dienstverlening Sociale werkvoorziening Gemeentelijk minimabeleid Kwijtschelding belastingen Vreemdelingen Participatiebudget Reintegratie Participatiebudget Inburgering
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.3 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
423.2 432.2 480.3 580.2 620.1 630.1 650.1 714.1 715.1 716.1 480.1 480.3 620.1 623.1 650.1 715.1 716.1 421.2 423.2 432.2 433.2 443.2 480.2 480.3 480.4
Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, excl. Onderwijsh. Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Overige recreatieve voorzieningen Maatschappelijke begeleiding en advisering Sociaal cultureel-/jeugd&jongerenwerk Kinderdagopvang Openbare Gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg uniform deel Jeugdgezondheidszorg maatwerk deel Onderwijsbegeleiding Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Maatschappelijke begeleiding en advisering Participatiebudget Volwassenen Educatie Kinderdagopvang Jeugdgezondheidszorg uniform deel Jeugdgezondheidszorg maatwerk deel Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, excl. Onderwijsh. Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijsh. Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting Centr. gymnastieklokalen Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Gebouwen vm. onderwijs
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4.1 4.1 4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.2 4.3 4.3 4.3 4.4 4.4
140.5 511.1 620.1 630.1 650.1 622.1 623.2 652.1 620.1 622.1 652.1 711.1 714.1
Vergunningverlening APV (DSL) Vormings-/ontwikkelingswerk Maatschappelijke begeleiding en advisering Sociaal cultureel-/jeugd&jongerenwerk Kinderdagopvang Wet Maatschappelijke Ondersteuning Participatiebudget Reintegratie Wet Voorziening Gehandicapten Maatschappelijke begeleiding en advisering Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Voorziening Gehandicapten Ambulancevervoer Openbare Gezondheidszorg
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.1 5.2 5.2 5.2 5.3 5.3 5.3
210.1 210.2 210.3 210.4 211.2 211.3 560.1 560.6 560.9 221.2 221.3 221.4
Openbare verlichting Straatreiniging Gladheidsbestrijding Onderhoud Wegen, straten en pleinen Onderhoud verkeersborden Verkeersmaatregelen/evenementen Plantsoenen Boomverzorging Dierverzorging Nieuwe Haven Overige havens/binnenwateren Sluizen
Omschrijving
1. Financiën
2. Sociale Zaken
3. Onderwijs en Jeugdzaken
4. Welzijn en Zorg
5. Beheer openbare ruimte
lasten
baten
Gew. Begroting 2013
saldo
19 1.327 267 2.108 976 129 143 623 36 1.669 1.869
291 6.191 240 89.339 28 3.045 13.475 -8 486 410 541 71 1.464 939 3 1.722 2.876 461
-272 -6.191 -240 -89.339 -28 1.327 267 -3.045 -13.475 8 -486 -410 1.568 -71 -488 129 143 -316 -3 -1.686 -1.207 1.408
lasten
baten
saldo
19 394 1.131 265 2.151 10 1.698 200 223 348 50 1.607 257
140 4.654 251 86.873 801 3.191 13.853 454 358 567 7 167 923 1.527 81 2.201 476
-121 -4.654 -251 -86.873 -407 1.131 265 -3.191 -13.853 -454 -358 1.584 3 1.531 200 223 348 -923 -1.477 -81 -594 -219
Begroting 2014 lasten
baten
saldo
17 1.778 1.148 225 2.251 6 1.064 10 94 5.000 136 -
140 4.085 251 91.113 834 3.280 14.210 463 365 577 1.470 1.439 998
-123 -4.085 -251 -91.113 944 1.148 225 -3.280 -14.210 -463 -365 1.674 6 1.064 10 94 5.000 -1.334 -1.439 -998
9.165
121.572
-112.407
8.353
116.524
-108.171
11.729
119.225
-107.496
27.447 8.503 3.680 1.299 74 6.160 924
24.232 8.266 61 1.462 4.065 573
3.215 236 3.619 1.299 -1.388 2.095 351
29.086 8.306 4.291 1.214 55 5.957 976
26.774 7.993 84 3.467 414
2.312 313 4.207 1.214 55 2.490 562
31.545 8.489 4.128 1.221 56 4.942 481
29.188 8.300 80 3.075 -
2.357 189 4.048 1.221 56 1.867 481
48.086
38.660
9.426
49.885
38.732
11.153
50.862
40.643
10.219
55 60 144 63 26 1.175 501 519 1.062 823 201 3.041 10 599 235 1.745 2.135 -4 2.466 3.408 191 744 26
36 12 2.065 561 48 666 1 3 75 111 2
55 24 144 63 26 1.175 501 519 1.062 810 201 976 10 38 235 1.697 1.469 -4 2.465 3.405 116 633 25
46 132 281 5 31 1.188 359 658 992 1.104 262 3.073 404 248 205 1.776 2.239 5 1.516 3.366 161 1.017 -
26 1.981 266 37 2 25 -
46 106 281 5 31 1.188 359 658 992 1.104 262 1.092 138 248 205 1.739 2.237 5 1.516 3.366 161 992 -
55 61 298 5 22 1.760 343 567 1.143 878 247 3.063 290 248 32 1.703 1.941 2.153 3.523 94 675 -
26 2.024 266 36 2 12 23 -
55 35 298 5 22 1.760 343 567 1.143 878 247 1.039 24 248 32 1.667 1.939 2.153 3.523 82 652 -
19.226
3.580
15.646
19.067
2.337
16.730
19.101
2.389
16.712
25 7 5.079 2.558 311 10 16 278 1.128 8.666 4.788 93 940
2 647 199 134 1.585 37 -
25 7 5.077 1.911 112 10 16 278 995 7.081 4.751 93 940
45 6 4.546 2.633 281 1.945 70 1.878 6.668 4.931 95 848
552 254 111 1.535 90 6
45 6 4.546 2.081 27 1.945 70 1.767 5.133 4.841 95 842
69 6 4.562 2.528 273 1.946 155 1.823 6.885 5.216 95 954
564 265 111 1.535 90 6
69 6 4.562 1.964 8 1.946 155 1.712 5.350 5.126 95 948
23.899
2.604
21.296
23.946
2.548
21.398
24.512
2.571
21.941
1.233 1.890 529 5.822 305 231 3.365 1.109 68 18 300 180
105 1 1.170 4 5 9 106 4 68
1.128 1.888 529 4.652 301 226 3.356 1.003 68 14 300 112
1.163 1.945 403 5.355 327 235 3.257 950 233 16 320 183
117 314 4 2 5 50 4 60
1.046 1.945 403 5.041 323 233 3.252 900 233 12 320 123
1.199 1.721 488 5.517 329 242 3.279 866 90 15 299 157
117 314 4 2 5 70 3 50
1.082 1.721 488 5.203 325 240 3.274 796 90 12 299 107
15.051
1.473
13.578
14.387
556
13.831
14.202
565
13.637
301
Beleids-
Sub-
Progr
doel
functie
Rekening 2012
6 6 6 6 6 6 6 6 6
6.1 6.2 6.2 6.3 6.3 6.3 6.4 6.5 6.5
723.1 721.1 725.1 722.1 722.2 726.1 550.1 724.1 732.1
Milieubescherming (stad) Vuilophaal en -afvoer Baten vuilophaal en -afvoer Riolen en Rioolgemalen Riolen buiten lozingsrecht Baten rioolrechten Natuur en landschap/bossen Begraafplaatsen Baten begraafplaatsen
7 7 7 7 7
7.1 7.1 7.2 7.3 7.0
820.1 822.7 820.1 821.1 830.1
Woninbouw en -exploitatie Woonhavens/-Schepen Woninbouw en -exploitatie Stedelijke vernieuwing Bouwgrondexploitaties
8 8 8 8 8 8 8 8
8.1 8.2 8.3 8.3 8.3 8.3 8.4 8.5
310.2 310.2 310.1 310.2 310.3 311.1 560.5 580.2
Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling Markt Economische ontwikkeling Verhuur grond/reklameborden Baten marktgelden Bevordering toerisme Overige recreatieve voorzieningen
9 9 9 9 9 9 9 9 9
9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.2
510.1 511.1 540.2 540.3 541.2 541.3 541.4 580.2 541.5
10 10 10 10
10.1 10.2 10.2 10.3
140.1 120.4 160.1 120.1
Openbare orde en veiligheid Rampenbestrijding Opsporing en ruiming conventionele explosieven Gem. Brandweer
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
11.1 11.2 11.2 11.3 11.3 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0
005.1 003.1 004.1 002.3 002.4 001.1 002.1 002.2 006.1 006.2
Bestuurlijke samenwerking Burgerzaken Leges burgerzaken Communicatie Samenlevingsgericht werken Bestuursorganen Bestuursondersteuning college Ondersteuning college Bestuursondersteuning Raad Ondersteuning Raad
12 12 12 12 12 12 12
12.1 12.2 12.2 12.2 12.3 12.3 12.3
530.5 530.2 530.3 531.1 560.2 560.3 560.4
Sportbeoefening / -bevordering Zwembaden Sportzalen en sporthallen Sportparken Jachthaven Overige Openluchtrecreatie Volksfeesten
13 13 13 13 13 13 13 13 13
13.1 13.1 13.1 13.1 13.1 13.2 13.2 13.2 13.2
140.2 140.3 723.2 822.1 823.1 140.2 723.2 822.1 823.1
Handhaving in de openbare ruimte Vergunningverlening APV Milieubescherming (inw) Bouw- en woningtoezicht Baten Bouw- en Woningtoezicht Handhaving in de openbare ruimte Milieubescherming (inw) Bouw- en woningtoezicht Baten Bouw- en Woningtoezicht
14 14 14
14.1 14.2 14.2
211.1 214.1 215.1
Verkeersmaatregelen/-onderzoeken Parkeervoorzieningen Baten Parkeerbelasting
15 15
15.1 15.1
810.1 810.2
Ruimtelijke ordening Landmeten en vastgoed
Omschrijving
lasten
baten
1.173 7.807 8.761 88 591 1.350 -
315 8.926 115 8.720 205 1.135
19.266
19.519
-254
19.770
209 295 4.062 8.566
6 17 243 3.433 10.659
202 -17 52 629 -2.093
197 56 5.320 17.210
13.132
14.358
-1.226
602 243 343 296 73 186 296
134 311 232 129
602 243 343 162 -238 -232 186 167
8. EZ Media, toerisme en evenem.
2.038
806
Openbaar bibliotheekwerk Vormings-/ontwikkelingswerk Exposities moderne kunst Overig kunst / cultuur Oudheidkunde / musea Carillon Streekarchief Overige recreatieve voorzieningen Monumentenzorg
1.646 1.925 100 3.056 1.546 13 526 185 445
2 990 568 182 31 2
9.443 432 363 39 7.639
10. Openb. orde, veiligh. en brw.
11. Bestuurlijke aangelegenheden
12. Sport en recreatie
13. Bouw- en Woningtoezicht
14. Bereikbaarheid
15. Ruimtelijke ordening
Burgerzaken Leges burgerzaken 16. Dienstverlening
TOTAAL
Begroting 2014
saldo
938 6.964 -8.751 8.446 91 -8.555 623 1.092 -1.102
9. Cultuur en monumentenzorg
003.1 004.1
Gew. Begroting 2013
saldo
190 588 8.751 122 8.555 212 1.102
7. Wonen / ISV
16.1 16.1
baten
1.128 7.552 8.568 91 623 1.304 -
6. Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl
16 16
lasten
lasten
baten
saldo
858 7.807 -8.926 8.646 88 -8.720 591 1.145 -1.135
1.231 7.824 8.961 83 572 1.367 -
141 8.745 115 8.653 222 1.135
1.090 7.824 -8.745 8.846 83 -8.653 572 1.145 -1.135
19.416
354
20.038
19.011
1.027
14 4.800 16.848
197 -14 56 520 362
196 53 5.364 19.752
14 4.800 18.630
196 -14 53 564 1.122
22.783
21.662
1.121
25.365
23.444
1.921
560 187 365 240 48 255 234
126 319 238 125
560 187 365 114 -271 -238 255 109
664 185 310 241 44 286 184
126 319 243 125
664 185 310 115 -275 -243 286 59
1.232
1.889
808
1.081
1.914
813
1.101
1.646 1.923 100 2.066 977 13 345 154 444
1.513 1.264 24 3.074 1.018 15 652 81 577
2 884 84 176 -
1.513 1.262 24 2.190 934 15 476 81 577
1.509 726 3.075 785 15 623 175 510
2 1.066 177 -
1.509 724 2.009 785 15 446 175 510
1.774
7.669
8.218
1.146
7.072
7.418
1.245
6.173
36 19 -
396 343 39 7.639
536 387 48 7.701
46 18 -
490 369 48 7.701
567 345 7.682
20 13 -
547 332 7.682
8.473
56
8.417
8.672
64
8.608
8.594
33
8.561
677 1.105 77 1.234 403 5.521 1.145 2.149 524 875
171 4 5 1
677 1.105 -94 1.230 403 5.521 1.145 2.143 524 874
677 870 18 1.206 391 2.916 1.211 2.021 531 811
112 -
677 870 -95 1.206 391 2.916 1.211 2.021 531 811
645 1.288 82 1.064 436 3.120 1.309 2.277 600 923
175 -
645 1.288 -93 1.064 436 3.120 1.309 2.277 600 923
13.710
181
13.529
10.652
112
10.540
11.744
175
11.569
313 417 1.456 1.376 507 179
22 422 256 11 85
291 417 1.034 1.121 496 94
591 406 1.298 1.291 502 175
4 491 278 7 75
587 406 807 1.013 495 100
583 398 1.192 1.218 325 142
4 376 274 7 77
579 398 816 944 318 65
4.249
796
3.453
4.263
855
3.408
3.858
738
3.120
170 2.693 960 1.183 1.465 -
109 53 1.702 22 17 -
-109 118 2.693 -1.702 938 1.166 1.465 -
16 176 2.769 982 1.485 1.040 -
133 62 1 1.537 3 6 25
-117 114 -1 2.769 -1.537 979 1.479 1.040 -25
22 223 2.636 763 1.140 1.574 -
140 62 1 2.629 10 6 25
-118 161 -1 2.636 -2.629 753 1.134 1.574 -25
6.471
1.902
4.570
6.468
1.767
4.701
6.358
2.873
3.485
12.414 3.789 -
9.144 10 5.340
3.270 3.779 -5.340
5.745 3.946 -
2.197 10 4.810
3.548 3.936 -4.810
3.972 3.941 -
500 10 4.960
3.472 3.931 -4.960
16.203
14.494
1.709
9.691
7.017
2.674
7.913
5.470
2.443
2.189 1.003
1 35
2.189 968
2.186 931
38
2.186 893
1.861 902
-
1.861 902
3.192
35
3.157
3.117
38
3.079
2.763
-
2.763
2.280 451
1.379
2.280 -928
2.465 404
1.292
2.465 -889
2.273 466
1.307
2.273 -841
2.731
1.379
1.352
2.869
1.292
1.577
2.739
1.307
1.432
214.334
223.188
-8.854
214.029
214.874
-845
219.110
220.502
-1.392
(Bedragen x € 1.000)
302
8.12. Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie Beleids-
Sub-
Progr
doel
functie
Rekening 2012
11 11 11 11 11 11 16 11 16 11 11 11
11.0 11.0 11.0 11.3 11.3 11.2 16.1 11.2 16.1 11.1 11.0 11.0
001.1 002.1 002.2 002.3 002.4 003.1 003.1 004.1 004.1 005.1 006.1 006.2
Bestuursorganen Bestuursondersteuning college Ondersteuning college Communicatie Samenlevingsgericht werken Burgerzaken Burgerzaken Leges burgerzaken Leges burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning Raad Ondersteuning Raad
10 10 10 13 13 13 4 10
10.3 10.2 10.1 13.1 13.2 13.1 4.1 10.2
120.1 120.4 140.1 140.2 140.2 140.3 140.5 160.1
Gem. Brandweer Rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid Handhaving in de openbare ruimte Handhaving in de openbare ruimte Vergunningverlening APV Vergunningverlening APV (DSL) Opsporing en ruiming conventionele explosieven Hoofdfunctie 1
5 5 5 5 14 5 5 14 14 5 5 5
5.1 5.1 5.1 5.1 14.1 5.1 5.1 14.2 14.2 5.3 5.3 5.3
210.1 210.2 210.3 210.4 211.1 211.2 211.3 214.1 215.1 221.2 221.3 221.4
Openbare verlichting Straatreiniging Gladheidsbestrijding Onderhoud Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen/-onderzoeken Onderhoud verkeersborden Verkeersmaatregelen/evenementen Parkeervoorzieningen Baten Parkeerbelasting Nieuwe Haven Overige havens/binnenwateren Sluizen Hoofdfunctie 2
8 8 8 8 8 8 1
8.3 8.1 8.2 8.3 8.3 8.3 1.2
310.1 310.2 310.2 310.2 310.3 311.1 330.1
Markt Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling Verhuur grond/reklameborden Baten marktgelden Nutsbedrijven
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
3.4 3.1 3.4 3.1 3.4 3.4 3.4 3.2 3.4 3.1 3.2 3.4 3.4
421.2 423.2 423.2 432.2 432.2 433.2 443.2 480.1 480.2 480.3 480.3 480.3 480.4
9 4 9 12 12 12 12 9 9 9 9 9 9 6 5 12 12 12 8 5 5 3 8 9
9.1 4.1 9.1 12.2 12.2 12.1 12.2 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.2 6.4 5.2 12.3 12.3 12.3 8.4 5.2 5.2 3.1 8.5 9.1
510.1 511.1 511.1 530.2 530.3 530.5 531.1 540.2 540.3 541.2 541.3 541.4 541.5 550.1 560.1 560.2 560.3 560.4 560.5 560.6 560.9 580.2 580.2 580.2
Omschrijving
lasten
baten
Gew. Begroting 2013
saldo
lasten
baten
Begroting 2014
saldo
lasten
baten
saldo
5.521 1.145 2.149 1.234 403 1.105 2.280 77 451 677 524 875
5 4 171 1.379 1
5.521 1.145 2.143 1.230 403 1.105 2.280 -94 -928 677 524 874
2.916 1.211 2.021 1.206 391 870 2.465 18 404 677 531 811
112 1.292 -
2.916 1.211 2.021 1.206 391 870 2.465 -95 -889 677 531 811
3.120 1.309 2.277 1.064 436 1.288 2.273 82 466 645 600 923
175 1.307 -
3.120 1.309 2.277 1.064 436 1.288 2.273 -93 -841 645 600 923
16.441
1.560
14.882
13.520
1.404
12.116
14.483
1.482
13.001
7.639 363 432 960 170 25 39
19 36 109 22 53 -
7.639 343 396 -109 938 118 25 39
7.701 387 536 16 982 176 45 48
18 46 133 3 62 -
7.701 369 490 -117 979 114 45 48
7.682 345 567 22 763 223 69 -
13 20 140 10 62 -
7.682 332 547 -118 753 161 69 -
9.628
239
9.390
9.891
262
9.629
9.671
245
9.426
1.233 1.890 529 5.822 12.414 305 231 3.789 18 300 180
105 1 1.170 9.144 4 5 10 5.340 4 68
1.128 1.888 529 4.652 3.270 301 226 3.779 -5.340 14 300 112
1.163 1.945 403 5.355 5.745 327 235 3.946 16 320 183
117 314 2.197 4 2 10 4.810 4 60
1.046 1.945 403 5.041 3.548 323 233 3.936 -4.810 12 320 123
1.199 1.721 488 5.517 3.972 329 242 3.941 15 299 157
117 314 500 4 2 10 4.960 3 50
1.082 1.721 488 5.203 3.472 325 240 3.931 -4.960 12 299 107
26.711
15.852
10.859
19.638
7.518
12.120
17.880
5.960
11.920
343 602 243 296 73 -
134 311 232 240
343 602 243 162 -238 -232 -240
365 560 187 240 48 -
126 319 238 251
365 560 187 114 -271 -238 -251
310 664 185 241 44 -
126 319 243 251
310 664 185 115 -275 -243 -251
Hoofdfunctie 3
1.556
917
639
1.400
934
466
1.444
939
505
Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, excl. Onderwijsh. Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, excl. Onderwijsh. Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, onderwijsh. Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting Onderwijsbegeleiding Centr. gymnastieklokalen Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Overige voorzieningen ten behoeve van het onderwijs Gebouwen vm. onderwijs
1.745 55 2.135 60 -4 2.466 3.408 201 191 144 3.041 744 26
48 666 36 1 3 75 2.065 111 2
1.697 55 1.469 24 -4 2.465 3.405 201 116 144 976 633 25
1.776 46 2.239 132 5 1.516 3.366 262 161 281 3.073 1.017 -
37 2 26 1.981 25 -
1.739 46 2.237 106 5 1.516 3.366 262 161 281 1.092 992 -
1.703 55 1.941 61 2.153 3.523 247 94 298 3.063 675 -
36 2 26 12 2.024 23 -
1.667 55 1.939 35 2.153 3.523 247 82 298 1.039 652 -
14.212
3.006
11.206
13.874
2.071
11.803
13.813
2.123
11.690
1.646 7 1.925 417 1.456 313 1.376 100 3.056 1.546 13 526 445 623 3.365 507 179 186 1.109 68 63 296 185
2 422 22 256 990 568 182 2 9 11 85 106 129 31
1.646 7 1.923 417 1.034 291 1.121 100 2.066 977 13 345 444 623 3.356 496 94 186 1.003 68 63 167 154
1.513 6 1.264 406 1.298 591 1.291 24 3.074 1.018 15 652 577 591 3.257 502 175 255 950 233 5 234 81
2 491 4 278 884 84 176 5 7 75 50 125 -
1.513 6 1.262 406 807 587 1.013 24 2.190 934 15 476 577 591 3.252 495 100 255 900 233 5 109 81
1.509 6 726 398 1.192 583 1.218 3.075 785 15 623 510 572 3.279 325 142 286 866 90 5 184 175
2 376 4 274 1.066 177 5 7 77 70 125 -
1.509 6 724 398 816 579 944 2.009 785 15 446 510 572 3.274 318 65 286 796 90 5 59 175
19.409
2.813
16.595
18.012
2.181
15.831
16.564
2.183
14.381
Hoofdfunctie 0
Hoofdfunctie 4 Openbaar bibliotheekwerk Vormings-/ontwikkelingswerk Vormings-/ontwikkelingswerk Zwembaden Sportzalen en sporthallen Sportbeoefening / -bevordering Sportparken Exposities moderne kunst Overig kunst / cultuur Oudheidkunde / musea Carillon Streekarchief Monumentenzorg Natuur en landschap/bossen Plantsoenen Jachthaven Overige Openluchtrecreatie Volksfeesten Bevordering toerisme Boomverzorging Dierverzorging Overige recreatieve voorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Overige recreatieve voorzieningen Hoofdfunctie 5
303
Beleids-
Sub-
Progr
doel
functie
2 2 2 2 3 3 4 4 2 4 4 3 2 4 2 3 4 3 3 4 4 4
2.1 2.1 2.1 2.1 3.1 3.2 4.1 4.3 2.1 4.2 4.3 3.2 2.1 4.2 2.1 3.1 4.1 3.1 3.2 4.1 4.2 4.3
610.1 611.1 614.1 614.4 620.1 620.1 620.1 620.1 621.1 622.1 622.1 623.1 623.2 623.2 623.3 630.1 630.1 650.1 650.1 650.1 652.1 652.1
4 3 4 3 3 3 3 6 6 6 6 13 13 6 6 6 6
4.4 3.1 4.4 3.1 3.2 3.1 3.3 6.2 6.3 6.3 6.1 13.1 13.2 6.5 6.2 6.3 6.5
711.1 714.1 714.1 715.1 715.1 716.1 716.1 721.1 722.1 722.2 723.1 723.2 723.2 724.1 725.1 726.1 732.1
15 15 7 7 7 13 13 7 13 13 7
15.1 15.1 7.1 7.2 7.3 13.1 13.2 7.1 13.1 13.2 7.0
810.1 810.2 820.1 820.1 821.1 822.1 822.1 822.7 823.1 823.1 830.1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.4 1.4 1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
911.1 913.1 914.1 921.1 922.1 930.1 930.2 931.1 932.1 934.1 937.1 939.1 940.1 960.1 960.2 960.3 960.5 960.6 980.1 980.2 980.3 980.5 980.6
Rekening 2012 Omschrijving
lasten
baten
Gew. Begroting 2013
saldo
lasten
baten
Begroting 2014
saldo
lasten
baten
saldo
Bijstand/financiele dienstverlening Sociale werkvoorziening Gemeentelijk minimabeleid Kwijtschelding belastingen Maatschappelijke begeleiding en advisering Maatschappelijke begeleiding en advisering Maatschappelijke begeleiding en advisering Maatschappelijke begeleiding en advisering Vreemdelingen Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Maatschappelijke Ondersteuning Participatiebudget Volwassenen Educatie Participatiebudget Reintegratie Participatiebudget Reintegratie Participatiebudget Inburgering Sociaal cultureel-/jeugd&jongerenwerk Sociaal cultureel-/jeugd&jongerenwerk Kinderdagopvang Kinderdagopvang Kinderdagopvang Wet Voorziening Gehandicapten Wet Voorziening Gehandicapten
27.447 8.503 3.680 1.299 26 10 5.079 1.128 74 10 8.666 599 6.160 16 924 1.175 2.558 501 235 311 278 4.788
24.232 8.266 61 2 134 1.462 1.585 561 4.065 573 647 199 37
3.215 236 3.619 1.299 26 10 5.077 995 -1.388 10 7.081 38 2.095 16 351 1.175 1.911 501 235 112 278 4.751
29.086 8.306 4.291 1.214 31 4.546 1.878 55 1.945 6.668 404 5.957 976 1.188 2.633 359 248 281 70 4.931
26.774 7.993 84 111 1.535 266 3.467 414 552 254 90
2.312 313 4.207 1.214 31 4.546 1.767 55 1.945 5.133 138 2.490 562 1.188 2.081 359 248 27 70 4.841
31.545 8.489 4.128 1.221 22 4.562 1.823 56 1.946 6.885 290 4.942 481 1.760 2.528 343 248 273 155 5.216
29.188 8.300 80 111 1.535 266 3.075 564 265 90
2.357 189 4.048 1.221 22 4.562 1.712 56 1.946 5.350 24 1.867 481 1.760 1.964 343 248 8 155 5.126
Hoofdfunctie 6
73.466
41.825
31.641
75.067
41.540
33.527
76.913
43.474
33.439
93 519 940 1.062 823 7.552 8.568 91 1.128 1.183 1.304 -
12 588 122 190 17 212 8.751 8.555 1.102
93 519 940 1.062 810 6.964 8.446 91 938 1.166 1.092 -8.751 -8.555 -1.102
95 658 848 992 205 1.104 7.807 8.761 88 1.173 1.485 1.350 -
6 115 315 1 6 205 8.926 8.720 1.135
95 658 842 992 205 1.104 7.807 8.646 88 858 -1 1.479 1.145 -8.926 -8.720 -1.135
95 567 954 1.143 878 32 7.824 8.961 83 1.231 1.140 1.367 -
6 115 141 1 6 222 8.745 8.653 1.135
95 567 948 1.143 878 32 7.824 8.846 83 1.090 -1 1.134 1.145 -8.745 -8.653 -1.135
23.263
19.549
3.715
24.565
19.429
5.136
24.275
19.024
5.251
2.189 1.003 209 295 4.062 2.693 1.465 8.566
1 35 6 243 3.433 17 1.702 10.659
2.189 968 202 52 629 2.693 1.465 -17 -1.702 -2.093
2.186 931 197 56 5.320 2.769 1.040 17.210
38 4.800 14 1.537 25 16.848
2.186 893 197 56 520 2.769 1.040 -14 -1.537 -25 362
1.861 902 196 53 5.364 2.636 1.574 19.752
4.800 14 2.629 25 18.630
1.861 902 196 53 564 2.636 1.574 -14 -2.629 -25 1.122
20.481
16.095
4.387
29.709
23.262
6.447
32.338
26.098
6.240
19 1.327 267 2.108 976 129 143 623 36 1.669 1.869
291 6.191 89.339 28 3.045 13.475 -8 486 410 541 71 1.464 939 3 1.722 2.876 461
-272 -6.191 -89.339 -28 1.327 267 -3.045 -13.475 8 -486 -410 1.568 -71 -488 129 143 -316 -3 -1.686 -1.207 1.408
19 394 1.131 265 2.151 10 1.698 200 223 348 50 1.607 257
140 4.654 86.873 801 3.191 13.853 454 358 567 7 167 923 1.527 81 2.201 476
-121 -4.654 -86.873 -407 1.131 265 -3.191 -13.853 -454 -358 1.584 3 1.531 200 223 348 -923 -1.477 -81 -594 -219
17 1.778 1.148 225 2.251 6 1.064 10 94 5.000 136 -
140 4.085 91.113 834 3.280 14.210 463 365 577 1.470 1.439 998
-123 -4.085 -91.113 944 1.148 225 -3.280 -14.210 -463 -365 1.674 6 1.064 10 94 5.000 -1.334 -1.439 -998
9.165
121.332
-112.167
8.353
116.273
-107.920
11.729
118.974
-107.245
214.334
223.188
-8854
214.029
214.874
-845
219.110
220.502
-1.392
Ambulancevervoer Openbare Gezondheidszorg Openbare Gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg uniform deel Jeugdgezondheidszorg uniform deel Jeugdgezondheidszorg maatwerk deel Jeugdgezondheidszorg maatwerk deel Vuilophaal en -afvoer Riolen en Rioolgemalen Riolen buiten lozingsrecht Milieubescherming (stad) Milieubescherming (inw) Milieubescherming (inw) Begraafplaatsen Baten vuilophaal en -afvoer Baten rioolrechten Baten begraafplaatsen Hoofdfunctie 7 Ruimtelijke ordening Landmeten en vastgoed Woninbouw en -exploitatie Woninbouw en -exploitatie Stedelijke vernieuwing Bouw- en woningtoezicht Bouw- en woningtoezicht Woonhavens/-Schepen Baten Bouw- en Woningtoezicht Baten Bouw- en Woningtoezicht Bouwgrondexploitaties Hoofdfunctie 8 Geldleningen ug/og korter dan een jaar Overige financiele middelen Geldleningen ug/og gelijk of langer dan een jaar Algemene uitkeringen Algemene baten en lasten Uitvoering wet WOZ Uitvoering wet WOZ (controle) OZB gebruikers OZB eigenaren Baatbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Belastingheffing/-Inning Saldi kostenplaats CCFB Saldi kostenplaats Dienst Bestuur Saldi kostenplaats Dienst Dienstverlening Saldi kostenplaats Dienst Samenleving Saldi kostenplaats Dienst Stad Mutaties reserves CCFB Mutaties reserves Dienst Bestuur Mutaties reserves Dienst Dienstverlening Mutaties reserves Dienst Samenleving Mutaties reserves Dienst Stad Hoofdfunctie 9 TOTAAL
(Bedragen x € 1.000)
304
8.13. Vergelijkende cijfers CBS Deze bijlage bevat een vergelijkend kengetallenoverzicht met als bron de CBS statistieken gemeentebegrotingen voor het jaar 2013, zoals op internet gepubliceerd in “Begrotingsanalyse 2013” van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) waarin Hilversum wordt vergeleken met andere gemeenten. Deze begrotingsanalyse van BZK geeft een aantal mogelijkheden tot vergelijking van de eigen gemeente met andere gemeenten, namelijk: 1. Vergelijking van de eigen gemeenten met alle gemeenten in dezelfde klasse als het gaat om de grootte van gemeenten uitgedrukt in de aantallen inwoners (voor ons de klasse tussen de 50.000 tot 100.000 inwoners). 2. Vergelijking van de eigen gemeente met alle gemeenten in de klasse van ‘soortgenoten’. Onder ‘soortgenoten’ moeten dan worden verstaan gemeenten die in dezelfde klasse zitten als het gaat om de sociale structuur en de centrumfunctie (voor ons de klasse van gemeenten met een matige sociale structuur en een sterkte centrumfunctie). 3. Vergelijking van de eigen gemeente met een selectie van maximaal 10 gemeenten naar keuze. Er is met ingang van de programmabegroting 2010 voor gekozen om gebruik te maken van de onder punt 3 opgenomen mogelijkheid om een eigen selectie te maken. Hierbij is een combinatie gemaakt van gemeenten die qua ‘soort’ (matige sociale structuur en sterkte centrumfunctie) vergelijkbaar zijn met Hilversum en qua inwonertal het dichtst bij ons liggen. De vergelijking richt zich op de netto lasten (lasten minus baten) per hoofdfunctie en functies, uitgedrukt in een bedrag per inwoner. Deze bijlage bestaat uit twee onderdelen: 1. Het overzicht van de verschillen tussen Hilversum en het gemiddelde van de selectiegroep op hoofdfunctie niveau. 2. Het gedetailleerde overzicht van de kengetallen op functieniveau op basis waarvan het onder punt 1. genoemde overzicht is gemaakt. 8.13.1. overzicht van de kengetallen op hoofdfunctie niveau Het gaat om begrotingscijfers 2011, 2012 en 2013 van onze gemeente - en die van het gemiddelde van selectiegemeenten - op basis van de programmabegrotingen. zonder teken = Hilversum geeft meer uit dan gemiddeld met - teken = Hilversum geeft minder uit dan gemiddeld
Hoofdfunctie 0 1 2 3 4 5 6 7 8
Algemeen bestuur Openbare orde en veiligheid Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur en recreatie Soc. Voorzieningen en maatschappelijk werk Volksgezondheid Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting totaal hoofdfunctie 0 t/m 8 per saldo minder uitgaven
2011 meer minder 1 10
2012 meer minder 8 2
-28 4
9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen saldo
-166 -117 112 -5
1 9 -16 -14 -102 -36 -1
20 30
-169 -139 119 -20
Tabel 8.14.1 Overzicht verschillen tussen Hilversum en selectiegemeenten op hoofdfunctieniveau
305
2013 minder
-53 -3 -6 -64 -20
0 -19 -91 -28
1 33 49
meer
10 8 28
-146 -118 75 -43
8.13.2. overzicht kengetallen op functie niveau In dit overzicht zijn de onder punt 1. opgenomen verschillen op hoofdfunctie niveau weergegeven op functieniveau. zonder teken = Hilversum geeft meer uit dan gemiddeld met - teken = Hilversum geeft minder uit dan gemiddeld
Functie/omschrijving
verschil 2011
verschil 2012
verschil 2013 H'sum
landelijk
ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning 003. Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuurlijke ondersteuning raad en rekenkamer Totaal hoofdfunctie 0
6 -16 5 0 0 6 1
41 -35 5 1 0 -4 8
34 56 38 -11 8 16 141
34 63 40 -12 5 10 140
0 -7 -2 1 3 6 1
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Overige beschermende maatregelen 160 Opsporing en ruiming conventionele explosieven Totaal hoofdfunctie 1
26 -15 -1 10
25 -21 -2 2
94 17 0 111
69 31 2 102
25 -14 -2 9
VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 221 Binnenhavens en waterwegen 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
-54 24 -1 10 -5 2 -4 -28
-41 26 -2 8 -6 2 -3 -16
99 48 0 48 -52 5 0 148
171 24 2 29 -34 2 7 201
-72 24 -2 19 -18 3 -7 -53
-4 -1 -3 12 4
-6 -1 -2 9 0
12 -3 0 -3 6
17 -2 3 -9 9
-5 -1 -3 6 -3
-2 -4 -3 -10 0 -6 -2 7 -1 -9 -1 23 -9 -2 -19
-2 0 -3 -6 0 -6 -1 9 -1 -10 -1 25 -17 -1 -14
0 20 0 27 0 0 2 18 0 0 0 39 32 0 138
3 22 3 26 1 6 1 7 1 10 0 15 49 0 144
-3 -2 -3 1 -1 -6 1 11 -1 -10 0 24 -17 0 -6
ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden 320 Industrie 330 Nutsbedrijven Totaal hoofdfunctie 3 ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs 421 Openbaar basisonderwijs, huisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs 423 Bijzonder basisonderwijs, huisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, huisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, huisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs 441 Openbaar voortgezet onderwijs, huisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, huisvesting 480 Gemeenschappelijke baten/lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
306
verschil 2011
Functie/omschrijving
verschil 2012
verschil 2013 H'sum
landelijk
CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
-10 -6 -38 6 -21 -12 6 -13 -3 -91
-12 -9 -38 5 -24 -14 6 -14 -2 -102
17 8 19 12 21 22 7 59 4 169
26 17 47 11 28 21 2 70 11 233
-9 -9 -28 1 -7 1 5 -11 -7 -64
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk 613 Overige sociale zekerheidsregelingen vanuit het rijk 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 huishoudelijke verzorging 623 participatiebudget 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
18 -13 0 -5 -5 -20 -3 1 12 -22 0 -1 10 -28
6 -12 0 -3 0 -27 -2 0 11 -16 -5 0 12 -36
34 4 0 0 59 73 1 93 28 38 8 0 66 404
57 14 0 0 52 61 3 92 24 50 12 0 59 424
-23 -10 0 0 7 12 -2 1 4 -12 -4 0 7 -20
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel 716 Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel 721 Afvalverwijdering- en verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 726 Baten rioolrechten 727 Baten rioolheffing huishoudelijk- / bedrijfsafvalwater 728 Baten rioolheffing grond-en hemelwater 729 Huishoudelijk- / bedrijfsafvalwater 730 Hemelwater 731 Grondwater 732 Baten begraafplaatsen Totaal hoofdfunctie 7
2 0 -6 -1 -1 -9 35 0 11 10 -27 1 0 -3 -1 0 -10 1
1 0 -6 -2 1 -7 40 -4 8 9 -29 1 0 -3 -1 0 -9 -1
1 0 18 13 10 91 102 26 13 -104 -102 0 0 0 0 0 -13 55
0 0 17 16 7 96 68 31 7 -111 -86 -2 -1 7 2 0 -6 45
1 0 1 -3 3 -5 34 -5 6 7 -16 2 1 -7 -2 0 -7 10
307
Functie/omschrijving
verschil 2011
verschil 2012
verschil 2013 H'sum
landelijk
RUIMTELIJKE ORDENING EN VHV 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie/woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8
11 -2 -6 1 4 25 33
11 -1 -8 6 -2 14 20
36 3 6 44 -17 -3 69
32 5 8 39 -20 -3 61
4 -2 -2 5 3 0 8
FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkering gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen 934 Baten baatbelasting 935 baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen
0 0 0 87 -6 7 5 0 0 -1 0 2 -1 2 2 5 0 10
0 1 21 77 -1 10 6 4 0 0 0 2 0 2 2 8 0 -13
0 -1 -54 -1.011 -6 16 -37 -162 0 0 0 0 -5 0 -4 19 0 16
-2 -4 -67 -1.052 9 9 -35 -160 0 0 0 -2 -4 -1 -4 9 0 0
2 3 13 41 -15 7 -2 -2 0 0 0 2 -1 1 0 10 0 16
112
119
-1.229
-1.304
75
Totaal hoofdfunctie 0 t/m 9 (vóór bestemming)
-5
-20
12
55
-43
980 Mutaties reserves Totaal hoofdfunctie 0 t/m 9 (na bestemming)
4 -1
25 5
-18 -6
-55 0
37 -6
Totaal hoofdfunctie 9 (vóór bestemming)
Tabel 8.14.2 Overzicht verschillen tussen Hilversum en selectiegemeenten op functieniveau
308
9 Financiële positie
310
9.1. Staat van reserves Ref. beleids- om schrijving reserve nr doel
1 2 3 4 5 6 7
8 9
10
11 12 13 14 15
16 17
18 19 20
21 22
23 24
25 26
1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 1.5.4 1.5.5
2.1 2.1
3.4
4.1 4.3 4.3 4.3 4.3
5.1 5.2
6.1 6.2 6.2
8.1 8.2
9.1 9.1
10.1 10.3
Program m a 1 Dienst Stad Principal Toolbox Frictiekosten Slank & hoogw aardig Algemene reserve ongebonden Algemene reserve gebonden Decentrale loonruimte Herhuisvesting / DHI (beklemd) Totaal program m a 1
saldo begin toevoegingen onttrekkingen onttrekkingen saldo einde 2014 begroot begroot ivm afschrij2014 ving op activa
128.192 124.498 3.497.483 3.501.000 48.823.000 219.113 866.220 57.159.506
47.000 47.000
128.192 2.547.483 3.501.000 53.823.000 155.113 819.220 60.974.008
-
350.000 350.000
-
300.000 80.000 380.000
-
700.000 700.000
50.000 50.000
1.053.000 1.053.000
11.000
11.000
580.000 2.500.000 678.000 292.000 200.000 4.250.000
-
232.000 170.000 402.000
-
180.959 2.244.000 972.395 3.397.354
-
250.000 100.000 350.000
50.000
124.498 1.000.000
5.000.000 64.000 5.050.000
1.188.498
300.000 430.000 730.000
Program m a 3 Onderw ijsgebouw en (vh Hilversum-Noord) Totaal program m a 3
1.803.000 1.803.000
Program m a 4 Project Larense w eg (beklemd) Decentralisaties Maatschappelijke opvang en verslavingzorg Vrouw enopvang Project Het Keerpunt Totaal program m a 4
591.000 2.500.000 860.000 368.000 200.000 4.519.000
Program m a 2 Projecten beleidsplan Sociale zaken Inburgeringstrajecten Totaal program m a 2
Program m a 5 Herinrichting marktterrein (beklemd) Kinderboerderij de Meent Totaal program m a 5 Program m a 6 Uitvoeringsprogramma duurzaamheid Afvalstoffenheffing (egalisatiereserve) Rioleringen (egalisatiereserve) Totaal program m a 6
232.000 180.000 412.000
480.959 2.571.000 979.395 4.031.354
182.000 76.000 -
258.000
-
10.000 10.000
-
300.000 327.000 7.000 634.000
Program m a 8 Creatieve Sector Werklocaties Totaal program m a 8
480.000 100.000 580.000
Program m a 9 De Vorstin (beklemd) Beeldende kunst Totaal program m a 9
1.788.000 105.000 1.893.000
-
-
455.000 124.000 579.000
86.000 86.000
71.706.860
5.136.000
Program m a 10 Veilig uitgaan Functioneel leeftijdsontslag brandw eer Totaal program m a 10 Totaal alle program m a's
311
230.000 -
230.000
70.000 70.000
1.718.000 105.000 1.823.000
149.000 210.000 359.000
-
306.000 306.000
3.729.498
178.000
72.935.362
Toelichtingen op de reserves 1. Dienst Stad Het doel van dienstreserves is om de diensten te stimuleren hun bedrijfsvoering te optimaliseren. De stimulans bestaat eruit dat een dienst een vrij te besteden budget voor het verbeteren van de bedrijfsvoering en de personeelsomstandigheden kan verwerven als die dienst bepaalde vooraf gestelde doelstellingen van bedrijfsvoering realiseert. Hierbij gelden als randvoorwaarden dat er sprake moet zijn van een batig concern rekeningresultaat en van een onderschrijding op de uitgaven voor bedrijfsvoering van de betrokken dienst. De maximale toevoeging op jaarbasis bedraagt 1% van de loonsom. In de begroting worden geen onttrekkingen of toevoegingen geraamd. 2. Principal Toolbox Het doel van deze reserve is om de in 2011 niet bestede middelen voor de implementatie van de Principal Toolbox voor dit doel beschikbaar te houden. Met het oog hierop heeft de gemeenteraad op basis van de 2e budgetrapportage 2011 besloten om hiervoor een bestemmingsreserve van € 230.000 in te stellen. Vervolgens heeft het college op 22 oktober 2012 besloten Principal Toolbox aan te schaffen en een dotatie aan de bestemmingsreserve Principal Toolbox van € 51.498 ten laste van het dienstresultaat Stad te doen. In 2014 zal de implementatie van Principal Toolbox worden afgerond. Daartoe wordt het volledige saldo aan de reserve onttrokken. Daarna kan de reserve worden opgeheven. 3. Frictiekosten Slank & hoogwaardig Algemeen In totaal is in 2011 € 5,5 miljoen vrijgemaakt voor de dekking van de kosten Slank & Hoogwaardig. De organisatie zal per 2016 met ruim 77 fte gereduceerd zijn. Bij de berekening van de uiteindelijk beschikbaar gestelde € 5,5 miljoen moest worden uitgegaan van een groot aantal aannames met betrekking tot. het percentage herplaatsing, de gemiddelde duur van WWuitkeringen, termijnen re-integratieperiode, enz. Daarnaast was de concrete invulling van de 77fte nog niet bekend. Uit deze reserve worden onder andere de salarislasten van de bovenformatief geplaatste medewerkers gedekt. Ook is rekening gehouden met (vervolg)lasten van het WWtraject. Andere componenten betreffen bijvoorbeeld begeleidingskosten van werk naar werk (bijv. assessments), juridische ondersteuning en opleidingskosten. Ten slotte maken kosten voor de bemensing van het projectbureau onderdeel uit van deze reserve. Financieel In de aanloopjaren 2011 en 2012 is totaal € 1.053.000 ten laste van de reserve gebracht. De prognose van de lasten 2013 bedraagt € 1.000.000. Ook voor 2014 is rekening gehouden met een onttrekking van € 1 miljoen. 4. Algemene reserve ongebonden Het doel van deze reserve is het vervullen van een bufferfunctie voor het opvangen van eventuele negatieve jaarrekeningresultaten. Om deze buffer op dezelfde stand te brengen als deze had bij de aanvang van de lopende raadsperiode, wordt eenmalig € 5 miljoen toegevoegd. 5. Algemene reserve gebonden Het doel van deze reserve is het realiseren van inkomsten in de vorm van bespaarde rente. Deze inkomsten komen ten gunste van de exploitatie.
312
6. Decentrale loonruimte De reserve Decentrale loonruimte vindt zijn oorsprong in de CAO-afspraak die begin jaren ‘90 is gemaakt. Jaarlijks is een bedrag van 0,1% van de concern loonsom (exclusief bestuursorganen) beschikbaar. Aangezien de bedragen de afgelopen jaren niet zijn besteed, zijn deze toegevoegd aan een bestemmingsreserve. Het Georganiseerd Overleg heeft medio 2013 (in overleg met bonden en Portefeuillehouder P&O) besloten om in de periode 2013-2015 geld beschikbaar te stellen voor het zogenoemde ‘E-Learning’ programma voor leidinggevenden en medewerkers. Deze vorm van leren wordt in 2014 verder uitgebouwd om bij te dragen aan de gewenste organisatieontwikkeling. De kosten ten behoeve van ‘Online Hilversum academie speciaal’ voor 2014 bedragen € 101.000. Aangezien er een regulier budget van € 37.000 aanwezig is, moet er in 2014 een bedrag van € 64.000 worden onttrokken aan de reserve. 7. Herhuisvesting / DHI (beklemd) Het doel van deze beklemde reserve is financiële dekking voor de afschrijvingslasten op 1. een gedeelte van de investeringen die zijn gedaan ten behoeve van de totstandkoming van het stadskantoor (afschrijving in 40 jaar); en 2. de investering in extra voorzieningen ten behoeve van het bedrijfsrestaurant in het stadskantoor ad. € 40.000 (afschrijving in 10 jaar). Hiertoe wordt jaarlijks € 47.000 onttrokken. De netto verkoopopbrengsten van de villa’s aan de Koninginneweg 10-12 zijn in 2011 gestort in de reserve. De (netto) verkoopopbrengst van het parkeerterrein wordt t.z.t. nog aan deze reserve worden toegevoegd. De verwachte netto opbrengst hiervan wordt geschat op circa € 350.000. 8. Projecten beleidsplan Sociale zaken De gemeenteraad heeft deze reserve ingesteld bij de tweede tussentijdse rapportage in 2012. Het doel van deze bestemmingsreserve is het hebben van voldoende middelen ter uitvoering van vier projecten uit het projectenboek, behorende bij het beleidsplan sociale zaken. Het saldo bij instelling was € 1.000.000. In 2013 is gestart met 3 projecten (Jongeren, arbeidsmarkt en onderwijs, het DPSmatrix volgsysteem en de Stadsstewards). Ten behoeve van deze drie projecten is € 700.000 onttrokken. Het resterende saldo, de beginwaarde per 1-1-2014, zal aangewend worden ten behoeve van het vierde project, ‘Wijkgericht werken’. Het doel van dit project is om met maatschappelijke banen en met de mogelijkheden van mensen (in een uitkeringssituatie) aansluiting te vinden op bij de behoeften van de sociale omgeving. Bij het opstellen van de begroting 2014 is er nog geen uitgewerkt projectplan ‘Wijkgericht werken’. Daarom is er voor 2014 geen onttrekking geraamd. 9. Inburgeringstrajecten De gemeenteraad heeft bij de jaarstukken 2012 ingestemd met het vormen van deze reserve om financiële middelen te hebben voor de in 2013, 2014 en 2015 nog lopende trajecten voor inburgering. Deze trajecten kunnen niet meer gedekt kunnen worden uit de rijksbijdrage omdat deze per 1 januari 2013 niet meer bestaat. Voor het uitvoeren van de verplichtingen die de gemeente nog heeft op het gebied van inburgering is in 2014 een onttrekking van € 350.000 geraamd. 10. Onderwijsgebouwen (voorheen reserve ‘Hilversum-Noord’) Deze bestemmingsreserve had aanvankelijk het karakter van een beklemde reserve, gekoppeld aan de afschrijvingslasten op een deel van de investeringen in nieuwe schoolgebouwen. Bij de vaststelling van de jaarstukken 2011 door de gemeenteraad omgezet in een reguliere bestemmingsreserve met een breder karakter. In 2014 is nog een deel van de totale onttrekking (€ 50.000) gekoppeld aan het verloop van de activa. De rest van de onttrekking is bestemd ter dekking van de bijdrage aan de ISV middelen van € 700.000 bestemd voor de bouw van de Donnerschool
313
11. Project Larenseweg Het doel van deze beklemde reserve is het financieel dekken van de afschrijvingslasten van een deel van de investeringen voor de totstandkoming van deze multifunctionele voorziening. Er is een onttrekking van € 11.000 begroot, ter dekking van afschrijvingslasten. 12. Decentralisaties In overeenstemming met het raadsvoorstel ‘Instellen bestemmingsreserve decentralisaties’ (Raadsvergadering van 16 oktober 2013) is de bestemmingsreserve Wet Maatschappelijk Ondersteuning omgedoopt tot bestemmingsreserve Decentralisaties en is 1,6 miljoen aan deze reserve toegevoegd. Het resultaat is dat er bij de aanvang van 2014 een brede bufferreserve van 2,5 miljoen beschikbaar is voor de decentralisaties in het sociale domein. 13. Maatschappelijke opvang en verslavingzorg De gemeenteraad heeft deze bestemmingsreserve ingesteld met als doel het verevenen van de lasten en baten van de maatschappelijke opvang. De baten bestaan uit de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang die onder de paraplu van de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden verstrekt. Hilversum ontvangt deze uitkering in haar hoedanigheid als centrumgemeente. De uitgaven worden dus gedaan voor de gehele regio. De gemeenteraad heeft op 13 maart 2013 het Beleids- en uitvoeringsplan maatschappelijke zorg Gooi- en Vechtstreek 2013-2015 vastgesteld. De jaarschijf 2014 van dit plan is nu in de begroting verwerkt. Omdat de geraamde lasten voor maatschappelijke opvang hoger zijn dan de decentralisatie-uitkering is een onttrekking geraamd van € 182.000. 14. Vrouwenopvang De gemeenteraad heeft deze bestemmingsreserve ingesteld met als doel het verevenen van de lasten en baten van de vrouwenopvang. De baten bestaan uit de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang die onder de paraplu van de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden verstrekt. Hilversum ontvangt deze uitkering in haar hoedanigheid als centrumgemeente. De uitgaven worden dus gedaan voor de gehele regio. De gemeenteraad heeft op 13 maart 2013 het Beleids- en uitvoeringsplan maatschappelijke zorg Gooi- en Vechtstreek 2013-2015 vastgesteld. De jaarschijf 2014 van dit plan is nu in de begroting verwerkt. Omdat de geraamde lasten voor vrouwenopvang hoger zijn dan de decentralisatie-uitkering is een onttrekking geraamd van € 76.000. 15. Project Het Keerpunt De gemeenteraad heeft deze reserve ingesteld met als doel om de in 2012, als gevolg van een verlate start, niet bestede middelen voor dit project te reserveren en te zijner tijd weer voor dit project ter beschikking te stellen. Voor 2014 zijn geen toevoegingen of onttrekkingen geraamd. 16. Herinrichting marktterrein Het doel van deze beklemde reserve is het hebben van financiële dekking voor de afschrijvingslasten op een deel (€ 232.000- van de investering van € 1.500.000) voor de herinrichting van het marktplein. De gemeenteraad heeft een krediet op 23 juni 2011 gevoteerd naar aanleiding van het raadsvoorstel ‘Ontwikkelingen Langgewenst’. Bij Raadsbesluit van 13 maart 2013 is het krediet verlaagd naar € 1.500.000. 17. Kinderboerderij de Meent Het doel van deze reserve is om de in 2011 in de programmabegroting opgenomen middelen voor de totstandkoming van deze kinderboerderij ad € 140.000 beschikbaar te houden. Met het oog hierop heeft de gemeenteraad bij de tweede budgetrapportage 2011 besloten om hiervoor een bestemmingsreserve ter hoogte van het genoemde bedrag in te stellen. De reserve is aangevuld met vrijvallende middelen als gevolg van de vertraagde realisatie van de kinderboerderij en bedraagt per 1-1-2014 € 180.000. De geraamde onttrekking heeft betrekking op een aanvulling op de oorspronkelijk begrote bijdrage ten behoeve van het beheer van de kinderboerderij. 18. Uitvoeringsprogramma duurzaamheid
314
In het uitvoeringsprogramma duurzaamheid, dat zich uitstrekt over de periode 2012-2015, is een grove schatting gemaakt van de jaarlijkse kosten die de in het programma gedefinieerde projecten met zich mee zullen brengen. De feitelijke uitvoering van deze projecten zal echter waarschijnlijk in de tijd verschuiven (projecten worden op een ander moment of in een ander tempo uitgevoerd), waardoor jaarbudgetten en werkelijke kosten niet geheel met elkaar in de pas lopen. Ter voorkoming van jaarlijks terugkerende budgetoverhevelingsvoorstellen is een bestemmingsreserve ingesteld. In overeenstemming met het uitvoeringsprogramma is voor het begrotingsjaar 2014 een onttrekking van € 300.000 geraamd. 19. Afvalstoffenheffing (egalisatiereserve) Het doel van deze reserve is het beschikbaar houden van niet bestede financiële middelen voor de egalisering van de tarieven afvalstoffenheffing in de komende jaren. De lasten en baten op de exploitatie van de afvalstoffen zijn een gesloten box met als voordelig saldo het bedrag waarmee destijds de uitgaven bij de instelling van het BTW Compensatiefonds (BCF) konden worden verlaagd, en een verrekening van de kosten voor kwijtscheldingen van de afvalstoffenheffing aan de burgers welke elders in de begroting worden verantwoord. Er is gekozen voor een gesloten box om te bewerkstelligen dat de burgers in de tijd gezien niet méér dan de feitelijke kosten betalen. Dit wordt met name geëffectueerd door in de tarieven van elk jaar rekening te houden met een onttrekking aan de reserve. De reserve wordt vooral gevormd wordt door meevallers in de uitgaven van de Gewestelijke Afvalstoffendienst. Gezien de tariefstelling voor 2014 is een onttrekking aan de reserve begroot van € 327.000. 20. Rioleringen (egalisatiereserve) Het doel van deze reserve is het beschikbaar houden van niet bestede financiële middelen voor de egalisering van de tarieven rioolrecht in de komende jaren. De lasten en baten van de rioleringen vormen in de tijd gezien een gesloten box. De lager dan geraamde kapitaallasten in 2012 van € 447.000 (door na-ijling van de investeringen en een verlaging van het rentepercentage) zijn destijds aan de reserve toegevoegd, terwijl ook in de begroting 2013 een toevoeging aan de reserve is geraamd van € 257.000. Hiermee komt het saldo van de reserve op € 979.000. Voor het begrotingsjaar 2014 is een onttrekking van € 7000 geraamd. 21. Creatieve Sector Op 26 juni 2013 besluit de raad over de Nota Creatieve Sector. De financiële consequenties van deze nota zijn reeds verwerkt in de Kadernota 2013 en de jaarstukken 2012. In de bestedingsvoorstellen bij de jaarstukken 2012 is een storting van € 480.000 in 2013 opgenomen in een nieuw te vormen bestemmingsreserve Creatieve Sector. Deze bestemmingsreserve wordt in de jaren 2013 -2016 besteed. 22. Reserve Werklocaties Bij raadsvoorstel 10 van 9 januari 2013 inzake Programma Havenkwartier, heeft de raad besloten een bestemmingsreserve Werklocaties in te stellen ter hoogte van € 100.000, te vormen uit de opbrengst van de grondverkoop aan Sligro. Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor het aanjagen van onderdelen van het programma en tevens voor cofinanciering bij aanvraag van (provinciale) subsidies. 23. De Vorstin Het doel van deze reserve is het financieel dekken van de afschrijvingslasten op een deel van de investeringen (€ 2.100.000) voor de totstandkoming van het poppodium. Het is dus een beklemde reserve. Rekenend met een gemiddelde afschrijvingstermijn van 30 jaar bedraagt dit deel van de afschrijvingslasten € 70.000. Zoals elk jaar zal ook in 2014 € 70.000 aan de reserve onttrokken worden. 24. Beeldende kunst Het doel van deze reserve is het hebben van extra financiële middelen voor de uitvoering van projecten beeldende kunst, wanneer het structurele budget van € 22.000 in de exploitatiebegroting niet toereikend is. Voor 2014 zijn er geen toevoegingen of onttrekkingen begroot.
315
25. Veilig uitgaan Bij de vaststelling van de jaarstukken 2012 is besloten om een bestemmingsreserve ‘Veilig uitgaan’ in te stellen waarmee de exploitatielasten van de nota ‘Veilig Uitgaan’ zijn gedekt voor de periode 2013-2016. Het gaat om een totaalbedrag van € 533.000, waarvan € 149.000 in 2014. Met ingang van de jaarschijf 2017 is er dus geen rekening meer gehouden met deze lasten. Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats over het ingezette beleid en wordt besloten in welke mate het beleid kan/moet worden voortgezet. 26. Reserve Functioneel leeftijdsontslag brandweer Bij de besteding van het resultaat 2006 heeft de gemeenteraad op 4 juli 2007 besloten om deze reserve in te stellen en hierin ten laste van het resultaat 2006 € 1.475.000 te storten. Deze reserve had tot doel om in de jaren 2008 tot en met 2014 een deel van de extra kosten van de FLO (‘FLOhobbel’) te dekken. De Veiligheidsregio krijgt jaarlijks de geraamde lasten inzake de FLO van Hilversum vergoed. Deze reserve staat begin 2014 op € 124.000. De eerdere raming van de lasten inzake de FLO-hobbel (en dus de onttrekkingen aan de reserve) kwam voor 2014 € 86.000 hoger uit. Vandaar dat in de jaarschijf 2014 al rekening was gehouden met een éénmalige toevoeging van € 86.000 om de laatste FLO bijdrage van € 210.000 in 2014 aan de Veiligheidsregio te kunnen dekken. De stand van de reserve is per 31-12-2014 € 0, waarmee de reserve kan vervallen.
316
9.2. Staat van voorzieningen Ref. Beleidsnr doel omschrijving voorziening
1 2 3 4
5
6
7 8 9
10 11
12
13
14
1.4 1.4 1.4 1.4
3.4
4.4
6.3 6.4 6.5
7.99 7.99
9.1
11.99
14.2
Programma 1 Meerjarenonderhoud Raadhuis Meerjarenonderhoud Stadskantoor Onderhoud maatschappelijk vastgoed Perspectief voor de Toekomst Totaal programma 1
Saldo begin onttrekkingen via onttrekkingen Saldo eind 2014 toevoegingen de exploitatie rechtstreeks 2014
824.366 17.279 2.082.000 11.123 2.934.768
1.798.000
6.000 6.000
Programma 4 Frictiekosten bezuinigingen GGD Totaal programma 4
247.000 247.000
Programma 6 Rioleringen (spaarvoorziening) Ecoduct Zwaluwenberg Groot onderhoud begraafplaatsen Totaal programma 6
29.110.732 232.682 395.561 29.738.975
Programma 3 Onderhoud schoolgebouwen Totaal programma 3
Programma 7 Infrawerken binnenstad Planexploitaties Totaal programma 7 Programma 9 Onderhoud kunstwerken openbare ruimte Totaal programma 9 Programma 11 Pensioenen wethouders Totaal programma 11 Programma 14 Groot onderhoud parkeergarages Totaal programma 14 Totaal alle programma's
479.000 44.000 1.275.000 -
248.000 53.000 1.005.000 11.123 1.317.123
1.055.366 8.279 2.352.000 3.415.645
248.000 248.000
-
250.000 250.000
4.000 4.000
-
-
95.000 95.000
152.000 152.000
-
162.007 162.007
31.885.732 232.682 321.554 32.439.968
393.102 4.148.991 4.542.093
2.775.000 88.000 2.863.000
393.102 7.526.991 7.920.093
252.000 252.000
-
3.630.000 3.630.000
23.000 23.000
8.000 8.000
-
10.000 10.000
21.000 21.000
2.336.000 2.336.000
245.000 245.000
-
-
2.581.000 2.581.000
123.455 123.455
20.000 20.000
-
-
143.455 143.455
43.329.290
5.434.000
-
5.464.130
43.299.160
317
Toelichtingen op de voorzieningen 1. Meerjaren onderhoud Raadhuis Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud aan het Raadhuis te kunnen uitvoeren en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is een meerjarig onderhoudsplan (MOP) opgesteld, dat periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van dit plan wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd. De werkelijke onderhoudskosten worden vervolgens rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. In overeenstemming met het huidige MOP Raadhuis (geactualiseerd in 2012), wordt in 2014 € 479.000 aan de voorziening toegevoegd en € 248.000 onttrokken. Het geplande onderhoud betreft installaties (€ 18.000; name buitenriolering en onderhoud vloerpotten), het bouwkundig interieur (€ 139.000; met name deuren, vloerbedekking en pleisterwerk) en het bouwkundig exterieur (€ 92.000; met name metsel- en voegwerk, schilderwerk en onderhoud van daken). 2. Meerjaren onderhoud Stadskantoor Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud aan het Stadskantoor te kunnen uitvoeren en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is een meerjarig onderhoudsplan (MOP) opgesteld, dat periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van dit plan wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd. De werkelijke onderhoudskosten worden vervolgens rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. In overeenstemming met het huidige MOP Stadskantoor wordt in 2014 € 44.000 aan de voorziening toegevoegd en € 53.000 onttrokken. Het voor 2014 geplande onderhoud betreft met name dakbekleding, gevels, deuren/ kozijnen, lichtplan en werktuigbouwkundige- en elektrotechnische installaties. In de tweede helft van 2013 wordt het MOP Stadskantoor geactualiseerd. 3. Onderhoud maatschappelijk vastgoed en speelgelegenheden Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud te kunnen plegen aan de betreffende onroerende goederen en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is een meerjarig onderhoudsplan (MOP) opgesteld, dat periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van dit plan wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd, en een bedrag ter hoogte van de voor dat jaar geraamde onderhoudskosten aan de voorziening onttrokken. In overeenstemming met het huidige MOP (periode 2012-2031) wordt in 2014 € 1.275.000 aan de voorziening toegevoegd en € 1.005.000 onttrokken. Van het te onttrekken bedrag komt € 206.000 ten goede aan het onderhoud van speelgelegenheden. Het MOP wordt elke twee jaar geactualiseerd. Het huidige MOP stamt van november 2011, dus in de tweede helft van 2013 staat weer een actualisering gepland. 4. Perspectief voor de Toekomst Het doel van de voorziening is om te kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen die voortvloeien uit de reorganisatie Perspectief voor de Toekomst (2006), in overeenstemming met het indertijd opgestelde sociaal plan. De begrote onttrekking van € 11.123 is ten behoeve van de betaling van de aanvullende toeslag voor FPU-ers. Deze verplichting is de laatste die uit Perspectief voor de Toekomst voortvloeit en eindigt per 1-1-2015. Na afloop van 2014 kan de voorziening dan ook worden opgeheven.
318
5. Onderhoud schoolgebouwen Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud te kunnen plegen aan de schoolgebouwen en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is een meerjarig onderhoudsplan (MOP) opgesteld, dat periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van dit plan wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd, en een bedrag ter hoogte van de voor dat jaar geraamde onderhoudskosten aan de voorziening onttrokken. In overeenstemming met het huidige MOP (periode 2012-2031) wordt in 2014 € 248.000 aan de voorziening toegevoegd en € 250.000 onttrokken. 6. Frictiekosten bezuinigingen GGD Het doel van deze voorziening is om de GGD te zijner tijd financiële middelen te verschaffen ter dekking van de frictiekosten van door te voeren bezuinigingen. De voorziening is door de gemeenteraad op 21 december 2011 ingesteld. In het raadsvoorstel tot instelling van deze voorziening staat dat de GGD het bedrag aan frictiekosten over de periode 2012-2019 raamt op in totaal € 1.247.000. Hiervan komt € 481.000 (38%) voor rekening van de gemeente. Voor het begrotingsjaar 2014 is een onttrekking geraamd van € 95.000. 7. Rioleringen (spaarvoorziening) Het doel van deze voorziening is om te zijner tijd te komen tot een voorziening die dezelfde hoogte heeft als de boekwaarde van de activa. Deze voorziening kan dan worden gebruikt om alle activa in één keer af te boeken. Vervolgens kunnen de investeringen in de riolering direct ten laste van de exploitatie worden gebracht. Hiermee wordt een lager tarief voor de rioolrechten mogelijk gemaakt. De berekeningen hiervoor worden eens in de vijf jaar geactualiseerd door middel van een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan. Op 3 februari 2010 heeft de gemeenteraad het nieuwe GRP voor het tijdvak 2009 - 2014 vastgesteld. De begrote toevoeging van € 2.775.000 bestaat, in overeenstemming met het vastgestelde GRP, uit toegevoegde rente (€ 975.000; 3,35%) en een dotatie op grond van spaarfunctie (€ 1.800.000). 8. Ecoduct Zwaluwenberg Het doel van deze voorziening is om middelen te hebben voor de bijdrage van de gemeente Hilversum aan de realisering van het ecoduct Zwaluwenberg. Met de betrokken partijen die leges voor de totstandkoming van dit ecoduct aan Hilversum moeten betalen (Rijkswaterstaat en provincie Noord-Holland), is overeengekomen dat de gemeente Hilversum een subsidie ter hoogte van deze legesbedragen aan het project zal bijdragen. Daartoe worden de ontvangen leges in de voorziening gestort. In 2014 worden geen leges verwacht en is dus geen dotatie geraamd. Ook is er geen onttrekking geraamd. 9. Groot onderhoud begraafplaatsen Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud aan het gebouwen van de begraafplaatsen te kunnen plegen en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is zijn twee meerjarige onderhoudsplannen (MOP’s) opgesteld; één voor de Zuiderhof en één voor de Noorderbegraafplaats. Deze MOP’s worden periodiek geactualiseerd. Op basis van deze MOP’s wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd, en een bedrag ter hoogte van de voor dat jaar geraamde onderhoudskosten aan de voorziening onttrokken. In overeenstemming met de huidige MOP’s (geactualiseerd in 2012) wordt in 2014 € 88.000 aan de voorziening toegevoegd en € 162.007 onttrokken.
319
10. Infrawerken binnenstad Het doel van deze voorziening is om financiële middelen beschikbaar te hebben voor de nog uit te voeren infrastructurele werken in de binnenstad. Voor het begrotingsjaar 2014 zijn geen toevoegingen en geen onttrekkingen geraamd. 11. Planexploitaties Deze voorziening heeft als doel om financiële dekking te bieden aan grondexploitaties met een negatief resultaat. De voorziening is de optelsom van de contante waarden van de verwachte negatieve saldi. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd. Het overzicht van de te verwachten mutaties in 2014 ziet er als volgt uit: Omschrijving
Toevoegingen Onttrekkingen via Onttrekkingen de exploitatie rechtstreeks Rente 2014 252.000 Afsluiting Egelshoek 3.103.000 Afsluiting ten Boomstraat 481.000 Afsluiting de Vijf Veren 46.000 Totaal 252.000 3.630.000
12. Onderhoud kunstwerken openbare ruimte Het doel van deze voorziening is het beschikbaar hebben van financiële middelen voor het plegen van planmatig onderhoud aan kunstwerken in de openbare ruimte. Voor het begrotingsjaar 2014 is een toevoeging geraamd van € 8.000 en een onttrekking van € 10.000. 13. Pensioenen wethouders In 2012 zijn de maximale verplichtingen becijferd ten aanzien van de pensioenlasten van de (oud) wethouders. Het ging hierbij om een bedrag van ruim € 3 miljoen. Een deel hiervan werd gedekt door een belegging bij Loyalis. Ten behoeve van de dekking van het resterende deel van de verplichtingen is in 2012 € 2.336.000 in de voorziening gestort. In de tweede helft van 2013 worden twee mutaties op deze voorziening verwacht. Ten eerste wordt in het najaar van 2013 aan het college van B&W een voorstel voorgelegd om het bij Loyalis belegde geld terug te vragen, waarna het aan de voorziening kan worden toegevoegd. Ten tweede wordt eind 2013 de waarde van de verplichtingen opnieuw berekend. Op grond van de uitkomst hiervan zal de hoogte van de voorziening aangepast worden. Deze mutatie (bijstorting dan wel vrijval) zal dan in de jaarrekening 2013 worden meegenomen en toegelicht. Aangezien nog niet duidelijk is welke bedragen gemoeid zijn met de twee genoemde mutaties in 2013, wordt voor de begrotingsstand 2014 uitgegaan van de per 01-01-2013 bekende stand, zijnde € 2.336.000. Met ingang van de begroting 2014 is rekening gehouden met stortingen in de voorziening van totaal € 245.000. Dit bestaat uit een opbouw van € 110.000 voor de zittende wethouders en een bedrag van € 135.000 voor lasten van de voormalige wethouders. In 2013 worden deze lasten nog ten laste van de exploitatie gebracht. 14. Groot onderhoud parkeergarages Het doel van deze voorziening is om in de toekomst adequaat onderhoud te kunnen plegen aan de gemeentelijke parkeergarages en om schommelingen in de kosten van dat onderhoud op te vangen. Daartoe is een meerjarig onderhoudsplan (MOP) opgesteld, dat periodiek wordt geactualiseerd. Op basis van dit plan wordt elk jaar een vast bedrag aan de voorziening toegevoegd, en een bedrag ter hoogte van de voor dat jaar geraamde onderhoudskosten aan de voorziening onttrokken. In overeenstemming met het huidige MOP Parkeergarages (periode 2006-2015) wordt in 2014 € 20.000 aan de voorziening toegevoegd en vindt er geen onttrekking plaats.
320
9.3. Staat van langlopende leningen Langlopende leningen
Stand leningen per 1.1.2014
BNG-leningen Leningen van andere geldgevers Nieuwe leningen 2014
126.597.000 37.235.000
Totaal
163.832.000
321
Aflossing 2014
Nieuwe leningen 2014
-13.382.000 -1.971.000
-15.353.000
Stand leningen per 31.12.2014
18.400.000
113.215.000 35.264.000 18.400.000
18.400.000
166.879.000
9.4. Staat van overlopende passiva, voortvloeiend uit rijks- en provinciale bijdragen beleidsref.nr doel omschrijving overlopend passivum
1
2.1
Programma 2 Participatiebudget, onderdeel re-integratie Totaal programma 2
2 3 4
3.2 3.2 3.2
5 6
6.1 6.1
7 8
9 10
7.3 7.3
14.1 14.1
saldo begin 2014
toevoegingen onttrekkingen begroot begroot
saldo einde 2014
1.110.000 1.110.000
3.075.000 3.075.000
3.075.000 3.075.000
1.110.000 1.110.000
Programma 3 R.M.C. Onderwijsachterstandenbeleid Participatiebudget, onderdeel Educatie Totaal programma 3
84.000 84.000
623.000 1.317.000 266.000 2.206.000
623.000 1.401.000 266.000 2.290.000
-
Programma 6 Sanering railverkeerslawaai Geluidsbelastingkaarten Totaal programma 6
16.468 53.652 70.120
-
-
16.468 53.652 70.120
-
4.800.000 4.800.000
111.722 7.795.353 7.907.076
Programma 7 Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouw Stedelijke vernieuwing Totaal programma 7
111.722 12.595.353 12.707.076
Programma 14 Integraal bereikbaarheidsplan Openbaar vervoer Totaal programma 14
5.532.328178.485 5.353.843-
6.032.328 10.000 6.042.328
500.000
0 188.485 188.485
Totaal alle programma's
8.617.353
11.323.328
10.665.000
9.275.681
322
500.000
Toelichtingen bij de overlopende passiva, voortvloeiend uit Rijks- en provinciale bijdragen 1. Participatiebudget, onderdeel re-integratie Het doel van deze post is het beschikbaar houden van middelen die de gemeente ontvangt van het Rijk in het kader van de Wet Participatiebudget (WPB). Deze middelen zijn bedoeld om mensen met een bijstandsuitkering naar werk te begeleiden en zo nodig, met bijvoorbeeld een training of opleiding, geschikt te maken voor de arbeidsmarkt. De bestedingstermijn is één kalenderjaar. Van het niet-bestede jaarbudget mag de gemeente 25% houden; de overige 75% moet worden terugbetaald aan het Rijk. In de Jaarstukken 2012 was er nog één overlopend passivum voor het gehele Participatiebudget. Met ingang van de Begroting 2014 is deze post gesplitst in een overlopend passivum voor re-integratie (beleidsdoel 2.1) en een overlopend passivum voor volwasseneneducatie (beleidsdoel 3.2; zie ref. 4). Omdat voor 2013 is uitgegaan van een evenwicht tussen de rijksbijdrage en de uitgaven, is het beginsaldo 2014 identiek aan het eindsaldo van de Jaarstukken 2012 (€ 1,1 mln). Dit eindsaldo was niet gesplitst. Daarom is hele beginsaldo 2014 bij het onderdeel re-integratie opgenomen. Voor 2014 is een toevoeging geraamd van € 3.075.000, en een even grote onttrekking. 2. R.M.C. Het doel van deze post is het beschikbaar houden van door het Rijk toegekende middelen in het kader van het Besluit Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). Het doel van deze regeling is voorkomen dat jongeren van school gaan zonder startkwalificatie (d.w.z. minimaal een havo- of vwo-diploma, of een mbo-diploma op niveau 2). De middelen worden per kalenderjaar door het Rijk toegekend. Hilversum ontvangt als centrumgemeente de rijkssubsidie voor de hele regio. Dit bedrag wordt één op één doorgegeven aan het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL). Niet bestede middelen dient de gemeente volledig aan het Rijk terug te betalen. De jaarlijkse verantwoording aan het Rijk vindt plaats via de zogeheten RMC-Rapportage. Voor 2014 wordt een rijkssubsidie verwacht van € 623.000. 3. Onderwijsachterstandenbeleid Het doel van deze post is het beschikbaar houden van middelen die de gemeente van het Rijk ontvangt in het kader van het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014. Het doel van deze regeling is het verminderen van ongelijkheid in onderwijskansen. Kinderen met (een risico op) een taalachterstand krijgen extra ondersteuning door VVE en schakelklassen. Middelen die de gemeente niet besteedt moeten na afloop van de vierjarige periode (2011-2014) worden terugbetaald aan het Rijk. Voor 2014 wordt een Rijkssubsidie van € 1.317.000 verwacht. Ten behoeve van de besteding (grotendeels via VVE en scholen) is een onttrekking van € 1.401.000 geraamd. Overigens zet de gemeente in 2014, naast de rijksmiddelen, € 195.000 eigen middelen in voor OAB. 4. Participatiebudget, onderdeel Educatie Het doel van deze post is het beschikbaar houden van middelen die de gemeente ontvangt van het Rijk in het kader van de Wet Participatiebudget (WPB), voor zover de gemeende middelen bestemd heeft voor volwasseneneducatie (beleidsdoel 3.2; zie ook ref. 1).Voor het begrotingsjaar 2014 is een toevoeging begroot van € 266.000, en een even grote onttrekking. 5. Sanering railverkeerslawaai Het doel van deze balanspost is het beschikbaar houden van middelen voor de uitvoering van de Wet Geluidhinder voor zover deze betrekking heeft op lawaai veroorzaakt door treinverkeer. De Wet Geluidhinder verplicht de gemeente om haar inwoners te beschermen tegen spoorweglawaai. Omdat geluidssanering vaak zeer kostbaar is, draagt VROM bij in de kosten. VROM betaalt in beginsel wat nodig is voor een sobere en doelmatige sanering. Eventuele meerkosten vanwege lokale ambities zijn voor rekening van de gemeente. De subsidies van VROM worden toegevoegd aan het overlopend passivum ‘Sanering railverkeerlawaai’.Voor het begrotingsjaar 2014 zijn geen mutaties voorzien.
323
6. Geluidsbelastingkaarten Het doel van deze balanspost is het beschikbaar houden van middelen voor de uitvoering van de Wet Geluidhinder, voor zover deze betrekking heeft op geluidsbelastingkaarten. Op grond van de Wet geluidhinder en het besluit van de minister van VROM van 3 september 2010 dienen de gemeenten in de zogenaamde ‘Agglomeratie Hilversum’ (gewest Gooi en Vechtstreek exclusief Wijdemeren en Muiden) geluidsbelastingkaarten en actieplannen te maken en deze elke vijf jaar opnieuw vast te stellen. Voor het opstellen van de eerste geluidsbelastingkaarten en actieplannen heeft de minister van Infrastructuur en Milieu middelen beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn toegevoegd aan het overlopend passivum ‘Geluidsbelastingkaarten’.Voor het begrotingsjaar 2014 zijn geen mutaties voorzien. 7. Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten Het doel van deze balanspost is het beschikbaar houden van middelen om stilgevallen of vastgelopen projecten vlot te trekken. Voor de uitvoering zijn van het ministerie van VROM / WWI subsidies ontvangen. Deze subsidies worden ingezet bij bouwplannen die voldoen aan de voorwaarden stimuleringsbudget woningbouwprojecten. Voor het begrotingsjaar 2014 zijn geen mutaties voorzien. 8. Stedelijke vernieuwing Het doel van deze balanspost is het beschikbaar houden van middelen voor de uitvoering van het ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 (zie beleidsdoel 7.3). Voor de uitvoering van dit programma ontvangt de gemeente subsidies van de provincie. Deze subsidies worden toegevoegd aan het overlopend passivum Stedelijke Vernieuwing. Ten behoeve van de geplande bestedingen is een onttrekking geraamd van 4,8 mln. In het Verdeelbesluit 2013 (zie raad d.d. 10 april 2013) is een gedetailleerd overzicht gegeven van de geplande bestedingen in het dienstjaar 2014. 9. Integraal bereikbaarheidsplan Het Integraal bereikbaarheidsPlan Hilversum e.o. (IBP) is tot stand gekomen nadat de minister van Verkeer & Waterstaat zich in 2004 bereid heeft verklaard om de regio onder een aantal voorwaarden een bedrag van 25 miljoen euro beschikbaar te stellen om de bereikbaarheid van de regio en met name Hilversum te verbeteren. Voorwaarde van de minister was dat de overige betrokken partijen eenzelfde bedrag beschikbaar zouden stellen. Daarin zijn partijen geslaagd: de provincie Noord-Holland stelde een bedrag van € 12.5 mln. beschikbaar, de gemeente Hilversum € 6,5 mln. en TCN € 6,0 mln. In totaal is daarmee de benodigde € 50 miljoen beschikbaar gekomen. In het jaar 2014 zal het IBP worden afgerond en zal de financiële afrekening met partijen plaatsvinden, waarna de post kan worden afgesloten. 10. Openbaar vervoer Het doel van deze balanspost is het beschikbaar houden van middelen voor aan het openbaar vervoer gerelateerde infrastructurele maatregelen, zoals het toegankelijker maken van halteplaatsen. Tot 2008 was deze post een voorziening in plaats van een overlopend passivum. De oorspronkelijke voorziening was gevuld met een provinciale bijdrage die de gemeente ontving voor de exploitatie van buslijnen waarvoor de gemeente opdrachtgever was. Vooralsnog is voor het begrotingsjaar 2014 slechts een rentetoevoeging begroot.
324
10 EMU-saldo
.
326
10. EMU-saldo In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land bij de Europese Unie maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMUtekort wordt veroorzaakt door het gezamenlijke tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. Op het moment van opstellen van deze begroting ligt er een wetsvoorstel Houdbare Overheidsfinanciën, waarin wordt geregeld dat medeoverheden een gelijkwaardige inspanning leveren aan de handhaving van de Europese begrotingsdoelstellingen (de hiervóór genoemde 3%norm). De lijn van het wetsvoorstel is dat er gestuurd gaat worden op het gezamenlijke genormeerde EMU-tekort van de medeoverheden (de macronorm), en niet op de individuele EMUtekorten; deze zijn slechts bedoeld als aanknopingspunt voor eventuele maatregelen, als de macronorm overschreden dreigt te worden. In 2014 is de macronorm net als in 2013 vastgesteld op 0,5% van het BBP. Over de verdeling van deze macronorm tussen de medeoverheden (gemeenten en provincies) lopen nog gesprekken. Het gezamenlijke noch individuele aandeel van de gemeenten is dus bekend. Om het EMU-tekort te kunnen beheersen moeten overheden informatie over het eigen EMU-saldo in hun begrotingen opnemen. In onderstaand overzicht is de berekening van het EMU-saldo van de gemeente Hilversum opgenomen. In 2013 blijft Hilversum met een tekort van afgerond € 4,9 miljoen ruim binnen de individuele norm. In 2014 is er sprake van een klein EMU-overschot (€ 0,8 miljoen) en in 2015 een klein EMU-tekort (€ 0,5 miljoen).
327
Omschrijving
2013 Begroting 2013 (primitieve ramingen)
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
5
-859
2014 Begroting 2014
2.621
2015 Begroting 2015
6-
12.353
12.710
13.132
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
5.114
5.434
5.434
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
19.527
18.088
17.225
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
1.954
1.834
1.834
nee
nee
nee
-4.873
843
-499
10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo (+/+ is Emu-overschot, -/- is Emu-tekort) Berekening EMU-saldo: (+1+2+3-4+5+6a-6b-7b+8a-8b-9-10-11b)
(Bedragen x € 1.000) Toegestaan Emu-tekort
-9.435
328
onbekend
onbekend