3D Minor handboek
versie 2012-2
Inhoudsopgave: 1 INLEIDING.................................................................................3 2 MINOR INHOUD........................................................................4 3 VERLOOP VAN DE MINOR.........................................................5 3.1 INDELING...................................................................................................... 5 3.2 BEGELEIDENDE DOCENTEN................................................................................ 7 4 TOETSING EN BEOORDELING..................................................8 4.1 VERLOOP......................................................................................................8 4.2 INDICATIE VOOR BEOORDELING 3D-VAARDIGHEDEN.................................................9 4.3 VOORBEREIDING ASSESSMENT.........................................................................10 5 HET PROJECT.........................................................................11 6 VERWIJZINGEN......................................................................12 PROCEDURE..............................................................................14
2
1. Inleiding Onze bijzonder communicatieve wereld staat bol van driedimensionale vormgeving. Of het nu een spannende nieuwe reclame van automerk Citroen, een visualisatie van een architectenbureau of special effects elementen uit een bioscoopfilm betreft, 3D-visualisatie en -animatie heeft een belangrijke rol gekregen in de audiovisuele wereld om ons heen. Binnen de minor 3D zal je leren modellen, belichten en je modellen leren vormgeven naar normen en criteria van de opdrachtgever. Sommige opdrachtgevers kunnen fotorealisme nastreven, terwijl anderen juist op zoek zijn naar creatieve invullingen via abstractie en/of surrealisme. Aan jullie de uitdaging om binnen de minor techniek en creativiteit zodanig te bundelen dat esthetiek en functionaliteit gepaard gaan in een fantastisch product. Dit document biedt een handreiking aan, verduidelijkt je studieproces tijdens de minor en gaat in op de educatieve ondersteuning welke je kan verwachten in de komende vijf maanden.
3
2. Minor inhoud 3D is een minor waarin visualisatie, esthetiek en functionaliteit hand in hand gaan en centraal staan. Er worden animaties, stills en eventueel deelproducten voor real-time 3D visualisatie ontwikkeld voor een keur aan toepassingen. Dit kunnen promotionele beelden zijn, of beelden bedoeld voor info- of entertainment. Aan de hand van de opdrachtinhoud wordt er een haalbaarheidsanalyse gemaakt die tevens de stijl van modelleren vaststelt. Op basis van een korte kennismakingscursus 3D modelling ga je vervolgens onder begeleiding van je vakdocenten en tutoren aan de slag met het uitwerken van de opdracht. Ook tweedimensionale vormgeving maakt vaak onderdeel uit van het productieproces. De drie belangrijkste inhoudelijke aandachtspunten: •
Houd vanaf het begin van het proces rekening met optimalisatie van je modellen voor de toepassing die je maakt.
•
Haal het onderste uit de kan op het gebied van esthetiek en toepasbaarheid van je modellen.
•
Het kiezen en benutten van modelleertechnieken die ontwikkeltijd en onderhoudstijd verkorten. Ook is het eindresultaat met betrekking tot bv. het renderen afhankelijk van deze keuze.
De minor 3D is een minor waarin kennisdeling centraal staat. Een open houding van de deelnemers wordt gestimuleerd en verwacht. Dit betekent dat de deelnemers samen op zoek gaan naar kennis, dit documenteren en presenteren. Kennis wordt uitgewisseld door middel van weblogs, de speciaal hiervoor ontwikkelde 3D-portal, presentaties en colleges. De minor stelt zich open voor het werkveld door het aannemen van opdrachten en het actief delen van kennis.
4
3. Verloop van de minor 3.1 Indeling Vooraf Voorafgaand aan de start van de minor heb je bedacht wat je wilt gaan doen in het komend semester. Er zijn verschillende mogelijkheden om tot een goede keuze te komen: lezen van de informatie op de CMD-website, bezoeken minoreninformatiemarkt, gesprek met je mentor en gesprekken met minoreigenaren en studenten die de minor van je keuze hebben gevolgd. Zorgvuldige oriëntatie voorkomt teleurstelling. Als je eenmaal weet welke minor je wilt gaan volgen, kun je je digitaal inschrijven op de CMD-site. Start presentaties opdrachtgevers De opdrachtgevers zullen een presentatie houden over de inhoud van hun project. Daarna zal er gelegenheid zijn voor eventuele vragen aan de opdrachtgever en zal de student zijn voorkeur geven aan een project dat hij zal uitvoeren in de minor.Van de student wordt verlangd dat hij of zij een top 5 van beschikbare projecten maakt. Er zal daarna een indeling plaatsvinden van de projectgroepen op basis van jouw voorkeur, expertise en aantal projectgenoten. Start projecten In de tweede week zullen de projecten van start gaan. Je kunt kiezen aan welk project je wilt werken. Samen met je projectgroep maak je zelf afspraken met de opdrachtgever over de planning en contactmomenten. De projectgroep waarmee je aan een opdracht werkt krijgt een tutor toegewezen; ook met de tutor maak je direct afspraken over de contactmomenten en de planning. POP In het begin van het semester maak je je POP. Na bespreking met je mentor wordt dit POP goedgekeurd door je mentor. De vakgerichte competenties worden gekeurd door de desbetreffende vakdocent. In je POP neem je ook je leerdoelen op. Wat wil je leren in de 3D-minor? Wil je statisch modelleren, of wil je juist meer animeren; wil je zeer gedetailleerd en realistisch leren modellen, of juist niet (low poly / high poly). Bij de start van de minor is het belangrijk om voor jezelf helder te hebben wat je deze minor wilt gaan doen, en wat je verwacht. Dit documenteer je in je POP. In je POP leg je in eerste instantie vast wat je gaat doen of gaat maken, hoe je dat denkt aan te pakken en wat je van die plannen binnen de minor verwacht. Na verloop van tijd, waarin je voortdurend op je plannen reflecteert en ze evalueert, ben je in staat om concrete keuzen te maken betreffende jouw invulling van de gekozen competenties. Gaandeweg de minorperiode wordt je POP steeds concreter; je uiteindelijke doelen zijn helder beschreven, de manier waarop je aan die doelen werkt en welke tastbare zaken er door jou gemaakt worden. Met andere woorden: alle competenties, criteria en normen zijn beschreven, de door jou gegenereerde bewijsvoering is beschreven en beschikbaar en het werk- en leerproces is door jou duidelijk gemaakt. Op dat moment is je POP verworden tot een assessmentdocument dat ondubbelzinnig en helder weergeeft waar jij op beoordeeld wilt worden, wat je als bewijs kunt laten zien en hoe alles tot stand gekomen is. Uit je POP moet blijken welke groei je doormaakt tijdens je studie.
5
Vaste agendapunten in de minor Elke week in de minor verloopt volgens een vast stramien: • woensdagochtend projectmanagersbijeenkomst 10:00–11:00 uur Bespreking voortgang, inventarisatie van inhoudelijke problemen / aspecten van de projectgroepen in de 3D minor. Indien mogelijk vindt dit plaats in een apart lokaal • maandagochtend weekopening minor 10.00 uur. Dit vindt eens per veertien dagen plaats • dinsdagmiddag vanaf 13.00 uur 3D-colleges in Maya of 3DS Max (o.v.b) Naast deze vaste weekonderdelen wordt van jou als minordeelnemer verwacht dat je (samen met je projectgenoten) gedurende de hele week van 9.00 tot 17.00 uur in de minorruimte D 2.907 aanwezig bent om je werk te doen. Eerste assessment Op de helft van de minorperiode kan je je werk laten beoordelen. Voor de projectgroepen is het aan te bevelen de documentatie voor het project te laten beoordelen, zodat er in de tweede periode voornamelijk aan de praktische uitvoering van het project gewerkt kan worden. De data voor de eerste assessments zijn te vinden in de jaaragenda. Ook wordt er van de projectgroepen verwacht dat je je voortgang presenteert aan de community. Tweede assessment Aan het eind van de minorperiode vindt de eindbeoordeling plaats. Er worden presentaties binnen de minor gepland (je presenteert aan elkaar), presentaties voor de opdrachtgever (en het kenniscentrum) en er worden assessments gepland waarin je eindbeoordeling plaatsvindt. Een afgerond eindprodukt dat voldoet aan de eisen van de opdrachtgever en de opleiding is essentieel. Opleveringsgesprek Er zal een opleveringsgesprek plaatsvinden tussen de projectgroep, de opdrachtgever en het kenniscentrum. Hierin wordt definitief vastgelegd wat er precies als eindproduct opgeleverd zal worden. Dit gesprek zal enkele weken voor de deadline plaatsvinden. Inleveren werk Het complete en afgeronde werk voor je project wordt ingeleverd op een nader te bepalen datum. Op deze deadline dient het volgende ingeleverd te worden: • werkbestanden en te beoordelen producten op CD-ROM, DVD (-ROM) • een uitgeprinte versie van het projectplan en -dossier • eindproduct op CD-ROM of DVD (-ROM) voor archievering kenniscentrum • eindproduct bij opdrachtgever zoals afgesproken De in te leveren informatiedrager voor opdrachtgever of kenniscentrum dient te zijn voorzien van een verzorgd en representatief uiterlijk. Tijdens of vlak na de assessment-weken worden je behaalde EC's ingevoerd in het programma 'Educator'. Met dit programma kun je je behaalde EC's controleren en bijhouden. Buiten de assessmentweken om kun je competenties die niet binnen de minor vallen (zoals bijv. audiocompetenties) laten assessen door de betreffende vakdocent. Deze goedkeuring neem je mee naar het integrale assessment waar de beoordeling wordt ingevoerd in Educator. Voor studenten die nog onder het Grade Extractor-systeem vallen geldt niet dat de behaalde EC's direct worden ingevoerd. Zij nemen een aftekenlijst met daarop hun compenties mee naar het assessment. Deze lijst is te vinden op de website van CMD. Community Je bent als student samen met de andere studenten verantwoordelijk voor de invulling van de minor community. De achterliggende gedachte is dat je binnen zo’n community iets voor elkaar kunt betekenen; niet alleen docenten dragen informatie aan, maar ook studenten onderling. Gedurende de hele minorperiode speel je een rol in de community. Je kunt bijvoorbeeld kennis delen door presentaties te houden en eventueel werkzaamheden te verrichten die in het belang zijn van de community. Uiteraard kun je zelf ideeën aandragen; stimuleer elkaar ook om dit te doen. Met de actieve rol die je
6
binnen de minor hebt kun je EC's behalen voor de competenties 'sharing' en 'communication'. 3.2 Begeleidende docenten In de 3D-minor krijg je te maken met een aantal verschillende docenten: •
Mentor De mentor begeleidt je bij je studieloopbaan. Met hem/haar bespreek je je plannen, je voortgang en je studieproblemen.
•
Tutor De tutor begeleidt je groep waarin je aan een opdracht werkt.
•
Minoreigenaar De minoreigenaar is inhoudelijk verantwoordelijk voor de inrichting van de minor en het leerproces. Bij de minoreigenaar kan je terecht met vragen over de inhoud van de minor. Zoals bijvoorbeeld de competenties, de opdrachten, enz.
•
Vakdocenten Vakdocenten kun je inschakelen op hun expertise. Zorg ervoor dat je minoreigenaar op de hoogte is van welke docent je waar voor wilt gebruiken. Dit vergemakkelijkt de organisatie van het assessment.
Het volgende geeft een overzicht van de verschillende taken die uitgevoerd worden in de 3D-minor. Jeroen Nauta -minoreigenaar -het bijwonen van het minoroverleg -algemene zaken binnen de minor -consults techniek en projectontwikkeling -organisatie projectverdeling/groepsindeling -assessor -intake-gesprekken opdrachtgevers -tutor Kornelis van der Bij -consults techniek en projectontwikkeling -hardware/software beheer (wat niet onder ICT valt) -assessor -aanspreekpunt portal -intake-gesprekken opdrachtgevers -tutor Merel Laferte -consults concepting -organisatie community-aangelegenheden -roostering -colleges vormgeving Marc Brand -PPO
7
4. Toetsing en beoordeling 4.1 Verloop Belangrijk is om aan het begin van de minor tot een goede match te komen tussen jou als student ( en wat je wilt leren) en een project. Jouw POP is hierbij het vertrekpunt. Bij de start van de minor hoef je nog geen volledig beeld te hebben van de behaviours en aktiviteiten van de competenties waar je aan gaat werken. Als je dichter bij de assessments bent moet je steeds concreter zijn over de competenties waar je aan hebt gewerkt, welk bewijsmateriaal je hebt verzameld en wat je hebt geleerd. Dit vraagt een gedegen documentatie van je eigen proces, een goed middel hiervoor is een weblog. Houd bij het werken aan de competenties rekening met de verplichte competenties zoals deze beschreven zijn in het studenten statuut. Je hebt regelmatig overleg met jouw mentor en tutor over jouw studievoortgang. Je ontwikkeling houd je bij in je POP. Het POP is een groeidocument. Door regelmatig overleg met je mentor en tutor en het verwerken van de verkregen feedback zal het uiteindelijke assessment meestal nauwelijks nog verrassingen opleveren. Halverwege de periode vindt er een tussentijdse presentatie en een eerste assessment plaats. De presentatie kan een tussentijdse stand van zaken zijn maar ook een afrondende presentatie van een eerste project. Het kan namelijk zijn dat er binnen een minor achtereenvolgens meerdere projecten plaats vinden. In plaats van een eerste assessment kan een projectgroep ervoor kiezen dit moment te gebruiken voor een consult. Ook de geplande voorbereiding op het tweede assessment is een belangrijk moment. Daar kun je samen met je mentor een oefenassessment organiseren en de feedback daarop gebruiken voor het eindassessment. Het proces De minor duurt een semester. Halverwege vindt een tussentijds assessment plaats en aan het eind van de minor vindt opnieuw een assessment plaats. Je kunt het proces als volgt faseren: Periode 1: Plannen (intake) => Doen => Reflecteren => Meten 1 Periode 2: Herplannen (tussentijdse intake) => Doen => Reflecteren => Meten 2 Plannen Je plan beschrijf je in een pop. Doen Tijdens het uitvoeren van je plannen verzamel je bewijsmateriaal. Dit bewijsmateriaal kun je tijdens het assessment gebruiken om aan te tonen dat je competent bent. Het zal in de praktijk vaak voorkomen dat je tijdens het uitvoeren van je plannen ook je plannen bijstelt of concretiseert. Reflecteren 1 Voordat je beoordeeld wordt door docenten sta je uitgebreid stil bij je eigen voortgang. Hoe heb je aan je competenties gewerkt? Was dit een goed strategie? Waar sta je in welke competentie? Meten 1 Het meten wordt gedaan tijdens een assessment. Een groep docenten stelt vast waar je staat in de competenties die je hebt opgenomen in je pop. Omdat het een meting is, worden er geen herkansingen gegeven. Van de meting krijg je concrete feedback van de groep docenten. Je geeft aan op welke competenties je beoordeeld wilt worden. Sommige competenties die beoordeeld worden hebben al volledig bewijsmateriaal en sommige is duidelijke voortgang te laten zien door de student.
8
Voorbeeld: Een student heeft de eerste periode een voorbereidend onderzoek uitgevoerd en is op basis hiervan een ontwerp traject ingegaan. Het ontwerp moet nog concreter worden gemaakt, maar heeft al een duidelijke relatie met het onderzoek. Asssessor beoordeelt: - Kwaliteit onderzoek - Voortgang in de analyse (bewijsmateriaal weblog) Herplannen Na de eerste meting weet je waar je staat in het uitvoeren van je planning. Het kan betekenen dat je je plannen wijzigt, dit kun je overleggen met je mentor. Doen Reflecteren 2 Zie reflecteren 1. Toevoeging is dat ook gereflecteerd moet worden op hetgeen wat gedaan is met de feedback uit meting 1. 4.2 Indicatie voor beoordeling 3D-vaardigheden Voor het produceren van 3D-visualisaties zijn er verschillende technieken die eenvoudig of moeilijk te beheersen zijn. Om voor jezelf een beeld te vormen op welk niveau je werkt, kun je onderstaande richtlijnen gebruiken. Deze vaardigheden sluiten aan op het 3D-werk zoals je dat in een praktijksituatie tegen kunt komen. 3D-vaardigheden basis -het maken van eenvoudige modellen uit basisvormen -het aanbrengen en eenvoudig afstellen van een bitmap als texture op deze modellen -het maken van een scene. Dat wil zeggen een afbeelding waarin meerdere modellen een tafereel vormen -het kiezen van een aantrekkelijk camerastandpunt, compositie en beeldformaat -het belichten van deze scene met eenvoudige belichting, minimaal driepuntsbelichting 3D-vaardigheden gevorderd -het maken van (organische) modellen met behulp van verschillende modelleertechnieken zoals 'box modelling' of 'nurbs modelling' -het vervaardigen van custom textures met behulp van een fotobewerkingsprogramma -het toepassen en manipuleren van de mapping van een model door unwrap-technieken -het gebruik maken van software naast de 3D-software om toevoegingen aan het model te maken -het maken van eenvoudige animaties, zoals het simuleren van de beweging van levenloze voorwerpen -het beheersen en toepassen van render software om hiermee realistische belichting te verkrijgen 3D-vaardigheden expert -volledige verantwoording van instellingen van de software in de documentatie -visueel aantrekkelijke animatie van een 'rigged en skinned' karakter -het beheersen van ingewikkelde particle-systemen -aanpassingen aan het software-pakket aan zodat dit voldoet aan jouw speciale eisen -inzicht hebben in het produktieproces van 3D-animaties -efficiente verhogende maatregelen nemen en instellingen kiezen Het is ook belangrijk om te laten zien dat je onderzoekend bezig bent geweest met vorm, camerstandpunt en belichting. Dir geldt voor alle competentieniveaus. Verantwoord je keuzes. Je kunt bijvoorbeeld renders maken vanuit verschillende standpunten om eens te kijken hoe de scene op zijn mooist uitkomt. Ook kun je verschillende belichting en materiaaltesten doen. Ook kun je laten zien dat je de rendersoftware op een eenvoudig niveau beheerst. NB. Het resultaat van een gevolgde tutorial wordt niet beschouwd als geldig bewijs voor aangeleerde vaardigheden.
9
4.3 Voorbereiding assessment In bijlage 1 vind je een gedetailleerde beschrijving van de voorbereiding en uitvoering van assessments in de hoofdfase. Voor de minor 3D Design betekent dat: Benodigde documenten voor het eerste assessment: • Pop met daarin duidelijk aangegeven op welke competenties, behaviours en activiteiten beoordeeld moet worden. • Een reflectie op het werk aan de competenties waar aangewerkt is. In de reflectie is aandacht voor de rol in groep en de afgelegde leerroute. • Plannen en ontwerpen gemaakt voor het project • Voortgang tijdens de minor in de vorm van een weblog of logboek o.i.d. • Eind- en tussenproducten Benodigde documenten voor het eindassessment: • Pop dat ondertekend is door mentor en waarin de competenties zijn goedgekeurd door de bereffende vakdocent.Zonder goedgekeurd POP wordt deelname aan het asessment ontzegd • Een reflectie op het werk aan de competenties waar aangewerkt is. In de reflectie is aandacht voor de rol in groep en de afgelegde leerroute. • Plannen en ontwerpen gemaakt voor het project • Voortgang tijdens de minor in de vorm van een weblog • Eind- en tussenproducten • een eindproduct dat aan de eisen van de opdrachtgever en opleiding voldoet Zorg er altijd voor dat je je werk netjes presenteert. Dit geldt voor op het assessment en ook voor de opdrachtgever.
10
5. Het project Een project binnen de 3D-minor duurt 1 semester. De inhoud van het project is afhankelijk van de opdracht die in de regel een praktijkopdracht is met een externe opdrachtgever. Over het algemeen bestaat een project uit de volgende onderdelen: • Het projectplan dat bestaat uit: • analyse (doelgroep-, concurrentie-, gebruikers-) • concept • evt. technisch ontwerp • grafisch ontwerp •
De uitgewerkte opdracht die m.b.v. een 3D-applicatie is uitgevoerd. Deze kan de vorm hebben van een animatie, een afbeelding of een (interactieve) applicatie waarin een beeld of animatie is verwerkt. Dit product moet aansluiten op de conclusies die gemaakt zijn in het projectplan.
In het algemeen wordt in de eerst helft van het semester gewerkt aan het projectplan. Tijdens het eerste assessment is er een mogelijkheid dit te laten beoordelen zodat in de tweede helft aan de productie gewerkt kan worden.
11
6. Verwijzingen • • •
Studentenstatuut: zie voor een precieze beschrijving van het voor jouw cohort geldende competentieprofiel het studentenstatuut zoals dat bijv. te Bijlage 1 werkwijze bij kenniscentrumopdrachten competentieprofiel documenten te vinden op de CMD-website
Bijlage 1 procedure kenniscentrumopdrachten Het Kenniscentrum Multimedia is een bedrijf binnen de NHL van de opleiding Communication & Multimedia Design. Hier kunnen studenten studiepunten behalen met het uitvoeren van een opdracht voor een externe opdrachtgever. De studenten krijgen op deze manier de unieke gelegenheid om praktijk- en werkervaring op te doen op het gebied van multimedia. De coördinator van het Kenniscentrum Multimedia is Jan Ferweda. Gerdien Dijkstra is de trafficmanager van het Kenniscentrum Multimedia. Via de coör-dinator en de trafficmanager komen de opdrachten bij het kenniscentrum binnen. Het Kenniscentrum Multimedia wordt daarnaast ook gerund door een of twee stagiaires en de student-assisten. De medewerkers zullen bij elke opdracht die via het Kenniscentrum wordt uitgevoerd een geschikte begeleidend docent zoeken en het gehele traject bewaken. Gedurende het gehele project zal de begeleidend docent de uitvoerende studenten begeleiden. Bij complexe opdrachten kan er gebruik worden gemaakt van meerdere expertises en kunnen er speciale consulten worden aangevraagd. Ook is het mogelijk dat de student zelf een externe opdrachtgever zoekt. Het is noodzakelijk in zo’n geval contact op te nemen met het Kenniscentrum. Procedure Bij deze procedurebeschrijving is nog geen rekening gehouden met de samenwerking met de minoren. De eerste stappen zullen bij de minoren vaak in samenspraak met de minoreigenaren gedaan worden. - Het Kenniscentrum Multimedia publiceert een opdracht op Blackboard en het publicatiebord. • Meer informatie over een opdracht kan bij het Kenniscentrum Multimedia(kamer V309) opgevraagd worden. Hier kan de student zich ook inschrijven voor een opdracht. • Het Kenniscentrum Multimedia zoekt een begeleidend docent. • Het Kenniscentrum Multimedia maakt een afspraak voor de briefing met de opdrachtgever. De briefing vindt bij voorkeur plaats bij het Kenniscentrum Multimedia of de minor-ruimte. Hierbij is de begeleidend docent ook aanwezig. • Binnen een week na de briefing levert de student een plan van aanpak met planning in bij zowel het Kenniscentrum Multimedia, de begeleidend docent als bij de opdrachtgever. Richtlijnen hiervoor zijn te vinden op Blackboard. • Zodra alle betrokkenen akkoord gaan wordt er een contract getekend met zowel opdrachtgever als studenten. Het is gebruikelijk dit bij de briefing te doen. • De te behalen competenties worden opgenomen in het POP en de student bespreekt dit met de mentor en de begeleidend docent. • De student stelt vervolgens een projectplan op en heeft wekelijks contact met de begeleidend docent. Gedurende het project heeft de student veelvuldig contact met de opdrachtgever. • Eén keer in de twee weken vult de student een voortgangsformulier in en levert deze in bij het Kenniscentrum Multimedia en de begeleidend docent. Dit formulier is te vinden op Blackboard. • Het Kenniscentrum neemt gedurende het project minimaal twee keer contact op met de opdrachtgever. Dit heeft te maken met het waarborgen van een goede voortgang. • Op het moment dat de opdracht kan worden afgerond maakt de student een afspraak met de opdrachtgever en de te beoordelen/ begeleiden docent(en) voor de eindpresentatie. Je stelt het Kenniscentrum Multimedia hiervan ook op de hoogte. • De beoordelende docent(en) bepaalt of de opdracht voldoende is uitgevoerd. De waardering van de opdrachtgever wordt hierin meegewogen. • Na afronding van het project levert de student een kopie van het eindproduct in bij het Kenniscentrum Multimedia. • Het Kenniscentrum Multimedia behoudt zich het recht voor om de gemaakte producten te gebruiken voor promotiedoeleinden.
12