Behoort bij V.R. 2011/36
Evaluatie Voorwerk Stichting Voorwerk is in september 2007 opgericht als wijkwerkbedrijf van de gemeente Ede. Dit om invulling te geven aan de gemeentelijke doelstelling om instroom in de uitkering te beperken en uitstroom naar werk te vergroten. Voorwerk doet dit onder meer door het uitvoeren van diagnose in Work First, evenals het inzetten van participatie- en detacheringsbanen. Daarnaast heeft de gemeente Ede de uitvoering van Service voor de Wijk in maart 2009 ondergebracht bij Voorwerk. Het moment is daar om besluitvorming voor te bereiden over voortzetting van Voorwerk in de huidige vorm en omvang. Voorwerk was in eerste instantie tijdelijk opgericht voor 18 maanden. Deze periode was bedoeld om meer duidelijkheid te krijgen of Voorwerk inderdaad het juiste re-integratie-instrument voor gemeente Ede is. Na de proefperiode en een tussenevaluatie is besloten Voorwerk in ieder geval in 2009 en 2010 voort te zetten. Op een later moment zou dan een definitieve keuze gemaakt worden. Er zijn nog verschillende notities uitgebracht, die (mede) ingingen op de rol en resultaten van Voorwerk. In de LTP was opgenomen dat er een evaluatie zou plaatsvinden van de positie en eventuele voortzetting van Voorwerk. In verband met de komst van de nieuwe Wet werken naar vermogen, staat echter de positionering van alle partijen binnen de sociale zekerheid ter discussie. Een notitie hierover wordt in het najaar verwacht. Er is daarom besloten dit moment te gebruiken om Voorwerk kort te evalueren. Dit geeft voldoende basis om Voorwerk in 2011 en 2012 voort te zetten. Om in staat te zijn goede keuzes voor de toekomst te maken, is het van belang zicht te hebben op de meerwaarde van Voorwerk. De stichting is immers een van de belangrijke instrumenten binnen het reintegratiebeleid van de gemeente Ede. Via een korte analyse hebben we de meest wezenlijke zaken rond Voorwerk bekeken. Allereerst door een groot aantal van de belangrijkste partners te interviewen. En daarbij te vragen naar de succesverhalen en mogelijke aandachtspunten. Ook benoemen we cijfermatige resultaten. Tot slot staan aandachtspunten geformuleerd die mede richting kunnen geven aan de herijking van het re-integratiebeleid in het algemeen en de verschillende functies van Voorwerk daarbij in het bijzonder. Uiteindelijk is zo de informatie uit deze notitie mede richtinggevend voor de positionering van alle betrokken partijen in Ede op het gebied van de sociale zekerheid. En het daarmee samenhangende herijkte kader voor het re-integratiebeleid. Dat is nodig vanwege de ingrijpende ontwikkelingen waar we momenteel mee te maken hebben. Denk daarbij aan de enorme bezuiniging op het participatiebudget, evenals de invoering van de nieuwe Wet werken naar vermogen. Na de zomer zal deze allesomvattende notitie worden afgerond.
Inhoud notitie Om besluitvorming over voortzetting van Voorwerk in de huidige vorm en omvang goed voor te bereiden, staat in deze notitie een aantal zaken op een rij. Onderdelen die in de notitie aan de orde komen zijn: 1. Beschrijving activiteiten Voorwerk §1.1 de doelstelling van Voorwerk; §1.2 activiteiten in kader van re-integratie: arbeidsrijp (bemiddelbaar) maken Wwb-klanten; §1.3 activiteiten breder dan alleen re-integratiedoeleinden: Service voor de Wijk en Re-Bike; §1.4 resultaten van Voorwerk. 2. Welk beeld hebben verschillende belangrijke stakeholders van Voorwerk bij: - de diverse functies van Voorwerk; - de waardering en effectiviteit van deze functies. In interviews met stakeholders is onder meer aan de orde gekomen: “Wat werkt goed bij Voorwerk? Wat zijn aandachtspunten ter verbetering? Wat zou u zeker handhaven als Voorwerk de helft zou moeten bezuinigen?” Ook spraken we met een aantal klanten over hun ervaring met Voorwerk.
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 1
3. Aandachtspunten Tot slot staan aandachtspunten geformuleerd om de huidige werkzaamheden van Voorwerk, ook in het kader van de aanstaande bezuinigingen, zo in te richten dat ze tegelijk kunnen dienen als vertrekpunt voor de herijking van het toekomstig beleid. Dit alles bezien vanuit de verschillende functies die Voorwerk heeft rond re-integratie. Met deze elementen ontstaat een compact beeld van hoe Voorwerk op dit moment functioneert. Tevens maakt het duidelijk op welke punten mogelijke verbeteringen zijn te behalen. Uiteindelijk dient onder meer deze informatie te leiden tot een herijking van het re-integratiebeleid en een herpositionering van de betrokken partijen binnen Ede op het gebied van de sociale zekerheid.
1.
Wat doet Voorwerk
Stichting Voorwerk is een van de belangrijke instrumenten binnen het Edese re-integratiebeleid. Het is opgezet om zoveel mogelijk mensen met een Wwb-uitkering de stap richting werk te kunnen laten maken. Als dat (nog) niet mogelijk is, zet men in op een activeringstraject. Zo blijven mensen in een uitkeringssituatie actief als dat voor hun ontwikkeling van belang is. Ook als uitstroom nog niet aan de orde is. Het wijkwerkbedrijf Voorwerk is er om de klant bemiddelbaar te maken voor werk, met andere woorden ‘arbeidsrijp te maken’. De daadwerkelijke bemiddeling naar werk verricht het Werkgever Service Loket (WGSL) binnen het werkplein. Bovendien is altijd een goed samenspel met de reintegratieconsulenten van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Ede nodig. De consulent voert de regie over het traject dat Voorwerk uitvoert. Zo is Voorwerk onderdeel van de totale re-integratieketen. En daarmee is er tegelijk sprake van diverse afhankelijkheidsrelaties. Voorwerk is opdrachtnemer van de gemeente Ede, afdeling Werk, Inkomen en Zorg. Omdat de gemeente voor 100% opdrachtgever is, kan de gemeente zonder aanbestedingsprocedures opdrachten bij Voorwerk plaatsen. De statuten laten toe dat maximaal 10% van het totaal aan activiteiten door andere opdrachtgevers wordt geplaatst. Zo voert Voorwerk voor het UWV voortrajecten WW en arbeidsgehandicapten uit en voor de gemeente Wageningen start wellicht binnenkort de Klussendienst. In dit hoofdstuk staan de verschillende doelen en activiteiten van Voorwerk verder uiteengezet. 1.1. Doelstelling Voorwerk Voorwerk wil zoveel mogelijk mensen met een bijstandsuitkering een kans geven voldoende werknemersvaardigheden te ontwikkelen, om zo de stap naar werk te kunnen maken. Dit doen zij door een “echte” werksituatie zoveel mogelijk na te bootsen. Daarbij zijn de achterliggende doelstellingen: • het bevorderen van de aansluiting met de arbeidsmarkt dan wel het voorkomen van een (nog grotere) afstand door het aanbieden van maatschappelijk nuttige werkzaamheden; • het ontwikkelen van de persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid van mensen met een uitkering tot het hoogst haalbare niveau; • het bieden van ondersteuning aan kwetsbare burgers in de wijken en aan organisaties die op wijkniveau een bijdrage leveren aan de sociale infrastructuur van de gemeente Ede; 1.2. Activiteiten, doelgroep en rol van Voorwerk gericht op re-integratie Vaak start een opdracht aan Voorwerk vanuit de behoefte van de re-integratieconsulent om de onduidelijkheden die vanuit diens intake met de klant zijn ontstaan, verder in beeld te brengen en deze te ontwikkelen. Denk daarbij aan het ontbreken van bepaalde werknemersvaardigheden of een nadere medische of psychische diagnose. Voorwerk pakt dit op binnen Work First, het oriëntatie- of diagnosetraject. De gemeente vraagt dit vooral aan voor mensen die voor het eerst een bijstandsaanvraag indienen. Ook kan het gaan om mensen die al langere tijd op een bijstandsuitkering zijn aangewezen en die opnieuw een re-integratietraject ingaan. Het oriëntatietraject duurt 8 weken. Het is te zien als een ‘uitgebreid assessment’. Doel is om ontwikkelmogelijkheden en aandachtspunten van klant te leren kennen en deze verder te verbeteren. Er is daarbij ook aandacht voor persoonlijke wensen en motivatie van de klant. Om de uitstroom naar werk uiteindelijk te kunnen maken, is het belangrijk dat klanten daadwerkelijk leren werken. Voorwerk stoomt hen via ‘oefenwerk’ klaar voor regulier werk. Bijvoorbeeld door klanten werkervaring te laten opdoen of hen te laten werken in een baan met loonkostensubsidie. Voor dit doel beschikt Voorwerk over de volgende trajectsoorten:
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 2
1
• Participatiebaan: werken met behoud van uitkering . Het traject duurt maximaal een jaar. Doel is het opdoen van werkervaring, evenals het aanleren van voldoende werknemersvaardigheden. Met deze bagage zou een klant in principe bemiddeld kunnen worden naar een baan (via WGSL); 2 • Detacheringsbaan: gesubsidieerde baan (voorheen Doorstroombaan) . Traject van maximaal een jaar. Klant komt in dienst bij Voorwerk tegen het minimumloon en wordt gedetacheerd bij een werkgever, met als doel uiteindelijk naar regulier werk uit te stromen. Soms is dit laatste zetje nodig om een werkgever over de streep te halen iemand aan te nemen; • Taalstage ikv inburgeringstraject; het oefenen van de Nederlandse taal in een werksituatie; • Jongerentraject WIJ; jongeren worden letterlijk in beweging gebracht, integrale benadering: beweging, opleiding, begeleiding, opdoen gerichte werkervaring. De rol van Voorwerk ligt er in om vanuit de verwijzing van de re-integratieconsulent verder te werken aan de werknemersvaardigheden van de klant, zodanig dat deze een start kan maken op de arbeidsmarkt. Dit gebeurt door de klant te laten werken op een zo passend mogelijke leerwerkplek en de klant te trainen en te begeleiden in het opdoen van diverse vaardigheden. Indien dat niet binnen een van de werkprojecten van Voorwerk zelf gebeurt, maar bij een reguliere werkgever, koppelt de werkgever de ontwikkelingen terug aan de trajectbegeleider van Voorwerk. De trajectbegeleider van Voorwerk begeleidt de klant, gaat na wat er aan ondersteuning nodig is om de klant op weg naar werk te helpen en organiseert dat zo mogelijk direct. Periodiek koppelt de trajectbegeleider diens bevindingen terug aan de re-integratieconsulent van de gemeente, welke een ondersteunende rol heeft bij het inzetten van andere faciliteiten rond arbeidsbemiddeling van klanten zoals kinderopvang, schuldhulpverlening, inkomensondersteunende regelingen en hulpverlening. Om de diversiteit in werksoorten en doorgroeimogelijkheden te vergroten, beschikt Voorwerk over een groot aantal werkplekken. Zowel binnen de eigen projecten Re-Bike en Service voor de Wijk als bij andere organisaties (bijlage 1). Deze variëren in moeilijkheidsgraad. Hier doen mensen voornamelijk werkervaring op. De detacheringsbanen liggen met name bij het reguliere bedrijfsleven. 1.3. Activiteiten ondersteunend aan Wmo-doelstellingen Buiten de re-integratiedoelstelling is bij een deel van de activiteiten van Voorwerk ook sprake van verbetering van de kwaliteit en leefbaarheid binnen de wijk. Dit is zichtbaar binnen Service voor de Wijk en Re-Bike. Service voor de Wijk is in samenwerking met Woonstede, Vilente, Opella en de gemeente Ede opgezet. Het biedt specifieke dienstverlening aan burgers die dat nodig hebben, zoals hulp bij boodschappen doen of bezoek aan huisarts en een klussendienst. Dit product kan de burger zelf inkopen door middel van een dienstencheque, de prijs is afhankelijk van het besteedbaar inkomen van de burger. Re-integratie is hier gekoppeld aan Wmo-doelstellingen (prestatieveld 1: leefbaarheid en sociale samenhang, prestatieveld 4: mantelzorg en vrijwilligers, prestatieveld 5 en 6: participatie van mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem). Ook is Service voor de Wijk bij uitstek geschikt voor activeringstrajecten. Het zorgt voor een zinvolle dagbesteding voor mensen met een uitkering voor wie werken (nog) niet aan de orde is. De doelen van Service voor de Wijk zijn onder meer: • het aanbieden van diensten ten behoeve van de zwakkere doelgroepen in de samenleving om de zelfredzaamheid te vergroten; • het ondersteunen van organisaties en functies op wijkniveau, die een bijdrage leveren aan de sociale infrastructuur van de gemeente Ede; • het verbeteren van het woon- en leefgenot in de wijk. Re-Bike is een samenwerkingsverband met ROC A12 en ROB van de gemeente. Samen met ROB halen medewerkers van Voorwerk fietsen uit de openbare ruimte die te lang of verkeerd geparkeerd staan. En recyclen deze daarna tot bruikbare, te verkopen fietsen voor burgers van Ede. Re-Bike heeft dan ook meerdere doelstellingen: het biedt praktische leer- werkplekken aan jongeren om hun interesse te toetsen voor technische beroepen. Vooral voor de groep jongeren die dreigt uit te vallen bij het ROC. Re-Bike biedt structuur en meer individuele begeleiding. Re-Bike is ook een van de reintegratiewerkplaatsen waar jongeren die zich melden voor een WIJ-uitkering, een traject aangeboden kunnen krijgen. En ook de leefomgeving profiteert ervan als er minder ‘zwerffietsen’ staan.
1 2
VW betaalt voor grote groepen een vergoeding aan de werkgever voor begeleiding van de klant, i.c. aan Belmont en Permar klant is in dienst van Voorwerk en wordt gedetacheerd naar de werkgever, die een inleenvergoeding betaalt aan Voorwerk
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 3
1.4. Resultaten Voorwerk Voorwerk draagt bij aan het bemiddelbaar maken van jongeren tot 27 jaar en van ouderen tot 65 jaar. Beide klantgroepen zijn uitkeringafhankelijk van de gemeente. Voorwerk krijgt van de afdeling Werk en Inkomen die klanten aangeleverd, waarvan de re-integratieconsulent verwacht dat er een ontwikkeling mogelijk is op de participatieladder. En waarvan verwacht wordt dat ze het niet op eigen kracht redden. Klanten die (vrijwel) direct bemiddelbaar zijn, verwijst men rechtstreeks door naar het WGSL voor bemiddeling. Het kan dus betekenen dat pas na doorverwijzing naar Voorwerk blijkt dat de klant niet op tijd kan komen, of dat iemand veel psychische problemen heeft. Het kan ook zijn dat dan pas medische beperkingen kunnen worden vastgesteld. Het bestaan van multi-problematiek bij klanten kleurt de resultaten van de inzet van Voorwerk. Voorwerk heeft als doelstelling er voor te zorgen dat mensen toegerust zijn om de arbeidsmarkt te kunnen betreden. Voorwerk werkt daarbij onder meer aan het vaststellen van de mogelijkheden van de klant, en zet werkervaring, scholing, begeleiding en zo nodig hulpverlening in. Soms kan er ook sprake zijn van handhavingstrajecten met als doel grip te krijgen op het rechtmatig verstrekken van een uitkering. Het doel kan ook zijn vrijwilligerswerk (activering), als regulier werk (nog) niet mogelijk is. Kortom, de resultaten zijn afhankelijk van het doel van het traject. Het hoogst haalbare resultaat voor Voorwerk is het ‘opleveren’ van een bemiddelbare klant. Het is echter de taak van een andere partner binnen de re-integratieketen, het WGSL, om een klant uiteindelijk te bemiddelen naar werk. Al kan Voorwerk soms ook klanten direct op vacatures plaatsen die via hun eigen netwerk bekend zijn. Voor Voorwerk is het dus wezenlijk om goed samen te werken met het WGSL. Pas daarna kan het ultieme resultaat binnen re-integratie worden behaald: uitstroom naar regulier werk. Dit is met name mogelijk bij een goed samenspel tussen alle ketenpartners. Interpretatie resultaten in 2010 Voorwerk voerde 535 trajecten uit in 2010 (zie tabel in bijlage 2), voor in totaal 390 klanten. Hiervan doorliep een aantal klanten meerdere opeenvolgende trajecten. Voor 67 mensen gold dit. Daarvan volgden er 59 twee trajecten achtereen om zodoende ‘op te klimmen’ richting arbeidsmarkt. De andere 8 klanten stapelden 3 trajecten (van oriëntatietraject naar participatiebaan tot detacheringsbaan). Hierbij is vooral ook het vermelden waard dat er in 2010 uiteindelijk 91 klanten zijn uitgestroomd naar regulier werk (arbeidscontract voor minimaal half jaar, zonder verdere ondersteuning of loonkostensubsidie), er 57 klanten hun uitkering hebben beëindigd en er 25 nieuwe detacheringsbanen zijn ingezet. Voorwerk heeft daarmee een aandeel van 151 (91+57+25-22) in de in totaal 657 klanten die zijn uitgestroomd uit de uitkering in 2010. Hierbij tellen we namelijk niet degenen mee die vanuit een detacheringsbaan uitstroomden naar regulier werk (22). Deze klanten stroomden immers al in 2009 uit de uitkering. Bij het aanvaarden van een detacheringsbaan krijgt men immers een dienstverband bij Voorwerk, en heeft dan geen uitkering meer. Van het aantal dat is uitgestroomd uit de uitkering, is het directe aandeel van Voorwerk echter niet altijd even duidelijk aan te geven. Een klant kan namelijk ook verhuizen, of tijdens het participatietraject tegelijk zijn bemiddeld door het WGSL. In dat geval heeft Voorwerk een wat minder directe of gedeeltelijke bijdrage in de uitstroom van de klant. Hieruit concluderen we dat in 2010 door Voorwerk 23% van de klanten uit de uitkering stroomt (geldt voor 151 van de 657 klanten). De resterende groep is vooral bemiddeld naar werk door het WGSL, heeft zelf werk gevonden of is om een andere reden uit de uitkering gestroomd. Het is echter lastig aan te geven welk direct aandeel Voorwerk heeft in het resultaat van 23%, zoals hierboven aangegeven. Bovendien ligt hun bijdrage met name in het arbeidsrijp (bemiddelbaar) maken van klanten en de maatschappelijke bijdrage in de wijk. Dat is moeilijk weer te geven in cijfers. Tot slot blijkt hier ook uit dat de klanten van Voorwerk een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Er is veel investering nodig, namelijk vaak verschillende langdurige trajecten, om de stap naar werk te kunnen maken. Voor het totale beeld zijn ook nog bijlagen 3 en 4 bijgevoegd. Deze geven de totale kostenverdeling rond Voorwerk weer (op basis van begroting 2010), evenals het organogram van Voorwerk.
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 4
2.
Beeld stakeholders van Voorwerk
Welk beeld hebben verschillende belangrijke stakeholders van Voorwerk? En hoe waarderen ze de verschillende activiteiten? Zien ze daar nog verbeterpunten? Ondermeer de antwoorden op deze vragen komen hier aan de orde. Daarna spreken klanten zich uit over hun ervaring met Voorwerk. 2.1. Sterke punten (beelden en meningen stakeholders) In deze paragraaf leest u wat een aantal stakeholders als sterke punten van Voorwerk zien. Zie bijlage 5 voor een overzicht van de geïnterviewde personen. Deze punten zijn dus de mening van de verschillende stakeholders. Men vindt de volgende punten sterk aan Voorwerk: •
•
•
• •
• •
•
•
Veel stakeholders vinden dat Voorwerk een sterk netwerk binnen Ede heeft en een goed 3 imago. Wat men ook positief vindt is dat er in de Raad van Advies steeds meer grote werkgevers te vinden zijn; Wat stakeholders sterk vinden aan de diagnosefase is dat het effectief is om werknemersvaardigheden aan te leren. Bovendien voorkomt Work First instroom in de uitkering. Bij de start van Work First herriep een derde van de klanten hun uitkeringsaanvraag; Het jongerentraject WIJ ziet een aantal stakeholders als een succes. Dit omdat er sprake is van een sterke regie op de jongere, er vooral een duidelijk doelperspectief aan verbonden is en er een goede samenwerking met WIZ is. Het is in samenwerking tot stand gekomen; Veel stakeholders ervaren dat de communicatie met de directeur professioneel verloopt en vinden dat de trajectbegeleiders vakkundig en bekwaam zijn; Ook het zorgproject met Opella en Vilente ervaart men als succesvol. Dit onder meer vanwege het samen optrekken bij selectie van de ‘leerlingen’, en de goede resultaten om uit te stromen naar regulier werk; Een aantal stakeholders vindt dat Re-Bike veel potentie heeft. Met name omdat er vraag is naar technisch geschoold personeel en de maatschappij en het milieu ervan meeprofiteren; Service voor de Wijk wordt door stakeholders beoordeeld als positief omdat het bijdraagt aan belangrijke maatschappelijke doelen: doordat bijvoorbeeld voortuintjes nu bijgehouden worden voorkomt het overlast, het voorkomt eenzaamheid onder ouderen, het draagt bij aan een schone leefomgeving etc. Ook vindt men het positief dat hierdoor werk wordt gedaan dat andere organisaties zelf niet meer kunnen uitvoeren vanwege bezuinigingen; Het feit dat Voorwerk een gemeentelijke stichting is, heeft als voordeel dat flexibeler producten ontwikkeld kunnen worden die inspelen op de steeds veranderende eisen die het sociale werkveld met zich meebrengt, vindt een aantal stakeholders; Stakeholders vinden dat het inderdaad belangrijk is om te gaan werken waardoor het weer mogelijk wordt aan regulier werk te komen. Dit ziet men als een effectieve manier.
2.2. Genoemde aandachts- en ontwikkelpunten (volgens stakeholders) Vanzelfsprekend noemden de stakeholders ook een aantal aandachts- en ontwikkelpunten voor Voorwerk. Men vindt dat Voorwerk zich hierin zou kunnen ontwikkelen: • Ontwikkel als Voorwerk een regionale functie met veel schaalvoordelen. Een dergelijk samenwerkingsverband levert kostenbesparing op en veel gemeenten profiteren mee; • Leg meer ondernemerschap aan de dag. Een aantal stakeholders opperde het om activiteiten meer winstgevend te maken. En om hierbij ondernemend te zoeken naar mogelijke samenwerkingsverbanden en efficiencyslagen. • Stakeholders vinden dat Voorwerk een beter samenspel binnen de re-integratieketen zou kunnen ontwikkelen. Mogelijke voorbeelden: een geïntegreerde intake of nauwere samenwerking op bemiddeling c.q. zoeken naar werkgevers. Maar ook eerder het WGSL inschakelen en betere afstemming met consulenten re-integratie. Tegelijk kan ook de regievoering van re-integratieconsulenten strakker; • Maak de trajecten meer doelgericht. Met name participatie- en detacheringsbanen kunnen doelgerichter, aldus de stakeholders. Zodat het voor de klant duidelijker is wat het doel is van het traject en zodat de klant de beschikbare tijd zinvol benut.
3
In de Raad van Advies van Voorwerk zijn verschillende organisaties uit het Edese maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven vertegenwoordigd. Zie bijlage 7 voor een overzicht. Deze organisaties denken mee over arbeidsmarktrelevante projecten, nemen klanten op in hun midden etc. Ongeveer vier maal per jaar komt de Raad van Advies bijeen.
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 5
2.3. Uitspraken klanten Ook spraken we met een aantal klanten van Voorwerk. Hun uitspraken vindt u in bijlage 6. Samen met enkele foto’s van de klanten. Er springt uit dat klanten dankbaar zijn dat ze weer kunnen meedoen aan de maatschappij. En op hun manier hun steentje kunnen bijdragen.
3.
Aandachtspunten
Op basis van het voorgaande volgt een aantal aandachtspunten om de huidige werkzaamheden van Voorwerk, mede in het kader van de bezuinigingen, zo in te richten dat ze mede kunnen dienen als vertrekpunt voor de herijking van het toekomstig beleid. Dit alles bezien vanuit de verschillende functies die Voorwerk heeft rond re-integratie. 3.1. Functies Voorwerk De activiteiten van Voorwerk dragen bij aan de volgende functies rond re-integratie: • het re-integreren van Wwb-uitkeringsgerechtigden middels: - diagnose van de uitgangssituatie van de klant (oriëntatie, Work First). De re-integratieconsulent levert het beeld van de klant aan. Voorwerk complementeert het beeld en beantwoordt onduidelijkheden; - training van werknemersvaardigheden; - (mede) stimuleren en faciliteren van werkervaringsplaatsen; onderhouden netwerk voor creëren werkplekken, acquisitie voor werkplekken waar klanten werkervaring kunnen opdoen; - begeleiding van klanten tijdens opdoen van werkervaring; - samenspel met opdrachtgever (gemeente Ede en werkgevers) en klant. • bijdragen aan Wmo-doelstellingen: stimuleren zelfredzaamheid burgers in de wijk, leefbare leefomgeving, voorkomen eenzaamheid, participatie Wwb’er als uitstroom naar werk (nog) niet mogelijk is, uitvoeren werk dat niet meer wordt uitgevoerd door andere partijen in de wijk. 3.2. Aandachtspunten Op basis van de voorgaande verzamelde gegevens komen we tot onderstaande aandachtspunten voor de functies waaraan Voorwerk bijdraagt. Deze zijn onderverdeeld in diagnose, de leerwerksituatie en samenwerking in de re-integratieketen. Alsook de rol die Voorwerk speelt in de wijk. Op het einde trekken we een allesomvattende conclusie. 1. Diagnose Een goede diagnose is van belang. Wat kan Voorwerk doen? Richt oriëntatiefase/Work First (WF) anders in - elk traject krijgt een oriëntatiefase op maat, ook het WIJ-traject. - kort de oriëntatiefase in tot 4 weken (ipv nu 8 weken). Dit kan door de intake van reintegratieconsulent te verbeteren. Verleng WF alleen als dat nodig is; - voor nieuwe klanten is WF effectief bij het voorkomen van instroom in de uitkering. - integreer WF zo mogelijk met het participatiebaan-traject (diagnose tijdens participatiebaan). • Maak eerder duidelijk of een klant überhaupt nog aan het werk kan Het zou mogelijk moeten zijn na 3 maanden te constateren of iemand nog aan het werk kan. Bouw vervolgens tijdens het traject voldoende ijkpunten in om te constateren of het überhaupt zinvol is om het traject te vervolgen. Op basis hiervan dient een gegronde beslissing over het vervolgtraject te worden genomen; •
2. Leren werken Met het opdoen van werkervaring wordt een klant arbeidsrijp. Wat kan Voorwerk hier doen? •
Maak participatiebanen meer doelgericht Doorlooptijd van dit traject standaard inkorten naar 6 maanden, verlenging in voorkomende gevallen tot maximaal een jaar. Eerder afstemming zoeken met WGSL (bemiddelbaarheid klant), de participatiebaan kan dan zo nodig nog wel doorlopen. Niet per definitie participatiebaan inzetten, ook kijken naar mogelijkheid terugmelden WGSL of inzet detacheringsbaan. Door kortere duur van het traject ligt de focus meer op het doel van het traject: bemiddelingsrijp maken voor uitstroom naar werk. Maak dit perspectief ook beter duidelijk aan de klant;
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 6
•
Herijk de detacheringsbaan Kort ook dit traject in tot maximaal 2*3 maanden. Het is daarbij haalbaar het aandeel loonkostensubsidie terug te brengen van 75% naar 50%. Er is hiervoor draagvlak bij werkgevers omdat werknemers vaak ook een hogere verdiencapaciteit hebben. Alternatief is het instellen van een staffel op basis van verdiencapaciteit. Zet de detacheringsbaan alleen in bij klanten die uiteindelijk kunnen doorstromen naar regulier werk. En die voldoende meerwaarde hebben voor werkgever. Deze dient daar immers voor te betalen. Onderhandel met de werkgever over het in dienst nemen na afloop van de detacheringsbaan. Bemiddeling is uiteindelijk de rol van het WGSL (zie hieronder). Voorwerk dient hierin dus ook goed en tijdig af te stemmen met het WGSL;
3. Samenwerking in de keten Voorwerk maakt deel uit van de totale re-integratieketen. Wat kan Voorwerk hierin doen? •
Maak de overgang van traject naar traject zo vloeiend mogelijk Voor klanten is het cruciaal dat de overgang van het ene naar het andere traject zo vloeiend mogelijk verloopt. Bijvoorbeeld als duidelijk is dat iemand niet (regulier) aan het werk kan, dat dan vlug een activeringstraject wordt ingezet. Of dat er snel sprake is van een detacheringsbaan als iemand een participatiebaan heeft afgerond. Een aantal stakeholders liet weten op dit vlak verbeterpunten te zien. Dit betekent dat Voorwerk goed schakelt tussen WIZ (opdrachtgever; voert klantregie) en WGSL (bemiddeling). Het doel hiervan is om trajecten te versnellen en slimmer verschillende trajecten in te zetten, zo nodig naast elkaar.
4. Bijdrage aan Wmo- en andere doelstellingen Een aantal activiteiten van Voorwerk heeft bredere doelstellingen dan re-integratie. Wat zien we hier? •
Betaalbaarheid bijdrage Voorwerk aan versterking sociale infrastructuur Het participatiebudget wordt dusdanig uitgehold dat doelstellingen breder dan re-integratie (Wmo bijvoorbeeld) niet langer kunnen worden bekostigd. Bij de activiteiten die bredere doelstellingen dragen, met name Service voor de Wijk en Re-Bike, is ook sprake van verantwoordelijkheden van andere partijen. Voorwerk c.q. gemeente kan om tafel gaan met deze partijen om ook proportioneel aan deze activiteiten bij te dragen. Denk daarbij aan inzet van Wmo-gelden of ROBmiddelen, meer winstgevende activiteiten of bijvoorbeeld een hogere bijdrage van werkgevers.
5. Algemene aandachtspunten • Handhaaf in ieder geval een aantal succesvolle activiteiten Dit geldt voor het WIJ-traject voor jongeren, het WF-traject voor nieuwe klanten en het zorgproject met Vilente en Opella. Re-Bike heeft ook veel potentie en verknoopt verschillende doelen. Ook over Service voor de Wijk bestaat veel enthousiasme. Er worden echter wel vraagtekens gezet bij de betaalbaarheid van deze twee laatste projecten (zie punt hieronder); • Heroverweeg een aantal projecten in het kader van betaalbaarheid Met name de activiteiten die ook ondersteunend zijn aan Wmo-doelstellingen, lijken onbetaalbaar te worden als de budgetten danig inkrimpen (Service voor de Wijk en Re-Bike). Daarbij zoeken naar alternatieven of samenwerking. Een alternatief voor Re-Bike is het overnemen van taken door Restore/ACV, zoals dat binnen gemeente Veenendaal gebeurt. Restore heeft daar een kringloopwinkel waar ook tweedehands fietsen worden gerepareerd door vrijwilligers. Services voor de Wijk zou wellicht dienen in te krimpen, op zoek te gaan naar medefinanciers of slimme vormen van samenwerking in de wijk. Alternatief om kosten te besparen is trajecten (meer) winstgevend te maken. Of om activiteiten af te stoten die te veel kosten. Maak gebruik van ondernemers binnen RvA om te ondersteunen bij het winstgevender maken van activiteiten.
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 7
3.3. Eindconclusie In het licht van de bezuinigingen kijken we kritisch naar hoe we de klant zo effectief mogelijk toe kunnen leiden naar een duurzame arbeidsplaats. Dit betekent dat we de huidige dienstverlening op het gebied van re-integratie zullen indikken, vereenvoudigen en kijken wat nodig is vanuit de klant. De klant is geholpen met een goede diagnose, een praktische leerwerksituatie en bemiddeling naar regulier werk. Onder deze drie noemers hebben we de verschillende functies van Voorwerk tegen het licht gehouden, die resulteerden in voorgaande aandachtspunten. Nogmaals opgesomd: • Richt oriëntatiefase / Work First (WF) anders in • Maak eerder duidelijk of een klant überhaupt nog aan het werk kan • Maak participatiebanen meer doelgericht • Herijk de detacheringsbaan • Maak de overgang van traject naar traject zo vloeiend mogelijk • Betaalbaarheid bijdrage Voorwerk aan versterking sociale infrastructuur • Handhaaf in ieder geval een aantal succesvolle activiteiten • Heroverweeg een aantal projecten in het kader van betaalbaarheid Deze punten zijn dan tevens straks vertrekpunt voor de herijking van het totale re-integratiebeleid en de positionering van de verschillende relevante actoren hierin. Denk daarbij aan Voorwerk, Permar, het Werkgever Service Loket en het UWV. Tot slot worden de activiteiten die Voorwerk in de wijk verricht door de stakeholders als succesvol beoordeeld, al staat de betaalbaarheid hiervan ter discussie. Om deze activiteiten te kunnen blijven uitvoeren, dient samen met de partners in de wijk op zoek te worden gegaan naar een oplossing.
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 8
Bijlage 1 Werkplekken voor Work First (oriëntatietraject), participatiebaan, WIJ-traject, taalstage Wat Re-Bike
Met wie ROC, ROB
Activiteit Recycling van weesfietsen
Service voor de Wijk
Verrichten van diensten en klussen voor kwetsbare burgers in de wijk
Verhuisproject
Vilente, Opella, Woonstede, gemeente Ede Woonstede
Boedelruimingen
Restore
Zorgproject
Vilente, Opella, ROC
Ambassadeursproject
Gemeente Ede (inburgering), Welstede
Sport Service Ede
SSE
Onderhoud van sportaccommodaties en velden
Hotel Belmont (en voorheen Soep & Zo)
Leger des Heils
Meewerken in de horeca
Klussendienst met Wageningen
Gemeente Wageningen
Openluchttheater
ROB, EWZ en bestuur OLT Provincie Gelderland
Gezamenlijk optrekken in pilot met Wageningen Nog te starten project (verwachting voorjaar 2011) Fietsenproject mobiliteit De Valleilijn
Valleilijn fietsen
Evaluatie Voorwerk 10-05
Verstrekken van verhuismiddelen (karren, dozen) aan huurders van Woonstede Ophalen van herbruikbare boedels en uitruimen lege woningen Stage en opleiding in de zorg (MBO niveau 1 t/m 3) Inburgeraars motiveren nog niet ingeburgerden voor inburgeringscursus.
Bijzonderheden Redelijk beschermde werkomgeving met diverse werksoorten (sjouwwerk, fietsen maken, administratieve, commerciële activiteiten). Opleiding tot fietsenmaker (Innovam diploma) Gevarieerde werksoorten en taken. Diensten is een opstap voor vervolgopleiding in de zorg.
Administratieve werksoort (geldhandelingen en klantencontacten)
Beschermde omgeving zonder klantencontacten
Met baangarantie in de zorg. Meeste mensen doen basisopleiding op niveau 1 Veelal eerste werkervaring van recent ingeburgerde mensen. Ondersteund door trainingen op verschillende werknemers en sollicitatievaardigheden. Diverse werksoorten (kantine, onderhoud) bij sportaccommodaties in Ede. Vrijwel alleen oriëntatiebanen en participatiebanen pluseen aantal (oude) ID banen van WIZ Redelijk beschutte werkplekken (alcoholvrije en veraf gelegen) locatie met diverse werkzaamheden in de horeca of houtkloverij en tuin. Klanten van sociale dienst Wageningen werken mee in Service voor de Wijk in Ede Onderhoud van OLT (groen werkzaamheden) Bij Re-Bike worden fietsen op bestelling in kleur gemaakt voor De Valleilijn
Pagina 9
Bijlage 2
(reden beëindiging) Regulier werk (6 maanden) Einde traject VW: zorg Einde traject VW: reg. werk geen optie Einde traject VW: psychisch/fysieke beperking Einde traject VW: o.v.v. gemeente Stopzetting uitkering Verlenging traject oriëntatietraject Verlenging traject P-baan met 12 maanden Verlenging WI-traject Verlenging Detacheringsbaan Vervolgtraject = participatiebaan Aanvaarding Detacheringsbaan WSW-indicatie wachtlijst Administratieve fout Totaal
Toelichting tabel: Regulier werk Einde traject VW: zorg
Einde traject VW:
32 9 16 60 35 5
21 8 6 18 38 9
Totaal
(inburgering)
Taal-stage
(jongeren)
WIJ-traject
Detacheringsbaan
van uitkering)
Participatiebaan (werken met behoud
Trajecten Voorwerk 2010
Oriëntatietraject (verlengde diagnose)
Trajecten van Voorwerk in 2010
22
13 1
3 2
2 8
1 16 12
4 10 1
28 23 16 61 2 9 229
3 21 3 7 159
1 1 50
46
4 2 2 51
91 20 6 41 132 57 5 28 23 16 68 25 4 19 535
uitstroom naar betaald werk (zonder loonkostensubsidie) bij een reguliere werkgever met een arbeidsovereenkomst van tenminste een half jaar Traject afgesloten met als reden vervolg in zorgtraject omdat klant niet in staat is om richting werk te gaan (bijvoorbeeld verslavingszorg nodig) klant heeft het hoogst haalbare bereikt, maar stroomt niet uit naar regulier werk
reg. werk geen optie
Einde traject VW: psychisch/fysieke beperking
Einde traject VW: o.v.v. gemeente
Stopzetting uitkering
Verlenging Vervolgtraject = participatiebaan Aanvaarding DB Wsw-indicatie Administratieve fout
klant heeft door arts objectief vastgestelde fysieke of psychische beperkingen die werkaanvaarding belemmeren klant gaat terug naar gemeente (klant komt niet meer, opdrachtgever trekt opdracht in, vrijstelling in verband met kinderen enzovoort) stopzetting van de uitkering, bijvoorbeeld niet toegekend, stopzetting door samenwonen met verdienende partner, einde uitkering door verhuizing, detentie, fraude (na aantal maatregelen) doelstelling traject is binnen bereik, maar meer tijd nodig (alleen na toestemming van gemeente om te verlengen) aansluitend (na toestemming) vervolg in participatiebaan in loondienst van Voorwerk tegen inleenvergoeding gedetacheerd bij werkgever uitstroom naar wachtlijst Permar met indicatie sociale werkvoorziening diverse correcties (niet verschenen bij intake, omgeboekt naar ander traject en dergelijke)
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 10
Bijlage 3 Begroting Voorwerk 2010
Kostensoorten Oriëntatietraject Participatiebaan Detacheringsbaan Loonkostensubsidie detacheringsbaan Taalstage Intensieve plaatsingsondersteuning Project Service voor de Wijk Project ReBike Totaal
Evaluatie Voorwerk 10-05
Totaalbedrag € 498.000 672.038 57.182 292.788 266.957 28.740 174.770 130.150 €2.120.625
Pagina 11
Bijlage 4 Organogram Voorwerk
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 12
Bijlage 5 Lijst van geïnterviewde stakeholders:
-
Jolanthe Bothof
hoofd Werk en Inkomen gemeente Ede
-
Michiel van Vreeswijk
PVR team Re-integratie gemeente Ede
-
Irma Obdeijn
directeur Stichting Voorwerk Ede
-
Josette Planqué
trajectbegeleider jongeren Stichting Voorwerk Ede
-
Frits Dreschler
voorzitter Raad van Bestuur Stichting Voorwerk Ede
-
Rob Spiegelenberg
directeur Permar Sociaal Werkvoorzieningschap Ede
-
Jeroen Anbergen
hoofd Toezicht ROB gemeente Ede
-
Jaap Groeneveld
manager Vastgoedservice Woonstede
-
Rosalie van Schooneveld
coördinator re-integranten Belmont Leger des Heils
-
Abe Stienstra
teamleider Restore Kringloop / Afval Combinatie Vallei
-
Suzanne Schouten
praktijkbegeleider (P&O) Vilente
-
Frank Groen
registerarbeidsdeskundige UWV WERKbedrijf Arnhem
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 13
Bijlage 6 Wat zeggen klanten over Voorwerk
Leukst: contact met de mensen. En contact met de buitenwereld. Dat heb ik heel lang niet gehad. Het is heel fijn om dat weer te hebben. En om gewaardeerd te worden.
Waar ik heel blij van werd? Van die mevrouw die ik naar het theater (Cultura) vergezelde. Ze lachte en huilde tegelijk van blijdschap dat ze erheen kon gaan. En ik genoot ook: het was voor mij de eerste keer in het theater! Daar was ik nog nooit geweest. Ik wist niet wat ik zag.
Het gehele pakket van Voorwerk zit goed in elkaar, vanaf het begin van het traject.
Het is leuk dat de werkzaamheden zo divers zijn!
Ik heb een Ik hou van mijn werk! En ik baal ervan als ik weekend heb. Ik ga de zorgopleiding doen! Ik heb een kindje van 2 ½ jaar en ik wil een diploma hebben.
Het helpt mij wel, ik voel me lekker thuis. En er wordt goed naar je geluisterd.
verkeerde periode achter de rug. Het gaat nu al anderhalf jaar beter. En ik ben weer trots op mezelf. Sinds 3 weken werk ik hier. Als ik nu ’s morgens wakker wordt, ben ik blij weer een doel te hebben. Straks hoop ik weer een echte baan te hebben.
Gisteren een leuke dag gehad: mooi weer en een lekkere bak soep tussen de middag. Dingen om te waarderen. Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 14
Bijlage 7 Overzicht van deelnemende organisaties in de Raad van Advies van Voorwerk
Opella, de heer H. Bolks Hoofd P&O Permar WS, de heer R. Spiegelenberg Algemeen Directeur Welstede, de heer P. Elferink Algemeen Directeur Woonstede, de heer J. Groeneveld Bedrijfsleider Vastgoedservice Vilente, mevrouw J. van Vliet Directeur De Medewerker, mevrouw I. van Donkelaar Directeur Gemeente Ede, mevrouw J. Bothof Hoofd Werk en Inkomen ROC A12, mevrouw E.A.M. Schöningh Lid Raad van Bestuur opleiding Revabo, de heer W. van der Meer Voorzitter van de opleiding Revabo in Oosterbeek Afvalcombinatie, de heer W. Koenderman Directeur Plantion, de heer P. Bakker Directeur Operations ’s Heeren Loo, mevrouw A.K. van Eijk Regiomanager Schipper Security, de heer E. Diepenbroek Directeur bedrijfsdiensten Ziekenhuis Gelderse Vallei, de heer D. van Starkenburg Voorzitter Raad van Bestuur En de leden van het bestuur van Voorwerk: Frits Dreschler (directeur Publiekszaken gemeente Ede) Hans Jansen (medewerker ontwikkeling stafafdeling EWZ gemeente Ede) Henk-Jan Baakman (hoofd Realisatie en Beheer gemeente Ede)
Evaluatie Voorwerk 10-05
Pagina 15