Statenvoorstel nr. PS/2014/341 Initiatiefvoorstel Code Maatschappelijke Participatie
Datum
Inlichtingen bij
23 april 2014
mevrouw G.J. Overmeen-Bakhuis
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Initiatiefvoorstel Code Maatschappelijke Participatie Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2014/341 II. Code Maatschappelijke Participatie, Eerder, breder en beter, 18 maart 2013 III. Participatieladder
Samenvatting van het voorgestelde besluit Met dit initiatiefvoorstel onderschrijven PS het belang van maatschappelijke participatie. PS vragen aan GS om de keuze voor het niveau van participatie, de onderbouwing hiervan en het moment van participatie en de voortgang m.b.t. participatie te formaliseren en te integreren in bestaande processen zodat communicatie hierover met PS vroegtijdig plaatsvindt. PS vragen GS om beginselen/voorwaarden voor een goed participatieproces vast te leggen in een code maatschappelijke participatie en de landelijke Code Maatschappelijke Participatie, Eerder, breder en beter, hierbij als voorbeeld te nemen. In dit initiatiefvoorstel wordt aangegeven wat in ieder geval in de code moet zijn geregeld. Voor oktober 2014 wordt een door GS opgestelde code maatschappelijke participatiecode verwacht.
Inleiding en probleemstelling Veranderende rol van de overheid De rol van de overheid en dus ook de provincie verandert. De markt en overheid zijn niet alleen in staat om alle maatschappelijke problemen op te lossen. De samenleving zelf is een belangrijke andere partner. Mensen zijn beter op de hoogte en weten elkaar onder andere door social media sneller te vinden om voor een gezamenlijk belang de handen in een te slaan. Burgerparticipatie expliciet genoemd in coalitie-akkoord In het coalitie-akkoord “Kracht van Overijssel” wordt burgerparticipatie door Gedeputeerde Staten expliciet genoemd:
“Burgerparticipatie, dichter bij burgers: inwoners van Overijssel nodigen we actief uit hun deskundigheid, ideeën en verwachtingen ten aanzien van opgaven die de leefomgeving van Overijsselaars direct raken en waarvoor de provincie aan de lat staat met ons te delen. Daarvoor zoeken we al dan niet samen met collega-overheden actief en eigentijds (inclusief social media) de dialoog met Overijsselaars. Deze burgerparticipatie moet met name aan de voorkant van activiteiten invulling krijgen; dat is het moment waarop de inbreng maximaal betekenis kan krijgen.” Daarom wordt er vanuit het programma van Overijssel 20xx gewerkt aan nieuwe rollen voor de overheid om de kracht van de samenleving te versterken. Vier thema’s: Andere overheid, grote burger Het maken van nieuwe verbindingen, coöperaties De bestuurder en de volksvertegenwoordiger van 20xx; wie zijn dat Nieuwe vormen van noaberschap Een leidraad voor het stroomlijnen van participatie en verwachtingen is daarbij van wezenlijk belang. Voordelen goed participatieproces Een goed participatieproces leidt tot betere plannen (kennis vanuit de samenleving wordt beter benut), meer draagvlak, meer betrokkenheid (belanghebbenden hebben mogen meedenken) en meer snelheid bij de totstandkoming. Wat gebeurt er op dit moment aan burgerparticipatie binnen de provincie bij infraprojecten Bij infrastructurele projecten betrekt de provincie vaak de belanghebbenden bij de planvorming. In zijn algemeenheid gaat dit goed (wordt gewaardeerd door de omgeving). Dit blijkt ook uit de evaluatie die door GS is uitgevoerd naar het participatieproces van de N340/N48 en N377. Het proces rond de N348 laat echter ook zien dat de verwachtingen van tevoren en tijdens het proces niet altijd stroken met de werkelijkheid. Gecombineerd met een veelheid aan belangen geeft dit onvrede over het proces en beperkt dit het draagvlak voor de gekozen oplossingen. Rond de opwaardering van de N34 (Witte Paal – Coevorden) is rond de besluitvorming door PS nog het project van een onderdoorgang ter hoogte van de Lentersdijk mogelijk gemaakt. De uitwerking is een goed samenspel geweest van het plaatselijk belang Rheezerveen/Heemserveen, ambtelijk en de Staten met een goed resultaat. Toch zou borging van deze initiatieven eerder in het proces goed zijn voor de procesgang. Het evaluatieonderzoek gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. noemt als aanbeveling 3 ook het opstellen van een kader voor grote projecten. Een participatiecode zou onderdeel uit kunnen maken van een dergelijk kader. De Provinciale Staten hebben zelf ook een aantal initiatieven ontwikkeld om te komen tot betrokkenheid van belanghebbenden en het maken van goede plannen. Een voorbeeld hiervan is de problematiek van provinciale weg N760 door de kern Kamperzeedijk. Het plan is gemaakt samen met alle betrokkenen. Maar ook de verwachtingen over de uitvoering zijn duidelijk gecommuniceerd. Ook met het aannemen van dit voorstel blijft de politiek medeverantwoordelijk om met burgers na te denken over dergelijke initiatieven. Initiatiefnemers willen dat provincie nog verder gaat De initiatiefnemers stellen voor dat de provincie nog een stapje verder gaat dan zij nu al doet met betrekking tot communicatie/participatie. Op dit moment is sprake van maatwerk bij elk infrastructuurproject. Voor (vrijwel) ieder project wordt een eigen communicatieplan gemaakt. Dit is echter niet (van tevoren) inzichtelijk voor PS.
Inhoud initiatiefvoorstel Participatie formaliseren en integreren in de processen bij de provincie Wij stellen voor dat in elk kaderstellend besluit over infrastructuur en gebiedsontwikkelingsprojecten dat wordt voorgelegd aan PS in een participatieparagraaf wordt toegelicht op welk niveau van participatie wordt ingezet, op welk moment en waarom(bijvoorbeeld participant is informant/toeschouwer, adviseur beginspraak, adviseur
2 Statenvoorstel
nr. PS/2014/341
eindspraak, medebeslisser, etc.). De keuze voor het niveau van participatie betekent ook een keuze voor een daarmee overeenkomende bestuursstijl. Door de vroegtijdige communicatie weten zowel PS als de belanghebbenden van tevoren op welke wijze de belanghebbenden worden betrokken. Dit zorgt voor meer openheid en voor duidelijke verwachtingen. In elk investeringsbesluit over infrastructuur en gebiedsontwikkelingsprojecten dat wordt voorgelegd aan PS zouden wij graag een participatieparagraaf zien, waarin staat hoe met de verschillende belangen is omgegaan en hoe men is gekomen tot de besluitvorming. In deze paragraaf moet ook het eventuele vervolg van het participatieproces worden beschreven. PS kan door middel van de provinciale monitor tussentijds geïnformeerd worden over de participatie bij de projecten. Opstellen Code: beginselen/voorwaarden waaraan participatieproces moet voldoen Naast het formaliseren en integreren van de communicatie over participatie in de processen, stellen wij voor dat GS een code maatschappelijke participatie opstelt met daarin beginselen/voorwaarden waaraan een goed participatieproces moet voldoen. De code is geen blauwdruk hoe participatie er uit zou moeten zien, maar geeft hier richting aan. De code geeft houvast aan een participatieproces: waar zou een participatieproces tenminste aan moeten voldoen. Op landelijk niveau is een maatschappelijke participatiecode opgesteld (Code Maatschappelijke Participatie, Eerder, breder, beter, 18 maart 2013). Deze code kan als voorbeeld dienen voor de provinciale code maatschappelijke participatie. De “landelijke” code is als bijlage II aan dit initiatiefvoorstel gevoegd. In de provinciale code moet tenminste het volgende opgenomen zijn: •
Het onderschrijven van de drie elementen uit de landelijke code: 1. 2. 3.
• •
Inbreng van de maatschappij wordt gedurende het gehele planproces meegenomen; Maatschappelijke initiatieven worden met dezelfde zorg als overheidsinitiatieven behandeld; Participatieproces is transparant.
Overweeg van tevoren vroege betrokkenheid van de samenleving, zodat nog wat kan worden gedaan met de inbreng. Bepaal het niveau van participatie aan de hand van de participatieladder. In de afbeelding hieronder zijn de verschillende rollen van de participant en de bestuursstijl (rol van het bestuur) opgenomen (zie ook bijlage III):
3 Statenvoorstel
nr. PS/2014/
•
• •
•
•
Beschrijf in de code duidelijk wat elk niveau van participatie inhoudt en betekent voor de rol van participant, bestuurder en ambtenaar. Het niveau van participatie moet passen bij de bestuursstijl en andersom. Onderbouw de keuze voor het niveau van participatie, het moment van participatie en de wijze van uitvoering in een participatieparagraaf in het kaderstellend voorstel zodat PS dat kunnen beoordelen. Dit kan vervolgens ook gecommuniceerd worden met burgers en belanghebbenden. Bij de onderbouwing van de keuze van het participatieniveau gebruik maken van een aantal standaardcriteria zoals omvang van het project, hoeveelheid betrokkenen, complexiteit van het beleidsprobleem etc. Deze criteria hoeven geen drempels of wegingsfactoren in te houden. Van te voren moet echter wel duidelijk zijn welke criteria een rol spelen bij de afweging. Besteed ruim aandacht aan het in beeld krijgen van alle belanghebbenden zodat in een vroeg stadium alle belanghebbenden betrokken worden (actorenanalyse). Beslisruimte moet van te voren duidelijk zijn voor burgers en maatschappelijke organisaties, wat is het budget, wie beslist erover, waarover kan nog worden meegedacht. Rollen van burgers, politiek en bestuur moeten van te voren duidelijk zijn. De afweging tussen de verschillende belangen die uiteindelijk gemaakt wordt door de beslissers moet duidelijk verwoord (in een participatieparagraaf) in het investeringsvoorstel worden opgenomen. Uiteindelijk beslissen GS en controleren PS of dat proces zorgvuldig is doorlopen. Burgers en maatschappelijke initiatiefnemers hebben daarnaast de mogelijkheid om in te spreken in de commissie. Neem ook in de tussentijdse rapportages over projecten een participatieparagraaf op zodat PS op vaste tijdstippen geïnformeerd wordt over participatie bij projecten (koppeling aan provinciale monitor).
Toepassingsbereik Code Maatschappelijke Participatie Bij de uitwerking van de participatiecode zal GS aandacht moeten besteden aan het toepassingsbereik van de code: op welke projecten deze code van toepassing is en op welke projecten niet. De initiatiefnemers stellen voor dat de code in ieder geval van toepassing moet zijn op infrastructurele en gebiedsontwikkelingsprojecten. Ook zal de participatiecode moeten gelden voor projecten die geïnitieerd worden door de samenleving. Overgangsperiode Op dit moment is een groot aantal projecten in uitvoering. Bij deze projecten is de keuze voor het participatieniveau en het moment van participatie al gemaakt. PS vraagt aan GS om van deze projecten in een participatieparagraaf aan te geven hoe nu met participatie in deze projecten wordt omgegaan. Dit kan bij de communicatie over deze projecten bij de provinciale monitor. Bij het vervolg van de participatie zullen de beginselen/voorwaarden uit de Code op deze projecten van toepassing zijn.
Budget Mocht er voor het uitschrijven van een Code voor maatschappelijke participatie geen budget beschikbaar zijn, dan geven wij mee dat er misschien nog geld beschikbaar is in het kader van Bestuur 20XX.
Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord.
G.J. Overmeen-Bakhuis C. Schrijver M.A.C. Breedijk
4 Statenvoorstel
nr. PS/2014/341
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2014/ Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het Initiatiefvoorstel van D66, CDA, SP en 50plus, kenmerk PS/2014/341 inzake een code Maatschappelijke participatie,
besluiten: 1.
het belang van een provinciale code maatschappelijke participatie te onderschrijven;
2.
GS te vragen om de keuze voor het niveau van participatie, de onderbouwing hiervan, het moment van participatie en de voortgang m.b.t. participatie te formaliseren en te integreren in bestaande processen zodat communicatie hierover met PS vroegtijdig plaatsvindt;
3.
GS opdracht te geven een code maatschappelijke participatie op te stellen, daarbij de landelijke code maatschappelijke participatie als voorbeeld te nemen en in ieder geval te regelen:
De drie elementen uit de landelijke code: o Inbreng van de maatschappij wordt gedurende het gehele planproces meegenomen; o Maatschappelijke initiatieven worden met dezelfde zorg als overheidsinitiatieven behandeld; o Participatieproces is transparant; Overweeg vroege betrokkenheid van de samenleving; Niveau van participatie wordt bepaald aan de hand van de participatieladder. Beschrijf in de code duidelijk wat elk niveau van participatie inhoudt en betekent voor de rol van participant, bestuurder en ambtenaar; Bepaling en onderbouwing van de keuze voor niveau van participatie (welke trede van participatieladder) en het moment van participatie door GS in het kaderstellend voorstel; Bepaling van standaardcriteria die keuze van participatieniveau nader onderbouwen zoals omvang van het project, hoeveelheid betrokkenen, complexiteit van het beleidsprobleem etc.; Aandacht voor het in beeld krijgen van alle belanghebbenden (actorenanalyse); Duidelijk weergeven van beslisruimte: wat is het budget, wie beslist erover, waarover kan nog worden meegedacht. Rollen van burgers, politiek en bestuur moeten van te voren duidelijk zijn; Afweging tussen de verschillende belangen die uiteindelijk gemaakt wordt door de beslissers moet duidelijk verwoord in het investeringsvoorstel worden opgenomen; Koppeling verantwoording over participatie aan tussenrapportages over projecten in het kader van de provinciale monitor; Toepassingsbereik van de Code. Hierbij rekening houdend met de wens van PS dat de code in ieder geval van toepassing moet zijn op infrastructurele en gebiedsontwikkelingsprojecten; Hoe met bestaande projecten wordt omgegaan.
4.
GS te vragen voor oktober 2014 PS een voorstel te doen voor een provinciale code maatschappelijke participatie.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter, griffier,
5 Statenvoorstel
nr. PS/2014/
a
U fl
**ii-
U
à
í
a
.
..'
.:,,,:,,:,::::::::,.
Ë Ë i fi t
rÈ
Ë
ln t
ff
à
=aB It Ë .,1( 4FqlLí?,ttl:.,tltltl.
l;
È.q
:, ':
_...:i.:dí::i:.:..... :i .#ililiiiiiii:.i
.+i-::jÈ:::::::i
.ï§:,i'i:]i':,
1.::...8.:.::.
H::.:*
.:.::E::::ÍI:
.
... 1
:::.
.::::::Íl::::::P.:::.::
rt
:
....,ri*.i.i:.:..iii::li..il:.'
::,:':i!?:':!:::. '.':'B:::::. r.. " ..':.'M',:r::.::',
:H:::':::::':'
1._..:*:.:.:...r.
i:rrff;i:i:i:i:i:::::iti:!:
:::::iràÉ::iiti::ti:lrltlrlrl::
.:.:.r:.lrx::r'::::r::r:r:r :::::ii:::fi:::iÍ,!ti:::::::: ::::::::::i:Ë::::::ÍIi:::::::: :!:!,!:!ii..lE:!:!:!:!:!:!:!:!:!:!:!:
:.ii!:j#t,:,:::,r,r:r:r:r:r:r,: 1::l'i:Er:r:r:rr:r:rr'r:rrr:::
iiiii!Éut!:!i:!:!:!r!:i.:
:::i:::irliilii:!:!:!:!:i:!lll: i:tiiiiii|jj.,:.1.i:.l.in:t:t:,
˧* g '*
F
...............:...,'
,-:.
...
.,...lllii.llllll'li.li iï'
iiiiliiliffii[t
=
Ë$3t ËE1' :::1?
o t, E
r G
o
IL U
E
IE
È o
a o g| o
:= r0
xr ˧ {}§
§#e s
H
#
ë
..p ,,,, E
! ë ,,'.,,S,,,,,§" ,:,:,:H:,:.8,,:S., liiiiiiffii ii * & ..':,:::,:lÍ:::h. .,:,:,:Ë::.,§:,:i:,Ë:::' rii:iiii:E+i:::::: :!:!ffi!:,::X!:!:i[ Efli',!:::,Ë::{ :i::::$'S ::' :,:,:,&,:. ,E, &.- * r X íà :!:. :::::!§'..:É;:rF :ii.:j:;f;ii::::::::::::: ir,;,'if,S':,:::::::::::::::
...::,í
.:::!'ir'
,.':i.i.
,,'
:,.Ë'iX:':::::::.
l.:::ii:,.::::::::::::::i:i::::
:::::::::::::t:t:t::itititiiitiiiiL,
i::.:r.:.s.
".::'::.:::::u..:.:::::::::::::
1!:!:i:!:iri:i:ir!r!:!:L:::r
::::::::::':'.::::::::::::::::::::::,::,:,:::::::::::::,,:::::::::::::::::::,,,:,i':,,
iii