30
Een duurzame leefomgeving
Samen werken, samen leven
3 Een duurzame
MISSIE
Het kabinet wil concrete stappen zetten naar een duurzame samenleving. Dit gaan we doen door verantwoord en spaarzaam om te gaan met energie en grondstoffen. Door ons energieverbruik te verminderen en energiebronnen in te zetten die duurzamer zijn, verminderen we de opwarming van de aarde. Zo werken we er bovendien aan mee dat ook komende generaties over voldoende energie kunnen beschikken. Innovaties die het milieu sparen bieden ons enorme kansen, ook economisch. Nederland is een waterland. Onze zee, rivieren, meren, vaarten en sloten bepalen het beeld van Nederland. Duurzaam waterbeheer is essentieel en dat belang zal verder toenemen door de klimaatverandering. Onze schaarse ruimte is kostbaar. Het zoveel mogelijk bundelen van activiteiten en het benutten van het bestaand bebouwd gebied moet verrommeling tegengaan. Beleid zoals is vastgesteld in de Nota Ruimte, blijft hierbij het uitgangspunt. Wat mooi is, moet zoveel mogelijk mooi blijven. ‘Vitaal’ en ‘mooi’ kunnen wel degelijk samengaan in stedelijke gebieden en op het platteland. Het karakteristieke Nederlandse landschap en de bijzondere natuurgebieden die Nederland rijk is, verdienen aandacht en bescherming. Een sterke en innovatieve landbouw heeft oog voor natuurwaarden en voor verdere verbetering van het welzijn van dieren.
leefomgeving
“Energiebesparing kan niet alleen op basis van vrijwilligheid. We kunnen een normgebruik per huishouden invoeren. Zit je eronder als huishouden, dan krijg je een bonus; zit je er boven, dan moet je extra betalen.” Dhr. Valke
Uit het Coalitieakkoord Respect voor het leven van mens, dier en natuur is het leidende beginsel. Een nieuwe balans tussen ecologie en economie is nodig, waarbij economische dynamiek en ecologische ontwikkeling met elkaar worden verbonden. We zullen onze manier van produceren en consumeren zo moeten veranderen dat verdere aantasting van ecosystemen wordt voorkomen. De druk op het milieu moet omlaag.
31
32
Een duurzame leefomgeving
Samen werken, samen leven
Mijn idee P R O B L E E M A N A LY S E
Nederland heeft een respectabele staat van dienst waar het gaat om de ruimtelijke ordening, het waterbeheer, het natuurbeleid en de milieuprestaties. Dat betekent niet dat de Nederlandse leefomgeving duurzaam op orde is of dat onze consumptie geen negatieve gevolgen heeft. Het kabinet ziet vier uitdagingen om een forse stap te maken naar een duurzamer Nederland. De eerste uitdaging is het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en de versnelde overgang naar meer duurzame energiebronnen. Dit vereist een mondiale en Europese aanpak,
waaraan Nederland zijn bijdrage moet leveren. De ambities van het kabinet voor klimaat en energiebeleid zijn fors en vragen een trendbreuk. Alles moet uit de kast en iedereen moet daarbij helpen: overheid, organisaties, burgers en bedrijven. De tweede uitdaging die het kabinet ziet is dat we spaarzamer met grondstoffen en energie om moeten gaan en ruim baan moeten maken voor eerlijke, sociaal verantwoorde producten. Een derde uitdaging is het duurzaam gebruiken van de schaarse ruimte op een manier die Nederland mooier en vitaler maakt. De verwachte behoefte aan ruimte is de komende jaren
nog omvangrijk. Stedelijke regio’s kampen met verkeersdruk en milieuproblemen. Specifieke groepen als starters en ouderen vinden moeizaam een woning in de eigen plattelandsgemeente. De aanleg van groen nabij
een ongewenste toename van verspreide glastuinbouw. Er liggen nog heel veel kansen die niet worden benut. Zo blijkt uit recent onderzoek (MKBA) dat investeringen in landschap heel profijtelijk kunnen zijn.
Alles moet uit de kast en iedereen moet daarbij helpen: overheid, organisaties, burgers en bedrijven.
Een vierde uitdaging vormt het integraal watermanagement. Het is van belang om een samenhangend beeld te creëren van de opgave om onze waterkeringen aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering en om op kosteneffectieve wijze te voldoen aan de opgave van de Kaderrichtlijn water om de waterkwaliteit te verbeteren.
Silvia Lipman:
“Ik woon sinds vier jaar in Zeeland en ben altijd al met duurzaamheid bezig geweest. Met besparen zorg je dat we minder energie nodig hebben, dat is één kant van het verhaal, duurzaam winnen van energie is de andere kant. Mijn voorstel is dat particulieren zelf investeren in windenergie, daar zijn inmiddels verschillende verenigingen voor, zet overheidsgebouwen vol met zonnepanelen en zorg dat de prijs van panelen zakt en tot slot hoop ik dat de proef in het Grevelingenmeer met getijdestroom slaagt, zodat er een duurzame bron van energie bijkomt.” Bron: www.samenwerkenaannederland.nl, 2007
stedelijke gebieden blijft achter. Sinds 1900 is het aandeel cultuurhistorische elementen in het landschap gehalveerd. Er is sprake van verrommeling van het buitengebied onder andere langs snelwegen en
Herstructurering en vitalisering van wijken en bedrijventerreinen verdienen een versnelling. Steden, wijken en gebouwen kunnen mooier.
Duurzaam moet je doen!
“De overheid moet meer doen aan kennisvernieuwing, dat is belangrijk voor de concurrentiepositie van Nederland. Ik kom uit de bouw en weet uit ervaring dat er nog veel te winnen is qua duurzaamheid en energiebesparing. We moeten een brug slaan tussen opleiding en praktijk.” Piet Wijman
Duurzame ontwikkeling vraagt om een samenhangende inzet op de ontwikkeling van economie, sociale ontwikkeling en een zorgvuldig omgaan met de aarde. Duurzame 0ntwikkeling staat ook voor het rekening houden met de ontwikkelingen op de langere termijn en de gevolgen van ons handelen daarop. Veel maatschappelijke opgaven vragen om een ‘duurzame aanpak’ en voor elke beleidsinzet leidt dit tot een specifieke uitdaging. Het kabinet heeft met de uitwerking van het beleidsprogramma invulling gegeven aan de ambitie om een flinke stap te zetten op de weg van de duurzame ontwikkeling. Een innovatieve economie, de kwaliteit van de leefomgeving, de sociale participatie en samen-
hang, een goed functionerende rechtsstaat en bestuur, in Nederland en in het buitenland, vormen samen de dragers van duurzame ontwikkeling. Het kabinet zal deze samenhang bij de uitvoering van het beleidsprogramma bewaken en periodiek rapporteren over wapenfeiten. Naast deze vertaling van duurzaamheid in het beleid zal ook de bedrijfsvoering van de overheid zelf duurzamer worden. Het gaat hierbij niet alleen om duurzaam inkopen, maar bijvoorbeeld ook om energiebesparing, mobiliteitsbeleid van werknemers, duurzaam bouwen en een evenwichtig personeelsbeleid gericht op diversiteit en tegen discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt.
“Het maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft de toekomst. Bedrijven moeten niet alleen gaan voor de winst, maar voor de drie P’s: People, Planet en Profit. Het kabinet moet ondernemers die zich daarvoor inzetten extra kansen geven.” Willem Lageweg
33
Een duurzame leefomgeving
Samen werken, samen leven
DOELSTELLINGEN
3.2 ONTWIKKELING VA N M A R K T E N VOOR DUURZAME PRODUCTEN
3 . 1 K L I M A AT E N E N E R G I E : H E T PROJECT SCHOON EN ZUINIG
PROJECT
Per sector wordt gedacht aan de volgende aanpak.
Schoon en zuinig Een energiebesparing van 2% per jaar, een verhoging van het aandeel duurzame energie tot 20% in 2020 en een reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bij voorkeur in Europees verband, van 30% in 2020 ten opzichte van 1990. Toelichting Het kabinet wil deze periode maatregelen nemen waarmee in 2011 zal blijken dat de doelen voor 2020 gehaald kunnen worden. Invoering van nieuwe energie-efficiënte technologie is nodig, evenals het sluiten van internationale coalities en de introductie van marktprikkels. Het geheel aan maatregelen gericht op het bereiken van de doelstellingen, zal op basis van kosteneffectiviteit worden samengesteld. Het kabinet onderscheidt, binnen de relevante financiële kaders, vier elementen bij het realiseren van de klimaatambities. • Systemen waarmee de uitstoot van CO2 een prijs krijgt. Voor grootverbruikers is zo’n systeem er al: het Europese handelssysteem. De Nederlandse inzet is een aanscherping en uitbreiding van het Europese systeem van emissiehandel. In overleg met het bedrijfsleven wordt een extra inzet overwogen. • Voortschrijdende normstelling. Beleid daarvoor zal
ten dele uit Europa moeten komen, zoals voorstellen voor auto’s en het vaststellen van normen voor apparaten. Nationaal gaat het om energielabels voor gebouwen en woningen of een verplicht percentage duurzame energie in de energievoorziening. • Fiscale vergroening: producten en diensten die bijdragen aan de klimaatdoelstellingen moeten financieel aantrekkelijker worden gemaakt. Dit werkt ook als een rechtstreekse prikkel voor bedrijven om nieuwe duurzame producten en technieken te ontwikkelen. Zo gaan bijvoorbeeld in de BPM de milieuprestaties van auto’s zwaarder meetellen. • Het stimuleren van technieken die nu nog onrendabel zijn, zoals duurzaam opgewekte elektriciteit. Het kabinet wil de koplopers ruim baan geven. De al aanwezige innovatieve krachten binnen het bedrijfsleven worden gemobiliseerd.
In de gebouwde omgeving is het streven dat alle nieuwe woningen en bedrijfsgebouwen vanaf 2020 energieneutraal worden opgeleverd. In de nieuwbouw en bestaande bouw wordt ingezet op innovatie en op aanscherping van bestaande normen. In de energiesector is een internationaal level-playing field belangrijk, waarbij het accent op emissiehandel ligt. Het kabinet kiest voor verdere ontwikkeling van windenergie en verkent de optie van verdubbeling van windenergie op land. Er komen een of twee grote demonstratieprojecten voor CO2-afvang en –opslag. In de industrie wil het kabinet met ten minste tien industriële branches komen tot concrete efficiency-afspraken, naar het voorbeeld van de papierindustrie, die in 2020 het energiegebruik met 50 procent verminderd wil hebben. In de verkeers- en vervoerssector is nog een wereld te winnen. Strengere Europese normen voor personenauto’s leiden tot een vijfde minder CO2-uitstoot bij nieuwe auto’s. Het kabinet wil zuinige auto’s en zuinig rijden bevorderen met belastingmaatregelen, verplichtingen voor biobrand-
stoffen en met andere manieren van betalen voor mobiliteit, waarbij niet het autobezit maar het autogebruik wordt belast. In de agrosector wil het kabinet de ontwikkeling naar een energieneutrale glastuinbouw stimuleren. Het toekomstbeeld is dat in 2020 voor tuinbouwkassen het overschot aan zonne-energie in de bodem wordt opgeslagen om in het koude seizoen alsnog te worden gebruikt. Ook wil het kabinet de bijdrage van de landbouw aan duurzame energie vergroten. Ook bij de Rijksoverheid zelf is werk aan de winkel. Het Rijk wil zo spoedig mogelijk klimaatneutraal zijn. Dat gebeurt zo veel mogelijk via energiebesparing en de inkoop van duurzame energie.
Dialoog Er zijn consultatiegesprekken gevoerd met sectoren zoals de bouw, de energiesector, de industrie, de verkeer- en vervoersector en de landbouw. Daarnaast is gesproken met niet-gouvernementele organisaties en medeoverheden. De sectoren willen meewerken aan de klimaatdoelen zoals geformuleerd door het kabinet. De plannen worden nu in dialoog met het kabinet uitgewerkt.
21 De overheid wil uiterlijk in 2010 duurzaamheid als zwaarwegend criterium meenemen in al haar aankopen Toelichting De overheid kan als eerste grote afnemer van vernieuwende producten via haar inkoopbeleid een extra prikkel geven aan innovatie en duurzaamheid in het bedrijfsleven. Om vast te stellen wat onder ‘duurzaam inkopen’ wordt verstaan, worden voor alle relevante productcategorieën van overheidsbestedingen duurzaamheidcriteria opgesteld, van dienstauto’s en catering tot grond-, weg- en waterbouw. Voor het overgrote deel gebeurt dit in 2007, de rest volgt in 2008. Dit kabinet kiest er voor om de criteria zo ambitieus mogelijk te stellen, voor zover dat financieel en juridisch mogelijk is. In 2010 moet een zo groot mogelijk deel van de ruim 40 miljard aan
jaarlijkse overheidsbestedingen duurzaam worden ingekocht of aanbesteed. Met deze gezamenlijke marktmacht zal het bedrijfsleven in de richting van duurzamere producten worden gestuurd, die ook betaalbaar zijn. Begin 2009 zal het kabinet rapporteren over de voortgang van duurzaam inkopen bij de overheid Dialoog De overheid zoekt samenwerking met bedrijven die zelf duurzaam inkopen en met andere Europese landen die een vooruitstrevend duurzaam inkoopbeleid hebben.
22 Het stimuleren van duurzame consumptie en productie Toelichting Milieuvriendelijke producten en diensten moeten aantrekkelijker worden ten opzichte van niet duurzame alternatieven. Hiertoe zal het kabinet randvoorwaarden scheppen die consumenten en producenten stimuleren tot het maken van duurzame keuzes.
3.3 DE DUURZAME RUIMTELIJKE I N R I C H T I N G VA N NEDERLAND: WONEN EN WERKEN
23 Het bevorderen van een tijdig en op de vraag afgestemd aanbod van ruimte voor kwalitatief goed ingepaste bedrijfslocaties en 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen per jaar Toelichting Het kabinet wil jaarlijks 80.000 tot 100.000 nieuwe woningen realiseren. Daarvoor is veel nodig. Zo dient er in verband met het regelmatig uitvallen van capaciteit die in streekplannen is voorzien, een overmaat van circa 130% plancapaciteit te worden nagestreefd. Daar de grondkosten voor woningbouw veelal hoger zijn dan de grondopbrengsten is de inzet van grondexploitatiesubsidies gewenst (z.g. BLSsubsidies). Met de corporaties
wil het kabinet afspraken maken over een woningproductie van circa 40.000 woningen per jaar. Om tegemoet te komen aan de voorkeur voor eengezinswoningen is het van belang kleinere locaties, in en buiten stedelijke regio’s, zoveel mogelijk te benutten. Extra druk op mobiliteit en ruimte wordt voorkomen door 25% à 40% binnen bestaand bebouwd gebied te bouwen. Landschappelijk goed ingepaste locaties zijn bij voorkeur gelegen direct aan of nabij bestaand bebouwd gebied. Groen in en om de stad en goed openbaar vervoer horen erbij. Dit wil het kabinet bereiken door onder meer: • het inzetten van kwaliteitsteams om andere overheden te steunen de gewenste ruimtelijke kwaliteit te realiseren (start 2007); • het stimuleren van het opstellen van een planologisch kader voor bebouwing in het buitengebied; • het ontwikkelen en uitvoeren van een stimuleringsprogramma ruimtelijke kwaliteit om de bestaande verrommelde
AMBITIE IN ONTWIKKELING BROEIKASGASEMISSIE
Bedrijventerreinen Van de bijna 3.700 bedrijventerreinen in 2004 is, voor zover bekend, een kwart (25,7 procent) verouderd (ruim 32 procent van het totaaloppervlak aan bedrijventerreinen). Hiervan wordt 15 procent momenteel geherstructureerd. Daarnaast zijn er voor 35 procent van deze terreinen plannen voor herstructurering. Bron: RPB en MNP, Monitor Nota Ruimte (2006)
Broeikasgasemissie in megatonnen
34
240 230 220 210
Projectie 2010 huidig beleid
200 190 180 170 160 150
Doel van het kabinet
1990
1995
2000
2005
2010
2015
Werkelijke (geprojecteerde) broeikasemissie Bronnen: Voor projecties (cijfers tot en met 2005): L.J. Brandes et al. (2007), voor projectie 2010: Kroon, P., C.J. Peek, C.H. Volkers (2007) (in voorbereiding)
2020
35
Een duurzame leefomgeving
gebieden aan te pakken (start uitvoering in 2008); • het versterken van de doorwerking van ruimtelijk beleid in ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten door scherper toezicht daarop. De aanwezigheid van voldoende bedrijventerreinen is een belangrijke voorwaarde voor een duurzame economische ontwikkeling van Nederland. Dit wordt gerealiseerd door een goede regionale coördinatie van herstructurering van bestaande terreinen, een verantwoorde uitgifte, goed beheer en zonodig aanleg van nieuwe terreinen. Met behulp van decentrale overheden, bedrijfsleven en andere belanghebbenden wordt een gedegen analyse uitgevoerd naar de problematiek van regionale samenwerking bij bedrijventerreinen en naar de wijze waarop ruimte voor bedrijvigheid slim en efficiënt
Samen werken, samen leven
gerealiseerd kan worden. Het kabinet komt dit jaar met verder uitgewerkte oplossingsrichtingen (waaronder mogelijk een fonds voor herstructurering) om de realisatie van de herstructureringsoperatie te versnellen en streeft naar verbetering van vormgeving, kwaliteit en ruimtelijke inpassing van bedrijventerreinen. Dialoog Het rijk maakt in 2009 met medeoverheden afspraken over de verstedelijking vanaf 2010. Dit gebeurt in afstemming met het in pijler 4 beschreven beleid voor de 40 wijken. Samen met alle betrokken partijen beziet het kabinet hoe met efficiënt ruimtegebruik voldoende woningen en arbeidsplaatsen in de gewenste woon- en werkmilieus gerealiseerd kunnen worden.
3.4 DE DUURZAME RUIMTELIJKE I N R I C H T I N G VA N NEDERLAND: EEN V I TA A L P L AT T E L A N D
24 In 2011 moeten Nederlanders meer tevreden zijn over het landschap, zijn groene gebieden gerealiseerd, is het platteland vitaler en dynamischer en wordt geïnvesteerd in natuurgebieden Toelichting Het kabinet zet zich in om de kwaliteit van het Nederlandse landschap te versterken en te
zorgen voor meer en beter toegankelijke groene gebieden rondom steden. Tevens streeft het kabinet naar een vitaal platteland met een brede economische basis en voldoende voorzieningen. Het kabinet wil dat bereiken door: • het realiseren van groene gebieden rond de steden van in totaal 16.000 ha in 2013; • het uitvoeren van gebiedsgerichte voorstellen uit het Deltaplan ‘Nederland weer mooier’ om cultuurhistorische landschapselementen te herstellen; • het samen met de medeoverheden bundelen en saneren van ongewenste bedrijfsactiviteiten, waaronder verspreide glastuinbouw. Daarbij wordt de optie van een saneringsfonds verkend; • het verbeteren van de toegankezlijkheid van het platteland voor recreanten en stimulering van streekproducten; • het stimuleren van een actievere bijdrage van de landbouw aan het beheer van natuur, landschap en water en aan cultuurhistorie en recreatie. Ook op Europees niveau zal Nederland zich inzetten voor een landbouwbeleid dat de maatschappelijke waarden nog beter weerspiegelt; • het mogelijk maken van het
bouwen van woningen in plattelandsgemeenten voor de eigen bevolking. De Huisvestingswet zal hiervoor worden aangepast, en er komt een stimuleringsbudget voor de ontwikkeling van basisvoorzieningen en een betere bereikbaarheid. De Nederlandse natuur wordt eenvormiger. Het aantal verschillende soorten planten en dieren neemt af. We dreigen onze (inter)nationale natuurdoelstellingen niet te halen. Het kabinet wil die trend keren en investeert extra in natuur zodat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in 2018 kwantitatief is gerealiseerd. In 2015 zal tevens voldaan zijn aan Europese verplichtingen op het gebied van natuur (Natura 2000). Dialoog De afgelopen tijd zijn tientallen projecten bezocht waar natuur- en landschapsbeheerders, boeren, bewoners, maatschappelijke organisaties en medeoverheden heel hard werken aan de ontwikkeling en het behoud van prachtige natuur, waardevol landschap en aan het produceren van voedsel. De minister heeft de afgelopen tijd niet alleen de mensen die het met elkaar ééns waren, maar ook de
tegenvoeters bij elkaar gebracht, om scherp te krijgen waar de uitdagingen precies liggen. Steeds weer werd de noodzaak onderstreept van een sterkere verbinding tussen markt, omgeving en samenleving, én tussen stad en land. Daarnaast onderstrepen maatschappelijke partijen de noodzaak tot modernisering van het monumentenstelsel (wetgeving en financiering).
25 In 2011 worden productiedieren en gezelschapsdieren beter behandeld en moet 5% van de stallen integraal duurzaam en diervriendelijk zijn, waarbij voldaan wordt aan dierenwelzijneisen die verder gaan dan de huidige wettelijke eisen
is, hoe de financiering wordt vormgegeven en hoe de handhavingorganisatie kan worden verbeterd. Het kabinet stelt middelen ter beschikking voor onderzoek naar en ontwikkeling en demonstratie van nieuwe integraal duurzame en diervriendelijke stallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om meer ruimte per dier dan in de wettelijke eisen voor dierenwelzijn is vastgelegd. Het kabinet stelt tevens extra middelen beschikbaar voor het verbeteren van de handhaving van de huidige wet- en regelgeving omtrent dierenwelzijn, dierenmishandeling en -misbruik. Dialoog Ook in Europees verband maakt Nederland zich sterk voor een dialoog over het aanscherpen van wettelijke eisen voor dierenwelzijn.
Toelichting In de Nota Dierenwelzijn wordt aangegeven welke verbeteringen worden beoogd, welke wetgeving hiervoor nodig
“Stimuleer telewerken. Daarmee wordt het mobiliteitsprobleem kleiner.”
“Stations moeten bereikbaarder worden. De frequentie van busdiensten naar stations toe kan echt omhoog.”
Sandrien Volgers
Kees Bos
100
5,0
90
4,5
80
4,0
70
3,5
60
3,0
50
2,5
40
2,0
30
1,5
20
1,0
10
0,5
0
2005
2006
bouwprogramma Bron: VROM
2007 realisaties
2008
2009
2010
beoogd woningtekort per 1/1
0
tekort in %
AMBITIES WONINGBOUWPROGRAMMA 2005-2009
woningen x 1000
36
3.5 DE DUURZAME RUIMTELIJKE I N R I C H T I N G VA N NEDERLAND: LEVEN M E T WAT E R
26 Klimaatbestendige inrichting van Nederland waarbij water een meer bepalende factor is bij ruimtelijke afwegingen, inclusief locatiekeuzes. Meer ruimte voor herstel van natuurlijke processen (bodem, water en natuur) Toelichting Voor de komende eeuw is het klimaatbestendig maken van Nederland één van de grootste ruimtelijke opgaven en de grootste opgave voor het waterbeheer. Niet alleen het rijk, maar ook gemeenten, provincies en de waterschappen hebben daar een gezamenlijke taak. Er komen uitgangspunten voor een klimaatbestendige inrichting van Nederland, op basis van een langetermijnonderzoek
37
38
Een duurzame leefomgeving
naar de kwetsbaarheid van de Ruimtelijke Hoofd-structuur. Er komt bovendien een afwegingskader voor locatiekeuze en inrichting van grootschalige projecten, gebiedsontwikkelingen en investeringsprogramma’s, op basis van de klimaatscenario’s van het KNMI. De anti-verdrogingsdoelstellingen in prioritaire natuurgebieden zullen worden gerealiseerd. Budget uit de Nota Ruimte zal worden ingezet voor integrale klimaatbestendige inrichting van gebieden zoals Haarlemmer-meer, Zuidplas en Almere/IJmeer, maar ook voor kleinschalige projecten. Het kabinet zal een nieuw beleidskader voor het IJsselmeer vaststellen. Dialoog De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft op tientallen locaties bekeken op welke manier water een rol speelt in het dagelijks leven van alle Nederlanders. In de nog voor de zomer uit te brengen samen-
Samen werken, samen leven
hangende watervisie zullen de opgedane indrukken worden verwerkt.
27 Duurzaam waterbeleid als schakel tussen ecologie en economie. Nederland (weer) aan de internationale top van innovatieve deltatechnologie Toelichting De wateropgave vraagt nieuwe innovatieve concepten. Door een innovatieve benadering en door zaken in samenhang aan te pakken, kunnen we niet alleen betere resultaten boeken, maar ook de kosten zo laag mogelijk houden. Daarom moet water steeds worden verbonden met de opgaven voor natuur, infrastructuur, landbouw, recreatie en de (her)inrichting van het stedelijk gebied. Opgaven waar Nederland voor staat, spelen ook in veel andere landen. Water is niet alleen een kostenpost; onze kennis en ervaring is ook elders in de wereld waardevol en goed bruikbaar, bijvoorbeeld in kwetsbare delta’s in ontwikkelingslanden.
28 Versnelling kustverdediging en versnelde aanpak van de versterking van de bij de tweede wettelijke toetsing afgekeurde primaire waterkeringen. Vernieuwd denken over waterveiligheid een plaats geven in het systeem voor bescherming tegen overstromingen Toelichting Het kabinet wil in de eerste plaats zorgen dat de waterkeringen en de kustverdediging voldoen aan de wettelijke vereisten. Daarnaast is het van belang om voor de toekomst na te denken over de wijze waarop het waterveiligheidsbeleid rekening kan houden met risicoaspecten. Ten slotte wil het kabinet in samenwerking met betrokken partijen een integrale langetermijnvisie voor de ontwikkeling van de kust uitwerken.
“Waarom verplichten we verhuizende ondernemers niet om hun oude onderkomen te verkopen, te verhuren of desnoods te laten slopen. Dan hoeft niet meteen iedereen braak liggend veldje bebouwd te worden voor nieuwe bedrijven.” Hans Oosterhof
3.6 SAMENHANGENDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
29 Het realiseren van een beperkt aantal complexe, samenhangende ruimtelijke opgaven van nationale betekenis Toelichting De ruimtelijke opgaven op het terrein van verstedelijking, natuur en landschap en klimaat – die in de voorafgaande paragrafen afzonderlijk aan bod zijn gekomen – zijn complex van aard en vertonen op gebiedsniveau samenhang. Via integrale gebiedsontwikkeling wil het kabinet een samenhangende en kwaliteitsversterkende aanpak bevorderen. In een aantal concrete gebieden is dit nadrukkelijk een nationaal belang. Bijvoorbeeld bij Almere, de kust, het Groene Hart en het Rivierengebied. Het rijk heeft tot 2014 één miljard Euro beschikbaar om integrale gebiedsontwikkelingsprojecten van nationaal belang te ondersteunen. Het kabinet selecteert voor de zomer deze nieuwe projecten.
FINANCIËN
Enveloppe Energie Om de MEP-regeling op peil te kunnen houden zal met ingang van 2008 51 mln structureel worden ingezet. Het gaat om extra uitgaven die tot meer productie van duurzame energie leiden dan beoogd door het vorige kabinet. De rest van de enveloppe zal in het kader van de ontwikkeling van een samenhangend pakket in het project Schoner en Zuiniger worden verdeeld. In dit project worden maatregelen voorbereid bovenop het bestaande beleid voor energie en klimaat. Daarbij zal worden aangesloten op initiatieven uit de sectoren zelf. Het gaat niet alleen om maatregelen die door de overheid worden bekostigd, maar ook om marktprikkels zoals regelgeving, verplichtingstelling en marktconforme instrumenten. Enveloppe Water en Kust Voor versterking van de dijken wordt in de periode 2008-2011 additioneel aan de al beschikbare middelen, cumulatief 125 mln. ingezet. De rest van de enveloppe zal ondermeer worden ingezet voor te ontwik-
FINANCIËLE BOX 3: DUURZAME LEEFOMGEVING in miljoenen euro
2008
2009
2010
2011
125 51 74
250 51 199
375 51 324
500 51 449
Enveloppe Water en kust • hoogwaterbescherming • waterkwaliteit
50 10 50
75 25 65
100 90 75
150
Enveloppe Natuur, EHS en vitaal platteland* • landschap, natuur/EHS* • handhaven dierenwelzijn • overig (o.a. luchtkwaliteit, vitaal platteland)
25 7 2 16
50 25 4 21
75 48 5 22
100 75 5 20
Enveloppe Aandeel PF in EHS en vitaal platteland** • landschap, natuur/EHS • groen om de Stad
15 10 5
20 13 7
35 20 15
50 35 15
Enveloppe Energie • MEP • pakket project Schoner en Zuiniger
60
De enveloppe Openbaar Vervoer staat onder pijler 2
kelen kosteneffectieve maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water. Enveloppen Natuur, EHS en vitaal platteland (incl. dierenwelzijn) Bij de aanwending van de beide enveloppen voor natuur, EHS en een vitaal platteland zal rekening worden gehouden met onvermijdelijkheden en prioriteiten uit het Coalitieakkoord, de realisatie (kwantitatief ) van de EHS in 2018, realisatie van groen rond de steden en de aanscherping
van de samenhang binnen het ruimtelijk beleid. Voor het verbeteren van de handhaving van de huidige wet- en regelgeving omtrent dierenwelzijn, dierenmishandeling en -misbruik worden extra middelen uitgetrokken. Investeringen in luchtwassers in stallen zullen gestimuleerd worden: luchtwassers verminderen de uitstoot van zowel fijnstof als van ammoniak, wat de natuurcondities verbetert.
“Energievriendelijke woningen moeten gestimuleerd worden. Maak voor deze woningen de OZB goedkoper, en voor energieverslindende woningen de OZB duurder.” Floris Wouterlood
* Hiervan is 10 mln structureel onderdeel van bespreking met provincies over besteding accres. ** In te vullen bij Bestuursakkoord
39