voor de aankoop van een van de beste buitenboordmotoren op de markt. U hebt verstandig in vaarplezier geïnvesteerd. Uw buitenboordmotor is vervaardigd door Mercury Marine, een wereldleider op het gebied van scheepstechnologie en fabricage van buitenboordmotoren sinds 1939. We hebben deze jarenlange ervaring altijd ingezet bij ons streven om de beste kwaliteitsproducten te produceren. Dit heeft ertoe geleid dat Mercury Marine nu een reputatie heeft hoog te houden voor strenge kwaliteitsbeheersing, uitmuntende kwaliteit, lange levensduur, duurzame prestaties en uitstekende ondersteuning na verkoop. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de buitenboordmotor gebruikt. Deze handleiding is samengesteld om u bij te staan bij het bedienen, veilig gebruiken en onderhouden van de buitenboordmotor.
90-10261B81 110
Dank u
Wij bij Mercury Marine hebben uw buitenboordmotor met groot genoegen gebouwd en wensen u vele gelukkige en veilige jaren vaarplezier. Nogmaals, hartelijk dank voor uw vertrouwen in Mercury Marine.
Over buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten door Mercury Marine worden verkocht, is officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de beperking van luchtvervuiling door nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in scheepsmotorreparaties. De motoren hebben een Emission Control Information-sticker als permanent bewijs van certificatie door de EPA.
!
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen waarvan door de staat Californië is vastgesteld dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsfuncties veroorzaken.
25/30 2-Stroke
Emissievoorschriften volgens EPA
Informatie over garantie Voor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van Mercury Marine. De voorwaarden van de garantie staan vermeld in de paragraaf Informatie over garantie in deze handleiding. De informatie over de garantie beschrijft wat de garantie wel en niet dekt, hoe lang de garantie geldt, hoe u garantiedekking verkrijgt, belangrijke afwijzingen en beperkingen en andere relevante informatie. U wordt verzocht deze belangrijke informatie door te lezen.
Mercury Marine, Fond du Lac, Wisconsin, VS Litho in de VS. © 2009, Mercury Marine Mercury, Mercury Marine, MerCruiser, Mercury MerCruiser, Mercury Racing, Mercury Precision Parts, Mercury Propellers, Mariner, Quicksilver, #1 On The Water, Alpha, Bravo, Pro Max, OptiMax, Sport-Jet, K-Planes, MerCathode, RideGuide, SmartCraft, Zero Effort, de Mercury-logo's en het SmartCraft-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Brunswick Corporation. Het Mercury Product Protection-logo is een gedeponeerd servicemerk van de Brunswick Corporation.
i
© 2010 Mercury Marine
De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht tijdens het ter perse gaan van deze handleiding. Mercury Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voor om de productie van bepaalde modellen te staken en om specificaties, ontwerpen, methodes of procedures zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichtingen te wijzigen.
Verklaring van Overeenstemming - buitenboordmotor, conventioneel, tweetakt Merk: Tohatsu Marine Corporation (TMC) Mercury Marine Joint Venture Shimodaira 4495-9, Komagane-City, Nagano, Japan 399-4101 Erkend vertegenwoordiger: Brunswick Marine in EMEA Inc. Parc Industriel De Petit-Rechain, B-2800 Verviers, België Veiligheid volgens Machinerichtlijn
98/37/EC
Principes van veiligheidsintegratie (1.1.2)
ISO 12100-1; ISO 12100-2; EN 1050
Geluid (1.5.8)
ICOMIA 39/94
Trilling (1.5.9)
ICOMIA 38/94
Type motor: buitenboordmotor Type brandstof: benzine Verbrandingscyclus: tweetakt Deze verklaring is afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van Mercury Marine en Brunswick Marine in EMEA Inc. Naam en functie:
Mark D. Schwabero President, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS Datum en plaats van uitgifte: 20 november 2008 Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS Voor Europese regelgeving kunt u contact opnemen met: Regulations and Product Safety Department, Mercury Marine, Fond du Lac, WI, VS
ii
INHOUDSOPGAVE Informatie over garantie Overdracht van garantie..................................................................................................................................... 1 Overdracht van de Mercury Product Protection‑garantie (uitbreiding van servicedekking)................................ 1 Garantieregistratie in de VS en Canada............................................................................................................. 1 Beperkte garantie voor buitenboordmotoren...................................................................................................... 2 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie....................................................................................................... 3 Garantiedekking en uitsluitingen......................................................................................................................... 5
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder............................................................................................................. 7 Vóór het bedienen van de buitenboordmotor...................................................................................................... 7 Vermogen van de boot........................................................................................................................................ 7 Gebruik van race‑ en speedboten....................................................................................................................... 8 Buitenboordmodellen met afstandsbediening..................................................................................................... 8 Kennisgeving over externe besturing.................................................................................................................. 9 Dodemansschakelaar......................................................................................................................................... 9 Mensen in het water beschermen..................................................................................................................... 10 Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‑ en dekboten................................................................. 11 Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 12 Botsingen met obstakels onder water............................................................................................................... 12 Uitlaatemissies.................................................................................................................................................. 13 Accessoires voor buitenboordmotor kiezen...................................................................................................... 15 Suggesties voor veilig varen............................................................................................................................. 15 Noteren van het serienummer.......................................................................................................................... 15 Specificaties 25/30............................................................................................................................................ 17 NB:.................................................................................................................................................................... 18 Onderdelen....................................................................................................................................................... 20
INSTALLEREN Buitenboordmotor installeren............................................................................................................................ 26 Afstandsbediening installeren .......................................................................................................................... 28 Stuurverbindingsstang bevestigen.................................................................................................................... 36 Accu installeren ................................................................................................................................................ 37 Schroef selecteren............................................................................................................................................ 38
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren......................................................................................... 40 Motor verwijderen............................................................................................................................................. 40 Losse brandstoftanks vervoeren....................................................................................................................... 41
iii
INHOUDSOPGAVE BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof.......................................................................................................................... 42 Olieaanbeveling................................................................................................................................................ 43 Brandstof en olie mengen................................................................................................................................. 43 Vullen van de brandstoftank............................................................................................................................. 43
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening.................................................................................................................. 45 Buitenboordmotor opklappen ........................................................................................................................... 45 Gebruik in ondiep water.................................................................................................................................... 46 Trimafstelling..................................................................................................................................................... 47 Stuurfrictieafstelling........................................................................................................................................... 48 Trimvinnen afstellen.......................................................................................................................................... 49
BEDIENING Controlelijst vóór het starten............................................................................................................................. 51 Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 51 Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 51 Gebruik op grote hoogte................................................................................................................................... 51 Procedure voor inlopen van de motor............................................................................................................... 51 De motor starten............................................................................................................................................... 52 Opwarmen........................................................................................................................................................ 58 Schakelen......................................................................................................................................................... 58 De motor afzetten............................................................................................................................................. 60 Starten bij storing.............................................................................................................................................. 62
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor............................................................................................................... 64 Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPA............................................................................................ 64 EPA‑emissies.................................................................................................................................................... 65 Inspectie‑ en onderhoudsschema..................................................................................................................... 65 Doorspoelen van het koelsysteem.................................................................................................................... 66 Verwijdering en installatie motorkap................................................................................................................. 67 Accu inspecteren ............................................................................................................................................. 68 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 68 Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met afstandsbediening.................................................... 69 Anti‑corrosieanode............................................................................................................................................ 69 Schroef vervangen............................................................................................................................................ 70 Bougies inspecteren en vervangen................................................................................................................... 73 Smeerpunten.................................................................................................................................................... 74 Onderwaterhuis smeren.................................................................................................................................... 74 Onder water geraakte buitenboordmotor.......................................................................................................... 76
iv
INHOUDSOPGAVE OPSLAG Voorbereiding voor opslag................................................................................................................................ 77 Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 77 Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................ 78 Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 78 Buitenboordmotor plaatsen voor opslag........................................................................................................... 78 Accu‑opslag...................................................................................................................................................... 78
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)........................................................................... 79 Motor start niet.................................................................................................................................................. 79 Motor slaat over of draait onregelmatig............................................................................................................ 79 Prestatieverlies................................................................................................................................................. 79 Accu kan lading niet houden............................................................................................................................. 80
BIJBEHORENDE ONDERDELEN Bijbehorende onderdelen.................................................................................................................................. 81
ACCESSOIRES Accessoires....................................................................................................................................................... 82
BEDRADINGSSCHEMA’S Bedradingsschema's......................................................................................................................................... 86
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice ............................................................................................................................ 95 Service onderweg............................................................................................................................................. 95 Inlichtingen over onderdelen en accessoires.................................................................................................... 95 Servicebijstand.................................................................................................................................................. 95 Mercury Marine‑servicekantoren...................................................................................................................... 95
v
vi
INFORMATIE OVER GARANTIE Overdracht van garantie De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende, ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciële toepassingen worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdracht of verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motor per post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten en Canada naar: Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893 Na het verwerken van de garantie-overdracht stuurt Mercury Marine een registratiebevestiging per post naar de nieuwe eigenaar van het product. Er zijn aan deze service geen kosten verbonden. Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
Overdracht van de Mercury Product Protection-garantie (uitbreiding van servicedekking) De resterende dekkingstermijn van de Product Protection-garantie kan aan een volgende koper van de motor worden overgedragen binnen dertig (30) dagen na de verkoopdatum. Contracten die niet binnen dertig (30) dagen na de volgende aankoop worden overgedragen komen te vervallen, waarna het product niet langer in aanmerking komt voor dekking volgens de contractvoorwaarden. Neem om de garantie aan de volgende eigenaar over te dragen contact op met Mercury Product Protection of een erkend leverancier om een overdrachtformulier aan te vragen. U dient hiervoor bij Mercury Product Protection een aankoopbewijs, het ingevulde overdrachtformulier en een cheque ten gunste van Mercury Marine voor US$ 50,00 (per motor) voor de overdrachtskosten in te dienen. De garantiedekking is niet overdraagbaar op producten of toepassingen die hiervoor niet in aanmerking komen. De garantie voor "Certified Pre-Owned" motoren is niet overdraagbaar. Neem voor hulp of assistentie contact op met de afdeling Mercury Product Protection op het nummer +1 (888) 427 5373 van 07:30 tot 16:30 CST, maandag t/m vrijdag, of stuur een e-mail aan
[email protected].
Garantieregistratie in de VS en Canada Buiten de Verenigde Staten en Canada – raadpleeg uw plaatselijke distributeur. 1.
U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw dealer kan deze gegevenswijziging verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax 920-929-5893
1
INFORMATIE OVER GARANTIE NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepsvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden voor het geval dat er melding van een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient plaats te vinden. 2.
Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier registreert Mercury Marine de registratie.
3.
Na het verwerken van de garantieregistratie stuurt Mercury Marine per post een registratiebevestiging aan de koper van het product. Als u deze registratiebevestiging niet binnen 30 dagen ontvangt, dient u onmiddellijk contact op te nemen met de leverancier. Garantiedekking is pas van kracht als uw product bij Mercury Marine is geregistreerd.
Beperkte garantie voor buitenboordmotoren Buiten de Verenigde Staten en Canada – neem contact op met uw plaatselijke distributeur. WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetproducten vrij zijn van gebreken wat betreft materiaal en afwerking tijdens de hieronder beschreven periode. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf ofwel de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt, en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen beoordeling, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd zodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht.
2
INFORMATIE OVER GARANTIE WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor door de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater veroorzaakt door verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, ook erkende Mercury Marine-dealers niet, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken, buiten de bepalingen in de beperkte garantie om, en indien deze toch worden verstrekt zijn ze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat een nieuwe Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, Mercury MerCruiser binnenboord- of hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd.
3
INFORMATIE OVER GARANTIE VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-ButylTin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie.
4
INFORMATIE OVER GARANTIE AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt. De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.
3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen.
6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- of huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.
10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis. 5
INFORMATIE OVER GARANTIE 11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen. 12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd. 13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling. 14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor. 15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. 16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
6
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Vóór het bedienen van de buitenboordmotor Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuele vragen kunt u contact met uw dealer opnemen. Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico van letsel en beschadiging van het product helpen voorkomen. In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen die gevolgd moeten worden.
!
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.
!
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
!
OPGELET
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
KENNISGEVING Duidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
Vermogen van de boot !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot.
7
ALGEMENE INFORMATIE Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Gebruik van race- en speedboten Als uw buitenboordmotor gebruikt zal worden op een speed- of raceboot waarmee u niet vertrouwd bent, raden wij aan dat u er pas snel mee vaart na een eerste kennismakingsdemonstratie door uw dealer of een bestuurder die ervaring heeft met deze combinatie van vaartuig en buitenboordmotor. Vraag voor nadere informatie een exemplaar aan van de brochure Gebruik van race- en speedbotenbij uw dealer, leverancier of bij Mercury Marine.
Buitenboordmodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Hierdoor wordt voorkomen dat de motor start wanneer de overbrenging in een andere stand dan neutraal is geschakeld.
!
WAARSCHUWING
Starten van de motor terwijl de aandrijving is ingeschakeld kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Gebruik nooit boten die niet zijn voorzien van een beveiliging die uitsluitend starten in neutraal toelaat.
37882
8
ALGEMENE INFORMATIE Kennisgeving over externe besturing !
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk gewelddadige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen. De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren worden bevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt. a-
a
a
zelfborgende moeren
28984
Dodemansschakelaar De dodemansschakelaar dient om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaats verwijderd raakt (zoals wanneer hij uit de stoel wordt geslingerd) dat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedieningen zijn uitgerust met een dodemansschakelaar. Een dodemansschakelaar kan als optie worden geïnstalleerd – gewoonlijk op het dashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder. Het dodemanskoord is gewoonlijk 122–152 cm (4–5 ft) lang wanneer het uitgetrokken is. Een element aan het ene uiteinde wordt in de schakelaar gestoken en een onderdeel op het andere uiteinde zit vast aan de bestuurder. Het dodemanskoord is spiraalvormig opgewonden, zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt zo klein mogelijk blijft. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren minimaal is, mocht de bestuurder zich nabij zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
b
a
21629
ab-
dodemanskoord dodemansschakelaar
9
ALGEMENE INFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie: De dodemansschakelaar dient de motor af te zetten als de bestuurder zich zo ver van de bestuurdersplaats verwijdert dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats verwijdert. Overboord vallen of uit de stoel geslingerd worden komt eerder voor bij bepaalde boottypen, zoals opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel geslingerd worden komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid. Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel voor personen in het vaartraject van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait. Wij raden sterk aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren ingeval de motor in een noodgeval moet worden bediend (bijv. als de bestuurder uit de boot wordt geslingerd). Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen. Dit is vooral een probleem voor passagiers voorin de boot, deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de schroef geraakt worden.
•
Verlies van vermogen en de macht over het stuur in ruwe zee, sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
21604
Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt. Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT !
WAARSCHUWING
Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden. 10
ALGEMENE INFORMATIE Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekboten Houd tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan of andere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Een plotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotseling minder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de boot slingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door de buitenboordmotor overvaren worden.
BOTEN MET EEN OPEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achter het hekje of de afzetting. Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.
26782
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekboot en overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op sleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid. Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over de voorkant uit de boot valt.
26783
11
ALGEMENE INFORMATIE Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
26784
Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
Botsingen met obstakels onder water Neem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar zich onder water mogelijk obstakels bevinden die door de buitenboordmotor of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. Het belangrijkste wat u kunt doen om letsel of stootschade door aanraking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot aan te passen. Onder deze omstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot een minimale planeersnelheid van 24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH).
26785
12
ALGEMENE INFORMATIE !
WAARSCHUWING
Om ernstig of dodelijk letsel te voorkomen doordat een deel van, of een complete, buitenboordmotor in de boot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de snelheid te worden beperkt tot de minimale planeersnelheid. Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot talloze verschillende situaties. Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren: •
Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnen de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit de boot geslingerd.
•
Schade als de buitenboordmotor en/of de boot geraakt is.
Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letsel of schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels onder water. Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk afzetten en inspecteren op gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondige inspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht. De boot moet ook op breuken in de romp of de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd. Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelen van de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar dan veel langzamer.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schade als gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgende botsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Uitlaatemissies WEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren. Hieronder vallen de buitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren waarmee boten worden aangedreven en ook de generatoren die de verschillende scheepsaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijk gas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging die niet mogen worden verward met zeeziekte of dronkenschap zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
!
WAARSCHUWING
Vermijd de combinatie van een draaiende motor en slechte ventilatie. Langdurige blootstelling aan een bepaalde concentratie koolmonoxide kan bewusteloosheid, hersenletsel en overlijden veroorzaken.
13
ALGEMENE INFORMATIE GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.
21622
Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot.
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in een omsloten ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
a
b
21626
ab-
De motor laten draaien terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd. Afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor.
TIJDENS HET VAREN
a
b
21628
ab-
De boot laten varen met de trimhoek van de boeg te hoog. De boot laten varen terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.
14
ALGEMENE INFORMATIE Accessoires voor buitenboordmotor kiezen Originele Mercury Precision of Quicksilver accessoires zijn speciaal ontworpen en getest voor uw buitenboordmotor. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers.
!
WAARSCHUWING
Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Het verkeerde gebruik van goede accessoires of het gebruik van verkeerde accessoires kan tot ernstig of dodelijk letsel of storingen leiden. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine geproduceerd of verkocht worden, zijn er niet op ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem van uw buitenboordmotor. Verkrijg en lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd. Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende. Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart. Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteren van het serienummer Het is belangrijk m het serienummer en andere belangrijke informatie voor later gebruik te noteren.
15
ALGEMENE INFORMATIE Noteer het serienummer van de motor zoals aangegeven (op de onderbak van de motor en op het cilinderblok) in de ruimte hieronder. Dit nummer is handig in geval van diefstal en helpt u het producttype snel te bepalen. Serienummer: Modeljaar: Modelaanduiding: Bouwjaar: CE-aanduiding (indien van toepassing):
16
ALGEMENE INFORMATIE Specificaties 25/30 Model
25M
30M
30EH
30E
Totale lengte
884 mm (34.8 in.)
600 mm (23.6 in.)
Totale breedte
412 mm (16.2 in.)
355 mm (14 in.)
Totale hoogte
S: 1116 mm (44 in.) - L: 1243 mm (49 in.)
Spiegelhoogte
S: 435 mm (17.1 in.) - L: 562 mm (22.1 in.)
Gewicht
55 kg (121 lb)
51 kg (112 lb)
Max uitgangsvermo‐ gen in pk (kW)
25 (18.4)
30 (22.1)
Toerental bij volgas
5000–6000
5150–5850
Brandstofverbruik
13 L/uur
Aantal cilinders
2
Cilinderinhoud
430 cc (26.2 in3)
Cilinderboring
68 mm (2.68 in.)
Zuigerslag
59 mm (2.32 in.)
Uitlaatsysteem
Uitlaat via naaf
Koelsysteem Startsysteem Accucapaciteit
Waterkoeling Handmatig
Elektrisch/handmatig
Minimale nominale reservecapaciteit van 100 minuten en 350 koudstartampèrage (CCA)
Ontsteking Bougie
Ontstekingsmodule NGK B7HS-10 of Champion L82C-NGK BPR7HS-10
Elektrodenafstand
1,0 mm (0.035 in.)
Dynamo
12 V, 80 W, 6,7 A
Mengverhouding brandstof
50:1 (Quicksilver TC-W2 of TC-W3 2-Cycle)
Brandstoftankin‐ houd
25 L (6.6 US gal)
Tandwielreductie Tandwielolie
54 kg (119 lb)
1,92:1 Quicksilver Gear Lube Premium Blend (tandwielolie)
Volume tandwielolie
280 ml (9.5 fl oz)
17
ALGEMENE INFORMATIE NB:
18
19
ALGEMENE INFORMATIE Onderdelen
20
11
1
12
2
13
21
14
3
22 15
4
16
5 6 7 8
17 18
9 10
24
19 25 26 27
23
28
37417
20
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 -
MH-modellen opklaphendel bovenste motorkap indicatieopening waterpomp waterplug hendel achteruitvergrendeling aandrijfhuis antiventilatieplaat trimvin secundaire waterinlaat schroef greep startkoord schakelhendel gasgreep klemschroef
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 -
21
klembeugel trimpositiepen bovenste olieplug koelwaterinlaat onderste olieplug connector B stopschakelaar chokeknop brandstoftank koudstartklep brandstofaansluiting brandstoftankdop ontluchtingsschroef kniestuk brandstofinlaat
ALGEMENE INFORMATIE 1
11
21
2
12
22
13
3
14 15
4 5
16
23 24
17
6 7
18
8
19
9 10 26
20 27 28 29
25
30 37461
22
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 15 -
EH-modellen opklaphendel bovenste motorkap indicatieopening waterpomp waterplug hendel achteruitvergrendeling aandrijfhuis antiventilatieplaat trimvin secundaire waterinlaat schroef greep startkoord schakelhendel gasgreep klemschroef klembeugel
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 -
23
trimpositiepen accukabel bovenste olieplug koelwaterinlaat onderste olieplug connector B hoofdschakelaar stopschakelaar chokeknop brandstoftank koudstartklep brandstofaansluiting brandstoftankdop ontluchtingsschroef kniestuk brandstofinlaat
ALGEMENE INFORMATIE 1
11
2
12
20 13
3
14 4
15
5
16
6 7
17
8
18
9 19
10 26
21 22
27
23
28
24
29 25 30 37463
24
ALGEMENE INFORMATIE 12345678910 11 12 13 14 15 -
E-modellen opklaphendel bovenste motorkap indicatieopening waterpomp waterplug hendel achteruitvergrendeling aandrijfhuis antiventilatieplaat trimvin secundaire waterinlaat schroef greep startkoord schakelhendel klemschroef klembeugel trimpositiepen
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 -
25
accukabel bovenste olieplug koelwaterinlaat onderste olieplug connector B afstandsbedieningskast hoofdschakelaar stopschakelaar snoer brandstoftank koudstartklep brandstofaansluiting brandstoftankdop ontluchtingsschroef kniestuk brandstofinlaat
INSTALLEREN Buitenboordmotor installeren Wij raden ten sterkste aan om de buitenboordmotor en bijbehorende accessoires door uw dealer te laten installeren, om zeker te zijn van de juiste installatie en goede prestaties. Volg de instructies in de bij de buitenboordmotor meegeleverde installatiehandleiding als u de buitenboordmotor zelf installeert.
NB: De meeste boten zijn geclassificeerd en gecertificeerd volgens hun maximale vermogen, dat op het certificatieplaatje van de boot vermeld staat. Installeer op uw boot geen motor die deze vermogenslimiet overschrijdt. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer. Gebruik de motor pas nadat deze stevig op de boot is gemonteerd volgens de onderstaande instructies. 1. Eén buitenboordmotor: Plaats de buitenboordmotor op de hartlijn van de spiegel. Zie Algemene informatie - Specificaties 25/30 voor de spiegelhoogte. a-
spiegelhoogte
a
37508
2.
Twee buitenboordmotoren: Installeer de buitenboordmotoren met een tussenafstand van ca. 580 mm (23 in.). Zie Algemene informatie - Specificaties 25/30 voor de spiegelhoogte. 580 mm
a
a-
spiegelhoogte
a 37509
3.
De afstand tussen de antiventilatieplaat van de motor en de bodem van de boot moet 30–50 mm (1.2–2 in.) zijn. Als de afstand groter is dan 30–50 mm (1.2–2 in.), zal de motorprestatie waarschijnlijk afnemen omdat de waterweerstand voor het onderwaterhuis groter wordt.
26
INSTALLEREN NB: Selecteer een buitenboordmotor waarmee de onderstaande afstand kan worden verkregen. ab-
a
bodem van de boot antiventilatieplaat
30–50 mm (1.2”–2”)
b 37510
4.
Bevestig de klembeugels na het plaatsen met de klemschroeven en boor vervolgens twee gaten in de spiegelplaat volgens de gaten in de klembeugel. Bevestig de motor met de meegeleverde bouten en moeren. Vergeet niet om de sluitringen te gebruiken. abcd-
b
a
d
gaten trimpositiepen bout klemschroef moer
c 37511
AANPASSING VOOR SPIEGEL NB: Zorg dat de antiventilatieplaat van de buitenboordmotor onder water ligt wanneer u met volgas vaart. Raadpleeg de dealer als dit niet mogelijk is vanwege de vorm van de scheepsbodem.
27
INSTALLEREN Afstandsbediening installeren BESTURING RECHTS 1.
Zet de afstandsbedieningskast op een plaats waar hij niet in de weg zit bij het bedienen van de hendels en schakelaars. Zorg dat er geen obstakels zijn voor het traject van de afstandsbedieningskabels.
37529
2.
Functies van de afstandsbediening:
e
f c
d
g
d
b
b
c a h
abcdefgh-
geheel open stand geheel gesloten stand gasbereik schakelbereik neutraal (N) vooruit (F) achteruit (R) alleen-gas hendel
a 37531
3.
Bepalen van de lengte van de afstandsbedieningskabels: Een vuistregel voor het bepalen van de juiste lengte voor een afstandsbedieningskabel is afstand A plus afstand B plus 300 mm (1 ft). A
a
B
a-
hartlijn spiegel
37530
NB: De minimale buigstraal voor een afstandsbedieningskabel is meestal 203 mm (8 in.). Voorkom scherpe knikken in de kabel.
28
INSTALLEREN 4.
Afstandsbedieningskabels aansluiten op de afstandsbedieningskast: Verwijder het achterpaneel door de twee schroeven los te draaien. a-
achterpaneel
a 5.
37528 Haal de afstandsbedieningskabels ten minste 16 mm (0,63 in.) door de aansluitringen heen. Zet de aansluitringen goed vast met de borgmoer.
11 mm
b
a 37497
ab-
aansluitringen borgmoer
29
INSTALLEREN 6.
Druk de nek van de schakelkabel van de afstandsbediening omlaag in de klem op de behuizing van de afstandsbedieningskast. Bevestig de aansluitring op de schakelarm met de pen en de E-ring. Steek een doorvoertule (meegeleverd met de afstandsbedieningskast) in de klem. abcd-
a 7.
c
b
doorvoertule schakelarmpen E-ring schakelarm
d
37527 Sluit de gaskabel van de afstandsbediening aan op de gasarm, op dezelfde manier als bij de schakelkabel.
abcd-
a
b
c
d 37526
30
gaskabel schakelkabel gasarm schakelarm
INSTALLEREN 8.
Installeer het achterpaneel. a-
achterpaneel
a 9.
37528 Installeer de afstandsbedieningskast met drie schroeven, afstandsstukken en moeren.
abcdef-
c
b a
d e
f
37464
31
schroef afstandsbedieningskast scheepsromp afstandsstuk sluitring moer
INSTALLEREN 10. Sluit de afstandsbedieningskabels aan op de motor en bevestig het snoer zoals hieronder afgebeeld.
g
h
i
f
j
e d q c
k
b
o l
a p
m n
abcdefghijklmnop-
stuurhaakplaat afstandsstuk clip nek van afstandsbedieningskabel schakelkabel afstandsbediening sluitring hulsgeleider B: afstandsbedieningskabel op schakelhendel aansluiten schakelhendel gasarm kogelgewricht bevestigingsdop: afstandsbedieningskabel op kogelgewricht aansluiten doorvoertule van onderste motorkap halen schakelkabel afstandsbediening nek van afstandsbedieningskabel afstandsstuk clip
11. Bevestig een bevestigingsdop en een hulsgeleider B.
32
37495
INSTALLEREN 12. Gasklepzijde: Schuif een doorvoertule op het uiteinde van de kabel, plaats er een bevestigingsdop op en zet hem vast met een moer zoals afgebeeld.
b
a
c
37502
abc-
gaskabel moer bevestigingsdop
13. Schakelzijde: Bevestig hulsgeleider B op de schakelkabel van de afstandsbediening en zet hem met een moer vast.
d a
c
b
37503
abcd-
nek van afstandsbedieningskabel schakelkabel moer hulsgeleider B
14. Sluit de afstandsbedieningskabel aan op de motor. 15. Gasklepzijde: Steek de gaskabel in een gat van de gasarm op de onderste motorkap, bevestig het kogelgewricht op de bevestigingsdop op het uiteinde van de afstandsbedieningskabel en bevestig de afstandsbedieningskabel met een clip. Bevestig een doorvoertule op de onderste motorkap.
NB: Zet de bedieningshendel in neutraal (N) en de stationairhendel in de stand helemaal dicht. 16. Schakelzijde: Steek de borgpen bij hulsgeleider B in het installatiegat op de schakelhendel en draai hem 90° om te vergrendelen; bevestig daarna de afstandsbedieningskabel met een clip.
33
INSTALLEREN 17. Bevestig het snoer: Bevestig het snoer van de afstandsbedieningskast op de bijbehorende aansluitpunten via de onderste motorkap zoals afgebeeld. Zet het snoer vast met klemmen.
b h
e
g
d
c
j
c
d i
b f
j
i
k m
a
l
n s r
q
o
p
37505
abcdefghijklmnop-
snoer zwarte aansluitklem bruine aansluitklem groene aansluitklem rode aansluitklem gelijkrichter aansluitklemmenhouder zekering klemmen blauwe aansluitklem startrelais ontstekingsmodule chokerelais steun startrelais onderbak doorvoertule
34
INSTALLEREN qrs-
naar afstandsbedieningskast klem schroef
BLK
GRN
BLK
GRN
RED
RED
BLU
WHT WHT
BLU
YEL
g h
BRN
c d e f
BRN
b
RED
a
YEL
18. Sluit de kabels aan op de bijbehorende aansluitklemmen op de aansluitklemmenhouder.
j k
i
l m 37500
abcdefghijklm-
magneetdraad magneetdraad snoer zekeringdraad ontstekingsmodule snoer ontstekingsmodule startrelais gelijkrichterdraad stopschakelaar chokerelais stopschakelaar snoer
AFKORTINGEN DRAADKLEURCODES Draadkleurcodes BLK
Zwart
BLU
Blauw
BRN
Bruin
GRS
Grijs
35
INSTALLEREN Draadkleurcodes GRN
Groen
ORN of ORG
Oranje
PNK
Roze
PPL of PUR
Paars
ROOD
Rood
TAN
Beige
Wit
YEL
WHT LT of LIT
Licht
DK of DRK
Geel Donker
Stuurverbindingsstang bevestigen !
WAARSCHUWING
Gebruik van verkeerd bevestigingsmateriaal of onjuiste installatieprocedures kan resulteren in los- of vrijkomen van de stuurstang. Dit kan een plotseling verlies van controle over de boot veroorzaken, leidend tot mogelijk ernstig (of dodelijk) letsel doordat opvarenden in de boot ten val komen of eruit worden geslingerd. Gebruik altijd de vereiste onderdelen en volg de aanwijzingen en aanhaalprocedures.
36
INSTALLEREN De hieronder afgebeelde onderdelen van de stuurverbindingsstang zijn verkrijgbaar en worden op de afgebeelde wijze geïnstalleerd. Afhankelijk van het gebruikte merk kabel kunnen afstandsstukken nodig zijn.
c d e
g d
b
a
f
h d a abcdefghijkl-
j
i
k
d i
l 37507
invetten afstandsstuk (optioneel) bout ring B rubberen buffer veer afstandsstuk kraag borgmoer stang ring A afdichtring
Accu installeren ACCU MONTEREN Volg de instructies van de accufabrikant zorgvuldig. Bevestig de accu stevig op de romp, op een plaats waar er geen water op kan spatten.
NB: Op elektrisch gestarte buitenboordmotoren moeten de accukabels altijd op de accu geïnstalleerd zijn wanneer de motor draait, zelfs als er handmatig gestart wordt, omdat het laadsysteem anders beschadigd kan raken.
ACCUAANSLUITINGEN Sluit eerst een rode kabel aan op de positieve (+) accupool en een zwarte kabel op de negatieve (–) accupool. Plaats een rode dop op de pluspool. Koppel eerst de zwarte en dan de rode kabel los wanneer u de accukabels loshaalt. Vereiste accucapaciteit: 12V-accu met aanbevolen capaciteit van ten minste 70 A/h.
37
INSTALLEREN •
De accukabels moeten lang genoeg zijn om onbelemmerd te kunnen sturen.
•
De accukabels moeten zo worden gelegd dat ze tijdens het sturen niet beschadigd kunnen raken.
•
Als de accuverbindingen slecht zijn, zal de startmotor niet tornen.
•
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
•
De accu moet helemaal opgeladen zijn voordat de motor wordt gestart. ab-
a
rode kabel zwarte kabel
b 37712
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies: •
Tijdens het opladen van een accu komt waterstofgas vrij. Zet de accu tijdens het laden in een goed geventileerde ruimte. Neem de accu van de boot, zo voorkomt u dat de romp en het interieur beschadigd raken. Vonken, sigaretten en andere bronnen van vuur moeten worden geweerd van de oplaadlocatie om ontploffen van de accu te voorkomen.
•
De accuvloeistof (elektrolyt) bevat zwavelzuur. Als er elektrolyt wordt gemorst op de huid of kleding, spoel dan rijkelijk met water en raadpleeg een arts. Draag altijd een beschermbril en rubberen handschoenen wanneer u de accu hanteert.
Schroef selecteren Selecteer voor de beste prestaties van uw buitenboordmotor/boot combinatie een schroef waarbij de motor bij normale belasting van de boot kan draaien in de bovenste helft van het aanbevolen volgastoerentalbereik (zie Algemene informatie - specificaties). Bij dit toerentalbereik is de acceleratie beter, terwijl de maximumvaarsnelheid hetzelfde blijft. De schroef die is meegeleverd met uw buitenboordmotor geeft u de beste prestaties onder gemiddelde bedrijfscondities. Voor specifieke vaaromstandigheden zijn ook andere schroeven verkrijgbaar. Vraag uw buitenboordmotordealer om informatie.
VERKRIJGBARE SCHROEVEN —
"Light Duty" boot Merkteken Afmetingen (blad x diameter x spoed) mm
"Heavy Duty" boot
14 (E)
13 (D)
11 (C)
10 (B)
9 (A)
8 (F)
3 x 252 x 360
3 x 252 x 332
3 x 250 x 288
3 x 250 x 260
3 x 249 x 236
3 x 260 x 210
Als andere omstandigheden zoals warmer en vochtiger weer, gebruik op grotere hoogten, een grotere belasting van de boot of een vuile bodem of vuil onderwaterhuis ertoe leiden dat het toerental tot onder het aanbevolen bereik daalt, kan het nodig zijn de schroef te vervangen of reinigen om de prestaties en levensduur van de buitenboordmotor te handhaven.
38
INSTALLEREN Controleer met een nauwkeurige toerentalmeter het toerental bij volgas. Doe dit terwijl de motor zo getrimd is dat een uitgebalanceerde stuurconditie ontstaat (evenveel stuurkracht naar beide richtingen) en zonder dat de schroef losschiet.
39
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren De boot moet op de trailer zijn gelegd met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld, in een verticale bedrijfsstand. BELANGRIJK: De opklapvergrendeling en de ondiepwaterstandfunctie (modellen met stuurknuppel) op de buitenboordmotor zijn niet bedoeld om de buitenboordmotor op de boottrailer in de opgeklapte stand te ondersteunen. Als er meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en het op en neer springen van de trailer. Schakel de buitenboordmotor in de vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
Motor verwijderen 1.
Zet de motor af.
2.
Koppel de brandstofconnector los van de motor.
37252
3.
Neem de motor van de romp en tap al het water af uit de buitenboordmotor.
4.
Plaats de motor op de grond met de handgrepen van de klemschroeven omhoog.
37884
40
VERVOER Losse brandstoftanks vervoeren !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg de instructies voor het vervoeren van losse brandstoftanks. Vervoer de brandstoftank in een goed geventileerde ruimte uit de buurt van open vlammen of vonken.
BRANDSTOFTANK MET HANDBEDIENDE ONTLUCHTING 1.
Houd het ventiel van de brandstoftank gesloten terwijl u de tank vervoert. Hierdoor wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
26793
BRANDSTOFTANK MET AUTOMATISCHE ONTLUCHTING 1.
Koppel de brandstofslang los van de tank. Hierdoor wordt het ontluchtingsventiel gesloten en wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
2.
Breng een dop aan op het steeltje van de brandstofslangaansluiting. Hierdoor kan het steeltje van de aansluiting niet per ongeluk worden ingedrukt, waardoor brandstof of dampen zouden kunnen ontsnappen.
a
ab-
steeltje van aansluiting dop
F
b
26794
41
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof BELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolg van het gebruik van de verkeerde benzine wordt als onjuist gebruik van de motor beschouwd en daardoor veroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie gedekt.
BRANDSTOFSPECIFICATIES Mercury Marine motoren werken naar behoren wanneer een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt, die aan de volgende specificaties voldoet: VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [octaangehalte 92 (R+M)/2] is aanvaardbaar. GEEN loodhoudende benzine gebruiken. Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [RON 98] is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, moet u loodhoudende benzine van een betrouwbaar merk gebruiken.
GEBRUIK VAN (GE-OXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE (ALLEEN VS) Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De 2 typen oxigenaten die in deze brandstoffen worden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) en ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxigenaat is dat in uw gebied in de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzines. Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw Mercury Marine motor gebruikt worden.
BENZINE DIE ALCOHOL BEVAT Als de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijn van nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanol aanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan er toe leiden dat de nadelige effecten verergeren. Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt, waardoor water en alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden. De onderdelen van het brandstofsysteem van uw Mercury Marine motor zijn bestand tegen benzine met een alcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem van uw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande de onderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftanks, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk dat alcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van: •
corrosie van metalen onderdelen;
•
beschadiging van rubber en kunststof onderdelen;
•
brandstoflekkage door rubber brandstofslangen;
•
problemen bij starten en bedrijf.
!
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR BRAND EN EXPLOSIE: Brandstoflekkage uit een onderdeel van het brandstofsysteem kan gevaar opleveren van brand en explosie, die ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Zorgvuldige inspectie van het gehele brandstofsysteem is verplicht, vooral na opslag. Alle brandstofsysteemonderdelen moeten op lekkage, zacht of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd. Bij tekenen van lekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt. Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitend alcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekend is of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.
42
BRANDSTOF EN OLIE BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken specifieke problemen. In auto’s wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoende vocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Olieaanbeveling Aanbevolen olie
Premium 2-takts TC-W3-buitenboordmotorolie
BELANGRIJK: Het moet door de NMMA gecertificeerde TC-W3 2-taktolie zijn. Mercury of Quicksilver Premium TC-W3 2–taktolie wordt aanbevolen voor deze motor. Voor extra bescherming en smering wordt Mercury of Quicksilver Premium Plus TC-W3 2–taktolie aanbevolen. Als Mercury of Quicksilver buitenboordmotorolie niet verkrijgbaar is, gebruik dan in plaats daarvan een ander merk door NMMA goedgekeurde TC-W3 2-takt buitenboordmotorolie. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade veroorzaken.
Brandstof en olie mengen Gebruik een 25:1 (4%) benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Nadat het inloopbrandstofmengsel is opgebruikt, gebruikt u een 50:1 (2%) benzine-oliemengsel. Zie de onderstaande tabel voor de mengverhoudingen.
MENGVERHOUDINGENTABEL BENZINE/OLIE Benzine/olieverhouding
3,8 liter (1 gallon) benzine
11,5 liter (3 gallon) benzine
23 liter (6 gallon) benzine
25:1 (4%)
148 ml (5 fl. oz.) olie
473 ml (16 fl. oz.) olie
946 ml (32 fl. oz.) olie
50:1 (2%)
89 ml (3 fl. oz.) olie
237 ml (8 fl. oz.) olie
473 ml (16 fl. oz.) olie
MENGPROCEDURE Giet de juiste hoeveelheid olie samen met ongeveer vier liter benzine in een goedgekeurde container. Schud het mengsel tot ze goed met elkaar vermengd zijn. Voeg de overige benzine toe en schud de container om voor een goede vermenging te zorgen.
Vullen van de brandstoftank !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Wees voorzichtig wanneer u brandstoftanks vult. Stop de motor altijd, rook niet en zorg dat er geen open vuur of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u de brandstoftanks vult. Vul brandstoftanks in de buitenlucht, uit de buurt van warmte, vonken en open vuur. Zet de motor altijd af voordat u de tanks gaat vullen. Maak de brandstoftanks nooit helemaal vol. Laat ongeveer 10% van het tankvolume leeg. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur ervan stijgt en kan onder druk gaan lekken als de tank helemaal vol is.
VASTE TANKS VULLEN Giet de juiste hoeveelheid olie langzaam bij de benzine terwijl de tank wordt gevuld.
43
BRANDSTOF EN OLIE LOSSE BRANDSTOFTANKS VULLEN Haal losse brandstoftanks van de boot als u ze vult. Giet de juiste hoeveelheid olie samen met 3,6 liter benzine in de brandstoftank. Meng dit goed en giet dan de rest van de benzine in de tank.
LOSSE BRANDSTOFTANK IN DE BOOT PLAATSEN Plaats de brandstoftank zo in de boot dat de ontluchting bij normaal gebruik van de boot hoger staat dan het brandstofpeil.
44
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening Uw boot is mogelijk uitgerust met de hier afgebeelde Mercury Precision of Quicksilver afstandsbediening. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
a b c
d 37982
abcd-
afstandsbedieningshendel - Vooruit (F), Neutraal (N), Achteruit (R) alleen-gas hendel contactschakelaar dodemansschakelaar
Buitenboordmotor opklappen OPKLAPPROCEDURE Met behulp van de opklapfunctie kan de bestuurder de buitenboordmotor in een hogere opklaphoek plaatsen voor gebruik in ondiep water, of de buitenboordmotor naar de hoogste stand opklappen. Laat als de buitenboordmotor draait, de opklaphendel in de vrije stand staan. De buitenboordmotor kan dan terugkeren naar de bedrijfsstand als hij op een obstakel onder water botst en wordt opgetild. Als u de opklaphendel in de opklapstand zet, kan de buitenboordmotor vergrendelen in de ondiepwaterstand of in de stand volledig omhoog.
45
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN OMHOOG KLAPPEN Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de ontgrendelde zijde en klap de motor omhoog: de motor wordt automatisch op zijn plaats gezet. a-
hendel achteruitvergrendeling
a 37535
OMLAAG KLAPPEN Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de vergrendelde zijde, breng de motor iets omhoog en laat hem zakken. De achteruitvergrendeling gebeurt automatisch. a-
hendel achteruitvergrendeling
a
37537
Gebruik in ondiep water De buitenboordmotor heeft een ondiepwateropklapfunctie, hiermee kunt u de buitenboordmotor tot een hogere hoek opklappen zodat hij de bodem niet raakt. BELANGRIJK: Verlaag het motortoerental tot stationair en schakel de motor in neutraal voordat u de buitenboordmotor naar de ondiepwaterstand kantelt.
46
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN VAARPOSITIE VOOR ONDIEP WATER Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de ontgrendelde zijde en klap de motor omhoog om deze in te stellen op de vaarpositie voor ondiep water. a-
hendel achteruitvergrendeling
a 37535
OMLAAG KLAPPEN VANUIT VAARPOSITIE VOOR ONDIEP WATER Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de vergrendelde zijde, breng de motor iets omhoog en laat hem zakken. De achteruitvergrendeling gebeurt automatisch. a-
hendel achteruitvergrendeling
a
37537
BELANGRIJK: In de ondiepwaterstand mag de buitenboordmotor niet in achteruit worden gebruikt. Laat de buitenboordmotor met laag toerental draaien en houd de koelwaterinlaat onder water.
Trimafstelling U kunt de trimpositie van de motor instellen volgens de spiegelhoek en belasting van uw boot. Zorg dat de antiventilatieplaat parallel aan het wateroppervlak ligt tijdens het varen. • Goede trimpositie: Houd de trimpositiepen haaks op de waterspiegel om uw boot horizontaal te houden tijdens het varen. • Omlaag trimmen: Als de boeg te ver omhoog komt zodat de vaarstabiliteit afneemt, zet u de trimpositiepen omlaag.
47
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Omhoog trimmen: Als de boeg het wateroppervlak raakt tijdens het varen, zet u de trimpositiepen omhoog.
a
b
d
c e
f 37883
abcdef-
goede trimpositie omlaag trimmen omhoog trimmen trimpositiepen verplaats de pen om de boeg omhoog te brengen verplaats de pen om de boeg omlaag te brengen
Stuurfrictieafstelling De stuurfrictie kan naar wens worden afgesteld met de stelschroef voor stuurfrictie.
!
WAARSCHUWING
Afstellen met onvoldoende frictie kan ernstige of dodelijke ongelukken veroorzaken door verlies van controle over de boot. Stel de stuurfrictie zodanig in dat wordt voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bocht instuurt zodra de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten. Verstel de stelschroef om de gewenste mate van stuurfrictie te verkrijgen. • Draai de schroef rechtsom voor meer frictie.
48
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Draai de schroef linksom voor minder frictie. a-
stelschroef stuurfrictie
a 37516
Trimvinnen afstellen Een op de schroef uitgeoefend stuurmoment zal de boot in één richting doen trekken. Zo'n stuurmoment ontstaat als de verticale hoek van de buitenboordmotor niet goed is ingesteld en de schroefas daarom niet parallel staat aan het wateroppervlak. De trimvin kan zo'n stuurmoment vaak helpen compenseren en deze kan binnen bepaalde grenzen worden afgesteld om een eventueel ongelijke stuurkracht te verminderen. •
Laat uw boot op normale kruissnelheid varen, met de buitenboordmotor ingesteld op de juiste bedrijfshoek. Maak een bocht naar links en naar rechts en bepaal in welke richting de boot het gemakkelijkst een bocht maakt.
•
Als afstelling vereist is, draait u de trimvinbout los en voert u de afstelling in kleine stappen geleidelijk uit.
•
Draai de trimvinbout na het afstellen weer goed aan.
NB: Controleer regelmatig of de bout en de trimvin goed zijn vastgezet. Door corrosie zal de trimvin na verloop van tijd slijten. BELANGRIJK: De trimvin fungeert tevens als anode die galvanische corrosie voorkomt. Breng geen lak, vet of ander materiaal aan op de buitenkant van de trimvin.
NB: De afstelling van de trimvinnen zal het stuurmoment amper reduceren als de buitenboordmotor is geïnstalleerd met de antiventilatieplaat op ten minste 50 mm (2 in.) boven de bodem van de boot. De trimvin bevindt zich onder de antiventilatieplaat. •
Als de boot naar links trekt, stelt u de trimvin af richting B.
49
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Als de boot naar rechts trekt, stelt u de trimvin af richting C.
e
d a b c
37494
abcde-
trimvin trekt naar links; stel trimvin af richting B trekt naar rechts; stel trimvin af richting C bocht naar links bocht naar rechts
50
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De bestuurder is op de hoogte van veilig navigeren en varen en veilige bedieningswerkwijzen.
•
Een goedgekeurd en gemakkelijk bereikbaar reddingsvest van de juiste maat voor elke passagier is aan boord.
•
Een ringvormige reddingsboei of een drijfkussen, geschikt om naar een persoon in het water te werpen.
•
Zorg dat u de maximale belasting van uw boot weet. Kijk op het typeplaatje.
•
De brandstofvoorraad is in orde.
•
Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk verdeeld is en iedereen op een daarvoor bestemde zitplaats zit.
•
Vertel iemand waar u heen gaat en wanneer u terug denkt te komen.
•
Het is verboden om de boot te besturen terwijl u onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Zorg dat u de waterwegen en het gebied kent waar u gaat varen; het getij, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die u in Bediening - Inspectie- en onderhoudsschema vindt.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik op grote hoogte BELANGRIJK: Voorkom ernstige schade aan de motor als gevolg van een arm brandstofmengsel: gebruik de buitenboordmotor niet (als de carburateursproeiers zijn verwisseld voor varen op grote hoogte) op een lagere hoogte tenzij de sproeiers weer worden verwisseld voor de nieuwe hoogte. Als de buitenboordmotor wordt gebruikt op een hoogte van meer dan750 m (2500 ft.) boven zeeniveau kan het nodig zijn om de carburateursproeiers te vervangen en/of een schroef met een andere spoed te gebruiken. Neem contact op met uw dealer. Hierdoor wordt het normale prestatieverlies verminderd als gevolg van minder zuurstof in de lucht, waardoor een zeer rijk brandstofmengsel ontstaat.
Procedure voor inlopen van de motor BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de inloopprocedures. Bedrijfstijd voor inlopen: 10 uur
51
BEDIENING Tijd
0 min.~
10 min.~
1 uur~
2 uur~
10 uur~
Inloopme‐ thode
Sleepsnelheid of stationair
Gasklepo‐ pening <1/2 ca. 3000 omw/min
Gasklepopening <3/4 ca. 4000 omw/min
Gasklepopening 3/4 ca. 4000 omw/min
Normaal varen
Bedrijfsom‐ standighe‐ den
Varen met mini‐ maal toerental
—
Per 10 minuten kan 1 minuut lang met volg‐ as worden gevaren.
Varen met volgas is slechts voor korte pe‐ rioden toegestaan.
—
BRANDSTOFMENGSEL VOOR HET INLOPEN VAN DE MOTOR Gebruik een 25:1 benzine-oliemengsel in de eerste tank brandstof. Als u brandstof van slechte kwaliteit gebruikt, zal de motor minder lang meegaan en ontstaan er storingen, zoals o.a. startproblemen. Het verdient aanbeveling om benzine van goede kwaliteit en originele of aanbevolen motorolie te gebruiken. (Zie onder Brandstof en olie .)
De motor starten VOORBEREIDING 1.
Sluit de brandstofconnector aan op de connector op de motor.
37522
52
BEDIENING 2.
Draai de ontluchtingsschroef op de brandstoftankdop los. Bij tanks met automatische tankontluchting (optioneel): de ontluchtingsschroef hoeft niet te worden losgedraaid. Er wordt automatisch een ontluchting geopend wanneer de connector op de tank wordt aangesloten.
37518
3.
Voer brandstof toe aan de carburateur door in de koudstartklep te knijpen totdat deze hard wordt.
b
abc-
a
naar brandstoftank naar buitenboordmotor stroomrichting brandstof
c 37714
KENNISGEVING Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten. 4.
Modellen met stuurknuppel: Zet de schakelhendel in de neutraalstand.
NB: Zorg dat de schakelhendel in neutraal (N) staat wanneer u de motor start. Dit model heeft een beveiliging die voorkomt dat de motor start als hij in de versnelling staat. 5.
Draai de gasgreep totdat het merkteken op de greep tegenover het driehoekje op de stuurknuppel staat.
53
BEDIENING 6.
Trek de chokeknop helemaal uit. Als de motor al is warmgedraaid, hoeft u de choke niet te gebruiken.
N
37521
7. 8.
Modellen met afstandsbediening: Steek de sleutel in het contactslot. Draai de contactsleutel in de aan-stand en duw hem in om te choken. U hoeft de sleutel niet in te duwen als de motor al is warmgedraaid.
a
abc-
b
uit aan indrukken om te choken
c
37466
54
BEDIENING 9.
Zet de bedieningshendel in neutraal (N) en de alleen-gas hendel in de stand open.
N
abcde-
a b
geheel open stand geheel gesloten stand alleen-gas hendel contactschakelaar dodemansschakelaar
c d e 37715
ZET DE DODEMANSSCHAKELAAR IN DE STAND RUN. Vergeet niet om het koord aan de dodemansschakelaar aan uw lichaam te verbinden. De motor wordt uitgeschakeld als het dodemanskoord loskomt. Modellen met stuurknuppel a - dodemansschakelaar b - stopschakelaarvergrendeling c - haak
a b c 37465
55
BEDIENING Modellen met afstandsbediening a - haak b - uit c - aan d - dodemansschakelaar
c
b
d
a
37716
NB: De motor start pas nadat deze schakelaar goed is aangesloten en tevoren is vergrendeld. Zie Algemene informatie - dodemansschakelaar.
STARTEN VAN DE MOTOR 1.
Trek eerst langzaam aan het startkoord totdat u de startmotor voelt aangrijpen en trek vervolgens hard om de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen.
a
b
ab-
langzaam snel
37523
BELANGRIJK: Lees voordat u de motor start de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructies en de Procedures voor het inlopen van de motor in het gedeelte Bediening. 2.
Modellen met stuurknuppel: Druk op de startknop.
56
BEDIENING 3.
Laat de knop los nadat de motor is aangeslagen.
37524
4.
Modellen met afstandsbediening: Steek de contactsleutel in het slot, duw hem in en draai naar de startstand.
NB: Als u een warme motor start, hoeft u de sleutel niet in te drukken; draai deze dan gewoon naar de startstand.
a b
ab-
aan start
37717
5.
Zodra de motor start laat u de sleutel los, hij keert automatisch terug naar de stand Run.
6.
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals. Als de motor begint te haperen, nogmaals voorinspuiten (op sleutel drukken) tot de motor loopt.
BELANGRIJK: GEVAAR VAN PLOTSELING VERSNELLEN: Voordat u de buitenboordmotor uit neutraal schakelt, moet u het motortoerental tot langzaam laten dalen. Dat voorkomt een plotselinge versnelling waardoor opvarenden uit hun stoel of uit de boot geslingerd kunnen worden, hetgeen (soms dodelijk) letsel zou kunnen veroorzaken.
57
BEDIENING RICHTLIJN VOOR HET STARTEN Temperatuur
Startprocedure
Boven 25 °C (77 °F)
Zet de gasgreep in de uitgangspositie. Trek de chokeknop uit en trek de trekstarter een keer uit. Draai de gasgreep naar de startpositie, duw de chokeknop terug en trek aan de trekstarter totdat de motor aanslaat.
15 °C – 25 °C (59 °F – 77 °F)
Draai de gasgreep in de startstand. Trek de chokeknop uit en trek de trekstarter een keer uit. Duw de chokeknop terug en trek aan de trekstarter totdat de motor aanslaat.
Onder 15 °C (59 °F)
Draai de gasgreep in de startstand. Trek de chokeknop uit en trek aan de trekstarter totdat er verbranding plaatsvindt. Duw de chokeknop terug en trek aan de trekstarter totdat de motor aanslaat.
Opwarmen Laat de motor ongeveer drie minuten lang met laag toerental draaien zodat hij kan opwarmen voordat u gaat varen. De olie kan zo goed door de motor circuleren, wat belangrijk is omdat de motor anders aanzienlijk minder lang zal meegaan. Controleer tijdens opwarmen of er koelwater uit het indicatiegat van de waterpomp stroomt. BELANGRIJK: Als er geen koelwater naar buiten komt en de motor blijft draaien, kan hij oververhit raken, met motorschade tot gevolg.
a b 37514
ab-
waterpompindicator afvoeropening koelwater
Schakelen VOORUIT BELANGRIJK: Schakelen bij een hoog motortoerental kan gevaarlijk zijn. Neem voordat u schakelt gas terug, totdat u langzaam vaart of tot het toerental stationair is.
58
BEDIENING Modellen met stuurknuppel: Draai de gasgreep naar de stand voor langzaam en zet de schakelhendel snel in de stand voor Vooruit (F) nadat het motortoerental tot het laagste niveau is gedaald.
a
ab-
b
achteruit (R) vooruit (F)
37713
Modellen met afstandsbediening: Zet de alleen-gas hendel in de lage stand en zet de bedieningshendel dan in de stand Vooruit (F).
NB: De overbrenging kan alleen in Vooruit worden gezet als de alleen-gas hendel in de lage stand staat.
f c
e d b
g
d b
c a h
abcdefgh-
geheel open stand geheel gesloten stand gasbereik schakelbereik neutraal (N) vooruit (F) achteruit (R) alleen-gas hendel
a 37531
ACHTERUIT Modellen met stuurknuppel: Zet de schakelhendel snel naar de stand Achteruit (R) wanneer het motortoerental tot het laagste niveau is gedaald.
59
BEDIENING NB: Controleer of de hendel voor achteruitvergrendeling in de vergrendelde stand staat. a-
hendel achteruitvergrendeling: R = ontgren‐ deld, L = vergrendeld
a
37538
Modellen met afstandsbediening: Schakel de buitenboordmotor alleen als de motor stationair draait. Om van Vooruit (F) naar Achteruit (R) te schakelen, wacht u eerst tot de motor stationair draait en schakelt u vervolgens in Neutraal (N). Schakel terwijl de motor blijft draaien nu langzaam naar Achteruit (R) en verhoog het motortoerental.
NB: Controleer of de hendel voor achteruitvergrendeling in de vergrendelde stand staat. a-
hendel achteruitvergrendeling: R = ontgren‐ deld, L = vergrendeld
a
37538
De motor afzetten 1.
Modellen met stuurknuppel: Verlaag het toerental tot dat voor langzaam varen door de gasgreep naar de stand langzaam te draaien.
2.
Zet de schakelhendel in Neutraal (N).
60
BEDIENING 3.
Druk de stopschakelaar in totdat de motor helemaal stopt of trek aan de dodemansschakelaar.
37877
4.
Modellen met afstandsbediening: Zet de afstandsbedieningshendel in Neutraal (N) en laat de motor stationair draaien.
a
39942
61
BEDIENING 5.
Draai de contactsleutel naar de stand uit of trek de dodemansschakelaar uit.
b
abcd-
c
haak uit aan dodemansschakelaar
d
a
37716
BELANGRIJK: Volg de onderstaande instructies. •
Draai de ontluchtingsschroef op de brandstoftankdop aan nadat de motor is gestopt.
•
Koppel de brandstofconnector los van de motor.
•
Op elektrisch gestarte modellen haalt u de accukabels los van de accu wanneer de motor langere tijd niet zal worden gebruikt.
Starten bij storing Als het startsysteem niet werkt, kunt u het reservestartkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure volgen. 1.
Zorg dat de dodemansschakelaar in de stand Run staat.
2.
Verwijder het startkoord.
3.
Wikkel een trekkoord om het vliegwiel.
4.
Gebruik een dopsleutel van 10 mm als handgreep zoals hieronder afgebeeld.
37880
5.
Modellen met afstandsbediening: Zorg dat de contactsleutel in de stand Aan staat.
62
BEDIENING NB: Controleer of de schakelhendel in Neutraal (N) staat. !
WAARSCHUWING
Het onbedekt draaiende vliegwiel kan ernstig letsel veroorzaken. Houd uw handen, haar, kleding, gereedschap en andere voorwerpen uit de buurt van de motor wanneer de motor wordt gestart of loopt. Probeer de repeteerstarter of de motorkap niet weer aan te brengen terwijl de motor loopt.
63
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotor de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- en onderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden.
!
WAARSCHUWING
Het nalaten van inspecties en onderhoud van uw buitenboordmotor of pogingen om onderhoud of reparaties aan de buitenboordmotor uit te voeren als u niet bekend bent met de juiste service- en veiligheidsprocedures, kan ernstig of dodelijk letsel of defecten aan het product veroorzaken. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze publicatie. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
!
WAARSCHUWING
Het gebruik van een vervangingsonderdeel dat inferieur is aan het oorspronkelijke onderdeel, kan tot lichamelijk of fataal letsel, of een defect product, leiden.
Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPA Van alle nieuwe buitenboordmotoren die door Mercury Marine worden geproduceerd, is officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) van de Verenigde Staten verklaard dat ze voldoen aan de vereisten voor de bestrijding van luchtvervuiling afkomstig van nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor het uitvoeren van reparaties en onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van de uitstootregelingsvoorzieningen en -systemen kan worden uitgevoerd door een scheepsmotorreparatiewerkplaats of -persoon.
64
ONDERHOUD EPA-emissies EMISSIECERTIFICATIELABEL Een emissiecertificatielabel, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks in verband staan met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht.
a b c
EMISSION CONTROL INFORMATION This engine conforms to model year EPA regulations for Marine SI engines. Refer to Owner's Manual for required maintenance. IDLE SPEED :
FAMILY:
hp
cc
FEL:
g/kW h
TIMING (IN DEGREES):
d
Standard spark plug: Suppressor spark plug:
e
Valve Clearance (Cold) mm
f g h
GAP :
i
Intake Exhaust
28405
abcdefghi-
stationair toerental motorvermogen specificaties voor het ontstekingsmoment aanbevolen bougie en vonkbrug klepspeling (indien van toepassing) assortimentnummer maximaal emissievolume voor het motorassortiment zuigerplaatsing fabricagedatum
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden. De eigenaar/gebruiker mag de motor niet wijzigen op een manier die het vermogen verandert of de emissieniveaus boven de vastgelegde fabrieksspecificaties doet stijgen.
Inspectie- en onderhoudsschema VOOR ELK GEBRUIK •
Controleer of de noodstopschakelaar de motor afzet.
•
Voer een visuele inspectie uit op het brandstofcircuit voor beschadiging of lekkage.
•
Controleer de buitenboordmotor op spanning op de spiegel.
•
Controleer het stuursysteem op binden of losse onderdelen.
•
Modellen met afstandsbediening – Controleer visueel of de stuurstangbevestigers goed vastzitten. RaadpleegStuurstangbevestigers.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK •
Het koelsysteem van de buitenboordmotor uitspoelen als u hem in zout of vervuild water gebruikt. RaadpleegUitspoelen van het koelsysteem.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatuitgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water als u de motor in zout water gebruikt. 65
ONDERHOUD ELKE 100 GEBRUIKSUUR OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERST VOORDOET • • • • •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. RaadpleegSmeerpunten. Inspecteer en reinig de bougies. RaadpleegBougies inspecteren en vervangen. Controleer het brandstofslangfilter op verontreinigingen. RaadpleegBrandstofsysteem. Controleer de afstelling van de carburateurs zo nodig. RaadpleegCarburateurs afstellen. Controleer de anti-corrosie anodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. RaadpleegAnticorrosieanodes. Tap de tandwielkastolie af en vervang deze. RaadpleegSmering van het onderwaterhuis.
• •
Smeer de vertandingen op de aandrijfas en schakelas.1. Elektrisch gestarte modellen – Inspecteer de accu. RaadpleegControle van de accu.
• •
Modellen met afstandsbediening – Controleer de afstelling van de bedieningskabels.1. Verwijder afzetting in de motor met Mercury Precision of Quicksilver Power Tune Engine Cleaner (motorreiniger). Controleer of bouten, moeren en andere bevestigingsmiddelen goed aangehaald zijn. Reinig het aanzuigfilter van de brandstoftank.
• • •
ELKE 300 GEBRUIKSUUR OF OM DE DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (vaker als oververhitting optreedt of als lagere waterdruk geconstateerd wordt).1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Raadpleeg opslagprocedure. RaadpleegOpslag .
Doorspoelen van het koelsysteem DOORSPOELEN Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor door met zoet water na elk gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat neerslag de inwendige waterkanalen verstopt. Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product). BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de koelwaterkanalen te laten circuleren.
!
WAARSCHUWING
Een draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaats een stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat. 1.
1.
Verwijder de waterplug van de motor en schroef de bijbehorende spoelplug (slangadapter) op zijn plaats.
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
66
ONDERHOUD 2.
Sluit een slang aan op de spoelplug om de motor inwendig met water door te spoelen. Plak de koelwaterinlaat en de secundaire waterinlaat bij het onderwaterhuis met tape dicht. a-
doorspoelplug
a
37515
3.
Zet de schakelhendel in Neutraal (N) en laat de motor met laag toerental draaien, zodat het water uit het koelsysteem stroomt en al het zeewater en de modder verwijdert.
Verwijdering en installatie motorkap VERWIJDERING 1.
Haal de vergrendeling achter los door de hendel omlaag te duwen.
29054
2.
Til de achterkant van de kap op en haal de haak op de voorkant los.
26851
INSTALLATIE 1.
Zet de haak op de voorkant vast en duw de kap terug over de kapafdichting.
2.
Duw de kap omlaag en duw de vergrendelingshendel achter omhoog om hem vast te zetten. 67
ONDERHOUD Accu inspecteren De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten. BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies. 1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
4.
Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien die voorkomt dat de accupolen per ongeluk worden kortgesloten.
Brandstofsysteem !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert. Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
MOTORBRANDSTOFFILTER Inspecteer het kijkglas in achtergebleven water en het filterelement op bezinksel. Reinig de tank en de filters als volgt.
BRANDSTOFTANK REINIGEN 1.
Water of vuil in de brandstoftank kunnen motorproblemen veroorzaken.
2.
Maak de tank op gezette tijden of na langdurige opslag (langer dan drie maanden) schoon.
In de brandstoftank en op de motor zijn brandstoffilters aangebracht.
68
ONDERHOUD 1.
Schroef de vier schroeven los, verwijder de behuizing en maak het brandstoffilter schoon.
b
a 37711
ab2.
filter: schroef het kniestuk los van de brandstofinlaat en maak het schoon kniestuk brandstofinlaat
Verwijder het bezinkglas van het brandstoffilter en maak het brandstoffilter bij de motor schoon. ab-
carburateur bezinkglas brandstoffilter
a
b 37710
Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen met afstandsbediening BELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt. Het elektrische startcircuit is tegen overbelasting beveiligd door een SFE zekering van 20 A. Als de zekering is doorgebrand, werkt de elektrische startmotor niet. Probeer de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering nogmaals doorbranden. Vervang de zekering door een zekering met dezelfde ampèrewaarde.
Anti-corrosieanode De buitenboordmotor heeft op het onderwaterhuis en in de cilinder een anti-corrosieanode. Een anode helpt de buitenboordmotor beschermen tegen galvanische corrosie, door geleidelijk metaal af te staan voor corrosie ten gunste van het metaal van de buitenboordmotor.
69
ONDERHOUD De anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water waar erosie immers sneller verloopt. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volkomen is weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaagje op aan, omdat dit de effectiviteit vermindert. a-
anode (trimvin)
a
37879
Belangrijk: •
Verwijder de bougiedop voordat u de anode terugplaatst, om te voorkomen dat de motor aanslaat. Controleer de anode vervolgens en plaats hem terug.
•
Als de anode versleten is of er geen anode is aangebracht op de buitenboordmotor, zullen aluminium onderdelen sneller corroderen, waardoor lak kan afschilferen en de buitenzijde beschadigd kan raken.
Schroef vervangen !
WAARSCHUWING
Een draaiende schroef kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor nooit draaien met de boot uit het water terwijl de schroef is geïnstalleerd. Zet de aandrijving altijd eerst in neutraal voordat u een schroef installeert of verwijdert en activeer de dodemansschakelaar om te voorkomen dat de motor aanslaat. Plaats een stuk hout tussen het schroefblad en de antiventilatieplaat.
SCHROEF VERWIJDEREN 1.
Model met afstandsbediening: Schakel de buitenboordmotor in de stand Neutraal (N).
a
39942
70
ONDERHOUD 2.
Model met stuurknuppel: Zet de schakelhendel in de stand Neutraal (N).
38030
3.
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor aanslaat.
26899
4.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef tegen te houden.
27296
71
ONDERHOUD 5.
Verwijder de splitpen, de schroefmoer en de sluitring.
a
b
c
d
e
f 37520
abcdef-
splitpen moer sluitring schroef draagring schroef schroefas
6.
Trek de schroef recht van de schroefas. Als de schroef op de schroefas is vastgelopen en niet verwijderd kan worden, laat de schroef dan door een erkende dealer verwijderen.
7.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan. Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
Ref.-nr. tube
27344
72
ONDERHOUD BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf op de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele as tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd.
SCHROEF INSTALLEREN 1.
Installeer de draagring, de schroef, de moer en de splitpen op de schroefas.
b
abcde-
a
c 2.
d 26903
Plaats de schroefmoerborgring op de pennen. Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en haal de schroefmoer aan volgens de specificatie.
Beschrijving
Nm
Schroefmoer
75
3.
splitpen moer sluitring schroef draagring schroef
lb. in.
lb. ft. 55
Installeer de bougiekabels.
Bougies inspecteren en vervangen !
WAARSCHUWING
Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken produceren die de brandstofdampen onder de motorkap tot ontploffing brengen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel door brand of explosie tot gevolg. Voorkom schade aan de bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap om de bougiedoppen te verwijderen. 1.
Verwijder de bougiedoppen. Draai de rubber doppen wat heen en weer en trek ze van de bougies af.
26899
73
ONDERHOUD 2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode weggesleten is of als de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of inbrandingen vertoont.
26946
3.
Stel de elektrodenafstand af volgens de specificatie.
26947
Bougie Elektrodenafstand 4.
1,0 mm (0.035 in.)
Veeg de bougiezittingen schoon voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en haal ze vervolgens nog een kwartslag aan, of haal aan volgens de specificaties.
Beschrijving
Nm
Bougie
27
lb. in.
lb. ft. 20
Smeerpunten Regelmatige inspectie en regelmatig onderhoud van uw buitenboordmotor zijn belangrijk. De servicetermijnen moeten worden bepaald op basis van het aantal bedrijfsuren of aantal maanden, afhankelijk van wat het eerste komt. Raadpleeg uw plaatselijke Mercury-dealer voor richtlijnen voor periodiek onderhoud. Item
Om de 50 uur of 3 maanden
Om de 100 uur of 6 maanden
Handeling
Schuivende en draaiende onderdelen
Ja
Ja
Vet aanbrengen en naar binnen pompen
Smeernippels
Ja
Ja
Vet aanbrengen en naar binnen pompen
Onderwaterhuis smeren SMERING VAN HET ONDERWATERHUIS Bij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheid van water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór het smeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel een melkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Water in het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan het onderwaterhuis veroorzaken.
74
ONDERHOUD Verwijder de vul/aftapplug en onderzoek het magnetische uiteinde op metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheid metaalvijlsel of kleine metaaldeeltjes duidt op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporige hoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moet door een erkende dealer worden gecontroleerd.
TANDWIELOLIE VERVERSEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Zet een opvangbak onder de buitenboordmotor.
3.
Verwijder de oliepluggen (boven en onder) en tap alle tandwielolie af.
37849
4.
Steek de smeermiddelaansluiting in de vul/aftapopening en voeg smeermiddel toe totdat dit bij de bovenste olieplugopening verschijnt.
a
a-
bovenste olieplugopening
37848
5.
Installeer de bovenste olieplug voordat u de smeermiddelaansluiting verwijdert.
75
ONDERHOUD 6.
Verwijder de smeermiddelaansluiting en installeer de onderste olieplug.
37849
SMEERMIDDELINHOUD ONDERWATERHUIS De smeermiddelinhoud van het onderwaterhuis bedraagt ongeveer 280 cc (9.5 fl oz).
AANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL Mercury of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie).
Onder water geraakte buitenboordmotor Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud door een erkende dealer nodig. Deze onmiddellijke aandacht van een dealer die onderhoud uitvoert, is nodig zodra de motor aan de buitenlucht wordt blootgesteld, om inwendige beschadiging aan de motor als gevolg van corrosie tot een minimum te beperken. Hieronder volgen de noodmaatregelen die moeten worden getroffen voor de ondergedompelde buitenboordmotor. 1.
Haal de motor onmiddellijk uit het water en was hem met zoet water om al het zout en vuil te verwijderen.
2.
Verwijder de bougies en tap al het water uit de motor af door een paar keer aan het startkoord te trekken.
3.
Spuit voldoende originele motorolie in via de bougieopening en in het carter vanuit de kant van de carburateur. Trek een paar keer aan de trekstarter om de olie in de motor te laten circuleren.
76
OPSLAG Voorbereiding voor opslag Bij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water via alle koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen.
BRANDSTOFSYSTEEM BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming overgaan en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof om vernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies. •
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volg de aanwijzingen op de verpakking). Schud de brandstoftank voorzichtig heen en weer om het stabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.
•
Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volgens de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
•
Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.
Doorspoeladapter
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of het gebruik van de motor.
9192
Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen •
Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
•
Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalen buitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes).
77
OPSLAG Ref.-nr. tube
120
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Corrosion Guard (corrosiebeschermin g)
Externe metalen oppervlakken
92-802878Q55
Bescherming inwendige motoronderdelen NB: Controleer eerst of het brandstofsysteem op opslag is voorbereid. Zie onder Brandstofsysteem hierboven. BELANGRIJK: Raadpleeg de paragraaf Onderhoud - Bougies inspecteren en vervangen voor de juiste procedure voor het verwijderen van de bougiedoppen. •
Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Start de motor en laat hem in neutraal warmdraaien.
•
Terwijl de motor versneld stationair draait, stopt u de brandstoftoevoer door de brandstofslang los te koppelen. Zodra de motor begint te haperen, spuit u snel Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Storage Seal (afdichting voor opslag) in de carburateur, totdat de motor afslaat door gebrek aan brandstof.
•
Verwijder de bougies en spuit vijf seconden lang opslagafdichtingsmiddel rond de binnenkant van de cilinder.
•
Draai het vliegwiel enige malen met de hand rond om het opslagafdichtingsmiddel in de cilinder te verdelen. Installeer de bougie.
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuis smeren).
Buitenboordmotor plaatsen voor opslag Sla de buitenboordmotor in een rechtopstaande (verticale) positie op om water uit de motor te laten lopen.
KENNISGEVING Als de buitenboordmotor in opgeklapte toestand wordt opgeslagen, kan hij beschadigd raken. Er kan dan water bevriezen dat is ingesloten in de koelkanalen, of regenwater dat zich ophoopt in de schroefuitlaat in het onderwaterhuis. Sla de buitenboordmotor op in de stand volledig omlaag.
Accu-opslag •
Volg de instructies van de fabrikant voor opslag en het laden van de accu.
•
Verwijder de accu van de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig opnieuw opladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer tijdens de opslagperiode het waterpeil regelmatig en laad de accu regelmatig op.
78
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen) MOGELIJKE OORZAKEN •
Modellen met afstandsbediening – Doorgeslagen 20 A-zekering in het startcircuit. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu of accuverbindingen zijn los of aangetast.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Startmotor of solenoïde van startmotor defect.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN •
Noodstopschakelaar niet in de stand "RUN" (LOPEN).
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Motor verzopen. Zie hoofdstukBediening .
•
Brandstof bereikt de motor niet. a. Brandstoftank is leeg. b. Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt. c. Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt. d. Pompbal niet ingeknepen. e. Keerklep van pompbal is defect. f. Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud . g. Brandstofpomp defect. h. Brandstoftankfilter verstopt.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig MOGELIJKE OORZAKEN •
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven. •
Het brandstoffilter van de motor is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank.
•
Brandstofleiding is geknikt of dichtgeknepen.
•
Brandstofpomp defect.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Gashendel niet volledig open. 79
OPSPOREN VAN STORINGEN •
Schroef beschadigd of schroef van verkeerde grootte.
•
Verkeerde afgesteld ontstekingsmoment, verkeerde afstellingen of instelling.
•
Boot overbelast of lading niet goed verdeeld.
•
Overmatig veel water in motorruim.
•
Bodem van boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN •
Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Te weinig elektrolyt in de accu.
•
Oude of inefficiënte accu.
•
Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.
•
Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.
80
BIJBEHORENDE ONDERDELEN Bijbehorende onderdelen Naam
Onderhoudsgereedschap
Reserveonderdelen
Overige*
Aantal
Afmetingen
Gereedschapzak
1
Tang
1
Dopsleutel
1
10 x 13 mm
Dopsleutel
1
21 mm
Dopsleutelgreep
1
Schroevendraaier
1
Starterkoord
1
1000 mm
Bougie
1
NGK B7HS-10 of Champion L82C (elektrodenafstand: 1,0 mm - 0.035 in.)
Splitpen
1
Brandstoftank
1
Pompbal
1 set
Afstandsbedieningskast
1 set
Bevestiging voor afstandsbediening
1 set
Stuurstang
1 set
Doorspoelplug
1
* Op sommige markten niet meegeleverd als standaardaccessoire.
81
ACCESSOIRES Accessoires OPTIONELE ACCESSOIRES
a
c
b
e
d
f
g
h
i
j
k l
37846
abcdefghi-
snelheidsmeter (50 MPH) snelheidsmeter (75 MPH) brandstofmeter toerenteller bedrijfsurenteller originele motorolie origineel smeervet (50 g, 250 g) originele tandwielolie (260 cc, 500 cc) spuitlak voor bijwerken (300 ml)
82
ACCESSOIRES jkl-
stopschakelaar verlengsnoer, lamp meterlampschakelaar
a
b
ab-
spanschroefplaat spanschroefconstructie voor dub‐ bele afstandsbediening
37540
b
a
37506
ab-
stuurafstandstuk stuurstangconstructie (standaard: type EP)
83
ACCESSOIRES a e
f
b
g
c
d 37493
abcdefg-
set voor dubbele afstandsbedieningskast 3 schroeven (in set) 3 afstandsstukken (in set) 6 afstandsstukken scheepsromp 6 sluitringen 3 moeren
84
ACCESSOIRES a-
a 37504
85
set voor automatische achteruit‐ vergrendeling
BEDRADINGSSCHEMA’S Bedradingsschema's AFKORTINGEN DRAADKLEURCODES Draadkleurcodes BLK
Zwart
BLU
BRN
Bruin
GRS
GRN
Groen
ORN of ORG
Oranje
PNK
Roze
PPL of PUR
Paars
ROOD
Rood
TAN
Beige
Wit
YEL
Geel
WHT LT of LIT
Licht
DK of DRK
86
Blauw Grijs
Donker
BEDRADINGSSCHEMA’S 1
20
17
18
3
2
4
19
5
6
16
13
12 14
11 7
15
8 10
9 37842
87
BEDRADINGSSCHEMA’S 12345678910 -
afstandsbedieningskast accu 12 V, 800 W (DC) verlengsnoer (optioneel) zekering (15 A) gelijkrichter (optioneel) verlengsnoer, lamp (optioneel) contactbus (optioneel) lamp (12 V, 80 W) (AC) toerenteller (optioneel)
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 -
88
afzonderlijk snoer (geel) (optioneel) afzonderlijk snoer (wit) (optioneel) vliegwielmagneet bobine bougie ontstekingsmodule stopschakelaar (optioneel) stopschakelaar stopkoord afstandsbediening (optioneel) stopschakelaar afstandsbediening
BEDRADINGSSCHEMA’S
1 17 13
2
16 14 3
15
4
12
9
8 7
10
5
11
6 37843
89
BEDRADINGSSCHEMA’S 123456789-
startmotor startrelais zekering (15 A) gelijkrichter toerentellerdraad (optioneel) toerenteller (optioneel) afzonderlijk snoer (geel) (optioneel) afzonderlijk snoer (wit) (optioneel) vliegwielmagneet
10 11 12 13 14 15 16 17 -
90
bobine bougie ontstekingsmodule stopschakelaar (optioneel) stopschakelaar accu: 12 V, 70 A/h (optioneel) neutraalschakelaar hoofdschakelaar
BEDRADINGSSCHEMA’S 27 28
26
25
29
21
1
30 20
22 31
19 23
24
18
2
4 14 17
16
15
13
5
9 8
6
12 11 10
7
91
3
37844
BEDRADINGSSCHEMA’S 12345678910 11 12 13 14 15 16 -
hulpstartkabel (zwart) (optioneel) toerentellerdraad (optioneel) gelijkrichter zekeringdraad (15 A) startrelais afzonderlijk snoer (wit) (optioneel) afzonderlijk snoer (geel) (optioneel) startkoord startmotor dynamo impulsspoel vliegwielmagneet bekrachtigingsspoel chokerelais ontstekingsmodule bobine
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 -
92
bougie stopschakelaar (optioneel) meterdraad (optioneel) snoer afstandsbedieningskast (zie volgende pagina) accu (12 V, 70 A/h) accukabel (–) (zwart) accukabel (+) (rood) hulpstartkabel (blauw) (optioneel) hulpstartkabel (rood) (optioneel) meterlampschakelaar (optioneel) voltmeter (optioneel) snelheidsmeter (optioneel) bedrijfsurenteller (optioneel) toerenteller (optioneel)
BEDRADINGSSCHEMA’S
1
2 5
4
3
37845
93
BEDRADINGSSCHEMA’S 123-
neutraalschakelaar hoofdschakelaar stopschakelaar
45-
94
snoer meterdraad (optioneel)
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Over originele vervangingsonderdelen en accessoires kan uw plaatselijke erkende dealer u informeren. De dealer heeft de benodigde informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Wanneer u naar onderdelen en accessoires informeert, heeft de dealer het model- en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Mercury Marine-servicekantoren Als u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereiken bent als u een brief of fax stuurt. Verenigde Staten, Canada Telefoon
Engels - (920) 929-5040 Frans - (905) 636-4751
Fax
Engels - (920) 929-5893 Frans - (905) 636-1704
Website
www.mercurymarine.com
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939
Australië, Pacific Telefoon
(61) (3) 9791-5822
Fax
(61) (3) 9706-7228
Brunswick Asia Pacific Group 132-140 Frankston Road Dandenong, Victoria 3164 Australië
95
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Europa, Midden-Oosten, Afrika Telefoon
(32) (87) 32 • 32 • 11
Fax
(32) (87) 31 • 19 • 65
Brunswick Marine Europe Parc Industriel de Petit-Rechain B-4800 Verviers, België
Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied Telefoon
(954) 744-3500
Fax
(954) 744-3535
Mercury Marine 11650 Interchange Circle North Miramar, FL 33025 VS
Japan Telefoon
072-233-8888
Fax
072-233-8833
Kisaka Co., Ltd. 4-130 Kannabe-cho Sakai-shi Sakai-ku 5900984 Osaka, Japan
Azië, Singapore Telefoon
5466160
Fax
5467789
Mercury Marine Singapore 72 Loyang Way Singapore, 508762
96