3. Toelichting bij het programma van toetsing & afsluiting (PTA) 5

PTA Metalektro techniek Basisberoepsgerichte leerweg (BB)

Inhoudsopgave: 1. Voorwoord

3

2. Examenreglement

4

3. Toelichting bij het programma van toetsing & afsluiting (PTA)

5

4. Programma van toetsing & afsluiting (PTA):        

Nederlands Engels Maatschappijleer Wiskunde Natuur-scheikunde Metalektro CKV Lichamelijke opvoeding

Programma van Toetsing en Afsluiting Bredero Beroepscollege - Metalektro techniek (Basis) 2014-2016

6 11 13 16 18 19 20 21

2

Vooraf bij het programma van toetsing en afsluiting voor 20142016 Aan de leerlingen van de derde klassen Bredero Beroepscollege. In dit boekje vind je alles wat je moet weten over het programma van toetsing en afsluiting van alle vakken die je de komende twee jaar gaat volgen op weg naar het examen. Daarnaast kun je lezen wat je allemaal moet weten en wat de eisen zijn om deel te kunnen nemen aan het schoolexamen, het Centraal Schriftelijk/digitaal Examen (CSE) en het Centraal Schriftelijk Praktijk Examen (CSPE). Je kunt ook lezen hoe je uiteindelijk aan je cijfer gaat komen als je alle opdrachten en examens hebt uitgevoerd. Eind vorig jaar heb je al uitleg gekregen over de sectorkeuze en welke vakken daar allemaal bij horen. Nu krijg je alles nog eens op een rijtje in dit boekje. Lees het allemaal nog maar eens rustig na en als je vragen hebt kun je die altijd bespreken met je docent of je mentor. Het lijkt, als je het allemaal achter elkaar leest een heleboel, maar het is natuurlijk wel verdeeld over twee schooljaren en dan gaat dat vast goed lukken. Wij wensen jullie veel succes met het vervolgen van je opleiding en rekenen erop dat je over twee jaar hoort bij de Bredero Beroepscollegeleerlingen die succesvol hun examen in mei 2016 afsluiten. Dhr. M. Franzen Schooldirecteur Bredero Beroepscollege a.i.


3

Examenreglement Op de volgende 10 pagina’s vind je het examenreglement. Het examenreglement heeft een eigen paginanummering.


4

Scholengroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam VMBO

Examenreglement 2014 -2016

Bredero Beroepscollege

1

Voortgezet Onderwijs van Amsterdam

Examenreglement 1.

ALGEMEEN

Dit reglement geldt voor alle leerwegen die door de Scholengroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam worden aangeboden. Het examen omvat beide leerjaren van de bovenbouw, de leerjaren 3 en 4. Dit reglement is vastgesteld door het bevoegd gezag en ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Het examen bestaat uit het:  Schoolexamen SE  Centraal schriftelijk examen CSE (kaderberoepsgericht)  Centraal digitaal examen (Basisberoepsgericht/Kaderberoepsgericht)  Centraal schriftelijke praktijkexamen CSPE.  De rekentoets* *De rekentoets is geen onderdeel van het CE, maar een zelfstandig onderdeel van het examen, naast de CE en SE

Toetsen en praktische opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen staan allemaal vermeld in het programma van toetsing en afsluiting VMBO, kortweg PTA genoemd. Het PTA wordt uiterlijk 1 oktober 2013 aan alle ingeschreven 3e jaars uitgereikt. Het PTA gaat over de examenvakken van het VMBO, voor de beroepsgerichte leerwegen in de sectoren economie, zorg & welzijn. De PTA’s van deze vakken vormen samen het examendossier. Alle behaalde resultaten en uitgevoerde opdrachten worden hierin bijgehouden. Dit examendossier kan bij doorstroom naar het MBO overgedragen worden. Dit reglement geldt voor de locatie:

VMBO – Bredero Beroepscollege

2.

UITLEG VAN DE GEBRUIKTE BEGRIPPEN

2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.

Bevoegd gezag: het Bestuur van de Scholengroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Kandidaat: een ieder die door de directie van de VOvA tot het eindexamen wordt toegelaten. Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld. Examencommissie: zij die belast zijn met de vaststelling en de uitvoering van het examen. Examensecretaris: functionaris en lid van de examencommissie, die belast is met de uitvoering van het examen. Examinator: hij/zij die belast is met het afnemen van het examen. Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen onderdelen van het examen. (zie ook begrippen 4.1.1) Examendossier: het omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals deze in het voorlaatste en laatste leerjaar van de opleiding worden opgebouwd, ook van die vakken die niet centraal worden geëxamineerd, of reeds in het derde leerjaar worden afgesloten. Programma van toetsing en afsluiting (PTA): hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, van de wijze waarop getoetst wordt en van de beoordelingen en weging van het resultaat.

2.6. 2.7. 2.8. 2.9.

3.

HET EXAMEN

3.1.

Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid om de opleiding af te sluiten met een examen. Het examen bestaat uit een schoolexamen en voor zover dat in het examenprogramma bepaald is, een centraal examen. En vanaf examenjaar 2013 – 2014 de rekentoets. De schoolleider, tevens voorzitter van de examencommissie, en de examinatoren nemen onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het examen af. De schoolleider, wijst één van de personeelsleden aan als secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de voorzitter alle aangelegenheden die het examen betreffen.

3.2. 3.3. 3.4.

2

Examenreglement 2014– 2016 VMBO VOvA

4.

SCHOOLEXAMEN

4.1.

Algemeen

4.1.1. Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: 1. mondelinge toetsen 2. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen 3. digitale toetsen 4. praktische opdrachten 5. handelingsopdrachten 4.1.2. Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting. 4.1.3. De aanwijzingen voor de kandidaten, voor zover van toepassing, komen overeen met de gang van zaken tijdens het centraal examen (art. 5.2 ) 4.2.

Tijden van het schoolexamen.

4.2.1. Het schoolexamen begint in het voorlaatste leerjaar van de opleiding met de opbouw van het examendossier. 4.2.2. Het schoolexamen wordt tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten. 4.2.3. Het in 4.2.2 gestelde geldt eveneens indien een kandidaat het centraal examen zal afleggen in het 2e tijdvak, doordat hij, om een geldige reden, niet in staat geweest is het schoolexamen tijdig voor het centraal examen af te ronden. 4.2.4. De kandidaten in leerjaar 3 ontvangen voor 1 oktober, voor de aanvang van het schoolexamen het examenreglement met het bijbehorende programma van toetsing en afsluiting, waarin vermeld staat: 1. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen 2. een planning van de toetsen 3. een omschrijving van de te toetsen leerstof 4. een omschrijving van de wijze van toetsing 5. de wijze waarop het eindcijfer van het schoolexamen wordt berekend 4.2.5. Voor de maximale tijdsduur van toetsen van onderdelen van het schoolexamen gelden de volgende regels: - schriftelijke toetsen: maximaal 2 klokuren - mondelinge toetsen: maximaal 1 klokuur - digitale toetsen: maximaal 2 klokuren - praktische toetsen: tijdsduur afhankelijk van de inhoud en omvang van de opdracht. 4.2.6. Tenminste 7 dagen voor de aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten bericht over: 1. De plaats waar de toetsen worden afgenomen 2. Het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen 3. De duur van de toetsen 4. De toegestane hulpmiddelen. 4.2.7. Mobiele telefoon(s), iPad, horloge met digitale communicatie, dienen uit te staan en in de tas opgeborgen te zijn, tijdens elk onderdeel van het schoolexamen. 4.3.

De toetsen

4.3.1. De vakgroepen/docenten leveren per datum, overeenkomstig de jaarplanning, bij de schoolleider, een overzicht in van de verschillende toetsen en de daarbij behorende stof. De schoolleider, zorgt ervoor dat deze overzichten voor aanvang van het schoolexamen aan de kandidaten worden uitgereikt. 4.3.2. De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normen worden door de vakgroepen/docenten in overleg vastgesteld. 4.3.3. Mondelinge schoolexamens: Er is voorzien dat bij mondelinge schoolexamens het schoolexamen wordt vastgelegd via een protocol. Een individueel mondeling schoolexamen moet, indien er geen tweede onafhankelijk examinator aanwezig kan zijn bij de afname van het examen, in ieder geval worden vastgelegd via opnameapparatuur. De beoordelingscriteria van mondelinge schoolexamens zijn (vooraf) inzichtelijk voor de kandidaat. 4.3.4. Het cijfer wordt door de docent/examinator vastgesteld. 4.3.5. De criteria aan de hand waarvan de beoordeling van werkstukken, praktische opdrachten en handelingsopdrachten plaatsvindt, worden tijdens de lessen aan de kandidaat bekend gemaakt.

3


4.3.6. Inleveren van het werk voor de gestelde deadline is verplicht. 4.4.

Beoordeling

4.4.1. Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 4.4.2. De handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling voldoende of goed. Indien naar het oordeel van de docent/examinator deze opdracht niet met een voldoende of goed beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog één van deze beoordelingen te scoren tot één week voor het examen. 4.4.3. De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend 4.4.4. Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak of programma leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Hiervoor worden de cijfers 1 t/m 10 en de daartussen liggende cijfers met één decimaal gebruikt. Het eindcijfer voor het schoolexamen is een gewogen gemiddelde van de beoordelingen, die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. 4.4.5. Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak of programma door twee of meer leraren is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 4.5.

Mededelingen cijfers

4.5.1. Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. Tijdens deze bekendmaking hebben de kandidaten het recht het door hen gemaakte werk in te zien. 4.5.2. De docent noteert de behaalde cijfers in het examendossier. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. 4.5.3. Schriftelijke rapportage aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de schoolleider, vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor aanvang van het centraal examen, waarbij dan tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd. 4.6. Bezwaar maken tegen cijfers 4.6.1. Indien twijfels bestaan over de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van het cijfer een verzoek tot herziening van het cijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.2. Indien twijfels bestaan over de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van dit cijfer een verzoek tot herziening van het eindcijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. 4.6.3. De in 4.6.1 en 4.6.2 genoemde verzoeken dienen schriftelijk ingediend te worden bij de schoolleider, als voorzitter van de examencie. Binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de schoolleider, over het verzoek. In geval het een verzoek betreft conform 4.6.1 treedt eventueel een collega-docent op als adviseur van de schoolleider. Deze beslissing wordt schriftelijk toegezonden aan de inspectie, ouders, verzorgers en de kandidaat. 4.7.

Herkansing

4.7.1. Elke kandidaat heeft per periode van het examenjaar het recht om per afzonderlijk vak of programma één PTA, voor zover een herkansing toegestaan is, van het schoolexamen per periode te herkansen. Verder geldt de herkansingsregeling, zoals die beschreven is in de afzonderlijke PTA’s. 4.7.2. In geval van reglementaire absentie (art.7.2 e.v.) en in bijzondere gevallen heeft de kandidaat het recht op een herkansing van een toets of een ander onderdeel van het schoolexamen. 4


4.7.3. De schoolleider, beslist over de herkansing schoolexamen bedoeld in 4.7.2. 4.7.4. In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. 4.7.5. Indien een kandidaat geen geldige reden heeft voor zijn afwezigheid (art 7.5) dan bestaat de mogelijkheid tot de volgende beslissing: 1. Uitsluiting van verdere deelname aan het schoolexamen voor dat vak. 2. Toekenning van het cijfer 1,0 voor het betreffende onderdeel 3. Na overleg met betrokkenen en docenten beslist de schoolleider tot een herkansing. 4. Het besluit wordt schriftelijk medegedeeld en tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en indien de kandidaat minderjarig is aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat. 4.8

Afsluiting schoolexamen

4.8.1. Het schoolexamen kan pas dan worden afgesloten indien alle PTA toetsen voor een CE vak en onderdelen van het cspe zijn afgerond. 4.8.2. Indien een toets niet is afgelegd op het vastgestelde tijdstip of binnen de vastgestelde termijn zonder een naar het oordeel van De schoolleider, geldige reden kan de schoolleider, alvorens een van de maatregelen genoemd in artikel 11.2 te treffen, de kandidaat verplichten het ontbrekende onderdeel binnen 14 dagen alsnog af te leggen. In deze termijn worden vakantiedagen niet meegerekend. 4.8.3. Indien een kandidaat niet voldoet aan de in 4.8.2 gestelde verplichting kan De schoolleider, na alle betrokkenen gehoord te hebben een cijfer 1 toekennen voor het betreffende onderdeel, de kandidaat uitsluiten van verdere deelname aan het schoolexamen voor dat vak, of een van de andere maatregelen treffen, genoemd in artikel 11.2. 4.9.

Overige bepalingen

4.9.1. De resultaten van het schoolexamen behaald in het voorlaatste leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat niet overgaat naar het vierde leerjaar. 4.9.2. De schoolexamenresultaten, behaald in het vierde leerjaar, komen te vervallen, als de kandidaat niet slaagt voor het examen. 4.9.3. Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, nadat in dat leerjaar reeds toetsen zijn gehouden, stelt de schoolleider, de regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat.

5.

CENTRAAL EXAMEN

5.1.

Algemeen

5.1.1. Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 44 van het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. 5.1.2. Ten minste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In dit rooster staat in elk geval vermeld: 1. De plaats waar de toetsen van het centraal examen worden afgenomen 2. Het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen 3. De duur van de toetsen. 4. Toegestane hulpmiddelen 5.2. 5.2.1. 5.2.2. 5.2.3. 5.2.4. 5.2.5. 5.2.6.

5

Gang van zaken tijdens het centraal examen De kandidaten maken het digitale of het schriftelijk werk onder toezicht van - door de schoolleider - aangewezen docenten. In elk lokaal is minstens een toezichthouder aanwezig. Per 25 kandidaten is minstens één toezichthouder aanwezig. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan. Een overzicht van hulpmiddelen waarvan het gebruik door de CVE is toegestaan, zal tijdig aan de kandidaten worden uitgereikt. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school of digitaal. Kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal. De kandidaat vermeldt zijn examennummer, zijn naam en het vak op het examenpapier.


5.2.7. 5.2.8. 5.2.9. 5.2.10. 5.2.11.

5.2.12. 5.2.13. 5.2.14.

Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er rust in het lokaal te heersen. Gedurende een uur volgende op het tijdstip van het openen van de envelop of digitaal examen mogen de kandidaten het examenlokaal niet verlaten. De examensecretaris en diens vervanger zorgen dat het digitale examen tenminste één half uur voor aanvang van het examen is klaargezet. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van de voorgeschreven tijdsduur van die toets. Een kandidaat die het gemaakte werk eerder dan het sluitingstijdstip inlevert, laat de opgaven op zijn tafel liggen. Vanaf een kwartier voor het einde van het examen mogen de kandidaten het examenlokaal niet verlaten. Aan het einde van een examen blijven de kandidaten zitten totdat een toezichthouder het sein geeft om te vertrekken. Het is de kandidaten verboden enig papier dat op het examen betrekking heeft op een andere plaats dan op de hun toegewezen tafel te leggen.

6.

AFWIJKING WIJZE VAN EXAMINEREN

6.1.1.

De schoolleider, kan toestaan dat een kandidaat met een tijdelijke of blijvende handicap het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de schoolleider de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk melding aan de inspectie van het onderwijs via www.schooldossier.nl. Het bevoegd gezag kan kandidaten die ten hoogste vier jaren onderwijs in Nederland hebben gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, afwijken van de voorschriften. Dit geldt voor het vak Nederlandse taal of voor enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De afwijking kan voorzover het het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Ook hiervan wordt melding gedaan aan de inspectie van het onderwijs. De uitgangspunten in het VO voor kandidaten met een beperking gelden ook voor de toetsing van taal en rekenen. Dat wil zeggen: exameneisen gelden onverkort, maar als een kandidaat hinder ondervindt door de wijze van examineren dient de schoolleider maatregelen te nemen om de hinder weg te nemen.

6.1.2.

6.1.3.

7.

ABSENTIE

7.1.

Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het examen behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een toets verschijnt, kan hij uiterlijk tot 30 minuten na het begintijdstip van de toets tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een toets bij te wonen, moet dit schriftelijk voor of telefonisch op de dag van de toets voor de aanvang van de toets gemeld worden aan de schoolleider. Zodra een kandidaat die door ziekte een toets heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders omtrent zijn verzuim in te leveren bij de schoolleider. Een kandidaat die in gebreke blijft de in 7.4 genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht zonder geldige reden afwezig geweest te zijn. Indien een kandidaat zonder geldige reden een toets niet heeft afgelegd, neemt de schoolleider maatregelen overeenkomstig het gestelde in art. 11.2. en artikel 5 van het examenbesluit. Indien een toets van het schoolexamen zonder geldige reden niet is afgelegd, treedt artikel 4.7.5 in werking. Indien het een toets van het centraal examen betreft, wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste één toets te voltooien. Indien de kandidaat het 2e tijdvak niet in staat is deel te nemen aan het examen dan meldt de kandidaat dit zo spoedig mogelijk bij de voorzitter van de examencommissie. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk aan door tussenkomst van de schoolleider, bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de schoolleider,

7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. 7.7.

7.8. 6


7.9.

aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de schoolleider.

8.

UITSLAG

8.1.

Eindcijfer eindexamen

8.1.1.

Voor de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg geldt dat het eindcijfer van het examen wordt bepaald door de som van 1 x het eindcijfer van het schoolexamen en 1 x het cijfer van het centraal examen te delen door 2. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien het volgens 8.1.1 berekende eindcijfer niet een geheel getal is, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond, en indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond.

8.1.2. 8.1.3.

8.2.

Vaststelling uitslag

8.2.1.

De voorzitter van de examencommissie en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 8.2.4. De voorzitter van de examencommissie en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29 van het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, dat voldoet aan het bepaalde in 8.1.4. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de voorzitter van de examencommissie en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Indien een "extra" vak buiten beschouwing moet worden gelaten om de kandidaat te kunnen laten slagen, maakt deze, indien hij op meerdere manieren kan slagen, zelf een keuze aan de hand van een voorstel van de school. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en al zijn eindcijfers heeft behaald binnen twee schooljaren is geslaagd, indien hij:  Het gemiddelde centrale examencijfer on-afgerond een 5,5 of hoger is. Het CSPE cijfer telt in deze berekening voor 1x mee.  Vanaf examenjaar 2015 – 2016 telt het resultaat van de rekentoets VO mee in de uitslagregel.  Het eindcijfer van de rekentoets dient een vijf (5) of hoger te zijn indien het een vijf is dan moet voor het vak Nederlandse taal het eindcijfer minimaal een zes (6) zijn.  Of andersom: bij een cijfer vijf (5) voor Nederlandse taal, dan moet de rekentoets minimaal een zes (6) zijn.  De leerlingen mogen niet lager scoren dan het cijfer vijf (5) voor het vak Nederlandse taal.  De rekentoets doet niet mee in de compensatieregel en de CE regel (is immers geen onderdeel van het CE, maar een zelfstandig onderdeel van het examen, naast CE en SE).  Voor al zijn examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of meer, of  Voor één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of meer, of  Voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of  Voor twee van zijn examenvakken, het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.  Met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsprogramma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers.

8.2.2.

8.2.3.

8.2.4.

Voor het eerste lid (8.2.4) geldt tevens, dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel, hier benoemd onder CKV, de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ is behaald.

7


8.2.5.

Zodra de uitslag volgens 8.2.4 is vastgesteld, deelt de schoolleider, of door hem aangewezen docenten deze tezamen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mede. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in art. 8.3.

8.3

Herkansing De kandidaat, geslaagd of gezakt, heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het Centraal Schriftelijk Examen in één vak in de kaderberoepsgerichte leerweg en in één vak in de basisberoepsgerichte leerweg. Deze herkansing betreft ofwel een digitaal examen, ofwel een schriftelijk examen (op papier) Tevens heeft de kandidaat recht om één of meerdere onderdelen te herkansen van het CSPE. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat ondertekent een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de schoolleider, Dit herkansingsverzoek verloopt via de examensecretaris. De leerling heeft recht op één herkansing in de Rekentoets binnen de periode waarin de toets afgenomen wordt.

9.

DIPLOMA EN CIJFERLIJST

9.1.

De voorzitter van de examencommissie reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, indien dat zich voordoet volgens welk programma elk vak is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De voorzitter van de examencommissie reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft.

9.2. 9.3.

10.

CERTIFICATEN

10.1.

10.2.

De voorzitter van de examencommissie reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat van een dagschool die de school verlaat en die voor een of meer vakken van zijn laatst afgelegde eindexamen een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, een certificaat uit. Het certificaat vermeldt in ieder geval het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer van 6 of meer heeft behaald, het voor dat vak of die vakken behaalde eindcijfer, de cijfers, behaald voor het schoolexamen en voor het centraal examen, de soort school waaraan het examen heeft plaatsgevonden en de datum waarop de uitslag van het examen is vastgesteld.

11.

ONREGELMATIGHEDEN (zie artikel 5 van het examenbesluit)

11.1.

Indien een kandidaat zich onttrekt aan (een onderdeel van) het centraal examen of schoolexamen, c.q. in strijd handelt (of heeft gehandeld) met het examenreglement, c.q. zich schuldig maakt (of zich schuldig heeft gemaakt) aan bedrog of enige andere onregelmatigheid, dan kan de schoolleider, maatregelen treffen. Onder "het zich onttrekken aan" wordt mede verstaan het zonder geldige redenen niet aanwezig zijn bij een toets, praktische opdracht, handelingsopdracht of praktijk- of theorie-examen, het niet tijdig inleveren van het (de) voorgeschreven werkstuk(ken), het zich onttrekken aan de werkstukbegeleiding, het niet tijdig inleveren van de boekenlijsten, kortom iedere afwijking van de in dit reglement of in de stofomschrijving vastgestelde regels. De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden zijn: 1. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets 2. het ontzeggen van verdere deelname aan één of meer toetsen van het SE of CE 3. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of CE

11.2.

8


4.

11.3.

11.4.

het bepalen dat er hernieuwd examen in door de schoolleider, aan te wijzen onderdelen moet worden afgelegd. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het schoolexamen wordt ontdekt kan de schoolleider, het schoolexamen ongeldig verklaren wat tevens ontzegging van deelneming aan het centraal examen inhoudt, ofwel bepalen, dat het schoolexamen slechts geldig is na een hernieuwd schoolexamen in de door de schoolleider, en examinatoren aan te wijzen onderdelen en op de door hen te bepalen wijze. Alvorens een beslissing ingevolge 11.2 of 11.3 wordt genomen, hoort de schoolleider, de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De schoolleider, deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in artikel 12.

12.

COMMISSIE VAN BEROEP

12.1.

De kandidaat kan bezwaar maken tegen maatregelen die hij strijdig acht met het examenreglement. De kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen Commissie van Beroep. Het adres is: Commissie van Beroep Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Postbus 37600 1030 BA Amsterdam Het beroep wordt binnen vijf dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de Commissie van Beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken over het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in 11.2.4. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de voorzitter van de examencommissie en de inspectie van het onderwijs.

12.2.

12.3. 12.4. 12.5. 12.6.

13.

GEHEIMHOUDING Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit examenreglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van zijn ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

14.

SPREIDING EXAMEN Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord hebbende, kandidaten, die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn of die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, toestaan het eindexamen gespreid over twee schooljaren af te leggen, dit met inachtneming van de maximale verblijfsduur regeling voor het voortgezet onderwijs.

15.

BEWAREN EXAMENWERK De opgaven van het schoolexamen, van het examen en de cijferlijsten van de kandidaten worden gedurende zes maanden na vaststelling van de uitslag van het examen bewaard door de school. Het door de kandidaten gemaakte werk wordt na ieder schooljaar vernietigd. Per school/locatie worden afspraken gemaakt over het beheer.

9


16.

SLOTBEPALINGEN

16.1.

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleider, nadat de partijen zijn gehoord. Waarin dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden. Waar sprake is van (mede) ondertekening door de ouders van de kandidaat geldt dit voor leerlingen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Meerderjarigen (18 jaar en ouder) hebben in deze zelf tekenbevoegdheid. De schoolleider, behoudt zich het recht voor de ouders van meerderjarigen over alle examenzaken inlichtingen te verschaffen, tenzij de meerderjarige schriftelijk kenbaar maakt dat hij dit niet wenst. Steeds als in dit examenreglement gesproken wordt over ‘leerling’ of ‘kandidaat’ worden zowel vrouwelijke als mannelijke leerlingen bedoeld. Dit examenreglement is gebaseerd op het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. van het ministerie van OCW .

16.2. 16.3. 16.4. 16.5. 16.6.

10


TOELICHTING BIJ HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege De leerlingen starten in het derde leerjaar met hun VMBO -opleiding. De opleiding duurt twee jaar en bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. De vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1 kennen alleen een schoolexamen. Het vak “kunstvakken 1” wordt aan het eind van het derde leerjaar afgesloten. De vakken “lichamelijke opvoeding” en “kunstvakken 1” en de Beroeps Praktijkvorming ( stage) moeten met een “voldoende” of “goed” worden afgesloten om een diploma VMBO te krijgen. Zij spelen dus een belangrijke rol bij de zak/slaag regeling. Afsluiten met een “onvoldoende” of zelfs helemaal niet afsluiten betekent geen diploma. Het schoolexamen is opgedeeld in 5 perioden, drie perioden in het derde leerjaar en twee in het vierde. De cijfers behaald in de eerste twee perioden tellen één keer mee en de cijfers in de overige drie perioden tellen twee keer mee. Voor de algemene en beroepsgerichte vakken wordt per periode één cijfer gegeven. In schema ziet het voorgaande er als volgt uit: Periode: Leerjaar: Weging algemene vakken: Weging beroepsgerichte vakken: T = theorie

1 3 1 T/P

2 3 1 T /P

3 3 2 T/P

4 4 2 T/P

5 4 2 T/P

1

1

2

2

2

P = Praktijk

De leerstof die getoetst wordt in de 5 perioden wordt omschreven in het Programma van Toetsing en afsluiting (PTA). Per vak en per leerweg wordt een omschrijving gegeven van deze leerstof. Alle toetsen die gemaakt worden komen in het examendossier van de leerling. De leerling heeft het recht om een toets in te halen, als hij geoorloofd afwezig is geweest bij een toetsmoment. Is een leerling ongeoorloofd afwezig, dan kan hij het cijfer 1 krijgen. Het examenreglement geeft aan hoe er gehandeld kan worden. Op het eind van iedere periode mag de leerling per vak een toets herkansen, als het cijfer een 5,5 is of lager. Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen: - schriftelijke (S) en mondelinge (M) toetsen - praktische opdrachten (PO) - handelingsdeel (HO) Bij het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per leerling moet worden vastgesteld of deze voldoende zijn uitgevoerd bv. de stage. Per leerling bestaat het handelingsdeel uit de verschillende vakspecifieke delen en uit een vakoverstijgend deel. Het vakoverstijgende deel per leerling bevat ten minste een opdracht in het kader van oriëntatie op leren en werken. De handelingsopdrachten worden verspreid over de leerjaren 3 en 4 aangeboden. Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier. Het bevat: - een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten - een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen - informatie over het handelingsdeel.


5

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Vak: Nederlands Leermiddel: Talent handboek en werkboek voor leerjaar 3 en 4 VMBO-B Periode

Exameneenheden

1

B 7+8

Domein referentieniveau en Leerdoelomschrijving Lezen, fictie, ontwikkeling hoofdpersoon Schrijven, informele brief aan hoofdpersoon boek Fictiedossier: 1 boek lezen en brief aan hoofdpersoon boek voor leesdossier

Toetsvorm Gewicht M/S/P toets Toetsduur

Leerjaar: 3/4

Score per toets

Definitieve (eind)score

1,0 t/m 10.0

Gemiddelde van alle toetsen

Leerweg: Basis Opmerkingen

PO

2

S 20 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Begrippen taalverzorging Grammatica (pv, ww. gez., onderwerp)

S 45 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Taalverzorging Spelling werkwoorden

S 30 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Taalverzorging Spelling algemeen

S 30 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Lezen, zakelijke teksten 6+7 Manieren van lezen, tekstopbouw (met alinea’s), onderwerp en hoofdgedachte, tekstdoel, tekstvorm, tekstsoort (informatieve tekst), tekstverbanden (oorzaak-gevolg), signaalwoorden

S 60 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Schrijven, e-mail 6+7 Functioneel schrijven (e-mail)

S 60 min

1

Herkansbaar

3e leerjaar B2

Lezen, woordenschat Woordenschattoets hoofdstuk 1 & 2 en woorden van de week

Niet herkansbaar

8


6

Periode

Exameneenheden B 7+8

2 3e leerjaar

Domein referentieniveau en Leerdoelomschrijving Lezen, fictie; denken & voelen van personages en situaties in de tekst Schrijven: persoonlijke brief naar een van de personen


Score per toets


1,0 t/m 10.0


Opmerkingen

PO

2

S 20 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Taalverzorging: Spelling werkwoorden

S 30 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Taalverzorging: Spelling algemeen

S 30 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 Begrippen taalverzorging: Grammatica (pv, ww. gez., onderwerp, lijdend voorwerp)

S 45 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Lezen, zakelijke teksten 6+7 Feit en mening, tekst met een mening, concluderend tekstverband, activerende tekst, beeld en opmaak

S 60 min

1

Herkansbaar

PO

1

Herkansbaar

B2

Lezen, woordenschat Woordenschattoets hoofdstuk 3 & 4 en woorden van de week

B 2 + 3 + Schrijven: sollicitatiebrief 6+7

Niet herkansbaar

B4

Kijk-en luistervaardigheid

PO 45 min

1

Niet herkansbaar

B5

Mondelinge taalvaardigheid, spreken Spreekbeurt: hoofdstuk 1 en 2

M 10 min

2 11

Niet herkansbaar


7

Periode

Exameneenheden B 7+8

3 3e leerjaar

Domein referentieniveau en Leerdoelomschrijving Lezen, Fictie boek lezen en vragen maken voor leesdossier

Lezen, woordenschat B 2 + 3 Woordenschattoets hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5 en woorden van de week

Toetsvorm Gewicht M/S/P toets Toetsduur PO 2

Score per toets


1,0 t/m 10.0


Opmerkingen Niet herkansbaar

S 30 min

2

Herkansbaar

B2+3

S 30 min

1

Herkansbaar

Begrippen taalverzorging, Grammatica (pv, B 2 + 3 ww. gez., onderwerp, lijdend voorwerp)

S 45 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Schrijven, persoonlijke brief of affiche 6+7 Lezen, zakelijke teksten Eindexamentekst

S 60 min

1

Herkansbaar

S 60 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Kijk- en luistervaardigheid 6+7 Aantekeningen maken tijdens kijk- & luisterfragment

S 60 min

2

Niet herkansbaar

S 45 min

1

Niet herkansbaar

Taalverzorging, Spelling werkwoorden

11


8

Periode

Exameneenheden

4

B 7+8

4e leerjaar

Domein referentieniveau en Leerdoelomschrijving Lezen, fictie, leeservaringen uitwisselen Schrijven, notities, berichten, instructies Fictiedossier: 1 boek lezen, tweet of rap maken over gelezen boek voor leesdossier;


Definitieve (eind)score Gemiddelde van alle toetsen

Opmerkingen

PO

2

S 30 min

1

S 45 min

1

Herkansbaar

S 45 min

1

Herkansbaar

S 45 min

1

Niet herkansbaar

S 50 min

1

Herkansbaar

S 50 min

1

Herkansbaar

S 60 min

1

Herkansbaar

M 10 min

2

Niet herkansbaar

Woordenschat, examenwoorden B2+3

Score per toets

Niet herkansbaar

Herkansbaar

Taalverzorging, Spelling werkwoorden B2+3 Begrippen taalverzorging, Grammatica B2+3 B4

Mondelinge taalvaardigheid, Kijken & luisteren Schrijfvaardigheid (e-mail )

B2+3+ 6+7 Schrijven (persoonlijke brief) B2+3+ 6+7 Lezen, zakelijke teksten B 2 + 3 + Eindexamentekst 6+7 Mondelinge taalvaardigheid, B5 Spreekvaardigheid: debat, discussie

11


9

Periode 5

Exameneenheden

Domein referentieniveau en Leerdoelomschrijving

B 2 + 3 Taalverzorging: Spelling


Score per toets


Opmerkingen

S 45 min

1

S 90 min

1

Niet herkansbaar

B 2 + 3 + Schrijven, (zakelijke brief waarin leerlingen 6+7 argumenten moeten verwoorden)

S 50 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Lezen, Eindexamentekst 6+7

S 50 min

1

Herkansbaar

B 2 + 3 + Lezen en schrijven 6+7 Proefexamen: begrijpend lezen & schrijfvaardigheid

S 90 min

2

Niet herkansbaar

4e leerjaar K4

Mondelinge taalvaardigheid, Luisteren en kijken

Herkansbaar

6


10

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Vak: Engels

Periode

Leerjaar: 3 en 4

Exameneenheden K4+K5

1 Leerjaar 3

K4 K5

2 Leerjaa 3

K4+5

3 Leerjaar 3

K 4+5

K5 K7 K4

K5 K6

Leerweg: vmbo-basis

Toets hoofdstuk 1 Toets hoofdstuk 2 Leestoets Luistertoets

Toetsvorm Gewicht Definitieve M/S/P Score toets score Toetsduur S. 90min 1 1,0 Gemiddelde S. 90 min 1 t/m van S. 90 min 1 10,0 alle S. 45 min 1 toetsen

Toets hoofdstuk 3 Toets hoofdstuk 4 Kijk-en-luistertoets E-mail Leestoets

S. 90 min S. 90 min S. 45 min P. n.v.t S. 90 min

1 1 1 1 1

1,0 t/m 10,0


Herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar Thuis ( of in de mediatheek) make Niet herkansbaar

Toets hoofdstuk 5 Toets hoofdstuk 6 Leestoets Luistertoets Presentatie

S. 90 min S. 90 min S. 90 min S. 45 min M. 10 min

1 1 1 1

1,0 t/m 10,0


Herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar Niet herkansbaar

Leerdoelomschrijving

1


Opmerkingen Herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar Niet herkansbaar

Op afspraak en niet herkansbaar

11

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Vak: Engels

Periode 4 Leerjaar 4

5 Leerjaar 4

Leerjaar: 3 en 4

Exameneenheden K4+5


K5 K7

Toets hoofdstuk 1 + Leestoets (examen) Toets hoofdstuk 2 + Leestoets (examen) Toets hoofdstuk 3 + Leestoets (examen) Kijk-en-luistertoets E-mail

K4+5 K4+5 K4+5 K5 K6

Toets hoofdstuk 4+ Leestoets (examen) Toets hoofdstuk 5+ Leestoets (examen) Toets hoofdstuk 6+ Leestoets (examen) Luistertoets Presentatie ( spreekbeurt)

Leerweg: vmbo-basis

Toetsvorm Gewicht Definitieve M/S/P Score toets score Toetsduur S 1 1,0 Gemiddelde 2x 90 min 1 t/m van 1 10,0 alle S 40 min 1 toetsen S. n.v.t 1 S 2x 90min S 40 min M 15 min


1

1,0 t/m 10,0


Opmerkingen Herkansbaar Herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar Thuis ( of mediatheek)maken Herkansbaar Herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar Op afspraak en niet herkansbaar

12

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Bredero Beroepscollege 2014 – 2015

Vak: Maatschappijleer Leermiddel. Thema’s Maatschappijleer

Periode

1 3e leerjaar

Exameneenheden


ML/K1, ML/K2, ML/K3 ML/K4, ML/K5 ML/K7

Je leert naar andere groepen mensen te kijken. Hoe staan jongeren in de samenleving. Maatschappelijke problemen hoe hiermee om te gaan. Invloeden op jongeren. Je bestudeert hiervoor hoofdstuk 2 “Jongeren” Maakt opdrachten uit het werkboek. Je ontvangt een praktische opdracht van je docent. 1 schriftelijke toets. Je leert om deel te nemen aan de samenleving; Je leert wat een (sub)-cultuur is. Dat je te maken hebt met verschillende culturen. Je leert dat er sociale verschillen zijn. Je leert wat discriminatie is. Welke invloeden discriminatie kan hebben op de ontwikkeling van mensen.

Leerjaar: 3

Toetsvorm M/S/P Toetsduur

Gewicht toets

Leerweg: vmbo-basis Score per toets 1,0 t/m 10.0

Cijfer werkboek

1

S 60 min

1

Praktische opdracht

1

S 60 min

1

Praktische opdracht

1


Opmerkingen


Herkansbaar Niet herkansbaar Herkansbaar Niet herkansbaar

Je bestudeert het hoofdstuk 4 “Multiculturele samenleving” en maakt opdrachten uit het werkboek. Je ontvangt een praktische opdracht van je docent. 1 schriftelijke toets. 2

ML/K1, ML/K2,

Je leert welke regels er in de samenleving zijn.


1,0 t/m 10.0

Gemiddelde van alle 13




Periode 3e leerjaar

Exameneenheden ML/K3 ML/K4, ML/K5 ML/K7

Leerdoelomschrijving Je leert hoe mensen er toekomen maatschappelijke regels te overtreden. Je leert wat er gebeurt als je verdacht wordt van een misdrijf. Je leert welke straffen er zijn als je iets ergs hebt misdaan. Je bestudeert hoofdstuk 7 “Criminaliteit” en maakt opdrachten uit het werkboek. Je ontvangt een praktische opdracht van de docent. 1 schriftelijke toets. Je leert met verwachtingen om te gaan. Het samenleven met een partner. De vormen van een gezin. Je bestudeert hoofdstuk 8 “ Relaties” en maakt opdrachten uit het boek. Je ontvangt één praktische opdracht van de docent. 1 schriftelijke toets.

3 3e leerjaar

ML/K1, ML/K2, ML/K3 ML/K4, ML/K5 ML/K6

Je leert wat een democratie is en welke rechten en plichten je hebt. Je leert wat de grondwet is en welke regels er zijn. Je leert welke politieke partijen er in Nederland zijn. Je leert welke verkiezingen er zijn. Je bestudeert het hoofdstuk 3 “Politiek” en maakt opdrachten uit het werkboek.


Leerjaar: 3 Toetsvorm M/S/P Toetsduur

Gewicht toets

Leerweg: vmbo-basis Score per toets


Opmerkingen

Cijfer werkboek

1

toetsen

S 60 min

1

Praktische opdracht

1

S 60 min

1

Herkansbaar

Praktische opdracht

1

Niet herkansbaar

Herkansbaar Niet herkansbaar

1,0 t/m 10.0 Cijfer werkboek

1

S 60 min

1 2


Herkansbaar Niet herkansbaar 14




Periode

Exameneenheden

Leerdoelomschrijving Je ontvangt een praktische opdracht van je docent. 1 schriftelijke toets.

ML/K1, ML/K2, ML/K3 ML/K4, ML/K5 ML/K6 ML-K7

Leerjaar: 3 Toetsvorm M/S/P Toetsduur

Gewicht toets

Leerweg: vmbo-basis Score per toets


Opmerkingen

Praktische opdracht

Je leert wat werk betekent en wat voor consequenties het inhoudt. Je leert waaruit bruto en netto loon bestaat. Je maakt kennis met de ARBO/wet, de cao. Je leert wat een arbeidsovereenkomst en arbeidsvoorwaarden inhoud. Je leert over de maatschappelijke ladder en maatschappelijke posities. Je bestudeert het hoofdstuk 6 “Werk” en maakt opdrachten uit het werkboek. Je ontvangt een praktische opdracht van je docent. 1 schriftelijke toets.

Praktische opdracht


1

Herkansbaar

2

Niet herkansbaar

S 60 min

15

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Leerjaar: 3 en 4

Vak: Wiskunde Periode 1

2

3

Exameneenheden


Toetsvorm M/S/P Toetsduur S 60 min

K4 K5 K6 K7

Getal en ruimte 3B1 ed 2003 H1 t/m H3 Proefwerken D-toets Schriftcontrole

K4 K5 K6 K7

Getal en ruimte 3B1 en 3B2 H4 t/m H7 Proefwerken D-toets Schriftcontrole

S 60 min

K6 K7

Getal en ruimte 3B2 H8 t/m H11 Proefwerken D-toets Schriftcontrole

S 60 min


Leerweg: vmbo-basis

Gewicht toets

2 1 1

2 1 1

2 1 1

Score per toets 1 t/m 10




Opmerkingen Wiskunde 1 toets per periode Herkansbaar

Wiskunde 1 toets per periode Herkansbaar


16

Periode 4

5

Exameneenheden K4 K5 K6

K4 K5 K6 K7

Leerdoelomschrijving Getal en ruimte 4B1 H1 t/m H3 Proefwerken D-toets Schriftcontrole

Getal en ruimte 4B1 en 4B2 H4 t/m H9 Proefwerken D-toets Schriftcontrole

Toetsvorm M/S/P Toetsduur S 60 min

S 60 min


Gewicht toets

2 1 1

2 1 1

Score per toets




Opmerkingen Wiskunde 1 toets per periode Herkansbaar


17

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Vak: NaSk1 Exameneenheden

Periode 1 2

3 4 5

Leerjaar: 3 en 4

1.1 t/m 1.4 2.3 t/m 3.6 4.1 t/m 4.6 5.2 5.4 6.4 t/m 6.6 3.7 t/m 3.9 4.7 4.8 7.1 t/m 7.4 7.10 6.1 t/m 6.4 8.2 t/m 8.4 1.4 2.6 3.9 5.1 t/m 5.8 9.1 t/m 9.3 3.3 9.1 5.1 8.7

t/m 3.8 4.1 t/m 4.8 6.4 6.5 9.2 t/m 5.5 7.1 t/m 7.11 8.1 t/m 9.3 t/m 9.7

Leerdoelomschrijving Hoofdstuk1 t/m3 BANAS 2 Hoofdstuk 4 t/m 7 BANAS 2 Hoofdstuk 8 t/m 10 + sterrekunde of weerkunde BANAS 2 Hoofdstuk 1 t/m 3 BANAS 3 Hoofdstuk 4 t/m 7 BANAS 3


Leerweg: vmbo-basis Toetsvorm M/S/P Toetsduur S/P

Score per toets Beide = 1x 1 t/m 10

S/P

Beide = 1x 1 t/m 10

S/P

Beide = 1x 1 t/m 10

S/P

Beide = 1x 1 t/m 10

S/P

Beide = 1x 1 t/m 10

Gewicht toets


Opmerkingen

18

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2016 Vak: Metalektro

Periode

P1

P2

P3

P4

P5

Exameneenheden

Leerjaar: 3 en 4

Leerdoelomschrijving CAD Plaat en constructie: M5.1 / M5.2 Lassen: M7.1 Elektrische Installatie E0 / E1 CAD Verspanen: M4.1 / M4.2 / M6.1 Lassen: M7.3 Elektrische Installatie: E2 / E3 CAD Plaat en constructie: M5.3 / M5.4 / M5.5 Elektrische installatie: E4 / E5 CAD Verspanen: M6.3 / M6.4 / M6.5 Elektrische installatie: E9 / E10 CAD Plaat en constructie: M 6.2 / M5.6 Lassen: M7.2 Elektrische installatie: E11 / E12 / E13

Leerweg: vmbo-basis


Gewicht toets

Score per toets

S/P

1

1 t/m 10

S/P

1

1 t/m 10

S/P

1

1 t/m 10

S/P

1

1 t/m 10

S/P

1

1 t/m 10



Opmerkingen

19

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 - 2015 Vak: CKV ExamenPeriode eenheden

Leerjaar: 3 Leerdoelomschrijving

KV 1/K 1 Cultureel zelfportret KV 1/K 2 Hoofdstukken Toegepaste Kunst en Erfgoed: 3e leerjaar Opdracht toegepaste kunst KV 1/K 3 Hoofdstukken Film en Dans: Kijkwijzer/verslag film Save the last dance KV 1/K4 Opdracht Filmaffiche PTA-1

Leerweg: vmbo-basis

Toetsvorm Gewich Score M/S/P t per Toetsduur toets toets P/S 1 1,0 t/m 10.0 P/S 2 P/S P/S

1 2

CKV/k/3 Bezoek aan een culturele instelling CKV/K/4 Verslag van het bezoek Hoofdstukken Bouwkunst en Beeldende 3e leerjaar kunst: KV 1/K 1 Opdracht Pimp jouw schoolgebouw Hoofdstuk Muziek: KV 1/K 2 Kijkwijzer/verslag documentaire leven en muziek Bob Marley

P P/S

1 2

P/S

2

P/S

1

CKV/K/3 Bezoek aan een culturele instelling CKV/K/4 Verslag van het bezoek Hoofdstuk Theater: 3e leerjaar Opdracht Programmering theaters KV 1/K1 Extra opdrachten bouwkunst en muziek (2X) KV 1/K2 Hoofdstuk Animatie: Opdracht Lucky Luke CKV/K/3 Keuze opdracht uit de kaartenbak

P P/S

1 2

P/S P/S P/S P/S

1 1 2 2

PTA-2

PTA-3



Opmerkingen


Er wordt getoetst op creativiteit (eigen oplossingen) en de uitvoering (techniek). De beeldaspecten moeten op een juiste manier toegepast worden. Herkansing van de opdrachten is mogelijk.

1,0 t/m 10


Het verslag moet persoonlijk zijn en de aandachtspunten moeten aan de orde komen. Er wordt getoetst op creativiteit en de uitvoering. De beeldaspecten moeten op een juiste manier toegepast worden. Herkansing van de opdrachten is mogelijk.

1,0 t/m 10


Het verslag moet persoonlijk zijn en de aandachtspunten moeten aan de orde komen. Herkansing van de opdrachten is mogelijk.

20

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 – 2016 Vak: lichamelijke opvoeding

Periode PTA-1 3e leerjaar

PTA-2 3e leerjaar

PTA-3 3e leerjaar

PTA-4 4e leerjaar

Exameneenheden

Leerjaar: 3 en 4


K2 K3 K4 K2/K3: Aanwezigheid, op tijd, kleding, inzet, K5 K7 samenwerken, zelfstandig werken

K2/K3: Omgaan met respect voor klasgenoten, docent, huisregels en materiaal K4: Softbal, voetbal, hockey, frisbee, basketbal, tik,- en afgooispelen K5: Springen, zwaaien K7: Coopertest, speerwerpen Andere taken: gym/wat/hoe/waarom

K2 K3 K4 K2/K3: Aanwezigheid, op tijd, kleding, inzet, K5 K7 K8 samenwerken, zelfstandig werken K2/K3: Omgaan met respect voor klasgenoten, docent, huisregels en materiaal K4: Volleybal, zaalvoetbal, badminton, tik- en afgooispelen K5: Springen/combinatie, wand- of touwklimmen K7: Ringen (stil en zwaaien), shuttle-run-test K8: Stoeispelen, basketbaltoernooi Andere taken: gym/wat/hoe/waarom


K2/K3: Omgaan met respect voor klasgenoten, docent, huisregels en materiaal K4:, voetbal, hockey, softbal, frisbee, tafeltennis, badminton, tik,- en afgooispelen K6: Bewegen/conditie op muziek K7: 60m. sprint, 1000m.-loop, softbaltoernooi Andere taken: gym/wat/hoe/waarom


K2/K3: Omgaan met respect voor klasgenoten, docent, huisregels en materiaal K4: Softbal, voetbal, hockey, volleybal, basketbal,

Toetsvorm M/S/P Toetsduur P P P P P S P P P P P P S P P P P P S P P P


Leerweg: vmbo-basis

Gewicht toets

Score per toets


Opmerkingen

Beoordeling 1 t/m 10 Gemiddelde van Indien een leerling werkhouding beoordeling praktijkonderdelen mist /gedrag werkhouding/gedrag vanwege een blessure of + beoordeling iets dergelijks, dan moet + praktijk/bewegen hij/zij vervangende opdrachten doen Beoordeling Cijfer telt 1x praktijk/ bewegen Beoordeling 1 t/m 10 Gemiddelde van Indien een leerling werkhouding beoordeling praktijkonderdelen mist /gedrag werkhouding/gedrag vanwege een blessure of + beoordeling iets dergelijks, dan moet + praktijk/bewegen hij/zij vervangende opdrachten doen Beoordeling Cijfer telt 1x praktijk/ bewegen Beoordeling 1 t/m 10 Gemiddelde van Indien een leerling werkhouding beoordeling praktijkonderdelen mist /gedrag werkhouding/gedrag vanwege een blessure of + beoordeling iets dergelijks, dan moet + praktijk/bewegen hij/zij vervangende opdrachten doen Beoordeling Cijfer telt 1x praktijk/ bewegen Beoordeling 1 t/m 10 Gemiddelde van Indien een leerling werkhouding beoordeling praktijkonderdelen mist /gedrag werkhouding/gedrag vanwege een blessure of + beoordeling iets dergelijks, dan moet + praktijk/bewegen hij/zij vervangende

21

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 – 2016 Vak: lichamelijke opvoeding Periode

Exameneenheden

Leerjaar: 3 en 4 Leerdoelomschrijving

frisbee, zaalvoetbal, balspelen, badminton, tafeltennis, hoogspringen, trampolinespringen K7: Coopertest, speerwerpen Andere taken: gym/wat/hoe/waarom

PTA-5

K2 K3 K5 K2/K3: Aanwezigheid, op tijd, kleding, inzet, K6 K7 K8 samenwerken, zelfstandig werken e K2/K3: Omgaan met respect voor klasgenoten, 4 leerjaar K9 docent, huisregels en materiaal K5: Springen kast/bok/trampoline K6: Dans,- of conditiecircuit K7: Shuttle-run-test K8: Stoeispelen K9: Sportkeuzedag Andere taken: gym/wat/hoe/waarom


Leerweg: vmbo-basis Gewicht toets

Score per toets


Opmerkingen opdrachten doen

P S P P P P P P P S

Beoordeling praktijk/ bewegen

Cijfer telt 1x

Beoordeling 1 t/m 10 Gemiddelde van Indien een leerling werkhouding beoordeling praktijkonderdelen mist /gedrag werkhouding/gedrag vanwege een blessure of + beoordeling iets dergelijks, dan moet + praktijk/bewegen hij/zij vervangende opdrachten doen Beoordeling Cijfer telt 1x praktijk/ bewegen

Het vak lichamelijke opvoeding is een beschermd vak. Een leerling komt alleen in aanmerking voor een VMBO diploma indien dit vak is afgesloten met een “voldoende” of een “goed”.


22

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING Bredero Beroepscollege 2014 – 2016 Vak: lichamelijke opvoeding

Leerjaar: 3 en 4

Leerweg: vmbo-basis

Per augustus 2001 heeft het vak lichamelijke oefening de status van examenvak gekregen. De belangrijkste reden hiervoor is dat de overheid dit vak belangrijk vindt. Het vak zal als schoolexamen moeten worden afgesloten met een voldoende of goed. Is dat niet het geval dan voldoet de leerling niet aan de eisen. Hij/zij kan dan geen diploma krijgen van de gevolgde opleiding. Op het Bredero Beroepscollege vormen alle lessen lichamelijke opvoeding in het derde en vierde leerjaar samen het examen. Sommige lessen hebben het karakter van oefenlessen. Voor de andere lessen of een bepaald onderdeel daarin krijgen de leerlingen heel specifiek een cijfer. Bij 1. 2. 3. 4.

de beoordeling van de resultaten van de leerlingen wordt er op de volgende punten gelet: De eigen vaardigheid: m.a.w. wat kan hij/zij echt? En is hij/zij beter geworden door elke les goed mee te doen. De aanwezigheid en kwaliteit van deelname op sportdagen (verplicht) en tijdens naschoolse sportactiviteiten (vrijwillig). Het uitvoeren van andere taken: scheidsrechteren, coachen, assisteren bij sportdagen. De werkhouding: hiermee wordt het volgende bedoeld: - Je bent altijd aanwezig (aanwezigheidsplicht), op tijd en je sportkleding is in orde. - Je bent er op gericht om mee te doen en iets te leren van de les (deelnameplicht). - Je bent bereid om met klasgenoten samen te leren en te werken en om zelfstandig met sport in de les bezig te zijn. 5. Het omgaan met respect voor klasgenoten, jezelf, de leerkracht, het materiaal, de huis- en spelregels. Een tekort aan eigen vaardigheid zal nooit een reden zijn voor een onvoldoende, want op het Bredero Beroepscollege laten wij de werkhouding en goede omgangsvormen zwaar wegen. In het derde en vierde leerjaar krijgt een leerling vijf keer een rapport met daarop een P.T.A.-cijfer voor l.o. Het cijfer voor het 1e en 2e P.T.A. telt één keer mee. Het cijfer voor het 3e, 4e en 5e P.T.A. telt twee keer mee. Het gemiddelde van deze cijfers (totaal aantal punten delen door 8) moet een 6 (= voldoende) of hoger zijn. Indien men hieraan kan voldoen, dan is de betreffende leerling voor het schoolexamen geslaagd. Tenslotte vinden wij het belangrijk dat de leerlingen met plezier meedoen aan de lessen l.o., zodat zij later als ze van school af zijn aan sport zullen blijven doen.


23

3. Toelichting bij het programma van toetsing & afsluiting (PTA) 5

Recommend Documents