2. In welke mate is er in de dienstverlening van UWV oog voor mensen met een chronische ziekte of beperking, en voor de specifieke aspecten van die chronische ziektes of beperkingen? 3. In welke mate is de door UWV uitgevoerde, of door hen in gang gezette, begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking, succesvol? 4. In welke mate heeft UWV een opdracht in het aan het werk krijgen of houden van mensen met een chronische ziekte of beperking? 5. In welke mate onderscheidt UWV succesfactoren/noodzakelijke ingrediënten, en beperkende factoren, in het kader van de beoogde succesvolle begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking? 6. Aan welke samenwerkingsprojecten doet UWV mee, waarin het (mede) gaat om re-integratie van mensen met een chronische ziekte of beperking? De deelvragen 1,2, 4 en 6 vloeiden voort uit hoofdvraag 1. De deelvragen 3 en 5 uit hoofdvraag 2. Om antwoord te krijgen op de deelvragen werd een vragenlijst opgesteld, met eenentwintig interviewvragen (bijlage 2). Aan de hand van die vragenlijst zijn vijf interviews met vertegenwoordigers van UWV gehouden, in vijf verschillende UWV–regio’s. UWV heeft in totaal elf regio’s en een hoofdkantoor. Van het hoofdkantoor ontvingen wij schriftelijk informatie; een ingevulde vragenlijst. Op basis van de input van zes UWV-vertegenwoordigingen geven wij in de volgende zes paragrafen bij iedere deelvraag onze conclusies. In bijlage 3 staan per deelvraag stukken tekst van de zes input-bronnen, op basis waarvan wij onze conclusies hebben getrokken. 2.2
Duiding van chronisch zieken (deelvraag 1)
Deelvraag 1: In welke mate worden mensen met een chronische ziekte of beperking door UWV als zodanig geduid? Subvragen: 1a. Worden mensen met een chronische ziekte of beperking onderscheiden als groep? 1b. Worden mensen met een chronische ziekte of beperking gecategoriseerd naar ziekte/aandoening of beperking? (De interviewvragen 1,2 en 3 hadden betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2 voor de interviewvragen) Conclusies: Mensen met een chronische ziekte of beperking worden door UWV niet als zodanig geduid. Voor UWV is het hebben van een chronische ziekte an sich, of hoe die ziekte heet, niet relevant. UWV kijkt niet naar de ziekte, maar naar hoe die zich (eventueel) vertaald in beperkingen. UWV onderscheidt mensen met een chronische ziekte of beperking niet als groep. UWV maakt geen gebruik van de term chronisch, noch van de
8
kwalificatie ‘heeft een chronische ziekte of beperking’. In plaats daarvan heeft UWV het over mensen met een arbeidsbeperking, of arbeidsgehandicapten, en over arbeidsongeschikten. Quote: “Iemand met een chronische ziekte is niet per definitie arbeidsgehandicapt en een arbeidsgehandicapte is niet per definitie chronisch ziek te noemen.” De UWV-termen voor chronisch, in de zin van het hebben van een ‘irreversibele aandoening zonder uitzicht op volledig herstel en met een relatief lange ziekteduur’ (bron: RIVM/Nationaal Kompas Volksgezondheid) zijn ‘duurzaam’ en ‘structureel’. UWV gebruikt ‘duurzaam’ alleen bij mensen die niet meer kunnen werken. Dit betreft mensen met WIA-IVAuitkering. Zij zijn ‘volledig en duurzaam’ arbeidsongeschikt. Een quote om het verschil tussen chronisch en duurzaam aan te geven: “Duurzaam is altijd chronisch, maar chronisch is niet altijd duurzaam”. Waar UWV het heeft over ‘structureel functioneel beperkt’, betreft dat mensen met een WIA- of een Wajong-uitkering. De term wordt gebruikt voor een langdurige ziekte of handicap die het werken belemmert (bron: arboportaal.nl/Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid). UWV categoriseert mensen met een chronische ziekte of beperking niet naar ziekte/aandoening of beperking. Van de mensen met een chronische ziekte of beperking die een verzekeringsarts zien (in het kader van WIA, Wajong, of ZW) wordt wél door UWV geregistreerd welke klacht of ziekte zij hebben, mits er een diagnose is en er beperkingen zijn. De UWVverzekeringsarts doet dat met diagnose-codes. Op basis van die codes heeft UWV zicht op hoeveel mensen op basis van welke klacht of ziekte zich melden voor welke uitkeringen. In de bemiddeling van mensen met een chronische ziekte of beperking naar werk spelen deze gegevens en de diagnose-codes geen rol.
2.3
Dienstverlening aan chronisch zieken (deelvraag 2)
Deelvraag 2: In welke mate is er in de dienstverlening van UWV oog voor mensen met een chronische ziekte of beperking, en voor de specifieke aspecten van die chronische ziekte of beperking? (De interviewvragen 4, 5, 6, 7 en 18 hadden betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2) Conclusies: In de dienstverlening van UWV is er oog voor mensen met een chronische ziekte of beperking, en voor de specifieke aspecten van die chronische ziekte of beperking. Uit alle interviews en ook uit de door UWV-centraal ingevulde vragenlijst komt naar voren dat de insteek van UWV is om rekening te houden met de beperkingen van mensen (voortvoeiend uit een chronische ziekte) en dat UWV in die zin maatwerk wil leveren! Dit geldt in ieder geval voor mensen met een chronische ziekte of beperking die een
9
WIA-, Wajong-, of ZW-uitkering hebben. Voor mensen met een chronische ziekte met een WW-uitkering ligt dat anders. De inschatting is dat er voor mensen met een chronische ziekte of beperking met een WW-uitkering, in de dienstverlening van UWV onvoldoende oog is voor de ziekte of beperking en de specifieke aspecten ervan. Voor die mensen biedt UWV de basis-dienstverlening. Die is gelijk aan de dienstverlening voor mensen met een WW-uitkering zonder gezondheidsklachten. In de basis-dienstverlening is er geen geld beschikbaar voor begeleiding en re-integratie en daarmee is er geen mogelijkheid voor maatwerk-dienstverlening. Met het dienstverleningsconcept AG zet UWV in op dienstverlening aan doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De indruk is dat dit zich vertaald in een sterke focus van UWV op de Wajong-populatie, versus aandacht voor mensen met een WIA-uitkering, die ook onder het dienstverleningsconcept AG vallen. Enerzijds geven de geïnterviewden aan dat er oog is voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Anderzijds wordt sterk benadrukt dat door UWV gekeken wordt naar de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie: de focus ligt op werk. UWV heeft een opdracht in het beperken van schadelast; dat er minder beroep op uitkeringen wordt gedaan. UWV heeft voor zover wij hebben kunnen achterhalen, geen specifieke dienstverlening en geen specifiek beleid gericht op groepen van mensen met een (bepaalde) chronische ziekte of beperking. UWV geeft aan dat zij in de re-integratie het belang van zelfsturing en klantinvloed erkent. Tegelijkertijd is uit de interviews de indruk ontstaan dat er nog onvoldoende uitgegaan wordt van de eigen kracht van de klant, en dat dat ook individueel bepaald is. Dat wil zeggen: of het gebeurt hangt voor een deel af van de UWV-er die de cliënt treft.
2.4
Succes van de begeleiding (deelvraag 3)
Deelvraag 3: In welke mate is de door UWV uitgevoerde, of door UWV in gang gezette begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking succesvol? (De interviewvragen 8, 9, 10 en 16 hadden betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2) Conclusies: Met betrekking tot de begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking geven alle UWV-vertegenwoordigers aan dat die succesvol is: het lukt! Wij proefden hierin nergens twijfels. Bij de vraag wat onder een succesvol begeleidingsproces wordt verstaan, waren de antwoorden niet eenduidig. De indruk is daarmee ontstaan dat er UWV-intern geen duidelijkheid bestaat over de definitie van een
10
succesvol begeleidingsproces, hetzij waar dat cliënten met een chronische ziekte of beperking betreft, hetzij voor andere cliënten. Wat in het kader van de vraag wat ‘succesvol’ inhoudt wél regelmatig wordt genoemd is: mensen duurzaam aan het werk helpen. Over de mate waarin de begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking succesvol is, kunnen wij geen conclusie formuleren. Daarvoor is er uit de interviews onvoldoende duidelijke informatie naar voren gekomen. Cruciaal punt is bovendien dat UWV niet specifiek registreert op de relatie ‘succesvolle plaatsingen in werk’, en ‘het hebben van een (bepaalde) chronische ziekte’. Voor de plaatsingscijfers die wel beschikbaar zijn en andere informatie over de arbeidsparticipatie van UWV-doelgroepen werden wij verwezen naar www.uwv.nl, onder andere naar ‘monitor arbeidsparticipatie 2012’ die aldaar beschikbaar is.
2.5
Opdracht van UWV (deelvraag 4)
Deelvraag 4: In welke mate heeft UWV een opdracht in het aan het werk krijgen of houden van mensen met een chronische ziekte of beperking? (De interviewvragen 11, 12 en 14 hadden betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2) Resultaten: De UWV-vertegenwoordigers gaven duidelijk aan dat UWV een opdracht heeft in het aan het werk krijgen of houden van mensen met een chronische ziekte. Enkele quotes: ‘Dit behoort tot de kerntaken van UWV.’, ‘Dat mag ik hopen van wel.’, en ‘Het zou raar zijn als dit niet zo was;; daar zijn we voor!’ Tegelijkertijd werd door de geïnterviewden benoemd dat UWV een verzekeringsinstantie is en een opdracht heeft in schadelast beperken: minder beroep op uitkeringen. Ook werd benoemd dat UWV uitvoerder is van wat wettelijk wordt bepaald en dat het UWV-beleid leidend is. Daarnaast werd duidelijk gemaakt dat UWV jaarlijks ‘ambities’ formuleert met betrekking tot het uitplaatsen van klanten in de WGA of Wajong, en dat die ambities (SMART) worden doorvertaald naar de regio’s’. Quote: ‘Iedere regio streeft ernaar een bepaald plaatsingscijfer te halen’. Eén keer werd aangegeven dat het doel van duurzame participering in betaalde arbeid voor álle UWV-doelgroepen geldt, en dat daarin de doelgroep mensen met een chronische ziekte of beperking niet onderscheiden wordt.
11
2.6
Succes- en faalfactoren (deelvraag 5)
Deelvraag 5: In welke mate onderscheidt UWV succesfactoren/noodzakelijke ingrediënten en beperkende factoren in het kader van de beoogde succesvolle begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking? (De interviewvragen 13, 17, 19 en 20 hadden betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2) Resultaten: Door de UWV-vertegenwoordigers werden veel verschillende succesfactoren/noodzakelijke ingrediënten en beperkende (=faal) factoren genoemd. Een paar keer werd eenzelfde antwoord twee keer genoemd, en één keer drie keer (‘reëel zijn’). Hieronder twee opsommingen, met vet alle succesfactoren/noodzakelijke ingrediënten, en onderstreept de beperkende factoren. Iedere factor is één keer vet gemaakt of onderstreept. Men noemt meer succesfactoren en noodzakelijke ingrediënten dan beperkende factoren, maar daar staat tegenover dat een ontbrekende succesfactor/noodzakelijk ingrediënt, natuurlijk meteen een beperkende factor is. Als succesfactoren/noodzakelijke ingrediënten worden genoemd: - Een zorgvuldig matchingsproces, waarbij rekening wordt gehouden met specifieke talenten en beperkingen van de klant. UWV investeert in dit kader in de methodiek van de inclusieve arbeidsorganisatie - Een juiste motivatie van de klant waarbij zelfsturing mogelijk maar ook wenselijk is. - De klant moet in een rustige sociale omgeving zitten en moet stabiel zijn. Dit geldt voor alle doelgroepen, ook voor mensen met een chronische ziekte. - Bij mensen met multiproblematiek 12 stappen doorlopen en reële doelen stellen. - De begeleiding door de jobcoach is essentieel. - Hij moet accepteren dat hij bepaalde beperkingen heeft. En reëel zijn over zijn mogelijkheden. - Werkgever moet goed geïnformeerd zijn, er moet een goede begeleiding zijn en een waarborg als het misgaat. De werkgever moet er met de goede houding inzitten; een stukje MVO. - (…) Aan de andere kant geeft de regelgeving dus ook heel veel mogelijkheden, (…). - We zoeken wel altijd naar mogelijkheden, bijvoorbeeld een proefplaatsing. - Zorg dat je gevonden kunt worden, biedt je aan. Laat vooral zien dat je het wilt en laat zien wat je in huis hebt. Zichtbaar worden op je motivatie en op wat je kan. Wees daarin reëel.
12
Als beperkende factoren worden genoemd: - De aanhoudende economische crisis. - Wat ook meespeelt is dat mensen in de zorgverzekering vaak voor een uitgekleed pakket kiezen omdat de zorgverzekering te duur is. Als mensen dan zorg nodig hebben, remt dit de uitstroom naar de arbeidsmarkt. - Het UWV is afhankelijk van het aanbod op de arbeidsmarkt. - Er blijft een spanningsveld bestaan tussen wat de opdracht is vanuit het Ministerie en wat de arbeidsdeskundige op de werkvloer moet doen. Het Ministerie is de opdrachtgever van het UWV daar moeten ze verantwoording aan afleggen. De wet kan beperkend zijn in het bieden van maatwerk. - Bij chronische ziekte kan het lastig zijn voor de werkgever dat je wisselend afwezig ben of dat je de ziekte nog niet goed geaccepteerd hebt. Waardoor je raar gedrag gaat vertonen. - We zijn uitvoerders van de wet. Dat betekent dat we rekening moeten houden met de duur van bepaalde regelingen of bijvoorbeeld dat de no risk polis niet van toepassing is op de Ziektewet. Aan de andere kant geeft de regelgeving dus ook heel veel mogelijkheden, maar hier zitten dus wel grenzen aan.
2.7
Samenwerkingsprojecten (deelvraag 6)
Deelvraag 6: Aan welke samenwerkingsprojecten doet UWV mee waarin het (mede) gaat om re-integratie van mensen met een chronische ziekte of beperking? (Interviewvraag 15 had betrekking op deze deelvraag; zie bijlage 2) Resultaten: In de interviews werden samenwerkingsprojecten genoemd, maar in geen van de gevallen betrof dat projecten waarin het (mede) ging/gaat om de re-integratie van mensen met een chronische ziekte of beperking. Bij doorvragen werd hier en daar een enkel project genoemd, waarin het ging om een specifieke doelgroep van mensen met een bepaalde ziekte. (welke allemaal precies!!?? o.a. IPS= Individual Placement and Support > specifiek voor schizofrenie en andere zwaardere psychische stoornissen zoals psychoses-?- check Brongers-interview o.a. voor project voor exborstkanker-patiënten). Men gaf aan dat projecten veelal via landelijke contracten met werkgevers, centraal, worden geregeld. Die projecten worden dan door de UWV’s regionaal en lokaal uitgevoerd. Voor de Wajong zijn er veel landelijke convenanten. Een aantal Wajong-projecten werd genoemd, zoals Wajong Werkt en de Dutch Career Cup. Dergelijke grote projecten
13
worden op landelijk nivo gemonitord. Voor de WIA/WGA zijn er contracten (gunningen) met re-integratiebedrijven. Er zijn ook regionale projecten. Wij hebben geen zicht gekregen op alle verschillende projecten die er zijn, landelijk en regionaal. Voor een overzicht van alle landelijke projecten van UWV verwees men ons naar UWV-centraal, maar ook een overzicht per regio zou daar waarschijnlijk beschikbaar zijn…
14
3.3.1 Enquêtevraag 1 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Wij bieden als re-integratiebedrijf voor 1 of meerdere doelgroepen van mensen met een chronische ziekte, maatwerk-begeleiding. De werkwijze is in die gevallen op mensen met een bepaalde chronische ziekte toegesneden.
Beste BoW-re-integratiebedrijven
mee eens 9
helemaal mee eens 13
neutraal 2
helemaal niet mee eens 2
BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking
mee eens 11
helemaal mee eens 21
neutraal 2
Resultaat: Een overgrote meerderheid van 90% de onderzochte BoW-re-integratiebedrijven vindt dat zij maatwerk-begeleiding biedt voor mensen met een chronische ziekte, en dat hun werkwijze op die mensen is toegesneden.
20
3.3.2 Enquêtevraag 2 en antwoord op deelvraag 1 Als u maatwerk-begeleiding biedt: Voor welke doelgroep of doelgroepen van mensen met een chronische ziekte biedt u maatwerk-begeleiding? Benoemt u s.v.p. bij meerdere doelgroepen van mensen met een chronische ziekte, de namen gescheiden door een komma. Bijvoorbeeld: ‘oogpatiënten, mensen met autisme’. Als er geen sprake is van maatwerk-begeleiding voor mensen met een chronische ziekte, kunt u de vraag onbeantwoord laten. Resultaten: Een scala aan klachten, beperkingen en al dan niet chronische ziektes wordt genoemd, zowel door de groep BoW-re-integratiebedrijven, als door de groep BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/ beperking. Bedrijven uit laatstgenoemde groep benoemen gemiddeld per bedrijf ongeveer drie doelgroepen van mensen met een chronische ziekte. Bij de andere groep is dat lager, gemiddeld ongeveer twee doelgroepen. Bij de groep op-chronische-ziekte-gerichte bedrijven worden in totaal meer verschillende ziektes genoemd en zijn dat duidelijke of in ieder geval bekende ziektebeelden, zoals kanker, epilepsie, oorproblemen, fybromyalgie, whiplash. Bij de andere groep is dat niet over de gehele linie het geval. Zo worden onder andere genoemd: ‘hoogsensitieve mensen’, ‘allerlei fysieke klachten’, ‘mensen met stress’ en ‘mensen die vaak zuchten of gapen’. Een opvallend resultaat van deze vraag is dat er allerlei doelgroepen van mensen met een chronische ziekte worden genoemd, terwijl wij die in het BoW-onderzoek niet zijn tegengekomen. De bedrijven geven dus aan voor veel meer doelgroepen van mensen met een chronische ziekte maatwerkbegeleiding te bieden, dan zij op BoW en op hun eigen website aangeven! Van de acht in OEKAHW vertegenwoordigde ziektes/beperkingen worden bij de antwoorden op deze vraag de volgende ziektes/beperkingen genoemd: autisme (23 keer), oogaandoeningen (4 keer), aids (2 keer) en hoofdpijn (1 keer). Deelvraag 1: In welke mate zijn er bij re-integratiebedrijven specifieke werkwijzen voor mensen met een chronische ziekte of beperking? Antwoord: De onderzochte re-integratiebedrijven benoemen een breed scala aan doelgroepen van mensen met een chronische ziekte of beperking, als hun doelgroepen. Daarnaast geven zij aan dat zij maatwerk-begeleiding bieden voor mensen met een chronische ziekte of beperking. In hoeverre dit maatwerk vertaald is naar specifieke werkwijzen voor mensen met een (bepaalde) chronische ziekte, is op basis van de enquête niet duidelijk geworden.
3.3.3 Enquêtevraag 3 en antwoord op deelvraag 2 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: De begeleiding die wij als re-integratiebedrijf bieden voor onze doelgroep(en) van mensen met een chronische ziekte, is succesvol. Onze begeleiding leidt er voor die mensen met een chronische ziekte toe, dat zij aan het werk komen, of aan het werk blijven.
21
Beste BoW-re-integratiebedrijven
mee eens 12
helemaal mee eens 4
neutraal 9
niet mee eens 1
BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking
mee eens 17
helemaal mee eens 13
neutraal 4
Resultaten: Meer dan driekwart (77%) van de onderzochte BoW-re-integratiebedrijven vindt dat hun begeleiding van mensen met een chronische ziekte succesvol is: die mensen komen door hun begeleiding aan het werk, of blijven erdoor aan het werk. Het valt op dat de groep BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking positiever is over haar dienstverlening aan mensen met een chronische ziekte, dan de groep Beste BoW-re-integratie-bedrijven. Van de eerste groep is 88% het eens met de stelling, van de tweede groep 62%. Bovendien is de groep BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking uitgesprokener positief over haar dienstverlening aan
22
mensen met een chronische ziekte, dan de groep Beste BoW-re-integratiebedrijven. 38% Van de eerste groep koos ‘helemaal mee eens’, versus 15% van de beste-bedrijven-groep. Deelvraag 2: In welke mate wordt de door re-integratiebedrijven uitgevoerde begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking, door reintegratiebedrijven getypeerd als succesvol? Antwoord: Een grote meerderheid van de onderzochte re-integratiebedrijven typeert hun begeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking als succesvol.
3.3.4 Enquêtevraag 4 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: De werkwijze die wij als re-integratiebedrijf voor onze doelgroep(en) van mensen met een chronische ziekte hanteren, is passend voor iedereen met een chronische ziekte.
Beste BoW-re-integratiebedrijven
mee eens 7
helemaal mee eens 3
neutraal 3
niet mee eens 13
23
BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking
mee eens 18
helemaal mee eens 8
neutraal 5
niet mee eens 3
Resultaten: Gemiddeld meer dan de helft (60%) van het totaal van de twee onderzochte groepen bedrijven vindt dat hun werkwijze voor mensen met een chronische ziekte, passend is voor iedereen met een chronische ziekte. Er zijn echter duidelijke verschillen in de respons tussen de twee groepen bedrijven: Bij de groep op-chronische-ziekte-gerichte-bedrijven geeft 76% aan dat zij hun werkwijze passend vindt voor iedereen met een chronische ziekte. Bij de groep beste bedrijven is dat ‘slechts’ 38%. Een substantieel deel van de groep op-chronische-ziekte-gerichtebedrijven is bovendien uitgesproken in haar overtuiging: 24% van die bedrijven geeft bij de stelling aan het er ‘helemaal mee eens’ te zijn. Bij de groep beste bedrijven is dat 0%. De helft van de beste-bedrijven-groep is het niet met de stelling eens, en vindt hun werkwijze dus niet passend voor iedereen met een chronische ziekte. Bij de groep op-chronische-ziekte-gerichte-bedrijven is dat slechts 9%. 3.3.5 Enquêtevraag 5 en antwoord op deelvraag 3 Kunt u kort en bondig, in maximaal 5 regels, onder woorden brengen wat het is dat uw werkwijze voor mensen met een chronische ziekte, succesvol maakt? Om welk aspect of welke aspecten van de re-integratiebegeleiding gaat het? Resultaten: In de verwerking van de antwoorden op deze vraag, kwamen wij tot een aantal categorieën van aspecten van re-integratie-begeleiding, die werkwijzen succesvol maken, namelijk: - Individueel maatwerk: werd ?? keer genoemd. Hieronder vallen onder andere ook de antwoorden ‘integrale aanpak’ en ‘methodiek supported employment’
24
-
-
-
Activiteiten aan de kant van de werkgever: werd ?? keer genoemd. Hieronder vallen onder andere: aanpassing werkplek, jobcarving, risico werkgever beperken, matching cliënt-werkgever, goede voorlichting/informatie/communicatie, werkgever aantrekkelijk voorstel doen/perspectief schetsen, kennis van de arbeidsmarkt. Activiteiten aan de kant van de cliënt: werd ?? keer genoemd. Hieronder vallen: coaching en ondersteuning ten behoeve van regie, jobcoach/werkbegeleider, perspectief in beperking laten zien, optimisme, communicatie/goede afspraken en die nakomen, continuïteit in de afspraken. Kennis van de ziekte/beperking: werd ?? keer genoemd. Hieronder valt ook ervaringsdeskundigheid van de coach.
Deelvraag 3: In welke mate zijn er aspecten te onderscheiden in de werkwijzen van re-integratiebedrijven met betrekking tot mensen met een chronische ziekte of beperking, die door re-integratiebedrijven aangemerkt worden als succesvol? Antwoord: Er zijn een aantal aspecten in de werkwijzen met betrekking tot mensen met een chronische ziekte of beperking, die re-integratiebedrijven aanmerken als succesvol, namelijk: individueel maatwerk bieden, zorgen voor een goede match van de cliënt-werkgever/werkplek, de cliënt positief en duidelijk communicerend ondersteunen/coachen, én zorgen voor kennis van de ziekte/beperking van de cliënt, of die uit ervaringsdeskundigheid halen.
3.3.6 Enquêtevraag 6 en antwoord op deelvraag 6 In welke projecten, zoals bijvoorbeeld samenwerkingsverbanden met lokale of regionale werkgevers en UWV, waarin het aan het werk krijgen of houden van mensen met een chronische ziekte een doel was, participeert uw bedrijf, of heeft zij de afgelopen jaren geparticipeerd? Benoemt u s.v.p. sec de namen van de projecten, gescheiden door een komma. Resultaten: Er werden veel projecten benoemd, echter vooral door de groep BoW-reintegratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking. De groep beste bedrijven benoemt relatief weinig projecten waarin het aan het werk krijgen of houden van mensen met een chronische ziekte een doel was. Voor een overzicht van alle genoemde projecten, per onderzoeksgroep, zie bijlage 5. Deelvraag 6: Aan welke samenwerkingsprojecten doen re-integratiebedrijven mee, waarin het (mede) gaat om re-integratie van mensen met een chronische ziekte of beperking? Antwoord:
3.3.7 Enquêtevraag 7 en antwoord op deelvraag 5 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling:
25
Wij zijn als re-integratiebedrijf tevreden over de samenwerking met het UWV met betrekking tot de re-integratiebegeleiding van mensen met een chronische ziekte.
Beste BoW-re-integratiebedrijven
mee eens 9
helemaal mee eens 2
niet mee eens 2
neutraal 13
BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking
mee eens 16
helemaal mee eens 3
neutraal 13
niet mee eens 1
helemaal niet mee eens
Resultaten: De helft van de onderzochte BoW-re-integratie-bedrijven is tevreden over de samenwerking met het UWV met betrekking tot de re-integratiebegeleiding van mensen met een chronische ziekte. 43% Van de bedrijven is niet positief en niet negatief (‘neutraal’) over die samenwerking. De overige 7% van de bedrijven is niet tevreden over de samenwerking met UWV met betrekking tot mensen met een chronische ziekte.
26
Deelvraag 5: In welke mate zijn reïntegratiebedrijven tevreden over samenwerking met het UWV? Antwoord: De helft van de onderzochte re-integratiebedrijven is weliswaar tevreden over de samenwerking met UWV met betrekking tot mensen met een chronische ziekte of beperking, maar ook een groot deel is niet positief en niet negatief. Een klein deel is niet tevreden.
3.3.8 Enquêtevraag 8 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling: Wij kunnen ons als re-integratiebedrijf nog verbeteren in de begeleiding van mensen met een chronische ziekte.
Beste BoW-re-integratiebedrijven
mee eens 14
helemaal mee eens 5
helemaal niet mee eens 1
neutraal 6
27
BoW-re-integratiebedrijven gericht op chronische ziekte/beperking
mee eens 25
helemaal mee eens 3
neutraal 4
niet mee eens 2
Resultaten: Meer dan driekwart (78%) van de onderzochte BoW-re-integratiebedrijven vindt dat zij zich als re-integratiebedrijf nog kan verbeteren in de begeleiding van mensen met een chronische ziekte. 17% Van de bedrijven geeft niet aan of zij vindt dat zij zich nog kan verbeteren, of niet. Die bedrijven geven bij vraag 8 ‘neutraal’ als antwoord. De overige 5% van de bedrijven vindt dat zij zich als re-integratiebedrijf niet meer kan verbeteren, in de begeleiding van mensen met een chronische ziekte. 3.3.9 Enquêtevraag 9 en antwoord op deelvraag 4 Kunt u kort en bondig, in maximaal 5 regels, onder woorden brengen wat er volgens u nodig is om de door re-integratiebedrijven uitgevoerde re-integratiebegeleiding van mensen met een chronische ziekte, vaker succesvol te laten zijn? Resultaten: De volgende antwoorden werden gegeven:
Deelvraag 4:Op welke manier kan de re-integratiebegeleiding van mensen met een chronische ziekte of beperking door re-integratiebedrijven, volgens reintegratiebedrijven verbeterd worden? Antwoord:
28