“Plan van Aanpak kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking en/ of chronische ziekte in Maassluis”
Afdeling Welzijn 15 maart 2007
Inhoudsopgave Voorwoord
1
1.
Het kader
3
2.
Onderwijs
5
3.
Werk
7
4.
Vrije tijd en sport
9
5.
Vervoer
11
6.
Regelingen, informatie en voorzieningen
13
7.
Overzicht beleidsvoornemens
15
VOORWOORD Het gemeentelijk beleid ten aanzien van gehandicapten en chronisch zieken is neergelegd in de op 19 februari 2002 door de Raad vastgestelde Beleidsnota “Gehandicapten en Chronisch Zieken”. Ter aanvulling hierop heeft de Raad op 7 november 2005 de motie “Onderzoek naar gezondheids- en leefsituatie van 0- 23 jarigen met een beperking, handicap of chronische ziekte” aangenomen. Hierin heeft de Raad uitgesproken dat: 1. Onderzoek gedaan moet worden naar de aantallen en de gezondheids- en leefsituatie van 0 t/m 23 jarigen met een beperking, handicap of met een chronische ziekte in Maassluis; 2. Dit onderzoek moet ook duidelijk maken aan welke jeugdvoorzieningen deze groep kinderen en jongeren behoefte heeft. Op verzoek van de gemeente heeft de toenmalige Geneeskundige en Gezondheidsdienst Nieuwe Waterweg Noord (vanaf 1 januari 2007 GGD Rotterdam Rijnmond) in 2006 onderzoek verricht naar de desbetreffende jeugdigen. Dit heeft geresulteerd in het Onderzoeksrapport “Leef- en gezondheidssituatie van kinderen en jongeren met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking of chronische ziekte in Maassluis”. Voor dit onderzoek heeft de GGD NWN gebruik gemaakt van literatuuronderzoek en zijn er 11 interviews met jongeren in Maassluis of met hun ouders/ verzorgers afgenomen. Tevens is op verzoek van de gemeente een sociale kaart met voorzieningen in en in de omgeving van Maassluis opgesteld. Tot slot heeft de GGD NWN een aantal aanbevelingen in het onderzoeksrapport opgenomen. In het voor u liggende Plan van Aanpak zal worden aangegeven hoe het beleid inzake gehandicapte kinderen en/ of chronische ziekte zal worden vormgegeven. De aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van de toenmalige GGD NWN zijn opgenomen onder de desbetreffende kopjes. Hieronder wordt vervolgens het gemeentelijke beleid en, indien van toepassing, de beleidsvoornemens uiteengezet.
1
2
1 Het kader ROL VAN DE GEMEENTE De noodzaak tot het ontwikkelen van gehandicapten- en chronisch beleid vindt mede zijn oorsprong in de decentralisatie- operatie die in 1994 van start is gegaan. Vanaf april 1994 werd namelijk de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) van kracht. De gemeenten werden vanaf dat moment verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet en kregen hiermee belangrijke taken op het gebied van welzijn en zorg voor mensen met een handicap. In het kader van de Wvg diende de gemeente namelijk zorg te dragen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rol- hulpmiddelen. Met het decentraliseren van deze wet werd beoogd de Wvgvoorzieningen zoveel mogelijk te laten aansluiten bij andere maatregelen om mensen met lichamelijke en/ of verstandelijke beperkingen langer zelfstandig te laten wonen en te functioneren. Vanaf 1 januari 2007 is de bovengenoemde Wvg, naast de Welzijnswet, de huishoudelijke verzorging en een aantal subsidieregelingen uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ondergebracht in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), en waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn gesteld. Het doel van de Wmo is dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig en volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. Sommige mensen hebben hierbij ondersteuning nodig. Voor de Individuele Verstrekkingen Wmo heeft de gemeenteraad van Maassluis op 19 september 2006 de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Nieuwe Waterweg Noord 2007 (Verordening) vastgesteld en is op 1 januari 2007 in werking getreden. In de Verordening is neergelegd op welke voorzieningen en onder welke voorwaarden personen met beperkingen aanspraak kunnen maken in het kader van de Wmo. De bedragen en beleidsregels die hierop van toepassing zijn, zijn respectievelijk opgenomen in het Financieel besluit Maatschappelijke ondersteuning Nieuwe Waterweg Noord 2007 en het Verstrekkingenboek Maatschappelijke ondersteuning Nieuwe Waterweg Noord. Voor de uitvoering van bovengenoemde Verordening is de ROGplus Nieuwe Waterweg Noord verantwoordelijk. In 2007 zal het Lokale Beleidsplan Wmo in nauwe samenwerking met het veld worden vormgegeven. Hierin wordt opgenomen hoe de gemeente invulling gaat geven aan de negen prestatievelden uit te Wmo. Waar mogelijk zullen de in dit Plan van Aanpak opgenomen beleidsvoornemens hierin worden meegenomen. Het Lokale Beleidsplan Wmo zal de onderstaande negen prestatievelden omvatten: 1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten, 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden, 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers,
3
5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem, 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer, 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang, 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen en 9. het bevorderen van verslavingsbeleid. DOELSTELLINGEN INTEGRAAL GEHANDICAPTEN EN CHRONISCH ZIEKENBELEID MAASSLUIS1 Zoals in het Voorwoord is aangegeven is het gemeentelijk beleid ten aanzien van gehandicapten- en chronisch zieken neergelegd in de desbetreffende Beleidsnota. Met de daarin neergelegde beleidsvoornemens beoogt de gemeente gehandicapten en chronisch zieken gelijke kansen en mogelijkheden te bieden en zo de beperkingen die gehandicapten en chronisch zieken (thans nog) in hun bestaan ondervinden op te heffen of te verminderen, opdat volwaardig burgerschap gerealiseerd kan worden. De daarin neergelegde doelstellingen zijn als volgt geformuleerd. 1. De gemeente hecht speciaal belang aan het voorkómen van toename van het aantal mensen met functiebeperkingen en/ of chronische aandoeningen (primaire preventie) of in het erger worden van chronische aandoeningen en/ of handicaps (secundaire preventie); 2. Waar mogelijk dienen gehandicapten en chronisch zieken deel te nemen aan en te integreren in de samenleving door gebruik te maken van de algemene voorzieningen; alleen daar waar dit niet mogelijk is, zijn specifieke voorzieningen noodzakelijk; 3. Het gehandicapten- en chronisch ziekenbeleid dient vorm te worden gegeven in dialoog met het veld en adequaat reagerend op ontwikkelingen in de maatschappij; 4. Bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid worden altijd de mogelijke gevolgen hiervan voor gehandicapten en chronische zieken in de overwegingen meegenomen; 5. De gemeente zal knelpunten c.q. mogelijke blokkades van gehandicapten en chronisch zieken bij deelname aan het maatschappelijk leven (nader) inventariseren.
1
4
Beleidsnota gehandicapten en chronisch zieken, gemeente Maassluis, 19 februari 2002
2 Onderwijs AANBEVELINGEN ONDERZOEKSRAPPORT GGD In het onderzoeksrapport heeft de toenmalige GGD NWN de onderstaande aanbeveling neergelegd. Stimuleren dat kinderen met een lichamelijke beperking of chronische aandoening worden opgenomen in het reguliere onderwijs. Hierbij valt te denken aan: • •
Meer bekendheid geven aan de Wet Onderwijs Zieke Leerlingen, waardoor de schoolbegeleidingsdienst extra formatie heeft voor begeleiding van onderwijs aan chronisch zieke kinderen Toeschietelijkheid betonen bij het toewijzen van bouwkundige aanpassingen in en rond de school
ONDERWIJS De Wet Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen (WOOZ) bestaat sinds 1999. De wet regelt het recht op ondersteuning van alle scholen die onderwijs verzorgen aan leerlingen die ziek zijn, met als doel de leerachterstanden, die de leerlingen door hun ziek zijn zouden kunnen oplopen, tot een minimum te beperken. Er zijn twee typen organisaties die de ondersteuning van scholen, zoals bedoeld in de WOOZ, bieden t.w. de schoolbegeleidingsdiensten en de Educatieve Voorzieningen verbonden aan academische ziekenhuizen. De gemeente onderschrijft het belang van een zo goed mogelijk doorlopend leerproces bij zieke kinderen en zal daarom de bekendheid van de WOOZ bij een breder publiek bevorderen. De scholen kunnen daartoe de ingang vormen. TOEGANKELIJKHEID Voor wat betreft deze aanpassingen sluiten wij aan bij de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Maassluis. De gemeentelijke taak ligt hierbij met name op de toegankelijkheid van het onderwijsgebouw voor gehandicapte leerlingen of leraren. BELEIDSVOORNEMEN De gemeente zal de scholen verzoeken een informatieve passage over de WOOZ op te nemen in de schoolgids.
5
6
3 Werk AANBEVELINGEN ONDERZOEKSRAPPORT GGD In het onderzoeksrapport heeft de toenmalige GGD NWN de onderstaande aanbeveling neergelegd. Extra inzet van de gemeente ten behoeve van arbeidsbemiddeling voor jongeren met een beperking of chronische aandoening en het motiveren van het bedrijfsleven en gemeentelijke instellingen voor het leveren van stageplaatsen. Hierbij valt te denken aan: • Betere afstemming tussen regelingen en uitvoerende instanties van reïntegratie zoals UWV, maatschappelijke dienstverlening en gemeente • Deskundige begeleiding, d.w.z. goed bekend met de problematiek van jongeren met een beperking, bij het zoeken naar werk WERK Wanneer een jongere de school verlaat en niet direct een baan heeft gevonden kan hij zich melden bij het Centrum Werk en Inkomen (CWI). Het CWI is de eerst aangewezen organisatie om mensen zonder werk te begeleiden richting arbeid. Voor jongeren heeft het CWI specifieke trainingen en begeleiding. In de regio NWN wordt in samenwerking tussen de drie NWN- gemeenten, het CWI en het Uitvoeringsorganisatie Werknemers Verzekeringen (UWV) een jongerenloket opgezet. Via dit loket wordt een jongere begeleid naar arbeid of scholing. Bij het CWI kan wanneer daartoe aanleiding bestaat een WSW indicatie worden aangevraagd. Voor begeleiding naar arbeid schakelt de gemeente het eigen Sociale werkvoorziening (Sw-)bedrijf Dukdalf in. Zeker voor mensen met een beperking is Dukdalf zeer goed toegerust en bekend met de problematiek. Het is dan ook bij uitstek een geschikte manier om mensen met een beperking te begeleiden. Wanneer dat nodig/wenselijk is kan een individueel begeleidingstraject worden ingekocht bij een reïntegratiebureau. BELEIDSVOORNEMEN De gemeente zal waar mogelijk de aanbevelingen van de GGD betrekken in het huidige beleid van Sociale Zaken.
7
8
4 Vrije tijd en sport AANBEVELINGEN ONDERZOEKSRAPPORT GGD In het onderzoeksrapport heeft de toenmalige GGD NWN de onderstaande aanbeveling neergelegd. 1. Stimuleren door de gemeente van integratie van jongeren met een beperking of
een chronische aandoening in het maatschappelijk leven. Hierbij valt te denken aan: • Meer bekendheid geven aan het aanbod voor vrijetijdsbesteding voor jongeren met een beperking • Maatjesprojecten starten • Breder inzetten van cursussen sociale vaardigheden • Motiveren van reguliere sportverenigingen om een aanbod voor jongeren met een beperking op te zetten • Het stimuleren van reguliere verenigingen om het aanbod uit te breiden voor speciale doelgroepen (bijvoorbeeld Project Om de Hoek: van de Stichting Vrije Tijd en Vorming: zij ondersteunen en stimuleren verenigingen en organisaties om het aanbod voor mensen met een beperking uit te breiden) 2. Extra aandacht voor de groep jongeren met een lichte verstandelijke beperking
en jongeren met een chronische aandoening en een goede conditie. Hierbij valt te denken aan: • het organiseren van sportactiviteiten voor jongeren met een goede conditie, die door hun beperking niet aan het reguliere sportaanbod kunnen deelnemen en beschermd, sportief willen sporten • het organiseren van activiteiten voor mensen met een lichte verstandelijke beperking waarbij zij tevens sociale contacten kunnen aangaan. VRIJE TIJD De gemeente verstrekt jaarlijks een waarderingssubsidie aan de Stichting Vrije Tijd en Vorming Zuid- Holland Noord (nauw verbonden met MEE in Leidschendam) voor activiteiten van (licht) verstandelijk gehandicapten. De stichting beheert een aantal eigen vrijetijdscentra, te weten één in Delft, één in Den Haag en één in Leiden. De Vrije Tijd en Vorming (VTV)- activiteiten worden voor een belangrijk deel georganiseerd in hun eigen vrijetijdscentra. Maar er zijn ook diverse activiteiten die plaats vinden op andere locaties, bijvoorbeeld in samenwerking met een wijk- en dienstencentrum, een sportverenigingen. Onderdeel van de subsidie betreft tevens deelname van jong volwassen Maassluizers aan de Vriendschapskring MaassluisVlaardingen.
9
SPORT De gemeente Maassluis verstrekt - in het kader van breedtesport - subsidies aan (sport)verenigingen of instellingen, die sport- en beweegactiviteiten organiseren voor mensen met een handicap of chronische ziekte (voorbeelden hiervan zijn Gehandicapten (G-)voetbal bij MSV’71 en Sporten voor kinderen met ADHD). De sportcoördinator adviseert en begeleidt organisaties bij het opzetten van dergelijke activiteiten. Een aantal sportverenigingen in Maassluis heeft een G-afdeling of is voornamelijk gericht op de doelgroep lichamelijke - of verstandelijk gehandicapten (voorbeelden hiervan zijn rolstoelhockey van Evergreen on Wheels en rolstoelbastketbal van Sportvereniging voor aangepaste sporten De Steenen Dijck). De doelgroep gehandicapten is één van de groepen die de gemeente met het breedtesportbeleid tracht te bereiken. SPEELTUIN/ KINDERBOEDERIJ Vanuit de Raad is, aangevuld met particulier initiatief, een Initiatiefgroep gestart die zich richt op het onderzoeken van de haalbaarheid om te komen tot een speeltuin/ kinderboederij in Maassluis. Deze initiatiefgroep is formeel op 9 maart 2007 gestart met haar werkzaamheden en wordt secretarieel ondersteund door de gemeente. BELEIDSVOORNEMENS 1. De gemeente zal de aanbieders van vrijetijdsbesteding en sport actief benaderen
om hun aanbod op te nemen in de digitale sociale kaart (Invis) van de gemeente; 2. De gemeente bevordert binnen de beschikbare mogelijkheden de activiteiten
voor jeugdigen met beperkingen, zoals onder andere maatjesproject en cursussen sociale vaardigdheden. 3. De gemeente zal bezien op welke wijze de aanbevelingen van de GGD in het
breedtesportbeleid kunnen worden ingepast.
10
5 Vervoer AANBEVELINGEN ONDERZOEKSRAPPORT GGD In het onderzoeksrapport heeft de toenmalige GGD NWN de onderstaande aanbeveling neergelegd. Meer aandacht voor de behoeften van de klant bij het collectief vervoer. Hierbij valt te denken aan: • inspraak van ouders/verzorgers bij het toewijzen van de begeleid/ onbegeleid vervoerspas; • meer aandacht voor de sociale context bij het toewijzen van de Tele-taxi; • flexibeler inzet van het vervoer wat betreft tijd, bijvoorbeeld als jongeren willen uitgaan; • aparte regels voor de begeleiding van een groep; • extra aandacht voor het werven en scholen van vrijwilligers die kunnen begeleiden bij het collectief vervoer. WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING- INDIVIDUELE VERVOERSVOORZIENINGEN In het kader van de uitvoering van de Wmo wordt er door de ROGplus Nieuwe Waterweg Noord, in opdracht van de drie NWN- gemeenten, individuele vervoersvoorzieningen verstrekt. De uitvoering van het Aanvullend Openbaar Vervoer heeft de ROGplus uitbesteed aan de vervoersorganisatie Connexxion. Voor een uitgebreide toelichting op de individuele vervoersverstrekking in het kader van de Wmo wordt verwezen naar de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Nieuwe Waterweg Noord 2007. Uitgangspunt is het collectief aanvullend openbaar vervoer. Indien de persoon met beperking wegens objectief aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek geen gebruik kan maken van dit collectief aanvullend openbaar vervoer, kan hij in aanmerking komen voor een individuele verstrekking in het kader van de Wmo. Individuele vervoersvoorzieningen die verstrekt worden zijn onder andere (niet uitputtend): Aanvullend Openbaar Vervoer (Tele- Taxi), eventueel aangevuld met een financiële tegemoetkoming. Indien de persoon met een beperking geen gebruik kan maken van het Aanvullend Openbaar Vervoer kan een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van het gebruik van: een taxi, een rolstoeltaxi, gebruik eigen auto of gebruik auto van derden of bruikleenauto. Zoals aangegeven is de Tele- Taxi specifiek bestemd voor mensen met beperkingen die niet meer in staat zijn om met het regulier openbaar vervoer te reizen. De TeleTaxi biedt vervoer van deur- tot- deur binnen de regio Nieuwe Waterweg Noord en de directe omgeving tot een maximum van vijf zones vanaf het huisadres, met voor inwoners uit Maassluis ook ritten naar ziekenhuizen in Rotterdam Zuid.
11
De Tele- Taxi is elke dag van 06:00- 24:00 uur beschikbaar en sluiten aan bij de tijden van het regulier openbaar vervoer. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt onderzocht (indicatiestelling) of een persoon met beperking alleen kan reizen en/ of dat hij/ zij ondersteund dient te worden door een begeleider tijdens de rit (de zogenaamde begeleide of onbegeleide vervoerspas). Bij de indicatiestelling wordt, naast de objectief aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek, ook de sociale context, zoals de leeftijd van het kind, meegenomen. BELEIDSVOORNEMENS 1. Op verzoek van de gemeente zal de ROGplus onder de loep nemen of het
(financieel) haalbaar is om voor Jongeren ten behoeve van het uitgaansleven na 24:00 uur in het weekend een busje in te zetten. 2. De ROGplus zal op navraag van de gemeente nagaan of er nadere regels kunnen
worden opgesteld voor begeleiding van een groep en of het mogelijk is specifiek vervoer te plannen voor dergelijke groepen, met vaste ritten zoals bijvoorbeeld winkelcentra, zwembad, soos en dergelijke.
12
6 Regelingen, informatie en voorzieningen AANBEVELINGEN ONDERZOEKSRAPPORT GGD In het onderzoeksrapport heeft de toenmalige GGD NWN de onderstaande aanbeveling neergelegd. Toegankelijk maken van informatie over regelingen, vergoedingen en cultureel aanbod. Hierbij valt te denken aan: • de sociale kaart (inclusief cursusaanbod voor ouders) bijhouden, completeren en actief en breed onder de aandacht brengen, ook buiten Maassluis; • regelingen en voorzieningen toegankelijk maken, niet alleen schriftelijk, maar ook via een goed herkenbare contactpersoon, die deze regelingen persoonlijk kan toelichten en mensen begeleiden bij de toepassing; • het stimuleren en faciliteren van steun en begeleiding voor ouders die net te horen hebben gekregen dat hun kind iets heeft, bijvoorbeeld via lotgenotencontact (ouders die dit proces al langer geleden hebben doorgemaakt). REGELINGEN, INFORMATIE EN VOORZIENINGEN Het is belangrijk dat gehandicapten en chronisch zieken op de hoogte zijn van de taken die de gemeente uitvoert op de diverse beleidsterreinen en de ontwikkelingen die daarop gaande zijn. De gemeente is verantwoordelijk om informatie zo goed mogelijk te verspreiden onder al onze inwoners. Op de gemeentepagina, die éénmaal per twee weken in het huis-aan-huis- blad “De Schakel” verschijnt, geeft de gemeente informatie over al het geen zich op gemeentelijk terrein afspeelt. In het kader van de voorbereiding van de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 zijn in 2006 diverse malen Wmo- nieuwsbrieven verspreid onder zelforganisaties, belangenbehartigers en raadsleden van Maassluis. Eind 2006 is teven een Wmohuis- aan- huis uitgave onder de inwoners van Maassluis verspreid. Medio 2007 zal een tweede Wmo huis- aan- huis uitgave volgen en wederom onder de inwoners van Maassluis worden verspreid. Daarnaast heeft de gemeente sinds geruime tijd een eigen website op internet (www.maassluis.nl). Hierop kan een ieder informatie verkrijgen over de gemeente. Openbare besluiten, nota’s en verordeningen kunnen zoal geraadpleegd worden. In het kader van de Wmo is vanaf 1 maart 2007 hieraan een digitale sociale kaart (Invis) gekoppeld die door alle inwoners (van Maassluis) kan worden geraadpleegd. Op de gemeentelijke website staan diverse links met websitepagina’s van zorgaanbieders.
13
Ook is vanaf 1 januari 2007 onder andere het Wmo- loket als onderdeel van het Publiekscentrum in het stadhuis operationeel. Hier kunnen inwoners vragen stellen inzake Wonen, Zorg en Welzijn en kan eveneens een Individuele Verstrekking worden aangevraagd. Voor een Individuele Verstrekking wordt vervolgens een Intake- gesprek gepland. BELEIDSVOORNEMENS 1. De gemeente activeert binnen de beschikbare mogelijkheden de ondersteuning
en begeleiding aan ouders van jeugdigen met een lichamelijke, verstandelijke beperking en/of chronische ziekte. 2. De gemeente werkt bij de ontwikkeling van het Lokale Beleidsplan Wmo nader
uit hoe de informatievoorziening, waaronder het Wmo- loket, kan worden geoptimaliseerd. 3. De gemeente stimuleert organisaties om hun aanbod in de digitale sociale kaart te
laten opnemen, waaronder de aanbieders van de in het GGD- onderzoeksrapport opgenomen sociale kaart.
14
7 Overzicht beleidsvoornemens ONDERWIJS De gemeente zal de scholen verzoeken een informatieve passage over de WOOZ op te nemen in de schoolgids. WERK De gemeente zal waar mogelijk de aanbevelingen van de GGD betrekken in het huidige beleid van Sociale Zaken. VRIJE TIJD EN SPORT 1. De gemeente zal de aanbieders van vrijetijdsbesteding en sport actief benaderen
om hun aanbod op te nemen in de digitale sociale kaart (Invis) van de gemeente; 2. De gemeente bevordert binnen de beschikbare mogelijkheden de activiteiten
voor jeugdigen met beperkingen, zoals onder andere maatjesproject en cursussen sociale vaardigdheden. 3. De gemeente zal bezien op welke wijze de aanbevelingen van de GGD in het
breedtesportbeleid kunnen worden ingepast. VERVOER 1. Op verzoek van de gemeente zal de ROGplus onder de loep nemen of het
(financieel) haalbaar is om voor Jongeren ten behoeve van het uitgaansleven na 24:00 uur in het weekend een busje in te zetten. 2. De ROGplus zal op navraag van de gemeente nagaan of er nadere regels kunnen
worden opgesteld voor begeleiding van een groep en of het mogelijk is specifiek vervoer te plannen voor dergelijke groepen, met vaste ritten zoals bijvoorbeeld winkelcentra, zwembad, soos en dergelijke. REGELINGEN, INFORMATIE EN VOORZIENINGEN 1. De gemeente activeert binnen de beschikbare mogelijkheden de ondersteuning
en begeleiding aan ouders van jeugdigen met een lichamelijke, verstandelijke beperking en/of chronische ziekte. 2. De gemeente werkt bij de ontwikkeling van het Lokale Beleidsplan Wmo nader uit hoe de informatievoorziening, waaronder het Wmo- loket, kan worden geoptimaliseerd. 3. De gemeente stimuleert organisaties om hun aanbod in de digitale sociale kaart te laten opnemen, waaronder de aanbieders van de in het GGD- onderzoeksrapport opgenomen sociale kaart.
15