BASISKENNIS SCHOONMAAKBEHEER Versie 2004
Inhoudsopgave 1. Wat is schoonmaken? .......................................................................................3 1.1. Hoe ontstaat vervuiling? .......................................................................................3 1.2. Wat is vuil?............................................................................................................3 1.3. Waarom gaan we schoonmaken? ........................................................................3 1.4. Schoonmaakbeurten om de storingsgrens niet te overschrijden ..........................4 1.5. Reinigingsfactoren ...............................................................................................5 Oefening .........................................................................................................................6 2. Vuil en proper .....................................................................................................7 2.1. Soorten hechting van vuil .....................................................................................7 2.2. Waaruit bestaat het vuil? ......................................................................................7 2.3. Soorten proper .....................................................................................................7 2.4. Hoe gaan we de verschillende soorten vuil verwijderen? .....................................7 Oefening ..........................................................................................................................8 3.
Gebruik van materialen, methoden en producten ...........................................9
4. Basiskennis Chemie ........................................................................................10 4.1. Waterhardheid ...................................................................................................10 4.2. Oppervlaktespanning .........................................................................................10 4.3. PH-waarde .........................................................................................................11 Herhalingsoefeningen ...................................................................................................13 5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
Reinigingsmiddelen .........................................................................................14 Water .................................................................................................................14 Zeep ...................................................................................................................14 Detergent ...........................................................................................................15 Oplosmiddelen ...................................................................................................15 Biologische toevoegsels: bacterie, enzyme .......................................................15
6. Soorten reinigers .............................................................................................16 6.1. Zure en alkalische reinigers ...............................................................................16 6.2. Beschermingsmiddelen ......................................................................................16 6.3. Ontsmettingsmiddelen .......................................................................................16 6.4. Andere grondstoffen in producten ......................................................................16 Herhalingsoefening .......................................................................................................18 7.
Dosering ...........................................................................................................19
8.
Contacten met klanten, collega’s .....................................................................20
Inhoudsopgave
2
1. Wat is schoonmaken? 1.1. Hoe ontstaat vervuiling? ..................................................... .....................................................
Vervuiling in kantoren ontstaat door: Andere vervuilingen:
stof: industrie – airco schoenen: schopstreep – zolen
Afhankelijk van:
weersomstandigheden plaats van gebouw houding
1.2. Wat is vuil? Materie op een plaats waar het:
niet thuishoort storend is schadelijk is
Wat is dan schoonmaken? Verplaatsen van vuil naar een plaats waar het thuishoort niet storend is niet schadelijk is
1.3. Waarom gaan we schoonmaken?
esthetisch hygiëne veiligheid bescherming en onderhoud verfraaiing werkplaats
Storingsgrens niet overschrijden!
Geef voorbeelden! Wat is de storingsgrens? De storingsgrens = de grens tot waar we een aanvaardbaar kwaliteitsniveau hebben. Afhankelijk van: bewoners staat van het gebouw weersomstandigheden de eisen van de klant budget en uren die klant wil betalen Belangrijk is dus: duidelijke afspraken met klant weten wat je moet doen Basiskennis
3
kwaliteit
storingsgrens
tijd reinigingsprogramma
kwaliteit GOM planning
storingsgrens KLACHT VAN KLANT tijd
1.4. Schoonmaakbeurten om de storingsgrens niet te overschrijden We onderscheiden volgende schoonmaakbeurten: • • • •
dagelijks onderhoud wekelijks onderhoud of tussentijdse reiniging periodiek onderhoud of hoofdreiniging speciale reinigingen: silo’s / brandschade / olie op wegdek / …
Geef voorbeelden:
Dagelijks
Wekelijks
Periodiek
Interieur
Sanitair
Tapijt
Vloer
Basiskennis
4
1.5. Reinigingsfactoren Wat kan de schoonmaak beïnvloeden? Temperatuur
Warm of koud water?
Tijd
Laten we inwerken of niet?
Kracht
Gaan we schuren met schuurborstel?
Chemie
Gebruiken we product of niet
Dit wordt weergegeven in de cirkel van Sinner
De cirkel van Sinner
Chemie Kracht
Tijd Temperatuur
Interieurreiniger met spuitfles versus microvezeldoek chemie chemie
kracht kracht
tijd
tijd
temp
temp
Moppen versus schrobben
chemie chemie
kracht
kracht
tijd temp
Basiskennis
tijd
temp
5
Hoe beleeft elke partij deze factoren van de cirkel van Sinner? klant
Gom
schoonmaker
Temperatuur Tijd
Kracht
Chemie
?
= trekt het zich niet aan
= zo hoog mogelijk
= zo laag mogelijk
OEFENING: Zeg of het vuil of proper is en hoe beleven we het: Klant
Gom
Schoonmaker
Kartonnen doos in een hoek Papiersnipper op de vloer Zand in een zandbak Zand op de vloer van de inkomhal Sigarettenpeuk en as in een asbak Vlek van bleekwater in tapijt Kalk in een wc pot
Basiskennis
6
2. Vuil en proper 2.1. Soorten hechting van vuil
Losliggend vuil Licht gekleefd vuil Zwaar gekleefd vuil Zwevend vuil Beschadigingen
vb. papier, stof, paperclips vb. koffie, tandpasta vb. kauwgom, kalk, lijm vb. stof vb. kras, verkleuring
2.2. Waaruit bestaat het vuil? Organisch vuil: afkomstig van mens, plant en dier Anorganisch vuil: overig
2.3. Soorten proper Esthetisch proper: geen zichtbare vervuiling Huishoudelijk proper: geen stof, vlekken, vuil Hygiënisch proper: geen bacteriën of schimmels
2.4. Hoe gaan we de verschillende soorten vuil verwijderen?
Losliggend Licht gekleefd Sterk gekleefd Zwevend Beschadigingen
Basiskennis
stofwissen, afstoffen, stofzuigen vochtig afnemen, moppen, schuren, shampoo, speciale stofzuigers in computerruimte vervangen, schadeclaim
7
OEFENING: Los vuil
Licht gekleefd
Sterk gekleefd
Beschadigd
Inkomhal Bureel Ziekenkamer Keuken Toilet Trap Trein Klas Parking Geef voorbeelden!
Basiskennis
8
3. Gebruik van materialen, methoden en producten soort vuil
WAT?
dierlijk vuil plantaardig vuil andere soort hechting
HOE?
los gekleefd licht gekleefd sterk gekleefd WAAROP?
soort oppervlak beschermlaag open / gesloten vochtbestendig
In functie van bovenstaande kiezen we: a. materialen los vuil: licht gekleefd vuil: sterk gekleefd vuil: zwevend vuil:
wisser, stofzuiger, borstel, zeemvel,… mopemmer, zeemvel, borstelzuiger,… injectie-extractie, schuurmachine,… stofzuiger
b. methodes los vuil: licht gekleefd: sterk gekleefd:
vegen, stofzuigen, klamvochtig reinigen,… wissen, moppen, nat reinigen,. schuren, 2-voudig moppen,…
c. producten reinigingsmiddelen conserveringsmiddelen ontsmettingsmiddelen oplosmiddelen
Basiskennis
9
4. Basiskennis chemie 4.1. Waterhardheid • Water is het meest gebruikte reinigingsmiddel • Water is rijk aan zouten: calcium en magnesium Dit noemen we KALK. • Het water is hard als er veel kalk in zit Het water is zacht als er weinig kalk in zit • De hardheid van water: van 0 tot 30 ° DH (DH = Duitse Hardheidsgraden) • De ideale hardheid om schoon te maken is 10 ° DH NADELEN VAN HARD WATER kalkaanslag = witte aanslag als water verdampt vb : op tegelwand in douche, in glas, op spiegel,… kalkzeep = onoplosbare en kleverige neerslag, met zeep, shampoo vb : zwarte rand in bad,… ketelsteen = treedt op bij verwarming vb : koffiezetapparaat, boiler,… Hoe kunnen we de hardheid verminderen? • d.m.v. waterverzachter • d.m.v. fosfaten toevoegen: Ca en Mg binden in zeepoplossing vb fosfaten in waspoeder (milieu)
4.2. Oppervlaktespanning Oppervlaktespanning = een spanning, die aan het oppervlak heerst deze spanning verhindert binnendringen van vetdeeltjes. Test met glas water, olie en product. Test met ingevette naald die zinkt na toevoegen product Hoe lager oppervlaktespanning, hoe gemakkelijker tussen het te reinigen oppervlak en het gehechte vuil. Hoe hoger: hoe moeilijker!
Basiskennis
10
ZEEP KAN OPPERVLAKTESPANNING BEINVLOEDEN! Hoe: reinigingsmiddel bestaat uit moleculen Staart
kop
Staart is waterafstotend Kop heeft hekel aan vuil, maar houdt van water Wat gebeurt er als we product gebruiken? -
staafjes zitten in vetlaag, en bolletjes in water hierdoor gaat vuil in water zweven vuil kan weggevoerd worden (water is dus transportmiddel)
vuil
Zeep is dus oppervlakte – actieve stof
4.3. pH - waarde De pH – waarde is zeer belangrijk in de schoonmaak 3 categorieën:
neutraal zuur alkalisch
7 <7 >7
We vertrekken steeds van pH – waarde 7.
0
4
5
⇓ ZUUR sterk zuur
Basiskennis
6
7
8
⇓ NEUTRAAL
zwak zuur
10
11
14
⇓ ALKALISCH
zwak alkalisch
sterk alkalisch
11
0
1
2
3
4
5
6
Voor de zuren is het identiek als voor de alkalische producten
7
8
9
10
11
12
13
14
10 x 100 X 1000 x 10 000 x 100 000 x 1 000 000 x 10 000 000 x
Per cijfer wordt product 10 X agressiever (voor base naar rechts, voor zuren naar links) Meng nooit verschillende producten met elkaar! ! ! (chloorgas, ontploffing door opwarming,…)
Voor het reinigen steeds afvragen om: Welke soort vervuiling het gaat ZUREN BASEN
ONTKALKEN ONTVETTEN
En op welke soort afwerking de vervuiling zit Email, chroom, marmer, plastiek, lino,…
PH – waarde 0
zeer sterk zuur
1
voorbeelden puur zoutzuur ontkalker
2 3 4 5
zwak zuur
azijn
neutraal
Interieur-, sanitair- en vloerreiniger
6 7 8 9 10 11
zwak alkalisch
12 13 14
soda zeer sterk alkalisch
Basiskennis
12
HERHALINGSOEFENING: -
Waarom is het belangrijk om de pH–waarde van een product te kennen.
-
Geef de 4 elementen van de cirkel van Sinner:
-
Wat zijn de nadelen van hard water en geef voorbeelden
-
Wat is oppervlaktespanning en hoe zien we dat?
Juist of fout: Juist
Fout
Ammoniak is een zuur pH 8 betekent: zeer sterk alkalisch Hoe sterker het zuur, hoe mooier onze vloer wordt Water heeft pH 7 Chemie en mechanica horen bij de cirkel van Sinner Of een product zuur of alkalisch is, drukt men uit in Duitse Graden Zeep vermindert de oppervlaktespanning De temperatuur van water verhoogt de oppervlaktespanning Sanitairs ontkalken we met javel Sterke alkalische producten mogen op alle afwerkmaterialen gebruikt worden
Basiskennis
13
5. Reinigingsmiddelen DOEL van een reinigingsmiddel is: - vuil oplossen of emulgeren (oplossen <-> emulsie) - transporteren naar niet storende plaats vb : water, zeemvel, … oplossen:
2 stoffen gaan zich mengen, maar veranderen niet vb. suiker in water, geeft suikerwater. verdampt het water, heeft men terug suiker
emulgeren:
2 stoffen gaan zich niet volledig mengen vb melk in koffie, olie en water, modder
afbreken:
stof wordt een andere stof met nieuwe eigenschappen vb. alkalische reiniger + dierlijk vet = zeep
SOORTEN MIDDELEN Vuil wordt gebonden, onveranderd in water opgenomen:
Vuil wordt afgebroken:
- water - zeep - detergenten - oplosmiddelen - zure reinigers: gebruikt om anorganisch vuil af te breken vb: kalk - alkalische reinigers: gebruikt om organisch vuil af te breken van menselijke oorsprong
5.1. Water = transportmiddel waterhardheid neutraal
5.2. Zeep Zeep wordt gemaakt uit natuurlijke grondstoffen : • plantaardige vetten : palmolie, lijnolie,… • dierlijke vetten : varkensvet, rundsvet,… pH- waarde: alkalisch Eigenschappen: • biologisch afbreekbaar, dus milieuvriendelijk • laat een zeepfilm na: kan eventueel geboend worden • vb. zeer oude natuursteen: glanst mooi • is alkalisch: tast huid en bepaalde materialen aan • heeft geen aangename geur: toevoegen geurstoffen • ontstaan van kalkzeep • moeilijk oplosbaar in koud water Voorbeelden: Bomasol, Linpol, Sunlight handzeep Basiskennis
14
5.3. Detergent Wordt vervaardigd uit synthetische grondstoffen vb aardolie Ze zijn meestal neutraal Ze zijn ongevoelig voor hard water (door de chemische samenstelling) Zeer veel verschillende eigenschappen, afhankelijk van het gebruik. • schuimkrachtig • ontvettend • combineerbaar met zuren • combineerbaar met alkalische producten • niet schadelijk voor huid of afwerkmaterialen Voorbeelden: Interieurreiniger, Sanitairreiniger, Gom vloerreiniger, Ontkalker, Schuurmiddel
5.4. Oplosmiddelen Gemaakt uit • synthetische grondstoffen • natuurlijke grondstoffen : benzine Kunnen hardnekkig vuil oplossen : teer, inkt, vet, was,… !!! Opgepast voor geverfde kasten !!! - Tasten de kleuren aan De meeste oplosmiddelen zijn brandbaar Oplosmiddelen kunnen giftig zijn Oplosmiddelen tasten veel oppervlakten aan Sommige oplosmiddelen zijn mengbaar in water
5.5. Biologische toevoegsels : bacterie, enzyme In product zitten levende beestjes. Die worden actief en gaan dan hun werk doen. Vb. urinevanger: bacteriën eten urine en verwijderen zo geurhinder ontstopper: bacteriën eten verstopping weg Nadeel:
Basiskennis
verlangt temperatuur vergt een bepaalde inwerktijd
15
6. Soorten reinigers 6.1. Zure en alkalische reinigers zuur: alkalisch:
om te ontkalken of anorganisch vuil te verwijderen bedoeld om te ontvetten of organisch vuil te verwijderen (vuil van natuurlijke oorsprong)
6.2. Beschermingsmiddelen bestaan uit was, wasachtige stoffen, harsen heeft 3 functies : beschermen tegen slijtage handhaven verzorgd uiterlijk onderhoud vergemakkelijken Voorbeelden: Gom Hoogglans Was (ex Jontec eternum) / Gom satijnglans Was (ex Jontec satin), Jontec restore
6.3. Ontsmettingsmiddelen Ontsmettingsmiddelen bestrijden micro – organismen. micro – organisme: kleine levende organismen, zoals bacterie, schimmel, virus en gisten JAVEL = bleekmiddel Geen ontsmettingsmiddel: 12 °; om de 2 weken : -1 ° CHLOOR = ontsmet
Soorten ontsmettingsmiddelen: fenolen, quats, chloor,…… Sommige vallen de wand van de bacterie aan, anderen de kern ! Opletten: niet ontsmetten indien niet nodig: resistentie DUS: niet te veel ontsmetten BAAT HET NIET, HET SCHAADT! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! Opmerking: javel nooit mengen met een zuur er ontstaat chloorgas Enkel te gebruiken op uitdrukkelijk verzoek van de klant
Basiskennis
16
6.4. Andere grondstoffen in producten Sequestreermiddel Bezitten vermogen om complexe bindingen aan te gaan. Vb. de fosfaten De hardheid van water wordt uitgeschakeld. Nadeel: bevorderen groei van algen in oppervlaktewater Verdikkingsmiddel Dikker vloeibaar maken door toevoegen keukenzout Ontkalker blijft kleven tegen wand van urinoirs Inhibitoren Deze stoffen remmen de agressiviteit van de zuren We vermijden dat kranen en wastafels aangetast worden door zuur. Schuurmiddel Dit is krijt, mergel of porceleinaarde. Deze zijn niet in water oplosbaar: dus goed naspoelen Kleurmiddel Bevorderen herkenbaarheid van product Voorbeeld: Blauw = interieur Rood = sanitair
Basiskennis
17
HERHALINGSOEFENING: Is deze uitspraak van toepassing op zeep of detergent? Zeep
Detergent
Laat een opboenbare film na Kan zowel een base als een zuur zijn Geen kalkzeepneerslag Geen aangename geur Sterk basisch Oorspronkelijk neutraal Kalkzeepneerslag Laat geen vettige film na
Welke producten staan niet op de juiste plaats? Doorstrepen wat niet past. Zeep bomasol / zeepvlokken / Gom vloerreiniger Detergent white spirit / ammoniak/ shampoo / badschuim Oplosmiddel aceton / dettol / tapijtshampoo Onderhoudsmiddel boenwas / ether / polymeer
Zeg of het zeep / detergent / oplosmiddel / onderhoudsmiddel is Zeep
Detergent
Oplosmiddel
Onderhoudsmidd el
Ontkalker Ammoniak Bruine zeep Mr Proper Sprint White spirit Boenwas Savon Marseillaise
Basiskennis
18
7. Dosering NOOIT :
een beetje, een scheutje, …
STEEDS :
correct doseren volgens etiket
Indien je niet beschikt over een doseerflacon, gebruik dan een maatbeker.
Opmerkingen: -
bij het vullen: eerst water en nadien product het moet niet steeds schuimen: schuim is zelfs moeilijk te verwijderen een beetje meer geconcentreerd product: verhoogt enorm de agressiviteit van product (pH – waarde) in emmer: kijk na of je wel 5 liter water hebt als je 1 dop doseert spoel verstuivers af nadat ze gevuld zijn Sterk geconcentreerd product kan irritaties veroorzaken gebruik handschoen, bril,… bij zeer zure en alkalische producten gebruik enkel heet water indien echt vermeld (ontvetten) anders gebruik je handwarm tot koud water wie meer product in emmer doet, krijgt verzeping.
Basiskennis
19
8. Contacten met klanten, collega’s Als werknemer bij GOM, heb je een “vertrouwenspost” gekregen. Beschaam dus niet het vertrouwen van klant en collega’s.
Beleefdheid en houding Wees beleefd Beschaafde taal Geen discussie met klant: klant is koning Geen echte vriendschap met klant Verwittig onmiddellijk inspecteur in geval van ziekte Begin op tijd
Voorkomen Propere werkkledij Verzorgde haartooi en nagels Hygiëne : geen zweetgeur Je komt om te werken, niet om te paraderen Wees vriendelijk, geduldig, beleefd: glimlach
Vertrouwen Neem nooit iets mee Niet telefoneren Niet roken Niet te vroeg vertrekken Beroepsgeheim Snuffel niet in iemands papieren
Basiskennis
20