Versie 8 november 2010 1/29
1. PROGRAMMA INWONERS Met behulp van een analysekader zijn ambtelijk drie scenario’s voor het programma inwoners opgesteld. Deze scenario’s vormen de basis voor de kerntakendiscussie. Het analysekader wordt toegelicht in paragraaf 1.1. De drie scenario’s worden achtereenvolgens beschreven in de paragrafen 1.2, 1.3 en 1.4. 1.1 Analysekader programma 1 Het analysekader betreft enkele hoofd- en subdoelstellingen voor het programma. Deze doelstellingen zijn afgeleid uit de strategische visie, het coalitieakkoord en de huidige programmadoelstellingen. Daarmee zijn de scenario’s weliswaar ambtelijk opgesteld, maar wel op basis van afspraken met het college. Strategische visie .. met een evenwichtige bevolkingsopbouw…. Wij streven naar een evenwichtige samenhang tussen culturen, generaties en inkomensgroepen, waardoor het voor al onze inwoners prettig leven is in onze stad. Hoofddoelstelling 1.1 Een samenleving waarin zoveel mogelijk inwoners maatschappelijk participeren waarbij de gemeente allereerst een appel doet op de eigen verantwoordelijkheid Subdoelstellingen A. Een samenleving, waarin de inwoners zoveel mogelijk actief deelnemen aan de samenleving B.
Een samenleving, waarin de inwoners naar vermogen of indien nodig met ondersteuning van de gemeente zelfstandig functioneren
Hoofddoelstelling 1.2 Elke inwoner heeft de verantwoordelijkheid om in zijn eigen inkomen te voorzien. Subdoelstellingen A. B.
De gemeente stimuleert inwoners waar nodig in het eigen inkomen te voorzien De gemeente ondersteunt inwoners die niet in hun eigen inkomen of zelfredzaamheid kunnen voorzien
Hoofddoelstelling 1.3 LV heeft een samenleving waarin de jeugd zich kan ontwikkelen Subdoelstellingen A. LV voorziet in de wettelijke taak op onderwijshuisvesting (en op het bemiddelen bij voor- en B.
naschoolse opvang) LV biedt, waar de eigen verantwoordelijkheid tekort schiet, opvoed- en opgroeiondersteuning
C.
LV heeft gevarieerde en bereikbare mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding
Versie 8 november 2010 2/29
1.2 Inhoudelijke toelichting op scenario 0 Scenario 0 betreft de situatie waarin de gemeente alleen de taken uitvoert waartoe zij wettelijk is verplicht. Dit kan een moderne variant van de nachtwakersstaat worden genoemd. Maatschappelijke participatie We voeren de minimale variant uit van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Deze wet gaat over 9 prestatievelden waarbij de gemeente per prestatieveld wettelijke taken moet uitvoeren. Deze taken verschillen per prestatieveld van nivo van uitvoering. Prestatieveld 1: leefbaarheid en de sociale samenhang Prestatieveld 2: preventieve ondersteuning jeugd Prestatieveld 3: informatie, advies en cliëntondersteuning Prestatieveld 4: mantelzorg en vrijwilligers Prestatieveld 5 en 6: participatie van - en individuele voorzieningen voor mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem Prestatieveld 7, 8 en 9: maatschappelijke omvang, openbare geestelijke gezondheidszorg, verslavingsbeleid en de aanpak van huiselijk geweld De gemeente heeft diverse wettelijke taken die voortvloeien uit de negen prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze prestatievelden zijn door de wetgever over het algemeen ruim omschreven, zodat de gemeenten met de ontwikkeling van het Wmobeleid maatwerk kunnen leveren. Om vast te kunnen stellen wat de gemeente minimaal moet doen om haar wettelijke taken uit te voeren (scenario 0) is per prestatieveld een nadere uitwerking nodig. En we voeren de minimale variant uit van de wet publieke gezondheid (Wpg). Voor het bepalen van het wettelijk minimum is er bij sommige onderdelen de gehele uitvoering van de WMO opgenomen in scenario 0; zoals de taken van prestatieveld 6, de individuele voorzieningen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Bij andere onderdelen van de WMO en de Wpg is er vanuit de huidige realiteit een minimum bepaald waarmee wordt voldaan aan de verantwoordelijkheid die we als gemeente hebben. Daarnaast zijn er enkele verplichte taken rondom vluchtelingen en asielzoekers die vallen onder de subsidie aan Vluchtelingenwerk. Op het gebied van de gezondheidszorgvoorzieningen zijn er twee wettelijke taken: lijkschouw en subsidiëren van Buro Slachtofferhulp. Werk en Inkomen Ook voor uitvoering van de wet werk en bijstand (WWB) is de minimale variant beschreven in dit scenario. Het gaat hierbij, naast betaling van uitkeringen, vooral om de bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en langdurigheidstoeslag. Jeugd De ondersteuning die valt onder prestatieveld 2 van de WMO (Jeugd), wordt door middel van diverse taken uitgevoerd door de gemeente. De 5 functies die de gemeente op basis hiervan moet uitvoeren (Informatie en advies, signaleren van problemen, toegang/toeleiding tot hulpaanbod, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg) zijn georganiseerd in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wetgeving stelt de gemeente bovendien verantwoordelijk voor de organisatie van een sluitende keten van jeugdhulpverlening. Wij hebben een wettelijke taak om te voorzien in Onderwijshuisvesting (renovatie of nieuwbouw) dit is inclusief de gymnastieklokalen. Deze taak voeren wij uit op het wettelijk minimum, dit geldt ook voor het onderhoud van deze gebouwen.
Versie 8 november 2010 3/29
Daarnaast heeft de gemeente wettelijke taken op het gebied van toezicht en handhaving op de kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzalen. Ook de uitvoering van de Wet Educatie Beroepsonderwijs en het toezicht op de leerplicht zijn wettelijke taken. 1.3 Inhoudelijke toelichting op scenario 1 Scenario 1 betreft de situatie waarin zo veel mogelijk aan het analysekader wordt voldaan, terwijl er ook € 25 miljoen wordt bezuinigd. In dit scenario verandert de gemeente niet fundamenteel van karakter, maar wordt er het allemaal wel wat minder dan de huidige situatie. De rol van de gemeente is in dit scenario vooral die van regisseur en facilitator. De blik vanuit de gemeente blijft gericht op de omgeving, op samenwerking. En de gemeente wordt zakelijker. Uitgangspunt is dat inwoners hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Daar waar dit echt niet mogelijk is, blijft de gemeente ondersteuning aanbieden. We richten ons binnen dit scenario op de risicogroepen binnen L-V. Dit betekent dat we ons alleen nog richten op de kwetsbare groepen. Het bevorderen van de zelfredzaamheid staat hierbij bovenaan. Maatschappelijke participatie Om zoveel mogelijk inwoners maatschappelijk te laten participeren, maar waarbij wel een appèl wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid, zijn er diverse taken benoemd die hiervoor nodig zijn. Een deel van deze valt binnen de uitvoering van de WMO, zoals de ouderenadvisering, ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, lokaal gezondheidsbeleid. Om vast te kunnen stellen wat de gemeente minimaal moet doen om de doelstellingen van het analysekader te realiseren (scenario 1) is per prestatieveld een nadere uitwerking nodig. Voor het wijk- en buurtwerk (dit zijn de wijkverenigingen en wijk- en dienstencentra) zal er schaalvergroting plaatsvinden, waardoor het zal halveren in aantal. Werk en Inkomen Voor het realiseren van het analysekader zijn diverse onderdelen van de Wet werk en bijstand (WWB) noodzakelijk. Voor deze onderdelen (Ooievaarspas, collectieve ziektekostenverzekering en een deel van de bijzondere bijstand) is een afgeslankte variant opgenomen in dit scenario. Hierbij is de doelgroep ten opzichte van het huidige beleid versmald tot de groep die moet rondkomen van het sociaal minimum. De groepen boven dit inkomensniveau, die tot de huidige doelgroep van beleid behoren, zijn in dit scenario verdwenen. In scenario 1 is bovendien de begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt richting werk opgenomen, inclusief de middelen die noodzakelijk zijn om de ketensamenwerking vorm te geven. Dit geldt tevens voor de sociale recherche, vanwege de preventieve werking die hiervan uit gaat. Jeugd Bovenop onze wettelijke taak om te voorzien in onderwijshuisvesting handhaven we de gereserveerde budgetten voor onderwijshuisvesting, om zo aan de tegenprestaties voor de gemaakte volumeafspraken in het VO en de geplande volumeafspraken in het PO te kunnen voldoen. Dit betekent voor scholen dat er geen semi permanente bouw of noodlokalen nodig zijn. Voor het realiseren van het analysekader is goede scholing belangrijk, minimaal een startkwalificatie (mbo niveau 2, havo of vwo diploma). Voor dit scenario richten we ons op de risicogroepen binnen de jeugd. Dit betekent dat de brede subsidies worden afgeschaft (geen subsidie meer wordt gegeven aan scoutingverenigingen) en dat de gemeente zich alleen nog richt op de kwetsbare groepen. Van belang hierbij zijn een deel van de bijzondere bijstand ( wel vergoeding voor kinderen waarvan de ouders
Versie 8 november 2010 4/29
aantoonbaar niet in staat zijn om contributie te betalen) en het participatiebudget, de begeleiding van vroegtijdig schoolverlaters en re-integratie en ondersteuning bij terugkeer uit detentie. Een ander belangrijke bijdrage wordt geleverd door het uitvoeren van het onderwijsachterstandenbeleid waarvan de Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) en de schakelklas belangrijke onderdelen zijn. Ook de ontwikkeling van de brede school draagt bij aan dit beleid; het doel van de brede school activiteiten is het vergroten van de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren, door het bevorderen van sportbeoefening en cultuurparticipatie. Uitvoering geschiedt alleen bij scholen met veel kinderen binnen de risicogroepen (scholen met een aanzienlijk percentage gewichtenleerlingen). Hiervoor worden de combinatiefunctionarissen ingezet. Wij blijven het professioneel kind- en jongerenwerk subsidiëren en stoppen met het subsidiëren van vrijwillige organisaties in het kinder- en jongerenwerk. We bieden een spel- en opvoedpunt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin, maar er zal geen basisvoorziening voor het Centrum voor Jeugd en Gezin in Voorburg worden opgezet. Er zal ondersteuning blijven voor de Lokaal Educatieve Agenda. We blijven vanuit onze regierol, als bemiddelaar, de partijen in de keten dichter bij elkaar brengen om zodoende het aanbod van kinderopvang te stimuleren. Maar we stoppen met de subsidie op de reguliere peuterspeelzalen. Wel blijven we streven naar het zoveel mogelijk beperken van de wachtlijsten van kinderopvang. Overige taken die de ambities uit het analysekader ondersteunen zijn gehandicaptensport en schoolzwemmen in het kader van de vangnetregeling (het voortzetten van schoolzwemmen door 2 projectscholen, waardoor de meerderheid van de kwetsbare kinderen worden ondersteund op dit gebied). We stoppen met het aanbieden van de vangnetregeling schoolzwemmen aan scholieren van groep 5 en 6 die nog geen zwemdiploma hebben behaald. 1.4 Inhoudelijke toelichting op scenario 2 Scenario 2 betreft feitelijk de huidige situatie, zij het dat er daarbij wel € 7 miljoen wordt bezuinigd op de bedrijfsvoering. Hierbij wordt de resterende bezuinigingsdoelstelling van € 18 miljoen dus niet gehaald. Met andere woorden, de taken die wel in dit scenario zijn opgenomen, maar niet in scenario 1, kunnen we ons niet meer veroorloven. Wij voeren in dit programma een aantal taken uit bovenop de taken die minimaal noodzakelijk zijn om onze doelstellingen te bereiken. Dit doen wij omdat wij iets extra’s voor onze inwoners willen bieden en omdat wij met extra investeringen in de algemene voorzieningen het beroep op de individuele voorzieningen willen beperken. Daarnaast is de subsidie aan diverse doelgroepen (ongeacht achtergrond en mate van zelfredzaamheid) in dit scenario opgenomen. Maatschappelijke participatie Bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn er veel plussen in de uitvoering. Deze plussen vallen binnen vrijwel alle prestatievelden en zijn hier in dit scenario opgenomen. Hierin vallen delen van het ouderenbeleid (handhaven de seniorenraad, vrijwilligerscoach en de ouderengids), het vrijwilligersbeleid (handhaven het vrijwilligersfeest, -krant en -pas), bepaalde stedelijke voorzieningen, aandachtsgroepen ( extra middelen voor minderheden/integratiebeleid) , sociale wijkontwikkeling, bepaalde voorzieningen binnen maatschappelijke dienstverlening en algemeen maatschappelijk werk. Ook binnen de gezondheidsvoorzieningen is het plus gedeelte in dit scenario opgenomen. Het organiseren van lokale volksfeesten en het subsidiëren van stichtingen om dit te realiseren wordt voortgezet.
Versie 8 november 2010 5/29
Werk en Inkomen Ook voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB), op het gebied van de bijzondere bijstand, schuldhulpverlening, langdurigheidtoeslag en de ooievaarspas zijn de plussen opgenomen in dit scenario. Voor andere onderdelen zijn ze hierin geheel opgenomen, te weten sociaal fonds, formulierenbrigade en de sociaal raadslieden. Hierbij blijft in dit scenario de huidige doelgroep gehandhaafd. Zowel de groep die moet rondkomen van het sociaal minimum als de groep boven dit inkomensniveau. Jeugd In dit scenario blijven we de scoutingverenigingen, de vrijwillige organisaties in het kinder- en jongerenwerk en sport op scholen subsidiëren. De basisvoorziening voor het Centrum voor Jeugd en Gezin in Voorburg zal worden opgezet. Het subsidiëren van reguliere peuterspeelzalen wordt gecontinueerd.
Versie 8 november 2010 6/29
2. PROGRAMMA LEEFBAARHEID EN WONEN Met behulp van een analysekader zijn ambtelijk drie scenario’s voor het programma leefbaarheid en wonen opgesteld. Deze scenario’s vormen de basis voor de kerntakendiscussie. Het analysekader wordt toegelicht in paragraaf 2.1. De drie scenario’s worden achtereenvolgens beschreven in de paragrafen 2.2, 2.3 en 2.4. 2.1 Analysekader programma 2 Het analysekader betreft enkele hoofd- en subdoelstellingen voor het programma. Deze doelstellingen zijn afgeleid uit de strategische visie, het coalitieakkoord en de huidige programmadoelstellingen. Daarmee zijn de scenario’s weliswaar ambtelijk opgesteld, maar wel op basis van afspraken met het college. Strategische visie .. woon- en werkstad.. Leidschendam-Voorburg is een groene stad, waar het prettig wonen en ondernemen is. Doel is de economie te stimuleren met activiteiten die recht doen aan het karakter van de stad (aantrekkelijk, groen, duurzaam en innovatief) en dat karakter zelfs versterken én tegelijkertijd passen binnen onze economische context, de regio Haaglanden. .. groene .. Ten aanzien van het bouwen van woningen binnen de rode contouren voegen wij toe dat wij dat doen in combinatie met versterking van het binnenstedelijk groen zodat bij verdichting de balans tussen bebouwing en groen overeind blijft. Hoofddoelstelling 2.1 Stad en buitengebied zijn schoon, duurzaam en van kwaliteit. Subdoelstellingen A. Inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijn afgestemd op het karakter van B.
de wijk Openbare gebouwen en de openbare ruimte zijn voor iedereen toegankelijk
C.
Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte gebeurt genormeerd, planmatig en efficiënt
D.
LV streeft naar een duurzame woonomgeving
Hoofddoelstelling 2.2 In LV zijn voldoende woningen, die aansluiten op de huidige bevolkingssamenstelling en de toekomstige woningvraag Subdoelstellingen A. B.
Wij waarborgen en verbeteren waar nodig de kwaliteit van de woningvoorraad Wij waarborgen en verbeteren waar nodig de kwaliteit van de woonomgeving
C.
Wij behouden en versterken waar mogelijk de variatie in woonmilieus, waardoor de doorstroming wordt bevorderd
D.
Wij waarborgen voldoende woningen in de sociale sector
Versie 8 november 2010 7/29
Hoofddoelstelling 2.3 LV heeft een gevarieerd aanbod van culturele, sportieve, recreatieve en toeristische voorzieningen1 Subdoelstellingen A. LV houdt het cultureel erfgoed in stand en maakt het toegankelijk B.
Het voorzieningenniveau sluit aan bij de wensen van onze inwoners en is afgestemd op het voorzieningenniveau in de regio
C.
Wij bevorderen toerisme en recreatie, sportbeoefening en cultuurparticipatie
2.2 Inhoudelijke toelichting op scenario 0 Scenario 0 betreft de situatie waarin de gemeente alleen de taken uitvoert waartoe zij wettelijk is verplicht. Dit kan een moderne variant van de nachtwakersstaat worden genoemd. Beheer en onderhoud openbare ruimte en accommodaties Onderhoud bestaat uit de dagelijkse zorg voor de voorzieningen, terwijl beheer gericht is op de duurzame instandhouding van die voorziening (conservering & vervanging). De gemeente onderhoudt de openbare ruimte op een minimaal beheerniveau, onderhoud van zogenoemde C-kwaliteit conform het beheerkwaliteitsplan. De gemeente stemt de inrichting van de openbare ruimte hierop af. De inrichting is functioneel en eenvoudig en kent geen bijzondere elementen en materialen. De openbare ruimte vertoont een iets minder schoon en verzorgd beeld en iets meer schade, maar verkeert wel in een verkeersveilige situatie. Onkruidgroei en zwerfvuil zijn meer toegestaan, net als een bepaalde mate van schade aan inrichtingselementen (bijv. straatmeubilair). De gemeente voldoet aan de wettelijke zorgplicht uit het Burgerlijk wetboek ter voorkoming van materiële en/of immateriële schade. Daarnaast betreft het taken op een aantal gebieden met een specifiek wettelijk kader (Attractiebesluit, Afvalstoffenwet, milieuwetten, Waterwet) of contractuele verplichtingen (verhuur accommodaties). Dan gaat het om bijvoorbeeld beheer en onderhoud riolering en watergangen. Voor huishoudelijk en GFT afval geldt een wettelijke plicht tot wekelijkse inzameling. De Wet milieubeheer biedt de mogelijkheid om af te wijken van de wekelijkse inzamelfrequentie van huishoudelijk en GFT afval. Huishoudelijke afvalstoffen mogen - in het belang van een doelmatig beheer - worden ingezameld met een bij de Afvalstoffenverordening aangegeven regelmaat. De Wet milieubeheer stelt verder, dat burgers in de gelegenheid moeten worden gesteld om hun grove afvalstoffen ergens te brengen. Dat hoeft niet een eigen afvalbrengvoorziening te zijn en het hoeft zelfs niet in de eigen gemeente te staan. Er zijn altijd kosten voor een dergelijke voorziening. De gemeentelijke accommodaties vallen in een aantal categorieën uiteen. De gemeente voldoet aan wet- en regelgeving, zoals wettelijke zorgplicht en specifieke wetgeving (zoals valbeveiliging, legionellabestrijding, bliksembeveiliging). En treft onderhoud ter voorkoming van materiële of immateriële schade (Burgerlijk Wetboek, Bouwbesluit, aanvullende wettelijke bepalingen).
1 In de beschrijving van dit programma is een 'gevarieerd aanbod' gedefinieerd als, dat van ieder type voorziening minimaal één exemplaar in de gemeente aanwezig is.
Versie 8 november 2010 8/29
Milieu en duurzaamheid Advies en ondersteuning op het terrein van milieu en duurzaamheid is gestoeld op wettelijke taken of die voorwaardelijk zijn voor taken op dit gebied. Zoals advies bij verlening en handhaving van milieuvergunningen en -meldingen, bodemonderzoek- en sanering, bodembeleid en actief bodembeheer, onderzoek en advisering geluid en lucht in het kader van de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Het merendeel van de waterplanmaatregelen is geborgd door een wettelijke taak. Het betreft ook de inhuur van managementcapaciteit en expertise welke niet intern aanwezig is. Er ligt geen directe wettelijke verplichting aan ten grondslag, maar de ingehuurde werkzaamheden en expertise zijn voorwaardelijk voor het uit kunnen voeren van andere (wettelijke) taken. Ook gaat het om het uitvoeren van de subsidiebeschikking in het kader van de zgn. Sloksubsidie. Dit betreft subsidie voor het ondersteunen van gemeenten in het ontwikkelen van lokale klimaatinitiatieven via de Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven. Op grond van het Besluit energieprestatie gebouwen (Beg) en de regeling energieprestatie gebouwen (Reg) dienen alle publieksgebouwen te zijn voorzien van een energielabel dat ook zichtbaar voor het publiek in het gebouw moet zijn aangebracht. Achterliggende gedachte is het bereiken van energiebesparing. Het opstellen van een jaarlijks milieuprogramma en jaarverslag is verplicht in het kader van de Wet milieubeheer. Als ook milieumanagement, het zorgdragen voor het naleven van wet en regelgeving van de eigen organisatie met betrekking tot milieuwetgeving. Daarnaast is er een wettelijke plicht om beleid te maken om milieudoelstellingen te halen voor het scheiden van afvalstromen. Daarvoor is beleidscapaciteit nodig voor afvalcommunicatie, lokale aanbiedregels, inzamelregime, etc. En beleidscapaciteit voor onze deelname in de gemeenschappelijke regeling Avalex voor bijvoorbeeld beleidsvoorbereiding en ondersteuning DB en AB leden. Wonen Het wettelijke kader op het terrein van het volkshuisvestingsbeleid is divers. De Grondwet, art. 22: spreekt over “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.” Het Besluit Beheer Sociale Huursector geeft regels voor de omgang met woningcorporaties. De Huisvestingswet en Regionale Huisvestingsverordening bevatten regels over de manier waarop gemeenten hun beleid op het terrein van de woonruimteverdeling invulling kunnen geven. De belangrijkste regels zijn die over de huisvestingsverordening, de huisvestingsvergunning, de vordering van woonruimte en de taakstelling voor het huisvesten van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden. Er is een regionale huisvestingsverordening van kracht, waarin deze zaken zijn geregeld. De doelstelling, dat 30% van alle nieuwbouw in de sociale sector moet worden gerealiseerd, stuurt de gemeente niet actief aan. Er zijn geen middelen (personeel, financiën) beschikbaar om vanuit de gemeente bij te dragen aan de kwaliteit van de woningvoorraad. Dit laat de gemeente over aan de corporaties. Kunst en cultuur Op het terrein van de kunst en cultuur betreft het, in het kader van de Mediawet 2008, een onkostenvergoeding aan de programmaraad. Voor het kunstbeheer en onderhoud (binnen en buiten kunst) bestaat er een zorgplicht voor de bestaande voorzieningen. De auteurswet stelt een minimum aan inspectie en onderhoud, eens in de
Versie 8 november 2010 9/29
twee jaar. Voor onderhoud van de binnenkunst is er een minimaal budget (voor als er bijvoorbeeld een keer een glasplaat stuk valt). De invulling van de Wet op het specifiek bibliotheekbeleid is vrij, minimaal is één voorziening vereist. De Mediawet 2008 stelt een bijdrage aan de lokale omroep verplicht. De adviesplicht voor veranderingen aan rijksmonumenten ligt bij gemeenten. Een gemeentelijke monumentenverordening en monumentencommissie zijn daarom een wettelijke verplichting in het kader van de Monumentenwet. Deze wet schrijft ook voor om minimaal één monumentenlid in de welstandscommissie te hebben en de taken controleren en beoordelen in het kader van archeologie te organiseren. Sport Er zijn zes gemeentelijke sporthallen (Essesteijn, Forum Kwadraat, Tas, Bocht en Meerhorst, en Kastelenring). Het onderwijs gebruikt de sporthallen ook op daguren voor gymnastiek. Een deel van de sporthalcapaciteit valt daarmee onder een wettelijke verplichting richting het onderwijs. 2.3 Inhoudelijke toelichting op scenario 1 Scenario 1 betreft de situatie waarin zo veel mogelijk aan het analysekader wordt voldaan, terwijl er ook € 25 miljoen wordt bezuinigd. In dit scenario verandert de gemeente niet fundamenteel van karakter, maar wordt er het allemaal wel wat minder dan de huidige situatie. Beheer en onderhoud openbare ruimte en accommodaties De gemeente onderhoudt de openbare ruimte op een basis beheerniveau, de zogenaamde B-kwaliteit conform het beheerkwaliteitsplan en de landelijke kwaliteitssystematiek CROW. Bepaalde, representatieve locaties (Leidsenhage, Herenstraat, Damlaan, Koningin Julianaplein) onderhoudt de gemeente niet op een hoog, intensief niveau, de zogenaamde A-kwaliteit. De gemeente stemt de inrichting van de openbare ruimte hierop af. De inrichting is functioneel en eenvoudig en kent weinig bijzondere elementen en materialen. De inrichting ondersteunt niet de exclusiviteit van het openbaar gebied, zoals dat bij de zogenaamde A-kwaliteit zou gebeuren. Er zijn geen bijzondere materialen gebruikt, zoals exclusiever straatmateriaal, straatmeubilair, bloembakken en bijzondere boomsoorten van hogere leeftijd. De openbare ruimte kenmerkt zich door een acceptabel, in plaats van een aantrekkelijk, verzorgd en schoon beeld en verkeert in een (verkeers)veilige situatie. De openbare ruimte is niet volledig schoon, onkruidgroei en zwerfvuil behoren binnen bepaalde grenzen tot het beeld van de openbare ruimte. Er komt ook incidenteel, in plaats van nauwelijks, een bepaalde mate van schade aan inrichtingselementen (bijv. straatmeubilair) voor. De huidige voorzieningen, waarvan het strikt genomen geen taak is om ze te bezitten (zoals speelvoorzieningen, openbaar groen, gebouwen), houdt de gemeente technisch duurzaam tegen een bedrijfseconomisch optimum in stand (een hoger niveau is duurder, een lager niveau leidt tot kapitaalvernietiging, en is daarom ook duurder). In tegenstelling tot het op huidige peil duurzaam in stand houden. Daarnaast is er sprake van een afname van arealen (groenvoorzieningen, straatmeubilair, speelvoorzieningen), versobering (van bijzondere uitvoeringen en afwijkende elementen) en/of wijziging van type (hagen, rozen etc. omvormen naar gras, heesters) van dat areaal. De inzameling van het huishoudelijk en GFT afval gebeurt niet meer wekelijks, maar alternerend. De gemeente haalt het grofvuil niet langer gratis op. Burgers moeten betalen voor het ophalen van grofvuil. Er rijdt geen chemokar meer rond voor het KCA, burgers moeten dit brengen bij een afvalbrengstation.
Versie 8 november 2010 10/29
Inspectierondes voor graffiti voor de gehele gemeente vinden één keer per zes, in plaats van één keer per vier, weken plaats. Na constatering van graffiti verwijdert de gemeente deze zo spoedig mogelijk. Schokkende teksten of afbeeldingen binnen 24 uur. Het hondenbeleid bestaat uit het hebben van (de huidige) losloopgebieden en verbodsgebieden met bijbehorende beleidsondersteuning (folder, communicatie, APV, advisering) en de handhaving op de APV. Er zijn geen kwispelroutes, inclusief bebording, en houders met gratis hondenpoepzakjes. Milieu en duurzaamheid Op het gebied van milieu en duurzaamheid gaat het om het temporiseren van activiteiten uit het klimaatbeleid en klimaatplan. Temporiseren wil zeggen het faseren van de subsidieregeling over meerdere jaren. De gemeente geeft geen subsidie aan particulieren voor energiebesparende maatregelen. Dit geldt ook voor de klimaatprojecten die voortvloeien uit het klimaatconvenant VNG-Rijk en doelstellingen klimaatneutraal in Regionaal Structuur Plan en klimaatplan LV en andere maatregelen op dit terrein, zoals zonnepanelen op scholen en energiemaatregelen gemeentelijke gebouwen. De gemeente temporiseert ook de activiteiten, van nog niet opgestarte projecten, uit het waterplan. Een en ander in overleg met de hoogheemraadschappen die onlosmakelijk bestuurlijk en financieel partner zijn in het waterplan. De (niet wettelijke) belevingsaspecten van waterplanprojecten, die in voorbereiding zijn of momenteel in uitvoering, gebeurt niet meer. De gemeente stimuleert en organiseert niet langer kleine acties en evenementen om duurzaamheid onder de aandacht van de inwoners te krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om Europese mobiliteitsweek, Natuurwerkdag, Cofinanciering MS watervlo, Lokale agenda 21. Dat geldt ook voor het jaarprogramma natuur- en milieueducatie. Voor milieumanagement betekent het voldoen aan de voorschriften AMvB kantoorgebouwen, zoals afvalscheiding, energieverbruik en gebruik grondstoffen. Wonen De gemeente zorgt voor de kwaliteit van de woningvoorraad, voor een belangrijk deel betreft dit de uitvoering van het Bouwbesluit, maar ook in beleidsmatige zin vraagt dit om inspanningen. Onderzoekt en monitort de woningbehoefte, maakt prestatieafspraken met woningcorporaties en faciliteert huisvesting voor de doelgroep (lage inkomens), mede op grond van regionale/lokale prestatieafspraken. Wetten en andere regels, evenals afspraken etc. met andere partijen, beperken de keuzevrijheid van de gemeente. Het gaat hier ook over de deelname aan het landelijke tweejaarlijkse woningbehoeftenonderzoek en een abonnement op (bevolkings)prognoses. Om voldoende woonruimte voor de doelgroep (lage inkomens) te garanderen stuurt de gemeente actief op realisering van een aandeel sociale nieuwbouw (30%) in de totale bouwproductie (en niet meer dan dat). Betrokkenheid bij de kwaliteit van de woningvoorraad uit zich in financiële bijdragen voor extra kwaliteit (duurzaamheid, aanpasbaarheid, levensloopbestendigheid, particuliere woningverbetering) en het maken van afspraken over deze kwaliteitsaspecten. Kunst en cultuur Er is geen adviescommissie beeldende kunst die kunstaankopen en -opdrachten beoordeelt. Wel is er een bibliotheeklocatie in Voorburg, hierin is de backoffice gevestigd (kantoren personeel) en zijn de meeste voorzieningen. Maar er is geen sprake meer van bibliotheekvoorzieningen in Stompwijk en in Leidschendam. Er is één centraal Historisch Museum (Stadsmuseum).
Versie 8 november 2010 11/29
De huidige ondersteuning voor monumentenzorg en archeologie is minimaal benodigd om aan de doelstellingen te kunnen voldoen. Bij amateuristische kunstbeoefening/bevordering gaat het om het bevorderen van cultuurparticipatie middels verenigingen. Uit de minimale variant, gebaseerd op de evaluatie van de subsidienormen, blijkt dat de huidige subsidie de minimale is om de amateurkunstverenigingen te laten overleven. Het bevorderen van cultuurparticipatie, betreft stichting Trias, centrum voor de kunsten, en beperkt zich tot een minimum met instandhouding van haar kerntaken. Activiteiten Cultuurmenu voor senioren, theaterfestival, Stip, st. Koepelconcerten, st. Orgelconcerten, st. cultureel contact Prinsenhof en kunstenaarsvereniging ArtiBrak ondersteunt de gemeente niet langer. De enige component in het cultuurmenu voor het basisonderwijs dat verder gaat dan de basis, betreft de theateractiviteiten. Leerlingen gaan tijdens hun basisschoolloopbaan jaarlijks naar het theater. De gemeente halveert dit naar om het andere jaar. Leerlingen kunnen dan toch nog kennis maken met de verschillende podiumdisciplines. Om een gevarieerd aanbod in stand te houden is er in onze gemeente één theater, het andere theater verdwijnt. Toerisme en recreatie Er is, op het terrein van toerisme en recreatie, één gemeentelijke kinderboerderij. Deze kinderboerderij, Rusthout, organiseert activiteiten, zoals excursies voor kleuters en themadagen voor kinderen. De kinderboerderij heeft ook een educatieve en maatschappelijke functie: natuur- en milieueducatie, maatschappelijke stages en werkplekken voor leeftijds- en fasebewust personeelsbeleid en sociale werkvoorziening. De twee andere kinderboerderijen, Vreugd en Rust en Essesteijn, verdwijnen. De gemeente legt geen nieuwe speelplekken op grondgebied van derden aan en honoreert geen nieuwe wensen van inwoners op dit vlak. Daarnaast is er één kermis, één zwembad, de helft van het huidige aantal wijkgebouwen en zijn er volkstuinen. Eén kermis, één zwembad en de tijdelijke ijsbaan in Leidsenhage verdwijnen, de passantenhaven in Leidschendam Centrum komt er niet. Sport De doorontwikkeling van de sporthal van de nieuw te bouwen sportvoorziening aan de M. Emantslaan gaat niet door. Naast de zeven sporthallen, zijn er de volgende sportparken: sportpark Duivesteyn (hockey, honkbal, korfbal, bowls, sportschool, kinderopvang), Westvliet (atletiekbaan en cricketvelden), Westvliet (handbal en korfbal), Meerhorst (voetbal, handbal, korfbal). Er is één voetbalpark, twee voetbalparken verdwijnen. De tennisparken verdwijnen, er blijft er één over. Er is een sportmonitor om de sportdeelname te meten, één keer per drie jaar. De gemeente ondersteunt niet langer sportbeoefening jeugdleden, projectenpot sport, sportprijs Sportverkiezingen en sportgala, locatiemanagers voor sportparken en een Cruyffcourt. Als ook diverse activiteiten uit het uitvoeringsplan nota binnensport, zoals het digitaal sportloket/website sport, aanpassen zalencentrum Forum Kwadraat, clustering sporten (gebruik sportaccommodaties door sportverenigingen (die dezelfde sport beoefenen), invoeren daltarieven). 2.4 Inhoudelijke toelichting op scenario 2 Scenario 2 betreft feitelijk de huidige situatie, zij het dat er daarbij wel € 7 miljoen wordt bezuinigd op de bedrijfsvoering. Hierbij wordt de resterende bezuinigingsdoelstelling van € 18 miljoen dus niet gehaald. Met andere woorden, de taken die wel in dit scenario zijn opgenomen, maar niet in scenario 1, kunnen we ons niet meer veroorloven. Onderhoud en beheer openbare ruimte en accommodaties
Versie 8 november 2010 12/29
De gemeente onderhoudt bepaalde, representatieve locaties (Leidsenhage, Herenstraat, Damlaan, Koningin Julianaplein, bestuurscentrum) op een hoog, intensief beheerniveau, de zogenaamde Akwaliteit conform het beheerkwaliteitsplan. De inrichting van de openbare ruimte ondersteunt de exclusiviteit van het gebied. De inrichting is gedetailleerd, er zijn bijzondere materialen gebruikt, zoals exclusiever straatmateriaal, straatmeubilair, bloembakken en bijzondere boomsoorten van hogere leeftijd. De openbare ruimte vertoont een aantrekkelijk, verzorgd en schoon beeld en verkeert in een verkeersveilige situatie. De openbare ruimte is schoon met betrekking tot onkruid en zwerfvuil en vertoont nauwelijks schade aan inrichtingselementen (bijv. straatmeubilair). De huidige voorzieningen, waarvan het strikt genomen geen taak is om ze te bezitten (zoals speelvoorzieningen of openbaar groen), houdt de gemeente op het huidige peil duurzaam in stand. Dat betekent geen afname van arealen (groenvoorzieningen, straatmeubilair, speelvoorzieningen), geen versobering (van bijzondere uitvoeringen en afwijkende elementen) en/of geen wijziging van type (hagen, rozen etc. omvormen naar gras, heesters) van dat areaal. Afvalinzamelen gebeurt wekelijks (niet altenerend), de gemeente haalt het grofvuil gratis op en er rijdt een chemokar rond voor KCA. Het hondenbeleid bestaat uit kwispelroutes, inclusief bebording en houders met gratis hondenpoepzakjes. Inspectierondes voor graffiti voor de gehele gemeente vinden één keer per vier weken plaats. Na constatering verwijdert de gemeente graffiti zo spoedig mogelijk. Schokkende teksten of afbeeldingen binnen 24 uur. Het onderhoud en beheer van de accommodaties gebeurt op hoog niveau en soms gericht op verrijking en verfraaiing van de gebruikskwaliteit en uiterlijke kwaliteit. Milieu en duurzaamheid De gemeente zet de stimuleringsregeling subsidie aan particulieren voor energiebesparende maatregelen onverkort voort. Dit geldt ook voor de klimaatprojecten die voortvloeien uit het klimaatconvenant VNG-Rijk en doelstellingen klimaatneutraal in RSP en klimaatplan LV en andere maatregelen op het dit terrein, zoals zonnepanelen op scholen en energiemaatregelen gemeentelijke gebouwen. Ook gaat het hier om de (niet wettelijke) belevingsaspecten van waterplanprojecten die in voorbereiding zijn of momenteel in uitvoering zijn. Om duurzaamheid onder de aandacht van de inwoners te krijgen stimuleert en organiseert de gemeente kleine acties en evenementen, bijvoorbeeld Europese mobiliteitsweek, Natuurwerkdag, Cofinanciering MS watervlo, Lokale agenda 21. Dat geldt ook voor het jaarprogramma natuur- en milieueducatie. Kunst en cultuur Bij kunstaankopen/kunstopdrachten staat de beoordeling, door de adviescommissie beeldende kunst, van de kwaliteit van beeldende kunst centraal. Er zijn drie bibliotheeklocaties (in Voorburg, in Stompwijk en in Leidschendam). Er zijn twee musea, het Historisch Museum (Stadsmuseum) en het Huygensmuseum Hofwijck. Het Cultuurmenu voor het basisonderwijs blijft in zijn huidige vorm bestaan. Er is een centrum voor de Kunsten (Trias). Er zijn activiteiten met betrekking tot ondersteuning en stimulering cultuurparticipatie en –presentatie (Cultuurmenu voor senioren, theaterfestival, Stip, st. Koepelconcerten, st. Orgelconcerten, st. cultureel contact Prinsenhof en kunstenaarsvereniging ArtiBrak). Daarnaast zijn er twee theaters. Toerisme en recreatie
Versie 8 november 2010 13/29
Er is sprake van drie kinderboerderijen: Rusthout, Vreugd en Rust en Essesteijn. De gemeente legt nieuwe speelplekken op grondgebied van derden aan en honoreert nieuwe wensen van inwoners op dit vlak. Er zijn twee kermissen, een tijdelijke ijsbaan in Leidsenhage, twee zwembaden en acht wijkgebouwen. En er komt een passantenhaven in Leidschendam Centrum. Sport De gemeente ontwikkelt de sporthal van de nieuw te bouwen sporthal aan de M. Emantslaan door. Er is sprake van drie voetbalparken. Er zijn meerdere tennisparken. De gemeente ondersteunt sportbeoefening jeugdleden, projectenpot sport, sportprijs Sportverkiezingen en sportgala, locatiemanagers voor sportparken en een Cruyffcourt. Als ook diverse activiteiten uit het uitvoeringsplan nota binnensport, zoals het digitaal sportloket/website sport, aanpassen zalencentrum Forum Kwadraat, clustering sporten (gebruik sportaccommodaties door sportverenigingen (die dezelfde sport beoefenen), invoeren daltarieven).
Versie 8 november 2010 14/29
3. PROGRAMMA RUIMTELIJKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELING Met behulp van een analysekader zijn ambtelijk drie scenario’s voor het programma ruimtelijke en economische ontwikkeling opgesteld. Deze scenario’s vormen de basis voor de kerntakendiscussie. Het analysekader wordt toegelicht in paragraaf 3.1. De drie scenario’s worden achtereenvolgens beschreven in de paragrafen 3.2, 3.3 en 3.4. 3.1. Analysekader programma 3 Het analysekader betreft enkele hoofd- en subdoelstellingen voor het programma. Deze doelstellingen zijn afgeleid uit de strategische visie, het coalitieakkoord en de huidige programmadoelstellingen. Daarmee zijn de scenario’s weliswaar ambtelijk opgesteld, maar wel op basis van afspraken met het college. Strategische visie .. woon- en werkstad.. Leidschendam-Voorburg is een groene stad, waar het prettig wonen en ondernemen is. Doel is de economie te stimuleren met activiteiten die recht doen aan het karakter van de stad (aantrekkelijk, groen, duurzaam en innovatief) en dat karakter zelfs versterken én tegelijkertijd passen binnen onze economische context, de regio Haaglanden. .. groene .. Van het beoogde centrale park gelegen tussen Zoetermeer, Den Haag, onze gemeente, Wassenaar, Voorschoten en Zoeterwoude staan de contouren vast en dus richten we ons nu op de inrichting van het park. De eerdere plannen voor bebouwing zijn achterhaald door ontwikkelingen en daarmee van de baan; Ten aanzien van het bouwen van woningen binnen de rode contouren voegen wij toe dat wij dat doen in combinatie met versterking van het binnenstedelijk groen zodat bij verdichting de balans tussen bebouwing en groen overeind blijft. Hoofddoelstelling 3.1 Een ruimtelijke ontwikkeling die het karakter van de gemeente versterkt (aantrekkelijk, groen en duurzaam) Subdoelstellingen A.
B.
Op basis van beleid ontwikkelen wij samenhangende ruimtelijke strategieën en daarbij horende uitvoeringsprogramma’s, waarbij wonen, groen, voorzieningen en werken elkaar versterken Het doen uitvoeren en versnellen van projecten die het karakter van de gemeente versterken, volgens ruimtelijke strategieën
Hoofddoelstelling 3.2 De huidige goede bereikbaarheid houden wij op peil, in balans met de leefklimaat-eisen Subdoelstellingen A. B.
LV heeft een goede doorstroming LV is verkeersveilig
C.
LV heeft voldoende en goede parkeervoorzieningen voor auto en fiets
Versie 8 november 2010 15/29
D.
Er is hoogwaardig openbaar vervoer
Hoofddoelstelling 3.3 Wij stimuleren de ontwikkeling van de economie, die past bij het karakter van de stad Subdoelstellingen A. B.
LV faciliteert kleinschalige bedrijvigheid LV heeft een gevarieerd en attractief winkelaanbod
C.
Wij werken aan onze economische positionering in de regio en een aanbod van recreatieve en toeristische voorzieningen
D.
LV optimaliseert de dienstverlening aan ondernemers
3.2. Inhoudelijke toelichting op scenario 0 Scenario 0 betreft de situatie waarin de gemeente alleen de taken uitvoert waartoe zij wettelijk is verplicht. Dit kan een moderne variant van de nachtwakersstaat worden genoemd. Binnen het programma ruimtelijk en economische ontwikkeling gaat het om een zeer beperkt aantal taken. Dit scenario gaat vooral over beheer en niet over ontwikkeling. Veel blijft bij het oude; er komt nauwelijks iets nieuws bij. Op korte termijn kan dit prettig zijn, maar op de langere termijn is dit echt anders. Voor ontwikkelaars, woningbouwcorporaties, bouwers en inwoners is dit een zeer ingrijpend scenario, zij zullen ook direct de gevolgen merken. Bouwplannen worden beperkt gefaciliteerd. Ruimtelijke ontwikkelingen vallen grotendeels stil en dat geldt ook voor projecten ter verbetering van infrastructuur, groen en water. Economie, recreatie en toerisme laten wij over aan marktpartijen. Verkeer en Vervoer Het beheer en onderhoud op het gebied van Verkeer en Vervoer voldoet aan de wettelijke taak die de gemeente heeft volgens het Burgerlijk Wetboek en de Wegenwet. Wij voeren in dit scenario uitsluitend technisch noodzakelijk onderhoud uit, bijvoorbeeld als het gaat om wegen, markeringen, verkeers- en straatnaamborden, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, bewegwijzering en bruggen. Een bepaalde mate van oneffenheden in verhardingen (wegen, trottoirs) en een bepaalde mate van schade aan inrichtingselementen (verkeersborden, straatnaamborden) accepteren wij. Ruimtelijke ontwikkeling De beleidsadvisering op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling wordt teruggebracht tot een minimum niveau. Wij houden ons aan de op dit moment geldende beleidskaders, maar geven hier geen actieve invulling aan. We zorgen voor een structuurvisie, actuele bestemmingsplannen en geven invulling aan onze wettelijke taken op het gebied van bodemkwaliteit en verkeersveiligheid. Ruimtelijke plannen kunnen alleen doorgang vinden als zij passen binnen de structuurvisie en de daarop gebaseerde bestemmingsplannen. De gemeente heeft bij ruimtelijke ontwikkelingen weinig interactie met inwoners en buurtbewoners. Economie, Recreatie en Toerisme Werkzaamheden op dit vlak laten wij over aan de markt. Economie, recreatie en toerisme zijn geen aangelegenheden van de overheid en er zal hooguit nog een relatie liggen via vergunningverlening. Ruimtelijke projecten Wij verlenen uitsluitend medewerking aan ruimtelijke projecten indien wij hiertoe wettelijk verplicht zijn, in die gevallen waar juridisch onomkeerbare besluiten zijn genomen of projecten waar stoppen meer
Versie 8 november 2010 16/29
kost dan doorgaan. De kosten die wij als gemeente noodzakelijkerwijs moeten maken, rekenen wij maximaal door aan de initiatiefnemer. 3.3. Inhoudelijke toelichting op scenario 1 Scenario 1 betreft de situatie waarin zo veel mogelijk aan het analysekader wordt voldaan, terwijl er ook € 25 miljoen wordt bezuinigd. In dit scenario verandert de gemeente niet fundamenteel van karakter, maar er moeten wel keuzes worden gemaakt welke taken wel en welke taken niet meer worden uitgevoerd. De blik vanuit de gemeente is nadrukkelijk ook gericht op de omgeving, op samenwerking. De rol van de gemeente is in dit scenario naast die van uitvoerder van wettelijke taken vooral die van regisseur en facilitator. Het gaat daarbij om het mogelijk maken en ondersteunen van initiatieven van inwoners, bedrijven en instellingen. Sturing vindt vooral plaats op hoofdlijnen en via kaderstelling. De gemeente is een zakelijke partner. Dit scenario richt zich op de toekomst en op de ontwikkeling van bestaande voorzieningen in de gemeente. Gemeentelijke investeringen zijn beperkt en worden strategisch ingezet. Investeringen en onderhoud zijn planmatig. De ruimte voor initiatieven van inwoners is aan de voorkant bepaald en gemaximaliseerd. Ruimtelijke initiatieven zijn in principe financieel sluitend. Verkeer en Vervoer De gemeente investeert, om verslechtering tegen te gaan, in onderhoud op het gebied van verkeer en vervoer. Dit is noodzakelijk om het huidige goede niveau van bereikbaarheid (doorstroming, verkeersveiligheid, voldoende parkeervoorzieningen) te garanderen. Wij werken niet aan de verbetering van de bereikbaarheid. Wij actualiseren het huidige Verkeers- en Vervoersplan (VVP) inclusief een meerjarig uitvoeringsprogramma met daaraan gekoppeld een begrensd investeringsvolume. In het VVP wordt aangegeven wat wij wel én wat wij niet meer doen. Tot aan de vaststelling van het geactualiseerde VVP, pakken wij geen nieuwe initiatieven op. Toekomstige initiatieven die niet zijn opgenomen in het VVP worden alleen gerealiseerd als dit binnen het vastgestelde investeringsvolume past (oud voor nieuw). Dit betekent dus ook dat wij de komende jaren beperkt aan wensen uit de maatschappij tegemoet kunnen komen. We bouwen OV subsidies af. Incidenteel komen oneffenheden in verhardingen (wegen, trottoirs) voor in ongevaarlijke grootheden en een bepaalde mate van schade aan inrichtingselementen (straatnaamborden, openbare verlichting, verkeersborden, bewegwijzering, wegen) voor. Ruimtelijke ontwikkeling Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling geeft de gemeente vooral invulling aan haar regisseursrol. De structuurvisie wordt vertaald in een uitwerkingsplan/realisatiestrategie, waarin wordt uitgesproken welke initiatieven worden uitgewerkt door partijen. Daarbij sluiten wij nadrukkelijk aan bij de vraag van marktpartijen. Initiatieven van derden worden ondersteund, indien hier maximaal kostenverhaal kan worden toegepast. Niet of beperkt passende initiatieven worden niet meer opgepakt. Wij dragen financieel bij aan de realisatie van projecten van derden als hier een wettelijke verplichting onder ligt (bijvoorbeeld in geval van scholenbouw) of indien dit noodzakelijk is om het afgesproken percentage sociale woningbouw (en niet meer dan dat) te realiseren. Ontwikkelaars en corporaties krijgen meer ruimte en minder eisen, de kaderstelling daarvan is op hoofdlijnen. We ronden lopende projecten uit het groenstructuurplan en het waterplan af en heroverwegen onze verdere inzet op dit vlak. Economie, Recreatie en Toerisme Op het gebied van economie, recreatie en toerisme richt de gemeente zich vooral op het behoud van wat wij hebben. De visie op economische onderwerpen wordt vertaald in een realisatie strategie voor
Versie 8 november 2010 17/29
detailhandel, kantoren, bedrijventerreinen en toerisme & recreatie. Om meer samenhang in onze sociaal-economische activiteiten te brengen stellen we een economische visie en een meerjarig actieprogramma op. Wij zullen in dit scenario vooral een regierol hebben en faciliteren voor initiatieven die binnen de realisatiestrategieën en actieprogramma passen. Ontwikkelinitiatieven komen vanuit marktpartijen. Initiatieven die niet binnen de economische visie/actieprogramma passen, worden niet meer door de gemeente gestimuleerd. De gemeente geeft invulling aan haar beleidstaken voor economische aangelegenheden en faciliteert kostendekkende voorzieningen rondom winkelcentra. Evenementen worden, mits zij bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente, beperkt gesubsidieerd. Evenementen die door de gemeente worden gesubsidieerd, hebben een sober karakter en worden getemporiseerd, waaronder de Vlietdagen. De weekmarkten zijn kostendekkend. Ruimtelijke projecten De gemeente is regisseur en veel minder dan dat het nu, zeer beperkt financieel betrokken. Er komt een stedelijk programma met daarin een limiet op de investeringskredieten die beschikbaar zijn voor projecten en een limiet aan de ambtelijke capaciteit. Als deze limieten zijn bereikt, starten wij geen nieuwe initiatieven op, tenzij een herprioritering plaatsvindt in lopende initiatieven. De projecten zoals vermeld in het coalitieakkoord zetten wij voort. Alle projecten die niet in het coalitieakkoord staan vermeld, worden – indien dit juridisch mogelijk is – gestopt totdat blijkt dat zij passen in een vastgestelde uitvoeringsplan/realisatiestrategie van de structuurvisie. Mogelijk uitgezonderd die projecten die voor de gemeente een fors positief resultaat laten zien. Projecten kenmerken zich door een stoere basiskwaliteit zonder franje. Versobering en kostenbesparing staan centraal. Wij bekijken bij alle projecten uit het coalitieakkoord de oorspronkelijke doelstelling van het project, of het project niet op een minder ambitieuze wijze gerealiseerd kan worden én of de gemeentelijke rol, financiële bijdragen en risico’s verminderd kunnen worden. Wij dragen financieel bij aan de realisatie van projecten indien dit bijdraagt aan het realiseren van gemeentelijke doelstellingen en als de markt dit aantoonbaar niet kan. Er is geen ruimte voor extra wensen. De kosten die wij als gemeente noodzakelijkerwijs moeten maken, rekenen wij maximaal door aan de initiatiefnemer. 3.4. Inhoudelijke toelichting op scenario 2 Scenario 2 betreft feitelijk de huidige situatie, zij het dat er daarbij wel € 7 miljoen wordt bezuinigd op de bedrijfsvoering. Hierbij wordt de resterende bezuinigingsdoelstelling van € 18 miljoen dus niet gehaald. Met andere woorden, de taken die wel in dit scenario zijn opgenomen, maar niet in scenario 1, kunnen we ons niet meer veroorloven. In dit scenario geeft de gemeente invulling aan de wettelijke taken, is regisseur én heeft de gemeente op onderdelen ook een meer betrokken en actieve rol. Dit scenario richt zich meer op de toekomst, op ontwikkeling en op het versterken van de gemeente. In dit scenario doen wij iets extra’s voor onze inwoners. Investeringen en onderhoud zijn planmatig, maar nu wel met enige ruimte voor extra kwaliteit op specifieke locaties. Er is ruimte voor initiatieven van inwoners en maatschappelijke instellingen. Het perspectief ligt op de lange termijn en op versterking van onze gemeente en het verbinden van de maatschappij. Verkeer en Vervoer Dit scenario richt zich, naast behoud van de huidige kwaliteit en de verkeersveiligheid op het verbeteren van de regionale bereikbaarheid. Dit wordt vertaald in een gemeentelijk verkeers en vervoersplan, inclusief een meerjarig uitvoeringsplan (UVP). De gemeente besteedt bij de totstandkoming van het plan extra aandacht aan communicatie met bewoners en bedrijven. De plannen komen op interactieve wijze tot stand.
Versie 8 november 2010 18/29
Wij kiezen (op sommige locaties in de gemeente) voor een hogere kwaliteit van de openbare ruimte (wegen, markeringen, verkeers- en straatnaamborden, verkeersregelinstallaties, openbare verlichting, bewegwijzering en bruggen), zorgen waar nodig voor extra parkeervoorzieningen, subsidiëren openbaar vervoer voor ouderen en voor mensen met een Ooievaarspas. Wij komen in veel gevallen tegemoet aan wensen uit de maatschappij én geven inwoners door middel van wijkbudgetten de mogelijkheid op sommige onderdelen de eigen buurt in te richten. Ruimtelijke ontwikkeling Wij voeren op het terrein van ruimtelijke ontwikkeling extra taken uit op strategisch niveau. De gemeente focust zich op duurzaamheid, vergroting van de aantrekkelijkheid van het buitengebied, het toevoegen van groene en hoogwaardige woon- en werkmilieus, verbetering van de voorzieningenstructuur en kwaliteitsverbetering door herstructurering van woon- en werkgebieden. Hiertoe geven wij ondermeer uitvoering aan het groenstructuurplan, het waterplan, we ontwikkelen wijkvisies en een uitvoeringsstrategie voor het buitengebied, waarbinnen de gemeente ook actief zelf investeert. Wij zijn in dit scenario nog steeds vooral regisseur, maar investeren ook mee en zoeken actief naar mogelijkheden voor subsidies en cofinanciering van andere overheden, bijvoorbeeld als het gaat om duurzaam bouwen of groen. De gemeente heeft bij het opstellen van ruimtelijke ontwikkelingen veel interactie met inwoners. Economie, Recreatie en Toerisme In dit scenario stimuleert de gemeente economie, recreatie en toerisme. sociaal-economische agenda en de economische realisatiestrategieën gaan ook uit van een meer actieve rol van de gemeente. De gemeente draagt bij aan de financiering van evenementen, wij houden ons actief bezig met stadspromotie en stimuleren de economie door middel van het organiseren van bijeenkomsten rond de agenda economie en arbeidsmarkt. De gemeente draagt bij aan voorzieningen die de lokale economie kunnen stimuleren, kostendekkendheid is hier niet altijd voorwaardelijk (bijvoorbeeld de weekmarkten). Ruimtelijke projecten Lopende initiatieven van derden worden in principe ondersteund en afgerond. Dit geldt óók voor projecten die niet in het coalitieakkoord staan vermeld. Wij kijken ook in dit scenario naar de oorspronkelijke doelstelling van het project en of het project niet op een minder ambitieuze wijze gerealiseerd kan worden en of gemeentelijke rol, bijdragen en risico’s verminderd kunnen worden. De kosten die wij als gemeente noodzakelijkerwijs moeten maken, rekenen wij maximaal door aan de initiatiefnemer. Nieuwe initiatieven worden pas opgepakt na afronding van het uitvoeringsprogramma en de uitvoeringsstrategie van de structuurvisie. Ontwikkelaars en corporaties krijgen meer ruimte en minder eisen; kaderstelling daarvan is vooral op hoofdlijnen zijn. De gemeente draagt in beperkte mate financieel bij.
Versie 8 november 2010 19/29
4. PROGRAMMA VEILIGHEID EN HANDHAVING Met behulp van een analysekader zijn ambtelijk drie scenario’s voor het programma Bestuur opgesteld. Deze scenario’s vormen de basis voor de kerntakendiscussie. Het analysekader wordt toegelicht in paragraaf 4.1. De drie scenario’s worden achtereenvolgens beschreven in de paragrafen 4.2, 4.3 en 4.4. 4.1. Analysekader programma 4 Het analysekader betreft enkele hoofd- en subdoelstellingen voor het programma. Deze doelstellingen zijn afgeleid uit de strategische visie, het coalitieakkoord en de huidige programmadoelstellingen. Daarmee zijn de scenario’s weliswaar ambtelijk opgesteld, maar wel op basis van afspraken met het college. Strategische visie .. een ambitieuze, moderne overheid ten dienste van de eigen bevolking .. veiligheid en handhaving hebben onze expliciete aandacht. Dat zijn bij uitstek kerntaken van de gemeentelijke overheid en onderdeel van een prettige woon- en werkstad.
Hoofddoelstelling 4.1 Wij zijn een veilige gemeente.
Subdoelstellingen A.
De gemeente geeft invulling aan de wettelijke taken op het gebied van handhaving en toezicht, crisisbeheersing en rampenbestrijding
B.
De gemeente is proactief in het veiligheidsbeleid
C.
Bewoners en bedrijven dragen bij aan een veilige gemeente
D.
Wij pakken alleen overlast aan, die de veiligheid en het veiligheidsgevoel negatief beïnvloeden
4.2. Inhoudelijke toelichting op scenario 0 Scenario 0 betreft de situatie waarin de gemeente alleen de taken uitvoert waartoe zij wettelijk is verplicht. Dit kan een moderne variant van de nachtwakersstaat worden genoemd. In dit scenario zijn alle verantwoordelijkheden van de gemeente opgenomen op grond van de wet of daarvan afgeleide regelgeving. De hieruit voortvloeiende taken moet de gemeente uitvoeren of laten uitvoeren door derden wil zij aan haar wettelijke plichten voldoen. De gemeente voert verder geen extra taken uit. De uitvoering van de niet-wettelijke taken hoort in scenario 2, tenzij de extra inspanning nodig is om de subdoelstellingen uit het analysekader te halen. Dat betekent ten opzichte van de huidige situatie dat de gemeente een aantal taken niet meer uitvoert. Veiligheid
Versie 8 november 2010 20/29
In diverse wetten staan taken die gemeenten moeten uitvoeren op het gebied van veiligheid2. Leidschendam-Voorburg doet niet meer dan wat moet op grond van de wet. Een belangrijke speler daarin is de Veiligheidsregio Haaglanden, waarvan de gemeente deel uitmaakt. De gemeente heeft de plicht om goed voorbereid te zijn op rampen en ongevallen. Dat vereist goed opgeleide medewerkers en een ruimte die geschikt is om de bevelvoering tijdens rampen goed te ondersteunen. De gemeente informeert haar inwoners over de risico’s op het gebied van veiligheid. De gemeente heeft een zorgplicht voor de veiligheid op het water en maakt daarbij gebruik van de vrijwillige reddingsbrigade. Politie Haaglanden voert de politietaken uit. Bij de uitvoering van taken op het gebied van veiligheid is de gemeente in een enkel geval afhankelijk van besluitvorming van de veiligheidsregio. Ook in dat verband streeft de gemeente alleen de uitvoering op wettelijk niveau na. Daarmee is de basis op het gebied van veiligheid, inclusief rampenbestrijding, op orde. Handhaving De zorg voor toezicht en handhaving vloeit voort uit verplichtingen die de gemeente heeft op grond van diverse wetten3. Voor de aan de Wabo gerelateerde taken stelt de wet kwaliteitseisen. Het parkeertoezicht gebeurt hoofdzakelijk in de blauwe zones. Daarnaast houdt de gemeente toezicht in de openbare ruimte. Het gaat bij de laatste twee toezichtsvormen om invulling aan taken die het gevolg zijn van gemeentelijke regels. Dat zijn taken waartoe de gemeente zelf besluit. Als de gemeente die regels intrekt vervalt direct de plicht om toezicht te houden. De gemeente heeft namelijk een beginselplicht om de regels waarvan de uitvoering tot haar verantwoordelijkheid behoort ook te handhaven. 4.3. Inhoudelijke toelichting op scenario 1 Scenario 1 betreft de situatie waarin zo veel mogelijk aan het analysekader wordt voldaan, terwijl er ook € 25 miljoen wordt bezuinigd. In dit scenario verandert de gemeente niet fundamenteel van karakter, maar wordt er het allemaal wel wat minder dan de huidige situatie. De gemeente heeft zelf ook ambities over het niveau van veiligheid en handhaving die niet wettelijk verplicht zijn. Om die ambities te realiseren handelt de gemeente actiever dan in scenario 0. Maar ten opzichte van de huidige situatie betekent dit dat de gemeente minder taken uitvoert. Inwoners en ondernemers zullen dus meer dan nu het geval is een bijdrage moeten leveren aan de veiligheid. Bovendien vraagt het van de inwoners een actieve houding als het gaat om het optreden tegen overtreders. Veiligheid Om aan de ambities van de gemeente te voldoen is meer nodig dan alleen uitvoering geven aan wettelijke taken. “… veiligheid en handhaving zijn bij uitstek kerntaken van de gemeentelijke overheid …”. Het betekent vooral een proactieve houding ten aanzien van veiligheid. Daarom kiest de gemeente zelf voor een integrale aanpak en samenwerking met politie, openbaar ministerie, inwoners en belangenorganisaties. Ten aanzien van de overlast door jongeren zet de gemeente in op een goed evenwicht tussen preventie en handhaving. Zij treedt op tegen overlastgevende groepen. De gemeente volgt de ontwikkelingen door de overlast in de wijken te monitoren door de inzet van jongerenwerk. Overigens vraagt dit ook van partners (burgers, winkeliers, woningbouwcorporaties 2 Wet veiligheidsregio’s, Besluit veiligheidsregio’s, Wet tijdelijk huisverbod, Wet bijzondere opname psychiatrische ziekenhuizen en de Gemeentewet 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), bouwregelgeving, Wet milieubeheer, Wet BAG en bijzondere wetten
Versie 8 november 2010 21/29
etc.) een proactieve houding. De gemeente ondersteunt haar inwoners door hen in staat te stellen ook zelf conflicten in onderling overleg op te lossen. De gemeente bereidt zich goed voor op evenementen en de viering van Oud en Nieuw, maar laat de verantwoordelijkheid waar hij hoort, bij de organiserende partijen. Handhaving Handhaving is het sluitstuk van beleid. Ook hier kiest de gemeente zoveel mogelijk voor een integrale aanpak. Dit bevordert de kwaliteit en beperkt de toezichtslast voor burgers en bedrijven. Waar mogelijk wordt samengewerkt met externe partners (onder andere politie en brandweer). Anders dan in scenario 2 zal de gemeente minder actief toezicht houden in de openbare ruimte en op parkeren. In het landelijk gebied en bij monumenten zal de gemeente alleen nog in actie komen als inwoners overtredingen melden. Anders gezegd, als u constateert dat uw buurman in strijd met de regels een monumentaal pand aanpast, dan moet u dat melden omdat de gemeente dat niet actief controleert. 4.4. Inhoudelijke toelichting op scenario 2 Scenario 2 betreft feitelijk de huidige situatie, zij het dat er daarbij wel € 7 miljoen wordt bezuinigd op de bedrijfsvoering. Hierbij wordt de resterende bezuinigingsdoelstelling van € 18 miljoen dus niet gehaald. Met andere woorden, de taken die wel in dit scenario zijn opgenomen, maar niet in scenario 1, kunnen we ons niet meer veroorloven. In dit scenario blijft de inzet op het gebied van veiligheid en handhaving op het huidige niveau. Daarmee levert de gemeente een zeer actieve bijdrage aan de leefbaarheid en veiligheid. In dit scenario blijft de gemeente initiatieven van ondernemers, inwoners en scholen ondersteunen om de veiligheid te verbeteren. Zij is bereid om taken uit te voeren waarvoor eigenlijk anderen primair verantwoordelijk zijn. Ook houdt de gemeente meer toezicht op de naleving van regels. Zij wacht niet af of inwoners klagen over misstanden, maar gaat met het huidige aantal medewerkers zelf planmatig na of ondernemers en inwoners de regels naleven. Veiligheid Op het gebied van de veiligheid zet de gemeente nog meer in op bestrijding van overlastgevende groepen. Zij stimuleert actief dat bedrijven en inwoners (keurmerk veilig ondernemen en keurmerk veilig wonen) maatregelen treffen die de veiligheid bevorderen. Zij ondersteunt actief het onderwijs bij verkeerseducatie en treft maatregelen om de veiligheid in en rond de middelbare scholen te vergroten. De gemeente zet de samenwerking met bureau HALT voort. Verder maakt zij gebruik van bevoegdheden op grond van de APV om gebieden aan te wijzen waar men in de openbare ruimte niet met alcohol mag lopen. Zij ziet met de politie toe op de naleving van deze regels. Dat gebeurt ook door afspraken te maken met ondernemers. Zij zet diensten in bij evenementen die strikt genomen voor verantwoordelijkheid van de organisatoren komen, zoals de reddingsbrigade tijdens de Vlietdagen. De gemeente zorgt zelf voor extra toezicht bij evenementen en de vuurplaatsen bij Oud en Nieuw. De gemeente voert een actief beleid om radicalisering in de samenleving tegen te gaan. In het kader van terrorismebestrijding ondersteunt de gemeente landelijke campagnes. Op het gebied van rampenbestrijding investeert de gemeente extra door meer te oefenen, meer noodnettelefoonlijnen te hebben en actief deelnemen (trekker zijn) in overleggen die de crisisbeheersing verder verbeteren.
Versie 8 november 2010 22/29
Handhaving Op het gebied van toezicht en handhaving bestaat niet een minimumvariant doordat voor het merendeel van de beleidsvelden niet is vastgelegd wat het minimumniveau van toezicht en handhaving is. Bij het vaststellen van regels moet de gemeente zich dan ook realiseren wat dat van het toezicht en handhaving vraagt. In dit scenario zal de gemeente de toezicht en handhavingstaken op het gebied van parkeren en de openbare ruimte blijven uitvoeren op het huidige niveau. Ook wordt het toezicht op monumenten en het handhavend optreden tegen strijdig gebruik in het stedelijk en landelijk gebied uitgevoerd op het huidige niveau. Zij voert soms ook taken uit die eigenlijk door de politie moeten worden gedaan.
Versie 8 november 2010 23/29
5. PROGRAMMA BESTUUR Met behulp van een analysekader zijn ambtelijk drie scenario’s voor het programma Bestuur opgesteld. Deze scenario’s vormen de basis voor de kerntakendiscussie. Het analysekader wordt toegelicht in paragraaf 5.1. De drie scenario’s worden achtereenvolgens beschreven in de paragrafen 5.2, 5.3 en 5.4. 5.1 Analysekader programma 5 Bestuur Het analysekader betreft enkele hoofd- en subdoelstellingen voor het programma. Deze doelstellingen zijn afgeleid uit de strategische visie, het coalitieakkoord en de huidige programmadoelstellingen. Daarmee zijn de scenario’s weliswaar ambtelijk opgesteld, maar wel op basis van afspraken met het college. Strategische visie .. een ambitieuze, moderne overheid ten dienste van de eigen bevolking.. - en altijd met een focus op onze slagvaardigheid én het efficiënt en effectief uitvoeren van onze (kern)taken; - wij willen de gemeentelijke regierol verder versterken om de ambities te realiseren; .. en gericht op regionale samenwerking .. Als gemeentelijke overheid willen wij in deze economisch moeilijke tijden ons nog nadrukkelijker richten op samenwerken in de regio, met name in uitvoerende zin.
Hoofddoelstelling 5.1 Onze bestuursstijl is open en kenmerkt zich door participatie. Subdoelstellingen Onze voorstellen bevatten een zekere mate van ruimte voor aanvulling van raad, inwoners, partners,
bedrijven en organisaties. Wij streven naar een kortere doorlooptijd van formele besluitvorming
Hoofddoelstelling 5.2 Er is een sluitend meerjarenperspectief voor de periode 2011 – 2018. Subdoelstellingen De tarieven voor retributies en leges zijn kostendekkend Uitgaven voor diverse beleidsvelden blijven binnen de rijksnorm (bij doeluitkeringen, bij de algemene
uitkering)
Hoofddoelstelling 5.3 LV heeft een ambitieus, slagvaardig overheidsapparaat, gericht op het uitvoeren van haar kerntaken en in staat effectief in te spelen op toekomstige ontwikkelingen.
Versie 8 november 2010 24/29
Subdoelstellingen Een effectieve, innoverende en efficiënte organisatie LV is een moderne aantrekkelijke werkgever
Hoofddoelstelling 5.4 Onze dienstverlening aan individuele burgers en bedrijven is vraaggericht en proactief. Subdoelstellingen Inwoners kunnen zichzelf bedienen voor alle vragen aan de overheid wij leveren maatwerk wanneer persoonlijke aandacht nodig is Onze dienstverlening is proactief, innovatief, effectief en efficiënt wij sturen op het gebruik van de kanalen wij sturen op het voorkomen van vragen
Hoofddoelstelling 5.5 LV werkt actief en constructief samen met diverse partners. Subdoelstellingen Versterken positie LV door samenwerking met andere overheden en (keten)partners op alle niveaus (wijk, regio, provincie, landelijk) Dienstverlening en voorzieningenniveau zoveel mogelijk handhaven.
Gezien voornoemde hoofd- en subdoelstellingen mag duidelijk zijn dat dit programma zich minder dan de andere programma’s leent voor een echte kerntakendiscussie. Eigenlijk gaat het alleen bij dienstverlening (hoofddoelstelling 5.4) om echte taken van de gemeente. De andere hoofddoelstellingen zijn meer gericht op de werkwijze van het bestuur en de ambtelijke organisatie. Voor zover er echter concrete taken bij te benoemen zijn, zijn deze in de scenario’s opgenomen. Verder wordt in de KTD nog apart aandacht besteed aan ombuigingen in verband met de bedrijfsvoering, het opbrengstpotentieel en de verbonden partijen. Tevens wordt er in het kader van het programma Verantwoord Vooruit ook aan de organisatieontwikkeling gewerkt (5.3). Een algemeen aandachtspunt is ten slotte dat door extra te investeren in dit programma er op termijn juist besparingen kunnen worden gerealiseerd; hetgeen overigens niet betekent dat er in dit programma geen bezuinigingen te realiseren zijn. 5.2 Inhoudelijke toelichting op scenario 0 Scenario 0 betreft de situatie waarin de gemeente alleen de taken uitvoert waartoe zij wettelijk is verplicht. Dit kan een moderne variant van de nachtwakersstaat worden genoemd. Bestuur Het college van b&w bestaat uit burgemeester en twee wethouders. Protocollaire zaken (bijv. uitreiking van koninklijke onderscheidingen) vinden zonder enig ceremonieel vertoon plaats. In dit scenario is geen plaats voor enige vorm van ondersteuning of advisering ten behoeve van bestuur en directie.
Versie 8 november 2010 25/29
De gemeente organiseert (zonder franje) de verkiezingen. De participatie van en de communicatie met burgers is tot het wettelijk minimum beperkt; wel voldoet de gemeente aan de wettelijke plicht om vastgestelde verordeningen, vergunningen en ontheffingen in de plaatselijke krant te publiceren. Ook wordt een sober burgerjaarverslag uitgebracht. De gemeente stelt wettelijk verplichte gemeentebrede verordeningen op en het verplichte beheer van plannen, registers en bestanden is op orde. Voorbeelden daarvan zijn de registers op decentrale regelgeving, WGR, beheer continuïteitsplan en de coördinatie van de Wet bescherming persoonsgegevens. Aan de wettelijk verplichte afhandeling van klachten en bezwaarschriften wordt voldaan. De gemeente laat zich in civiele procedures juridisch vertegenwoordigen. Financiën Het financieel meerjarenperspectief van de gemeente is sluitend. Organisatie In dit scenario zal er fors worden bezuinigd op de ambtelijke organisatie, inclusief de bedrijfsvoering. Er is nauwelijks plaats voor interne, bestuurs- en beleidsadvisering. Capaciteit daarvoor is in dit scenario, behoudens minimale ondersteuning voor de wettelijke taken, niet voorhanden. Op het gebied van de gemeentefinanciën wordt voldaan aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van begroting en verslaglegging, hetgeen een eenvoudige vorm van administratie, treasury, audits e.d. impliceert. Er wordt voldaan aan de wettelijke eisen op het gebied van arbeids-, pensioen- en belastingwetgeving, en is er de wettelijk verplichte vorm van bedrijfshulpverlening. Tevens wordt de Archiefwet uitgevoerd. Dienstverlening De gemeente voert alleen wettelijke taken op het gebied van bevolkingsadministratie uit, o.a. afgifte van reisdocumenten en rijbewijzen. Huwelijken en naturalisaties worden voltrokken zonder enig ceremonieel vertoon. Ook de verzorging van leerlingenvervoer en de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten zijn wettelijk. De gemeente verstrekt de wettelijk verplichte vergunningen en heft daar kostendekkende leges voor. Verder worden de Wet onroerende zaken (WOZ) en de Wet Basisadministratie adressen en gebouwen (BAG) uitgevoerd. Samenwerking De gemeente werkt regionaal samen voor zover dat voortvloeit uit wettelijke verplichtingen. Dat betekent alleen deelname in Stadsgewest Haaglanden en Veiligheidsregio (zie programma Veiligheid en handhaving). Hiervoor zijn alleen materiële budgetten beschikbaar, geen advisering. 5.3 Inhoudelijke toelichting op scenario 1 Scenario 1 betreft de situatie waarin zo veel mogelijk aan het analysekader wordt voldaan, terwijl er ook € 25 miljoen wordt bezuinigd. In dit scenario verandert de gemeente niet fundamenteel van karakter, maar wordt er het allemaal wel wat minder dan de huidige situatie. Bestuur Scenario 1 geeft aan wat minimaal nodig is om aan de ambities van de gemeente te voldoen. Daarbij staat centraal wat voor gemeente wij willen zijn. De positionering van de gemeente als aantrekkelijke
Versie 8 november 2010 26/29
ontmoetings- en vestigingsplaats, met een bijzondere woonomgeving en een zeer goed voorzieningenniveau zal daarbij het uitgangspunt van bestuurlijk handelen zijn. De bestuurlijke besluitvorming wordt gefaciliteerd, maar voor de advisering van bestuur en directie is beduidend minder capaciteit beschikbaar dan in de bestaande situatie. Overigens ligt het in de rede dat ook de ondersteuning van de raad in dit scenario op een lager peil zal liggen. Ook deze (capaciteits)factoren maken het wenselijk dat college en raad, organisatie en griffie, gezamenlijk werken aan de ambities om een open, op participatie gerichte bestuursstijl te hanteren en tot een kortere doorlooptijd van formele besluitvorming te komen. Er is een zeker risico dat het bestuur voor de doorsnee burger minder goed bereikbaar wordt. Kabinets- en protocollaire zaken worden sober en doelmatig afgehandeld. Er is een bescheiden budget voor representatie college beschikbaar, maar in de meeste evenementen (met een uitzondering voor sobere Vlietdagen) wordt financieel niet deelgenomen en er worden geen relatiegeschenken gegeven. Voor de stedenbanden en subsidies internationale samenwerking zijn geen middelen beschikbaar. De mogelijkheden van de burger om te participeren in besluitvorming zullen sober, doelgroepgericht en digitaal ingericht worden en communicatie zal zoveel mogelijk digitaal van aard zijn. De communicatie rond bouwprojecten zal meer de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer zijn. Indien nodig voor het behalen van de doelstellingen worden gemeentebrede verordeningen (APV, klachtenregeling) opgesteld. De gemeente handelt bezwaarschriften en aansprakelijkstellingen zorgvuldig af. Financiën Ook in dit scenario is het financieel meerjarenperspectief sluitend. In het algemeen zal er geen lastenverzwaring plaatsvinden; tarieven zijn kostendekkend en tariefstijgingen blijven in principe beperkt tot inflatiecorrectie. Als uit onderzoek blijkt dat de gehanteerde tarieven niet kostendekkend (meer) zijn wordt bezien of de kosten teruggebracht kunnen worden; mocht dat echter niet het geval zijn dan wordt gefaseerd naar kostendekkendheid toegegroeid. In dit geval kan dat voor burgers, bedrijven en instellingen incidenteel toch tot hogere tarieven leiden. Daarnaast is het in dit scenario waarschijnlijk dat de burger ook op andere beleidsterreinen de gevolgen van de crisis zal ondervinden. Zo zullen subsidies mogelijk wegvallen of lager vastgesteld worden. Daarnaast laat dit scenario geen ruimte voor kwijtschelding van afvalstoffen of rioolrechten. Dit scenario gaat ook uit van belastingheffing (geen wettelijke plicht, maar uiteraard wel nodig voor een sluitende meerjarenbegroting). Het weerstandsvermogen en de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente worden kritisch onderzocht, evenals de mogelijkheid om via intergemeentelijke samenwerking niet alleen tot strategische versterking, maar ook tot kostenbesparing te komen. In principe levert dit scenario € 3.0 mln. vrije bestedingsruimte op, zoals in het coalitieakkoord ook het voornemen was. Organisatie In dit scenario is zal er ook fors worden bezuinigd op de ambtelijke organisatie, inclusief de bedrijfsvoering. Nadat keuzes zijn gemaakt in de scenario’s van de verschillende programma’s zal deze bezuiniging nader ingevuld worden. Hierbij staat echter vast dat de vermindering van de ambtelijke capaciteit (en afgeleid daarvan de overhead) zal bestaan uit twee componenten: enerzijds zal, bij het niet meer doen van bepaalde taken, de capaciteit daarvoor vervallen; anderzijds zal de capaciteit op taken die de gemeente wél blijft doen, door efficiency-maatregelen teruggebracht
Versie 8 november 2010 27/29
moeten worden. Er is in dit scenario wel plaats voor interne, bestuurs- en beleidsadvisering, maar beduidend minder dan in de huidige situatie. Voor een effectieve, innoverende en efficiënte organisatie en aantrekkelijk werkgeverschap zijn de mogelijkheden binnen scenario 1 beperkt. Personele capaciteit en materiële middelen zijn niet los te zien van deze ambities en die staan in dit scenario onder druk. Overigens neemt dit niet weg dat efficiency en aard van de organisatie de aandacht krijgen die noodzakelijkerwijs nodig is. De organisatie zal meer een regie-organisatie moeten worden, in plaats van (met name uitvoerende) taken zelf te doen. Die waar mogelijk efficiëntere en effectievere organisatie zal ook zoveel mogelijk moderne middelen moeten inzetten. Digitalisering van veel processen zal een belangrijke rol vervullen. Voor de ondersteuning van het KCC en andere processen is een beperkte vorm van applicatiebeheer en informatiemanagement nodig. Het aantal ICT-projecten wordt beperkt in vergelijking met de huidige situatie. De informatiebeveiliging is zo ingericht dat aan de basiseisen is voldaan. Jaarrekening en begroting hebben meer kwaliteit dan bij het alleen voldoen aan de wettelijke richtlijnen. De P&C cyclus en het instrumentarium zullen op efficiency en effectiviteit getoetst worden; daar waar verbeteringen gewenst zijn of waar materiële randvoorwaarden dat noodzakelijk maken zullen aanpassingen doorgevoerd worden. Dienstverlening In scenario 1 is meer mogelijk dan het bij wettelijk verplichte minimumniveau. Het serviceniveau ligt hoger, ceremonies kunnen wat meer cachet krijgen, de klant wordt beter en directer geholpen, er is meer maatwerk mogelijk. Er is een klantcontactcentrum (KCC), waarmee efficiency-voordelen behaald kunnen worden; het KCC moet leiden tot besparingen en verhoging van opbrengsten. Dit scenario laat verder echter weinig ruimte voor verdere ontwikkeling van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Zo zullen bijv. advisering over bouwen en milieubeheer niet meer mogelijk zijn, en zullen de welstandscommissie en het historisch archief verdwijnen. Samenwerking De ontwikkeling van externe oriëntatie en een oriëntatie op samenwerking zijn aandachtspunten van de gemeente. De gemeente werkt actief en constructief samen in de regio, waarbij de positionering van de gemeente in de randstad uitgangspunt is. Recente ontwikkelingen in de samenwerking met omliggende gemeenten krijgen een vervolg, met inachtneming van doelstellingen die in het verlengde liggen van de gemeente die wij willen zijn. De gemeente neemt deel in de bestaande gemeenschappelijke regelingen (GR’s) en andere verbonden partijen. Dat alles wel tegen lagere kosten; ook de GR’s zullen moeten bezuinigen. Binnen de gemeente wordt, bijvoorbeeld in de wijken, wel de samenwerking gezocht, maar gezien de beperkte capaciteit zal dat een andere vorm moeten krijgen dan het huidige wijkgericht werken. In dit scenario is geen ruimte voor wijkmanagement. 5.4 Inhoudelijke toelichting op scenario 2 Scenario 2 betreft feitelijk de huidige situatie, zij het dat er daarbij wel € 7 miljoen wordt bezuinigd op de bedrijfsvoering. Hierbij wordt de resterende bezuinigingsdoelstelling van € 18 miljoen dus niet gehaald. Met andere woorden, de taken die wel in dit scenario zijn opgenomen, maar niet in scenario 1, kunnen we ons niet meer veroorloven. Bestuur
Versie 8 november 2010 28/29
In tegenstelling tot scenario 1 blijven in dit scenario strategische advisering aan college en directie nagenoeg op het huidige niveau. Er is in dit scenario ook meer ruimte voor ondersteuning, bijv. van de adviesraad Stompwijk. Communicatie-advies en -uitvoering kunnen op het huidige niveau blijven, inclusief voortzetting van deelname aan de bestaande evenementen en handhaving van het huidige niveau voor representatie. De gemeente blijft werk maken van de digitalisering van de informatievoorziening aan de burger. De stedenbanden hebben wel een soberder vormgeving, conform de voornemens uit het coalitieakkoord, en de subsidies voor internationale samenwerking worden beëindigd. Financiën Ook hier is sprake van een sluitend financieel meerjarenperspectief, kostendekkende tarieven en, indien nodig, toegroei naar kostendekkendheid. In dit scenario blijft kwijtschelding van rioolrechten en afvalstoffenheffing mogelijk. Organisatie In scenario 2 zal de ambtelijke capaciteit voor taken die de gemeente blijft doen in principe in stand blijven; de capaciteitsvermindering (incl. overhead) zal gekoppeld zijn aan taken die afgestoten worden. In dit scenario kan deze interne, bestuurs- en beleidsadvisering voor een deel in stand blijven, wat het functioneren van de organisatie verbetert. Een organisatie kan alleen efficiënt en effectief werken met een goede planning & control-functie. De gemeente werkt dan ook voortdurend aan verbetering daarvan. Er is capaciteit beschikbaar om goede interne instrumenten te ontwikkelen en te gebruiken: (bestuurlijke) termijnkalender, kwaliteitstoets op bestuurlijke voorstellen, jaarplannen, trimesterrapportages. Van potentiële inkomstenbronnen (bijv. subsidieverwerving) wordt optimaal gebruik gemaakt en er is aandacht voor minimalisatie van de kosten (bijv. door een inkoopbureau). Een ambitieus en slagvaardig overheidsapparaat wordt in dit scenario mogelijk doordat middelen en instrumenten beschikbaar zijn voor ontwikkeling van organisatie (incl. bedrijfsvoering) en personeel. Daarmee kan de gemeente ook beter voldoen aan de ambitie een aantrekkelijk werkgever te zijn. Dienstverlening De burger kan in dit scenario van de gemeente het niveau van service en dienstverlening verwachten dat hij gewend is. Er is een ‘plus’ mogelijk op het in scenario 1 beschreven niveau. Advisering over milieubeheer en bouwen blijven mogelijk, de welstandscommissie blijft in stand. Voor de ontwikkeling van het KCC zijn er meer mogelijkheden, gegeven de ambities ten aanzien van de dienstverlening zullen daarvoor mogelijk extra middelen beschikbaar kunnen komen. Het historisch archief blijft bestaan. Samenwerking Ook ten aanzien van de samenwerking kan voortgeborduurd worden op hetgeen in scenario 1 is opgenomen. Externe oriëntatie en samenwerking in de regio kunnen meer aandacht krijgen, conform de wensen in het coalitieakkoord. De positionering van de gemeente, als aantrekkelijke ontmoetingsen vestigingsplaats, met een bijzondere woonomgeving, is daarbij uitgangspunt. Daarmee kan de gemeente zich ook beter op de toekomst richten: samenwerking zal daarin een steeds belangrijker plaats innemen.
Versie 8 november 2010 29/29
De huidige inzet op wijkgericht werken met de inschakeling van wijkmanagers kan worden gecontinueerd. Als de gemeente haar ambities, actief en constructief samenwerken met diverse partners, waar wil maken is dat ook nodig.