DE HYPERUPIDAEMISCHE PATIÊNT
2856,
IHgIjweride J.A. Geven Leuven
Bij de patiënt in het voorbeeld van tabel 1 zat het triglyceride merendeels in de VLDL-verpakkingsvorm. Het merendeel van het cholesterol zat in LDL. Men kan het aantal VLDL- en LDLVertaling van Mmm vetten in acmm UpopnrtcIiMn
deeltjes in het bloed schatten aan de hand van htm 'vracht', de lipiden. Het plasma LDL gehalte is gereflecteerd m cholesterol;
Lipiden, vetstoffen, àjn voor de medische praktijk: triglyceriden en cholesterol In plasma zijn zij \eipakL' in lipoproteïoen. De patiënt met liyperlt|wlemie heeft dus een hyperlipoprorrmrmie.
het plasma VLDL gehahe is gereflecteerd in (nuchter) triglyceride. Triglyceride wotdt alleen gemeten, om er een hoog cholesterol-gehalte mee beoordelen. Tabel 2 b a t de getallen zien van dezelfde patiënt na de maaltijd
Er zijn vijf belangrijke klassen van iipoprotemen, zie de tabellen. Alle bevatten de twee genoemde lipiden, alleen, hun hoeveelheid, afkomst en lot zijn verschillend. .
Thbel 2. Enkele uren na een vctr^ke maaltyd
Het verband met hart- en vaatziekten bepaalt hun klmische relevantie. Andere klmische beelden bijdrage aan
bijdrage aan
zijn: Xanthomen in de huid en de pezen, pancreatitis en lipemia retinalis. Behandeling van
«ftulesieiul
IrigffCEiide
hyperiipoprotetnemie is soms g^idiceerd om deze ziekten te voorkómen.
Bmol/l (%)
nunol/l (%)
chyKMnic roncn
0.1 (2%)
3.0 (7S%)
VLDL
OS (10%)
0.5 (12%)
IDL
spoor
spoor
LDL
3.4(70%)
0.25 ( 6%)
HDL
1,0 (20%)
03S ( 6%)
5fi
4fi mmol/l
Aan de hand van een gefingeerde patiënt (drie tabellen) kan de samenhang tussen de klinischchemische uitslagen en de lipoprotdme stofwisseling worden verhelderd.
Tabel 1. Voorbeeld Iemand heeft een nuchter totaal lerum eholesteralgebalie van S nunol/l en een triglycéride van ï i aaaóUl ~naam~van de veiwer van vcipakkingnnini
chykMDÏcron
vet uil voeding
bijdiafe aan choleattiol in bloed
bijdiage aan triglyceiide in bloed
mnol/l
%
nunoU %
(poor
0%
spoor
0%
U
80%
spoor
0%
Tabel 2 laat zien, dat de maaltijd niets veranderd heeft aan het totale cholesterolgehalte van het bloed. Triglyceride neemt wel toe, door circulerende chylomicronen.
VLDL
vel uil lever
OS
10%
IDL
luttenpiTxlukl
spoor
0«
LDL
cboleaeiol brenger
M
n%
02
13%
HDL
cholesterol alhaler
1
20%
0.1
7*
Totaal
^ rv)
H
O
o
Sfi
Aikottingen: VU)Lavriy low demiljr Upopiotein; IDL: intennediate density Upoprotem: LDL-low dentiiv lipoprotein; HDL "high density lipoproiein. ' - ' ' ' • "* ' ' " ' ^ i " 'Oterogeen: HDL is juist anti.«theit)geen (HDL - 'Htxip Doet Leven'). VLDL heeft eea dubieus effect op de vaten; chylomicronen àjn onschadelijk voor de vaatwand.
dan drie glazen aleohd per dag. De Moedaftiame was nnchtcr (in Tabel 3 . Na een week i • twee bctefccaiaseB)
rneaewalo, auecu «uur rtaeurüi
De verdeling van cholesterol over de Kpoprotdnen is dmdelqk versdioven in tabel 3. Een groot
bydiageaan
deel van het serum dudetterol gehalte is verbonden met VLDL (38% van het totale dioleslerol), l(%) clqrtoniiciQiieQ
tpoor
niadin{%) (0%)
ipoor(0%)
VLDL
2.0
(38%)
4fi (90%)
IDL
spoor
(0%)
spoor 0%
LDL
2.5
(«%)
02 ( « % )
HDL
0.7
(13%)
0.2 ( « % )
en niet zozeer aan LDL. De vraa^ of dat nu gevaarlqk is kan voorlopig worden beantwixird met 'nee'. VLDL is minder atherogeen dan LDL. VLDL is groter en zal minder s n d de arteriSIe vaatwand binnen te dringen dan LDL. Vooral de kleinere varianten van LDL ('small dense LDL') lijken atherogeen te zijn. Als de concentratie VLDL toeneemt, neemt ook de bijdrage van VLDL aan het serum cholesterol gehalte toe. Bij een serum triglyceride gehalte hoger dan S mmol/l is de regel, dat het serum cholesterol gehalte een abpiegeling is van LDL, niet meer geldig. Bij een triglyceride lager dan S is het VLDL-cholesteroI gehalte bq benadering 0,4S*TG. Met de uitslagen in de hand is LDL
5.2 mmol/l
*A
D e chylomicronen uit de maaltijd van de vorige avond 2ijn uit het Uoed verdwenen. Toch is het
vervdgens uit te rekenen:
LDL > (totaal chdesterol) - 0,4S*TG - (HDL chdesterol)
triglyceride 4,4 mmol/l (normaal maximum 2). Dit keer komt dat door circulerend VLDL. De lever heeft zijn calorie-overschot uit alcohol verpakt m olie-tankertjes en op transport gesteld, in de drcubtie. De klaring van VLDL (»tankcrtjes) kost meer tijd dan die van chylomicronen.
Dit is de Formide van Friedewald, die over de hele wereld wordt toegepast, soms ook door de klinisch chemicus, als hij LDL-cholesterol op de uitslagenlijst vermeldt. Bijvoorbeeld uit tabd 1 blijkt, dat deze patiënt een cholesterol had van S, een triglyceride van 1 3 en een HDL-chol van 1.
De ratio van U>L/HDL: alleen voor research
Vul dat in:
Uit de drie tabellen blijkt, dat het senun triglyceride gehalte ved sterker varieert dan het
en dat is een redelijke benadering van de in tabd 1 opgegeven waarde voor LDL van 3 3 mmol/l.
cholesterol Verder valt op, dat het atherogene LDL in tabd 2 niet is veranderd door de maaltijd
In de dagelijkse medische praktijk is de winst uit deze verdere aanscherping van de risicoschatting
en dat LDL in tabel 3 lager is dan in tabd 1 en 2, en dat zou als 'goed' kunnen worden aange-
niet erg groot.
LDL - 5 - 0.45*13 - 1 - 3 3 mmol/l,
merkt. H D L is lager en dat is 'kwaad.' Het saldo tussen goed en kwaad heeft men wel uit willen drukken a b een ratio tussen bdden, LDL/HDL. Een hoge ratio is dan een slecht voorteken. In de
Is triglyceride gevaariijk?
Helsinki Heart Study heeft men een waarde van LDL/HDL - S genomen als arbitrair afkappunL Bij een ratio hoger dan vijf en bij een plasma triglyceride gehalte hoger dan 2 3 mmol/l, vond men
Het feit, dat het gehalte van het triglyceride in het bloed zo sterk wisselt, betekent, dat triglyceride
een opvallend sterk verhoogd risico. Het was bovendien tleze subgroep, waar het lipiden regule-
een slechte voorspeller van cardiovasculaire compiicalies, slechter nog dan cholesterol Bovendien
rende preparaat gemfibrozil het gunstigste effect sorteerde op de prognose, want de inddentie van
is er geen diermodd, waarin triglyceride (lees: VLDL) atherogeen blijkt te zijn en hetzelfde geldt
coronaire hartziekte normaliseerde, d.w.z. daalde naar de inddentie in de groep met een ratio
voor de patiënten met extreme hypertriglyceridaemie, bij wie een opvallende atherogenese
lager dan S en triglyceride lager dan 23-
ontbreekt. Wel zorgelijk is een laag HDL-cholesterd, die gepaard gaat met een hoog plasma triglyceride
D e ratio in tabel 1 was 3 4 ; in tabd 2 was de ratio 3,4 en in tabd 3: 3,6. De patiënt heeft zich zo te
gehalte. Dat blijkt uit tabd 3, maar niet uit tabel 2 (na de maaltijd). Het verschil is gemakkelijk te
zien geen grote gevaren op de hals gehaald. Bij een laag LDL kan de patiënt zich een laag HDL
verklaren: de tijd, dat de triglyceride rqke Itpoproteïnen en .HDL-dedtjes in eikaars vaarwater
permitteren: bij geringe vervuiling is minder opruiming nodig. Er zijn bezwaren tegen de ratio aan
zaten was in tabel 2 korter dan in tabd 3. In tabel 2 waren het de chylomicronen, die een
te voeren. In de Nederlandse praktijk wordt er geen gebruik van gemaakt
halfwaardetijd hebben van tien minuten. In tabd 3 waren het VLDL-dedtjes, met een halfwaardetijd van enkele uren. Menselijk plasma bevat een factor, die H D L dwingt zijn cholesterol-lading
over te zetten op triglyceride rijke lipoproträien. Daar b enige tijd voor nodig en die was ter beschikking in de situatie van tabd 3.
Tabd 5. Het totale scmm chdeaterol gehalte neemt toe met 1 3 nunol/l tussen het 20e en 50e levensjaar. De prevalentie van cholesterol waarden hoger dan 6 3 mmol/I neemt dus ook toe met de leefiyd. leeftijdsgroep
Tenslotte blijkt uit tabel 3, dat ook het plasma LDL gehalte verlaagd b ten opzichte van tabel 1 en 2. Dat komt door een gehed ander mechanisme dan werd beschreven bij HDL. LDL-deeltjcs
20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar
worden uit VLDL-dedtjes gevormd. A b de VLDI^ded^es zijn leeggetankt in de vet- consumerende weefseb, dan blijft, via een tussenprodukt IDL, LDL over. Normaal b de effidëntie daarvan 1:1
5,1% 13,4% 2AS% 31.4%
4,1% 6.5% 15,7% 38,7%
(1(X)%), maar hoc hoger het nuchtere plasma triglyceride ( » h o e hoger de VLDL concentratie) des te kleiner de kans b om uit een VLDL-dedtje een LDL-deeltje te maken. Bij een hypertriglyceridemie kan de effidëntie dalen tot 10% en wordt 90% van de VLDI^overblijfsden (remnants)
Nederland is restrictief met screening en opeenvolging van bepalingen
door de lever opgenomen ea niet in LDL omgezet Hoe «lat komt b helaas onduideUjk. Omdat het serum totale cholesterolgehalte niet specifiek en niet sensitief b bij het aanwijzen van Bovenstaande verklaart, waardoor het serum cholesterol gehalte van week tot week varieert. Het
diegenen, die op jonge leeftijd een hartmfarct zullen doormaken, b bij consensus besloten niet te
gaat om ongeveer ± W % . Verder kan tien procent van de bevolking zelfs sterker variëren.
saeenen. Indicatie voor het bepalen van een cholesterol kan zijn:
Uiteraard b dat laatste vooral zo bij een neiging tot hypertriglyceridaemie. waar bet serum
Hypertensie; diabetes mellitus; manifeste atherosderose; idem in de familie voor het 60e
cholesterol gehalte 'mee-deint' met de sterk variërende VLDL concentratie. Tabel 4 toont twee
levensjaar; cholesterol hoger dan 8 mmol/l in de familie; aanwezighdd van Xanthomen; idem in de familie.
voorbeelden van variatie:
De tweede restrictie betreft de opeenvolging van bepalingen. Voor de medbche praktijk wordt Talid 4: Bi] 10% van de bevolking varieert het totale serum dioiesterol gehalte meer dan 10%
ontraden direct bij het begin al triglyceride en HDL-cholesterol te bepalen. De reden daarvan is. dat een geïsoleerde hypertriglyceridaemie bij normale HDL en LDL geen prognostbche betekenis
normale variatie tussen:
10% van de normale bevolking varieert tussen:
5.0 mmol/l
4.4 - 5.6
4.0-6.0
6.5 mmol/I
5.7 - 7 J
5.2-73
Meetwaarde
heeft. Toch geeft het zorgen. Ook een geboleerd laag HDL-cholesterol geeft zorgen, ditmaal gegrond, maar bij gebrek aan een specifieke therapie b deze bepaling een overtreding van een medisch-ethbcfa dogma, 'nee-tenzij' tegen bepaling van een predictieve test a b de therapie
Voor de medische praktijk betekent dat, dat een cholesterol bepaling moet worden opgevat ab een niet-representatieve momentopname. By w^ze van spreken zijn wij meer geïnteresseerd in de waterstand dan in de golven! Bij consensus b nooit te vertrouwen op ëën enkele cholesterolwaarde, tenzij deze kleiner b dan S mmol/l. Een tweede cholesterol moet enkele weken na de eerste worden geprikt. Nuchter zijn b niet nodig.
onvoldoende b. Bekend is, dat roken het HDL verlaagt en drankgebruik en hardlopen het verhoogt.
Atherogene omstandigheden 2U>nder LDL geen atherogenese. Echter, mensen met een laag LDL ktumen op jonge leeftijd toch een hartaanval krijgen. Blijkbaar b hun arteriële vaatwand bijzonder vatbaar voor LOL-stapeling. Factoren, die de vatbaarhdd verhogen zijn: een verhoogd plasma homocysteine gehalte en een verlaagd HDL. De eerstgenoemde b het gevolg van een tekort aan omzetting van een afbraakprodukt van bel aminozuur methionine, homocystdne. In academische centra doet men een methioni-
Een tweede bron van variatie b de leeftijd. Tussen het 20e en SOe levensjaar neemt bet totale
ne behstingtest om patiënten met een vertraagde klaring van homocysteine op te sporen.
serum cholesterol gehalte toe met 1 3 mmol/l. Dat betekent, dat wij bij oudere mensen vaker een
Foliiunzuur 03mg per dag en vitamine B6 kuimen de metabole verwerking van homocysteine
verhoogd cholesterol vinden dan bij jongere, zie tabel 5.
verbeteren. In bet algemeen raden wij de patiënten allemaal aan ruim groente te eten. Het fibrinogeengehalte van het plasma b een sterke indicator voor de prognose. Tot bet tegendeel is bewezen houden wij het erop, dat een zieke vaatwand een signaal aan de lever afgeeft, die
daarop vervolgens meer fibrionogeen gaat synthetiseren, a b een zgn. 'acuut fase eiwit'. Voor de
2. Famümre DysbeuU^K^mteinanie, F D Prevalentie: 1:5000 (3000 patiënten in Nederland)
praktijk geldt dus vooralsnog: HDL rapporteert over de g e v o d i ^ d d voor U I L ; fibrinogecn rapporteert over de toestand van de vaten. Dat betekent, dat men een verhoogd cholesterol niet behoeft te behandelen, a b de patiënt geen
'Dys' b afwijkend, maar niet noodzakelijkerwijs verhoogd. Het cholesterol b abnormaal verdeeld over de Iipoprotemen. weinig in LDL; ved m IDL en VLDL. Omdat deze drie lipoproteïnen m dectroforese met beta-mobiliteit lopen heet de ziekte dan ook: dysbeta_. Indien de pbsma lipoproteinen zijn verhoogd noemde Fredrickson en medewerkers dat destijds: Type m . De kans
•manifeste atherosderose heeft en een laag fibrinogecn. Andersom b een verhoogd fibrinogecn nog
op een hartinfarct en op perifere athérosclérose op jonge leeftijd b dan sterk verhoogd. Bij FD
niet van prognostische betekenb door de zeer vele stoorzenders, ontstekingen, infecties elders, die
met normale serum lipiden spiegeb b dat niet het geval. De serum lipiden kimnen bij FD extreem
het Gbrinogeen verhogen.
hoog worden en dat geeft ved commotie. Gedeeltelijke geruststelling: de afwijking reageert goed op dieet/vermagering en alcoholbeperking. Bij vrouwen heeft orale toediening van oestrogenen een gunstig effect.
IVee erfelijke lipiden stofWisseüngsstoomissen, FH en FD:
Mechanisme van de afwijking: verhoogd van cholesterol en van triglyceride wordt veroorzaakt door circulerend IDL, dat b een verzameling van restanten uit de plasma-triglyceride klaring, door
1. Familiaire Hypercholesterolemie, FH Prevalentie: 2:1000 (ongeveer 30 000 patiënten m Nederland) ICans op een hartinfarct lOx verhoogd; levensverwachting met 10 jaar verkort; de helft van de mannen heeft hartklachten of b dood voor het 60e levensjaar (vrouwen voor him 70e); de eerste manifeste coronairinsuffidêntie kan zijn op het 20e levensjaar; 9S% van deze patiënten sterft uiteindelijk aan een hartaanval.
vertraagde klaring van deze restanten (remnants), door aftvijkende apolipoproteinen op deze restanten, i.e. apolipoprotdhe E (apoE) past niet op de receptor in de lever, door homozygotie van een recessieve mutatie in apoE, fenotype E2/E2. Ben hyperlipidemie heeft bij FD de vorm van een Hyperlipoprotememie Type 01 volgens Fredrickson. Deze patiënten hebben een verhoogde produktie van VLDL, vaak gele handlijnen (xanthochromia striata palmarb); tubereuze Xanthomen op de ellebogen en soms ook tendineuze Xanthomen in de knokkeb en in de achillespezen.
2. De aandoening b familiaal. Dat betekent, dat de dragers van het gen hun prognose van dichtbij kuimen inschatten en dat kan een psychbche belasting betekenen.
De mengvormen: Familiaire Gecombineerde Hyperlipidemie, FCH
Gedeeltelijke geruststelling: zonder behandeling wordt een deel van de patiënten klachtenvrij ouder dan 80 jaar, zelfs ook ab andere familieleden op jonge leeftijd klachten kregen. Vrouwen
Bij veel patiënten blijkt geen FH of FD te bestaan, en blijkt toch de aandoening m de familie voor
met FH hebben een tien jaar langere levensverwachting dan mannen. De moderne behandeling
te komen, zij het in zeer wisselende vormen, namelijk bij sommige familieleden verhoging van
kan de kans op een hartinfara waarschijnlijk meer dan halveren. Wie niet rookt heeft een veel
LDL, bij anderen van VLDL of van bdden. De diagnose kan zonder familie-onderzoek niet
betere prognose dan een soortgelijke patiënt die wel rookt Cerebrovasculaire aandoeningen
worden gesteld. Bij FCH-patiënten maakt de lever teveel VLDL. Het risico voor een hartinfarct b
komen bij FH niet vaker voor dan normaal. De diagnose FH b geen 'doodvonnb'.
verhoogd. Bij gebrek aan definitie lijkt verdere bespreking hier niet zinvol.
Mechanisme van FH: het serum cholesterolgehalte b 10 mmol/l bij een normad triglyceride. De zeer zeldzame homozygote patiënten hebben 20 nmiol/l door een verhoogd senun LDL gehalte
Wanneer interventie?
(vroeger werd dat Type HA genoemd), door een vertraagde klaring van LDL uit de circulatie, door een gebrek aan normaal functionerende LDL-receptoren in de lever, door een dominant
Een bekende kunstfout b om bij een patiënt met bijvoorbeeld een hypothyreoidie een verhoogd
erfelijke afwijking in het LDL-receptor-gen, met gen-dosb effect d.w.z. dat de homozygote vormen
cholesterol behandelen met een cholesterol verlagend medicament zonder eerst naar de schild-
zowel klinbch a b chembch een ernstiger beeld vertoneiL
klierziekte zoeken en te behandden. Een secundaire hyperlipidemie treedt vooral op a b hiervoor
Cholesterol kan bij deze aandoening in de pezen uit kristalliseren en geeft dan tendineuze
een erfelijke aanleg bestaat Niet iedereen reageert op akxihol of diabetes mellitus met een
Xanthomen, vooral in de knokkeb en in de achillespezen. In de laatste kunnen pijnlijke ontstekin-
hyperlipidemie. Het b zinvol een kleine stamboom te maken 'met een cardiovasculaire anamnese
gen optreden.
en navraag naar huidverschijnsden (Xanthomen) of pijnlijke achillespezen (ontstoken peesxanthomen).
Bij Underen g d d t voor interventie 'Nee, tenzij': alleen a b in de familie hartinfarcten optreden voor het 30e levenqaar zou men een bloeda&iame voor een cholesterol bepaling kunnen overwegen. Bq
Vier patiënten met elk een totad serum cholesterolgdialte van / mmol/l, waarvan eciiiei Ue betekenb verschilt
ouderen boven het 70e levenqaar zon men mterventie kunnen overwegen ter voorkoming van Patitnt
1
hoog en rekenkundig Iqkt een grote wmst haalbaar. Echter, de patiënt heeft zijn cholesterol tot nu
cholesteiol
7.0
7.0
7.0
7.0 nunol/l
toe overleefd en behoort daarmee waarsdiqnlijk tot de 'kampioenen', zij die niet vatbaar zqn.
triglyceride
1.0
l»
*fl
4.0 •
HDL-cholesteiol
2.0
0£
1.2
04! •
VLDL^holestetol LDL-cholesleiol LDL/HDL
03 4.5 22
OS 5,75 7a
13 43 32
13 4,4 5.5
bitterheid, namdqk a b de patiënt zeer gemotiveerd b . Het absolute risico voor een hartinfora b
Bovendien verklemen op oudere leeftijd de andere risico's de winst uit interventie, i.e. vereenzaming, depressie, kanker en dementie.
Hoe?
Het dieetvoorschrift b , op enkd detaib na, m alle hyperli|Mdaemieën gelijk. Moderne opvattingen laten vereenvoudiging toe: verzadigd vet moet worden vermeden, choiesterd gaat o p rantsoen. Om
Patiënt 1 komt gezien het fraaie HDL-chol, minder gauw in aanmerking voor medicamenteuze therapie dan patiënt 2.
het eerstgenoemde in ëën zm duidelijk te maken voor de leek: "Wat s t d t in de koelkast, s t d t In
Patiënt 2 heeft een laag HDL-cholesterol en heeft daardoor een extra reden te stoppen met roken,
V" (niet omdat U zo koud bent, maar omdat het gemakkelijk te ontiiouden b ) . Vervolgens kan
te vermageren en meer iichaamsbewegmg te nemen (ga eens fietsen naar uw werk etc). Het lage
men deze regel consoUderen met de stellmg, dat 'een haring mag, omdat hiJ nog awemt bi] nul
HDI-chol mag worden opgevat a b extra risicofactor, zeker in verhouding tot LDL (ratio = 7,2).
graden'. Dus alle vissen zijn vrij voor consumptie; alle spijsoliën, indusief olijfolie en arachide olie,
Dat speelt een rol bij de indicatie van interventie.
mogen vrij worden gegeten. Over cholesterol m de voeding het volgende: m phmten komt het niet voor. De cholesterol turnover in het lichaam b 1 gram/dag. De lever maakt daarvan 2/3 en ëën derde komt per os uit dierlijke bronnen. A b men cholesterol e e t komt dat verpakt m chylomicronen remnants bij de lever. Die neemt ze ongeremd op en de cholesterol synthese aldaar vermindert. Per sddo verandert er dan niet ved. Vandaar dat twee eieren per week nog zijn toegestaan a b rantsoen voor mensen met een verhoogd cholesterol gehalte m het bloed. De tvree regeb kunnen worden geoefend door een gamdencocktail door te rekenen.
Bij patiënt 3 bestaat een hypertriglyceridaemie. Het HDL-chol b iets lager dan bij patiënt 1, omdat VLDL het cholesterol van HDL 'afpakt'. Door VLDL te laten zakken met dieetmaatregelen, vermagering, meer lichaamsbeweging en vermindering van de dcohol-intake, kan het H D I chol verrassend stijgen. Bij deze patiënt b het voorschrift van cholesterol-syntheseremmers en/of de galzuurbindende harsen fout omdat niet het LDL een probleem b . De rol van VLDL in de atherogenese b , zoab gezegd, ondmddijk en verdient daarom geen medbche interventie. A b echter de patiënt manifeste atherosderose heeft geven wij de schdd daarvan mede ook aan het verhoogde triglyceride en b een triglyceride verlagend middel een jubte keuze. Patiënt 4 heeft een HDL van 0.8 mmol/l De verhouding LDL/HDL b zorgwekkend. Daarbij b het
Mayonaise bevat 80% ski-olie, die niet stolt in de koelkast, dus dat mag. De ei-dooier in mayonaise b minder dan van een heel ei. Cholesterol in de portie garnden b kleiner dan in een ei en gamdenvet z d niet stollen, omdat het een beweeglijk koud-waterdier b . De cocktail kan worden gegeten zonder wroeging en zander vervdend commentaar van bet-weters. Het rantsoen van een ei was 250 mg cholesterol. Dat wordt met gehadd met deze cocktail.
Medicamenten zijn erop gericht het plasma LDL gehalte te verlagen. De Üieorie, dat antioxydantia zoab vitamine E een gunstig effect hebben op de atherogenese, b niet bewezen. In figuur 1 staan de zes prindpes van medicamenteuze interventie.
triglyceride verhoogd. In de PROCAM studie werden bij patiënten met deze configuratie in de foUow-up de hoogste inddentie van hartinfarcten gevonden. Bij de Hebinki Heart Study waren de maimen met dit beeld hel beste af met een lipiden regulerend middel.
Figuur 1:
LTTERATUIIR
Alheiasdetoce (leeblt boven ia de Bguur) onmaat door ophopiag vaa LDL Anii^a^aatia lijken vooialtnog geea klinisch effect te hebben. Namiiii luniHluivMui. zoab adpimai, lenuneo de lipolyie in vctwectel; daaidoor kooien er minder vrije vetzuien ia de lever, die dus minder VLDL g^at tnakea; aangezien VLDL de vooitoper is van LDL betekent dit, dat er minder LDL in de diculaüe veitchijnL H n a t e a hebben een nog onduidelijke «erkiiic rij stimuleicn de omzening van VLDL in LDL De modetne (ibnten doen ook het LOL dalen. Het triglyceiide zakt De "luinuui^ remmen het HMG-CoA Reductase, het eeiste eniym op de metabole weg naar choleateioL Remming daarvan peft een cholesterol depletie in de lever, een soort honger, die de lever blijkt te kunnen stillen met de fabricage van LDLiccepioien: LDL beval immen veel cholestenl per deeltje. Haaaea binden pizuien, zodat de enteio-hepaiische kringloop wonti ondetbioken. De lever pasi bij door cholesterol in pizuien om ie zenen en de 'honger* die daaiuii ontstaat wotdt weer gestild via U)ly.Rceptoien. Het tegenpuui van cholestenl leaorpiie heeft nog geen klinische toepassing gekregen. TT het remmen van de cbolesierol re-absoipiie in de darm beeft veel aandacht gekregen, maar een veilig middel om dal te bereiken is nog niet ter beschikking Momenieel lijken de zgn. pbytostenlen, vooral sitosienl en zijn gereduceerde v o m siiosunol. goede kandidaten. Deze stoffen komen van naiure m planten vtxir en kunnen in mai^rme worden verwerkt.
Gevers Leuven, JA. Vetstofwbsdingsstoornissen. In: Den Ottolander (ed) Interne Geneeskunde, Bohn, Stafleu en Van Loghum, Houten, 1992, hoofdstuk 20-5:730-739 (herdruk begin 19%).
HYPERUPOPROTEINEMIE EN ATHEROSCLEROSE Nieuwe cntiMikkelingen ten beiioeve van diagnoctiek en beliandeling
Vitamine E7 Onder redactie van R.R. Frants, et al.
Nicotinezuur
dP-GEGEVENS KONINKLIJKE BŒUOTHEEK, DEN HAAG HyperUpoproteinemie Receptor
Hyperlipoprotdnemie en atherosderose : nieuwe ontwikkelingen ten behoeve van diagnostiek en behandeling / [cursuscommissie R.R. Frants ... et al]. - Ldden : Boerhaave Clommissie voor Postacademisch Onderwijs in de Geneeskunde, Rijksuniversiteit LeideiL - (Boerhaave cursus, ISSN 0929-8940) (hirsus gehouden op 12 januari 1996. Met lit. opg. ISBN 90-6767-315-3 Trefw.: lipoproteïnen / vaatziekten
Boerhaave Commissie voor Postacademlacli Onderwijs in de Geneeskunde Riiksunlversttell Lelden