De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS In het werkingsprotocol van de RCIB wordt systematisch een evaluatie gemaakt van de gezondheidstoestand van de patiënt. Een vragenlijst wordt ongeveer 1 jaar na de herstelmaatregelen verstuurd, enerzijds om de gezondheidstoestand van de patiënten te beoordelen en anderzijds om de relevantie van en de tevredenheid over de dienst te beoordelen. De vragenlijsten worden zowel naar de artsen als naar de bewoners verstuurd. Ongeveer 40% van de artsen en patiënten stuurt de ingevulde vragenlijst ook terug. Van de patiënten hebben wij maar weinig reacties ontvangen op onze brief, hoewel er een gefrankeerde envelop bij zat (in 2004 was dat 30%). Om hier meer over te vernemen, hebben wij contact opgenomen met de patiënten die geen gevolg hadden gegeven aan onze brief en hebben wij telefonisch de vragenlijst met hen overlopen. De resultaten die wij hieronder bespreken hebben betrekking op de onderzoeken die tussen september 2000 en december 2005 werden uitgevoerd. De evaluaties van 2006 worden momenteel nog verwerkt en zijn hier nog niet opgenomen.
1. Beoordeling van de verbetering van de gezondheid van de bewoners 1.1. Artsen In totaal werden 720 vragenlijsten verstuurd naar de artsen, betreffende 598 onderzoeken die werden uitgevoerd tussen september 2000 en december 2005. Op vraag van de patiënt werden een aantal vragenlijsten verstuurd naar verschillende artsen (huisarts en specialist) voor eenzelfde onderzoek,. Wij hebben 301 ingevulde vragenlijsten ontvangen, waarvan er enkele onvolledig waren. Hierbij dient gezegd dat een patiënt die het goed stelt zelden teruggaat naar zijn arts. Heel wat artsen hebben hun patiënten niet meer gezien na het bezoek van de RCIB. Anderzijds zijn er ook patiënten die van arts veranderd zijn. Op enkele vragenlijsten werd het gedeelte over de evolutie van de gezondheidstoestand niet ingevuld. De redenen die hiervoor vaak worden aangehaald, zijn tijdsgebrek of het feit dat de arts zijn patiënt niet meer heeft gezien. De onderstaande grafiek illustreert het aandeel van de antwoorden van de artsen op elke vraag. De nummering van de vragen (VD) en de betekenis ervan volgen op het einde van dit hoofdstuk.
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 1 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Figuur 28.1 : Aantal antwoorden dat per vraag werd ontvangen; vragenlijst verstuurd naar de arts. Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 350
Zonder antwoord Ontvangen antwoorden
300 250 200 150 100 50 0 VD1
VD2
VD3
VD4
VD5
VD6 / volstond
VD6 / relevant
De analyse van de vragenlijsten levert de volgende resultaten op: Tabel 28.2 : Aantal patiënten dat opnieuw op raadpleging is geweest bij de huisarts Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 VD1*
Aantal
%
Nee
36
12
Ja, een keer
65
22
194
64
Ja, meer dan een keer Geen antwoord Totaal
6
2
301
100
*VD1 = Is de patiënt opnieuw op raadpleging geweest na het onderzoek?
In de meeste gevallen gaat de patiënt opnieuw langs bij zijn huisarts. Indien hij dit niet doet (12 %), dan is ofwel zijn gezondheidstoestand dermate verbeterd dat hij het niet meer nodig vindt zijn huisarts te zien, ofwel is de patiënt van huisarts veranderd. Tabel 28.3 : Evaluatie van de mededeling van de resultaten door de arts aan de patiënt Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 VD2*
Aantal
%
Nee
24
8
Ja, tijdens een raadpleging
231
77
Ja, langs de telefoon
35
12
Ja, per post
10
3
1
0
301
100
Geen antwoord Totaal
*VD2 = Werden de resultaten van de analyses meegedeeld ?
De meeste artsen (92 %) ondersteunen het advies dat werd gegeven tijdens het bezoek van de ecosociaal adviseur door de resultaten van de analyse aan hun patiënten mee te delen tijdens een
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 2 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
raadpleging, per post of langs de telefoon. Een van de negatieve antwoorden werd gegeven door een arts die stelt dat hij zijn patiënt niet meer heeft teruggezien. Tabel 28.4 : Beoordeling van de mate waarin de analyseresultaten overeenstemmen met de klachten van de patiënt Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 VD3*
Aantal
%
Nee
28
9
Weet niet
71
24
188
62
14
5
301
100
Ja Geen antwoord Totaal
*VD3 = Zijn de resultaten van de analyse in overeenstemming met de klachten en/of de symptomatologie van de patiënt ?
De meeste milieudiagnoses kwamen overeen met de symptomatologie die werd geïdentificeerd door de arts of de klachten van de patiënt. In 10 % van de antwoorden was de klacht niet in overeenstemming met de analyseresultaten. Hierbij moeten we rekening houden met het feit dat sommige analyseresultaten negatief waren en dat sommige vragenlijsten niet werden ingevuld. 38 % van de artsen kon geen raming geven. Tabel 28.5 : Ondersteuning van het advies door de arts Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 VD4*
Aantal 68
23
Ja, tijdens een raadpleging
188
62
Ja, langs de telefoon
13
4
Ja, per post
1
0
Geen antwoord
31
10
301
100
Nee
Totaal
%
*VD3 = Werd aanvullend advies gegeven om de blootstelling aan de geïdentificeerde verontreinigende stoffen te verminderen ?
De meeste artsen hebben het advies van de ecosociaal adviseur ondersteund door aanvullend advies te geven, vooral tijdens raadplegingen, maar af en toe ook telefonisch en in enkele zeldzame gevallen per post. Tussen de negatieve antwoorden zit een antwoord van een arts die zijn patiënt niet heeft teruggezien; een andere arts achtte het niet nodig bijkomende informatie te verstrekken. Tabel 28.6: Beoordeling van de mate waarin het advies wordt opgevolgd door de patiënt Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 VD5* Nee
Aantal
%
30
10
Weet niet
111
37
Ja
136
45
24
8
301
100
Geen antwoord Totaal
*VD5 = Heeft de patiënt het advies voor remediëring opgevolgd?
Vaak is de arts op de hoogte of ondervraagt hij zijn patiënt om te weten of het advies voor remediëring werd opgevolgd. In 50 % van de gevallen was dit zo. 40 % van de artsen beschikte echter niet over 28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 3 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
deze informatie, met name omdat de patiënt is verhuisd kort na het bezoek van de RCIB en de voorgestelde saneringsmaatregelen niet heeft kunnen uitvoeren. Sommige artsen vermelden dat het advies slechts gedeeltelijk werd opgevolgd (financiële redenen of onenigheid met de eigenaar). Een van de artsen vermeldt: "de werken die hadden moeten gebeuren in het appartement werden geweigerd door de sociale huisvestingsmaatschappij”. Een arts wijst erop dat het advies in het rapport een beetje te theoretisch is. Tabel 28.7 : Beoordeling van de informatie Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005
Relevant ?
Volstond ?
VD6* Ja
Aantal
%
Aantal
%
252
84
73 1 26 100
Nee
5
2
Geen antwoord
44
15
220 4 77
Totaal
301
100
301
*VD6 = Volstond de door de RCIB verstrekte informatie? Was ze relevant?
In de meeste gevallen (98 % van de ontvangen antwoorden) meent de arts dat de door de RCIB verstrekte informatie volstond. Enkele artsen hebben deze vraag niet beantwoord; ook hier vond een van hen de informatie te theoretisch. De meeste artsen die hebben geantwoord, menen dat de door de RCIB verstrekte informatie relevant was met betrekking tot de gestelde milieudiagnose. Deze vraag werd echter niet beantwoord in 77 van de ontvangen vragenlijsten. Figuur 28.8 : Percentage van verbetering van de gezondheidstoestand van de patiënten 1 jaar na het onderzoek van de RCIB, volgens de artsen. Bron : RCIC-enquêtes 2000-2005
13% 29%
Duidelijke verbetering Lichte verbetering Weet niet
29%
Nee 29%
58 % van de artsen meent dat de verbetering van de gezondheidstoestand van hun patiënten reëel is (lichte tot duidelijke vooruitgang). Twee artsen wijzen er echter op dat het nog te vroeg is voor een volledige beoordeling van de verbetering van de gezondheidstoestand. Bij de negatieve antwoorden zit er één van een arts die de vraag niet beantwoordt omdat hij van mening is dat “het moeilijk te zeggen is omdat de astma van de patiënt multifactorieel is". Twee andere artsen voegen hieraan toe dat de huisvestingsmaatschappij niet heeft ingegrepen, een vierde arts wijst de RCIB erop dat de patiënt het advies niet heeft opgevolgd. 28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 4 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Twee artsen vermelden bij het antwoord "weet niet" dat ze geen contact meer hebben gehad met de patiënt, een andere merkt op dat het moeilijk is na te gaan of de patiënten het advies opvolgen. Verschillende redenen worden naar voor geschoven om het gebrek aan verbetering van de gezondheidstoestand van de patiënten uit te leggen. Zo is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de redenen die verband houden van de medische diagnosestelling enerzijds en met de integratie van de binnenhuisvervuiling in het beheer van het probleem anderzijds. Enkele van de redenen die werden aangehaald: • waarschijnlijk geen verband tussen de symptomen en de pathologie; • de pathologie was psychiatrisch; • waarschijnlijk slechte indicatie van mijn kant: patiënt stelt zeer hoge eisen, verwacht dat de huisvestingsmaatschappij de zaak in handen neemt, maar is zelf niet in staat om zijn gewoontes te veranderen: beperkt begrip, verzet tegen veranderingen, financiële problemen (vb. geen geld voor een nieuwe matras); • waarschijnlijk weinig zicht op het verband tussen milieu en gezondheid + financiële moeilijkheden om het advies voor remediëring op te volgen. Tot besluit merken we op dat er in bijna 60% van de gevallen, er een kleine of grote verbetering is van de gezondheidstoestand van de patiënten. Toch kan 30% van de artsen de verbetering niet beoordelen omdat zij menen dat het nog veel te vroeg is om een evaluatie te maken, ofwel omdat zij hun patiënten niet meer gezien hebben. Enkele van de ontvangen opmerkingen: -
Zware problemen met de eigenaars: verwarming heeft enkele maanden niet gewerkt.
Eenvoudig advies zoals schoonmaken van door schimmel aangetaste materialen en gebruik van een antimijt-matrasbeschermer blijken dan zinloos, gelet op de omvang van het andere probleem. Het probleem werd opgelost door te verhuizen, maar de woning is ondertussen al opnieuw bewoond.
1.2. Bewoners In totaal werden 595 vragenlijsten verstuurd naar de patiënten bij wie de RCIB een onderzoek heeft uitgevoerd tot in december 2005. 240 antwoorden werden ontvangen. Bij deze antwoorden zitten 10 vragenlijsten die telefonisch werden ingevuld. De verzending van gefrankeerde enveloppen, waartoe eind 2001 werd beslist, bleek niet echt efficiënt (in 2004 bedroeg het aantal antwoorden 31%, de laagste respons). Deze lage respons kan worden verklaard door het feit dat meer dan 55 patiënten ondertussen zijn verhuisd en dat voor slechts 12 van hen nieuwe gegevens beschikbaar zijn. Sommige vragenlijsten werden oningevuld teruggestuurd en vijf personen zijn ondertussen overleden. De vragenlijst omvat gerichte vragen over wat werd gedaan na de remediëring (wat werd gerealiseerd, wat in uitvoering is, wat wordt tegengehouden en wat niet werd uitgevoerd). We merken regelmatig dat, indien verbeteringen worden tegengehouden of niet worden uitgevoerd (43 % van de gevallen), dit het resultaat is van onenigheid tussen de huurders en de eigenaars, en ook van financiële problemen. Soms zorgen juridische expertises voor vertraging in de uitvoering van de werken. De vraag die de artsen werd voorgelegd, werd ook aan de patiënten gesteld: Is uw gezondheidstoestand verbeterd?
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 5 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Figuur 28.9 : Percentage van de verbetering van de gezondheidstoestand van de patiënten 1 jaar na het onderzoek van de RCIB, mening van de patiënten. Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005
21%
Duidelijke verbetering 37%
Lichte verbetering 9%
Weet niet Nee 33%
70% van de bewoners meent dat zijn gezondheidstoestand verbeterd is. 21 % van de patiënten ziet geen verbetering in zijn gezondheidstoestand. Tot deze categorie behoren de personen bij wie geen enkele verontreinigende stof kon worden geïdentificeerd, maar ook de huurders die geen maatregelen hebben genomen om de verontreinigende stoffen te verwijderen uit hun woning of om hun leefgewoonten aan te passen, omdat zij menen dat het aan de verhuurder is om te investeren. Eén persoon was teleurgesteld omdat hij geen hulp kreeg om een nieuwe woning te vinden. Tot besluit merken we op dat er in meer dan 70% van de gevallen een lichte of duidelijke verbetering is van de gezondheidstoestand van de patiënten. Enkele van de ontvangen opmerkingen: Het feit dat problemen worden aangestipt, is slechts een stap in de richting van de oplossing. Voor werklozen of kansarmen, zijn financiële oplossingen nodig om hun woning te verbeteren, vooral omdat verhuizen naar gezondere woningen vrijwel onmogelijk is geworden door de enorme stijging van de huurprijzen.
2. Evaluatie van de dienstverlening De resultaten van de evaluatie waren dermate positief dat we kunnen veronderstellen dat sommige ontevredenen ervoor hebben gekozen niet te antwoorden.
2.1. Artsen De vragenlijsten over de tevredenheid van de dienstverlening van de RCIB werden verstuurd naar de artsen voor de onderzoeken met betrekking tot 2000 (11 vragenlijsten), 2001 (95), 2002 (114), 2003 (158), 2004(148) en 2005(194). In totaal werden 720 vragenlijsten verzonden, rekening houdend met het feit dat enkele artsen mogelijk hetzelfde rapport hebben ontvangen, op vraag van de patiënt. De evaluaties voor 2006 worden op dit moment uitgevoerd. 301 ingevulde vragenlijsten werden ontvangen, maar het deel van de vragenlijst dat betrekking heeft op de evaluatie van de dienstverlening werd slechts een keer ingevuld door elke arts, zelfs als hij herhaaldelijk een beroep heeft gedaan op de RCIB. Omwille van het lage aantal antwoorden dat werd ongevangen voor 2000 en 2001, werd bij de vragenlijst voor de onderzoeken in 2002 tot 2005 een gefrankeerde envelop gevoegd. Terwijl de respons voor de eerste reeks (2000-2001) 42 % bedroeg, is het percentage van de antwoorden voor de daaropvolgende jaren niet toegenomen. Het feit dat we een gefrankeerde envelop toevoegen, lijkt dus geen invloed te hebben op het aantal ontvangen antwoorden. In tegenstelling: de respons is zelfs gedaald in 2004 en 2005. 28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 6 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Sommige vragenlijsten werden niet ingevuld (omdat de arts de patiënt niet had teruggezien of om een ongekende reden) of waren onvolledig. Tabel 28.10 : Algemene evaluatie van de interventie van de RCIB Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 ED1* Ja
Aantal
%
257
98
Nee Totaal
4
2
261
100
*ED1 = Vindt u deze interventie nuttig, over het algemeen beschouwd?
4 negatieve antwoorden hebben betrekking op bewoners die de raad niet hebben opgevolgd na de interventie van de RCIB. Daarnaast is er één arts die deze vraag niet heeft beantwoord omdat zijn patiënt ondertussen is verhuisd en de werken (ventilatie, verluchting) niet werden uitgevoerd. De woning heeft op dit moment nieuwe huurders, maar is nog altijd in dezelfde staat. Tabel 28.11 : Evaluatie van de tevredenheidsgraad Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 ED2* Ja
Aantal
%
251
99
2
1
Niet helemaal Nee Totaal
0
0
253
100
*ED2 = Was u tevreden over de interventie van het team van de RCIB?
De weinige opmerkingen die wijzen op een gebrek aan tevredenheid, verwijzen naar het feit dat geen druk kan worden uitgeoefend op de eigenaar (nvdr: dit behoort niet tot de bevoegdheid van de RCIB). Volgens een arts duurt het te lang voor er een antwoord komt van de RCIB. Tabel 28.12: Evaluatie van het contact met het team van de RCIB Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 ED3* Tevreden Ontevreden Totaal
Aantal
%
248
98
5
2
253
100
*ED3 = Hoe hebt u uw contact met het team van de RCIB ervaren?
Twee artsen hebben niet geantwoord. De uitwisselingen gebeurden uitsluitend per post bij de verzending van het rapport. Een van hen stelt dat hij, gelet op de kwaliteit van het document, niet zeker is of een rechtstreeks contact met het team wel nodig is. Er zijn slechts weinig rechtstreekse contacten geweest tussen de artsen en de interveniënten van de RCIB. De contacten verliepen in de meeste gevallen via de patiënt. Het is al gebeurd dat artsen telefoneerden met de vraag welke procedure werd gevolgd om de monsternemingen uit te voeren bij een van hun patiënten, of om informatie te krijgen over het type van monsternemingen door de RCIB. Daarnaast zijn er enkele contacten geweest met artsen na de verzending van de resultaten, met het doel aanvullende informatie of uitleg te krijgen.
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 7 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Tabel 28.13: Evaluatie van het contact tussen de patiënt en het team van de RCIB Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 ED4* Tevreden Ontevreden Totaal
Aantal
%
231
99
2
1
233
100
*ED4 = Wat vindt u van het contact tussen uw patiënt en het team van de RCIB?
De contacten lijken eerder bevredigend. Twee artsen hebben evenwel niet geantwoord omdat ze niet over deze informatie beschikten. De laatste vraag had betrekking op de verwachtingen van de artsen met betrekking tot de dienstverlening van de RCIB, in de uitoefening van zijn opdracht. Enkele uittreksels uit de antwoorden op deze vraag: • Evaluatie van de potentiële allergenen die aanwezig zijn in de omgeving van het kind, met name bij astmapatiënten, en die moeilijk in evenwicht te brengen zijn door behandeling met geneesmiddelen. Advies voor aanpassing van de woning. • Onvoldoende middelen om de eigenaar onder druk te zetten om iets te veranderen in de woning. Tot besluit kunnen we stellen dat de artsen over het algemeen heel tevreden lijken over de dienstverlening van de RCIB. 2.2.
Bewoners
Gelijkaardige vragen, die betrekking hebben op de tevredenheid over de dienstverlening van de RCIB, werden verstuurd naar 595 patiënten. 240 antwoorden werden ontvangen. De 10 vragenlijsten die telefonisch werden ingevuld, hadden geen betrekking op de evaluatie van de dienstverlening omdat de vragen werden gesteld door een lid van het RCIB-team, zodat de objectiviteit van de antwoorden in het gedrang kwam. Tabel 28.14: Evaluatie van het nut van de interventie Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 EB1*
Aantal
%
216
94
Nee
9
4
Weet niet
3
1
Geen antwoord
2
1
230
100
Ja
Totaal
*EB1 = Vindt u deze interventie nuttig, over het algemeen beschouwd?
Het nut van de interventie staat bij de patiënten volledig buiten twijfel. Een van de ontvangen opmerkingen luidt echter: “het is een goed initiatief, maar het is jammer dat de resultaten niet in aanmerking worden genomen door de huisvestingsmaatschappij. De problemen zullen nooit worden opgelost zolang de zware werken niet worden uitgevoerd. Uw interventie heeft bevestigd wat ik al wist”. De interventie wordt als nuttig ervaren indien veranderingen in de gezondheidstoestand kunnen worden waargenomen.
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 8 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Tabel 28.15: Evaluatie van de tevredenheid over de interventie Bron : RCIB-enquêtes 2000-2005 EB2*
Aantal
%
Ja
201
87
Niet helemaal
23
10
Nee
3
1
Geen antwoord
3
1
230
100
Totaal
*EB2 = Bent u tevreden met de interventie van het team van de RCIB?
De tevredenheid met de interventie hangt af van de verbetering van de gezondheidstoestand van de patiënt, maar ook van de kwaliteit van het gegeven advies (bijvoorbeeld, "ik heb goede praktische raad gekregen die gemakkelijk toe te passen is. Ik werd er snel op gewezen dat sommige schimmels dringend behandeld moeten worden”). Anderzijds heeft deze vraag een debat aangewakkerd over de aanbevolen normen, en in het bijzonder de normen voor formaldehyde die anders zijn in Finland, volgens de WGO en in België. De ontevredenheid vloeit met name voort uit een geurprobleem dat niet kon worden geïdentificeerd (nvdr.: niet alle geurstoffen kunnen met de toestellen worden opgespoord). Twee andere bewoners stelden het onderzoek ontoereikend te vinden (te beperkt onderzoek). Anderen waren teleurgesteld omdat ze hun rechten niet konden doen gelden ten aanzien van de mede-eigenaar, of omdat de huisvestingsmaatschappij geen rekening hield met het rapport van de RCIB. Een persoon was niet echt tevreden omdat “de onderzoeksresutaten negatief waren, zodat hij geen stap verder vooruit was”. Tabel 28.16: Evaluatie van het contact met het team van de RCIB Bron : RCIB-enquêtes EB3* Tevreden Ontevreden Geen antwoord Totaal
Aantal
%
223
97
4
2
3
1
230
100
*EB3 = Wat vindt u van uw contact met het team van de RCIB?
De contacten die werden gelegd met het team van de RCIB zijn bevredigend. Enkele van de opmerkingen hadden betrekking op de bekwaamheid, de aangenaamheid in de omgang en de professionele aanpak van het team. De wachttijden voor een bezoek werden soms als te lang ervaren. Een persoon benadrukt dat hij niet op de hoogte werd gesteld van de resultaten (misverstand ten gevolge van de vervanging van de sociaal verpleegkundige). De laatste vraag had betrekking op de verwachtingen van de patiënten met betrekking tot de dienstverlening van de RCIB. Enkele uittreksels uit de antwoorden: • Uitvoeren van een nieuwe meting na de werken, om de doeltreffendheid ervan na te gaan; • Schrijven naar de eigenaars, de staat, de gemeente, de gezondheidsdienst … Meer gewicht krijgen op juridisch niveau; • Verkorten van de termijnen om de resultaten te krijgen; • “Dankzij de RCIB weten wij waaraan we lijden. Wij kennen nu de oorzaak"; • De mensen hebben meer zekerheid over de staat van hun woning; • De RCIB maakt het gezin bewust van de gevolgen van de binnenhuisvervuiling en de naleving van de hygiënische normen om de levenskwaliteit te verbeteren. 28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 9 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS
De BIM gegevens : " Verbanden tussen Gezondheid en Leefmilieu "
Bronnen 1. BIM, 2004, RCIB Activiteitenrapport 2000-2003, technisch rapport BIM
Andere fiches in verband hiermee Interface “Gezondheid-Leefmilieu”: partnerschappen en samenwerkingsverbanden • 26.RCIB, een instrument voor het stellen van milieudiagnoses over de binnenhuisvervuiling, als aanvulling bij een medische diagnosestelling • 27.RCIB, analyse en resultaten van de onderzoeken na 3 jaar werking
Auteur(s) van de fiche BOULAND Catherine, BLADT Sandrine, CHASSEUR Camille, VANDERSLAGMOLEN Sylvie, BONGI Stefania Herlezing LENELLE Yves, WANLIN Maryse, DE SCHUTTER Hilde, LOGGHE Pieter, DEBROCK Katrien Datum van update : December 2007
28. RCIB, KWALITATIEVE ANALYSE EN GETUIGENISSEN VAN GEBRUIKERS. PAGINA 10 VAN 10 – DECEMBER 2007 OBSERVATORIUM VOOR MILIEUGEGEVENS