Omdat ze zich omringd weet met jonge mensen, blijft Simone Kleinsma jong van geest. Lichaamlijk zijn er wel wat klachten. 'Met die nieuwe heup ga ik straks weer als een hinde door het leven.' Tekst: Arno Gelder Foto's: Jacqueline de Haas
AD Magazine Algemeen Dagblad 25/26 juli 2015 oplage: 448.941
S
imone! gaat haar nieuwe, derde soloprogramma heten, waarmee ze vanaf begin volgend jaar door Nederland reist. Simone met een uitroepteken. Die stelligheid riekt naar een statement. „Minder show en meer ik," zegt de 57-jarige (musical)actrice en zangeres kernachtig. „In een kleine, intieme voorstelling. Met Songs from the heart en Songbook stond er een achtkoppige hand achter me. Nu zijn wë rond de tafel gaan zitten en hebben alles 'uitgekleed'. Uiteindelijk hielden we mij en een pianist over." Lachend: „En mis schien nog een plant..." "Wij' zijn behalve de artieste zelf, ac teur en toneelschrijver Frank Houtappels (de man achter onder meer Gooische Vrouwen en 't Schaep), regisseur Martin Michel (ITairspray, Grease) en pianist Bernd van den Bos (al eerder achter de vleugel in Songbook). „We zijn druk in de weer met nieuw materiaal, maar Ook met bestaand repertoire. Er zijn liedjes ge schreven die ik een tweede leven gun. En ja, er moet worden gelachen wil de ont roering er ook zijn. Die twee liggen dicht bij elkaar." Een gesloten boek is ze niet, maar zo'n open, enigszins beduimeld exemplaar, waarin iedereen naar hartenlust door heen bladert, evenmin. Simone Kleinsma is openhartig, maar met mate. Extravert in het theater, bedachtzaam als het doek is gevallen. Koos ze daarom destijds op de Kleinkunstacademie bewust niet voor het cabaret, die persoonlijke tak van het amusement? „Als jezelf op het podium staan? Dood eng! Cabaretiers schrijven in de regel hun eigen teksten. Ik niet. Er zijn men sen die dat veel mooier, beter en leuker kunnen. Ik heb het geprobeerd, het bleef steken in rijmelarij. Laat mij maar uit voeren. Dan hen ik het gelukkigst. „Veilig? Nee, het zit gewoon in me. Ik vind het heerlijk een rol te spelen, in ie mands huid te kruipen. Misschien ligt het wel aan een zekere bescheidenheid en verlegenheid. Ik vond destijds ook dat ik niets te melden had. Een cabaretier is kritisch, heeft een eigen mening. Die had ik toen "helemaal niet." 'Autobiografisch getint', met voorzich tige instemming van Simone Kleinsma mogen we haar nieuwe show zo noemen. Tijdens het vraaggesprek schetst ze haar leven in ruwe, kleurige streken, dan weer stipt ze een detail aan met een fijn pen-
-
Simone Kleinsma '
seeltje. Schilderachtige flarden van een onbezorgde jeugd in Amsterdam-West. „Mijn vader had een garage, De Eco noom. Een hardwerkende man. Als hij de auto's buitenzette, zat ik soms naast hem. Of ik bediende de pomp. Machtig inte ressant. En de geur van benzine... heer lijk. Als ik die ruik, word ik nog altijd teruggevoerd naar vroeger. „Mijn moeder was een echte moeder, zij zorgde voor de kinderen. Om 4 uur wachtte ze thuis met thee en koekjes. Traditioneel, zeker, maar ik kijk er met enorme dankbaarheid op terug. Fantas tisch dat vrouwen nu hun eigen weg gaan, onafhankelijk zijn. Maar die herin nering is mij zeer dierbaar." Ze was geen kind dat 'op haar 5de al wist dat ze het toneel op moest'. „Ik was me daar niet van bewust," peinst ze. „Ik verkleedde me graag, maar doen alle kin deren dat niet? Ik danste in de woon kamer op de ballet-elpees van mijn ouders. De Notenkraker, Het Zwanenmeer. En zoals zoveel meisjes wilde ik dierenarts worden. Dol op heesten. Tot je erachter komt dat je ook moet opereren. Of, erger, een spuitje moet geven." Toch moet er iets hebben gesluimerd. Wellicht aangewakkerd door de zondag middagen, als ze, vaste prik, met haar ouders meeging naar de repetities van amateur-operettevereniging DOS, De Operette Spelers. Ze zag ook het onvervulde verlangen van haar vader en moeder. „Ze wilden er heiden heel graag hun beroep van maken. Mijn vader was een heel goede zanger, bariton. Mijn moeder hield van dansen. Maar een jong gezin, twee kinde ren (Kleinsma heeft een acht jaar oudere broer, red.). Dan waag je zo'n overstap niet. Te onzeker. En destijds gold in dit vak vooral: "Vrouwen, haalt uw was en dochters binnen, de komedianten trek ken voorbij.' „Hoe ik op zeker moment 'open plopte' en op welk moment de onweerstaanbare drang te zingen, dansen en acteren mani fest werd, dat weet ik niet meer." Maar hij was er, om nooit meer weg te gaan. Simone Kleinsma meldde zich bij de Kleinkunstacademie. „Daar viel alles in het pulletje. Een gevoel van: ja, hier ben ik op mijn plek." Toen ze twee jaar op de academie zat, eind jaren '70, bleek Gerard Cox voor zijn voorstelling Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet op zoek te zijn naar een soliste. Ze reageerde, ook uit een soort balorigheid. „Nooit ver-
'
8 mei 1958 in Amsterdam. Opleiding:!Kleinkunstacademie. Loopbaan: Na haar debuut op 17jarige leeftijd in een cabaretpro gramma van Gerard Cox, speelt ze (hoofd)rollen in diverse musicals (onder andere Mamma Mia!, Sunset Boulevard, Sister Act en Moeder, ik wil bij de revue), toneelstukken en
wacht dat ik uitverkoren werd." Bij de ras-Rotterdammer leerde de 19jarige onvervalste Amsterdamse de fijne kneepjes van het vak. „Uitspraak, tekst behandeling, interpretatie van num mers... ik heb zoveel aan Gerard te danken. Net als aan al die andere man nen achter wier kont ik heb gestaan. André van Duin, Paul de Leeuw, Jos Brink en Frank Sanders, bij wie ik het vak leerde. Zij pionierden verder met de Nederlandse musical toen Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink stopten. Buitenlandse musicals waren hier maar zelden te zien." De musical was liefde op het eerste ge zicht, maar kon ze dat eigenlijk ook niet weten? Filmmusicals als The Sound of Music, Funny Girl, Anatevka en Sweet Charity, ze zag ze soms dertien keer. Maar het vak zelf moest ze uitvinden, want een musicalopleiding was er niet. Sindsdien is ze de grande dame van de musical in Nederland, onontkoombaar in het genre dat ons land stormenderhand veroverde. Tussen haar eerste musical en Moeder, ik wil bij de revue, waarin ze nog tot en met augustus speelt, liggen bijna veertig jaar. „Iedereen denkt dat ik een workaholic ben. Wel geweest. Als je begint, barst je van de energie. En op je 31ste piekje. Dan pakje bij wijze van spreken alles aan. „Maar ik heb ook het lid op mijn neus gekregen. Guus (Verstraete, haar echtge noot, red.) en ik groeiden uit elkaar. Guus was enorm succesvol in Studio Aalsmeer - hij maakte de grote showpro gramma's met Hennie Huisman, Ron Brandsteder en André van Duin. Hij ging 's ochtends vroeg de deur uit en als hij thuiskwam, ging ik op weg. Tot je denkt: waarom wonemwe eigenlijk samen? Nou, daar doe je dan wat aan. Aanpakken, zo
tv-series (veel gastrollen en een hoofdrol in Kees & Co). Twee solo programma's. Ontving twee keer de John Kraaijkamp Musical Award en eenmaal de Johan Kaartprijs. Getrouwd met regisseur Guus Verstraete. Dochter Teuntje wordt in 1998 dood geboren. Guus heeft drie dochters uit een eerder huwelijk.
ben ik wel. Ik ben er een jaar uit gewes om te voelen hoe het ook alweer was. Waarom we ooit 'ja' tegen elkaar zeidei „We zijn al jaren gelukkig. Hebben net ons 25-jarig huwelijk gevierd. Niks groots. Lekker met z'n tweeën uit eten. Wij zijn huismussen, hoor. Thuis hebb we het heerlijk. Lekker koken, voor de met een goede serie. Downton Abbey, Grace and Frankie. Wijntje erbij. Of w verkassen naar Frankrijk, naar ons hui in de Provence. Ons paradijsje. Als ik daar ben geweest, heb ik echt heimwe< De drie dochters van Guus uit een eerd huwelijk hebben allen kinderen in de leeftijd van 10 maanden tot 14 jaar. En, meldt ze monter, er is een kleine op komst. Nee, ze noemen haar geen oma maar Monie. „Ik ben geen traditionele grootmoeder, daarvoor is dit vak te onregelmatig. Guus is wel een echte bompa, opa op z'n Vlaams, vanwege zi Belgische afkomst. De kleinkinderen logeren dikwijls bij ons, één dag per week pikken we ze op van school. IJsje eten, broodje halen. Een feest. Mijmerend: „Aan kinderen zie je ho snel de tijd verglijdt. Ik hoop dat ik he oud word, lang mag doorspelen in het mooiste vak denkbaar." Zuchtend: „Maar ouder worden... Ik vind er niks aan. In mijn hoofd ben ik 40. Dat vond ik een prettige leeftijd. „Nu blijf ik jong van geest omdat ik beroepsmatig omringd weet met jong( mensen. Lichamelijk krijg je makkes, pijntjes, lichamelijke dingetjes. Dat stoort me. Ik heb een versleten rug. D:
Mijn rug hangt met plakband aan elkaar' magazine
vv ij artieste moeten doe met alles d minder erg dan 44 gr at koorts of ee gebroken bi
hangt met plakband aan elkaar. Een duimpje dat niet meer wil. En begin sep tember krijg ik een nieuwe heup. Ik heb aanleg voor slijtage. Zolang ik me kan heugen ben ik een rugklant. Je gaat altijd door en dat is bepaald niet goed voor je lijf. Een ander zegt: Tk stap er een week je tussenuit.' Maar wij moeten door met alles dat minder erg is dan 44 graden koorts of een gebroken been." Ineens schaterend: „Tjonge, het klinkt wel erg dramatisch, hè? Maar mij is ver zekerd dat ik met een nieuwe heup weer als een jonge hinde door het leven ga." Het is op momenten van klein en groot lichamelijk ongerief bovenal 'de passie' die haar op de been houdt. „Ik kom uit een sterke tijd. De jaren '50. Ik weet nog dat mijn vader stijf stond van de reuma tiek. Kromme vingers, scheve handen, al tijd pijn in zijn ellebogen. Maar altijd doorgaan, hè? Ik denk datje dat als kind onbewust opslaat. „Tenminste zo belangrijk is datje je in dit vak blijft ontwikkelen. Dat probeer ik steeds. Ik merkte het bij Mama Mia!. Oef, straks krijg ik dat been niet meer zo hoog, realiseerde ik me. Daar moet iets voor in de plaats komen. Ik ben me toen meer op het acteren gaan toeleggen, een rol verdiepen. Een rotwoord, maar ik weet even geen ander. „Ik ben niet bang dat ik te lang doorga. Als het lelijk wordt, hoop ik dat iemand mij van het toneel trekt en zegt: 'Nu is het klaar!' Guus, of Joop van den Ende. Of ik besluit eerder te stoppen. Dan ga ik in de zaal zitten. „Je weet het simpelweg niet. Helemaal niet als je ziet wat er om je heen gebeurt. Mensen vallen om waar je bij staat. Mis schien lig ik morgen onder de tram. Of krijg ik een enge ziekte. Even afkloppen, hoor. Als je jong bent is het leven van zelfsprekend. Je ouders, die waren er voor eeuwig. Je vrienden, familie. Je echtgenoot. Maar dat is helemaal niet gewoon. „Ik voelde dat heel sterk bij mijn moe der. Mijn vader overleed toen ik 28 was, hij is al een tijd dood. Toen mijn moeder stierf, had dat een enorme impact. Je bent plotsklaps wees, ontworteld, de vol gende generatie. Niemand meer met wie ik bepaalde herinneringen kan delen. „Ik heb het overlijden van mijn moe der intens beleefd. Ze had verstopte ade ren, totaal dichtgeslibd. Ze stopten met dotteren - niks meer aan te doen. Altijd zó levenslustig, maar op het eind nog maar 25 procent energie. Het duurde gelukkig slechts een paar weken. Ik
mis haar nog steeds. Tot vijfjaar geleden zat ze in de zaal. Als een trotse pauw." Wat ze nog graag zou willen doen? Ze hoeft er geen seconde over na te denken. „Een comedy a la Kees & Co, waarin ik tussen 1997 en 2006 heb gespeeld. Toch stopte ik er bewust mee. Betrapte me erop dat ik zinnen voor de zoveelste keer zei. Kees, altijd zo opgewekt en geestig, werd een ouwe zeurkous. Dan kun je beter afscheid nemen." Maar een nieuwe sitcom met een snufje vileine humor, omlijst met een rouwrandje, heerlijk zou ze het vinden. „Het is altijd véél leuker om lelijke, nare vrouwen te spelen dan de andere partij. „Voor mijn nieuwe solo heb ik alleen de titel en er blijken al zoveel mensen een kaartje voor mij te hebben gekocht. Zo vleiend. Het zorgt ook voor een jukje op mijn schouders. Best eng. Maar ik ga weer op pad, dit keer naar kleine en mid delgrote theaters. In Carré zou je de inti miteit van deze voorstelling ombrengen. Ik heb er zin in!" • Moeder, ik wil bij de revue is nog tot 9 augustus te zien. Simone! begint op
13 januari 2016. musicals.nl