DC
25
Motivatietheorie: Spiral Dynamics
1 Inleiding Dit thema gaat over motivatietheorie. Het sluit aan bij het DC thema over Maslow (thema 10), maar kan ook op zichzelf staand bestudeerd worden. Als onderwijsassistent heb je te maken met leerlingen die je soms moet motiveren. Je hebt kennis en inzicht nodig in hoe motivatie in elkaar zit en welke specifieke behoeften we als mensen hebben. Motivatie betekent dat je zin hebt om te doen waar je mee bezig bent. Al vanaf de vroegste oudheid hebben mensen onderzoek gedaan naar motivatie. Hoe komt het dat mensen ergens zin in hebben? Wat betekent het dat je soms ergens ‘voor wil gaan’? En hebben we daar invloed op? De theorie van Spiral Dynamics probeert hier een antwoord op te geven.
De inhoud van dit thema: 2 Spiral Dynamics in het kort 3 De fasen 4 Spiral Dynamics en het onderwijs 5 Aandachtspunten bij toepassing
1
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
1
2 Spiral Dynamics in het kort Clare Graves is de grondlegger van Spiral Dynamics. In de jaren ’50 begon hij als docent psychologie op de universiteit van New York. In die tijd was hij een collega van Maslow. Maslow ontwikkelde in de jaren ’60 zijn motivatietheorie (zie DC thema 10 over de Motivatietheorie van Maslow). Die theorie was een reactie op weer oudere theorieën van psychologen als Rogers en Skinner. Clare Graves kende deze theorieën en vroeg zich af wie nu eigenlijk de juiste theorie had over de ontwikkeling van de menselijke natuur: Maslow, Rogers of Skinner? Graves begon onderzoek te doen, daar was hij zo’n twintig jaar mee bezig. Hij kwam erachter dat hij Maslows theorie niet erg waardevol achtte, maar kreeg nog niet veel bijval. De theorie van Maslow paste namelijk goed bij zijn tijd. Ook deed Graves veel onderzoek, maar zette pas heel laat iets op papier. Hij heeft nog iets van zijn succes mogen meemaken, maar stierf in 1984. Zijn leerlingen, Beck en Cowan, zetten zijn werk voort. Alles bij elkaar duurde het tot de negentiger jaren voordat de theorie succes kreeg. Het door Graves begonnen model heet Spiral Dynamics, afgekort SD. De namen van de ontwikkelaars zijn minder bekend geworden dan de naam van de theorie. Ongetwijfeld is dat omdat Beck en Cowan de eer niet wilden opeisen die eigenlijk Graves toekwam, maar ze wilden de theorie ook niet noemen naar Graves. Dat zou suggereren dat Graves al het werk had gedaan. En dat was nou ook weer niet zo. Hoe dan ook, het is voldoende als je de naam Spiral Dynamics onthoudt. Het ontwikkelingsmodel Spiral Dynamics ziet de menselijke ontwikkeling als een spiraal van manieren waarop je de wereld bekijkt, een spiraal van wereldvisies dus. Die visies, die manieren van de wereld bekijken, worden ook wel vMemes genoemd. Dat is een afkorting van het Engelse ‘value attracting meta memes’. In goed Nederlands: manieren van kijken waarop je je waarden baseert. Bijvoorbeeld: als je de mensheid bekijkt als egoïstisch, dan is jouw vMeme: de mensheid is egoïstisch. Dan leef jij in een wereld vol met egoïsten. Je waarde zal dan zijn: pak wat je pakken kan, want als jij het niet doet, heeft een ander het al gepakt.
2
OA Digitale Content
De vMemes vormen bij elkaar fasen in je leven. Je manier van kijken ontwikkelt zich. Je hebt een tijdlang een bepaalde vMeme: hij komt op, hij is op zijn hoogtepunt, en maakt plaats voor de volgende vMeme. De volgende fase omvat de vorige, dus de vorige fasen gaan nooit helemaal weg. Dat is ook gemakkelijk te begrijpen. Elke fase is een soort uitbreiding van de vorige, hij wordt steeds complexer, ingewikkelder. Bijvoorbeeld, honger en schoolwerk. Honger is een lagere manier van kijken. De waarde daarbij is zoiets als: eten gaat voor alles. Nu ben je bezig aan een werkstuk, en je ziet dat het geweldig lukt. Het wordt een schitterend werkstuk, en je kijkt ernaar uit dat het af is. Dan voel je ineens dat je rammelt van de honger. Je moet je werk dan wel onderbreken en gaan eten, anders kun je niet geconcentreerd werken. Sofie is 23. Toen ze 15 was, dacht ze anders over seks, religie en gezinsverbanden dan nu. Ze heeft een baan als onderwijsassistent op een gezellige scholengemeenschap en geniet er met volle teugen van. Ze woont samen met Ab. Tien jaar geleden was seks voor haar iets uit donkere hoekjes, iets waar je om giechelde maar waar ze tegelijk niet aan moest denken! Nu vindt ze het vanzelfsprekend dat ze een seksleven heeft met haar vriend. En er is nog iets anders heel erg aan het veranderen. Tien jaar geleden dacht ze dat gezinnen dingen waren waar je moest zien uit te breken. Nu denkt ze zelf over kinderen krijgen. Ze kijkt heel anders naar haar eigen moeder dan vroeger.
Bepaalde vMemes hebben bepaalde, bijpassende overtuigingen, opvattingen. Daardoor zoek je bepaalde vriendschappen. Als je jong bent, zoek je vrienden die dezelfde interesses hebben. Als je ouder bent, doe je dat nog steeds. Maar de interesses en opvattingen zijn veranderd. Met de overtuigingen uit je vMemes van nu, ga je dus bijpassende groepsverbanden aan. De theorie van de Spiral Dynamics onderscheidt acht fasen van vMemes. Die fasen volgen elkaar op in een mensenleven. De volgende paragraaf gaat daar op in.
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
3
3 De fasen Het is niet zo dat een latere vMemes beter is dan de vorige. Wel is het zo dat de visies op het leven, gaandeweg een mensenleven, ingewikkelder worden. Ze bevatten meer nuances, meer uitzonderingen, meer mildheid en dergelijke. Een nieuwe fase omvat alle vorige fasen en voegt tegelijk iets nieuws toe. Dat komt je vast bekend voor. Jonge mensen kunnen heel zeker weten wat goed en fout is, oudere mensen zijn het daarmee eens, maar ze zullen daarnaast uitleggen dat goed niet altijd goed is en slecht niet altijd slecht. Dat betekent niet dat jonge mensen dus dom zijn en oudere mensen verstandig. Het betekent alleen maar dat oudere mensen anders zijn geworden. De bedenkers van de theorie, hebben iets bedacht om duidelijk te maken dat het niet gaat om steeds betere situaties. Als je de fasen een cijfer geeft, van 1 tot en met 8, dan lijkt het al gauw of er een ‘verbetering’ in zit. Om dat te voorkomen, gebruiken ze voor elke fase een kleur. De fasen in Spiral Dynamics: • beige: overleven • paars: veiligheid • rood: verzet • blauw: streven naar waarheid • oranje: persoonlijk succes • groen: verbondenheid • geel: denken in systemen • turkoois: de wereld als veranderend geheel 2
4
OA Digitale Content
Hieronder staan de fasen schematisch weergegeven van beneden naar boven:
Beige: overleven
Beige is de fase van het overleven. Je doet wat nodig is om in leven te blijven. Gedrag wordt dus bepaald door de overlevingsinstincten. Voedsel, water, warmte en seks. Als een mens van deze fase naar de volgende gaat, kun je dat zien aan de volgende kenmerken: • groeiend besef van een afzonderlijk zelf. Bij baby’s komt dat rond het tweede jaar. Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand komt dat moment later, en in sommige ernstige gevallen komt het nooit, • ontdekken van oorzaak en gevolg. Bij kleuters een van de onderwerpen die in leerdoelen regelmatig aan bod komt, • handelen op grond van dreiging of angst, bijvoorbeeld een baby huilt als hij honger heeft of bang is, • weten dat overleven afhankelijk is van de inspanningen van de groep, • ontdekken dat je als groep familie van elkaar bent, verwantschapstrekken hebt. Mamma is jouw mamma en niet zomaar een mamma. Ze ruikt naar jou, ze ziet er een beetje uit zoals jij. Andere mamma’s zien er heel anders uit.
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
5
Paars: veiligheid
Paars is de fase van veiligheid. Je bent veilig als je bij de groep bent. Een peuter of kleuter weet dat hij bij mamma hoort. Je doet wat nodig is om het nest veilig te houden. Een gevoel van bij elkaar horen kan overigens alleen bestaan als je weet dat je een apart, op zichzelf staand, individu bent. Dus je kunt alleen in de paarse fase komen als je de beige fase succesvol afgerond hebt. In deze fase is bloedverwantschap erg belangrijk. De groep heeft regels en die gelden heel streng. De baas heeft het voor het zeggen, iedereen gehoorzaamt. Kinderen gehoorzamen hun ouders. Deze fase vind je bij 10% van de bevolking. Overgang naar de volgende fase heeft de volgende kenmerken • merken dat je sommige dingen beter kunt dan iemand anders, • ontdekken dat het leuk is om zelfexpressie te bedrijven, anders te zijn dan de anderen, • je probeert je eigen vijanden te beheersen, • je ervaart dat je groep, behalve veiligheid, ook beperkingen oplevert. Rood: verzet
Rood is de fase van verzet. Je maakt je los van de groep. ‘Jezelf zijn’ is nu het motto. In plaats van beheerst te worden, door de groep, ga je nu zelf over anderen heersen. Dictatoriaal leiderschap komt in deze fase voor. De bijbehorende overtuigingen zeggen dat mensen lui zijn en gedwongen moeten worden. Een van de verschijningsvormen van deze fase is de gang, ofwel hangjongeren die op zoek gaan naar rottigheid. Deze fase vereert helden, en leeft vanuit een gevoel voor gevaar. Men zoekt de risico’s op, zonder na te denken over de gevolgen. Het individu staat voorop. 20% van de bevolking leeft in deze fase. Overgang naar de volgende fase heeft als kenmerken: • weten dat je sterfelijk bent, • zoeken naar de zin van het leven, • tijdsbesef en toekomstbesef, • meer besef van consequenties van je handelen. Blauw: streven naar waarheid
Blauw is de kleur van het streven naar de waarheid. Het is de fase van de ideologieën, er is maar één verhaal echt waar. Patriottisme hoort bij deze fase en godsdienstbeleving ook. Men is vanuit plichtsbesef gehoorzaam, niet zoals in eerdere fasen vanuit overlevingsinstinct. Men kan zich schuldig voelen, als men niet gehoorzaamt. Straffen zijn streng, maar men vindt dat terecht, eerlijk. Voorbeeld: landen waar men zweepslagen toedient als straf,
6
OA Digitale Content
bijvoorbeeld Singapore. De periode van de Industrialisatie is een voorbeeld van dit denken: werken van 8 tot 6, doen wat het management zegt, en niet zelf nadenken. (In onze huidige tijd zie je in het onderwijs een steeds sterkere nadruk op eigen initiatief en juist wel zelf nadenken). Overgang naar de volgende fase, heeft de volgende kenmerken: • het leven moet beter kunnen dan dit, • beginnen met kritische vragen stellen, • meer mogelijkheden zien en daaruit willen kiezen. Oranje: persoonlijk succes
Oranje is de fase waarin de mensen zoeken naar persoonlijk succes en persoonlijk belang. Eigenbelang is een sleutelbegrip. Men neemt het leven in eigen hand en plant bijvoorbeeld een carrière. Eerst de carrière en dan pas kinderen, is een voorbeeld van denken in de oranje fase. Het is ook de fase van materialisme. In onze westerse wereld zie je veel van het oranje denken terug. Bijvoorbeeld fundamentalistische televisiedominees, puriteins Amerika, de padvinders, personeelsfeestjes waar je je vakantie voor verzet. Maar ook het grote aantal mensen dat na overleg tussen werkgevers en vakbonden in de WAO is verdwenen. Ze waren niet meer productief genoeg. De automobilist die berekent of te hard rijden de kosten van de boete waard is. Hij kijkt niet naar de achterliggende bedoeling van de snelheidsbeperking. Ongeveer 30% van de bevolking verkeert in deze fase. Overgang naar de volgende fase heeft als kenmerken: • je begint te merken dat geld niet gelukkig maakt, • je ontdekt opnieuw dat gemeenschappelijkheid belangrijk is, • je krijgt oog voor de kloof tussen rijk en arm. Groen: verbondenheid
Groen is de fase van verbondenheid. Het verschil met vorige fasen is dat het nu zelf gekozen verbondenheid is. Je gehoorzaamt niet meer op basis van overlevingsinstinct of op basis van van plichtsbesef, maar omdat je je verbonden voelt. Er is meer gevoel voor menselijke waarden. Het Handvest van de Rechten van de Mens is een mooi voorbeeld van denken in de groene fase en het is verbazingwekkend dat een zo grote groep mensen bij elkaar er in geslaagd is een dergelijk handvest op te stellen. In deze fase is het belangrijk om aardig gevonden te worden. Dat telt zwaarder dan persoonlijke welstand. Vrijwilligerswerk, en geld geven aan goede doelen, zijn voorbeelden. Iets voor een ander overhebben in vriendschappen. De verbondenheid leidt soms tot blokkades. In een school is het soms noodzakelijk dat de directeur de knoop doorhakt. Dan maar even geen vrienden. Als de stagnatie
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
7
te groot wordt, kan een school terugvallen in oranje individualisme, puur om de zaak weer op gang te krijgen. Ongeveer 10% van de mensheid is in de groene fase. Kenmerken van overgang naar de volgende fase: • besef dat de zorg voor elkaar te zwaar wordt, • besef dat chaos dreigt, • inzien dat tastbare resultaten belangrijk zijn en gezamenlijkheid wel belangrijk maar niet voldoende, • besef dat kennis belangrijk is en gevoel wel telt maar niet voldoende is. Geel: denken in systemen
Geel is de fase van denken in systemen. In deze fase beseffen mensen voor het eerst dat je verschillende denkwijzen tegelijk kunt hebben. Mensen vinden het interessant om meer te leren, en ze vinden het leuk om ingewikkelde denkwijzen met elkaar in samenspraak te krijgen. Je voelt het als leuk en tegelijk als een verantwoordelijkheid, om jezelf optimaal te ontwikkelen. Je gaat verandering zien als iets normaals, en niet meer als bedreiging van de bestaande gang van zaken. Verandering is leuk. Je vindt geel denken vaak in de vorm van een collega die wel leuk maar een beetje ‘apart’ is. Een heel team van gele denkers kom je niet tegen. Gele denkers vormen ongeveer 1% van de bevolking. Overgang naar een volgende fase heeft als kenmerken: • besef van orde in de chaos, • openstaan voor nieuwe leidende principes, • openstaan voor mondiale problemen als gevolg van op zich prachtige ontwikkelingen, • openstaan voor spiritualiteit. Turkoois: de wereld als veranderend geheel
Turkoois is de fase waarin de wereld gezien wordt als een geheel dat voortdurend verandert. Het zelf bestaat op zich en tegelijk als deel van een groter geheel. Mededogen is een belangrijk begrip. Alles is met alles verbonden. Intuïtief en holistisch denken, coöperatief werken, informatietechnologie zijn centrale begrippen.
8
OA Digitale Content
4 Spiral Dynamics en het onderwijs Wat is nu het belang van deze theorie voor het onderwijs? Het hangt er maar van af of je over de leerlingen praat of over de school als organisatie. Spiral Dynamics op school
Wat de leerlingen betreft: het belang lijkt erg op het belang van aansluiten bij de psychologische ontwikkeling. Je kunt altijd het beste werken binnen de fase waar de leerling in verkeert, of een klein beetje afwijkend. Als je een leerling probeert te veranderen en je wijkt te zeer af van wat hij nu is, dan mislukt het. Stanley van twaalf heeft het een beetje moeilijk. Als brugpieper is hij zijn positie kwijt. Op de basisschool dwong hij respect af. Hij hoefde maar even te kijken en iedereen wist wat hij bedoelde. Dus vechten hoefde niet meer. Dat kwam goed uit, want meester Hassan maakte korte metten met vechtpartijen. Maar op de nieuwe school maakt Stanley totaal geen indruk. Hij voelt zich bang en onzeker en dus doet hij wat hij altijd gedaan heeft: knokken. De leraren zullen hem op hetzelfde niveau tegemoet moeten treden. Dus: streng zijn, grenzen stellen.
Ook als je een leerling wilt motiveren en als je wilt bevorderen dat hij geconcentreerd en enthousiast werkt, dan spreek je hem aan in zijn eigen taal. Dus in de taal die past bij zijn vMeme. Je doet een beroep op de waarden die bij die vMeme horen. Een competitief ingestelde leerling wil graag aangesproken worden op winnen, op de beste zijn. Een leerling die graag in een groep werkt omdat het een sterk ontwikkeld gevoel heeft voor bij elkaar horen, wil daar graag op aangesproken worden. ‘Hoe hebben jullie dit opgelost?’ Het is belangrijk te beseffen dat leerlingen nooit voor de volle 100% in een fase horen. Een voorbeeld maakt dat duidelijk. Niels is een fanatieke voetballer. Hij gaat geen bal uit de weg en walst over zijn teamgenoten heen. Hij gaat helemaal uit zijn bol als zijn team wint. Toch is hij in de klas, met dezelfde jongens, heel anders, verlegen bijna. Hij is geneigd volgzaam te zijn en neemt weinig initiatief. Voor hem gaat de lieve vrede en de goede sfeer in de groep vóór.
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
9
Spiral Dynamics en de school als organisatie
Een school met een autoritaire organisatiestructuur zouden we blauw noemen. In zulke scholen is veel duidelijkheid, je weet precies waar je aan toe bent. Maar, er is niet veel ruimte voor eigen initiatief. Om je staande te houden, moet je volgzaam zijn. Fleur werkt op een blauwe school. Ze heeft het reuze naar haar zin. Na een paar jaar echter begint ze zin te krijgen in meer verantwoordelijkheid. Ze wil naar de Pabo. Ze bespreekt het met haar vriendin en samen komen ze tot de conclusie dat het misschien wel helemaal niet gewaardeerd wordt. Misschien zal het team haar wel als een bedreiging gaan zien. ‘Toch ga ik het er over hebben’, zegt Fleur. ‘Als de directeur het negatief bekijkt, dan kan ik hier op den duur niet blijven.’‘Ja, dat is zo. En misschien loopt het wel heel anders, misschien vindt hij het te gek’, zegt haar vriendin. Als Fleurs directeur, en het team, haar initiatief niet direct afschieten, is het best mogelijk dat de school van een blauwe structuur beweegt richting een oranje structuur, waarbinnen persoonlijke successen meer plaats krijgen.
In tijden van crisis kan een school terugvallen op een andere kleur. Dan is er geen gelegenheid voor overleg en samen een oplossing zoeken. De directeur vaardigt een stel regels uit, en geeft alle leerlingen een brief mee naar huis. Op basisschool de Bijenkorf heerst een open sfeer. De directeur is een joviale man, die veel overleg pleegt en tegelijk toch de zaken in goede banen weet te leiden. Maar dan breekt die rare maandag aan. De straat voor de school is volkomen onverwacht opgebroken, er kan geen auto parkeren e er is een gevaarlijke situatie ontstaan. De directeur is zeker van plan de gemeente hierop aan te spreken. Maar intussen moet de situatie eerst aangepakt worden. Hij stelt de volgende regels: 1
De auto’s moeten twee straten verder geparkeerd worden.
2
Ouders die hun kinderen met de auto brengen, brengen de kinderen persoonlijk naar het schoolplein en gaan pas weg als het kind daadwerkelijk het plein op is.
3
Leerlingen die zelfstandig naar school komen, mogen niet via het plein komen maar uitsluitend via de achteringang, die uitkomt op de steeg. (Daar is de straat namelijk niet opgebroken). Er zal toezicht zijn bij de achteringang.
Deze regels zijn blauw van aard, terwijl de school eigenlijk groen is. Je ziet dat de kleuren, de fasen, dynamisch zijn, Je hoort niet bij één fase. In een mensenleven zie je wel een ontwikkeling, maar de vorige kleuren zijn nooit verdwenen.
10
OA Digitale Content
5 Aandachtspunten voor aansluiting bij de fasen van Spiral Dynamics Beige: overleven In het speciaal onderwijs kun je leerlingen aantreffen die kenmerken tonen van een overgang van beige naar paars. Leerlingen hebben dezelfde behoefte, of ze nu 4 jaar zijn en een normale ontwikkeling doormaken, of 14 jaar en een vertraagde ontwikkeling hebben. Als een leerling ontdekt dat de toren omvalt omdat hij te hoog is geworden, is dat een geweldige ontdekking. Het biedt jou informatie voor je lesprogramma. Je kunt het besef van oorzaak en gevolg voorzichtig uitbouwen. Het besef van families, groepering, biedt je de mogelijkheid om activiteiten aan te bieden waarin de leerling rubriceert. Bijvoorbeeld: zoek alles bij elkaar wat groen is. Of wat vierkant is. Of wat een mens is. Paars: veiligheid Je zorgt voor een sfeer van veiligheid in de groep. Duidelijke regels, en voor iedere leerling geldt hetzelfde. Pictogrammen geven de dagindeling weer, de klassenregels staan duidelijk leesbaar op wandplaten geschreven. Als leerlingen de regels gaan beargumenteren, zijn ze klaar voor groei. Dat moment komt voor alle leerlingen op een verschillend moment. Je zult hierin dus differentiëren. Je zult moeten uitleggen dat niet iedereen hetzelfde is, daar zal de groeiende leerling begrip voor leren opbrengen. Hij krijgt veel erkenning van jou voor dat begrip. Rood: verzet Een rebel zoekt naar zinvolle activiteiten. Help hem zelf te bedenken wat hij wil doen. Hij wil een nieuwe orde scheppen. Sta dat toe, zolang hij daarbij anderen geen kansen ontneemt. Geschikt: eigen onderzoek plegen. Een leerling bijvoorbeeld vindt school het meest afschuwelijke wat er is. Daag hem uit een werkstuk te maken over waarom school een ‘idiote uitvinding’ is. Bij een intelligente leerling stel je eisen. Bijvoorbeeld: zoek uit waarom er ooit een wettelijke leerplicht is gemaakt. Biedt erkenning voor de inzichten, neem de leerling serieus. Blauw: streven naar waarheid Stel eisen aan het werk, de leerling zal er graag aan voldoen. De leerling zal mogelijk dwepen met een zanger of acteur, bevestig hem daarin. Stel samen met de groep gedragsregels vast en herinner de individuele leerlingen regelmatig aan de naleving ervan.
OA DC 25 Motivatietheorie: Spiral Dynamics
11
Oranje: persoonlijk succes Organiseer het onderwijs zoveel mogelijk zo dat de leerlingen wat te kiezen hebben. Persoonlijke successen zijn belangrijk, geef de leerlingen dus ook persoonlijke erkenning voor hun werk. Je hoeft niet alleen maar het eigenbelang te honoreren, uiteraard niet. Maar zolang het de andere leerlingen niet schaadt, mag een leerling best voor zichzelf zorgen. Stimuleer het als het besef ontstaat dat hard werken goed en belangrijk is, maar dat een goede sfeer net zo belangrijk is. Groen: verbondenheid Een groep die opgaat in het groepsgebeuren is enorm gezellig. Toch kan het geen kwaad om zo nu en dan een obstakel op te werpen, waardoor de leerlingen even hard moeten werken. Bijvoorbeeld: de wekelijkse videovoorstelling gaat alleen door als het klaslokaal opgeruimd en schoon is. Of als de leerresultaten van deze week gemiddeld voldoende zijn. Sfeer is immers wel belangrijk maar niet voldoende. Kennis is zeker zo belangrijk. Geel: denken in systemen In het onderwijs zul je niet gauw geel denken tegenkomen. Is dat wel het geval, bijvoorbeeld bij een uitzonderlijk begaafde leerling, probeer hem dan te stimuleren door hem als gelijke te behandelen. Je kunt samen zoeken naar interessante werkopdrachten en ook een beroep doen op de leerling als hulp bij het ondersteunen van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Let op! Een leerling die geel denkt, zal graag helpen, maar misbruik het niet. Hij moet geen verkapt hulpje van de juf worden. Turkoois: de wereld als veranderend geheel Turkoois denken kom je niet tegen in een schoollokaal. Verder geldt hetzelfde als voor geel.
12
OA Digitale Content