C/02/285 Luxemburg, 3-4 oktober 2002 12328/02 (Presse 285)
2452e zitting van de Raad
- VERVOER, TELECOMMUNICATIE en ENERGIE Luxemburg, 3-4 oktober 2002
Voorzitters: de heer Flemming HANSEN, Minister van Verkeer de heer Bendt BENDTSEN, Minister van Economische Zaken, Handel en Industrie en minister van Noordse Samenwerking van het Koninkrijk Denemarken
12328/02 (Presse 285)
I
NL
INHOUD 1
DEELNEMERS ..................................................................................................................................4
BESPROKEN PUNTEN VERVOER LUCHTVAART LUCHTVERKEERSLEIDING – GEMEENSCHAPPELIJK LUCHTRUIM.....................................6 TOEWIJZING VAN SLOTS OP COMMUNAUTAIRE LUCHTHAVENS .....................................7 COMPENSATIE AAN LUCHTREIZIGERS BIJ INSTAPWEIGERING EN ANNULERING OF LANGDURIGE VERTRAGING VAN VLUCHTEN ..................................................................8 VERZEKERINGEN IN DE LUCHTVERVOERSECTOR.................................................................9 LANDTRANSPORT SPOORVERVOER ............................................................................................................................10 TRANSITOVERKEER DOOR DE ALPEN –
Algemene vraagstukken............................................................................................................11
–
Ecopuntensysteem in Oostenrijk...............................................................................................11
HORIZONTALE VRAAGSTUKKEN VRACHTVERVOER - MARCO POLO-PROGRAMMA................................................................12 TRANS-EUROPESE VERVOERSNETWERKEN ..........................................................................13 SATELLIETNAVIGATIE - GALILEO ............................................................................................14 DIVERSEN –
1
Achteruitkijkspiegels van vracht- en bestelwagens ..................................................................15
▪ ▪
Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://ue.eu.int. ▪
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
12328/02 (Presse 285)
II
NL
ENERGIE LIBERALISERING VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT –
Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas......................16
–
Toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit .....................................16
VEILIGSTELLING VAN DE AARDGAS- EN AARDOLIEVOORZIENING...............................18
ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN VERVOER –
Interbus-overeenkomst..............................................................................................................................................I
–
Overeenkomst met China inzake zeevervoer ............................................................................................................I
MILIEU –
Genetisch gemodificeerde organismen ................................................................................................................... II
12328/02 (Presse 285)
III
NL
DEELNEMERS De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België: de heer Olivier DELEUZE de heer François ROUX Denemarken: de heer Flemming HANSEN de heer Bendt BENDTSEN de heer Thomas EGEBO de heer Michael DITHMER
staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en Vervoer plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger minister van Verkeer minister van Economische Zaken, Handel en Industrie en minister van Noordse Samenwerking staatssecretaris van Verkeer staatssecretaris bij het ministerie van Economische Zaken, Handel en Industrie
Duitsland: de heer Kurt BODEWIG de heer Ralf NAGEL de heer Peter WITT
minister van Verkeer en Bouw- en Woonbeleid staatssecretaris, ministerie van Verkeer en Bouw- en Woonbeleid plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenland: de heer Christos VERELIS de heer Georgios ANOMERITIS de heer Apostolos-Athanasios TSOCHATZOPOULOS de heer Manolis STRATAKIS
minister van Verkeer minister van Koopvaardij minister van Ontwikkeling staatssecretaris van Verkeer
Spanje: de heer Francisco ÁLVAREZ-CASCOS FERNÁNDEZ de heer José FOLGADO BLANCO de heer Adolfo MENÉNDEZ MENÉNDEZ Frankrijk: de heer Gilles de ROBIEN mevrouw Nicole FONTAINE Ierland: de heer Jim McDAID de heer John BROWNE
minister van Opbouw staatssecretaris van Energie, Industriële Ontwikkeling en Middenen Kleinbedrijf staatssecretaris van Opbouw minister van Infrastructuur, Verkeer, Huisvesting, Toerisme en Maritieme Zaken minister, toegevoegd aan de minister van Economische Zaken, Financiën en Industrie, belast met Industrie onderminister, toegevoegd aan het ministerie van Vervoer (belast met Wegverkeer, waaronder Vrachtvervoer) onderminister, toegevoegd aan het ministerie van Communicatie, Mariene en Natuurlijke Hulpbronnen
Italië: de heer Pietro LUNARDI de heer Alessandro PIGNATTI
minister van Infrastructuurvoorzieningen en van Vervoer plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Luxemburg: de heer Henri GRETHEN
minister van Vervoer
Nederland: de heer Roelf de BOER mevrouw Melanie SCHULTZ van HAEGEN-MAAS GEESTERANUS de heer Henne J.J. SCHUWER
12328/02 (Presse 285)
minister van Verkeer en Waterstaat staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
IV
NL
Oostenrijk: de heer Mathias REICHHOLD mevrouw Judith GEBETSROITHNER
minister van Vervoer, Innovatie en Technologie plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Portugal: de heer Luis VALENTE de OLIVEIRA mevrouw Dulce FRANCO
minister van Openbare Werken, Verkeer en Woningbouw staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Economische Zaken
Finland: de heer Kimmo SASI mevrouw Sinikka MÖNKÄRE
minister van Verkeer en Communicatie minister van Handel en Industrie
Zweden: de heer Björn ROSENGREN mevrouw Gun ERIKSSON
minister van Industrie, Werkgelegenheid en Verkeer staatssecretaris bij het ministerie van Industrie, Werkgelegenheid en Verkeer
Verenigd Koninkrijk: de heer John SPELLAR de heer Brian WILSON
onderminister van Verkeer onderminister van Energie en Bouw
* Commissie: mevrouw Loyola DE PALACIO
12328/02 (Presse 285)
*
* vice-voorzitter
V
NL
BESPROKEN PUNTEN
VERVOER LUCHTVAART LUCHTVERKEERSLEIDING – GEMEENSCHAPPELIJK LUCHTRUIM De Raad nam nota van het voortgangsverslag van het voorzitterschap betreffende de voorstellen voor de totstandbrenging van een "gemeenschappelijk luchtruim". Hij verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers de bespreking van dit dossier voort te zetten, zodat tijdens de Raadszitting van 5 en 6 december, conform de conclusies van de Europese Raad van Barcelona (maart 2002), een politiek akkoord kan worden bereikt. Doel van de voorstellen is, gemeenschappelijke beginselen en voorschriften toe te passen op het gebruik van het luchtruim, zodat de overbelasting en de vertragingen als gevolg van de uiteenlopende regels en procedures in de lidstaten verminderen. Deze voorstellen houden evenwel verband met een aantal gevoelige kwesties, zoals de betrokkenheid van de militairen, de verhouding met Eurocontrol (de Europese luchtvaartnavigatieorganisatie), en de te gebruiken rechtsgrondslag; deze kwesties worden momenteel grondig en uitvoerig besproken. Wat de verhouding tussen de Gemeenschap en Eurocontrol betreft, deelde de voorzitter mee dat de diplomatieke conferentie voor de ondertekening door de Gemeenschap van het protocol betreffende de toetreding tot Eurocontrol gepland is voor 8 oktober. De vier ontwerp-verordeningen worden als één pakket besproken, met de bedoeling ze als dusdanig aan te nemen. Het pakket bestaat uit een kaderverordening en drie toepassingsverordeningen betreffende de verrichting van luchtvaartnavigatiediensten, de organisatie en het gebruik van het luchtruim en de interoperabiliteit van het Europese luchtverkeersbeheernetwerk. De Europese Raad heeft er in Barcelona op aangedrongen vóór eind 2002 de bespreking van dit dossier actief voort te zetten, zodat de nodige besluiten kunnen worden genomen betreffende de totstandbrenging van het gemeenschappelijke luchtruim in 2004. TOEWIJZING VAN SLOTS OP COMMUNAUTAIRE LUCHTHAVENS De Raad nam nota van het voortgangsverslag van het voorzitterschap over de voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 95/93 betreffende de toewijzing van "slots", en van het voornemen van de Commissie om spoedig een gewijzigd voorstel over dit vraagstuk in te dienen. Hij verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers de besprekingen voort te zetten, zodat de verordening spoedig kan worden aangenomen. Met dit voorstel worden een aantal technische aanpassingen van Verordening (EG) nr. 95/93 beoogd, in afwachting van een ruimer opgevatte herziening van de communautaire regeling voor de toewijzing van slots. Deze benadering in twee fasen heeft de steun van de meeste delegaties, al zijn sommige van mening dat bepaalde aanpassingen het louter technische aspect overstijgen.
12328/02 (Presse 285)
VI
NL
De Commissie is voornemens een ruimer voorstel in te dienen, dat erop gericht zal zijn marktmechanismen in te voeren in de regeling voor de toewijzing van slots, zodat vraag en aanbod beter op elkaar worden afgestemd. Dit voorstel zal stoelen op de resultaten van een alomvattende studie van mogelijke, op de markt gebaseerde benaderingen; de resultaten van deze studie zullen naar verwachting medio 2003 beschikbaar zijn. COMPENSATIE AAN LUCHTREIZIGERS BIJ INSTAPWEIGERING EN ANNULERING OF LANGDURIGE VERTRAGING VAN VLUCHTEN De Raad hield een beleidsdebat over het voorstel voor een verordening die luchtreizigers in geval van een instapweigering of annulering of langdurige vertraging van een vlucht een hogere compensatie moet garanderen. In dit debat werd de richting aangegeven voor de bespreking van de drie resterende vraagstukken, zodat de verdere bespreking van dit voorstel vlotter kan verlopen. Die drie vraagstukken zijn: • • •
de werkingssfeer van de tekst in samenhang met de bestaande richtlijn pakketreizen; het niveau van de compensatie aan de reizigers; de voorschriften bij annulering.
De voorzitter concludeerde het volgende: -
de besprekingen worden voortgezet, ervan uitgaande dat een meerderheid pakketreizen onder de verordening wenst te brengen; het compensatieniveau wordt verder behandeld in het Comité van permanente vertegenwoordigers, in het licht van de standpunten van de delegaties; één week voor de geplande vertrektijd lijkt voor alle delegaties aanvaardbaar als termijn waarbinnen de beschermingsregels voor passagiers in geval van annulering van toepassing moeten zijn.
In dit voorstel, dat strekt tot actualisering van de meer dan tien jaar geleden aangenomen Verordening nr. 295/91, is rekening gehouden met de besprekingen van het vorige voorstel in 1998. VERZEKERINGEN IN DE LUCHTVERVOERSECTOR De Raad wisselde van gedachten over de situatie op de markt van verzekeringen in de burgerluchtvaart na de terreuraanslagen van 11 september vorig jaar, en nam nota van de presentatie door de Commissie van het voorstel voor een verordening betreffende minimumvereisten inzake verzekeringen. De Raad verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers de bespreking van dit voorstel zo spoedig mogelijk aan te vatten. Aan het eind van de bespreking trok het voorzitterschap de volgende conclusies: "Op basis van de in de Raad gevoerde bespreking van dit vraagstuk - dat ook zal worden besproken tijdens de Raad ECOFIN van 8 oktober - , trekt het voorzitterschap de volgende conclusies:
12328/02 (Presse 285)
VII
NL
1.
De Raad neemt nota van het standpunt van de Commissie dat de situatie op de luchtvervoersmarkt in Europa een nieuwe verlenging van de nationale garantieregelingen niet langer rechtvaardigt. De Commissie zal de Verdragsregels inzake staatssteun per geval blijven toepassen, rekening houdend met de specifieke situaties. De Raad verzoekt de Raad ECOFIN een verlenging van de nationale regelingen voor een beperkte tijd te overwegen.
2.
De Raad neemt nota van de analyse van de Commissie betreffende de door de Europese luchtvaartsector (Eurotime) en de ICAO voorgestelde fondsen van onderlinge risicowaarborging, met name wat betreft de voorwaarden die volgens de Commissie vóór de oprichting van een fonds moeten worden vervuld.
3.
De Raad verzoekt het Comité van permanente vertegenwoordigers de bespreking van het ICAO-voorstel betreffende "Global time" en het voorstel van de Commissie betreffende vereisten inzake verzekeringen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen onverwijld voort te zetten.".
LANDTRANSPORT SPOORVERVOER De Raad nam nota van het voortgangsverslag van het voorzitterschap betreffende het tweede pakket voorstellen om de Europese spoorwegsector nieuw leven in te blazen. Het voorzitterschap bevestigde dat dit dossier een topprioriteit is, en beklemtoonde dat het de voorstellen als één pakket wil behandelen, zodat tijdens de Raadszitting van 5 en 6 december een politiek akkoord kan worden bereikt. Het tweede spoorwegpakket bestaat uit drie ontwerp-richtlijnen - betreffende veiligheid op de spoorwegen, interoperabiliteit en de liberalisering van de goederenvervoersdiensten over het spoor - , een ontwerp-verordening tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau, en een ontwerp-besluit van de Raad teneinde de Commissie te machtigen te onderhandelen over de voorwaarden voor toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF). Op technisch niveau is aanzienlijke vooruitgang geboekt in dit dossier. Een akkoord over de bepalingen betreffende veiligheid, interoperabiliteit en het COTIF lijkt binnen handbereik te liggen, maar wat de voorstellen inzake liberalisering van het goederenvervoer en de oprichting van het spoorwegbureau betreft blijven een aantal moeilijke vraagstukken onopgelost. TRANSITOVERKEER DOOR DE ALPEN – –
Algemene vraagstukken Ecopuntensysteem in Oostenrijk
De Raad heeft de algemene problematiek van het vrachtwagenverkeer door de Alpen besproken en de balans opgemaakt van de bespreking van de twee verordeningsvoorstellen betreffende het ecopuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk. 12328/02 (Presse 285)
VIII
NL
De Raad nam nota van het voornemen van de lidstaten die het meest met deze problematiek te maken hebben - Duitsland, Griekenland, Italië en Oostenrijk - om de onderhandelingen over de vraagstukken in verband met de ecopunten voort te zetten, teneinde de verdere besprekingen hierover te vergemakkelijken. De voorzitter beklemtoonde dat de openstaande vraagstukken spoedig moeten worden opgelost. Hij gaf ook uiting aan de bereidheid van het voorzitterschap zijn volle steun daartoe te verlenen, in de hoop dat de Raad tijdens de zitting van 5 en 6 december tot een algemene oplossing kan komen. Het vigerende ecopuntensysteem, dat ten doel heeft de schade aan het milieu als gevolg van het vrachtwagenverkeer door Oostenrijk zoveel mogelijk te beperken, is bij de akte van toetreding van Oostenrijk tot de EU ingesteld als een tijdelijke maatregel en verstrijkt op 31 december 2003. In 2000 heeft de Commissie een voorstel ingediend om dit systeem te wijzigen. Doel was de kwantitatieve beperking van het aantal transitoritten door Oostenrijk - in het toetredingsprotocol vastgesteld op 108% van het totale aantal ritten in 1991 - op te heffen. Het tweede voorstel is ingediend op verzoek van de Europese Raad van Laken in december 2001. Voor 2004 wordt een ecopuntensysteem voorgesteld dat vergelijkbaar is met het bestaande systeem; is er op dat ogenblik nog geen communautaire regeling voor de tarifering van het infrastructuurgebruik voorhanden, dan kan het bestaande systeem nogmaals met een of twee jaar worden verlengd.
HORIZONTALE VRAAGSTUKKEN VRACHTVERVOER - MARCO POLO-PROGRAMMA Openbare beraadslaging De Raad besprak de ontwerp-verordening tot vaststelling van het Marco Polo-programma, een financieel instrument ter stimulering van de overschakeling van vrachtvervoer over de weg op andere, milieuvriendelijker vervoerswijzen als de korte vaart, het spoorvervoer en de binnenscheepvaart. De bespreking spitste zich toe op de totale begroting voor het programma en de minimale subsidiedrempels die voor de verschillende categorieën acties moeten worden vastgesteld. Omdat er geen overeenstemming kon worden bereikt over de begroting voor het programma, verzocht de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers de bespreking van het voorstel voort te zetten, zodat hij in een volgende zitting een standpunt kan bepalen. Het voorgestelde Marco Polo-programma stoelt op de ervaring die van 1997 tot 2001 is opgedaan met het PACT-programma (proefprojecten voor gecombineerd vervoer). Het omvat drie soorten acties - modal-shiftacties, katalysatoracties en gemeenschappelijke leeracties - om de tot 2010 verwachte groei van het wegvrachtvervoer (12 miljard ton-kilometer per jaar) af te wentelen op andere vervoerswijzen.
12328/02 (Presse 285)
IX
NL
TRANS-EUROPESE VERVOERSNETWERKEN Openbare beraadslaging De Raad besprak het voorstel tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (TEN). Het debat spitste zich toe op de vereiste maatregelen voor de ontwikkeling van het spoorwegnet en op de lijst van specifieke projecten waarvoor de Gemeenschap financiële steun verleent aangezien over die lijst geen akkoord kon worden bereikt, verzocht de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers de bespreking van het voorstel voort te zetten, zodat hij in de zitting van 5 en 6 december een standpunt kan bepalen. De huidige richtsnoeren voor de ontwikkeling van trans-Europese vervoersnetwerken bevatten een lijst van specifieke projecten die door de Europese Raad in 1996 in Essen is opgesteld, alsmede de schema's en criteria voor het aanwijzen van projecten van gemeenschappelijk belang tot het jaar 2010. De Europese Raad heeft in maart 2002 te Barcelona erop geattendeerd dat er vóór december 2002 besluiten moeten worden genomen over de herziening van de richtsnoeren en de bijbehorende financiële voorschriften voor de TEN. Met het voorstel wordt beoogd een eerste herziening uit te voeren van de geldende richtsnoeren die van 1996 dateren, in afwachting van een verder Commissievoorstel voor een omvangrijker herziening in 2004. Op basis van dat verdere voorstel zullen er voor de periode 2020-2025 nieuwe richtsnoeren kunnen worden vastgesteld, rekening houdend met de uitbreiding van de Unie. SATELLIETNAVIGATIE - GALILEO De Raad nam nota van een toelichting van de Commissie op haar mededeling over de voortgang van het satellietnavigatieprogramma Galileo, dat erop gericht is vanaf 2008 navigatiediensten te verlenen door middel van satellieten die in een middelhoge baan om de aarde zijn gebracht. Hij verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers dit document te bespreken, zodat hij in een volgende zitting passende conclusies kan aannemen. Het programma is onderverdeeld in vier verschillende fasen: de ontwerpfase, die eind 2000 is voltooid; de ontwikkelingsfase tot 2005; de installatiefase tot 2007; en de operationele fase die in 2008 van start gaat. De Raad bereikte op 26 april 2002 overeenstemming over de ontwikkelingsfase met de vrijmaking van een bedrag van 450 miljoen euro aan communautaire begrotingsmiddelen en de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Galileo. DIVERSEN –
Achteruitkijkspiegels van vracht- en bestelwagens
De Raad nam nota van de opmerkingen van de Belgische delegatie over de dode hoek van achteruitkijkspiegels van vracht- en bestelwagens. De Belgische delegatie verzocht de Commissie een voorstel in te dienen met de verplichting om reeds in het verkeer gebrachte vracht- en bestelwagens uit te rusten met specifieke achteruitkijkspiegels die de dode hoek verkleinen. Zij kreeg hierbij de steun van de Nederlandse delegatie.
12328/02 (Presse 285)
X
NL
Dit verzoek sluit aan op de indiening door de Commissie in januari 2002 van een voorstel betreffende de uitrusting van nieuwe vracht- en bestelwagens met dergelijke spiegels.
ENERGIE LIBERALISERING VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT – Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas – Toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit De Raad voerde een beleidsdebat over de ontwerp-richtlijn voor een versnelde liberalisering van de sectoren elektriciteit en gas en nam kennis van een voortgangsverslag over de ontwerp-verordening betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit. Voorts presenteerde vice-president Loyola DE PALACIO het tweede benchmarkingverslag van de Commissie over de uitvoering van de interne elektriciteits- en gasmarkt (2002). Uitgaande van het debat zal het voorzitterschap ten aanzien van de voornaamste hangpunten de elementen kunnen aanreiken voor een algeheel compromis tijdens de Raadszitting van 25 november. De bedoeling van het voorzitterschap is dat over de richtlijn (waarvan er twee versies worden voorgesteld, een voor elektriciteit en een voor gas) en over de verordening als een pakket wordt beslist. De Europese Raad heeft dit dossier herhaaldelijk als een hoge prioriteit aangemerkt en het voorzitterschap heeft een strak tijdschema opgesteld om de in maart 2002 te Barcelona vastgelegde data te kunnen halen. Aan het slot van het debat kwam de voorzitter tot de volgende conclusies: "1.
De Raad streeft ernaar tijdens de volgende zitting van de Raad Energie, op 25 november 2002, overeenkomstig de conclusies van Barcelona een akkoord te bereiken over het liberaliseringspakket inzake energie.
2.
Er is al vrij veel vooruitgang geboekt. De meeste elementen uit het compromisvoorstel worden algemeen gesteund. Eigenlijk zijn er nog maar vier hangpunten: ●
Bescherming van de eindafnemer en energie-etikettering: Het gewenste niveau van consumentenbescherming en -voorlichting.
●
Ontvlechting: De meeste delegaties hebben een uitgesproken voorkeur voor juridische ontvlechting. Het probleem wordt gevormd door het mogelijke onderscheid, bijvoorbeeld in de tijd, tussen transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders.
●
Toegang tot opslaginstallaties: Het juiste evenwicht tussen daadwerkelijke toegang tot alle componenten van het systeem en het recht om de opslaginstallaties gedeeltelijk te reserveren voor openbare dienstverlening en veiligstelling van de aanvoer.
●
Openstelling van de markt voor huishoudens: De tweede fase van het openstellen van de markt moet worden verduidelijkt. Daarbij dienen alle elementen van de richtlijnen in aanmerking te worden genomen.
12328/02 (Presse 285)
XI
NL
3.
Met het oog op een algehele regeling moet ook verder worden gewerkt aan de verordening over grensoverschrijdende handel in elektriciteit.
4.
Het compromisvoorstel van het voorzitterschap zal als basis dienen voor de besprekingen die nu gevoerd zullen worden teneinde een akkoord te bereiken over het gehele liberaliseringspakket.".
De voorgestelde richtlijn voorziet in volledige openstelling van de elektriciteits- en gasmarkt voor alle consumenten per 1 januari 2005, en voorts in wijziging van de Richtlijnen 96/92/EG (elektriciteit) en 98/30/EG (gas), waarvan een aantal overbodig geworden bepalingen worden vereenvoudigd. De voorgestelde verordening voorziet in de vaststelling van eerlijke, de kosten weerspiegelende, transparante en rechtstreeks toepasbare tariefvoorschriften en de toewijzing van beschikbare interconnectiecapaciteiten voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit. Zij moet de sinds maart 2002 geldende voorlopige regeling gaan vervangen. VEILIGSTELLING VAN DE AARDGAS- EN AARDOLIEVOORZIENING De Raad nam ter kennis dat de Commissie een mededeling en twee richtlijnvoorstellen heeft ingediend; het doel van deze teksten is de afhankelijkheid van derde landen bij de aanvoer van aardolieproducten en aardgas te verminderen. Hij verzocht het Comité van permanente vertegenwoordigers te gelegener tijd een aanvang te maken met de bespreking van de voorstellen. De voorstellen sluiten aan op het groenboek van de Commissie over continue energievoorziening. Zij voorzien in gecoördineerd gebruik van olievoorraden - onverminderd de reeds verplichte reserve van 90 verbruiksdagen - minimummaatregelen om de gasaanvoer veilig te stellen (er is momenteel geen EU-kader voor aardgas) en versterking van de dialoog met de productielanden. De Commissie is van oordeel dat bestaande structuren zoals het Internationaal Energieagentschap (IEA) na 11 september 2001 ondoelmatig geworden zijn.
ZONDER DEBAT GOEDGEKEURDE PUNTEN VERVOER Interbus-overeenkomst De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de sluiting van de Interbus-overeenkomst, een Europese overeenkomst betreffende het vervoer van personen met touringcars en met autobussen (13262/1/01 REV 1). Doel van de in juni 2001 ondertekende Interbus-overeenkomst is tot een zekere harmonisatie van de wetgeving te komen door autobussen en touringcars die ongeregeld internationaal vervoer verzorgen aan uniforme regels te onderwerpen. De overeenkomstsluitende partijen zijn: de Europese Gemeenschap, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, de Tsjechische Republiek, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Moldavië, Polen, Roemenië, de Slowaakse Republiek, Slovenië en Turkije.
12328/02 (Presse 285)
XII
NL
Overeenkomst met China inzake zeevervoer De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een overeenkomst inzake zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Volksrepubliek China anderzijds (9053/1/02 REV 1, 8388/1/02 REV 1). De overeenkomst heeft tot doel ten bate van de economische subjecten van beide partijen de omstandigheden te verbeteren waaronder het goederenvervoer over zee plaatsvindt. Zij is gebaseerd op de beginselen van vrijheid om zeevervoersdiensten te verlenen, vrije toegang tot lading en cross trade, alsook onbeperkte toegang tot en niet-discriminerende behandeling bij het gebruik van havens en ondersteunende diensten. MILIEU Genetisch gemodificeerde organismen In de context van Richtlijn 2001/18/EG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) in het milieu nam de Raad de volgende beschikkingen aan: -
een beschikking van de Raad tot vaststelling van richtsnoeren ter aanvulling van bijlage VII van Richtlijn 2001/18/EG. Bijlage VII beschrijft de te verwezenlijken doelstelling en het te volgen algemene beginsel bij de opstelling van een monitoringplan om de effecten van in de handel gebrachte GGO's op de menselijke gezondheid of het milieu te traceren en te signaleren; (11979/02)
-
een beschikking tot vaststelling van een model voor de samenvatting van het informatiedossier voor kennisgevingen inzake het op de markt brengen van GGO's. Uit hoofde van de richtlijn moet aan de bevoegde nationale instantie vooraf kennis worden gegeven van het op de markt brengen van GGO's. De kennisgeving omvat een samenvatting van het dossier in kwestie en bij de beschikking wordt het daarvoor te gebruiken model vastgesteld; (11978/02)
-
een beschikking tot vaststelling van een model voor de samenvatting van het informatiedossier voor kennisgevingen inzake de introductie van GGO's in het milieu voor andere doeleinden dan het op de markt brengen ervan. Uit hoofde van de richtlijn moet aan de bevoegde nationale instantie vooraf kennis worden gegeven van de introductie en bij de beschikking wordt het model vastgesteld dat door de nationale instanties moet worden gebruikt bij de verzending van een samenvatting van een kennisgeving aan de Commissie. (11980/02) ________________________
12328/02 (Presse 285)
XIII
NL