NL
RAAD VA DE EUROPESE U IE
10870/14 (OR. en)
PRESSE 337 PR CO 33
PERSMEDEDELI G 3321e zitting van de Raad
Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Alleen punten in verband met energie Luxemburg, 13 juni 2014 Voorzitter
Yiannis MA IATIS minister van Milieubeheer, Energie en Klimaatverandering
PERS Wetstraat 175 B – 1048 BRUSSEL Tel.: +32 (0)2 281 9776 / 6319 Fax: +32 (0)2 281 8026
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/press
10870/14
1
L
13 juni 2014
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
Indirecte veranderingen in landgebruik De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de ontwerprichtlijn inzake indirecte veranderingen in landgebruik (ILUC), waarbij de richtlijn brandstofkwaliteit (1998) en de richtlijn energie uit hernieuwbare energiebronnen (2009) worden gewijzigd. Follow-up van de Europese Raad van maart 2014 De ministers hebben bekeken hoever het werk gevorderd is sedert de Europese Raad van maart 2014, met bijzondere nadruk op energiezekerheid, interconnecties, en het klimaat- en energiekader voor 2030 in het algemeen. Met het oog op de bijeenkomst van de Europese Raad op 26 en 27 juni 2014 zal het voorzitterschap aan de voorzitter van de Europese Raad verslag uitbrengen over de resultaten van het debat. Energieprijzen, bescherming van kwetsbare consumenten en concurrentievermogen De Raad heeft conclusies vastgesteld over energieprijzen en -kosten, bescherming van kwetsbare consumenten en concurrentievermogen. De conclusies gaan in op drie aspecten: de interne energiemarkt, de externe dimensie en consumenten. Internationale betrekkingen op energiegebied De Raad heeft een oriënterend debat gevoerd over de waarde van multilaterale energiekaders. De besprekingen gingen hoofdzakelijk over de bestaande multilaterale energiekaders: de Energiegemeenschap, het Energiehandvestverdrag en het Internationaal Energieagentschap. Ook de energiesamenwerking in het Middellandse Zeegebied kwam ter sprake. Het belang van de verdere ontwikkeling van die multilaterale kaders werd onderstreept, alsmede het belang van het realiseren van het grote potentieel van de energiesamenwerking in het Middellandse Zeegebied, ten behoeve van de energiezekerheid en de energiediversificatie in de EU. Bovendien hebben het voorzitterschap en de Commissie de Raad geïnformeerd over recente ontwikkelingen omtrent de externe betrekkingen op energiegebied.
10870/14
2
L
13 juni 2014
I HOUD1
DEEL EMERS.................................................................................................................................. 4
BESPROKE PU TE Indirecte veranderingen in landgebruik ............................................................................................... 6 Follow-up van de Europese Raad van maart 2014 .............................................................................. 7 Energieprijzen, bescherming van kwetsbare consumenten en concurrentievermogen...................... 10 Internationale betrekkingen op energiegebied ................................................................................... 12 A DERE GOEDGEKEURDE PU TE geen
1
Ÿ Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. Ÿ De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu. Ÿ Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
10870/14
3
L
13 juni 2014
DEEL EMERS
België: de heer Olivier BELLE
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Bulgarije: mevrouw Petia VASSILEVA
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Tsjechië: de heer Pavel ŠOLC
viceminister van Industrie en Handel
Denemarken: de heer Rasmus HELVEG PETERSEN
minister van Klimaat, Energie en Bouw
Duitsland: de heer Sigmar GABRIEL de heer Rainer BAAKE Estland: mevrouw Urve PALO Ierland: de heer Pat RABBITTE Griekenland: de heer Yannis MANIATIS de heer Konstantinos MATHIOUDAKIS
vicekanselier, minister van Economische Zaken en Energie staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en Energie minister van Economische Zaken en Verkeer minister van Communicatie, Energie en Natuurlijke Hulpbronnen minister van Milieubeheer, Energie en Klimaatverandering secretaris-generaal, ministerie van Milieubeheer, Energie en Klimaatverandering
Spanje: de heer Alberto NADAL
staatssecretaris van Energie
Frankrijk: de heer Alexis DUTERTRE
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Kroatië: de heer Alen LEVERIĆ
viceminister van Economische Zaken
Italië: de heer Claudio DE VINCENTI
viceminister van Economische Ontwikkeling
Cyprus: de heer Georgios LAKKOTRYPIS
minister van Energie, Handel, Industrie en Toerisme
Letland: de heer Mārtiņš LAZDOVSKIS
staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
Litouwen: de heer Jaroslav NEVEROVIČ
minister van Energie
Luxemburg: de heer Etienne SCHNEIDER
viceminister-president, minister van Economische Zaken, minister van Binnenlandse Veiligheid, minister van Defensie
Hongarije: de heer János FÓNAGY
staatssecretaris, ministerie van Nationale Ontwikkeling
Malta: de heer Konrad MIZZI
minister van Energie en Volksgezondheid
ederland: de heer Henk KAMP
minister van Economische Zaken
Oostenrijk: de heer Reinhold MITTERLEHNER
minister van Economische Zaken, Gezin en Jeugd
Polen: de heer Andrzej DYCHA
onderstaatssecretaris, ministerie van Economische Zaken
10870/14
4
L
13 juni 2014 Portugal: de heer Artur TRINDADE
staatssecretaris van Energie
Roemenië: de heer Răzvan-Eugen NICOLESCU
gedelegeerd minister van Energie
Slovenië: de heer Bojan KUMER Slowakije: de heer Tomáš MALATINSKÝ Finland: mevrouw Marja RISLAKKI
staatssecretaris, ministerie van Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening minister van Economische Zaken staatssecretaris, ministerie van Werkgelegenheid en Economie
Zweden: mevrouw Anna-Karin HATT
minister van Informatietechnologie en Energie
Verenigd Koninkrijk: de heer Edward DAVEY
minister van Energie en Klimaatverandering
Commissie: de heer Günther OETTINGER
lid
10870/14
5
L
13 juni 2014 BESPROKE PU TE Indirecte veranderingen in landgebruik De Raad Energie heeft vandaag een politiek akkoord bereikt over de ontwerprichtlijn indirecte veranderingen in landgebruik, waarbij de richtlijn betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof (98/70/EG) en de richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (2009/28/EG) worden gewijzigd (10300/14 + 10300/14 COR 1). Met het richtlijnvoorstel wordt beoogd een begin te maken met de overgang naar biobrandstoffen die de broeikasgasuitstoot aanzienlijk terugdringen, zeker wanneer de voorlopige geraamde emissies als gevolg van indirecte veranderingen in het landgebruik worden meegerekend. Tegelijkertijd moeten bestaande investeringen worden beschermd. De Raad Energie heeft in december 2013 een compromistekst van het voorzitterschap over deze ontwerprichtlijn besproken. Er zijn echter nog enkele hangpunten. De voorbereidende instanties van de Raad hebben daarom verder gewerkt aan het voorstel, met als doel een politiek akkoord te vergemakkelijken. Het Helleense voorzitterschap heeft zich geconcentreerd op twee aspecten van de compromistekst: krachtiger stimuleren van geavanceerde biobrandstoffen, maar de lidstaten toch enige flexibiliteit bieden, en enkele aanvullende elementen naar aanleiding van overwegingen over geraamde ILUCemissies en het mogelijke effect van het EU-beleid op biobrandstoffen met betrekking tot het milieu en de randvoorwaarden voor het landbouw- en klimaatbeleid. In het akkoord wordt het fenomeen indirecte veranderingen in landgebruik onderkend en wordt in een aanpak voorzien, wordt het startsein gegeven voor een overschakeling op biobrandstoffen met geringere ILUC-risico's en een duidelijker investeringsperspectief geboden, met bescherming voor reeds gedane investeringen. Zie persmededeling 7550/14.
10870/14
6
L
13 juni 2014 Follow-up van de Europese Raad van maart 2014 In een openbare beraadslaging heeft de Raad de balans opgemaakt van het werk dat is verricht sedert de Europese Raad van maart 2014. De beraadslaging bestond uit drie delen: –
een presentatie door Commissaris Oettinger over de vorderingen richting voltooiing van de interne energiemarkt, waarbij werd verduidelijkt dat het Commissieverslag op het eind van de Raadszitting zal worden aangenomen;
–
een presentatie door de Commissie van haar recente mededeling over een Europese Strategie voor energiezekerheid;
–
een oriënterend debat, dat ging over energiezekerheid, interconnecties, en het klimaat- en energiekader 2030 in het algemeen.
Om het debat te structureren, hebben de ministers de besprekingen toegespitst op drie door het voorzitterschap (10299/14) voorgestelde thema's: energiezekerheid, interconnecties en het klimaaten energiekader 2030 in het algemeen. Met het oog op de bijeenkomst van de Europese Raad op 26 en 27 juni 2014 zal het voorzitterschap aan de voorzitter van de Europese Raad verslag uitbrengen over de resultaten van het debat van vandaag, een en ander in samenhang met de resultaten van het debat van gisteren in de Raad Milieu. De opmerkingen van de ministers over energiezekerheid bevestigden wat al was gebleken tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Energie afgelopen mei (zie voornaamste actielijnen over energiezekerheid in bijlage II bij doc. 10299/14). De door de Commissie voorgestelde oriëntaties over energiezekerheid kregen een positief onthaal. Enkele delegaties deden nog andere voorstellen die nader bestudeerd moeten worden. Wat interconnecties betreft, zijn alle delegaties het erover eens dat er meer moet worden gedaan om een waarlijk op interconnectie stoelende interne markt tot stand te brengen en de energiezekerheid te verbeteren, onder meer met het oog op het aanpakken van noodsituaties op korte termijn. De rol van de projecten van algemeen belang in dit verband werd bevestigd. Zonder af te willen doen aan de voltooiing van de volledige lijst van projecten, benadrukten de ministers dat die welke van meer betekenis zijn voor de leveringszekerheid versneld moeten worden uitgevoerd. Duidelijk werd dat projecten die op diversificatie gericht zijn, moeten voldoen aan de EU-wetgeving. Wat het bepalen van interconnectie-doelstellingen betreft, erkenden de ministers dat er verder moet worden nagedacht over de concrete regels en criteria om die doelstellingen te definiëren. Wat het kader voor 2030 betreft, wachten verscheidene delegaties nog altijd op verduidelijking van de Commissie over bepaalde aspecten van het voorstel voordat ze specifieke doelstellingen vaststellen. Omdat energie-efficiëntie bijdraagt tot de energie- en klimaatdoelstellingen van de EU, is het belangrijk om opnieuw steun te betuigen voor beleid dat gericht is op het terugdringen van energieafval, een beleid dat niet alleen door de richtlijn energie-efficiëntie maar ook door de richtlijnen ecologisch ontwerp en energie-etikettering in de hand wordt gewerkt. 10870/14
7
L
13 juni 2014
10870/14
8
L
13 juni 2014 Europese Strategie inzake energiezekerheid De Commissie heeft haar onlangs aangenomen mededeling (10409/14), opgesteld op verzoek van de Europese Raad van maart 2014 (EUCO 7/14, punt 20) aan de ministers gepresenteerd. De Commissie heeft de ministers bijgepraat over de recente ontwikkelingen inzake de lopende trilaterale ontmoetingen met Oekraïne en Rusland. In de mededeling worden de bekende feiten over de energie-afhankelijkheid van de EU geschetst en wordt geconcludeerd dat de EU kwetsbaar blijft voor externe energieschokken. De EU heeft daarom een strategie voor energiezekerheid nodig die een grotere veerkracht voor het opvangen van deze schokken en van onderbrekingen van de energielevering op korte termijn bevordert, alsmede, op langere termijn, een geringere afhankelijkheid van bepaalde brandstoffen, leveranciers en routes. In de strategie worden gebieden genoemd waarop besluiten of specifieke maatregelen moeten worden genomen om op korte, middellange en lange termijn de zorgpunten in verband met energiezekerheid weg te nemen. Beleidskader voor klimaat en energie 2030 De op 22 januari gepresenteerde mededeling van de Commissie over het klimaat- en energiekader 2030 (5644/1/14 REV 1) biedt een kader voor het toekomstige energie- en klimaatbeleid van de EU en moet de aanzet geven voor een proces om tot een gemeenschappelijke visie te komen over de wijze waarop in de toekomst werk kan worden gemaakt van dat beleid. De belangrijkste ambities van het voorgestelde kader zijn: –
dat de uitstoot van broeikasgassen met 40% afneemt ten opzichte van 1990, dit uitsluitend door middel van nationale maatregelen (er mag geen gebruik worden gemaakt van internationale kredieten);
–
dat hernieuwbare energie ten minste 27% gaat uitmaken van het totale energieverbruik, waarbij de lidstaten enige vrijheid krijgen om nationale streefcijfers vast te stellen;
–
dat energie-efficiëntie als sleutelcomponent van het kader voor 2030 fungeert; een evaluatie van de richtlijn energie-efficiëntie volgt later in 2014.
De Commissie beschrijft ook een nieuw governancesysteem, dat is gebaseerd op door de lidstaten op te stellen nationale plannen voor competitieve, veilige en duurzame energie. Daarnaast stelt zij een reeks indicatoren voor aan de hand waarvan de geboekte vooruitgang moet worden beoordeeld, en die een feitelijke basis voor mogelijke beleidsmaatregelen moeten vormen. De standpunten zijn iets dichterbij elkaar gekomen, met name ten aanzien van de beginselen die aan het governanceproces voor de implementatie van het kader voor 2030 ten grondslag zouden kunnen liggen (bijlage I van 10299/14).
10870/14
9
L
13 juni 2014 Energieprijzen, bescherming van kwetsbare consumenten en concurrentievermogen De Raad heeft conclusies aangenomen over energieprijzen en -kosten, bescherming van kwetsbare consumenten en concurrentievermogen (10225/14). De conclusies zijn gebaseerd op de mededeling van de Commissie over energieprijzen en -kosten in Europa (5599/1/14 REV 1), die in januari 2014 gepresenteerd is op verzoek van de Europese Raad van mei 2013 (EUCO 75/1/2013, pagina 5). De mededeling biedt een diepgaande analyse van de Europese energieprijzen en -kosten en van het concurrentievermogen. Ook het oriënterend debat dat de ministers over hetzelfde onderwerp hebben gevoerd tijdens de Raad Energie in maart werd in de conclusies meegenomen. De conclusies zijn gericht op energieprijzen en -kosten maar lopen niet vooruit op toekomstige initiatieven die op andere gebieden worden genomen, met name het klimaat- en energiekader 2030 en de EU-energiezekerheid. De conclusies gaan in op drie aspecten: de interne energiemarkt, de externe dimensie en consumenten. De interne energiemarkt: de Raad herhaalt bijvoorbeeld dat het urgent is om de interne energiemarkt uiterlijk in 2014 te voltooien en interconnecties te ontwikkelen zodat er in 2015 een einde komt aan de situatie dat lidstaten afgesneden zijn van de Europese gas- en elektriciteitsnetwerken. Gevraagd wordt om de EU-regels inzake marktintegratie effectief toe te toepassen et handhaven, en kostenefficiënte maatregelen voor energie-efficiëntie in de volledige energieketen te bevorderen, daarbij strevend naar een gelijk speelveld voor bedrijven die binnen de EU actief zijn. Voorts benadrukt de Raad dat de energieconsumptie van alle betreffende sectoren moet worden verminderd via kostenefficiënte energiebesparende maatregelen die tot meer energie-efficiëntie leiden. De externe dimensie: de Raad benadrukt bijvoorbeeld het belang van een gelijk speelveld en van het terugdringen van het verschil in energiekostprijs ten opzichte van concurrenten in derde landen. Voorts dringt de Raad aan op een coherente aanpak in de betrekkingen van de EU met derde landen op energiegebied. Benadrukt wordt dat de Commissie en de lidstaten moeten bezien op welke manier de onderhandelingspositie van de Unie en haar lidstaten ten opzichte van externe leveranciers kan worden versterkt. Consumenten: de Raad beklemtoont dat het van belang is de rol en de rechten van consumenten te versterken en hen meer bewust te maken. Hij richt zich ook op de volgende opties die bedoeld zijn om energiearmoede te bestrijden en kwetsbare consumenten bij te staan: –
energie-efficiëntie en energiebesparing promoten als belangrijke elementen om kwetsbare consumenten voor de lange termijn te beschermen,
–
beleidsmaatregelen richten op degenen die echt steun nodig hebben,
10870/14
10
L
13 juni 2014 –
kwetsbare consumenten nauwkeurig in kaart brengen zodat een gemeenschappelijk inzicht ontstaat in de factoren die het risico kunnen verhogen dat consumenten op de energiemarkt kwetsbaar zijn,
–
regels om te voorkomen dat de energietoevoer op onevenredige gronden wordt afgesloten,
–
betere toegang tot adequate informatie om de keuze van leverancier en de mogelijkheid om van leverancier te veranderen, te onderbouwen; en
–
de rol van de belanghebbenden verduidelijken en versterken om de situatie voor kwetsbare consumenten te verbeteren.
Ten slotte vraagt de Raad de Commissie uiterlijk in 2016 een vervolgevaluatie betreffende de energieprijzen en -kosten en inzake consumenten te verrichten.
10870/14
11
L
13 juni 2014 Internationale betrekkingen op energiegebied De Raad heeft een oriënterend debat gevoerd over de waarde van multilaterale energiekaders. De besprekingen gingen hoofdzakelijk over de bestaande multilaterale energiekaders: de Energiegemeenschap, het Energiehandvestverdrag en het Internationaal Energieagentschap. Ook de energiesamenwerking in het Middellandse Zeegebied kwam ter sprake. Gelet op de huidige politieke en economische situatie, hadden de besprekingen vooral betrekking op de volgende stappen in de ontwikkeling van deze multilaterale kaders en op het Middellandse Zeegebied. Het voorzitterschap heeft een nota opgesteld (9763/14, 9763/14 COR 1) over de huidige stand van zaken in verband met de onderwerpen die zijn besproken en vragen voor het debat voorgesteld. De inbreng uit deze besprekingen zal het aanstaande Italiaanse voorzitterschap helpen bij het vaststellen van het standpunt van de Raad over al deze thema's. Het belang van de verdere ontwikkeling van die multilaterale kaders werd onderstreept, alsmede het belang van het realiseren van het grote potentieel van de energiesamenwerking in het Middellandse Zeegebied, ten behoeve van de energiezekerheid en de energiediversificatie in de EU. Al die onderwerpen zouden onderdeel moeten zijn van de nieuwe strategie inzake energiezekerheid van de EU. Het voorzitterschap en de Commissie hebben de Raad gebriefd over de recente ontwikkelingen inzake de internationale betrekkingen op energiegebied (9616/14). De briefing ging onder meer over de volgende thema's: de energiedialoog tussen de EU en de OPEC (Brussel, 24 juni), ontwikkelingen betreffende de zuidelijke gascorridor, de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne , de vijfde Energieraad EU-VS (Brussel, 2 april), het Internationaal Energieagentschap, de Strategische Groep voor internationale energiesamenwerking (Brussel, 10 april), het Energiepanel EU-India (Brussel, 27 maart), de Beleidsdialoog EU-Brazilië over energie (Brussel, 26 februari) en de elfde bijeenkomst van het platform energiezekerheid van het Oostelijk Partnerschap (Brussel, 23 juni).
10870/14
12
L
13 juni 2014 DIVERSE ucleaire veiligheid De Commissie heeft de Raad op de hoogte gebracht van de recente ontwikkelingen inzake het reguleringskader op nucleair gebied (10234/14). De ministers kregen ook informatie over het akkoord over de herziene richtlijn nucleaire veiligheid dat op 28 mei 2014 in de Groep atoomvraagstukken is bereikt. Zie persmededeling 10721/14. Werkprogramma van het aanstaande voorzitterschap De Italiaanse delegatie heeft het werkprogramma van het aanstaande voorzitterschap voor de energiesector gepresenteerd (10236/14). Het Italiaanse voorzitterschap zal zich met name concentreren op het klimaat- en energiekader 2030, energiezekerheid, de voltooiing van de interne energiemarkt en het externe energiebeleid. Het zal ook proberen vorderingen te maken met de richtlijn indirecte wijzigingen landgebruik, en die richtlijn eventueel af te ronden. De informele bijeenkomst van de ministers zal op 6 oktober 2014 in Italië plaatsvinden en de zitting van de Raad Energie op 9 december 2014 in Brussel.
10870/14
13
L
13 juni 2014 A DERE GOEDGEKEURDE PU TE geen
10870/14
14
L