SINT-J ANSW ANDELING Bijlage 6 KERKELIJK KACHTEM
1/23
KERKELIJK KACHTEM VERERING JOHANNES DE DOPER KERKHOFWANDELING 2013 - INVENTARISATIE Samenstelling en foto’s: Koenraad Vandommele, stadsgids m.m.v. Rogier Verstraete m.m.v. Nele Descheemaecker Vriendenkring Izegemse gidsen
KERKELIJK KACHTEM De oudste vermelding van Kachtem gaat terug tot 1116. In 1116 was er al zeker een kapel, afhankelijk van de Rumbeekse kerk. Pas in 1119 werden de parochies Kachtem en Oekene onafhankelijk. De naam Kachtem is een verbastering van de Frankische naam "Cackingeheim". Samengesteld Cack-inge-heim is opgedeeld in Cack waarvan de betekenis onbekend is, Inge betekent afstammelingen en heim betekent woonplaats.
Het oudste gedeelte van de Sint-Janskerk zijn de achterste muren van de noorderbeuk (Onze-Lieve-Vrouwbeuk), herkenbaar aan de twee lagen rode en één laag gele baksteen. Van de 14de tot 19de eeuw evolueerde kerk tot een tweebeukige hallenkerk. Net als de Sint-Tillo (Izegem) en Sint-Pieterskerk (Emelgem), leed Kachtem kerk schade tijdens de Beeldenstorm van 23 augustus 1566. De schade viel mee op deze parochie. In een visitatieverslag van de Brugse bisschop uit 1642 lezen we dat het “kerkhof niet goed afgesloten is, zodat er vee kan in rondlopen”. Rond 1650 werd er aan de zuidzijde een Sint-Janskapel aangebouwd met altaar voor Sint-Jan. In 1830 wordt de kapel gesloopt om plaats te ruimen voor een derde beuk.
1834 was een rampjaar. Op 16 januari brak er brand uit in de sacristie. Door een blikseminslag op 29 april werd de achthoekige vieringtoren, toen in het midden van de hoofdbeuk, volledig vernield. Van 1837 tot 1838 werd een nieuwe toren gebouwd, onder andere met recuperatiestenen van de voormalige Sint-Janskapel. In 1911 werd een bergplaats of “kerkekot” gebouwd. Alphonse Depauw (Brugge) was de architect, Ferdinand Libert (Harelbeke) de aannemer en Charles Hullebusch (Kachtem) de timmerman.
Het kerkhof lag lange tijd rond de kerk in Kachtem. Het decreet van Napoleon werd niet uitgevoerd zoals dat in 1806 wel het geval was in Izegem. Het kerkhof werd pas in 1953 uitgebreid door een aanpalende akker in te palmen. Het rechterdeel werd onmiddellijk in gebruik genomen. Toen in februari 1975 de graven rond de kerk verdwenen (heraanleg Kachtemse plein) werd ook het linkerdeel in gebruik genomen. Tot 1955 was er een prachtige ingangspoort op het oude kerkhof. Een smeedijzeren boog die twee sokkels verbond was gekroond met een Heilig-Hartbeeld. Het ijzerwerk oxydeerde vervaarlijk en het beeld verhuisde naar de hoek met zicht op het Kachtemse plein. Hier liggen ook Izegemnaren (net als in Emelgem), omdat Izegem een tijdje plaatsgebrek kende, toen het kerkhof in de Reperstraat in aanleg was .
Rond de kerk zijn enkele gedenkstenen terug te vinden: Ingang van de kerk: Augustinus Ambrosius Rosseeuw (niet: Rosseel, zoals vroeger vermeld en nu aangepast). Hij was pastoor van Kachtem van 1816 tot 1837.
De neogotische grafsteen aan de buitenkant van de memoriekapel herinnert aan Petrus Vanneste (gestorven op 4 februari 1795), echtgenoot van Marie Anne Decostere. In het begin van de 19de eeuw was de Rhodesmolen (Hogestraat) in handen van molenaar Pierre Joseph Vanneste, zoon van Petrus Vanneste. Pierre stierf als burgemeester op 26 december 1834 en zo kwam de molen in handen van zijn broer Ferdinand (Kachtem, 1783 - 1839). Deze laatste was gehuwd met Marie Therese De Brabandere. Haar broer, Franciscus De Brabandere (x Rosalia Hoornaert), baatte de molen uit, die rond 1887 verdween. Twee kinderen (Julianus en Agatha) van Petrus Vanneste schonken ook de gronden en materialen voor de bouw van het klooster op het Hoge.
De ruitvormige muursteen is een gedenksteen voor Antone Vanbecelaere. Een vierde en vijfde muursteen zijn totaal verweerd en/of onleesbaar geworden. Vierde muursteen: mogelijk familie Jan Ostens. (overlijden op 7 september 1742)
Het klooster In 1852 werd op het Hoge een klooster gebouwd voor de zusters van Sint-Vincentius à Paulo. Zij kwamen uit Anzegem. Tussen 1858 en 1863 werd het klooster merkelijk uitgebreid met een school, rusthuis en een weeshuis met kantwerkschool. De gronden werden geschonken door twee kinderen van Petrus Vanneste: Julianus (gestorven in 1863) en Agathe werden de milde schenkers van de grond van het rustoord van Kachtem. Agathe (gestorven in 1851) verbleef later op het klooster van Tiegem. Zij schonken in 1850 de grond, omdat er geen mannelijke erfgenamen meer waren met de familienaam Vanneste. Julien kocht ook de bouwmaterialen aan met zijn kapitaal. Priester Josephus Pattyn (1812-1883) was de stichter van het klooster, hoewel hij maar vijf jaar als onderpastoor in Kachtem verbleef (1844-1849). In die periode correspondeerde hij met het bisdom voor de oprichting van een klooster, dat er pas na zijn ambtstermijn zou komen. Vooral pastoor Cool bood weerstand tegen de plannen van Pattyn. De familie Vanneste eiste dat het klooster (met school) op het Hoge zou gebouwd worden. Dat was tegen de zin van Cool, omdat het klooster te ver van de kerk zou verwijderd zijn. Daardoor zou ook de school in de buurt van de kerk gesloten worden. In 1977 werd de straat rechtover het klooster gedoopt in “Priester Pattynstraat”.
VERERING SINT-JAN (JOHANNES DE DOPER) St.-Jan de Doper wordt, reeds langer dan mensenheugenis, aanroepen voor genezing van allerlei hoofd- en keelziekten, voornamelijk tegen epilepsie (wordt ook wel “ziekte van H. Johannes” genoemd) en kinderstuipen. Hij was de neef van Jezus (geen apostel) en gaf Jezus de titel “Ecce Agnus dei” (zie daar het Lam Gods). Jezus werd ook door Johannes gedoopt. Heel wat Sint-Jansparochies liggen in de buurt van een waterloop, voor Kachtem is dat de Mandel. Wordt ook wel eens afgebeeld met een lam/schaap (patroonheilige van de herders). De Sint-Jansverering start op 24 juni (naamfeestdag en geboortedag van Sint-Jan) tot en met 2 juli. In Kachtem gaat dit gepaard met een ommegang. Er is ook een werkgroep die de Sint-Jansverering in stand houdt. De ommegang is niet alleen een teken van devotie, maar ook van volksvermaak. In vroegere tijden predikte de pastoor van het naburige Emelgem volgende woorden: “Het koren is lank, het vlees is krank, zwicht u van Kachtem ommegank”. Ommegang: levensverhaal (hij verweet koning Herodes om zijn zondig leven en werd onthoofd) van Sint-Jan, 1991, realisatie van Rogier Verstraete en Geert Horré. Beeldhouwwerk is van kunstenaar Pierre Opsommer uit Schoten bij Antwerpen. Op de laatste dag van de ommegang, gaat de fanfare rond de ommegang. Willy Lammertijn maakte de koperen plaatjes. Mgr. Laridon wijdde de 7 ommegangstaferelen uit het leven van St.-Jan de Doper in.
KERKHOFWANDELING 2013 Waarom deze wandeling ? Op 20 juli 1971 verscheen een wet die de eeuwigdurende vergunningen (grondconcessies) afschafte. Graven ouder dan 52 jaar vervielen. Als de familie de vergunning niet verlengde werd het graf eigendom van de gemeente. Gevaar: waardevolle grafmonumenten kunnen verdwijnen. In 1978 groeit de belangstelling voor funerair erfgoed en probeert men de “verdwijningen” stop te zetten. Graven die belangrijk zijn omwille van hun architectuur en/of de persoon moesten beschermd worden. Ook in Izegem groeide de belangstelling. Ten Mandere (Jean-Marie Lermyte), architect Roger Vandommele en grafmaker Albert Vandommele werden door het stadsbestuur aangesproken om graven met erfgoedwaarde aan te duiden. Dit was een eerste stap in de goede richting, maar intussen verdwenen toch enkele opmerkelijke graven. Beschermen is goed, maar zorg en bewaren is even belangrijk. Sinds 2009 is er tussen het samenwerkingsverband van diverse gemeenten/steden (TERF) en de Vlaamse Gemeenschap een erfgoedconvenant afgesloten. Eén van de projecten opgenomen in het beleidsplan is het werken rond funerair erfgoed. Bedoeling is om de kerkhoven te gaan inventariseren en daarna die informatie ter beschikking te stellen van het brede publiek. Voor Izegem gaat dit over de begraafplaatsen in de Roeselaarsestraat, in Kachtem, het oude kerkhof in Emelgem en in een later stadium het nieuwe kerkhof van Emelgem. De inventarisatie is in 2010 gestart en kan geraadpleegd worden op de website http://www.versteendegetuigenissen.be . De belangrijkste criteria om over te gaan tot bewaring van funerair erfgoed zijn: historisch, architecturaal, artistiek, volkskundig en socio-cultureel. Groen op een kerkhof Synoniem van ‘hof’ = ‘tuin’. Dit mogen we letterlijk nemen voor een kerkhof, de tuin van de kerk (bij Sint-Pieterskerk Emelgem en Sint-Janskerk Kachtem). Als er geen kerk in de buurt is, spreekt men niet van een kerkhof, maar van een begraafplaats (Reperstraat, Nederweg). Bij de aanleg van een kerkhof worden er ook bomen en planten geplaatst. Meestal hebben die ook een symbolische waarde. De treurwilg is het symbool van rouw en verdriet. De hangende takken symboliseren de tranenstroom die in de aarde verdwijnt. Bij de Germanen was de wilg ook het symbool voor de dood. Waarmee duidelijk wordt dat de grens tussen geloof en bijgeloof zeer dun is. De eik vind je ook soms terug als symbool van de onsterfelijkheid, het eeuwig leven, de levenskracht, de levensduur en de geborgenheid. Andere voorbeelden van veelkomende planten op een kerkhof, zijn altijd groene planten, heesters of bomen: klimop, taxus, buxus, laurier, sparren,… zij symboliseren het eeuwig leven na de dood.
Klimop brengt echter ernstige schade toe aan de oude grafzerken, omdat hun worteltjes zich vast ankeren in de zerk en voor erosie zorgen. In Kachtem is daar weinig tot niks van te merken. Noot: Traditie voor de teraardebestelling (ook in Kachtem): 3x kloppen met houten lans op de kist. Waarom? Mogelijke uitleg: de schuldbelijdenis: “door mijn schuld, door mijn schuld, (de gelovigen kloppen zich driemaal op de borst): door mijn grote schuld. Daarom smeek ik de heilige Maagd Maria, ...” ?
INVENTARISATIE KERKHOF KACHTEM 1. Karel Jacob Ghekiere (1760 – 1840) en familie Hij was de eerste burgemeester na het Ancien Regime (1797-1822). Samen met de families Vandoorne en Verhelst waren ze de grootgrondbezitters van Kachtem. Ook zijn 4de (Martinus) en 9de (Leonardus) kind werden burgemeester van Kachtem. Martinus van 1840 tot 1861 en Leonardus van 1861 tot 1867. Architecturaal: Cippe, neoclassicistisch Symboliek: RIP: Requies’cant in Pace (rust in vrede) Acanthusbladeren: plant (ook bereklauw genoemd) waarvan de bladeren gebruikt zijn als voorbeeld voor ornament in de bouwkunst van de oudheid. De acanthus heeft zijn funeraire symboolwaarde vooral te danken aan zijn stekelige bladeren. Op het einde van de 5de eeuw voor Christus zou de Griekse beeldhouwer Kallimachos een kapiteel gekapt hebben naar een bosje acanthusbladeren op het graf van een jong meisje. Het Korinthisch kapiteel hoorde daarom aanvankelijk voornamelijk thuis in de funeraire architectuur. De overledene had de beproevingen van leven en dood, gesymboliseerd door de stekelige bladeren, glansrijk overwonnen. Het acanthusblad is meteen ook een afdoende bezwering voor de Bijbelse vervloeking: 'doornen en distels zal de aardbodem voortbrengen' (Genesis, 3.18).
2. Julien Werbrouck (1909-1974) – Rachella Debruyne Symboliek: Kruis/Christus: geloof in Christendom Palmtak: overwinning op de dood Rozenkrans: gebed
3. Familie Verhelst Samen met de families Vandoorne en Ghekiere behoorden ze tot de grootgrondbezitters van Kachtem. Sinds 1884 verbleven ze op het Rhodesgoed. Ze kwamen van Ardooie om eerst op het Leeghof (Manderlinckstraat) te wonen. Op 1 oktober 1925 kwamen Albert Verhelst en Octavie Van Craeymeersch als pachters op de hoeve wonen. Het Rhodesgoed werd door de lokale bevolking “de grote hoeve” genoemd. Albert had 6 kinderen, 3 zonen en 3 dochters. Van 1941 tot eind 1976 (fusie) was hij burgemeester van Kachtem (met uitzondering van 1945-1946). Van 1977 tot 1982 was hij schepen in Izegem. Tijdens WOII bemiddelde hij met de Duitse bezetter ten voordele van de Kachtemse boeren en burgers. Toen de Duitsers in mei 1940 oprukten, bood hij zijn kelders aan als schuilplaats voor vluchtelingen. Eind 1998 verlaten zijn twee ongehuwde dochters de hoeve om een woning te betrekken in de Hogestraat. De laatste privéeigenaar van het Rhodesgoed, de franse edelman Camille Eduard de Warenghien de Flory verkocht de hoeve aan stad Izegem. Tijdens de oorlog was Albert een zeer geliefd figuur geworden en dit door zijn inzet voor de afscherming van de ondergedokenen (jongens die opgeroepen waren om naar Duitsland te gaan werken maar die onderdoken). Regelmatig organiseerden de Duitsers razzia's om die gasten te pakken en naar Duitsland te sturen. Op gevaar af voor zijn leven stuurde hij telkens zijn personeel uit zodra de Duitsers zich aanmeldden voor een klopjacht. Als groten boer hielp hij ook velen aan eten. Het resultaat was dat hij in 1947 bij de verkiezingen 90% van de stemmen op zijn naam kreeg en een grootse inhuldigingsstoet kreeg. Het was Kachtem op zijn best. In die generatie heeft de familie drie burgemeesters gekend; twee in Waregem en één in Kachtem. Waregem: Joseph Verhelst (1937-1943) en zijn neef Julien Verhelst (1958-1970). Architecturaal: Cippe (neoclassicisme) Symboliek: Palmtak: overwinning op de dood Lettersymbolen: D.O.M. (Deo Optimo, Maximo – naar God, de beste, de grootste – toegewijd aan de grootste god), R.I.P. (Requies’cant in Pace – hij/zij ruste in vrede)
4. Familie Bruno Sintobin – Stragier Zijn vader Franciscus, hijzelf en zijn zoon Gustaaf waren paardensmid op ’t Hoge in Kachtem naast café St-Eloi. De smisse is nu de tweewoonst rechtover “electro Mestdagh” met witte gevel en bruine poort. Robert, zoon van Gustaaf had een zuivelhandel en diens zoon Marc had een taxibedrijf. Symboliek: Kruis/christus: geloof in Christendom Doornen kroon: het lijden Grafzerk met bidbankje omzoomd door bloemen.
5. Charles-Louis “Karel” Verstraete (Ingelmunster 6/1/1832-1/4/1920) 27 aug. 1853: de eerste gediplomeerde onderwijzer in Kachtem. Hoofdonderwijzer tot 1878. Deskundig landmeter: Hij was zeer secuur bij het opmeten en had een hele goede reputatie in de streek (“was het opgemeten van Verstraete, dan moest je niet twijfelen”, zei men). 1860: bediende van de burgerlijke stand 1879: gemeenteraadslid 1891-1914 en 1918-1920 : burgemeester Burgemeester: Met schuwe maandag (okt. 1914) trok hij naar de Duitse commanderij te Roeselare om zijn beklag te doen over de gruwelheden, maar werd buitengezet. Hij verloor ook zijn ambt tijdens WOI (was toen 82 jaar), maar nam zijn plaats weer in na de oorlog. Hij was onder andere de drijvende kracht om het bekomen van een spoorweghalte (Kachtem brakske, omdat een afgedankte wagon dienst deed als wachtplaats) en een loskaai (chicorei en kolen) bij het sas voor zijn gemeente. Ook de eerste steenwegen in Kachtem werden onder zijn bewind aangelegd. Samen met hoofdonderwijzer Victor Saelen stichtte hij een “boekerij”. Erevoorzitter van de fanfare van 1905 tot 1914. Deze man verdient een straatnaam in Kachtem voor al zijn verwezenlijkingen. Symbolen: Kruis/christus: geloof in christendom Palmtak: overwinning op de dood Klimop: eeuwig groen/leven Ps: Jean Dujardin: oorlogsburgemeester tijdens WOI op voorwaarde dat hij na de oorlog ontslag mocht nemen. Hij stierf in 1959. Na de oorlog begon hij een borstelfabriekje.
6. Constant Vandoorne – Desmedt en kinderen > Gewezen veldwachter van Kachtem
7. Cyriel Verhelst Brandende toorts: wederopstanding (licht in de duisternis) Roos: gebed Palmtak: overwinning op de dood
8. Jules Vankeirsbilck (1853-1917) – Juliana Vanlaeken (1859-1937) > Gewezen koster en gemeentesecretaris van Kachtem Klimop: eeuwig leven H. OSTYN
9. Joannes Vandoorne (1829-1890) > Neogotisch grafmonument Samen met de families Verhelst en Ghekiere de grootgrondbezitters van Kachtem. Lettersymbolen: D.O.M. (Deo Optimo, Maximo – naar God, de beste, de grootste – toegewijd aan de grootste god), R.I.P. (Requies’cant in Pace – hij/zij ruste in vrede) (rechts: Arthur Vandoorne, woonde in de Vijfwegenstraat naast brouwerij Vandoorne)
10. Roger Vandoorne (1904-1978) – Feys Geboren in Emelgem op 11 dec 1904. Roger huwde met Suzanne en later met zijn schoonzus Denise Feys. Lange tijd voorzitter van de Kachtemse kerkfabriek 1942: lid van het bestuur van de meisjesschool 1953-1978: voorzitter en mecenas van fanfare ‘Vrede en eendracht’ Hij was een stille werker met een sterke persoonlijkheid. Architecturaal: sarcofaag
11. Daniël Driegelinck (1932-2010) Schoenfabrikant, stichter Driemo (immobiliën) 1973: ondervoorzitter fanfare 1978: voorzitter fanfare, opvolger van Roger Vandoorne 1994: erevoorzitter fanfare
12. Hector Mesure (1883-1959) – Louise Bostyn (1883-1943) De vijf graven links zijn ook allemaal van de familie Mesure. Symbolen: XP: X (chi) en P (Rho) de eerste twee Griekse letters van Christus Credo: Latijnse benaming van de officiële geloofsbelijdenis van de Rooms-katholieke Kerk Rozen: gebed Porseleinen bloemen
13. Kindergraven Verzameling van oudere kindergraven. Recentere bevinden zich aan de oostzijde van het kerkhof. Typisch zijn de kleinere zerken en de engelbeeldjes. Na het monument !
14. Monument slachtoffers WOI 1914-1918 Wapenschild België versierd met Belgische driekleur en zegepalm. Geboortester: (Bethlehem), oudheid: welslagen en gezondheid, christ.: 5 wonden van XP Gabriël Vandeputte, gesneuveld op de eerste dag van WOII kreeg ook een plaatsje op het monument. Het monument voor de slachtoffers van WOII staat aan het voormalige stadhuis van Kachtem (Kachtemseplein). Links: de slachtoffers van Schuwe maandag (19 oktober 1914) Op 19 oktober 1914, die als "schuwe maandag" de geschiedenis zou ingaan, werden op verschillende plaatsen rond Roeselare burgers in groep doodgeschoten. Die dag hadden de eerste zware confrontaties plaats tussen de Geallieerden en de Duitsers. Die Duitsers behoorden tot het nieuw opgerichte vierde leger en ondergingen hun vuurdoop. Daarbij dient gezegd dat de Geallieerden, in de eerste plaats de Fransen, een soort guerrillatactiek toepasten door vanuit goed gecamoufleerde posities te vuren en dan te verdwijnen. De Duitsers dachten dan dat de burgers geschoten hadden. Zo kreeg de mythe van de "Franc-tireurs" die ontstaan was in de Frans-Duitse oorlog van 1870 nieuw voedsel: " Die Zivilisten haben geschossen". 's Anderdaags werden in Kachtem 5 mannen doodgeschoten omdat de Duitsers vermoedden dat ze vanuit een chichoreiast van Deleu op hen hadden geschoten. Twee slachtoffers die niet onmiddellijk dood waren, werden met bajonetten afgemaakt. Omer Denolf, onderwijzer, was toevallig bezoeker op de ast en werd het hoofd gekloofd met een bajonet.
15. zusters van H. Vincentius a Paulo > Geboortester: (Bethlehem), oudheid: welslagen en gezondheid, christ.: 5 wonden van XP Ontstaan klooster: zie ‘kerkelijk Kachtem’
16. Familie Deleu Vader Cyriel Deleu was geboren in Rumbeke in 1862. Hij was de waard van café “Oud Gemeentehuis” (later: bakkerij Cools), het eerste lokaal van de fanfare “Vrede en Eendracht”. Later verhuisde hij naar een ast op het Hoge en was hij er chicoreibrander en handelaar in huishoudkolen. Hij stierf tijdens de gruwelen van schuwe maandag op 19 oktober 1914, die plaatsvonden op de koer van zijn ast. Zoon Achiel Deleu (1891-1970) was ook handelaar. Hij vertrok als jongeling naar het front en zou zijn vader nooit meer terugzien. Achiel werd burgemeester van Kachtem van 1927 tot 1940 en van 1945 tot 1946. Door de perikelen van WOI wou hij geen burgemeester zijn tijdens de Duitse bezetting. In 1940 werd hij opgevolgd door waarnemend burgemeester Jozef Verfaillie. Hij woonde in de Rumbeeksestraat (nu frituur). Als volksvriend en duivenmelker was hij een graag gezien figuur. Bij de stichting van de fanfare (1919) werd hij ondervoorzitter. Van 1933 tot 1953 nam hij de functie waar van voorzitter. Tot aan zijn dood in 1970 bleef hij erevoorzitter. Het Roeselaarse Heilig-Hart heeft zijn belangrijke uitbreiding aan hem te danken. Zoon Palmer Deleu (18961977) ontsnapte aan het vuurpeloton van Schuwe Maandag. Als herbergier van café “Oud Gemeentehuis” werd hij gemeenteraadslid. Hij nam de zaak van zijn vader over (chicorei- en kolenhandel). In de fanfare speelde hij bugel.
< 17. August Vandoorne – Baert Gustje Vandoorne was een geliefd bakker in Kachtem (“haal je brood bij Gustje”, zei men). Hij huwde met …. Baert, dochter van de bewoners van het Rhodesgoed. Hun dochter Elisa huwde met onderwijzer Victor Saelen. Symboliek: Kruis/Christus: geloof in christendom Doornen kroon: het lijden R.I.P.
18. Henri Victor Saelen – Elisa Vandoorne, Jozef en Johan Victor (1860-1953) werd in 1897 de eerste hoofdonderwijzer in Kachtem. Hij was in 1905 stichter van de fanfare en toneel-vereniging (winter) “Vreugd en deugd”, later “vrede en eendracht”. Victor was een uitstekend opvoeder en fijn muzikant. Hij bespeelde een tijdje de kerkorgel en was koster. Tot 1919 was hij ook dirigent van de fanfare om daarna voorzitter te worden (tot 1933). Hij bleef daarna erevoorzitter tot aan zijn dood in 1953. Hij leidde veel muzikanten zelf op en mag de vader van het muziekonderwijs genoemd worden van zijn dorp. Daarnaast schreef hij heel wat gedichten en toneelstukken. Hij ontving van paus Pius XII het ereteken “Pro Ecclesia et Pontifice”. Hij was eveneens drager van het “Burgerkruis van Eerste klas”. Meer dan terecht draagt een Kachtemse straat zijn naam. Emma: dochter van August (bakker Gustje) Vandoorne – Baert. Haar grootvader Baert was bewoner van het Rhodesgoed. Zoon Jozef Saelen was net als zijn vader onderwijzer en muziekleraar. De latere Kachtemse componist Willy Ostyn leerde bij hem piano en notenleer. Hij stierf in 1933, net geen 30 jaar oud.
19. Jan Denys (1910 – 2004) Dominicaan/missionaris. Officieel heette hij Johannes. Zijn kloosternaam was aanvankelijk Constatius, maar later werd dat Achilleus (Achiel). 24/09/1929: inkleding te Gent; 25/09/1930: professie te Gent; 17/06/1933: verlaat de orde te Gent, met dispensatie; 26/06/1936: wordt priester gewijd te Doornik; 1936-1941 : surveillant en leraar Nederlands in college te Kain; 23/09/1941: inkleding (2) te Gent 24/09/1942: professie te Gent 24/09/1945: plechtige geloften te Gent 1941-1946 : werkzaam Gent 1946-1973 : missionaris Zaïre, met onderbrekingen;
16/02/1974 tot 31/08/1977: medepastoor te Alveringem 12/1979 : medepastoor St. Antonius, Oostende; 17/03/1981-01/04/1984: medepastoor te Alveringem; 1986-1988 : verblijf in Sint-Elisabethbegijnhof Gent; 1990-1991 : aalmoezenier RVT, Kachtem Afrikaans masker: missionaris in Afrika, Zaïre AVV/VVK, ijzertoren: Vlaamsgezind?
20. Jules Decoene (Lauwe 1894 – Izegem 1972) – Rachel Saelen In 1913 was hij de derde onderwijzer in Kachtem en schoonzoon van hoofdonderwijzer Victor Saelen. In 1923 volgde hij zijn schoonvader op als hoofdonderwijzer. Hij was zeer geliefd door zijn leerlingen. Zoon Jos was de stichter van de Goldshop in de Prinsessestraat te Emelgem.
21. Andre Saelen (1904-1984) – Jeanne Putzeys Zoon van Victor Saelen. Net als zijn vader werd hij onderwijzer, maar startte zijn loopbaan in Emelgem. In 1933 volgde hij zijn overleden broer Johan op in Kachtem. Hij speelde bij de fanfare en gaf er ook muziekonderricht. Verder gaf hij les aan de “Vrije Muziekacademie” en aan de “Stedelijke Muziekacademie” te Izegem. Onder zijn impuls kreeg Kachtem een eigen afdeling van de Izegemse academie. Hij schreef ook heel wat heemkundige artikels over Kachtem. Ridder in de Leopoldsorde.
22. Gabriël Saelen (1906-1977) – Yvonne Daeninck Aanvankelijk was hij onderwijzer in Roeselare, maar hij belandde in de knopenindustrie. Eerst als handelsreiziger, later als fabrikant. Hij stichtte Moderna, de Kachtemse knopenfabriek en Maplabam in Tourcoing (Frankrijk). Hij was tevens zaakvoerder. Het bedrijf is intussen geëvolueerd tot een producent van plastic toebehoren voor huisdieren. Burelen en magazijn bevinden zich nu ook in de Lodewijk de Raetlaan. Hij was dirigent van de fanfare van 1933 tot 1960. Zijn ontslag leidde bijna tot de ontbinding van de fanfare. Later werd hij nog erevoorzitter.
23. Albert De Mets (1915-2004) – Angela Rotsaert Stichter werkhuizen metaal: eerst handpersen voor meubel-industrie, later hydraulische persen. Moeder Elisa Maria Staes was zus van Cyriel Staes, burgemeester van Izegem. Vader René was smid in Egem en nam een bestaande smidse over op het Hoge, op 50m van Sintobin. Albert en René maakten onder andere de metalen constructie voor het voormalige Izegemse badhuis langs het kanaal.
24. Dr. Alfried Desutter – Schoonhuydt Gekend oogarts uit Izegem. Werd in Kachtem begraven, omdat er geen plaats beschikbaar was in Izegem. Uniek grafmonument: marmeren plaat rust op een mooie rotspartij.
25. Pieter Pruim (1921-1980) - Lieve Lietaert Pieter Pruim had een grote heemkundige verzameling van Kachtem. Een straat werd naar hem genoemd. Op zijn gedachtenisprentje wordt hij omschreven als de “animator van het Kachtemse Culturele leven”. Zijn bijdragen over Kachtem werden gepubliceerd in “Onder Ons”, orgaan van Davidsfonds Kachtem. Een groot deel van zijn archief wordt bewaard door heemkundige kring “Ten Mandere”. Cultureel: stichter toneelmaatschappij, stichter SintJanskoor, voorzitter Davidsfonds. Symboliek: Alfa en Omega: het begin en het einde (Griekse alfabet)
26. Columbarium – crematie – urnenveld Een columbarium is een plaats met nissen waarin urnen geplaatst worden. Bij een urnenveld zitten de urnen ondergronds. Urne is afgeleid van het Latijnse “urere” en betekent “verbranden”. Van oudsher werd de overledenen volgens het katholieke geloof begraven. Verbranding was gereserveerd voor heidenen. In 1965 (het 2de Vaticaanse concilie) heeft de katholieke kerk het bezwaar tegen crematie opgeheven.
27. Strooiweide Hergebruik van een oud grafmonument (neogotisch). Strooiweide of asverspreidingsweide. Elke begraafplaats heeft een strooiweide of asverspreidingsweide. Ze bevindt zich meestal in de buurt van de columbaria of urnenvelden. Overal hebben ze een ander uitzicht, maar één element hebben ze gemeen: er wordt altijd op gras uitgestrooid.
28. Laurens Strobbe (1944-2000) – Yvette Romel Medezaakvoerder drukkerij Strobbe, Izegem. De Izegemse drukkersfamilie Strobbe heeft hier een grote ruimte gereserveerd.
29. Johan Strobbe – Magda Vanlauwe Zaakvoerder Drukkerij Strobbe Stichtend lid Jonge Economische Kamer Roeselare
30. Dr. Lucien Verbeke (Lendelede 1931 -2007) – Lieve Goddeeris In 1959 vestigde hij zich als arts in Kachtem. Op korte tijd maakte hij zich heel verdienstelijk binnen het Kachtemse verenigingsleven. Hij was actief in het Davidsfonds (AVV/VVK), toneelgilde “de Lanteern” en het Sint-Janskoor (medestichter in 1964). In 1973 sloot hij zich aan bij de fanfare en zijn bestuur.
31. Rafael Leenknecht (1935-2000) – Mariette Vinckier
Gerard Leenknecht was gemeenteraadslid van Kachtem, vader van Rafael en stichter van het veevoederbedrijf “Mandelvoeders”. Het bedrijf is nu in handen van zoon Walter, broer van Rafael. Gerard had een politieke vete met burgemeester Albert Verhelst. Die vete ging met de fusie in 1977 over naar de Izegemse politiek tussen Albert Verhelst en Rafael Leenknecht (toen CVP). Verhelst had bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 beloofd dat hij na drie jaar zijn schepenzetel zou afstaan aan Rafael. Maar dat is nooit gebeurd. Toen burgemeester Werner Vens in 1980 provinciaal gedeputeerde werd, werd Rafael opnieuw gepasseerd. In 1982 legde hij de rekening voor aan zijn partij (CVP). Hun woordbreuk zorgde ervoor dat hij zich afscheurde en een nieuwe partij oprichtte: Gemeentebelangen. Zijn partij haalde 8.3% van de stemmen, goed voor twee zetels. De partij sloot zich aan bij de meerderheidscoalitie, zodat de katholieke partij voor het eerst sinds 1830 in de oppositie terechtkwam. Zes jaar later, in 1988 haalde zijn partij al 16.1%. Hijzelf kreeg 2195 stemmen, veruit de hoogste score van alle deelnemers en dat werd beloond met een schepenzetel. In 1994 vormden SP en CVP de nieuwe coalitie en belandden de Gemeentebelangen in de oppositie. In 2000 viel de partij weg.
32. Marcel Dufoor (1937-2005) Origineel grafmonument in de vorm van een boek (Bijbel?).
33. familie Daniël Deswarte – Lia Kesteloot Daniël Deswarte is stichter van werkhuizen Deswarte gevestigd in de Leo Bekaertlaan. Werkhuizen Deswarte behandelt sinds 1965 goederen. Hout, voeding, veevoeder, overslag, recyclage, chemische industrie, asafvoer, ertsen zijn enkele van onze doelsectoren. Werkhuizen Deswarte biedt oplossingen op maat voor transport van bulkgoederen, stapels of afzonderlijke elementen en het automatiseren van productielijnen. Werkhuizen Deswarte heeft de technische kennis, flexibiliteit, en nieuwste technologieën in huis voor oplossingen in elke bedrijfstak.
34. Kinderen Albert Verhelst Familiegrafkelder voor 4 kinderen van oudburgemeester Albert Verhelst. Alfa en Omega, in pace: is een uitdrukking uit het christendom die Jezus' almacht symboliseert. In Openbaring 1:8 en 21:6 en 22:13 zegt Jezus: "Ik ben de Alfa en de Omega."
35. Willy Lammertijn Willy Lammertijn maakte de koperen kop van Sint-Jan. Bij de derde poging lukte het de kop te maken. Het enige gietijzeren kruis dat rest op dit kerkhof (hergebruik). Het is de voorstelling van de calvarie. Calvarie is het uit het Latijn afgeleide woord voor een symbolische voorstelling van de kruisiging van Jezus Christus op de berg Golgotha. Links van het kruisbeeld de wenende Madonna, rechts Johannes de Evangelist.
36. Gabriël Vandeputte Hij overleed ’s morgens vroeg op 10 mei 1940 in Vroenhoven (Limburg). Was één van de allereerste slachtoffers van WOII, stierf op de eerste dag van de oorlog. Porseleinen foto, getekend A. Bossaert, Diksmuide. Woonde op het Hoge naast herberg ’t Molentje.
37. Henri Ostyn Henri was een timmerman. Hij was de vader van Alberic Ostyn en grootvader van William/Willy Ostyn, de componist. Alberic was ook timmerman, bouwer en hersteller van windmolens. Woonde aanvankelijk in Kachtem (Café Sint-Jozef). Tijdens W.O.I had hij een zeepziederij en een klein elektriciteitsbedrijfje. Verhuisde naar Izegem in 1928 en werd betonaannemer. Hij bouwde mee aan het (nu afgebroken) Stedelijk Badhuis, de dankkapel naast het patersdomein en hij goot de bekende Izegemse blauwe straatkapelletjes. Willy Ostyn, een componist met Kachtemse roots, speelde in 1971 het gerestaureerde orgel in.
39. Tony Laridon Meubelmaker in de Kachtemsestraat, zeer mooie tekst op de zerk