BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
ELEKTRISCHE INSTALLATIES OP ARBEIDSPLAATEN K.B. van 4 /12 / 2012 (B.S. 21 / 12 / 2012) TOELICHTING 1.
SCOPE Dit besluit bevat regels met betrekking tot: * het technisch dossier dat de elektrische installatie beschrijft en dat door de werkgever moet samengesteld en bewaard worden; * de werkzaamheden aan elektrische installaties; * de bekwaamheid en de opleiding van en de instructies voor de werknemers, om de risico’s te vermijden tijdens de uitvoering van de opdrachten waarmee deze werknemers belast zijn; * de risicobeoordeling; * de te nemen preventiemaatregelen.
2.
TOEPASSINGSGEBIED a.
Dit K.B. is van toepassing op werkgevers, werknemers en daarmee gelijkgestelde personen zoals voorzien in de welzijnswet.
b.
Onder het K.B. vallen alle elektrische installaties op arbeidsplaatsen die gebruikt worden voor de productie, de verdeling, het transport, de omvorming en gebruik van elektrische energie, waarvan de nominale frequentie van de stroom niet groter is dan 10.000 Hz. De voorschriften van het K.B. zijn eveneens van toepassing op de installaties welke zijn aangehaald als uitzonderingen in het Art. 1.02 van het AREI waarop het A.R.E.I. niet van toepassing is (spoorwegen, militaire overheid, telecommunicatie, schepen, luchtnavigatie, motorvoertuigen, grondstofmijnen, informatica en gegevensverwerkingen, teledistributie) behalve de voorschriften van de artikelen 7 en 8 van het K.B. welke op deze installaties niet van toepassing zijn.
3.
4.
SITUERING & KADER a.
Het K.B. van 4/12/2012 (B.S. 21/12/2012) vervangt het K.B. van 2/06/2008 (B.S.19/06/2008) en is van toepassing op ALLE ELEKTRISCHE INSTALLATIES en niet alleen op de oude installaties zoals voorzien was in het K..B. van 2/06/2008.
b.
De artikelen 1 tot en met 23 en de twee bijlagen van het K.B. van 4/12/2012 worden opgenomen in de CODEX – Titel III : Arbeidsplaatsen – Hoofdstuk II : Elektrische installaties.
c.
Zowel het K.B. van 2/06/2008 als het K.B. 4/12/2012 kaderen in de modernisering van de bepalingen van het ARAB en brengt deze over naar een uitvoeringsbesluit van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Met deze Koninklijke Besluiten heeft de wetgever volgende doelstellingen voor ogen : (1) De basisprincipes van de wetgeving betreffende de elektrische installaties te laten aansluiten bij de basisprincipes van de andere uitvoeringsbesluiten van de wet welzijn van 4 augustus 1996. (2) De werkgever eraan herinneren dat het correct laten keuren van een elektrische installatie geen garantie is op absolute veiligheid en het belang van de risicoanalyse herbevestigen bij alle elektrische installaties. (3) Het veiligheidsniveau van de oude installatie op een hoger niveau brengen en in de lijn brengen met het veiligheidsniveau van de installaties die onder het toepassingsgebied van het AREI vallen.
TECHNISCHE UITVOERING van de ELEKTRISCHE INSTALLATIE a.
Het koninklijk besluit bepaalt dat de uitvoering van ELKE elektrische installatie ten minste aan de bepalingen van het AREI moet voldoen behalve voor de oude installaties (zie verder).
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
1/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
b.
5.
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
Voor de oude elektrische installaties werd in de mogelijkheid voorzien om af te wijken van de minimale voorschriften betreffende de uitvoering van de installatie. De oude elektrische installaties mogen voor de uitvoering ervan voldoen aan de voorwaarden die vermeld staan in Bijlage I van het K.B. In deze Bijlage werd de inhoud van de afdeling IV van het vorige koninklijk besluit van 2 juni 2008 overgenomen.
WAT IS EEN OUDE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Onder OUDE ELEKTRISCHE INSTALLATIES verstaat het K.B., elektrische installaties waarvan de uitvoering ter plaatse is aangevangen : -
6.
ten laatste op 1 /10 / 1981 voor de elektrische installaties van de inrichtingen die geen elektriciteitsdienst bestaande uit BA4 (gewaarschuwden) of BA5 (vakbekwaam) personeel (AREI art. 47) heeft; ten laatste op 1 / 01 / 1983 voor de andere elektrische installaties.
CONTROLE van de ELEKTRISCHE INSTALLATIES door een ERKEND ORGANISME a.
Voor de controle van de elektrische installaties werd eveneens een onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe elektrische installaties.
b.
Elke elektrische installatie, zowel oude als nieuwe, maakt het voorwerp uit van een gelijkvormigheidscontrole en een periodieke controle die plaats vindt met dezelfde frequentie als deze bepaald in het AREI.
c.
De oude elektrische installaties worden bovendien onderworpen aan een eerste controle die ten laatste moet worden uitgevoerd op 1 januari 2014. Deze controle heeft betrekking op de overeenstemming van de oude elektrische installaties met de bepalingen van Bijlage I. Het resultaat van deze controle is een VERSLAG met daarin de afwijkingen t.o.v. de eisen van de aangehaalde bijlage.
d.
Belangrijke wijzigingen en uitbreidingen van elektrische installaties moeten gecontroleerd worden door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) / Erkend Organisme (EO). Voor deze installaties moet dus een verslag van een conformiteitscontrole kunnen voorgelegd worden samen met alle plannen, schema’s, berekeningsnota’s, enz... In de scope (onderwerp) van deze verslagen is klaar en duidelijk vermeld wat werd nagezien : gebouw X - Y, lokalen 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 enz… en de verdeelborden ALSB, VB1, VB2, VB3, VB4, enz…
e.
Alle elektrische installaties gebouwd sedert het invoege treden van het A.R.E.I. hebben normaliter een conformiteitscontrole (conformiteitsonderzoek) gehad. Het resultaat van elk onderzoek heeft een VERSLAG als gevolg.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
2/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
In de scope van elk van deze verslagen zou duidelijk moeten aangegeven zijn welke gedeelten er gecontroleerd werden zodat achteraf geen discussies mogelijk zijn m.b.t. “Is het een oude of is het een nieuw installatie”. Dit is heel belangrijk voor het opmaken van de inventaris EN voor het aanduiden van de oude installaties (Art. 11 v/h K.B.) in de bedrijven. Deze aanduidingen zijn UITERST BELANGRIJK indien er werken worden uitgevoerd zowel door eigen personeel als door derden. In deze verslagen zijn de inbreuken op de voorschriften van het A.R.E.I. opgenomen, hetgeen een hulp kan zijn bij het opmaken van de risicoanalyse. Sommige erkende organismen geven soms ook wel een aantal nota’s of bemerkingen of suggesties of opmerkingen m.b.t. datgene wat de agent-onderzoeker heeft gezien tijdens zijn rondgang voor het uitvoeren van de controle. f.
De Minister van Welzijn, FOD WASO, kan nadere regels vastleggen m.b.t. de eerste controle, nml. : (1) de uitvoering van deze eerste controle; (2) de vorm en de inhoud van het verslag.
7.
OVERGANGSBEPALINGEN a.
Elke oude elektrische installatie moet uiterlijk : (1) op 31 december 2014 voldoen aan de bepalingen van de afdeling II wat de uitvoering van de risicoanalyse betreft en waarbij het VERSLAG van de eerste controle gebruikt kan worden als basis. Op grond van deze analyse worden de nodige algemene preventiemaatregelen ter bescherming van de werknemers getroffen, en (2) op 31 december 2016 aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9 van het K.B. m.a.w. de uitvoering van de elektrische installatie moet voldoen aan de eisen van Bijlage I.
b.
Wat de bepalingen van de artikelen 8 en 9 betreft, is het de werkgever echter toegestaan om de termijn met maximum 2 jaar te overschrijden, dus 31 / 12 /2018 mits een gedetailleerd uitvoeringsplan dat met advies van de preventieadviseur en het Comité is opgesteld. In de periode waarin de elektrische installaties nog niet voldoen aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9, dienen zij wel te blijven beantwoorden aan de bepalingen van het ARAB – T III – Hfdst I – Afd 1 (de bestaande artikelen – artikelen 184 tot en met 266 bis blijven voorlopig nog bestaan).
8.
PRAKTISCHE UITVOERING DOSSIER
a.
Documentatie (Afdeling VII v/h K.B. 4/12/2012) : (1) Algemeen Dossier elektrische installatie : (a) opgesteld en bijgehouden op een geschikte drager door de WG; (b) ter beschikking houden van de personen die het nodig hebben voor het uitvoeren van hun werk of voor het vervullen van hun opdracht.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
3/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
(2) Inhoud (a) Schema’s en plannen (A.R.E.I. artikelen 16 & 17) : 1) De plannen en schema's bevatten op ondubbelzinnige wijze een titel, een volgnummer, de versie en de datum. 2) Iedere elektrische installatie maakt het voorwerp uit van een of meerdere : i. stroombaanschema’s; ii. inplantingsplannen; iii. situatieplannen van de aardverbindingen; iv. plannen met de uitwendige invloeden (plannen met bijlage). 3) Indien van toepassing zijn de hiervoor genoemde schema's en plannen aangevuld met een : i. zoneringsplan (onderdeel van het ExplosieVeiligheidsDocument); ii. plan van de vitale stroombanen; iii. plan van de ondergrondse leidingen. 4) Indien noodzakelijk voor het begrip, de correcte installatie en de veilige uitbating, zijn deze schema's en plannen aangevuld met : i. functionele schema's; ii. uitvoeringsschema’s; iii. samenstellingsplannen van de uitrustingen. 5) De schema's en plannen kunnen worden aangevuld met documenten die op een meer gedetailleerde wijze de verschillende kenmerken van het elektrisch materieel en/of de producten bevatten. 6) De schema's, plannen en hun bijlagen zijn geactualiseerd en zijn ter plaatse ter beschikking gehouden van iedereen die gemachtigd is tot het uitoefenen van toezicht, controle, onderhoud, herstelling of omvorming van de installatie. b.
Installatiedelen welke niet voldoen aan de bepalingen van het A.R.E.I. (zie hoger): (1) identificatie van deze delen; (2) conclusie van de RA van deze delen; (3) verantwoording van de getroffen preventiemaatregelen ter bescherming van het welzijn van de werknemers welke een gelijkaardige waarborg geven zoals zou gegeven zijn door het naleven van de voorschriften van het A.R.E.I.
c.
Berekeningsnota’s en documenten als staving voor de naleving van de voorschriften van het A.R.E.I. en van de naleving van dit K.B. voor de oude installaties.
d.
Verslag van de gelijkvormigheidscontrole voor nieuwe installaties en het verslag van het eerste controlebezoek voor de oude installaties alsook de verslagen van het laatste en het voorlaatste controlebezoek.
e.
Instructies : (1) instructies en opleidingen voor het personeel dat instaat voor het uitvoeren van installatie-, herstellings- en onderhoudswerkzaamheden alsook voor operatoren voor het uitvoeren van bepaalde interventies in hun arbeidspost rekening houden met de lokale omstandigheden van de elektrische installaties;
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
4/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
(2) f.
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
voor EHBO van elektrische oorsprong op oordeelkundig gekozen plaatsen.
Lijst van de WN’s die een code BA4 (gewaarschuwde) en BA5 (vakbekwaam) hebben verkregen : (1) Lijst van de WN’s met code BA4, voor elkeen wordt een attest opgesteld door de WG, rekening houdende met hun bekwaamheid, met vermelding van : (a) naam en voornaam, (b) de toegekende activiteiten : aan of nabij elektrische installaties, vervangen van …, bijplaatsen van …, schakelen van ..., enz…, (c) onderdelen van de installaties : de voorziene spanningsgebieden (hoog- of laagspanning), netstelsels, kortsluitstromen, type materiaal (klasse I-II-III, EEx, IP X1 X2 A/B/C/D X3, enz... (2) Lijst van de WN’s met code BA5, voor elkeen wordt een attest opgesteld door de WG, rekening houdende met hun bekwaamheid, met vermelding van : (a) naam en voornaam, (b) de toegekende activiteiten : aan of nabij elektrische installaties, vervangen van …, bijplaatsen van …, schakelen van ..., enz…, (c) onderdelen van de installaties : de voorziene spanningsgebieden (hoog- of laagspanning), netstelsels, kortsluitstromen, type materiaal (klasse, EEx, IP X1 X2 A/B/C/D X3, enz…
9.
WERKZAAHEDEN (Afdeling II)
a.
Werknemers in het bedrijf : (1) Voor de installaties van transmissie en de distributie van elektrische energie zijn de voorschriften van de artikelen 192 tot en met 197 van toepassing. Deze artikelen zijn enkel bindend verklaard geworden voor deze domeinen welke gerealiseerd werden na 1 januari 1983. (2) Voor alle bedrijven zijn de voorschriften van toepassing van het “A.R.E.I. Art. 266 : werkzaamheden aan elektrische installaties.” (a) Toepassingsgebied : Op alle werkzaamheden die aan, met of in de omgeving van elektrische installaties worden uitgevoerd. Toelichting : 1) Werkzaamheden aan en met elektrische installaties vergen bijzondere opleidingen, instructies en begeleiding van het personeel die deze werken moeten uitvoeren. 2) Werkzaamheden in de omgeving van elektrische installaties vergen niet dezelfde eisen zoals in punt 1) hiervoor. Dit kunnen zowel elektrische als nietelektrische werkzaamheden zijn.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
5/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
(b) Definities : 1) Werkzaamheid : alle activiteiten, elektrische als niet-elektrische, welke met een elektriciteitsgevaar gepaard gaan. 2) Elektrische werkzaamheden : acties aan, met of in de omgeving van een elektrische installatie welke rechtstreeks betrekking hebben op de elektrische installatie. Bvb : installeren, aansluitingen, vervangingen, wijzigingen, uitbreidingen, metingen, proefnemingen, onderhoud, schoonmaken, …. 3) Niet-elektrische werkzaamheden : acties in de omgeving van een elektrische installatie welke geen rechtstreekse betrekking hebben op de elektrische installatie. Bvb : grond-, bouw-,snoei-,reinigings- en schilderwerkzaamheden. 4) Exploitatiewerkzaamheden : acties met een speciaal karakter in en van de elektrische installatie. Bvb :bedienings-, besturings- en controlewerkzaamheden zoals predictieve en visuele onderzoeken, proeven en metingen, …. 5) Werkzaamheden onder spanning : acties waarbij een persoon in aanraking kan komen met blanke delen onder spanning of in de zone onder spanning binnendringt, hetzij met een lichaamsdeel, hetzij met arbeidsmiddelen of uitrustingen. 6) Werkzaamheden in de nabijheid van delen onder spanning : acties waarbij een persoon binnendringt in de nabijheidszone zonder de zone onder spanning binnen te gaan hetzij met een lichaamsdeel, een arbeidsmiddel of een uitrusting, 7) Werkzaamheden buiten spanning : acties op elektrische installaties welke noch onder spanning, noch elektrisch geladen zijn nadat alle maatregelen ter voorkoming van elektriciteitsrisico genomen zijn. (c) Algemene voorschriften : 1) Basisprincipe : a) Een risicobeoordeling wordt voor elke werkzaamheid uitgevoerd hieruit moeten de besluiten getrokken worden hoe een werkzaamheid moet voorbereid en uitgevoerd worden om de veiligheid te waarborgen. b) Een algemene procedure gesteund op een risicobeoordeling volstaat voor regelmatig terugkerende werkzaamheden en exploitatiewerkzaamheden. c) Alle gebruikte collectieve beschermingsmiddelen (CBM), persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor de uit te voeren acties alsook het toepassen van een correct gebruik en een degelijk onderhoud. d) Indien nodige een aangepaste signalering en verhelpen aan gebreken welke een onmiddellijk gevaar opleveren. 2) Personeel : Alle personen die betrokken zijn bij de hiervoor vermelde acties moeten degelijk ingelicht, opgeleid en begeleid worden over de veiligheids- en bedrijfsvoorschriften.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
6/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
3)
Organisatie : De installatie- en werkverantwoordelijke hebben elk hun specifieke taken en opdrachten waarbij de nodige wettelijke verplichtingen moeten nageleeft worden. (d) Exploitatiewerkzaamheden : 1) Algemene voorschriften. 2) Bediening onder stroom en bediening onder spanning. (e) Werkprocedures : 1) Algemene voorschriften : a) inductie; b) atmosferische omstandigheden. 2) werkzaamheden buiten spanning : a) voorbereiden van de werkzaamheden; b) scheiden; c) voorkomen van herinschakeling; d) controleren van de spanningsafwezigheid; e) aarden, ontladen, kortsluiten; f) afbakenen en afschermen; g) vrijgeven; h) terug onder spanning brengen. 3) werkzaamheden onder spanning; 4) werkzaamheden in de nabijheid van delen onder spanning; (f) Onderhoudswerkzaamheden : 1) algemeenheden; 2) personeel; 3) herstellingswerkzaamheden; 4) vervangingswerkzaamheden 5) tijdelijke onderbreking 6) einde van de onderhouds- of herstellingswerkzaamheden. b.
Werknemers voeren werken uit in een ander bedrijf (werken met derden): De WG/opdrachtgever is verplicht informatie te verstrekken aan de WG en zijn WN’s die werken komen uitvoeren in de nabijheid of aan elektrische installaties welke gedeeltelijk of in het geheel niet voldoen aan de voorschriften van het A.R.E.I. en een risico kan vormen om : de aanwezigheid van die delen te melden enerzijds en deze anderzijds ook aan te duiden; het nemen van voldoende preventiemaatregelen om het welzijn van de WN’s te verzekeren vooraleer de werkzaamheden aan te aanvatten.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
7/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
10. RISICOANALYSE (Afdeling II)
a.
PARAMETERS: (1) De spanningsgebieden (AREI : Art. 4) : (2) De grensspanningen : (a) absolute conventionele grensspanning “UL” (AREI : Art. 31): is functie van de weerstand van het menselijk lichaam welke functie is van de huidvochtigheid. De uitwendige invloedsfactor hiervoor is de code BB, gevolgd door een cijfer. Elk cijfer komt overeen met de toestand van het menselijk lichaam. (b) de relatieve conventionele grensspanning UL (t) (AREI : Art. 31) : is een spanning die niet kan behouden blijven op een waarde groter dan de spanning UL (t), gedurende een tijd langer dan t, aangegeven involgende tabel : (3) Het systeem van de aardverbindingen (AREI : artikelen 78 à 82) : (a) Het TN – systeem met zijn varianten TN-C / TN-S / TN-C-S : meestal toegepast in de industriële installaties. (b) Het TT – systeem : meestal toegepast in huishoudelijke en industriële installaties. (c) Het IT – systeem : meestal toegepast in heel specifieke industriële installaties. (4) De uitwendige invloeden (AREI : artikelen 19 e.a.) : (a) Principes : 1) De keuze en het gebruik van elektrisch materieel (verlichtingstoestellen, leidingen, aansluitdozen, wandcontactdozen, verdeelborden, enz…), aardverbindingssysteem, gevoeligheid van de automatische differentieelstroominrichtingen, enz… geschieden i.f.v. o.a. de aanwezige uitwendige invloeden. 2) Wanneer verschillende uitwendige invloeden zich gelijktijdig kunnen voordoen, kunnen hun gevolgen onafhankelijk zijn of elkaar onderling beïnvloeden en, in dit geval, de keuze van de beschermingsgraad wijzigen. 3) De uitwendige invloeden alsmede de ruimtes waarin deze van toepassing zijn, worden bepaald op basis van de gegevens verstrekt door de uitbater van de installatie. 4) Al de hiervoor vermelde gegevens zijn aangebracht op één of meerdere plannen van de installatie. Deze plannen kunnen een bijlage met een legende hebben zodat de plannen overzichtelijk blijven. 5) De hiervoor vermelde plannen en eventuele legenden worden door de uitbater goed gekeurd, getekend en gedagtekend alsook door de vertegenwoordiger van de EDTC/EO (AREI Art. 275). (b) Toelichting : 1) In meerdere artikelen van het AREI zijn tabellen opgenomen met de verschillende uitwendige invloedsfactoren en hun overeenkomstige voorschriften. Dergelijke gegevens zijn ook opgenomen in meerdere normen. 2) Om het éénduidig en overzichtelijk te houden, werden voor de verschillende uitwendige invloedsfactoren codes vastgelegd. (5) Exclusieve ruimten van de elektrische dienst invloeden (AREI : artikelen 47 tem 51) : Ruimten van elektrische dienst, welke uitsluitend dienen voor de uitbating van de elektrische installaties en welke gesloten zijn met een sleutel of met elk ander middel dat de toegang belet voor niet-gemachtigde personen. Hierbij denken we in het bijzonder aan de hoogspanningscabines, lokalen met laagspanningsverdeelborden, zalen met accumulatorenbatterijen, elektrogeengroepen, gelijk- & wisselrichters, HVAC- en stuurborden, enz…
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
8/9
BRUGGE – POV22042013 - ELEKTRICITEIT
PD : 17/04/2013
PREBES – PCBA WEST-VLAANDEREN / WG POV
(6) Beïnvloeding van de elektrische installatie door aanwezigheid van vreemde elektrische / nietelektrische installaties (AREI : artikelen ………..) : (a) Belangrijke spanningsdalingen en het verdwijnen van de spanning met haar ongecontroleerde terugkeer mogen geen gevaren opleveren. (b) Schadelijke biologische uitwerkingen op het menselijk organisme door elektrische en magnetische velden. (c) Behandelde producten mogen niet besmet worden door het stukgaan van elektrische toestellen en onderdelen van de elektrische installaties. (d) Bij broze contructies of wanneer het gaat om constructies die onderhevig kunnen zijn aan beschadigingen die aan bewegingen te wijten zijn, moeten de elektrische installaties of delen ervan van die aard zijn dat ze de vervormingen kunnen opvangen zonder te worden beschadigd. (e) Elektrische installaties mogen geen gevaren inhouden voor personen die werken uitvoeren in geleidende afgesloten ruimten.
b.
RISICO’S OPSPOREN & EVALUEREN (Afdeling II) : (1) (2) (3) (4) (5) (6)
(7) (8) (9) (10) (11)
Voor elektrische schokken (ES) door rechtstreekse aanraking (RA) : Voor elektrische schokken (ES) door onrechtstreekse aanraking (OA) : Te wijten aan ontladingen en lichtbogen : Te wijten aan potentiaalspreiding : Te wijten aan ophoping van energie (condensatoren, …) : Te wijten aan overspanningen ten gevolge van inzonderheid, fouten welke kunnen ontstaan tussen actieve delen op kringen verschillende spanningen, van het schakelen en van atmosferische ontladingen : Oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing omwille van de elektrische installatie : Te wijten aan overstromen : Te wijten aan een spanningsdaling en het weder opkomen van de spanning : Inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan elektrische installaties : Niet elektrische risico’s welke te wijten kunnen zijn aan een fout of een slecht functioneren van een elektrische uitrustingscomponent, zoals stuurorganen of stuurstroombanen.
02_ELEKTRISCHE INSTALLATIES_ARBEIDSPLAATEN_KB 4 12 2012_TOELICHTING_GD
RD : 2013/04/03
9/9