Masterclass Europa
JESSICA – evaluatie VlaanderenWallonië Antwerpen 27/01/2010 Jan Verheyen – IDEA Consult
JESSICA
algemeen
Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas Aanleiding: – Uitbreiding Europa 27 lidstaten – Urban Agenda (Bristol, Leipzig,…) – Toekomst EFRO-programma? Initiatief EC met ondersteuning van EIB en CEB Financial engineering binnen EFRO-fondsen Projecten: – sanering van sites – Transportsystemen – stedelijke infrastructuur – Bedrijvenzones – Restauratie – sport/cultuur/leisure,… 2
JESSICA
Subsidiëren versus investeren
3
JESSICA
Investeren versus subsidiëren SUBSIDIEREN INVESTEREN FINANCIERING overheid i.f.v. beschikbaarheid van banken/investeerders/overheid i.f.v. geld (belastingsinkomsten risk/return ACTOREN
publieke actoren/particulieren
publieke+private actoren
TIJD
soms regelgeving (N+2,…)
time = money (rentelasten)
KWALITEIT
regelgeving – jury
onderdeel van investeringsbeslissing
PROJECTEN
in principe enkel voor verlieslatende projecten
in principe enkel voor winstgevende projecten
4
JESSICA INSPIRATIE Hafencity Hamburg GmbH
OPP bv
Publiek vastgoed ondergebracht in een fonds Investeerders ontwikkelen projecten samen deelprojecten met Hafencity, prijsbepaling en betaling ex-post
Dochter van BNG Projecten zijn steeds co-productief met lokale partner financiering én projectmanagement
Caisse des Dépôts
Breed scala aan publieke investeringsactiviteiten Werken met spaargelden Neemt participaties in PPS en ontwikkelingsmaatschappijen (Compagnie des Alpes, Icade,…) 5
JESSICA
Mechanisme (traditioneel model)
6
JESSICA
Mechanisme (JESSICA-model)
7
JESSICA
Regelgeving
Regulerende teksten – Council Regulation No 1083/2006 – Council Regulation (EC) No 1080/2006 – Commission Regulation (EC) No 1828/2006. Achtergestelde rendementen Focus te regelen via aandeelhoudersovereen-komsten en stichtingsacten Geen N+2-regel: bijdrage aan SOF of participatiefonds geldt als onmiddellijke betaling
8
JESSICA
Issues
Staatssteun – Staatssteundiscussie is nooit veraf (rentesubsidie aan private investeerders) – Belangrijk: uitermate neutraliteit bij selectie van projecten en private partners – Belangrijk: duidelijke regels over verdeling van rendementen – Belangrijk: afbakening focus van UDF – Belangrijk: melding en discussie met EC Betaalbaarheidsvoorwaarden (eligibility) – Projecten mogen zowel toegelaten als niet toegelaten investeringen bevatten – Maar een specifieke boekhouding (labelling) is vereist – Managementkosten zijn beperkt tot 2% van geïnvesteerde bedragen
9
JESSICA
Status in Europa
Portugal Duitsland Polen Londen Wallonië?
regio/staat
EFRO
Wielkopolska (Poland)
50
Portugal
100
Andalucia (Spain)
85
Galicia (Spain)
30
London (UK)
100
Greece
100
North West (UK)
50
West Pomerania
25
Catalunya
50
Bulgaria
100
Cyprus
25
Lithuania
200
Scotland
100
Lower Silesia
15
10
JESSICA
Principe sluit erg aan bij stadsvernieuwingsprojecten
Hoge voorinvesteringskosten maar met waardecreatie op lange termijn – Hoge mate van onzekerheid en lange termijn-perspectief past moeilijk in beleidscycli en begrotingskaders – Belang van strategische planning – “slimme” fasering
11
JESSICA
Principe sluit erg aan bij stadsvernieuwingsprojecten
Integrale budgettering: stadsvernieuwingsprojecten creëeren waarde in hun omgeving – Ruimere projectomschrijving – Ruimere visie op opbrengsten: jobs, fiscaal,… – “value-capturing” in omgeving – Lange termijnperspectief – Naast inhoudelijke doelen ook financiële doelen stellen
12
JESSICA
JESSICA-Wallonië
3 gevalstudies:
Pré-Madame, Herstal: publieke financiering van private projecten Centre de Congrès, Mons: uitvoering van complexe publiek(private) projecten Ecopôle, Charleroi: bedrijventerreinen (cfr. Eilandje Zwijnaarde)
Pré-Madame, Herstal
Centre de Congrès, Mons
Ecopôle, Charleroi
14
JESSICA - Mons
Illustratie van werking: Centre de Congrès Mons
15
JESSICA - Mons
Maatschappelijk belang JESSICA
Maakt deel uit van een uitgebreid programma voor stadsrenovatie Mons 2015 Toeristische en economische ontwikkeling
Financieel-economisch belang JESSICA
Project met hoge risico’s: – Bouwkosten – Exploitatie Integratie van commerciële functies: – Hotel – Parking – Retail – Kantoren Moeilijk beheer van timing (N+2)
16
JESSICA-Mons
3-scenario’s
17
JESSICA-Mons
Scenario 1-2-3: DBFM
18
JESSICA-Mons
Scenario 4-5: coproductie
19
JESSICA-Mons
Overzicht resultaten simulatie
20
JESSICA-fonds
Simulatie fonds “Eco-quartiers” PROJECTEN
FINANCIERING
kostprijs
20 milj. euro
EV (privé)
20%
marge
25%
EV (UDF)
0%
opbrengsten
25 milj. euro
VV (bancair)
40%
VV (UDF)
40%
21
JESSICA-fonds
22
JESSICA-fonds
23
JESSICA-fonds
24
Stadsvernieuwing in VL
Vaststellingen
Veelheid aan subsidie-instrumenten (GSB, Vl. Stedenbeleid, sectoraal beleid,…) Investering en projectuitvoering door private actoren Stadsvernieuwingsprojecten – Sterke kwaliteit van projecten – Leerproces PPS in steden – Aanleiding tot oprichting AGBs in grote en middelgrote steden Conceptsubsidies – Zeer sterke hefboom van overheidsinvesteringen – “ontwerpend onderzoek” gaat ook over financiering! MAAR: – Versnippering van andere middelen – Projecten zijn niet altijd “legislatuurbestendig” – Late betrokkenheid private actoren – Ruimtelijke ordening kiest niet onvoorwaardelijk voor de stad 25
Investeren in Vlaamse steden
Veelheid aan actoren
26
Focus?
Financiering 2
27
Focus?
Type-projecten:
Uitgebreide gebiedsontwikkeling met lange termijn perspectief (The Loop, Eilandje Zwijnaarde, Eilandje Antwerpen, IPZ, Kanaalkom Leuven,…) Brownfieldontwikkeling (cfr. brownfieldconvenanten) Micro-stadsrenovatie (grond- en pandenbeleid, wijkontwikkeling,…) Thematische investeringen (voetbalstadions, strategische toeristische projecten,…) Duurzame wijken? (cfr. mogelijke focus in Wallonië)
28
Vlaamse fondsenstructuur
3 lagen-model
Bundeling van middelen – Stromen van sectorale subsidies – “account-management” op Vlaams niveau – Subsidiëren + investeren Kennis en competentie – Kleine steden niet altijd uitgerust voor complexe projecten – Coproductie: “beslagen op het ijs” in onderhandeling en samenwerking private partners EFRO – na 2013? – Piloten: i.f.v. programmatie kunnen sommige steden binnen huidige programmatie reeds SOF’en opzetten – Structuur aangepast zodat EFRO-middelen, indien wenselijk ook ingezet kunnen worden.
29
Vlaamse fondsenstructuur
30
Vlaamse SOF’en
Typologie van de fondsen i.f.v. problematiek
“Grootgrondbezit” van (semi)-publieke instanties – Bestaande portfolio’s die niet meer noodzakelijk zijn voor kerntaken (spoorwegen, huisvesting, gezondheidszorg,…) – Organisaties niet altijd uitgerust voor ontwikkeling Grootschalige en complexe “wastelands” – Projecten vallen uiteen in een portfolio deelprojecten – Dikwijls een “brownfieldproblematiek” aanwezig: belang van betrokkenheid Vlaamse Overheid Stedelijke rollende investeringsfondsen – Pandenbeleid – Thematische investeringen (bijv. bedrijventerreinen) Stadsregionaal project – De stad en haar randgemeenten – Een cluster van steden
31
Vlaamse SOF’en
Portfolio-fonds
32
Vlaamse SOF’en
Stadsfonds
33
Vlaamse SOF’en
Thema-fonds
34
Epiloog
Vragen uit de stuurgroep
Ipv. “projecten naar de markt brengen” -> “de markt naar projecten brengen” Hoe blijft de stad “eigenaar” of “regisseur” van zijn project? De typologie van 3 stadsontwikkelingsfondsen zal in de praktijk wellicht hybrider zijn en meer organisch tot stand komen Interessante piste om tot “stadsregionale projecten” te komen?
35