De antiquair
druk9789021438931.indd 1
12/13/2010 1:28:16 PM
druk9789021438931.indd 2
12/13/2010 1:28:16 PM
JULIÁN SÁNCHEZ
De antiquair Vertaald door Margriet Muris en Marga Greuter
amsterdam . antwerpen 2010
druk9789021438931.indd 3
12/13/2010 1:28:16 PM
Q is een imprint van Em. Querido’s Uitgeverij bv, Amsterdam © RocaEditorial & Julián Sánchez, 2009 Copyright vertaling © 2011 Margriet Muris en Marga Greuter / Em. Querido’s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam Oorspronkelijke uitgever RocaEditorial, Spanje Oorspronkelijke titel El anticuario Omslag Wil Immink Design Foto auteur Javier Colmenero isbn 978 90 214 3893 1/nur 305 www.uitgeverijQ.nl
druk9789021438931.indd 4
12/13/2010 1:28:16 PM
Sommige van de in deze roman verhaalde gebeurtenissen hebben werkelijk plaatsgevonden. Ik laat het aan de verbeeldingskracht of de onderzoeksvaardigheden van de lezer over om te ontdekken wat van het hierna vertelde echt gebeurd is. Het spreekt voor zich dat alle namen van de personages gewijzigd zijn.
druk9789021438931.indd 5
12/13/2010 1:28:16 PM
druk9789021438931.indd 6
12/13/2010 1:28:16 PM
Opgedragen aan mijn gezin. Voor Julia, die zal uitgroeien tot een prachtige bloem, dit is jouw moment. Voor Iván, de zoon die een vriend is geworden, de nobelste mens die ik ken. En vooral, voor Mercedes, spiegel van mijn dromen, stem van mijn verstand, geluk van mijn leven.
druk9789021438931.indd 7
12/13/2010 1:28:16 PM
druk9789021438931.indd 8
12/13/2010 1:28:16 PM
DE ANTIQUAIR EN DE SCHRIJVER
druk9789021438931.indd 9
12/13/2010 1:28:16 PM
druk9789021438931.indd 10
12/13/2010 1:28:16 PM
1 Het was een prachtige dag in april. Barcelona schitterde in de stralende zon, die de atmosfeer met kracht verwarmde, als om de ongewone strengheid van de afgelopen winter goed te maken. De straten waren gevuld met voorbijgangers die, gretig om de regendagen te vergeten, liepen te genieten; het feit dat het 22 april was, de dag voor het feest van Sant Jordi, maakte de sfeer extra geanimeerd. In de carrer de la Palla, een kleine, smalle straat die begint bij de pleinen Sant Josep Oriol en Del Pi en eindigt bij de plaça de la Catedral, vanouds het centrum waar het gilde van antiquairs zijn activiteiten ontplooide, rommelde een man tussen de talloze boeken die op de werktafel in zijn winkel lagen. Het was een oudere man, in de zestig, maar op het eerste gezicht leek hij veel jonger. Hij was slank, van gemiddelde lengte en droeg een eenvoudig – misschien wat ouderwets en enigszins versleten – donkerblauw pak; zijn perfect gekamde grijze haar en magere figuur gaven hem een zeker etherisch aanzien, wat nog werd versterkt door zijn bewegingen, die opmerkelijk soepel waren en niet bij zijn gevorderde leeftijd pasten. Talrijke diepe rimpels, die bij zijn mond- en ooghoeken begonnen, doorgroefden zijn gezicht, maar het opvallendst waren zijn blauwe ogen, die schuilgingen achter een elegante metalen bril. Zijn blik straalde vitaliteit uit en duidde op het concentratievermogen van een man met passie voor zijn werk; een man die helemaal opging in die passie en het zeker vervelend zou vinden als hij bij zijn werk gestoord werd. Zijn bril rustte op een neus die zo bijzonder was dat die alleen al voldoende was om het geheel te kenmerken: het neusbeen was ingedeukt als gevolg 11
druk9789021438931.indd 11
12/13/2010 1:28:16 PM
van een oude klap; de neus, scheef als die van de boksers uit de oude Amerikaanse films van de jaren vijftig, zag er stevig en onbreekbaar uit, wat een sterk contrast vormde met zijn intellectuele bezigheden. Zijn fijne handen, met lange vingers en verzorgde nagels, hanteerden de oude boeken en kwetsbare manuscripten die hij op de tafel uitstalde met grote tederheid. Aan een van zijn vingers schitterde een zware, antieke gouden ring met een inscriptie: een gotische A, al generaties lang het zegel en symbool van het huis Aiguader, dat nu gedragen werd door de laatste afstammeling, Artur Aiguader: boekhandelaar en antiquair. De oude boeken van de laatste partij die Artur kort daarvoor had opgekocht en die hij nu aan het uitzoeken was, lagen op een tafel in het vertrek dat dienst deed als werkkamer. De zaak was een van de grootste binnen het gilde van antiquairs, waartoe Artur inmiddels al veertig jaar behoorde. Er waren drie ruimtes. Een grote ruimte deed dienst als winkel. Deze bevatte een bonte verzameling van meubels, beelden, schilderijen, boeken en de meest gevarieerde voorwerpen, die ogenschijnlijk ongeordend door elkaar lagen en stonden; het geheel was echter buitengewoon aantrekkelijk voor de voorbijgangers, die stilhielden om vanaf de straat naar binnen te kijken. Waarschijnlijk kwam dat mede door de mooie decoraties van vers fruit en verse bloemen. De geur van wierook en sandelhout die in een soort vuurpot werden gebrand, maakte het geheel af. De tweede ruimte was Arturs persoonlijke werkkamer, waar hij zijn aankopen bestudeerde en uitzocht. De antiquair was een autodidact op het gebied van taalkunde en geschiedenis. Hij bestudeerde elk onderwerp dat zijn interesse wekte, hoewel hij een voorkeur had voor zaken die te maken hadden met de geschiedenis van een of andere stad. In feite liet hij zich bij zijn aankopen vaak meer leiden door zijn persoonlijke smaak dan door de werkelijke vereisten van een winkel die hem meer opleverde dan hij nodig had om van te leven. De werkkamer lag aan het eind van de winkelruimte op de bovenverdieping en was zo ingericht dat Aiguader van daaruit de 12
druk9789021438931.indd 12
12/13/2010 1:28:16 PM
winkel kon overzien. De muren waren bedekt met boekenrekken, die vol stonden met allerhande boeken, voornamelijk antieke. Naast het grote raam vanwaar hij de hele winkel overzag, zat Artur aan een prachtig notenhouten bureau uit de achttiende eeuw, dat versierd was met houten en bronzen inlegwerk. Het grootste deel van de ruimte werd in beslag genomen door zo’n enorme werktafel als ook architecten gebruiken, die vol boeken en manuscripten lag. Tussen de tafel en het bureau stonden een rank kersenhouten tafeltje en drie prachtige klassieke Castiliaanse leunstoelen van oud leer, die de eenvoudige inrichting van zijn persoonlijke werkkamer completeerden. De derde ruimte was eigenlijk een grote opslagplaats die bereikbaar was via de carrer del Pi en die via een enorme houten poort toegang gaf tot de winkel. Daar bewaarden Artur en Samuel Horowitz, een oude vriend en collega, de partijen die ze kochten totdat ze die uitgezocht en gerestaureerd hadden; ook gebruikten ze die ruimte voor de tijdelijke opslag van stukken die daar na hun restauratie wachtten om naar hun kopers te worden verstuurd of om in de winkel te worden uitgestald. Het was een enorme ruimte, misschien wel driehonderdvijftig of vierhonderd vierkante meter, en waar de overdaad aan meubels en allerlei andere stukken in de winkel al enorm was, in de opslagplaats was de hoeveelheid absoluut overweldigend. Terwijl de werkkamer en de winkel in alles Arturs verfijnde smaak weerspiegelden, was de opslagplaats een puur functionele ruimte die typische kenmerken van ouderdom vertoonde: de geur van vocht en oude meubels, vermengd met de specifieke lucht die hangt in ruimtes waar katten rondscharrelen, en met de geuren van chemische producten en het aroma van boenwas. Artur zat enkele manuscripten te bestuderen toen er aan de deur van de winkel werd gebeld. Hij schoof zijn bril over zijn neus naar beneden, precies genoeg om te kunnen zien wie daar was. Vervolgens drukte hij op de automatische deuropener. Een heldere metalen klik. Een al wat oudere man kwam de winkel in. Hij was lang, corpulent en helemaal kaal, met volle lippen, die echter geenszins sensueel aandeden. Zijn donkere ogen wa13
druk9789021438931.indd 13
12/13/2010 1:28:17 PM
ren omlijst door lange wimpers en dikke wenkbrauwen. Hij was sportief maar elegant gekleed. Hij liep naar het midden van de winkel en bleef daar stilstaan naast een marmeren altaar. Zijn manier van lopen had een nauwelijks waarneembaar trekje, een trekje dat Artur deed denken aan de gespannen behoedzaamheid van katachtigen: hij leek constant te verwachten dat hij elk moment door iets onverwachts gedwongen zou kunnen worden om te springen. De man zette zijn handen in zijn zij en wachtte zwijgend. De antiquair stond buitengewoon langzaam op, misschien als gevolg van de in een lange werkweek opgehoopte vermoeidheid. Hij liep naar de trap zonder naar de benedenverdieping te kijken, en stond stil bij de balustrade. Zijn bezoeker zei nog steeds niets. ‘En nu?’ vroeg Artur. ‘En nu wat? Ik wacht nog steeds.’ De bezoeker had een eigenaardig buitenlands accent, enigszins gutturaal; zijn s’en waren zacht en langgerekt. ‘Dit is het moment noch de plaats. Ik was bezig.’ ‘Met iets interessants natuurlijk… zo interessant dat je liever vergeet waar we ons echt mee bezig moeten houden.’ ‘Inderdaad, iets interessants. Ik heb de hand weten te leggen op oude documenten die hebben toebehoord aan de familie Bergués, een oud Catalaans geslacht,’ antwoordde Artur in een duidelijke poging het gesprek een andere wending te geven. ‘Ze zien er veelbelovend uit. Ik heb al een paar manuscripten ontdekt die van grote waarde zouden kunnen zijn, en bovendien…’ ‘Daar twijfel ik niet aan, daar twijfel ik helemaal niet aan,’ onderbrak de man hem zonder zijn ironie te verbergen. ‘Ze zijn vast en zeker prima geschikt om je het laatste “voorwerp” dat ik je heb gebracht, te doen vergeten.’ ‘Het is beter als je straks terugkomt, wanneer ik gesloten ben,’ antwoordde de antiquair, wiens geduld leek op te raken. ‘Het is beter als je dit, het is beter als je dat, het is beter als je zus of zo,’ zei de bezoeker spottend. ‘Ja, je bent altijd erg goed geweest in het geven van bevelen: doe dit, doe dat, ga weg, kom 14
druk9789021438931.indd 14
12/13/2010 1:28:17 PM
hier.’ Zijn z’en en s’en werden zo gerekt dat ze het begin van het volgende woord overlapten. ‘Maar misschien ben ik al die zogenaamde suggesties, die verkapte orders van jou wel zat. Ik wil actie zien.’ ‘Ik zeg je, Fransman, dat dit niet het moment is.’ ‘Hou op met die stomme praatjes! Ik heb recht op het geld, en je weet dat ik het echt nodig heb. Als de omstandigheden anders waren zou ik het niet erg vinden om te wachten, maar ik heb veel problemen en ik heb het geld nodig. Ik ben mijn deel nagekomen; twee maanden voorbereiding, een gedetailleerde planning, een discrete werkwijze – ondanks de lastige plaats –, een moeilijke verplaatsing, het zwijgen van anderen afkopen… Nu moet jij jouw deel nakomen!’ Gealarmeerd door het geschreeuw van zijn bezoeker liep Artur langzaam de trap af om hem op de een of andere manier te kalmeren. Hij ging tegenover de man aan de andere kant van het altaar staan en sprak opzettelijk langzaam tegen hem. ‘Luister, Fransman, laat me uitpraten. We zijn het erover eens dat het goede waar is, de beste die we in jaren hebben gevonden. Maar jij weet net zo goed als ik dat de markt verzadigd is en dat we allemaal even hard door de crisis zijn getroffen, of we nu veel of weinig geld hebben. De koper trok zich terug nadat hij de bestelling had gedaan, ook al wist hij dat hij dan zijn aanbetaling kwijt was, omdat de operatie al was uitgevoerd. Ik heb je je onkosten vergoed en je de rest als schadeloosstelling gegeven, zoals afgesproken. Ik heb er niets aan verdiend. Wat wil je dat ik nog meer doe? Ik heb tijd nodig om de markt te verkennen voordat ik een dergelijk stuk te koop aanbied. Niet iedereen kan zo maar… ik weet niet hoeveel het in euro’s is, vijftig miljoen peseta’s uit zijn zak halen…’ ‘Bla, bla, bla! Smoesjes. Praatjes en nog eens praatjes. Denk maar niet dat ik me omver laat praten. Ik ben mijn deel nagekomen, zoals ik altijd heb gedaan. Je moet me mijn geld geven, ik heb het eerlijk verdiend. Bovendien weet ik zeker dat je meer tussen je vervloekte boeken zit dan dat je probeert een koper te vinden.’ 15
druk9789021438931.indd 15
12/13/2010 1:28:17 PM
‘Ik kan je niet geven wat ik niet heb,’ antwoordde Artur, die op het punt stond zijn geduld te verliezen. ‘Laat mij het dan oplossen!’ bood de Fransman vriendelijk aan; een perverse glimlach liet zijn brede hoektanden zien. ‘Geef me de naam van de opdrachtgever; ik zal hem er binnen de kortste keren van overtuigen dat hij me moet betalen. Hij zal snel op mijn voorwaarden ingaan!’ Artur schudde zijn hoofd. Het was de eerste keer dat hij de Fransman zijn zelfbeheersing zag verliezen. ‘Wat zeg je nu? Dat is onmogelijk! Regels zijn regels. De namen van klanten zijn vertrouwelijk; die mag ik alleen weten. Dat is de enige manier waarop deze handel werkt, door de privacy te bewaren. Als je de regels overtreedt, is het afgelopen met ons, en niet alleen met ons beiden, maar ook met de rest van onze collega’s. Je zijn naam geven? Hoe haal je het in je hoofd!’ ‘Merde alors!’ De man sloeg met zijn vuist op het altaar. ‘Je ziet maar dat je het regelt. Anders betaal jij me maar.’ Artur dacht na over de suggestie. Misschien zou hij die hoeveelheid bijeen kunnen brengen; bovendien zou het stuk vroeg of laat op de markt komen. Een middeleeuws altaarstuk, jarenlang aanbeden door de dorpsbewoners maar verwaarloosd door de kerk en door verschillende instanties, die het antieke stuk al die jaren aan weer en wind hadden blootgesteld en bijna hadden laten verrotten. Nu was het veilig opgeborgen op een plek die alleen Artur kende; hij was al begonnen met de noodzakelijke restauratie van het vermolmde hout en het was honderd procent zeker dat de gerestaureerde polychromie nog eens zevenhonderd jaar zou kunnen doorstaan. Het was een schitterend stuk… Hij kwam in de verleiding toe te geven, vooral om ervan te kunnen blijven genieten, van de details en van het sobere, warme geheel. Het was onmogelijk: werk en plezier moest je gescheiden houden, en als hij nu toegaf zou er daarna geen weg terug meer zijn. ‘Dat was niet de afspraak. We werken al twintig jaar samen en nooit, ik herhaal, nooit hebben we problemen gehad. Heb geduld, ik zal het stuk binnen niet al te lange tijd kunnen plaatsen, 16
druk9789021438931.indd 16
12/13/2010 1:28:17 PM
met een beetje geluk al over een paar maanden.’ De Fransman kreeg een agressieve blik in zijn ogen. ‘Als je in nood zit, zou ik je wat geld kunnen geven, genoeg om het een tijdje uit te zingen…’ ‘Daar gaat het niet om!’ riep de Fransman uit. ‘Ik heb al het geld nodig. Ik ben mijn deel nagekomen, nu jij.’ ‘Dat kan ik niet. Dit vak heeft zijn risico’s, dat weet je heel goed.’ De Fransman liep zenuwachtig door de winkel, met een van woede vertrokken mond, terwijl Artur met beide handen op het altaar leunend op antwoord wachtte. Plotseling nam de Fransman een beslissing. ‘Dit gesprek is afgelopen,’ zei hij bij de deur, en hij richtte zijn wijsvinger op Artur. ‘Ik wil het geld maandag hebben, ’s ochtends zoals gebruikelijk; zo niet, dan zijn de gevolgen voor jou.’ ‘Dat klinkt als een dreigement,’ antwoordde Artur kalm. ‘Mij maak je niet bang, van mij krijg je niets.’ ‘Zoals ik al zei, de gevolgen zijn voor jou.’ De man lachte en trok onverwacht zachtjes de deur van de winkel achter zich dicht. Toen hij weer alleen was, slaakte de antiquair een diepe zucht. Kleine zweetdruppeltjes parelden op zijn voorhoofd en hij voelde hoe zijn hart, dat hij tot dan toe onder controle had weten te houden, sneller begon te kloppen. Hij was weer alleen in zijn eigen omgeving, omringd door de dingen die hij kende en waardeerde. Het incident dat de orde in zijn privé-universum had verstoord, had een enigszins onaangenaam einde gehad, maar hij had het kunnen verwachten. In zijn persoonlijke leven handelde de Fransman impulsief en verloor hij van tijd tot tijd zijn zelfbeheersing, maar bij zijn illegale werkzaamheden was dat tot nu toe nooit gebeurd. Dat hij nu zo plotseling onder openingstijd in de winkel was verschenen, was uiterst gevaarlijk, ver van de voorzichtigheid die een man als hij zou moeten betrachten. Het ouder worden had beslist geen goede invloed op het geestelijke evenwicht van de beste leverancier van de illegale Spaanse kunstmarkt. Artur wist niet of hij Samuel, zijn beste vriend en na jaren 17
druk9789021438931.indd 17
12/13/2010 1:28:17 PM
van gedeelde ervaringen ook zijn vertrouweling, over het voorval zou vertellen, of tot maandag zou wachten. De dreigementen van de Fransman maakten hem niet bang, maar zijn hand trilde toen hij een glas oude brandy naar zijn lippen bracht; hij zou niets tegen hem ondernemen, dat wist hij zeker… of was dat slechts een hoopvolle gedachte waarmee hij zich geruststelde, en schoof hij het probleem voor zich uit? Ze hadden al eerder scherpe woordenwisselingen gehad, die uiteindelijk altijd in een paar dagen, of zelfs uren, waren opgelost. Niemand bij zijn volle verstand zou het in zijn hoofd halen om de kip met de gouden eieren af te schrikken of te slachten. Hij wist dat woordenwisselingen in dit soort handel aan de orde van de dag waren, en dat de ernst ervan recht evenredig was met de omvang van de werkzaamheden; hij had echter te veel te verliezen om boos te blijven, zodat hij besloot de bedreigingen te vergeten en verder te gaan met zijn werk. Vastbesloten zijn werk te hervatten ging hij aan zijn bureau zitten. Een aantal documenten uit de laatste partij was werkelijk buitengewoon fascinerend en hij twijfelde niet aan de overduidelijke historische waarde ervan, die voor hem belangrijker was dan de commerciële overwegingen die bij zijn vak hoorden. Hij verdiepte zich gretig in de soms onbegrijpelijke maar altijd prachtige, geruststellende stapels papieren op zijn werktafel, die op zich al voldoende waren om de orde in de onzekere wereld waarin hij leefde te herstellen, en hem de onaangename scène waarin hij een hoofdrol had gespeeld te doen vergeten. Hij ging helemaal op in zijn werk en vergat de tijd. De deurbel haalde hem terug naar de realiteit. Na een korte blik drukte hij op de automatische deuropener, en drie mannen kwamen geanimeerd pratend de winkel binnen. Artur keek op zijn horloge; stomverbaasd zag hij dat het al zes uur geleden was dat de Fransman was weggegaan en hij was begonnen met het uitzoeken van de Bergués-bibliotheek; en al die tijd had hij zelfs geen honger gevoeld. Hij stond op en liep naar de trap, waar hij degenen die net waren binnengekomen, uitnodigde boven te komen: ‘Kom boven, kom boven. Excuses dat ik de koffie niet klaar heb, maar 18
druk9789021438931.indd 18
12/13/2010 1:28:17 PM
ik heb zitten werken en de ochtend is voorbijgegaan zonder dat ik er erg in had; ik heb zelfs nog niet gegeten.’ De drie mannen liepen de winkel door naar de trap. Een van hen was jong, misschien net dertig, met blond, borstelig haar; een rond brilletje gaf hem dat onmiskenbaar intellectuele uiterlijk, dat nog versterkt werd door zijn weloverwogen gebaren en zijn duidelijke verlegenheid. Hij was eenvoudig gekleed en zijn bescheiden karakter werd volmaakt weerspiegeld in zijn enigszins ronde gezicht: de blozende jukbeenderen en de smalle lippen, de haviksneus en het brede voorhoofd dat een beginnende kaalheid liet zien. Kortom, een onopvallend gezicht dat misschien meer uit eigen wil dan om een andere reden niet in staat was de aandacht te trekken. De tweede gast leek van Arturs leeftijd. Hij was helemaal kaal en zijn doorgroefde gezicht deed denken aan de kaart van een berglandschap waarop ontelbare hoogtelijnen staan aangegeven; hij had een markant kenmerk waaraan je hem altijd kon herkennen: een van zijn ogen was donker, bijna zwart, en het andere zachtgroen, bijna honingkleurig. Hij droeg een discreet grijs flanellen pak dat perfect bij zijn strenge uiterlijk paste, en bij het lopen steunde hij op een ivoren wandelstok met een bewerkte bronzen knop in de vorm van een drakenkop; deze diende echter meer om zijn dandyachtige voorkomen te completeren dan dat hij die echt nodig had. De laatste bezoeker zat er qua leeftijd tussenin en was ongeveer veertig jaar; hij was lang en buitengewoon elegant gekleed en zijn gitzwarte haar was met gel naar achteren gekamd; hij had dunne lippen, die echter van een verfijnde sensualiteit waren, groene ogen en een perfecte, goed geproportioneerde neus. Hij droeg een onberispelijk blauw, alpacawollen pak, met een elegant wit overhemd en een donkerrood sjaaltje om zijn hals, en een paar zwarte schoenen met gesp. Hij was kortom een man die zich bewust was van zijn aantrekkelijkheid zowel in het uiterlijke als in het innerlijke, een echte verleider. Hij domineerde het gesprek van de drie mannen en hij was het dan ook die als eerste het woord nam. 19
druk9789021438931.indd 19
12/13/2010 1:28:17 PM
‘Artur, beste vriend, altijd even geobsedeerd door je werk! Of moet ik zeggen door je liefhebberijen?’ ‘Je hebt het goed gezegd. Voor mij, en ik neem aan ook voor jou, is het niet alleen werk maar ook een plezierige liefhebberij,’ antwoordde de eigenaar van de winkel lachend. ‘Kom boven, vrienden. Vandaag zal ik jullie een zeer speciale melange voorzetten: gelijke delen mokka, Colombiaanse en Turkse topkwaliteit, besprenkeld met een paar druppels oude cognac.’ ‘Misschien kunnen we het beter uitstellen tot je iets gegeten hebt,’ opperde de jongste van de drie schuchter. ‘Geen sprake van, Enric. Oude mannen zoals Samuel hier’ – en hij wees naar de derde bezoeker – ‘en ikzelf hebben niet zoveel eten nodig als jullie. Kom boven en bereid je voor op een nieuwe ervaring.’ De drie mannen gingen om het kersenhouten tafeltje zitten terwijl Artur de deur van een biechtstoel opendeed die een hele muur van het oude gebouw in beslag nam en die vanwege een oude privégrap nu een compleet kooktoestel, servies en barmeubel herbergde, waarin het meest exquise gedistilleerd te vinden was. Een keer in de week, ieder op zijn beurt en in zijn eigen zaak, trakteerden de vier collega’s elkaar na het middageten op de meest gevarieerde melanges van verschillende soorten koffie en sterkedrank, in een soort onofficiële competitie wie de lekkerste combinatie ontdekte. Maar eigenlijk was dat slechts een voorwendsel om van elkaars gezelschap te genieten. De koffie was al snel klaar; het onmiskenbare aroma zweefde de werkkamer door en vermengde zich met de resten van de als luchtverfrisser gebruikte wierook, die al uren daarvoor gedoofd was maar waarvan de geur nog steeds in de lucht hing. Artur diende de koffie op in een achttiende-eeuws koffieservies van kostbaar Sèvres-porselein, gedecoreerd met bucolische motieven. Hij zette het blad op de tafel en schoof zijn stoel bij, geholpen door de altijd gedienstige Enric, ook al had hij herhaaldelijk te kennen gegeven dat dat niet nodig was. Artur schonk een paar druppels uit de oude, uit Venetiaans kristal geslepen cognacfles. Zwijgend proefden ze van de drank. 20
druk9789021438931.indd 20
12/13/2010 1:28:17 PM
‘En, wat vinden jullie ervan?’ vroeg Artur. ‘Superbe,’ antwoordde Guillem. ‘Ik kan je verzekeren dat dit de beste is die ik tot nu toe heb geproefd.’ ‘Ik ben het voor één keer, want ik wil geen precedent scheppen, met onze gewoonlijk nogal overdrijvende collega eens: deze melange is werkelijk buitengewoon,’ voegde Samuel eraan toe. ‘Beste Artur, vandaag heb je jezelf overtroffen. En dat terwijl Enrics melange vorige week ook al een van de beste was die ik ooit heb geproefd.’ ‘En jij Enric, wat vind jij?’ vroeg Artur verwachtingsvol. ‘Verrukkelijk’ antwoordde die terwijl hij zich nog een kop inschonk. ‘Het lijkt erop dat je ons ook hierin de baas bent.’ ‘Nou, vertel eens, Artur, wat is er zo belangrijk dat je onze bijeenkomst was vergeten?’ vroeg Guillem. ‘Voor zover ik weet, is dit de eerste keer in de laatste twee jaar dat zoiets gebeurt.’ ‘Het is niets bijzonders. Zoals ik al zei, het was gewoon de liefde voor het vak. Ik was bezig met het uitzoeken van de manuscripten en boeken uit mijn laatste aankoop, dat was de oorzaak van mijn vergeetachtigheid. En dan nog een betrekkelijke vergeetachtigheid, want heb ik jullie soms niet verrast met deze zeer bijzondere melange?’ ‘Heren,’ zei Guillem, terwijl hij opstond en een denkbeeldige hoed afnam, ‘laten we eer bewijzen aan de oude meester, die ons weer eens heeft weten te verrassen.’ De vrienden lachten. Dat was typisch Guillem, altijd extravert en vrolijk. ‘Vertel eens, Artur, is het een grote partij?’ vroeg Enric. ‘Jazeker. Het gaat om de inboedel, inclusief een fantastische bibliotheek van zo’n vijfhonderd boeken, van een oude villa vlak bij Ripoll die eigendom was van de familie Bergués. Afgelopen dinsdag hebben we de spullen overgebracht, en ik ben al begonnen met het taxeren van de meubels. Zegt de naam Bergués jullie iets?’ De mannen keken elkaar aan; het leek alsof hun concentratie niet alleen voortkwam uit de wens om Arturs vraag te beantwoorden, maar tegelijk de uiting was van een nieuw spel waarin 21
druk9789021438931.indd 21
12/13/2010 1:28:17 PM
hun eigen vakbekwaamheid op de proef werd gesteld. Samuel was de enige die antwoord gaf: ‘Ik meen me die naam te herinneren in de context van de vijftiende en zestiende eeuw. Een familie die tot de opkomende burgerij van die tijd behoorde en uiteindelijk een adellijke titel kocht. Eerzame burgers, waarschijnlijk waren ze lid van de Biga*?’ ‘Je geheugen is zoals altijd fabelachtig,’ lachte Artur bij Samuels vertoon van kennis. ‘Ja, ze zijn begonnen als bouwers, architecten, maar halverwege de zestiende eeuw gingen ze zich toeleggen op de import van gepekelde waar en werd dat hun belangrijkste activiteit. Dit deden ze tot het einde van de achttiende eeuw, toen de hoofdtak van de familie geen directe nakomelingen meer had, maar nog wel zijtakken, die een zekere mate van invloed in de Catalaanse maatschappij behielden. Ten slotte verbleekte hun ster en verdwenen ze naar hun bezittingen op het platteland, die her en der door het vorstendom verspreid lagen en weinig voorstelden.’ ‘In dat geval heb je ongetwijfeld een paar waardevolle stukken aangetroffen,’ merkte Guillem op zonder zijn groeiende belangstelling te verhullen. ‘Ja. De boedel is van latere periodes, vooral uit de achttiende eeuw, en in betrekkelijk goede staat. Het opknappen ervan zal geen hoge kosten met zich meebrengen en ik denk dat ik de spullen goed zal kunnen verkopen. Het beste is een collectie mooie documentenkisten en kledingkoffers die in een werkelijk voortreffelijke conditie zijn. Maar het meest aantrekkelijke van de hele partij, naast de meubels, is de bibliotheek. Die is zeer uitgebreid, met twee wiegendrukken in betrekkelijk goede staat. De rest van de bibliotheek is ook niet slecht, hoewel de waarde van de boeken meer in hun inhoud ligt dan in hun omslag.’ Artur bewaarde een weloverwogen stilte en roerde geconcentreerd een suikerklontje door zijn koffie. Hij genoot van het geluid van het metaal over het fijne porselein, net zoveel als of * Biga: vereniging van ‘eerzame burgers’ die de economie beheersten en een sterke politieke invloed uitoefenden. 22
druk9789021438931.indd 22
12/13/2010 1:28:17 PM
misschien zelfs meer dan van de gespannen verwachting die zijn stilte veroorzaakte. ‘Beste vriend, het lijkt alsof je ervan geniet om je bezoekers te kwellen,’ zei Samuel, terwijl hij hem een knipoog gaf. ‘Iemand die ook maar een beetje gevoel heeft, zou niet moedwillig zo lang blijven zwijgen, tenzij hij nog een troefkaart in zijn mouw had.’ ‘Jullie hebben me door!’ lachte de gastheer schaamteloos. ‘Deze arme man schept er op zijn oude dag inderdaad plezier in zijn vrienden, die tegelijkertijd zijn grootste concurrenten zijn, te kwellen. Jullie moeten weten dat de bibliotheek heel gevarieerd is en ik zou haast zeggen tamelijk gewoon. Verrassend is echter de aanwezigheid van een grote documentenkist die zo te zien al vele jaren niet geopend was en die boordevol boeken over religieuze onderwerpen zit, maar het zijn niet alleen katholieke thema’s; het lijkt alsof de eigenaren van de bibliotheek zich voor beide kanten van het religieuze denken interesseerden.’ ‘Beide kanten? Heb je soms de bibliotheek van een bekeerde jood gevonden, van een samenzwerende vrijmetselaar?’ vroeg Guillem voorzichtig. ‘Het zijn te weinig boeken om van een representatief geheel van religieuze kwesties te kunnen spreken. Belangrijker is dat er enkele vertalingen van oude Arabische, Griekse, Latijnse en – en dat zal jou in het bijzonder interesseren, Samuel – Hebreeuwse manuscripten tussen zitten. Sommige gaan over magie, occultisme, leerstellingen; andere zijn gedeeltelijke vertalingen van de Koran en de Talmoed… Daarnaast zat er in de kist nog een klein kistje dat op slot zat, met daarin talloze brieven uit verschillende periodes, allemaal van de familie Casadevall, samen met iets wat lijkt op een logboek.’ ‘Casadevall?’ ‘Inderdaad. Zegt die naam je iets, Samuel?’ ‘Wel… Ik meen me een Casadevall te herinneren, eeuwen voor de familie Bergués, maar ik zou niet precies kunnen zeggen waar die zich mee bezighield.’ ‘En jullie?’ Enric en Guillem keken elkaar aan en schudden hun hoofd. 23
druk9789021438931.indd 23
12/13/2010 1:28:17 PM
‘De eerste Casadevall die bekend is, en naar wie deze documenten verwijzen, was een assistent-bouwmeester bij de bouw van de kathedraal aan het eind van de veertiende eeuw. De meeste brieven gaan over oppervlakkige zaken, maar ze geven toch een interessant beeld van de activiteiten van deze familie. Ik heb pas een kwart van die brieven geanalyseerd maar ik verwacht op een gegeven moment zeker een manuscript van hun vroege voorouders te ontdekken.’ ‘Een bonte verzameling dus,’ onderbrak Guillem hem. ‘Zou je ons kunnen vertellen hoe, voor den duivel, jij altijd weer de hand op dergelijke schatten weet te leggen?’ ‘Beste vriend, dat is het enige geheim van het vak dat je niet moet delen,’ lachte Artur. ‘Al het andere is te leren, maar het geheimhouden van onze informatiebronnen is voor ons even heilig als voor journalisten… of biechtvaders, en in dit geval gaat die vergelijking heel goed op.’ ‘Kom op, Artur! De laatste vier of vijf echt belangrijke partijen die de afgelopen jaren op de markt zijn gekomen, heb jij weten te bemachtigen, en de partij waar jij niet de hand op hebt gelegd, daarvan heeft die oude jood hier zich meester gemaakt. Vroeger,’ richtte hij zich tot Samuel, ‘deed je al niet onder voor de andere antiquairs, misschien was je zelfs al een van de beste, maar sinds Mariola Puigventós je partner is geworden, kom je steeds meer in de buurt van deze god van de Barcelonese antiquairs hier; binnenkort verwaardigen jullie je niet eens meer om met arme stervelingen zoals wij om te gaan. In dit tempo zie ik mezelf binnenkort oude vurenhouten dekenkisten verkopen, waardoor ik niet meer het schitterende losbandige leven kan leiden dat ik nu leid. Enric,’ wendde hij zich rechtstreeks tot zijn jonge metgezel, ‘ik denk dat wij ons maar beter aan restauraties kunnen gaan wijden, die lijken een zekere bloei door te maken.’ ‘Deze oude jood adviseert je vriendelijk niet zoveel uit te gaan ’s avonds; dan zou je de ochtenden kunnen gebruiken om je contacten te verbeteren.’ ‘Verdorie, Samuel: als ik ’s avonds niet uitging, zou ik helemaal geen “contacten” hebben!’ 24
druk9789021438931.indd 24
12/13/2010 1:28:17 PM