Rechtsgeleerdheid Bachelor- en mastergids 2007/2008
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.3 1.3.1 1.3.2 1.4 1.4.1 1.4.2 1.5
Organisatie van de faculteit Beschrijving Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit Bestuur van de faculteit Bureau Bestuur en Beheer Bureau Onderwijs VU Law Academy Afdelingen Commissies Examencommissie en opleidingscommissies Overige facultaire commissies Universiteitsbibliotheek Algemene bibliotheekvoorzieningen Bibliotheek Rechtsgeleerdheid Faculteitsverenigingen, disputen en periodieken
9 9 9 9 9 10 11 12 12 13 14 14 15 16 16 17
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie Beschrijving Combineren bachelor Rechtsgeleerdheid en bachelor Notarieel recht Combineren master Rechtsgeleerdheid en master Notarieel recht Internationalisering Postdoctorale opleidingen Universitaire Lerarenopleiding Opleidingen in deeltijd Bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid Bachelor- en masteropleiding Notarieel recht Bachelor- en masteropleiding Criminologie Voorzieningen Studie-informatiepunt Onderwijskwaliteitszorg Voorzieningen ‘s avonds Studieboeken en syllabi Studiekosten Computervoorzieningen Blackboard Inloggen op facultaire computers Facultaire e-mail TIS Helpdesk Internet RSI-preventie Regelingen Toelatingsvoorwaarden Onderwijs- en examenreglementen Regels en richtlijnen voor tentamens Recht van bezwaar en beroep
21 21 21 22 22 25 25 26 26 26 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 28 29 29 29 29 30 30 30 30 33
Inhoudsopgave
5
2.5.5 2.5.6
Afgifte van getuigschriften Dossierverklaring
34 34
3 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid Opbouw van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid Eerste bachelorjaaar Tweede bachelorjaar Studiepunten voor keuzevakken buiten de faculteit Keuzevakken Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar Studiebelasting Studievoortgangregistratie Studievertraging en afstudeerfonds Mentoraat
35 35 35 36 37 38 39 39 39 40 40 40
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.2.9 4.3 4.4 4.5 4.6
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid Beschrijving Opbouw van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid Titulatuur Toelating tot de masteropleiding Specialisatie/afstudeerrichting Volgorde van de examenonderdelen Combineren van afstudeerrichtingen Coördinatoren van afstudeerrichtingen Onderwijsperiodes De afstudeerrichtingen Afstudeerrichting Bedrijfsrecht Criminologisch Juridische afstudeerrichting Afstudeerrichting Fiscaal recht Afstudeerrichting IT, internet en recht Afstudeerrichting Internationaal en Europees recht Afstudeerrichting Privaatrecht Afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht Afstudeerrichting Strafrecht Afstuderen zonder aantekening Integratievakken Keuzevakken Engelstalige keuzevakken Keuzevakken buitenland
41 41 41 41 41 41 42 42 42 42 43 43 44 45 47 48 50 51 52 53 53 54 55 55
5 5.1.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.3
Bacheloropleiding Notarieel recht Opbouw van de bacheloropleiding Notarieel recht Vakken van de bacheloropleiding Notarieel recht Eerste bachelorjaar Notarieel recht Tweede bachelorjaar Notarieel recht Derde bachelorjaar Notarieel recht Bachelorexamen Notarieel recht Studiebegeleiding
57 57 57 57 57 57 58 58
5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5
Studieadvies in het eerste jaar Studiebelasting Studievoortgangregistratie Studievertraging en afstudeerfonds Mentoraat
58 58 59 59 59
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6
Masteropleiding Notarieel recht Beschrijving Opbouw van de Masteropleiding Notarieel recht Vakken van de masteropleiding Notarieel recht Vrije keuzeruimte Scriptie Masterexamen Deeltijd
61 61 61 62 62 62 63 63
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3 7.3.1
Bacheloropleiding Criminologie Beschrijving Doelstelling Eindtermen Vakken van de bacheloropleiding Criminologie Eerste bachelorjaar Tweede bachelorjaar Derde bachelorjaar Studiebegeleiding Studie- en loopbaanbegeleiding
65 65 65 65 66 66 67 68 69 69
8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.1.4 8.1.5 8.1.6 8.1.7 8.1.8 8.2 8.2.1
Masteropleiding Criminologie Beschrijving Doel van de masteropleiding Criminologie Eindtermen Opbouw van de masteropleiding Criminologie Vrije keuzeruimte Profielen Vrije keuzeruimte Afstudeerproject Masterexamen Criminologie Studiebegeleiding Studie- en loopbaanbegeleiding
71 71 71 71 72 72 73 73 73 74 74 74
9
Examenonderdelen
77
10
Adressen
217
11
Emeriti
227
Inhoudsopgave
7
8
Rechtsgeleerdheid
1
1.1
Organisatie van de faculteit
Beschrijving In de studiegids is beschreven hoe het onderwijs aan de faculteit is geregeld. Er is geprobeerd de officiële regelingen in begrijpelijk Nederlands weer te geven. De formulering in de studiegids schept geen rechten of plichten, zij geeft enkel de bestaande regels weer. De Wet hoger onderwijs en de Onderwijs- en Examenregelingen (OER) van de bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie vormen de juridische basis van deze studiegids. Wijkt de tekst van de studiegids van deze regelingen af, dan gaan de regelingen vóór hetgeen in deze gids is opgenomen! De regelingen worden aan alle studenten in gedrukte en digitale vorm (www.rechten.vu.nl/reglementen) beschikbaar gesteld. Raadpleeg niettemin altijd Ad Valvas, de studenten e-mail en de website www.rechten.vu.nl voor mededelingen van de faculteit. Op- en aanmerkingen over deze studiegids kunt u richten aan: mr. H.C.R. van Bogget, hoofd afdeling onderwijs, kamer 5A-24, tel. (020) 59 86203, e-mail:
[email protected]
1.2
Organisatie van de faculteit
1.2.1
Doelstelling van de faculteit De Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit beschouwt onderwijs en onderzoek in onderlinge samenhang als haar hoofdtaak. De faculteit biedt kwalitatief hoogwaardige en goed studeerbare opleidingen aan, die gericht zijn op de vorming tot zelfstandige en breed opgeleide academici.
1.2.2
Bestuur van de faculteit Het faculteitsbestuur bestaat uit drie leden van de wetenschappelijke staf, waaronder de decaan; de decaan is voorzitter van het faculteitsbestuur. Als adviserend lid is een student toegevoegd aan het faculteitsbestuur. Het bestuur wordt bijgestaan door de directeur bedrijfsvoering van de faculteit, bij wie het beheer van de financiële, personele en materiële voorzieningen berust. Samenstelling faculteitsbestuur: mw. prof.mr.. A. Oskamp, decaan; dr.mr. W. Huisman, portefeuillehouder onderwijs; prof.mr. A.J. Akkermans, portefeuillehouder onderzoek; mw.dr. Y.K.M. Kops, directeur bedrijfsvoering, adviserend lid; student, adviserend lid. Bestuurssecretariaat: mw. J.F.M. Blein-Strankinga, kamer 5A-15, tel. (020) 59 86250
Organisatie van de faculteit
9
1.2.3
Bureau Bestuur en Beheer Directeur bedrijfsvoering: mw.dr. Y.K.M. Kops kamer 5A-17, tel. (020) 59 86251 Bestuurssecretariaat: mw. J.F.M. Blein-Strankinga kamer 5A-15, tel. (020) 59 86250 e-mail:
[email protected] Financiële zaken: mw.drs. ing. G.J. van de Kleut kamer 5A-14, tel. (020) 59 86253 e-mail:
[email protected] mw. J.E.M. Stroecken mw. A. Janse kamer 5A-14, tel. (020) 59 86253 e-mail:
[email protected] Netwerkbeheer: drs. G.F. Groot Nibbelink e-mail:
[email protected] H.J. Hof e-mail:
[email protected] T. Bijvoets e-mail:
[email protected] kamer 7A-26, tel. (020) 59 86311 Onderzoekscoördinator: mw.drs. R.M. Lips kamer 5A-39, tel. (020) 59 86238 e-mail:
[email protected] mw. C.M.L. Mieras-Berkeveld kamer 5A-39, tel. (020) 59 86238 e-mail:
[email protected] Personeel zaken: mw.drs. V.A.M.J. Bremers kamer 5A-21, tel. (020) 59 86239 e-mail:
[email protected] mw. M.N. Buldeo Rai kamer 5A-21 (020) 59 8239 e-mail: PR en voorlichting: mw.drs. M.G..A. Rooms kamer 5A-23, tel. (020) 59 86254
10
Rechtsgeleerdheid
e-mail:
[email protected] Webredacteur: vacature kamer 5A-23, tel. (020) 59 86259 1.2.4
Bureau Onderwijs Hoofd en Onderwijscoördinator Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht: mr. H.C.R. van Bogget, kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203 e-mail:
[email protected] Onderwijscoördinator Criminologie: drs. P.J. Koenen kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256 e-mail: p.j.
[email protected] Beleidsmedewerkers: mw.drs. Z.H. Tobi kamer 5A-16, tel. (020) 59 83515 e-mail:
[email protected] mw.drs. C. ten Brink kamer 5A-16. tel. (020) 59 82779 Studieadviseurs: Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht mw.drs. G. M. Klerks kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934 e-mail:
[email protected] mw.mr. A.T. Van Neerven-van der Kooi kamer 5A-20, tel. (020) 59 86204 e-mail:
[email protected] Criminologie: drs. P.J. Koenen kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256 e-mail: p.j.
[email protected] Studie-informatiepunt mw. C.G.L. Hoeksel, teamleider mw. A.N. van Oosterom mw. P. Labega kamer 5A-13, tel (020) 59 86200 e-mail:
[email protected] Onderwijs logistiek: mw. T.M. van Gilst kamer 5A-22, tel. (020) 59 86208 e-mail:
[email protected]
Organisatie van de faculteit
11
1.2.5
VU Law Academy Hoofd: drs. J.A.H.M. Breed kamer 5A-42, tel. (020) 59 86206 e-mail:
[email protected] Projectleider: mw.mr. E.H. Zwart kamer 5A-42, tel. (020) 59 86643 e-mail:
[email protected] Coördinator leergangen: mw. M.M.A.C. Becker kamer 5A-42, tel. (020) 59 83694 e-mail:
[email protected] Secretariaat: D. Spaan kamer 5A-41, tel. (020) 59 86255 e-mail:
[email protected] fax (020) 59 86210 Website: www.rechten.vu.nl/vula
1.2.6
Afdelingen Met inachtneming van de verantwoordelijkheden van het faculteitsbestuur verzorgen de afdelingen het onderwijs en verrichten het onderzoek in een bepaald vakgebied. De faculteit kent de volgende afdelingen: Rechtstheorie en Rechtsgeschiedenis Afdelingshoofd: prof.mr.. A. Soeteman Secretariaat: mw. C.H. Moonen e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 59 86301 fax (020) 59 86300 IT en Recht Afdelingshoofd: prof.mr.. H.W.K. Kaspersen Secretariaat: kamer 5A-42, tel. (020) 59 86231 fax (020) 59 86230 Strafrecht en Criminologie Afdelingshoofd: prof.mr.. M.J. Borgers Secretariaat: mw. N.M. Lijs e-mail:
[email protected] mw. A. Tulleners
12
Rechtsgeleerdheid
e-mail:
[email protected] kamer 8A-16 tel. (020) 59 86231 fax (020) 59 86230 Internationaal Recht en Rechtsvergelijking Afdelingshoofd: prof.mr.. P. Vlas Secretariaat: mw. C.H. Moonen e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 59 86301 fax (020) 59 86300 Notarieel en Fiscaal recht Afdelingshoofd: prof.mr.. J.W. Bellingwout Secretariaat: mw. C.H. Moonen e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 59 86301 fax (020) 59 86300 Privaatrecht Afdelingshoofd: prof.mr.. A.J. Akkermans Secretariaat: mw. M. de Haan kamer 6A-42, tel. (020) 59 86281 fax (020) 59 86280 e-mail:m.dehaan @rechten.vu.nl Staats- en Bestuursrecht Afdelingshoofd: prof.mr.. S.E. Zijlstra Secretariaat: mw. E.J. Heppner-Wentink kamer 6A-42, tel. (020) 59 86261 fax (020) 59 86280 e-mail:
[email protected]
1.3
Commissies De faculteit kent een aantal commissies dat voor een deel het faculteitsbestuur adviseert en voor een deel eigen werkzaamheden en bevoegdheden heeft. In veel commissies zitten studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding.
Organisatie van de faculteit
13
1.3.1
Examencommissie en opleidingscommissies Examencommissie De bachelor- en masteropleidingen Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie kennen samen één examencommissie. Deze commissie is belast met de organisatie, coördinatie en vaststelling van de tentamens en examens, het goedkeuren van afwijkende tentamenregelingen, het verlenen van vrijstellingen en het goedkeuren van keuzevakken buiten de faculteit, alsmede de toelating tot de masteropleidingen. Verzoeken aan de examencommissie dient u te verzenden aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie. Deze verzamelt zo nodig aanvullende informatie, legt uw verzoek voor aan de examencommissie, draagt zorg voor de administratieve verwerking van het besluit van de examencommissie en meldt u de beslissing. Voorzitter: prof.mr. P. Vlas Secretaris: prof.mr. J. Struiksma Ambtelijk secretaris voor de opleidingen Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht: mw.drs. G.M. Klerks kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934 e-mail:
[email protected] Ambtelijk secretaris voor de opleiding Criminologie: drs. P.J. Koenen kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256 e-mail:
[email protected] Vaste Commissie voor het Onderwijs (VCO) Volgens de wet kent elke opleiding een opleidingscommissie. Deze opleidingscommissies vergaderen gezamenlijk onder de naam Vaste Commissie voor het Onderwijs. De commissie adviseert het faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, zoals onder andere wijzigingen in de Onderwijsen Examenregeling. De VCO bestaat voor de helft uit leden van het wetenschappelijk personeel en voor de helft uit studenten. Voorzitter: prof.mr. J. Hallebeek Ambtelijk secretaris: mr. H.C.R. van Bogget kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203 e-mail:
[email protected]
1.3.2
14
Overige facultaire commissies Vaste Commissie voor de Wetenschapsbeoefening (VCW) De wetenschapscommissie adviseert het faculteitsbestuur over zaken die verband houden met het wetenschappelijk onderzoek. Voorzitter: prof.mr. A. Soeteman Secretaris: mw.drs. R.M. Lips kamer 5A-39, tel. (020) 59 86238 e-mail:
[email protected]
Rechtsgeleerdheid
Vaste Commissie voor de Internationalisering (VCI) De commissie voor de Internationalisering heeft tot taak het stimuleren van internationale samenwerkingsmogelijkheden voor en uitwisseling van zowel studenten als docenten, alsmede het bewaken van de uitvoering van de bestaande uitwisselingsprogramma's. Voorzitter: Vacature kamer 5A-18, tel. (020) 59 86205 e-mail:
[email protected] Facultaire Bibliotheekcommissie (FBC) Deze commissie overlegt met medewerkers van de bibliotheek over nieuwe ontwikkelingen in de juridische informatieverzorging, jaarverslagen, de budgetverdeling en over problemen op bibliotheekgebied die vanuit de faculteit naar voren komen. Voorzitter: prof.dr. W. Werner Secretaris: mw.drs. M.M. Willekens kamer 6B-04, tel. (020) 59 85176 Toelatingscommissie (TC) De toelatingscommissie behandelt verzoeken van personen van 21 jaar of ouder die rechten of criminologie willen gaan studeren, maar geen diploma hebben dat toelating verleent tot een opleiding van de faculteit en neemt het toelatingsexamen af. Voorzitter: mr. J. Zwart Secretaris: mw.drs. G.M. Klerks kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934 e-mail:
[email protected] Commissie mentoraat (CM) Deze commissie begeleidt de werkzaamheden van de mentoren. Voorzitter: dr. J.W. Sap Secretaris: mr. H.C.R. van Bogget kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203 e-mail:
[email protected]
1.4
Universiteitsbibliotheek Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De Universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Meer of aanvullende informatie vind je op www.ubvu.vu.nl.
Organisatie van de faculteit
15
1.4.1
Algemene bibliotheekvoorzieningen Literatuur vinden De interactieve Webcursussen Informatievaardigheden maken je wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursussen zijn te vinden op: www.ubvu.vu.nl/ Webcursussen en online handleidingen. Kies de cursus van je vakgebied. Staat deze er niet bij dan kies je voor: ‘overige studierichtingen’. De Universiteitsbibliotheek biedt ook (kosteloos) mondelinge workshops aan, zie: www.ubvu.vu.nl Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: www.ubvu.vu.nl/Algemene informatie/Lenen bij de UB Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: www.ubvu.vu.nl Artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland. Overige faciliteiten De Universiteitsibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: www.ubvu.vu.nl Algemene informatie Studiezaal en SITS computerzalen. Thuis werken Hoe je vanaf thuis toegang krijgt tot alle e-Resources en e-Journals wordt uitgelegd op: www.ubvu.vu.nl/Digitale diensten/Thuis werken. Informatiebalie Vragen over de Universiteitsbibliotheek kun je stellen via: www.ubvu.vu.nl/ Vragen/Reacties
1.4.2
Bibliotheek Rechtsgeleerdheid Als onderdeel van de Universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen. Bezoekadres Hoofdgebouw B-vleugel, 2e tot en met 6e verdieping Openingstijden 9.00 – 21.00 uur maandag t/m donderdag 9.00 – 17.00 uur vrijdag 10.00 – 15.30 uur zaterdag Telefoonnummer: (0200 59 85200 www.ubvu.vu.nl/vakgebieden /Rechtsgeleerdheid De collectie Op de tweede etage van de UB vind je voor de vakgebieden Rechtsgeleerdheid, Psychologie en Pedagogiek, Economie en de Betawetenschappen de belangrijkste
16
Rechtsgeleerdheid
boeken in open opstelling. Ook vind je hier de tentamenliteratuur. Aan de informatiebalie kun je terecht met al je vragen. Op de derde etage staan alle tijdschriften en overheidspublicaties. Er is een uitleenbalie en een voorziening om te printen en te kopiëren. Op de vierde etage staan de naslagwerken voor alle bovengenoemde vakgebieden. Deze zijn niet uitleenbaar. Op de vijfde etage is een computerzaal speciaal voor studenten Rechtsgeleerdheid. Op de zesde etage bevindt zich een stille studiezaal voor studenten van alle faculteiten. Cursussen & instructies Voor rechtenstudenten en studenten criminologie zijn vakspecifieke webcursussen op niveau A en B ontwikkeld. In de cursussen leer je wat de kenmerken zijn van juridische informatie en je maakt kennis met enkele juridische databanken die onmisbaar zijn wanneer je op zoek gaat naar de informatie. Van de belangrijkste databestanden zijn hand-outs beschikbaar bij de balie of digitaal via de website. De hand-out: ‘Welk bestand voor welke zoekvraag?’ geeft een overzicht van de juridisch relevante bestanden. www.ubvu.vu.nl /Webcursussen en online handleidingen Nieuwsbrief De bibliotheek geeft een digitale nieuwsbrief uit. Collectiespecialisten Rechtsgeleerdheid Arjan de Rooy, e-mail:
[email protected], kamer 6B-04 Marja Willekens, e-mail:
[email protected], kamer 6B-04
1.5
Faculteitsverenigingen, disputen en periodieken QBDBD QBDBD is de juridische faculteitsvereniging aan de Vrije Universiteit. De vereniging is opgericht in 1892 en heeft 800 leden. De afkorting staat voor ‘Qui Bene Distinguit, Bene Docet’, wat zoveel betekent als ‘Wie goed onderscheidt, onderwijst goed’. Inlichtingen: kamer 7A-14, tel. (020) 59 86244 website: www.qbdbd.nl. e-mail:
[email protected] VIVA VIVA is de naam van de notariële studentenvereniging. De vereniging is in l967 opgericht en telt momenteel ongeveer 100 leden, alsmede een groot aantal donateurs en reünisten. De zinspreuk van de vereniging luidt: ‘Vivere Incipimus Viso Abrahamo, wat betekent ‘Wij beginnen pas te leven wanneer wij Abraham hebben gezien’. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 59 86246. website: www.vivavu.nl e-mail:
[email protected] CDP ‘Crime Does Pay’ is de naam van het criminologisch gezelschap aan de faculteit. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 59 86243. website: www.crimedoespay.nl Organisatie van de faculteit
17
e-mail:
[email protected] VIOR VIOR is de vereniging voor internationaal ondernemingsrecht. Zij is in l993 opgericht. Beschermheer van VIOR is prof.mr.. P. Vlas. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 59 86243. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen e-mail:
[email protected] FSVU De Fiscale Vereniging aan de Vrije Universiteit is de vereniging voor het fiscale masterjaar. Deze vereniging is opgericht in 2003. Beschermheer van FSVU is prof.mr.. J.W. Bellingwout. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 59 86243. website: www.fsvu.nl e-mail:
[email protected] De Vierschaar Dit rechtshistorisch dispuut is voortgekomen uit een landelijk samenwerkingsverband tussen verschillende rechtshistorische disputen in Nederland. Inlichtingen: prof.mr.. S. Faber, kamer 7A-29, (020) 59 86322. webstie: www.rechten.vu.nl/verenigingen Althusius Althusius is een in l974 aan de VU opgericht (gemengd VU/UVA) dispuut voor in wijsbegeerte en recht geïnteresseerde studenten en afgestudeerden. Inlichtingen: mr. dr. W.J. Veraart, kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen EUtopia EUtopia is het eerste Europeesrechtelijke dispuut dat zich bezig houdt met vraagstukken over Europa. Eutopia is in 2003 opgericht met als doel om debatavonden te organiseren voor studenten en andere geïnteresseerden. www.eu-topia.nl of
[email protected] Forum Romanum Forum Romanum is een gezamenlijk dispuut van de UvA en de VU voor Romeins recht en Europese rechtsgeschiedenis. Inlichtingen: prof.mr.. J. Hallebeek, kamer 7A-33, tel. (020) 59 86324. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen STAR*VU De faculteit heeft in het voorjaar van l993 de Stichting Alumni Rechten*VU opgericht. STAR*VU stelt zich tot doel de contacten tussen faculteit en afgestudeerden te bevorderen. Inlichtingen: mw.drs.M.G.A. Rooms, kamer 5A-23, tel. (020) 59 86254. Griffin's View Griffin’s View on International and Comparative Law is het internationaal juridisch tijdschrift van de rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit
18
Rechtsgeleerdheid
Inlichtingen: mw. mr. M.L. Smit, kamer 7A-20, tel. (020) 59 86308, dr. J.W. Sap, kamer 7A-27, tel. (020) 59 86302. website: www.rechten.vu.nl/griffinsview Status Quo Status Quo is het onafhankelijke blad voor studenten en medewerkers van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid dat zesmaal per jaar verschijnt. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 59 86243. Ars Aequi Onmisbare juridische informatie Ars Aequi is Nederlands grootste juridisch vakblad, dat zich met name richt op juridische studenten. Ars Aequi verschijnt 11 keer per jaar. Inlichtingen: website: www.arsaequi.nl e-mail:
[email protected].
Organisatie van de faculteit
19
20
Rechtsgeleerdheid
2
2.1
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
Beschrijving De faculteit biedt drie bacheloropleidingen aan, te weten± Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie. De bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht kennen een gezamenlijk eerste jaar; de cursusduur van deze opleidingen is drie jaar. Voor gedetailleerde informatie hierover wordt u verwezen naar hoofdstuk 3 tot en met 6. Ook de opleiding Criminologie kent een cursusduur van drie jaar. Voor gedetailleerde informatie hierover wordt u verwezen naar het hoofdstuk Bacheloropleiding Criminologie. Na het behalen van een bachelordiploma kunt u de gelijknamige masteropleidingen volgen. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid biedt drie masteropleidingen aan, te weten Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie. De cursusduur van deze masteropleidingen is één jaar. Bevoegdheden Door het behalen van het afsluitend examen van de bachelorleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht verkrijgt u de titel Bachelor of Laws (LL.B). De bacheloropleiding Criminologie verleent de titel Bachelor of Science (BSc). Door het behalen van het afsluitend examen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid of de masteropleiding Notarieel recht verkrijgt u de titel Master of Laws (LL.M). De titel ‘meester in de rechten’ (mr.) mag in Nederland worden gevoerd. De masteropleiding Criminologie verleent de titel Master of Science (MSc). Het afsluitend examen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid geeft in combinatie met het bachelorgetuigschrift Rechtsgeleerdheid, in beginsel toegang tot de advocatuur en de rechterlijke macht. Deze toegang is onafhankelijk van de gekozen afstudeerrichting in de masteropleiding. Het afsluitend examen van de masteropleiding Notarieel recht geeft in combinatie met het bachelorgetuigschrift Notarieel recht, in beginsel toegang tot de notariële beroepsopleiding. Met het behalen van een afsluitend examen van de masteropleiding Criminologie kan geen toegang worden verkregen tot het notariaat, de advocatuur of rechterlijke macht.
2.1.1
Combineren bachelor Rechtsgeleerdheid en bachelor Notarieel recht Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid na of gelijktijdig met bacheloropleiding Notarieel recht (1) Indien u de bacheloropleiding Notarieel recht in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen voor de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid: Staatsrecht I en II,
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
21
Bestuursprocesrecht, Beginselen volkenrecht, Sociaal recht, Materieel strafrecht, Formeel strafrecht en het voorsorteertraject. Bacheloropleiding Notarieel recht na of gelijktijdig met bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid (2) Indien u de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen voor de bacheloropleiding Notarieel recht: Erfrecht I en II, Aansprakelijkheidsrecht, Verbreding goederenrecht, Bedrijfseconomie A en B, Grondgebruikrecht, Notariswet, Huwelijksvermogensrecht, Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II en Verenigingen- en stichtingenrecht . 2.1.2
Combineren master Rechtsgeleerdheid en master Notarieel recht Masteropleiding Rechtsgeleerdheid na een masteropleiding Notarieel recht Indien u de masteropleiding Notarieel recht in haar geheel volgt, dan dient u nog af te leggen: de vakken genoemd onder (1) bachelor Rechtsgeleerdheid en van de masteropleiding de verplichte vakken van de gekozen afstudeerrichting, het integratievak en een gecombineerde scriptie van 18 studiepunten of voor elke masteropleiding afzonderlijk een scriptie van 12 studiepunten. Masteropleiding Notarieel recht na een masteropleiding Rechtsgeleerdheid Indien u de masteropleiding Rechtsgeleerdheid in haar geheel volgt, dan dient u nog af te leggen: de vakken genoemd onder (2) bacheloropleiding Notarieel recht en van de masteropleiding de vakken Successierecht, Estate planning, Belastingrecht incl. werkgroep, Belastingen van rechtsverkeer en Internationaal privaatrecht (notariële variant), als er geen Internationaal privaatrecht is gedaan bij Rechtsgeleerdheid en het schrijven van een tweede scriptie van 12 studiepunten of een gecombineerde scriptie van 18 studiepunten. Voor informatie over het combineren van deze twee opleidingen kunt u contact opnemen met de studieadviseurs± mw.drs. G.M. Klerks, kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934 e-mail:
[email protected] of mw.mr. A.T. Van Neerven-van der Kooi, kamer 5A-20, tel. (020) 59 86204 e-mail:
[email protected].
2.1.3
22
Internationalisering Steeds meer studenten maken gebruik van de mogelijkheid om een studieperiode in het buitenland op te nemen in hun opleiding. Studeren in het buitenland is om verschillende redenen een waardevolle ervaring. Een buitenlands verblijf kan een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale en wetenschappelijke vorming. Je maakt kennis met de cultuur van een ander land, met een andere manier van leven, je verdiept je in een ander rechtsstelsel, een andere cultuur en taal. Deze confrontatie met het andere is een verrijking op zichzelf, maar scherpt tevens het inzicht in (de relatieve waarde van) de eigen samenleving en het eigen rechtsstelsel. Het kan ook een positieve uitwerking hebben op je loopbaanperspectief. Studeren in het buitenland biedt verder de gelegenheid om al tijdens je studie internationale contacten te leggen, goed voor het 'netwerken' later. Het is relatief gemakkelijk te organiseren, omdat de faculteit met zusterfaculteiten zowel in Europa als in de Verenigde Staten, Canada, Azië en Zuid-Afrika
Rechtsgeleerdheid
samenwerkingsafspraken heeft gemaakt over studentenuitwisseling. Bovendien krijg je dan een beurs die de extra kosten dekt. Voor degenen die om wat voor reden dan ook niet naar het buitenland gaan, biedt de faculteit de mogelijkheid tot deelname aan Engelstalige (keuze-)vakken. Deze worden in het derde of vierde jaar van de studie verzorgd door zowel eigen als buitenlandse (gast-)docenten. De thuisblijvers wordt aangeraden van deze mogelijkheid gebruik te maken omdat het de gelegenheid biedt contacten met buitenlandse studenten te leggen. Zo bestaat de mogelijkheid dicht bij huis de 'international classroom' binnen te stappen. Engelstalig onderwijsprogramma Het programma omvat (onder voorbehoud) de volgende vakken: Children’s Rights from an International Perspective; European Private Law; Government Regulation of Business; Historical Introduction to European Legal Science; Human Rights Protection in Europe; Introduction to Common Law; International Company Law; International Economic Law Legal English for Dutch students (alleen voor rechten studenten van de VU). Perpetrators and Bystanders; Public International Law; Public International Law, Selected Topics; Terrorism, Counter-terrorism and International Law Studeren in het buitenland De masteropleiding is het meest geschikt om enige tijd in het buitenland te studeren omdat de grote keuzeruimte hiertoe de mogelijkheid biedt. De faculteit heeft samenwerkingsovereenkomsten gesloten met universiteiten in Europa, de Verenigde Staten, Canada, China, Taiwan en Zuid-Afrika. Het aantal uitwisselingsplaatsen per universiteit is beperkt en niet iedereen komt automatisch in aanmerking. Studenten die zich aanmelden voor een verblijf van een van de uitwisselingsprogramma’s worden geselecteerd. Bij de selectie hanteert de faculteit vier criteria: student moet in masterfase zijn op het moment van vertrek, studieresultaten, taalvaardigheid, sociale vaardigheid en zelfstandigheid. In beginsel duurt de studie aan een buitenlandse universiteit een semester. De vakken die in het buitenland zijn afgelegd gelden als keuzevak. De vrije keuzeruimte bij de masteropleiding biedt daarvoor voldoende ruimte, namelijk 24 studiepunten. De procedure die u moet volgen om de studieresultaten binnen de faculteit te laten erkennen is beschreven in hoofdstuk 10.4.1 en (uitvoeriger) in de brochure ‘Studeren in het buitenland’. De omrekening van de in het buitenland behaalde cijfers wordt verzorgd door Bureau Internationalisering van de faculteit. Bureau Internationalisering organiseert omstreeks januari/februari een voorlichtingsbijeenkomst over de studiemogelijkheden in het buitenland, waarbij informatie wordt verstrekt over planning, selectie, financiering en huisvesting. Voor verdere informatie
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
23
kunnen studenten terecht op www.rechten.vu.nl/studereninhetbuitenland of kan er een afspraak worden gemaakt met Bureau Internationalisering, kamer 5A-18, tel. (020) 59 86205. Voor studenten die een ‘summer course’ in het buitenland willen volgen, is informatie beschikbaar bij het Centrum voor Studie en Loopbaan (begane grond hoofdgebouw) en in beperkte mate bij Bureau Internationalisering. Institut des Hautes Etudes Européennes (IHEE), Université Robert Schuman, Strasbourg, France Voor gemotiveerde studenten bestaat de mogelijkheid om een éénjarige studie (Maîtrise, niveau master) “Diplôme Interdisciplinaire d'Etudes Européennes” te volgen aan het Institut des Hautes Etudes Européennes. Het IHEE biedt een multidisciplinair programma, waar een juridische of een historisch/politieke variant gekozen kan worden. Voorwaarde voor selectie is een redelijk/goede beheersing van het Frans. De selectie voor deze kandidaat zal plaatsvinden door een medewerker van het Bureau Internationalisering van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Uitgebreide informatie ‘Studeren in het Buitenland’ Voor meer informatie over studeren in het buitenland kan het informatieboekje ‘Studeren in het Buitenland’ evenals een boekje met verslagen van ouduitwisselingsstudenten worden afgehaald bij Bureau Internationalisering Rechten, kamer 5A-18, tel. (020) 59 8 6205. Deze brochure staat ook op de website www.rechten.vu.nl/studereninhetbuitenland Spreekuur: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 11.00 uur en van 15.00 tot 16.00 uur of volgens afspraak. European Law Student Association (ELSA) De Europese Vereniging van Rechtenstudenten brengt rechtenstudenten en jonge juristen uit bijna alle Europese landen samen. ELSA bevordert contacten tussen haar leden door middel van een groot aantal activiteiten, waaronder een uitwisselingsprogramma voor juridische stages bij (advocaten)kantoren, instellingen en bedrijven in het buitenland. ELSA-leden die al wat verder in hun studie gevorderd zijn, kunnen hiernaar meedingen. De stageperiode bedraagt één tot drie maanden. Gedurende de stage verschaft de ontvangende lokale ELSA-afdeling huisvesting en de nodige hulp aan de stagiair(e). Verder organiseert ELSA excursies, seminars en summerschools in heel Europa en biedt haar leden hulp bij het bemachtigen van literatuur die in Nederland niet verkrijgbaar is. website: www.elsa.org Inlichtingen: ELSA Amsterdam UvA / Faculteit der Rechtsgeleerdheid Oudemanhuispoort 4, Kamer A-231 1012 CN Amsterdam tel: (020) 52 52958
24
Rechtsgeleerdheid
2.1.4
Postdoctorale opleidingen VU Law Academy De VU Law Academy is een onderdeel van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Het bureau organiseert jaarlijks een groot aantal PO-cursussen (Permanente Opleiding), VSO-cursussen (Voortgezette Stagiaire Opleiding), meerdaagse Specialisatieleergangen en Incompany-cursussen over voor de praktijk belangrijke juridische onderwerpen. Afgestudeerde juristen en anderen, die professioneel met het recht te maken hebben, worden in de gelegenheid gesteld voor een groot aantal onderwerpen een cursus te volgen. Daarbij wordt natuurlijk gebruik gemaakt van de grote deskundigheid van de docenten aan de Juridische Faculteit. Centraal staan de praktische bruikbaarheid en de kwaliteit van hetgeen in de cursussen wordt aangeboden en de persoonlijke aandacht voor de cursisten. Belangrijke, nieuwe ontwikkelingen op het terrein van wetgeving en jurisprudentie komen aan bod, terwijl de leergangen en sommige cursussen verdieping en specialisatie geven. Daarnaast worden er vaardigheidscursussen voor juristen gegeven. De cursussen worden door de deelnemers steeds hoog gewaardeerd. De VU Law Academy is als opleidingsinstituut erkend door de Nederlandse Orde van Advocaten en door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Inlichtingen: VU Law Academy, kamer 5A-41, tel.(020) 59 86255, e-mail:
[email protected] website: www.rechten.vu.nl/vula European Postgraduate Course in Environmental Management (EPCEM) EPCEM is een internationale topopleiding die als aanvulling op een vakspecialistische opleiding een gedegen voorbereiding op de milieuberoepspraktijk vormt. EPCEM start in september 2007 en omvat een training in kennis en vaardigheden voor het oplossen van milieuproblemen. Een interdisciplinair onderzoeksproject en een praktijkstage in binnen- of buitenland maken deel uit van de opleiding. Inlichtingen: EPCEM secretariaat, Instituut voor Milieuvraagstukken, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1087, tel. (020) 59 89580, fax (020) 59 89553. e-mail:
[email protected] website: www.epcem.org
2.1.5
Universitaire Lerarenopleiding Een doctoraal- of mastergetuigschrift behaald aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid geeft de mogelijkheid een eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor het vak maatschappijleer te halen. Daarmee kunt u lesgeven in (de hoogste klassen van) het voortgezet onderwijs. Om deze bevoegdheid te halen is het nodig de universitaire lerarenopleiding te volgen. Voor wie houdt van werken met jonge mensen en van zijn vak houdt is een baan in het onderwijs ideaal. Vraag naar leraren is er genoeg. Het onderwijs zit te springen om enthousiaste, geïnteresseerde en professionele mensen. Het beroep van leraar is volop in beweging. Door veranderingen in wetenschap en samenleving verandert de inhoud en vormgeving van het onderwijs. Met de komst van het studiehuis in het voortgezet onderwijs is de vakdocent naast overdrager van kennis ook begeleider en coach van het leren van leerlingen geworden. Het Onderwijscentrum VU verzorgt de opleiding voor eerste en tweedegraads docenten in het voortgezet onderwijs. Er zijn twee verschillende opleidingsroutes:
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
25
• •
Oriëntatiecursus en postdoctorale lerarenopleiding en Assessment en postdoctorale lerarenopleiding.
Inlichtingen: het Onderwijscentrum VU is te bereiken via
[email protected] of tel. (020) 59 89222, kamer 1G-09. website: www.onderwijscentrum.vu.nl.
2.2
Opleidingen in deeltijd De opleidingen Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie kennen ook een deeltijdvariant. Deze opleiding is primair bedoeld voor degenen die door een andere hoofdtaak niet in staat zijn gemiddeld veertig uur per week aan de studie te besteden. De opleiding in deeltijd is gebaseerd op een gemiddelde studiebelasting van twintig uur per week (colleges en zelfstudie). De deeltijd opleidingen kennen een zesjarige bacheloropleiding en een tweejarige masteropleiding.
2.2.1
Bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid Het deeltijdprogramma van de opleidingen Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht is inhoudelijk hetzelfde als dat van de voltijdse opleiding. Dezelfde tentamen- en exameneisen gelden, dezelfde vrijstellingsmogelijkheden en hetzelfde onderwijs, zij het in meer compacte vorm. Tijdstip colleges en tentamens De hoor- en werkcolleges in het verplichte gedeelte van het bachelorcurriculum worden in de avonduren verzorgd, gewoonlijk tussen 19.00 en 22.00 uur. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld i.v.m. ingrijpende herzieningen van het curriculum, kan het gebeuren dat colleges aan het einde van de werkdag worden aangeboden. De faculteit streeft ernaar het onderwijs te beperken tot twee soms drie avonden per week (op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag). Het aantal contacturen is ongeveer zes uur per week, de overige veertien uur zijn bedoeld voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. In de keuzevakken en in het zogenaamde voorsorteertraject van het derde jaar van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en in de vakken van het masterjaar wordt in beginsel geen avondonderwijs aangeboden. Tentamens worden in het algemeen overdag afgenomen, samen met de voltijdstudenten.
2.2.2
26
Bachelor- en masteropleiding Notarieel recht Alle vakken van de opleiding Rechtsgeleerdheid die ook deel uitmaken van de bacheloropleiding Notarieel recht, kennen ten behoeve van de deeltijdopleiding ook 's avonds onderwijs; specifiek notariële vakken slechts bij uitzondering of via een aangepast programma. Het onderwijs in deze vakken kan 's avonds in een andere vorm worden aangeboden dan overdag. Hierover worden op een eerste bijeenkomst met de docent afspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen niet alleen de manier waarop het onderwijs wordt gegeven, maar ook de tijdstippen waarop u bijvoorbeeld werkstukken moet inleveren. Het rooster vermeldt wanneer en waar deze bijeenkomst plaatsvindt. Als u die niet kunt bijwonen, neem dan contact op met de docent van het desbetreffende vak.
Rechtsgeleerdheid
2.2.3
2.3 2.3.1
Bachelor- en masteropleiding Criminologie De deeltijdopleiding Criminologie kent geen speciale avondcolleges. Het aantal contacturen (circa zes uur) wordt zoveel mogelijk geconcentreerd op twee dagen (deze dagen kunnen per semester wisselen). Ongeveer veertien uur per week is bedoeld voor zelfstudie. Deeltijdstudenten criminologie worden geadviseerd in overleg met de studieadviseur een individueel studieprogramma samen te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met de verplichte volgorde van vakken en de studieplanning.
Voorzieningen Studie-informatiepunt Het Studie-informatiepunt is het centrale adres voor informatie met betrekking tot het onderwijs, tentamens, roosters en het aanvragen van bachelor- en masterexamens. Het inschrijven voor werkgroepen, studieonderdelen en tentamens, het opvragen van college- en tentamenroosters gaat geautomatiseerd via TIS (Tentamen Informatie Systeem). Het Studie-informatiepunt verzorgt, naast andere administratieve taken, ook de registratie van de studieresultaten en vrijstellingen Studie-informatiepunt: kamer 5A-13, tel. (020) 59 86200, e-mail:
[email protected] Openingstijden: maandag t/m donderdag van 10.00 - 12.00 uur en 13.00 - 15.00 uur.
2.3.2
Onderwijskwaliteitszorg Het hoofd van de afdeling onderwijs, mr. H.C.R. van Bogget, kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203, (
[email protected]) en zijn staf houden zich bezig met onderwijskundige zaken, het facultaire onderwijsbeleid, evaluatie van het onderwijs en de kwaliteitsbewaking. Klachten Klachten met betrekking tot het onderwijs, collegeroosters en de organisatie van tentamens kunt u richten aan de heer mr. H.C.R. van Bogget, kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203, email:
[email protected] Klachten met betrekking tot de beoordeling van tentamens worden behandeld door de Examencommissie. Onderwijsevaluatie Elk jaar wordt een bepaald deel van de opleidingen geëvalueerd. De evaluatie bestaat uit schriftelijke enquêtes na afloop van de tentamens en gesprekken met docenten en studenten. Door middel van deze evaluaties worden knelpunten in het onderwijs gesignaleerd, waarvoor adequate oplossingen gezocht worden. Informatie: beleidsmedewerkers onderwijs, kamer 5A-16, tel. (020) 59 86203.
2.3.3
Voorzieningen ‘s avonds Studieboeken en syllabi zijn verkrijgbaar bij de VU Boekhandel in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit. De boekhandel is geopend maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en op zaterdag van 10.00 -15.30 uur. De studiezalen van de rechtenbibliotheek (ingang vijfde verdieping hoofdgebouw
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
27
VU) zijn open van maandag tot en met donderdag 9.00 tot 21.00 uur en op vrijdag 9.00 tot 17.00 uur en op zaterdag van 10.00 -15.30 uur. In juli en augustus gelden afwijkende openingstijden. In de bibliotheek zijn de catalogus en juridische databanken (met wetgeving, rechtspraak en bibliografieën) te raadplegen. De uitleenbalie is ‘s avonds niet geopend voor het aanvragen van boeken of tijdschriften uit het magazijn kan dan een formulier worden ingevuld. Vaak staan handboeken, wetgeving, tijdschriften, kamerstukken en jurisprudentie in de studiezaal. Deze zijn niet uitleenbaar, maar ze kunnen wel worden ingezien. Het maken van kopieën is ook mogelijk. 2.3.4
Studieboeken en syllabi Achter in deze gids staat op alfabetische volgorde bij de vakinformatie aangegeven welke literatuur verplicht is. Syllabi en studieboeken zijn bij de VU Boekhandel te koop. Bij het onderwijs wordt naar keuze één van de volgende wettenverzamelingen gebruikt: - Kluwer Collegebundel 2007-2008, Wetteksten, Kluwer-Deventer; - Verzameling Nederlandse wetgeving, Sdu, Den Haag, editie 2007-2008; de meest recente uitgave moet worden gebruikt.
2.3.5
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld. De kosten van studiebenodigdheden zoals boeken, syllabi, kopieerkosten van digitaal beschikbaar materiaal en wetboeken, ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn ook voor rekening van de student. Zij bedragen ongeveer € 450,- in het eerste jaar en ca. € 850,- in de volgende jaren.
2.4
Computervoorzieningen Op de facultaire website is uitgebreide informatie te vinden over computervoorzieningen (www.rechten.vu.nl/computervoorzieningen).
28
2.4.1
Blackboard Bij een deel van de cursussen wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Dat is een digitale leeromgeving (DLO) op internet, waarmee vakken kunnen worden ondersteund. Voor ieder vak kan een eigen pagina worden gemaakt, waarop een docent mededelingen, sheets, opdrachten, artikelen, foto's en ander onderwijsmateriaal kan plaatsen. Daarnaast biedt Blackboard de mogelijkheid om een discussieforum op te zetten, opdrachten in te leveren, e-mail te sturen en digitaal toetsen te maken. Blackboard is te vinden via http://bb.vu.nl.
2.4.2
Inloggen op facultaire computers Studenten kunnen gebruik maken van computerfaciliteiten op de practicumzaal 7A-39 en in de juridische bibliotheek op de vijfde verdieping. De pc’s zijn aangesloten op het internet en zijn voorzien van Microsoft Office en Internet Explorer.
2.4.3
Facultaire e-mail Regelmatig wordt belangrijke informatie via de facultaire e-mailaccounts verstuurd. Zo krijgt u bijvoorbeeld via de e-mail te horen of er colleges uitvallen. Ook zullen veel docenten mededelingen vanuit blackboard naar de studenten e-mailen. Facultaire e-mail is zowel binnen als buiten de faculteit te raadplegen.
Rechtsgeleerdheid
2.4.4
TIS Tentamen Informatie Systeem TIS is een programma dat via het internet bereikbaar is en waarmee u zich moet inschrijven (of afmelden) voor tentamens en werkgroepen. U kunt het systeem ook gebruiken om uw tentamencijfers te bekijken. Aanmelden voor tentamens en hertentamens De inschrijving voor tentamens en hertentamens is open vanaf ongeveer zes weken voorafgaand aan de tentamendatum tot uiterlijk vier dagen voor die datum (artikel II, lid 1, 2, en 3 van het Examenreglement). Inschrijving voor tentamens is verplicht. (Niet inschrijven betekent € 17,50 administratiekosten) NB. alleen eerstejaarsstudenten die na 1 september 2005 zijn gestart met één van de drie bacheloropleidingen, hoeven zich niet voor de eerstejaars tentamens in te schrijven. Aanmelden voor werkgroepen en keuze- en verdiepingsvakken De inschrijving voor werkgroepen en keuze- en verdiepingsvakken is mogelijk vanaf zes weken tot uiterlijk zes dagen (geldt niet voor alle vakken) voordat het vak start. Schrijf je tijdig in om teleurstelling te voorkomen. Bij de meeste werkgroepen en vakken wordt gewerkt met een maximaal aantal studenten. Eerstejaars studenten melden zich niet aan voor werkgroepen.
2.4.5
Helpdesk Voor vragen en problemen over het computergebruik, kunt u terecht bij Netwerkbeheer, kamer 7A-26, tel.: (020) 59 86311, e-mail:
[email protected]. Voor vragen en problemen over Blackboard kunt u terecht bij de Blackboard helpdesk:
[email protected]. Voor vragen en problemen over TIS kunt u terecht bij het Studie-informatiepunt kamer 5A-13), e-mail:
[email protected].
2.4.6
Internet Het is mogelijk bij de VU een gratis internetabonnement te krijgen, Access VU. Wie thuis een pc met modem heeft, kan tegen lokaal telefoontarief inbellen op het internet en krijgt ook een eigen e-mailadres. Voor informatie: IT-servicedesk, De Boelelaan 1101, kamer 0E-38, tel.: (020) 59 85516. De servicedesk is elke werkdag geopend van 9.00 tot 17.00 uur (neem voor inschrijving een geldig legitimatiebewijs mee).
2.4.7
RSI-preventie Als u RSI-klachten ontwikkelt, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de afdeling studentendecaan. Op www.vu.nl/rsi is informatie te vinden over het voorkomen van RSI.
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
29
2.5 2.5.1
Regelingen Toelatingsvoorwaarden Tot de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie worden rechtstreeks toegelaten degenen die één van de volgende getuigschriften in het bezit hebben: • vwo-diploma; ook oude stijl • vwo-diploma met doorstroomprofielen Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij of Cultuur en Maatschappij; • wo-getuigschrift propedeutisch examen; • wo-getuigschrift doctoraal of master examen; • hbo-getuigschrift propedeutisch examen; • hbo-getuigschrift afsluitend examen; • ou-getuigschrift propedeutisch examen; • ou-getuigschrift doctoraal of master examen. Toelatingsonderzoek of colloquium doctum Voor degenen die niet voldoen aan één van deze eisen, bestaat de mogelijkheid, bij een leeftijd van 21 jaar of ouder, een universitair toelatingsonderzoek te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan, afdeling studentendecanen, tel. (020) 59 85018. Blokkerings- en vervallenregeling Studenten Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht die in het studiejaar 2006-2007 zijn gestart met hun bacheloropleiding kunnen in het tweede jaar van inschrijving slechts dan aan tentamens van tweedejaars onderdelen deelnemen, indien zij tenminste 42 studiepunten van het eerste jaar hebben behaald. Voor criminologiestudenten geldt dat 42 studiepunten (inclusief Inleiding Methoden en technieken) moeten zijn behaald. Deze blokkeringsregeling staat los van eisen van volgtijdelijkheid. Bijvoorbeeld: zo kan het tentamen Materieel strafrecht (B2) pas worden afgelegd indien Beginselen strafrecht (B1) is behaald. Vervallenregeling: zijn per 31 augustus van het tweede jaar van inschrijving nog steeds niet alle tentamens van het eerste jaar behaald, dan vervallen voor studenten van alle facultaire bacheloropleidingen alle behaalde tentamenresultaten van het eerste jaar.
30
2.5.2
Onderwijs- en examenreglementen De complete tekst van de Onderwijs- en Examenregelingen Rechtsgeleerdheid (OER bama Rechtsgeleerdheid), Notarieel recht (OER bama Notarieel recht) en Criminologie (OER bama Criminologie), het Examenreglement en het Huishoudelijk reglement tentamens is verkrijgbaar bij het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13) en te raadplegen via de website www.rechten.vu.nl/reglementen.
2.5.3
Regels en richtlijnen voor tentamens Binnen de faculteit geldt een aantal regels voor het afleggen van tentamens. Dit is een uitvloeisel van wat bepaald is in de Onderwijs- en Examenregelingen en in het Examenreglement.
Rechtsgeleerdheid
•
•
•
• • • •
tentamens mogen alleen worden afgelegd als u bij de Studentenadministratie van de Vrije Universiteit als student of extraneus staat ingeschreven en het collegegeld is betaald deelname aan schriftelijke tentamens staat slechts open voor diegene die zich heeft aangemeld via TIS en aan alle instapeisen (zoals bedoeld in de Onderwijsen Examenregeling behorende bij de opleiding waar het tentamen deel van uit maakt) voldoet. Studenten die per 1 september starten met het eerste jaar van een bacheloropleiding hoeven zich gedurende de eerste twee jaren van inschrijving niet voor een eerstejaars (her-) tentamen in te schrijven! indien u deelneemt aan een tentamen waarvoor u zich niet heeft ingeschreven, wordt het resultaat pas administratief verwerkt als een financiële bijdrage is betaald van € 17,50 tentamens worden in schriftelijke vorm, mondeling of door middel van een werkstuk of in een combinatie van deze vormen afgelegd de schriftelijke tentamens worden direct na afloop van de onderwijsperiode afgenomen. Alle tentamens kennen een herkansing in augustus een groot aantal bachelor- en mastertentamens moet in een verplichte volgorde worden afgelegd. Raadpleeg de bijlage “Verplichte vakkenvolgorde” van de Onderwijs- en Examenregeling behorende bij de specifieke opleiding
Tentamens buiten het rooster Bij hoge uitzondering kan de Examencommissie u op uw verzoek toestaan tentamens buiten het rooster af te leggen, namelijk: • indien u, om te kunnen afstuderen, nog één tentamen moet afleggen en u zich om dat tentamen te kunnen afleggen, opnieuw zou moeten inschrijven, dan krijgt u de gelegenheid dit tentamen eerder af te leggen; • als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Het verzoek voor Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht moet worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Examencommissie: mw.drs. G.M. Klerks, kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934. Het verzoek voor de opleiding Criminologie moet worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de Examencommissie: drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256 Verplichte aanmelding voor tentamens Indien tentamens een vaste datum (die vermeld staat in het tentamenrooster) kennen, dan staat deelname aan het tentamen slechts open voor degenen die zich via TIS hebben aangemeld. Voor deelname aan andere tentamens maakt u met de docent een afspraak omtrent datum en tijdstip waarop u het (mondelinge) tentamen aflegt of een werkstuk inlevert. Beoordeling van tentamens Als waarderingscijfers voor studieprestaties kunnen de volgende cijfers worden toegekend: de volle cijfers van 1 tot en met 10, de halve cijfers daartussen, zoals 6½, met uitzondering van 5½, de volle cijfers met een plus en de volle cijfers met een min met uitzondering van de 5+ en 6-. Het behaalde cijfer wordt op de volgende wijze
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
31
bekendgemaakt: 7 = 7.0; 4- = 3.8; 8+ = 8.3; 3½ = 3.5, enz.. Men is voor een examenonderdeel (tentamen) geslaagd, als het met ten minste een 6 is gewaardeerd. Bekendmaking van de tentamenuitslag Het Studie-informatiepunt maakt uiterlijk vijftien werkdagen na het tentamen de uitslagen bekend. De tentamenuitslag wordt op studentnummer (niet op naam) gepubliceerd in de vitrine, die hangt op de vijfde verdieping bij de achteruitgang van zaal 4A-00. Op dezelfde dag dat de tentamenuitslagen in de vitrine hangen, kunnen de tentamenuitslagen geraadpleegd worden op TIS (http://www.tis.vu.nl). Het Studie-informatiepunt verschaft géén inlichtingen over tentamenuitslagen, noch kan het informatie verschaffen over het moment waarop de tentamenuitslag bekend zal worden. Indien de uitslag niet tijdig is gepubliceerd, wordt u verzocht zelf de examinator te benaderen. Nabespreking en inzagerecht Op het tentamen zelf staat vermeld wanneer de nabespreking plaatsvindt. De exacte tijd en plaats wordt bekend gemaakt via de website www.rechten.vu.nl/nabesprekingen en op de monitor in de hal bij kamer 5A-13. Informatie over tentamens De tentamendata, aanvangstijden en zalen worden bekendgemaakt via TIS, op de website (www.rechten.vu.nl/tentamenrooster) en op een lijst die te raadplegen is in de vitrine naast kamer 5A-16. Herkansen van reeds behaalde tentamens Slechts wanneer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de Examencommissie toestemming verlenen voor het opnieuw afleggen van een tentamen dat eerder voldoende is afgelegd (zie artikel IV van het Examenreglement). De Examencommissie denkt bij bijzondere omstandigheden vooral aan de situatie waarin door een lage voldoende een vrij zekere mogelijkheid tot het verwerven van een judicium verloren gaat. Een verzoek om een voldoende gemaakt tentamen te mogen overdoen, moet schriftelijk worden ingediend bij de Examencommissie, p/a mw.drs. G.M. Klerks, ambtelijk secretaris, kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934. Voor Criminologiestudenten bij drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256. Geldigheidsduur tentamens De geldigheidsduur van de bachelortentamens voor Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht is beperkt. Zie hiervoor art 3.1 e.v. OER bachelor Rechtsgeleerdheid en Bachelor Notarieel recht. Nadat het bachelorgetuigschrift is verkregen, zijn de behaalde tentamens onbeperkt geldig. De geldigheidsduur van mastertentamens is beperkt. Zie hiervoor artikel 3.1 OER van de master Rechtsgeleerdheid en master Notarieel recht. Nadat het mastergetuigschrift is verkregen, zijn de behaalde tentamens onbeperkt geldig.
32
Rechtsgeleerdheid
De geldigheidsduur van de bachelortentamens voor Criminologie (2de - en 3de jaarsvakken is in de voltijds opleiding ongeclausuleerd maximaal acht jaar (artikel 3. 2 van de OER bachelor criminologie). Een uitzondering geldt voor tentamens uit het eerste bachelorjaar. Deze verliezen hun geldigheid wanneer niet binnen twee studiejaren het eerste bachelorjaar is afgerond. Bestaat een tentamen uit verschillende onderdelen die alle voldoende moeten worden behaald, dan kennen de afzonderlijke delen dezelfde geldigheidsduur. Bij sommige vakken bestaat de mogelijkheid een vrijstelling te verkrijgen voor één of meer tentamenvragen, als u tijdens de onderwijsperiode een toets maakt, een werkstuk schrijft of referaat houdt. Een voldoende voor dit ‘deeltentamen’ heeft een korte geldigheidsduur, die is beperkt tot het reguliere tentamen na afloop van het onderwijs en de daarbij behorende herkansing(en). In het jaar daarop wordt het vak opnieuw onderwezen en is de voldoende van het deeltentamen vervallen. Vrijstellingen Voor studenten met een getuigschrift HEAO-MER of HSAO-SJD geldt een standaard vrijstellingsregeling voor de opleidingen Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht, te weten vrijstelling voor ‘Inleiding in de rechstwetenschappen (voorheen Inleiding)’en het ‘Juridische vaardigheden, met uitzondering van het onderdeel Argumentatieleer’. MER-studenten krijgen ook vrijstelling voor Bedrijfseconomie. Voorts kan elke student met een hbo- of wo-getuigschrift in aanmerking komen voor vrijstelling van twee (niet-juridische) keuzevakken voor ten hoogste zes of twaalf studiepunten in het derde bachelorjaar, afhankelijk van de gekozen bacheloropleiding. Studenten met een HBO-Rechtendiploma dienen een vrijstellingsverzoek in bij de Examencommissie onder overlegging van het vakkenoverzicht, diploma en cijferlijst. Een verzoek om vrijstelling moet schriftelijk worden voorgelegd aan de Examencommissie, p/a mw.drs. G.M. Klerks, ambtelijk secretaris, kamer 5A-20, tel. (020) 59 8934 met vermelding van gegevens over de aard van het vak, een fotokopie van het diploma en cijferlijst, alsmede een complete opgave van de bestudeerde literatuur. Voor criminologiestudenten bij drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256. 2.5.4
Recht van bezwaar en beroep Als u tegen een toegekend cijfer bezwaar wilt maken, doet u dit bij de desbetreffende examinator. Bij het College van Beroep voor de Examens kunt u in beroep gaan als er geen bevredigende oplossing is gevonden en u door de concrete tentamen- of examenuitslag, de beoordeling van uw werkstuk of scriptie rechtstreeks in uw belang bent geschaad. Eveneens kunt u in beroep gaan over de wijze waarop u bent behandeld. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen, studentenbalie, hal hoofdgebouw.
Opleidingen Rechtgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie
33
2.5.5
Afgifte van getuigschriften De Examencommissie reikt alleen dan een getuigschrift uit, als u op de datum van het examen ingeschreven staat als student aan de Vrije Universiteit en het collegegeld is betaald. Als u wilt afstuderen per 31 augustus (de buluitreiking zelf vindt plaats in september) en u zich niet wilt herinschrijven voor het nieuwe collegejaar dan dient u uiterlijk 31 augustus de bul te hebben aangevraagd. Op deze datum moet voor alle onderdelen van het afsluitend examen een voldoende cijfer bekend zijn, ook voor de scriptie. Aanvragen bachelor- en masterbul De Examencommissie heeft voor alle maanden van het jaar – met uitzondering van de maand juli – een datum vastgesteld, die geldt als datum waarop de examencommissie de uitslag van een afsluitend examen vaststelt. Dat is de datum van afstuderen en die datum wordt vermeld op de bul en in het examenboek van de Vrije Universiteit. U kunt uw bul aanvragen als alle uitslagen van de onderdelen van uw bachelor-, master- of doctoraalexamen voldoende zijn én het definitieve cijfer van de scriptie is vastgesteld. Het getuigschrift wordt aangevraagd door middel van het invullen van twee formulieren, verkrijgbaar op het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13). Op het mededelingenbord en de monitor op de vijfde verdieping en op de website www.rechten.vu.nl/buluitreikingen wordt een overzicht met het tijdschema van de masterbuluitreikingen gepubliceerd.
2.5.6
34
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het behalen van het bachelorexamen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de Examencommissie. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met een voldoende zijn afgerond, vermeld. Een dossierverklaring vraagt u schriftelijk aan bij het Studie-informatiepunt.
Rechtsgeleerdheid
3
Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid
3.1.1
Opbouw van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid De bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid omvat maximaal 180 studiepunten, verdeeld over drie jaren. Voor een specifieke omschrijving van de eindtermen van de bachelor Rechtsgeleerdheid wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling bachelor Rechtsgeleerdheid, art. 2.1.
3.1.2
Eerste bachelorjaaar Het programma van het eerste bachelorjaar bestaat uit tien onderdelen, die in een aantal blokken van ongelijke lengte zijn verdeeld over twee semesters. In de meeste blokken zitten drie vakken die aan het eind van de onderwijsperiode worden getentamineerd. Het programma begint met het vak Inleiding in de rechtswetenschappen (dit wordt in de eerste week van oktober afgesloten met een tentamen), waarin een globaal beeld geschetst wordt van de vakken die in de juridische opleiding aan de orde komen. Vervolgens wordt u onderwezen in de beginselen van het privaatrecht, het strafrecht, het staats- en bestuursrecht, het Europees recht, alsmede rechtsfilosofie en Europese rechtsgeschiedenis. Ook een vaardighedenoefening (Juridische vaardigheden) maakt deel uit van het eerste jaar.
Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, extensieve werkcolleges en intensieve werkgroepen. Voor het kunnen bijwonen van een werkgroep wordt een grondige voorbereiding verlangd. Plan ten minste twee uur voorbereidingstijd per werkgroep in. De studiebelasting per week bedraagt 40 uur, te besteden aan het voorbereiden en het volgen van het onderwijs en het voorbereiden van tentamens (ca. 26 uur zelfstudie per week). Met uitzondering van Juridische vaardigheden kennen alle vakken een schriftelijk tentamen. Binnen het studiejaar kan opnieuw tentamen worden afgelegd in alle onderdelen van het eerste jaar. Blokkering voor deelname een tweedejaars tentamens In het tweede jaar van inschrijving kan pas aan tweedejaars tentamens worden deelgenomen indien tenminste 42 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald. Bovendien kan het ook zo zijn dat er instapeisen zijn alvorens aan een tentamen van
Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid
35
een tweedejaarsvak mag worden deelgenomen. Zo mag niet aan het tentamen Encyclopedie der rechtswetenschappen II worden deelgenomen als Encyclopedie der rechtswetenschappen I nog niet met succes is afgelegd. In de bijlage bij het Onderwijs- en Examenreglement (OER) wordt vermeld wat de instapeis is. Vervallenregeling van eerstejaarstentamens Op 31 augustus van het tweede jaar van inschrijving moeten alle eerstejaarstentamens zijn behaald. Voor elk onderdeel zijn dan vier tentamengelegenheden geweest. Is dat niet gelukt, dan vervallen alle reeds behaalde resultaten en kan niet verder worden gegaan met de studie. In het tweede jaar van inschrijving is het dus belangrijk dat allereerst wordt geprobeert de ontbrekende eerstejaarsonderdelen te halen, voordat met tweedejaars vakken begonnen wordt. Om dit optimaal mogelijk te maken is er in het eerste semester van het tweede jaar van inschrijving voor alle onderdelen van het eerste jaar gelegenheid een (her-)tentamen af te leggen, in het tweede semester is de vierde en laatste gelegenheid gepland. Juridische vaardigheden Aan het eind van het eerste bachelorjaar behoort u in staat te zijn een eenvoudige juridische vraag te beantwoorden. Deze vraag kan algemeen geformuleerd zijn, maar ook aan de hand van een casus. Het aanleren, oefenen en toetsen van de juridische vaardigheden die daarvoor nodig zijn, is voorzover mogelijk opgenomen in het reguliere onderwijs. Het lezen van juridische teksten (onder meer wetgeving en rechtspraak) en het oplossen van een casus wordt bij alle vakken aangeleerd en getoetst. Sommige vaardigheden kunnen niet worden getoetst in de gewone tentamens, zoals bijvoorbeeld het zoeken van relevante rechtspraak en literatuur in de bibliotheek en het oplossen van een grote, ingewikkelde casus. Deze vaardigheden worden dan ook afzonderlijk onderwezen en getoetst in het vak Juridische vaardigheden. 3.1.3
36
Tweede bachelorjaar Het tweede bachelorjaar is op dezelfde manier opgebouwd als het eerste bachelorjaar en bestaat uit elf onderdelen. De studiebelasting per week is 40 uur, te besteden aan het voorbereiden en het volgen van de hoor- en werkcolleges, werkgroepen en het voorbereiden van de tentamens. Elk onderdeel heeft twee tentamengelegenheden per jaar.
Rechtsgeleerdheid
Keuze economie In het tweede bachelorjaar kan u voor het onderdeel Economie gekozen worden tussen Bedrijfseconomie A of Rechtseconomie. Wanneer u in de masteropleiding Rechtsgeleerdheid de afstudeerrichting Bedrijfsrecht of Fiscaal recht kiest, dan is Bedrijfseconomie A verplicht. 3.1.4
Studiepunten voor keuzevakken buiten de faculteit Het derde bachelorjaar bestaat uit twee semesters. Het eerste semester is gevuld met verplichte vakken. Het tweede semester is ingedeeld in twee blokken van tien weken: blok 1 loopt van week 6 tot en met week 15, blok 2 loopt van week 16 tot en met week 26. In deze blokken is de studiebelasting verdeeld over twee keuzevakken en twee zogeheten voorsorteervakken van elk 6 studiepunten en het onderdeel Pleitoefening. De studiebelasting per week is 40 uur, te besteden aan het voorbereiden en het volgen van de hoor- en werkcolleges en het voorbereiden van de tentamens. Elk onderdeel heeft twee tentamengelegenheden per jaar, met uitzondering van Pleitoefening, Capita selecta contractenrecht en Actueel strafrecht II.
Voorsorteertraject Het voorsorteertraject is een onderdeel, bestaande uit twee vakken van elk 6 studiepunten, dat verplicht gedaan moet worden voor het kunnen volgen van een afstudeerrichting in de masteropleiding (zie hoofdstuk 4 masteropleiding Rechtsgeleerdheid/afstudeerrichtingen). Overzicht van de voorsorteervakken per afstudeerrichting (In hoofdstuk 9 van deze studiegids is alle informatie over de voorsorteervakken te vinden). Voorsorteervakken Bedrijfsrecht Bedrijfseconomie B (B3/BN3) (211355) Inleiding Belastingrecht (B3) (200362) Voorsorteervakken Criminologische-juridische afstudeerrichting Actueel strafrecht I (B3) (200373) Inleiding Criminologie (B3) (200363)
Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid
37
Voorsorteervakken Fiscaal recht Bedrijfseconomie B (B3/BN3) (211355) Inleiding Belastingrecht (B3) (200362) Voorsorteervakken Internationaal en Europees recht Rechtsvergelijking (B3/M) (201521) Volkenrecht (B3) (201522) of Public International Law (B3/M) (200950) Voorsorteervakken IT, internet en recht Recht en internet (B3/M) (200383) Recht in de digitale samenleving (B3/M) (200382) (Dit geldt alleen voor studenten die in het studiejaar 2008-2009 de afstudeerrichting IT, internet en recht gaan volgen.) Voorsorteervakken Privaatrecht (keuze uit twee van de vier onderdelen) Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) (211202) Capita selecta contractenrecht (B3/M) (200372) Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) (200373) Ondernemingsrecht (BN3/B3)(211358) Voorsorteervakken Staats- en bestuursrecht (keuze uit twee van de zes onderdelen) Bestuursprocesrecht (B3/M) (201766) Milieurecht (B3/M) (201796) Overheid en privaatrecht (B3/M) (201750) Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) (201813) Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) (201823) Vreemdelingenrecht (B3/M) (201826) Voorsorteervakken strafrecht Actueel strafrecht I (B3) (200373) Actueel strafrecht II (B3) (200374) 3.1.5
Keuzevakken In het kiezen van de twee keuzevakken van elk 6 studiepunten bent u vrij. U kunt een keuze maken uit de voorsorteervakken of vakken opgenomen in de keuzevakkenlijst (zie hoofdstuk Masteropleiding Rechtsgeleerdheid) Een van de twee vrije keuzeonderdelen kan worden gevuld door middel van een stage. Nadere regels omtrent stages zijn te vinden in de stagehandleiding, verkrijgbaar op het studie-informatiepunt of te downloaden via de website: www.rechten.vu.nl/stage. Voor het volgen van keuzeonderdelen die aan een andere instelling van wetenschappelijk onderwijs worden aangeboden, is voorafgaand toestemming van de Examencommissie noodzakelijk. Een schriftelijk verzoek hiertoe kunt u indienen bij de ambtelijk secretaris van de Examencommissie: mw.drs. G.M. Klerks, kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934, e-mail:
[email protected].
38
Rechtsgeleerdheid
Wilt u twee afstudeerrichtingen opnemen in de masteropleiding, dan kunt u de twaalf punten vrije keuzevakruimte vullen met de voorsorteervakken van de tweede afstudeerrichting. Bent u in het bezit van een hbo- of een wo-getuigschrift dan kunt u onder overlegging van een kopie van dit getuigschrift voor de vrije keuzevakruimte van twaalf punten in dit bachelorjaar schriftelijk vrijstelling vragen bij de Examencommissie. Voorlichting over de afstudeerrichtingen en voorsorteertracjecten wordt gegeven in de maand november. In de studentenmail en ad valvas wordt tijdig bekend gemaakt waar en wanneer de voorlichting plaatsvindt.
3.2 3.2.1
Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar In januari krijgen alle studenten een persoonlijk eerste studieadvies, dat de kleur groen (voortgang is prima), oranje (de voortgang is op onderdelen redelijk, maar er dient wel flink te worden doorgestudeerd) of rood (slechte tot matige voortgang, stopadvies) draagt. Vanuit de veronderstelling dat de docent u door het vaardighedenonderwijs beter heeft leren kennen, houdt hij of zij in de maand januari een gesprek met de 'oranje' studenten om na te gaan waar verbeteringen in de studie aan te brengen zijn. De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven voor het eerste bachelorjaar van de voltijdse opleiding Rechtsgeleerdheid, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar terzijde worden gesteld. Studenten kunnen zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseurs, mw.drs. G.M. Klerks of mw. mr. A.T. Van Neerven-van der Kooi, kamer 5A-20, tel. (020) 59 86204/ 59 82934. Het verdient aanbeveling altijd contact op te nemen wanneer er problemen met de studie zijn.
3.2.2
Studiebelasting Studiepunten Eén studiepunt staat voor 28 uur studie; een collegejaar bestaat uit 60 punten. De bacheloropleiding heeft een omvang van 180 studiepunten. De studiebelasting van een vak is als volgt vertaald in de hoeveelheid stof die u moet bestuderen. Na aftrek van de contacturen (colleges en tentamen) blijft een aantal uren over voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. De omvang van de literatuur en rechtspraak die u moet bestuderen is als volgt berekend: 5 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 3 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Het gaat hierbij om een richtlijn die uitgaat van pagina's van gemiddelde moeilijkheidsgraad en dichtheid. Van deze norm kan gemotiveerd worden afgeweken, zowel naar boven als naar beneden. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om extra moeilijke of juist eenvoudige stof, pagina's met een extra klein of extra groot lettertype, stof die
Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid
39
zeer gedetailleerd of globaal moet worden bestudeerd en herhaling van reeds bekende stof. Voor Engelstalige literatuur en jurisprudentie geldt: 4 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 2 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Ook hier gaat het om een richtlijn waar door de docent om goede redenen naar boven of beneden kan worden afgeweken. 3.2.3
Studievoortgangregistratie Het Studie-informatiepunt van de faculteit der Rechtsgeleerdheid registreert de studievoortgang van iedere rechtenstudent; op TIS kunt u uw studieresultaten raadplegen; constateert u onjuistheden in de registratie van uw studieresultaten, neem dan zo snel mogelijk contact op met het Studie-informatiepunt (kamer 5A13).
3.2.4
Studievertraging en afstudeerfonds Heeft u studievertraging opgelopen door omstandigheden buiten uw schuld (bijvoorbeeld ziekte of een sterfgeval in de familie), dan dient u dit zo snel mogelijk te melden bij de afdeling studentendecanen van het Centrum voor Studie en Loopbaan (studentenbalie, hal Hoofdgebouw) om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een uitkering uit het afstudeerfonds. Ook dient u bij studievertraging contact op te nemen met de studieadviseur om over uw studieomstandigheden en voortgang advies in te winnen.
3.2.5
Mentoraat De eerste helft van het eerste bachelorjaar kent een bijzondere vorm van studiebegeleiding, waarbij ouderejaarsstudenten (mentoren) en docenten zich inzetten voor de introductie en begeleiding van de eerstejaars studenten. Elke mentor heeft twee groepen van elk ongeveer 15 studenten onder zijn hoede. De groepen komen onder leiding van de mentor wekelijks bijeen om de bij de colleges of bij de studie gerezen problemen te bespreken en/of om te discussiëren aan de hand van de behandelde of voor te bereiden stof. De mentoren zijn bereikbaar op kamer 7A-15, tel. (020) 59 86242, e-mail:
[email protected].
40
Rechtsgeleerdheid
4
4.1
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
Beschrijving De masteropleiding Rechtsgeleerdheid vormt samen met de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid de klassieke juridische opleiding, die recht geeft op de meestertitel met civiel effect.
4.1.1
Opbouw van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid De masteropleiding Rechtsgeleerdheid omvat 60 studiepunten (één jaar). Voor een specifieke omschrijving van de eindtermen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling Master Rechtsgeleerdheid, art. 2.1.
4.1.2
Titulatuur Aan de student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 en 7.21 WHW is hij tevens gerechtigd de titel van meester in de rechten (mr.) te voeren.
4.1.3
Toelating tot de masteropleiding Rechtstreeks tot de masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de VU behaalde bachelordiploma Rechtsgeleerdheid; studenten met een bachelordiploma Rechtsgeleerdheid, behaald aan een andere universiteit, vragen toelating tot de masteropleiding Rechtsgeleerdheid via de Examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
4.1.4
Specialisatie/afstudeerrichting Binnen de masteropleiding Rechtsgeleerdheid kunt u kiezen uit acht afstudeerrichtingen: • • •
•
• • • •
Bedrijfsrecht Criminologisch juridisch Fiscaal recht variant 1: Directe belastingen variant 2: Indirecte belastingen Internationaal en Europees recht variant 1: Internationaal en Europees recht variant 2: Law and Polictics of International Security IT, internet en recht Privaatrecht Staats- en bestuursrecht Strafrecht
De onderwijsprogramma's van deze afstudeerrichtingen staan beschreven in het vervolg van dit hoofdstuk.
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
41
4.1.5
Volgorde van de examenonderdelen Aan deelname aan de onderdelen van de afstudeerrichtingen zijn voorvereisten gesteld. Deze eisen hebben betrekking op de onderdelen die voorafgaand aan de deelname met succes moeten zijn afgelegd in de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en staan vermeld bij de vakinformatie.
4.1.6
Combineren van afstudeerrichtingen Het is mogelijk binnen het afsluitend examen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid af te studeren in meer dan één afstudeerrichting. Daarbij gelden de volgende eisen: • alle verplichte examenonderdelen van de desbetreffende afstudeerrichtingen moeten met goed gevolg worden afgelegd (één integratievak is voldoende); • het aantal studiepunten in de masteropleiding bedraagt 78 in plaats van 60. Voor de scriptie geldt: óf twee scripties van elk 12 studiepunten óf één scriptie van 18 studiepunten, waarvan het onderwerp verwant is met beide afstudeerrichtingen.
4.1.7
Coördinatoren van afstudeerrichtingen Elke afstudeerrichting kent een coördinator tot wie u zich kunt wenden met vragen over de vakken van de afstudeerrichting, een scriptie-onderwerp, mogelijkheden voor het lopen van een stage en interessante keuzevakken. Bedrijfsrecht Criminologisch-juridisch Fiscaal recht variant 1: Directe belastingen variant 2: Indirecte belastingen IT, internet en recht Internationaal en Europees recht variant 1: Internationaal en Europees recht variant 2: Law and Politics of International Security Privaatrecht Staats- en Bestuursrecht Strafrecht
4.1.8
prof.mr.. P. Vlas drs. W.E.M.H. Beijers mr. H.A. Brasz
mr. A.R. Lodder dr. H.M.G. Denters prof. dr. W.G. Werner mw. dr. mr. L.M. Coenraad prof.mr.. J. Struiksma mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg
Onderwijsperiodes Het masterjaar is opgebouwd uit vier blokken met elk een lengte van tien weken: blok 1: week 36 tot en met week 46 blok 2: week 47 tot en met week 5 blok 3: week 6 tot en met week 15 blok 4: week 16 tot en met week 26 Om cumulatie van tentamens te voorkomen kennen sommige onderdelen afwijkende periodes.
42
Rechtsgeleerdheid
4.2 4.2.1
De afstudeerrichtingen Afstudeerrichting Bedrijfsrecht De bedrijfsrechtelijke afstudeerrichting is bedoeld voor studenten die zich willen bekwamen in het recht dat betrekking heeft op het bedrijfsleven. Het betreft dan de rechtsregels die bedrijven en hun activiteiten reguleren en normeren. Deze specialisatie is daarom vooral bedoeld voor studenten die een functie ambiëren in het bedrijfsleven, de ondernemingspraktijk van de advocatuur of bij (semi) overheids- of andere instanties (zoals ondernemingsorganisaties) die zich richten op (aspecten van) het private ondernemen. Inlichtingen: prof.mr.. P. Vlas, kamer 7A-19, tel. (020) 59 86304. Als instapeis geldt dat de tentamens Bedrijfseconomie A en B en Inleiding belastingrecht met goed gevolg zijn afgelegd. De opbouw van de afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201516 201565 211358 201566
Vaknaam Europees en Nederlands mededingingsrecht (M) Internationaal privaatrecht B (M) Ondernemingsrecht (B3/BN3/M) Privatissimum (M) Verplichte vrije keuzevakken (drie uit acht onderdelen) Keuzevak Scriptie
Stp. 6 6 6 6 18
Periode 46 / 05 36 / 45 06 / 15 16 / 26
6 12
Verplichte keuzevakken afstudeerrichting Bedrijfsrecht drie uit acht onderdelen Vakcode 201755 201562 201564 201788 201790 201521 200821
Vaknaam Arbeidsrecht (B3/M) Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) Industriële eigendom (B3/M) Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M/Mnot) Internationale contracten (M) Rechtsvergelijking (B3/M) Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3/M)
Stp. 6 6 6 6 6 6 6
Periode 06 / 15 42 / 49 47 / 05 06 / 15 41 / 51 06 / 15 16 / 26
Juridische vaardigheden De afstudeerrichting kent een zeer intensieve cursus van vier weken met als doel studenten te trainen in mondelinge en schriftelijke vaardigheden: het Privatissimum bedrijfsrecht. Van u wordt een actieve voorbereiding verlangd in die zin dat u een aantal papers schrijft, een referaat houdt, de discussie leidt en notulen van de vergadering maakt. Regels voor deelname Privatissimum Inschrijving voor het Privatissimum is verplicht. Inschrijving is slechts mogelijk als u alle vakken van de bacheloropleiding heeft behaald. Van alle deelnemers aan het Privatissimum wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm; aanwezigheid voor de gehele duur van het Privatissimum is een absolute voorwaarde.
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
43
4.2.2
Criminologisch Juridische afstudeerrichting Afstuderen in deze afstudeerrichting biedt u een 'plus', omdat u de taal en techniek van beleidsmakers en sociale wetenschappers begrijpt. Inhoudelijk wijkt deze afstudeerrichting daarom af van de overige afstudeerrichtingen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid. De Criminologie is een sociaalwetenschappelijke discipline binnen de rechtswetenschappen. Criminologie houdt zich bezig met de bestudering van zowel de oorzaken van misdaad als de sociale reacties erop. Hierbij wordt gebruikgemaakt van sociaalwetenschappelijke methoden van onderzoek. Om twee voorbeelden te noemen: de omvang van de criminaliteit wordt gemeten via enquêtes onder een representatief deel van de bevolking; tegenwoordig worden plegers van misdrijven geïnterviewd om onder andere na te gaan of pakkans en strafdreiging in de afwegingen worden betrokken bij het beramen en plegen van delicten. Integratie onderwijs en onderzoek De criminologisch-juridische afstudeerrichting trekt van oudsher gemotiveerde studenten. Dankzij de kleinschaligheid kan in de opleiding integratie plaatsvinden tussen onderwijs en onderzoek. In kleine groepen wordt de te bespreken problematiek door de docenten, veelal op grond van eigen onderzoeksbevindingen, belicht. Waar mogelijk worden studenten ingeschakeld bij de uitvoering van onderzoek. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van deze afstudeerrichting om juridische studenten tot sociale wetenschappers om te vormen. Inlichtingen: drs. W.E.M.H. Beijers, kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225. De afstudeerrichting bestaat uit de Verdieping criminologie van 12 studiepunten, Internationaal strafrecht van 6 studiepunten, een integratievak naar keuze van 6 studiepunten en een scriptie van 12 studiepunten. De vrije keuzeruimte van 24 studiepunten biedt de mogelijkheid tot verdieping in de criminologische dan wel in ruimere zin de sociaalwetenschappelijke benadering van het recht. Denk daarbij niet alleen aan het volgen van keuzevakken, maar bijvoorbeeld ook aan een onderzoekstage, een werkstuk of een literatuurtentamen over een door u gekozen criminologisch onderwerp. Naast het vak Verdieping criminologie heeft men de keuze tussen het vak Europees strafrecht of het vak Internationale strafhoven. De opbouw van de afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201531 201538 201539
Vaknaam Verdieping criminologie (M) Europees strafrecht (M) Internationale strafhoven (M) Integratievak Keuzevakken Scriptie
Juridische vaardigheden
44
Rechtsgeleerdheid
Stp. 12 6 6 6 24 12
Periode 36 / 45 46 / 05
De training in vaardigheden vormt een onderdeel van de Verdieping criminologie. Het gaat hierbij niet zozeer om juridische vaardigheden (zoals het kunnen opstellen van juridische stukken), maar om algemene academische vaardigheden. Binnen de verdieping komen zowel mondelinge als schriftelijke vaardigheden aan de orde. Zo kan verlangd worden dat u een referaat houdt, deelneemt aan discussies, werkstukken becommentarieert en werkstukken maakt. Regels voor deelname verdiepingseenheid Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorsorteertraject Criminologisch-juridisch met goed gevolg heeft afgelegd. Van alle deelnemers aan de verdieping wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in de verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. 4.2.3
Afstudeerrichting Fiscaal recht Uniek in Nederland De opleiding fiscaal recht is de enige éénjarige fiscaaljuridische opleiding in Nederland. Afgestudeerden hebben toegang tot het lidmaatschap van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs. Je kunt dus bij alle belastingadvieskantoren in Nederland aan de slag. Uiteraard kun je met deze masterrichting op zak ook bij het Ministerie van Financiën gaan werken, bij de belastingdienst, of als bedrijfsfiscalist. In tegenstelling tot de andere universitaire fiscale opleidingen, worden alle fiscale vakken in het masterjaar gegeven, zodat studenten pas in het derde jaar hoeven te kiezen. Studenten kunnen zo een brede basis (bachelor Rechtsgeleerdheid of bachelor Economie) combineren met het verwerven van een fiscaal specialisme in het masterjaar. Degenen die instromen met een civiele bachelor hebben na afronding van dit masterjaar ook toegang tot de klassieke togaberoepen, zoals advocatuur en rechterlijke macht. Studievorm Ook de studievorm is uniek: met een groep van circa 30 studenten volg je het hele jaar op elke maandag- en donderdagmiddag college, zodat er een hechte band ontstaat tussen studenten onderling en tussen de groep en de docentenstaf. Thema's De opleiding fiscaal recht richt zich met name op de fiscale wet- en regelgeving die voor ondernemingen van belang is, zoals de vennootschapsbelasting, het internationaal belastingrecht, de omzetbelasting en, binnen de inkomstenbelasting, het winstbegrip en de positie van de directeur/grootaandeelhouder. Dit alles wordt geplaatst binnen de steeds belangrijker wordende Europese context. Werkvormen Het masterjaar Fiscaal Recht volgt het bloksysteem. Het onderwijs is intensief. Twee keer per week (op maandag- en donderdagmiddag) wordt ca. 3,5 uur hoor-/werkcollege gegeven. De kleine omvang van de groep maakt het mogelijk om sterk interactief met de stof bezig te zijn. Zo zal iedere student in de gelegenheid worden gesteld een aantal presentaties te verzorgen en in een paper een casus uit te werken.
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
45
Tevens zal bij het onderdeel formeel belastingrecht - dat wordt gegeven door een raadsheer - een (real life) procedure worden voorbereid en uitgewerkt. Ook vormt een bezoek aan de belastingkamer van het gerechtshof of de rechtbank een vast onderdeel van de cursus. Doelgroep De fiscaalrechtelijke afstudeerrichting is bedoeld voor studenten die na een gedegen civielrechtelijke dan wel economische basis zich verder willen bekwamen in het belastingrecht. Deze afstudeerrichting richt zich vooral op de behandeling en bestudering van fiscale wet- en regelgeving die voor ondernemingen van belang is. Twee varianten De afstudeerrichting kent twee varianten: Directe belastingen en Indirecte belastingen. De variant directe belastingen richt zich met name op de winstbelastingen zoals vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en het Europees- en internationaal belastingrecht ten aanzien van ondernemingswinsten, terwijl de variant Indirecte belastingen zich vooral richt op omzetbelasting, invoerrechten en accijnzen. Een aantal vakken wordt gecombineerd gegeven voor beide varianten. Dit betreft de vakken IB-winst, Vennootschapsbelasting, Capita Selecta, Omzetbelasting en Formeel belastingrecht (totaal 30 studiepunten). De nadruk op directe dan wel Indirecte belastingen komt tot uiting in de andere vakken en in de scriptie. De opbouw van de afstudeerrichting (variant 1: Directe belastingen) is als volgt: Vakcode 201551 201552 201553 201554 201550 201556 201508
Vaknaam Capita selecta belastingrecht (M) Formeel belastingrecht (M) Inkomstenbelasting niet-winst (M) Inkomstenbelasting winst (M) Internationaal en EG-belastingrecht (M) Omzetbelasting (M) Vennootschapsbelasting (M) Scriptie
Stp. 4 4 6 6 12 6 10 12
Periode 39 / 51 13 / 15 07 / 11 36 / 40 16 / 24 02 / 06 41 / 49
In de variant Directe belastingen worden nog de vakken Inkomstenbelasting nietwinst (6 studiepunten) en Internationaal- en Europees belastingrecht (12 studiepunten) gevolgd terwijl de studie wordt afgesloten met een scriptie op het terrein van de directe belastingen. De specialisatie op de Indirecte belastingen vindt plaats door drie extra vakken Indirecte belastingen, waarvan één op de VU en twee vakken aan andere Universiteiten. Dit betreft de volgende vakken (3 x 6 studiepunten): • het vak European Value Added Tax aan de Universiteit van Maastricht; • het vak Indirecte belastingen en internationale handel aan de VU • het vak Capita selecta omzetbelasting aan de Universiteit van Tilburg. Deze variant wordt afgesloten met een scriptie op het gebied van de Indirecte belastingen.
46
Rechtsgeleerdheid
De opbouw van de afstudeerrichting (variant 2: Indirecte belastingen) is als volgt: Vakcode 201551 201510 201509 201552 201559 201554 201556 201508 201580
Vaknaam Capita selecta belastingrecht (M) Capita selecta omzetbelasting (M) European Value Added Tax (M) Formeel belastingrecht (M) Indirecte belastingen en internationale handel (M) Inkomstenbelasting winst (M) Omzetbelasting (M) Vennootschapsbelasting (M) Scriptie
Stp. 4 6 6 4 6 6 6 10 12
Periode 39 / 51 07 / 15 36 / 45 13 / 15 16 / 21 36 / 40 02 / 06 41 / 49
Instapeisen Als algemene instapeis voor beide varianten geldt dat de tentamens Bedrijfseconomie A en B, alsmede tenminste het tentamen Inleiding belastingrecht met goed gevolg zijn afgelegd en het bachelordiploma Rechtsgeleerdheid dan wel Notarieel recht is behaald. Het is uiteraard ruimschoots voldoende indien het Belastingrecht (18 studiepunten) is afgelegd in plaats van het vak Inleiding belastingrecht. Inlichtingen: mr. H.A. Brasz, kamer 7A-28, tel. (020) 59 86312. 4.2.4
Afstudeerrichting IT, internet en recht De afstudeerrichting IT, internet en recht biedt studenten de mogelijkheid zich grondig te verdiepen in de wisselwerking tussen IT (ook wel: ICT, informatie- en communicatietechnologie) en het recht zoals dat in onze moderne samenleving toepassing vindt. Iedere jurist krijgt in zijn loopbaan te maken met onderwerpen op het gebied van IT en recht. In de traditionele vakken van de rechtenopleiding komen deze onderwerpen echter nauwelijks of zelfs helemaal niet aan de orde. Door het volgen van deze afstudeerrichting schept de student zich uitstekende carrièremogelijkheden binnen de advocatuur, het bedrijfsleven, de (internationale) overheid en de wetenschap. De studie is mede gericht op het aanleren van vaardigheden zoals het schrijven van papers en het geven van presentaties. Daarnaast bestaat de mogelijkheid aan het onderzoek van het Instituut voor Informatica en Recht deel te nemen. Inlichtingen: mr. A.R. Lodder, kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215. De afstudeerrichting IT, internet en recht bestaat uit twee verdiepingsvakken van elk 9 studiepunten, één integratievak naar keuze van 6 studiepunten en een scriptie van 12 punten. De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten. De studierichting laat zich uitstekend combineren met andere afstudeerrichtingen, zoals privaatrecht, internationaal recht, strafrecht en bestuursrecht. De opbouw van deze afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201547 201544
Vaknaam Actualiteiten internetrecht (/M) Internet: juridische toepassingen Integratievak Keuzevakken Scriptie
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
Stp. 9 9 6 24 12
Periode 36 / 45 06 / 15
47
Juridische vaardigheden In de verdiepingsvakken ‘Actualiteiten internetrecht' en 'Internet: juridische toepassingen' is een ruime plaats ingeruimd voor juridische vaardigheden, zoals het schrijven van papers en het presenteren daarvan. Beide vakken bestaan uit een combinatie van hoor- en werkcolleges. Tijdens het verdiepingsvak 'Actualiteiten ITrecht' schrijft u een aantal juridische papers op het gebied van de in de hoorcolleges behandelde thema's. Als afsluiting schrijft de student een werkstuk over een in overleg te bepalen onderwerp. 4.2.5
Afstudeerrichting Internationaal en Europees recht De afstudeerrichting Internationaal en Europees recht kent twee varianten. Variant 1: Internationaal en Europees recht De variant Internationaal en Europees recht beschouwt de internationale aspecten van het recht. Kennis van Volkenrecht, Europees recht, Internationaal privaatrecht en/of buitenlandse rechtstelsels biedt goede beroepsmogelijkheden. Behalve aan betrekkingen in het internationale bedrijfsleven en de advocatuur, kan worden gedacht aan functies bij de overheid en internationale organisaties. Inlichtingen: dr. H.M.G. Denters, kamer 7A-21, (020) 59 86305. De afstudeerrichting bestaat uit twee verplichte vakken (12 studiepunten), een vaardighedenoefening (3 studiepunten), en twee (optioneel) verplichte vakken (12 studiepunten), een scriptie (12 studiepunten) en een vrije keuzeruimte (21 studiepunten). De vakken Europees recht en Internationaal privaatrecht I zijn verplicht. Daarnaast dient de student twee onderdelen te kiezen uit een reeks van zes optioneel verplichte vakken. Door middel van deze optioneel verplichte vakken kan de student zich verder verdiepen in één van de drie stromen die de hoofdrichting omvat: Volkenrecht, Internationaal privaatrecht of Europees recht. De opbouw van de afstudeerrichting variant 1 (Internationaal en Europees recht) is als volgt: verplichte vakken Vakcode 201515 201506 201523
48
Vaknaam Europees recht (M) Internationaal privaatrecht I (M) Vaardighedenoefening internationaal recht (M) Verplichte vrije keuzevakken (twee uit zes onderdelen) Keuzevak Scriptie
Rechtsgeleerdheid
Stp. 6 6 3 12 21 12
Periode 37 / 45 36 / 45 45 / 02
Verplichte keuzevakken afstudeerrichting Internationaal en Europees recht variant 1 (Internationaal en Europees recht) is als volgt: twee uit zes onderdelen Vakcode 201516 200933 201788 201790 201574 200974
Vaknaam Stp. Europees en Nederlands mededingingsrecht (M) 6 Human Rights Protection in Europe 6 Internationaal privaatrecht II (masterclass) 6 Internationale contracten (M) 6 Publiekrechtelijke rechtshandhaving (integratievak) 6 (M) Terrorism, Counter-terrorism and International 6 Law
Periode 46 / 05 06 / 15 41 / 51 46 / 05
Variant 2: Law and Politics of International Security This one-year Master's programme gives students with backgrounds in international law or social sciences the opportunity to specialise in an increasingly crucial field of studies. The programme offers a multidisciplinary approach to the rapidly changing field of international peace and security. It includes topics such as the United Nations system of collective security, the transformation of war (including catastrophic terrorism and other forms of political violence), human rights protection, the development of international criminal tribunals and humanitarian law. The programme is based on the assumption that international law cannot be properly understood outside its political context, whereas contemporary international politics cannot be fully grasped without a solid knowledge of international legal institutions. Students will be challenged to think through the historical development and philosophical underpinnings of concrete, topical issues. Students will be stimulated to participate in extra-colloquial seminars with experts and practitioners in the field of international peace and security. Field trips to international organizations and international tribunals are integral part of the programme. The programme offers the possibility to become member of the editorial board of the VU international and European law journal, the Griffin's View. The programme consists of four compulsory courses: two multidisciplinary courses, one international law course and one political science course. Students lacking the required background knowledge in international law are obliged take the course 'Public International Law'. For students without sufficient background knowledge of IR-theory the course 'International Relations Theory' is mandatory. In addition, the student selects one optional course in law and one optional course in political science. The master's thesis should offer a multidisciplinary approach towards a problem in the broad field of international peace and security. Required Background The program selects a maximum of 25 students. The admissions board decides on admission criteria and evaluates individual applications. Applicants must have a Bachelor's degree in Law or Political Science or an equivalent degree. Applicants must have a basic knowledge of international law or international relations theory.
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
49
Applicants must be proficient in the English language, as demonstrated by a TOEFL score of at least 580 (237 computer based), an IELTS average of 6.5 (minimum score of 6.5 for writing and speaking) or equivalent. The language requirements do not apply for native English speakers. Information: prof. dr. W.G. Werner, room 7A-23, tel. (020) 59 86306 Compulsory Vakcode 200977 200976 200978
Vaknaam Humanitarian Intervention and Human Security (M) Law and Politics of Collective Security (M) Security Studies
200974
Terrorism, Counter-terrorism and International Law Optional courses Thesis
Stp. 6 12 6 6
Periode 06 / 15 1st semester 2nd half 1st semester 2nd half 1st semester
12 or 18 12
Compulsory for students without sufficient background knowledge of IR-theory Vakcode 705139
Vaknaam International Relations Theory
Stp. 6
Periode 1st half 1st semester
Compulsory for students without sufficient background knowledge of Public International Law Vakcode 200950
Vaknaam Public International Law (B3/M)
Stp.
Vakcode 200933
Vaknaam Human Rights Protection in Europe
Stp.
200981
6
200972 200980
Humanitarian Law, Refugee Law and Jus Post Bellum International Economic Law Perpetrators and Bystanders (M/Mcrim)
701738
Political and Legal Aspects of Security Governance
6
200975
Public International Law, Selected Topics: The International Criminal Court Transnational Governance
6
6
Periode 1st half 1st semester
Optional
705729
4.2.6
6
8 6
6
Periode 1st half 2nd semester 1st half 1st semester 1st semester 2nd half 1st semester 2nd half 1st semester 1st half 2nd semester 2nd half 1st semester
Afstudeerrichting Privaatrecht Privaatrecht is een voor de hand liggende afstudeerrichting voor degene die van plan is een klassiek juridisch beroep uit te oefenen. De civilist is geschikt voor de advocatuur en de rechtelijke macht, maar ook voor het bedrijfsleven, een werkkring binnen de overheid of bijvoorbeeld de journalistiek. Op tal van gebieden in deze sectoren komt men het civiele recht tegen, bijvoorbeeld het aansprakelijkheidsrecht, verzekeringsrecht, vennootschapsrecht, auteursrecht en het huurrecht. Bij het
50
Rechtsgeleerdheid
secretariaat van de afdeling (6A-42) is een informatiefolder over de afstudeerrichting Privaatrecht verkrijgbaar of op de www.rechten.vu.nl/privaatrecht. Inlichtingen: mw. dr. mr. L.M. Coenraad, kamer 6A-35, tel. (020) 59 86288 In de afstudeerrichting Privaatrecht moeten 12 studiepunten worden besteed aan één van de hieronder vermelde verdiepingsvakken, 6 studiepunten aan Internationaal privaatrecht I, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en een scriptie van 12 studiepunten. De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten. De opbouw van deze afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201506
Vaknaam Internationaal privaatrecht I (M) Verdiepingsvak (één uit vijf onderdelen) Integratievak Keuzevakken Scriptie
Stp. 6 12 6 24 12
Periode 36 / 45
Verdiepingsvakken van de afstudeerrichting Privaatrecht Uit één van de vijf onderdelen kan men een keuze maken. Vakcode 201501 201845 201507 201502 201752
Vaknaam Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) Verdieping burgerlijk procesrecht (M) Verdieping ondernemingsrecht (M) Verdieping personen- en familierecht (M) Verdieping sociaal recht (M)
Stp. 12 12 12 12 12
Periode 37 / 05 03 / 12 43 / 05 06 / 18 40 / 05
Juridische vaardigheden De training in juridische vaardigheden vormt een onderdeel van de Verdieping privaatrecht. Binnen de verdiepingseenheid nemen zowel mondelinge vaardigheden (het houden van referaten, rapportage, het leiden van en deelnemen aan discussies, opponeren, becommentariëren) als schriftelijke (opdrachten in de vorm van papers, werkstukken, casus, opstellen van juridische stukken) een belangrijke plaats in. Regels voor deelname verdiepingseenheid Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg heeft afgelegd. • Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in een verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in een verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. •
4.2.7
Afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht Deze afstudeerrichting is onder meer bedoeld voor studenten die kiezen voor een loopbaan binnen de overheid, bijvoorbeeld als (wetgevings)jurist op een departement, als stafjurist bij de Raad van State, als jurist in dienst van een gemeente of provincie of als beleidsmedewerker in het algemeen. De afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht is echter ook interessant voor aankomende juristen die op een andere manier met het publiekrecht in aanraking Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
51
zullen komen, bijvoorbeeld als rechter, advocaat, adviseur, bedrijfsjurist of als medewerker van een non-profitorganisatie. Inlichtingen: prof.mr.. J. Struiksma, kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267. De afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht biedt een afgewogen programma waarin theorie en praktijktraining elkaar afwisselen. In de afstudeerrichting staats- en bestuursrecht worden 12 studiepunten besteed aan het verdiepingsvak, 6 studiepunten aan Europees recht I, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en 12 punten aan de scriptie. De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten. Het zeer diverse aanbod aan keuzevakken op het gebied van het staatsrecht en het bestuursrecht biedt zeker de mogelijkheid de studie op uw eigen belangstelling toe te spitsen. Eveneens is het mogelijk als keuzevak (genaamd capita selecta) een literatuurtentamen af te leggen of een werkstuk te schrijven over vrijwel elk mogelijk deelgebied van het staats- en bestuursrecht. De opbouw van deze afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201515 201511
Vaknaam Europees recht (M) Verdieping staats- en bestuursrecht: Wetgevingsleer I en II (M) Integratievak Keuzevakken Scriptie
Stp. 6 12
Periode 37 / 45 37 / 05
6 24 12
Juridische vaardigheden Het onderwijs in juridische vaardigheden is geïntegreerd in de verdieping staats- en bestuursrecht. Daarom wordt bij de verdieping een actieve inbreng verwacht. Die inbreng kan mondeling zijn (door te discussiëren over stellingen of door het verdedigen van een schriftelijk stuk) en schriftelijk (het schrijven van een notitie of een processtuk etc.). Regels voor deelname verdiepingseenheid Inschrijving voor de verdieping is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorsorteertraject Staatsen Bestuursrecht met goed gevolg heeft afgelegd.Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in een verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde.
•
4.2.8
De afstudeerrichting Strafrecht Deze afstudeerrichting is in de eerste plaats bedoeld voor studenten die kiezen voor een functie op het gebied van de strafrechtspleging: onder meer in de advocatuur, de magistratuur, bij de politie, de reclassering of het gevangeniswezen. Verdieping van inzicht in de complexe structuur van de huidige strafrechtspleging is voor de latere beroepsuitoefening van groot belang. Gezien de brede opzet van de juridische opleiding behoort een loopbaan buiten het strafrechtelijk domein zeker tot de mogelijkheden.
52
Rechtsgeleerdheid
Inlichtingen: mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg, kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234. In het onderwijs in de afstudeerrichting Strafrecht wisselen theorie en praktijktraining elkaar af. Bij de afstudeerrichting strafrecht worden 12 studiepunten besteed aan de Verdieping strafrecht, 12 studiepunten aan Internationaal strafrecht, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en 12 punten aan de scriptie. De vrije keuzeruimte (24 studiepunten) biedt de mogelijkheid de studie op uw eigen belangstelling toe te spitsen. Ook is het mogelijk als keuzevak een literatuurtentamen af te leggen of een werkstuk te schrijven over een deelgebied van het strafrecht. De opbouw van deze afstudeerrichting is als volgt: Vakcode 201538 201539 201537
Vaknaam Europees strafrecht (M) Internationale strafhoven (M) Verdieping strafrecht (M) Integratievak Keuzevakken Scriptie
Stp. 6 6 6 6 24 12
Periode 36 / 45 46 / 05 36 / 48
Juridische vaardigheden De training in juridische vaardigheden vormt een onderdeel van de Verdieping strafrecht. Binnen de verdiepingseenheid nemen zowel mondelinge vaardigheden (het houden van referaten, rapportage, het leiden van en deelnemen aan discussies, opponeren, becommentariëren) als schriftelijke opdrachten (in de vorm van werkstukken, casus, notuleren, opstellen van wet- en regelgeving, vonnissen en dagvaardingen) een belangrijke plaats in. Regels voor deelname verdiepingseenheid Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorsorteertraject Strafrecht met goed gevolg heeft afgelegd. Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. • Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in de verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. •
4.2.9
Afstuderen zonder aantekening Naast de vaste onderwijsprogramma's in de hierboven genoemde afstudeerrichtingen kent de faculteit ook de mogelijkheid om op grond van artikel 7.3 lid 4 WHW een individueel onderwijsprogramma samen te stellen; in dat geval heeft het examen een inhoud die afwijkt van de vastgestelde afstudeerrichtingen. Een dergelijk individueel programma moet worden doorgesproken met de studieadviseur en dient door de Examencommissie te worden goedgekeurd.
4.3
Integratievakken In de integratievakken komen onderwerpen aan de orde die zich er goed toe lenen vanuit verschillende rechtsgebieden te worden benaderd. Diverse rechtsgebieden worden geïntegreerd. Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
53
U kunt een keuze maken uit 5 (vijf) integratievakken. Vakcode 201571 201572 201573 201574 201864
4.4
Vaknaam Gezondheidsrecht I (integratievak) (M) Jeugdrecht I (integratievak) (M) Media- en communicatierecht (integratievak) (M) Publiekrechtelijke rechtshandhaving (integratievak) (M) Rechtssociologie en rechtspleging (integratievak) (M)
Stp. 6 6 6 6 6
Periode 46 / 05 42 / 51 46 / 05 46 / 05 16 / 26
Keuzevakken In het masterjaar worden naast de onderdelen van de afstudeerrichtingen ook keuzevakken gedoceerd. In principe kunnen alle vakken die in het masterjaar worden aangeboden, alsmede alle keuze- en voorsorteervakken van het derde bachelorjaar en de onderdelen van de opleiding Notarieel recht als keuzevak gelden, voor zover het bachelor onderdelen betreft die niet al deel uitmaakten van de door u gevolgde opleiding. Vakcode 201751 201863 201755 201756 201872 201562 201830 201846 201775 201865 201860 201871 201558 201784 825009 201786 201564 201787 60000010 201788 201789 201791 201540 201793 201794 201797 201798 201801 201750 201803 201804 201805 201806 201807 201808
54
Vaknaam Actualiteiten burgerlijk recht (B3/M) Ambtenarenrecht (B3/M) Arbeidsrecht (B3/M) Auteursrecht (B3/M) Bestuurlijk organisatierecht (M) Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) Burgerlijk procesrecht (M) Capita selecta pensioenrecht (B3/M) Capita selecta rechtsfilosofie (B3/M) EU-grondwet en Europese rechtstheorie (M) Financieel-economisch strafrecht (M/Mcrim) Fiscaal pensioenrecht (B3/M) Forensische psychiatrie (B3/M) en (BC3/MCrim) Geweld in het Gezin (Family violence) Gezondheidsrecht II (M) Industriële eigendom (B3/M) Inleiding in het islamitisch personen-, familie- en erfrecht (M) Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken Internationaal privaatrecht II (masterclass) Internationaal sociaal recht (B3/M) Jeugdrecht II (M) Jeugdstrafrecht (M) Kerk en recht (B3/M) Mensenrechten en strafrecht (B3/M) Misdaadanalyse (M) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B3/M) Onderwijsrecht (B3/M) Overheid en privaatrecht (B3/M) Penitentiair recht (B3/M) Pensioenrecht (B3/M) Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) Politieke filosofie I (B3/M) Politieke filosofie II (B3/M) Politierecht (M)
Rechtsgeleerdheid
Stp. 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Periode 46 / 05 02 / 10 06 / 15 36 / 46 16 / 26 42 / 49 16 / 26 03 / 07 16 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 06 / 15 5 en 6 16 / 26 47 / 05 16 / 26
6
1, 2, 3 en 4
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
06 / 15 16 / 26 37 / 26 15 / 26 16 / 26 16 / 26 44 / 05 16 / 26 06 / 22 06 / 15 06 / 15 06 / 15 06 / 15
17 / 25
201811 212317 201816 201817 201819 201825 815087 201827 201828
4.5
12 6 6 6 6 6 6
06 / 15 06 / 15 06 / 15 02 / 11 16 / 26 1 en 3
6 6
16 / 26
Engelstalige keuzevakken Vakcode 200928 200930 200932 200926 200933 200936 200972 200961 200938
200980 200950 200975 200974
4.6
Rechtsfilosofie (B3/M) Rechtspsychologie en bewijs (/B3/M) Sociale zekerheidsrecht (B3/M) Sport en recht (B3/M) Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) Vluchtelingenrecht (B3/M) Werkgroepen Kinder- en Jeugdpsychologie (Seminars Child and Adolescent Psychology) Wetgevingsleer I (M) Zorgverzekeringsrecht (B3/M)
Vaknaam Children's Rights from an International Perspective European Private Law Government Regulation of Business Historical introduction to European legal science Human Rights Protection in Europe International Company Law International Economic Law Introduction to Common Law Legal English for Students of Dutch Law
Perpetrators and Bystanders (M/Mcrim) Public International Law (B3/M) Public International Law, Selected Topics: The International Criminal Court Terrorism, Counter-terrorism and International Law
Stp. 6
Periode 2nd semester
6 6 6 6 6 8 6 6
6 6 6
1st semester 2nd semester 1st semester 2nd semester 2nd semester 1st semester 1st semester 1st semester and 2nd semester 1st semester 1st semester 2nd semester
6
1st semester
Keuzevakken buitenland Na terugkomst uit het buitenland dient u contact op te nemen met de contactdocent voor de buitenlandse universiteit waar u heeft gestudeerd. Aan de hand van de door u verstrekte informatie en overgelegde bewijzen bepaalt deze docent het aantal studiepunten en het cijfer voor de door u behaalde vakken. Inlichtingen: Bureau Internationalisering (kamer 5A-18). Stage Een stage kan als keuzevak of als 'capita selecta' gelden binnen de masteropleiding Rechtsgeleerdheid. Stage kan worden gelopen bij een advocatenkantoor, het parket, de griffie van de rechtbank, een notariskantoor, de politie, een bedrijf of overheidsinstelling. Stages of een vak buiten de juridische faculteit kunnen gelden als een keuzevak met een omvang van in beginsel minimaal 3 en maximaal 12 studiepunten. In het algemeen dient de student het initiatief te nemen en zelf naar een stageplaats te solliciteren. Studenten die een stage willen lopen dienen altijd contact op te nemen met de (stage)coördinator van de afstudeerrichting. Deze beoordeelt of en hoeveel studiepunten worden toegekend voor de stage. Stages komen alleen in aanmerking voor studiepunten wanneer het gaat om juridisch relevante werkzaamheden op een passend niveau. Of dit in voldoende mate het geval
Masteropleiding Rechtsgeleerdheid
55
is staat ter beoordeling van de stagecoördinator. De stage vindt plaats onder verantwoordelijkheid van een begeleider vanuit de faculteit. De dagelijkse begeleiding wordt verzorgd door een begeleider vanuit de stagebiedende organisatie. Aan het begin van de stage wordt een aantal afspraken vastgelegd op een speciaal daarvoor bestemd formulier 'schriftelijke afspraken over de stage'. Stagecoördinator Elke afstudeerrichting kent een stagecoördinator; Bedrijfsrecht prof.mr.. P. Vlas Criminologie drs. W.H.E.M. Beijers Fiscaal recht mr. H.A. Brasz IT, internet en recht mr. A.R. Lodder Internationaal en Europees recht dr. H.M.G. Denters Privaatrecht nnb Staats- en bestuursrecht prof.mr.. J. Struiksma Strafrecht mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg Stagehandleiding Bij het studie-informatiepunt (kamer 5A-13) is een stagehandleiding en 'schriftelijke afspraken over de stage' verkrijgbaar. De stagehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/stage. Studiepunten voor keuzevakken buiten de faculteit Zowel juridische vakken als ook niet-juridische vakken gevolgd aan een andere faculteit of universiteit kunnen gelden als keuzevak. Voor niet-juridische vakken geldt een maximum van 12 studiepunten. Voor beide is goedkeuring van de Examencommissie nodig. Het schriftelijk verzoek richt u tot de examencommissie: mw.drs. G.M. Klerks (ambtelijk secretaris), kamer 5A-20, tel. (020) 59 82934. Vakomschrijvingen De vakomschrijvingen van de onderdelen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid treft u op alfabetische volgorde in het hoofdstuk "Vakinformatie opleiding Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie". Collegerooster Het collegerooster staat vermeld op de website www.rechten.vu.nl/collegerooster. Masterexamen Rechtsgeleerdheid Zodra u alle onderdelen van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid met voldoende resultaat heeft afgelegd en uw scriptie met een cijfer is gewaardeerd, vraagt u uw masterbul aan op het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13).
56
Rechtsgeleerdheid
5
5.1.1
5.2
Bacheloropleiding Notarieel recht
Opbouw van de bacheloropleiding Notarieel recht De bacheloropleiding Notarieel recht omvat maximaal 180 studiepunten, verdeeld over drie jaren. Voor een specifieke omschrijving van de eindtermen van de bachelor Notarieel recht wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling Bachelor Notarieel recht, art. 2.1.
Vakken van de bacheloropleiding Notarieel recht
5.2.1
Eerste bachelorjaar Notarieel recht De bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de bacheloropleiding Notarieel recht kennen een gezamenlijk eerste jaar. De opzet ervan is beschreven in het hoofdstuk Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid.
5.2.2
Tweede bachelorjaar Notarieel recht Het onderwijsprogramma in dit jaar is grotendeels hetzelfde als het onderwijsprogramma van het tweede bachelorjaar Rechtsgeleerdheid (zie ook hoofdstuk Bachelor Rechtsgeleerdheid). Maar waar Rechtsgeleerdheid Staatsrecht I en II in het programma heeft staan, volgt de notariële student Erfrecht I en Aansprakelijkheidsrecht.
5.2.3
Derde bachelorjaar Notarieel recht Het derde bachelorjaar bestaat voor het grootste deel uit verplichte, specifiek notariële vakken. De vakken zijn verdeeld over vier blokken in twee semesters. De studiebelasting bedraagt 40 uur per week. Er bestaat een verplichte vakkenvolgorde; deze volgtijdelijkheidseisen staan vermeld bij de vakinformatie en in het Onderwijs- en Examenreglement (OER). De vrije keuzevakruimte is gering van omvang in de bacheloropleiding Notarieel recht en omvat 6 studiepunten. U kunt deze ruimte gebruiken voor een stage, een vak in het buitenland of een keuzevak te kiezen uit de keuzevakkenlijst (zie ook het hoofdstuk bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid).
Bacheloropleiding Notarieel recht
57
5.2.4
5.3 5.3.1
Bachelorexamen Notarieel recht Heeft u alle onderdelen behorend tot het bachelorexamen notarieel recht met een voldoende resultaat behaald, dan moet u op het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13) uw bachelorbul aanvragen. U vervolgt uw opleiding in de masteropleiding Notarieel recht.
Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar In januari krijgen alle studenten een persoonlijk eerste studieadvies, dat de kleur groen (voortgang is prima), oranje (de voortgang is op onderdelen redelijk, maar er dient wel flink te worden doorgestudeerd) of rood (slechte tot matige voortgang, stopadvies) draagt. Vanuit de veronderstelling dat de docent u door het vaardighedenonderwijs beter heeft leren kennen, houdt hij of zij in de maand januari een gesprek met de 'oranje' studenten om te bezien waar verbeteringen in de studie aan te brengen zijn. De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven voor het eerste bachelorjaar van de voltijdse opleiding notarieel recht, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar terzijde worden gesteld. Studenten kunnen zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseurs, mw.drs. G.M. Klerks of mw.mr. A.T. Van Neerven-van der Kooi, kamer 5A-20, tel. (020) 59 86204/59 82934. Het verdient aanbeveling altijd contact op te nemen wanneer er problemen met de studie zijn.
5.3.2
Studiebelasting Studiepunten Eén studiepunt staat voor 28 uur studie; een collegejaar bestaat uit 60 punten. De bacheloropleiding heeft een omvang van 180 studiepunten. De studiebelasting van een vak is als volgt vertaald in de hoeveelheid stof die u moet bestuderen. Na aftrek van de contacturen (colleges en tentamen) blijft een aantal uren over voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. De omvang van de literatuur en rechtspraak die u moet bestuderen is als volgt berekend: 5 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur;
58
Rechtsgeleerdheid
3 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Het gaat hierbij om een richtlijn die uitgaat van pagina's van gemiddelde moeilijkheidsgraad en dichtheid. Van deze norm kan gemotiveerd worden afgeweken, zowel naar boven als naar beneden. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om extra moeilijke of juist eenvoudige stof, pagina's met een extra klein of extra groot lettertype, stof die zeer gedetailleerd of globaal moet worden bestudeerd en herhaling van reeds bekende stof. Voor Engelstalige literatuur en jurisprudentie geldt: 4 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 2 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Ook hier gaat het om een richtlijn waar door de docent om goede redenen naar boven of beneden kan worden afgeweken. 5.3.3
Studievoortgangregistratie Het Studie-informatiepunt van de faculteit der Rechtsgeleerdheid registreert de studievoortgang van iedere rechtenstudent; op TIS kunt u uw studieresultaten raadplegen; constateert u onjuistheden in de registratie van uw studieresultaten, neem dan zo snel mogelijk contact op met het Studie-informatiepunt (kamer 5A13).
5.3.4
Studievertraging en afstudeerfonds Heeft u studievertraging opgelopen door omstandigheden buiten uw schuld (bijvoorbeeld ziekte of een sterfgeval in de familie), dan dient u dit zo snel mogelijk te melden bij de afdeling studentendecanen van het Centrum voor Studie en Loopbaan (studentenbalie, hal Hoofdgebouw) om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een uitkering uit het afstudeerfonds. Ook dient u bij studievertraging contact op te nemen met de studieadviseur om over uw studie-omstandigheden en voortgang advies in te winnen.
5.3.5
Mentoraat De eerste helft van het eerste bachelorjaar kent een bijzondere vorm van studiebegeleiding, waarbij ouderejaarsstudenten (mentoren) en docenten zich inzetten voor de introductie en begeleiding van de eerstejaars studenten. Elke mentor heeft twee groepen van elk ongeveer 15 studenten onder zijn hoede. De groepen komen onder leiding van de mentor wekelijks bijeen om de bij de colleges of bij de studie gerezen problemen te bespreken en/of om te discussiëren aan de hand van de behandelde of voor te bereiden stof. De mentoren zijn bereikbaar op kamer 7A-15, tel. (020) 59 86242, e-mail:
[email protected].
Bacheloropleiding Notarieel recht
59
60
Rechtsgeleerdheid
6
6.1
Masteropleiding Notarieel recht
Beschrijving De masteropleiding Notarieel recht vormt samen met de bacheloropleiding Notarieel recht de klassieke opleiding tot notaris en verschaft de meestertitel.
6.1.1
Opbouw van de Masteropleiding Notarieel recht De masteropleiding Notarieel recht omvat 60 studiepunten (één jaar). Voor een specifieke omschrijving van de eindtermen van de masteropleiding Nederlands recht wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling master Nederlands recht, art. 2.1. De masteropleiding Notarieel recht bestaat uit een aantal onderdelen met een studiebelasting van 60 studiepunten (één jaar). Titulatuur Aan de student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad van Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art.7.20 en 7.21 WHW is hij tevens gerechtigd de titel meester in de rechten (mr.) te voeren. Civiel effect Afgestudeerden in de bachelor- en masteropleiding Notarieel recht die de tentamens Materieel - en Formeel strafrecht, alsmede Bestuursrecht (groot) van de bacheloropleiding Nederlands recht aanvullend hebben afgelegd, zijn tevens bevoegd verklaard aan de voorzitter van de rechtbank schriftelijk inschrijving als advocaat te verzoeken. Toelating tot de masteropleiding Notarieel recht Rechtstreeks tot de masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit van het bijbehorende aan de VU behaalde bachelorgetuigschrift notarieel recht. Studenten die de bacheloropleiding Notarieel recht aan een andere universiteit hebben gevolgd vragen toelating tot de masteropleiding aan via de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Beroepsperspectief De toekomstmogelijkheden van diegenen die met goed gevolg zowel de bacheloropleiding Notarieel recht als de masteropleiding Notarieel recht hebben afgelegd, zijn de volgende: • Een loopbaan, waartoe deze opleidingen kwalificeren en die logisch uit de studie voortvloeit, namelijk het Notariaat. Wie daadwerkelijk in de notariële praktijk gaat werken wordt ‘kandidaat-notaris’, wat hem of haar benoembaar maakt tot notaris. Een voorwaarde om van kandidaat-notaris notaris te worden is o.a. een stageperiode van zes jaar op een Nederlands notariskantoor en het verplicht volgen van de Beroepsopleiding Notariaat. • Een loopbaan die kennis vereist van die gedeelten van het recht, waarop speciaal bij de opleiding notarieel recht nader wordt ingegaan, zoals het huwelijksvermogensrecht, het ondernemingsrecht alsmede het belastingrecht, in het bijzonder waar dit laatste samenhangt met privaatrechtelijke
Masteropleiding Notarieel recht
61
rechtshandelingen.Een dergelijke loopbaan treft u aan in het bedrijfsleven, meer speciaal in het onroerend goed, het verzekerings-, bank- en hypotheekbankbedrijf, maar ook in andere typisch juridische beroepen zoals advocatuur en rechterlijke macht. 6.1.2
Vakken van de masteropleiding Notarieel recht Het masterprogramma Notarieel recht omvat de volgende verplichte vakken. Voor studiebelasting en de periode waarin de vakken worden gegeven kunt u in vakinformatie (hoofdstuk “Vakinformatie opleiding Rechtsgeleerdheid, Notarieel recht en Criminologie) kijken. Overzicht van de verplichten vakken master Notarieel recht Belastingen van rechtsverkeer (Mnot) (211416) Belastingrecht (Mnot) (211414) Estate planning (Mnot) (211417) Internationaal privaatrecht (Mnot) (211413) Successierecht (Mnot) (211411)
6.1.3
Vrije keuzeruimte Er is een (beperkte) keuzevakruimte in de masteropleiding Notarieel recht van slechts 6 studiepunten. U kunt een keuze maken uit de vakken vermeld in de keuzevakkenlijst, zie hiervoor het hoofdstuk 'Masteropleiding Rechtsgeleerdheid', of deze ruimte invullen met een stage.
6.1.4
Scriptie De scriptie omvat het verslag van een in het kader van de opleiding passend zelfstandig uitgevoerd onderzoek.De scriptie heeft een studiebelasting van 12 punten en het onderwerp moet inhoudelijk verwant zijn met één van de notariële rechtsgebieden. Bent u van plan ook de masteropleiding Nederlands recht te gaan volgen, dan schrijft u een gecombineerde scriptie van 18 studiepunten of twee scripties van elk 12 studiepunten. De student is vrij om te bepalen op welk moment in het laatste jaar hij/zij de scriptie schrijft. Tijdens het schrijven van de scriptie heeft de student recht op begeleiding van de faculteit. Over de keuze van het onderwerp en een begeleid(st)er kunt u contact opnemen met de coördinator van de opleiding mw. mr. F.A. Groote Wassink, kamer 7A-32, tel. (020) 59 86314. Scriptiehandleiding Bij het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13) is de scriptiehandleiding verkrijgbaar. De scriptiehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/scriptie. In deze scriptiehandleiding staan de regels omschreven omtrent begeleiding en beoordeling. Ook bevat de handleiding een aantal praktische tips en aanwijzingen voor studenten. Voordat u aan de scriptie begint wordt ten zeerste aanbevolen de scriptiehandleiding door te nemen. Inleveren scriptie De scriptie dient ook digitaal ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scripties voor Notarieel recht. De scripties zullen voortaan standaard worden gecontroleerd op fraude. Daarnaast dient de student bij het digitaal inleveren van de scriptie een korte samenvatting van de scriptie op de website te plaatsen. Scripties dienen digitaal te ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scriptieservice.
62
Rechtsgeleerdheid
6.1.5
Masterexamen Heeft u alle onderdelen behorend tot het masterexamen Notarieel recht met voldoende resultaat afgelegd, dan vraagt u uw masterexamen aan op het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13).
6.1.6
Deeltijd Het onderwijs in de specifiek notariële vakken kan voor deeltijdstudenten ‘s avonds in een andere vorm worden aangeboden. Hierover worden op de eerste bijeenkomst van een vak met de docent afspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen niet alleen de manier waarop het onderwijs wordt gegeven, maar ook de tijdstippen waarop u werkstukken moet inleveren. Als u de eerste bijeenkomst niet kunt bijwonen, neemt u dan contact op met de docent van het desbetreffende vak.
Masteropleiding Notarieel recht
63
64
Rechtsgeleerdheid
7
7.1
Bacheloropleiding Criminologie
Beschrijving
7.1.1
Doelstelling Met de bacheloropleiding Criminologie wordt beoogd studenten op te leiden die een discipline overstijgende kennis hebben van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing, de vaardigheden bezitten om op wetenschappelijk verantwoorde wijze kleinschalig onderzoek te doen in dit veld en in beleidsfuncties het normatieve kader waarin de jurist werkt en de empirische categorieën die worden gehanteerd door de sociale wetenschapper met elkaar te verbinden.
7.1.2
Eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over een academisch werk- en denkniveau • heeft kennis van en inzicht in de voor de criminologie relevante domeinen, • heeft kennis van de aard, omvang en ontwikkeling van maatschappelijke, criminologische problemen, • heeft kennis en inzicht in de methoden en technieken die in criminologisch onderzoek kunnen worden gehanteerd, • heeft kennis en inzicht in de ratio en effecten van criminaliteitsbestrijding en rechtshandhaving op nationaal en internationaal niveau, • is vertrouwd met de historische en filosofische perspectieven van de criminologie als wetenschap, • heeft inzicht in de samenhang tussen verschillende onderdelen van de criminologie, • is in staat om te reflecteren op de grenzen van het vakgebied en heeft inzicht in de juridische en maatschappelijke context waarin de criminologie zich ontwikkelt en manifesteert. De afgestudeerde bachelor beschikt over de volgende vaardigheden • •
• • •
Analytische vaardigheden lezen, begrijpen en analyseren van literatuur en juridische bronnen (ook in de Engelse taal), kritisch reflecteren op literatuur en regelgeving, ondermeer vanuit een historisch en filosofisch perspectief. Onderzoeksvaardigheden eenvoudige criminologische vraagstukken analyseren en interpreteren, selecteren en analyseren van theorieën bij eenvoudige criminologische vraagstukken, een kleinschalig criminologisch onderzoek op academisch niveau voorbereiden en uitvoeren (probleemstelling formuleren en afbakenen, methoden van onderzoek, verzamelen van informatie, analyseren en interpreteren van gegevens, conclusies trekken en reflecteren op onderzoeksresultaten).
Bacheloropleiding Criminologie
65
• • •
•
• •
7.2 7.2.1
Schriftelijke en mondelinge vaardigheden schriftelijk en mondeling presenteren van een criminologisch betoog, schriftelijk verslag doen van een eenvoudig criminologisch onderzoek, een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een criminologische discussie, een standpunt verwoorden met kracht van argumenten. Informatievaardigheden op een efficiënte manier criminologische bronnen raadplegen en informatie verzamelen uit juridische en sociaal-wetenschappelijke (digitale) bibliotheken en databestanden. Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen, inzicht hebben in de eigen voorkeur voor de verschillende criminologische deelthema's.
Vakken van de bacheloropleiding Criminologie Eerste bachelorjaar Het eerste bachelorjaar van Criminologie kenmerkt zich door een interessante combinatie van juridische (strafrecht, publiekrecht), sociaal-wetenschappelijke (sociologie, methoden en technieken) en criminologische vakken (bijv. Actoren in de rechtshandhaving en Practicum beschrijvende criminologie). Want voor een criminoloog is niet alleen juridische kennis belangrijk, ook kennis van de sociale wetenschappen is onmisbaar. Tijdens de verdere opleiding is de aandacht voor methoden en technieken van criminologisch onderzoek blijvend aanwezig. Het is daarom belangrijk dat de wiskundekennis van studenten op vwo-eindniveau is. Met name in het eerste studiejaar is er veel individuele begeleiding. Alle eerstejaarsstudenten zitten met ongeveer twaalf andere studenten in een zogenaamde mentorgroep. Met deze groep komt de student onder leiding van de mentor wekelijks bijeen. De begeleiding vormt vooral ondersteuning bij het studeren, om de overgang van middelbare school naar universiteit gemakkelijker te laten verlopen. Daarnaast organiseren mentoren verschillende activiteiten (onder andere excursies, weekends, feesten, borrels) zodat men elkaar beter leert kennen. Ook later in de studie kenmerkt de opleiding zich door betrokken en toegankelijke docenten. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoor- en werkcolleges en wordt ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Studenten worden in dit jaar begeleid door mentoren, en er wordt onder andere in kleine werkgroepen gewerkt aan concrete opdrachten. Er zijn relatief veel contacturen en er is veel aandacht voor het aanleren van juridische, sociaal-wetenschappelijke en academische vaardigheden zoals het schrijven en vinden van relevante wetgeving, het opzetten van een steekproef en het analyseren van misdaadcijfers. Het eerste bachelorjaar Criminologie geeft een beeld van de criminologiestudie en van de vragen waarmee een criminoloog kan worden geconfronteerd. Het niveau en de inhoud van het onderwijs is representatief voor de rest van de studie.
66
Rechtsgeleerdheid
Behalve deze oriënterende functie heeft het eerste jaar ook een selecterende functie: tijdens en na het eerste jaar moet duidelijk zijn of de criminologiestudie geschikt voor je is. Is dat niet het geval, dan is dit het moment om over te stappen naar een andere studie. De Examencommissie van de opleiding Criminologie brengt vóór 1 juli een schriftelijk studieadvies uit. In ieder geval dien je in je eerste jaar minimaal 42 studiepunten te behalen (alle vakken hebben tijdens het eerste bachelorjaar 1 herkansing) om tweedejaars practicagroepen te kunnen volgen of tentamens te kunnen afleggen van de vakken in het tweede bachelorjaar.
7.2.2
Tweede bachelorjaar In het tweede bachelorjaar Criminologie wordt langzamerhand het inleidende deel van de opleiding verlaten en vindt de eerste verdieping plaats. Het vak Inleiding Psychologie vormt het sluitstuk van de sociaal-wetenschappelijke basis. Voor de juridische basis is Encyclopedie het afsluitende vak. Dit vak biedt rechtsfilosofische verdieping. In dit tweede jaar zitten ook criminologievakken die een bepaalde benadering van de criminologie uitdiepen. Voorbeelden van zulke vakken zijn Historische criminologie en Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. In het vak Theoretische criminologie worden verschillende verklaringen voor criminaliteit behandeld. Daaraan is het Practicum verklarende criminologie gekoppeld, waarin studenten op meer activerende wijze de theorieën moeten toepassen op praktijkgevallen. Verder zullen de studenten zich bekwamen in criminologische onderzoeksmethoden in het vak Methoden en technieken van criminologisch onderzoek. Juridische en sociaal-wetenschappelijke verdieping worden aangeboden in vakken als Materieel strafrecht en Forensische psychiatrie. Overgang naar nieuw B2-curriculum (voor studenten met een nietcriminologisch eerste bachelorjaar) per 2006/2007 Vanaf het studiejaar 2006/2007 wordt het tweede bachelorjaar Criminologie alleen nog aangeboden in de nieuwe stijl (voor ingelote studenten die in 2005/2006 zijn ingestroomd in het eerste bachelorjaar). Dit betekent dat een aantal ‘oude’ tweedejaarsvakken van naam en/of plaats zijn veranderd. Wanneer je op of voor 1 september 2005 met een ander eerste bachelorjaar (rechten of één van de sociale wetenschappen) of propedeuse bent ingestroomd in het tweede bachelorjaar criminologie oude stijl (met synchronisatiefase) en je nog vakken uit dit jaar (BC2-‘oud’) moet halen, dien je het vak (eventueel in overleg met de studieadviseur) te volgen/tentamen af te leggen in het nieuwe curriculum (BC1- of
Bacheloropleiding Criminologie
67
BC2-nieuw). Let daarbij goed op wanneer je welk vak nog moet volgen en/of behalen. Dit vak kan wat betreft studiejaar, periode of naam gewijzigd zijn. • Methoden en technieken van criminologisch onderzoek (BC2-oud) is van periode en naam veranderd: Methoden en technieken (BC2-nieuw, 1e semester). • Het Practicum beschrijvende criminologie, Inleiding sociologie en Actoren en de rechtshandhaving (allen BC2-oud) zijn ook van studiejaar en periode verplaatst (nu: BC1). • Het Synchronisatievak methoden en technieken (BC2-oud) is een onderdeel geworden Statistiek (BC1). • Theoretische criminologie, Practicum verklarende criminologie en Inleiding psychologie zijn verplaatst van het tweede semester naar het eerste semester in BC2. • Het Synchronisatievak Encyclopedie (BC2-oud) is verplaatst naar de laatste periode (mei/juni) in het tweede bachelorjaar en heet voortaan Encyclopedie (criminologie). • Beginselen bestuursrecht is niet van periode (september) veranderd maar zit vanaf 2007/2008 alleen nog in het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid (B1). Heb je vragen over het inhalen van ontbrekende BC2-'oude stijl'-vakken, kijk dan goed naar het studieschema 2007/2008 (met BC1 en BC2) en/of neem tijdig contact op met de Studieadviseur, de heer drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22,tel. (020) 59 86256, e-mail:
[email protected].
7.2.3
68
Derde bachelorjaar Het derde jaar kan worden getypeerd als het criminologische kernjaar. Dit jaar vormt de afronding van de bacheloropleiding. Allereerst worden drie verdiepende hoofdvakken gegeven waarin verschillende belangrijke aspecten van criminaliteit centraal staan: 'Ontstaan en ontwikkeling', 'Aard, omvang en schade' en 'Preventie en bestraffing'. Drie probleemgebieden met een verschillend karakter - bijvoorbeeld geweld, drugs en fraude - zullen volgens hetzelfde stramien worden behandeld. De student dient hierbij zelf de verschillende verklarende theorieën en onderzoeksmethoden, die hij of zij reeds verondersteld wordt te beheersen, toe te passen. De academische vaardigheden worden met input uit de drie hoofdvakken uitgediept in het vak Werkgroep verdieping en synthese. Verder bevat dit studiejaar een voor criminologen belangrijke juridisch vak, namelijk Formeel strafrecht. Ook is er ruimte voor twee keuzevakken (voor studenten nieuwe stijl: één keuzevak). De keuzevakken bieden de mogelijkheid van een eerste oriëntatie op de in het laatste jaar te volgen specialisatie en geven gelegenheid tot een zekere differentiatie in het derde jaar. Studenten met een reeds afgeronde HBO of Rechtsgeleerdheid
universitaire opleiding krijgen standaard vrijstelling voor de gehele keuzevakruimte (12 studiepunten; 6 studiepunten voor studenten 'nieuwe stijl'). Toch wordt geadviseerd één of meer verdiepende vakken te volgen. Vrijstellingen van (delen) van de vrije keuzeruimte moeten altijd worden aangevraagd bij de Examencommissie via de heer drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22, tel.(020) 59 86256, e-mail:
[email protected]. Het jaar wordt afgesloten met het vak Onderzoeksvaardigheden, waarin de kennis van methoden en technieken van criminologisch Onderzoek worden toegepast door middel van een eigen praktijkstudie, uitmondend in een onderzoeksrapport.
Bachelorexamen Nadat u met goed gevolg alle tot de bacheloropleiding behorende onderdelen heeft afgelegd, vraagt u op het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) uw bachelorexamen aan.
7.3 7.3.1
Studiebegeleiding Studie- en loopbaanbegeleiding Studieadviseur De studie(loopbaan)adviseur is de heer drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22, tel. (020) 59 86256, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur: maandag en woensdag van 10.00 tot 12.00 uur en verder volgens afspraak. Studieadvies in het eerste jaar In januari krijgen alle studenten een persoonlijk eerste studieadvies, dat de kleur groen (voortgang is prima), oranje (de voortgang is op onderdelen redelijk, maar er dient wel flink te worden doorgestudeerd) of rood (slechte tot matige voortgang, stopadvies) draagt. Vanuit de veronderstelling dat de docent u door het vaardighedenonderwijs beter heeft leren kennen, houdt hij of zij in de maand januari een gesprek met de 'oranje' studenten om te bezien waar verbeteringen in de studie aan te brengen zijn. De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven voor het eerste bachelorjaar van de voltijdse opleiding Criminologie, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar terzijde worden gesteld.
Bacheloropleiding Criminologie
69
Studiebegeleiding De studie(loopbaan)adviseur verstrekt nadere inlichtingen over het studieprogramma, individuele vrijstellingsregelingen, deeltijdstudie, speciale tentamenregelingen. Hij helpt studenten bij het indelen van hun studieprogramma voeren studievoortganggesprekken en biedt hulp bij studieproblemen en studievertraging. Ook is hij het aanspreekpunt voor loopbaanbegeleiding en arbeidsmarktoriëntatie. Loopbaanbegeleiding Door het afstudeerproject in het laatste jaar krijgen studenten onder andere de kans om kennis te maken met potentiële werkgevers en het werken als criminoloog. Daarnaast participeren twee grote onderzoeksbureaus - het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving- in de opleiding Criminologie. Tijdens de bachelorfase krijgen studenten ook uitgebreide voorlichting over de specialisatie in de masterfase en de mogelijke beroepsperspectieven. Op de www.rechten.vu.nl/criminologie is er uitgebreide informatie over specialisatie mogelijkheden en beroepsperspectieven te vinden.
70
Rechtsgeleerdheid
8
8.1
Masteropleiding Criminologie
Beschrijving De masteropleiding Criminologie is de opleiding die na de bachelor Criminologie de theoretische en methodische verdieping geeft tot een criminoloog op academisch niveau.
8.1.1
Doel van de masteropleiding Criminologie De opleiding heeft als doel: • een verdieping te bieden van zowel de theoretische als de methodische vakken uit de bacheloropleiding Criminologie. De in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden worden op geïntegreerde wijze toegepast op specifieke problemen op het terrein van criminele carrières, criminaliteit gepleegd in georganiseerde verbanden en de strafrechtelijke rechtshandhaving; • de student door middel van het afstudeerproject op zelfstandige en multidisciplinaire wijze te leren de criminologie te beoefenen, • de student voorbereiden op hetzij toelating tot de promotie, hetzij het op academisch niveau werkzaam zijn in een criminologische of hieraan verwante functie bij de (internationale) overheid, de dienstverlening of het bedrijfsleven.
8.1.2
Eindtermen De afgestudeerde master beschikt over een academisch werk- en denkniveau: • is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden en disciplines te benaderen, • heeft inzicht in de juridische, maatschappelijke, historische en internationale aspecten van een vraagstuk in hun onderlinge samenhang en kan daarover kritisch nadenken/oordelen, • heeft diepgaande en specialistische kennis van en inzicht in één criminologisch deelthema (bijv. levensloop, criminaliteit in georganiseerd verband en de strafrechtshandhaving in de praktijk), • is in staat kritisch te reflecteren op voor de criminologie relevante theorieën, in het bijzonder in het licht van eigen onderzoeksbevindingen. De afgestudeerde master beschikt over de volgende vaardigheden Analytische vaardigheden • literatuur, juridische bronnen en beleidsdocumenten (ook in de Engelse taal) diepgaand analyseren en interpreteren en daarover kritische vragen stellen, • vakliteratuur en nieuwe ontwikkelingen op het deelgebied begrijpen, interpreteren, toepassen en kritisch beschouwen, • theorieën beoordelen en bijstellen aan de hand van concrete criminologische problemen. Onderzoeksvaardigheden • complexe criminologische vraagstukken diepgaand analyseren en interpreteren, • selecteren en analyseren van theorieën bij complexe criminologische vraagstukken,
Masteropleiding Criminologie
71
•
zelfstandig een criminologisch onderzoek van enige omvang op academisch niveau voorbereiden en uitvoeren (probleemstelling formuleren en afbakenen, methoden van onderzoek, verzamelen van informatie, analyseren en interpreteren van gegevens, conclusies trekken, en reflecteren op onderzoeksresultaten).
Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk en mondeling presenteren over een complex criminologisch probleem, • schriftelijk verslag doen van criminologisch onderzoek van enige omvang, • een eigen mening formuleren over een criminologisch probleem of ontwikkeling, • een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een discussie op het deelgebied dat het masterprogramma beslaat. Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden • reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen.
72
8.1.3
Opbouw van de masteropleiding Criminologie De masteropleiding Criminologie, bestaat uit drie delen: een aantal verdiepingsvakken, profielvakken en een afstudeerproject. De delen zijn: • drie verplichte verdiepingsvakken: Levensloopcriminologie, Risicosamenleving en Sociale organisaties en criminaliteit (studielast in totaal 18 studiepunten); • een cluster van vakken dat samen een bepaald profiel vormt. Er zijn drie profielen: levensloop, strafrechtshandhaving in de praktijk, en criminaliteit in georganiseerd verband. Iedere student volgt een van deze profielen en dient zelf een voorstel voor een combinatie van vakken dat een profiel vormt in bij de mastercöordinator, drs. W.M.E.H. Beijers, kamer 8A-30, tel. (020) 5986225. Binnen deze profielen zal niet alleen gebruik worden gemaakt van de expertise binnen de eigen sectie, maar ook van de expertise binnen andere secties en faculteiten van de VU (FPP, FSW, etc.) en eventueel van andere universiteiten, ook in het buitenland (studielast in totaal 18 studiepunten). Zie voor meer inhoudelijke informatie de facultaire website: www.rechten.vu.nl/mastercriminologie; • afstudeerproject, met onder meer een scriptie (studielast in totaal 18 studiepunten). Naast deze drie hoofdblokken is er voor 6 ects vrije keuzevakruimte.
8.1.4
Vrije keuzeruimte De invulling van de vrije keuzeruimte is volledig ongebonden, mits deze vakken zijn behaald aan een Nederlandse of niet-Nederlandse universiteit. Voor een andere invulling van de keuzeruimte geldt dat toestemming van de Examencommissie is
Rechtsgeleerdheid
vereist. Het is niet toegstaan onderdelen in te brengen ter invulling van de vrije keuzeruimte die veplicht onderdeel uitmaken van de bachelor criminologie of reeds ter invulling van de keuzeruimte in de bachelor criminologie zijn ingebracht.. 8.1.5
Profielen Er zijn drie profielen: levensloop, strafrechtshandhaving in de praktijk, en criminaliteit in georganiseerd verband.
8.1.6
Vrije keuzeruimte De invulling van de vrije keuzeruimte is volledig ongebonden, mits deze vakken zijn behaald aan een Nederlandse of niet-Nederlandse universiteit. Voor een andere invulling van de keuzeruimte geldt dat toestemming van de Examencommissie is vereist. Het is niet toegstaan onderdelen in te brengen ter invulling van de vrije keuzeruimte die veplicht onderdeel uitmaken van de bachelor criminologie of reeds ter invulling van de keuzeruimte in de bachelor criminologie zijn ingebracht.
8.1.7
Afstudeerproject Het afstudeerproject is in principe een individuele, zelfstandige leerprestatie. Het gaat er om dat de student verworven theoretische en methodische vaardigheden en inzichten zelfstandig toepast op een criminologisch probleem. In de meeste gevallen zal het project gebaseerd zijn op de analyse van empirische gegevens, maar het is ook mogelijk een theoretisch project te verrichten, gebaseerd op literatuuronderzoek. Onder de noemer afstudeerproject kan met andere woorden een scala aan activiteiten worden gerangschikt: • theoretische beschouwing van relevante, wetenschappelijke literatuur; • participeren in empirisch onderzoek van anderen (extern, bijvoorbeeld het WODC, NSCR, politiekorps etc.); • participeren in empirisch onderzoek van medewerkers van de sectie criminologie; • zelfstandig opzetten en uitvoeren van een empirisch onderzoek; Deze activiteiten moeten leiden tot een scriptie of dubbelscriptie. Een stage kan deel uitmaken van het afstudeerproject, maar dat hoeft niet. Ervaringen die zijn opgedaan tijdens de stage worden geïncorporeerd in de scriptie, maar er moet wel sprake zijn van een wetenschappelijke reflectie op deze ervaringen. Voor de stage zelf, of voor een stageverslag worden geen extra punten toegekend: de 18 studiepunten worden toegekend voor het afstudeerproject als geheel. Het ligt voor de hand dat het afstudeerproject in het verlengde ligt van het gekozen profiel, maar verplicht is dat niet. De student legt een eigen voorstel voor een afstudeerproject ter goedkeuring voor aan de mastercoördinator, die na goedkeuring een begeleidend docent toewijst. Aan het afstudeerproject kan pas worden begonnen wanneer het bachelor diploma criminologie behaald is. Stagehandleiding Bij het studie-informatiepunt (kamer 5A-13) is een Stagehandleiding en 'schriftelijke afspraken over de stage' verkrijgbaar. De stagehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/stage.
Masteropleiding Criminologie
73
Scriptiehandleiding Bij het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13) is de scriptiehandleiding verkrijgbaar. De scriptiehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/scriptie. In deze scriptiehandleiding staan de regels omschreven omtrent begeleiding en beoordeling. Ook bevat de handleiding een aantal praktische tips en aanwijzingen voor studenten. Voordat u aan de scriptie begint wordt ten zeerste aanbevolen de scriptiehandleiding door te nemen. Aan de verslaglegging van het afstudeerproject wordt een aantal eisen gesteld. Er moet sprake zijn van: een duidelijke probleemstelling en operationalisering; een eigen analyse van de wetenschappelijke literatuur, waarbij de relatie wordt gelegd met de verzamelde onderzoeksgegevens of de anderszins bestudeerde problematiek en; een overwegend sociaal-wetenschappelijke oriëntatie, waarbij de voorkeur verdient dat inzichten uit verschillende disciplines worden gebundeld of geïntegreerd (multidisciplinair). Inleveren scriptie Vanaf het huidige collegejaar dient de scriptie ook digitaal ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scripties voor Criminologie. De scripties zullen voortaan standaard worden gecontroleerd op fraude. Daarnaast dient de student bij het digitaal inleveren van de scriptie een korte samenvatting van de scriptie op de website te plaatsen. Scripties dienen digitaal te ingeleverd te worden op www.rechten.vu.nl/scriptie-formulier. Inlichtingen over het Afstudeerproject zijn te verkijgen bij mastercoördinator: drs. W.M.E.H. Beijers, kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225. 8.1.8
8.2 8.2.1
Masterexamen Criminologie Heeft u alle onderdelen behorend tot het masterexamen Criminologie met voldoende resultaat afgelegd, dan vraagt u uw masterexamen aan op het Studie-informatiepunt (kamer 5A-13).
Studiebegeleiding Studie- en loopbaanbegeleiding Studieadviseur De studie(loopbaan)adviseur is de heer drs. P.J. Koenen, kamer 5A-22 tel. (020) 59 86256 e-mail: p.j.
[email protected]. Inloopspreekuur: maandag en woensdag van 10.00 tot 12.00 uur en verder volgens afspraak. Studiebegeleiding De studie(loopbaan)adviseur verstrekt nadere inlichtingen over het studieprogramma, individuele vrijstellingsregelingen, deeltijdstudie, speciale tentamenregelingen. Hij helpt studenten bij het indelen van hun studieprogramma voeren studievoortganggesprekken en biedt hulp bij studieproblemen en studievertraging. Ook is hij het aanspreekpunt voor loopbaan begeleiding en arbeidsmarktoriëntatie. Loopbaanbegeleiding Door de verplichte stage in het laatste jaar krijgen studenten onder andere de kans om kennis te maken met potentiële werkgevers. Daarnaast participeren twee grote onderzoeksbureaus - het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving- in de opleiding
74
Rechtsgeleerdheid
Criminologie. Tijdens de bachelorfase krijgen studenten ook uitgebreide voorlichting over de specialisatie in de masterfase en de mogelijke beroepsperspectieven. Beroepsperspectieven Criminologen worden geen specialisten maar generalisten. De opleiding Criminologie speelt in op een 'gat in de markt'. In de vorming en evaluatie van het criminaliteitsbeleid wordt namelijk in toenemende mate gebruik gemaakt van criminologisch onderzoek en expertise. Criminologie is een multidisciplinaire opleiding: er zijn dus banen te vinden in diverse sectoren. Het werkterrein van de aanpak van criminaliteit en daarmee samenhangende problemen is zeer breed. Veel organisaties houden zich ermee bezig, zoals de politie, justitie, gevangeniswezen, reclassering en slachtofferhulp, maar ook bestuurlijke overheden als ministeries, provincies en gemeenten. Verder wordt binnen het bedrijfsleven steeds meer aan bestrijding van fraude en andere vormen van onwenselijk gedrag gedaan. Bij al deze instanties is mogelijk een baan te vinden. Daarnaast zijn er banen binnen het onderzoek naar criminaliteit en de aanpak ervan, bijvoorbeeld bij een universiteit of een commercieel onderzoeksbureau. Enkele voorbeelden Coördinator Integraal Veiligheidsbeleid bij een gemeente. Vooral de grotere steden zijn druk bezig de veiligheid en leefbaarheid in bepaalde buurten te verbeteren. De aanpak van criminaliteit - zoals vandalisme, straatroof en drugsoverlast - maakt daar deel van uit. Als criminoloog kun je hiervoor plannen ontwikkelen en vanuit de gemeente samenwerken met politie en Openbaar Ministerie. Strategisch misdaadanalist bij de politie. Om de criminaliteit goed te kunnen bestrijden, moet de politie de criminaliteit in een regio eerst in kaart brengen. Welke delicten worden hoe vaak en waar gepleegd? Wat zijn de belangrijkste problemen? Wat voor soort daders plegen deze delicten? Een misdaadanalist beantwoordt deze vragen zodat de korpsleiding goede beslissingen kan nemen over de inzet van mensen en middelen. Beleidsmedewerker bij het ministerie van justitie. Bij het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties wordt op nationaal niveau beleid gemaakt voor bijvoorbeeld de aanpak van jeugdcriminaliteit of de invoering van nieuwe sancties, zoals de strafrechtelijke opvang van verslaafden. Dit algemene beleid leidt vaak tot concrete projecten, bijvoorbeeld het vestigen van filialen van justitie in buurten ('Justitie in de buurt'). Als beleidsmedewerker houd je je bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van dit beleid en deze projecten. Onderzoeker/adviseur bij een commercieel bureau. Er zijn steeds meer particuliere bureaus die voor de overheid onderzoek doen naar bijvoorbeeld de effectiviteit van bepaalde criminaliteitsproblemen, preventiemaatregelen of sancties. Als onderzoeker/adviseur breng je op basis van deze onderzoeken adviezen uit aan je opdrachtgever bij de overheid.
Masteropleiding Criminologie
75
76
Rechtsgeleerdheid
9
Examenonderdelen
naam Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) code 211202 Dit vak is één van de drie keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht en bereidt voor op het verdiepingsvak Aansprakelijkheid en verzekering. studiepunten 5,7 coördinator mr. E.M. Deen (kamer 6A-37, tel. (020) 59 86292) periode week 16 - 26 doel Het vak Aansprakelijkheidsrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen Privaatrecht II. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het algemene aansprakelijkheidsrecht, waaronder de regels over de persoonlijke en kwalitatieve aansprakelijkheid, over causaliteit en schadevergoeding. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. werkwijze Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. literatuur • J. Spier, T. Hartlief, G.E. van Maanen en R.D. Vriesendorp, Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Studiereeks Burgerlijk Recht, Deventer: Kluwer 2006, vierde druk (isbn: 9789013033434); • T.A.W. Sterk, Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, 2007 (isbn: 9789013042634) Deze bundel wordt ook voorgeschreven bij Contractenrecht en Goederenrecht; • Syllabus Aansprakelijkheidsrecht 2008 (verkrijgbaar in de VU boekhandel) Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdrachten. toetsing voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid bachelor 3 geldt: Alle vakken van het 1e bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor Notariaat bachelor 2 geldt: Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. voorkennisvakken 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) naam code studiepunten coördinator periode doel
Aard, omvang en schade van criminaliteit (BC3) 212308 4 dr. F.H.M. van Gemert (kamer 8A-24, (020) 59 86224) week 36 - 43 Inzicht verschaffen in de temporele, geografische en sociale spreiding van criminaliteit en van de diverse vormen van schade die criminaliteit teweeg kan brengen. inhoud In dit vak staan centraal de spreidingsproblematiek en de schade die wordt
Examenonderdelen
77
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
veroorzaakt door drie zeer verschillende delictsvormen: drugshandel, seriemoord en jeugdbendes. Wat spreiding betreft wordt gekeken naar achtereenvolgens temporele, geografische en de sociale spreiding van deze vormen van criminaliteit. Hoorcollege. • M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002; • Syllabus Aard, Omvang en Schade van Criminaliteit 2007/2008. Schriftelijk tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. 212204 : Theoretische criminologie (BC2) Actoren in de rechtshandhaving (BC1) 212207 6 drs. J.J. van der Kemp (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) week 2 - 14 Kennismaken met de belangrijkste spelers in het veld van de publiekrechtelijke rechtshandhaving, zowel nationaal als internationaal. In dit vak wordt ingegaan op de positie, samenstelling en organisatie van de belangrijkste instanties die een functie vervullen in de rechtspleging. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, het openbare ministerie, de rechtelijke macht, de reclassering, enkele supranationale instanties (zoals Europol, Eurojust, Olaf etc.) en de markt van de private opsporing. Hoorcolleges. Syllabus Actoren in de rechthaving (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Actualiteiten burgerlijk recht (B3/M) 201751 6 mr. J.L. Smeehuijzen (kamer 6A-34, tel. (020) 59 86287) week 46 - 5 Verdieping van de kennis van een aantal deelonderwerpen van het burgerlijk recht die in de rechtspraak of literatuur in de actuele belangstelling staan. Hierbij heeft de student veel vrijheid om zich op één van deze deelonderwerpen te concentreren, bijvoorbeeld omdat zijn belangstelling daar naar uitgaat of omdat dit binnen zijn afstudeerpakket past. De verschillende onderwerpen zullen worden gedoceerd door vooraanstaande (gast)docenten uit de advocatuur, de rechterlijke macht, het bedrijfsleven en de universiteit. Het volgen van dit vak geeft dus niet alleen de mogelijkheid om verdiepend kennis te nemen van onderwerpen die momenteel in de wereld van het burgerlijk recht in de belangstelling staan, maar ook om kennis te maken met een aantal bekende namen uit wetenschap en praktijk. inhoud Verschillende deelonderwerpen van het burgerlijk recht werkwijze De te bestuderen literatuur wordt steeds een week voor het college ter beschikking gesteld. literatuur De te bestuderen literatuur wordt steeds een week voor het college ter
78
Rechtsgeleerdheid
beschikking gesteld. toetsing Mogelijk één of meer opdrachten (wordt nog bekend gemaakt) met als afsluiting het schrijven van een werkstuk over één van de deelonderwerpen naar keuze van de student. De aanwezigheid bij alle colleges (hardheidsclausule zal nog worden bekendgemaakt) is voorwaarde voor de beoordeling van het werkstuk. voorkennis na afgerond eerste bachelorjaar en privaatrechtelijk voorsoorteertraject. opmerkingen Dit keuzevak wordt georganiseerd in samenwerking met de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De colleges worden gevolgd door studenten van VU en UvA en (mede) gegeven door docenten van beide universiteiten. De locatie van de colleges wordt afgewisseld: de eerste helft van de colleges zal worden gegeven in een collegezaal in het VU gebouw, de tweede helft van de colleges zal worden gegeven in een collegezaal van de UvA. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen
voorkennisvak
Actualiteiten internetrecht (/M) 201547 9 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86217) week 36 - 45 Het behandelen van belangrijke vraagstukken van internetrecht en de oplossingen die daarvoor op basis van huidig en komend nationaal en internationaal recht worden geboden. Het internetrecht is als geen andere juridisch domein dynamisch en de keuze voor de onderwerpen van deze cursus wordt dan ook ingegeven door de actualiteit. De literatuur wordt aangevuld met online materiaal en (zeer) recente jurisprudentie. Mogelijke onderwerpen zijn: rechtsmacht op internet, reclame op internet, softwareoctrooien, online geschillenoplossing. Hoorcollege en werkgroepen. • H. Franken, H.W.K. Kaspersen, A.H. de Wild (red), Recht en Computer, Kluwer Recht en Praktijk deel 36, vijfde druk, Deventer 2004; • Reader met aanvullende literatuur. De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten. Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de schriftelijke werkstukken alsmede de kwaliteit van de presentatie. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de discussie in de werkgroepen. Er is geen afsluitend tentamen. Voor alle bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsplicht. 200379 : IT, internet en recht (B3/M)
naam Actueel strafrecht I (B3) code 200373 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht en criminologisch-juridisch. studiepunten 6 coördinator prof.mr. E. van Sliedregt
Examenonderdelen
79
periode week 6 - 15 doel In het vak Actueel strafrecht 1 'een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht en criminologisch-juridisch' wordt thema's besproken die binnen het strafrecht in de belangstelling staan. Door deze opzet wisselen de thema's met regelmaat. inhoud Tijdens het collegejaar 2007/2008 staat het thema 'strafrechtelijke bestrijding van terrorisme' centraal. De actuele ontwikkelingen in rechtspraak en wetgeving, zowel op nationaal als internationaal niveau, worden uitvoerig besproken. werkwijze Gedurende negen weken wordt er twee uur per week hoorcollege gegeven. Van studenten wordt een actieve houding verwacht. Er zullen één of meer gastdocenten worden uitgenodigd. literatuur Reader Actueel strafrecht I. Mogelijk wordt er aanvullende literatuur voorgeschreven. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvakken 200355 : Materieel strafrecht (B2) of 200368 : Materieel strafrecht (B3) 200369 : Formeel strafrecht (B3) wordt sterk aanbevolen of 200381 : Formeel strafrecht (B3) wordt sterk aanbevolgen naam Actueel strafrecht II (B3) code 200374 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht. studiepunten 6 coördinator mr. B. de Wilde (kamer 8A-18, tel. (020) 59 86233) periode week 16 - 25 doel Actueel strafrecht II beoogt juridische vaardigheden aan te leren en actieve interesse voor en kennis van het actuele strafrecht te bevorderen. Schriftelijke en mondelinge vaardigheden worden ontwikkeld, evenals onderzoeksvaardigheden. werkwijze • De eerste twee bijeenkomsten zijn hoorcolleges. Daarbij zal worden uitgelegd wat de bedoeling van het vak is en zal een introductie worden gegeven tot het zoeken naar en raadplegen van rechtsbronnen en het schriftelijk en mondeling rapporteren. • Vanaf de derde week vinden de bijeenkomsten plaats in werkgroepverband. Alle studenten schrijven gedurende de cursus aan de hand van opdrachten drie papers, die verband houden met recente jurisprudentie, wetgeving en literatuur. Het precieze onderwerp wordt in principe door de student zelf bepaald. De onderwerpen moeten echter worden goedgekeurd door de werkgroepdocent. Iedere student houdt gedurende de cursus een referaat over één van de door hem geschreven papers. Tevens treedt hij eenmaal op als referent bij het referaat van een medestudent. De werkgroepen bestaan uit presentaties van studenten en discussies daarover. Alle deelnemers aan de werkgroep worden geacht de gepresenteerde papers bestudeerd te hebben en actief deel te nemen aan de discussie. Voor dit vak geldt een verplichte aanwezigheid. literatuur • G.A.I. Schuijt e.a (red.), Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige publicaties, Deventer: Kluwer 2007 (oudere drukken toegestaan);
80
Rechtsgeleerdheid
•
toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator docent periode doel
B. de Wilde, Zoeken naar strafrechtelijk relevante informatie (gepubliceerd op Blackboard); • B. de Wilde, Schrijven van juridische teksten (gepubliceerd op Blackboard). Het cijfer wordt bepaald aan de hand van drie papers, een referaat en een referentschap. Afgerond eerste bachelorjaar. Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht. Voor deelname aan dit vak verdient het aanbeveling om het vak Formeel strafrecht te hebben gevolgd. 200355 : Materieel strafrecht (B2) (of) 200368 : Materieel strafrecht (B3) Ambtenarenrecht (B3/M) 201863 6 mr. F.H.J.G. Brekelmans (kamer 6A-19, tel. (020) 59 86264) week 2 - 10 Het doel van dit vak is dat de student kennis verwerft van de positie van de ambtenaar binnen ons staatsbestel en van de rechtspositie van de ambtenaar. De onderwerpen zijn onder te brengen in de volgende drie thema¿s: • De specifieke positie van de ambtenaar in het Nederlands staatsbestel: onderdelen van dit thema zijn o.m. grondrechten, integriteit, klokkenluidersregeling, de medezeggenschap en het primaat van de politiek en de wijze van totstandkomen van de rechtspositie van de ambtenaar (het overleg). • De (individuele ) rechtspositie: aanstelling en ontslag, verlofregelingen en bezoldiging, reorganisaties en de sociale zekerheid. Bij de genoemde onderwerpen wordt een vergelijking gemaakt met het arbeidsovereenkomstenrecht. • Rechtsbescherming van de ambtenaar. Werkcolleges. E. Verhulp, Inleiding in het Nederlands ambtenarenrecht (laatste druk) en een reader. Schriftelijk tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200360 : Sociaal recht (B3) 200378 : Bestuursrecht (B3) Arbeidsrecht (B3/M) 201755 6 mw.mr. L. van den Berg, kamer 6A-24, tel. (020) 59 86268 prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens week 6 - 15 Het doel van de cursus is het verwerven van een grondige kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van het Nederlandse arbeidsovereenkomstenrecht. De cursus beoogt voorts oefening te bieden in het analyseren en becommentariëren van wetgeving, rechtspraak, literatuur en andere bronnen van arbeidsrecht, alsmede een kritische reflectie op het
Examenonderdelen
81
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten coördinator
82
arbeidsrecht te bevorderen. Door de bespreking van casus en het houden van een pleidooi wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex, het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen en het mondeling presenteren van een juridisch betoog. Voorts wordt door de verplichting een paper te schrijven over de inhoud van CAO-bepalingen oefening geboden in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. De stof omvat het gehele individuele arbeidsovereenkomstenrecht. Een belangrijk deel daarvan komt aan de orde in werkgroepen. Daarin wordt onder meer aandacht besteed aan de loondoorbetaling bij ziekte, zorgverlof, de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten, gelijke behandeling, overgang van onderneming, bijzondere bedingen, zoals het concurrentiebeding, en - zeer uitgebreid - aan het ontslagrecht. Tijdens de werkgroepen worden casus besproken. Verder wordt van iedere deelnemer verwacht dat hij een pleidooi houdt in een fictief arbeidsrechtelijk geschil. Ten slotte dienen de deelnemers een paper te schrijven over CAO-bepalingen met betrekking tot bepaalde onderwerpen. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven. W.C.L. van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer 2005 (21e druk), bewerkt door J.W.M. van der Grinten & W.H.A.C.M. Bouwens; I.P. Asscher-Vonk, Arbeidswetgeving 2007-2008, Deventer 2007 (25e druk); Reader Arbeidsrecht (VU-boekhandel). De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk (open boek) tentamen. De paper wordt voor 25% in de eindbeoordeling betrokken Na een afgerond eerste bachelorjaar. Verdeling van onderwerpen voor paper en pleidooi vindt plaats na een introductiebijeenkomst begin 2008. Wie niet bij deze bijeenkomst aanwezig kan zijn, wordt verzocht dit vooraf te melden aan de docent. 200360 : Sociaal recht (B3) Arrest lezen (BC1) 212123 1 dr.mr. O.J. Tans (kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325) week 35 - 38 In dit vak wordt de eerstejaars student criminologie de juridische basisvaardigheid arrestlezen bijgebracht. Het lezen en begrijpen van juridische uitspraken Studenten werken in projectgroepen, onder leiding van projectdocenten, aan het oefenen met het lezen van arresten. Nader op te geven. Het tentamen arrest lezen wordt schriftelijk afgenomen. Dit vak wordt als onderdeel van een groter geheel ook aan eerstejaars rechtenstudenten gegeven. Auteursrecht (B3/M) 201756 6 mr. T.M. Kolle (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86289)
Rechtsgeleerdheid
periode week 36 - 46 doel Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en in het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. inhoud Auteursrecht is het recht van schrijvers, schilders, componisten, filmmakers en andere makers van 'werken van letterkunde, wetenschap of kunst'; dit begrip omvat ook meer functionele voortbrengselen, zoals computerprogramma's en producten van industriële vormgeving. Naburige rechten bieden onder meer bescherming aan uitvoerende kunstenaars. Het auteursrecht vormt het draagvlak voor de exploitatie, en daarmee niet zelden ook voor het maken van werken. Zonder auteursrecht zouden geen films gemaakt kunnen worden en zouden uitgeverijen niet kunnen bestaan. Technische ontwikkelingen en het internet stellen het auteursrecht voor nieuwe uitdagingen. Naar hun aard zijn werken van letterkunde, wetenschap of kunst niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als de Berner Conventie en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie speelt een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. werkwijze Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van augustus. toetsing Het tentamen wordt in beginsel mondeling afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wettekst toegestaan. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Voor dit vak dient u zich tevens aan te melden op blackboard. Voor contact bent u welkom op kamer 6A-36, maar mr. Kolle werkt in deeltijd en is vaak afwezig. Wie iets wil bespreken kan beter een e-mail sturen naar
[email protected]. Studenten kunnen tegen gereduceerde contributie lid worden van de Vereniging voor Auteursrecht. naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Bedrijfseconomie A (BN2/B2) 211203 5,7 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 40 43875 b.g.g. (06) 546 82911) mr.drs. P.R. de Geus; mr. B. Emmerig; mr. C. van Geffen; mr. J. Scholten week 2 - 15 Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de financiering van organisaties: ondernemingen en nonprofitorganisaties. De student dient deze kennis in de praktijk te kunnen toepassen op het terrein van de opzet en analyse van het financieel beleid van organisaties, in het bijzonder de financiële verslaggeving. Het einddoel is dat de student op elementair niveau een jaarverslag van een onderneming kan lezen en kan interpreteren. inhoud De colleges omvatten een inleiding in het financieel beleid en de toepassing daarvan in de financiële verslaggeving. Daarbij wordt de relatie met relevante rechtsgebieden behandeld. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • balans en winst- en verliesrekening;
Examenonderdelen
83
•
behandeling van balansposten; waardebepaling zowel van individuele bezittingen en schulden als van de onderneming als geheel; • financiering; • analyse van het jaarverslag van een onderneming. Hoor- en toepassingscolleges De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. In dit verband wordt ieder jaar een jaarverslag van een onderneming behandeld. • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom, Juridische uitgevers, 2006 • A.H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, SRA 2006. • Syllabus Bedrijfseconomie A. Schriftelijk tentamen. Voor Notariaat en Rechtsgeleerdheid bachelor 2 geldt: Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. 1. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft momenteel het beleid dat er vrijstelling wordt verleend voor het vak Jaarrekeninglezen uit de Beroepsopleiding voor de advocatuur, indien in de vooropleiding het vak Bedrijfseconomie A in combinatie met Bedrijfseconomie B met voldoende resultaat is afgelegd. 2. Voor dit vak worden dit jaar vier intensieve werkgroepen overdag gegeven. Per groep zijn 40 plaatsen beschikbaar. Er wordt één extensief werkcollege gegeven. In deze groep zijn 60 plaatsen beschikbaar. Vanaf november 2007 is via blackboard te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven (ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!). De inschrijving sluit op 1 december 2007!!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 3. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. In november 2007 wordt een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 4. De syllabus Bedrijfseconomie A is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 5. Dit vak wordt in het studiejaar 2007/2008 wel in de avond aangeboden. 6. Meer informatie vindt u op de blackboardcursus "Economievakken Rechten". •
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
naam Bedrijfseconomie B (B3/BN3) code 211355 Een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichtingen Bedrijfsrecht en Fiscaalrecht. studiepunten 5,7
84
Rechtsgeleerdheid
coördinator mr.drs. P.R. de Geus (kamer 7A-38, (020) 404 3875, b.g.g. 06 546 82 911) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr. J. Scholten periode week 6 - 15 (Op vrijdag 11 januari 2008 (15.30-17.30 uur) is er een college waarin de paperonderwerpen aan de studenten worden toegekend. Dit college is niet bestemd voor studenten die Notarieel recht studeren.) doel Het financieel inzicht dat dit vak de student wil bijbrengen is met name gericht op situaties waar de fiscaal adviseur, de bedrijfsjurist en de notaris in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen, waarbij de elementaire kennis die de studenten hebben opgebouwd bij het vak Bedrijfseconomie A wordt toegepast en verdiept. Daarnaast zal de student een eenvoudige boekhouding moeten kunnen begrijpen en kunnen opmaken. inhoud Het verstrekken van boekhoudkundige basiskennis. Verdieping van de relatie bedrijfseconomie en jaarrekening. Daarnaast worden raakvlakken met het belastingrecht en het vennootschapsrecht belicht. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: - financiële administratie; - dubbel boekhouden; - holdingstructuren, kapitaalbelangen en consolidatie; - aandelenfusie, bedrijfsfusie en juridische fusie; - splitsing; - discontinuïteit en reorganisatie; - inbreng in een onderneming (V.O.F. en B.V.); - fiscale comptabiliteit. werkwijze De docent zal tijdens de hoorcolleges de te bestuderen stof toelichten en zal verbanden leggen met praktijksituaties waarin de oplossing van een rechtsvraag afhankelijk is van bedrijfseconomische kennis. Tijdens de werkcolleges worden cases behandeld. literatuur • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom Juridische uitgevers, 2006 • A. H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, SRA, 2006. • Syllabus Bedrijfseconomie B. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Voor Notariaat studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 en studenten Rechtsgeleerdheid geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald en Bedrijfseconomie A. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Bedrijfsreconomie A behaald moet zijn. opmerkingen 1. Voor deelname aan dit vak wordt voorkennis van Bedrijfseconomie A bekend verondersteld. In Bedrijfseconomie A is de elementaire kennis van de bedrijfseconomie aan de orde gesteld voorzover relevant voor juristen. Zonder deze kennis heeft het volgen van dit vak geen zin. 2. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft momenteel het beleid dat er vrijstelling wordt verleend voor het vak Jaarrekeninglezen uit de Beroepsopleiding voor de advocatuur, indien in de vooropleiding het vak Bedrijfseconomie A in combinatie met Bedrijfseconomie B met voldoende resultaat is afgelegd. 3. Voor dit vak wordt dit jaar één werkgroep overdag gegeven.Vanaf november 2007 is via blackboard te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. De inschrijving sluit op 1 december
Examenonderdelen
85
2007!!! Studenten die zich niet inschrijven hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 4. Bedrijfseconomie B is in bachelor 3 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. 5. De syllabus Bedrijfseconomie B is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 6. Dit vak wordt in het studiejaar 2007/2008 niet in de avond aangeboden. voorkennisvak 211203 : Bedrijfseconomie A (BN2/B2) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
86
Beginselen bestuursrecht (B1/BN1) 200128 6 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 15 - 23 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van de kern van het bestuursrechtelijk begrippenapparaat, waarop later in de bachelorfase wordt voortgeborduurd in de bestuursrechtelijke vakken. Uiteindelijk gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen) van het bestuursrecht. In het vak Beginselen bestuursrecht ligt de nadruk op de eerste manier van redeneren. Na een algemene kennismaking met het huidige bestuursrecht, zullen worden besproken de organisatie van het openbaar bestuur, de toedeling van de bevoegdheden aan bestuursorganen en de verschillende wijzen waarop het bestuur in het dagelijks leven kan ingrijpen. Voorts wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke normen die door het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in acht genomen moeten worden. Daarnaast zal enige aandacht worden besteed aan de handhaving van bestuursrechtelijke regels. Tot slot zullen de beginselen van het systeem van rechtsbescherming tegen de overheid aan de orde worden gesteld. Voor dit vak worden minder hoorcolleges op de VU gegeven dan gebruikelijk. Daarvoor in de plaats zijn er 8 hoorcolleges op CD-ROM, te bestuderen in samenhang met Hoofdzaken van het bestuursrecht van F.C.M.A. Michiels. Aan de hand van eveneens op CD-ROM opgenomen vragenseries kun je controleren of je de stof beheerst. De CD-ROM wordt verstrekt bij de syllabus. In zeven weken worden werkcolleges gegeven. Tijdens deze werkcolleges bestaat de gelegenheid om vragen te stellen naar aanleiding van de bestudeerde stof. • F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, Kluwer, laatste druk; • syllabus Beginselen bestuursrecht. (De syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Gesloten boek tentamen Dit vak moet zijn behaald alvorens tentamen te kunnen afleggen in Bestuursrecht (BN2/B3).
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen naam code studiepunten coördinator periode doel
Beginselen Europees recht (B1/BN1) 200130 6 dr. J.W. Sap (kamer 7A-27, tel. (020) 59 86302) week 15 - 23 Het thuis zijn in de elementaire begrippen van het Europese recht, het beschikken over denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor het systematisch en creatief kunnen toepassen van deze begrippen op een casus, het kunnen analyseren van arresten van het Hof van Justitie van de EG en het inzicht hebben in het ingewikkelde bouwwerk van de Europese integratie, dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht in 1993 de Europese Unie wordt genoemd. Aan de orde komen de algemene kenmerken van het Europese recht, de institutionele structuur, de besluitvorming, de bronnen en doorwerking van het Europese recht, rechtsbescherming, marktintegratie, gemeenschappelijke regels en externe betrekkingen. Tevens wordt aandacht besteed aan de Europese constitutie. Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding met veel aandacht voor het vergroten van inzicht in de beginselen van Europees recht. Daarnaast worden werkgroepen gegeven, waarin dieper op specifieke onderdelen van de stof wordt ingegaan en de stof wordt toegepast op concrete casusposities. Voor de hoor- en werkgroepen is een actieve voorbereiding vereist en dient de student te beschikken over een actuele wetgevingsbundel. Bij de werkgroepen dient een aantal schriftelijke opdrachten te worden ingeleverd. • Hoor- en werkcollegestof; • R.Barents en L.J. Brinkhorst, Grondlijnen van Europees recht, Deventer, laatste druk; • J.W. Sap en M.L. Smit (red); Jurisprudentie Europees recht 1963 - 2006. Nijmegen , Ars Aequi, 2007 • Syllabus Beginselen Europees recht, 2007-2008. (Syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Schriftelijk tentamen met open vragen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie en de arrestenbundel. Spreekuur dr. J.W. Sap, na afspraak Beginselen privaatrecht I (B1/BN!) 200123 5 vacature week 41 - 51 Aan het einde van het vak Beginselen Privaatrecht I moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: • de meest elementaire begrippen van het algemeen deel van het vermogensrecht en het goederenrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd; • de meest elementaire onderscheidingen die binnen het systeem van subjectieve vermogensrechten en hun objecten kunnen worden gemaakt; • de eisen, waaraan moet zijn voldaan om de geldige overdracht van een
Examenonderdelen
87
goed te bewerkstelligen; ingeval er geen geldige overdracht van een goed tot stand komt doordat niet aan de daarvoor gestelde eisen is voldaan: de eisen, waaraan moet zijn voldaan voor een geslaagd beroep op derdenbescherming. Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: • het hanteren van het Burgerlijk Wetboek; • literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; • een goederenrechtelijk arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden goederenrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag . werkwijze Tijdens de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Tijdens de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken. literatuur • Syllabus Beginselen Privaatrecht I 2007-2008 (verkrijgbaar in de VUboekhandel). Overige literatuur wordt bekendgemaakt in de syllabus en via Blackboard. toetsing Het tentamen is schriftelijk en bestaat deels uit enkele casus en deels uit multiple choice vragen. •
naam code studiepunten coördinator periode doel
88
Beginselen privaatrecht II (B1/BN1) 200125 6 dr.mr. K.A.P.C. van Wees (kamer 6A-37, tel. (020) 59 83553) week 2 - 14 Aan het einde van het vak Beginselen Privaatrecht II moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: • de meest elementaire begrippen van het verbintenissenrecht in samenhang met die van het algemeen deel van het vermogensrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd; • de belangrijkste bronnen van waaruit verbintenissen tussen rechtssubjecten kunnen ontstaan; • de eisen, waaraan moet zijn voldaan om van een geldige totstandkoming van een rechtshandeling in het algemeen en een meerzijdige rechtshandeling in het bijzonder te kunnen spreken (verdiepend); • de eisen die de wet stelt aan het op de juiste wijze vernietigen van een rechtshandeling (verdiepend) en de rechtsgevolgen van een vernietigde of nietige rechtshandeling;` • de eisen die de wet stelt aan het tenietgaan van een verbintenis door de werking van een ontbindende voorwaarde, alsmede de rechtsgevolgen daarvan (verdiepend);
Rechtsgeleerdheid
•
de belangrijkste mogelijkheden waarover een schuldeiser beschikt om op te treden tegen een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis door diens schuldenaar; • de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een (eigen) onrechtmatige daad te doen ontstaan (op hoofdlijnen); • de regels aan de hand waarvan de omvang van de verbintenis tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad dient te worden bepaald (op hoofdlijnen); • de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis op grond van onverschuldigde betaling (verdiepend), zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking (op hoofdlijnen) te doen ontstaan. Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: • het hanteren van het Burgerlijk Wetboek; • literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; • een arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden verbintenisrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag. werkwijze Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken. literatuur Werkboek Beginselen Privaatrecht II 2007-2008 (verkrijgbaar in de VU boekhandel); Overige literatuur wordt bekendgemaakt in het werkboek en via Blackboard. toetsing Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit enkele casus. naam code studiepunten coördinator periode doel
Beginselen staatsrecht (B1/BN1) 200124 5 mr. W.P. Boor (kamer 6A-10, tel. (020) 59 86262) week 41 – 51 Het kennen van de elementaire begrippen van het nationale en het internationale publiekrecht, het kunnen toepassen van deze begrippen op eenvoudige casus en het inzicht hebben in het functioneren van een democratische rechtsstaat, mede binnen de internationale rechtsorde. inhoud Vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat komen aan de orde de betekenis van constitutie, grondwet en verdragen; de ontwikkeling, inrichting en werking van de parlementaire democratie; historie en huidige betekenis van de grondrechten; alsmede de verschillende soorten regelgeving. In de aanvang van de cursus wordt met name ingegaan op de historische rol en huidige positie van de koning(in) in het Nederlandse staatsrecht. werkwijze Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding. Daarnaast
Examenonderdelen
89
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
worden werkgroepen/werkcolleges verzorgd, waarin dieper op de verschillende onderdelen van de stof wordt ingegaan. Tijdens de werkgroepen wordt een actieve deelname verwacht in die zin, dat men de vragen en opdrachten heeft voorbereid. Men dient daarbij altijd een wetgevingsbundel paraat te hebben. • Hoor- en werkcollegestof; • M.C. Burkens, H.R.B.M. Kummeling, B.P. Vermeulen, R.J.G.M. Widdershoven, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Deventer 2006 (6e druk); • B.P. Vermeulen e.a. (red.), De Koning in het Nederlandse staatsrecht, Ars Aequi, Nijmegen 2005. Schriftelijk tentamen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie. Dit vak moet zijn behaald alvorens tentamen te kunnen afleggen in Staatsrecht I en II (B2). Spreekuur: volgens afspraak.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Beginselen strafrecht (B1/BN1) 200122 6 mr. B. de Wilde (kamer 8A-18, tel. (020) 59 86233) week 41 – 51 Het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel strafrecht op te lossen. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. inhoud De belangrijkste materieelrechtelijke leerstukken (zoals opzet en culpa, strafuitsluitingsgronden en poging) en de hoofdlijnen van het strafproces, inclusief mensenrechten, komen aan de orde. werkwijze • Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. • Werkgroepen. Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen deel uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. • Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. literatuur • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse
90
Rechtsgeleerdheid
strafrecht, Deventer: Kluwer 2007; M. Bosch & S.A.M. Stolwijk, Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2006. toetsing Schriftelijk tentamen, waarbij de nadruk ligt op casusoplossen. Het tentamen bestaat geheel of gedeeltelijk uit multiplechoicevragen. •
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
naam code studiepunten coördinator periode
Beginselen strafrecht (BC1) 212203 6 mr. B. de Wilde (kamer 8A-18, tel. (020) 59 86233) week 41 - 51 Het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel strafrecht op te lossen. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. De belangrijkste materieelrechtelijke leerstukken (zoals opzet en culpa, strafuitsluitingsgronden en poging) en de hoofdlijnen van het strafproces, inclusief mensenrechten, komen aan de orde. • Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. • Werkgroepen. Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen deel uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. • Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2007; • M. Bosch & S.A.M. Stolwijk, Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2006. Schriftelijk tentamen, waarbij de nadruk ligt op casusoplossen. Het tentamen bestaat geheel of gedeeltelijk uit multiplechoicevragen. Beginselen volkenrecht (B3) 200375 2,9 dr. H.M.G. Denters (kamer 7A-21, tel (020) 59 86305) week 45 - 49
Examenonderdelen
91
doel Het verwerven van inzicht in de structuur en beginselen van het volkenrecht. De student dient in staat te zijn om elementaire rechtsproblemen van internationale aard ter herkennen en op te lossen door toepassing van de rechtsbronnen. inhoud Dit vak behandelt de elementaire leerstukken van het volkenrecht. Hierbij komen onder meer aan de orde: bronnen, rechtssubjecten, jurisdictie en immuniteiten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan specifieke deelgebieden van het volkenrecht, zoals vrede en veiligheid. werkwijze Hoor- en werkcolleges. literatuur • Syllabus Beginselen volkenrecht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. • P.A. Nollkaemper, Kern van het Internationaal Publiekrecht, Boom Jurdische Uitgevers, 2005. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt tevens dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. voorkennisvak 200110 : Beginselen Europees recht (B1) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
Belastingen van rechtsverkeer (M notarieel recht) 211416 5 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 7A-32, tel. (020) 598 6314) week 6 - 15 Grondige kennis van en inzicht in de toepassing van de overdrachtsbelasting, de kapitaalsbelasting en de formaliteit van registratie, zodanig dat men in de notariële praktijk op deze terreinen in korte tijd goed kan functioneren. Wetgeving, uitvoeringsregelingen en jurisprudentie inzake de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de omzetbelasting 1968 voor wat betreft de levering van onroerend goed en de Registratiewet 1970. Hoorcollege: tien weken van drie uur. Werkcollege: vier weken van twee uur.. J.C. van Straaten, Wegwijs in de overdrachtsbelasting, SDU, augustus 2006 (11e druk), ISBN 90 6476 1728. Mondeling tentamen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht zijn behaald! 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3)
naam Belastingrecht (M notariaat) code 211414 2114141 werkgroepen (6 studiepunten) 2114142 tentamen (12 studiepunten) studiepunten 18 coördinator mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 5986312) periode week 39 - 15 doel In het notariaat is kennis van het belastingrecht een absolute must. Naast de specifieke notarieel-fiscale vakken zoals successierecht, belastingen van rechtsverkeer en estate planning, is ook kennis van het 'algemene' belastingrecht zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en
92
Rechtsgeleerdheid
omzetbelasting en het internationaal belastingrecht van groot belang. De (kandidaat) notaris moet namelijk de fiscale gevolgen van juridische handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Dit klemt te meer nu steeds vaker complexe juridische structuren met allerlei fiscale gevolgen via het notariaat formeel worden geregeld. Daarnaast is het zo dat juristen werkzaam in bestuurlijke functies, advocatuur en bedrijfsleven in toenemende mate worden geconfronteerd met gecompliceerde problematiek, waarbij fiscale aspecten een belangrijke en veelal doorslaggevende rol spelen. De jurist dient als intermediair te kunnen fungeren tussen opdrachtgevers (bijvoorbeeld ondernemingen en/of particulieren) en fiscale specialisten, m.a.w. fiscale problematiek te onderkennen. Dit wordt van steeds meer belang nu het belastingrecht jaarlijks gecompliceerder wordt en de fiscale gevolgen van allerlei beslissingen materieel een voortdurend grotere rol spelen. Het internationaal belastingrecht wint daarbij sterk aan betekenis als aspect van internationale juridische en economische betrekkingen. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Voorts dient men de basiskennis te verdiepen door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het is daartoe wenselijk de studie in het vak belastingrecht vanaf de aanvang van het studiejaar ter hand te nemen, aangezien het programma is gericht op het verwerven van (kritisch) inzicht en het leggen van verbanden met andere maatschappelijke en economische vraagstukken. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economischmaatschappelijke vraagstukken. Deze methodiek prevaleert daarom boven het verwerven van parate-feitenkennis, zonder nochtans dit laatste te onderschatten. inhoud In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld, zoals de economische betekenis van de belastingen; het verband tussen belastingen, maatschappij en recht; grondslagen van een rechtvaardig belastingstelsel in het licht van inkomensverdeling en collectieve uitgaven, e.d. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. werkwijze De hoorcolleges worden gegeven in het eerste semester gedurende vier uur per week en in het tweede semester, gedurende twee uur per week. In totaal minimaal 52 college-uren, waarvan 20 uren belastingwetenschap (capita). Tevens wordt - in het tweede semester - een werkcollege 'techniek van de belastingheffing' gegeven (20 college-uren). Op het werkcollege wordt een aantal vraagstukken behandeld, welke tevoren door de studenten worden voorbereid. Hierbij komen met name aan de orde problemen met betrekking tot fiscale winstberekening, de fiscale balans, het aanmerkelijk belang, de inkomsten uit sparen en beleggen, alsmede enkele problemen op het gebied van de vennootschapsbelasting, internationaal en europees belastingrecht alsmede de omzetbelasting. Indien de werkcolleges
Examenonderdelen
93
onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen. In bijzondere situaties kan de docent een aanvullend werkstuk verplicht stellen literatuur Verplichte literatuur • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Deventer, laatste druk. • L.G.M. Stevens, Elementair Belastingrecht voor Economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk (bedoeld als inleiding en orientering op de stof). • E.J.W. Heithuis en R.P. van den Dool, Compendium Vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer 2007 (6e druk). • Belastingwetten, SDU of, Kluwer of Vermande, uitgave 2007. • M.P. van Overbeeke, e.a. Compendium Belastingrecht, 2007. De laatste uitgave is - als syllabus - verkrijgbaar bij de VU Boekhandel. In verband met de dynamiek in het belastingrecht dient men van alle literatuur steeds de laatste druk te raadplegen c.q. bijgewerkte losbladige uitgaven. Ter oriëntatie aanbevolen literatuur • Weekblad voor Fiscaal Recht (weekblad). • Belastingbeschouwingen (maandblad). • Vakstudie Nieuws, Beslissingen Nederlandse Belasting Rechtspraak. (B.N.B.), • FED-losbladig Fiscaal Weekblad. • De Wegwijsserie, uitgaven van Kon.Vermande Lelystad H. Mobach, e.a., Cursus Belastingrecht (losbladig naslagwerk), uitgegeven in zeven banden, Gouda Quint/Noorduyn. (dit losbladige naslagwerk wordt ook gedeeltelijk in afzonderlijke boekjes uitgegeven, onder de naam: Studenteneditie 2007/2008 Cursus Belastingrecht, onderdeel Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting enz. enz.) Naslagwerken • Fiscale Encyclopedie de Vakstudie, Kluwer (zeer uitgebreid, losbladig). • Elsevier Belastinggids Inkomstenbelasting (wordt jaarlijks uitgegeven). • Fiscale Monografieën, Kluwer. • FED Fiscale Brochures (praktische toelichtingen op diverse onderwerpen). Bibliotheken Juridische en Economische Bibliotheek VU, alsmede de grootste (internationaal) georiënteerde bibliotheek, Het Internationaal Belastingdocumentatiebureau, Wenckebachweg 210, Amsterdam (AmstelBedrijvenpark). toetsing Het tentamen Belastingrecht wordt uitsluitend schriftelijk (open vragen) afgenomen en bestaat uit een theoretisch deel, gebaseerd op de hoorcolleges en een praktisch deel, waarbij de werkcollegestof centraal staat. Op het tentamen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de pocketeditie Belastingwetten, uitgeverij Kluwer, SDU of Vermande, zonder toevoegingen. Zowel de hoor- als werkcolleges vormen verplichte tentamenstof. Het tentamen heeft, inclusief de voor de werkcolleges voldoende gemaakte werkstukken een studiebelasting van 18 punten. Deze studiebelasting is ondeelbaar, maar tentamen en werkcolleges dienen elk afzonderlijk een voldoende resultaat op te leveren. Het werkcollege heeft zonder het tentamen geen zelfstandige betekenis.
94
Rechtsgeleerdheid
voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht zijn behaald! naam code studiepunten docent periode doel
Bestuurlijk organisatierecht (M) 201872 6 mr. M.C. de Voogd week 16 - 26 De leerdoelen van dit vak zijn: - het kennen van de juridische structuur van de bestuurlijke organisatie en van de juridische invalshoeken voor bestudering van de bestuurlijke organisatie; - het verwerven van inzicht in enkele belangrijke vraagstukken van bestuurlijk organisatierecht, mede aan de hand van wetgeving en jurisprudentie; - het zelfstandig kunnen analyseren, oplossen en bekritiseren van enkele casusposities van bestuurlijk organisatierecht, alsmede het schriftelijk kunnen presenteren van de bevindingen. inhoud De organisatie van het openbaar bestuur is niet statisch, maar voortdurend in beweging. Gemeenten worden samengevoegd en departementen heringedeeld, er wordt geprivatiseerd, verzelfstandigd, gecentraliseerd en gedecentraliseerd; op kleinere schaal worden bestuurscommissies, adviescommissies en afdelingen ingesteld en opgeheven, delegaties of mandaten verleend dan wel ingetrokken en worden politieke ambtsdragers en ambtenaren benoemd en ontslagen. Hoe zorgen we dat de grote steden hun economische positie kunnen versterken zonder de samen te voegen met hun randgemeenten? Is het aanvaardbaar dat voorzieningen voor gehandicapten in de ene gemeente anders zijn geregeld dan in de andere? Moeten de ministeries van Justitie en van BZK worden omgevormd tot een ministerie voor Veiligheid? Kunnen de gevangenissen worden verzelfstandigd of zelfs geprivatiseerd? Moet het Amsterdamse Gemeente Vervoer Bedrijf een NV worden? Wat zijn de gevolgen als de Staat haar aandelen in Schiphol NV verkoopt? Uiteenlopende vragen, maar allemaal een kwestie van organisatie(recht). Vragen waar het `klassieke’ staats- en bestuursrecht traditioneel weinig aandacht voor heeft, maar die voor burgers en de samenleving als geheel van enorm belang zijn. Niet zelden is de onrechtmatigheid van besluiten en andere handelingen van de overheid terug te voeren op manco¿s in de bestuurlijke organisatie. Het vak Bestuurlijk organisatierecht houdt zich bezig met de juridische aspecten van de organisatie van het openbaar bestuur. De bestuurlijke organisatie van Nederland is vandaag de dag gecompliceerder dan ooit. Ontwikkelingen zoals regiovorming, privatisering en de instelling van zelfstandige bestuursorganen hebben verstrekkende gevolgen voor de bestuurlijke organisatie. Kennis van gemeente- en provincierecht is daarvoor noodzakelijk maar tegelijkertijd ontoereikend. Het is de bedoeling te komen tot een geïntegreerde behandeling van de EG-rechtelijke en nationaalrechtelijke aspecten, alsmede van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke (en soms zelfs strafrechtelijke) kanten van de bestuursorganisatie.
Examenonderdelen
95
werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken, wellicht een excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard). Een groot deel van de colleges wordt verzorgd door mr. M.C. de Voogd, senior consultant bij Berenschot. Daarnaast wordt onderwijs verzorgd door o.a. mr. H. Battjes, mr. S.A.J. Munneke, mr. R. Nehmelman en prof.mr. S.E. Zijlstra. literatuur Zie Blackboard. toetsing Voor dit vak worden 10 colleges van elk twee uur aangeboden in het tweede blok van het tweede semester. Voor het vak dienen twee opdrachten te worden gemaakt die elk voor 25% meetellen in het eindcijfer. Aan het eind van de cursus wordt een tentamen afgelegd dat voor 50 % meetelt voor het eindcijfer. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode
96
Bestuursprocesrecht (B3/M) 201766 6 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-17, tel. (020) 59 86342) week 16 - 26 Verdieping van de kennis en het inzicht in het bestuursprocesrecht en het aanleren van een aantal praktische vaardigheden: het opstellen van processtukken en het pleiten. De praktische component bestaat uit het schrijven van een annotatie en het behandelen van een concrete zaak. Het theoretische gedeelte bestaat uit een aantal hoorcolleges waarin een aantal kernaspecten uit het bestuursprocesrecht nader worden uitgediept: belanghebbende, de bezwaarschriftprocedure, de omvang van het geding en de problematiek van de fuiken en trechters. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een casus uitgedeeld. Afhankelijk van zijn rol schrijft elke student gedurende het trimester een beroepschrift of een verweerschrift. Daarnaast zal college worden gegeven over een aantal onderdelen van het bestuursprocesrecht. Zie blackboard. Het cijfer wordt voor een groot deel bepaald door de opdrachten. Voor het overige deel door een in omvang beperkt tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Bestuursrecht sterk aanbevolen. De opzet van het vak impliceert een actieve inbreng van de studenten en doet derhalve niet alleen beroep op enige basiskennis (verkregen uit het vak Bestuursrecht) maar ook op de interesse van de student voor het procesrecht. Het stelt de studenten tevens in staat uitdrukkingsvaardigheden (schriftelijk en mondeling) te oefenen. Bestuursrecht (B3) 200378 8,6 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-17, tel. (020) 59 86342) week 44 - 5
Rechtsgeleerdheid
doel Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzonder gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen van) het bestuursrecht. Om dit doel te bereiken is het nodig dat u feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er etc. Bovendien moet u de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur. inhoud Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur: de uitvoerende macht van de overheid. Het bestuursrecht houdt regels in voor het functioneren van het openbaar bestuur (hierna: het bestuur) en de relatie van het bestuur tot de burgers. Tot het bestuur behoren bijvoorbeeld de gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries. Wat het bestuursrecht regelt, is samen te vatten in vijf onderwerpen: • de organisatie van het bestuur; • de bevoegdheden van het bestuur; • de normen waaraan het bestuur zich moet houden; • de handhaving door het bestuur van de voor burgers geldende rechtsnormen; • de rechtsbescherming die burgers kunnen inroepen tegen beslissingen en handelingen van het bestuur. Bij het vak Bestuursrecht worden deze onderwerpen bestudeerd. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges en werkgroepen. literatuur Literatuur wordt nader bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt tevens dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. voorkennisvak 200108 : Beginselen bestuursrecht (B1) naam code studiepunten coördinator periode doel
Bestuursrecht not (BN2) 211204 5,7 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-07, tel. (020) 59 86342) week 16 - 26 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzonder gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen van) het bestuursrecht. Om dit doel te bereiken is het nodig dat u feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het
Examenonderdelen
97
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
98
bestuur, welke bevoegdheden zijn er etc. Bovendien moet u de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur. Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur: de uitvoerende macht van de overheid. Het bestuursrecht houdt regels in voor het functioneren van het openbaar bestuur (hierna: het bestuur) en de relatie van het bestuur tot de burgers. Tot het bestuur behoren bijvoorbeeld de gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries. Wat het bestuursrecht regelt, is samen te vatten in vijf onderwerpen: • de organisatie van het bestuur; • de bevoegdheden van het bestuur; • de normen waaraan het bestuur zich moet houden; • de handhaving door het bestuur van de voor burgers geldende rechtsnormen; • de rechtsbescherming die burgers kunnen inroepen tegen beslissingen en handelingen van het bestuur. Bij het vak Bestuursrecht I worden de eerste vier onderwerpen bestudeerd. Hoorcolleges en werkgroepen. Literatuur wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen bestuursrecht behaald moet zijn. 200108 : Beginselen bestuursrecht (B1) Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) 201562 6 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 42 - 49 Het vak richt zich op het verkrijgen van inzicht in een aantal aspecten van de gevolgen van wanbetaling en betalingsonmacht van de schuldenaar bezien vanuit de positie van de schuldeiser. In dit vak wordt aandacht besteed aan de positie van schuldeisers, zoals financiers en leveranciers, bij wanbetaling en betalingsonmacht van de schuldenaar. Aandacht wordt besteed aan het betalingsverkeer in het algemeen, de zekerheden voor financiers en leveranciers, algemene voorwaarden, bankgarantie en borgtocht, verrekening, aansprakelijkheid van derden en regres, beslag en executie. Acht hoorcolleges van 2 uur. Wordt nog bekend gemaakt in de syllabus. Schriftelijk tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Dit vak is mede bedoeld voor studenten die de Bedrijfsrechtelijke afstudeerrichting volgen. 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200205 : Contractenrecht (B2/BN2)
Rechtsgeleerdheid
naam Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) code 201830 201829: 3 studiepunten studiepunten 6 coördinator dr. J.W. Sap (kamer 7A-22, tel. (020) 598 6303) periode week 16 - 26 doel Doel van dit vak is studenten die in de relatie tussen bijbel, christelijk geloof en recht geïnteresseerd zijn mogelijkheden te geven bepaalde thema's nader uit te diepen, problemen te onderkennen en standpunten te verdedigen. Daarbij is de kennis van en inzicht in de standpunten van anderen een eerste stap om te komen tot een eigen mening en onderlinge discussie. Studenten worden gestimuleerd te reflecteren op de relatie tussen bijbel en christelijk geloof enerzijds en het recht anderzijds. Is de bril waarmee we naar problemen kijken wel adequaat? Wat zijn onze impliciete uitgangspunten met het oog op onze toekomstige positie in het werkveld? inhoud De centrale vragen die in dit vak aan de orde komen zijn de volgende: 1. Welke rol speelt het recht in de bijbel? 2. Welke rol spelen de bijbel en het christelijk geloof in het recht? De nadruk zal op de tweede vraag liggen. Deze vragen zijn op talloze manieren uit te werken. Om een aantal onderwerpen te noemen: - het sociale recht in de bijbel (de zorg voor weduwen en wezen); - het strafrecht in de bijbel; - het proces van Jezus; - recht in het nieuwe testament; - christelijke staatsvisies; - de visie van Paul Scholten op het recht; - medezeggenschap (o.a. in ondernemingen); - de verhouding tussen (positief) recht en gerechtigheid; - eerbied voor het leven. - vreemdelingenrecht. werkwijze Een paper en een literatuurpakket. literatuur Bij voldoende belangstelling (meer dan tien studenten) zal eventueel een syllabus worden uitgegeven toetsing Mondeling tentamen en/of paper. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Schriftelijk aanmelden voor 1 maart 2008. naam Burgerlijk procesrecht (M) code 201846 Dit keuzevak maakt ook onderdeel uit van het vak Verdieping burgerlijk procesrecht (201845) studiepunten 6 coördinator mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 5986283) periode week 3 - 7 (N.B.: een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase) doel Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het executierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische, probleemoplossende en schriftelijke
Examenonderdelen
99
inhoud
werkwijze toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
100
vaardigheden (zoals lezen en becommentariëren van rechtspraak, oplossing van casus, schriftelijk presenteren van een juridisch betoog) eigen maakt. Het deelonderwerp dat wordt behandeld is het executierecht. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat de winst van een procedure omgezet moet kunnen worden in klinkende munt. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van het executierecht. Studenten volgen colleges in week 3, 4 en 5 en maken tevens diverse opdrachten. Opdrachten Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten (vanaf 19-2006 ook Pleitoefening!) in de bachelor zijn behaald. Het aantal deelnemers is onbeperkt. 200215 : Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) (of) 200210 : Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) 200215 5,7 mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) week 16 - 26 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het procesrechtelijke en faillissementsrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische (lezen van rechtspraak) en probleemoplossende (oplossing van casus) vaardigheden eigen maakt. De volgende hoofdonderdelen komen aan de orde: de rechterlijke organisatie en de rol en bevoegdheid van de rechter; de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg; de verzoekschriftprocedure en het kort geding, bewijs, rechtsmiddelen, executie- en beslagrecht en insolventierecht. Wekelijks worden hoorcolleges, werkgroepen en werkcolleges verzorgd. Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof en tijdens de werkgroepen en werkcolleges worden casus behandeld. - Studiereeks Burgerlijk Procesrecht, deel I tot en met VI, Kluwer, Deventer, laatste drukken - C.J.J.C. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer, Rechtspraak Burgerlijk procesrecht, 5e druk, Sdu 2007; aanbevolen. - De op Blackboard voor de werkgroepen opgegeven arresten; deze staan in de aanbevolen arrestenbundel. Schriftelijk tentamen met multiple choice vragen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen privaatrecht I en II behaald moet zijn. 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Capita selecta belastingrecht (M) 201551 4 prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 7A-38, tel. (020) 5986317) week 39 - 51 Het verwerven van kennis en inzicht in de betekenis van het belastingrecht voor de maatschappelijke structuur en ontwikkeling; het verwerven van enige kennis en inzicht met betrekking tot de overheidsfinanciën en de verhouding met de belastingheffing. In de hoorcolleges worden enkele capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap behandeld. Tevens wordt aandacht geschonken aan de plaats van het belastingrecht in de samenleving. Gedurende tien weken wordt twee uur per week hoorcollege gegeven. Verplichte literatuur. • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Kluwer, 8e druk 2002; • Artikelen die bij de afzonderlijke colleges worden opgegeven. Schriftelijk of mondeling, tentamen twee maal per jaar. Tevens dient verplicht een paper te worden geschreven voor het vak, waarvoor een apart cijfer wordt gegeven. Het eindcijfer wordt bepaald door beide cijfers te middelen, waarbij ieder onderdeel op zich ook tenminste met een voldoende moet zijn beoordeeld. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
naam Capita selecta contractenrecht (B3/M) code 200372 Capita selecta contractenrecht is ook één van de vier keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht. studiepunten 6 coördinator mr. D. Haas (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86290 e-mail:
[email protected]) periode week 6 - 15 doel Capita Selecta Contractenrecht is vooral bedoeld voor studenten die privaatrechtelijk willen afstuderen en die om die reden in het derde bachelorjaar een privaatrechtelijk voorsorteervak dienen te volgen. De cursus bouwt inhoudelijk voort op de cursus Contractenrecht die in het tweede bachelorjaar wordt gedoceerd. Tijdens de cursus zullen er drie nog nader te selecteren inhoudelijke thema's centraal staan. Aan de hand van de juridische vragen die in het kader van die thema's kunnen rijzen, kunnen studenten hun kennis van het overeenkomstenrecht verder verdiepen. (In het studiejaar 2006/2007 kwamen de volgende thema's aan bod: `elektronische totstandkoming van overeenkomsten', 'constitutionalisering van het contractenrecht' en ` samenloop van vorderingen uit overeenkomst en vordering uit onrechtmatige daad'). Naast die beoogde kennisverdieping wordt ook het realiseren van een aantal vaardighedenleerdoelen beoogd. Hier
Examenonderdelen
101
kan met name worden gedacht aan de vaardigheden die nodig zijn om, op basis van een juridisch relevante vraagstelling, zelfstandig en onder tijdsdruk informatie te verzamelen en die kritisch te analyseren ten behoeve van een juridisch en maatschappelijk verdedigbare beantwoording van die vraagstelling. Voorts kan worden gedacht aan de vaardigheid om de resultaten van het verrichte onderzoek alsmede de op basis daarvan getrokken conclusies schriftelijk te rapporteren of mondeling te presenteren en te verdedigen. werkwijze De werkwijze die in deze cursus wordt gevolgd, sluit aan bij de hiervoor genoemde vaardighedenleerdoelen die worden nagestreefd. Er worden per inhoudelijk thema in de regel twee colleges gegeven. Het werkboek bevat een aantal vragen die met dat thema verband houden en die beantwoord zullen moeten worden. Het werkboek bevat tevens een of meer inleidende publicaties op basis waarvan aanvullend materiaal kan worden gevonden om tot die beantwoording te komen. Mogelijk is dat de daarvoor noodzakelijke voorbereiding verder wordt gefaciliteerd door het opdragen van een voorlopige opdracht. Vervolgens zal de docent het eerste college van een thema vooral benutten om na te gaan of het aanvullend materiaal ook daadwerkelijk door de studenten is gevonden en of dat materiaal relevant is om de vragen te kunnen beantwoorden die rijzen in het kader van het betreffende thema. Het beantwoorden van die vragen geschiedt vervolgens niet door de docent, maar aan de hand van onderlinge informatie-uitwisseling tussen de studenten die aan het college deelnemen. De docent fungeert in de regel ‘slechts’ als coach die dat proces faciliteert en die op basis van de uitkomsten daarvan zonodig recapituleert. Het tweede college van een thema kan verschillend worden ingevuld. Het college zou bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt voor het houden van studentpresentaties of studentdiscussies, maar het kan ook de functie hebben van een 'inloopspreekuur', waar studenten nadere (controle)vragen kunnen stellen die zijn gerezen na verdere zelfstudie, ter voorbereiding op het maken van de definitieve opdracht die telkens aan het einde van het tweede college wordt bekendgemaakt. literatuur Electronisch werkboek Capita Selecta Contractenrecht 2007-2008, verkrijgbaar via Blackboard CourseInfo. toetsing Tijdens de cursusperiode moet de student diverse opdrachten uitvoeren die zijn gerelateerd aan de inhoudelijke thema's. In de eerste plaats moet er in groepsverband een onderzoek worden uitgevoerd, waarover gerapporteerd dient te worden door middel van het schrijven van een groepspaper en het verzorgen van een groepspresentatie. In de tweede plaats dient de student een individueel onderzoek uit te voeren en de resultaten daarvan kritisch te vergelijken met de resultaten die andere studenten hebben geboekt. Die kritische vergelijking vindt enerzijds plaats tijdens een discussie met medestudenten en geschiedt anderzijds in het kader van het schrijven van een individueel paper. Ook de derde opdracht bestaat uit het schrijven van een individueel paper. De laatste opdracht behelst het zelfstandig bijhouden van de actuele en relevante arresten van de Hoge Raad die op het terrein van het overeenkomstenrecht zijn gewezen in de periode 1 april 2007 t/m 1 april 2008. Tijdens een individuele bespreking met de docent dient de student de betekenis van die arresten in het licht van de ontwikkeling van het overeenkomstenrecht te kunnen duiden. Het gemiddelde van de cijfers die de
102
Rechtsgeleerdheid
student met het maken van de opdrachten behaalt, is tevens het eindcijfer dat voor de cursus als geheel wordt behaald. voorkennis Na een afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvak 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) naam Capita selecta omzetbelasting (M) code 201510 Dit vak wordt gegeven door de Universiteit van Tilburg en is uitsluitend toegankelijk voor studenten van de afstudeerrichting Fiscaal recht. Voor studenten die de variant: Indirecte belasting volgen is dit een verplicht vak. studiepunten 6 periode week 7 - 15 doel • Inzicht kunnen geven in enige onderwerpen op het gebied van de omzetbelasting, als ook in hun achtergronden en hun systematiek • Oordeel kunnen geven over de jurisprudentie die met betrekking tot de afzonderlijke onderwerpen verschijnt • Oordeel kunnen geven over of een gewezen arrest past in de voorheen gewezen jurisprudentie of juist niet • Op hoog niveau kunnen toepassen van de leerstukken ondernemerschap, prestaties en aftrek van voorbelasting bij de vastgestelde onderwerpen • Aan de hand van een casus de afzonderlijke leerstukken kunnen toepassen, het probleem analyseren, de betreffende regeling interpreteren en zijn antwoord motiveren • Creatief en kritisch kunnen omgaan met genoemde onderwerpen; feilen van bestaande regelingen kunnen formuleren alsmede oplossingen aan kunnen dragen om deze feilen te verhelpen. • De Nederlandse omzetbelastingwetgeving kunnen interpreteren in het licht van Europese Zesde richtlijn. • Omzetbelastingwetgeving van andere lidstaten kunnen interpreteren. • Overeenkomsten en verschillen tussen Europese, Nederlandse en regelgeving van andere lidstaten op het gebied van de omzetbelasting kunnen constateren en verklaren. inhoud De te behandelen onderwerpen van het vak aan de hand waarvan een verdere verdieping van Omzetbelasting plaatsvindt, kunnen in principe per jaar verschillen. De onderwerpen zullen voorafgaand aan het tweede semester, meestal in december, door de docenten worden vastgesteld. Het betreft in elk geval thema's die veelvuldig aan de orde komen in de (rechts)praktijk literatuur • Reader Capita Selecta Omzetbelasting. • Pocket Belastingwetten. meest recente uitgave toetsing Paper, Referaat en debat, opgave, Oefenrechtbank opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! naam code studiepunten coördinator periode doel
Capita selecta pensioenrecht (B3/M) 201775 6 prof.dr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 59 86268) week 16 - 26 Juridische verdieping van het vak Pensioenrecht. In dit vak wordt geen volledig overzicht gegeven van de diverse juridische aspecten betreffende
Examenonderdelen
103
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak
pensioenvoorzieningen. In dit verdiepingsvak zal één bijzonder onderwerp nader uitgediept worden. De inhoud kan jaarlijks veranderen, rekening houdend met hetgeen op dat moment actueel is. Schrijven en verdedigen van een werkstuk over een afgebakend pensioenjuridisch onderwerp Nader op te geven. Werkstuk en mondeling tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Spreekuur: in beginsel elke donderdag van 10.00-11.00 uur, kamer 6A-24. 201804 : Pensioenrecht (B3/M) Capita selecta rechtsfilosofie (B3/M) 201865 6 prof.dr. P.C. Westerman (kamer 7A-35, tel. (020) 5986325 of (050) 3015902) week 16 - 26 Op kritische wijze kunnen argumenteren en discussieren over enkele uitgangspunten van het recht. Enkele vragen die in deze collegereeks aan bod komen: Wat is het verschil tussen straffen en behandelen? Is belonen niet beter dan straffen? Doen juridische beslissers aan rechtsvinding of aan rechtsschepping? Hoe gedetailleerd moet de wetgever willen reguleren? En wat is de rol van het gelijkheidsbeginsel? Interactieve werkcolleges. Losse teksen. Take-home tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Omdat de leerdoelen alleen bereikt kunnen worden door actieve inbreng van de student tijdens de bijeenkomsten, is aanwezigheid vereist. Rooster met college-opbouw een week van te voren verkrijgbaar op het afdelingssecretariaat kamer 7A-42. 200213 : Encyclopedie II
naam code studiepunten coördinator periode doel
Casus recht (B2/BN2) 200214 0 mr. S. Mutluer (kamer 6A-35, tel. (020) 59 86288) week 14 - 26 De casus recht is deel van het vaardighedenonderwijs. In tweetallen moeten studenten een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen en familierecht of burgerlijk procesrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. Studenten dienen zelf de hiervoor benodigde literatuur, rechtspraak en andere bronnen te zoeken, zoals geleerd in het vak rechtzoeken. Het resultaat moet een paper zijn waarin de casus is uitgewerkt/opgelost. De paper dient geschreven te zijn volgens de standaarden zoals bij het projectonderwijs in het eerste jaar is geleerd. Voor enkele studenten is er ook een mogelijkheid een casus staatsrecht te maken. werkwijze Voor dit vak wordt geen onderwijs gegeven. In tweetallen moeten studenten
104
Rechtsgeleerdheid
literatuur toetsing
voorkennis
voorkennisvakken
een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen- en familierecht of burgerlijk procesrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. De gehele bibliotheek en alle databanken. Een paper met de casusuitwerking/oplossing. Iedere paper wordt met de studenten doorgesproken. Om administratieve redenen is dit vak onderdeel van het vak Goederenrecht (200209). U dient beide onderdelen te behalen om de studiepunten voor het vak Goederenpunt te behalen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleenen Project, Beginselen privaatrecht I en II en Beginselen staatsrecht (Essay staatsrecht) behaald moet zijn. 200109 : Project (B1) 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) 200104 : Beginselen staatsrecht (B1) (Verplicht voor studenten die een essay staatsrecht maken.)
subject code credits co-ordinator period aim
Children's Rights from an International Perspective 200928 6 prof.dr. J.C.M. Willems (
[email protected]) (semester 2, first half) This course is designed to provide students with a basic understanding of interdisciplinary concepts essential to the study of children's rights, and to make them familiar with the content, interpretation and implementation of the UN Convention on the Rights of the Child (CRC, 1989). content This course deals with the content, interpretation, implementation and monitoring of the (UN) Convention on the Rights of the Child (CRC, New York, 20 November 1989), as one of the (9 to 11) international (UN) human rights instruments. Children¿s rights in the CRC may be defined as state obligations regarding the holistic development of children, based on the participation of all actors, first of all parents and children themselves. Key concepts regarding holistic development are Secure Attachment and the Best Interests of the Child. And, in a negative sense, Child Abuse, Neglect and Exploitation and Adverse Childhood Experiences. Children's rights imply Preparation for Parenthood through education, 'responsibilization' and (other forms of) empowerment. This has to be promoted by the State through laws and policies of emancipation (Trias Pedagogica) and anti-discrimination (anti-Transism), which set the stage for transformation from Protection to Provision & Participation, that is, for the combination of universal & selective Prevention in a Parent and Child Care Continuum. These interdisciplinary concepts and terms, and related state obligations, will be discussed in the first part of the course. In the second part of the course, students will present their own research into the international monitoring process in relation to children's rights topics of their own choice, on which they will prepare a paper. literature Jan C.M. Willems (ed.), Developmental and Autonomy Rights of Children; Empowering Children, Caregivers and Communities, Intersentia: Antwerp, 2007 (2nd ed.), and other texts. mode of assessment Paper outline, oral presentation, and paper (max. 5,000 words, footnotes,
Examenonderdelen
105
bibliography and appendices not included). remarks This course will be given in English. Students must have a good spoken and written command of the English language. This course is meant for foreign exchange and LLM students, as well as for regular students of our faculty. Exchange students must have completed basic courses on Family and Health Law and/or International (Human Rights) Law. Dutch students must have completed the course 'Familie- en gezondheidsrecht'. naam code studiepunten coördinator
Contractenrecht (B2/BN2) 200205 5,7 mr. D. Haas (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86290 e-mail:
[email protected]) periode week 41 - 51 doel Het vak Contractenrecht bouwt in grote lijnen voort op de kennis die studenten in het vak Beginselen Privaatrecht II hebben verworven met betrekking tot de totstandkoming van rechtshandelingen in het algemeen en meerzijdige rechtshandelingen in het bijzonder. Het doel van het vak Contractenrecht is in de eerste plaats om 'gegeven de geldige totstandkoming van de verbintenisscheppende overeenkomst' de student bij te brengen hoe met regels van contractenrecht diverse kwesties kunnen worden aangepakt die verband houden met de inhoud en de uitvoering van een overeenkomst (precontractuele redelijkheid en billijkheid; volmacht; uitleg; aanvullende en beperkende werking van redelijkheid en billijkheid; onvoorziene omstandigheden; algemene voorwaarden; niet-nakoming van verbintenissen uit overeenkomst en de vordering tot nakoming, schadevergoeding en ontbinding; overeenkomsten en derdenwerking). Het doel is voorts dat de student de opgedane kennis aan het einde van het vak in een tentamen kan toepassen door middel van het analyseren en oplossen van een aantal casusposities. Daarbij zal de student dan allereerst 'gegeven de casus' tot de formulering van een juridische probleemstelling moeten komen. In de tweede plaats zullen de juridische argumenten die relevant zijn voor de beantwoording van die probleemstelling achtereenvolgens moeten worden verzameld, geanalyseerd en gewogen, waarna op basis van de uitkomst van dat proces een conclusie dient te worden getrokken. Belangrijke argumenten ontleent de student natuurlijk aan wetsbepalingen en aan jurisprudentie, doch zij vormen geen op zichzelf staande argumenten waarmee een probleemstelling op een tentamen afdoende kan worden beantwoord. De student zal telkens gemotiveerd moeten kunnen aangeven waarom hij meent dat hij ' voor een bepaalde wijze van beantwoorden van de probleemstelling' een argument meent te kunnen ontlenen aan een (vereiste van een) wetsbepaling of een arrest. Dat betekent derhalve dat de wet en jurisprudentie steeds zal moeten worden toegepast in de specifieke context van de feiten en omstandigheden van de gegeven casuspositie. werkwijze Het vak Contractenrecht wordt gedoceerd gedurende 10 weken door middel van hoorcolleges en intensieve werkgroepen. Voor deelname aan de werkgroepen dient men zich in te schrijven. Tijdens de hoorcolleges staat telkens een bepaald thema centraal, dat betrekking heeft op één of meer van de belangrijkste leerstukken van het contractenrecht. De hoorcolleges beogen te voorzien in het leggen van een basis voor het oefenen met die leerstukken
106
Rechtsgeleerdheid
literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvak
(door middel van de casustoepassing) tijdens het werkgroeponderwijs, ter voorbereiding op het tentamen. Deelname aan het werkgroeponderwijs vooronderstelt dat men voldoende is voorbereid om actief en op niveau over de toepassing van de leerstukken mee te praten. Die voorbereiding wordt gefaciliteerd door middel van het opdragen van voorbereidingsactiviteiten. Wie niet aan het werkgroeponderwijs wil deelnemen, of wie de toegang tot deelname in verband met onvoldoende voorbereidingsniveau voor de rest van de cursus wordt geweigerd, kan deelnemen aan een plenair werkcollege dat telkens aan het einde van de week wordt verzorgd. Tijdens dat werkcollege worden kort de antwoorden op de casusposities besproken. • Werkboek Contractenrecht 2007/2008, verkrijgbaar in de VU boekhandel; • C.J.H. Brunner en G.T. de Jong, Verbintenissenrecht algemeen, Studiereeks Burgerlijk Recht, 3e druk, Deventer: Kluwer 2007 (indien deze druk in september 2007 niet is verschenen, wordt gebruikt gemaakt van de 2e druk uit 2004). • Jac. Hijma, C.C. van Dam, W.A.M. van Schendel en W.L. Valk, Rechtshandeling en Overeenkomst, Studiereeks Burgerlijk Recht, 5e druk, Deventer: Kluwer 2007 (indien deze druk in september 2007 niet is verschenen, wordt gebruikt gemaakt van de 4e druk uit 2004). • P. Klik, Koop en Consumentenkoop, 7e druk, Deventer: Kluwer 2007 (indien deze druk in september 2007 niet is verschenen, wordt gebruikt gemaakt van de 6e druk uit 2004). • Arresten burgerlijk recht met annotaties, verzameld door T.A.W. Sterk, Deventer: Kluwer 2007. Schriftelijk tentamen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen privaatrecht II behaald moet zijn. 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Criminologie in de praktijk: studiereis Cleveland, USA 212318 6 dr. F. van Gemert (kamer 8A-24, tel. (020) 59 86224) week 22 - 26 (één week verblijf in USA) Het doel van dit vak is kennis maken met en kritisch reflecteren op de criminologische realiteit van een grote Amerikaanse stad (in vergelijking tot Nederlandse steden). inhoud Gedurende het verblijf in Cleveland worden bezoeken gebracht aan uiteenlopende instanties en locaties. Dit resulteert niét in een reeks academische lezingen, maar de studenten zullen zich bevinden in diverse settings waar ze de dagelijkse gang van zaken van nabij kunnen optekenen. Onderdelen zijn: rechtspraak (o.a. plea bargaining), (jeugd)detentie, jeugdcriminaliteit (o.a. gangs), school, bestuur en beleid, politie (federal en local), armoede in achterstandswijken. werkwijze In juni 2008 wordt een studiereis gemaakt naar Cleveland (USA). Voorafgaand aan de reis wordt in enkele bijeenkomsten aan de hand van bestaande literatuur uitleg gegeven over centrale thema's. Studenten kiezen een onderwerp voor een paper dat ze schrijven na terugkeer in Nederland.
Examenonderdelen
107
Gedurende het verblijf in Cleveland wordt bijzondere aandacht besteed aan observeren en het maken van fieldnotes. Dit zijn belangrijke bouwstenen voor het te schrijven paper. literatuur Een beperkte hoeveelheid literatuur wordt voor de reis verstrekt en besproken. toetsing Paper wordt ingeleverd enige weken na terugkeer in Nederland opmerkingen • Aanmelding voor dit vak dient te gebeuren vóór 1-1- 2008 bij de docent. Studenten bekostigen zelf het grootste deel van de reis (1100 -1200 Euro). Inbegrepen zijn vliegticket, verblijf en vervoer ter plekke en een deel van de maaltijden. • Alleen toegankelijk voor Bachelor 3 en Masterstudenten Criminologie. • Het vak gaat alleen door als er minimaal 10 en maximaal 15 studenten hebben ingeschreven voor dit vak. naam code studiepunten coördinator docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur voorkennis opmerkingen
Culturele criminologie en georganiseerde criminaliteit (M crim) 212405 6 dr. D. Siegel (kamer 8A-24, tel. (020) 59 86223) dr. F.H.M. van Gemert In dit vak wordt ingegaan op etnografisch onderzoek dat gebruik maakt van methoden, zoals interviews en vooral (participerende) observatie, die criminaliteitsverschijnselen `van binnenuit¿ kunnen beschrijven. Het doel van dit vak is om studenten bekend te maken met deze benadering door kritische bestudering van originele teksten en het uitvoeren van zelfstandige onderzoek De studenten nemen kennis van etnografische bijdragen en culturele criminologische benadering. Aan de hand van verplichte literatuur bereiden studenten presentaties voor alvorens ze aan een onderzoek beginnen dat gezamenlijk (3-4 personen) wordt uitgevoerd. Studenten leggen de daarin gevolgde werkwijze nauwgezet uiteen en komen tot een kritische beschouwing. Tijdens de colleges worden theoretische aspecten (in het vorm van presentaties van literatuur) behandeld en veldwerkervaringen besproken. Met een individueel werkstuk, gebaseerd op het eigen veldwerk, wordt het vak afgesloten. Ferrel, J. et al. (eds.) Cultural Criminology Unleashed. London: Glasshouse Press, 2004. Exclusief voor Masterstudenten Crminologie. Brede belangstelling voor kwalitatieve methoden van onderzoek. Maximaal 25 studenten kunnen deelnemen aan het vak Culturele criminologie.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Encyclopedie (Criminologie) (BC2) 212218 6 dr.mr. W.J. Veraart (kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325) week 15 - 26 De studenten handvatten aan te reiken die hen helpen fundamenteler na te denken over een aantal centrale problemen rond het functioneren van het recht, in het bijzonder het strafrecht, in onze samenleving. inhoud Het centrale thema van dit rechtsfilosofische vak is de spanning tussen
108
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
fundamentele rechten van burgers en instrumenteel beleid, toegespitst op het strafrecht. De volgende subthema's komen aan de orde: - Wat is recht en waarom is er recht: behandeling van verschillende rechtsopvattingen. - Sociale contractstehorieën en het recht om te straffen - De spanning tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid in de rechtsorde, in het bijzonder met betrekking tot straffen. - De mens als verantwoordelijk rechtssubject. - Actuele thema's: ‘Zinloos geweld’ en terreurbestrijding. Hoorcolleges (twee uur per week) en werkcolleges (twee uur per week). De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tijdens de werkcolleges is er ruimte voor debat. Reader Encyclopedie voor criminologen 2007-2008 (verkrijgbaar in VUboekhandel). Werkboek Encyclopedie voor criminologen 2007-2008 (verkrijgbaar in VUboekhandel). Collegestof. Schriftelijk tentamen. "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald).
naam code studiepunten coördinator periode doel
Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) 200206 8,6 dr.mr. W.J. Veraart (kamer 7A-35, tel. (020) 5986325) week 39 - 51 De bedoeling van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II is handvatten aan te reiken, die de studenten helpen (beter) te gaan nadenken over een aantal fundamentele vragen met betrekking tot het recht, inzicht te krijgen in sociaal-maatschappelijke aspecten van het recht en (beter) inzicht te krijgen in normatief-ethische aspecten van het recht. inhoud De volgende thema's komen aan de orde: • De verhouding tussen recht en moraal. • De grondslagen van de democratische rechtsstaat. • De grenzen van wetgeving. • Rechtsvinding. • Sociaal-wetenschappelijke bestudering van het recht. werkwijze Het onderwijs zal in de vorm van twee uur hoorcolleges per week gedurende het eerste trimester worden verzorgd. De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tevens worden werkcolleges verzorgd waarin artikelen, arresten en stellingen nader worden uitgediept. Tijdens die werkcolleges is er ruimte voor debat. literatuur • G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, Deventer, Tjeenk Willink, 1999 (vierde druk); • A. Soeteman, De droom van recht, Utrecht, Lemme 2000/2002; • Reader Encyclopedie II 2006-2007 (verkrijbaar in de VU-boekhandel);
Examenonderdelen
109
•
Syllabus Encyclopedie II 20065-2007 (verkrijgbaar in de VUboekhandel); • Collegestof. toetsing Schriftelijk tentamen met open vragen. voorkennis Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Encyclopedie I behaald moet zijn. voorkennisvak 200107 : Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) naam code studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Encylopedie der rechtswetenschap I (B1/BN1) 200127 6 week 2 - 14 Het vak Encyclopedie der rechtswetenschap I behandelt de geschiedenis van de rechtsfilosofie. Het gaat hierbij om kennis van een aantal belangrijke stromingen in het westerse denken over recht en staat. Tevens leert men rechtsfilosofische grondteksten analyseren. Uitgangspunt is dat we niet goed kunnen nadenken over recht en staat in de huidige wereld wanneer we geen lering kunnen trekken uit het verleden. Het vak dient als voorbereiding op Encyclopedie der rechtswetenschappen II (B2). Aan de hand van een aantal centrale vraagstukken, zoals de Verlichtingswaarden van vrijheid en gelijkheid, de verhouding van recht en moraal en dergelijke, worden de hoofdlijnen van de geschiedenis van het westerse denken over recht en staat geschetst. Het onderwijs wordt verzorgd in de vorm van hoorcolleges en werkcolleges. Bij de werkcolleges, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, respectievelijk uitvoeren. • Nader op te geven literatuur. • Collegestof. Schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Erfrecht I (BN2) 211201 5,7 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 7A-32, tel. (020) 5986314) week 2 - 13 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). inhoud In het vak Erfrecht I zal het erfrecht (boek 4 BW) worden behandeld. In het bijzonder komen aan de orde de algemene bepalingen (titel 1), het versterferfrecht (titel 2), de wettelijke verdeling en andere wettelijke rechten (titel 2A), uiterste willen (titel 3), waaronder begrepen de legitieme portie, en enkele soorten uiterste wilsbeschikkingen (titel 4, afd. 1 t/m 5). De bij deze stof behorende berekeningen zijn een onderdeel van de stof. werkwijze In de hoorcolleges zullen de te behandelen onderwerpen uitgebreid behandeld worden en zal de plaats van de arresten in de stof aangegeven
110
Rechtsgeleerdheid
literatuur toetsing voorkennis
opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvak
worden. In de werkcolleges zullen de onderwerpen gedetailleerd behandeld worden in voor te bereiden opgaven. De berekeningen en de arresten zullen hiervan vaste onderdelen uitmaken. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. Van den Burght en Ebben, Pitlo, Deventer 2004. Schriftelijk openvragen tentamen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen privaatrecht I en II behaald moet zijn. Dit tentamen vormt tevens het tentamen keuzevak Erfrecht I voor de studenten Nederlands recht. 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) Erfrecht II (BN3) 211357 5,7 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 7A-32, tel. (020) 598 6314) week 48 - 5 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). In het vak Erfrecht II zal het erfrecht (boek 4 BW) worden behandeld, in het bijzonder komen aan de orde executele en bewind (titel 4, afd. 6 en 7), de gevolgen van erfopvolging (titel 5, afd. 1), aanvaarding en verwerping (titel 5, afd. 2) de vereffing (titel 5, afd. 3) en de verdeling (titel 5, afd. 4). Bovendien wordt in dit kader aandacht besteed aan de titel 7 van boek 3 BW over de gemeenschap. Hoor- en werkcolleges. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. Van der Burght en Ebben, Pitlo, Deventer 2004. Schriftelijke openvragen tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Erfrecht I behaald moet zijn. 211201 : Erfrecht I (BN2)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Estate planning (M notarieel recht) 211417 8 prof.mr. A.H.N. Stollenwerck (kamer 7A-34, tel (020) 59 86315) week 16 - 26 Het leren adviseren inzake en het daadwerkelijk kunnen begeleiden van de overheveling van (familie)vermogens naar de volgende generatie(s), bezien zowel vanuit nationaal en als internationaal perspectief. Dit betreft zowel de menselijke, familiale kant, een fiscaal gunstige oplossing en een redelijk beheer door de volgende generatie. inhoud De reeds bestudeerde vakken Erfrecht, Huwelijksvermogensrecht,
Examenonderdelen
111
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
Successierecht, Inkomstenbelasting en de daarmee verwante problemen van burgerlijk en fiscaal recht worden zodanig met elkaar in combinatie gebracht en toegepast dat deze een antwoord geven op de vragen die bij cliënten van notariskantoren en aanverwante financiële dienstverleners leven. Tien weken drie uur hoorcollege. Vijf weken twee uur werkcollege. • Sonneveld en Kleijn, Estate Planning, SDU fiscale praktijkreeks, 2006, (8e druk); • Reader Estate Planning; • Collegestof en aangereikte of behandelde literatuur; • Rechtspraak Bundel Estate Planning (Estate Planning Expert) (aanbevolen) Mondeling tentamen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht zijn behaald! Belastingen van rechtsverkeer en Successierecht dienen te zijn gevolgd. 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 211352 : Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211201 : Erfrecht I (BN2) 211357 : Erfrecht II (BN3) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3) 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2)
naam code studiepunten coördinator periode
EU-grondwet en Europese rechtstheorie (M) 201860 6 dr. J.W. Sap (kamer 7A-22, tel. (020) 59 86303) (jan-maart 2007, masterfase afstudeerrichting Internationaal en Europees recht) doel Het keuzevak heeft tot doel de student te laten nadenken over de beginselen, het systeem en de betekenis van de EU-grondwet, mede in het licht van de achterliggende leerstukken van de Europese rechtstheorie. Van de student wordt verwacht dat hij een kritische reflectie kan geven op onderdelen van de EU-Grondwet en relevante leerstukken en literatuur. inhoud Ondanks enig uitstel staat vast dat de EU-grondwet, product van de Europese Conventie onder leiding van Giscard d'Estaing, de komende jaren grote invloed zal hebben op het proces van integratie in een Europese Unie van 25 lidstaten. Met een Europese president zal de EU een eigen gezicht krijgen op het wereldtoneel. Met een bindend EU-Handvest van de grondrechten, de opheffing van de pijlerstructuur en een vermindering van de werking van het vetorecht wordt de transparantie van de constitutionele structuur verbeterd. Van betekenis is ook dat de nationale parlementen in het bouwwerk een grotere rol gaan spelen door de subsidiariteitstoets. Maar waarom heeft ‘federale samenwerking' het niet gehaald? Wordt de EU echt democratischer? Is het wel een goed idee om de derde pijler op te heffen? Worden de supranationale of intergouvernementele krachten versterkt? Is te verwachten dat de recente uitbreiding van de EU met een aantal voormalige communistische landen in Oost-Europa en wellicht ook op termijn met een
112
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis
geseculariseerde moslimstaat als Turkije invloed zal hebben op het denken over de rechtsvorming en de constitutionele ontwikkelingen? Naast de behandeling van de EU-grondwet vindt tijdens de colleges een analyse plaats van de rechtsvorming in de grote uitspraken van het Hof van Justitie van de EG en het Bundesverfassungsgericht en wordt ingegaan op leerstukken als de autonomie van het gemeenschapsrecht, staats- en volkssoevereiniteit en de betekenis van recht zonder staat. De student dient, naast het volgen van de colleges en zelfstudie, een werkstuk te schrijven van ongeveer 15 pagina's waarin de EU-Grondwet en de behandelde leerstukken en literatuur zijn verwerkt. Werkboek en nader voor te schrijven literatuur. Tentamen (85%) en werkstuk (15%). Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en zijn behaald! Europees recht I (201512) of Europees recht (201515) dienen te zijn gevolgd.
subject code credits co-ordinator period aim
European Private Law 200930 6 dr.mr. L.M. Coenraad (room 6A-35, telephone (020) 59 86288) (semester 1, second half) European law has penetrated the national legal orders to such an extent that European Private Law has truly become an integral part of every domestic system of private law in Europe. Yet, most of the European universities are still focusing predominantly on teaching national private law. European Law is normally given as a separate course, dealing mainly with institutional and public law issues. European Private Law remains therefore without proper attention. The course European Private Law offers you an unique opportunity to get the whole picture of already existing European Private Law in areas as different as: contract law, property law, insolvency law, procedural law and family law. And this is only the beginning¿ The present incoherency of European Private Law has inspired various groups and commissions all over Europe to start projects aimed at drafting proposals for harmonised private law for the whole of Europe. The increasing involvement on the part of the European Institutions makes those proposals more and more influential. Maybe in ten years, when you will be working as a legal professional, there will be one and the same European Civil Code in the whole of Europe. Or maybe at least Contract Law will be harmonised? Or Family Law? And what about Procedural Law? Answers to those and many other questions will be given during the course European Private Law. content This course concentrates the following subjects: • General issues of European Private Law • Methods of developing European Private Law, • European Procedural law, • European family law, • European contract law, • European tort law, • European property law, • European insolvency law.
Examenonderdelen
113
form of tuition The program consists of 7 lectures, two hours per week. All students enrolled in the course are expected to attend every lecture and to participate actively. literature Reader mode of assessment Students are required to write three assignments on subjects of the course. Final grades will be based on the grades acquired for the assignments and on the participation in the course. entry requirements Bachelor's degree remarks The course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for regular students of our faculty as well as for foreign exchange and LLM students. subject European Value Added Tax (M) code 201509 This course will be given by the Univesrsity Maastricht. credits 6 co-ordinator Arthur Denie (from the University Maastricht) period week 36 - 45 aim The course aims to familiarize its participants with European Value Added Tax. The structure of the Sixth Directive and some basic concepts (e.g. right to deductions/reclaims and exemptions) will also be briefly studied. After completing the course, students can handle similar problems (the three key issues easily), understand the economic and legal bases of VAT and are skilled to analyze problems from a theoretical point of view. content The structure of the Sixth Directive and some basic concepts (e.g. right to deductions/reclaims and exemptions) will also be briefly studied. The course involves an in-depth analysis of three key issues: • The legal scope of VAT (territorial application; taxable/non taxable; legal/illegal) • The concepts of taxable and non-taxable legal persons (e.g. holding companies; groups of companies; concerns; and parentsubsidiary/permanent establishment) • International and intracommunity business: cross border supply of goods and supply of services. Main themes running through the course include the neutrality principle, the VAT system itself and closely linked, the choice between the destination principle and the origin principle. Practical problems in the 'block-book' will lead to: • problem-solving on the basis of the Sixth Directive and case law of the EC Court of Justice; • analyses of current concepts of law, theoretical ideas and principles. form of tuition The course involves an in-depth analysis of three key issues: - The legal scope of VAT (territorial application; taxable/non taxable; legal/illegal) - The concepts of taxable and non-taxable legal persons (e.g. holding companies; groups of companies; concerns; and parent-subsidiary/permanent establishment) - International and intracommunity business: cross border supply of goods and supply of services. Main themes running through the course include the neutrality principle, the VAT system itself and closely linked, the choice between the destination
114
Rechtsgeleerdheid
principle and the origin principle. Practical problems in the `block-book¿ will lead to: (1) problem-solving on the basis of the Sixth Directive and case law of the EC Court of Justice; (2) analyses of current concepts of law, theoretical ideas and principles. literature Required Reading: a title will be announced in ELEUM. Reader; materials (Directive 2006/112/EC etc.) to be discussed in the first meeting mode of assessment Written Examination remarks The individual parts of the Tax Law course can not be studied as separate subjects in themselves. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
Europees bestuursrecht (M) 201763 6 prof.mr. E. Steyger (kamer 6A-19, tel. (020) 59 86264) week 16 - 26 Inzicht verkrijgen in de invloed van het Europese recht op de werking van het nederlandse bestuursrecht. Zelfstandig een complexe casus op dit gebied kunnen oplossen. Het recht van de Europese Unie beïnvloedt alle componenten van het Nederlandse recht. Met name van het bestuur (zowel op europees als op nationaal niveau) dient met deze beïnvloeding voortdurend rekening te houden. In het vak Europees bestuursrecht behandelen wij de verdeling van de bevoegdheden tussen Unie en de lidstaten en de effecten van de communautaire wetgeving op het bestuurlijk handelen van de europese instellingen de vrijheid van het bestuur in de lidstaten beperkt en welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht. Tenslotte behandelen we de invloed van het materiële Europese recht (het mededingingsrecht en de bepalingen betreffende de interne markt) op de bestuurlijke organisatie in de lidstaten. Hoorcolleges. Wordt op blackboard bekend gemaakt. Schriftelijke tentamen en een paper. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200378 : Bestuursrecht (B3) 201512 : Europees recht I (M) (wordt sterk aanbevolen. of) 201515 : Europees recht (M) (wordt sterk aanbevolen.)
naam Europees en Nederlands mededingingsrecht (M) code 201516 Europees en Nederlands mededingingsrecht is een verplicht vak voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. studiepunten 6 coördinator dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 7A-27, tel. (020) 59 86302) periode week 46 - 5 doel Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van mededingingsrechtelijke en economische begrippen. Dit betekent onder meer dat de student een zodanig niveau van kennis en inzicht verwerft dat hij op
Examenonderdelen
115
inhoud werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
116
een gedegen manier Europese en Nederlandse mededingingsrechtelijke problemen kan analyseren. Het Europese en Nederlandse mededingingsrecht. Werkcolleges, waarin vooraf bestudeerde literatuur en jurisprudentie wordt behandeld. Voorbereiding en actieve participatie van de deelnemers is vereist. • Damian Chalmers, e.a., European Union Law Text and materials, Cambridge University Press, 2006; • Slot c.s, Inleiding mededingingsrecht, BJU, (laatste druk); • Einer Elhauge, Damien Geradin, Global Competition Law and Economics, Hart Publishing, 2007; • Syllabus, Europees recht II, 2006 Verplicht essay & take home tentamen Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald. 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) 201512 : Europees recht I (M) (wordt sterk aanbevolen (of) 201515 : Europees recht (M) (wordt sterk aanbevolen.) Europees recht (M) 201515 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 7A-27, tel. (020) 59 86302) week 37 - 45 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het Europeesrechtelijk begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van kennis op onderwerpen als de doorwerking van het Europees recht in de nationale rechtsorde; de politieke instellingen van de Europese Unie; het recht van de interne markt; de plaats van het mededingingsrecht in het EGVerdrag; en het systeem van de commnautaire rechtspraak in het EGVerdrag. Om dit doel te bereiken is een voortdurende reflectie van de student noodzakelijk op zijn leerproces, de relevante vakinhoud, de dilemma's van de Europese integratie en de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen die geanalyseerd worden. Het verwerven van kennis en inzicht in het recht van de Europese Unie waardoor de student actief met de leerstof kan omgaan. Met name wordt beoogd de student te bekwamen in het plaatsen van nationale rechtsproblemen in het perspectief van de Europese ontwikkeling. Hoorcolleges, waarin wordt behandeld vooraf opgegeven en door de studenten te bestuderen literatuur en jurisprudentie. • Damian Chalmers, e.a., European Union Law Text and materials, Cambridge University Press, 2006; • Syllabus, Europees recht, 2007; • Europocket Kluwer, laatste druk. Verplicht onderzoek essay & schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!
Rechtsgeleerdheid
voorkennisvakken 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) 200378 : Bestuursrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
Europees strafrecht (M) 201538 6 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 59 86235) week 36 - 45 Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met de relevante Europeesrechtelijke ontwikkelingen op strafrechtelijk terrein en de effecten daarvan op het Nederlandse strafrecht. In dit vak staat de opkomst en ontwikkeling van het Europese strafrecht centraal. In het eerste deel van het vak wordt aandacht besteed aan de harmoniserende invloed van het recht van de Europese Unie op het nationale strafrecht. In het tweede deel staat de strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten in de Europese Unie centraal. Aan de hand van internationaalrechtelijke en Europese regelgeving wordt enkele samenwerkingsvormen, zoals de uitlevering en overlevering van personen, besproken. Gedurende acht weken worden er interactieve hoorcolleges verzorgd. Van studenten wordt een actieve houding verwacht. De verplichte literatuur wordt via Blackboard bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200368 : Materieel strafrecht (B3) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Europese rechtsgeschiedenis (B1/BN1) 200126 6 mr. J.H. Dondorp (kamer 7A-31, tel. (020) 59 86323) week 2 - 14 Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in het Justiniaanse vermogensrecht dat de grondslag vormt van alle continentaal Europese privaatrechtsstelsels en in de historische wording van ons geldende privaatrecht op basis van dat Justiniaanse recht. De student leert een aantal elementaire begrippen uit het privaatrecht zowel actief als passief op een juiste wijze te hanteren. Aan het eind van de cursus is de student in staat vermogensrechtelijke teksten uit het Corpus iuris zelfstandig te analyseren, te interpreteren alsmede de daarin gegeven oplossing logisch te beredeneren. Daarnaast kan hij de ontwikkeling schetsen van een aantal onderwerpen van het Romeinse (privaat)recht tot ons privaatrecht: bijvoorbeeld de onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking en overdracht. werkwijze Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoor- en werkgroepen/werkcolleges.
Examenonderdelen
117
•
Syllabus Europese rechtsgeschiedenis 2007-2008 inclusief de uitwerkingen; • J. Hallebeek, Fons et origo iuris, een historische inleiding tot het vermogensrecht, 2006 toetsing Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen, deels aan de hand van open vragen, deels aan de hand van historische teksten uit het Corpus iuris civilis.
literatuur
naam Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) code 200371 Voor de afstudeerrichting privaatrecht is het ook één van de vier keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak studiepunten 6 coördinator dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 5986293) periode week 6 - 15 doel Kennismaken met en inzicht verkrijgen in aspecten van het familie- en gezondheidsrecht en hun onderlinge samenhang. Daarnaast beoogt dit vak een beeld te schetsen van de door de sectie aangeboden keuze- en verdiepingsvakken in de Masterfase. inhoud Vanuit de diverse invalshoeken van het familie- en gezondheidsrecht zal aan de hand van een jaarlijks wisselend thema de regelgeving en rechtspraak worden behandeld. Afhankelijk van het thema zullen verschillende docenten deelonderwerpen behandelen aan de hand van actuele casuïstiek. In het studiejaar 2007-2008 staat de rechtspositie van de minderjarige centraal. Hoe wordt de minderjarige in het recht beschermd en hoe komt dat in praktijk tot uitdrukking? Aandacht zal worden besteed aan aspecten van Europees en internationaal recht in dit verband, maar ook aan bijzondere wetten op nationaal gebied werkwijze Hoorcolleges. Van de studenten wordt mondelinge en/of schriftelijke inbreng verwacht. literatuur Wordt nog nader bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen en een samen met een medestudent te schrijven paper. Beide toetsingsvormen wegen even zwaar. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvak 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2) naam code studiepunten docent periode doel
Financieel-economisch strafrecht (M/Mcrim) 201871 6 prof.mr. M.J. Borgers (kamer 8A-15, tel. (020) 59 86237) week 16 - 26 Het vak beoogt de deelnemers vertrouwd te maken met de belangrijkste thema's van het finacieel-econonische strafrecht in brede zin. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de juridische normering, maar ook naar het functioneren van de regelgeving in de praktijk. Juridische kennis wordt, waar mogelijk, gecombineerd en geconfronteerd met bestaand empirisch onderzoek. inhoud Onderwerpen die tijdens het vak aan de orde komen, zijn onder meer de de strafrechtelijke ordeningswetgeving, de aanpak van misdaadgeld (confiscatie, meldingsplichten en financiering van terrorisme), organisatiecriminaliteit en fraude. Niet alleen de regelgeving, maar ook de achtergronden daarvan en het
118
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvakken
functioneren in de praktijk komen aan de orde. Er wordt tevens aandacht besteed aan relevante internationale ontwikkelingen. Gedurende negen weken wordt er twee uur per week college gegeven. Er worden één of meer gastsprekers uitgenodigd. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij actief aan de colleges deelnemen. Gedurende het vak dienen de deelnemers een paper te schrijven over een aan het vak gerelateerd onderwerp. Syllabus Financieel-economisch strafrecht (verkrijgbaar bij VU boekhandel). Paper en schriftelijk tentamen. Voor studenten Rechtsgeleerdheid; nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Voor studenten Criminologie; nadat tenminste 150 stp van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! Verder dient Formeel strafrecht en Materieel strafrecht te zijn behaald. 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200368 : Materieel strafrecht (B3) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Fiscaal pensioenrecht (B3/M) 201558 6 prof.mr H.M. Kappelle (kamer 7A-38, tel. (020) 5986317) week 16 - 26 Studenten kennen de systematiek en de juridische regel omtrent de fiscale behandeling van pensioenen en overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten, weten waar een pensioenregeling aan moet voldoen teneinde te kwalificeren als een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en weten wat de consequenties zijn als dit niet (meer) het geval is. inhoud Vanuit het in Nederland gebruikelijke drie pijler systeem (AOW, aanvullende pensioenen en lijfrenten) wordt eerst gekeken naar de fiscale behandeling van aanspraken in het algemeen en pensioenaanspraken in het bijzonder alsmede naar de werking en functie van de omkeerregel. Vervolgens komen de fiscaal toegestane pensioenopbouwsystemen (eindloon, middelloon en beschikbare premie) en pensioensoorten (ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen) aan de orde. Welke pensioenuitvoerders komen in aanmerking en wat gebeurt er indien oneigenlijke handelingen, zoals afkoop, belening of emigratie plaatsvinden. Speciale aandacht gaat uit naar de directeur-grootaandeelhouder en zijn pensioen, de internationale aspecten en de overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten en levensloop. Uiteraard is er veel aandacht voor de recent gewijzigde wetgeving op het gebied van VUT, prepensioen en levensloop. werkwijze Hoorcolleges met in de loop van de cyclus een accentverschuiving naar zelfwerkzaamheid in de vorm van case. Excursies naar eenpensioenuitvoerder is mogelijk. literatuur • Hek/Lavrijssen/Brouwer/Polman Fiscale aspecten van pensioen, SDU
Examenonderdelen
119
Amersfoort 2005 (4e druk) toetsing Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Het verdient aanbeveling om het vak Pensioenrecht tevens te volgen om zodoende het gehele pensioenterrein te bestrijken. Stagemogelijkheden bij pensioenuitvoerders of advieskantoren zijn aanwezig. voorkennisvakken 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) (sterk aanbevolen.) 201804 : Pensioenrecht (B3/M) (wordt sterk aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
Forensische psychiatrie (B3/M) en (BC3/MCrim) 201784 6 drs. J.J. van der Kemp (Kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) week 6 - 15 Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van het college is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. Veelal wordt de forensische psychiatrie slechts betekenis toegekend in haar relatie tot het strafrecht. Ook binnen andere rechtsgebieden zoals het jeugdrecht, het burgerlijk en het bestuursrecht heeft de forensische psychiatrie een belangrijke functie. Het eerste deel van de colleges wordt besteed aan de grondslagen van de psychiatrie, psychiatrische ziekteleer, onderzoek en behandeling in de psychiatrie en de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals het toerekenen en de toerekeningsvatbaarheid in relatie tot het psychiatrisch ziektebegrip, de wet BOPZ, de rechtspositie van onvrijwillig opgenomen patiënten, de terbeschikkingstelling, risico-taxatie en de organisatie van de forensisch psychiatrische zorg. Tien hoorcolleges van twee uur. • Collegestof. • Syllabus Forensische Psychiatrie (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). • De psychiatrie in het Nederlands recht, red. B.C.M. Raes en F.A.M. Bakker, Gouda Quint, Deventer 4e druk 2004 . • Reedijk, J.S., Psychiatrie, Elsevier-Tijdstroom, 8e druk, 1996. Schriftelijk tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het schrijven van een scriptie behoort tot de mogelijkheden.
naam Forensische Psychiatrie (BC2) code 212215 Dit vak kan ook als keuzevak worden gevolgd door Bachelor 3 en Masterstudenten Criminologie en Nederlands recht studiepunten 6 coördinator drs. J.J. van der Kemp (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) periode week 6 - 15 doel Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van het college is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. Veelal wordt de forensische psychiatrie slechts betekenis toegekend in haar relatie tot het strafrecht. Ook binnen andere rechtsgebieden zoals het jeugdrecht, het burgerlijk en het bestuursrecht heeft
120
Rechtsgeleerdheid
de forensische psychiatrie een belangrijke functie. inhoud Het eerste deel van de colleges wordt besteed aan de grondslagen van de psychiatrie, psychiatrische ziekteleer, onderzoek en behandeling in de psychiatrie en de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals het toerekenen en de toerekeningsvatbaarheid in relatie tot het psychiatrisch ziektebegrip, de wet BOPZ, de rechtspositie van onvrijwillig opgenomen patiënten, de terbeschikkingstelling, risico-taxatie en de organisatie van de forensisch psychiatrische zorg werkwijze Tien hoorcolleges van twee uur. literatuur • Collegestof. • ]Syllabus Forensische Psychiatrie (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). • De psychiatrie in het Nederlands recht, red. B.C.M. Raes en F.A.M. Bakker, Gouda Quint, Deventer 4e druk 2004 . • Reedijk, J.S., Psychiatrie, Elsevier-Tijdstroom, 8e druk, 1996. toetsing Schriftelijk tentamen voorkennis Voor studenten van het tweede bachelorjaar criminologie geldt: "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Formeel belastingrecht (M) 201552 4 mr.drs. A.M.J.G. van Amsterdam (kamer 7A-38, tel. (020) 59 86317) week 13 - 15 Het verwerven van kennis van en inzicht in het formele belastingrecht, dat de spelregels voor toepassing van het materiële belastingrecht bepaalt. Deze spelregels dicteren aan welke regels belastingplichtige en/of gemachtigde aan de ene zijde en de belastingdienst aan de andere zijde zich moeten houden. De spelregels waaraan belastingplichtige zich moet houden, zijn opgenomen in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR). Hierbij kan allereerst worden gedacht aan de aangifteplicht, maar ook aan de administratie- en informatieverplichtingen, zelfs in internationaal verband. De spelregels voor de belastingdienst zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in beleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Deze spelregels zijn onder meer van belang voor de beslistermijnen van de belastingdienst bij bezwaarschriften en voor de rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen onderling. In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte (1 uur) de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het werkcollege gedeelte (2 uur) de praktische toepassingen van de stof aan bod. Gedurende de collegecyclus zal in een spelproces de kennis van het fiscale procesrecht praktisch getoetst worden. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende drie weken, twee maal per week. Tijdens één van deze hoor/werkcolleges zal de casus voor het afsluitende fiscaal proces worden verstrekt. De Blieck, Van Amersfoort, Koopman, Wattel, Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, Deventer, Kluwer (laatste druk). Voorafgaand aan het college dient met voldoende resultaat de ingangstoets te
Examenonderdelen
121
worden afgelegd. Het tentamencijfer wordt vastgesteld aan de hand van de schriftelijke en mondelinge inbreng bij het fiscaal proces. Voorts wordt van de studenten een actieve participatie verwacht. voorkennis Naat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! voorkennisvakken 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
opmerkingen
voorkennisvak
122
Formeel strafrecht (B3) 200381 8,7 dr.mr. L. Stevens (kamer 8A-22, tel. (020) 59 82981) week 45 - 3 Het vak Formeel strafrecht beoogt studenten grondige kennis van het Nederlandse strafprocesrecht bij te brengen. Studenten dienen na afloop van het vak a. te beschikken over kennis van de structuur van het strafprocesrecht en de belangrijkste leerstukken op dit terrein, b. in staat te zijn literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het strafprocesrecht te begrijpen en te analyseren, en c. het vermogen te hebben (eenvoudige) juridische problemen van strafprocesrechtelijke aard te onderkennen, te analyseren en op te lossen. Tijdens het onderwijs wordt aandacht besteed aan onder andere: het systeem en de indeling van het strafproces, de belangrijkste actoren in het strafproces, het opsporingsonderzoek, de toepassing van dwangmiddelen en bijzondere opsporingsmethoden, het gerechtelijk vooronderzoek, het onderzoek ter zitting en het bewijsrecht. Waar mogelijk worden actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht tijdens de colleges aan de orde gesteld. Het vak omvat 10 maal twee uur hoorcollege, 2 maal twee uur casuscollege en 6 maal twee uur werkgroep/werkcollege. Voor zover de verplichte leerstof niet aan de orde komt tijdens college, wordt van de student verwacht dat deze stof door middel van zelfstudie eigen wordt gemaakt. • G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk • Arrestenlijst • Collegestof Mogelijk wordt door middel van Blackboard aanvullende literatuur verspreid. Schriftelijk tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Materieel strafrecht behaald moet zijn. Bij aanvang van het vak is via Blackboard een collegeprogramma beschikbaar met het collegerooster, de casus voor de werkgroepen en nadere aanwijzingen voor de bestudering van de literatuur. 200355 : Materieel strafrecht (B2)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
opmerkingen
voorkennisvakken
naam code studiepunten contacturen periode
Formeel strafrecht (BC3) 212316 8 dr.mr. L. Stevens (kamer 8A-22, tel. (020) 59 82981) week 45 - 5 Het vak Formeel strafrecht beoogt studenten grondige kennis van het Nederlandse strafprocesrecht bij te brengen. Studenten dienen na afloop van het vak a. te beschikken over kennis van de structuur van het strafprocesrecht en de belangrijkste leerstukken op dit terrein, b. in staat te zijn literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het strafprocesrecht te begrijpen en te analyseren, en c. het vermogen te hebben (eenvoudige) juridische problemen van strafprocesrechtelijke aard te onderkennen, te analyseren en op te lossen. Tijdens het onderwijs wordt aandacht besteed aan onder andere: het systeem en de indeling van het strafproces, de belangrijkste actoren in het strafproces, het opsporingsonderzoek, de toepassing van dwangmiddelen en bijzondere opsporingsmethoden, het gerechtelijk vooronderzoek, het onderzoek ter zitting en het bewijsrecht. Waar mogelijk worden actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht tijdens de colleges aan de orde gesteld. Het vak omvat 8 maal twee uur hoorcollege, 2 maal twee uur casuscollege en 5 maal twee uur werkgroep/werkcollege. Voor zover de verplichte leerstof niet aan de orde komt tijdens college, wordt van de student verwacht dat deze stof door middel van zelfstudie eigen wordt gemaakt. Literatuur • G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk • Arrestenlijst • Collegestof Mogelijk wordt door middel van Blackboard aanvullende literatuur verspreid. Schriftelijk tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar tevens Materieel strafrecht moeten zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen strafrecht behaald moet zijn. Bij aanvang van het vak is via Blackboard een collegeprogramma beschikbaar met het collegerooster, de casus voor de werkgroepen en nadere aanwijzingen voor de bestudering van de literatuur. 212203 : Beginselen strafrecht (BC1) (Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen.) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3) (Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen.) Geweld in het Gezin (Family violence) 825009 6 168 (3 tentamen, 10 werkcollege, 131 zelfstudie, 24 college) 5 en 6
Examenonderdelen
123
docent prof.dr. F. Lamers-Winkelman doel Kennis en inzicht verwerven in wetenschappelijk onderzoek rondom het verschijnsel geweld in het gezin, in het bijzonder kindermishandeling. inhoud Vanuit een interdisciplinair (pedagogisch, psychiatrisch, juridisch, ontwikkelingspsychologisch en medisch) perspectief wordt literatuur bestudeerd over diverse vormen (fysiek, psychisch, seksueel) van gezinsgeweld, in het bijzonder van geweld tegen kinderen. Het accent ligt daarbij op een kritische reflectie op a) maatschappelijke normen inzake de betrekkingen tussen gezinsleden; b) de normatieve en empirische onderbouwing van interventies en c) de uitkomsten van empirisch onderzoek naar oorzaken. Studenten kunnen alléén de colleges volgen (keuzevak) of colleges én werkgroepen (masterclass). De masterclass studenten verwerken de bestudeerde literatuur in een eigen onderzoeksvoorstel. Voor de masterclass studenten wordt bij het tentamen rekening gehouden met de tijd die besteed wordt aan het onderzoeksvoorstel (minder vragen). De colleges (dus niet de werkgroepen) kunnen als keuzevak gevolgd worden door orthopedagogen, medische studenten, rechten (criminologie), bewegingswetenschappen, psychologie en andere geïnteresseerden. werkwijze Werkcolleges en hoorcolleges literatuur H.E.M. Baartman (1996), Opvoeden kan zeer doen; over oorzaken van kindermishandeling, hulpverlening en preventie, Amsterdam, SWP (230 blz), en andere literatuur. toetsing tentamen Tentamen en onderzoeksvoorstel opmerkingen Dit vak kan ook als keuzevak gevolgd worden door externe studenten. Zij doen dan de hoorcolleges en tentamen. Er zijn 2 varianten om het vak te volgen: 1) volgen van hoorcolleges + uitgebreid schriftelijk tentamen; 2) volgen van hoorcolleges + werkgroepen + verkort schriftelijk tentamen. Beide varianten zijn 6 studiepunten. naam code studiepunten coördinator periode doel
Gezondheidsrecht I (integratievak) (M) 201571 6 mr. E.M. Deen (kamer 6A-37, tel. 020 59 86292) week 46 - 5 Het verkrijgen van inzicht in de plaats die het gezondheidsrecht inneemt in het Nederlandse recht vanuit bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke invalshoek. Kennis verwerven over de belangrijkste wet- en regelgeving en hun onderlinge samenhang op het gebied van het gezondheidsrecht. inhoud Behandeld worden onder meer: de geneeskundige behandelingsovereenkomst, de rechtspositie van de psychiatrische patiënt, de civiel-, straf- en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van beroepsoefenaren in de gezondheidszorg, de wijze waarop het Nederlandse stelsel van zorgverzekering is ingericht, alsmede verschillende bijzondere onderwerpen zoals de juridische aspecten van het begin van leven, euthanasie en aanverwante vormen van levensbeëindiging, medische experimenten met mensen, geslachtscellen en embryo's en orgaandonatie. Aandacht zal worden gegeven aan de actuele ontwikkelingen op dit gebied.
124
Rechtsgeleerdheid
werkwijze De colleges hebben een interactief karakter en van de studenten zal mondelinge inbreng worden verwacht. Mogelijk zal ook het schrijven van een schriftelijke bijdrage verplicht zijn. literatuur • Prof. dr. H.J.J. Leenen, Handboek Gezondheidsrecht, deel 1 en 2 (5e druk 2007). • Syllabus Gezondheidsrecht voor rechtenstudenten 2007, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. • SDU Wettenverzameling Gezondheidsrecht editie 2007 (ISBN-13: 9789012118378). toetsing Schriftelijk tentamen met casusvragen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Gezondheidsrecht II (M) 201786 6 mr. E.M. Deen (kamer 6A-37, tel. (020) 59 86292) week 16 - 26 Het vergroten van de kennis van een of meer onderwerpen, die behandeld zijn tijdens de colleges Gezondheidsrecht I. In een actieve vorm zullen bepaalde gezondheidsrechtelijke onderwerpen nader worden bestudeerd en becommentarieerd. Daarbij zal het accent liggen op de gezondheidsrechtelijke onderzoeksprojecten die op dat moment binnen de faculteit worden uitgevoerd. Wordt al naargelang het onderwerp opgegeven, waarbij vooral recente publicaties van belang zijn. Toetsing zal plaatsvinden op grond van ingeleverde werkstukken en de deelname aan de werkcolleges. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 201571 : Gezondheidsrecht I (integratievak) (M)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Goederenrecht (B2/BN2) 200209 5,7 mr. E.F. Tjittes-Groot (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) week 2 - 15 Het vak Goederenrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen privaatrecht I. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het goederenrecht, waaronder de regels over de openbare registers, verkrijging en verlies van goederen, de beperkte zekerheidsrechten, overdracht en derdenbescherming, retentierecht en voorrechten. Voorzover nodig zullen de bepalingen in de Faillissementswet gebruikt worden. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. werkwijze De vakken Contractenrecht en Goederenrecht hebben organisatorisch in grote lijnen dezelfde opzet. De vakken worden gedoceerd aan het begin van de tweede, derde respectievelijk vierde periode.
Examenonderdelen
125
literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvak subject code credits co-ordinator period aim
content
literature mode of assessment
remarks
126
Er worden hoorcolleges, werkcolleges en werkgroepen gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten summier behandeld; studenten hoeven zich niet voor te bereiden. Voor de werkgroepen dient men zich aan het begin van de onderwijsperiode in te schrijven. Tijdens de werkgroepen worden de opdrachten uitgebreid behandeld; studenten moeten voorafgaand aan de werkgroep opdrachten inleveren. Onderdeel van het vak Goederenrecht is de Casus recht (200214). U dient beide onderdelen te behalen om de studiepunten voor het vak Goederenrecht te behalen. Literatuur wordt nader bekend gemaakt. Zie ook blackboard Tentamen is schriftelijk (casus). Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen privaatrecht I behaald moet zijn. 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) Government Regulation of Business 200932 6 prof.mr. H.J. de Ru (room 6A-19, telephone +31 (0)20 59 86264) (semester 2, first half) The course seeks to provide to students insight into the legal mechanisms of regulating markets. The course focuses on methods of regulation and the use of competition law. The course trains students in writing concise memos and complicated matters. The legal framework for government regulation of business, also called 'regulated industries', within a market economy. • The meaning of privatisation, liberalisation and regulatory reform. • A general outline of competition law and its importance as an alternative of regulation of specific markets. • A general introduction into methods of government regulation of business on the basis of EC law. • A short introduction into separate legal methods for government regulation of business (regulation of access to markets, price regulation, licensing, quality regulation etc.) in several markets (such as telecoms, airlines, airports, water, postal services, energy). • How to cope with government regulation of business as an attorney or a legal consultant. Course reader, internet sources. Students receive individual assignments. Each student will have to write four 2-page papers with an analysis of a specific case. The papers are discussed in class. The course is concluded by a written examination. Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange and LLM students as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Constitutional Law. Administrative Law is recommended. Dutch
Rechtsgeleerdheid
students must have successfully finalised the following courses: Staatsrecht I en II. Bestuursrecht is recommended. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (BC3) 212303 6 dr. D. Siegel (kamer 8A-24, tel. (020) 59 846223) week 6 - 13 Inzicht verschaffen in de huidige ontwikkelingen op een aantal misdaadmarkten en in de sociale, economische en politieke relaties tussen deze markten en de maatschappelijke omgeving. In dit vak wordt zowel aandacht besteed aan de theoretische noties over het fenomeen georganiseerde criminaliteit als zodanig, als aan de empirische kennis die bestaat over bepaalde criminele activiteiten en criminele netwerken. Tien hoorcolleges. Let op: dit vak zal in het Engels worden gegeven; het draagt dan de titel Transnational Organized Crime Syllabus Transnational Organized Crime 2007/2008. Literartuur wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Dit vak staat alleen open voor studenten die het vak Grensoverschrijdende georgansieerde criminaliteit in 2006/2007 niet hebben gevolgd. Zowel BC2als BC3-studenten die via loting zijn ingestroomd volgen in het studiejaar 2007/2008 het onderdeel Multivariate analyse (212220).
naam code studiepunten coördinator periode doel
Grondgebruikrecht (BN3) 211354 5,7 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 44 - 51 Begrip hebben van privaat- en publiekrecht dat van toepassing is op onroerend goed. inhoud Het vak bestaat uit twee onderdelen, namelijk privaatrechtelijke aspecten (prof.mr.. A.A. van Velten) en publiekrechtelijke aspecten (prof.mr.. J. Struiksma). Het privaatrechtelijk deel is sterk praktijkgericht en veronderstelt een goede theoretische kennis van de hoofdzaken van het Nederlandse vermogensrecht, met name het goederenrecht. Aan de orde komen vraagstukken met betrekking tot koop en levering van onroerende zaken (inclusief kadastrale boekhouding en derdenbescherming), huurkoop en leasing, hypothecaire financiering, erfpacht en opstal, appartementsrecht, mandeligheid, gebruik in deeltijd (time share), alsmede economisch eigendom en trustconstructie. Ook wordt enige aandacht besteed aan buitenlandse rechtsstelsels en Europees recht. Getracht wordt een geïntegreerd beeld van het privaatrechtelijke onroerendgoedrecht te geven en de student te leren op welke wijze kan worden omgegaan met de vele vormen die ons recht biedt. Bij het onderdeel publiekrecht gaat het om een beknopte inleiding, waarbij speciaal aandacht wordt geschonken aan zaken die voor de notariële praktijk van het onroerend goed van belang zijn: de inhoud en gevolgen van
Examenonderdelen
127
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
subject code credits co-ordinator period aim
content
literature mode of assessment
bestemmingsplannen; verschillende vrijstellingsprocedures, de bouwvergunning en de Wet voorkeursrecht gemeenten. Het vak is opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. Nader op te geven hoofdstukken van A.A. van Velten, Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed, Kluwer 2003 en een deel uit Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht. Dit deel wordt via blackboard ter beschikking gesteld, evenals een aantal andere aanvullende documenten. Gesloten boek tentamen. Voor Notariaat studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Goederenrecht en Bestuursrecht (not) behaald moeten zijn. 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 211204 : Bestuursrecht not (BN2) Historical introduction to European legal science 200926 6 prof.mr. J. Hallebeek (room 7A-33, telephone +31 (0)20 59 86324 e-mail:
[email protected]) (semester 1, second half) The course offers the opportunity to pursue the historical development of law and legal doctrine in Europe. In order to show such a development for the 2007-2008 course one topic is chosen, viz. third party rights in contract. This subject will be treated discussing Roman law, the medieval interpretation of the Roman texts, Canon law, legal Humanism and late scholastic doctrine, Hugo Grotius, Roman Dutch law and the codifications in continental Europe compared with Anglo-American common law. Students will be requested to participate (in groups) in an assignment and the presentation of a concise paper (10-15 minutes) dealing with third party rights in contract in their native system of law. These papers will be delivered in the final seminar of the course. Historical introduction to European Legal Science. A Workbook 2007-2008 (available at the VU-Bookshop). The exam consists of an oral exam about the content of the course (the student has the choice between a number op topics) and the literature studied. Instead of such an exam students are allowed to write a paper on a subject related to the course.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Historische criminologie (BC2) 212210 6 vacature week 46 - 5 Inzicht krijgen in de historische ontwikkeling van strafrechtspleging en criminaliteitsbestrijding. inhoud Geschiedenis van opvattingen, instellingen en praktijken op het terrein van strafrecht en criminaliteitsbestrijding. werkwijze Hoorcolleges.
128
Rechtsgeleerdheid
•
collegestof; eventueel nader bekend te maken literatuur. toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen. voorkennis "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). literatuur
•
subject Human Rights Protection in Europe code 200933 The European Convention on Human Rigths (1950) credits 6 co-ordinator prof.mr M. Kuijer (room 8A-19, telephone + 31 (0) 20 59 86231 e-mail:
[email protected]) period (semester 2, first half) aim This course deals with human rights law in Europe, both institutionally as well as substantially. The main focus is on the ECHR and its significance in European society for various areas of law (criminal law, administrative law and family/private law). The course also highlights the development of human rights law within the European Union. content The course will deal with the historic development of the ECHR and its implementation into domestic legal orders, with procedural aspects before the European Court of Human Rights, with general doctrine and interpretation methods developed in the Strasbourg case-law, with the most important case-law of the Court in respect of Articles 2 (right to life), 3 (prohibition of torture), 5 (right to liberty), 6 (right to a fair trial), 8 (privacy and family life), 9 (freedom of religion), 10 (freedom of expression), 11 (freedom of assembly) ECHR. form of tuition This course includes a series of approximately 13 lectures. Lectures will be held once a week on Friday. There may be `double lectures¿ of 4 hours. Guest lecturers may be invited. literature To be announced. mode of assessment The course will be evaluated by a final written exam (80 points) and one written assignment (20 points). entry requirements Volkenrecht (201522), or an equivalent course on public international law. Students who have already successfully attended the course 'Mensenrechten en strafrecht' may not participate in this course. subject Humanitarian Intervention and Human Security (M) code 200977 case studies (Srebrenica. Kosovo, Israel -Palestine, Iraq) credits 6 lecturer prof.dr. M.J. Faber period week 6 - 15 aim • To understand the origins, the commonalities, the differences and the confusion regarding the concepts of humanitarian intervention and human security • To apply these concepts to Srebrenica, Kosovo, Israel - Palestine and Iraq content Recent events have been interpreted in different ways: • The NATO air campaign against Yugoslavia, in 1999, was widely seen as a humanitarian intervention, although NATO itself considered it an
Examenonderdelen
129
enforcement operation. The safe area installed in Srebrenica in May 1993, protected by UN peacekeepers, had all the characteristics of a human security operation but Dutchbat (the Dutch UN Battalion) considered itself a traditional peacekeeping force. • In the Palestinian territories, occupied in 1967, human security had been practised by the Israeli's and the Palestinians until the middle of the 1990s. The so-called Oslo-process undermined the human security philosophy. • The USA/UK military intervention in Iraq, in 2003, was multi-functional according to the interveners. It was self-defence, regime change, as well as a humanitarian intervention. For the Iraqi's, it was liberation and occupation. Human security was the missing link. During the course we will investigate and analyse the various problems that emerge between different parties by the use of different concepts. The course will be interactive. If necessary students will be divided in groups. Each group (student) will study some articles and prepare a class presentation. Moreover, each group (student) has to write a paper (6000 words) in which the characteristics of the cases under consideration (Srebrenica, Kosovo, Israel-Palestine, Iraq) are scrutinized. • Norbert Both, From Indifference to Entrapment, Amsterdam University Press, 2000. • Independent International Commission on Kosovo, Kosovo Report, Oxford University Press, 2000. • Human security and...., Jaap de Wilde (ed), Amsterdam University press, 2007 • Thomas Cushman (ed), A Matter of Principle: Humanitarian Arguments for the war on Iraq, California University Press, spring 2005. Testamur based on • Active participation in the course (25%) • Class presentation (25%) • Draft version of the paper (25%) • Final version of the paper (25%) Some (local) people with field experiences in conflict areas (Srebrenica, Kosovo, Middle East, Iraq) will be invited as guest speakers. •
form of tuition
literature
mode of assessment
remarks
subject code credits co-ordinator period aim
130
Humanitarian Law, Refugee Law and Jus Post Bellum 200981 6 prof.dr. W.G. Werner (semester 1, first half) (1) To provide students with insight in ongoing research in the field of international peace and security, with a special focus on issues of humanitarian law, refugee law and jus post bellum. The course contains a series of intensive seminars, where students will meet with researchers in the fields mentioned above. (2) To enhance the students¿ skills in discussing and applying humanitarian law, refugee law and laws regarding jus post bellum. To this end, students are to
Rechtsgeleerdheid
content
literature mode of assessment remarks
naam code coördinator studiepunten periode doel werkwijze literatuur
voorkennis
opmerkingen
voorkennisvakken
participate in a simulation based on practical experiences in the field of military operations and humanitarian aid work. This simulation is organized in cooperation with, inter alia, the Red Cross. This course is specifically designed for students who follow the LLM `Law and Politics of International Security¿. It deals with topics that are of central importance for this program, such as humanitarian law (the law of armed conflict), international refugee law, international criminal law, international peacekeeping and transitional justice. The course consists of two main parts. The first part brings together students and faculty researchers in the abovementioned fields. In a series of intensive seminars, students and researchers discuss ongoing research in the field of international peace and security. The second part links academic knowledge to practical problems in the fields of military operations, humanitarian work and the application of international law. Students participate in a practice-based simulation, set up by the Vrije Universiteit and the Red Cross, in co-operation with practitioners in military affairs, humanitarian work and international legal adjudication. Both the seminars and the simulation require preparation and active participation of the students throughout the course. The simulation will be held on a location outside the Vrije Universiteit (preferably in the Peace Palace in the Hague). Will be handed out. Papers, participation in discussion, simulation. The course is only open for students enrolled in the LLM programme "Law and Politics of International Security". Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211352 mr. M.R. Kremer (kamer 7A-32, tel. (020) 5986314) 8,6 week 44 - 5 Inzicht in de economische verhoudingen binnen het huwelijk en in relatie tot derden, zelfstandige oordeelsvorming inzake praktische casus. Hoorcolleges/werkcolleges. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. • Pitlo & Van der Burght, Personen- en Familierecht, 12e druk 2002, Gouda Quint, Arnhem; plus de arrestenbundel Huwelijksvermogensrecht; • De op de arrestenlijst vermelde arresten; • Collegedictaat. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor Notariaat studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Personen- en familierecht, Erfrecht I en Goederenrecht behaald moeten zijn. Voor studenten die naast de opleiding Notarieel recht een aanvullende opleiding Nederlands recht, met afstudeerrichting Privaatrecht doen, geeft een aanvullende vaardighedenoefening van 2 studiepunten gekoppeld aan het onderdeel Huwelijksvermogensrecht vrijstelling van een privaatrechtelijk verdiepingsvak. Deze vaardighedenoefening bestaat uit het schrijven van een paper. 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2)
Examenonderdelen
131
211201 : Erfrecht I (BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) naam code studiepunten docent periode opmerkingen
Indirecte belastingen en internationale handel (M) 201559 6 drs. F.L. Idsinga week 16 - 21 Dit vak is in ontwikkeling. Doel, inhoud, werkwijze, literatuur en toetsing wordt op een later tijdstip o.a. via de website bekend gemaakt. De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen!
naam code studiepunten coördinator periode doel
Industriële eigendom (B3/M) 201564 6 vacature week 47 - 5 Het verwerven van kennis van de rechtsobjecten, de manier waarop het recht wordt verkregen en tenietgaat, alsmede de inhoud en omvang van de voornaamste industriële eigendomsrechten; van het vermogen om die kennis toe te passen op eenvoudige praktijkgevallen; en van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de afzonderlijke rechten. Industriële eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op immateriële goederen. Deze rechten zijn bij uitstek van belang voor het bedrijfsleven. Het vak omvat met name de volgende onderdelen: • octrooirecht, regelt rechten op uitvindingen; • modellenrecht, regelt rechten met betrekking tot de vormgeving van producten; • merkenrecht, beschermt de merken die ondernemingen gebruiken om hun goederen en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen; • handelsnaamrecht, beschermt de naam die een onderneming voert; • ongeoorloofde mededinging, goeddeels ongeschreven recht dat normen stelt voor het gedrag van marktdeelnemers. Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. De literatuurlijst is omstreeks 15 oktober beschikbaar. Het tentamen wordt in beginsel schriftelijk afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wetteksten toegestaan. Na afgerond eerste bachelorjaar. Aanbevolen wordt om in het eerste blok van het eerste semester het keuzevak Auteursrecht te volgen; verplicht is dit echter niet. Dit omdagt vooral grote ondernemeningen te maken hebben met octrooirecht De andere onderdelen behoren voor nogal wat juristen, zowel in het bedrijfsleven als in de advocatuur, tot de dagelijkse praktijk. Problemen op het gebied van het recht van de industriële eigendom gaan vaak samen met kwesties op het gebied van auteursrecht. Ook dogmatisch is de samenhang groot.
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
132
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Inkomstenbelasting niet-winst (M) 201553 6 dr. S.A. Stevens (kamer 7A-30, tel. (020) 59 86313) week 7 - 11 Dit vak beoogt meer inzicht te geven in de structuur en opzet van de Wet IB 2001. Als inleiding zal worden ingegaan op de achtergronden en de geschiedenis van de inkomstenbelasting, de belastingplicht en het fiscale inkomensbegrip. Vervolgens zal de werking en karakteristieken van de drie boxen in Wet IB 2001 uitgebreid aan bod komen. De onderwerpen die zullen worden behandeld zijn onder andere belastbaar loon, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit eigen woning, de aftrekbare uitgaven voor inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden aftrek (box I) en de positie van buitenlands belastingplichtigen. In dit kader zal ook de Wet op de loonbelasting 1964 worden behandeld. Daarnaast zal de positie van de zogenoemde directeur-grootaandeelhouder aan de orde komen (box II). Tevens zal inzicht worden verschaft in fiscale behandeling van sparen en beleggen in de inkomstenbelasting (box III). Tijdens de hoorcolleges wordt de stof behandeld en nader toegelicht. Gedurende de werkcolleges is er ruimte en mogelijkheid om de stof op onderdelen uit te diepen. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vijf weken, tweemaal vier uur per week. Tijdens de hoor/werkcolleges wordt een actieve participatie van de studenten verwacht. • L.W. Sillevis & F.H. Lugt, Studenteneditie 2007/2008 Cursus Belastingrecht, onderdeel inkomstenbelasting. • De in de studiewijzer en via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie. • Literatuur Loonbelasting nader op te geven. Schriftelijk, open vragen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inkomstenbelasting winst (M) 201554 6 mr. H.A. Brasz (kamer 7A-30, tel. (020) 59 86313) week 36 - 40 Het doel van het vak is kennis van en inzicht in de fiscale winstbepaling van ondernemingen te verkrijgen. inhoud Behandeling van de verschillen en overeenkomsten tussen de fiscale en commerciële winstbepaling. Aan de orde komen onder meer: het fiscale ondernemingsbegrip en het fiscale begrip ondernemer, het fiscale winstbegrip, de waardering van activa en passiva, het aangaan van samenwerkingsverbanden (maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap). Onderwerpen als de omzetting van een
Examenonderdelen
133
werkwijze
literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
134
eenmanszaak in een B.V., de beëindiging van de ondernemingsactiviteiten door verkoop, overlijden, echtscheiding, liquidatie vormen het sluitstuk van dit vak. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende 5 weken, twee maal vier uur per week. Tijdens de hoor/werkcolleges wordt een actieve participatie van de studenten verwacht, mede mogelijk in de vorm van het houden van een presentatie. • L.W. Sillevis & F.H. Lugt, Studenteneditie 2007/2008 Cursus Belastingrecht, Inkomstenbelasting; onderdeel Winst uit onderneming; • D.Brüll, J.W. Zwemmer, R.P.C. Cornelisse, Goed koopmansgebruik, laatste druk; • Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2007; • De in de studiewijzer en via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie. Schriftelijk, open vragen. Een deel van het eindcijfer wordt mede bepaald aan de hand van door de student gemaakte en ingeleverde werkstukken, alsmede van de gehouden presentatie. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) Inleiding belastingrecht (B3) 200362 5,7 mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 59 86312) week 16 - 26 Het verwerven van enige elementaire kennis van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de directe belastingen alsmede inzicht met betrekking tot enige capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap. De stof omvat mede beginselen van het internationaal belastingrecht. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Aan het begin van de collegecyclus wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. De colleges worden gegeven gedurende acht weken, vier uur per week in de vorm van hoor- en werkcolleges, waarbij actieve participatie door de studenten is vereist. • L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk 2007/2008; • Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2008. Schriftelijk, open vragen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het vak is niet toegankelijk als keuzevak voor studenten Notarieel recht. 200204 : Staatsrecht I (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (wordt sterk aanbevolen.)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten coördinator docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
Inleiding criminologie (B3) 200363 5,7 drs. B. ter Luun (kamer 8A-30, tel (020) 59 86225) week 16 - 26 Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de empirie van de criminaliteitsbeheersing en de meerwaarde van criminologisch onderzoek. De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen en ook de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Hoorcolleges. Syllabus Inleiding criminologie (verkrijgbaar in de VU Boekhandel). Schriftelijk tentamen, open vragen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Inleiding criminologie (BC1) 212201 6 drs. B. ter Luun (kamer 8A-30, tel (020) 59 86225) prof.dr. H. Elffers week 35 - 51 Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de belangrijkste criminologische theorieën, methoden van dataverzameling, reacties op criminaliteit en de rol hierbij van criminologisch onderzoek. De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen, actuele voorbeelden en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Hoorcolleges, met participatie. Bestudering van per keer opgegeven literatuur. Schriftelijke opdrachten. • Dijk van, J.J.M., Sagel-Grande, H.I., Toornvliet, L.G. Actuele criminologie. Den Haag: Sdu Uitgevers 2006 (5e herziene druk). • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie I, Aard, Omvang en verklaringen. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie II, Gevolgen en reacties. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2006. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie III, Historische en klassieke teksten. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. Schriftelijk tentamen, multiplechoice Dit vak is niet toegankelijk voor studenten Rechtsgeleerdheid.
Examenonderdelen
135
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
Inleiding in de rechtswetenschappen (B1/BN1) 200121 5 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel (020) 59 86326) week 35 - 40 (week 40 is het tentamen van het vak Inleiding in de rechtswetenschappen) De student maakt kennis met alle onderdelen van het recht waar hij of zij in het eerste jaar mee geconfronteerd wordt. Dit vak geef een eerste inleiding in het recht. Aan de orde komt allereerst de vraag wat recht voor iets is. Maar ook wordt nagegaan wat we kunnen weten over rechtvaardigheid. Eveneens worden de rol van de staat in het moderne recht en de grondbeginselen van een democratische rechtsorde behandeld. De internationale dimensie van het recht wordt daarbij niet vergeten. Ook verschillende onderdelen van het recht, die later in het jaar in aparte vakken behandeld worden, worden geïntroduceerd. Ten slotte wordt aandacht gegeven aan de rechtsbronnen en aan de rechtsvinding (hoe kunnen we met behulp van algemene regels concrete rechtsvragen beantwoorden?) Iedere week wordt twee uur hoorcollege en twee of vier uur werkcollege gegeven. Daarnaast is ruimte gereserveerd voor begeleiding door het mentoraat en excursies. Het te bestuderen materiaal is samengebundeld in een syllabus Inleiding in de rechtswetenschappen, te verkrijgen bij de VU boekhandel. Eveneens is daar te verkrijgen een werkboek, waarin de vragen staan die tijdens de werkcolleges behandeld worden. Ook verplicht is een wettenbundel (2007/2008). De collegestof is eveneens verplicht. Schriftelijk tentamen. Het vak wordt onder verantwoordelijkheid van de sectie Encyclopedie gegeven met behulp van docenten uit andere afdelingen en secties die eerste jaars onderwijs verzorgen.
naam code studiepunten coördinator periode
Inleiding in de rechtswetenschappen (BC1) 212121 5 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel (020) 59 86326) week 35 - 40 (week 40 is het tentamen van het vak Inleiding in de rechtswetenschappen) doel De student maakt kennis met alle onderdelen van het recht waar hij of zij in het eerste jaar mee geconfronteerd wordt. inhoud Dit vak geef een eerste inleiding in het recht. Aan de orde komt allereerst de vraag wat recht voor iets is. Maar ook wordt nagegaan wat we kunnen weten over rechtvaardigheid. Eveneens worden de rol van de staat in het moderne recht en de grondbeginselen van een democratische rechtsorde behandeld. De internationale dimensie van het recht wordt daarbij niet vergeten. Ook verschillende onderdelen van het recht, die later in het jaar in aparte vakken behandeld worden, worden geïntroduceerd. Ten slotte wordt aandacht gegeven aan de rechtsbronnen en aan de rechtsvinding (hoe kunnen we met behulp van algemene regels concrete rechtsvragen beantwoorden?) werkwijze Iedere week wordt twee uur hoorcollege en twee of vier uur werkcollege gegeven. Daarnaast is ruimte gereserveerd voor begeleiding door het mentoraat en excursies.
136
Rechtsgeleerdheid
literatuur Het te bestuderen materiaal is samengebundeld in een syllabus Inleiding in de rechtswetenschappen, te verkrijgen bij de VU boekhandel. Eveneens is daar te verkrijgen een werkboek, waarin de vragen staan die tijdens de werkcolleges behandeld worden. Ook verplicht is een wettenbundel (2007/2008). De collegestof is eveneens verplicht toetsing Schriftelijk tentamen. opmerkingen Het vak wordt onder verantwoordelijkheid van de sectie Encyclopedie gegeven met behulp van docenten uit andere afdelingen en secties die eerste jaars onderwijs verzorgen. Ook worden onderdelen verzorgd door het mentoraat. naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inleiding in het islamitisch personen-, familie- en erfrecht (M) 201787 6 mr. M. Zilinsky (kamer 7A-17, tel. (020) 59 86318) prof.mr. F.J.A. van der Velden week 16 - 26 Het doel van dit vak is het kunnen oplossen van juridische problemen, waarbij de Sharia van toepassing is. Nederland heeft meer dan 600.000 moslims binnen zijn grenzen van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en andere afkomst. De Nederlandse rechter zal in het bijzonder bij de beoordeling van familierechtelijke en erfrechtelijke vraagstukken vaak het recht van de nationaliteit van de betrokken personen toepassen. Voor moslims betekent dat dan doorgaans de toepassing van een op het Islamitische recht, de Sharia, gebaseerde wetgeving. In ieder geval zal in de rechtspraktijk en rechtspraak rekening gehouden moeten worden met het juridische referentiekader van de moslims, dus met de Sharia. De inhoud van de colleges zal in het bijzonder betrekking hebben op het Marokkaanse privaatrecht met vergelijkende opmerkingen ten aanzien van het Turkse en Nederlandse privaatrecht. Werkcolleges. Naast de collegestof dient de volgende literatuur te worden bestudeerd: • Syllabus Inleiding in het Islamitisch personen-, familie- en erfrecht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel; • Mudawwana, vertaald door mr.drs. M.S. Berger, 3e herziene versie, Ars Aequi Libri, Nijmegen 2004. Schriftelijk tentamen. Dit vak is exclusief voor masterstudenten Nederlands recht en Notarieel recht. Om de werkcolleges goed te kunnen volgen is het nodig bekend te zijn met de hoofdlijnen van het Nederlands familierecht. Enige algemene kennis van de Islam is wenselijk. Inleiding psychologie (BC2) 212212 6 vacature week 46 - 5 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen
Examenonderdelen
137
uit de psychologie. inhoud Allereerst komt de geschiedenis aan de orde. Vervolgens wordt waarnemen, denken, geheugen en taal, motivatie en emotie behandeld. Hierna wordt een introductie gegeven van verschillende disciplines binnen de Psychologie o.a. Ontwikkelingsleer, Persoonlijkheidsleer, Sociale Psychologie. werkwijze Hoorcollege. literatuur Zimbardo, Weber & Johnson, Psychologie, een inleiding, 14e editie 2005. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). naam code studiepunten periode opmerkingen
Inleiding publiekrecht (BC1) 212125 6 week 15 - 23 Dit vak is in ontwikkeling. Doel, inhoud, werkwijze, literatuur en toetsing wordt op een later tijdstip o.a. via de website bekend gemaakt.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inleiding sociologie (BC1) 212202 6 dr. D. Siegel (kamer 8A-24, tel.: (020) 59 86223) week 15 - 23 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen uit de sociologie. Daarnaast wordt kennis bijgebracht over de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Ingegaan wordt op de belangrijkste begrippen en theorerische stromingen. Deze worden vervolgens uitgewerkt en toegepast op sociologische onderwerpen, zoals de modernisering, sociale cohesie, sociale ongelijkheid en marginalisering van groepen. Hoorcollege Literatuur wordt op blackboard bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen, open vragen.
inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code studiepunten contacturen periode coördinator periode doel inhoud
138
Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 28 (28 hoorcollege) in de basiscursus 1, 2, 3 en 4 drs. J.J.F. Heins • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert Vanuit verschillende disciplines informatie bieden op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van 12 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over
Rechtsgeleerdheid
ontwikkelingsvraagstukken en het thema Zorg om zekerheid. Armoedebestrijding in een kwetsbare wereld. De eerste 6 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 8 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met een studiereis naar Suriname (onder voorbehoud), het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. literatuur Wordt nog bekend gemaakt toetsing schriftelijk tentamen 66% essay 34% opmerkingen Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Algemene en Ontwikkelingseconomie (AOE), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 2E-71, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected]. Zie ook de website: http://www.feweb.vu.nl/iko naam Internationaal en EG-belastingrecht (M) code 201550 Een verplicht vak bij de afstudeerrichting Fiscaal recht studiepunten 12 coördinator prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 7A-38, tel. (020) 59 8 6317) periode week 16 - 24 doel Het doel van dit vak is de student inzicht te verschaffen in de beginselen van belastingheffing van grensoverschrijdende inkomsten, winsten en vermogen, alsmede van de invloed van het Europees recht op de heffing van de directe belastingen en de vormgeving van belastingverdragen. inhoud De stof omvat voor wat betreft het onderdeel internationaal belastingrecht de toepassing van belastingverdragen, de doorwerking van de buitenlandse belastingplicht voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting onder de werking van belastingverdragen en de toepassing van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001. In het onderdeel Europees belastingrecht zal worden ingegaan op de invloed van de vrijheden van het EG-verdrag (met name vestigingsvrijheid, vrijheid van dienstverlening en vrijheid van kapitaalverkeer) op de directe belastingen, alsmede op de harmonisatie van belastingrecht in de EU door middel van richtlijnen (moeder/dochter-richtlijn, fusierichtlijn, rente/royalty-richtlijn). werkwijze Wekelijks vinden twee onderwijsbijeenkomsten plaats. Dit betreft gecombineerde hoor/werkcolleges. Deze worden verzorgd gedurende zeven weken, twee maal vier uur per week. Van de studenten wordt een actieve participatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcolleges verwacht. literatuur • C. van Raad, Studenteneditie 2007-2008, Cursus belastingrecht, Internationaal belastingrecht; Kluwer-Deventer. • Terra / Wattel, European Tax Law, fourth edition, Kluwer-Deventer 2005 (dit boek wordt ook gebruikt voor het vak Omzetbelasting). • Internationale Bundel, Teksten internationaal en Europees belastingrecht voor studie en praktijk, editie 2006/2007, Licent 2006 of Teksten Internationaal & EG belastingrecht, editie 2006/2007, Kluwer-Deventer
Examenonderdelen
139
2006. De in de studiewijzer en/of op blackboard geplaatste jurisprudentie, besluiten, richtlijnen en andere publicaties. Schriftelijk tentamen met open vragen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) •
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Internationaal privaatrecht (notarieel recht) (Mnot) 211413 6 prof.mr. P. Vlas (kamer 7A-19, tel. (020) 59 86304) prof.mr. P. Vlas; mr. M. Zilinsky week 36 - 45 Het oplossen van internationale notarieel-juridische problemen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. inhoud Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels verbonden zijn. Ook in de notariële praktijk zal men met deze rechtsverhoudingen te maken krijgen. Zo kan een in Nederland opengevallen nalatenschap toebehoord hebben aan een erflater met een buitenlandse nationaliteit of vermogensbestanddelen omvatten die in het buitenland gelegen zijn (bijvoorbeeld een huis of een effectendepot). Ook kan de geldigheid van een door een Nederlander in het buitenland gemaakt testament discutabel zijn. Voorts doen huwelijken tussen echtgenoten van verschillende nationaliteit vragen van internationaal huwelijksgoederenrecht rijzen. werkwijze Gedurende de eerste twee weken van het semester zullen hoorcolleges worden gegeven, waarin de aard en methode van het IPR, de bronnen en enkele algemene onderwerpen van personen- en familierecht aan de orde komen. Deze colleges vallen samen met de colleges IPR-I. Aansluitend wordt gedurende zeven weken hoorcollege gegeven, waarin aandacht zal worden besteed aan de specifiek notariële onderwerpen van IPR: erfrecht, huwelijksgoederenrecht en vennootschapsrecht. Tevens zullen notariële praktijkgevallen worden behandeld. literatuur Naast de op de colleges behandelde stof moeten worden bestudeerd nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 20062008, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2006 uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, achtste druk, 2005; • I.S. Joppe, Huwelijksvermogensrecht, Praktijkreeks IPR, deel 7, tweede druk 2003; • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel de syllabus Internationaal privaatrecht-Notariaat met daarin opgenomen
140
Rechtsgeleerdheid
de te bestuderen nummers uit bovengenoemd studiemateriaal, alsmede de te behandelen praktijkgevallen. Voor studenten die de deeltijdopleiding volgen en niet in staat zijn de colleges bij te wonen, is in de syllabus een lijst met vervangende literatuur opgenomen. toetsing Mondeling tentamen, zulks in overleg met prof.mr.. P. Vlas. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht zijn behaald! voorkennisvakken 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2) naam Internationaal privaatrecht B (M) code 201565 Internationaal privaatrecht B is een verplicht vak voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. P. Vlas (Kamer 7A-19, tel. (020) 59 86304) docenten prof.mr. P. Vlas; mr. M. Zilinsky periode week 36 - 45 doel Het leren oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. inhoud Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels zijn verbonden. Ook in de bedrijfsjuridische praktijk zal men met deze internationale rechtsverhoudingen te maken krijgen. Denk aan internationale koopcontracten, internationale samenwerkingen (joint ventures) tussen ondernemingen, gevallen van internationale productenaansprakelijkheid, erkenning van buitenlandse rechtspersonen, geldigheid van rechtskeuze- en forumkeuzeclausules in internationale contracten, etc. Daarbij rijzen vragen naar het op de rechtsverhouding toepasselijke recht en de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. werkwijze Op de hoorcolleges, die samenvallen met de colleges IPR-I, zal aan deze onderwerpen aandacht worden besteed. Een nadere differentiatie is wat de te bestuderen tentamenstof betreft, opgenomen in de Syllabus IPRBedrijfsrecht. literatuur Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 2006/2008, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2006, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, achtste druk, 2005; • P. Vlas, Rechtspersonen, Praktijkreeks IPR, deel 9, derde druk, 2002, Kluwer; • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar de Syllabus Internationaal privaatrecht-Bedrijfsrecht (verkrijgbaar in de VU-
Examenonderdelen
141
boekhandel) met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemde werken. toetsing Schriftelijk tentamen (essayvragen). voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! voorkennisvakken 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200357 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) naam Internationaal privaatrecht I (M) code 201506 Internationaal privaatrecht I is verplicht voor de afstudeerrichtingen Privaatrecht en Internationaal en Europees recht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. P. Vlas (kamer 7A-19, tel. (020) 59 86304) docenten mr. M. Zilinsky; prof.mr. P. Vlas periode week 36 - 45 doel Het oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. inhoud Het vak Internationaal privaatrecht (IPR) houdt zich bezig met de vraag welk recht van toepassing is op privaatrechtelijke verhoudingen met internationale elementen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Voorts rijst de vraag of aan de Nederlandse rechter de bevoegdheid toekomt om kennis te nemen van geschillen omtrent dergelijke verhoudingen, dan wel of een buitenlands vonnis in Nederland voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking komt. Verdragen en EGVerordeningen vormen een belangrijke bron van IPR, terwijl in het kader van de voortgaande codificatie van het Nederlandse IPR tal van afzonderlijke wetten gelden. Daarnaast blijft de bron van het ongeschreven recht, tot uitdrukking komend in de rechtspraak, van belang. werkwijze Op de colleges wordt uitvoerig aandacht besteed aan de bovengenoemde driedeling (toepasselijk recht, rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen). Voorts zullen in werkcolleges, oude tentamenopgaven worden behandeld, waarbij van de studenten een actieve inbreng wordt verwacht. literatuur Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 20062008, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2006, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, achtste druk, 2005; • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel Syllabus Internationaal privaatrecht I met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemde werken, alsmede de op de werkcolleges te behandelen casusposities. toetsing Schriftelijk tentamen (essayvragen) voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!
142
Rechtsgeleerdheid
opmerkingen In het studiejaar 2007-2008 wordt ook avondonderwijs aangeboden. voorkennisvakken 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) naam Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M/Mnot) code 201788 Internationaal privaatrecht II is een optioneel verplicht vak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht en Bedrijfsrecht. studiepunten 6 docent prof.mr. P. Vlas (Kamer 7A-19, tel. (020) 5986304) periode week 6 - 15 doel Verdieping in bepaalde actuele onderwerpen van internationaal privaatrecht (capita selecta), waarbij naast inhoudelijke behandeling van het gekozen onderwerp de student in de vorm van een masterclass getraind wordt in juridische vaardigheden. inhoud Gedurende tien weken worden o.l.v. prof. Vlas in de vorm van een masterclass recente ontwikkelingen op het terrein van het IPR besproken. Tijdens de masterclass worden nieuwe rechtspraak en regelgeving besproken. De onderwerpen kunnen variëren van personen- en familierecht tot vermogens- en procesrecht. werkwijze In verband met de aard van de masterclass is een regelmatige en actieve deelname aan de masterclass vereist. De masterclass wordt, afhankelijk van het aantal deelnemers, gedurende maximaal tien weken gegeven, gedurende twee uur per week. Van iedere student wordt verwacht dat hij de tijdens de masterclass te behandelen onderwerpen goed voorbereid en intensief aan de bespreking van deze onderwerpen deelneemt. literatuur Voor iedere wekelijkse masterclass wordt literatuur en rechtspraak via e-mail ter beschikking gesteld. toetsing Na afloop van de masterclass ontvangt iedere deelnemende student een takehome-tentamen en volgt een mondeling evaluatiegesprek over het door de student gepresenteerde werk. De datum van dit eindgesprek wordt bepaald in overleg met prof.mr.. P.Vlas. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! voorkennisvakken 201506 : Internationaal privaatrecht I (M) (of) 201565 : Internationaal privaatrecht B (M) 211413 : Internationaal privaatrecht (notarieel recht) (Mnot) naam code studiepunten coördinator periode doel
Internationaal sociaal recht (B3/M) 201789 6 prof.dr. K. Boonstra (kamer 6A-22, tel. (020) 5986266) week 16 - 26 De studenten leren de internationale organisaties die zich met de ontwikkeling van internationale arbeidsnormen bezighouden kennen; de ILO, Raad van Europa en de EU. Zij leren de belangrijkste normen en hun verschillende wijzen van doorwerken in het nationale rechtsstelsel, alsook de verschillen tussen de organisaties en normen kennen. inhoud Het Nederlandse arbeids-, socialeverzekerings- en pensioenrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht. De Nederlandse Staat heeft zich door
Examenonderdelen
143
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak subject code credits co-ordinator period aim
content
literature mode of assessment entry requirements remarks
144
lidmaatschap van de internationale organisaties en de ratificatie van verdragen verplicht om de wet en praktijk aan te passen aan normen over uiteenlopende zaken als: vrijheid van vakvereniging en stakings- recht, minimumnormen voor socialezekerheidsregelingen, discriminatie in verband met de arbeid en arbeidsvoorwaarden, minimumloon, arbeids omstandigheden, arbeidsbemiddeling enzovoort. Vaak betreft het normen die kunnen worden gerekend tot de grond- of zelfs mensenrechten, maar het kan ook gaan om eenvoudig regelend recht of harmonisering van ver- schillende rechtsstelsels. In dit vak zullen we elk van de genoemde organi- saties onderzoeken op de grondbeginselen, samenstelling, actoren, instrumenten en de toezichtmechanismen. De verschillende organisaties zullen onderling worden vergeleken. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven, deelname aan deze werkgroepen is verplicht. Wordt nog nader bekendgemaakt. Schriftelijk Na afgerond eerste bachelorjaar. 200360 : Sociaal recht (B3) International Company Law 200936 6 mr A.J.M. Klein Wassink (room 6A-31, telephone +31 (0)20 59 86284 email:
[email protected]) (semester 2, first half) This course is intended for students from abroad as well as for regular students of the faculty. Through international trade and transnational activities of companies as well as non-commercial organisations, contacts with companies and organisations of different national laws are becoming more intense. National laws in these areas differ in many, often unexpected, ways. The objective of this course is to broaden the perspective and understanding of the participants of differences in legal approaches to commercial and noncommercial organisations and deepen their knowledge and insight of international influences, especially the law of the European Union, on company and corporation law. • Introduction: the approach of common law and civil law concerning company law. • Basics of European company law. • Law of trusts, foundations and associations. • Internal governance of companies. • Liability of directors and supervisory directors. • Securities and regulation of stock exchanges • Rights and obligations of shareholders. • Anti-take-over devices and transnational merger. • Reader International Company Law; • EC Directives & EC Documents on company law. Paper, oral presentation and oral exam. Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (Dutch students only). Course will be given in English. An active command of the English language
Rechtsgeleerdheid
is required. This course is meant for foreign exchange and LLM students as well as for regular students of our faculty. LLM students and Exchange students must have successfully finalised courses on the basics of Company Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. subject code credits co-ordinator period aim
content
form of tuition literature
mode of assessment remarks
International Economic Law 200972 8 dr. H.M.G. Denters (room 7A-21, telephone +31 (0)20 5986305) (semester 1) To gain insight into the substantive principles and rules, the decision making process and modalities of dispute settlement in international economic relations. The course focuses on the evolution and progressive development of international economic law since 1945. International economic law will be introduced in the context of public international law. The relationship between the IMF, World Bank and WTO/GATT is a recurring theme. A premise in the course is that the IMF and the WTO are two sides of one coin. Issues such as IMF conditionality, convertibility and sovereign debt are highlighted. The institutional framework and the functioning of the WTO will also be discussed. Issues will be non-discrimination in trade, subsidies, dumping, safeguard measures, dispute settlement, balance of payments measures, preferential treatment and trade/environment problems. Key issues of international investment law are also discussed. Lectures and class discussions. • Course Book, International Economic Law; • Peter van den Bossche, The Law and Policy of the World Trade Organisation, Cambridge University Presse, 2005. 2 assignments (40%) and exam (60%). Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange and LLM students as well as for regular students of our faculty. Furthermore exchange students must have successfully finalised a basic courses on International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Volkenrecht.
subject code lecturer credits period aim
International Relations Theory 705139 dr. E.B. van Apeldoorn 6 1st half 1st semester • Acquiring knowledge of and insight into contemporary world politics. • Introduction to rival theories and concepts of International Relations and their application to contemporary international and global affairs. content This course offers students an introduction to the subject of International Relations (IR), examining in particular the main concepts and rival theoretical perspectives that IR has to offer. What are the main actors in world politics? And which structures shape the behaviour of those actors? Is
Examenonderdelen
145
form of tuition literature
mode of assessment target audience remarks
world politics driven by (political) power, by economic forces, by ideas, institutions, or possibly even legal norms? We will review how different theories provide fundamentally different answers to these key questions. One central theme in our review of current debates is whether what many view as the globalisation of world politics is changing, or ought to change, the way we conceptualise and theorise about world politics. Whereas traditionally the object of study for IR has been the conflict between and co-operation of sovereign states, this model is increasingly regarded as outdated inasmuch as more and more non-state actors such as multinationals, NGOs and transnational social movements and groups appear to play a prominent role in world politics. With this less traditional themes such as the global economy and global governance have also come to the fore. On the other hand, there are still many instances where state power is very visible. Moreover, recent developments have also once more brought home the message that the `classical theme' of war and peace has not lost its relevance in this new era of globalised world politics. Lecture. • John Baylis and Steve Smith (eds.) (2005). Globalization of World Politics: An Introduction to International Relations (3rd Edition). Oxford University Press. (appr. 40 euro). • Richard Little, Michael Smith (eds) (1999) Perspectives on World Politics (3rd Edition). Routledge. (appr. 35 euro). Testamur based on written examination (70 %) and a written assignment (30%). Bachelor students of the Faculty of Law. • This course is taught as part of the 2nd year Bachelor Political Science Course, International Relations. • Students have to register for this subject between 2 July and 13 August 2007, using the VU's registration system TIS.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Internationale contracten (M) 201790 6 mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 7A-21, tel. (020) 59 86305) week 41 - 51 Het doel van dit vak is de studenten vertrouwd te maken met diverse aspecten, structuren en problemen die kenmerkend zijn voor internationale, veelal omvangrijke en langlopende commerciële contracten en begrip bij te brengen van de internationale handelspraktijk in het algemeen. Hierdoor geldt het vak tevens als voorbereiding op een toekomstige werkkring in de advocatuur, het bedrijfsleven en internationale organisaties. inhoud De inhoud bestaat uit acht verschillende onderwerpen. Met opzet zijn onderwerpen gekozen waarmee men tijdens de studie niet of nauwelijks in aanraking komt, maar waar men later in de praktijk juist wel mee te maken kan krijgen. De onderwerpen bevatten veelal elementen die het strikt juridische overschrijden en ook de financiële en commerciële kanten van internationale transacties raken. De materie is niet eenvoudig. De aanpak is praktijkgericht. Ter oriëntatie worden hier de onderwerpen uit 2006 vermeld: force majeure/hardship clausules; internationale bouwcontracten; internationale fusies en overnames; exportkredietverzekering; betaling en
146
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing
voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
zekerheden bij internationale contracten; franchising; internationale handelsarbitrage; internationale faillissementen. Een gedeelte van het onderwijs wordt gedoceerd door praktijkjuristen uit bedrijfsleven en advocatuur. Voor nadere gegevens raadplege men de berichten in Ad Valvas in augustus/september en Blackboard. Acht colleges van twee uur. Het bijwonen van deze colleges is verplicht. Het studiemateriaal, gedeeltelijk Engelstalig, is gebundeld in een syllabus. Het schrijven van een paper volgens de aanwijzingen vermeld in de syllabus. Een gedeelte van deze toets kan vervangen worden door een schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 stp. van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) Internationale strafhoven (M) 201539 6 prof.mr. E. van Sliedregt week 46 - 5 Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met het recht en de rechtspraak van de internationale strafhoven, te weten het Joegoslavië Tribunaal, het Rwanda Tribunaal en het Internationaal Strafhof. Voorts beoogt het vak (aan de hand van internationale strafzaken) studenten op conceptueel niveau na te laten denken over leerstukken als groepsaansprakelijkheid en strafuitsluitingsgronden. In dit vak staat de opkomst en ontwikkeling van de internationale strafrechtspleging centraal. Zo zal ingegaan worden op de berechting van misdrijven door het Neurenberg Tribunaal, de ad hoc Tribunalen van Joegoslavië en Rwanda en het Internationale Strafhof. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan de berechting van internationale misdrijven door de nationale rechter. Voorts zal de student aan de hand van materieelrechtelijke leerstukken uit het internationale strafrecht ('joint criminal enterprise', 'command responsibility' en 'superior orders') gestimuleerd worden te reflecteren op het Nederlandse recht. Gedurende acht weken worden er interactieve hoorcolleges verzorgd. Van studenten wordt een actieve houding verwacht. Er zullen één of meer gastdocenten worden uitgenodigd. Wordt nog nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen en paper. Nadat 200355 : Materieel strafrecht (B2) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 212305 : Formeel strafrecht (BC3)
naam Internet: juridische toepassingen code 201544 voorheen Verdieping informatietechnologie voor juristen studiepunten 9
Examenonderdelen
147
docent prof.mr. A. Oskamp (kamer 5A-37, tel. 020-86346) periode week 6 - 15 doel Het behandelen van de mogelijkheden van internet binnen het recht, zowel vanuit een praktische als vanuit een theoretische invalshoek. De centrale vraag is hoe internet door en voor juristen kan worden toegepast en vervolgens welke voorwaarden aan dat gebruik vanuit juridisch perspectief moeten worden gesteld. inhoud Na het volgen van dit vak is de jurist in staat op een efficiënte, en niet minder belangrijk, kritische en daarom verantwoorde wijze gebruik te maken van juridische toepassingen op internet. Op het internet zijn vele juridische toepassingen te vinden. Het OM wordt geadviseerd door een computerprogramma bij het bepalen van de straf (www.om.nl/bos), belastingaangifte kan via het internet, stemmen (straks) ook. Juristen dienen kennis te dragen van de mogelijkheden en beperkingen van deze en andere juridische toepassingen op internet. De leerstof wordt behandeld aan de hand van een aantal thema's zoals e-Government, online geschillenoplossing, intelligent agents (slimme programmatuur). Daarnaast vindt een analyse plaats van tenminste een rechterlijke uitspraak en een wettelijke regel teneinde vast te kunnen stellen of hetgeen juridisch beoogd werd ook daadwerkelijk als resultaat wordt verkregen. De student dient een eindwerkstuk te maken dat een analyse geeft van een zelf gekozen rechtsterrein met het oog op een mogelijke internet-toepassing. werkwijze Interactief college. literatuur On-line studiemateriaal. toetsing De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten. Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de schriftelijke werkstukken. Er is ook een afsluitend tentamen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! voorkennisvak 200379 : IT, internet en recht (B3/M) (en een voorsoorteervak naar keuze) subject code credits co-ordinator period aim
Introduction to Common Law 200961 6 to be announced (semester 1) The narrow aim of this course is to introduce students with backgrounds in civil law and other legal systems to some of the basic concepts of the Common Law. This gives the student some appreciation of "common law method", the way in which the common law has developed, and continues to develop, as a body of judge-made law. The broader aims of comparative legal study are to broaden the students' legal perspectives and enrichs their knowledge of national and transnational private law. This course helps equip them to appreciate the professional thought ways of American, English and British Commonwealth lawyers. content This course focuses specifically on the law of contract and the law of torts, which together are the equivalent of the law of obligations in civil law, and on the law of "equity", a body of law peculiar to the common law. Students
148
Rechtsgeleerdheid
are introduced to these bodies of law largely through "the case method", which is the predominate method of teaching law in the first year of a North American law degree. literature • "Introduction to the Common Law; Contract, Tort, Equity", a case book prepared for students at the Vrije Universiteit, Amsterdam by Innis Christie, W.H. Charles and Peter E. Darby; • Other readings may be announced at the beginning of and throughout the course. mode of assessment Grades will be based on class participation and a written test. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Jeugdrecht I (integratievak) (M) 201572 6 mr. T. Liefaard (kamer 6A-20, tel. (020) 5986335) week 42 - 51 Het verkrijgen van inzicht in de onderlinge samenhang van de diverse aspecten van het jeugdrecht en meer in het bijzonder van de wisselwerking tussen de privaatrechtelijke, de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke aspecten. Het jeugdrecht omvat niet alleen het privaatrechtelijke jeugd(beschermings)recht, maar ook het jeugdstraf(proces)recht en de sterk bestuursrechtelijke jeugdzorg. De samenhang en wisselwerking van privaat-, straf- en bestuursrecht komen tijdens de te behandelen onderwerpen regelmatig aan de orde. Zo is het gezag van ouders of voogd niet alleen relevant voor de privaatrechtelijke verhouding tussen minderjarigen en hun ouders. De uitoefening van dit gezag is ook aan strafrechtelijke grenzen gebonden en wordt tevens strafrechtelijk beschermd tegen ongewenste bemoeienis van derden. Bij het treffen en uitvoeren van kinderbeschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld naar aanleiding van kindermishandeling, zijn bureaus jeugdzorg en de raad voor de kinderbescherming betrokken; deze organen kunnen worden geduid als bestuursorganen en hun doen en laten wordt mede beheerst door bestuursrechtelijke aspecten. De tenuitvoerlegging van sancties uit het jeugdstrafrecht is in een aantal gevallen overgelaten aan particuliere organisaties; ook is mogelijk dat een gepleegd delict leidt tot een privaatrechtelijke maatregel van kinderbescherming. Aan de orde komen ook de regelgeving ten aanzien van de plaatsing van buitenlandse pleegkinderen ter adoptie in Nederland en ten aanzien van internationale kinderontvoering. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het internationaal juridisch kader zoals vormgegeven door in het bijzonder het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en het EVRM. Hoor- en werkcolleges. Studenten krijgen de gelegenheid een essay te schrijven en daarnaast zal elke student in een mondelinge presentatie een door hem gekozen stelling moeten verdedigen danwel aanvallen. Syllabus Jeugdrecht I (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); het voorgeschreven handboek wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk; zogenaamd openboektentamen, waarbij studenten gebruik mogen maken van het collegedictaat en studieboeken. Naast het tentamen (0,4) tellen de resultaten van het essay (0,4) en de behandeling van de stelling (0,2) mee in het eindoordeel.
Examenonderdelen
149
voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Jeugdrecht II (M) 201791 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 37 - 26 (naar keuze) Het verdiepen van het inzicht dat door het volgen van het onderwijs in Jeugdrecht I (integratievak) is verkregen door kennismaking met de praktijk in de vorm van een - observerende - stage of een meer theoretische verdieping in een onderdeel van de stof door middel van een werkstuk of een literatuurstudie. De stageperiode bestaat uit vier weken bij voorbeeld bij de kinderrechter en wordt gevolgd door een aantal dagen voor het schrijven van een stageverslag. Bij een werkstuk of mondeling tentamen wordt met de betrokken student een bepaalde hoeveelheid literatuur (mondeling tentamen; circa 750 pagina's) of een studieprestatie van een bepaalde omvang (werkstuk; circa 15 pagina's) afgesproken. Van de student wordt veel zelfwerkzaamheid verwacht. Bij een stage inclusief het opstellen van het verslag en bij een werkstuk vindt begeleiding plaats door mr. C. Blankman. Een aanvraag voor een stageplaats dient tijdig (d.w.z. circa drie à zes maanden voor het geplande aanvangstijdstip) en gemotiveerd bij mr. C. Blankman te worden ingediend. In overleg samen te stellen. Werkstuk of mondeling tentamen. Bij een stage vindt de beoordeling plaats aan de hand van het stageverslag. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200572 : Jeugdrecht I
naam code studiepunten docenten periode doel
Jeugdstrafrecht (M) 201540 6 mr. C.J. Petiet; mr. H.A.J.M. Versteeg (kmaer 8A-20, tel. (020) 59 86234) week 15 - 26 Met behulp van literatuur en praktijk wordt aandacht besteed aan het gehele terrein van het jeugdstrafrecht. De taak van rechter, advocaat, officier en de ketenpartners worden belicht. De relatie tussen het civiele jeugdrecht en het jeugdstrafrecht komt ter sprake. Komend cursusjaar zal tevens aandacht worden besteed aan het wetsvoorstel 'De gedragsbeïnvloedende maatregel'. Er worden gastcolleges gegeven door vertegenwoordigers van genoemde Ketenpartners en er worden jeugdstrafrechtzittingen bijgewoond. Tevens wordt er een jeugdinrichting bezocht. Ook zijn studenten aanwezig bij een Ketenoverleg en doen zij een 'ministage' van drie dagen bij een advocaat die jeugdstrafrechtzaken behandelt. inhoud Kennis nemen van het materiële- en het formele jeugdstrafrecht en inzicht krijgen in specifieke vraagstukken op het terrein van het jeugdstrafrecht. Ervaring opdoen met de praktijksituatie (rechterlijke macht, OM, de jeugdadvocatuur en de keten) en daarbij betrekken de bijzondere sancties
150
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis
opmerkingen
voorkennisvakken
voor jeugdigen zoals de maatregel Hulp en Steun, ITB harde kern, CRIEM en jeugddetentie. Kennis nemen van de relevante internationale verdragen op het terrein van jeugdstrafrecht en jeugddetentie. De stof wordt doorgenomen in 8 colleges, waarbij een bijzonder actieve werkhouding van de deelnemers wordt verwacht. • G. de Jonge en A.P. van der Linden, Jeugd & Strafrecht, leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht. • Reader: in overleg met 'gastdocenten en advocaten' • Paper, waarin opgenomen verslaglegging (waarin één uitgewerkt onderbouwd aspect) van meelopen advocatuur; • Schriftelijke toetsing n.a.v. een casus; • Eindgesprek gebaseerd op het boek. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!Deelname aan het vak staat alleen open voor studenten die de verdieping strafrecht met goed resultaat hebben afgesloten en bij voorkeur aan het integratievak jeugdrecht hebben deelgenomen. Er kunnen maximaal 12 studenten deelnemen aan dit vak. Bij overschrijding van het maximum aantal deelnemers zal worden geloot en weegt het gevolgd hebben van het integratievak jeugdrecht zwaar mee. 201537 : Verdieping strafrecht (M) 201572 : Jeugdrecht I (integratievak) (M) (sterk aanbevolen.)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Juridische vaardigheden (B1/BN1) 200129 9 dr.mr. O.J. Tans (kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325) week 35 - 22 In dit vak wordt de eerstejaarsstudent de volgende basisvaardigheden bijgebracht, die voor een goed verloop van de verdere studie onmisbaar worden geacht: arrest lezen, schriftelijke vaardigheden 'en daarmee verbonden academische studievaardigheden, zoals weten hoe een bibliotheek werkt en hoe je een paper moet schrijven' , mondelinge vaardigheden, en logisch redeneren/argumenteren toegespitst op juridische teksten. inhoud Dit vak loopt het hele jaar door en bestaat uit de volgende componenten (in volgorde waarin de desbetreffende onderdelen gedurende het jaar worden getoetst): • Diagnostische taaltoets (deelname verplicht) • Arrest lezen (1 stp) • Eerste paper (2 stp) • Mondelinge presentatie (1 stp) • Argumentatieleer (3 stp) • Tweede paper (2 stp) werkwijze Studenten werken in groepen, onder leiding van docenten, aan het oefenen met het lezen van arresten, het mondeling presenteren en het trainen van academische studie- en schrijfvaardigheden ter voorbereiding op het schrijven van de beide papers. De component argumentatieleer wordt in de vorm van hoor- en werkcolleges aangeboden.
Examenonderdelen
151
literatuur Nader op te geven literatuur in de vorm van syllabi. toetsing De tentamens arrest lezen en argumentatieleer worden schriftelijk in een tentamenzaal afgenomen. De mondelinge presentaties vinden plaats tijdens de onderwijsbijeenkomsten. De beide papers worden door elke student zelfstandig geschreven en door de docenten individueel beoordeeld. opmerkingen Aan het bijbrengen van schriftelijke vaardigheden wordt in dit vak veel belang gehecht. Om die reden is bepaald dat de student in ieder geval moet meedoen aan de diagnostische taaltoets en beide papers met een voldoende dient af te sluiten om te kunnen slagen voor dit vak. Het eindcijfer komt tot stand na weging van de behaalde resultaten bij de verschillende onderdelen, met uitzondering van de diagnostische taaltoets waarvoor slechts een deelnameverplichting geldt. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten co-ordinator
152
Kerk en recht (B3/M) 201793 6 prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) week 16 - 26 Kennismaking met en enig inzicht in de positie van de kerk in het privaatrecht en het staatsrecht, mede vanuit historisch perspectief alsmede kennismaking met en inzicht in (het functioneren van) de interne regels binnen kerken (kerkelijk recht) en het oog krijgen voor de doorwerking van theologische opvattingen in het (kerk)recht. Verhouding kerk - recht; kerkelijk - en wereldlijk recht; scheiding van kerk en staat, vrijheid van godsdienst, organisatietypen van kerken; de kerk in het privaatrecht; functioneren van een protestantse kerkorde; de burgerlijke rechter en kerkelijke conflicten; bevoegdheden van kerkelijke organen; de rechtspositie van voorgangers; functioneren van de RK codex; federatie, fusie en splitsing van kerken en gemeenten. Zie onder opmerkingen. L.C. van Drimmelen en T.J. van der Ploeg, Kerk en recht, Lemma Utrecht 2004 en eventueel aanvullend materiaal. In principe schriftelijk tentamen. Het is mogelijk te kiezen voor individuele toetsing van (een) deelonderwerp(en) met aanvullende literatuur. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het vak wordt in samenwerking met de theologische faculteit verzorgd. Het wordt een keer in de twee jaar verzorgd. In het cursusjaar 2007-2008 wordt het vak weer aangeboden. Het vak is praktisch van belang voor degenen die in de latere beroepsuitoefening met kerkgenootschappen in aanraking komen, zoals notarissen, advocaten, rechters en bestuursrechtelijke juristen: de motivering om deel te nemen zal echter veelal moeten liggen in de behoefte om de blik te verruimen. Voor studenten van andere faculteiten, met name de theologische, staat het vak ook als keuzevak open. Law and Politics of Collective Security (M) 200976 12 prof.dr. W.G. Werner (room 7A-23, telephone +31 (0)20 59 86306
Rechtsgeleerdheid
e-mail:
[email protected]) periode (semester 1,) aim The course aims to provide students with knowledge and insight in the current system of collective security. Moreover, it aims to explore the relation between law and politics in the area of international security. content This course discusses the phenomena of war and security, as viewed through the lens of international law and politics. The course situates the current UN system of collective security in a historical context and examines the interplay between law and politics in the area of security. Topics include: just war doctrines, colonialism and the use of force, nationalism and international law, the League of Nations, the United Nations, guerilla warfare, self-defense and the position of the Security Council. literature • Stephen Neff, War and the Law of Nations, Cambridge University Press, 2005. Other literature to be announced. mode of assessment Assignments, presentations, paper. remarks The course is open for students enrolled in the LLM programme 'Law and Politics of International Security'. subject code credits coördinator period aim
Legal English for Students of Dutch Law 200938 6 F.M. Gilligan (
[email protected]) (All academic terms (3 x per year)) To provide students with a solid grounding in the theory, language and practice of English Law. The course has a high Added Value. Participation in this course makes future foreign legal study and employment more likely. content Education • Apprecitation of the problems of civil to common law translation • The historical development of the common Law System • The British Constitution • The court structure • The English judiciary • The English Legal Profession • Criminal procedure and substantive criminal law • The English law of contract and the concept of Consideration • British Company law Skills • Learning English law from English legal texts • Listening to lectures on English law given by a native speaker • Reading, understanding, summarising and critically comparing English case law. • Legal correspondence and e-mails • Writing an English C.V. • Writing a letter of job application in English • Drafting Legal memoranda in English • Researching documents and jurisprudence from legal internet sites • Preparing and presenting a Moot Court form of tuition Student self study from English Legal Textbooks followed by Socratic and exercise based weekly tutorials of 2 academic hours.
Examenonderdelen
153
literature Course syllabus, Textbooks, Jurisprudence. mode of assessment Continuous assessment plus two exam. Essay plus Moot Court entry requirements Only Masters students. Good level of English.Pleading experience necessary. remarks Minimally 90% course attendance required - gives access to examination. Nor resit examinations. Students who do not attend the first lesson automatically loose course place. Max 16 students. Due to the high demand for places in this course students are advise to contact the study secretariat regarding placement and waiting lists. Do not contact the teacher directly regarding placement. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
154
Levensloopcriminologie (Mcrim.) 212403 6 dr. A.S. Slotboom (kamer 8A-34, tel. . (020) 59 82982) week 36 - 43 Inzicht krijgen in ontwikkeling van criminaliteit over de levensloop vanuit verschillende theoretische (criminologische, psychologische, sociologische) perspectieven, waarbij de individuele dader centraal staat. Met name aandacht voor het ´stoppen´ met criminaliteit . In het vak Levensloopcriminologie wordt ingegaan op theorieën over delinquent gedrag over de hele levensloop. In die zin bouwt dit vak voort op het vak 'Ontstaan en ontwikkeling' uit de Bachelor Criminologie. We behandelen een aantal prominente theorieën binnen levensloopcriminologie, die in meer of mindere mate heterogeniteit veronderstellen binnen daders, bijvoorbeeld de theorieën van Moffitt, Sampson en Laub en Gottfredson en Hirschi, en die elk een andere verklaring geven voor het verloop van de agecrime curve. We zullen behandelen in hoeverre deze verschillende theorieën empirisch ondersteund worden (met name kijkend naar recent werk van Nagin, en van Sampson & Laub). Wij behandelen daarbij ook de geldigheid van deze theorieën voor het gebruik van verschillende soorten data over delinquent gedrag (m.n. officiële data vs. self-report gegevens). Naast theorieën over het ontstaan van antisociaal en delinquent gedrag komen dus nadrukkelijk theorieën over 'desistance' aan de orde. Meer in het bijzonder kijken we daarbij naar wat bekend is over het effect van interventies in criminele carrières. Daarbij richten we ons op een aantal speciale groepen daders, zoals veelplegers, tbs-gestelden en vrouwen, speciaal voor de Nederlandse situatie. Het vak is nadrukkelijker dan 'Ontstaan en ontwikkeling', dat een sterke psychologische oriëntatie had, interdisciplinair van karakter. In twee colleges wordt speciaal aandacht besteed aan longitudinale methoden van onderzoek, alsmede aan meer in het algemeen kwantitatieve en kwalitatieve methoden om verandering te meten. Hoorcolleges en een opdracht. Piquero en Mazerolle. Life course criminology contempory and classic readings, 2001. Schriftelijk tentamen en de opdracht. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie
Rechtsgeleerdheid
synchronisatievakken. Dringend advies om Levensloopcriminologie alleen te volgen na het vak Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (212301). naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak
Materieel strafrecht (B2) 200355 5,7 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 5986235) week 16 - 26 Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht in en kennis van de algemene leerstukken en de systematiek van het materiële strafrecht te verschaffen. Het vak heeft eveneens tot doel om studenten te leren jurisprudentie en wetgeving inzake het materiële strafrecht te lezen, te begrijpen en te analyseren en om casus op te lossen met behulp van een methode die op de colleges en in de werkgroepen wordt uitgelegd en geoefend. Achtereenvolgens komen in het onderwijs de volgende onderwerpen aan de orde: de methode van het materiële strafrecht, legaliteit, interpretatie, daderschap, causaliteit, opzet, schuld, verwijtbaarheid, wederrechtelijkheid, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding en deelneming. Hoorcolleges, werkcolleges en intensieve werkgroepen. Nadere informatie hierover wordt gepubliceerde op Blackboard. • J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Gouda Quint 2006; • Klaas Rozemond, De methode van het materiele strafrecht, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2006; • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. Het tentamen bestaat uit casusopdrachten en open vragen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. 200102 : Beginselen strafrecht (B1/BN1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Materieel strafrecht (BC2/BC3) 212304 6 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 59 86235) week 16 - 26 Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht in en kennis van de algemene leerstukken en de systematiek van het materiële strafrecht te verschaffen. Het vak heeft eveneens tot doel om studenten te leren jurisprudentie en wetgeving inzake het materiële strafrecht te lezen, te begrijpen en te analyseren en om casus op te lossen met behulp van een methode die op de colleges en in de werkgroepen wordt uitgelegd en geoefend. inhoud Achtereenvolgens komen in het onderwijs de volgende onderwerpen aan de orde: de methode van het materiële strafrecht, legaliteit, interpretatie, daderschap, causaliteit, opzet, schuld, verwijtbaarheid, wederrechtelijkheid, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding en deelneming. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges en intensieve werkgroepen. Nadere informatie hierover wordt gepubliceerd op Blackboard.
Examenonderdelen
155
•
J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Gouda Quint 2006; Klaas Rozemond, De methode van het materiele strafrecht, Nijmegen, Ars Aequi Libi 2006; • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. toetsing Het tentamen bestaat uit casusopdrachten en open vragen. voorkennis Voor studenten van het tweede bachelorjaar criminologie geldt: "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). voorkennisvak 212203 : Beginselen strafrecht (BC1) (of gelijkwaardige variant.) literatuur
•
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
voorkennis
156
Media- en communicatierecht (integratievak) (M) 201573 6 prof.mr. H.W.K. Kaspersen (kamer 5A-35, tel. (020) 5986214) week 46 - 5 Het geven van een inzicht in de rechtsregels betreffende de organisatie en het functioneren van massamedia als maatschappelijk onmisbaar onderdeel van de uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting. Deze regels zijn onderdeel van verschillende rechtsgebieden zoals het constitutionele recht, het bestuursrecht, het privaatrecht, het strafrecht en het IT-recht. De massamedia pers, omroepen en andere media komen in de cursus aan de orde, gegroepeerd rond de volgende thema's: • Grondrechten: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van informatiegaring. • Regeling van de schrijvende pers; fonds voor de pers, verschoningsrecht voor journalisten, gedragscode, aansprakelijkheid, mededinging. • Regeling van omroep (Mediawet): duaal bestel. • Reclamerecht • Massamedia en auteursrecht • Onrechtmatige perspublicaties • Toegang tot omroepinfrastructuur. De telecommunicatie, infrastructuur en diensten, (omroep-) zenders, kabeltelevisienetten, internet etc. • Convergentie tussen telecommunicatie, omroep en andere audiovisuele toepassingen. Hoorcolleges en werkgroepen. De studenten maken in kleine groepen een zestal gezamenlijke schriftelijke opdrachten. Het gemiddelde cijfer dat hiermee behaald wordt telt voor 1/3 mee in het eindcijfer • F.W. Grosheide, Communicatie- en Mediarecht, 3e druk, Ars Aequi Libri 2007; • Reader met aanvullende literatuur. Schriftelijk tentamen. Het eindcijfer bestaat voor 2/3 deel uit het resultaat van het schriftelijk tentamen en voor 1/3 deel uit het resultaat van de schriftelijke opdrachten. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
Mensenrechten en strafrecht (B3/M) 201794 6 prof.mr M. Kuijer week 16 - 26 Het keuzevak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met procedurele en inhoudelijke aspecten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) die van belang zijn voor de strafrechtspleging in Nederland. Ook wordt aandacht besteed aan andere Raad van Europa instrumenten (zoals het CPT) en het EU grondrechtenhandvest. De historische ontwikkeling van het EVRM en het belang van het EVRM voor de Nederlandse rechtsorde worden besproken. Vervolgens zal aandacht worden besteed aan de procedure voor het Straatsburgse Hof (EHRM) en aan enkele algemene doctrines en interpretatiemethoden van het EHRM. Daarna volgt een behandeling van de belangrijkste jurisprudentie van het EHRM inzake de artikelen 2 (recht op leven), 3 (verbod van onmenselijke behandeling), 5 (recht op vrijheid), 6 (fair trial) en 8 (privacy) EVRM. Elke week wordt een werkcollege van drie uur verzorgd. Nog nader te bepalen; vorig jaar werd gebruik gemaakt van C. Ovey & R.C.A. White, Jacobs & White´s European Convention on Human Rights (fourth edition), Oxford University Press. Schriftelijke eindtoets (gesloten boek tentamen). Na afgerond eerste bachelorjaar en Formeel strafrecht en Materieel strafrecht. Spreekuur Na afloop van het college.Human rights protection in Europe Studenten die reeds het vak Human rights protection in Europe hebben gevolgd kunnen niet deelnemen aan dit vak, gezien de bestaande overlap. 200368 : Materieel strafrecht (B3) 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200355 : Materieel strafrecht (B2) 200381 : Formeel strafrecht (B3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Methoden en technieken (BC2) 212226 6 vacature week 36 - 45 Het verkrijgen van een overzicht van gangbare methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. In staat zijn om, gegeven een onderzoeksvraag, mogelijke opties voor een onderzoeksopzet te beoordelen op hun voor- en nadelen. inhoud Algemeen overzicht van methodologische aspecten van kwalitatief en kwantitatief criminologisch onderzoek, waaronder bronnen van informatie, bevragingsmethoden, onderzoeksopzetten, dataverwerking en toetsing van de bevindingen aan de theorie. werkwijze Digitaal hoorcollege en werkcollege. literatuur C. Bijleveld, Methoden en Technieken van onderzoek in de Criminologie, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2006.
Examenonderdelen
157
toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). voorkennisvak 212103 : Inleiding methoden en technieken (BC1) naam code studiepunten coördinator periode doel
voorkennis voorkennisvak
Milieurecht (B3/M) 201796 6 dr.mr. L.A.J. Spaans (kamer 6A-15, tel. (020) 59 86343) week 16 - 26 Doel van het vak Milieurecht is het verwerven van kennis van en inzicht in de hoofdzaken en de systematiek van het nationale milieurecht, in het bijzonder het milieubestuursrecht. Deze kennis en dit inzicht kan de student na afronding van de collegecyclus zelfstandig en kritisch toepassen in complexe en specialistische milieurechtelijke casus. Milieurecht is dat deel van het recht waarmee de 'fysieke omgeving' wordt beschermd en beheerd. Het milieurecht is in die zin bijzonder, dat het als een rode draad door allerlei min of meer traditionele rechtsgebieden loopt. Daar komt bij dat de inhoud van het nationale milieurecht in hoge mate wordt bepaald door internationaal recht. Binnen de collegecyclus wordt niet alleen aandacht besteed aan de nationale milieurechtelijke regelgeving - en dan met name aan het milieubestuursrecht - maar ook aan die rechtsgebieden die een raakvlak met die regelgeving vertonen en, in beperkte mate, aan de internationale regelgeving ter zake. Gecombineerde hoor- en discussiecolleges waarbij een actieve deelname van de studenten wordt verwacht. Om het inzicht in de grote hoeveelheid regelingen te vergroten, is gekozen voor een opdeling van de collegecyclus in een deel "hoofdlijnen Nederlands milieubestuursrecht" en een blok "capita selecta". In het eerste blok wordt de student vertrouwd gemaakt met het systeem van het nationale milieubestuursrecht, waarbij de Wet milieubeheer en de daarop betrekking hebbende jurisprudentie centraal staan. Het tweede blok van de collegecyclus betreft een verdieping, waarbij onder meer wordt ingegaan op het raakvlak tussen het milieu- en ruimtelijke ordeningsrecht en tussen het milieu- en natuurbeschermingsrecht. • Een nader bekend te maken handboek milieurecht; • Specifieke milieurechtwetbundel Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdracht. De beoordeling van de opdracht vormt een kwart (1/4) van het eindcijfer, met dien verstande dat voor zowel het tentamen als de opdracht tenminste het cijfer vijf (5,0) moet worden gehaald. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Misdaadanalyse (M) 201797 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) week 44 - 5 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
158
Rechtsgeleerdheid
typen van misdaadanalyse. inhoud Misdaadanalyse is het gebruiken van (wetenschappelijke) methoden voor het analyseren van criminaliteit op strategisch en operationeel niveau. Het vakgebied van de misdaadanalist ontwikkelt zich in hoog tempo, waarbij de interactie tussen de praktijk en de wetenschap van groot belang is. In de colleges wordt aandacht besteed aan de actuele ontwikkeling binnen de opsporing naar informatie-gestuurde opsporing om het kader te schetsen van de rol die misdaadanalyse daarin speelt. Daarna worden een selectie van methoden van misdaadanalyse uitgelegd en voorzien van een kritische wetenschappelijke reflectie. Achtereenvolgens zullen strategische analyses als het criminaliteitsbeeld en geografische analyses als HotSpots besproken worden. Meer specialistische vormen van criminaliteitsanalyse als geografische en psychologische daderprofilering sluiten de reeks af. Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. Studenten krijgen opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. In totaal krijgen de studenten drie opdrachten. De typen onderzoek kunnen beschouwd worden als bijzondere varianten van sociaal wetenschappelijk onderzoek. werkwijze Hoor- en werkcolleges. literatuur Peter B. Ainsworth, Offender Profiling and Crime Analysis Willan Publishing. 2000, ISBN 1-903240-21-2 (Paperback). toetsing Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van deze drie cijfers. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Dit vak is alleen voor studenten met de afstudeerrichting Strafrecht of Criminologisch-juridisch. opmerkingen Tot de cursus worden toegelaten masterstudenten Rechtsgeleerdheid. naam code studiepunten coördinator periode doel
Misdaadanalyse (Mcrim) 212404 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) week 44 - 5 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende typen van misdaadanalyse. inhoud Misdaadanalyse is het gebruiken van (wetenschappelijke) methoden voor het analyseren van criminaliteit op strategisch en operationeel niveau. Het vakgebied van de misdaadanalist ontwikkelt zich in hoog tempo, waarbij de interactie tussen de praktijk en de wetenschap van groot belang is. In de colleges wordt aandacht besteed aan de actuele ontwikkeling binnen de opsporing naar informatie-gestuurde opsporing om het kader te schetsen van de rol die misdaadanalyse daarin speelt. Daarna worden een selectie van methoden van misdaadanalyse uitgelegd en voorzien van een kritische wetenschappelijke reflectie. Achtereenvolgens zullen strategische analyses als het criminaliteitsbeeld en
Examenonderdelen
159
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
opmerkingen
voorkennisvakken
160
geografische analyses als HotSpots besproken worden. Meer specialistische vormen van criminaliteitsanalyse als geografische en psychologische daderprofilering sluiten de reeks af. Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. Studenten krijgen opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. In totaal krijgen de studenten drie opdrachten. De typen onderzoek kunnen beschouwd worden als bijzondere varianten van sociaal wetenschappelijk onderzoek. Hoor- en werkcolleges. Peter B. Ainsworth, Offender Profiling and Crime Analysis Willan Publishing. 2000, ISBN 1-903240-21-2 (Paperback). Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van deze drie cijfers. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie synchronisatievakken. Multivariate analyse (BC2/BC3) 212220 6 prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld (kamer 8A-28, tel. (020) 59 86226) week 6 - 13 Het verkrijgen van een overzicht van gangbare multivariate methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. Het kunnen kiezen van een bepaalde methode gegeven een bepaalde vraag en kenmerken van de data. Het verkrijgen van vaardigheden van het gebruik van deze technieken voor de beantwoording van multivariate vragen. De resultaten kunnen interpreteren en terugvertalen naar wetenschappelijke en beleidsimplicaties. Algemeen overzicht van gangbare multivariate methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. Toepassing van een select aantal typen van deze methoden en technieken. Werkcolleges. Opdrachten thuis. Practicum. Literatuur wordt bekend gemaakt op blackboard. Schriftelijk tentamen. Studenten die dit vak volgen als een bachelor 2 vak geldt: Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2. (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). Studenten die dit vak volgen als een bachelor 3 vak geldt: Studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar l inclusief Methoden en technieken I moeten zijn behaald. In het studiejaar 2007/2008 wordt dit vak zowel aan BC2- als aan BC3studenten (studenten die via loting zijn begonnen aan de opleiding Criminologie) gegeven. 212103 : Inleiding methoden en technieken (BC1) (Ingangseis voor studenten die het Bachelor 2 jaar volgen en in het studiejaar 2005/2006 zijn gestart met de opleiding Criminologie.)
Rechtsgeleerdheid
212216 : Methoden en technieken I (BC2) (Ingangseis geldt voor studenten die het Bachelor 3 jaar volgen en in het studiejaar 2005/2006 zijn gestart met de opleiding Criminologie.) naam Nederlandse rechtsgeschiedenis (B3/M) code 201798 keuzevak studiepunten 6 coördinator prof.mr. S. Faber (kamer 7A-29, tel. (020) 59 86322) periode week 16 - 26 doel Kennismaken en ervaring opdoen met het zelfstandig verrichten van onderzoek. inhoud In beginsel vrijwel onbeperkt. Wel wordt elk jaar gelegenheid gegeven mee te doen aan een werkgroep op een terrein waarop de sectie Nederlandse rechtsgeschiedenis zelf actief is. Het is echter ook mogelijk het accent te leggen op belangstelling, voorkeur of bekwaamheden. werkwijze Gezamenlijk onderzoek in archieven en/of literatuuronderzoek; rapportage over en bespreking van de resultaten, resulterend in een werkstuk/onderzoeksverslag. Indien noodzakelijk of gewenst kan ook individueel worden gewerkt, uiteraard met begeleiding. literatuur Afhankelijk van onderwerp en werkwijze. toetsing In de regel afsluiting met een werkstuk. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Nadere toelichting en voorbeelden zijn te verkrijgen bij de docent. voorkennisvak 200202 : Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200202 5,7 prof.mr. S. Faber (kamer 7A-29, tel. (020) 59 86322) week 44 - 51 Het bevorderen van kennis en inzicht omtrent hoofdzaken van de Nederlandse rechtsgeschiedenis (tegen de achtergrond van de geschiedenis van Europa), en van de vaardigheid juridische problemen en onderwerpen vanuit rechtshistorisch perspectief te bezien. Algemene begrippen en periodisering; Uitwendige rechtsgeschiedenis (geschiedenis van de rechtsvorming: gewoonterecht, codificatie etc.); Iwendige rechtsgeschiedenis (enkele onderdelen, zoals geschiedenis van de strafrechtspleging, onrechtmatige daad); Rechterlijke organisatie - in ruime zin (staatsinstellingen). Hoorcolleges en werkgroepen Wordt nader bekend gemaakt op Blackboard. Schriftelijk tentamen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. Spreekuur: na de colleges of op een ander af te spreken tijdstip.
Examenonderdelen
161
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Notariswet (BN3) 211353 2,9 mr. M.R. Kremer (kamer 7A-32, tel. (020) 59 86314) week 36 - 43 Het kennen van en inzicht hebben in functie en taak van de (aankomende) (kandidaat-)notaris, in het bijzonder bezien vanuit praktische en theoretische toepassingen van de notariswet. De Notariswet en daarin voorkomende en daarmee samenhangende onderwerpen en regelingen. Hoorcollege, zeven maal twee uur. • B.C.M. Waaijer, De notariswet, 7e druk, 2002, Kluwer, Deventer; • Collegedictaat. Schriftelijk tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Een eventuele extra opgave van literatuur en/of jurisprudentie wordt op het college gegeven.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Omzetbelasting (M) 201556 6 drs. F.L. Idsinga (kamer 7A-36, tel. (020) 59 86295) week 2 - 6 Het verwerven van kennis van en inzicht in de opzet en het systeem van de Zesde BTW-richtlijn en de Wet op de omzetbelasting 1968 als uitwerking hiervan. Er wordt aandacht besteed aan het van de inkomstenbelasting afwijkende ondernemerschap. Daarnaast wordt het onderscheid tussen leveringen en diensten voor de omzetbelasting behandeld. Daarbij mag een toelichting op het bedrag waarover omzetbelasting verschuldigd is (de maatstaf van heffing) en op het moment van verschuldigdheid van omzetbelasting (het tijdstip van de levering of dienst) niet ontbreken. De uitzondering(en) op de verschuldigdheid van omzetbelasting (de vrijstellingen) en het recht op aftrek van omzetbelasting passeren eveneens de revue. De internationale aspecten (de intracommunautaire leveringen, diensten en de uitvoer) vormen tot slot het sluitstuk van dit vak. inhoud In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het werkcollegegedeelte de praktische toepassingen van de stof aan bod. werkwijze De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vier weken, tweemaal drie uur per week. literatuur • M.E. van Hilten & H.W.M. van Kesteren, Omzetbelasting (Fiscale studieserie fed), Deventer: Kluwer 2005 (primair studieboek). • B.J.M. Terra & P.J. Wattel, European Tax Law (Fiscale studieserie fed), Deventer: Kluwer 2005. • Bundel wetteksten 2007, waarin onder meer opgenomen de Wet op de omzetbelasting 1968 en de BTW-Richtlijn. • De hand-outs van de colleges (sheets). • De tijdens de colleges uitgereikte en op `Blackboard¿ geplaatste jurisprudentie, besluiten, e.d.
162
Rechtsgeleerdheid
toetsing Schriftelijk, open vragen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! voorkennisvakken 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) naam Ondernemingsrecht (B3/BN3/M) code 211358 Dit vak is een van de vier keuzemogeljikheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht. studiepunten 6 coördinator mr A.J.M. Klein Wassink periode week 6 - 15 doel Voortbouwend op het vak Vennootschaps- en Rechtspersonenrecht uitbreiden van kennis en aan de hand daarvan verdiepen van inzicht in een aantal thema's uit het ondernemingsrecht en het leggen van verbanden tussen ondernemingsrecht en vermogensrecht. inhoud In het vak Ondernemingsrecht wordt aandacht besteed aan een drietal belangrijke thema's voor nv's en bv's . Zo komen aan de orde: zorgvuldig vermogensbeheer vanuit het voorrecht van exclusieve aansprakelijkheid, flexibele ondernemingsstructuren en geschillen tussen aandeelhouders. Actuele ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak worden daarin betrokken. Bij voldoende belangstelling worden voor studenten die `iets meer' willen drie extra bijeenkomsten georganiseerd. Op deze bijeenkomsten worden lezingen gegeven door gastsprekers over actuele onderwerpen uit het ondernemingsrecht. De lezing wordt gevolgd door discussie. Voorbereiding aan de hand van op te geven literatuur is noodzakelijk. werkwijze Hoorcolleges en werkcolleges. Voorafgaand aan de werkcolleges dient een opgave schriftelijk te worden uitgewerkt. Deze opgaven worden beoordeeld, de beoordeling vormt een onderdeel van het eindcijfer. literatuur • Een overzicht van de per week te bestuderen literatuur en jurisprudentie wordt op blackboard gepubliceerd; • Nader op te geven arrestenbundel; • Nader aan te geven gedeelten uit Van Schilfaarde/Winter, Van de BV en de NV , laatste druk. toetsing Tentamen met casus en drie schriftelijke opdrachten. Het eindcijfer voor het vak Ondernemingsrecht komt als volgt tot stand: het tentamencijfer vormt 80% van het eindcijfer, het gemiddelde cijfer van de drie in te leveren opdrachten 20%. voorkennis Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor at studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I of Vennootschaps- en rechtspersonenrecht behaald moet zijn. opmerkingen Via de computerzaal op de 7e verdieping is het Documentatiesysteem betreffende Algemeen rechtspersonenrecht en verenigingen- en stichtingenrecht - dat door de sectie is opgezet - te raadplegen voor scripties,
Examenonderdelen
163
werkstukken en dergelijke. voorkennisvakken 200357 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) (of) 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
Onderwijsrecht (B3/M) 201801 6 prof.mr.drs. B.P. Vermeulen (kamer 6A-19, tel. (020) 5986264) week 6 - 22 Inzicht hebben in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem. In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van mensenrechtenverdragen en het EGrecht. Ten slotte wordt ingegaan op een aantal actuele thema's, zoals de vrijheid van onderwijs, de finaciering van het onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijsbeleid, het fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtspositie van de leraar, de leerling/ouders en de student en de bestuursrechtelijke rechtsberscherming. Literatuur wordt nader opgegeven. Mondeling tentamen Na afgerond eerste bachelorjaar. Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats-en bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, in het bijzonder studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd. Studenten die bij een Tweede-Kamerfractie stage willen lopen worden verzocht zo spoedig mogelijk met de docent contact op te nemen. Spreekuur: Volgens afspraak. 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Onderzoeksvaardigheden in de criminologie (BC3) 212307 12 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 598 6225) week 14 - 26 Het onderzoekspracticum criminologisch onderzoek heeft een tweeledig doel: • praktische oefening van onderzoekstechnieken die eerder in het (BC2) vak Methoden en Technieken zijn behandeld; • opzetten, uitvoeren en rapporteren van een empirisch criminologisch onderzoek. inhoud Het onderzoekspracticum is een samenstel van techniekpractica in onderzoekstechnieken enerzijds, en anderzijds een leeronderzoek, in groepen van vijf studenten. Het practicum is intensief: het beslaat twaalf weken
164
Rechtsgeleerdheid
literatuur toetsing
voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
waarin telkens minimaal twintig uur inzet van de studenten wordt gevergd. De laatste vier weken is de onderwijslast voltijds. Tijdens de vijf centraal gegeven techniekpractica wordt instructie en oefeningen aangeboden ten aanzien van vijf onderwerpen: • onderzoeksontwerp en opstellen vragenlijst • observeren • interviewen • statistische verwerking van surveydata met een computerprogramma (SPSS) Tijdens het leeronderzoek werken groepen van 5 a 6 studenten gezamenlijk aan de opzet, uitvoering en rapportage van een empirisch onderzoek. Afhankelijk van het leeronderzoek. De eindbeoordeling van het vak wordt vastgesteld op basis van een gewogen gemiddelde van de resultaten van de onderzoekspractica en de individuele bijdrage daaraan en het leeronderzoek. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. 212226 : Methoden en technieken (BC2) (of) 212216 : Methoden en technieken I (BC2) (of) Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (BC3) 212301 6 dr. A.S. Slotboom (kamer 8A-34, tel (020) 59 82982) week 36 - 43 Inzicht krijgen in ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit vanuit verschillende theoretische (criminologische, psychologische) perspectieven, waarbij de individuele dader centraal staat. Inzicht verkrijgen in conceptuele en empirische vragen over sociale, psychologische en biologische risico- en beschermende factoren van crimineel gedrag. Inzicht krijgen in kenmerken en belang van longitudinaal onderzoek. In dit vak wordt ingegaan op het fenomeen jeugdcriminaliteit en in het bijzonder op het ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag bij jeugdigen en adolescenten. Centraal staat de prevalentie en ontswikkeling van antisociaal gedrag en er zullen verschillende verklaringsmodellen en theorieën aan bod komen. Hierbij komen ook de onderlinge verschillen tussen de theorieën aan bod. Op de belangrijkste risico en beschermingsfactoren wordt ingegaan en de interactie tussen de verschillende factoren wordt besproken. In het bijzonder zal aandacht gegeven worden aan sekse verschillen in crimineel gedrag en de verklaringsmodellen die nodig zijn voor crimineel gedrag van jongens en meisjes. Tot slot wordt ingegaan op de preventie van crimineel gedrag waarbij het met name gaat om 'risk focused' preventie. Hoorcollege. • M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002; • Syllabus Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit 2007/2008. Schriftelijk tentamen en opdracht. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald.
Examenonderdelen
165
voorkennisvak 212204 : Theoretische criminologie (BC2) naam Overheid en privaatrecht (B3/M) code 201750 Overheid en privaatrecht is ook één van de zeven keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. F.J. van Ommeren (kamer 6A-21, tel. (020) 5986265) periode week 6 - 15 doel Veel juristen krijgen met de verhouding tussen publiek- en privaatrecht te maken, ongeacht of ze nu werkzaam zijn bij de overheid, bij particuliere organisaties, in het bedrijfsleven, in de wetenschap of in een rechtsprekend of adviserend beroep (advocatuur, notariaat, enz.). De praktijk houdt zich nu eenmaal niet goed aan de kunstmatige onderverdeling van het recht in aparte deelgebieden. Voor juristen die met de overheid hebben te maken, is daarom kennis van het terrein ´Overheid en privaatrecht´ eigenlijk onmisbaar. Doel van dit vak is het verwerven van inzicht in het optreden van de overheid in privaatrechtelijke verhoudingen. Aan het eind van dit vak dient u de casuïstiek op dit terrein zelf te kunnen rubriceren en rechtsvragen zelfstandig te kunnen beantwoorden aan de hand van wetgeving, jurisprudentie en literatuur. Voorts dient u dan vertrouwd te zijn met de verschillende invalshoeken die hiervoor kunnen worden gekozen. inhoud De overheid maakt in veel situaties gebruik van het privaatrecht. Tegelijk staat ook een privaatrechtelijk optredende overheid allesbehalve los van staats- en bestuursrechtlijke kaders. Dit levert een spanningsveld op, dat zowel theoretisch als praktisch van zeer grote betekenis is. In dit vak komen ondermeer de volgende vragen en onderwerpen aan de orde: • Welk overheidshandelen dient als privaatrechtelijk te worden aangemerkt? • Hoeveel ruimte heeft de overheid de privaatrechtelijke weg te bewandelen en waarom is daar behoefte aan? • Wat betekent dit voor privatisering en verzelfstandiging? • Wat is de betekenis van det doorwerking van publiekrechtelijke normen in publiekrechtelijke verhoudingen? • Welke rechter is bevoegd kennis te nemen van dit soort geschillen? Deze algemene vraagstukken worden toegepast op een aantal rechtsfiguren dat in het het overheidsprivaatrecht van bijzonder belang is, zoals: • overheidsstichting en overheidsdeelneming (en andere organisatievormen); • overheidscontracten; • overheidsaansprakelijkheid (onrechtmatige overheidsdaad en zelfstandig schadebesluit; • overheidseigendom. werkwijze Er worden hoorcolleges en einge aansluitende werkcolleges gegeven. Van de studenten wordt een actieve inbreng verwacht. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten worden op het college besproken. literatuur Syllabus Overheid en privaatrecht. toetsing Schriftelijk tentamen. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten tellen elk voor 10% mee voor het eindcijfer en kunnen dan ook als take-home tentamenvraag worden beschouwd.
166
Rechtsgeleerdheid
voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvakken 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
Penitentiair recht (B3/M) 201803 6 mr. C.J. Petiet (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) week 6 - 15 Studenten worden geacht aan het eind van de cursus begrip te hebben van de rechtspositie van gedetineerden, van de geschiedenis en achtergronden van de vrijheidsstraf, van de opbouw van en het beleid in het gevangeniswezen. Zij dienen de verschillende rechtswegen voor gedetineerden (o.a. het beklagrecht) te kunnen toepassen. In dit keuzevak wordt de nadruk gelegd op vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De benadering is berust op twee pijlers: theorie en praktijk. Allereerst theoretisch kader waarbinnen het penitentiair recht - in enge zin zich afspeelt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar alle regels die gelden ten aanzien van degenen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, dus zowel degenen die zich in voorlopige hechtenis bevinden als degenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dit complex van regels is de laatste twintig jaar sterk in beweging geraakt. Ook onder invloed van de mensenrechtenverdragen is de belangstelling voor penitentiair recht gegroeid en hebben allerlei fundamentele rechtsbeginselen in het penitentiaire recht hun toepassing gevonden. De beklagregeling voor gedetineerden is een exponent van deze toegenomen belangstelling. Voorts zal ruime aandacht besteed worden aan de differentiatie van de penitentiaire inrichtingen, de selectie van gedetineerden over die inrichtingen alsmede aan actuele problemen en de veranderingen die zich ten aanzien van het penitentiair beleid voordoen. Hoor-/werkcolleges, referaten en excursies. Literatuur wordt bekend gemaakt op Blackboard Tot de cursus behoort de verplichting een annotatie te schrijven naar aanleiding van een beschikking van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de hoogste penitentiaire rechter. Tevens dient men een referaat te houden. Elke student wacht een individuele opdracht (= essay). Aan het eind van de cursus vindt een mondelinge toets plaats. Het eindcijfer wordt bepaald door de cijfers van de annotatie, het opstel en de mondelinge toets. Na afgerond eerste bachelorjaar. Tot het onderwijs behoren excursies naar penitentiaire inrichtingen, als illustratie van en confrontatie met de praktijk van het Nederlandse gevangeniswezen. Op de eerste bijeenkomst wordt een onderwijsbulletin uitgereikt. Voor degenen die gekozen hebben voor de afstudeerrichting Strafrecht en van plan zijn bij de Rechterlijke Macht of het Openbaar Ministerie te gaan werken, is penitentiair recht een onontbeerlijk vak, omdat het inzicht geeft in de inhoud en betekenis van de straf die men eist of oplegt. Voor degenen die de advocatuur in willen, is het een nuttig vak omdat bij beklagzaken in penitentiaire inrichtingen steeds vaker advocaten worden toegevoegd. De
Examenonderdelen
167
mogelijkheid bestaat een scriptie te schrijven op het terrein van penitentiair recht en/of stage te lopen bij een penitentiaire inrichting. Verplichte inschrijving via TIS voor deelname aan dit vak. Er is een limiet aan het aantal deelnemers. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak
Pensioenrecht (B3/M) 201804 6 prof.dr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 59 86268) week 6 - 15 Studenten kennen de regels voor het verwerven en behoud van pensioenrechten en de maatschappelijke betekenis van pensioenen in het licht van een onderwerp als vergrijzing en betaalbaarheid van de pensioenen. De colleges richten zich hoofdzakelijk op de aanvullenden pensioenen voor werknemers, met inbegrip van overheidswerknemers. De verwerving van pensioenrechten is gebaseerd op een pensioenovereenkomst of op de verplichtstelling van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De bepalingen over het vewerven en behoud van pensioenrechten kent specifieke eigen wetgeving: de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De inhoud van deze wetten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor werkgever, werknemer en pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij vormt de kern van de inhoud van het vak Pensioenrecht. Dat wordt toegepast op actuele onderwerpen als: de medezeggenschap van gepensioneerden, pensioen bij de overgang van een onderneming, leeftijdonderscheid en andere gelijke behandelingsnormen in het pensioenrecht. Het Nederlandse pensioenrecht wordt in belangrijke mate gestuurd door het EG-recht, er zijn diverse specifieke op pensioenrechten toegesneden EG-richtlijnen. Waar voor begrip van het pensioenrecht relevant, komen die ook aan de orde. Hoor-/werkcollege en het schrijven van 1 werkstuk. • Syllabus Pensioenrecht; • Bundel Pensioenwetgeving; • Syllabus Pensioenrechtspraak Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. In het vak Fiscaal Pensioenrecht (docent de heer Kappelle) komt de fiscale behandeling van pensioenen aan de orde. Tezamen met het vak Pensioenrecht ontstaat zo een beeld van de vaak met elkaar samenhangede civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke pensioenvraagstukken.Voor verdere verdieping kan het vak Capita selecta pensioenrecht worden gevolgd of een scriptie worden geschreven. Ook zijn er regelmatig stagemogelijkheden bij Verzekeraars, Pensioenfondsen of Adviesorganisaties. 200360 : Sociaal recht (B3)
subject code credits co-ordinator
Perpetrators and Bystanders (M/Mcrim) 200980 6 drs. J.J. van der Kemp (room 8A-36, telephone +31 (0)20 59 86340 e-mail:
[email protected]) lecturer dr. A.L. Smeulers
168
Rechtsgeleerdheid
period (semester 1, second half) aim To understand what drives perpetrators of international crimes such as war crimes, crimes against humanity and genocide to commit these crimes and why bystanders stand by content In this course we will focus on the perpetrators of international crimes. These crimes often stand out because of their extreme and atrocious nature and the mass scale on which they are committed yet research has shown that the perpetrators are ordinary people. In the course we will try to understand what transforms ordinary people into perpetrators. We will study the laboratory experiments on obedience by Milgram and the prison experiment by Zimbardo. But we will also focus on the specific political, ideological and institutional context in which perpetrators operate. We will watch a documentary on how in Greece under the colonel's regime (1967-1974) ordinary recruits were trained at a torture school and will analyze these training methods and the way how they affect the individual. We will discuss whether it is true that everyone can be trained to become a torturer. Lastly we will focus on the role of the individual bystander and try to understand why some people act and others do not. form of tuition Students will have to discuss the role of the perpetrators and bystanders under the supervision of the lecturer in the tutorial groups. Several videos amongst which Milgram's obedience experiment, Zimbardo's prison experiment and the Greek torture school (1967-1974) will be shown and analyzed. literature Smeulers/Grünfeld, Handbook, chapters 5-7. A reader with articles will be compiled including : Arendt (1964), Milgram (1974), Zimbardo (1974), Staub (1989), Kelman and Hamilton (1989), Lifton (1988), Haritos-Fatouras (2003), Huggins (2002), Smeulers (1996/2002), Gupta (2001), Rhue (1982) Lerner (1980), Oliner and Oliner (1992). mode of assessment An exam and an essay or a paper and an essay. remarks The course is open for students Master Criminologie and students enrolled in the LLM programme 'Law and Politics of International Security' naam code studiepunten coördinator periode doel
Personen- en familierecht (B2/BN2) 200203 2,9 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 36 - 43 Het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste onderdelen van het personenen familierecht inclusief het huwelijksvermogensrecht. inhoud De zes hoofdonderwerpen zijn: • naamrecht, meer- en minderjarigheid;. • afstamming en adoptie; • huwelijk en geregistreerd partnerschap; • echtscheiding en levensonderhoud; • gezag en omgang; • huwelijksvermogensrecht; werkwijze Hoor- en werkcolleges. literatuur • De reader Personen- en familierecht (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • de op de colleges behandelde stof ; • de op de colleges behandelde en in de syllabus opgenomen arresten;
Examenonderdelen
169
•
de in de syllabus aangegeven verplichte literatuur. Deze wordt tijdig voor aanvang van het onderwijs op blackboard bekendgemaakt. toetsing Het tentamen bestaat uit twee gedeeltes die elk een maximale beoordeling van 50 punten kennen. Het multiple choice gedeelte is een gesloten boek tentamen. Het tweede deel van het tentamen betreft de beantwoording van een casus en is een open boek tentamen, waarbij de verplichte literatuur en college-aantekeningen mogen worden gebruikt. voorkennis Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. voorkennisvakken 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) naam code studiepunten coördinator periode
Pleitoefening (B3/BN3) 200376 6 mr. M.A.V. Verdaasdonk (kamer 6A-16, tel. (020) 59 86332) week 36 - 26 (eerste en tweede semester) Het vak wordt twee keer per studiejaar gegeven: in het tweede semester (februari - juni) conform rooster B3, en in het eerste semester (september december) voor studenten die het vak niet conform het rooster hebben kunnen volgen. Voor deeltijdstudenten wordt het vak uitsluitend aangeboden in de periode februari - juni. Nadere berichtgeving over dit vak volgt in Ad Valvas en via Studentenmail en via Blackboard. Inlichtingen kunt u inwinnen bij de coördinator. doel Het vak geldt als de belangrijkste en zwaarste vaardighedentraining in de juridische opleiding en heeft ten doel: • het praktisch leren toepassen van verworven theoretische kennis door confrontatie ervan met aan de rechtspraktijk ontleende vraagstukken. • het ontleden van deze vraagstukken op hun juridische en overige merites. • het op een efficiënte manier leren raadplegen van juridische bronnen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden. • het zowel schriftelijk als mondeling leren formuleren en presenteren van uw standpunt aan de hand van argumenten, waarmee u de rechter en andere instanties tracht te overtuigen. • het bewustmaken van de grenzen van de vakgebieden en inzicht verschaffen in de maatschappelijke context waarin het recht zich manifesteert. • het leren innemen van een gefundeerde, beargumenteerde positie in een maatschappelijk, juridisch debat. • het bewustmaken en leren sturen van het eigen leerproces. • het leren onderscheiden van uw voorkeuren voor de verschillende deelgebieden van het recht. inhoud Aan de hand van een verstrekte casus schrijft u (in teamverband) een processtuk en maakt u (individueel) een pleitnotitie. Daarbij maakt u gebruik van de speciaal voor Pleitoefening ontworpen webcursus van de faculteitsbibliotheek, welke u na het doorlopen ervan evalueert via een daartoe verstrekt onderzoeksformulier.
170
Rechtsgeleerdheid
Het vak wordt afgesloten met uw pleidooi voor een meervoudige kamer van de rechtbank. Dit onderdeel heeft de omvang van 3 ects. Een ander belangrijk onderdeel van Pleitoefening is de Opinie: gedurende 10 weken besteedt u wekelijks 3 uur aan het schriftelijk formuleren van een standpunt over een actuele maatschappelijke, medische, politieke en/of juridische situatie. Aldus leert u opvattingen formuleren en toetsen over bijvoorbeeld: orgaandonatie, Europese grondwet, doodstraf, normen en waarden e.d. Dit onderdeel omvat 1 ects. Daarnaast volgt u de digitale stage op een advocatenkantoor via het cdromprogramma Pleit Voorbereid. Dit programma bevat een instructieboek, een theorieboek en drie cd-roms. Het onderdeel omvat 2 ects. Er zijn in de 6 ects, die het vak oplevert, voorts drie verplichte hoorcolleges alsmede drie verplichte vaardighedentrainingen van een dagdeel (ochtend of middag) geïncorporeerd: tijdens het eerste dagdeel ontvangt u een algemene vaardighedentraining, tijdens het tweede dagdeel een specifiek op uw pleidooi gerichte training, de derde training is een generale repetitie voor uw optreden ter zitting. De dagdelen worden met een tussenpoos van een tot twee weken gegeven. werkwijze Er wordt op een nog aan te geven tijdstip een introductiebijeenkomst in de vorm van een hoorcollege gehouden, waarbij de juiste benadering en de werkwijze van het vak worden uiteengezet. Uw aanwezigheid is daarbij verplicht. U wordt ingedeeld in groepen van 12 studenten per casus. De groep wordt begeleid door een docent. Aan de hand van een casus op het gebied van privaatrecht, strafrecht of bestuursrecht ontwerpt u in samenwerking met twee medestudenten, dus in groepjes van drie, allereerst het processtuk. De groepsdocent stelt vast wie voor welke partij gaat optreden (eiser / gedaagde, verzoeker / verweerder, officier van justitie / verdediging e.d.). Na het processtuk gaat ieder individueel verder met de pleitnotitie of het requisitoir, waarin de basis wordt gelegd voor het optreden ter zitting. Inschrijving U kunt zich tussen 23 juli en 24 augustus (voor de periode september december) en tussen 17 december en 25 januari (voor de periode februari juni) inschrijven, hetzij als groep van 3, hetzij individueel. De precieze inschrijftermijn en het elektronisch inschrijfadres worden in Ad Valvas en in de facultaire studentenmail bekend gemaakt. Let op: als u zich niet inschrijft, kunt u niet verder deelnemen aan Pleitoefening. U ontvangt dan geen casus, geen presentatietraining en u wordt niet ingedeeld op een pleitzitting. Evenzeer kan het niet bijwonen van verplichte bijeenkomsten leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan het vak. Het studiesecretariaat controleert bij aanvang van het vak of u aan de instapeisen voor Pleitoefening voldoet, derhalve of u alle eerstejaars vakken plus Casus Recht en Rechtzoeken hebt behaald, en zal u uitsluiten van deelname als dat niet het geval is. Vrijstellingsverzoeken voor dit vak dienen vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn bij de Examencommissie te zijn ingediend. literatuur Het hiervoor omschreven cd-romprogramma Pleit Voorbereid geldt als
Examenonderdelen
171
toetsing
voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
verplichte literatuur. Kosten 45,-- euro.Verkrijgbaar op nader aan te geven adres en tijdstippen. U wordt beoordeeld op het processtuk dat u in groepsverband heeft geschreven, op uw pleitnotitie en op uw pleiten ter zitting. Ook worden de door u geschreven opinies geregistreerd en wordt bewijs opgevraagd dat u het cd-romprogramma Pleit Voorbereid hebt doorlopen. Er wordt één (eind)cijfer gegeven na het pleidooi, waarin alle aspecten van uw deelname (waaronder ook inzet, aanwezigheid, bijzondere bijdragen) zijn opgenomen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het vak wil bij uitstek een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van uw persoonlijke stijl en presentatie - zowel schriftelijk als mondeling - en is daarom enig in zijn soort. Het bevat geen wedstrijdelement (zo wordt er geen prijs uitgereikt voor het beste pleidooi) omdat ervan wordt uitgegaan dat ieders persoonlijkheid uniek is. Ook diegenen die niet opteren voor de togaberoepen zullen veel baat hebben bij dit vak. Het reikt vaardigheden aan die in elke juridische omgeving onontbeerlijk zijn. De oefening van de verschillende vaardigheden zal leiden tot toename van het zelfvertrouwen. Aldus wordt het voor ieder eenvoudiger om zich een duidelijk beeld te vormen van wat men met deze studie beoogt en kan bereiken. 200201 : Rechtzoeken (B2/BN2) 200214 : Casus recht (B2/BN2)
subject code lecturer credits period aim
Political and Legal Aspects of Security Governance 701738 prof.dr. M. den Boer 6 2nd half 1st semester The seminar seeks to expand the analytical knowledge of students about the governance of security from an international and comparative perspective in the following areas: • Shifts in state sovereignty concerning security matters. • The international governance of internal security through multi-lateral actors. • The police function, the police organisation and police models. • The merger between internal and external security. • The governance of security through border control and identity management. • Domestic and European governance of counter-terrorism. • Domestic and European governance against organized crime. • Ethical aspects of the globalization and virtualization of internal security content The seminar starts with a general introduction on governance theories and concepts that will be frequently used throughout the course. The transformation of the state will be analyzed from the perspective of shifts in governance and their effect on the distribution of power and influence concerning internal security. We will also pay attention to the effects for governance of the merger between internal and external security (e.g. in terrorism and illegal immigration), and human security. Second, we will focus on shifts in policing by comparing different models, ranging from the bureaucratic-hierarchical policing to nodal policing. Third, we will look at
172
Rechtsgeleerdheid
international (cross-border) policing. The main objective will be to clarify and reflect upon the multitude of international actors and multilateral initiatives in international law enforcement co-operation. Major trends will be discussed, such as the growth of extraterritorial action, the policing tasks of the military and vice versa, and the exportation of policing models and organizational structures. Fourth, we will focus on the domestic and international governance of anti-terrorism strategies, whereby we will take into account the trends in global terrorism as well as the new counterterrorism networks. Fifth, we will devote attention to the domestic and international governance of anti-organized crime strategies, whereby we will focus in the trends and transformations in the perception of organized crime, as well as the multi-lateral policies; a special theme will be the Europeanization of anti-organized crime law enforcement structures in the Member States of the EU. Sixth, we will view a documentary about illegal immigration and discuss multi-lateral policies on border-security, as well as special agencies that will deal with it. We will draw to a close with a final session on the rise of the surveillance society against the background of globalization and virtualization and the application of an ethical framework and good governance criteria: are principles as data protection for individuals, coherence, consistency, transparency, integrity, legitimacy and accountability under pressure as a result of the internationalization of internal security? form of tuition Lecture and tutorial. Attendance is compulsory. The students have to prepare individual class presentations about the literature. At the beginning of the seminar there will be an inventory of the themes for the final seminar theses; students will be asked to submit an outline and this will be discussed with the tutor on an individual basis. literature • Jennifer Wood and Clifford Shearing (2007), Imagining Security, Willan Publishing (ISBN-13: 978 1 84392 074 8; ISBN-10: 1 84392 074 3). • Wyn Rees (2006), Transatlantic-Counter Terrorism Cooperation. The New Imperative, Routledge (ISBN10: 0-415-33139-0; ISBN13: 978-0415-33139-5 pbk). • Elia Zureik and Mark B. Salter (2005), Global Surveillance and Policing. Borders, security, identity, Willan Publishing (ISBN 1-84392-160-X pbk). • Articles may be (electronically) distributed throughout the seminar (PM). mode of assessment Testamur based on presentation (40%) and individual thesis (60%). • The individual presentation by students throughout the seminar will account for 40% the final mark. The students are requested to submit a written version of their presentation to the tutor one day prior to the presentation date (per e-mail:
[email protected]) and in printed form. Presentation and written submission are compulsory. • The assessment of the final individual thesis by students accounts for 60% of the final mark. The individual thesis comprises a maximum of 5000 words, including bibliography and footnotes. The thesis has to be submitted one week after the final seminar
, both per e-mail (see above) as well as in printed form. Marks will be available two weeks after the final date of submission. • In the event of mediate marks below 5,5, students are granted a second chance.
Examenonderdelen
173
•
In the event of a second failure, students are granted the possibility to rewrite their final individual thesis, but about a completely different subject. Content and structure will be discussed with the tutor, however, there will be no supervision throughout the writing process. The final date of submission for this is 30 August 2008. Early submission is possible but does not guarantee an early marking. Students who do not pass this third assessment are advised to re-attend the course. entry requirements • Students are expected to be familiar with main governance concepts; if not, please read Jan Kooiman (2005), Governing as Governance, London, Sage (ISBN 0-7619-4036-7 pbk), prior to the start of the seminar. • Please bear in mind that this seminar is in English. This means that passive and active command of the English language in reading, writing and speaking is required, particularly in view of the oral presentations and the written essays. target audience Master students of the Master's Programme in Law and Politics of Collective Security. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator doel
174
Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) 201805 6 prof.dr. J. de Bruijn (kamer 1B-36, tel. (020) 5985271) week 6 - 15 Kennen of begrip hebben van de hoofdlijnen van de Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis. Inzicht hebben in de Nederlandse politieke cultuur en de onderlinge verhouding van regering en parlement. De Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis van 1848 tot heden. Gedurende 8 à 10 weken wordt gedurende twee uur per week college gegeven over het thema "Aspecten van de Nederlandse politieke cultuur". Deels heeft deze cyclus de vorm van een overzichtscollege, waarbij verleden en heden van de Nederlandse politieke cultuur de revue zullen passeren.Voorts wordt van de studenten verwacht dat zij een paper van maximaal 10 pagina's vervaardigen naar aanleiding van een in overleg met de docent te kiezen verschijnsel of gebeurtenis uit de politieke en parlementaire geschiedenis. P.J. Oud/J. Bosmans, Honderd jaren. Een eeuw van staatkundige vormgeving in Nederland, negende of latere druk. N.B.: de tiende druk is in twee delen uitgegeven en draagt de naam "Staatkundige vormgeving in Nederland" (Assen 1990). Mondeling tentamen en paper. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200202 : Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) Politieke filosofie I (B3/M) 201806 6 prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020 ) 59 86678) Kennis van en kritisch inzicht in de sociaal- en politieke filosofisch vragen
Rechtsgeleerdheid
omtrent het samenleven van mensen. inhoud Studenten die dit vak kiezen mogen naar hun eigen belangstelling en in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Zij nemen individueel met de docent contact op. werkwijze Geen hoor- of werkcollege, maar een individuele begeleiding van de zelfgekozen literatuur. toetsing Het schrijven van een paper van ongeveer 15 pagina's. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvak 200206 : Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) naam code studiepunten coördinator doel inhoud
werkwijze toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
Politieke filosofie II (B3/M) 201807 6 prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020 ) 59 86678) Kennis van en kritisch inzicht in hedendaagse politieke stromingen. Studenten die dit vak kiezen mogen naar hun eigen belangstelling en in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Zij nemen individueel met de docent contact op. Geen hoor- of werkcollege, maar een individuele begeleiding van de zelfgekozen literatuur. Het schrijven van een paper van ongeveer 15 pagina's. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200206 : Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Politierecht (M) 201808 6 prof.dr. J. Naeye (kamer 8A-19, tel. 020 59 86236; 0294-410811) week 17 - 25 Het vak Politierecht beoogt de student (a) kennis en inzicht te verschaffen in het Nederlandse politiebestel en de wijze waarop dat bestel in de praktijk functioneert; (b) kritisch te laten reflecteren op de wijze waarop de politie in Nederland is georganiseerd en (c) kennis en inzicht te verschaffen met betrekking tot de politiële geweldsbevoegdheid. De inhoud en indeling van de studiestof zal bij aanvang van het collegeblok worden vastgesteld. Het keuze vak bestaat uit: 1. Hoor- en werkcolleges gedurende 9 weken 2. Excursie IBT-centrum politie Amsterdam-Amstelland • Syllabus Politierecht 2007-2008 (verkrijgbaar bij aanvang van het eerste college bij het secretariaat van de afdeling strafrecht & criminologie, kamer 5A-42); • J. Naeyé, Niet zonder stok of stoot: De geweldsbevoegdheid en doorzettingskracht van de nederlandse politie, Politie en wetenschap nr. 26 2005, Kerckebosche, Zeist, ISBN 90-6720-376-9. Schriftelijk tentamen Nadat tenminste 150 stp inclusief Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Studenten die het keuzevak Politierecht willen volgen, moeten zich inschrijven via TIS; inschrijving staat open voor studenten die met goed
Examenonderdelen
175
gevolg het vak Formeel strafrecht hebben afgesloten. Inschrijving van studenten met een andere achtergrond dient te geschieden in overleg met de docent. Het maximaal aantal deelnemers bedraagt 60. Spreekuur: na afloop van de colleges of na telefonische afspraak. voorkennisvakken 200368 : Materieel strafrecht (B3) 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 200355 : Materieel strafrecht (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Practicum beschrijvende criminologie (BC1) 212205 6 vacature week 2 - 13 Het doel van het vak is: 1. het zelfstandig kunnen toepassen van criminologische bronnen en inzichten zoals opgedaan in het vak Inleiding Criminologie op actuele vraagstukken. 2. het op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. Criminologische inzichten over de aard, omvang en aanpak van criminaliteit en de bepaling hiervan worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken waarna studenten zelfstandig een werkstuk schrijven. De werkstukken worden beoordeeld en besproken. Werkboek Practicum beschrijvende criminologie en literatuur van het vak Inleiding Criminologie. Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de werkstukken.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Practicum verklarende criminologie (BC2) 212206 6 drs. A.M.J. Hulsebosch week 39 - 51 Zelfstandig kunnen toepassen van criminologische theorieën zoals opgedaan in het vak Theoretische criminologie op actuele vraagstukken. Op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. inhoud Criminologische theorieën over het ontstaan van criminaliteit worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen.
176
Rechtsgeleerdheid
werkwijze Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken, waarna studenten zelfstandig een werkstuk schrijven. Hierbij geldt de norm voor wetenschappelijk schrijven zoals voorgeschreven in het vak Project en het Practicum Bescrhrijvende Criminologie. literatuur Literatuur van het vak Theoretische criminologie. Casus materiaal en opdrachten worden via Blackboard verstrekt. Tijdens de cursus zal de student bovendien veelvuldig zélf op zoek moeten gaan naar relevante wetenschappelijke literatuur. toetsing Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de werkstukken. Aanmelding via TIS is voor dit vak verplicht. voorkennis "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). Dringend advies om het practicum verklarende criminologie alleen te volgen na het practicum beschrijvende criminologie (212205). voorkennisvak 212101 : Project criminologie (BC1) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Preventie en bestraffing van criminaliteit (BC3) 212306 6 mr.drs. M.B. Schuilenburg (kamer 8A-22, tel. (020) 59 86217) week 44 - 51 Het doel van dit vak is het bieden van een kritische reflectie over de preventie en bestraffing van criminaliteit, met name vanuit een rechtsvergelijkend, theoretisch en filosofisch perspectief. `Preventie en Bestraffing' gaat over het voorkomen (preventie) en bestraffen van criminaliteit. Dit onderdeel van de criminologie wordt 'penologie' genoemd. 'Poena' betekent straf. In het vak wordt ingegaan op de maatschappelijke context waarin vormen van preventie en bestraffing zijn ingebed. Daarbij komt een aantal theoretische aspecten rond de beoogde strafdoelen en de effecten van criminaliteitspreventie aan de orde. Aansluitend worden actuele ideeën over hoe het veiligheidsvraagstuk wordt ingevuld, behandeld. Nieuwe technieken als (video)surveillance en de veranderde toegang tot (semi-)publieke gebieden spelen daarbij een belangrijke rol. Twee uur hoorcollege per week gedurende zes weken. Reader Preventie en Bestraffing Schriftelijk tentamen. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt tevens dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. 212204 : Theoretische criminologie (BC2)
Examenonderdelen
177
naam Privatissimum (M) code 201566 Dit vak is verplicht bij de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. A.F. Verdam (kamer 6A-31, tel. (020) 59 86284) periode week 16 - 26 inhoud Het privatissimum bedrijfsrecht heeft tot doel de deelnemende studenten te trainen in mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Voorts wordt de verdieping van de stof nagestreefd tegen de achtergrond van toepassing daarvan in de praktijk van het (internationale) bedrijfsleven. In korte tijd dient een aantal opdrachten te worden vervuld, die liggen op het terrein van het ondernemingsrecht. Het privatissimum is een verplicht onderdeel van de bedrijfsrechtelijke afstudeerrichting. werkwijze In een periode van zes weken vindt twee maal per week een bijeenkomst plaats. Op interactieve wijze worden opdrachten en referaten van de studenten besproken, met een sterk accent op de toepassing in de wereld van de praktijk literatuur Wordt bij aanvang van het onderwijs vastgesteld. toetsing De eindbeoordeling geschiedt op basis van werkstukken, referaten en inbreng in de werkgroepbesprekingen. voorkennis Het bedrijfsrechtelijk voorsorteertraject moet met goed gevolg zijn afgelegd. Dit vak is alleen toegankelijk voor Masterstudenten Rechtsgeleerdheid opmerkingen Per onderwerp kunnen maximaal achttien studenten deelnemen, waarbij voorrang wordt verleend aan studenten Bedrijfsrecht die zich hebben opgegeven voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat één van de bedrijfsrechtvakken uit het eerste en/of tweede semester moet zijn gevolgd omdat het Privatissimum daar dieper op ingaat. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
178
Project criminologie (BC1) 212101 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) week 36 - 51 De student leert tijdens Project belangrijke schrijf- en presentatievaardigheden waarover de student in de verdere studie dient te beschikken. Het vak Project is een introducerend vak dat de nadruk legt op vaardigheden die de student nodig heeft voor de rest van de studie. Er geldt een aanwezigheidsplicht en van de student wordt actieve participatie verwacht. Vaardigheden die aan bod komen zijn onder andere: schrijfvaardigheid, het vinden en gebruiken van relevante wetenschappelijke literatuur, relevante juridische vaardigheden en spreekvaardigheid. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen plaatsvinden, waarbij studenten zowel individueel als in groepsverband verschillende opdrachten uitvoeren, waaronder het schrijven van een paper. • Werkboek project criminologie. • Overige literatuur wordt later bekend gemaakt. Op basis van de verschillende opdrachten wordt het eindcijfer berekend.
Rechtsgeleerdheid
subject code credits co-ordinator period aim
content
literature
mode of assessment remarks
Public International Law (B3/M) 200950 6 dr. H.M.G. Denters (room 7A-21, telephone +31 (0)20 59 86305 e-mail: [email protected]) (semester 1, first half) A successful student is expected to be able to (i) identify relationships between areas of international law, (ii) recognize the legal import of various international problems, and (iii) identify relevant sources of international law for the solution of these problems. This course deals with the key issues in public international law: the sources of law, the law of treaties, sovereignty and jurisdiction, the concept of immunity, state responsibility, the principle of sustainable development, and the peaceful settlement of international disputes. Some common features of the law of international organisations are also discussed. mandatory Martin Dixon & Robert McCorquodale, Cases and Materials on International Law, third ed., London: Blackstone Press Limited, 2000 recommended Malcolm D. Evans, Blackstone's International Law Documents, 5th ed., London: Blackstone Press Limited, 2003 A. Cassese, International Law, Oxford: Oxford University Press, 2001 2 assignments (40%) and exam (60%). Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Introduction to Public International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Beginselen volkenrecht. Dutch students also must have completed the first bacheloryear.
naam Public International Law, Selected Topics: The International Criminal Court code 200975 studiepunten 6 co-ordinator mr. F.F. Mansvelt Beck (room 6A-14, telephone +31 (0)20 59 86341 e-mail: [email protected]) periode (semester 2, first half) aim The aim of the course is to discuss various legal and political issues rising from the development and practice of the International Criminal Court. content Public International Law, Selected Topics¿ central focus will be on the International Criminal Court. The course will examine the development and practice of the court against the backdrop of the historical development of international criminal law in general and will address various legal and political issues arising from the practice of the court. The course will be developed in close cooperation with the research project Images and perceptions in international criminal law, which aims to explicate the role of images, media, public opinion and the self-image of practitioners in various stages of the development and exercise of international criminal law. To that end, where possible use will be made of relevant material collected and
Examenonderdelen
179
developed in the course of the project¿s research. The following topics will be addressed during the course: • A brief history of international criminal law: from the Nazi war-criminal trials at Nuremburg to the International Criminal Court; • The ICC: • Crimes • Jurisdiction and immunities • Problems and issues: • The necessity of cooperation of states with the ICC; • The ICC and the UN Security Council; • The United States and the ICC; • Is there a tension between justice and peace? literature Schabas, William A., An Introduction to the International Criminal Court (2nd Edition). mode of assessment Students will be tested by means of two written assignments during the course and a final paper, preceded by a presentation. remarks Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange and LLM students as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Public International Law or Law of Nations . Dutch students must have successfully finalised the following courses: Public International Law or Volkenrecht. Maximum 25 students. naam code studiepunten coördinator periode doel
Publiekrechtelijke rechtshandhaving (integratievak) (M) 201574 6 vacature week 47 - 5 Door bestudering van de toepasselijke rechtsregels en de wijze waarop zij in de praktijk worden gehanteerd, inzicht te verkrijgen in de toenemende verstrengeling van strafrecht en bestuursrecht bij de publiekrechtelijke handhaving. inhoud Op allerlei terreinen vervagen de grenzen tussen strafrecht en bestuursrecht. Men denke bijvoorbeeld aan het milieu, de prostitutiebranche, de horeca etc. In het vak wordt onder meer ingegaan op deze ontwikkelingen en de achtergronden daarvan. Welke bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten zijn beschikbaar? Welke "spelers" zijn bij de handhaving betrokken? Moet men kiezen voor bestuurlijke of justitiële handhaving of is zelfregulering het meest effectief? Welke overwegingen en (juridische) eisen spelen daarbij een rol? Op welke wijze gebruiken toezichthouders en opsporingsambtenaren hun bevoegdheden en welke sancties staan ter beschikking? De nadruk ligt in het vak op de toepassing van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten in de praktijk. Hoe wordt (in de praktijk) de keuze gemaakt tussen verschillende soorten sancties? Hoe is de handhaving georganiseerd en hoe verlopen toezicht en opsporing? Welke handhavingsstrategieën worden gehanteerd en waarom? Hoe staat het met de effectiviteit van de handhaving? Vindt afstemming plaats tussen verschillende met handhaving belaste organen, provincies, gemeenten, OM,
180
Rechtsgeleerdheid
etc.? werkwijze Werkcolleges. Er wordt een actieve inbreng van studenten verwacht. literatuur Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen literatuur. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
Recht en internet (B3/M) 200383 6 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215) week 16 - 26 Inzicht verkrijgen in de rechtsvragen die aan het gebruik van internet zijn verbonden en verkenning van de mogelijkheden om internet te gebruiken binnen de rechtspraktijk en de wetenschap. In de praktijk krijgt iedere jurist te maken met rechtsvragen rond internet. Mede door de snelle ontwikkelingen is het noodzakelijk om in aanvulling op de traditionele disciplines aan deze onderwerpen afzonderlijk aandacht te besteden. Daarnaast vormt internet door op steeds grotere schaal beschikbare juridische informatie en de elektronische communicatie een onmisbare en integrale toepassing voor iedere jurist. Er is geen rechtsgebied dat niet door internet wordt beïnvloed. De veranderingen kunnen ingrijpend zijn, zoals de invoering van de Wet elektronische handel in het BW. Wekelijks verschijnen nieuwe rechterlijke uitspraken over opvragen van persoonsgegevens, muziekfiles op internet, klaagsites, vacaturebanken, etc. Onderwerpen die specifiek aan de orde komen zijn ondermeer Auteursrecht op Internet, Privacybescherming, Recht rond elektronische handel, Oplossen van conflicten via internet en Internet als juridische informatiebron. Hoorcolleges en werkgroepen. Jurisprudentie Internetrecht Annotaties (2006) is verkrijgbaar bij de VUboekhandel. De syllabus Recht en Internet eveneens of komt beschikbaar via Blackboard. Drie schriftelijk uit te werken casus (1/3) en een schriftelijk tentamen met open vragen (2/3). Na afgerond eerste bachelorjaar.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Recht in de digitale samenleving (B3/M) 200382 6 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215) week 16 - 26 Inzicht verkrijgen in de rechtsvragen die aan het gebruik van internet zijn verbonden en verkenning van de mogelijkheden om internet te gebruiken binnen de rechtspraktijk en de wetenschap. De invalshoek is voornamelijk publiekrechtelijk. De privaatrechtelijke invalshoek komt aan de orde in Recht en Internet. inhoud De overheid maakt in toenemende mate gebruik van het internet. Rechtsbronnen werden rond de eeuwwisseling via Internet beschikbaar
Examenonderdelen
181
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
gesteld (wetten, rechtspraak, kamerstukken). Locale overheden verstrekten veel informatie via internet en bieden een groot aantal diensten langs elektronische weg aan. Ook de rechterlijke macht introduceert steeds meer onderdelen van het proces via internet en introduceert bijvoorbeeld digitale dossiers. Voor een deel volstaat bestaande regelgeving, voor een ander deel is nieuwe regelgeving geïntroduceerd, maar op onderdelen ontbreken noodzakelijke nieuwe normen. Aan al deze drie thema's wordt aandacht besteed. Daarnaast wordt ingegaan op de eisen die de digitale samenleving aan bestuur, wetgeving en rechtspraak stelt en de mogelijkheden die internet en andere technologie de overheid bieden. Onderwerpen die in ieder geval aan de orde komen zijn Computercriminaliteit, Openbaarheid van overheidsinformatie, Elektronisch procederen, Normen voor IT gebruik en Dienstverlening door de overheid. Hoorcolleges en werkgroepen. Syllabus recht en de digitale samenleving verkrijgbaar bij de VU-boekhandel dan wel via Blackboard. Drie schriftelijke uit te werken casus (1/3) en een schriftelijk tentamen met open vragen (2/3). Na afgerond eerste bachelorjaar.
naam Rechtseconomie (B2) code 200207 Rechtseconomie met vakcode 212217 is speciaal voor Bachelor 2 studenten criminologie studiepunten 5,7 coördinator mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 4043875 b.g.g. (06) 54682911) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr.drs. R. Verheggen; vacature periode week 2 - 15 inhoud De aard van de rechtseconomie laat zich in vier punten samenvatten: De rechtseconomie analyseert rechtsregelingen met behulp van de economisch wetenschap. De rechtseconomie stelt zich tot taak de economische effecten van rechtsregelingen te voorspellen. De rechtseconomie gaat ervan uit dat de rechtssubjecten calculerend gedrag vertonen. De rechtseconomie doet normatieve uitspraken met behulp van normen die aan de welvaartseconomie zijn ontleend over de vraag hoe een goede rechtsregeling eruit moet zien. Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen: eigendom, contracten en contractuele aansprakelijkheid, ongevalssituaties tussen derden, risicohouding en verzekeringen, misdaad en straf en productenaansprakelijkheid. werkwijze Hoor- en toepassingscollege. De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. literatuur • B.C.J. van Velthoven en P.W. van Wijk (red.), Recht en Efficiëntie, Kluwer, Groningen, 2007. • Syllabus Rechtseconomie (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel). toetsing Schriftelijk tentamen voorkennis Voor Rechtenstudenten bachelor 2 geldt: Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken
182
Rechtsgeleerdheid
van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. Voor Criminologie studenten bachelor 2 geldt:: "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken. opmerkingen 1. Voor dit vak worden dit jaar vier intensieve werkgroepen overdag gegeven. Per groep zijn 40 plaatsen beschikbaar. Er wordt één extensief werkcollege gegeven. In deze groep zijn 60 plaatsen beschikbaar. Vanaf november 2007 is via blackboard te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. (Ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!) De inschrijving sluit op 1 december 2007!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 2. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. In november 2007 wordt er een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 3. De syllabus Rechtseconomie is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 4. Dit vak wordt niet in de avond aangeboden. 5. Meer informatie vindt u op de blackboardcursus "Economievakken Rechten". naam code studiepunten coördinator docenten periode inhoud
Rechtseconomie (BC2) 212217 6 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 4043875 b.g.g. (06) 54682911) mr.drs. P.R. de Geus; mr.drs. R. Verheggen; vacature week 2 - 15 De aard van de rechtseconomie laat zich in vier punten samenvatten: De rechtseconomie analyseert rechtsregelingen met behulp van de economisch wetenschap. De rechtseconomie stelt zich tot taak de economische effecten van rechtsregelingen te voorspellen. De rechtseconomie gaat ervan uit dat de rechtssubjecten calculerend gedrag vertonen. De rechtseconomie doet normatieve uitspraken met behulp van normen die aan de welvaartseconomie zijn ontleend over de vraag hoe een goede rechtsregeling eruit moet zien. Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen: eigendom, contracten en contractuele aansprakelijkheid, ongevalssituaties tussen derden, risicohouding en verzekeringen, misdaad en straf en productenaansprakelijkheid. werkwijze Hoor- en toepassingscollege. De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. literatuur • B.C.J. van Velthoven en P.W. van Wijk (red.), Recht en Efficiëntie, Kluwer, Groningen, 2007. • Syllabus Rechtseconomie (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel).
Examenonderdelen
183
toetsing Schriftelijk tentamen voorkennis Voor Rechtenstudenten bachelor 2 geldt: Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid zijn behaald. Voor Criminologie studenten bachelor 2 geldt:: "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2" (5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en opmerkingen 1. Voor dit vak worden dit jaar vier intensieve werkgroepen overdag gegeven. Per groep zijn 40 plaatsen beschikbaar. Er wordt één extensief werkcollege gegeven. In deze groep zijn 60 plaatsen beschikbaar. Vanaf november 2007 is via blackboard te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. (Ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!) De inschrijving sluit op 1 december 2007!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 2. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. In november 2007 wordt er een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 3. De syllabus Rechtseconomie is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 4. Dit vak wordt niet in de avond aangeboden. 5. Meer informatie vindt u op de blackboardcursus "Economievakken Rechten". naam Rechtsfilosofie (B3/M) code 201811 201810: 6 studiepunten studiepunten 12 coördinator prof.mr. A. Soeteman (kamer 7A-40, tel. (020) 59 86327) periode week 6 - 15 (plus volgens afspraak) doel Het doel van het vak is de student enigszins vertrouwd te maken met rechtsfilosofische aspecten van het recht. De student dient één of meer rechtsfilosofische vraagstukken systematisch te verkennen dan wel zich (nader) te verdiepen in een rechtsfilosofische stroming (zoals natuurrecht of rechtspositivisme) of in een afzonderlijke auteur. Hierdoor dient de student te leren rechtsfilosofische elementen in juridische vraagstukken te onderkennen. Teven dient hij te leren kritisch te reflecteren op het positieve recht en/of de wijze waarop daarmee wordt omgegaan, bijvoorbeeld in de rechtsvinding. De eerste helft is vooral gewijd aan een aantal elementaire vraagstukken. In de tweede helft kan de student zich nader specialiseren. inhoud Het keuzevak wordt gegeven als literatuurstudie met individuele begeleiding. Alleen bij grotere belangstelling worden een aantal weken werkgroepen gegeven waarin vooraf bestudeerde literatuur intensief doorgesproken wordt. Wanneer voor 12 punten rechtsfilosofie gedaan wordt dient een afsluitend paper gescheven te worden over een door de student in overleg met de docent te kiezen onderwerp. Er is een algemeen basispakket, waar in overleg van afgeweken kan worden. Meer specifieke onderwerpen die aan de orde
184
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
kunnen komen zijn bijvoorbeeld: de functe van open normen in het recht, de democratische rechtsstaat (met daarin de verhouding wetgever-rechter), universle rechten ?, bestrijding van terrorisme met het recht~ Individuele besprekeing van gedeelten van de literatuur met de docent. • Jeffrie G. Murphy and Jules L.Coleman, Philosophy of Law, An Introduction to Jurisprudence, Revised Edition, Westview Press, Boulder, San Francisco, and London, 1990, 230 p's • P.B.Cliteur en M.A.Loth (red.), Rechtsfilosofen van de 20e eeuw, Gouda Quint, Arnhem, 1992. Daaruit de opstellen over Radbruch (blz.71-89), Hart (blz. 119-136), Fuller (blz.137-158), Dworkin (blz. 159-181), , Hayek (blz. 183-208), Rawls (blz. 209-228) • H.L.A.Hart, The Concept of Law, second edition, Clarendon Press, Oxford, 1994, 270 p's. In overleg met de docent kan andere literatuur gekozen worden. Voor het 12 puntenvak is aanvullende literatuur vereist. Mondeling tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200206 : Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Rechtspsychologie en bewijs (BC3/Mcrim/B3/M) 212317 6 prof.dr. P.J. van Koppen (kamer 8A-19, e-mail: [email protected]) week 6 - 15 In het vak 'Rechtspsychologie en bewijs' staan de rechtspsychologische aspecten van het strafproces centraal. Aan de hand van een empirische analyse van enkele geruchtmakende strafzaken (Puttense moordzaak, Schiedamse parkmoord, Deventer moordzaak, Eper incestzaak), zullen veel voorkomende problemen bij opsporing, vervolging en berechting vanuit een rechtspsychologische c.q. strafvorderlijke invalshoek aan de orde worden gesteld, zoals: recherche en groot onderzoek, bewijs en de beslissing van de rechter, seksueel misbruik en hervonden herinneringen, valse bekentenissen, geursorteerproef Tijdens college op te geven hoofdstukken uit P.J. van Koppen, D.J. Hessing, H.L.G.J. Merckelbach en H.F.M. Crombag (red), Het Recht van Binnen, Psychologie van het Recht, Deventer, Kluwer 2002 en een aanvullende reader met jurisprudentie en literatuur. Schriftelijke toetsing. Na afgerond eerste bachelorjaar. Spreekuur: na college. 200355 : Materieel strafrecht (B2) (of) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) (of) (sterk aanbevolen.) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) (of) (sterk aanbevolen.) 212316 : Formeel strafrecht (BC3) (sterk aanbevolen.)
naam Rechtssociologie en rechtspleging (integratievak) (M) code 201864 Voorheen de vakken Rechtspleging (integratievak) en Praktijk van de Rechtspleging.
Examenonderdelen
185
studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
6 dr. E. Niemeijer (Kamer 7A-29, tel. (020) 59 86322) week 16 - 26 Het doel van dit vak is kennis te krijgen over het sociaal wetenschappelijk perspectief op het recht. Het gaat daarbij enerzijds om de invloed van uiteenlopende "sociale" factoren op het recht en anderzijds om de betekenis van het recht in de samenleving. Met andere woorden, niet "law in the books", maar "law in action" staat centraal. Het vak beoogt duidelijk te maken wat de inhoud en de betekenis is van sociaal wetenschappelijke theorie en onderzoek van het recht en waarin deze benadering verschilt van het juridisch perspectief. Voorts komt de vraag aan de orde naar de opbrengst, wetenschappelijk en praktisch, en het nut ervan (voor juristen). In het eerste deel van het college wordt de sociaal wetenschappelijke benadering verkend: wat is het, hoe werkt het en wat heb je er aan. In het tweede deel van het vak staat de rechtspleging centraal. Wat betekent onafhankelijkheid? Is de rechtspraak nog wel bij de tijd? Verdient mediation stimulering? Welke ontwikkelingen spelen zich af in de advocatuur? Wat vinden betrokkenen (zoals partijen en advocaten) van het huidig functioneren van de rechtspraak? Moet er lekenrechtspraak komen? Waarom dan? Nadere invulling van literatuur en colleges is te zijner tijd te vinden op Blackboard. Hoor- en werkcolleges. Syllabus met artikelen. Schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!
naam Rechtsvergelijking (B3/M) code 201521 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. studiepunten 6 coördinator mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 7A-21, tel. (020) 59 86305) periode week 6 - 15 doel Het verkrijgen van inzicht in de structuur van het - ons eigen - continentaals recht als basis voor vergelijking met het Engels (privaat)recht/common law. Het verkrijgen van kennis en inzicht in het Engels (privaat) recht/common law waarmee men, onder meer, in staat is een casus op basis van dit rechtssysteem op te lossen. inhoud De cursus bestaat uit twee delen: • Inleiding Continentaal recht (Nederland, Duitsland, Frankrijk): vier - vijf uur. Bij de korte karakterisering van dit - ons eigen - systeem wordt speciale aandacht gegeven aan de benadering van het recht en de rechtsvinding, de daarbij gebruikte rechtsbronnen en technieken. Deze karakterisering dient vooral als basis voor de vergelijking met het volgende deel. • Engels (privaat)recht/common law, ongeveer 30 uur. Het zwaartepunt van de cursus Rechtsvergelijking ligt sterk bij dit onderdeel. De reden hiervoor is dat dit rechtssysteem in vele opzichten beduidend afwijkt van de diverse systemen op het Europese continent en met name in het internationale handels- en rechtsverkeer een belangrijke rol speelt. Het
186
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
kenmerkende van het Engels (privaat)recht/common law, alsmede de technieken en concepten/rechtsbegrippen worden hierbij blootgelegd. De cursus geeft een basiskennis van common law, equity, de relatieve positie van de rechtsbronnen, i.h.b. de rechtspraak met haar precedentwerking, en het rechterlijk proces. De onderwerpen trust, fiduciary verhoudingen, negligence en een caput contractenrecht worden intensief bestudeerd. Eén en ander geschiedt aan de hand van vonnissen en excerpten uit Engelse literatuur, die gebundeld zijn in de syllabus (privaatrechtelijke) Rechtsvergelijking. Deze bundel bevat uitsluitend Engelstalig materiaal. Colleges gedurende negen weken, tweemaal twee uur per week. In verband met de aard van het vak, de wijze van behandelen (geen handboeken, veel praktijkgevallen en rechtspraak) en de aard van het tentamen (nadruk op casusoplossing) is een zeer regelmatige en actieve deelname aan de colleges noodzakelijk. Syllabus (privaatrechtelijke) Rechtsvergelijking. De inhoud hiervan wordt beheersbaar door middel van de colleges. Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Na afgerond eerste bachelorjaar. 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam code studiepunten coördinator periode
Rechtzoeken (B2/BN2) 200201 2,9 dr. A.J. Wolthuis (kamer 7A-37, tel. (020) 59 86326) Rechtzoeken wordt tweemaal per jaar gegeven: direct na de zomervakantie en direct na de kerstvakantie. Let goed op de collegeroosters voor de precieze datum van het hoorcollege. doel Rechtzoeken is een vaardighedenvak. U schrijft een werkstuk en houdt een toespraak aan de hand van een door de docent op het hoorcollege uit te reiken opdracht. U werkt samen met één andere student. Door een werkstuk te maken en een toespraak te houden, oefent u in het vinden en raadplegen van juridische bronnen, het begrijpen van juridische teksten, het stellen en beantwoorden van een juridische vraag en het schrijven en presenteren van een juridisch betoog. Tenslotte oefent u de vaardigheid samen met een ander binnen een bepaalde termijn een opdracht uit te voeren. werkwijze U dient zich samen met een collega-student voor het vak in te schrijven op een lijst die op de balie van het studie-informatiepunt (kamer 5A-13) ligt. Het is verstandig u al vóór de vakantie in te schrijven voor de cursus, die direct na de vakantie van start gaat. U schrijft zich automatisch in voor een presentatiedatum. Schrijf uw naam onder een presentatiedatum die u schikt. Noteer uw inschrijfnummer en de presentatiedatum. Rechtzoeken kent per gelegenheid één hoorcollege waar uitgelegd wordt wat van u wordt verwacht. Op dat hoorcollege worden bovendien de opdrachten uitgedeeld. Als het hoorcollege is verstreken, worden geen opdrachten meer uitgereikt. Het werkstuk moet twee weken na het uitdelen worden ingeleverd bij het studie-informatiepunt. Wanneer u een onvoldoende voor het werkstuk hebt behaald, komt u niet in aanmerking voor het houden van een presentatie. De
Examenonderdelen
187
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
docent zendt u in dat geval enkele dagen vóór de presentatiedatum een e-mail met daarin uw cijfer en commentaar op uw werkstuk. Wanneer u het werkstuk voldoende hebt gemaakt, krijgt u pas na uw presentatiedatum een e-mailbericht met daarin uw cijfer en het commentaar. Syllabus Rechtzoeken 2006 (te zijner tijd verkrijgbaar via Blackboard). Werkstuk en presentatie Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid en Project zijn behaald. 200109 : Project (B1) Risicosamenleving (Mcrim) 212402 6 mr.drs. M.B. Schuilenburg (kamer 8A-22, tel. (020) 59 86217) week 36 - 42 Inzicht verwerven in de verschillende aspecten van de huidige veiligheidsamenleving, met name vanuit een vergelijkend, theoretisch en filosofisch perspectief. Met het begrip risicosamenleving wordt de kwetsbaarheid van de samenleving en de daarmee samenhangende behoefte aan absolute veiligheid bedoeld. Hierin hebben technologische ontwikkelingen een dusdanige vlucht heeft genomen dat zij hun eigen risico¿s niet meer kunnen beheersen. De conflicten gaan daardoor steeds minder over de verdeling van welvaart en steeds meer over de verdeling van risico's. Het vak Risicosamenleving gaat in op de vraag hoe de dominante opvattingen in dezelfde samenleving over misdaad en misdaadbestrijding totstandkomen. Wat is de rol van de politiek en van de wetenschap? Welke ontwikkelingen en trends kunnen worden onderscheiden in de criminele politiek? In het vak wordt een actueel boek van een vooraanstaand criminoloog behandeld. Niet alleen wordt dit boek besproken, ook zullen aanverwante thema's verder worden uitgediept aan de hand van verschillende artikelen. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan de maatschappelijke betekenis die het veiligheidsbeleid nu heeft. Hoorcollege en werkgroepen. Zie blackboard. Tussentijdse referaten en eindpaper. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie synchronisatievakken.
naam Risicotaxatie en interventies (Mcrim) code 212408 Dit vak kan alleen gevolgd worden door studenten Criminologie die in de masterfase zitten. studiepunten 6 coördinator drs. J.J. van der Kemp (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) periode week 45 - 5 inhoud Behandelaars in forensisch (psychiatrisch)e instellingen baseren hun oordeel van toekomstig delictrisico vaak op een globaal klinisch oordeel. Gebruik van risicotaxatie instrumenten zou volgens de wetenschappelijke literatuur echter een nauwkeurigere inschatting geven. Er zijn inmiddels een groot
188
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
aantal risicotaxatie instrumenten voor verschillende typen delinquenten ontwikkeld door een aantal buitenlandse onderzoekers. Binnen de populatie daders van lichtere delicten wordt een nieuw arsenaal aan risicotaxatieinstrumenten ontwikkeld. Binnen TBS-achtige populaties wordt veel gebruik gemaakt van risicotaxatie instrumenten. Deze meetinstrumenten zijn vaak in het buitenland ontwikkeld en bewerkt voor de Nederlandse situatie. In het eerste deel van de cursus zal nader ingegaan worden op de ontwikkeling en het gebruik van risicotaxatie instrumenten. Daarnaast zal ingegaan worden op de relatie van risicotaxatie en interventies in diverse forensische settings. Naast colleges is er een opdracht (take-home tentamen) aan dit vak verbonden waarin een literatuuronderzoek uitgevoerd zal worden aan de hand van verschillende vraagstellingen. Hoorcolleges en take-home tentamen. Nader bekend te maken. Opdracht. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie synchronisatievakken. Het strekt tot de aanbeveling om het vak Levensloopcriminologie (212403) gevolgd te hebben.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) 201813 6 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 6 - 15 Ruimtelijke ordeningsrecht behoort tot de belangrijkste onderdelen van het bijzondere bestuursrecht. Veel juristen krijgen ermee te maken, of ze nu in het bedrijfsleven, bij de overheid of in een adviserend beroep werkzaam zijn. Met het vak wordt beoogd studenten te leren redeneren met de belangrijkste onderdelen van het begrippenapparaat uit het ruimtelijke ordeningsrecht. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene wettelijke en jurisprudentiële regels op bijzondere gevallen (casus), maar ook om het afleiden van algemene regels uit de bijzondere gevallen. Bij dat laatste ligt de nadruk op het opsporen van inconsistenties in het bestaande systeem. inhoud Om het doel te kunnen bereiken is het nodig dat u kennis verwerft omtrent verschillende ruimtelijke ordeningsonderwerpen. Begonnen wordt met een uiteenzetting over de totstandkoming van het ruimtelijke ordeningsrecht. Vervolgens wordt het ruimtelijke ordeningsbeleid van de verschillende overheidslagen aan een onderzoek onderworpen. Daarna staat het gemeentelijk niveau centraal, waarin de belangrijkste aandacht uitgaat naar het bestemmingsplan en de zogenaamde artikel 19-procedure. Ook wordt aandacht geschonken aan de relatie tussen ruimtelijke ordenings- en milieurecht. In het keuzevak ligt het accent op het gemeentelijk instrumentarium: het bestemmingsplan neemt een centrale plaats in. werkwijze Het vak is op opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. literatuur J. Struiksma, Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht, als pdf-bestand
Examenonderdelen
189
via Blackboard ter beschikking. toetsing Gesloten boek tentamen. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.) subject code credits co-ordinator period remarks
Security Studies 200978 6 vacancy (semester 1, second half) More information about this course will be published in september 2007.
naam code studiepunten coördinator periode doel
toetsing voorkennis
Sociaal recht (B3) 200360 5,7 prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86266) week 36 - 42 Na succesvolle afronding van de cursus hebben de deelnemers een gedegen basiskennis van en inzicht in de hoofdlijnen, geschiedenis en systematiek van (verschillende onderdelen van) het sociaal recht. Voorts zijn zij vertrouwd geraakt met de theoretische en de sociaal-politieke kaders waarin de wetgeving en de uitvoering van en de rechtspraak inzake het sociaal recht tot ontwikkeling zijn gekomen. Ten slotte hebben zij zich verder kunnen bekwamen in het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen (casusbehandeling). Het gaat in het sociaal recht om het waarborgen van bestaans- en ontwikkelingsmogelijkheden van mens en samenleving door arbeid en socialezekerheid. Het rechtsgebied omvat zowel het arbeidsrecht als het socialezekerheidsrecht. In de cursus komen aan de orde: het arbeidsovereenkomstenrecht - waaronder het ontslagrecht is begrepen -, de arbeidstijden- en arbeidsomstandighedenwetgeving, het CAO-recht, het stakingsrecht en het medezeggenschapsrecht. Verder wordt stilgestaan bij de algemene aspecten van de sociale verzekeringen en voorzieningen en meer in het bijzonder bij de regelingen betreffende arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ook aan zorgverzekeringen en pensioenrecht wordt aandacht besteed. Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op de belangrijkste internationale ontwikkelingen op het terrein van het sociaal recht. Contacturen: in de regel vier uren per week. Het onderwijs wordt aangeboden in hoorcolleges. Het collegeschema is in de syllabus opgenomen • I.P. Asscher-Vonk & W.H.A.C.M. Bouwens, H.L. Bakels Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, 19e druk, Deventer: Kluwer 2007; • I.P. Asscher-Vonk, Arbeidswetgeving 2007-2008, 25e druk, Deventer: Kluwer 2007; • Syllabus Sociaal recht 1 2007 (deel 1 en deel 2) (te koop in de VU boekhandel). Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Na afgerond eerste bachelorjaar.
190
Rechtsgeleerdheid
inhoud
werkwijze literatuur
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
naam code studiepunten coördinator periode doel
Sociale organisaties en criminaliteit (Mcrim) 212401 6 vacature week 44 - 51 Inzicht verwerven in de rol die sociale organisaties spelen met betrekking tot criminaliteit. Daarbij zal vooral maar niet alleen gekeken worden naar de meest extreme vorm van criminaliteit die vanuit sociale organisaties begaan wordt, te weten internationale misdrijven zoals oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen menselijkheid en genocide. Na dit vak is de student in staat om de rol van sociale organisaties met betrekking tot criminaliteit te begrijpen en heeft de student meer in het bijzonder een gedegen kennis van de oorzaken en achtergronden van de meest extreme vormen van criminaliteit die door sociale organisaties begaan worden, de internationale misdrijven. Aan veel vormen van criminaliteit liggen sociale organisaties ten grondslag, dit is bij uitstek het geval bij internationale misdrijven die veelal een vorm van state crime zijn. In dit vak wordt aandacht besteed aan de rol die sociale organisaties bij criminaliteit spelen en worden vergelijkingen gemaakt tussen diverse vormen van geweld en de mate waarin alsook wijze waarop de sociale organisatie daarin een rol speelt c.q. daaraan ten grondslag ligt. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan internationale misdrijven zoals oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide die vaak vanuit de staat begaan worden en dus binnen een hele specifieke ideologische, politieke en institutionele context plaatsvinden. Om deze misdrijven te kunnen begrijpen, verklaren en doorgronden dienen we de sociale context waarbinnen deze misdrijven plaatsvinden alsook de organisaties die daarbij betrokken zijn te analyseren. De criminologie heeft tot op heden nog weinig aandacht besteed aan de sociale context van internationale misdrijven. In dit vak zullen we vanuit de bestudering van sociale organisaties en organisatiecriminologie nagaan in hoeverre de criminologie deze vormen van criminaliteit kan verklaren en daarop een antwoord kan formuleren. Hoorcolleges. M.D. Ermann & R.J. Lundman, Corporate and Governmental Deviance, Problems of Organizational Behavior in Contemporary Society (Sixth Edition), Oxford University Press, 2002; Een overzicht van andere literatuur wordt later bekend gemaakt. Zie voor een bibliografie: http://www.supranationalcriminology.org/framespage.htm Schriftelijk tentamen en een opdracht. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie synchronisatievakken. Sociale zekerheidsrecht (B3/M) 201816 6 prof.mr G.J. Vonk (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86226) week 6 - 15 De studenten beschikken over inzicht in het sociale zekerheidsrecht. Voorts
Examenonderdelen
191
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak
zijn zij in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Het keuzevak socialezekerheidsrecht heeft in de afgelopen jaren een vast format gekregen. De cursus vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse socialezekerheidstelsel. In dit kader moeten studenten ieder een regeling mondeling toelichten. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan één centraal thema. Thema's die de afgelopen jaren aan de orde kwamen, zijn: de rechtspositie van buitenlandse werknemers, de positie van het kind in de sociale zekerheid, armoede en recht, de plicht tot werken. Studenten dienen over het centrale thema een werkstuk te schrijven. Ten slotte dienen de werkstukken te worden geopponeerd en verdedigd. De focus ligt steeds op het Nederlandse socialezekerheidsrecht maar uitstapjes naar het internationale recht en de stelsels van andere landen zijn niet ongebruikelijk. In het keuzevak wordt telkens één bijzondere activiteit ondernomen (bezoek SZW, CRvB of socialezekerheidsinstelling; bijzonder gastcollege, openbaar debat, etc.; studenten zijn betrokken bij de organisatie) Werkcolleges, mondelinge presentaties en paper. Wisselend, wordt per jaar opnieuw bekeken. Paper en mondeling examen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het verdient aanbeveling dit vak pas te volgen nadat Sociaal Recht I met goed gevolg is afgelegd. Is dat niet het geval, dan zal inleidende literatuur moeten worden bestudeerd. Deze literatuur wordt nog nader bekendgemaakt. Het keuzevak scoort hoog in de evaluatie (2006). 200360 : Sociaal recht (B3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Sport en recht (B3/M) 201817 6 vacature week 2 - 11 Het verkrijgen van vaardigheid in het denken en discussiëren over sportvormen en relaties in de sport met behulp van de rechtsgebieden, die darop van toepassing zijn. In het centrum hiervan staat de afbakening van de immuniteit van specifieke sporteigen regels ten opzichte van het 'dwingend' recht. De vaardigheid moet worden toegepast bij het onderbouwen van de opvatting waarom in het ene geval de rechtsregel moet wijken voor de sportregel en in het andere geval niet. inhoud Om het doel te bereiken is kennis nodig van de organisatievormen in de sport en de daarin voorkomende rechtsbetrekkingen die gebaseerd zijn op het amateurisme, de topsport en de beroepssport. Daartoe is gekozen voor de volgende onderwerpen. • De ontwikkeling in het algemeen van spel- en sportregel in verhouding tot rechtsregels. • De rechtspersonenrechtelijke structuur van sportorganisaties. • Lidmaatschaps- en arbeidsverhoudingen van topsporters en beroepssporters. • Het tuchtrecht in de sport. • Het recht dat van toepassing is op transfers en overschrijvingen in de
192
Rechtsgeleerdheid
sport. De rechten op exploitatie van sportprestaties. Het wordt gegeven in werkcolleges, waarin informatie wordt overgedragen en waarin met de deelnemers wordt gediscussieerd over door hen ingediende werkstukken, die meetellen voor de eindbeoordeling. Afhankelijk van de grootte van de groep zal ook van de deelnemers gevraagd worden een kort mondeling referaat te houden over een van te voren vastgesteld onderwerp. niet bekend. Afhankelijk van het aantal deelnemers zal het keuzevak afgesloten worden met een mondelinge of schriftelijke toets. Na afgerond eerste bachelorjaar. Het is voor dit keuzevak gewenst dat de student kennis heeft van het rechtspersonenrecht in het algemeen en het arbeidsovereenkomstenrecht. 200360 : Sociaal recht (B3) (en/of) •
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak
Staatsrecht I (B2) 200204 5,7 mr. S.A.J. Munneke (kamer 6A-27, tel. (020) 59 86269) week 2 - 13 Kennis hebben van en inzicht hebben in het Nederlandse constitutionele recht. Vertrouwd zijn met een groot aantal staatsrechtelijke begrippen en verschijnselen. Aan de orde komen verschijnselen als (rechts)staat, constitutie en grondwet, de vorming van de Nederlandse staat, de vestiging van de parlementaire democratie, het parlementaire stelsel, regelgeving en bestuur, rechtsvergelijking en decentralisatie. Hoorcolleges en werkgroepen. De verplichte literatuur wordt op Blackboard vermeld. Schriftelijk tentamen. Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid moeten zijn behaald. Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus recht (B2/BN2) 200104 : Beginselen staatsrecht (B1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Staatsrecht II (B2) 200208 5,7 mr. H. Battjes (kamer 6A-28, tel. (020) 5986272) week 15 - 26 Kennis hebben van en inzicht hebben in de verhouding van het nationale Nederlandse recht tot hoger recht, alsmede van de rechterlijke toetsing. inhoud Behandeld worden de verhouding tussen hoger recht 'zoals het internationaal recht en de Grondwet' en lagere rechtsregels. Daarbij wordt met name aandacht geschonken aan de mogelijkheden voor de rechter om dit hogere recht toe te passen. In het bijzonder wordt ingegaan op de betekenis van mensenrechtenverdragen en nationale grondrechten en op de begrenzingen van de gemeentelijke verordeningsbevoegdheid. werkwijze Hoorcolleges en werkgroepen.
Examenonderdelen
193
literatuur De verplichte literatuur wordt nader bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Als 6 (zes) van de 10 (tien) vakken van het eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid moeten zijn behaald. opmerkingen Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus recht (B2/BN2). voorkennisvak 200104 : Beginselen staatsrecht (B1) naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Statistiek (BC1) 212124 12 drs. A.J.J. Slotboom (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) week 2 - 14 De studenten kennis te laten maken met de theorie en praktijk van de statistische analyse van criminologische gegevens. Beschrijvende en toetsende statistiek. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de statistische analyse van gegevens met behulp van het computerprogramma SPSS. Hoorcollege, werkgroepen en practicum SPSS. • Hinkle, Wiersma, Jurs (2003), Applied statistics for the behavioral sciences, Boston-New York: Houghton Mifflin company, ISBN: 0-81812405-5 • Vocht, Alfons de, Basisboek SPSS 14, Utrecht: Bijleveld Press, ISBN 905548-158-0. Schriftelijk tentamen, multiple choice.
naam Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) code 201819 201818: 3 studiepunten 201820: 9 studiepunten studiepunten 6 coördinator mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) periode (naar keuze) inhoud Op basis van eigen belangstelling kan men een bijzonder onderwerp binnen de strafrechtswetenschap kiezen, waartoe een literatuurpakket wordt bestudeerd dat in overleg met de betrokken docent wordt vastgesteld. De student stelt een werkstuk op waar in hij zijn visie op het onderwerp ontvouwt. toetsing Een gesprek, waarin de kwaliteit van het werkstuk wordt beoordeeld, met vaststelling van een cijfer en gediscussieerd wordt over de stellingname van de auteur. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar . opmerkingen Er wordt geen college gegeven. voorkennisvakken 200368 : Materieel strafrecht (B3) 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 200355 : Materieel strafrecht (B2)
194
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Strafrechtelijke keten doorgelicht (Mcrim) 212407 6 drs. J.J. van der Kemp (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) week 16 - 26 Het voorbereiden van de student op de beroepspraktijk, door de mogelijkheden en beperkingen van het meten van de effectiviteit van de strafrechtelijke keten aan te geven. In dit vak worden de belangrijkste mechanismen uit de strafrechtelijke keten (politie, Openbaar Ministerie, rechter, executie) behandeld: hoe werkt 'de' keten en hoe kunnen de prestaties gemeten en beoordeeld worden? Mede aan de hand van concrete wetenschappelijke onderzoeken wordt geleerd hoe dergelijke vragen door onderzoekers beantwoord kunnen worden. In het kader van de huidige trend van prestatiecontracten is het van steeds groter belang om de prestaties van strafrechtelijke organisaties te meten. Is het ophelderingspercentage de beste maat voor het meten van de kwaliteit van de recherche; kan het gevangeniswezen worden afgerekend op de recidivepercentages van ex-gedetineerden? Hoe meet je op een verantwoorde wijze prestaties, en hoe kun je verschillende parketten/gevangenissen/korpsen op kwaliteit met elkaar vergelijken? Het vak beoogt inzicht te geven in de praktische implicaties van beleid en/of maatregelen en concrete casussen door te lichten. Hoorcolleges, referaten en een opdracht. Literatuur via blackboard. Referaat en Opdracht. Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten aan de VU in de bachelor zijn behaald, inclusief het eerste bachelorjaar en de drie synchronisatievakken.
naam Strafrechtstheorie (B3/M) code 201832 201831: 3 studiepunten 201833: 9 studiepunten studiepunten 6 docent dr. N. Rozemond (kamer 8A-17 tel. (020) 59 86235) periode (naar keuze) doel Het keuzevak heeft tot doel de student te laten nadenken over de grondslagen en beginselen van het Straf(proces)recht. Het is de bedoeling dat de student zich verdiept in de achterliggende ideeën van het Materiële en Formele strafrecht. Van de student wordt verwacht dat hij zich een eigen mening vormt over het doel of de zin van het straf(proces)recht of van onderdelen daaruit. inhoud In het vak kunnen strafrechtstheoretische onderwerpen worden bestudeerd. Ook kan strafrechtelijke en theoretische kennis worden gecombineerd. Voorbeelden van onderwerpen zijn: Waarom mag de Staat burgers straffen? Welke gedragingen mogen strafbaar worden gesteld en met welk doel wordt gestraft? Wat houdt het schadebeginsel of het schuldbeginsel in? Wat is de zin van de strafbaarstelling van drugshandel of van euthanasie of van racistische meningsuiting of van met voorkennis handelen in aandelen? Wat is de zin of het doel van sancties als TBS of alternatieve straffen? Wat is de
Examenonderdelen
195
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
achterliggende gedachte achter de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs of van het beginsel dat de verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken? De student dient een werkstuk te schrijven waarin strafrechtelijke en strafrechtstheoretische literatuur wordt verwerkt. Uitgaande van vier studiepunten dient circa 500 bladzijden literatuur te worden bestudeerd en een werkstuk te worden geschreven van circa 15 bladzijden. De omvang van de te bestuderen literatuur en het te schrijven werkstuk neemt evenredig toe of af bij een hoger of lager puntenaantal. Studenten kunnen in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Ook kunnen zij bij de docent tips krijgen over recent verschenen interessante boeken over strafrechtstheorie. Het tentamen bestaat uit een gesprek over de literatuur en het werkstuk Na een afgerond eerste bachelorjaar. Er wordt geen college gegeven. 200355 : Materieel strafrecht (B2) 212304 : Materieel strafrecht (BC2/BC3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 212316 : Formeel strafrecht (BC3) Successierecht (M notarieel recht) 211411 5 prof.mr. G. van der Burght week 41 - 50 Verwerven van grondige kennis van het systeem en de inhoud van de belastingen betreffende successie, schenkingen en overgang. Vaardigheid tot het oplossen van casus. De fiscale gevolgen van (rechtshandelingen m.b.t.) overlijden en schenkingen. Tien weken hoorcollege (3 uur) Vijf weken werkcollege (2 uur) J.C. van Straaten, Wegwijs in de Successiewet, SDU, 2e druk, 2007 Mondeling tentamen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 211251 : Erfrecht I 211352 : Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211357 : Erfrecht II (BN3) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam code studiepunten co-ordinator periode aim
Terrorism, Counter-terrorism and International Law 200974 6 prof.dr. W.G. Werner (room 7A-23, telephone +31 (0)20 59 86306) (semester 1, second half) To discuss the current measures against terrorism from the perspective of international law content The course discusses the following questions:
196
Rechtsgeleerdheid
form of tuition literature
mode of assessment remarks
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
1. What is the rationale behind the use of violence by terrorist groups? 2. Why has it been so difficult to come up with a comprehensive definition of terrorism in international law? 3. What are the main principles underlying current UN conventions against terrorism? 4. What is the role of the United Nations in the fight against terrorism? 5. Are current measures against terrorism in accordance with internationally protected human rights? 6. Is it possible to define the fight against terrorism as an international war? Is it possible to rely on self-defense in the fight against terrorism? 7. Is it legally sound to deny those captured in the fight against terrorism the status of 'prisoner of war'? (The 'Guantanamo Bay debate'). Lectures, discussion Reader. Helen Duffy, 'War on Terror' and the Franework of International Law, Cambridge University Press, 2006. Assignments, written exam An active command of the English language is required. The course is open for Master students who have succesfully completed the course 'Public International Law' (or the Dutch equivalent 'Volkenrecht'). The course is open for a selected number of exchange students. Theoretische criminologie (BC2) 212204 6 dr. A.L. Smeulers (kamer 8A-32, tel. (020) 59 86308) week 36 - 45 Het vak Theoretische Criminologie beoogt inzicht te bieden in 1) de wijze waarop wetenschappelijke kennis van criminaliteit wordt vergaard, 2) de verschillende verklaringen van criminaliteit en crimineel gedrag, en 3) de mogelijkheden om verschillende theorieën toe te passen en te integreren. Door zowel recente als vroegere theoretische inzichten aan bod te laten komen wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van de criminologie als wetenschap, en hoe deze door maatschappelijke ontwikkelingen wordt beïnvloed. Hoorcollege. • Mark Lanier & Stuart Henry, Essential Criminology 2e. Boulder, Colorado: Westview Press, 2004; • Eugene McLaughlin, John Muncie & Gordon Hughes (red.), Criminological Perspectives; essential readings 2nd ed. Londen: Sage, 2003; • Lanier & Henry is het handboek, waarin de rode lijn van dit vak wordt uitgezet; • In Criminological Perspectives zijn fragmenten uit een flink aantal (oude en recente) klassiekers uit de criminologie opgenomen; Aanbevolen literatuur: Mike Maguire, Rod Morgan & Robert Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology 3rd ed. Oxford: University Press, 2002. Schriftelijk tentamen, open vragen. "Voldaan aan de Blokkeringsregeling BC1 - BC2"
Examenonderdelen
197
(5 (vijf) van de 9 (negen) vakken van het eerste bachelorjaar criminologie inclusief Inleiding methoden en technieken (212103) zijn behaald). voorkennisvak 212201 : Inleiding criminologie (BC1) subject code lecturers credits period aim
Transnational Governance 705729 prof.dr. F.H.B. Biermann; dr. P.H. Pattberg 6 2nd half 1st semester • To advance students' understanding of the epistemological issues involved in political research and thereby rendering them capable of developing intelligent research designs; • To increase students' knowledge of the major empirical-analytical developments in Transnational Governance; • To train students in identifying the political and policy relevance of the results of political research as well as detecting pitfalls and shortcomings; • To stimulate critical theoretical and normative reflection on research results; • To invite reflection on the policy relevance and strategic consequences of research; • To enhance students' abilities in academic writing and reporting on research for different audiences as well as drafting summaries for discussion. content This course builds on Theories and Approaches in International Relations and on Political Concepts and Processes by teaching students how to apply the basic theories of international relations and the core concept of political science to substantial issues in international studies. At the same time, students will be made aware of the current state of research within the field of transnational governance. Governance refers to the phenomenon that many public functions increasingly seem to be assumed and carried out by actors other than the classical government institutions of the nation-state. Government becomes transnational if these political processes are not contained within national borders, but are enmeshed with external developments, such as the spread of global market relations, cross-border environmental pollution or the evolution of new political actors such as Greenpeace and Amnesty International. Different types of transnational governance are distinguished, from the most traditional, inter-governmental regimes to the more recent private forms of cooperation. For each type of transnational governance, the most important examples within the issue areas of environmental protection and political economy are analysed. This analysis will be guided by the three Ps of political science, asking for reasons of the evolution of certain forms of governance institutions (polity), the nature of struggles over the direction of these governance arrangements (politics), and for the outcomes and performance of these governance institutions (policy). Students are encouraged to make their own contributions in the form of research papers. Short papers apply theories of international relations or core political science concepts such as 'power' or 'democracy' to a specific form of transnational governance within a given issue area, thereby formulating their own research questions based on one of the three Ps. Thus, papers will, e.g., explain the evolution of the international
198
Rechtsgeleerdheid
form of tuition literature mode of assessment target audience
debt regime by utilising neo-realist and neo-liberal theories, apply the notion of power to the evolution of private transnational governance organizations within the financial sector, or ask for the implications of the increasing role of globally operating nongovernmental environmentalist lobbying groups for the democratic legitimacy of environmental governance. Student papers will not undertake substantial empirical research, but rather demonstrate the application of basic theories or theoretical concepts on empirical issues, thereby training the development of research questions. Tutorial. Information will be made available via the internet. Testamur based on one 1,000 and one 4,000 word essay on assigned topics. Each essay carries 30% respectively 70% of the overall grade. Master students of the Master's Programme in Law and Politics of Collective Security. This course is a part of the course Selected Issues: Transnational Governance (705721) of the Master's Programme in Political Science.
naam Vaardighedenoefening internationaal recht (M) code 201523 Verplicht onderdeel van de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. studiepunten 3 coördinator mr. M.L. Smit (kamer 7A-20, tel. (020) 59 86308) periode week 45 - 2 doel Verbeteren van schriftelijke en mondelinge vaardigheden. inhoud Tijdens het vak zal dieper worden ingegaan op diverse onderdelen van het (internationaal) recht, zoals internationaal economisch recht, burgerschap van de Unie, milieurecht en ondernemingsrecht. werkwijze De student dient een paper te schrijven op het gebied van volkenrecht, Europees recht en/of internationaal privaatrecht. De omvattende (multidisciplinaire) thema¿s en individuele onderwerpen zijn vooraf door de coördinator in grote lijnen vastgesteld. Ter afsluiting worden de resultaten van het onderzoek aan de groep gepresenteerd. Een inleidende bijeenkomst zal plaatsvinden in week 45. Zelfstandig onderzoek door de student in week 45-52; werkgroepen met presentaties in week 2. literatuur Bronnenmateriaal noodzakelijk voor een wetenschappelijk onderbouwde paper. De syllabus is vanaf week 42 beschikbaar via blackboard. toetsing De paper, de presentatie en de participatie in de werkgroepen worden gezamenlijk beoordeeld. Specifieke toetscriteria voor de paper en de mondelinge presentatie zijn opgenomen in de syllabus. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Dit vak is alleen voor studenten met de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. opmerkingen Inschrijving voor het vak vindt plaats via TISVU. Bij deze cursus wordt zeer intensief gebruikgemaakt van blackboard. U dient zich voorafgaand aan de eerste bijeenkomst bij de blackboardcursus aan te melden. Let daarbij op het invoeren van uw juiste (courante) e-mailadres! N.B. Dit vak staat uitsluitend open voor studenten van de Master
Examenonderdelen
199
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) 200352 5,7 mr. C.H.C. Overes (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) week 36 - 42 Kennis en begrip van de grote lijnen van het Vennootschaps-en rechtspersonenrecht. dit houdt in kennis van het systeem van de wet(met name boek 2 BW), begrip van de belangrijkste algemene leerstukken van het rechtspersonenrecht en van de verschillende rechtsvormen, alsmede inzicht in de verscheidenheid aan aspecten die juridische problemen in dit rechstgebied hebben. Kennis, begrip en inzicht dienen te kunnen worden toegepast bij de oplossing van casusposities. De vennootscahppen- niet rechtspersoon; kenmerken van rechtspersoonsvormen; kapitaal en vermogen; de BV i.o.; het begrip orgaan en bevoegdheden van organen; bestuurschap, aandeelhouderschap, lidmaatschap; besluiten en vernietiging van besluiten; vertegenwoordiging en onrechtmatige daad van de rechtspersoon. Naast de hoorcolleges worden er wekelijks werkgroepen en een werkcollege gegeven. Voor de werkgroepen is voorbereiding verplicht. • P. van Schilfgaarde; Van de BV en de NV, Gouda Quint, Arnhem, 14e druk, 2006; • Dijk-Van der Ploeg; Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, Deventer, 5e druk, 2007; • Syllabus Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I 2007/2008 (verkrijgbaar bij de VU Boekhandel); • Arrestenbundel Vennootschaps-en rechtspersonenrecht. Schriftelijke tentamen met casus. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor at studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Beginselen privaatrecht I en II behaald moeten zijn. 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1)
naam Vennootschapsbelasting (M) code 201508 Een verplicht vak bij de afstudeerrichting Fiscaal recht. studiepunten 10 coördinator prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 7A-38, tel. (020) 59 86317) periode week 41 - 49 doel Kennis en begrip van de vennootschapsbelasting, in mindere mate ook de dividendbelasting, met de nadruk op de belastingheffing van ondernemingen. inhoud Behandeling van de vennootschapsbelasting waarbij gedurende de eerste weken aandacht wordt besteed aan de functie van de vennootschapsbelasting en aan meer algemene begrippen zoals subjectieve belastingplicht, vestigingsplaats, winstbepaling (stortingen en onttrekkingen). In de daarop volgende colleges wordt diepgaand aandacht besteed aan aspecten als concernfinanciering (renteaftrek), de deelnemingsvrijstelling, faciliteiten
200
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvak
voor fusie en splitsing en de fiscale eenheid. Tevens wordt kort ingegaan op de heffing van dividendbelasting en kapitaalsbelasting. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende acht weken, twee maal vier uur per week. Van de studenten wordt een actieve participatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcolleges verwacht. • N.H. de Vries/L.W. Sillevis, Studenteneditie 20072008 Cursus Belastingrecht, onderdeel Vennootschapsbelasting. Kluwer-Deventer. • De in de studiewijzer of via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie Schriftelijk, open vragen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) Verbreding goederenrecht (BN3) 200822 2,9 mr. E.W.J. Ebben (kamer 7A-34, tel. (020) 59 86315) week 36 - 44 Het verwerven van een gedegen basiskennis van die delen van het goederenrecht die voor de notariële praktijk van bijzonder belang zijn. Dit betreft ondermeer de behandeling van enige beperkte rechten (vruchtgebruik, erfdienstbaarheden) en het burenrecht. Het zelfstandig kunnen bestuderen en hanteren van de wet, rechtspraak, handboeken en andere relevante bronnen. Het kunnen toepassen van de verworven kennis, het verworven inzicht en de verworven vaardigheden bij het oplossen van theoretische vragen en casus. Er worden hoor- en casuscolleges gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Wordt nog bekend gemaakt in de syllabus. Het schriftelijke tentamen is geen openboek tentamen. Er mag slechts gebruik worden gemaakt van ongeannoteerde wetboeken en arrestenbundels. Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Goederenrecht behaald moet zijn. 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) code 201501 201836: Aansprakelijkheidsrecht (keuzevak) 6 studiepunten 201835: Verzekeringsrecht (keuzevak) 6 studiepunten studiepunten 12 coördinator vacature periode week 37 - 5 doel In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht staat het uitdiepen van een aantal praktisch en theoretisch belangrijke onderwerpen van het
Examenonderdelen
201
aansprakelijkheidsrecht centraal. Het leerdoel van het onderdeel Verzekeringsrecht is dat de student de belangrijkste regels op het gebied van het verzekeringsrecht alsmede de wetsartikelen uit Boek 7 titel 17 BW (verzekering) waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kan toepassen op feitelijke situaties (casus). Bij beide onderdelen is een bijkomend leerdoel het verbeteren van de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van studenten en het vermogen tot analyseren en oplossen van praktische problemen die zich op beide gebieden voordoen. inhoud Het verdiepingsvak Aansprakelijkheid en Verzekering bestaat uit twee zelfstandige onderdelen die nauw met elkaar samenhangen. Zo is de invloed van verzekeringen bij de ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht aanzienlijk. In het kader van de beantwoording van bepaalde vragen van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht wordt door de wetgever uitdrukkelijk betekenis toegekend aan de verzekering. Zo wordt in art. 6:109 lid 2 BW bepaald dat de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding niet mag matigen tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken. In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht wordt een aantal actuele en problematische onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht onder de loep genomen, waarbij een bepaald accent ligt op het terrein van de personenschade. Belangrijke onderwerpen zijn de werkgeversaansprakelijkheid, waarbij onder andere aan de orde komen de aansprakelijkheid voor asbest en voor psychische schade, problemen van causaliteit en schadevergoeding, zoals bewijslastverdeling, proportionele aansprakelijkheid, en meervoudige causaliteit en verjaring. Bij het onderdeel Verzekeringsrecht komen met name de volgende onderwerpen aan de orde: het begrip verzekering, het indemniteitsbeginsel, de mededelingsplicht en verzwijging, opzet en grove schuld, de directe actie, erkenning van aansprakelijkheid door de verzekeraar, tussenpersonen, meervoudige verzekeringen en co-assurantie. werkwijze Er zullen hoorcolleges en casuscolleges worden gegeven. De colleges voor de afzonderlijke onderdelen zullen om en om worden gegeven. Dat betekent dat de colleges voor de afzonderlijke onderdelen in beginsel eens in de twee weken zullen plaatsvinden. De ene week is er dan dus college aansprakelijkheidsrecht en de week daarop is er college verzekeringsrecht en zo verder. Van de studenten wordt een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Gebruik van blackboard speelt een belangrijke rol bij dit vak (zie nader onder literatuur) literatuur • Aansprakelijkheidsrecht: S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten, Studiepockets Privaatrecht nr. 62, Tjeenk Willink, Deventer, 2000 • Verzekeringsrecht: wordt nog bekend gemaakt • Eventueel nader bekend te maken literatuur. • Blackboard. Er wordt geen reader gemaakt. Alle informatie en het benodigde studiemateriaal zal per week op Blackboard bekend worden gemaakt. Een deel van het benodigde studiemateriaal wordt full text op blackboard beschikbaar gesteld. Het overige studiemateriaal zal door de studenten zelfstandig bij elkaar moeten worden gezocht. Dit bij elkaar zoeken van het studiemateriaal is onderdeel van de leerdoelen van het vak. Bijkomend voordeel voor studenten is dat door deze werkwijze een
202
Rechtsgeleerdheid
aanzienlijk bedrag aan kopijrechtenvergoeding wordt bespaard. toetsing Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdrachten. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! opmerkingen De beide onderdelen Verzekeringsrecht en Aansprakelijkheidsrecht kunnen ook elk afzonderlijk als keuzevak worden gevolgd. voorkennisvak 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Verdieping burgerlijk procesrecht (M) 201845 12 mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) week 3 - 12 (Let op: Een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase.) Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het executierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische, probleemoplossende en schriftelijke en mondelinge vaardigheden (o.a. lezen en becommentariëren van rechtspraak, oplossing van casus, schriftelijk en mondeling presenteren van een juridisch betoog, schrijven van processtukken) eigen maakt. Het deelonderwerp dat wordt behandeld is het executierecht. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat de winst van een procedure omgezet moet kunnen worden in klinkende munt. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van het executierecht. Studenten volgen eerst het Keuzevak burgerlijk procesrecht (in week 3-7; zie 201846). Daarna volgen zij colleges in week 8 en 9 en vervullen zij in week 10-12 diverse opdrachten. Opdrachten Dit vak kan pas gevolgd worden als er minimaal 150 studiepunten (vanaf 19-2006 ook Pleitoefening!) in de bachelor zijn behaald. Het aantal deelnemers is beperkt tot een maximum van 24. 200215 : Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) (of) 200210 : Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2)
naam Verdieping criminologie (M) code 201531 De Verdieping criminologie is opgebouwd uit twee vakken, te weten: A. Theoretische criminologie (2015311) B. Practicum verklarende criminologie (2015312) studiepunten 12 coördinator drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) inhoud Zie voor vakinformatie Theoretische criminologie (BC2) (212204) en Practicum verklarende criminologie (BC2) (212206). toetsing Het eindcijfer is het gemiddelde van de cijfers voor het tentamen Theoretische criminologie en de bijdragen aan het practicum verklarende criminologie. Voor beide onderdelen moet een voldoende zijn behaald. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald!
Examenonderdelen
203
voorkennisvakken 200363 : Inleiding criminologie (B3) 200373 : Actueel strafrecht I (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Verdieping ondernemingsrecht (M) 201507 12 prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) week 43 - 5 Inzicht verwerven in de beginselen en het systeem van het ondernemingsrecht en in de keuzemogelijkheden ter verbetering van het bestaande recht, alsmede het kunnen toepassen van dit inzicht op specifieke onderwerpen en casus. Aaan bod komen belangerijke thema's, zoals de positie van de vennootschapsorganen (bestuur, raad van commissarissen, algemene vergadering), beurs-nv's, openbaar bod, beschermingsconstructies, kapitaal en aandelen, de Europese vennootschap, en de nieuwe regeling van personenvennootschappen. Deze thema's komen aan de orde via komende wet inzake personenvennootschappen, de code Tabaksblat, het rapport van het ministerie Justitie over modernisering van het ondernemings- en vennootschapsrecht, het rapport vereendiging en flexibilisering van BV-recht en de rechtlijn en de uitvoeringswet inzake het openbaar bod. Er worden enkele korte inleidingen over de onderwerpen verzorgd door de docenten. De studenten maken opdrachten, houden over een onderwerp, een presentatie en schrijven over hetzelfde onderwerp een paper. Tevens wordt van alle studenten actieve deelname aan de discussie over de presentatie verwacht. Het studiemateriaal wordt op blackboard gezet. Er wordt geen eindtoets afgenomen. Het cijfer wordt bepaald door presentatie en paper (50%) en door de opdrachten (50%). Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Er kunnen maximaal 30 studenten deelnemen. 200357 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) (of) 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) 201402 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (of) 211358 : Ondernemingsrecht (B3/BN3/M)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Verdieping personen- en familierecht (M) 201502 12 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 6 - 18 Het verkrijgen van een dieper en breder inzicht in de juridische regulering van de echtscheiding en haar gevolgen in Nederland met aandacht voor enkele regelingen inzake echtscheiding in landen waar de belangrijkste migrantengroepen in Nederland affiniteit mee hebben. inhoud Het onderwijs vangt aan met een historisch en rechtsvergelijkend overzicht van de echtscheiding. Vervolgens komt het Nederlandse echtscheidingsrecht uitgebreid aan de orde. Daarbij staan de vraagstukken betreffende administratieve echtscheiding, echtscheidingsprocesrecht, gezag en omgang
204
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak
na scheiding, partneralimentatie en boedelverdeling na scheiding centraal. Hierna wordt het echtscheidingsrecht van een drietal landen, Marokko, Turkije en Rusland en tevens ter vergelijking het Joods echtscheidingsrecht, behandeld. Deze stelsels zijn uitgekozen omdat ze voor relatief grote migrantengroepen in Nederland relevant zijn. Met enige regelmaat heeft de Nederlandse rechter met het Turkse, Marokkaanse of Russische echtscheidingsrecht te maken. Interactieve hoorcolleges en werkgroepen. Het maken van een wetsvoorstel (opdracht in groepjes), het schrijven van een paper (individueel). • Reader Verdieping Personen- en familierecht (verkrijgbaar in de VUboekhandel); • Een nog nader te bepalen studieboek. Aan de hand van de ingeleverde paper en het met enkele medestudenten opgestelde wetsvoorstel. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200371 : Familie- en gezondheidsrecht (B3/M)
naam code studiepunten docent periode doel
Verdieping sociaal recht (M) 201752 12 prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86266) week 40 - 5 Na afronding van de cursus heeft de deelnemer diepgaande en specialistische kennis van en inzicht in een aantal belangrijke onderdelen van het sociaal recht verworven. Hij of zij is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden van het sociaal recht (m.n. het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht) op een integratieve manier te benaderen. Door de beantwoording en bespreking van casus wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex en het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen. De verplichting tot het houden van een referaat en een pleidooi bevordert de vaardigheid mondeling een juridisch betoog te presenteren. Door de verplichting een paper te schrijven wordt oefening geboden in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. inhoud In de cursus komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Driehoeksverhoudingen in het sociaal recht (uitzendarbeid, detachering, management-BV's, concernverhoudingen); • De zorg voor veilige arbeidsomstandigheden en de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten (Arbo-wet; BW); • De afstemming van private en publieke instrumenten bij de inkomensvoorziening en reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers (BW, Ziektewet, Wet WIA); • Reorganisatie en ontslag (BW, BBA, WOR, Wet Melding Collectief Ontslag, Faillissementswet en WW). werkwijze De cursus bestaat uit twee delen (A en B). Tijdens het eerste onderdeel komen de vier thema's min of meer als afzonderlijke onderdelen aan bod. Tijdens het tweede onderdeel worden de onderwerpen door middel van papers en pleidooien van de studenten geïntegreerd behandeld.
Examenonderdelen
205
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak
In onderdeel A worden aan ieder thema twee of drie werkgroepbijeenkomsten gewijd. Ieder thema begint met een 'traditionele' werkgroep, waarin de docent als inleider optreedt en de behandeling van een casus centraal staat. De antwoorden op de casusvragen moeten door de deelnemers voorafgaand aan de werkgroep per e-mail worden ingeleverd bij de docenten. Na deze inleidende werkgroep volgen voor ieder thema nog een of twee werkgroepen. Tijdens die bijeenkomst(en) nemen studenten het voortouw. Iedere student houdt een keer een referaat en legt over het onderwerp daarvan een casus voor aan de werkgroep. Tijdens onderdeel B staan de paperpresentaties centraal. Iedere paper moet worden afgesloten met een (goed onderbouwde) stelling. De stelling vormt de basis voor het door de student te houden pleidooi. Het pleidooi moet worden ondersteund door een powerpointpresentatie. Een of twee andere deelnemers treden op als opponent. Contacturen: voor onderdeel A in de regel 2 keer 2 uren per week. Voor onderdeel B 2 uur per week. Voor elk van beide onderdelen geldt, dat actieve en volledige deelname aan de werkgroepen verplicht is. Nader te bepalen. Beoordeling vindt plaats op basis van de door de deelnemers gemaakte werkstukken en verrichte opdrachten. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Tijdens een introductiebijeenkomst in week 40 worden de thema¿s kort geïntroduceerd. Aansluitend vindt een verdeling plaats van de verschillende opdrachten. Indien u niet aanwezig kunt zijn bij de introductiebijeenkomst, dient u vooraf contact met de coördinator op te nemen. Als coördinator treedt op: mw. mr. L. van den Berg (kamer 6A-24, (020) 59 86268). 200360 : Sociaal recht (B3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Verdieping staats- en bestuursrecht: Wetgevingsleer I en II (M) 201511 12 prof.mr. S.E. Zijlstra (kamer 6A-21, tel. 59 86265) week 37 - 5 Verdieping van de in de bachelor verkregen inzicht in juridische aspecten van wetgeving, alsmede het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. inhoud Voor een jurist is de wet het gereedschap waarmee gewerkt wordt. In zoverre is de wet een gegeven. Wetten zijn er nu eenmaal. Tijdens de rechtenstudie leert de student dan ook hoofdzakelijk hoe wetten moeten worden gelezen. Dat wetten ooit zijn geschreven teneinde bepaalde doelen te realiseren komt niet, althans niet structureel, aan de orde. En dat wetten niet alleen via een grondwettelijke procedure tot stand komen, maar daarnaast heel praktisch door mensen in elkaar worden gezet, leeft bij de student wel ergens in het onderbewuste, maar speelt overigens geen rol in de juridische opleiding. Dat is een gemis. Ten eerste levert een vak wetgevingsleer een belangrijke bijdrage aan de vorming tot jurist. In ieder beroep is de jurist bezig met het lezen, uitleggen en toepassen van wetten. Door scholing in wetsanalyse, maar meer nog door het zelf opzetten van wettelijke regelingen, krijgt men een ruime ervaring in het snel doordringen tot de kern van wetgeving en juiste
206
Rechtsgeleerdheid
wetsuitleg. Maar ook bestaat voor de wetgevingsjurist een fraai carrièreperspectief. Bij met name ministeries bestaat een toenemende behoefte aan juristen die zich specifiek met wetgeving bezighouden. Het vak biedt dan ook een goede voorbereiding op de Academie voor Wetgeving (www.wetgevingsjuristen.nl), die door het ministerie van Justitie is opgezet om wetgevingsjuristen bij de overheid op te leiden. Onder de titel `Wetgevingsleer' worden in de Verdieping Staats- en bestuursrecht de verschillende juridische aspecten van wetgeving en wettelijke voorschriften behandeld. Na een inleidend college komt de constitutioneelrechtelijke kant van wetgeving aan de orde: de betekenis van de wetsfiguur in het licht van de beginselen van de democratische rechtsstaat. Hierbij wordt kritisch bezien in hoeverre wetten daadwerkelijk (kunnen) voldoen aan hetgeen er traditioneel van wordt verwacht (democratische legitimatie, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, machtenscheiding). Na een onderdeel over de procedure van wetgeving, wordt meer precies gekeken naar aard en structuur van rechtsnomen (geboden, verboden, ontheffing, vergunning, aanspraken, definities, bevoegdheden, ficties etc.). Hierna is wordt aandacht besteed aan de instrumentele functie van wetgeving. Wetten beogen doeleinden te realiseren: bestendiging of juist verandering van gedrag. Hoe los je de files op? Door rekeningrijden, tolpoorten, een vrije baan voor auto's met meerdere personen, subsidies op carpoolen, of door een maximumsnelheid van 80 km/u? En hoe zorg je dat mensen zich aan die maximumsnelheid houden? Bezien wordt welke effecten wetten kunnen hebben en hoe moet worden voorzien in handhaving. Ook wordt de studenten geleerd te denken in alternatieven binnen wetgeving (verbod/gebod, vergunningstelsels, subsidies, strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke handhaving) en zelfs in alternatieven voor wetgeving (convenanten, voorlichting). Het laatste college van dit eerste deel behandelt de implementatie van Europese regelgeving. Het deel wordt afgesloten met een tentamen. Na dit tentamen wordt het vak meer praktisch van aard: in enkele stappen wordt toegewerkt naar het zelf ontwerpen van een wettelijke regeling. Het onderwerp daarvan wordt nog ingevuld, waarbij zoveel mogelijk op de actualiteit wordt ingespeeld. Om een indruk te geven: in het jaar 2005-2006 is op verzoek van de KNVB gewerkt aan het opstellen van een zogeheten 'voetbalwet'. In dat kader is ook een excursie voorzien naar een of meer instanties waar met vakspecialisten over het onderwerp van de wettelijke regeling wordt gesproken. De precieze bestemming hangt af van het nog te kiezen onderwerp; te denken valt aan het bureau Wetgeving van de Tweede Kamer, de Directie Wetgeving van het Ministerie van Justitie, de Stafafdeling Wetgeving van de Raad van State en/of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het eerste deel van dit vak, dat wordt afgesloten met een tentamen, kan tevens als afzonderlijk 6-punts keuzevak worden gevolgd (zie Wetgevingsleer I). Voor afstuderen in de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht is echter het volbrengen van het gehele 12-punts vak vereist. Er wordt interactief hoorcollege gegeven, maar ook gediscussieerd over de stof en over de door de deelnemers te schrijven werkstukken waarvoor de meeste opdrachten aan het begin van de cursus worden verstrekt. De exacte onderverdeling en werkmethode wordt op Blackboard verder
Examenonderdelen
207
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
uitgewerkt. In ieder geval wordt van de studenten steeds een kritische houding verwacht: tegenover het gestelde door de docenten en in de literatuur, tegenover bestaande wettelijke regelingen, tegenover elkaars inbreng, maar vooral ook tegenover het eigen werk. Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken (waaronder wettelijke bepalingen en regelingen), een excursie Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard). Wordt nader bekend gemaakt op Blackboard Beoordeling individuele werkstukken, schriftelijk tentamen, wettelijke regeling in groepsverband. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Verdieping strafrecht (M) 201537 6 mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) week 36 - 48 Het onderwijs Verdieping strafrecht vormt een pakket gevarieerde studiebestanddelen die elk uitdrukking zijn van uiteenlopende - onderling gelijkwaardige - doelstellingen. Uitgangspunt is dat specialistatie in het strafrecht aan een universiteit meer behoort te zijn dan bestudering van en oefenig in het positieve recht. Het strafrecht als stelsel van normhandhaving in de hedendaagse maatschappij is voortdurend onderwerp van discussie over wetgeving, rechtspraak, taakvervulling door de organen van de strafrechtspleging enz. Nadere oriëntatie op het veld van strafrechtspolitieke vraagstukken is onmisbaar voor het vormen van afgewogen oordelen en het maken van keuzes in de dilemma's die zich binnen het strafrecht voordoen. Daarnaast blijft echter oefening in de techniek van het straf(proces)recht geboden. De toepassing van het strafreht vergt nauwgezette en creatieve arbeid, geënt op een deugdelijke kennis van de mogelijkheden binnen en grenzen aan het strafrechtelijk systeem. Door de praktijk in de studie te betrekken door middel van bezoeken aan strafzittingen en voordrachten door gastsprekers wordt de techniek verlevendigd en de theorie van al te schimmige abstracties ontdaan. In de hier geschetse studieopzet ligt het accent op zelfwerkzaamheid van de student. door zoveel mogelijk zelf relevant materiaal te vergaren en te bewerken leert men het meest indringend. Veel aandacht wordt besteed aan de oefening in mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, belangrijke nevendoelstellingen van het verdiepingsprogramma strafrecht. Intensieve ondersteuning en begeleiding door de docent is inherent aan deze onderwijsvorm. inhoud • Oefening in casuïstiek. Opdrachten aan de hand van - veelal op reële zaken berustende - casus worden schriftelijk voorbereid en in werkgroepverband besproken. Bij toerbeurt stellen teams studenten een 'modelbeantwoording' op die als leidraad dient bij de behandeling van de stof in de werkgroep.
208
Rechtsgeleerdheid
•
werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen
Bezoeken aan strafzittingen (politierechter en meervoudige kamer) van de Rechtbank Amsterdam.Van deze zittingen worden door teams studenten verslagen gemaakt, op basis waarvan een nabespreking plaatsvindt. • Een serie voordrachten door sprekers uit de praktijk van de strafrechtspleging. Ter voorbereiding op deze lezingen wordt door een team studenten een (kort) opstel betreffende het terrein van de betrokken spreker vervaardigd, dat uimondt in een aantal vragen en/of stellingen. Van de voordrachten worden door andere teams verslagen gemaakt teneinde de opgedane kennis en indrukken te toetsen aan de in het opstel opgeworpen vraagstukken. De opstellen + verslagen dienen als basis voor een nabespreking van de gastspreekbeurten. • Oefenrechtbank. Tijdens een pleitoefening - die zal plaatsvinden in een zittingszaal van het paleis van justitie aan de Prinsengracht - fungeert elke student in een fictieve strafzaak, hetzij als Officier van justitie hetzij als advocaat. De rechtbank bestaat uit docenten van de sectie strafrecht. Het requisitoir/het pleidooi, voorbereid aan de hand van een echt strafdossier, wordt door de student op schrift gesteld en na afloop van de zitting door de rechtbank beoordeeld. De bijeenkomsten met de gastsprekers vinden plenair plaats, de overige onderdelen van het programma in werkgroepverband. Geen voorgeschreven literatuur. Wel zal van de deelnemers een, nog nader vast te stellen, bijdrage worden gevraagd ter tegemoetkoming in de kopieerkosten die het programma met zich meebrengt. Aan het onderwijs Verdieping strafrecht is geen afsluitend tentamen verbonden. In het cijfer dat men na voltooiing van het programma krijgt toegekend, is vervat de beoordeling van de kwaliteit van de schriftelijke producties en mondelinge voordrachten, alsmede de wijze van participeren in discussiebijeenkomsten en casusgroepen. Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Aangezien het onderwijs Verdieping strafrecht een reglmatige actieve participatie (in groepsverband) vergt (hetgeen onder meer inhoudt dat niet altijd de in het collegerooster vermelde tijden aangehouden kunnen worden), kan de combinatie ervan met andere arbeidsintensieve studieonderdelen op bezwaren stuiten. Ook een baan naast de studie kan moeilijkheden opleveren. Het is daarom aan te raden dat men bij de planning van studie en andere werkzaamheden tijdig inlichtingen inwint bij en overleg pleegt met de docent omtrent de details van het programma. Enige tijd vóór de aanvang van het onderwijs is meer gedetailleerde informatie omtrent programma en daaraan verbonden eisen beschikbaar. Men lette op de desbetreffende aankondiging in Ad Valvas en de Studie Informatie, aangezien het voor een vlotte start van groot belang is dat ieder reeds vooraf kennis heeft genomen van de gang van zaken. het onderwijsprogramma begint op maandag 3 september 2007 met een inleidende bijeenkomst, waaraan deelname noodzakelijk is i.v.m. diverse te maken afspraken. Men dient zich voor de Verdieping strafrecht in te schrijven in de periode van 11 juni tot en met 24 augustus 2007. De inschrijflijst ligt in de kast bij kamer 8A-20. De voor inschrijving benodigde gegevens (studentnummer, voornaam, achternaam, adres, tel.nr(s) en e-mailadres) kunnen ook worden
Examenonderdelen
209
gemaild naar: [email protected]. Aangezien het voor een goede organisatie van het onderwijsprogramma noodzakelijk is dat tevoren het aantal deelnemers bekend is, is inschrijving binnen de gestelde termijn verplicht, ook indien men nog niet over alle resultaten van de verplichte (voorsorteer)vakken beschikt. Wie zich te laat meldt kan niet meer aan het onderwijs deelnemen. De (herkansings)tentamens Materieel strafrecht en Actueel strafrecht I en II in augustus 2007 van aspirant-deelnemers Verdieping strafrecht worden met voorrang nagekeken. Het is in dat geval dus zaak ingeschreven te staan voor de Verdieping strafrecht vóór de betreffende tentamendatum/data! voorkennisvakken 200373 : Actueel strafrecht I (B3) 200374 : Actueel strafrecht II (B3) 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3/M) 200821 6 mr. W.J.M. van Veen (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) week 16 - 26 Verdiepen van kennis en verwerven van inzicht in de eigenschappen, de inrichting en het functioneren betreft dit zowel het interne functioneren als het functioneren ten opzichte van derden, waaronder de subsidieërende overheid. inhoud Het programma is verdeeld in een drietal clusters: • De verhouding tussen non profit organisaties en hun deelnemers (de rechten en verplichtingen van de leden, aangeslotenen en degenen die deel uitmaken van de organen); • De inrichting van nonprofit organisaties en de wijzen waarop daaraan vorm kan worden gegeven en hoe deze het functioneren bepalen (verhouding contract-statuten-reglementen-besluiten, delegatie, bestuursmodellen, corporate governance, toezicht); • De inrichting van complexe organisaties waarbij verschillende non profit organisaties met elkaar door middel van statuten en/of overeenkomsten met elkaar zijn verbonden; • De verhouding tot de subsidierende overheid en de medezeggenschapsorganen van werknemers en clienten (overheidsbemoeienis-bestuurstaak, ondernemings/cliëntenraadbestuur/algemene vergadering, verslaglegging) werkwijze Twee uur hoorcollege per week. Tijdens de colleges wordt driemaal een huiswerk opdracht uitgereikt die op een volgend college worden besproken. literatuur Dijk/Van der Ploeg, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, laatste druk.
toetsing Er worden drie huiswerkopdrachten verstrekt waarvan de uitwerking moet worden ingeleverd. Het vak wordt schriftelijk getentamineerd. Het eindcijfer wordt voor 40% bepaald door het resultaat dat is behaald met de huiswerkopdrachten en voor 60% door het cijfer dat is behaald met het schriftelijk tentamen. voorkennis Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt tevens dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. 210
Rechtsgeleerdheid
Voor studenten die op of vóór 1 september 2004 zijn begonnen geldt dat alleen Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (I) behaald moet zijn. opmerkingen Dit vak is verplicht voor studenten notarieel recht. voorkennisvakken 200357 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) (of) 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) 201823 6 mr. R. Nehmelman (kamer 6A-27, tel. (020) 59 86269) week 6 - 15 Het publiekrecht kan niet langer worden bestudeerd zonder kennis van de internationale context, mede met het oog op het toenemende belang van de Europese Unie. In dit vak wordt het accent geldgd op een vergelijking van een aantal verschillende nationale rechtssystemen. Aan de hand van bestudering van een aantal themata/leerstukken wordt kennis verworven van en inzicht verkregen in de belangrijkste beginselen en uitgangspunten van het staats-en bestuursrecht van een aantal EU-landen (met name de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). Zulks moet kunnen leiden tot een kritische reflectie op het Nederlandse (of het buitenlandse!) staats-en bestuursrecht. De exacte inhoud wordt nader bekend gemaakt. Een combinatie van hoor-/discussiecolleges en werkcolleges. Syllabus Vergelijkend staats- en bestuursrecht (uitgereikt op het eerste hc). Tentamen (schriftelijk danwel mondeling, afhankelijk van het aantal deelnemers). Na afgerond eerste bachelorjaar. Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht of Internationaal recht volgen of ter voorbereiding op een studieverblijf in het buitenland. 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) Vluchtelingenrecht (B3/M) 201825 6 prof.mr. T.P. Spijkerboer (kamer 6A-18, tel. (020) 59 86274) week 16 - 26 Verwerven van kennis van en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vluchtelingenrecht op internationaal, Europees en nationaal niveau. Aan de orde komen de vluchtenlingendefinitie, het verbod om vluchtelingen terug te zenden naar het land van herkomst (zgn. verbod van refoulement), veilige derde landen-regelingen, de gronden voor verlening, weigering en intrekking van de Nederlandse verblijfstitels voor vluchtelingen, de asielprocedure en de Europeesrechtelijke context van het asielrecht. Hoorcolleges. Wordt nader bekend gemaakt Schriftelijk tentamen. Na afgerond eerste bachelorjaar
Examenonderdelen
211
opmerkingen Het vak Vluchtelingenrecht is ook toegangelijk voor studenten van buiten de juridische faculteit. In het tweede semester wordt het vak Vreemdelingenrecht gegeven, waarin primair aandacht wordt besteed aan de structuur van de Vreemdelingenwet, andere toelatingsgronden dan asiel (gezinshereniging, arbeid, e.d.) en aan het vreemdelingenrprocesrecht. Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus verstrekt. Het gaat om een stage van 10 weken, 3 dagen per week. voorkennisvakken 200378 : Bestuursrecht (B3) 201826 : Vreemdelingenrecht (B3/M) (sterk aanbevolen.) naam Volkenrecht (B3/M) code 201522 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europeesrecht. studiepunten 6 coördinator dr. H.M.G. Denters (kamer 7A-21, tel. (020) 59 86305) periode week 16 - 26 doel Het verwerven van inzicht in de functie en werking van het volkenrecht. Van bijzonder belang is het vermogen om (I) relaties tussen volkenrechtelijke leerstukken te herkennen; en (II) problemen van volkenrechtelijke aard op te lossen met behulp van de rechtsbronnen. inhoud Bij de aanvang van de colleges wordt een schema uitgereikt met de onderwerpen van de colleges en de verplichte tentamenstof. Volkenrecht bevat een algemene verdieping op onderdelen die eerder zijn behandeld bij Beginselen volkenrecht. De colleges richten zich daarnaast op verdere bestudering van enkele hoofdstukken van volkenrecht, zoals jurisdictie van staten, immuniteiten, internationale geschillenbeslechting, internationaal strafrecht, duurzame ontwikkeling, het VN-systeem en mensenrechten. werkwijze De colleges bestaan uit hoor-/responsiecolleges. Het bijwonen van de colleges is verplicht. Studenten worden geacht de stof van te voren te hebben bestudeeerd. In het eerste uur zal de docent een volkenrechtelijk onderwerp inleiden en de student aanwijzingen geven over de systematiek en relevantie van de te bestuderen literatuur. In het tweede uur zal een reeks vragen over de bestudeerde stof worden behandeld. literatuur • Martin Dixon & Robert McCorquodale, Cases and Materials on International Law, Blackstone Press Limited, laatste druk; • Syllabus Volkenrecht. toetsing Studenten kunnen maximaal 100 punten vergaren. Deze worden behaald door inlevering van drie papers die in de loop van de cursus worden geschreven. (Actieve deelname aan de colleges beïnvloedt het eindcijfer gunstig). voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Deeltijdstudenten dienen contact op te nemen met de docent. voorkennisvak 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) naam code studiepunten coördinator
212
Vreemdelingenrecht (B3/M) 201826 6 dr.mr. S.K. van Walsum (kamer 6A-15 tel. (020) 59 86343)
Rechtsgeleerdheid
periode week 6 - 13 doel Verwerven van kennis en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vreemdelingenrecht. inhoud Aan de orde komen de Nederlandse Vreemdelingenwet, inclusief de procedures, het vluchtelingenrecht, gezinshereniging, het EG-migratierecht, de vrijheidsbeneming van vreemdelingen. werkwijze Hoorcollege. literatuur • Wordt nader bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus verstrekt. Het gaat om een stage van 10 weken, 3 dagen per week. Het vluchtelingenrecht wordt in het gelijknamige vak in het tweede semester, tweede blok nader uitgediept. voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator periode doel
Werkgroep verdieping en synthese (BC3) 212314 6 drs. A.M.J. Hulsebosch week 44 - 5 Verdieping en toepassing van de kennis, zoals opgedaan in het BC2-jaar en de BC3-hoofdvakken Ontstaan en ontwikkeling van delinquent gedrag, Aard, omvang en schade en Preventie en bestraffing van criminaliteit. inhoud De werkgroep Verdieping en Synthese bouwt voort op de kennis en vaardigheden die gedurende het tweede bachelorjaar is opgedaan (in het bijzonder in het vak Theoretische Criminologie en de twee practica) en biedt de gelegenheid om de stof die in de drie hoofdvakken van het derde bachelorjaar wordt aangeboden op een geïntegreerde wijze op praktijksituaties toe te passen. werkwijze In de werkgroep worden diverse theoretische noties die in de hoorcolleges van de vakken O&O, AO&S en P&B zijn/worden behandeld, toegepast op een aantal praktijksituaties. Dit gebeurt aan de hand van een zestal thema's. Op elk thema richten zich vijftien à twintig studenten. De indeling in zes themagroepen vindt voorafgaande aan de collegecyclus plaats. Per groep moet een aantal vragen over het hoofdthema worden beantwoord. De groep zal zelf moeten zorgdragen voor een onderverdeling in subgroepjes van elk twee-drie studenten. Elk subgroepje beantwoordt één vraag. Daartoe zal eerst een aantal begrippen in de vraagstelling moeten worden afgebakend c.q. geoperationaliseerd. Vervolgens zal gericht literatuur moeten worden gezocht op basis waarvan een antwoord op de vraagstelling kan worden geformuleerd. De vragen hebben het karakter van essayvragen. De beantwoording er van veronderstelt dat aan de hand van de bestudeerde literatuur een kort betoog wordt opgezet. De omvang daarvan bedraagt 20 pagina's. Behalve dat in subgroepverband een paper wordt geconcipieerd, dient de opdracht uit te monden in een presentatie van de themagroep als geheel. Deze presentatie moet worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid.
Examenonderdelen
213
toetsing Paper en presentatie; voor beide onderdelen geldt dat een voldoende moet zijn behaald, willen de beoordelingen meetellen voor het eindresultaat. In geval van een onvoldoende voor (één van) beide onderdelen, moet een extra opdracht worden gemaakt. voorkennis Voor studenten die in september 2005 zijn begonnen in Bachelor 1 geldt tevens dat alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten zijn behaald. voorkennisvakken 212206 : Practicum verklarende criminologie (BC2) (of) 212205 : Practicum beschrijvende criminologie (BC1) naam Werkgroepen Kinder- en Jeugdpsychologie (Seminars Child and Adolescent Psychology) code 815087 studiepunten 6 contacturen 168 (28 werkgroep, 140 zelfstudie) werkbijeenkomsten + feedback op de papers periode 1 en 3 docent dr. T. Olthof (coördinator) doel Verdere theoretische uitwerking van een specifiek onderwerp. inhoud Onderwerpen uit de Kinder- en jeugdpsychologie worden in extenso bestudeerd. De onderwerpen sluiten aan bij lopend onderzoek dat in de afdeling verricht wordt. Een geleide literatuurstudie mondt uit in een verslag, dat als voorbereidend werkstuk voor de scriptie kan gelden. Studenten bespreken met de docent groepsgewijs aangereikte en op geleide gevonden literatuur en verwerken deze bij de onderbouwing van een essay. werkwijze Werkgroep met afwisselend college en interactieve bespreking van gelezen literatuur. literatuur Wordt in overleg nader bepaald. toetsing Afsluitend essay over een in overleg met de docent te kiezen onderwerp. naam code studiepunten coördinator doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
214
Wetgevingsleer I (M) 201827 6 prof.mr. S.E. Zijlstra (kamer 6A-21, tel. (020) 59 86265) Verdieping van in de bachelor verkregen inzichten in juridische aspecten van wetgeving, alsmede het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. Zie het vak Verdieping Staats- en bestuursrecht: Wetgevingsleer I + II. Het keuzevak Wetgevingsleer I is het eerste deel van die Verdieping, dat wordt afgesloten met een tentamen. De tentamenstof omvat: • de op Blackboard vermelde literatuur; • stof van de hoor- en werkcolleges. Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken (waaronder wettelijke bepalingen). Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard). Wordt op Blackboard bekend gemaakt. Beoordeling individuele werkstukken, schriftelijk tentamen Nadat tenminste 150 stp (vanaf 1-9-2006 óók Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Zorgverzekeringsrecht (B3/M) 201828 6 prof.mr G.R.J. de Groot week 16 - 26 Kennis van en inzicht in structuur en werking van het zorgverzekeringsrecht. Zorgverzekeringsrecht is het recht met betrekking tot de sociale en de particuliere ziektekostenverzekeringen. Het onderwijs in het zorgverzekeringsrecht betreft tevens de daarmee nauw samenhangende wetgeving over budgetten en tarieven, planning en bouw, en kwaliteit in de gezondheidszorg. Ook aan relevante Europeesrechtelijke en mededingingsrechtelijke aspecten wordt aandacht besteed. Bij de gezondheidszorg is een groot aantal spelers betrokken: instellingen en beroepsbeoefenaren, zorgverzekeraars, diverse zelfstandige bestuursorganen en de minister van VWS als eindverantwoordelijke. De onderlinge verhouding tussen deze partijen én hun verantwoordelijkheden jegens de patiënt/verzekerde vormen specifiek onderwerp van aandacht. Daarbij komen vragen aan de orde zoals: op welke vormen van zorg heeft de patiënt/verzekerde recht? Door wie en hoe wordt daarover beslist? Wat zijn de rechten van de patiënt als niet tijdig zorg wordt verleend (wachtlijsten)? In hoeverre is de patiënt/verzekerde vrij om zelf zijn arts of ziekenhuis te kiezen (al dan niet in Nederland)? De gezondheidszorg is in beweging. Er wordt gestreefd naar hervorming in de richting van een stelsel met méér marktwerking en minder overheidsregulering. Uiteraard komen de actuele ontwikkelingen op dit gebied aan de orde. Colleges in werkgroepvorm Reader. Mondeling tentamen Na afgerond eerste bachelorjaar. 200360 : Sociaal recht (B3)
Examenonderdelen
215
216
Rechtsgeleerdheid
10
Adressen Medewerker dr.mr. R.A. Abdullah Khan
prof.mr. A.J. Akkermans
mr.drs. A.M.J.G. van Amsterdam
mw.prof.mr. M.V. Antokolskaia
prof.mr. F.B. Bakels
mr. H. Battjes
mw.mr. B.C. van Beers
drs. W.M.E.H. Beijers
prof.mr. J.W. Bellingwout
mw.mr. A.E.M. van den Berg
mw.mr. L. van den Berg
mr. R.I.V.F. Bertrams
mw.prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld
mr. C. Blankman
Adressen
VU-adres Internationaal. recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-27 Tel: 020 5986302 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-33 Tel: 020 5986286 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986295 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-40 Tel: 020 5986294 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-40 Tel: 020 5986294 Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-28 Tel: 020 5986272 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenisiedenis. Kamer: HG: 7A-18 Tel: 020 5986307 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-30 Tel: 020 5986225 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-36 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-10 Tel: 020 5986262 Email: a.vandenberg @rechten.vu.nl Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-24 Tel: 020 5986391 Email: l..vandenberg @rechten.vu.nl Internationaal. recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-21 Tel: 020 5986305 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-28 Tel: 020 5986226 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-38 Tel: 020 5986293 Email: [email protected]
217
mw.mr. M.L. Boonk
mw.prof.dr. K. Boonstra
mr. W.P. Boor
prof.mr. M.J. Borgers
mw.mr. A.G.M. Bout –van Dijk
prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens
mr. H.K. ter Brake
mr. H.A. Brasz
mr. B. Breederveld
mr. F.H.J.G. Brekelmans
prof.dr. J. de Bruijn
prof.dr. R.A.R. Bullens
prof.mr. G. van der Burght
mw. mr. N.M.J. van der Burgt
prof.mr. G. van der Burght
218
Rechtsgeleerdheid
Informatica en recht Kamer: HG: 5A-33 Tel: 020 5986213 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-22 Tel: 020 5986266 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-10 Tel: 020 5986262 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-15 Tel: 020 5986237 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-30 Tel: 020 5986313 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-22 Tel: 020 5986266 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5986236 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-28 Tel: 020 5986312 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-38 Tel: 020 5986293 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-19 Tel: 020 5986261 Email: [email protected] : Historisch documentatiecentrum Kamer: HG:1B-28 Tel: 020 5985271 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-29 Tel: 020 5986282 Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-18 Tel: 020 5986307 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Email: [email protected]
mw.mr. O.O. Cherednychenko
dr.mr. L.M. Coenraad
Mw.mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg
prof.dr. G.T. Davies
mr. E.M. Deen
dr. H.M.G. Denters
mr. J.H. Dondorp
mr. E.W.J. Ebben
mr. B. Emmerig
prof.mr. S. Faber
prof.mr. N. Frenk
mr. C. van Geffen
dr. F.H.M. van Gemert
mr.drs. P.R. de Geus
mw. mr. F.M. Gilligan
Adressen
Privaatrecht Kamer: HG: 6A-29 Tel: 020 598353 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-35 Tel: 020 5986288 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-20 Tel: 020 5986234 Email: s.m.cornelissen @rechten.vu.nl Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-22 Tel: 020 5986303 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-37 Tel: 020 5986292 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-21 Tel: 020 5986305 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-31 Tel: 020 5986323 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-29 Tel: 020 5986322 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 6A-26 Tel: 020 5986263 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-24 Tel: 020 5986224 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] OBP Kamer: HG: 5A-39 Tel: 020 5983680 Email: [email protected]
219
mw.mr. M.W. Groenendijk
prof.mr G.R.J. de Groot
mr. E.F. Groot
mr. F.A. Groote Wassink
mr. D. Haas
prof.mr. J. Hallebeek
mr. L.G.J. Hendriks
mr. P.J. Huisman
dr.mr. W. Huisman
drs. F.L. Idsinga
prof.mr. C.E.C. Jansen
mw.mr.drs. H. Jong
prof.mr H.M. Kappelle
prof.mr. H.W.K. Kaspersen
drs. J.J. van der Kemp
220
Rechtsgeleerdheid
Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5986233 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-22 Tel: 020 5986266 Privaatrecht Kamer: HG: 6A-30 Tel: 020 5986283 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-32 Tel: 020 5986314 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-36 Tel: 020 5986290 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-33 Tel: 020 5986324 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-08 Tel: 020 5986273 Email: [email protected] Staats en bestuusrecht Kamer: HG: 6A-23 Tel: 020 5986279 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: 8A-28 Tel: 020 5983560 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-36 Tel: 020 5986295 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-35 Tel: 020 5986263 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-31 Tel: 020 5986323 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: 7A-36 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Informatica en recht Kamer: HG: 5A-35 Tel: 020 5986214 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-36 Tel: 020 5986340 Email: [email protected]
mw.mr A.J.M. Klein Wassink
mr. T.M. Kolle
prof.dr. P.J. van Koppen
mr. M.R. Kremer
prof.mr M. Kuijer
mw.mr. A.J. Kuyl
mr. F.A. de Lange
prof.mr. J. Legemaate
mr. T. Liefaard
mr. A.R. Lodder
prof.dr. E. Lutjens
drs. B. ter Luün
mr. F.F. Mansvelt Beck
dr.mr. E. Manunza
mr. P.F.E.M. Merks
Adressen
Privaatrecht Kamer: HG: 6A-31 Tel: 020 5986284 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-36 Tel: 020 5986289 Email: [email protected] strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5986236 Email: [email protected] Nnotarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-32 Tel: 020 5986314 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5986231 Privaatrecht Kamer: HG: 6A-31 Tel: 020 5986284 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-17 Tel: 020 5986342 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-40 Tel: 020 5986294 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-20 Tel: 020 5986335 Email: [email protected] :Informatica en recht Kamer: HG: 5A-27 Tel: 020 5986215 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-24 Tel: 020 5986268 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-230 Tel: 020 5986225 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 6A-14 Tel: 020 5982983 Email: [email protected] : intern. recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-20 Tel: 020 5986308 Email: [email protected] Notarieel en Fiscaal recht Kamer: HG: 7A-36 Tel: 020 5986295 Email: [email protected]
221
mr.drs. S. Mol
mr. S.A.J. Munneke
mr. S. Mutluer
prof.dr. J. Naeye
mr. R. Nehmelman
porf.dr. E. Niemeijer
prof.mr. C.J.J.C. van Nispen
prof.mr. F.J. van Ommeren
mw.prof.mr. A. Oskamp
mw.mr. C.H.C. Overes
mw.prof.dr.mr. D.W.J.M. Pessers
mr. C.J. Petiet
prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg
prof.dr. B.C.M. Raes
dr. N. Rozemond
prof.mr. H.J. de Ru
222
Rechtsgeleerdheid
Notarieel en Fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-27 Tel: 020 5986269 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-35 Tel: 020 5986288 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5982994 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-27 Tel: 020 5986269 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 7A-29 Tel: 020 5986322 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-33 Tel: 020 5986286 Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-21 Tel: 020 5986265 Email: [email protected] Informatica en recht Kamer: HG: 5A-37 Tel: 020 5986346 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-32 Tel: 020 5986285 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: 7A-29 Tel: 020 5986322 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 5A-34 Tel: 46234 Email: [email protected] Pprivaatrecht Kamer: HG: 6A-32 Tel: 020 5986285 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-19 Tel: 020 5986231 Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-17 Tel: 020 5986235 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-19 Tel: 020 5986264
dr. J.W. Sap
mr. J. Scholten
mr.drs. M.B. Schuilenburg
mw.dr. D. Siegel
mw.dr. A. Slotboom (Anne -Marie)
mw.drs .A.J.J. Slotboom (Anke)
mw.dr. A.L. Smeulers
mw.mr. M.L. Smit
prof.mr. A. Soeteman
dr.mr. L.A.J. Spaans
mr. W.J.J.G. Speetjens
prof.mr. T.P. Spijkerboer
dr. S.A. Stevens
mw.mr. L. Stevens
mw.prof.mr. E. Steyger
Adressen
: intern. recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-22 Tel: 020 5986303 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-22 Tel: 020 5982981 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-24 Tel: 020 5986224 Email: [email protected] :Strafrecht en criminologie Kamer: 8A-34 Tel: (020)5986241 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-34 Tel: 020 5982982 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-32 Tel: 020 5986241 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-20 Tel: 020 5986308 Email: [email protected] :Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-40 Tel: 020 5986327 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-15 Tel: 020 5986343 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Email: wj.speetjens @rechten.vu.nl Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-18 Tel: 020 5986274 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-30 Tel: 020 5986313 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-22 Tel: 020 5982981 Email: [email protected] Staats en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-19 Tel: 020 5986264 Email: [email protected]
223
prof.mr. A.H.N. Stollenwerck
prof.mr. J. Struiksma
mw.drs. J. Stuifbergen
mr. O.J. Tans
prof.mr. R.P.J.IL. Tjittes
mr. W.J.M. van Veen
prof.mr. F.J.A. van der Velden
prof.mr. A.A. van Velten
dr.mr. W.J. Veraart
mw.mr. M.A.V. Verdaasdonk
prof.mr. A.F. Verdam
mr.drs. R. Verheggen
prof.mr.drs. B.P. Vermeulen
prof.mr. P. Vlas
prof.mr G.J. Vonk
mr. M.C. de Voogd
224
Rechtsgeleerdheid
Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-23 Tel: 020 5986267 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-32 Tel: 020 5986241 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis ' Kamer: HG: 7A-35 Tel: 020 5986325 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-30 Tel: 020 5986283 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-32 Tel: 020 5986285 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-17 Tel: 020 5986318 Email: [email protected] privaatrecht Kamer: HG: 7A-34 Tel: 020 5986315 Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-35 Tel: 020 5986325 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-16 Tel: 020 5986332 Email: [email protected] Pprivaatrecht Kamer: HG: 6A-31 Tel: 020 5986284 Email: [email protected] Notarieel en fiscaal recht Kamer: HG: 7A-38 Tel: 020 5986317 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-19 Tel: 020 5986264 Email: [email protected] Internationaal. recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-19 Tel: 020 5986304 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-22 Tel: 020 5986266 Staats- en bestuursrecht
dr.mr. S.K. van Walsum
dr.mr. K.A.P.C. van Wees
prof.dr. W.G. Werner
prof.mr. B. Wessels
mw.prof.dr. P.C. Westerman
mw.mr. H.L.G. Wieten
mr. J. van Wijk
mr. B. de Wilde
prof.dr. J.C.M. Willems
prof.mr. J. Winter
prof.dr. H.E.S. Woldring
drs. A.J. Wolthuis
prof.mr. S.E. Zijlstra
mr. M. Zilinsky
mr. J. Zwart
Adressen
Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-15 Tel: 020 5986343 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-29 Tel: 020 5983553 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-23 Tel: 020 5986306 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-37 Tel: 020 5986292 Email: [email protected] :Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-40 Tel: 020 5986327 Email: [email protected] Pprivaatrecht Kamer: HG: 6A-30 Tel: 020 5986283 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-36 Tel: 020 5986340 Email: [email protected] Strafrecht en criminologie Kamer: HG: 8A-18 Tel: 020 5986233 Email: [email protected] Privaatrecht Kamer: HG: 6A-29 Tel: 020 5986281 Email: j.willems@ IR.unimaas.nl Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-22 Tel: 020 5986303 Email: [email protected] Wetenschappelijk personeel Wijsbegeerte Kamer: HG:13A-31 Tel: 020 5986678 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-37 Tel: 020 5986326 Email: [email protected] Staats- en bestuursrecht Kamer: HG: 6A-21 Tel: 020 5986265 Email: [email protected] Internationaal recht en rechtsvergelijking Kamer: HG: 7A-17 Tel: 020 5986318 Email: [email protected] Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis. Kamer: HG: 7A-37 Tel: 020 5986326 Email: [email protected]
225
226
Rechtsgeleerdheid
11
Emeriti
prof.dr. H. Bianchi (1987) Waaksenserweg 36 8823 SX Lollum
prof.dr. E.R. Blankenburg (2002) Keizersgracht 732 hs 1017 EW Amsterdam Tel. 020-62426922 (tevens fax)
prof.mr.. J.E. Doek (2004) Piustuin 20 2161 HA Lisse Tel. 025-2414010
prof. dr. A. van Doorn (1986) Nieuwe 's-Gravenlandseweg 75 1406 NC Bussum Tel. 030-2433785
prof.mr.. L.H. van de Heuvel (2006) Bredelaan 10 1406 LK Bussum Tel. 035-63930049
prof.mr.. H. v.d. Linden (1987) De Genestetlaan 25 6891 CR Rozendaal (Gld) Tel. 085-3611094
Prof.mr. F.H.J. Mijnssen (1998) Postbus 78018 1070 LP Amsterdam
prof.mr. J.K. Moltmaker (1998) Abr. Mensstraat 6 2015 JR Haarlem (post Overveen) Tel. 023-5244304
prof.mr. M.P. van Overbeeke RA (2005) Postbus 7 8084 ZG 't Harde Tel. 052-5653330
prof.mr J.H. Prins (1989) Richard Wagnerstraat 30 1077 VW Amsterdam Tel 020-6624767
prof,mr. J.H. Spoor (2007) J.J. Viottastraat 40 1071 JT Amsterdam Tel. 030-2943350
prof.mr. T.M. Schalken (2005) Chateau de Lexby Rondpoint de Blanchart Surlet 1-8 4400 Horion-Hozemont (Belgie)
prof.dr. N. de Smit (1999) 663 Chelsea Cloisters Sloane Avenue London SW3 DW3
prof.mr. H.T. van Staveren (2007) Dantelaan 56 3533 VE Utrecht Tel. 030-2943350
pr.dr. P.J.J.M. de Waart (1997) Graaf Janlaan 4 2263 TM Leidschendam Tel. 070-3276014
Emeriti
227
228
Rechtsgeleerdheid
Index Aanvragen bachelor- en master, 34 Afgifte van getuigschriften, 34 Althusius, 18 Ars aequi, 19 Bachelor of laws, 21 Bachelor of science, 21 Bachelorexamen notarieel recht, 58 Bekendmaking van de tentamenuitslag, 32 Beoordeling van tentamens, 31 Blackboard, 28 Cdp, 17 Combineren bachelor rechtsgeleerdheid en bachelor notarieel recht, 21 Combineren master rechtsgeleerdheid en master notarieel recht, 22 Commissie mentoraat, 15 Commissie mentoraat (cm), 15 Derde bachelorjaar notarieel recht, 57 Directeur bedrijfsvoering, 9 Dossierverklaring, 34 Eerste bachelorjaar notarieel recht, 57 Elsa, 24 European law student association, 24 Eutopia, 18 Examencommissie, 14 Facultaire e-mail, 28 Faculteitsbestuur, 9 Forum romanum, 18 Fsvu, 18 Getuigschrift, 34 Griffin’s view, 18 Herkansen van reeds behaalde tentamens, 32 Internationalisering, 22 Internet, 29 Lerenopleiding, 25 Nabespreking en inzagerecht, 32 Onderwijs- en examenreglementen, 30 Onderwijscoördinator criminologie:, 11 Onderwijscoördinator rechtsgeleerdheid, 11 Opbouw van de masteropleiding criminologie, 72 Opleidingscommissies, 14 Portefeuillehouder onderwijs, 9 Portefeuillehouder onderzoek, 9 Postdoctorale opleidingen, 25 Qbdbd, 17 Recht van bezwaar en beroep, 33 Regels en richtlijnen voor tentamens, 30 Rsi, 29 Star*vu, 18 Studeren in het buitenland, 22, 23 Index
229
Studieadviseur, 11 Studiebegeleiding, 69 Studiebelasting, 58 Studieboeken en syllabi, 28 Studie-informatiepunt, 11 Studiekosten, 28 Tentamens buiten het rooster, 31 Tis, 29 Toelatingscommissie, 15 Toelatingscommissie (tc), 15 Tweede bachelorjaar notarieel recht, 57 Vaste commissie voor de internationalisering, 15 Vaste commissie voor de internationalisering (vci), 15 Vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening, 14 Vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening (vcw), 14 Vaste commissie voor het onderwijs, 14 Vaste commissie voor het onderwijs (vco), 14 Verplichte aanmelding voor tentamens, 31 Vierschaar, 18 Vior, 18 Viva, 17 Vu law academy, 12
230
Rechtsgeleerdheid