Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids) Studiegids 2007/2008
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4
Algemene informatie voor bachelorstudenten Algemeen Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Blackboard Computervoorzieningen Studieadviseur De Universiteitsbibliotheek Algemene bibliotheekvoorzieningen Speciale examenfaciliteiten Uitwisseling en internationalisering Facultaire studentenverenigingen Overige studieverenigingen De faculteit Onderzoek Onderwijs Commissies Alumni Onderwijs- en Examenregeling Studieadvies in het eerste jaar Studievoortgangscontrole Toelatingsvoorwaarden Meer informatie
7 7 7 7 8 8 8 9 9 11 11 12 14 15 16 17 18 19 19 24 24 24 25
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.4 2.4.1 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie Algemeen Inleiding Jaarplanning De opleiding Programmabeschrijving De leerdoelstellingen De werkvormen De practicumperioden Programma eerste jaar Korte omschrijving perioden eerste jaar Programma tweede jaar Korte omschrijving perioden tweede jaar Programma derde jaar Jaarindeling derde jaar Keuzevakken derde jaar Inschrijven vakken derde jaar Bachelorscriptie Stage Masteropleidingen Doorstroming bachelor-masteropleidingen Voorwaardelijke toelating tot de master Postmasteropleidingen
27 27 27 27 28 28 29 30 30 31 32 34 35 36 37 38 40 41 41 42 42 43 44
Inhoudsopgave
5
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Overgangsregelingen Overgangsregeling Bedrijfswetenschappen Overgangsregeling doctoraal naar bachelor-masterstructuur Overgangsregeling Economie Overgangsregeling Econometrie & OR
45 45 45 45 45
4
Examenonderdelen
47
Inhoudsopgave
1
1.1
Algemene informatie voor bachelorstudenten
Algemeen Adresgegevens Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 020-598 6000 Faculteitsbestuur Prof. dr. H. Verbruggen, decaan Prof. dr. J.W. Gunning, portefeuillehouder onderzoek Drs. P. Sneep, portefeuillehouder onderwijs Mw. S. Zwinkels, BSc, studentlid Directeur bedrijfsvoering Drs. F.A.M. Snijders
1.2 1.2.1
Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Vrijwel alle informatie vind je in deze studiegids en op de website van de faculteit: www.feweb.vu.nl. Voor zaken waar deze geen informatie over geven, kun je terecht bij het studiesecretariaat op de tweede verdieping. Bij de studentenbalie van dit secretariaat kun je terecht met algemene vragen over je studie. Verder wordt informatie verstrekt over inschrijven voor colleges of tentamens, aanvragen van examens, het maken van een afspraak bij de studieadviseur et cetera. Op de publicatieborden en monitoren bij het secretariaat vind je roosterwijzingen, tentamenzalen en andere zaken van belang voor je studie. Raadpleeg deze dus regelmatig! Daarnaast wordt belangrijke informatie over wijzigingen in het programma, deadlines, inschrijvingen en dergelijke verstuurd per e-mail. Elke student krijgt een eigen e-mailadres. Informatie wordt alleen naar dit adres gestuurd. Elke student wordt geacht dit account regelmatig te raadplegen en goed te onderhouden. Specifieke informatie over vakken en colleges kun je tevens vinden in digitale leeromgeving Blackboard. Informatie wordt ook gepubliceerd in Ad Valvas, het universiteitsblad van de Vrije Universiteit. Onder de rubriek Faculteiten staat informatie over inschrijvingen, vermelding van wijzigingen in het collegerooster, advertenties voor het werven van student-assistenten, etc. Elke student wordt geacht deze informatie te lezen.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
7
1.2.2
Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van de faculteit. Een groot deel van het onderwijs wordt hierdoor ondersteund. Met Blackboard worden opdrachten verspreid en ingeleverd, kunnen studenten werk uitwisselen en van commentaar voorzien en kunnen docenten correcties aanbrengen. Ook literatuurlijsten, collegesheets en antwoordmodellen worden met behulp van dit programma verspreid. Op de Faculteit wordt kennis van het programma als bekend verondersteld.
1.2.3
Computervoorzieningen De faculteit heeft de beschikking over tien computerzalen met in het totaal ongeveer 220 pc’s. Deze bevinden zich op de derde verdieping en in 1B-04/14. Alle studenten van de faculteit kunnen met hun VU-net-id gebruik maken van deze pc’s. Naast collegespecifieke software kan in de zalen gebruik worden gemaakt van standaard software als Word, Excel, PowerPoint, Access, diverse programmeertalen, grafische software en vele statistische pakketten. Alle computers zijn aangesloten op het Internet. Studenten hebben de beschikking over opslagruimte op het netwerk, een emailadres en een persoonlijke webpagina. Tegen een kleine vergoeding kun je gebruik maken van een groot aantal (kleuren)laserprinters die in de computerzalen staan. Studenten kunnen kosteloos gebruikmaken van de scanners. Kijk voor een overzicht van alle voorzieningen op www.feweb.vu.nl/ict. Als de zalen niet gebruikt worden voor onderwijs, kunnen studenten hier zelfstandig werken. Tijdens de collegeperiodes zijn de computerzalen open van maandag t/m donderdag van 9.00 tot 21.45, vrijdag van 9.00 tot 17.00 en op zaterdag van 10.00 15.00 uur. Buiten de collegeperiodes zijn de zalen open op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 en op zaterdag van 10.00 tot 15.00 uur. Met vragen of problemen, het opladen van je printtegoed, het raadplegen van handleidingen en meer kun je terecht bij de helpdesk op kamer 3A-16. Je kunt vragen of problemen ook melden via e-mail:
[email protected]. Studenten Econometrie en operationele research kunnen voor hun studie tevens gebruik maken van de computerzalen van de wiskundeopleiding in de Faculteit Exacte Wetenschappen. Naast de faciliteiten van de faculteit biedt de Universiteit (ICT) voorzieningen die faculteitsoverstijgend zijn. Zoals TIS (het Tentamen Informatie Systeem) en Blackboard, de digitale leeromgeving. Voor meer informatie over deze universiteitsvoorzieningen zie de website van de digitale helpdesk: www.digidesk.vu.nl.
1.2.4
8
Studieadviseur Aan de faculteit werken vijf studieadviseurs. Zij houden zich bezig met het geven van voorlichting, informatie, raad en hulp aan studenten. Zij geven onder andere informatie over vakken, planning, samenstelling van een afstudeerproject et cetera. Ook bieden zij hulp als door bijzondere persoonlijke omstandigheden studievertraging ontstaat. De studieadviseurs bewaken ook de studievoortgang. Als er reden voor is, roepen zij studenten op voor een gesprek.
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
De studieadviseurs voor Economie en Bedrijfswetenschappen zijn: • Dhr. drs. Wim Kluytmans • Mevr. drs. Karin Loos • Mevr. drs. Ella Noordhoek E-mail:
[email protected]. Telefonisch spreekuur dagelijks van 11.00-12.00 uur, telefoonnummer 020-59 86116. Spreekuur dagelijks van 13.00 tot 14.00 uur, kamer 2A-24. Afspraken kunnen worden gemaakt via het studiesecretariaat telefoonnummer 020-59 86111. De studieadviseur voor de opleiding Bedrijfswetenschappen in Zwolle is: • Dhr. drs. J. Neijzen; email:
[email protected] De studieadviseur voor Econometrie en Operationele Research is: • Dhr. dr. R. Nobel; e-mail:
[email protected], spreekuur volgens afspraak. Voorts worden de econometriestudenten begeleid door cohortbegeleiders, die elk een jaarlaag onder hun hoede nemen.
1.3 1.3.1
De Universiteitsbibliotheek Algemene bibliotheekvoorzieningen Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De Universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Meer of aanvullende informatie vind je op www.ubvu.vu.nl. Literatuur vinden De interactieve Webcursussen Informatievaardigheden maken je bij veel vakgebieden wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursussen zijn te vinden op: www.ubvu.vu.nl > Webcursussen en online handleidingen Kies de cursus van je vakgebied. Staat deze er niet bij dan kies je voor: ‘overige studierichtingen’. De Universiteitsbibliotheek biedt ook (kosteloos) mondelinge workshops aan, zie: www.ubvu.vu.nl > Digitale diensten > Workshops Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Lenen bij de UBVU. Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: www.ubvu.vu.nl > Artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland. Overige faciliteiten De Universiteitsibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Studiezaal en SITS computerzalen. Algemene informatie voor bachelorstudenten
9
Thuis werken Hoe je vanaf thuis toegang krijgt tot alle e-Resources en e-Journals wordt uitgelegd op: www.ubvu.vu.nl > Digitale diensten > Thuis werken. Informatiebalie Vragen over de Universiteitsbibliotheek kun je stellen via: www.ubvu.vu.nl > Algemene informatie > Informatiebalie. Vakbibliotheek Economie en Bedrijfskunde Als onderdeel van de Universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen. Bezoekadres Hoofdgebouw Vrije Universiteit De Boelelaan 1105 1081HV Amsterdam 3e verdieping Openingstijden Balie: ma t/m vrij 9.00-16.45u Studiezaal: ma t/m vrij 9.00-17.00u Faciliteiten 140 studieplekken 17 publieks-pc’s met bibliotheekapplicaties Telefoon 020-598 5160 E-mail
[email protected] Web www.ubvu.vu.nl > Vakgebieden > Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde De collectie De bibliotheek bezit collecties op het gebied van (bedrijfs-)economie, econometrie en bedrijfskunde. De bibliotheek kent een samenwerkingsverband met de Bibliotheek Rechten in de vorm van een Europees Documentatie Centrum (EDC). Van tentamenliteratuur wordt tenminste één exemplaar in de collectie opgenomen. Het grootste deel van de collectie wordt in digitale vorm aangeboden op de website van de bibliotheek (www.ubvu.vu.nl > E-journals of > E-resources). Cursussen & instructies Bibliotheekinstructies zijn opgenomen in het studieprogramma. Daarnaast kun je via de website van de bibliotheek op eigen gelegenheid de onderstaande cursussen doorlopen: • Webcursus Informatievaardigheden Niveau A • Webcursus Informatievaardigheden Niveau B - Bedrijfswetenschappen • Webcursus Informatievaardigheden Niveau B – Economie [NB (IL: Voor de Engelstalige versie graag verwijzen naar de volgende twee webcursussen: Webcourse Information Literacy – level A Webcourse Information Literacy – Level B Business Administration]
10
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Nieuwsbrief De bibliotheek verzorgt nieuwsberichten in elke Nieuwsflits en stuurt ze daarnaast per e-mail aan alle medewerkers en studenten van FEWEB. Vragen Voor inhoudelijke vragen over de collectie en voor aanschafsuggesties kun je contact opnemen met de informatiespecialist Economie en Bedrijfskunde, mw. drs. Imke A.M. Limpens, e-mail:
[email protected], tel: 020-598 5167. 1.3.2
Speciale examenfaciliteiten In sommige gevallen is het mogelijk om een half uur extra tentamentijd te krijgen. Wanneer je tot één van de volgende groepen behoort, kun je hiervoor contact opnemen met de studieadviseurs: •
•
Studenten die dyslectisch zijn: Ben je op de middelbare school (of daarna) op dyslexie getest? Wanneer je een verklaring van bijvoorbeeld een schoolbegeleidingsdienst kunt laten zien, kun je in aanmerking komen voor een half uur extra tentamentijd. Studenten die een buitenlandse vooropleiding of VASVU hebben. Studenten met een buitenlandse vooropleiding of studenten die hebben deelgenomen aan het voorbereidend jaar van het VASVU kunnen voor een beperkte termijn in aanmerking komen voor extra tentamentijd.
Procedure • Iedere keer wanneer je je inschrijft voor tentamens, moet je de extra tentamentijd aanvragen bij een van de studieadviseurs. Je naam wordt bij honorering van je verzoek vermeld op een lijst en doorgegeven aan het studiesecretariaat. • Op de dag van het tentamen zelf moet je je 40 minuten voordat het tentamen begint bij het studiesecretariaat aanmelden. 1.3.3
Uitwisseling en internationalisering Het is mogelijk om een gedeelte van de studie te verrichten in het buitenland. De faculteit heeft uitwisselingsovereenkomsten met veel universiteiten binnen en buiten Europa. Zo participeert zij in Europese netwerken met universiteiten in GrootBrittannië, Ierland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Zweden, Denemarken, Finland, Hongarije, Polen en Turkije. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden buiten Europa. Zo bestaan er vaste uitwisselingsmogelijkheden met: • University of Utah, Salt Lake City, University of Notre Dame, Berry College, allen in de Verenigde Staten • Universiteit van Stellenbosch, Nelson Mandela Metropolitan University en University of Pretoria, allen in Zuid-Afrika • ITAM & ITESM, beide in Mexico • Kansai Gaidai University in Japan • University of Western Australia en Monash University in Australië • Universidad de San Andrés in Argentinië • Sung Kyun Kwan University in Korea • Chulalongkorn University in Thailand • Universidade de São Paulo in Brazilië Algemene informatie voor bachelorstudenten
11
Studenten die een tijdje in het buitenland willen studeren, kunnen voor informatie terecht op de website of de brochure ‘Studeren in het buitenland’ raadplegen. Voor vragen die daar niet beantwoord worden, kunnen zij terecht bij de medewerker Internationalisering van het onderwijsbureau. Behalve informatie over welke studiemogelijkheden er zijn, en hoe de activiteiten in het examenprogramma kunnen worden ingepast, geeft deze advies over talrijke praktische zaken zoals visa, verzekeringen, subsidieaanvragen etc. Daarnaast worden er elk voorjaar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over uitwisselingsprogramma's, beurzen, studiepunten etc. Het is ook mogelijk dat studenten zelf buitenlandse studieplannen maken, bijvoorbeeld om een stage of scriptie in het buitenland te doen. Begin dan wel minimaal één jaar van tevoren met voorbereiden en neem ruim van te voren contact op met de docent die de stage of scriptie gaat begeleiden. Studenten kunnen zich bij de medewerker Internationalisering aanmelden voor een studieperiode buitenland. Er wordt op basis van motivatie en studievoortgang geselecteerd. Als je geselecteerd bent, zul je tot aan je vertrek naar het buitenland begeleid worden bij alle voorbereidingen. Meer informatie is verkrijgbaar op de website: www.feweb.vu.nl > studenten > buitenland. Voor informatie die je daar niet kunt vinden kun je terecht bij mevr. Lara Hager, BA (Hons), medewerker Internationalisering, kamer 2E-68, e-mail:
[email protected]., spreekuur: maandag t/m donderdag van 13.00-14.00 uur. 1.3.4
Facultaire studentenverenigingen Aureus Aureus is de faculteitsvereniging van de opleidingen Economie en bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen en is de spil in het contact tussen studenten, het bedrijfsleven en de faculteit. Bijna alle studenten van de faculteit worden lid van Aureus en kunnen hierdoor profiteren van de voordelen en kortingen die worden geboden. Studieondersteuning In de winkel van Aureus (2A-11) worden uittreksels, collegedictaten en studieboeken verkocht. Leden krijgen flinke kortingen op deze producten; zo wordt er minimaal 10% korting gegeven op de studieboeken. Bovendien biedt Aureus de mogelijkheid om bovengenoemd studiemateriaal on-line te bestellen op www.aureus-vu.nl. Tenslotte is Aureus in het bezit van een Intranet. Alle leden hebben een account op basis van hun studentnummer. Op het Intranet vind je stages en oude tentamens, die je verder kunnen helpen met je studie. Activiteiten Aureus organiseert regelmatig activiteiten waarbij studenten in contact worden gebracht met het bedrijfsleven. Deze activiteiten worden specifiek voor de doelgroepen binnen de studie georganiseerd. Verder zijn er ook bedrijvendagen zoals de jaarlijks terugkerende Marketingdag, waar workshops en lezingen worden verzorgd door verschillende bedrijven in een vooraf bepaald thema. Andere activiteiten zijn: een internationale onderzoeksproject, de Amsterdamse Carrière
12
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Dagen, een gala, borrels en grote feesten in onder andere de Escape en Jimmy Woo. Hiernaast geeft Aureus zesmaal per jaar het faculteitsmagazine Avenir uit in samenwerking met de faculteit. Actief lid Naast gewoon (passief) lidmaatschap is het ook mogelijk om actief te zijn binnen de vereniging en je bezig te houden met het organiseren van bovengenoemde activiteiten. Als actief lid kun je veel ervaring opdoen op het gebieden van organiseren, samenwerken, overtuigen, projectmanagement etc. Voor alle actieve leden worden er regelmatig borrels en andere sociale activiteiten georganiseerd zoals het Actieve-Leden-Weekend. Check voor meer informatie de website: www.aureusvu.nl of bel met 020-59 86154. Adres: Aureus, De Boelelaan 1105, kamer 2A-11, 1081 HV Amsterdam, tel 020 59 86154, e-mail:
[email protected] Kraket Kraket is de vereniging van en voor studenten Econometrie en Operationele Research aan de Vrije Universiteit. Kraket staat voor Kritische Aktuarissen en Econometristen en is opgericht op 14 juli 1972. De Aktuarissen zijn er inmiddels niet meer maar omdat de naam Kraket een begrip is geworden, is besloten deze zo te houden. Bijna alle econometriestudenten zijn lid van Kraket en daartoe is dan ook alle reden. Kraket geeft niet alleen korting op econometrieboeken en houdt een tentamenarchief bij, Kraket is veel meer! Kraket zorgt ook voor een heleboel ontspanning, sportiviteit en vooral veel gezelligheid met activiteiten als borrels, feesten en sporttoernooien. Om degenen die niet deelnemen aan deze activiteiten toch van alles op de hoogte te houden, wordt ieder kwartaal het blad Ecotribune uitgegeven, waarin iedereen zijn/haar verhaal kwijt kan. Naast de Ecotribune geeft Kraket voor de serieuzere lezer samen met de Vereniging voor Studenten Actuariaat, Econometrie & Operationele Research van de UvA het econometrisch magazine Aenorm uit. Hierin schrijven docenten, aio's, studenten en afgestuurde econometristen uit het bedrijfsleven over allerlei onderwerpen, zodat een goed beeld ontstaat van wat er allemaal mogelijk is met de studie Econometrie. Ook worden er regelmatig excursies naar bedrijven en borrellezingen georganiseerd. Zo zijn er bezoeken geweest aan Price Waterhouse Coopers, ING, Mercer, Optiver, het CBS, KLM, Ortec en vele andere grote en kleine bedrijven waar econometristen werken. Op de jaarlijkse Kraket Bedrijvendag krijg je de hele dag de kans met verschillende bedrijven kennis te maken door middel van cases, lezingen en een informele afsluiting. Ook wordt eens in de twee jaar een studiereis naar het buitenland georganiseerd. In 1995 ging deze reis naar Japan, 1997 Israël, 1999 Zuid-Afrika, 2001 , 2003 Brazilië en 2007 Hong Kong. Kraket participeert in het Landelijk Orgaan Econometrische Studieverenigingen. Dit is een samenwerkingsverband van alle zes econometrische studieverenigingen van het land. LOES organiseert bijvoorbeeld de landelijke econometristendag, die ieder jaar in een andere stad wordt georganiseerd. Dit is een bedrijvendag voor studenten uit het hele land en wordt afgesloten met een diner en een spetterend feest.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
13
Als hoogtepunt van het jaar organiseert het bestuur ieder jaar het Kraketweekend, waarvan de zeer afgelegen bestemming tot het einde toe geheim blijft. Dit weekend wordt gevuld met feesten en originele, (meestal) sportieve activiteiten. Wil je meer weten over Kraket, of heb je leuke ideeën, dan staat het bestuur altijd voor je klaar. De Kraketkamer is kamer 1A-19 in het hoofdgebouw van de VU. Er is daar meestal wel iemand aanwezig, zeker tijdens het Kraketuur, iedere dag van 12.30 t/m 13.30 uur. Hier kunnen de leden van Kraket ook de econometrieboeken kopen tegen een korting van 10%. Geen enkele reden dus om niet lid te worden! En ook studenten die zelf actief willen worden binnen Kraket zijn altijd welkom! Adres: Kraket, De Boelelaan 1105, kamer 1A-19, 1081 HV Amsterdam, tel. 59 86015, Internet: www.kraket.nl, e-mail:
[email protected] Facultaire Studentenraad De Facultaire Studentenraad (FSR) bestaat uit zes leden die ieder jaar via verkiezingen gekozen worden en behartigt de belangen van studenten van alle opleidingen van de faculteit. Zowel de bachelors als de masters. Elke opleiding heeft haar eigen opleidingscommissie (OC) die de gang van zaken voor de eigen opleiding evalueert. De studentleden van de OC’s worden ieder jaar door de FSR aan het faculteitsbestuur voorgedragen. De FSR neemt – samen met de personeelsgeleding - deel aan de Gemeenschappelijke Vergadering. Deze heeft advies- en instemmingsrecht bij de meeste besluiten van het faculteitsbestuur. Zij benoemt ook een studentlid, die als adviseur de vergaderingen van het faculteitsbestuur bijwoont. De FSR heeft bovendien contacten met raden van andere faculteiten en met de Universitaire Studentenraad. Met klachten over het onderwijs, tentamens of faciliteiten kan je bij de FSR terecht. Kijk voor meer informatie op www.deFSR.nl of mail naar
[email protected] 1.3.5
Overige studieverenigingen Marketing Associatie Amsterdam De Marketing Associatie Amsterdam (MAA) is dé studievereniging voor alle in marketing geïnteresseerde studenten van beide Amsterdamse universiteiten (VU en UvA). De doelstelling van de MAA is intermediair te zijn tussen studenten, het bedrijfsleven en de beide Amsterdamse universiteiten. Adres: Marketing Associatie Amsterdam, Kamer E0.05, Roetersstraat 11, 1018 WB Amsterdam, tel.: 020-52 54154, fax: 020-52 54182, e-mail:
[email protected]. Financiële Studievereniging Amsterdam De FSA is dé studievereniging voor financieel georiënteerde studenten aan de economische faculteiten van de Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit te Amsterdam. De FSA slaat een brug tussen studenten en bedrijven door middel van het organiseren van verschillende projecten. Als lid van de FSA ontvang je vier keer per jaar het vakspecialistisch magazine Fiducie en het verenigingsblad FSA & Beyond. Ook word je natuurlijk op de hoogte gehouden van al onze projecten. Op de site van de FSA kun je sinds collegejaar 2006/2007 gratis samenvattingen van
14
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
studieboeken downloaden, geschreven door hoogleraren! Ideaal bij het leren van tentamens. Bij de FSA kun je zowel passief als actief lid worden. Passief betekent dat je van bovengenoemde mogelijkheden kunt profiteren, actief betekent dat je hiernaast ook nog zelf bezig bent met het organiseren van een project. Wil jij organisatorische ervaring opdoen bij de meest professionele studievereniging van Nederland? Word dan actief lid bij de FSA! Wij zijn altijd op zoek naar enthousiaste, gemotiveerde studenten die het leuk vinden projecten te organiseren. Meer informatie staat op onze website: www.fsa.nl. Mailen of bellen kan ook:
[email protected] of 020-525 6512. De website van de faculteit geeft verder een uitgebreid overzicht van alle studie- en studentenverenigingen voor studenten van de Vrije Universiteit.
1.4
De faculteit De Faculteit der Economische wetenschappen en Bedrijfskunde is opgericht in 1948 en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot middelgrote faculteit met een breed aanbod aan opleidingen. Zij geniet zowel nationaal als internationaal een uitstekende reputatie. Veel oud-studenten zijn inmiddels uitgegroeid tot toonaangevende personen in politiek of bedrijfsleven. In 1987 is de faculteit uitgebreid met de opleiding Econometrie, die vanaf 1962 in een eigen interfaculteit verzorgd werd. In september 2000 is de faculteit gestart met de nieuwe opleiding Bedrijfswetenschappen. Deze richt zich met name op de zakelijke dienstverlening en is daarmee uniek in Nederland. De faculteit blijft zich ontwikkelen: in 2003 is de faculteit als eerste in Nederland een universitaire opleiding aan een hogeschool gestart. Studenten kunnen nu ook de universitaire studie bedrijfswetenschappen volgen aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. In 2005 is de bacheloropleiding International Business Administration van start gegaan. Verder is de faculteit momenteel bezig met het perfectioneren van de masteropleidingen. De faculteit wordt geleid door het faculteitsbestuur. Dit bestaat uit de decaan (voorzitter), een portefeuillehouder onderwijs en een portefeuillehouder onderzoek. Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het onderwijs en onderzoek dat aan de faculteit plaatsvindt. Vergaderingen van het faculteitsbestuur worden bijgewoond door een adviserend student-lid. Het wetenschappelijk personeel van de faculteit is ondergebracht in afdelingen. Deze afdelingen verzorgen het onderwijs en onderzoek van de faculteit. Elke afdeling staat onder leiding van een hoogleraar, die belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. De hoofden van de afdelingen overleggen regelmatig met het faculteitsbestuur. De faculteit kent de volgende afdelingen: • • • • • •
Economics and Development Economics Accounting Financiering en Bedrijfskunde van de Financiële Sector Informatiekunde en Logistiek Management en Organisatiekunde Marketing
Algemene informatie voor bachelorstudenten
15
• •
1.4.1
Ruimtelijke economie Econometrie
Onderzoek De faculteit heeft haar onderzoek verder binnen de afdelingen ondergebracht in zestien onderzoeksprogramma’s. Informatie hierover is te vinden op de website van de faculteit, de webpagina’s van de afdelingen en de stafmedewerker onderzoek van de faculteit. Voorts zijn er vier onderzoeksinstituten aan de faculteit verbonden: Tinbergen Instituut – Master of Philosophy in Economics Het Tinbergen Instituut (TI) is de door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geaccrediteerde onderzoeksschool van de economische faculteiten van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Het instituut is opgericht in 1987 en is gevestigd in zowel Amsterdam als Rotterdam. De graduate school van TI biedt een tweejarige opleiding Master of Philosophy (MPhil) in Economics aan die toegang geeft tot een driejarig PhD-programma. De MPhil in Economics is als onderzoeksmaster economie, econometrie en finance geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Het is een zeer intensief programma met een strenge selectieprocedure. Jaarlijks stromen circa 30 MPhil-studenten in; het merendeel uit het buitenland. Van studenten die het MPhil-programma met goed gevolg afronden, wordt verwacht dat ze doorstromen naar het driejarige PhD-programma. PhD-studenten worden aangesteld als promovendi door de economische faculteiten van de VU, UvA of EUR. TI heeft veel te bieden aan ambitieuze en excellente studenten die een academische carrière nastreven. De Mphil/PhD van TI is tevens een uitstekende opstap naar een carrière buiten de academische wereld. Promovendi van TI hebben invloedrijke posities weten te bemachtigen bij universiteiten over de hele wereld; bij de Nederlandse overheid, internationale organisaties en in grote, particuliere bedrijven. Adres: Tinbergen Instituut Amsterdam, Roetersstraat 31, 1018 WB Amsterdam, tel.020-55 13500, website: www.tinbergen.nl. Centre for World Food Studies (SOW-VU) De Stchting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening van de Vrije Universiteit (SOWVU) is een onderzoeksinstituut gericht op het ontwikkelen van instrumenten voor de analyse van voedsel- en landbouwbeleid en het uitvoeren van zulke analyses, vooral ten behoeve van ontwikkelingslanden. SOW-VU doet zowel fundamenteel als toegepast onderzoek en werkt nauw samen met wetenschappers en beleidsmakers in ontwikkelingslanden. Adres: Centre for World Food Studies (SOW-VU), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam. Telefoon: 0 (31) 20 – 59 89321, E-mail:
[email protected]; website: www.sow.vu.nl Amsterdam Business and Economic Research (Stiching AMBER) AMBER is de organisatie binnen de faculteit waar contractonderzoek wordt ondersteund. Dit onderzoek, in opdracht van bedrijven, overheidsorganisaties en subsidiegevers, wordt door de afdelingen van de faculteit uitgevoerd.
16
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Secretariaat AMBER: Vrije Universiteit Amsterdam, kamer 5A-34, tel.: 020-59 86080, fax: 020-59 86127, e-mail:
[email protected] Research Center in Accounting (ARCA) ARCA is een samenwerkingsverband tussen de postdoctorale opleidingen tot controller, de postdoctorale accountantsopleiding en de afdeling accounting. ARCA voert onderzoek uit op het gebied van financial accounting, management accounting en auditing. ARCA organiseert lunchseminars en participeert in de organisatie van aio-cursussen binnen het Landelijk Netwerk Bedrijfseconomie. Secretariaat ARCA; Vrije Universiteit Amsterdam, kamer 2E-72, tel. 020-59 86040, fax 020-59 89870 email:
[email protected], internet www.feweb.vu.nl/arca/. 1.4.2
Onderwijs De faculteit biedt vier bacheloropleidingen, zeven full-time masters, twee part-time masters en dertien postmasterprogramma's aan. De full-time masters worden in het Engels gegeven. Daarnaast zijn er pre-masterprogramma's: speciale instroomprogramma's voor hbo-afgestudeerden. Bachelorprogramma's (Nederlandstalig) • BSc Economie en bedrijfseconomie • BSc Econometrie en Operationele Research • BSc Bedrijfswetenschappen (wordt tevens verzorgd aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle) Bachelorprogramma (Engelstalig) • International Business Administration Masterprogramma's full-time (Engelstalig) • MSc in Accounting and Control • MSc in Business Administration • MSc in Econometrics and Operations Research • MSc in Economics • MSc in Finance (zowel regulier als met Honours track Quantitative Finance) • MSc in Marketing • MSc in Spatial, Transport and Environmental Economics • MPhil in Economics, Econometrics of Finance (tweejarige onderzoeksmaster) Masterprogramma's part-time (Nederlandstalig) • MSc in Accounting and Control (in combinatie met post-masteropleiding Accountancy) • MSc in Business Administration Pre-masterprogramma’s voor hbo-afgestudeerden (Nederlandstalig) • Pre-master Accounting and Control • Pre-master Bedrijfswetenschappen • Pre-master Finance • Pre-master Marketing
Algemene informatie voor bachelorstudenten
17
Na afronding van een doctoraal- of masteropleiding is het mogelijk deze te vervolgen met een post-masteropleiding. In een post-masteropleiding vindt verdere specialisatie plaats en word je opgeleid voor een bepaald beroep. De toelating tot een postmasteropleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding of de afstudeerrichting van het doctoraalexamen. Ook werkervaring kan mede een criterium zijn voor toelating. Post-masteropleidingen (Nederlandstalig) • Registeraccountant • Registercontroller • Controller in de publieke en non-profitsector • Certified Management Accountant • Certified Financial Manager • Chartered Financial Analist • Register EDP-Auditor • Management Consultant • Verandermanagement • Treasury Management • Financieel en Beleggingsanalist • Opleiding tot onderzoeker • Universitaire lerarenopleiding De opleidingen Certified Management Accountant, Certified Financial Manager en Chartered Financial Analist zijn ook toegankelijk met een afgeronde Bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie of Bedrijfswetenschappen. 1.4.3
Commissies Binnen de faculteit functioneert een aantal commissies – vaak met studentleden - dat het faculteitsbestuur adviseert. De faculteit hecht veel waarde aan medezeggenschap door studenten. Elke student die een studie aan de faculteit volgt, kan in aanmerking komen voor deelname aan een commissie. Veelal gebeurt dit op voorspraak van de facultaire studentenraad. Voor studenten zijn de volgende commissies van belang: Opleidingscommissie Deze commissies adviseren het faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, zoals de opzet van het programma, het onderwijs- en examenreglement en knelpunten in het onderwijs. Een opleidingscommissie bestaat uit leden van het wetenschappelijk personeel en uit studenten. Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken bij het afnemen van examens en tentamens en het vaststellen van de uitslag van examens. De examencommissie beslist over vrijstellingen en verleent goedkeuring voor het opnemen van buitenfacultaire keuzevakken in het examenprogramma. Verder kan zij afwijkingen toestaan op grond van bijzondere omstandigheden. De examencommissie bestaat uit leden van de wetenschappelijke staf. Studenten kunnen de examencommissie bereiken via
[email protected].
18
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Bibliotheekcommissie De bibliotheekcommissie bestaat uit vier leden benoemd uit het wetenschappelijk personeel en één student benoemd op voordracht van de facultaire studentenraad. Deze heeft tot taak advies uit te brengen over de documentaire informatievoorziening, voor zover deze betrekking heeft op het onderwijs en onderzoek van de faculteit en over de besteding van de voor de faculteit beschikbare gelden voor collectievorming. 1.4.4
Alumni Alle alumini van de faculteit ontvangen tweemaal per jaar het relatiemagazine van de faculteit Vuurwerk en tevens tweemaal per jaar het VU alumniblad Gewoon Bijzonder. Daarnaast worden met regelmaat activiteiten voor alumni georganiseerd om ook op die manier het onderlinge contact in stand te houden.Om alumni te kunnen blijven bereiken, is het belangrijk dat wij over je adresgegevens beschikken. Wil je op de hoogte blijven, stuur dan verhuisberichten ook naar: Vrije Universiteit Amsterdam; Alumnibureau; tav Charlotte Vroon kamer 1H-36, De Boelelaan 1091, 1081 HV Amsterdam Alumnivereniging Econometrie De Alumnivereniging Econometrie aan de Vrije Universiteit Amsterdam is opgericht in 1997 om is de banden tussen de afgestudeerden onderling en tussen de afgestudeerden en de afdeling Econometrie te bewaren. Naast het uitgeven van het alumniblad Econometristen in Actie, organiseert de vereniging jaarlijks een reünie waarbij vele afgestudeerden weer kunnen bijpraten. Verder wordt er een lijst van afgestudeerden uitgegeven waarin alle alumni bijvoorbeeld kunnen zien wat hun jaargenoten zijn gaan doen en waar ze terecht zijn gekomen.
1.5
Onderwijs- en Examenregeling In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) staan alle formele regels met betrekking tot het onderwijs en de examens van deze bacheloropleiding vermeld. Zo zijn in deze OER onder andere opgenomen: het doel van de opleiding, de samenstelling van de onderwijsprogramma’s en de regels met betrekking tot de tentamens. Deze laatste regels staan verder uitgewerkt in de Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R). Beide regelingen (OER en R&R) kun je raadplegen op de facultaire website (www.feweb.vu.nl) . De belangrijkste punten van de OER en R&R worden hierna vermeld. 1. Aanmelding voor tentamens Elke deelname aan een schriftelijk tentamen moet uiterlijk acht kalenderdagen voor de desbetreffende tentamendatum worden aangevraagd via het geautomatiseerde Tentamen Informatie Systeem (TIS). Je kunt je inschrijven via de website http://tis.vu.nl. Als je je niet op tijd hebt ingeschreven kun je in principe niet deelnemen aan het tentamen. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden als er voldoende ruimte in de tentamenzaal is en er voldoende opgaven zijn. In dat geval kun je de uitslag alleen krijgen als je een boete hebt betaald. Bij hoge uitzondering kan de examencommissie op verzoek van een belanghebbende student afwijken van deze tentamenaanmeldingsregeling.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
19
Aanmelden tentamens bij Wiskunde Voor tentamens bij W&I geldt het volgende: voor elk schriftelijk tentamen dient men zich tot uiterlijk zeven dagen vóór het desbetreffende tentamen aan te melden via TIS( http://tis.vu.nl ). Deze regel wordt streng nageleefd. Dit betekent dat men bij een te late inschrijving van het desbetreffende tentamen kan worden uitgesloten. Bij deelname aan een tentamen ben je verplicht een geldige collegekaart te tonen; zonder deze kaart wordt men uitgesloten van het tentamen. De gecorrigeerde tentamens zijn tot 30 dagen na de bekendmaking van de uitslag bij het Onderwijsbureau (studentenbalie S3.11) in te zien. Een mondeling tentamen vraag je aan via een speciaal formulier. Je vult dit in volgens de instructies die daarop vermeld staan (ook de gewenste tentamendatum) en levert het gehele formulier in. Een dergelijk formulier is verkrijgbaar bij het Onderwijsbureau W&I (studentenbalie S3.11). Na vaststelling van de tentamendatum wordt het formulier je toegestuurd als oproep voor het tentamen. Deze oproep moet je meenemen naar het tentamen. Na afloop ontvang je deel 2 (roze), voorzien van een cijfer en een paraaf van de docent. 2. Tentamenrooster Het tentamenrooster wordt ruim van te voren bekend gemaakt bij de studenten. Dit gebeurt via de website www.feweb.vu.nl en via het studiesecretariaat. Bij het opstellen van het tentamen- en examenrooster kan de examencommissie slechts rekening houden met feestdagen en overige vrije dagen die als zodanig door het bestuur van de Vrije Universiteit zijn aangewezen. 3. Aanvangstijden en zalen De aanvangstijden en zaalindeling staan op de dag van het tentamen vermeld op de monitoren of mededelingenborden in de hal bij het studiesecretariaat. De berichtgeving van de monitoren is ook via de wbsite te bekijken. 4. Tentamencode • Je dient je tijdens het tentamen te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, gemeentelijk identiteitsbewijs, studentenchipkaart, OVjaarkaart) • Er is in de tentamenzaal geen vrije plaatskeuze • De enig toegestane attributen bij het afleggen van een tentamen zijn potlood, pen, gum, puntenslijper, lineaal en calculator. Bij sommige vakken is het gebruik van een grafische rekenmachine toegestaan. Dit wordt door de docent meegedeeld • Als je na het aanvangstijdstip van het tentamen arriveert, heb je in principe geen recht op deelname • Je mag de tentamenzaal niet binnen één uur na het aanvangstijdstip verlaten • Je moet na afloop van het tentamen op je plaats blijven zitten tot de toezichthouder alle tentamens heeft opgehaal • Je bent verplicht het te beoordelen werk aan de toezichthouder te overhandigen alvorens de tentamenzaal te verlaten 5. Fraude In het geval van fraude kent de examencommissie aan de desbetreffende student het cijfer 0 toe; tevens kan de examencommissie de student voor een periode van
20
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
maximaal een jaar uitsluiten van deelname aan een of meer toekomstige tentamens van de opleiding. 6. Tentamen ook over collegedictaat Voorzover in een examenonderdeel onderwijs wordt verzorgd, behoort de collegestof uit het meest recente studiejaar tot de bronnen waaruit vragen mogen worden gesteld. 7. Tentamens, correctie en inzage De uitslag van een schriftelijk tentamen moet na 10 werkdagen zijn vastgesteld. Vervolgens heb je recht op inzage in het beoordeelde werk. De inzage vindt meestal plaats op één of meer vaste tijdstippen. Deze worden bekend gemaakt door de examinator. Tijdens de inzage kun je kennisnemen van de vragen en opgaven, de standaarduitwerkingen en de normering. 8. Becijfering a. Becijfering Bedrijfswetenschappen jaar één en twee Voorbecijfering jaar één zie studiegids Bedrijfswetenschappen. Voor jaar twee geldt het volgende: alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer voor een vak wordt veelal gevormd door het deelcijfer van een schriftelijk tentamen en het deelcijfer voor de casecolleges of practica. Hierbij geldt dat het deelcijfer voor het schriftelijk tentamen telt voor 60%, dat van het casecollege voor 40%. Voor deze deeltentamens geldt een drempelwaarde. Dit houdt in dat voor zowel het schriftelijk deeltentamen alsmede de cases/practicum minimaal het cijfer 5,0 moet worden behaald. De studiepunten worden pas toegekend wanneer het eindcijfer voor het betreffende vak voldoende is. Deelresultaten worden vastgesteld voor: • een schriftelijk tentamen (cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) • uitwerking en presentatie van een case/practicum (cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) • alleen in de eerste twee perioden: deelname aan discussiecolleges (voldoende/onvoldoende) Becijfering Bedrijfswetenschappen jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. b. Becijfering Econometrie & Operationele Research Voor een tentamen wordt een geheel cijfer uit de verzameling 1,2,…,10 vastgesteld of de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ gegeven. Deelcijfers worden vastgesteld met één cijfer achter de komma. In speciale gevallen - bijvoorbeeld fraude - kan het cijfer 0 worden toegekend. Een tentamen is voldoende als het cijfer ten minste een 6 bedraagt of de kwalificatie ‘voldoende’ is verkregen dan wel een vrijstelling is toegekend door de examencommissie EOR. Een deelresultaat is voldoende indien het cijfer 5,5 of hoger is.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
21
c. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar één en twee Alle examenonderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Gedurende de activerende werkvormen kun je een bonuspunt van maximaal één cijferpunt behalen. Dit kan alleen als je aan de aanwezigheidsplicht en de participatieplicht hebt voldaan. Wanneer je één van de drie keer afwezig bent geweest of wanneer één van de opdrachten niet in orde was, dan heb je recht op een halve bonuspunt. Als je meer dan één keer afwezig bent of als meerdere opdrachten niet in orde zijn, vervalt je recht op een bonuspunt. Als een vak geen drie maar zes keer een activerende werkvorm telt, dan geldt dat je tenminste vijf/zes opdrachten voldoende moet hebben voor één bonuspunt en drie/vier opdrachten voldoende vooreen halve bonuspunt. Minder dan drie opdrachten voldoende levert geen enkel bonuspunt op. Let op: voldoende betekent dus ook dat je aanwezig moet zijn! De docent behoudt het recht je de bonus te ontnemen, indien je tijdens een ‘beurt’ in je werkgroep niet voldoet aan in alle redelijkheid te stellen eisen. De bonus wordt alleen toegekend bij de eerste tentamengelegenheid van het betreffende vak en de herkansing die daar onmiddellijk op volgt. Daarna vervalt de bonuspunt. Voor een vak van drie ects wordt één schriftelijk tentamen gegeven en dus één cijfer behaald. De case/opdracht vormt - voor zover dat van toepassing is - een integraal onderdeel van dit schriftelijk tentamen. De themaopdrachten, cursussen, vakken die in een practicumperiode worden aangeboden, worden in de desbetreffende periode beoordeeld. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. 9. Meerdere malen afleggen van een tentamen Als een tentamen voor een vak meerdere malen wordt afgelegd, telt het laatst behaalde resultaat. 10. Geldigheidsduur Behaalde bachelor examenonderdelen uit het eerste jaar zijn geldig tot het einde van het tweede inschrijvingsjaar (31 augustus). Als je bijvoorbeeld bent gestart in september 2006 en je hebt in oktober 2006 een voldoende voor micro-economie (periode 1.1) gehaald, dan is dit resultaat geldig tot en met 31 augustus 2008. Een volledig afgerond eerstejaarsprogramma is geldig tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Om het voorbeeld van hierboven te gebruiken: als je alle vakken van het eerste jaar hebt gehaald binnen de termijn van twee jaar, dan zijn alle vakken geldig tot en met 31 augustus 2011.
22
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Voor de resultaten van de vakken uit het tweede en derde jaar geldt eveneens een geldigheidstermijn tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Kort samengevat betekent dit dat je twee jaar mag doen over het eerste jaar van de bacheloropleiding, en vijf jaar over de gehele bacheloropleiding. Afwijkende geldigheidsduur Bedrijfswetenschappen Voor studenten die vóór 1 september 2002 met hun studie bedrijfswetenschappen zijn begonnen, geldt een afwijkende geldigheidsduur. Deze is afhankelijk van het moment van instroom: voor studenten die op 1 september 2001 zijn gestart met de bacheloropleiding De eindresultaten en de deelresultaten van de casecolleges en discussiecolleges uit het eerste programmajaar zijn drie jaar geldig. • De eindresultaten en de deelresultaten van de vakken uit het tweede en derde programmajaar zijn zes jaar geldig • Het derde jaar kent geen deelresultaten. Wanneer het vak bestaat uit een aantal apart getoetste onderdelen, betekent dit dat je alle onderdelen van dit vak opnieuw moet doen als je het niet gehaald hebt voor studenten die op 1 september 2000 zijn gestart met de doctoraalopleiding • De eindresultaten van de vakken uit het eerste programmajaar zijn drie jaar geldig • De deelresultaten van de casecolleges en discussiecolleges uit het jaar 2000-2001 zijn uitsluitend geldig gedurende het cursusjaar 2000-2001 • De eindresultaten en de deelresultaten van de vakken uit het tweede, derde en vierde programmajaar zijn zes jaar geldig • Het derde en vierde jaar kennen geen deelresultaten. Wanneer het vak bestaat uit een aantal apart getoetste onderdelen, betekent dit dat je alle onderdelen van dit vak opnieuw moet doen als je het niet gehaald hebt 11. Ongeldigheid tentamenresultaten Er zijn gevallen waarin een tentamen slechts met uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie mag worden afgelegd, op straffe van ongeldigheid van het tentamenresultaat. Dat is onder meer het geval indien je een extra tentamengelegenheid wenst, een tentamen op andere wijze dan regulier wenst af te leggen (bijvoorbeeld mondeling in plaats van schriftelijk) of je niet voldaan hebt aan de aanmeldingsverplichting voor tentamens. Het is docenten (examinatoren) niet toegestaan in deze gevallen tentamen af te nemen c.q. de uitslag van een tentamen bekend te maken dan na uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie. Indien een examinator in voorkomende gevallen zonder toestemming van de examencommissie toch een resultaat bekendmaakt, kun je je als student daarop niet beroepen tegenover de examencommissie teneinde geldigheid van het tentamenresultaat te bepleiten. 12. Toegang tot onderdelen van het tweede en derde bachelorjaar Je mag pas deelnemen aan tentamens, cases, practica etc. van het tweede- en derdejaarsprogramma als je gedurende je eerste studiejaar tenminste 39 ects hebt behaald. Aan het eind van je tweede inschrijvingsjaar moet je je eerste jaar hebben behaald om verder te kunnen studeren.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
23
13. Besluiten van de examencommissie Een student die een verzoek aan de examencommissie richt, kan daags na de vergadering mondeling uitsluitsel vragen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; een schriftelijk antwoord wordt zo spoedig mogelijk opgestuurd. Besluiten van de examencommissie met een meer algemene strekking worden gepubliceerd in het universitaire informatieblad Ad Valvas, alsmede op de facultaire homepage. 14. Het bachelorexamen Je bent voor het bachelorexamen geslaagd als je voor alle examenonderdelen een voldoende hebt behaald. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Je moet je bachelorexamen zelf aanvragen bij het studiesecretariaat. De examencommissie controleert of je aan alle examenvereisten hebt voldaan en stelt de uitslag van je bachelorexamen officieel vast. Het getuigschrift wordt gedateerd op de laatste dag van de maand waarin je je getuigschrift aanvraagt. De getuigschriften worden tweemal per jaar uitgereikt. Je kunt je getuigschrift pas in ontvangst nemen als je ter plekke een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) kunt overleggen. 15. Recht van beroep Als je het oneens bent met een beslissing van een examinator of een commissie neem dan zo spoedig mogelijk nadat de desbetreffende beslissing kenbaar is gemaakt contact op met de studieadviseur. Deze kan je informeren over de beroepsmogelijkheden en –procedures. Zie voor de beroepsmogelijkheden ook hetgeen hierover is vermeld in het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut. 1.5.1
Studieadvies in het eerste jaar Gedurende het eerste studiejaar krijg je van de examencommissie voor 1 juli van dat jaar een niet-bindend studieadvies over het al dan niet voortzetten van je studie.
1.5.2
Studievoortgangscontrole Voldoende behaalde examenonderdelen leveren studiepunten op. Hierbij wordt het European Credit Transfer Systeem (ects) gebruikt. Bij dit systeem bestaat één cursusjaar uit 60 ects. Deze 60 ects staan voor een studiebelasting van 1680 uur. Voor 1 ects moet je dus ongeveer 28 uur studeren. Je studievoortgang wordt gemeten in behaalde ects punten. Elk jaar omstreeks maart en voor 1 oktober krijg je van de examencommissie een overzicht van je studievoortgang. Als je de norm, die is vastgelegd in de Wet op de studiefinanciering, niet haalt dan wordt je naam voor 1 november doorgegeven aan de Informatie Beheer Groep (IBG). De Dienst Studentzaken van de VU informeert je in dat geval tijdig -voor 1 november- over de gevolgen en je beroepsmogelijkheden.
1.5.3
Toelatingsvoorwaarden Voor Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfswetenschappen: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde A1,2 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl). Voor Econometrie en Operationele Research: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde B1 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl).
24
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Tot de bacheloropleidingen worden tevens toegelaten degenen met een propedeutisch getuigschrift (HBO en WO). Bij een dergelijk diploma beoordeelt de examencommissie of de bezitter voldoende wiskundevoorkennis heeft. Het opheffen van een deficiëntie in wiskunde Als je wiskunde niet in je examenpakket hebt, is er sprake van een deficiëntie. Deze moet zijn opgeheven voordat inschrijving bij de opleiding plaatsvindt. Je kunt een wiskundedeficiëntie kun je opheffen door elders een certificaat te behalen dat gelijkwaardig is aan het vwo-vak Wiskunde A1,2 of B1. Voor instroom in de opleiding economie of bedrijfswetenschappen kun je tweemaal per jaar deelnemen aan een toets wiskunde A1,2 die door de Faculteit wordt afgenomen. Neem hiervoor contact op met één van de studieadviseurs (020 – 59 86116). Colloquium doctum Voldoe je niet aan de hiervoor vermelde toelatingsvoorwaarden en heb je de leeftijd van 21 jaar bereikt dan bestaat de mogelijkheid een toelatingsonderzoek -colloquium doctum- te ondergaan. Nadere informatie kun je verkrijgen bij de Afdeling Studentendecanen van de Dienst Studentzaken: www.vu.nl/diensten/studentenzaken. 1.5.4
Meer informatie Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen zijn te vinden in: • WHW, artikel 7.12 vierde lid, 7.13 • Statuut VU, hoofdstuk II • Faculteitsreglement • Onderwijs- en examenregeling (OER) • Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R) • En op de website van de faculteit: www.feweb.vu.nl.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
25
26
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
2
2.1 2.1.1
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
Algemeen Inleiding De studie Economie en Bedrijfseconomie is opgezet volgens het bachelormasterstelsel. Dit stelsel is ingevoerd om de universitaire opleidingen in Europa beter op elkaar af te stemmen en onderling vergelijkbaar te maken. Dit houdt in dat er een driejarige bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie wordt aangeboden, die gevolgd kan worden door een éénjarige masteropleiding in één van de economische disciplines. De faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde heeft de invoering van het bachelor-masterstelsel benut om haar economische opleiding volledig te herzien en inhoudelijk te vernieuwen. Er is veel tijd ingeruimd voor activerend onderwijs, onderwijs in kleine groepen, aandacht voor academische vaardigheden als rapporteren en presenteren. Ook het aanbrengen van dwarsverbanden tussen vakken komt regelmatig aan de orde. In deze gids vind je uitgebreide informatie over de bacheloropleiding. Alle zaken die van belang zijn voor je studie zijn hier beschreven. Ook de doorstroom naar de masteropleidingen van de faculteit wordt beschreven. Voor de masterprogramma's zelf verwijzen we naar de studiegids Master Programmes. Vooral het hoofdstuk Praktische Regels ten aanzien van de studie is belangrijk. Hierin staan als het ware de spelregels bij de studie. Spelregels zijn belangrijk, maar houd er rekening mee dat zij in de tijd veranderen. Aan de informatie in deze studiegids kun je dan ook geen rechten ontlenen . De meest actuele informatie tref je op de facultaire website (www.feweb.vu.nl) aan, op Blackboard en op de monitoren bij het studiesecretariaat. Je krijgt ook wijzigingen en informatie op het e-mailadres dat je van de Universiteit krijgt. Raadpleeg dit dus regelmatig!
2.1.2
Jaarplanning De jaarplanning voor collegejaar 2007-2008 is als volgt: 03.09.07 – 12.10.07 college periode 1 15.10.07 – 19.10.07 zelfstudie 22.10.07 – 26.10.07 tentamens periode 1 29.10.07 – 07.12.07 college periode 2 10.12.07 – 14.12.07 zelfstudie en hertentamens periode 1 17.12.07 – 21.12.07 tentamens periode 2 07.01.08 – 01.02.08 practicum I (periode 3) 04.02.08 – 14.03.08 colleges periode 4 17.03.08 – 21.03.08 zelfstudie en hertentamens periode 2 en periode 3 24.03.08 – 28.03.08 tentamens periode 4
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
27
31.03.08 – 16.05.08 colleges periode 5 19.05.08 – 23.05.08 zelfstudie en hertentamens periode 4 26.05.08 – 30.05.08 tentamens periode 5 02.06.08 – 27.06.08 practicum II (periode 6) 30.06.08 – 04.07.08 (her)tentamens periode 5 en 6 De volgende dagen zijn college- en tentamenvrij: 24 december 2007 - 4 januari 2008: Kerstvakantie vrijdag 21 maart: Goede Vrijdag maandag 24 maart: Pasen woensdag 30 april: Koninginnedag donderdag 1 en vrijdag 2 mei: Hemelvaart maandag 5 mei: Bevrijdingsdag maandag 12 mei: Pinksteren 7 juli - 29 augustus: Zomervakantie
2.2 2.2.1
De opleiding Programmabeschrijving De bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie is een driejarige opleiding. Na afronding van deze opleiding kun je een masteropleiding volgen of gaan werken. Een masteropleiding duurt een jaar. Voor sommige studenten is het mogelijk om een tweejarige onderzoeksmaster te volgen. In de eerste twee jaar van je studie economie en bedrijfseconomie krijg je een brede algemene economische vorming. Natuurlijk komen onderwerpen uit de bedrijfseconomie en de algemene economie aan de orde, maar er wordt ook aandacht besteed aan vakken als ruimtelijke economie, geschiedenis van de economische instituties, recht, filosofie, ethiek en communicatie. Het derde cursusjaar bied je de mogelijkheid je kennis verder te verdiepen en te verbreden. Elk jaar heeft een programma met een studielast van 60 ects (European Credit Transfer System) punten. De eerste twee cursusjaren bestaan elk uit vier perioden van acht weken en twee practicumperioden van vier weken. Elke periode van acht weken is opgebouwd uit een collegeperiode van zes weken, één week voor tentamenvoorbereiding c.q. het doen van herkansingen en één week voor tentamens. Elke periode kent een eigen typering, bijvoorbeeld Consument en bedrijf, Markt en overheid, of Geld en kapitaal. Per periode worden telkens vier vakken gegeven die passen bij de typering van de periode. Op deze manier wordt de nadruk gelegd op de dwarsverbanden tussen de vakken, en wordt de samenhang in de opleiding zichtbaar gemaakt. Per periode is een coördinator aangesteld, die verantwoordelijk is voor de onderlinge afstemming van de vakken. Het derde jaar is het jaar waarin je je oriënteert op de arbeidsmarkt of een vervolgmasteropleiding. Het programma bestaat uit verplichte vakken, kernvakken en keuzevakken. Daarnaast moet je een werkcollege volgen en een scriptie schrijven. In
28
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
het derde jaar is het mogelijk een stage te doen of een deel van je studie in het buitenland te volgen. Wanneer je je bachelor en businessopleiding met goed gevolg afsluit, mag je de titel Bachelor of Science (BSc) in Economics voeren. Deze titel is internationaal erkend. Met een bachelordiploma in je bezit kun je gaan werken of doorstromen naar een masteropleiding aan onze faculteit of aan een andere universiteit. De masteropleiding wordt afgesloten met het internationaal erkende diploma Master of Science gevolgd door de specialisatie, bijvoorbeeld MSc in Finance, MSc in Marketing etc. Het masterdiploma is de opvolger van het doctoraaldiploma. Zowel in de basisopleiding als in het derde bachelorjaar wordt veel aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden. Deze komen met name in practicumperioden aan de orde. Ook worden ze ondersteund door het vak kwantitatieve methoden, dat is afgestemd op de vakken die binnen een bepaald periode worden aangeboden. Voor excellente studenten biedt de faculteit extra mogelijkheden in de vorm van een honours programma om zich academisch verder te ontwikkelen. Dit programma start in het tweede jaar en omvat 30 studiepunten aan speciaal ontwikkelde, extra vakken binnen en buiten de faculteit. Sommige vakken volg je samen met honours studenten van andere faculteiten. Voor deelname aan het Honours programma geldt een toelatingsprocedure, mede gebaseerd op je resultaten van het eerste jaar. Je kunt je aanmelden tegen het einde van je eerste jaar. 2.2.2
De leerdoelstellingen Bij de inrichting van het onderwijsprogramma is veel aandacht besteed aan de integratie van de leerstof. Verder staan in het programma centraal de academische vorming en –vaardigheden, disciplinaire kennis en praktijkvaardigheden. De bacheloropleiding heeft de volgende leerdoelstellingen: • • •
•
• •
•
Het bijbrengen van een gedegen vakinhoudelijke kennis en inzicht in de discipline Het aanbrengen van vaardigheden als kritisch lezen, op wetenschappelijk niveau schrijven en in het openbaar presenteren van onderzoeksresultaten Het bijbrengen van een kritisch, analytisch en associatief denkkader: economische problemen moeten kunnen worden geabstraheerd en geanalyseerd. Het kunnen zien van dwarsverbanden en het creatief omgaan met kennis en kritisch kunnen evalueren van oplossingen Het aanreiken van voldoende, op de economie toegepaste kwantitatieve methoden van onderzoek en wetenschapsfilosofie ter ondersteuning van te ontwikkelen onderzoeksvaardigheden Het ontwikkelen van een bewustzijnskader met betrekking tot de economische wetenschappen en de historische ontwikkeling daarin Het bijbrengen van het besef dat internationalisering zich bij uitstek manifesteert in de economische wetenschappen. In dat kader wordt kennis genomen van de internationale literatuur en de internationale economische vraagstukken Het aanbrengen van vaardigheden om te kunnen werken met de modernste informatie- en communicatietechnologie
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
29
2.2.3
De werkvormen In de eerste twee jaar krijg je hoorcolleges, activerende werkvormen en practica. De practica worden in de volgende paragraaf uitgebreid beschreven. In de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen uit de stof. Tevens geeft hij of zij - waar mogelijk - praktische en actuele voorbeelden. Hoorcolleges worden gegeven in grote groepen. Dit betreft in de meeste gevallen alle studenten van het studiejaar. Om de stof goed te verwerken en te oefenen, bieden we in jaar één en twee bij elk vak een activerende werkvorm (awv) aan. Dit is een intensieve werkvorm waarbij in kleine groepen geoefend wordt met de stof. Het accent ligt hierbij op het verwerken en toepassen van de leerstof. Dit gebeurt onder andere door oefeningen en opdrachten zoals cases en een bedrijfsspel. Deze zul je soms alleen, soms in groepjes moeten maken en van te voren in moeten leveren. De activerende werkvormen bieden een goede voorbereiding op de tentamens. Elk tentamen bevat naast theorievragen ook – voor zover dat mogelijk is – opdrachten of cases waarin je de aangereikte theorie moet toepassen. Anders gezegd: het gaat niet alleen om kennisvragen, maar ook om toepassingsvragen. Een activerende werkvorm telt voor elk vak drie bijeenkomsten. Elke week heb je voor twee vakken een awv. Deze zijn om de twee weken gepland. Dit betekent dat je elke week voor twee vakken aan een opdracht werkt. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door het vak Kwantitatieve Methoden. Dit vak kent zes activerende werkvormen, elke week één. Je kunt alleen deelnemen aan de awv’s als je je daar van tevoren voor hebt ingeschreven. We gaan er vanuit dat als je je inschrijft, je ook meedoet. Deelname aan een awv kent dus een participatieplicht én een prestatieplicht. Voor elk met goed resultaat gevolgd awv krijg je één bonuspunt. Dit punt wordt opgeteld bij het eerstvolgende tentamen dat je aflegt voor dat vak. De bonuspunt geldt tevens voor de eerste herkansingsmogelijkheid voor het vak. Daarna vervalt de bonuspunt. Als je je niet of niet op tijd hebt ingeschreven, kun je in principe niet deelnemen aan de awv. Je kunt in elk geval geen bonuspunt meer krijgen. In het derde jaar kennen vakken verschillende werkvormen. De kernvakken in jaar drie kennen een awv, maar deze is van een andere opzet dan in jaar één of twee, dit ter keuze van de docent. De meeste vakken zullen echter gedoceerd worden via hoorcolleges. Verder zal in kleine groepjes of individueel aan een essay of paper worden gewerkt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de werkvormen wordt verwezen naar de vakomschrijvingen.
2.2.4
30
De practicumperioden In de basisopleiding nemen de practicumperioden een bijzondere plaats in. Deze practicum-perioden zijn vierweekse perioden in januari en juni van het eerste en tweede jaar. De practicumperioden hebben een tweeledig doel. Je moet je bijzondere vaardigheden eigen maken en je moet oefenen in integratief denken en op basis daarvan besluiten nemen.
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
De bijzondere vaardigheden die aan bod komen zijn algemene onderzoeksvaardigheden als vaardigheden op het gebied van informatie-verzameling en –bewerking, rapporteren, presenteren en het interpreteren van statistisch materiaal. Deze vaardigheden zullen vooral in het eerste jaar aan bod komen. Maar ook het vermogen om afstand te nemen van waar je mee bezig bent, en om kritische vragen te stellen, moet ontwikkeld worden. Daarom is in het tweede jaar plaats ingeruimd voor wijsgerige en ethische reflectie. Het vermogen tot integratief denken en daarvan afgeleid handelen wordt getraind door in elke practicumperiode groepsgewijs werkstukken te schrijven die geordend worden binnen een bepaald thema. Een thema is een tamelijk breed aandachtsgebied, zoals Transport en logistiek, Werken en wonen, De intelligente onderneming, enzovoort. Binnen een thema zijn verschillende deelonderwerpen te onderscheiden. In de practicumperiode werk je in groepen van drie studenten een deelonderwerp uit. Je schrijft hier een werkstuk over en je presenteert en verdedigt dit ten overstaan van je medestudenten. Tijdens presentaties van anderen zul je een bijdrage moeten leveren aan de discussie bijvoorbeeld door een stelling aan te vallen of deel te nemen aan een paneldiscussie. De herkenbaarheid van je individuele inbreng is van belang. Maar daarnaast is het net zo belangrijk dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de gehele prestatie is. Bij de practicumperioden is deelname van de studenten verplicht. Tenslotte moeten alle studenten de tijdens de practica onderwezen vaardigheden leren beheersen. Bovendien is er veelal geen afsluitend tentamen. Bij een onvoldoende voor een practicum-onderdeel kan een aanvullende opdracht worden gegeven maar bij ernstig tekortschieten zul je opnieuw moeten deelnemen. Dit kan pas een jaar later.
2.3
Programma eerste jaar Het eerste jaar van de bacheloropleiding bestaat uit vier perioden van elk acht weken en twee practicumperioden van elk vier weken. Elke periode bestaat uit zes weken college, de zevende week is bestemd voor zelfstudie en het afleggen van hertentamens, in de achtste week worden de tentamens afgenomen. Per periode krijg je vier vakken van elk 3 ects. De totale studielast van een periode is dus 12 ects. Per vak krijg je zes hoorcolleges en drie activerende werkvormen (awv's). De hoorcolleges worden elke week gegeven, de awv's om de twee weken. Een uitzondering hierop is het vak Kwantitatieve methoden, dat zes activerende werkvormen telt, elke week één. Je hebt dus elke week vier hoorcolleges en twee of drie awv's. In totaal heb je in het eerste jaar circa twaalf tot veertien uur college per week. De twee practicumperioden kennen elk een studiebelasting van 6 ects. De totale studielast van het eerste jaar is 60 ects. Aan het begin van elke periode krijg je een studiewijzer. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de periode. De uitgebreide beschrijvingen van de vakken vind je in het volgende hoofdstuk.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
31
In onderstaand schema staat de indeling van het eerste studiejaar. Daarna wordt van elke periode een beschrijving gegeven. Periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3: (januari) Periode 4 (febr-mrt)
Periode 5 (apr-mei)
Periode 6 (juni)
2.3.1
Bedrijf, ondernemen en strategie Kwantitatieve methoden 1.1 Management en organisatie 1.1 Marketing 1.1 Micro-economie 1.1 Consument en bedrijf Kwantitatieve methoden 1.2 Management Accounting 1.2 Marketing 1.2 Micro-economie 1.2 Practicum Academisch schrijven en presentatievaardigheden Thema 1.3 Markt en overheid Geschiedenis van economische instituties 1.4 Kwantitatieve methoden 1.4 Macro-economie 1.4 Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) Geld en kapitaal Financial Accounting en boekhouden 1.5 (twee vakken geïntegreerd) Financiering 1.5 Macro-economie 1.5 Practicum Statistische technieken Thema 1.6
3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 6 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects
Korte omschrijving perioden eerste jaar Periode 1.1: Bedrijf, ondernemen en strategie In deze inleidende periode worden de plaats en functie van een bedrijf in de maatschappij aangegeven. Bedrijven ontlenen hun bestaansrecht aan de functie die ze in de maatschappij vervullen. Bedrijven zijn enerzijds onderhevig aan invloeden van markten en maatschappelijke omgeving, maar oefenen anderzijds op hun beurt zelf ook invloed uit op markt en maatschappij. In deze periode wordt in algemene zin ingegaan op formulering van bedrijfsstrategie en positiebepaling van een bedrijf in markt en maatschappij en wordt ondernemersgedrag in relatie tot verschillende marktvormen en de dynamiek van bedrijfstakken uitgewerkt. Bij besluitvorming in organisaties wordt in een marketingperspectief vooral de relatie tussen onderneming en afnemersmarkt centraal gesteld. Je krijgt in deze periode de volgende vakken: Management en organisatie 1.1, Marketing 1.1, Micro-economie 1.1 en Kwantitatieve methoden 1.1. Periode 1.2: Consument en bedrijf In deze periode staat klantwaarde centraal. Ook deze medaille kent twee zijden: de consument die de waarde consumeert en het bedrijf dat de waarde levert. In deze periode worden beide kanten belicht. Enerzijds wordt aan de orde gesteld hoe afnemers (consumenten) zich gedragen ten aanzien van de door bedrijven geleverde waarde (in de vorm van goederen en diensten) en anderzijds wordt aan de orde gesteld hoe bedrijven op economisch efficiënte en effectieve wijze waarde aan klanten kunnen leveren. Het consumentengedrag zal met name centraal staan in de
32
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
vakken Marketing en Micro-economie, terwijl het bedrijfsperspectief met name centraal staat in het vak Management Accounting en - in mindere mate - in het vak Micro-economie. De vier vakken zijn dus: Management accounting 1.2, Marketing 1.2, Micro-economie 1.2 en Kwantitatieve methoden 1.2. Periode 1.3: Practicum In practicum-periode 1.3 ligt de nadruk op het leren verzamelen van informatie en deze op waarde te schatten. De verzamelde informatie wordt gebruikt voor de beantwoording van een concrete vraagstelling in een academisch paper. Onderwijs in Academisch schrijven en mondelinge presentatietechnieken maken deel uit van het practicum. Periode 1.4: Markt en overheid In deze periode wordt met name aandacht besteed aan de relatie tussen markt en overheid. Vanwege het bestaan van onder andere onvolledige concurrentie, ongewenst geachte inkomens- en vermogensverdeling, externe effecten en asymmetrische informatie leidt een volledige markteconomie tot uitkomsten die uit welvaartsoogpunt niet efficiënt zijn. Het bestaan van deze inefficiënties wordt vaak als rechtvaardiging voor het bestaan van een overheid genoemd. Er zal aandacht worden besteed aan economische zaken (instituties) waarin de overheid en de Europese Commissie een cruciale rol spelen, zoals pensioenen en sociale zekerheid, privatisering, mededingingspolitiek en vervoer- en milieubeleid. De vier vakken die in deze periode behandeld worden zijn: Macro-economie 1.4, Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie), Geschiedenis van economische instituties 1.4 en Kwantitatieve methoden 1.4. Periode 1.5: Geld en kapitaal In deze periode is de aandacht gericht op de financiële aspecten van de economie en van ondernemingen. Om te kunnen functioneren moeten ondernemingen, gezinshuishoudens en overheidsorganen deel uitmaken van een financieel systeem. Basisvoorwaarden zijn dat sprake is van geldverkeer en een stabiel prijsniveau, terwijl verder geld- en kapitaalmarkten noodzakelijk zijn om vraag en aanbod van vermogen van overheid, bedrijven en particulieren op elkaar af te stemmen. In deze periode komt aan de orde hoe het monetaire en financiële systeem in hoofdlijnen in elkaar zit (Macro-economie) en hoe ondernemingen, vooral als vragers van kapitaal, binnen dat systeem passen. Ook komt aan de orde via welke vermogensmarkten en instrumenten ondernemingen in hun financieringsbehoeften kunnen voorzien (Financiering). Financial Accounting komt in deze periode aan de orde als de taal waarin ondernemingen met financiële markten communiceren. Deze periode telt drie vakken in plaats van vier omdat financial accounting en boekhouden zijn samengevoegd tot één vak. De periode bestaat dus uit: Macro-economie 1.5, Financiering 1.5, Financial accounting en boekhouden 1.5 (twee vakken geïntegreerd, samen 6 ects). Periode 1.6: Practicum In practicumperiode 1.6 wordt vooral aandacht geschonken aan het leren toepassen van behandelde statistische en wiskundige technieken met behulp van eenvoudige software-hulpmiddelen zoals spreadsheet programma’s en SPSS. De opgedane kennis moet worden toegepast op een thema, dat in groepjes bestudeerd en uitgewerkt wordt.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
33
Een mondelingen en schriftelijke presentatie van de uitwerking van het thema maakt deel uit van het practicum.
2.4
Programma tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding bestaat eveneens uit vier perioden van elk acht weken en twee practicumperioden van elk vier weken. Elke periode bestaat uit zes weken college, de zevende week is bestemd voor zelfstudie en het afleggen van hertentamens, in de achtste week worden de tentamens van de periode afgenomen. Net als in het eerste jaar krijg je per achtweekse periode vier vakken van elk 3 ects. De totale studielast van een periode is dus 12 ects. Per vak krijg je zes hoorcolleges en drie activerende werkvormen (awv's). De hoorcolleges worden elke week gegeven, de awv's om de twee weken. Een uitzondering hierop is het vak Kwantitatieve methoden, dat zes activerende werkvormen telt, elke week één. Je hebt dus elke week vier hoorcolleges en twee of drie awv's. In totaal heb je in het eerste jaar circa twaalf tot veertien uur college per week. De twee practicumperioden kennen elk een studiebelasting van 6 ects. De totale studielast van het tweede jaar is 60 ects. Aan het begin van elke periode krijg je een studiewijzer. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de periode. De uitgebreide beschrijvingen van de vakken vind je in het volgende hoofdstuk. In onderstaand schema staat de indeling van het tweede studiejaar. Daarna wordt van elke periode een beschrijving gegeven. Periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3: (januari) Periode 4 (febr-mrt)
Periode 5 (apr-mei)
Periode 6 (juni)
34
Organisatie en besturing van bedrijfsprocessen Informatiesystemen 2.1 Management accounting 2.1 Management en organisatie 2.1 Micro-economie 2.1 Bedrijfsinformatie en analyse Financieel modelleren 2.2 Financiering 2.2 Informatiesystemen 2.2 Marketing 2.2 Practicum Bedrijvenspel 2.3 Economische filosofie en wetenschapsleer 2.3 Economische ontwikkeling Inleiding vermogensrecht 2.4 Internationale economie 2.4 Macro-economie 2.4 Ruimtelijke economie 2.4 (regionale economie) Internationaal ondernemen en management Financiering 2.5 Kwantitatieve methoden 2.5 Management en organisatie 2.5 Ontwikkelingslanden en opkomende markten 2.5 Practicum Ethiek 2.6 Thema 2.6
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects
2.4.1
Korte omschrijving perioden tweede jaar Periode 2.1: Organisatie en besturing van bedrijfsprocessen In deze periode staat de opzet van de organisatie en besturing van interne bedrijfsprocessen centraal. Sturing van de activiteiten en procesbeheersing zijn noodzakelijke voorwaarden voor effectieve doelrealisatie. In deze periode wordt ingegaan op het ontwerp van de meest passende organisatiestructuur voor een bedrijf, de interne werking van de bedrijfsorganisatie en het functioneren van de mens daarbinnen. Beheersing van bedrijfsprocessen en besturing van bedrijfsactiviteiten vereisen goede organisatie voor informatieverwerking, betrouwbare informatiesystemen en tijdige informatievoorziening. Gebruik van managementinformatie ten behoeve van planning en control in de bedrijfsorganisatie komt aan de orde bij management accounting. Prijsstelling in relatie tot marktvormen en marktmacht wordt vanuit micro-economisch perspectief behandeld. Vakken in deze periode zijn: Management en organisatie 2.1, Informatiesystemen 2.1, Management accounting 2.1 en Micro-economie 2.1. Periode 2.2: Bedrijfsinformatie en analyse Deze periode vormt een verdere verdieping van periode 1.2 Consument en Bedrijf. Stond in periode 1.2 het begrip van processen (zowel bij consument als bij bedrijf) centraal, in deze periode wordt een nadere analytische invulling aan die processen gegeven. Technieken en instrumenten gericht op het uitvoeren van analyses en het begrijpen van de voorgenoemde processen staan hier centraal. Dit betekent enerzijds dat aandacht wordt geschonken aan het verkrijgen van relevante bedrijfsinformatie uit de markt middels marktonderzoek (Marketing). Anderzijds wordt aandacht geschonken aan methoden en technieken om bedrijfsprocessen te analyseren (Informatiesystemen) alsook om belangrijke bedrijfsbeslissingen, zoals investeringsbeslissingen, voor te bereiden (Financiering en Financieel Modelleren). Vakken die aan de orde komen zijn: Financiering 2.2, Informatiesystemen 2.2, Marketing 2.2 en Financieel modelleren 2.2. Periode 2.3: Practicum In practicumperiode 2.3 zal in plaats van werken aan een thema een bedrijvenspel worden gespeeld. Dit is een computerondersteunde simulatie van bedrijfsprocessen. Het doel hiervan is om een aantal kernaspecten van de (bedrijfs)economie concreet te maken en in hun onderlinge samenhang te laten zien. Hierbij moeten verschillende invalshoeken met elkaar verbonden worden om tot besluitvorming binnen een bedrijf te komen. Naast dit spel krijg je onderwijs in wetenschapsleer en economische filosofie. Toetsing hiervan vindt plaats aan de hand van opdrachten of een tentamen. Periode 2.4: Economische ontwikkeling In deze periode wordt aandacht besteed aan de beschrijving en verklaring van economische verschijnselen op macro-niveau. Hierbij zal met name stil worden gestaan bij de bepalende factoren voor productiviteit en economische groei, en de rol die technologische ontwikkelingen en innovatie daarbij spelen. De te behandelen stof is voornamelijk vanuit het perspectief van de omgevingsanalyse van belang voor studenten die vooral in de bedrijfseconomische sfeer werkzaam willen zijn. Vakken in deze periode zijn: Macro-economie 2.4, Internationale economie 2.4, Ruimtelijke economie 2.4 (regionale economie) en Inleiding vermogensrecht 2.4.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
35
Periode 2.5: Internationaal ondernemen en management In deze periode komen de internationaal opererende ondernemingen aan de orde. Dit gebeurt in de eerste plaats door aandacht te besteden aan de internationale omgeving waarin ondernemingen functioneren en dan vooral aan die landen die belangrijke verschillen vertonen met westerse economieën. Binnen twee disciplines (Management & Organisatie en Financiering) worden de gevolgen van het internationaal opereren nader uitgewerkt. In deze periode wordt hoofdzakelijk vanuit een corporate perspectief gewerkt, dat wil zeggen dat de meeste aandacht uitgaat naar zaken die spelen aan de top van internationale ondernemingen. Vakken in deze periode zijn: Ontwikkelingslanden en opkomende markten 2.5, Management en organisatie 2.5, Financiering 2.5 en Kwantitatieve methoden 2.5. Periode 2.6: Practicum In practicumperiode 2.6 is ruimte gereserveerd voor ethische bezinning, waarbij zowel aan marktethiek als organisatie ethiek wordt gedacht. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij onderwerpen die in periode 2.5 en periode 2.6 aan de orde zijn geweest.
2.5
Programma derde jaar Het derde jaar bestaat uit verplichte vakken, kernvakken en keuzevakken. Daarnaast moet je een werkcollege volgen en een bachelorscriptie schrijven. De verplichte vakken worden door elke derdejaars student gevolgd. De kernvakken in het derde jaar vormen het voorsorteertraject naar de masteropleiding. Hiervan moet je er twee kiezen. Keuzevakken, tenslotte, zijn bedoeld om je opleiding te verbreden en zijn vrij te kiezen uit een lijst beschikbare vakken. Sommige keuzevakken zijn verplicht als je naar een bepaalde master wilt doorstromen. Het is dus zaak om je goed te oriënteren op je kernvakken en keuzevakken om een goede aansluiting met de masteropleiding van je keuze te waarborgen. Het derde jaar is dus sterk verschillend van de eerste twee jaar. Het verschil zit vooral in de mogelijkheid om voor een deel zelf je jaarindeling te bepalen en een aantal vakken zelf te kiezen. Je zult dus zorgvuldig moeten plannen. De vakken die je volgt kunnen verder erg verschillen in werkvorm. Sommige werkvormen zijn verplicht, andere niet. Dit hangt af van de aard van het vak. Behalve de keuzevakken binnen de faculteit mag je ook vakken buiten de faculteit volgen. Hiervoor moet je wel eerst toestemming hebben van de examencommissie. In het derde jaar is het mogelijk een deel van je studie in het buitenland te volgen. Een aantal derdejaarsvakken wordt in het Engels aangeboden. Dit is deels als voorbereiding op de Engelstalige masteropleidingen, deels om ruimte te bieden aan internationale studenten. Schematisch ziet het derde jaar er als volgt uit: Verplichte onderdelen: • Bachelorscriptie (9 ects) • Methoden van onderzoek (6 ects) • Wetenschapsleer en methodologie (3 ects)
36
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Twee kernvakken uit: • Finance (6 ects) • Financial Accounting (6 ects) • Macro-economie (6 ects) • Management en organisatie (6 ects) • Marketing (6 ects) • Micro-economie (6 ects) Een werkcollege behorend bij een kernvak (6 ects) Keuzeruimte Je moet in totaal 24 ects aan keuzevakken besteden. Je kunt de keuzeruimte invullen met bijvoorbeeld vier vakken van 6 ects, maar andere combinaties zijn ook mogelijk. 2.5.1
Jaarindeling derde jaar periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3 (januari) Periode 4 (febr-mrt) Periode 5 (apr-mei) Periode 6 (juni)
Methoden en technieken van onderzoek voor AE/FE (Algemene Economie / Financiële Economie, nodig voor doorstroom naar MSc in Economics en Finance) of Keuzevak (1)
6 ects
Een kernvak, te kiezen uit: - Financial Accounting - Macro-economie - Marketing Methoden en technieken van BE (bedrijfseconomisch) onderzoek (nodig voor doorstroom naar MSc in Marketing, Accounting and Control en Business administration) of Keuzevak (1)
6 ects
Een kernvak, te kiezen uit: - Corporate Finance - Management en organisatie - Micro-economics Werkcollege Wetenschapsleer en methodologie Werkcollege (vervolg) Keuzevak (2) Keuzevak (3) Bachelorscriptie (scriptiewerkgroep) Keuzevak (4) Bachelorscriptie
6 ects
6 ects
6 ects 6 ects
Zie p.4 3 ects 6 ects 6 ects 6 ects zie p.6 6 ects 9 ects
Let op: de Master van je keuze bepaalt dus welke variant Methoden en Technieken je volgt: • Voor doorstroom naar MSc Economics en MSc Finance kies je Methoden en Technieken AE/FE in periode 1 en een keuzevak in periode 2; • Voor doorstroom naar MSc Marketing, Accounting & Control en Business Administration kies je Methoden en Technieken BE in periode 2 en een keuzevak in periode 1.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
37
Een werkcollege is alleen toegankelijk als je het bijbehorende kernvak hebt gedaan. Vanwege de aard van het werkcollege (materiaal verzamelen, paper schrijven, presenteren en verdedigen) is dit vak verspreid over periode 3 en 4. NB: Momenteel wordt onderzocht of het werkcollege zo ingericht kan worden dat er een betere aansluiting met het scriptietraject ontstaat. Het karakter van het werkcollege kan hierdoor wijzigen. Studenten worden hier via de scriptiehandleiding ruim van te voren over geïnformeerd. 2.5.2
Keuzevakken derde jaar In onderstaande tabel vind je de keuzevakken die je in je programma kunt opnemen. Voor de volledigheid zijn ook de verplichte vakken opgenomen. Het is ook mogelijk om vakken te kiezen die aangeboden worden door andere faculteiten, of door andere universiteiten. Als je dit wilt, moet je van te voren een verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding. Deze besluit of dit vak mag meetellen als keuzevak in je programma. Het adres is:
[email protected]. Stuur wel een uitgebreide studiegidsomschrijving mee inclusief een lijst van de gebruikte literatuur en studielast. Sommige vakken sluiten elkaar uit in verband met de overlap daartussen. Zo mag je de onderstaande derdejaarsvakken niet samen kiezen. Let op: Je moet altijd twee kernvakken doen om te kunnen slagen voor je bachelorexamen. Je kunt een kernvak niet vervangen door een disciplinevak. • •
Het keuzevak Management Accounting (economie) mag niet samen met het disciplinevak Management Accounting and Control (bedrijfswetenschappen) Het kernvak Management & Organisatie (economie) mag niet samen met het disciplinevak Strategic Management and the Strategy Process (bedrijfswetenschappen)
Periode 1 (sept-okt) Verplicht Kernvak Kernvak Kernvak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Methoden en technieken van AE- en FE onderzoek Financial Accounting (verplicht PDO Acc.) Macro-economie Marketing Consumer Behavior European Distribution and Supply Chain Logistics Management Accounting (verplicht PDO Acc.) Midden- en kleinbedrijf Ondernemingsrecht Advanced Human Resource Management Business Intelligence Management Accounting and Control Strategic Management and the Strategy Process
Periode 2 (nov-dec) Verplicht Kernvak Kernvak Kernvak Keuzevak
38
Methoden en technieken van BE onderzoek Corporate Finance Management en organisatie Microeconomics Accounting Information Systems (verplicht PGO Acc.)
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Economische en sociale geschiedenis International Economics Toegepaste kwantitatieve economie Urban Economics Enterprise Systems Knowledge Management Organization Perspectives and Dynamics
Periode 3 (januari) Verplicht Verplicht
Werkcollege (loopt door t/m periode 4) Wetenschapsleer en methodologie
Periode 4 (febr-mrt) Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Werkcollege (vervolg periode 3) Bedrijfseconomisch practicum Belastingrecht ( verplicht PGO Acc.) Christian Social Philosophy in an International Perspective Boekhouden (loopt door t/m periode 5) Development Economics E-Business Investments Marketing Research Environmental Economics and Management Toegepaste data-analyse Transport and Network Economics Financial Risk Management Logistics Organization Design Purchasing and E-Procurement
Periode 5 (apr-mei) Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Bachelorscriptie (scriptiewerkgroep) Boekhouden (vervolg periode 4) Economie van het onroerend goed Financial Management in not-for-profit Organisations Financial Statement Analysis International Marketing Labour, Care and Well-Being Strategy and Economics Strategy and Environment
Periode 6 (juni) Verplicht
Bachelorscriptie
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
39
De keuzevakken worden verzorgd door de volgende afdelingen Accounting Accounting Information Systems (verplicht PDG Acc; verzorgd door PGO Accountancy) Bedrijfseconomisch practicum Financial Statement Analysis (verplicht PDO Acc.) Financial Management in not-for-profit Organisations Management Acc. (verplicht PDO Acc.) Management Accounting and Control Ondernemingsrecht
Algemene en ontwikkelingseconomie Christian Social Philosophy in an International Perspective Development Economics Economische en sociale geschiedenis International Economics Labour, Care and Well-Being Midden- en kleinbedrijf Econometrie Strategy and Economics Toegepaste data-analyse Toegepaste kwantitatieve economie Financiering Financial Risk Management Investments
2.5.3
Marketing Consumer Behavior International Marketing Marketing Research
Management en organisatie Advanced Human Resource Management Organization Perspectives and Dynamics Strategic Management and the Strategy Process Strategy and Environment
Informatiekunde en logistiek Business Intelligence E-Business Enterprise Systems European Distribution and Supply Chain Logistics Knowledge Management Logistics Purchasing and E-Procurement
Ruimtelijke economie Economie van het onroerend goed Milieueconomie en management Transport and Network Economics Urban Economics
Inschrijven vakken derde jaar Voor alle vakken in het derde jaar economie en bedrijfseconomie en bedrijfswetenschappen moet je je van te voren inschrijven om deel te kunnen nemen. Dit moet je doen aan het eind van het tweede jaar. Aan het eind van het tweede jaar moet je een voorlopige planning van je derde jaar opgeven. Je geeft aan welke vakken je denkt te gaan volgen en in welke periode. Dit geldt voor álle vakken van het derde jaar: geef dus zowel je keuzevakken als je verplichte vakken op. Je kunt in elke periode ook een extra vak opgeven dat je wilt volgen. In totaal kun je dus drie vakken per periode opgeven. De planning is tevens een voorlopige inschrijving voor de vakken van het derde jaar. Meer informatie vind je in de vakbeschrijvingen en op www.studiegidsen.vu.nl. Je kunt je planning wijzigen of aanpassen tot circa vier weken voor een nieuwe periode begint. Dan wordt de inschrijving die periode definitief gemaakt en kun je de inschrijving voor die periode niet meer wijzigen.
40
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Als je niet bent ingeschreven voor een vak, of een vak wilt veranderen na de sluitingsdatum, kan dat alleen wanneer de capaciteit dat toelaat. Als je niet bent ingeschreven, heb je dus geen garantie dat je het vak alsnog kunt volgen. Hetzelfde geldt als je meer dan drie vakken in een periode wilt volgen. Je kunt dit allen doen door bij de start van dit extra vak een aanvraag te doen bij
[email protected]. Als de capaciteit het toelaat, kun je geplaatst worden. Je schrijft je in via www.feweb.vu.nl/inschrijven. Inschrijven kan dus niet via Blackboard. Belangrijke data:
2.5.4
t/m 30 juni
wijzigen planning periode 1, daarna staat de inschrijving voor periode 1 vast
t/m 30 sept.
wijzigen planning periode 2, daarna staat de inschrijving voor periode 2 vast
t/m 30 nov.
wijzigen planning periode 3, daarna staat de inschrijving voor periode 3 vast
t/m 15 jan. 2007
wijzigen planning periode 4, daarna staat de inschrijving voor periode 4 vast
t/m 28 febr. 2007
wijzigen planning periode 5 en 6, daarna staat de inschrijving voor periode 5 en 6 vast
Bachelorscriptie Om aan je scriptie te mogen beginnen moet je aan een aantal voorwaarden voldaan hebben. Zo moet je in elk geval 120 ects gehaald hebben. Daarnaast moet je het vak Methoden en Technieken gehaald hebben. Je moet aan de voorwaarden voldaan hebben op het moment van inschrijven. Bij het schrijven van je scriptie word je ingedeeld in scriptiewerkgroepen. Je wordt in deze werkgroepen begeleid bij het schrijven van je scriptie. De indeling gebeurt meestal op basis van onderwerp. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan je scriptie gesteld worden, de begeleiding en de procedure om je in te schrijven voor een scriptiewerkgroep vind je in de Handleiding Bachelorscriptie Economie en Bedrijfseconomie. Deze kun je vinden op Blackboard, onder Bachelorscriptieeconomie. Als je in het derde jaar je scriptie niet kunt schrijven, bijvoorbeeld omdat je niet voldaan hebt aan de ingangseisen, kun je dit doen in periode 2 en 3 van het jaar daarop. Je kunt dus op twee momenten in het jaar je scriptie schrijven: periode 5 en 6 en periode 2 en 3. Let op: je kunt niet starten met een masteropleiding zonder voltooide scriptie. Zie ook de paragraaf Voorwaardelijke toelating tot de master verderop in deze gids.
2.5.5
Stage Het is mogelijk om in je derde jaar een stage te doen. De stage mag niet gekoppeld worden aan een scriptie. Een van te voren goedgekeurde en goed volbrachte stage levert een vrijstelling op van twee keuzevakken (12 ects). Zie voor meer informatie Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
41
de Stagehandleiding Economie en Bedrijfseconomie, beschikbaar via Blackboard, onder Bachelorscriptie-economie.
2.6
Masteropleidingen In de masteropleiding ga je je verder specialiseren in een bepaalde discipline. De masteropleiding is een wetenschappelijke opleiding, waarbij niet alleen het doen van onderzoek, maar ook de toepassing van de wetenschap centraal staat. Zo neemt in alle masteropleidingen van onze faculteit het zelfstandig opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een belangrijke plaats in. Daarnaast wordt er ook veel met cases gewerkt. De toelating tot een masteropleiding is afhankelijk van het keuzetraject dat je in het derde jaar gevolgd hebt. Je zult de bij de master behorende kernvakken gevolgd moeten hebben. Zie hiervoor het doorstroomschema hieronder. Voor verder informatie verwijzen we je naar de studiegids Master Programmes. De masteropleidingen starten uitsluitend in september en duren één jaar. Een uitzondering is het honours track van de MSc Finance, Quantitative Finance, die anderhalf jaar duurt. Alle masters zijn Engelstalig. De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan. Alle masteropleidingen duren één jaar en beginnen uitsluitend in september. • • • • • • • •
2.6.1
42
Master of Science in Accounting and Control Master of Science in Business Administration Master of Science in Econometrics and Operations Research Master of Science in Economics Master of Science in Finance (NB: honours track Quantitative Finance duurt ca anderhalf jaar) Master of Science in Marketing Master of Science in Spatial, Transport and Environmental Economics Master of Philosophy (twee-jarige onderzoeksmaster)
Doorstroming bachelor-masteropleidingen Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Financial Accounting - Werkcollege Accounting - Keuzevak Financial Statement Analysis - Keuzevak Management Accounting - Methoden en technieken BE
►
MSc Accounting & Control 1)
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak M&O of disciplinevak Strategic Management and the Strategy Process - Disciplinevak Advanced Human Resource Management - Keuzevak E-Business - Methoden en technieken BE
►
MSc Business Administration
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - aanvullende eisen bepaald door de examencommissie econometrie
►
MSc Econometrics
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Micro-economie - Kernvak Macro-economie - Werkcollege Micro óf Macro - Methoden en technieken AE/FE
►
MSc Economics
Bachelor economie en bedrijfseconomie - Kernvak Microeconomics - Werkcollege Microeconomics - Methoden & technieken AE/FE Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Corporate Finance - Werkcollege Corporate Finance - Keuzevak Investments - Methoden & technieken AE/FE
►
MSc Spatial, Transport and Environmental Economics
►
MSc Finance
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Corporate Finance (niet verplicht, wel sterk aanbevolen) - Lineaire algebra voor W/N/ECT (FEW) - Investments - Methoden en technieken AE/FE - inleiding Econometrie (deel 1, 3 ects) - Econometrie 1 - Motivatiebrief - Een selectieinterview behoort tot de mogelijkheden
►
MSc Finance Honours track Quantitative Finance
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Marketing - Werkcollege Marketing - Keuzevak Marketing Research - Methoden en technieken BE
►
MSc Marketing
Bachelor economie en bedrijfseconomie - Belangstelling wetenschappelijk onderzoek - Goede resultaten
►
MPhil (twee-jarige researchmaster)
1)
Studenten die zonder deficiënties willen doorstromen van de MSc Accounting and Control naar de PGO Accountancy dienen de keuzevakken, Boekhouden, Accounting Information Systems en Belastingrecht te volgen. Als deze drie keuzevakken worden opgenomen, hoef je in jaar drie geen tweede kernvak te volgen. De inhoud van Accounting Information Systems wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Control and Audit in de MSc Accounting and Control. De inhoud van de derdejaars keuzevak Corporate Finance 3.2 wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Corporate Finance 4.2 (onderdeel van de MSc Accounting and Control, variant Controlling.
2.6.2
Voorwaardelijke toelating tot de master Om door te kunnen stromen naar een van de zeven masteropleidingen van de faculteit moet je beschikken over een bachelordiploma met het juiste vakkenpakket. Deze vakken vind je in het doorstroomschema. Als je niet beschikt over een afgeronde bacheloropleiding, kun je in aanmerking komen voor voorwaardelijke toelating tot de master als je voldoet aan de onderstaande voorwaarden: • •
je hebt jaar een en twee volledig gehaald je hebt alle verplichte onderdelen van jaar drie gehaald, alsmede het werkcollege en de twee kernvakken
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
43
• • •
je hebt de vakken gehaald die als ingangseis gelden voor de master die je kiest. Zie hiervoor het doorstroomschema je hebt een studieachterstand van maximaal 12 ects in uitsluitend derdejaars keuzevakken je moet de achterstand in keuzevakken binnen een jaar wegwerken
Als je een grotere studieachterstand hebt dan 12 ects of nog niet de vakken hebt gehaald die verplicht zijn voor de master, mag je nog niet beginnen met de masteropleiding. Je moet dan eerst je achterstand wegwerken.
2.7
Postmasteropleidingen Na afronding van een van de masteropleidingen is het mogelijk deze te vervolgen met een post-masteropleiding. In de post-masteropleiding vindt verdere specialisatie plaats en wordt je opgeleid voor een bepaald beroep, zoals registeraccountant of controller. De toelating tot de post-masteropleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding. Voor verdere informatie verwijzen we naar het hoofdstuk Algemene informatie in deze gids en onze website. Het is voor een selecte groep top-studenten mogelijk om na het behalen van de mastertitel door te stromen naar het PhD-programma van de faculteit. Dit programma wordt afgesloten met een promotie.
44
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
3
3.1
Overgangsregelingen
Overgangsregeling Bedrijfswetenschappen Met ingang van september 2007 wordt een curriculumwijziging ingevoerd in de opleiding Bedrijfswetenschappen. Dit gebeurt gefaseerd. Per september 2007 start het herziene eerste en derde jaar; in september 2008 wordt het nieuwe programma in het tweede jaar ingevoerd. De overgangsregeling is bij het ter perse gaan van deze gids nog niet geheel bekend. Deze is vanaf 1 juli 2007 te vinden in de digitale versie van deze gids op de facultaire website.
3.2
Overgangsregeling doctoraal naar bachelor-masterstructuur Zoals bekend is al het onderwijs in de vakken van de oude doctoraalopleiding beëindigd. Voor de doctoraalstudenten oude stijl gold tot en met 31 augustus 2007 een overgangsregeling. Deze regeling kunt u terugvinden in de studiegids 2006-2007.
3.3
Overgangsregeling Economie Studenten oude stijl die willen instromen in de bachelor-masterstructuur zullen in veel gevallen vakken opnieuw moeten doen om aan de vereisten van het bachelor- of masterexamen te voldoen. Voor reeds behaalde vakken in het doctoraalprogramma kunnen in sommige gevallen vrijstellingen worden verleend. Deze worden toegekend door de examencommissie. Verjaringstermijnen worden daarbij strikt gehanteerd. Ter indicatie: van mogelijke doctoraalvakken en hun vrijstellingen kan de studiegids 2006-2007 geraadpleegd worden. Hieraan kunnen echter geen rechten worden ontleend. NB: Een masterdiploma kan uitsluitend worden uitgereikt aan kandidaten die in bezit zijn van een bachelorgraad.
3.4
Overgangsregeling Econometrie & OR Studenten oude stijl die willen instromen in de bachelor-masterstructuur zullen in veel gevallen vakken opnieuw moeten doen om aan de vereisten van het bachelor- of masterexamen te voldoen. Voor reeds behaalde vakken in het doctoraalprogramma kunnen in sommige gevallen vrijstellingen worden verleend. Deze worden toegekend door de examencommissie. Verjaringstermijnen worden daarbij strikt gehanteerd. Ter indicatie: van mogelijke doctoraalvakken en hun vrijstellingen kan de studiegids 2006-2007 geraadpleegd worden. Hieraan kunnen echter geen rechten worden ontleend.NB: Een masterdiploma kan uitsluitend worden uitgereikt aan kandidaten die in bezit zijn van een bachelorgraad. Overgangsregeling bachelorstudenten die vóór 2003 gestart zijn Met ingang van het studiejaar 2005-2006 kunnen de vier econometrische hoofdvakken Deterministische optimalisering, Econometrie, Stochastische OR en Wiskundige economie in twee zelfstandige delen - deel 1 en deel 2 - behaald worden. Overgangsregelingen
45
Tevens wordt het toegestaan om niet alle vier de hoofdvakken compleet te doen. Van minimaal twee hoofdvakken dienen wel beide delen te worden afgelegd. Zie hiervoor het programma van jaar drie in deze gids. Voor de bepaling van het eindcijfer geldt het volgende: • Als men alleen deel 1 doet, moet men daarvoor minimaal een 5,5 halen; • Als men zowel deel 1 als deel 2 doet, moet men voor deel 1 minimaal een 5,5 en voor deel 2 minimaal een 5,0 halen. Het eindcijfer wordt dan over de twee delen gezamenlijk vastgesteld en zal gelijk zijn aan het gemiddelde over de twee afzonderlijke cijfers. Uiteraard moet dit gemiddelde minimaal een 5,5 zijn. Voor het vak Wiskundige economie geldt bovendien dat de inhoud van de delen 1 en 2 qua inhoud omgewisseld zijn. Studenten die in 2004-2005 deel 1 niet gehaald hebben, dienen dus vanaf 1 september 2005 deel 2 te doen. Studenten die in 20042005 deel 2 niet gehaald hebben, moeten dus vanaf 1 september 2005 deel 1 herkansen. Overgangsregeling eerste jaar studenten die gestart zijn in 2006-2007 Studenten die per september 2006 zijn gestart met hun opleiding, kunnen op de volgende manieren voldoen aan de exameneisen BSc Econometrie en OR. Indien Marketing 1.1 is behaald voor september 2007, kiezen studenten tussen onderstaande opties (a) en (b) a) (niet aanbevolen) Encyclopedie informatica (jaar 1, periode 5 en 6) en een bachelorscriptie van 12 studiepunten of b) (sterk aanbevolen) Financial Accounting en boekhouden (jaar 1, periode 5) Encyclopedie voor (bedrijfs)wiskunde in jaar 3 en een bachelorscriptie van 9 studiepunten Het reeds behaalde vak Marketing 1.1 wordt opgevoerd in de vrije keuzeruimte in jaar 3. Indien het vak Maketing 1.1 nog niet is behaald, geldt het volgende programma: Computational Modelling (jaar 1, periode 1), Financial Accounting en boekhouden (jaar 1, periode 5) een bachelorscriptie van 9 studiepunten en Encyclopedie (jaar 3) NB: Als het vak Encyclopedie al is behaald in jaar 1, is dit vervangend voor Encyclopedie in jaar 3.
46
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
4 naam code studiepunten contacturen periode co-ordinator doel
inhoud
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
subject code credits contact period co-ordinator aim
Examenonderdelen Accounting Information Systems 60341030 6 24 (24 hoorcollege) gecombineerd met activerende werkvormen 2 prof.dr. O.C. van Leeuwen Het leerdoel is het verwerven van een zodanige kennis van en inzicht in de grondslagen van de bestuurlijke informatieverzorging dat voor organisaties de bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden ontworpen en de opzet en de werking van de bestaande bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden beoordeeld. Cursisten hebben na afloop van de collegecyclus kennis van en inzicht in: • de verschillende te onderscheiden vormen van bestuurlijke informatie en de daaraan te stellen eisen in relatie tot het gebruiksdoel ervan in organisaties. Belangrijke eisen zijn eisen inzake de inhoud, de betrouwbaarheid, de tijdigheid en de presentatievorm van de bestuurlijke informatie • de organisatie van de informatieverzorging: de processen, de functies en de hulpmiddelen De inhoud van de cursus kent de hoofdthema's: • algemene grondslagen • fasen van de waardenkringloop • Starreveld, Van Leeuwen & Van Nimwegen, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 1: Algemene grondslagen. Meest recente druk. Groningen/Houten: Stenfert Kroese, ISBN 90 207 3052 5 • Starreveld, H.B. de Mare & E.J. Joëls, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 2A: Toepassingen. Fasen van de waardenkringloop. Meest recente druk. Alphen a/d Rijn: Samson Bedrijfsinformatie, ISBN 90 14 05695 8 • Bodnar, G.H. & W.S. Hopwood. Accounting Information Systems. Meest recente editie. Pearson Prentice Hall schriftelijk tentamen • Management en Organisatie • Financial Accounting Wijzigingen in de literatuur worden uiterlijk 1 maand voorafgaande aan de aanvang van het vak op de daarvoor geëigende wijze bekend gemaakt. Advanced Human Resource Management 61312000 6 20 hours (8 active participation, 12 lecture) 1 dr. Z. Sasovova In the last decades several views on managing human resources have been developed, investigated, and applied. During this course a number of these views will be discussed. The aim is to familiarize students with the developments in the field of the Human Resource Management (HRM). The
Examenonderdelen
47
content
form of tuition
literature examination format
entry requirements
themes that will be addressed are related to trends in management thinking: From the early systems thinking, via a variety of behavioral and economic perspectives to the current strategic view on HRM and social network theories. In the course Advanced Human Resource Management, theoretical models and main ideas behind Human Resource Management will be discussed, as they have developed over time. Several theoretical concepts on HRM will be treated and subdivided into three broad categories according to the reference disciplines of their origin (psychology, economics, and sociology). All three categories will be treated during separate lectures with ample time for discussion and application during active participation sessions (response hours). The basic concepts of the original theories will be considered together with their applications in the field of HRM. Lectures and response hours. During the lectures the obligatory literature will be addressed. In addition, a few guest lectures will be given by professionals from the HRM-practice. In the group seminars individual essays will be discussed and criticized. Both grades need to have a minimum score of 5.0 to pass the course. An up-to-date reader that is composed of 8 conceptual and empirical articles on HRM, published in acknowledged international journals. written interim examination 60% of the final grade. The exam will consist of open questions requiring short answers testing both in-depth knowledge and understanding of the material. essay 40% of the final grade. The intention of the essay is the application of the theoretical knowledge by addressing a current situation from HRM practice from at least two theoretical perspectives on Human Resource Management. The essay comprises a maximum of 5 pages and needs to be structured in such a way that on the basis of the discussed theories, one can give recommendations in a logic manner about the self chosen situation from practice. Furthermore, it is required to use additional literature to develop more in-depth understanding of the discussed Human Resource Management theories. Basic knowledge of human resource management processes and practices is assumed (equivalent to the 2nd year course Human Resource Management).
naam code studiepunten contacturen
Bedrijfseconomisch practicum 60381030 6 24 (24 practicum) Interactieve workshops en praktijkopdracht voor MKB onderneming (opdrachtgever) in samenwerking met medestudenten (opdrachtnemer) onder begeleiding van docent. periode 4 coördinator drs. A.C. Guldemond (
[email protected]) doel Het doel van het vak is een leerervaring te bieden die economische activiteiten combineert met het concreet ervaren van samenwerken in een groep. Kernwoorden voor dit vak zijn: samenwerken, actief, inventief, nieuw, niet eerder gedaan, businessmodel, onderhandelen, gedrag, leren en
48
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
feedback, zelforganisatie, initiatief, realiteitszin, analyseren en profileren. inhoud De adviesopdracht welke door een MKB bedrijf aan de studenten wordt gegeven vormt de kern van het vak. De inhoud wordt bepaald door het probleem en de studie tot op heden in een PVA welke door de docent wordt voorbereid in samenwerking met de klant. werkwijze • Twee sessies per week en een introductiecollege • Bedrijfsbezoeken (3 keer klantbezoek), trainingen en overlegsessies literatuur Literatuur uit voorgaande vakken. toetsing opdracht Beoordeling van de adviesopdracht door de opdrachtgever (50 procent) en docent (50 procent) op inhoud en samenwerking. Er is geen tentamen, de eindpresentatie door de groep voor de klant is het tentamen en valt in de tentamenperiode. entreevoorwaarden Af te raden is meer dan 2 vakken te doen tijdens een periode als BEP gevolgd wordt. opmerkingen Workshops op het gebied van samenwerken, communicatie en projectmanagement en tegelijkertijd een bedrijfsadviesopdracht in een middelgrote onderneming. Volgens een oud-student kun je van de docenten leren terwijl ze ook luisteren en je uitdagen op de dingen die je nog niet gedaan hebt. Hierbij kun je denken aan zelf onderzoeksvragen formuleren, interviews afnemen en onderhandelen met een opdrachtgever. De docenten zullen je uitdagen zelf kennis te maken en actief aan de slag te gaan. Het vak is geschikt voor studenten in de laatste fase van hun bachelorstudie met vragen over de praktische toepasbaarheid van de studie en over wat ze van werk kunnen verwachten. Het levert je plezier op, persoonlijk inzicht in jouw manier van samenwerken en in je persoonlijke kwaliteiten. Verder ga je bewust verbanden zien tussen vakken en krijg je inzicht in de complexiteit van het bedrijfsleven.Citaat van een student: 'Goed luisteren, organiseren en plannen worden op een zelfsturende wijze (met vallen en opstaan) geactiveerd'. Een voorbeeld van een opdracht is de bedrijfseconomische analyse van De Kievitshoeve met als gevolg afstoting van activiteiten, verbetering van economische performance en inzicht in toekomstperspectief van de onderneming www.kievitshoeve.nl naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Belastingrecht 60341070 6 24 (24 hoorcollege) 4 mr. H.A. Brasz Economen die werkzaam zijn in bestuurlijke functies en bedrijfsleven worden in toenemende mate geconfronteerd met gecompliceerde problematiek, waarbij fiscale aspecten een belangrijke en veelal doorslaggevende rol spelen. De econoom dient als intermediair te kunnen fungeren tussen opdrachtgevers (bijvoorbeeld ondernemingen en/of particulieren) en fiscale specialisten, m.a.w. fiscale problematiek te onderkennen. Dit wordt van steeds meer belang nu het belastingrecht jaarlijks gecompliceerder wordt en de fiscale gevolgen van allerlei beslissingen materieel een voortdurend grotere rol spelen. Het internationaal
Examenonderdelen
49
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard
belastingrecht wint daarbij sterk aan betekenis als aspect van internationale juridische en economische betrekkingen. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Voorts dient men de basiskennis te verdiepen door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het is daartoe wenselijk de studie in het vak belastingrecht vanaf de aanvang van het studiejaar ter hand te nemen, aangezien het programma is gericht op het verwerven van (kritisch) inzicht en het leggen van verbanden met andere maatschappelijke en economische vraagstukken. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economischmaatschappelijke vraagstukken. Deze methodiek prevaleert daarom boven het verwerven van parate-feitenkennis, zonder nochtans dit laatste te onderschatten. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld, zoals de economische betekenis van de belastingen; het verband tussen belastingen, maatschappij en recht; grondslagen van een rechtvaardig belastingstelsel in het licht van inkomensverdeling en collectieve uitgaven, e.d. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. Met ingang van collegejaar 2007-2008 bedraagt de studielast van het vak Belastingrecht 6 ects. Studenten die voor 2007 tentamen aflegden voor 12 ects en alsnog een herkansing dienen te doen, kunnen contact opnemen met de coördinator of kiezen om het 6-puntsvak te doen. Verplichte literatuur • Hofstra, H.J., e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht. Laatste druk, Deventer • Stevens, L.G.M., Elementair Belastingrecht voor Economen en bedrijfsjuristen. Deventer, 2007/2008 (bedoeld als inleiding en orientering op de stof) • Heithuis, E.J.W. & R.P. van den Dool, Compendium Vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer, 2007 • Belastingwetten, SDU of Kluwer of Vermande, uitgave 2007 • M.P. van Overbeeke/H.A. Brasz, Syllabus Internationaal Belastingrecht. 2007; verkrijgbaar bij de VU Boekhandel schriftelijk tentamen Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt.
naam code studiepunten contacturen
Boekhouden (voorheen werkcollege Accounting, variant boekhouden) 60311018 6 40 (20 activerende werkvormen, 20 hoorcollege) 2 uur hoorcollege en 2 uur activerende werkvormen per week. periode 4 en 5
50
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
docent drs. P.W. Boone doel Het inzicht geven in de wijze waarop financiële gegevens worden vastgelegd en verwerkt in het financiële informatiesysteem, ten behoeve de rapportage aan interne belanghebbenden (met het oog op het beheersen van de interne bedrijfsactiviteiten) en het verstrekken van informatie aan externe belanghebbenden (zoals aandeelhouders en verschaffers van vreemd vermogen) en daarnaast ook aan de belastingdienst. inhoud Bij dit vak/werkcollege komt de structuur en inrichting van het comptabele systeem aan de orde, ten behoeve van de verwerking en toerekening van opbrengsten en kosten, alsmede de kostenbeheersing. Voor de (geconsolideerde ) jaarrekening vormen de internationale accountingregels van de International Accounting Standards Board (IASB) het uitgangspunt. Verder wordt afzonderlijk aandacht besteed aan de fiscaal financiële verslaggeving vanuit het administratieve systeem. literatuur • J.M.J. Blommaert & A.M.M. Blommaert, Accounting en het interne systeem. Groningen: Stenfert Kroese, 2002, ISBN 90-207-3191-2 • J.M.J. Blommaert & A.M.M. Blommaert, Accounting en jaarverslag. Groningen: Stenfert Kroese, 2003, ISBN 90-207-3238-2 • J.M.J. Blommaer, A.M.M. Blommaert & R.E.C.M. Niessen, Accounting en belastingen. Groningen: Stenfert Kroese, 2002, ISBN 90-207-3193-2 toetsing schriftelijk tentamen en uitwerking opgaven opmerkingen Dit keuzevak Boekhouden bouwt voort op de kennis uit het vak Financial Accounting and Bookkeeping. Met dit keuzevak kun je zonder deficiënties instromen in de postgraduate accountantsopleiding. subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Business Intelligence 61312020 6 18 hours (6 tutorial, 12 lecture) 1 dr. J.F.M. Feldberg prof.dr. A.E. Eiben; dr. J.F.M. Feldberg The primary aim of this course is to establish an elementary frame of reference concerning business intelligence. Despite the fact that the course focus is primarily managerial and not technical, an important objective is to train students in the successful application of a popular decision support tool (Cognos Powerplay). By means of 'learning by doing' elementary skills in the usage of decision support systems are acquired. Students completing this course successfully, will be able to actively collaborate in sensible thinking and deciding about the benefits, development, application, and implementation of business intelligence solutions. The realization of business objectives and sustainable competitive advantage are keywords in this context. In addition to this, the frame of reference offers a point of departure for further self-study to deepen and broaden the knowledge offered. content Modern organizations, in particular the management of these organizations, tend to suffer more from an overload of data than from a lack of data. To a great extent this overload is caused by the overwhelming growth of information systems in organizations. Enterprise Systems (ERP), Customer Relationship Systems (CRM) as well as the growing number of Internet-
Examenonderdelen
51
literature examination format
recommended background knowledge
based applications (e.g. e-commerce) are all important sources for the explosion of financial, production, marketing and other business data. The challenge for most organizations is to develop and build systems that support the transformation of the collected data into knowledge. To be successful in this transformation processes organizations have to develop the capability to aggregate, analyze and use data to make informed decisions. This course deals with the theory concerning business intelligence as well as with the application of business intelligence solutions. To be able to successfully implement business intelligence solutions, one has to have knowledge about their functioning and proficiency in using them, as well as knowledge about their field of application, e.g., how to select, transform, integrate, condense, store and analyze relevant data. This course uses the term 'business intelligence' in a broad sense. A narrow interpretation would only deal with software solutions ('data warehousing' and 'online analytical processing'). The broad interpretation - to be used in this course - also includes: theories concerning decision making, related decision support systems and their application for management, i.e., data warehousing, online analytical processing and data mining. • Book (to be announced) • Various papers. written interim examination 65% practical test (weekly) business intelligence tutorial tests (35%). All tests and exams will be administered through a digital test environment. • Basic course in Information Systems, f.e. on the level of Laudon & Laudon, Management Information Systems, Managing the Digital Firm. 9th edition.Prentice Hall, 2004 • O'Brien, James A., Introduction to Information Systems. 12th edition. Mc Graw Hill, 2005
subject code credits contact period lecturer aim
Christian Social Philosophy in an International Perspective 60342060 6 24 hours (12 active participation, 12 lecture) 4 prof.dr. J.J. van Dijk Christian social philosophy has an international background, which is translated in every European society in its own national form. The aim is to give insight in the reasons for the different national translations of christian social philosophy in economic en governmental institutions. content Christian social philosophy has had a lot of consequences for the socioeconomic infrastructure of the Netherlands. Typical Dutch institutions, like the Social Economic Council (SER), Foundation of Labour, the legally binding procedure of the collective bargaining procedure and the role of the works council in Dutch organisations are based on the principles of Christian social philosophy. But Christian social philosophy is not a mere Dutch phenomenon. Also in other European and American countries Christian social philosophy is very vital. Every country has had its own national developments in thinking,
52
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
which had also other consequences for the socio-economic infrastructure. What were the main developments in Christian social philosophy in some other countries? Might one say there is a mainstream thinking at international level? What are the differences between the different countries and what is the reason for these differences? literature Will be announced later examination format paper based on international literature the students have to write a paper of 15 pages in which they deal with the developments in Christian social philosophy in one country. naam code studiepunten contacturen periode doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden
naam code studiepunten contacturen
Consumer Behaviour 60311050 6 24 (24 hoorcollege) (2 keer per week hoorcollege à twee uur) 1 Aan het einde van dit onderdeel is de student bekend met de belangrijkste wetenschappelijke inzichten in consumentengedrag. Daarbij ligt de nadruk op de psychologie van de consument en de invloed van de omgeving op het koopgedrag. Tevens is de student in staat deze kennis te vertalen naar het marketingbeleid van een organisatie Marketing begint en eindigt met de consument. Het begint bij het bepalen van consumentenbehoeften en eindigt bij het bepalen van tevredenheid na aankoop. Het verkrijgen van inzicht in koopgedrag van consumenten is daarom essentieel voor een succesvol marketingbeleid. Binnen de (micro-)economie ligt de nadruk veelal op het keuzegedrag van een rationele consument, die bereid is een bepaalde prijs te betalen voor goederen. Echter, vaak is het keuzegedrag van consumenten niet rationeel, maar wordt het beïnvloed door vooroordelen, reclame, of het bij een groep willen horen. In het vak consumentengedrag ligt de nadruk juist op deze minder rationele aspecten van keuzegedrag. Om deze aspecten te begrijpen en erop te kunnen inspelen worden in de cursus theorieën uit bijvoorbeeld de psychologie gebruikt, zoals theorieën over geheugen, leren, perceptie, attitude en motivatie. Consumentengedrag, dat eerder in de studie kort is behandeld, wordt in deze cursus verder uitgediept, deels aan de hand van extra artikelen en cases. Daarbij ligt de nadruk op inzicht in en toepassing van de verschillende theorieën. Wordt nog bekend gemaakt. schriftelijk tentamen (70%) en wekelijkse opdrachten (30%) • Bachelor Economie: Marketing 1.1 en Marketing 1.2 of • Bachelor Bedrijfswetenschappen: Marketing of • Toelating tot het Premaster programma voor de Master of Marketing Corporate Finance 60321010 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege)
Examenonderdelen
53
periode 2 docenten dr. A.B. Dorsman; prof.dr.ir. H.A. Rijken doel Introductie in de theorie en de praktijk van ondernemingsfinanciering en een introductie in de waardecreatie bij ondernemingen. inhoud Het college zal bestaan uit een mix van theoretische concepten en praktijk. Gestart wordt met het Modigliani en Miller raamwerk voor de ondernemingsfinanciering (irrelevantie solvabiliteit voor de waarde van de onderneming en de dividendpolitiek). Vervolgens wordt dit concept verder uitgebouwd met vennootschapsbelasting en faillissementskosten. Ook wordt in ruime mate aandacht besteed aan de bepaling van de kasstroom en de kostenvoet. Ook komt ruim aan bod het waarderen van ondernemingen en het bepalen of ondernemingen waarde creëren. In de bijbehorende werkcolleges zal theorie worden toegepast met het uitwerken van opgaven en praktijkcases. werkwijze activerende werkvormen 1 x per week 2 uur hoorcollege 2 x per week 2 uur literatuur Literatuur wordt bij het begin van het college bekend gemaakt. doelgroep Dit vak is een kernvak voor studenten Economie en een keuzevak voor studenten BWS en andere richtingen. Het is een toelatingsvoorwaarde voor de Master of Finance en het vak Corporate Finance 4.2. opmerkingen Het vak wordt gedoceerd in het Nederlands. subject code credits contact period lecturers aim
content
54
Development Economics 60332050 6 24 hours (24 lecture) + 1 day Africulture simulation game 4 dr. R.H. Oostendorp; dr. J.J.Y. Schipper The course introduces students to current economic research on development issues. The course is aimed both at students who have a general interest in developing countries and those who expect to deal with developing countries in their future career. Lectures are on important topics in economic development: income growth, poverty, inequality; markets for land, credit and insurance; foreign aid and corruption. The emphasis throughout the course is on the microeconomic analysis of decisions by households, policy makers, village leaders and other such agents. A central theme of the course is the relationship between poverty and development. How do poverty and inequality affect the functioning of rural markets and what are the effects on long-term growth? How do market failures such as information asymmetries determine outcomes in credit markets and what is the role of microfinance? Is development aid effective? What do we know about corruption and how to fight it? The lectures provide students with both a critical understanding of the theory as well as an empirical knowledge regarding these issues. A special feature of this course is the Africulture simulation game in which students experience microeconomic decisionmaking as a member of an African rural household: participants have to devise the best allocation strategy (which crops? migrate to the city? how large should the family be?) in a risky environment with various types of shocks (drought, illness). Good
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
thinking allows the family to prosper. literature Selected chapters from Debraj Ray, Development Economics, 1998 examination format written interim examination entry requirements The participants are expected to have some basic familiarity with the subject of development economics and preferably have a background in microeconomics. remarks For information contact Mrs. T. Heemskerk,
[email protected], tel.: 020-598 6140. See also our web-site http://www.feweb.vu.nl/ naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
literatuur
toetsing
naam code studiepunten contacturen
E-Business 61331070 6 24 (24 hoorcollege) indien mogelijk zal de cursus worden ondersteund middels activerende werkvormen gericht op het werken met mainstream E-Business toepassingen. 4 dr. T. Verhagen Het doel van het college is om basiskennis bij te brengen op het gebied van E-Business. E-Business wordt beschouwd vanuit een management perspectief. Aan de orde komt wat E-business is, wat de belangrijkste Ebusiness vormen zijn, en welke aspecten een rol spelen bij het laten slagen van E-Business activiteiten. Ook wordt er ruim aandacht besteed aan de koppeling tussen theorie en praktijk. Hoewel de primaire focus van deze cursus B2C zal zijn, komen ook belangrijke B2B aspecten aan de orde. In de colleges zullen de navolgende thema's en onderwerpen vanuit diverse vakgebieden - bedrijfseconomie, marketing, informatiekunde - worden uitgediept: • E-Business modellen • E-Marketplaces • E-Business strategie • E-Marketing en CRM • Mobile commerce • E-Government • Back-office integration (ERP) • Effectief website design • Online research In de collegeserie zal naast de theorie ook ruimte zijn voor gastsprekers die de E-Business praktijk toelichten. • Turban, e.a., Electronic Commerce: A Managerial Perspective. Upper Saddle River: Prentice Hall. De editie wordt later bekendgemaakt. • Aanvullende artikelen worden via de digitale leeromgeving dan wel dmv een reader ter beschikking gesteld schriftelijk tentamen open vragen. Economie van het onroerend goed 60341050 6 24 (24 hoorcollege) hoorcolleges, tweemaal wordt een prakticum/werkcollege gegeven waarin
Examenonderdelen
55
een opdracht moet worden uitgewerkt. periode 5 docenten dr. J. Rouwendal; dr. F.R. Bruinsma; drs. R. Vreeker doel Economie van het onroerend goed geeft een inleiding tot de theoriën en methoden die betrekking hebben op de markt voor onroerend goed (woningen, kantoren, winkels, bedrijfsterreinen, etc.). Het vak biedt een veelheid aan inzichten in de werking van de vastgoedsector zoals locatiekeuze, werking van de grondmarkt en ruimtelijke ordeningsbeleid. inhoud Een belangrijk deel van de investeringen in Nederland vindt plaats in onroerend goed. Het gaat om investeringen met een lange levensduur die een stempel zetten op de ruimtelijke inrichting van het land. Economische dynamiek manifesteert zich bij uitstek in de vastgoedmarkt (bouwactiviteiten, leegstand). Vanuit beleggersoogpunt is vastgoed een belangrijk deel van de portefeuille. Voor Amsterdam geldt dat de meest interessante ontwikkelingen op het gebied van onroerend goed zich de komende jaren zullen afspelen op de Zuidas. De onroerend goed markt is nauw verbonden aan de grondmarkt. In Nederland is die markt sterk gereguleerd, voornamelijk via het ruimtelijke ordeningsbeleid. Onderwerpen die aan bod komen zijn: deelmarkten (woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen en grond), actoren op de onroerend goed markt (gebruikers/bewoners, bouwondernemingen, projectontwikkelaars, beleggers), prijsvorming, overheidsbeleid, speculatie, huren of kopen, korte versus lange termijn, kosten-batenanalyse. literatuur • Denise DiPasquale & William C. Wheaton, Urban Economics and Real Estate Markets. Prentice Hall, 1996 • Syllabus over het Nederlandse ruimtelijke-ordeningsbeleid • Additioneel studiemateriaal en powerpoint slides met hoorcollegestof zullen via Blackboard beschikbaar worden gesteld toetsing schriftelijk tentamen met open vragen entreevoorwaarden geen opmerkingen Het vak heeft relaties met diverse andere keuzevakken uit het derde jaar, waaronder Urban Economics en Environmental Economics and Management. Het bevat een aantal aantrekkelijke toepassingen voor studenten uit de algemene en bedrijfseconomische afstudeerrichtingen. naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Economische en sociale geschiedenis 60321060 6 24 (24 hoorcollege) 2 dr. T.L.M. Kint prof.dr. C.A. Davids; dr. T.L.M. Kint Het bijbrengen en verdiepen van inzicht in de ontwikkelingsgang van hedendaagse economische en sociale structuren in de wereld en daarnaast vergroting van de economische en sociaal-historische kennis. inhoud Ondanks een grote verscheidenheid op bijna alle gebieden van maatschappelijk leven kan de wereld van vandaag gezien worden als een 'global village'. Zij is het resultaat van velerlei integratieprocessen, die vooral sinds de 19de eeuw op gang zijn gekomen, gekenmerkt worden door een
56
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
eigen dynamiek en in onderlinge verwevenheid op permanente voortgang gericht zijn. Op het economische en sociale deelveld van integratie zal aandacht worden besteed aan mondiale ontwikkelingen van na 1850, zoals internationale handel, internationale migratie en internationale kapitaalstromen. Ook onderwerpen die meer op zichzelf lijken te staan, zoals b.v. de geschiedenis van het coöperatiewezen, komen - ingepast in de integratievisie - aan bod. literatuur • C.M. Cipolla, Before the Industrial Revolution, European Society and Economy. 3rd edition. London / New York: W.W. Norton & Co., 1994 • D. S. Landes, The Wealth and Poverty of Nations, Why some are rich and some so poor. London / New York: W.W. Norton & Co., 1998; dan wel de vertaling: Arm en Rijk, 2e druk 2002, Het Spectrum, Utrecht (een aantal hoofdstukken in overleg met de docent vast te stellen). toetsing mondeling tentamen opmerkingen • Tijdens de colleges wordt veel aandacht besteed aan het stellen en beantwoorden van vragen, aan discussie en aan het trekken van historische parallellen • De cursus wordt gedoceerd in het Nederlands naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Enterprise Systems 61321060 6 24 (24 hoorcollege) 2 dr. E.R.K. Spoor Aan het eind van de cursus is de student in staat om, gefundeerd op wetenschappelijk onderzoek, uiteen te zetten wat Enterprise Systems voor organisaties (kunnen) betekenen, welke veranderingen de selectie, invoering en exploitatie van deze systemen in organisaties teweegbrengen en met welke modellen deze veranderingen zijn te verklaren. inhoud Enterprise Systems (ES) zijn complexe bedrijfsbrede informatiesystemen, die in de regel modulair zijn opgebouwd en instelbaar zijn met behulp van honderden parameters. Een ES heeft de pretentie een 'standaard pakket' te zijn. Het is echter slechts de visie van de leverancier van het ES op de processen in een bedrijfssegment. Leveranciers noemen zo'n visie ook wel een 'industry-solution' of 'branche-solution'. De verschillen die de leverancier tussen (potentiële) klanten in een segment ervaart of voorziet worden in het pakket vertaald naar modules en parameters. Daarmee is het pakket in bepaalde mate instelbaar voor de individuele organisatie. Ideaal dus, zou op het eerste gezicht kunnen worden geconcludeerd. Maar zo eenvoudig blijkt het niet te zijn. In de praktijk ervaren bedrijven, die willen overgaan op een ES, grote discrepanties tussen hun bedrijfsprocessen en de ondersteuning die ES-pakketten voor deze processen kunnen bieden. En toch worden ES erg veel en steeds meer toegepast, vooral bij grote bedrijven. Waarom kiest een bedrijf voor een ES? Zijn er alternatieven? En als er een ES wordt gekozen, wat moet er dan worden aangepast: de bedrijfsprocessen of het ES-pakket? Wat zijn de consequenties? Deze keuzes zijn moeilijk en de gevolgen kunnen enorm zijn. Het college behandelt enterprise systems eerst vanuit de leverancier. Aan orde komen: de architectuur en inrichting van ES, de opkomst van service-
Examenonderdelen
57
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
georiënteerde architecturen en de gevolgen voor de ES-markt, het implementatietraject en de projectinrichting. Daarna wordt de medaille omgedraaid en staat de problematiek van de invoering en het gebruik van een enterprise system, bezien vanuit de organisatie, centraal. Ervaringen met deze systemen en problemen met aanpassing van de organisatie en/of het ES laten zich vertalen naar ideeën over succes. Verschillende manieren om tegen organisatorische verandering aan te kijken geven een ondergrond voor de rol van creativiteit in het veranderingsproces, voor het omgaan met tegenstellingen tijdens de implementatie en voor het lastige proces van het kiezen van een ES. Beide kanten van de medaille geven een beeld van het spanningsveld tussen de leverancier met diens generieke oplossing en de organisatie met diens specifieke procesvoering. Gedurende de collegeweken kunnen studenten deelnemen aan een cyclus van wekelijkse opdrachten. Studenten ontvangen iedere week via Blackboard een aantal vragen over de te bestuderen literatuur. De antwoorden op die vragen, ingeleverd via Blackboard, worden wekelijks nagekeken en van een cijfer voorzien. Studenten kunnen hiermee 40 procent van hun eindcijfer verdienen. Deelname is niet verplicht. Een aantal artikelen, welke op Blackboard ter beschikking worden gesteld. schriftelijk tentamen 60% van het eindcijfer. opdracht 40 % van het eindcijfer. Als het gemiddelde cijfer van de opdrachten lager is dan het tentamencijfer, of als er niet is deelgenomen aan de opdrachten, dan telt alleen het tentamencijfer.
subject code credits contact period docent aim
Environmental Economics and Management 60332100 6 24 hours (24 lecture) 4 prof.dr. C.A.A.M. Withagen Environmental economics and management deals with the relationship between natural resources, environmental quality, sustainable development and environmental policy. Attention is given to economic as well as business and managerial aspects of environmental processes and problems. content Environmental economics and management studies environmental problems from an economic and managerial perspective. In particular it focuses on the structural relationship between the environment, nature, economic systems and economic changes. The environment is the material basis of economic development, and thereby functions as a fundamental source of welfare. This source function is jeopardized by pollution and overexploitation of renewable and non-renewable natural resources. Environmental policy aims at controlling these processes. The objective of the course is to offer a balanced combination of theories, real world examples and appropriate methodology at different levels, ranging from the firm level to the world scale. The following subjects will be treated. • Economic growth, sustainable development and the environment
58
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
The theory of externalities and policy instruments National and international environmental policy in practice • Natural resource economics • Theory and applications of environmental valuation • Cost-benefit analysis of environmental changes and projects • Economic approaches to international environmental problem, including acid rain and the greenhouse effect (climate change) • Environmental management, including strategy, marketing, organisation, information systems, technology, environmental reporting and waste management form of tuition • Classes 24 hours • Cases 16 hours • Self study 120 hours literature • Kahn, J.R. (2005), The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition. Texas, USA: The Dryden Press, Forth Worth • Articles from books and journals will be made available • Powerpoint slides with lectures will be made downloadable through Blackboard remarks The course contains attractive applications of theories and methods taught in earlier general and business economics courses (microeconomics, growth theory, international economics, accounting, marketing, organisation and management). • •
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
European Distribution and Supply Chain Logistics 60331030 6 24 (4 werkcollege, 20 hoorcollege) 1 prof.dr. A.R. van Goor Door samenwerking op Europese schaal met leveranciers en afnemers is het distributiebeleid voor veel ondernemingen drastisch gewijzigd. In dit vak gaan we in op de logistieke aspecten waarmee producenten, retailers en logistieke dienstverleners te maken krijgen als ze overgaan van nationale distributie op Europese distributie. inhoud Distribution and Supply Chain Management: • Trends in European Distribution • Trends in Supply Chain Management Fundamentals of European Distribution Logistics: • Integrated Concept European Distribution Logistics • Distribution Logistics and Product Characteristics • European Transport Network • European Warehousing and Site Selection • Inventory Management and DRP • Cost Management • Economic Trade Off Decisions • Pipeline Management • Contract logistics • European Distribution Strategy Development Approach • ICT in European Distribution Logistics
Examenonderdelen
59
Demand and Supply Chain Management: Integrated Concept DSCM • E-business and E-Logistics • Efficient Replenishment Upstream • Advanced Planning and Scheduling Supply Chain Control and Realization literatuur • A.R. van Goor, M.J. Ploos van Amstel & W. Ploos van Amstel. European Distribution & Supply Chain Logistics. Groningen: Wolters / Stenfert Kroese, 2003 • Reader (electronisch) met geselecteerde artikelen toetsing schriftelijk tentamen 70% van het eindcijfer werkstuk 30% van het eindcijfer opmerkingen Met name voor studenten bedrijfswetenschappen die een specialisatie TDL overwegen wordt strongly advised om dit vak te volgen. Logistieke dienstverleners (het accent bij Intro TDL) maken gebruik van alle concepten, die in dit vak (EDSCL) worden besproken. Maar dit vak vormt een zelfstandig en afgerond geheel en behoort eigenlijk tot de bagage van alle BWS-studenten. Het vak EDSCL heeft geringe overlap met het vak Logistics. •
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing
60
Financial Accounting 60311080 6 36 (36 hoorcollege) afgewisseld met behandeling van vraagstukken en cases 1 drs. P.W. Boone Dit kernvak bouwt voort op de basiskennis uit het vak Financial Accounting en boekhouden. Het doel is om de kennis van de externe financiële verslaggeving uit te breiden en te verdiepen door behandeling van enkele van de meer complexe problemen die zich hierbij in de praktijk voordoen. Uitgangspunt hierbij is de huidige internationale regelgeving op dit gebied. Na het volgen van dit vak beschikt de student over de kennis en vaardigheden om zich een gefundeerd oordeel te vormen over veel van de vraagstukken rond verslaggeving zoals die de laatste jaren met enige regelmaat in het nieuws verschijnen. Inleiding institutioneel kader externe verslaggeving: het 'conceptual framework' van de International Accounting Standards Board (IASB), inleiding op International Financial Reporting Standards (IFRS) van de IASB, de geconsolideerde jaarrekening en de verwerking van fusies, overnames en deelnemingen. Verder komen ook specifieke onderwerpen aan bod (o.a. immateriële vaste activa en impairment, belastingen, leasing, vreemde valuta). • Klaassen, J. & M.N. Hoogendoorn, Externe verslaggeving. 6e druk. Groningen: Stenfert Kroese, 2004, ISBN 90-207-3277-3 • Syllabus Externe Verslaggeving • Twee jaarrekeningen schriftelijk tentamen
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
opmerkingen Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control. naam code studiepunten contacturen
periode docenten doel
inhoud
literatuur
toetsing opmerkingen
subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Financial Accounting en Boekhouden 1.5 60141000 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) Activerende werkvormen: wekelijks twee uur. In het eerste uur presenteren studenten de uitwerkingen van cases die zij hebben ingeleverd. In het tweede uur krijgen de studenten de gelegenheid om (met behulp van het boek) een opgave uit te werken en in te leveren, die betrekking heeft op de leerstof van die week. Hoorcollege: wekelijks 4 uur. 5 drs. F. Duimstra; drs. W.M. van der Vooren Het doel van Financial accounting en boekhouden is het verwerven van kennis van en inzicht in de financiële verslaggeving en de wijze van totstandkoming van die verslaggeving van organisaties vanuit de behoefte aan informatie van geïnteresseerden buiten de organisaties. Een nevendoel van het vak is om de aanpak van complexe problemen en analysevaardigheden van studenten te ontwikkelen en/of te verbeteren door middel van het operationaliseren van de kennis door het uitwerken van opgaven. Accounting betreft de financieel-economische berichtgeving van organisaties. Het vak Financial accounting en boekhouden richt zich op externe belangstellenden. Gebruikelijke communicatiemiddelen zijn daarbij: de balans (een overzicht op een bepaald moment, van de investeringen in een organisatie (bedrijf) en de bronnen waarmee deze investeringen zijn gefinancierd), de resultatenrekening (een overzicht waarop de kosten en de opbrengsten over een periode staan vermeld) en een kasstroomoverzicht (een overzicht dat inzicht geeft in ontvangsten en uitgaven van liquide middelen in een bepaalde periode). De toevoeging 'boekhouden' aan dit vak geeft aan dat er niet alleen op de uiteindelijke informatie wordt gelet, maar ook op de wijze van totstandkoming van deze informatie: het administratieve proces. Needles, E. Belverd & Marian Powers, Financial Accounting. 9th edition. Boston/New York: Houghton Mifflin Company, 2004, ISBN 0-61931074-6 schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit mc- en open vragen. Het inleveren (en presenteren) van serieuze uitwerkingen kan een positieve invloed (maximaal 1 bonuspunt) op het tentamencijfer hebben. Financial Management in not-for-profit Organisations 60342010 6 24 hours (24 tutorial) 5 drs. G.T. Budding drs. G.T. Budding; prof.dr. T.L.C.M. Groot The most important goals of this course are: • To gain more insight into governmental and not-for-profit organizations
Examenonderdelen
61
To gain more insight into financial management (particularly Accounting) techniques • To develop a critical attitude towards the use of financial management techniques in the context of not-for-profit organizations content Not-for-profit organizations play an essential role in society. Therefore, it is important to pay special attention to these organizations. In using financial management (particularly Accounting) techniques, one has to take into account the sector specific characteristics of these organizations, such as the political environment, problems in measuring the output and the reimbursement by taxes or subsidies instead of prices. These specific conditions as well as the complications they bring about are dealt with during this course. literature To be announced examination format assignment presentation •
subject code credits contact period co-ordinator aim
content
62
Financial Risk Management 61332080 6 24 hours (24 lecture) and active participation 4 ir. F.W. van den Berg This course expands on financial topics covered in the first and second year. While in Financial Management / Corporate Finance the financial function of an industrial or trading corporation is analyzed, we concentrate in this course on Financial Markets and Financial Institutions and analyze how these institutions protect themselves against financial risk (credit, foreign exchange, interest rate, international, operational etc.). The structure of financial markets is also analyzed. Hedging of (financial) risk through various advanced instruments (derivatives et al) is explained. The aim is to prepare students for a (possible) career in the FBI sector: Finance, Banking (commercial and investment) and Insurance, incl. pension funds, investments funds, stock markets, Euronext, DNB, ECB, AFM etc. The following topics, issues and concepts will be dealt with: • Determination and management of various financial risks, such as Liquidity risk, Sovereign risk, Insolvency risk, Interest Rate risk, Foreign Exchange risk etc. including concepts as Value-at-Risk, Stress Test, Gap analysis, Immunization, (Modified) Duration, Disintermediation, Securitization. • Asset Liability Management (at basic level) and (International) Financial Risk Management (incl. application of derivatives such as swaps, options, futures and forwards) to hedge against the volatility of interest rates and exchange rates. • Credit extension by banks: credit analysis, risk classification, financing need projections, credit classification, pricing, collateral, procedures, covenants, legal lending contracts. • Financial products: types of loans such as mortgages, revolving credits, term loans; convertible / subordinated bonds, commercial paper, money market instruments, trade credit, preference shares, venture capital,
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
mezzanine financing, warrants. Several Financial Scandals which are (partly) the result of insufficient control, such as: Barings - Nick Leeson; junk bonds - Michael Milken; Savings & Loans banks in USA; Wall Street crash '29 - '33; Octobre 1987 crash; LTCM - Long Term Capital Mgt.; problems with Continental Illinois Bank, Penn Square Bank, Bankers Trust Co., BCCI, Herstatt Bank, Credit Lyonais / Slavenburg Bank; insider trading - Ivan Boesky; derivatives problems with Orange County / Procter & Gamble; Enron; Parmelat; Amaranth; Tyco; WorldCom. Lectures, discussions, videos Saunders, Anthony & Marcia Millon Cornett, Financial Institutions Management: A Risk Management Approach. 5th edition. McGraw-Hill, 2005/6 written interim examination This course is a core course for Business Administration students specializing in Finance, Banking & Insurance (FBI). Students must be familiar with Corporate Finance / Financial Management as covered in the 1st and 2nd year. Pre-master students (from a finance, economics, accounting or equivalent background) must familiarize themselves with this material beforehand. This is not a basic finance course. Knowledge of financial accounting and corporate finance is a prerequisite.
•
form of tuition literature
examination format entry requirements
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
Financial Statement Analysis 60311090 6 24 (19 hoorcollege, 5 casecollege) 5 drs. E. de With Accounting-informatie vormt in veel ondernemingen de kern van de financiële informatieverstrekking aan managers, vermogensverschaffers, beleggers en andere partijen. Het doel van dit keuzevak is om de student te leren dit soort informatie te analyseren en te gebruiken, door het aanbieden van zowel een fundamenteel denkkader als praktische technieken. Financial Statement Analysis (FSA) houdt zich bezig met het analyseren van financiële informatie van ondernemingen, met name informatie uit de financiële overzichten. Na een inleiding wordt aandacht besteed aan 'standard setting'. Vervolgens worden de belangrijkste elementen van de jaarrekening (balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht) behandeld. Daarna wordt begonnen aan de daadwerkelijke analyse van de jaarrekening. Deze analyse bestaat uit vier onderdelen: Strategy Analysis, Accounting Analysis, Financial Analysis en Prospective Analysis. Aan het einde van de collegecyclus wordt ingegaan op twee toepassingen: kredietwaardigheidsonderzoek en waardering van acquisities. Bij het laatste onderwerp wordt ook kort aandacht besteed aan reële opties. Palepu, Krishna G., Paul M. Healey & Victor L. Bernard, Business Analysis and Valuation: Using Financial Statements, Text and Cases. 3rd edition. Thomsom/South Western, 2004, ISBN 0-324-20252-0. schriftelijk tentamen Financial Accounting 3.1 De case-colleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende vijf
Examenonderdelen
63
colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. De cases zijn ontleend aan de jaarrekeningen van toonaangevende Amerikaanse en Nederlandse beursfondsen, zoals Microsoft, Mc Donald's, Home Depot, Amazon.com, Wal-Mart, Dell Computer, Procter & Gamble, Philips, Shell en Akzo Nobel. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot registeraccountant en registercontroller. naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
Financieel modelleren 2.2 60221130 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 dr. S.A. Borovkova Inzicht verkrijgen in modellen / methodieken om risico's te kwantificeren. Voor het kwantificeren van aandelen risico's zijn modellen zoals het CAPM en het APT beschikbaar. Voor het beoordelen van investeringsprojecten zijn scenario analyse, reële opties, Monte Carlo analyse en de delta methodiek beschikbaar. Voor een juiste toepassing en begrip van deze modellen / methodieken is inzicht in de rekenkundige achtergrond van deze modellen onontbeerlijk. In de hoorcolleges wordt uitgebreid ingegaan op begrippen als (co)variantie, diversificatie etc. In de werkcolleges wordt een groot deel van het inzicht verkregen door oefening, welke zullen bestaan uit concrete risicoen waarderings vraagstukken uit de praktijk. werkwijze 3 x 2 uur werkcolleges, 6 x 2 uur hoorcolleges literatuur • Benninga, S., Financial Modelling • Achtergrond literatuur: Berk & DeMarzo, Corporate Finance. Dit boek wordt gebruikt in meerdere financieringsvakken in het Bachelor Economie programma. toetsing schriftelijk tentamen
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
64
Financiering 1.5 60141010 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Drie colleges AWV waarvoor een bonuspunt verkregen kan worden. 5 ir. F.W. van den Berg (
[email protected]) Kennis en inzicht verschaffen in het financiële functioneren van de onderneming en de basis leggen voor het waarderen en selecteren van financiële en niet-financiële investeringsmogelijkheden. In dit vak worden het ontstaan van de financieringsbehoeften en de uitgangspunten van financieel management behandeld. Daartoe worden eerst de ondernemingsdoelstellingen onder de loep genomen. De begrippen waardecreatie en waardering spelen daarbij een cruciale rol. Het gebruik van netto contante waarden (NCW, PV, FV, annuïten) bij de waardering van vreemd en eigen vermogen, i.e. obligaties en aandelen, alsook bij het bepalen van het investeringsbeslissingcriterium, wordt uitgebreid behandeld (NPV, IRR, PBP, AAR). Ten slotte worden financiële planning en financieel
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
management op de korte termijn behandeld, evenals bepaling van de financieringsbehoefte. De betekenis van financiële analyse wordt aangegeven, maar dat wordt verder uitgewerkt bij Financial Accounting en boekhouden, dat in hetzelfde blok wordt gegeven. literatuur Jonathan Berk & Peter DeMarzo, Corporate Finance. 1st edition. Pearson / Addison Wesley. Dit boek is meer studentvriendelijk dan Brealey / Myers met uitgebreide digitale ondersteuning en wordt daarom voortaan gebruikt voor Fin 1.5, Fin 2.2, Fin 2.5 en Corporate Finance 3.2. Brealey / Myers blijft nog wel het voorgeschreven tekstboek voor Strategic Financial Management. toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Financiering 2.2 60221010 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 ir. F.W. van den Berg Voortbouwend op Financiering 1.5 inzicht geven in en omgaan met risico voor investeringsbeslissingen. Kennis en inzicht geven hoe financiële markten kosten in rekening brengen voor onzekerheid. Tevens basis leggen voor Portfolio Theory, Behavioral Finance, Venture Capital en Initial Public Offerings (IPO). inhoud Dit vak bouwt voort op de stof over waardering van investeringen en de werking van kapitaalmarkten, zoals ingezet in Financiering 1.5. Het vak wordt ook in nauwe samenwerking gegeven met het vak Financieel Modelleren dat simultaan wordt gegeven. Centraal staat de investeringsbeslissing vanuit de onderneming en vanuit de financiële markt. De waardering van onzekere projecten wordt besproken. De risk-return relationship, de moderne portefeuille theorie (MPT) en het capital asset pricing model (CAPM) worden geïntroduceerd als bouwstenen voor een integratie van de stof van blok 1.5 met die van waarderen onder onzekerheid. Ook op de werking van financiële markten wordt nader ingegaan met de eerste emissie van aandelen van nieuwe bedrijven (IPO), de efficiënte markt hypothese (EMH) en de anomalieën daarop. Op deze manier krijgen studenten een fundamenteler inzicht in de werking van waardecreatie door ondernemingen. Hoorcollege: • Risico, standaard deviatie, diversificatie, beta • Portfolio theorie (MPT), CAPM, APT • Cost of equity, cost of capital, WACC • Mergers and Acquisitions • Capital budgeting, investment decisions • NPV, EVA, forecasting, agency problems • Issuance securities, IPO, underwriting werkwijze Behalve zes hoorcolleges horen bij dit vak drie AWV-colleges. Studenten dienen zelf voor ieder hoorcollege het betreffende hoofdstuk te bestuderen. Bij ieder hoofdstuk staan te bestuderen 'quiz'-vragen in het boek met de antwoorden achterin. literatuur Jonathan Berk & Peter DeMarzo. Corporate Finance. 1st edition. Pearson / Addison Wesley. Dit boek is meer studentvriendelijk dan Brealey / Myers
Examenonderdelen
65
met uitgebreide digitale ondersteuning en wordt daarom voortaan gebruikt voor Fin 1.5, Fin 2.2, Fin 2.5 en Corporate Finance 3.2. Brealey / Myers blijft nog wel het voorgeschreven tekstboek voor Strategic Financial Management. toetsing schriftelijk tentamen zowel over theorie als toepassingen en vraagstukken. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden
Financiering 2.5 60241010 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 5 dr. J. Koeter-Kant Voortbouwend op eerdere verplichte financieringsvakken, benoemen we de aandachtsgebieden voor de internationale financiële manager en ontwikkelen we inzicht in deze gebieden op basis van bestaande theorie. In dit vak wordt kennisgemaakt met de belangrijkste inzichten en concepten op het gebied van internationaal financieel management. Tijdens de activerende werkvormen wordt de student in de gelegenheid gesteld om de aangereikte theorie toe te passen met behulp van actuele vraagstukken. Dit kunnen recente artikelen zijn of andersoortige voorbeelden uit de praktijk. De activerende werkvormen hebben dan ook een hoog praktijkgehalte. • Berk & DeMarzo, Corporate Finance.1th edition. 2007 • Additionele literatuur kan worden toegewezen schriftelijk tentamen Dit vak bouwt voort op de stof behandeld in financieringscolleges in eerdere blokken. De student wordt geacht deze stof, die in eerdere financieringscolleges is behandeld, te beheersen.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Geschiedenis van economische instituties 1.4 60131090 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 dr. T.L.M. Kint prof.dr. C.A. Davids; dr. T.L.M. Kint Het verwerven van kennis over - en inzicht in de historische achtergronden van onze huidige economische orde(s) in de wereld, Europa en Nederland. inhoud Dit vak omvat zowel de meer algemene economische geschiedenis als de ontwikkeling van bedrijven en het bedrijfsleven in de geschiedenis. Het accent ligt hierbij op de 20e eeuw. Aandacht wordt besteed aan de redenen van het ontstaan van de instituties die ten grondslag liggen aan onze huidige samenleving. Verder komt in het onderwijs enerzijds het verloop en verklaring van de economische ontwikkeling op de lange termijn aan de orde, anderzijds de continuïteit en verandering in de strategie en structuur van bedrijven in relatie tot hun omgeving (technische ontwikkeling, markten, overheidsbeleid, formele en informele instituties en normen- en waardenpatronen). literatuur H. Houtman-deSmedt & L. Cuyvers, Vijf Eeuwen Wereldeconomie. Leuven, 1999 toetsing schriftelijk tentamen
66
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Studenten die met goed gevolg de activerende werkvormbijeenkomsten hebben gevolgd verkrijgen voor het schriftelijk tentamen een bonuspunt, met die beperking dat voor het tentamen maximaal het cijfer tien kan worden behaald. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Informatiesystemen 2.1 60211100 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 1 drs. F.E.J.M. Derksen In toenemende mate zijn organisaties in hun bedrijfsvoering afhankelijk van informatiesystemen. In de cursus Informatiesystemen 2.1 gaan we op zoek naar de factoren die van invloed zijn op een succesvolle toepassing van informatiesystemen in organisaties. We bespreken de werking van informatiesystemen en verschillende manieren waarop informatiesystemen kunnen worden ontwikkeld, ingezet en beheerd. Belangrijke onderwerpen zijn beveiliging, strategisch informatiebeleid en het herontwerp van bedrijfsprocessen. Voor het uitwerken van case studies werken we onder andere met de conceptuele modelleertaal UML. In het vervolgvak Informatiesystemen 2.2 (periode 2.2) gaan we verder in op de mogelijkheden van E-commerce, en op recente ontwikkelingen op het gebied van intelligente systemen en kennismanagement. De nadruk ligt dus op bedrijfsmatige aspecten van het gebruik van informatiesystemen; technologie wordt behandeld voor zover dit nodig is om inzicht te krijgen in management vraagstukken. inhoud • succesfactoren voor de toepassing van informatiesystemen • werking van informatiesystemen • modellering van bedrijfsprocessen en van gegevens (UML) • verandermanagement en herontwerp van bedrijfsprocessen • strategie en planning van het ontwikkelen en invoeren van informatiesystemen • beheer, beveiliging en onderhoud van informatiesystemen. literatuur • Laudon, K.C., & J. P. Laudon, Management Information Systems: Managing the Digital Firm. 9e (of nieuwere) druk. Prentice Hall, 2006, in het bijzonder hoofdstukken 1,2,3,6,7,12,13,14 • Aanvullend materiaal wordt beschikbaar gesteld op Blackboard toetsing schriftelijk tentamen Actieve deelname aan de activerende werkvormen en een goede beoordeling van de uitgewerkte opdrachten leveren een bonuspunt op.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Informatiesystemen 2.2 60221100 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 drs. F.E.J.M. Derksen Door de koppeling van informatiesystemen zijn organisaties in staat hun bedrijfsprocessen steeds verder te integreren. De cursus Informatiesystemen 2.2 gaat verder in op deze ontwikkelingen. Het college bouwt voort op
Examenonderdelen
67
inhoud
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
Informatiesystemen 2.1 (periode 1). We behandelen de werking van computernetwerken en het Internet, en de mogelijkheden en uitdagingen van elektronische handel (E-commerce). Ook een aantal ethische en sociale aspecten van het gebruik van informatietechnologie komt aan bod. Denk bijvoorbeeld aan de bescherming van persoonsgegevens. Verder besteden we uitgebreid aandacht aan kennismanagement en aan de toepassing van zogenoemde 'intelligente systemen' bij het ondersteunen van beslissingen. Deelnemers aan de activerende werkvormen doen vaardigheid op in het ontwerpen, bouwen en testen van een interactieve website. • Electronic Commerce • werking van computernetwerken en Internet • ethische en sociale aspecten van informatietechnologie • bruikbaarheid van interactieve websites • kennismanagement • toepassing van intelligente systemen • Laudon, K.C., & J. P. Laudon, Management Information Systems: Managing the Digital Firm. 9e (of nieuwere) druk. Prentice Hall, 2006, in het bijzonder hoofdstuk 3, 4, 5, 8, 9, 12, 13. • Aanvullend materiaal, waaronder enige wetenschappelijke artikelen, wordt beschikbaar gesteld op Blackboard. schriftelijk tentamen Actieve deelname aan de activerende werkvormen en een goede beoordeling van de uitgewerkte opdrachten leveren een bonuspunt op. De stof van Informatiesystemen 2.1. wordt bekend verondersteld.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Inleiding vermogensrecht 2.4 60231140 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 mr. P.G. Vertin Het verwerven van enige kennis en vaardigheid op het terrein van het vermogensrecht. Mede aan de hand van cases dient de student zelfstandig rechtsregels (waaronder wetsartikelen) te kunnen toepassen op concrete gevallen. inhoud Het vermogensrecht heeft betrekking op de op geld waardeerbare en rechtens te respecteren belangen van mensen. Centraal staan het goederenrecht (waaronder de zekerheidsrechten) en het verbintenisrecht. Daarbij komt tevens de aansprakelijkheid voor eigen daden en die van anderen aan de orde. literatuur • J.H. Nieuwenhuis, Hoofdstukken Vermogensrecht. 2006 (ca. 200 p.) • Burgerlijk Wetboek (boek 1 t/m 8). Kluwer 2006/2007. Dit wetboek is een hulpmiddel dat op college en op tentamen kan worden gebruikt. toetsing schriftelijk tentamen daaraan voorafgaand: casebehandeling
naam code studiepunten contacturen
68
Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 28 (28 hoorcollege) in de basiscursus
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
periode 1, 2, 3 en 4 coördinator drs. J.J.F. Heins (e.a.) periode • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert doel Vanuit verschillende disciplines informatie bieden op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken. inhoud Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van 12 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over ontwikkelingsvraagstukken en het thema Zorg om zekerheid. Armoedebestrijding in een kwetsbare wereld. De eerste 6 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 8 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met een studiereis naar Suriname (onder voorbehoud), het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. literatuur Wordt nog bekend gemaakt toetsing schriftelijk tentamen 66% essay 34% opmerkingen Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Algemene en Ontwikkelingseconomie (AOE), De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 2E-71, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected]. Zie ook de website: http://www.feweb.vu.nl/iko subject code credits contact period lecturers aim
International Economics 60322050 6 36 hours (12 practical, 24 lecture) 2 dr. C.T.M. Elbers; prof.dr. J.W. Gunning; prof.dr. H. Visser; dr. J.A. Jordaan • Making students acquainted with the 'body of knowledge' of international economics at a sufficiently high level for them to be able to read and understand articles on International Economics in such journals as the Economic Journal, Weltwirtschaftliches Archiv or the American Economic Revue without undue difficulty and, furthermore, to be able to explain economic news to others • Training students to apply theoretical models to real-life problems and making them discover the breadth and scope of these models, but their limitations as well content The course is divided into two parts: • International Trade Theory and Policy (taught by Dr Elbers, Professor Gunning & Dr. Jordaan) • International Monetary Economics (taught by Professor Visser) International Trade Theory and Policy includes such topics as globalisation, trade policy, the economics of trade blocs, trade and environmental and social standards and the effects of trade on productivity at the level of the
Examenonderdelen
69
form of tuition literature
examination format entry requirements
subject code credits contact period co-ordinator lecturer aim
content
literature
70
firm. International Monetary Economics covers such subjects as exchange rate theory, exchange rate policy, exchange rate crises, liberalisation of capital flows, the Tobin Tax, currency boards and dollarisation. The course will be given in the form of a series of lectures with separate hours devoted to exercises. • Study Guide International Monetary Economics 2007-2008. Which includes problems to be discussed in the classroom. The Guide is available on Blackboard • Visser, H., The International Monetary Economics course book. 2006 or 2007 edition • or: Visser, H., A Guide to International Monetary Economics. 3rd edition. Cheltenham: Edward Elgar, 2004 (pb 2005) • or: Visser, H., Guoji Huobi Jingjixue Daolun: Huilü Lilun, Zhidu yu Zhengce, Beijing: China Financial Publishing House, 2006 (a treat at RMB 45 = 4,50 euro). • Reader International Trade Theory and Trade Policy. • Additional handouts and/or Blackboard files • Students are expected to read additional material written interim examination Students are required to have a good working knowledge of Macroeconomics (including Money and Banking), Microeconomics and basic International Economics. International Marketing 60332060 6 24 hours (24 lecture) and case discussions 5 dr. H. van Herk to be announced • To become familiar with the structure on international business marketing; • To understand the concepts and tools used in analyzing prospective arenas for product development and marketing; • To gain appreciation of the international marketing environment with special emphasis on cross-cultural factors; • To increase awareness of the importance of international marketing activities in today's world; • To communicate effectively about international marketing This course approaches international marketing from theoretical and managerial perspectives. The purpose of the course is to introduce students to global characteristics and interdependencies, as well as to the objectives, strategies, and tactics of marketing programs related to various countries and cultures. Emphasis is placed on maintaining a global perspective in approaching marketing topics (stressing the theoretical underpinnings of cross-cultural challenges of doing business in the international environment), on gaining knowledge of the tools available to aid international marketers, and on practical applications of the course concepts. Czinkota & Ronkainen, International Marketing. 7th edition. Thomson /
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
South-Western, 2004, ISBN 0-324-282289-3 (International Student Edition) examination format written interim examination / class discussion / case analysis entry requirements Students are expected to be familiar with: Marketing 1.1. & 1.2 (BE) or Marketing (BWS) naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Internationale economie 2.4 60231060 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 drs. F.H. Brinkhuis Dit vak geeft de student inzicht in de achtergronden van de internationale handelstheorie en handelspolitiek en geeft een verklaring voor het ontstaan van handelsblokken en optimum currency areas. inhoud In dit vak komen aan bod: • Handelstheorieën, waaronder (i) de theorie van Ricardo (comparatieve voordelen), (ii) schaaleffecten en onvolledige mededinging en (iii) het Heckscher-Ohlin model • Instrumenten van internationale handelspolitiek, zoals quota's, invoerrechten en exportsubsidies • Politieke economie van het handelsbeleid: nationale welvaartsargumenten tegen vrijhandel; internationale onderhandelingen: van GATT naar WTO • Wisselkoerstheorieën, waaronder de koopkracht pariteitentheorie en de interest pariteitentheorie • Optimum Currency Areas en de Europese ervaring: van EMS naar eurozone: de theorie van de optimum currency area literatuur Krugman, Paul R. & Maurice Obstfeld, International Economics, Theory and Policy. 6th edition. Pearson Education International, 2003 toetsing schriftelijk tentamen subject code credits contact
period co-ordinator lecturers aim
content
Investments 3.4 60332090 6 32 hours (32 lecture) Lectures (6 hours), case assignments 4 prof.dr. A. Lucas prof.dr. J.M.G. Frijns; prof.dr. A. Lucas This course aims to make students familiar with the insights from investments and portfolio management theory. Students also have to be able to apply these insights in practical situations involving portfolio decisions and investment management for both individuals and institutions. Investment decisions take a prominent role in everyday life. We can think of investment decisions taken by institutional investors (banks, insurance companies, pension funds, mutual funds), but also financial decisions taken by individual households (additional pension savings, saving for ones children's education (and how), buying a house, etc.) Investment theory is also strongly linked with risk management. The importance of sound decision making in this field has been underlined by recent experiences on
Examenonderdelen
71
literature examination format
entry requirements
remarks
financial markets, law suits involving complex financial products for retail clients, the debate about the (in)solidity of pensions, etc. The Investments course aims to provide an overview of the principles of investment analysis. A framework is developed that allows one to address a variety of (at first sight) completely different investment problems in a unified way. The theoretical underpinnings are developed from modern portfolio theory, with mean-variance optimization and the CAPM as key ingredients. The second component of the course deals with the empirical research for financial markets and the actual mechanisms driving these markets. Factor models for returns on financial products are very important here. The third component consists of valuation and risk attribution (including performance attribution) for individual financial products as well as portfolios of these products. Bodie, Z., A. Kane, & A.J. Marcus, Investments. 6th edition. McGraw Hill, 2005 written interim examination case work Exam questions are meant to test the candidate's theoretical insight as well as analytical and computational skills. Case work is used to test students implementation skills in Excel of the material treated in the course. Students are expected to be familiar with: • Economics and Business Economics students: Finance 1.5, 2.2 and 2.5; Quantitative Methods 1.2; Research Methods for Economics and Finance 3.1 • (International) Business Administration students (BWS/IBA): Financial Accounting and Bookkeeping 1.5, Financial Management 2.4, Quantitative Business Analysis, Statistics; Research Methods for Economics and Finance 3.1 • Students are at an advantage if they also completed Financial Modelling 2.2 The course is taught in English
subject code credits contact period co-ordinator aim
Knowledge Management 61322080 6 24 hours (8 seminar, 16 lecture) 2 prof.dr. M.H. Huysman Gain understanding of the importance and implications of knowledge as the main organizational resource for knowledge intensive organizations such as professional service organizations. Also, by getting introduced to ongoing research projects: gain experience with conducting research in the field of knowledge management. content Knowledge has become the most important factor in economic life. This is widely recognized by researchers, policy makers and organizational practitioners. The importance of knowledge as main production factor and main competitive resource has serious implications for amongst others management, leadership, strategy, technology, cooperation and coordination and (new) organizational forms, such as networks and virtual organizations. Knowledge management is a field that focuses explicitly on this significant
72
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
form of tuition
literature
examination format
entry requirements
role of knowledge and its implications for management and organizations. The field has received attention as a new and promising perspective on organizations, finding connections with the multi-disciplinairy field of Business Administration, such as marketing, organizational strategy, technology and innovation, human resources, information technology as well as related fields such as regional economics and geography. Topics that will be discussed are: knowledge as a key production factor; the knowledge worker, knowledge economy and knowledge society; managing knowledge sharing and innovation; organizational learning; knowledge processes in networks and distributed organizations; motivating and managing knowledge workers; power and conflict in knowledge management; communities of practice; knowledge brokering, open innovation and knowledge transfer in strategic alliances. A total of 8 lectures will be given by Prof.dr. M.H. Huysman. The lectures are intended to map out the field and give an overview of various issues and trends. In addition, students will work in small groups clustered around a specific topic based on ongoing research projects conducted at the research group Knowledge and Organization (http://feweb.vu.nl/ko). Groups collaborate on a particular research related to the broad field of knowledge management and meet four times. The final result of the group work is a research paper. • D. Hislop, Knowledge Management in Organizations. Oxford University Press, 2005 • Scientific articles written interim examination Individual written exam (60%) based on the lectures and the compulsive reading material (book and articles). Furthermore, students will produce a group research paper (40%) that falls within the area investigated in their working group. This is a compulsory course for all BA students in their 3rd year
subject code credits contact period co-ordinator aim
Knowledge Management 61322100 6 24 hours (8 seminar, 16 lecture) 2 prof.dr. M.H. Huysman Gain understanding of the importance and implications of knowledge as the main organizational resource for knowledge intensive organizations such as professional service organizations. Also, by getting introduced to ongoing research projects: gain experience with conducting research in the field of knowledge management. content Knowledge has become the most important factor in economic life. This is widely recognized by researchers, policy makers and organizational practitioners. The importance of knowledge as main production factor and main competitive resource has serious implications for amongst others management, leadership, strategy, technology, cooperation and coordination and (new) organizational forms, such as networks and virtual organizations. Knowledge management is a field that focuses explicitly on this significant role of knowledge and its implications for management and organizations.
Examenonderdelen
73
form of tuition
literature
examination format
entry requirements naam code studiepunten contacturen
periode docent doel
inhoud
74
The field has received attention as a new and promising perspective on organizations, finding connections with the multi-disciplinairy field of Business Administration, such as marketing, organizational strategy, technology and innovation, human resources, information technology as well as related fields such as regional economics and geography. Topics that will be discussed are: knowledge as a key production factor; the knowledge worker, knowledge economy and knowledge society; managing knowledge sharing and innovation; organizational learning; knowledge processes in networks and distributed organizations; motivating and managing knowledge workers; power and conflict in knowledge management; communities of practice; knowledge brokering, open innovation and knowledge transfer in strategic alliances. A total of 8 lectures will be given by Prof.dr. M.H. Huysman. The lectures are intended to map out the field and give an overview of various issues and trends. In addition, students will work in small groups clustered around a specific topic based on ongoing research projects conducted at the research group Knowledge and Organization (http://feweb.vu.nl/ko). Groups collaborate on a particular research related to the broad field of knowledge management and meet four times. The final result of the group work is a research paper. • Hislop, D., Knowledge Management in Organizations. Oxford: Oxford University Press, 2005 • Scientific articles written interim examination (60%) based on the lectures and the compulsive reading material (book and articles). Furthermore, students will produce a group research paper (40%) that falls within the area investigated in their working group. This is a compulsory course for all BA students in their 3rd year Kwantitatieve methoden 1.1 (beschrijvende statistiek) 60111110 3 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) In combinatie met de activerende werkvormen (practica) worden 'huiswerk'opgaven verstrekt, waarmee een (deel van een) bonuspunt valt te verdienen. 1 drs. K. van den Hoeven Het verschaffen van statistische basiskennis voor het verkrijgen van een zekere vaardigheid in het hanteren van beschrijvende statistische methoden in de economie. Op vele terreinen van de economische en bedrijfskundige wetenschappen wordt gewerkt met gegevensverzamelingen. Veel data zijn bijvoorbeeld beschikbaar op het terrein van marketing (scan-data van elk verkocht product), micro-economie (dagelijkse uitgaven van een panel van gezinnen), financiering (aandelen- en optieprijzen per minuut) en macro-economie (tijdreeksen van gegevens uit de nationale rekeningen). In deze cursus wordt aandacht besteed aan het op overzichtelijke wijze weergeven van dergelijke dataverzamelingen. Dit kan op basis van karakteristieke grootheden zoals het gemiddelde en de variantie of op basis van indexcijfers maar ook door gebruik te maken van grafieken. Specifieke tijdreeks-statistieken worden
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
gebruikt wanneer de data op basis van de tijd zijn geordend. Het blok wordt afgesloten met een introductie van basisbegrippen uit de stochastiek zoals kansrekening en kansverdelingen. Enig kansbegrip is belangrijk voor veel beslissingsprocessen. Denk met name aan beslissingsprocessen, die zich afspelen in het bedrijfsleven op het gebied van investeringen en productinnovatie. literatuur Berenson, Mark L., Levine, David M. & Timothy C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10e druk. Prentice-Hall International Inc, ISBN: 0-13-197581-1 toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen
periode co-ordinator docent doel
inhoud
literatuur toetsing naam code studiepunten contacturen
Kwantitatieve methoden 1.2 (wiskundige methoden) 60121110 3 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) In combinatie met de activerende werkvormen (practica) worden 'huiswerk'opgaven verstrekt, waarmee een (deel van een) bonuspunt valt te verdienen. 2 drs. K. van den Hoeven dr. J.M. Sneek Het verschaffen van wiskundige basiskennis voor het verkrijgen van een zekere vaardigheid in het hanteren van kwantitatieve methoden in de economie. Bij de bestudering van bedrijfskundige en economische vraagstukken wordt veel gebruik gemaakt van methoden uit de wiskunde die ons in staat stellen om op een exacte en logische wijze problemen op te lossen. Men denke bijvoorbeeld aan bedrijfseconomische problemen zoals winstmaximalisatie onder bepaalde (lange termijn) voorwaarden, aan financieel economische problemen zoals het waarderen van verwachte toekomstige rendementen of aan micro-economische problemen zoals het tot stand komen van evenwichtsprijzen en het bepalen van marginale kosten. Maar men kan ook denken aan het zogenaamde handelsreizigersprobleem waarin we bijvoorbeeld zoeken naar de kortste route voor een brommerbestuurder om pizza's af te leveren op een aantal adressen in het centrum van Amsterdam. De kunde van het mathematisch vertalen van dit soort problemen, de oplossing afleiden en vervolgens de oplossing terugvertalen in algemeen begrijpelijke taal is een enerverende bezigheid. Het zal blijken dat in ogenschijnlijk verschillende situaties veelal dezelfde soort wiskundige technieken gebruikt kunnen worden. In deze cursus wordt een aantal van dergelijke wiskundige methoden uit de doeken gedaan en gebruikt in sommige eerder aangegeven probleemstellingen. Sydsaeter, Knut & Peter Hammond, Essential Mathematics for Economic Analysis. 2e druk. Prentice-Hall, ISBN: 0-273-68180-X schriftelijk tentamen Kwantitatieve methoden 1.4 (schatten en toetsen) 60131110 3 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) In combinatie met de activerende werkvormen (practica) worden 'huiswerk'-
Examenonderdelen
75
opgaven verstrekt, waarmee een (deel van een) bonuspunt valt te verdienen. 4 drs. K. van den Hoeven dr. G.J. Franx Het verschaffen van basiskennis op het terrein van het schatten en toetsen. Veel (bedrijfs)economen doen praktisch onderzoek binnen bedrijven of overheden of komen in aanraking met resultaten van onderzoek. Voorbeelden zijn onderzoek naar marktbewegingen, kredietwaardigheid van bedrijven, kwaliteitscontrole, gedrag van aandeelkoersen en verbanden tussen macro-economische cijfers. Dergelijk onderzoek vindt plaats op basis van beschikbare of te verzamelen gegevens. Het doel van een onderzoek wordt veelal beschreven op basis van een onderzoekvraag, zoals 'zijn bewegingen in de binnenlandse mobiele telefoniemarkt te beïnvloeden door prijsdifferentiatie?' Absolute antwoorden zoals ja of nee kunnen meestal niet gegeven worden. Wel kan men een uitspraak doen zoals 'op basis van de verzamelde gegevens is het met een statistische betrouwbaarheid van 95% niet aannemelijk dat prijsdifferentiatie een invloed heeft op veranderingen in marktsegmenten.' In deze cursus wordt uitgelegd hoe men tot dergelijke 'statistische' uitspraken kan komen. Hierbij wordt niet alleen stilgestaan bij het aanleren van statistische technieken maar vooral ook bij de statistische wijze van denken en interpreteren. Verder worden methoden voor het schatten van populatiegrootheden en het toetsen van hypothesen op basis van steekproef-kansverdelingen behandeld. De technieken worden geïntroduceerd voor gegevens uit één enkele steekproef. Vervolgens worden methoden behandeld voor twee-steekproevensituaties (al dan niet met gepaarde waarnemingen) voor zowel numerieke als voor categorische gegevens. Daarna wordt enige aandacht besteed aan gegevens uit meerdere populaties. De cursus wordt afgesloten met het behandelen van de beginselen van de regressieanalyse. literatuur Berenson, Mark L., Levine, David M. & Timothy C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10e druk. Prentice-Hall International Inc, ISBN: 0-13-197581-1 toetsing schriftelijk tentamen
periode coördinator docent doel inhoud
naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docent doel inhoud
76
Kwantitatieve methoden 2.5 (statistische methoden) 60241110 3 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) In combinatie met de activerende werkvormen (practica) worden 'huiswerk'opgaven verstrekt, waarmee een (deel van een) bonuspunt valt te verdienen. 5 drs. K. van den Hoeven dr. J.M. Sneek Het uitbreiden van statistische basiskennis. In het programma van het eerste jaar is een aantal basisbegrippen en technieken geïntroduceerd uit de wiskunde en statistiek. In deze cursus worden de fundamenten gelegd voor praktisch kwantitatief onderzoek van (bedrijfs-)economische vraagstukken. Eerst komen nog enige typen toetsingsproblemen aan de orde. Daarna worden allerlei algemene principes van statistische modellering behandeld.
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Er komen uitbreidingen van het (reeds behandelde) lineaire regressiemodel met één verklarende variabele aan de orde waaronder situaties met meerdere verklarende (en dummy) variabelen. Naast het schatten van parameters zal ook aandacht worden besteed aan het toetsen op waarden van de parameters en het voorspellen op basis van het geschatte model. Daarnaast worden ook de veronderstellingen van het model kritisch belicht. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de analyse van tijdreeksen. Tijdreeksgegevens worden in de praktijk veel gebruikt om voorspellingen voor toekomstige ontwikkelingen te doen. Bijvoorbeeld: 'met hoeveel zullen de verkopen volgende maand stijgen als we nu meer adverteren?' De beginselen van 'business forecasting' en eenvoudige methoden van voorspellen zullen worden behandeld en worden toegepast in allerlei praktijkvoorbeelden uit de marketing, bedrijfskunde, financiering, accountancy en algemene economie. Bij deze onderwerpen zal bij het behandelen ook steeds worden stilgestaan bij bijbehorende SPSS-mogelijkheden. literatuur Berenson, Mark L., Levine, David M. & Timothy C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10e druk. Prentice-Hall International Inc, ISBN: 0-13-197581-1 toetsing schriftelijk tentamen subject code credits contact period lecturers content
Labour, Care and Well-being 60342020 6 24 hours (24 lecture) 5 prof.dr. F.A.G. den Butter; prof.dr. M. Lindeboom The social and health care system are the heart of the economic policy debate in most western societies. This has to do with the fact in the past decades there have been a rapid increase of expenditure on social security and health care. To a large extent this is due to the demographic trends towards ageing. It remains however, that the rapid growth of expenditures will have consequences for the sustainablility of these systems and the functioning of the labour market. This course starts with facts and presents the relevant policy issues. We next use the modern economic literature on the incentive effects of social insurance programmes and the effectiveness of active labour market programmes to provide the answers to these prominent policy questions. So we will discuss both from the theoretical and from the practical perspective the relevance of various policy options literature Articles on several subjects from scientific magazines. To be announced at the start of the course. examination format written interim examination entry requirements The participants are expected to have studied the 3rd year courses in micro and macro economics. subject code credits contact
Logistics 61332060 6 36 hours (12 casecollege, 24 lecture)
Examenonderdelen
77
period 4 coördinator prof.dr. A.R. van Goor docent prof.dr. A.R. van Goor (and Ir. H.M. Visser) aim • The introduction of a number of logistics concepts that can be used for a logistics screening of production, trade and distribution companies • To be able to calculate with different logistics tools • A first introduction into Supply Chain Management. content A. Logistics concept of purchasing, production, distribution and reverse logistics • Terms and definitions in logistics; logistics costs • Competitive strategy and logistics • Interfaces with marketing, procurement and ICT • Integrated logistics concept • Demand forecasting and inventory control B. Logistics Subsystems • Purchasing logistics and E-procurement • Production logistics, MRP, JIT en OPT. • Distribution logistics, DRP, E-logistics; • Reverse logistics C. Supply Chain Management • Terms and definitions • Supply Chain Logistics • SCM trends and research literature • Visser, H.M. e.a., Logistics: Principles & Practise. Groningen: Wolters, 2006, ISBN 90.207.3304.4 • Electronic reader with selected articles examination format written interim examination (70%) and case and working paper (30%) naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Macro-economie 1.4 60131040 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 prof.dr. F.A.G. den Butter; dr. S. Hochguertel De doelstelling van dit vak is het verschaffen van inzicht in de motieven tot overheidsingrijpen in het economisch proces, en de wijze waarop dit via de collectieve sector gestalte krijgt, alsmede de wisselwerking die hierbij optreedt tussen deze sector en de marktsector. inhoud In het onderdeel 'economie van de collectieve sector' wordt de rol van de overheid in de economie besproken. Waarom is er een overheid nodig, wat zijn haar taken en welke relatie heeft de overheid met de markten waarop bedrijven en burgers acteren? Aan de orde komen zowel de theoretische achtergrond als praktische aspecten van begrotingsbeleid, belastingheffing, sociale zekerheid en sociale voorzieningen, het proces van politieke besluitvorming in een democratische rechtsstaat, collectieve goederen en de rol van de overheid als producent of regulator van diensten en goederen. Een ieder zal in de beroepspraktijk met de overheid te maken krijgen. Daarom is kennis van het handelen van de overheid zowel van belang voor algemene economen als voor bedrijfseconomen. En de overheid is immers van ons
78
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
allemaal. literatuur Reader Economie van de collectieve sector. Periode 1.4 toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docent inhoud
Macro-economie 1.5 60141040 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 5 drs. W.W. Boonstra Bij dit vak gaat het primair om het monetaire aspect van de economie, in het bijzonder het proces van geldschepping en het monetaire beleid. Een onderdeel daarvan is het bijbrengen van institutionele kennis over het gelden bankwezen en met name de geldmarkt (kapitaalmarkt meer abstract behandelen, concrete verschijningsvormen komen bij Financiering). Begrip voor het bankiersvak en voor de taak van toezichthouders op de financiële sector ontwikkelt men door het bankieren te benaderen vanuit het gezichtspunt van de asymmetrische informatie. Hierbij wordt ook uitvoerig stilgestaan bij de verschillende soorten risico's die aan het bankiersvak verbonden zijn. Tevens wordt stilgestaan bij de relatie tussen de binnenlandse geldhoeveelheid en het internationale betalingsverkeer (betalingsbalans). Tenslotte wordt er aandacht besteed aan de markten voor vreemde valuta en aan wisselkoerstheorieën literatuur Wordt nader bekend gemaakt. toetsing schriftelijk tentamen
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Macro-economie 2.4 60231040 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 prof.dr. E.J. Bartelsman De student kennis te geven van de bouwstenen van moderne macroeconomie. inhoud In dit vak wordt ingegaan op de belangrijkste macro-economische vragen: 1) hoe wordt ons inkomen (of productief vermogen) op langere termijn bepaald, 2) waarom vinden er fluctuaties plaats van inkomen en werkgelegenheid. 3) wat zijn op korte en lange termijn de interacties tussen de reële en monetaire economie, en de invloed daarvan op werkloosheid, (prijs)inflatie, rente en wisselkoersen. Om te beginnen zal er kort aandacht worden besteed aan het stelsel van Nationale Rekeningen en aan het meten van macro-economische grootheden. Hierna ligt de nadruk op de verklaring van economische groei op de lange termijn. Er wordt stilgestaan bij de samenhang tussen economische groei, spaar- en investeringsgedrag, bevolkingsgroei en technologische ontwikkeling. Het vak gaat voorts in op economische ontwikkeling op de korte termijn (conjunctuurtheorie), en op de trade-off tussen inflatie en werkloosheid, en samenhang tussen de monetaire en reële sfeer (rente en inflatie). Daarna wordt het model uitgebreid zodat internationale aspecten, zoals wisselkoersen, kunnen worden geanalyseerd.
Examenonderdelen
79
literatuur
•
Mankiw, N.G., Macroeconomics. 6th edition. Worth Publishing
of Abel, A.D., B.S. Bernanke & D. Croushore, Macroeconomics. 6th edition. Pearson International. toetsing schriftelijk tentamen •
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden
Macro-economie 3.1 60311020 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 1 prof.dr. E.J. Bartelsman • Verdieping en verbreding van macro-economie 2.4 • Overdracht van recente inzichten uit macro-economisch onderzoek • Exploratie van beleidsvragen die wel en (nog) niet beantwoord kunnen worden met macro-economische theorie en empirie In dit vak wordt inzicht verschaft in de samenhang tussen productie, werkloosheid, en prijzen. Daarbij wordt bestudeerd hoe deze grootheden het resultaat zijn van decentrale beslissingen van huishoudens en bedrijven, en van het beleid van supra-nationele en nationale overheden en centrale banken. Voorts wordt gekeken naar de oorzaken en gevolgen van conjunctuurschommelingen op korte termijn en reële groei op langere termijn. Ook worden de verschillende theoretische invalshoeken om bijvoorbeeld consumptie, investeringen, of overheidsbudgetten te analyseren geconfronteerd met bevindingen uit de empirische literatuur. Hiermee kan met een kritisch oog gekeken worden naar de mogelijkheden voor het geven van beleidsadvies aan centrale bankiers of EU / nationale overheden. • Gärtner, M., Macro Economics. 2nd edition. FT/Prentice Hall, 2006 • Artikelen schriftelijk tentamen opdracht Macro periode 2.4 of vergelijkbaar
naam code lecturer studiepunten contacturen periode doel
Management Accounting 60332010 drs. E. de With 6 24 (19 hoorcollege, 5 casecollege) 1 Dit vak bouwt voort op de basiskennis uit de vakken Management Accounting 1.2 en 2.1. Het doel van het keuzevak Management Accounting is het verwerven van kennis en inzicht op het gebied van de financieeleconomische berichtgeving aan interne belanghebbenden, vooral managers. inhoud Management Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan interne belanghebbenden bij de organisatie. Drie onderwerpen worden bij het keuzevak Management Accounting uitgebreid behandeld: • kostprijsberekening van producten (product costing) • management control (accounting for planning and control) • beslissingscalculaties (accounting for decision making)
80
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
literatuur
toetsing opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
Bij onderdeel 1 komen aan de orde onderwerpen als job costing, process costing, activity-based costing, de kostenplaatsenmethode, de integrale kostenmethode, de variabele kostenmethode, throughput costing en de allocatie van gemeenschappelijke kosten. Ook wordt aandacht besteed aan strategisch kostenmanagement. Bij onderdeel 2 wordt aandacht besteed aan de management control structuur, het management control proces, budgettering, flexibele budgetten en standaarden, verschillenanalyse, interne verrekenprijzen en prestatiemeting en -beoordeling. Speciale aandacht wordt besteed aan Economic Value Added (EVA) en de Balanced Scorecard (BSC). In het kader van management control wordt ook aandacht besteed aan gedragsaspecten. Bij onderdeel 3 worden enkele vormen van beslissingscalculaties besproken, zoals het zelf maken of uitbesteden, vervangingsbeslissingen, knelpuntscalculaties en verkoopprijsbeslissingen. Er wordt aan het eind van de collegecyclus ingegaan op investeringsbeslissingen, waardebepaling van acquisities en reële opties. Horngren, Charles T., Srikant Datar & George Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 12th edition, Upper Saddle River, New Jersey: Prentice Hall, 2006 schriftelijk tentamen De casecolleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende vijf colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot registeraccountant en registercontroller. Management Accounting 60331010 6 24 (19 hoorcollege, 5 casecollege) 1 drs. E. de With Dit vak bouwt voort op de basiskennis uit de vakken Management Accounting 1.2 en 2.1. Het doel van het keuzevak Management Accounting is het verwerven van kennis en inzicht op het gebied van de financieeleconomische berichtgeving aan interne belanghebbenden, vooral managers. Management Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan interne belanghebbenden bij de organisatie. Drie onderwerpen worden bij het keuzevak Management Accounting uitgebreid behandeld: • kostprijsberekening van producten (product costing) • management control (accounting for planning and control) • beslissingscalculaties (accounting for decision making) Bij onderdeel 1 komen aan de orde onderwerpen als job costing, process costing, activity-based costing, de kostenplaatsenmethode, de integrale kostenmethode, de variabele kostenmethode, throughput costing en de allocatie van gemeenschappelijke kosten. Ook wordt aandacht besteed aan strategisch kostenmanagement. Bij onderdeel 2 wordt aandacht besteed aan de management control structuur, het management control proces, budgettering, flexibele budgetten en standaarden, verschillenanalyse, interne verrekenprijzen en
Examenonderdelen
81
prestatiemeting en -beoordeling. Speciale aandacht wordt besteed aan Economic Value Added (EVA) en de Balanced Scorecard (BSC). In het kader van management control wordt ook aandacht besteed aan gedragsaspecten. Bij onderdeel 3 worden enkele vormen van beslissingscalculaties besproken, zoals het zelf maken of uitbesteden, vervangingsbeslissingen, knelpuntscalculaties en verkoopprijsbeslissingen. Er wordt aan het eind van de collegecyclus ingegaan op investeringsbeslissingen, waardebepaling van acquisities en reële opties. literatuur Horngren, Charles T., Srikant Datar & George Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 12th edition. Upper Saddle River, New Jersey: Prentice Hall, 2006 toetsing schriftelijk tentamen opmerkingen De casecolleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende vijf colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot registeraccountant en registercontroller. naam code studiepunten contacturen
periode docenten doel
inhoud
82
Management Accounting 1.2 60121000 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) De activerende werkvormen zijn niet verplicht. Ze zullen om de week worden gegeven, en de stof van de twee voorgaande hoorcolleges nog eens op activerende wijze aan de hand van praktijksituaties onder de aandacht brengen. Tijdens de activerende werkvormen wordt ook het management game 'Tel uit je winst' gespeeld. 2 dr. A.T.J. Vernooij; drs. P.C.M. Claes Het doel van het vak Management Accounting 1.2 is het verwerven van kennis van en inzicht in kostprijscalculatie en beslissingscalculaties, om hiermee in staat te zijn te beoordelen hoe een bedrijf op economisch efficiënte en effectieve wijze waarde aan klanten kan leveren. Daarnaast is het doel om de aanpak van complexe problemen en analyse-vaardigheden van studenten te ontwikkelen en/of te verbeteren door middel van het werken met cases en een management game. Accounting betreft de financieel-economische berichtgeving van organisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen berichtgeving aan externe belanghebbenden (Financial Accounting) en aan interne belanghebbenden (Management Accounting). Het onderdeel Management Accounting kan in drie delen worden opgedeeld: Kostencalculaties, Beslissingscalculaties en Planning & Control. In blok 1.2 wordt eerst aandacht besteed aan een aantal algemene punten ten aanzien van Management Accounting, de rol van financiële informatie, diverse kostenindelingen en de berekening van kostprijzen. Daarnaast wordt ingegaan op het gebruik van kosten- en kasstroominformatie voor beslissingscalculaties, zowel ten behoeve van strategische beslissingen als ter ondersteuning van korte termijn bedrijfsbeslissingen. Het onderdeel Planning en Control zal in blok 2.1 aan de orde komen.
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Gedurende periode 1.2 zal ook het Management Game Tel uit je winst worden gespeeld om de essenties van het ondernemerschap naar voren te halen. Dit gebeurt deels tijdens het werkcollege en deels buiten de colleges om. literatuur • Hilton, R.W., Managerial Accounting: Creating Value in a Dynamic Business Environment. 7th edition. New York, NY.: McGraw-Hill, 2008 • Tel uit je Winst website: licentie à 10 euro, aan te schaffen via de docent van de afdeling Accounting toetsing schriftelijk tentamen opgebouwd uit mc- en open vragen opmerkingen Participatie in de cases tijdens de actieve werkvormen kan maximaal 1 bonuspunt op het eindcijfer opleveren. Hiervan is 0.5 punt te verdienen met deelname aan het management game en 0.5 met participatie in de cases. naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
Management Accounting 2.1 60211000 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 1 drs. P.C.M. Claes; dr. A.T.J. Vernooij Het doel van het vak Management Accounting 2.1 is het verwerven van kennis van en inzicht in het gebruik van management (accounting) informatie ten behoeve van planning en control in een bedrijfsorganisatie. Daarnaast is het doel om de aanpak van complexe problemen en analyse-vaardigheden van studenten te ontwikkelen en/of te verbeteren door middel van het werken met cases. Accounting betreft de financieel-economische berichtgeving van organisaties. Het onderdeel Management Accounting kan in drie delen worden opgedeeld: Kostencalculaties, Beslissingscalculaties en Planning & Control. In periode 1.2 is aandacht besteed aan Kostencalculaties en Beslissingscalculaties. In deze periode (2.1) komt nu het onderdeel Planning en Control aan de orde. Onderwerpen zijn in het bijzonder: organisatiestructuur en verantwoordelijkheidscentra (bijvoorbeeld profit centers), budgettering en verschillenanalyse, interne prestatiemaatstaven (bijvoorbeeld ROI, RI, EVA), transfer pricing en elementaire behandeling van gedragsaspecten (`budget games'). Hilton, R.W., Managerial Accounting: Creating Value in a Dynamic Business Environment. 7th edition. New York, NY.: McGraw-Hill, 2008. schriftelijk tentamen opgebouwd uit mc- en open vragen Management Accounting 1.2 uit de bachelor economie Participatie in de cases tijdens de practica kan maximaal 1 bonuspunt op het eindcijfer opleveren
subject code credits contact
Management Accounting and Control 61312010 6 24 hours (12 casecollege, 12 lecture) in which 16 assigments are made period 1
Examenonderdelen
83
co-ordinator dr. H.C. Dekker lecturer dr. H.C. Dekker aim The activity of managing organizations consists of two major functions: planning and control. Planning is the management activity of deciding about what objectives the company will pursue and about how, to what extent and within which time period these objectives will be achieved. Control includes all managerial activities focused on stimulating employees¿ behaviors in such a way that organizational objectives will be realized in an effective and efficient way. Both managerial activities will be explored during this course. In particular, the course will focus on (1) the analysis of information focused on short-term and the long-term decision making, and (2) management accounting for the control of organizational activities. content The contents of this course can be divided into two sections. The first section deals with methods and techniques for planning and decision making for the short term and long term. This section includes topics such as the analysis of cost data, cost allocation, modern production systems and techniques, and short-term planning and decision making. The second section of the course deals with management control issues and is focused more on the behavioral aspects of planning and control systems. Topics included in this section are strategic control systems, performance management systems, transfer pricing and value-based management systems. form of tuition This course is a combination of lectures and case discussions during the lectures. Cases to be worked out during the course. Written exam at the end of the course. literature • Horngren, C.T., S.M. Datar & G. Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 12th edition, Upper Saddle River, NJ, Pearson Education, 2003 • Selected articles examination format assignment written interim examination naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Management en Organisatie 1.1 60111030 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 1 drs. G.P. Melker drs. G.P. Melker; M.J. Visser • Het ontwikkelen van je theoretische kennis op het gebied van strategisch management, besluitvorming en maatschappelijk verantwoord ondernemen; • Het ontwikkelen van vaardigheden om relevante informatie te verzamelen en te analyseren met betrekking tot actuele vakrelevante cases; • Het ontwikkelen van je schriftelijke rapportagevaardigheden en je presentatievaardigheden. inhoud In dit vak staat het interne en externe functioneren van een bedrijf in de markt en de maatschappij centraal. De organisatie wordt gezien als een samenwerkingsverband van belanghebbenden gericht op het realiseren van specifieke organisatiedoelen (marktpositie, winst, maatschappelijke
84
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
werkwijze
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
verantwoordelijkheid et cetera). Binnen het vak wordt ingegaan op strategisch management, strategieformulering, besluitvorming en denkrichtingen binnen het vakgebied van management en organisatie. Tijdens de activerende werkvormen word je in de gelegenheid gesteld om de aangereikte theorie toe te passen met behulp van actuele cases. Dit kunnen recente krantenartikelen zijn of andersoortige voorbeelden uit de praktijk. De activerende werkvormen hebben dan ook een hoog praktijkgehalte. Hoorcolleges en activerende werkvormen. Tijdens de hoorcolleges worden de hoofdlijnen van de verplichte literatuur behandeld. Bij de activerende werkvormen staan de toepassing van de theorie en de voorbereiding op het tentamen centraal. • Keuning, D. & D.J. Eppink, Management & Organisatie. Theorie en Toepassing. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv, 2004 • Keuning, D. & D.J. Eppink, Werkboek Management & Organisatie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv, 2004 • Keuning, D. Management & Organisatie. 33 Cases. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv, 2004 • Overige literatuur wordt middels de studiewijzer van periode 1.1 bekend gemaakt schriftelijk tentamen Multiple choice vragen over de verplichte literatuur en de stof die tijdens de hoorcolleges is behandeld; kennis- en toepassingsgerichte multiple choice vragen. Geen. De inhoud van het vak Management en Organisatie 1.1, 2.1 en 2.5 wijkt sterk af van de inhoud van het vak Management en Organisatie dat op het vwo wordt gedoceerd. Voorkennis van het vwo-vak Management en Organisatie is dan ook niet noodzakelijk. Tijdens de activerende werkvorm zullen de studenten werken aan een praktijkcase waarmee de studenten reeds een indruk krijgen op welke wijze de aangereikte leerstof kan worden toepast binnen organisaties. Ook in de perioden 2.1 en 2.5 zal het vak Management en Organisatie worden verzorgd. De complexiteit van de cases neemt naarmate de perioden vorderen steeds verder toe. Uiteindelijk ben je in staat om de verschillende inzichten en concepten op het gebied van management en organisatie te integreren en om de aangereikte theorie te vertalen in praktisch toepasbare oplossingen. Bij het oplossen van cases zal gebruik worden gemaakt van de 'casemethodiekin-vijf-stappen'. Management en organisatie 2.1 60211030 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 1 drs. O. Bouwmeester drs. O. Bouwmeester; dr. M.J.J. Wolters • Het verwerven van theoretische kennis op het gebied van organisatiekunde en management • Het ontwikkelen van vaardigheden om de aangereikte theorie te vertalen in praktisch toepasbare oplossingen • Gekozen oplossingen en helder kunnen onderbouwen en goed kunnen
Examenonderdelen
85
presenteren inhoud Dit vak gaat in op het ontwerp van de meest passende organisatiestructuur voor een bedrijf, de interne werking van de bedrijfsorganisatie en het functioneren van de mens daarbinnen. Centrale onderwerpen zijn o.a. arbeidsverdeling en coördinatie, typering van organisatiestelsels, taak en functievorming, omspanningsvermogen, centralisatie en decentralisatie, medezeggenschap, behoeften van medewerkers, stijl van leiding geven, beloningsstelsels en kwaliteitszorg. literatuur Verplicht • Keuning, D. & D.J. Eppink, Management & Organisatie, Theorie en Toepassing. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 Ondersteunend • Keuning, D., Management & Organisatie, 33 Cases. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 • Keuning, D. & Eppink, D.J., Werkboek Management & Organisatie. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 toetsing schriftelijk tentamen Tentamens en opdrachten toetsen kennis, inzicht en toepassingsvaardigheden. entreevoorwaarden De literatuur voor M&O 1.1 wordt bekend verondersteld opmerkingen De hoorcolleges behandelen de verplichte literatuur. Tijdens de activerende werkvormen krijgen deelnemers de opdracht enkele cases te analyseren met behulp van de aangereikte theorie in M&O 1.1 en M&O 2.1. Op basis van de 'case methodiek in vijf stappen' (zie Management en Organisatie, 33 cases) ontwikkelen de deelnemers voorstellen om knelpunten binnen de organisatie op te lossen. Tijdens het tentamen moeten deelnemers tonen dat zij een casus kunnen analyseren volgens de methodiek die tijdens de activerende werkvormen is geoefend. naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docenten doel
inhoud
86
Management en organisatie 2.5 60241030 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Zelfstudie 66 uur. Tijdens de activerende werkvormen krijg je de opdracht enkele cases te analyseren met behulp van de in de perioden 1.1, 2.1 en 2.5 aangereikte theorie. Aan de hand van de 'casemethodiek-in-vijf-stappen' los je knelpunten binnen organisaties op. Deelname aan de activerende werkvorm wordt sterk aangeraden. 5 drs.ir. P.J. Tack drs. G.P. Melker; drs.ir. P.J. Tack • Te begrijpen hoe een multinational ontstaat en zich verder ontwikkelt • Te beschrijven hoe multinationals gestructureerd zijn • Te begrijpen wat de achterliggende ontwerpprincipes van deze structurering zijn • Specifieke problemen op het gebied van strategie, structuur en cultuur binnen multinationals te analyseren • Oplossingen voor deze problemen te kunnen formuleren Met dit vak maak je kennis met de belangrijkste inzichten en concepten op het gebied van internationaal ondernemen en management en leer je deze toe
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
te passen op enkele actuele praktijkcases. Keuning, D. & D.J. Eppink, Management & Organisatie. Theorie en Toepassing. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 • Keuning D. & D.J. Eppink, Werkboek Management & Organisatie. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 • Keuning D., Management & Organisatie. 33 Cases. Houten: Educatieve Partners Nederland, 2004 • Zie verder de studiewijzer van periode 2.5 toetsing schriftelijk tentamen voorkennisvakken 60111030: Management en Organisatie 1.1 60211030: Management en organisatie 2.1 literatuur
•
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Management en organisatie 3.2 60321020 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 2 drs. O. Bouwmeester prof.dr. D. Keuning; drs. O. Bouwmeester; dr. M.J.J. Wolters • In aansluiting op de vakken M&O 1.1, 2.1 en 2.5 kennis verwerven en verdiepen in de organisatiekunde in het bijzonder wat betreft het ontwerp van organisatiestructuren en organisatieadvisering; • Meervoudig kunnen kijken naar organisaties bij diagnose, evaluatie en het zoeken naar oplossingen; • Kunnen uitvoeren van literatuuronderzoek binnen het vakgebied van M&O; • Kritisch kunnen reflecteren op M&O theorieën aan de hand van recente artikelen in toonaangevende tijdschriften. Het kernvak legt de basis voor het werkcollege M&O, waarin behalve literatuuronderzoek ook empirisch onderzoek uitgevoerd wordt. Dit onderzoek is op de praktijk gericht en kan uitmonden in concrete advisering. Het werkcollege en het kernvak bereiden voor op een bachelorscriptie bij M&O. inhoud Het kernvak M&O richt zich op het ontwerp van organisatiestructuren en op organisatieadvisering. Centrale onderwerpen zijn o.a. meervoudig kijken, organisatietypologie en ontwerpregels, topstructuur en topleiding, interorganisationele samenwerking, de impact van ICT, de adviessector, adviesrollen, de fasen in een advies, de effectiviteit van advies, de argumentatie van de adviseur en implementatie. literatuur • Keuning, D. en Eppink, D.J., Management en Organisatie: Theorie en Toepassing. Groningen: Wolters Noordhoff, 2004 • Morgan G., Images of Organization. Beverly Hills: Sage, 1997 • Thompson, J.D. Organizations in Action. Transaction, 2003 • Overige literatuur/artikelen wordt via de studiewijzer bekend gemaakt toetsing schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit een essay 15% en een gedeelte met open vragen 60%. De activerende werkvormen zijn goed voor 25% van het eindcijfer. Voor de beoordeling van het tentamen stellen wij de voorwaarde van een score van minimaal 50%, ongeacht de beoordeling voor de activerende werkvormen.
Examenonderdelen
87
entreevoorwaarden De literatuur voor Management en Organisatie 1.1, 2.1 en 2.5 wordt bekend verondersteld. opmerkingen Het kernvak M&O geeft toegang tot het werkcollege M&O. naam code studiepunten contacturen
periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing opmerkingen
88
Marketing 1.1 60111020 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Via deelname aan de activerende werkvormen en het voldoen aan enige opdrachten kunnen de studenten een (deel van een) bonuspunt verkrijgen. 1 drs. W.R. Fontijn (e.a.) • Kennismaking met de voornaamste concepten binnen het vakgebied marketing en de betekenis en inhoud van de marketingfunctie binnen een onderneming • Inzicht krijgen in het nut van marketingplanning • Kennis en inzicht verkrijgen van het gedrag van particuliere en bedrijfsmatige kopers • Kennis en inzicht verkrijgen van marktonderzoek • In staat zijn om het geheel van vragers (de markt) op te delen in homogene groepen, waarop een specifiek marketingbeleid kan worden afgestemd In dit vak staat de relatie tussen de onderneming en haar afzetmarkt centraal. Uitgangspunt voor het ondernemingsbeleid vanuit marketingperspectief vormt de identificatie en bevrediging van afnemersbehoeften. In dit vak wordt ingegaan op de wijze waarop dit proces in het strategisch marketingbeleid van een onderneming kan worden ingebed. Aandacht wordt besteed aan: • de strategische marketingplanning • het in kaart brengen van de marketingomgeving, waaronder consumenten, bedrijven en overheden en ook groepen die invloed op het marketingbeleid van het eigen bedrijf hebben • de hoofdlijnen van het verrichten van marktonderzoek • segmentatie van markten en doelgroepbepaling • het opbouwen van relaties met afnemers • Kotler, Ph. & K.L. Keller, Marketing Management. 12th edition. Upper Saddle River, New Jersey: Pearson/Prentice Hall, 2006, nog nader bekend te maken hoofdstukken • Voorts horen tot de te bestuderen stof de slides die op hoorcollege zijn gebruikt en het materiaal dat tijdens de activerende werkvormen is gebruikt • Eventuele wijzigingen en aanvullingen worden (o.a.) via Blackboard bekendgemaakt schriftelijk tentamen op basis van multiple choice en open vragen De tijdens de hoorcolleges te gebruiken sheets zijn tevoren te raadplegen via Blackboard.
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
literatuur
toetsing
opmerkingen
Marketing 1.2 60121020 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 drs. W.R. Fontijn (e.a.) Het verkrijgen van kennis van en inzicht in de uitwerking van het marketingbeleid d.m.v. de instrumenten van de marketingmix In dit vak staat de uitwerking van het marketingbeleid naar tactische aspecten centraal. Dit betreft: • het productbeleid, waarin o.a. aandacht wordt besteed aan het assortiment, de verpakking, het gebruik van merken en het onderscheid tussen het aanbieden van goederen en het dienstverleningsproces • het prijsbeleid, dat o.a. bestaat uit het vaststellen van prijzen en het gebruik van het instrument prijs om de vraag te beïnvloeden • het communicatiebeleid, onderverdeeld in o.a. reclame en persoonlijke verkoop • het distributiebeleid, dat zich bezighoudt met de vraag op langs welke weg de goederen en diensten de klant bereiken • Kotler, Ph. & K.L. Keller, Marketing Management. 12th edition. Upper Saddle River, New Jersey: Pearson/Prentice Hall, 2006, nog nader bekend te maken hoofdstukken • Voorts horen tot de te bestuderen stof de slides die op hoorcollege zijn gebruikt en het materiaal dat tijdens de activerende werkvormen is gebruikt • Eventuele wijzigingen en aanvullingen worden via Blackboard bekendgemaakt schriftelijk tentamen op basis van multiple choice vragen en open vragen. Via deelname aan de activerende werkvormen en het voldoen aan enige opdrachten kunnen de studenten een (deel van een) bonuspunt verkrijgen. De tijdens de hoorcolleges te gebruiken slides zijn van tevoren te raadplegen via Blackboard.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Marketing 2.2 60221020 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 drs. N.C. Dekker • Leren hoe een praktische marketing probleem in een onderzoeksprobleem kan vertaald worden • Leren hoe concrete marketing vraagstukken onderzocht kunnen worden op een wetenschappelijke manier • Inzicht krijgen in verschillende soorten van onderzoeksmethoden • Weten welke methoden het geschiktst zijn gegeven een bepaald marketing probleem inhoud In deze cursus leren studenten hoe ze om concrete marketing vraagstukken op een systematische manier te beantwoorden een onderzoeksproject kunnen uitvoeren. Op basis van concrete marketing problemen, worden de
Examenonderdelen
89
verschillende stappen en aspecten van het inrichten van een onderzoeksproject geanalyseerd. De volgende aspecten komen aan de orde: Wat is een onderzoeksvraag? Hoe wordt een marketing probleem in een onderzoeksvraag vertaald? Wat is een conceptueel model? Wat is een theorie? Hoe kan theorie gebruikt worden om een concreet marketing probleem te benaderen? Welke verschillende data bronnen zijn beschikbaar? Welke onderzoeksmethode past bij welk marketing probleem? Welke verschillende typen van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden bestaan er? Wanneer worden deze gebruikt? Deze verschillende vragen worden geïllustreerd op basis van marketing cases uit de praktijk. literatuur Malhotra & Birks, Marketing Research: an applied approach. 3rd European edition. 2007 toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
subject code credits contact
90
Marketing 3.1 60311030 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 1 drs. W. de Vries (en nader bekend te maken docenten) • Gedegen kennis verkrijgen van de theorie omtrent de marketing van diensten • Het kunnen vertalen van theorieën naar praktijksituaties Bij dit vak staat de marketing van ontastbare diensten en tastbare goederen centraal. U wordt tijdens dit vak met name getraind op het gebruik van analysemodellen waarvan een aantal modellen als redelijk bekend mag worden verondersteld. Ansoff, BCG-matrix en Porter zullen bekend in de oren klinken, terwijl TAM, Lovelock en Peelen nauwelijks bekend zullen zijn. Het wordt echter moeilijker wanneer u al deze modellen ook moet kunnen toepassen en eventuele kritiek moet kunnen geven op het gebruik van de modellen als hulpmiddel om de strategie van een organisatie te formuleren. Na bestuderen van de literatuur dient u inzicht te hebben in ongeveer 25 bekende modellen. U dient deze modellen natuurlijk te kennen, maar ook te kunnen vertalen naar diverse organisaties die werkzaam zijn in Nederland. • De Vries jr & Goud, Strategische Dienstverlening • Artikelen (syllabus verkrijgbaar bij docent in tweede hoorcollege) • Collegedictaat schriftelijk tentamen 70 % opdracht ihk van activerende werkvormen 30 % marketingkennis op het niveau van de cursussen Marketing 1.1, 1.2, 2.2 en Marketing Research (dr. H. van Herk). Marketing Research 61332040 6 24 hours (24 lecture)
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
period 4 co-ordinator dr. H. van Herk aim • Explain and discuss procedural and methodological factors that play a role when assessing marketing research projects • Discuss sources, value and use of secondary data in the marketing research process • Understand and the advantages and disadvantages of qualitative research; know methods used and interpretation of data • Describe the use of databases in marketing research • Explain the fundamentals of sampling in marketing research • Explain and discuss in detail the use and application of attitude scales in marketing research • Discuss the various procedures used for data collection • Explain and be capable in making a questionnaire • Explain techniques to check and describe data (frequency tables, cross tabulations) • Perform and interpret parametric and non-parametric tests • Know the objectives, use and interpretation of multivariate data-analysis techniques • Explain the right multivariate technique for data analysis given a marketing research problem • Understand the report preparation process content This course is a first course in Marketing Research, other Marketing Research courses build upon this one. After an introduction, the marketing research process will be discussed. Attention will be given to qualitative research as well as quantitative research. Moreover, drafting questionnaires, sampling, and various data analysis techniques will be explained. An emphasis in this course will be on analysis of data, interpretation of results, and understanding of research implications. The technical details of the various techniques will be part of other courses such as the Advanced Marketing Research course in the Master of Science in Marketing. literature N.K. Malhotra & David F. Birks, Marketing Research. An Applied Approach. 3rd European edition, Pearson Education, 2007 examination format written interim examination assignment case and data analysis naam Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek code 60311000 studiepunten 6 contacturen 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) periode 1 coördinator drs. K. van den Hoeven docenten drs. K. van den Hoeven; dr. J.M. Sneek; dr. E. Vogelvang doel Het verschaffen van wiskundige kennis, die aanvullend is op de inhoud van het 1e-jaarsvak KM 1.2 en die noodzakelijk is om met succes te kunnen deelnemen aan de (kwantitatief getinte vakken van de) master-opleidingen Economics en Finance. De doelstelling van de cursus is verder (in het econometriedeel) om studenten te leren zelfstandig een economische
Examenonderdelen
91
inhoud
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
92
hypothese te vertalen naar een economisch model om daarna deze hypothese met behulp van econometrische en statistische methoden te toetsen. Het keuzevak Toegepaste Kwantitatieve Economie, dat aansluitend in periode 2 wordt gegeven is een zeer geschikt vervolgvak op het econometriedeel van dit vak. Dit vak bestaat voor 4 van de 6 ects uit een wiskundedeel en voor de overige 2 ects uit een econometriedeel. De hoofdonderwerpen uit het wiskundedeel (waarmee wordt gestart) zijn: • Matrices, determinanten en toepassingen • Rijen en Limieten • (Optimaliseren van) functies van meerdere variabelen (met en zonder nevenvoorwaarden) • Vectordifferentiatie • Stochastische vectoren • (Meervoudige) integratie en toepassingen op kansverdelingen • Differentievergelijkingen In het econometriedeel wordt een aantal basisprincipes geïntroduceerd dat voor het opzetten, verrichten en publiceren van kwantitatief economisch onderzoek relevant is. (Hierbij zal ook gebruik worden gemaakt van onderdelen uit het wiskundedeel van dit vak.) Diverse methoden en toetsen worden besproken en hun eigenschappen bestudeerd. Men weet dan wanneer een methode of een toets wel of niet gebruikt mag worden. De gebruiksmogelijkheden van econometrische modellen, zoals het berekenen van voorspellingen, het berekenen van elasticiteiten ed. zijn onderdelen van de cursus. De praktische relevantie van de theoretisch besproken onderwerpen staat voorop en wordt toegelicht met diverse toepassingen. Er wordt een empirische opdracht gedaan. Deze opdracht simuleert het doen van een kwantitatief economisch onderzoek. • Sydsaeter, Knut & Peter Hammond, Essential Mathematics for Economic Analysis. 2e druk. Prentice-Hall, ISBN: 0-273-68180-X + enige aanvullingen • Vogelvang, Ben, Econometrics, Theory and Applications with EViews. Prentice Hall/Harlow: Pearson Education/Financial Times, 2005 schriftelijk tentamen waarbij de econometrie-opgave een 'open-boek'- opgave is (m.b.t. het econometrieboek). Het is noodzakelijk de inhoud van de KM-vakken (zowel het wiskundevak als de statistiekonderdelen) uit het programma van 1e en 2e jaar paraat te hebben. Methoden en technieken van BE (bedrijfeconomisch) onderzoek 60321000 dr. E. Wiersma 6 36 (12 werkcollege, 24 hoorcollege) 2 Het leren van op de wetenschappelijke praktijk gerichte onderzoeksvaardigheden. Dit houdt in dat de student voldoende methodologische bagage heeft voor het plannen, uitvoeren, analyseren, rapporteren en beoordelen van onderzoek. Het gaat derhalve zowel om het
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
opdoen van methodologische kennis als om de kennis van statistische methoden en technieken. literatuur Verplicht: D.R. Cooper & P.S. Schindler, Business Research Methods. 9de editie. McGraw-Hill-Irwin, 2005 toetsing werkstuk schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Micro-economie 1.1 60111050 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 1 dr. B. van der Klaauw De student vertrouwd maken met de eerste beginselen van de microeconomie en met name van de industriële organisatie. inhoud In dit vak ligt de nadruk op het gedrag van producenten en de verschillende marktvormen waarin de bedrijven opereren. Er wordt onder andere aandacht besteed aan productiefuncties, kostenstructuren en economisch efficiënte productie van bedrijven. Daarnaast wordt ingegaan op het proces van bepaling van de evenwichtsprijs voor de marktvormen volkomen concurrentie, monopolie en oligopolie. Er wordt onder andere stil gestaan bij interactie tussen markten, welvaartsanalyse en marktmacht. literatuur Perloff, J.M., Microeconomics. 3rd or 4th edition. Addison / Wesley toetsing schriftelijk tentamen Door deelname aan de activerende werkvormen kan een (deel van een) bonuspunt op het eindcijfer worden verdiend.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Micro-economie 1.2 60121050 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 dr. A.P. van Vuuren De student vertrouwd maken met de eerste beginselen van de microeconomische theorie van het consumentengedrag. inhoud In dit vak ligt de nadruk op het keuzegedrag van consumenten. Vanuit het principe van de rationeel handelende consument, die erop gericht is nut te maximaliseren, wordt gekeken naar keuzes ten aanzien van goederen, diensten en arbeidsaanbod. Er zal nader in worden gegaan op hoe onzekerheid omtrent de toekomst het consumentengedrag beïnvloedt. Verder wordt ingegaan op asymmetrische informatie tussen marktpartijen en daaruit volgend opportunistisch gedrag van één van de marktpartijen (adverse selection, moral hazard). Tenslotte, zal het principe van marktmacht worden bekeken aan de hand van prijs- en hoeveelheidsdiscriminatie. literatuur Perloff, J.M., Microeconomics. 3rd or 4th edition, Addison / Wesley toetsing schriftelijk tentamen Door deelname aan de activerende werkvormen kan een (deel van een) bonuspunt op het eindcijfer worden verdiend.
Examenonderdelen
93
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
Micro-economie 2.1 60211050 3 30 (12 activerende werkvormen, 18 hoorcollege) 1 dr. H.G. Bloemen De student vertrouwd maken met de micro-economische benadering van strategische processen tussen bedrijven en binnen bedrijven, alsmede met de invloed van onzekerheid en asymmetrische informatie. Bedrijven met marktmacht opereren in marktvormen waarin zij te maken krijgen met medespelers. In het bepalen van hun prijsstelling zullen zij strategische beslissingen moeten nemen ten einde te anticiperen op bijvoorbeeld de toetreding van medespelers. Bedrijven moeten beslissen over inputfactoren in hun productieproces. Deze beslissingen staan niet los van de marktvorm waarin zij opereren. Verticale integratie kan voor een bedrijf een optie zijn om het productieproces te stroomlijnen. Bedrijven hebben in de praktijk te maken met onzekerheid en beperkte informatie. Dit heeft zijn weerslag op de relatie tussen bedrijven en hun afnemers, maar ook op de relatie tussen manager en werknemer. Een bedrijf zal door middel van prijsstelling en beloning signalen dienen af te geven ten einde een efficiënte productie te bewerkstelligen. Perloff, J.M., Microeconomics. 4thd edition. Boston: Pearson Education, 2007 schriftelijk tentamen Een voldoende resultaat voor de vakken Micro-economie 1.1 en 1.2 is wenselijk. Gedurende de activerende werkvormen kan door de deelnemende student een bonus van maximaal één cijferpunt worden behaald door het maken en presenteren van cases of opdrachten. Hierbij geldt de volgende regeling: • Drie cases/opdrachten voldoende: één cijferpunt • Twee cases/opdrachten voldoende: een half cijferpunt • Eén case/opdracht voldoende: geen cijferpunt Deze bonus is alleen te verzilveren bij deelname aan de eerste of tweede tentamengelegenheid van het vak.
subject code credits contact period lecturer aim
Microeconomics 3.2 60322030 6 36 hours (12 tutorial, 24 lecture) 2 dr. A.H. Bergemann MSc To develop the theory of decision making at the level of a single agent and to understand the resulting outcomes at the market level. content Microeconomics is concerned about how individuals and firms make decisions and how the interaction of many individuals affects markets. In case of an individual, decisions are made concerning labor supply, consumption, savings, and so on, while in case of a single firm this concerns decisions on labor demand, product characteristics and, in certain market forms, on wages and product prices. We cover topics in various areas of microeconomics, such as health economics, industrial organization and labor
94
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
economics. The main focus lies on the labor market as the most relevant application of micro. We consider models that allow for market imperfections due to incomplete information, notably job search models, efficiency wage models, and model that explain discrimination. This is used for example to study unemployment and wages. Strong emphasis is placed on the effects of policies, such as unemployment benefits, welfare, and minimum wages. literature • Borjas, G.J., Labor Economics. McGraw-Hill, Irwin, 2005 • plus articles that are mentioned during the course examination format written interim examination entry requirements The participants are expected to have some basic familiarity with micro economics. naam code studiepunten contacturen
periode docenten doel
inhoud
Midden- en kleinbedrijf 60311070 6 24 (24 hoorcollege) Het vak wordt in het Nederlands gegevens vanwege de sterk institutionele inkadering. Het college is aanvullend bij de voorgeschreven literatuur. 1 drs. E.A.H. Kleijn; prof.dr. A.R. Thurik; prof.dr. E. Masurel • inzicht verschaffen in de rol die kleine en middelgrote bedrijven spelen in de economie • inzichtelijk maken waarin kleine bedrijven en grote bedrijven van elkaar verschillen • helderheid brengen in wat ondernemerschap is De afgelopen 25 jaar is de belangstelling voor ondernemerschap en het midden- en kleinbedrijf sterk toegenomen: in de markt, in het overheidsbeleid, en ook in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Begrippen als intrapreneurship en extrapreneurship geven de belangstelling voor het fenomeen ondernemerschap bij grote bedrijven aan. De managementeconomie van de vorige eeuw heeft zich omgevormd tot een ondernemerschapseconomie. Het mkb (95 procent van de bedrijven, 60 procent van de werkgelegenheid in de private sector) speelt een belangrijke rol bij innovatie, bij het gezond houden van concurrentieverhoudingen, als omgeving waarin ondernemerschap zich thuis voelt en als generator van economische groei. Ondernemingen in het mkb spelen een belangrijke rol als samenwerkingspartner, als leverancier en als intermediair. In Nederland is inmiddels meer dan een derde van de startende ondernemers afkomstig van hbo of universiteit. Op de arbeidsmarkt groeit de vraag naar mensen die verstand hebben van de MKB-sector. De discipline midden- en kleinbedrijf & ondernemerschap neemt in zijn veelzijdigheid een aparte plaats in het curriculum in: het gaat om bedrijf en markt, om economie en psychologie, om innovatie en ordening, om systeem en individu. Die aspecten komen, geordend in drie hoofdthema's aan de orde: • de rol van kleine bedrijven in de moderne economie (small business economics) • het belang van ondernemerschap in de moderne economie (entrepreneurship)
Examenonderdelen
95
het starten, runnen en doen groeien van een klein bedrijf (small business management) literatuur Risseeuw, P.A. & A.R. Thurik, Handboek ondernemers en adviseurs: economie en management van het midden- en kleinbedrijf. Deventer: Kluwer, 2003, behalve hoofdstuk 3, 4, 19 & 22 toetsing schriftelijk tentamen •
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen
Ondernemingsrecht 60311060 6 24 (12 werkcollege, 12 hoorcollege) 1 prof.mr. J.B. Huizink; mr. J.E. Brink-van der Meer • Verwerven van kennis en inzicht in belangrijke onderdelen van het ondernemingsrecht • Kweken van zekere 'awareness' ten aanzien van juridische complicaties • Inzicht in actuele ontwikkelingen De colleges zijn gegroepeerd rond een vijftal clusters: 1. Inleiding (rechtspersoon, vennootschap en onderneming) 2. Organen en bevoegdheden 3. Kapitaalvennootschappen: kapitaal/vermogensbescherming en zorgvuldig vermogensbeheer 4. Aansprakelijkheid 5. Financiering en insolventie 2 uur hoorcollege per week, gevolgd door 2 uur werkcollege waarin het accent ligt op de door de studenten uit te werken casus. • Huizink, J.B., Rechtspersoon, vennootschap en onderneming. Deventer: Kluwer • Wettenbundel Rechtspersonen 2007/2008, inclusief ondernemings- en handelsrecht met toekomstige wetgeving. Deventer: Kluwer • Reader schriftelijk tentamen Een schriftelijk tentamen met open vragen. Het resultaat daarvan telt voor 60% mee in het eindcijfer. De case-uitwerkingen (vijf maal gewaardeerd van 0 t/m 10 gedeeld door 5) tellen voor 40% mee in het eindcijfer. Afhankelijk van het aantal deelnemers worden de cases individueel (tot 25 deelnemers) of in groepsverband (van 2 tot 4 leden naar gelang het aantal deelnemers) uitgewerkt.
naam code studiepunten contacturen
Ontwikkelingslanden en opkomende markten 2.5 60241070 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Bij de activerende werkvormen werken studenten aan opdrachten en cases. Op deze manier kan door de deelnemende student een bonus van maximaal één cijferpunt worden behaald. periode 5 docenten dr. J.A. Jordaan; dr. J.J.Y. Schipper doel Introductie in de economie van emerging markets in ontwikkelingslanden en
96
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
het voormalige Oostblok en de rol van internationale ondernemingen daarin. inhoud Het vak bestaat uit twee delen: • studenten krijgen een oriëntatie op de belangrijkste feiten rond internationale verschillen in economische ontwikkeling. Centraal staat daarbij de vraag waarom sommige landen zich snel ontwikkelen en andere stagneren. • bestudeerd wordt hoe het functioneren van een internationale onderneming in een ontwikkelingsland of transitie-economie wordt beïnvloed door niet- of slecht functionerende markten en overheden, corruptie, moeilijk afdwingbare eigendomsrechten. Ook wordt ingegaan op ethische problemen zoals kinderarbeid en lage milieunormen en de risico's die dit voor een bedrijf met zich meebrengt. literatuur Artikelen. Het merendeel van de artikelen wordt via de website van het vak verspreid. toetsing schriftelijk tentamen subject code credits contact period co-ordinator aim
content
literature
Organization Design 61332010 6 24 hours (24 lecture) including Design Labs 4 dr.ir. B.A.G. Bossink The first learning objective of this course is to gain knowledge and understanding of concepts, theories related to the design perspective on organizations. After following this course you will be able to: • discuss the history, theoretical perspective and nature of organization from a design perspective • discuss the key organizational configurations and their relation to organizational contingencies The second learning objective of this course is to be able to design an effective organization structure and process in a scientific way. After following this course, you will be able to: • evaluate the effectiveness of a given organizational design in terms of fit between the organization and its contingencies • recognize in a real life situation the relevant contingencies that are of influence on the structure of an organization • use the prescribed design method to (re)design an effective organization structure for an organizational setting of your own choice • develop an implementation plan An organization design consists of a choice for an organizational configuration. This choice can be supplemented with choices for the degree of formalization, media richness, coordination systems, control procedures, etc. The course focuses on the design and development of a strategic organization design within the meta-theoretical boundaries of the contingency approach. Important concepts that have to be taken into account are: dynamic fits, contingency factors, design factors, environmental elements and total design fit. Burton, R.M. & B. Obel, Strategic Organizational Diagnosis and Design: the Dynamics of Fit. Boston: Kluwer Academic Publishers, 2004
Examenonderdelen
97
examination format interim examination The theory is examinated in an individual exam 60 %. The application of the theory is graded in a group-based design assignment 40 %. entry requirements Strategy Development Implementation and Evaluation subject code credits contact period co-ordinators aim
content
98
Organization Perspectives and Dynamics 61322000 6 24 hours (24 lecture) and group project 2 dr. P.J. Peverelli; drs. J.K. Verduijn After following this course, students will have gained insight in all aspects of basic organizing processes. They will be able to observe, analyze and discuss how complex organizational structures emerge from such basic processes. The study of organisations is a theoretical field of study distinct from more practical fields like: general management, organisational behaviour, human resource management, etc. It is a basic science studying the ways human actors organise themselves into groups of various degrees of complexity. Organisation theory is not the study of organisations. Groups of actors referred to as 'organisations' in every day parlance are only one part of the groups introduced in this course. Organisation theory is therefore a necessary tool not only for students of business administration, but also for those of a wide range of other academic fields, including: sociology, cultural anthropology, public administration, education, philosophy, etc. As this course is part of the business administration program, we will concentrate on offering tools to study and understand enterprises and their environment from an organisational perspective. The main theme of this course will be the perspective that human organising is a continuous process of ongoing interaction between actors in their quest to make sense of the world. As a result of this process, groups of actors who frequently interact around a specific theme will gradually be perceived by the actors themselves and other actors as entities. Such entities are given generic names like: gangs, pressure groups, tribes, associations, enterprises, industrial sectors, nations, etc. The members of a specific group will have a shared view on reality, at least on that part of reality relevant to their common task. This shared reality will determine the actions they take. Most actors will be members of a number of such groups. During social interaction in one group, actors can access the shared reality of other groups. This can alter the shared reality of the group in which the current interaction is taking place. Multiple group membership (referred to as multiple inclusion) is therefore considered the motor of organisational change. Often, however, actors start perceiving the shared reality of one group as the one and only reality. As a result, they are less susceptible to other realities and in some instances even actively block access to alternative realities. In organisation theory this is referred to as reification or fixation. Reifications are the major cause of organisational problems. Identifying social structures, the members of the structures (actors), the nature of the shared realities, the multiple group membership of actors and
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
occurrences of reification are the core tasks of the organisation scientist. The main aim of this course is to teach students these basic concepts and to train them in exploring complex organisational processes. Although this introduction emphasises theory, attention will be paid to practical applications of the theory as well. These practical applications include firms, but also a few larger structures, in particular industrial clusters. form of tuition 7 lectures + non-obligatory reflection sessions literature reader examination format paper group paper 40 % written interim examination 60 % naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Purchasing and E-Procurement 61331050 6 36 (12 werkcollege, 24 hoorcollege) 4 prof.dr. J.H.A. Harink Resultaatverbetering (winstverhoging) kan door organisaties in principe maar op twee manieren worden bereikt: door omzetverhoging of door kostenverlaging. Kijkend naar de kosten van een organisatie, maakt duidelijk dat gemiddeld meer dan 70 procent van alle kosten te maken heeft met ingekochte goederen en diensten. Dit maakt direct duidelijk dat inkoop - als significante kostenpost - van sterke invloed is op het resultaat en dat verbeteringen in inkoop leiden tot aantoonbare verbeteringen van het resultaat. Sterker nog, met inkoop kan het resultaat effectiever worden verbeterd dan met verkoop. Organisaties onderkennen dit meer en meer, wat er onder meer toe leidt dat inkoop hoger op de agenda¿s van directies en management komt te staan. Het doel van het vak Purchasing & Eprocurement is het overdragen van de meest relevante inkoopkennis en ervaring aan studenten, opdat zij in het bedrijfsleven hierover met anderen professioneel mee kunnen denken en praten. inhoud Het vak Purchasing & E-Procurement richt zich op het inkopen van goederen en diensten in de brede zin van het woord. Zowel het traditionele inkoopproces als het elektronisch inkopen komen uitgebreid aan bod. Onderwerpen die zullen worden behandeld zijn: • Het toenemende belang van inkoop: waarom wint inkoop zo snel aan populariteit? • Het inkoopproces: hoe koopt een organisatie in? • Leveranciersmanagement: hoe werkt een organisatie optimaal samen met leveranciers? • De organisatie van inkoop: wie koopt er binnen een organisatie in? Wordt dat centraal, decentraal of anders gedaan? En wat is de rol van de Chief Purchasing Officer (CPO)? • E-procurement: hoe kan het internet worden gebruikt bij inkoop? • De business case van e-procurement: hoe bepaalt een organisatie wat zij met het internet moet gaan doen? • Inkoopcontrol: hoe kan een organisatie gericht haar inkoop verbeteren? literatuur • Harink, J.H.A., E-procurement, de kinderschoenen ontgroeid. Utrecht:
Examenonderdelen
99
Arko Uitgeverij, 2004, ISBN 90 77072 47 0 Lennartz, R.E., Veeke, R.A.F., Inkoopmanagement in facilitaire omgevingen. Deventer: Kluwer, 2007, ISBN 9789 0130 41272 toetsing schriftelijk tentamen 70% van het eindcijfer paper 30% van het eindcijfer opmerkingen Enkele hoorcolleges worden gegeven door gerenommeerde gastdocenten, uit het bedrijfsleven of van andere universiteiten. Op deze wijze wordt een kwalitatief hoogwaardige en afwisselende collegereeks aangeboden, die door studenten al jaren lang hoog gewaardeerd wordt. •
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) 60131080 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 prof.dr. E.T. Verhoef; prof.dr. C.A.A.M. Withagen De student kan de relatie tussen de markt en de overheid benoemen vanuit een economisch perspectief in het algemeen, en voor de toepassingen externe effecten (verkeerscongestie, milieuvervuiling), natuurlijk monopolie (railverkeer) en oligopolie (luchtvaart) in het bijzonder. inhoud Dit vak behandelt vormen van marktfalen zoals externe effecten en marktmacht. Bekende voorbeelden van externe effecten zijn files in het wegverkeer en milieuvervuiling. De centrale vraag is: hoe kan men de schadelijke gevolgen bestrijden die marktfalen heeft voor het functioneren van markten? Daarbij speelt de overheid een belangrijke rol. Om de negatieve gevolgen tegen te gaan, bestaan verschillende reguleringsmogelijkheden. Zo kan de overheid bijvoorbeeld een stelsel van milieuheffingen of congestieheffingen opstellen. Voor het tegengaan van misbruik van marktmacht bestaan verschillende reguleringsmogelijkheden. Er zal worden stilgestaan bij de voor- en nadelen van de verschillende beleidsopties. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Externe effecten in het verkeer: files, congestieheffingen, second-best beleid; • Natuurlijk monopolie: railverkeer (diverse schaalvoordelen), regulering en deregulering, privatisering natuurlijke monopolies; • Oligopolie en strategische bedrijfsvoering: luchtvaart, allianties luchtvaartmaatschappijen, regulering en deregulering; • Externe effecten en milieubeleid; • Vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen: visserij; • Internationale dimensies van milieubeleid. literatuur • Kahn, J.R., The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition. The Dryden Press • E.T. Verhoef, Markets and Governments: Transport Economic Applications. VU University Amsterdam. Syllabus, gratis downloadable van Blackboard toetsing schriftelijk tentamen
100
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Ruimtelijke economie 2.4 (Regionale economie) 60231080 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 dr. H.L.F. de Groot Dit vak verschaft inzicht in de vraag hoe de factor ruimte het economische gedrag van bedrijven, consumenten en de overheid beïnvloedt, en hoe deze gedragingen invloed hebben op de ruimtelijke economische ontwikkeling. inhoud In dit vak staat de relatie tussen ruimte en economie centraal, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan locatietheorieën, agglomeratievorming en regionale economische ontwikkeling. Onderwerpen die aan bod komen zijn de locatiekeuze van bedrijven, de redenen voor clustering van economische activiteit, de oorzaken, gevolgen en meting van regionale specialisatie, regionale werkloosheid, migratie, innovatie en regionale groei, en de mate waarin globalisering en de toenemende invloed van de Europese Unie een rol spelen. De inzichten die verkregen worden uit de theorie en de empirische toepassingen worden gebruikt om bestaande regionale ongelijkheden te verklaren. Er wordt ook nagegaan in hoeverre een actief regionaal-economisch beleid van de overheid bestaande regionale ongelijkheden kan verminderen. literatuur McCann, P., Urban and Regional Economics. Oxford: Oxford University Press, 2001 toetsing schriftelijk tentamen subject code credits contact
period co-ordinator lecturer aim
content
Strategic Management and the Strategy Process 61312030 6 24 hours (24 lecture) lectures plus group presentation 1 drs. M.M. Rietdijk drs. M.M. Rietdijk After this course students are able to: • Describe and explain recent approaches of strategic management - as scientific field - and apply these to problems in the professional field of strategic management • Search, select and critically assess scientific publications in the field of strategic management • Analyze the strategy process in an organization, to facilitate strategic conversations and to formulate and implement a strategy • Present and write a group report This course is focused on recent developments in the scientific field of strategic management and the professional application of Scenario planning. Scenario planning helps organizations develop more then one long term perspective on their environment and core business. The course follows Environmental Analysis and Structuring Organizations of the first year and Strategy Development, Implementation and Evaluation of the second year. In the first part of this course you will study different strategic schools. During the second part you will learn to formulate and implement strategy by
Examenonderdelen
101
the Scenario learning approach. You will deepen and apply your knowledge about Strategic Management at a real life firm. form of tuition Group presentation of preliminary report. literature • Heijden, Kees van der, Scenarioplanning. 2nd edition. Wiley, 2005 Recommended for Dutch students: • Rietdijk, M., & M. Van Winden, Slag om de toekomst. Balans, 2003 examination format written interim examination about the book and (guest)lectures 50% presentation group presentation (sufficient/insufficient), group report 50% subject code credits contact period lecturer aim
Strategy and Economics 60342040 6 24 hours (6 practical, 18 lecture) 5 dr. H.E.D. Houba How to translate economic situations, in which an economic decision maker must take into account decisions taken by others, into a strategic model. This requires knowledge of available models and concepts to deal with so-called 'strategic uncertainty'. This includes mastering computational techniques. content On an evening, you zap TV channels and, suddenly, you watch Shop4Nop on RTL5. The unique-lowest bid wins the expensive plasma screen TV you fancy. You decide to bid, but how many others bid, how do they bid, what is your best bid? You wonder whether take-over battles can be seen as auctions between competing firms. How do they prepare bids? In the supermarket, you are thrilled about price reductions. You may wonder, is there a similarity between price competition and an auction? In your team project, some team member free rides on your effort and you realize that your grade also depends upon this member's contribution. Everywhere people, firms and institutions interact with each other in many different settings. For instance, negotiations for a contract or treaty, individuals or firms contributing to a joint partnership, managers motivating employees. Firms compete on the market, including web-shops, procurement auctions in B2B for contractors, and art-lovers competing at Christies. In all cases, the final outcome for each participant also depends upon the behaviour of others. Each participant has to deal with the strategic uncertainty about how the others will behave. Game theory deals with strategic uncertainty and has become an influential toolbox in modern Economics. This course offers an introduction to the major game theoretic concepts that are applied to a variety of highly-stylized or abstract economic models in order to focus on the relevant economic issues. These economic models come from Industrial Organisation, Microeconomics, Macroeconomics, Labour Economics, Auction Theory, Negotiation Theory and Contract Theory. Worldwide, game theoretic economic models influence the policy debate on market regulation, central bank independence, WTO, liberalization of public utilities such as telephone and electricity markets. Implications for economic policy are also discussed. Topics: • games and strategies
102
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Nash equilibrium and its modifications for dynamic games and games with incomplete information • co-ordination • market competition • negotiations • repeated interaction • auctions • the market for used cars • job markets • reputation and signalling Special attraction: Learn why many contributors to game theory received a Nobel prize in Economics. Watson, J., Strategy, an Introduction to Game Theory. W.W. Norton & Company, 2002 written interim examination (75% ) and take-home exam (25%) covering the first two blocks. The written interim exam has two opportunities, while the take-home exam only has a single opportunity. Students should have sufficient knowledge of basic concepts from Microeconomics, Mathematics and Statistics and the capability to apply these correctly. For VU students this involves the courses: • Microeconomics 1.1 en 1.2 • Quantitative Methods (Kwantitatieve Methoden 1.1, 1.2, 1.4 & 2.5) This course is especially recommended to students interested in a Master in Economics or a career at some market regulating authority. •
literature examination format
entry requirements
remarks
subject code credits contact period lecturer aim content
literature examination format
entry requirements
Strategy and Environment 60332020 6 24 hours (24 lecture) 5 prof.dr. D.J. Eppink • Gain theoretical knowledge in the field of strategy and environment • Develop skills in translating the theory into practical solutions The course starts with an overview of recent theoretical developments concerning the three strategic questions each organisation has to deal with. After that, the attention will go to strategic analysis, development of strategic alternatives and the issues of choice and implementation. Using smaller cases, the students can learn to apply the theories discussed and studied in stylised practical situations. Compulsory, will be announced later. written interim examination Written examination tests knowledge of and insight in the compulsory literature. assignment The assignment tests the skills in applying the knowledge acquired to a real life case (company name to be announced later). The literature for Management and Organisation 1.1 ( M&O 1.1, chapter 7 ) or a similar basic treatment of the strategy process.
Examenonderdelen
103
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Toegepaste data-analyse 60331070 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 dr. J.M. Sneek; drs. K. van den Hoeven Dit vak verschaft de student inzicht in een aantal belangrijke statistische technieken dat bij kwantitatief economisch onderzoek gebruikt (kan) worden. Verder wordt de student bekend gemaakt met bijbehorende computersoftware (met name SPSS). inhoud Managementbeslissingen vereisen goed en degelijk vooronderzoek. Een essentieel onderdeel van dergelijk onderzoek is het op de juiste wijze kunnen uitvoeren en interpreteren van kwantitatieve analyses. Dit geldt voor allerlei bedrijfskundige en bedrijfseconomische vraagstukken zoals die voorkomen op het terrein van Marketing, Finance en/of Accounting. In deze cursus komen technieken aan de orde die op deze vakgebieden van toepassing zijn. Te denken valt aan (een selectie uit) onderwerpen als • factoranalyse • discriminantanalyse • logistische regressie • multivariate (co)variantieanalyse • conjoint analyse • clusteranalyse • multidimensional scaling • correspondentieanalyse • data-transformaties Deze technieken zijn complex van aard, maar tijdens de colleges zal de theoretische diepgang worden beperkt en zal het accent liggen op de praktische bruikbaarheid via economische toepassingen met behulp van statistische programmatuur. Het vak zal in ieder geval goed te volgen zijn voor een student met kwantitatieve belangstelling, die met succes heeft deelgenomen aan de Kwantitatieve methodenvakken en het 3e jaars vak Methoden & Technieken. literatuur De literatuur op dit gebied zal nog nader vastgesteld worden. Er verschijnen enkele nieuwe titels per jaar, steeds meer inclusief economische data geschikt voor computertoepassingen. toetsing schriftelijk tentamen in combinatie met het inleveren van een aantal individueel uitgewerkte (computer-)opdrachten.
naam code studiepunten contacturen
Toegepaste kwantitatieve economie 60321080 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) Er zijn hoorcolleges met bijbehorende praktische cases die met EViews of in de pc-zaal of thuis zullen worden gemaakt. periode 2 docent dr. E. Vogelvang doel Het zelfstandig kwantitatief economisch onderzoek kunnen doen door kennis
104
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
te hebben van een aantal bekende modellen uit de toegepaste econometrie. inhoud Het vak TKE is een vervolg op de zes econometriecolleges van de cursus M&T voor AE/FE van de bachelor economie. Er wordt een aantal econometrische toepassingen besproken dat een kwantitatief econoom later in zijn werk van nut kan zijn. Het zijn bekende empirische modellen, die voor zowel algemeen, bedrijfs- als internationaal-financiëel economen interessant zijn. Eerst wordt een bredere basis gelegd dan bij M&T kon gebeuren, zoals ook het schatten van de parameters van structurele modellen. Daarna wordt er aandacht geschonken aan twee modellen bestaande uit meerdere vergelijkingen: het 'SUR model' en een 'simultaan macroeconomisch model'. Beide modellen zullen ook concreet geschat worden. Ook de 'univariate tijdreeksmodellen' zullen aan de orde komen, daarmee zullen voorspellingen van economische variabelen worden berekenend. Modellen voor de lange en korte termijn kunnen worden besproken. Voor het modelleren van cross-sectie data kan aandacht worden besteed aan modellen met 'limited dependent variables' met een toepassing in een onderzoek over IT-gedrag van Nederlandse ondernemingen. Modellen die aan de orde zijn geweest zullen door de studenten empirisch worden geschat en getoetst met echte economische data. Dat gebeurt tijdens een bijbehorend practicum in de PC-zaal en met zelfstudie. Op deze wijze zullen de studenten later in staat zijn om in hun werk deze vaak voorkomende modellen te herkennen en correct toe te passen. literatuur Ben Vogelvang, Econometrics, Theory and Applications with EViews. Harlow: FT Prentice Hall, 2005 toetsing opdracht D.m.v. beoordeling van de verslagen van de cases wordt het tentamencijfer als gewogen gemiddelde van de cijfers van deze ingeleverde verslagen berekend. entreevoorwaarden Dit keuzevak kan alleen gekozen worden door studenten die het vak Methoden en Technieken voor AE/FE onderzoek hebben gedaan, of wanneer er vergelijkbare voorkennis aanwezig is. opmerkingen • Er wordt gewerkt in groepjes van twee studenten. • Dit keuzevak wordt in het bijzonder aanbevolen aan studenten die een MSc in Finance willen gaan doen subject code credits contact
Transport and Network Economics 60332110 6 24 hours (24 lecture) The course will be taught in English if foreign students participate. period 4 lecturers prof.dr. E.T. Verhoef; prof.dr. P. Rietveld aim This course offers an introduction to economic theories and methods that are useful for understanding transport and other network performance. The objective of the course is to provide a toolkit for adequately analyzing, from the economic perspective, transport issues and problems such as congestion, environmental effects, safety, private and public operation and coordination, monopoly power, public transport subsidies and quality, and spatial aspects of transport. Important parallels can often be drawn with the economic functioning of other types of network markets (telecommunication, the
Examenonderdelen
105
content
literature examination format
recommended background knowledge
subject code credits contact period lecturers aim
106
Internet, etc.). Where appropriate, these parallels will be emphasized and illustrated. Transport problems require ongoing attention from firms, individuals and governments. Examples are limited parking space in cities, daily traffic jams, unreliability, bottlenecks in freight transport, space constraints for large nodes such as airports and harbours, concentration in aviation, and quality issues in public transport. It is no coincidence that transport problems are often so persistent and multi-faceted. An important economic explanation lies in the wide-spread existence of market failures in transport, including market power and external effects. It is important to understand the economic functioning of transport markets when optimizing locational choices and logistic strategies for firms. It is also important when formulating policy recommendations in the field of transport policy itself, but also for spatial and economic policies. Even the macroeconomic performance of a country like The Netherlands will to a certain extent depend on the functioning of transport markets, witness the worries over national grid-lock, and the importance that is attached to the functioning of 'mainports' like the Rotterdam Harbour and Schiphol Airport. These and related topics will be discussed in this course. More specifically, we address: • the demand for transport (passengers and freight) • transport costs (time and money, economies of scale, congestion, the environment, traffic safety) • transport infrastructure investments • market failures in transport; transport policy • competition in transport markets A first thematic lecture will address the contribution of Schiphol Airport, and other transport infrastructure, to the Dutch economy. A second thematic lecture addresses transport pricing policies, such as road pricing (kilometerheffingen) For these lectures, students will prepare a written assignment that will make up 20% of the final grade. Boyer, K.D., Principles of Transportation Economics. Addison Wesley, 1997 written interim examination 80 % assignment 20 % This course may be of interest both to students in Economics and to students in Business Administration (specialization TDL: Transport, Distribution and Logistics). The course is related to a number of other third year's courses, including Urban Economics, Environmental Economics and Management, and Real Estate Economics. Urban Economics 60322070 6 24 hours (24 lecture) 2 prof.dr. E.T. Verhoef; dr. H.L.F. de Groot Most economic activities such as production, consumption and
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
content
literature examination format
remarks
innovation take place in urban areas, despite the relatively high location costs. Why is this the case, and how does this affect the economic behaviour of firms and households? This course in Urban Economics addresses these and related questions, and studies the relation between urban space and economics. How does the factor (urban) space affect the behaviour of firms and households? And reversely, which implications result from such behaviour for the spatial development of cities? Such insights are developed both through studying theoretical backgrounds and by considering practical examples of the issues at hand. One of the central topics in this course is the location behaviour of firms. How can a firm increase its profits by choosing a more appropriate location? Why are so many firms interested in expensive locations at, for example, the Amsterdam South Axis? Why do for example computer and fashion shops often cluster in space, while bakers are typically dispersed over a city? Will the advent of e-commerce cause firms to leave crowded and expensive cities? For households, comparable questions arise. Why are certain social and ethnic groups oftentimes clustered in space, and is this desirable? How do location choices of firms and households interact? The aggregate result of these choices, in terms of the development of land use in modern cities, will also be addressed, taking into account the role of land prices and transport costs. Topics of interest include the economic backgrounds and consequences of suburbanization, the rise of urban 'subcentres', and the rise of so-called 'network cities', as witnessed world-wide (and in The Netherlands alike). We will also look at interdependencies between cities, in terms of their economic dynamics and functional development. Why and how do cities specialize, why does nearly every country have a few big cities and many smaller towns and villages, and are such arrangements economically desirable? Finally, some typically urban problems will be addressed from the economic viewpoint, such as segregation, poverty and criminality. The course comprises 12 lectures of two hours each. Most of these are organized such that, apart from the teacher's explanation of the essential material, students will make small exercises so as to better comprehend the material. In addition, two thematic lectures are included, in which assignments will be discussed. O'Sullivan, A., Urban Economics. 6th edition. Boston: Irwin McGraw-Hill, 2007 written interim examination 80 % assignment 20 % This course has links with several other courses in the third year, such as Transport and Network Economics, Environmental Economics and Management (Milieueconomie en management), and Real Estate Economics (Economie van het onroerend goed). Basic knowledge of microeconomics is a prerequisite. In case there are no foreign students, this course will be taught in Dutch.
Examenonderdelen
107
naam code studiepunten contacturen
periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing
108
Wetenschapsleer en methodologie 60351000 3 16 (10 werkcollege, 6 hoorcollege) werkcollege: deelname aan een werkgroep als de tweede vorm van onderwijs is niet verplicht, maar kan wel maximaal 1 bonuspunt opleveren. Bij deelname moet voor iedere bijeenkomst van een werkgroep een opgave gemaakt worden. hoorcollege: er worden 3 hoorcolleges gegeven waarin de opgegeven hoofdstukken uit het boek worden besproken als ondersteuning voor de eigen bestudering. 3 dr. C.H. Krijnen Inzicht verwerven in de aard van wetenschappelijk onderzoek en de beslissingen die ten aanzien van de criteria voor waarheid, betrouwbaarheid en geldigheid van kennisclaims genomen moeten worden. Inzicht hierin is verbonden met verschillende filosofische opvattingen aangaande die beslissingen. De algemene formulering 'wetenschappelijk onderzoek' moet verder gepreciseerd worden. Om aan te sluiten bij kennisgebieden of disciplines waarin de studenten min of meer thuis zijn, is ervoor gekozen om specifiek aandacht te geven aan wetenschappelijk onderzoek in het veld van management & organisatie. • Wordt nader bekend gemaakt • Sheets en aantekeningen van de hoorcolleges komen beschikbaar op Blackboard schriftelijk tentamen
Economie en bedrijfseconomie (bachelorgids)
Index Aanmelding voor tentamens, 21 Aanvangstijden en zalen, 22 Ad valvas, 9, 26 Afdelingen, 17, 18, 19, 41 Alumni, 21 Bachelorexamen, 26, 40 Bacheloropleiding economie, 20, 29, 30 Becijfering, 23, 24 Beroep, 20, 26, 46 Bibliotheekcommissie, 21 Blackboard, 9, 10, 29, 43, 70, 72 Colloquium doctum, 27 Correctie en inzage, 23 Deficiëntie in wiskunde, 27 Derde jaar, 23, 24, 25, 31, 32, 38, 39, 40, 42, 43, 44, 47 Digitale leeromgeving, 9, 10 Ects, 24, 26, 30, 33, 34, 35, 36, 39, 43, 45, 46, 94 Eerste jaar, 24, 25, 26, 31, 33, 34, 36, 48, 79 Examencommissie, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 38, 40, 44, 47 Fraude, 23, 24 Geldigheidsduur, 24, 25 Inschrijven, 9, 22, 42, 43 Keuzevakken, 21, 31, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 45, 46 Leerdoelstellingen, 31 Marketing associatie amsterdam, 16 Masteropleiding, 19, 20, 29, 30, 31, 38, 43, 44, 46 Onderwijs- en examenregeling, 21, 27 Onderzoeksinstituten, 18 Ongeldigheid tentamenresultaten, 25 Opleidingscommissie, 16, 20 Overgangsregeling bachelorstudenten die vóór 2003 gestart zijn, 47 Post-masteropleiding, 19, 20, 46 Practicumperioden, 30, 31, 32, 33, 36 Scriptie, 14, 31, 43 Stage, 14, 31, 43 Studentenbalie, 9, 22 Tentamencode, 22 Tentamenrooster, 22 Toegang tot onderdelen van het tweede en derde bachelorjaar, 26 Tweede jaar, 31, 32, 33, 36, 37, 42, 47 Uitslag, 21, 22, 23, 25, 26 Voorwaardelijke toelating tot de master, 43, 45 Werkvormen, 24, 32, 33, 36, 38, 66, 91, 97
Index
109