COROB™ D410 Automatische kleurendispenser Gebruikershandleiding
DU006C020065500 - NEDERLANDS - DUTCH
V2.0 - R0 (08/2008)
Gebruikershandleiding Automatische Kleurendispenser COROB™ D410 Versie 2.0 - R0 (08/2008) ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING © COPYRIGHT 2008, CPS Color Equipment S.p.A. Alle rechten voorbehouden voor alle landen Voor extra exemplaren van deze handleiding of technische informatie over dit product, kunt u schrijven naar: CPS Color Equipment S.p.A. Via Agricoltura 103 • 41038 San Felice s/P • Modena • Italy Telefoon: +39-0535-6633 • Fax: +39-0535-663400 Website: www.cpscolor.com E-mail:
[email protected] RECHT VAN INTELLECTUELE EIGENDOM EN DISCLAIMER Niets uit deze handleiding mag worden vertaald en/of bewerkt en/of gereproduceerd in enige vorm of op enige wijze, hetzij mechanisch, elektronisch, via fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CPS Color Equipment S.p.A. CPSCOLOR™ en COROB™ zijn gedeponeerde handelsmerken en mogen uitsluitend worden gebruikt door CPS Color Equipment S.p.A. en haar zustermaatschappijen (hierna CPS Color genoemd). Het niet vermelden van andere handelsmerken, al dan niet gedeponeerd, in de onderhavige verklaring, houdt vanwege CPS Color geen afstand in van de uitoefening van het recht van intellectuele eigendom verbonden aan de bedoelde handelsmerken. De inhoud van deze handleiding heeft betrekking op knowhow, ontwerpen en technologische toepassingen die exclusief door CPS Color worden gebruikt en waarop mogelijk patent verleend of aangevraagd werd, en die derhalve worden beschermd door nationale en internationale wetgeving inzake de intellectuele eigendom. Elke verwijzing naar namen, gegevens en adressen van ondernemingen die geen deel uitmaken van CPS Color is geheel toevallig en, tenzij anders aangegeven, dient uitsluitend ter verduidelijking, met het doel het gebruik van de COROB™ producten zo helder mogelijk toe te lichten. Hoewel de grootste zorg werd besteed aan tekst en afbeeldingen, behoudt CPS Color zich het recht voor op wijzigingen en/of aanvullingen van de informatie die in deze handleiding wordt gegeven om drukfouten en/of onduidelijkheden te verhelpen, dit zonder kennisgeving of verplichting vanwege CPS Color. Deze handleiding bevat alle informatie die nodig is voor het normale en voorzienbare gebruik door de eindgebruiker van de COROB™ producten. In deze handleiding zijn geen suggesties en/of inlichtingen opgenomen met betrekking tot reparaties van het product. Om veiligheidsredenen dienen deze ingrepen uitsluitend te worden uitgevoerd door technisch opgeleid en geautoriseerd personeel. Het niet naleven hiervan, kan leiden tot gevaar voor lichamelijk letsel voor de gebruiker of schade aan het product. Derhalve heeft CPS Color voor het uitvoeren van deze ingrepen geautoriseerde technici aangeduid. Met geautoriseerde technici wordt het technisch personeel bedoeld dat heeft deelgenomen aan de opleidingscursussen georganiseerd door CPS Color. Ingrepen waarvoor deze toestemming niet werd gegeven, kunnen leiden tot de nietigverklaring van de garantie bij het COROB™ product, zoals vastgelegd op het aankoopbewijs of in de Algemene Verkoopsvoorwaarden, dit binnen de aansprakelijkheidsgrenzen aanvaard door CPS Color. Deze bepaling heeft niet tot doel de aansprakelijkheid van CPS Color te beperken noch uit te sluiten waar dit strijdig zou zijn met bestaande wettelijke voorschriften. De bovengenoemde beperking of uitsluiting van aansprakelijkheid zou derhalve niet toepasbaar zijn. Voor een servicedienst in uw buurt, kunt u contact opnemen met CPS Color of de website www.cpscolor.com bezoeken.
VERWIJDERING EN RECYCLAGE VAN HET PRODUCT Het toestel mag niet samen met het huishoudelijke afval worden verwijderd. Zorg voor een afzonderlijke afhaling. Conform de WEEE-richtlijn dient de inzameling, verwerking, recyclage en ecologisch verantwoorde vernietiging van producten die behoren tot de categorie elektrische en elektronische apparaten te gebeuren volgens de nationale voorschriften van elke lidstaat van de Europese Gemeenschap die de WEEE-richtlijn overneemt. Voor verdere informatie met betrekking tot de juiste verwijdering en recyclage van uw COROB™ product kunt u contact opnemen met het bedrijf op het adres info.it@cpscolor. com. Voor de nog in de canisters aanwezige kleurstof, alsmede die onderdelen van de machine die het meest vervuild zijn door deze kleurstof, of als er met de machine kleurstoffen zijn verbruikt waarvoor bijzondere afvalverwerkingsprocedures gelden, dienen de plaatselijke wetsvoorschriften op dit gebied in acht te worden genomen.
COROB™ D410
AUTOMATISCHE KLEURENDISPENSER COROB™
EEN SNELLE START Bij het begin van de werkdag • Controleer of de nozzle moet worden gereinigd. • (Met bevochtiger op basis van oplosmiddelen of zonder bevochtiger) Controleer of de spons moet worden gereinigd of bevochtigd; indien de spons moet worden bevochtigd, moet de correcte vloeistof worden gebruikt (welke vloeistof dat is, hangt af van de gebruikte kleurstoffen en wordt uitdrukkelijk bepaald door de fabrikant van de gebruikte producten). • (Met bevochtiger op basis van water) Controleer of het waterpeil in de tank zich nog boven het minimumpeil bevindt. • Voer de initialisatie en reiniging van het systeem uit. Denk eraan • Zorg ervoor dat de machine nooit lang uitgeschakeld blijft. • Elke kleurstof wordt in de canisters automatisch geroerd (de tijd is individueel instelbaar) • De canisters mogen niet overdadig met kleurstof worden gevuld. Indien dat wel het geval is, volgt u de aanwijzingen uit de gebruikershandleiding op. • De kleurstof die in de canisters moet worden gegoten, moet met de hand worden geschud. Niet automatisch laten schudden. • Sluit na het vullen de canisters onmiddellijk weer af. • Denk eraan het vulniveau van de canisters accuraat bij te werken in de besturingssoftware. • (Met bevochtiger op basis van oplosmiddelen of zonder bevochtiger) De spons moet ten minste twee keer per week worden bevochtigd (dit onderhoudsinterval is indicatief en hangt voorts af van de aard van de gebruikte kleurstoffen en de omgevingsomstandigheden). • (Met bevochtiger op basis van water) Controleer of het waterpeil in de tank zich nog boven het minimumpeil bevindt en vul indien dat niet het geval is onmiddellijk bij. Hierbij mag het maximumpeil niet worden overschreden. Bij het einde van de werkdag • Vul de canisters opnieuw aan. • Werk het vulniveau van de canisters opnieuw bij in de besturingssoftware. • Schakel de computer uit. De machine mag u niet uitschakelen. Het verdient aanbeveling de gebruikershandleiding zorgvuldig door te lezen.
INHOUD - 1
INHOUD 1
ALGEMENE INFORMATIE..........................................................................................................3 1.1 1.2 1.3 1.4
2
Doel en gebruik van deze handleiding................................................................................. 3 1.1.1 Gebruikte pictogrammen........................................................................................ 3 Typeplaatje..................................................................................................................... 3 Correct en incorrect gebruik.............................................................................................. 4 Definities........................................................................................................................ 4
VEILIGHEID............................................................................................................................. 5 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Algemene waarschuwingen................................................................................................ 5 Waarschuwingen bij het gebruik van kleurstoffen................................................................. 6 Overige risico’s................................................................................................................ 7 Plaats van de waarschuwingsstickers.................................................................................. 8 Veiligheidsvoorzieningen................................................................................................... 9
3 eigenschappen.................................................................................................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 4
VERZENDING, behandeling en uitpakken........................................................................15 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5
Algemene waarschuwingen.............................................................................................. 21 Bediening en aansluiting................................................................................................. 22 Elektrische aansluiting en ingebruikname.......................................................................... 23 Bedrijfsstanden van de machine....................................................................................... 24 Initialisatie.................................................................................................................... 24 De off-lineknop gebruiken............................................................................................... 24 Noodstop...................................................................................................................... 25 Afsluiten....................................................................................................................... 25
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER.................................................................................. 27 6.1 6.2 6.3
6.4 6.5 6.6 7
Algemene waarschuwingen.............................................................................................. 15 Omgevingsomstandigheden op de plaats van opstelling....................................................... 15 Uitpakken en opstellen.................................................................................................... 16 4.3.1 Toebehoren bij levering....................................................................................... 18 Installatie..................................................................................................................... 19 Inpakken en transporteren.............................................................................................. 19
IN GEBRUIK NEMEN............................................................................................................... 21 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6
Beschrijving van de machine............................................................................................ 11 Beschrijving van de onderdelen........................................................................................ 12 Standaardconfiguraties en optionele configuraties............................................................... 14 Verwerkbare bussen....................................................................................................... 14
Algemene waarschuwingen.............................................................................................. 27 Bij het begin van de werkdag........................................................................................... 27 Gebruik van de machine . ............................................................................................... 27 6.3.1 Het plaatsen van de bussen - Handmatig verstelbare doseertafel . ............................ 28 6.3.2 Het plaatsen van de bussen - Semi-automatische doseertafel................................... 28 6.3.3 De buscentreervoorziening................................................................................... 29 6.3.4 De Bung Hole Locator.......................................................................................... 30 6.3.5 Perforatie van de busdeksels................................................................................ 30 6.3.6 Dosering............................................................................................................ 31 Tijdgestuurd roeren........................................................................................................ 31 De canisters opnieuw vullen............................................................................................ 32 Onregelmatigheden........................................................................................................ 34
NORMAL ONDERHOUD............................................................................................................ 35 7.1 7.2 7.3
Algemene waarschuwingen.............................................................................................. 35 Onderhoudstabel............................................................................................................ 35 Te gebruiken producten................................................................................................... 35
2 - INHOUD 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 8
TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................................ 41 8.1 8.2
9
Reiniging van de buitenzijde............................................................................................ 36 Spuitmonden schoonmaken............................................................................................. 36 Reiniging en bevochtiging van de spons van de bevochtigingsklep......................................... 37 Controle en vervanging van de pons van de perforator........................................................ 39 Bijvullen van de tank met bevochtigingsmiddel.................................................................. 40 Technische gegevens...................................................................................................... 41 Afmetingen................................................................................................................... 42
APPENDIX.............................................................................................................................. 43 9.1 9.2 9.3
Conformiteitsverklaring................................................................................................... 43 Referentienormen.......................................................................................................... 44 Garantie....................................................................................................................... 44
COROB™ D410
ALGEMENE INFORMATIE - 3
1
ALGEMENE INFORMATIE
1.1 Doel en gebruik van deze handleiding De handleiding die bij het product wordt meegeleverd, bevat aanwijzingen betreffende het gebruik en de gewone onderhoudswerkzaamheden die vereist zijn om het correct functioneren van de machine gedurende langere tijd te waarborgen. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de machine in gebruik neemt. De handleiding moet worden beschouwd als een integrerend onderdeel van de machine, en moet worden bewaard tot de machine wordt afgedankt. Deze handleiding bevat alle op het moment van publicatie beschikbare informatie omtrent de machine en de optionele accessoires; voor de accessoires worden tevens de mogelijke uitbreidingen of wijzigingen behandeld die afwijkende handelwijzen vereisen. Mocht de handleiding verloren gaan of gedeeltelijk worden beschadigd, dan dient u een nieuw exemplaar aan te vragen bij de fabrikant. Sommige foto’s in deze handleiding zijn gebaseerd op prototypes; bij machines uit de standaardproductie kunnen enkele details zijn gewijzigd.
1.1.1 Gebruikte pictogrammen Belangrijke opmerkingen of informatie van bijzonder belang worden vet weergegeven. GEVAAR Wijst op het gevaar van lichamelijk letsel. LET OP Wijst op het risico van schade aan de machine waardoor het correct functioneren ervan kan worden beïnvloed. Wijst op belangrijke aanwijzingen met betrekking tot veiligheidsvoorschriften en/of te nemen maatregelen. Wijst op situaties en/of gebruikshandelingen waarvoor de bedieningssoftware op de computer moet zijn geïnstalleerd. Betekent dat voor de uitvoering van deze werkzaamheid het opgegeven gereedschap moet worden gebruikt.
1.2 Typeplaatje De machine is voorzien van een identificatieplaatje (hoofdstuk 2.4) met de volgende gegevens: 1. Naam producent. 2. CE-markering en WEEE-markering. 3. Machinemodel. 4. Bouwjaar. 5. Serienummer. 6. Elektrische specificaties. Het identificatieplaatje mag niet worden verwijderd of op enigerlei wijze worden gewijzigd.
4 - ALGEMENE INFORMATIE
1.3 Correct en incorrect gebruik De machine mag uitsluitend worden gebruikt binnen de limieten die zijn opgegeven in de technische gegevens en conform de werkwijze zoals beschreven in deze handleiding. Enig gebruik van andere aard, dat niet is omschreven in of kan worden afgeleid uit deze handleiding, is niet toegestaan.
1.4 Definities
MACHINEOPERATOR
Dit is de persoon die op de hoogte is betreffende de methodes om verven, lakken of soortgelijk te verkrijgen, en die instaat voor het besturen en gebruiken van de machine door middel van het gebruik van de bedieningen en van de handelingen van het laden en uitladen van de productiematerialen, wanneer de beschermingen ingeschakeld zijn. De werkzaamheden mogen uitsluitend in veilige omstandigheden uitgevoerd worden, en hij mag gewone onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
ONDERHOUDSMONTEUR
Vakkundig persoon, die is opgeleid in een technisch beroep (mechanisch en elektrisch) en is aangewezen om de machine af te stellen, storingen te verhelpen en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
COROB™ D410
VEILIGHEID - 5
2
VEILIGHEID
2.1 Algemene waarschuwingen
VERPLICHT • Lees de gebruikershandleiding aandachtig door alvorens met of aan de machine werkzaamheden uit te voeren. • De machine mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor de machine bestemd is. • Sla acht op de warschuwingen die op de machine zijn aangebracht. • De te verwerken producten, zoals kleurstoffen, verf, oplosmiddelen, smeermiddelen en reinigingsmiddelen, kunnen gevaarlijk zijn voor uw gezondheid; deze producten mogen derhalve alleen worden verwerkt, opgeslagen en afgedankt conform de geldende voorschriften en de door de fabrikant van het betreffende product gegeven aanwijzingen. • Alleen gekwalificeerd en adequaat opgeleid personeel (ONDERHOUDSMONTEUR) is bevoegd om aan de door panelen afgeschermde machineonderdelen onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit te voeren. • Tijdens de gewone onderhoudswerkzaamheden dienen de veiligheidsvoorschriften, zoals beschreven in de relevante hoofdstukken, strikt te worden nageleefd wanneer een gevaarlijk gebied wordt betreden.
VERBODEN • De MACHINEOPERATOR mag geen werkzaamheden verrichten die zijn voorbehouden aan de ONDERHOUDSMONTEUR. De producent kan NIET verantwoordelijk worden gesteld voor schade die voortvloeit uit een gebrekkige naleving van dit verbod. • Het is ten strengste verboden beschermende voorzieningen en eventuele veiligheidsinrichtingen waarmee de machine is uitgerust te overbruggen of uit te schakelen. • De panelen moeten altijd stevig gesloten blijven. • DE MACHINE IS NIET BEVEILIGD TEGEN EXPLOSIES EN MAG NIET WORDEN GEBRUIKT IN EEN OMGEVING MET EXPLOSIEGEVAAR. • Kijk nooit recht in de lichtbron van de Bung Hole Locator laser (laserproduct Klasse II). • Bij machinebrand nooit water gebruiken. Maak uitsluitend gebruik van poeder- of koolzuurgasblussers met inachtneming van de door de producent op de brandblusser aangebrachte aanwijzingen en waarschuwingen.
ELEKTROCUTIEGEVAAR • Na een stroomstoring wordt zodra de stroomvoorziening is hersteld de machine automatisch weer ingeschakeld, zodat door automatische processen kan worden voorkomen dat producten uitdrogen. • De machine mag niet van stroom worden voorzien door een stroombron met specificaties die afwijken van de op het typeplaatje vermelde gegevens. • Een foute aardverbinding kan leiden tot gevaar voor een elektrische schok. Sluit de machine daarom altijd op een contactdoos aan die is geaard volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. De lijn moet beveiligd zijn tegen overbelasting, kortsluiting en rechtstreeks contact, conform de plaatselijk geldende voorschriften. • Om gevaar op elektrische schokken of letsels te vermijden, mag de machine enkel binnen gebruikt worden. • Trek altijd vóór het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden de stekker uit de contactdoos. • Wanneer de stekker uit de contactdoos is getrokken, is de machine niet meer aangesloten op de stroomvoorziening. De machine moet daarom in de buurt van een goed bereikbaar stopcontact worden geïnstalleerd. • Gebruik voor de stroomvoorziening nooit een verlengsnoer.
6 - VEILIGHEID • Gebruik geen verdeelcontactdozen om andere apparatuur aan te sluiten op hetzelfde wandcontact als de machine. • Controleer regelmatig de toestand van de voedingskabel; vervang deze in geval van beschadiging door een nieuwe door de fabrikant te leveren kabel.
2.2 Waarschuwingen bij het gebruik van kleurstoffen GEVAAR De machine is geschikt voor gebruik met kleurproducten in het algemeen. Men dient zich hierbij strikt aan de gebruiksvoorschriften op de verpakking van de kleurstof te houden en zorgvuldig het blad met veiligheidsgegevens te lezen dat de leverancier of fabrikant bij het product moet leveren. Alle veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden genomen en indien nodig moet een beschermende uitrusting voor ogen en handen worden gedragen. Hieronder staan enkele van de meest gebruikelijke waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften van fabrikanten van kleurstoffen: 1. Schadelijk bij inslikken. 2. Voorkom contact met huid of ogen. In het geval van contact met huid of ogen afspoelen met veel water. 3. Buiten bereik van kinderen houden. 4. Draag indien nodig beschermende uitrusting voor ogen en handen. 5. In geval van lekkage of morsen van het product moet de omgeving onmiddellijk worden gelucht en moeten zowel de instructies uit deze handleiding als de instructies bij het product worden nageleefd. 6. Laat geen kleurstof in de riolering terechtkomen. Neem de geldende voorschriften bij het verwijderen van afval in acht.
COROB™ D410
VEILIGHEID - 7
2.3 Overige risico’s Gevaarmoment Gevaar voor verwondingen tijdens het laden en uitladen van bussen. Gevaar voor verwondingen tijdens de automatische beweging van de bevochtigingsklep. Gevaar voor verwondingen tijdens de beweging van de doseertafel. Gevaar voor snijwonden tijdens het perforeren.
Gevaar voor snijwonden tijdens het onderhoud van de perforator.
Gevaar voor een stroomschok als gewerkt wordt zonder eerst de elektrische stroom uit te schakelen. Elektrocutiegevaar vanwege hoge lekstroom. Rug- en/of lendenklachten als gevolg van het tillen van zware verpakkingen. Contact met of inademing van kleurstoffen tijdens het bijvullen van de canisters. Contact met of inademing van kleurstoffen tijdens de reiniging van de nozzle en het bevochtigen van de spons van de bevochtigingsklep.
Blootstelling aan laserstraal.
Voorzorgsmaatregel Draag de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting (schoenen en handschoenen). De machine moet worden bediend door niet meer dan één operator. Houd de handen altijd uit de buurt van het doseergebied terwijl de machine in werking is. Draag de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting (schoenen en handschoenen). De machine moet worden bediend door niet meer dan één operator. Houd de handen altijd uit de buurt van het doseergebied terwijl de machine in werking is. Draag de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting (handschoenen).
Zie in handl. hoofdstuk 6
hoofdstuk 6
hoofdstuk 6
hoofdstuk 6
hoofdstuk 7
De machineoperator mag zich geen toegang verschaffen tot de door panelen afgeschermde machineonderdelen.
hoofdstuk 2.1
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de panelen verwijdert. Gebruik een geaard stopcontact om de machine van hoofdstuk 5.3 stroom te voorzien. Let erop dat de voorgeschreven gewichtslimieten (20 kg voor vrouwen, 30 kg voor mannen) niet worden overschreden.
hoofdstuk 6
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte. Draag de juiste persoonlijke veiligheidsuitrusting (bril, handschoenen en gezichtsmasker).
hoofdstuk 6
hoofdstuk 2.2
De Bung Hole Locator (B.H.L.) maakt gebruik van rood laserlicht dat een potentieel gevaar voor de ogen oplevert.
hoofdstuk 6
KIJK NOOIT RECHT IN DE LICHTBRON. Open vlammen, elektrische of andere apparaten die vonken kunnen afgeven of brand kunnen veroorzaken op veilige afstand van de machine houden. Brand tijdens het gebruik van kleurstoffen met vluchtige oplosmiddelen.
De machine in een ruime, goed geventileerde ruimte (met luchtverversing) plaatsen en geen voorwerpen tegen of in de buurt van de machine opslaan. Voor het bijvullen van de kleurstof mag slechts één canister tegelijk worden opengemaakt. Als er kleurstof uit de canister lekt, onmiddellijk de verbinding van de machine met het stroomnet verbreken, en dan pas reinigen.
hoofdstuk 4.2
hoofdstuk 6.5
8 - VEILIGHEID
2.4 Plaats van de waarschuwingsstickers
CPS Color Equipment S.p.A. via Agricoltura 103 S. FELICE s/P (MO) ITALY
MODEL YEAR
S/N
2
COMMESSA
S.p.A. ent Equipm 103 tura Color CPS Agricol (MO) ITALY via s/P S. FELICE
CODICE MACCHINA
EL
MOD
YEAR
S/N
MESS COM
1
A
HINA
Max
Max
current. leakage on essential supply. High connecti power ng 2A Groundconnecti Max before 2A
WARNING
Max
2A
2A
Max 2 A
7261010563
NING
WAR
MACC
7261010563
CE CODI
High leakage current. Ground connection essential before connecting power supply.
Max 2 A
Max 2 A
Max 2 A
3
LASER RADIATION DO NOT STARE INTO BEAM CLASS II LASER PRODUCT 1 mW max 630-650 nm EN 60825-1: 2003
6
7261010772
LASER
DO NOT CLASS
5
RADIATI
STARE INTO ON II LASER BEAM PRODUCT
EN
1 mW max 630-650 60825-1:nm 2003
7261010772
726109116 X
726109116X
72610628 5X
4
726106285X
726101137 0
7
7261011370
Afb. 1 1. Identificatieplaatje (hoofdstuk 1.2) 2. Sticker “Algemene Waarschuwingen”.................................................................... code - 726108956X 3. Sticker “Let op hoge lekstroom”............................................................................code - 7261010563 4. Sticker “Gevaar voor vastklemmen”. .................................................................... code - 726106285X 5. Sticker “Gevaar voor snijwonden”........................................................................ code - 726109116X 6. Sticker “Gevaar: Laser”.......................................................................................code - 7261010772 7. Sticker “Elektrocutiegevaar”.................................................................................code - 7261011370 Zorg ervoor dat de stickers met waarschuwingen of informatie niet losraken of onleesbaar worden. Indien een sticker onleesbaar wordt of zoek raakt, vervangt u deze door een bij de fabrikant te vragen reservesticker.
COROB™ D410
VEILIGHEID - 9
2.5 Veiligheidsvoorzieningen
1
3
2 Afb. 2 1. Noodstopknop. 2. Veiligheidsplaat onder doseertafel (met semi-automatische doseertafel). 3. Veiligheidsknop voor het inschakelen van de doseertafel (met semi-automatische doseertafel). GEVAAR In geval van een defect aan de veiligheidsvoorzieningen is het gebruik van niet van de fabrikant afkomstige onderdelen niet toegestaan. Wend u in het desbetreffende geval alleen tot een door de fabrikant erkende technische servicedienst.
10 - VEILIGHEID
COROB™ D410
eigenschappen - 11
3
eigenschappen
3.1 Beschrijving van de machine De automatische kleurendispenser COROB™ D410 is een apparaat voor het automatisch doseren (of verdelen) van vloeibare kleurstofproducten in verpakkingen (blikken, bussen of potten van metaal of kunststof) van de in deze handleiding beschreven afmetingen, vooraf gevuld met basismateriaal, voor de productie van afgewerkte producten als verf, lak, vernis en drukinkt van elke gewenste kleur, die met de besturingssoftware van deze machine kan worden aangemaakt.
6 3
4
1
2
5 Afb. 3 De kleurendispenser bestaat in hoofdzaak uit: 1. Doseergebied en busbehandelingssysteem. 2. Bedieningspaneel. 3. Afdekplaten. 4. Vulzone van de canisters. 5. Computercompartiment. 6. Draagarm voor de monitor. De kleurendispenser wordt bestuurd door een gewone pc die op verzoek kan worden bijgeleverd. De producent beschikt over een ruime keuze aan softwaretoepassingen voor het beheren van alle functies van de machine.
12 - eigenschappen
3.2 Beschrijving van de onderdelen Canisters De inhoud van de canisters van de machine kan variëren; de canisters zijn afgestemd op het te doseren product. Aan de bovenzijde van de machine bevinden zich twee afdekplaten die voor het vullen van de canisters kunnen worden geopend. De afschermingen worden geopend met de speciaal bijgeleverde sleutel.
Spuitmonden De uiteinden van de doseercircuits komen vanuit de canisters samen in de spuitmonden van waaruit het product stroomt waarmee de bus wordt gevuld.
Doseertafel Op de doseertafel wordt de bus op de juiste positie in verhouding tot de spuitmonden gebracht. De handmatig verstelbare doseertafel is aan de machine bevestigd en kan door de machineoperator omhoog en omlaag worden gebracht. De plaat is uitgerust met een handgreep die naar buiten moet worden getrokken om hem te deblokkeren en op de gewenste hoogte te zetten.
De semi-automatische doseertafel wordt door de machineoperator bediend via activeringsknoppen (bediening met twee handen); de doseertafel komt tot stilstand zodra de fotocel de bus waarneemt.
COROB™ D410
eigenschappen - 13 Buscentreervoorziening Machines die zijn voorzien van een perforator, zijn tevens toegerust met een buscentreervoorziening die, op basis van de afmetingen van de gebruikte bussen, op maat wordt gemaakt. De centreervoorziening zorgt ervoor dat de bussen in lijn met de nozzles worden geplaatst zodat het deksel in het midden wordt doorboord en het product precies door het gemaakte gat wordt toegediend. De buscentreervoorziening is ook voor de standaardmachines verkrijgbaar als optie en kan worden gebruikt om bussen met voorgestanste deksels in één lijn met de nozzles te positioneren.
Bung Hole Locator (B.H.L.) De Bung Hole Locator is een systeem dat gebruik maakt van een laserstraal om de voorgeperforeerde bussen zo te positioneren dat de perforatieopening in lijn is met de spuitmonden.
Bevochtigingsklep van de spuitmonden De kleurpasta’s vertonen een neiging tot uitdroging die eigen is aan de kleurstoffen zelf en varieert met de omgevingsfactoren (temperatuur, relatieve vochtigheid enz.). Om te verhinderen dat de kleurstof in de spuitmonden gaat uitdrogen, is de machine uitgerust met een bevochtigingsklep die ook voor de bevochtiging ervan zorgt en regelmatig moet worden onderhouden. De omhoogbewegende autocap is een automatische bevochtigingsklep die de spuitmonden hermetisch afsluit en aangestuurd wordt door software die ervoor zorgt dat de autocap zich voor een dosering automatisch opent en zich ogenblikkelijk daarna weer sluit. Automatische perforator met handmatige bediening De perforator is een apparaat waarmee het deksel van de bus kan worden doorboord. De machineoperator geeft opdracht voor het perforeren van de busdeksel door de besturingsknoppen van de semi-automatische doseertafel (bediening met twee handen) gelijktijdig in te drukken waarna de doseertafel de bus omhoog duwt tot tegen de pons van de perforator en de bus daarna omlaag brengt tot op de correcte doseerpositie.
Bevochtigingssysteem No-Dry-Nozzle Het bevochtigingssysteem voor kleurstoffen op waterbasis zorgt ervoor dat de nozzles zowel bij gesloten autocap als tijdens het doseren vochtig worden gehouden. De lucht die wordt bevochtigd door het water uit de tank wordt naar de spuitmonden overgebracht. Het systeem wordt automatisch in- of uitgeschakeld op basis van de relatieve vochtigheidsgraad. Het bevochtigingssysteem voor kleurstoffen op basis van oplosmiddelen zorgt voor bevochtiging van de nozzles bij gesloten autocap. De spuitmonden wordt op een constant vochtigheidsniveau gehouden door het oplosmiddel dat uit een klein reservoir binnen in de autocap wordt overgebracht. Afhankelijk van het kleurmengsysteem kunnen de twee bevochtigingssystemen tegelijk of afzonderlijk worden gebruikt.
14 - eigenschappen
3.3 Standaardconfiguraties en optionele configuraties D410 S
D410 M
Canisterinhoud
D410 L
2,5 – 5 liter
Aantal circuits
maximaal 20
Circuitstroomsnelheid met canister van 2,5 liter Circuitstroomsnelheid met canister van 5 liter
maximaal 24
maximaal 32
0,2 liter/min 0,2 liter/min (met enkele pomp) 0,4 liter/min (met dubbele pomp – alleen simultane versie)
Circuitstroomsnelheid met LAB-pomp
0,05 liter/min
Stroomdiameter spuitmonden* Ponsdiameter
28 mm (16) 39 mm (17-20)
28 mm (16) 39 mm (17-24)
28 mm (16) 39 mm (17-20) 45 mm (21-32)
47 mm (55 opt.)
47 mm (55 opt.)
55 mm (47 opt.)
Handmatig verstelbare doseertafel
standaard
Omhoogbewegende autocap
standaard
Monitorarmsteun voorzijde
standaard
Semi-automatische doseertafel
optioneel
Automatische perforator met handmatige startbediening
optioneel (alleen met semi-automatische doseertafel)
Bung Hole Locator (B.H.L.) Laser
optioneel
Bevochtigingssysteem No-Dry-Nozzle
optioneel
Monitorarmsteun zijkant
optioneel
Werkblad voor toetsenbord en muis
optioneel
* Diameter van de opening in voorgestanste bussen = stroomdiameter + 15 mm. De diameter hangt voorts af van de onderverdeling op de machine in circuits op basis van water/oplosmiddel.
3.4 Verwerkbare bussen Doseertafel >
Handmatig
Semi-automatisch
Omhoogbewegend
Omhoogbewegend
Omhoogbewegend met perforator*
Maximale bushoogte
550 mm
430 mm
400 mm
Minimale bushoogte
60 mm
100 mm
Maximale diameter bus
350 mm
350 mm
Minimale diameter bus
110 mm
110 mm
Autocap >
* Vanwege het hoge vulniveau van de blikken van 0,5 liter en 1 liter, raadt CPS Color perforatie hiervan af.
COROB™ D410
VERZENDING, behandeling en uitpakken - 15
4
VERZENDING, behandeling en uitpakken
4.1 Algemene waarschuwingen GEVAAR Ter voorkoming van persoonlijk letsel en materiële schade dient u bij het omgaan met de machine de uiterste zorg en behoedzaamheid te betrachten en de voorschriften in dit hoofdstuk zorgvuldig op te volgen. Het verpakte product mag alleen worden behandeld door vakkundige personen met behulp van het juiste gereedschap.
4.2 Omgevingsomstandigheden op de plaats van opstelling Omgevingsvereisten voor de plaats waar de machine wordt opgesteld: • Een schone en stofvrije werkomgeving. • Een vlakke, stabiele ondergrond. • Een geaarde contactdoos voor de stroomtoevoer. • Een goede verlichting waardoor de zichtbaarheid van elk punt van de machine verzekerd blijft. • Goede ventilatie ter voorkoming van concentratie van schadelijke dampen. • Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C en een relatieve vochtigheid van 5% tot 85 % (condensvrij). LET OP De omgevingswerkomstandigheden zijn strikt gebaseerd op het type kleurstoffen dat wordt gebruikt (vraag de fabrikant om meer informatie). De opgegeven vereisten zijn alleen geldig voor de machine. De machine niet in de buurt van een warmtebron plaatsen of aan rechtstreeks zonlicht blootstellen. Mogelijke bronnen van vochtigheid dienen te worden geweerd. Gebruik de machine enkel binnen. Plaatsing in een werkomgeving die niet aan deze vereisten (zie hoofdstuk 8.1) voldoet, kan ernstige schade aan de machine tot gevolg hebben, in het bijzonder aan de elektronische delen. GEVAAR Bij gebruik van kleurstoffen met vluchtige oplosmiddelen de machine in een een ruime, goed geventileerde ruimte (met luchtverversing) plaatsen en geen voorwerpen tegen of in de buurt van de machine opslaan. Indien de machine bij een muur wordt geplaatst, dient een afstand van minstens 10 cm te worden bewaard, zodat de afschermingen aan de bovenkant kunnen worden geopend en de kabels niet klem raken.
16 - VERZENDING, behandeling en uitpakken
4.3 Uitpakken en opstellen 8 mm
Verwijdering pakmateriaal
2 mm
Verwijdering legger
1 x 15 mm 2 x 17 mm 1 x 14 mm 1 x 17 mm
Verwijdering bevestigingsprofielen (pallet) Afstelling voetjes
GEVAAR Voor de uitvoering van de volgende procedure zijn minstens 2 personen nodig. Bewaar het pakmateriaal voor toekomstig gebruik of verwijder het volgens de geldende normen voor afvalverwerking. Bewaar in elk geval het verpakkingsmateriaal gedurende de volledige garantieperiode. Vergewis u ervan, dat de verpakking tijdens het transport geen schade heeft opgelopen en dat hiermee niet is geknoeid – neem anders contact op met het bevoegde servicedienst of met uw dealer. 1. Verwijder bovenplaat A. 2. Verwijder het karton.
1
2
A
B Afb. 4 GEVAAR Als de machine door het transport beschadigd lijkt, neem de machine dan niet in gebruik, maar neem contact op met de bevoegde servicedienst of met uw dealer.
COROB™ D410
VERZENDING, behandeling en uitpakken - 17 3. Verwijder de twee profielen C waarmee de machine aan de pallet is bevestigd. 4. Maak de schroeven los waarmee de uiteinden van de legger D aan de pallet zijn vastgemaakt. 5. Til een kant van de machine op zodat de legger D door de tweede persoon langs voren kan worden verwijderd.
3
C 4
5
D Afb. 5 6. Maak de bovenplaat A vooraan aan de pallet vast en plaats de twee glijrails B voor het lossen van de machine (de glijrails vindt u in de verpakking). Hou de machine vervolgens bij de zijkanten stevig vast en laat haar zo over de bovenplaat naar beneden glijden. 7. Breng de twee voetjes aan de voorkant omlaag om de machine waterpas te tillen en controleer of de twee wielen aan de voorkant niet langer op de grond steunen.
18 - VERZENDING, behandeling en uitpakken
6
7
a b
3x
c d A B Afb. 6
4.3.1 Toebehoren bij levering Na het uitpakken van de machine moet gecontroleerd worden of het volgende materiaal werd bijgeleverd:
1
7
10
2 8 3 9
Y
NT
RA
R WA
11
4 5 6
Afb. 7
COROB™ D410
VERZENDING, behandeling en uitpakken - 19 1. Een voedingskabel.
2. Voedingskabels voor de computer.
3. Een USB-kabel.
4. Een RS232-kabel.
5. Reservezekeringen.
6. Sleutel voor panelen.
7. Kruiskopschroevendraaier en T-sleutel.
8. Gereedschap voor verwijdering pons (alleen met perforator).
9. Reservestukken voor bevochtigingsklep.
10. Een gebruikershandleiding, een EGconformiteitsverklaring en een installatie- en garantieformulier.
11. CD met software. Afhankelijk van de gespecificeerde opties op de inkooporder treft u eventueel aan: • Besturingssoftware en beveiligingsdongle • Eventuele, op de machine te installeren, accessoires. Vergewis u ervan dat alle bovenvermelde voorwerpen aanwezig zijn; neem anders contact op met de fabrikant.
4.4 Installatie Zodra de machine is uitgepakt en op de werkplek is geplaatst, kan deze worden geïnstalleerd. LET OP De machine mag uitsluitend worden geïnstalleerd door gekwalificeerd en adequaat opgeleid personeel.
4.5 Inpakken en transporteren Indien het nodig is de machine opnieuw in te pakken, herhaalt u in omgekeerde zin de procedure voor het uitpakken. Het is aan te raden het originele verpakkingsmateriaal te gebruiken wanneer de machine moet worden verplaatst of getransporteerd. Gebruik middelen die geschikt zijn voor het verplaatsen van de ingepakte machine. Indien nodig kan de machine worden opgeslagen in een droge, afgeschermde omgeving, die niet is blootgesteld aan ruwe weersomstandigheden, dit om schade aan de elektrische delen te vermijden. LET OP Er mag niets op de verpakking worden gezet.
20 - VERZENDING, behandeling en uitpakken
COROB™ D410
IN GEBRUIK NEMEN - 21
5
IN GEBRUIK NEMEN
5.1 Algemene waarschuwingen GEVAAR DEZE INSTALLATIE MOET WORDEN GEAARD. Controleer de aarding van de stroomtoevoer voordat u de machine in gebruik neemt. De computer en eventuele andere apparaten die via een seriële verbinding op de machine worden aangesloten, of die zijn aangesloten op de computer zelf, moeten via hulpcontactdozen van stroom worden voorzien. Op de hulpcontactdozen mogen verder geen andere apparaten dan de computer, de labelprinter of de weegschaal worden aangesloten. Gebruik voor de stroomvoorziening nooit een verlengsnoer. Gebruik geen verdeelcontactdozen om andere apparatuur aan te sluiten op hetzelfde wandcontact als de machine. LET OP Sluit de machine niet aan op een voedingsbron waarvan de specificaties niet overeenkomen met die, die op het identificatieplaatje zijn vermeld. De stekker vormt de verbinding tussen machine en stroomtoevoer. De machine dient derhalve te worden opgesteld in de nabijheid van een contactdoos die gemakkelijk toegankelijk is. Gebruik geen verdeelcontactdozen om andere apparaten aan te sluiten op de hulpcontactdozen van de machine.
22 - IN GEBRUIK NEMEN
5.2 Bediening en aansluiting
1
3
2
6
4
5
7
8
Afb. 8 1. Hoofdschakelaar van de machine. 2. Zekeringkastje.
De sterkte van de zekeringen wordt opgegeven in de tabel met technische kenmerken (hoofdstuk 8.1).
3. Aansluiting voedingskabel. 4. Hulpcontacten. 5. RS232 seriële poort. 6. Seriële USB-poort.
Voor de voeding van de computer en andere apparatuur (weegschaal of labelprinter). Voor verbinding met de machinebeheercomputer.
7. Off-lineknop met AAN-controlelampje.
Om de werking van de machine te onderbreken zonder de machine uit te schakelen. Maakt het ook mogelijk om de autocap te openen om de nozzles te reinigen en daarna weer af te sluiten.
8. Noodstopknop.
Paddenstoelknop voor het stopzetten van de machine in een noodgeval, te gebruiken in het geval van een storing of gevaarlijke omstandigheden (hoofdstuk 5.7).
COROB™ D410
IN GEBRUIK NEMEN - 23
5.3 Elektrische aansluiting en ingebruikname 1
2
3
b
a
Afb. 9 Als het AAN-lampje niet gaat branden, controleer dan of de noodknop niet is ingedrukt (hoofdstuk 5.7). Als de computer en de monitor niet beginnen te werken, controleer dan of de voedingskabels op de juiste wijze met de hulpcontacten zijn verbonden en de schakelaars aan staan. Wanneer de software wordt opgestart, wordt de operator een reeks van uitvoeringsvoorstellen gedaan, waaronder dat van de initialisatie (hoofdstuk 5.5).
24 - IN GEBRUIK NEMEN
5.4 Bedrijfsstanden van de machine U kunt de bedrijfsstand van de machine aflezen van het AAN-controlelampje: AAN-controlelampje
Bedrijfsstand van de machine
Betekenis
Online
De machine is ingeschakeld en gereed om opdrachten van de computer te ontvangen.
Knippert traag
Offline 1
De werking van de machine is onderbroken; opdrachten die via de computer worden gegeven, worden niet uitgevoerd.
Knippert snel
Offline 2
De autocap staat open, de werking van de machine is onderbroken; opdrachten die via de computer worden gegeven, worden niet uitgevoerd.
Aan
Uit
Uit
De machine is uitgeschakeld.
5.5 Initialisatie De INITIALISATIE is een verplichte voorbereidende fase die moet worden uitgevoerd wanneer de machine wordt ingeschakeld. Als de computer wordt uitgeschakeld en vervolgens weer wordt ingeschakeld, is initialisatie niet strikt noodzakelijk, zelfs indien de software die voorstelt. De machineoperator beslist hier zelf over. GEVAAR Als de autocap open is, wordt deze automatisch gesloten door de initialisatie. Behalve in de reeds genoemde, moet de initialisatie van de machine ook in de volgende gevallen worden uitgevoerd: • Bij het begin van de ploegdienst, ook al is tijdens de werkonderbreking alleen de computer uitgeschakeld geweest. • Voor het uitvoeren van nieuwe werkingsparameters die in de besturingssoftware zijn ingesteld. • Na een noodstop (hoofdstuk 5.7). Meer informatie over de initialisatiefunctie vindt u in de softwarehandleiding.
5.6 De off-lineknop gebruiken Door op de off-lineknop te drukken worden alle functies van de machine onderbroken en knippert het AANcontrolelampje om aan te geven dat de machine is ingeschakeld maar dat alle functies zijn geblokkeerd (offline 1 of offline 2). In deze toestand worden de door de computer verzonden opdrachten geweigerd. Eerste bedrijfsstand
De off-lineknop wordt ingedrukt...
Volgende bedrijfsstand
AAN-controlelampje
Online
...een ogenblik
Offline 1
Knippert traag
Offline 1
...een ogenblik
Online
Aan
...enkele seconden
Offline 2
Knippert snel
...enkele seconden
Online
Aan
...een ogenblik
Offline 2
Knippert snel
Offline 1 Online Offline 2
Vanuit de bedrijfsstand offline 1 of offline 2 wordt teruggekeerd naar online, ook volgend op de opdracht Reset vanuit de software. LET OP Als er tijdens het doseren van een formule op de off-lineknop wordt gedrukt, wordt het doseren onderbroken. Bij het herstarten van de machine IS HET NIET MOGELIJK de dosering van de onderbroken formule te hervatten. COROB™ D410
IN GEBRUIK NEMEN - 25
5.7 Noodstop In het geval van een storing of gevaarlijke omstandigheden, drukt u de noodstopknop in. Door deze knop in te drukken, wordt de voeding van de machine onderbroken en worden alle bewegingen stopgezet. Met de noodstopknop wordt de computer niet uitgeschakeld aangezien daarvoor speciale afsluitprocedures nodig zijn (de voeding van de hulpcontacten wordt niet onderbroken). Nadat de oorzaak van de storing of de gevaarlijke omstandigheid is weggenomen, reactiveert u de knop door hem weer uit te trekken. LET OP Wanneer de machine opnieuw in normaal gebruik wordt genomen, moet de machine opnieuw worden geïnitialiseerd (hoofdstuk 5.5).
5.8 Afsluiten LET OP WIJ ADVISEREN U DE MACHINE NOOIT UIT TE SCHAKELEN, ook niet na sluitingstijd, omdat de automatische en tijdgestuurde functies ervoor zorgen dat de kleurstoffen in goede staat worden bewaard en hun homogeniteit behouden. Indien afsluiten beslist noodzakelijk is, moet worden voorkomen dat de machine gedurende lange tijd uitgeschakeld blijft. Wanneer de machine niet wordt gebruikt, dient alleen de computer te worden uitgeschakeld. Als de machine ingeschakeld maar niet actief is, of tijdens een roercyclus, is het opgenomen vermogen van de machine zeer laag. Nadat u de stilleggingprocedure van de computer hebt uitgevoerd, schakelt u de machine voorts uit als volgt:
1
2
Afb. 10
26 - IN GEBRUIK NEMEN
COROB™ D410
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER - 27
6
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER
6.1 Algemene waarschuwingen GEVAAR De machine moet worden bediend door niet meer dan één operator. Het is ten strengste verboden beschermende voorzieningen of veiligheidsinrichtingen te overbruggen of uit te schakelen. Houd, behalve voor het plaatsen en wegnemen van de bussen, de handen altijd uit de buurt van het doseergebied terwijl de machine in werking is. De panelen moeten altijd stevig gesloten blijven.
6.2 Bij het begin van de werkdag Bij het begin van elke ploegdienst moeten steeds de volgende handelingen worden verricht: • Controleer of de nozzle moet worden gereinigd. • (Met bevochtiger op basis van oplosmiddelen of zonder bevochtiger) Controleer of de spons moet worden gereinigd of bevochtigd; indien de spons moet worden bevochtigd, moet de correcte vloeistof worden gebruikt (welke vloeistof dat is, hangt af van de gebruikte kleurstoffen en wordt uitdrukkelijk bepaald door de fabrikant van de gebruikte producten). • (Met bevochtiger op basis van water) Controleer of het waterpeil in de tank zich nog boven het minimumpeil bevindt. • Voer de initialisatie en reiniging van het systeem uit.
6.3 Gebruik van de machine De operator wordt tijdens het gebruik van de machine bijgestaan door de besturingssoftware COROB™. Het programma geeft een visuele weergave van de uit te voeren instructies en van de handelingen van de machine. Gebruiksstadia
Opties
Referentie
met handmatig verstelbare doseertafel
hoofdstuk 6.3.1
met semi-automatische doseertafel
hoofdstuk 6.3.2
met buscentreervoorziening
hoofdstuk 6.3.3
met B.H.L. Laser
hoofdstuk 6.3.4
met perforator
hoofdstuk 6.3.5
Vanuit het softwareprogramma de benodigde selecties maken (selectie product, selectie formule en selectie bus). De bus in de machine plaatsen en de hoogte van de doseertafel afstellen.
De buspositie afstellen ten opzichte van de spuitmonden. De perforatie van het busdeksel uitvoeren (optioneel). Vanuit de software de dosering van de formule beginnen. Nadat de dosering is voltooid, de bus verwijderen en overgaan tot de volgende dosering.
hoofdstuk 6.3.6
28 - GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER
6.3.1 Het plaatsen van de bussen - Handmatig verstelbare doseertafel 1. Deblokkeer de doseertafel door de handgreep naar buiten te trekken. 2. Breng de doseertafel omhoog of omlaag en stel de hoogte daarbij af op basis van de afmeting van de te gebruiken bus. 3. Laat de handgreep vervolgens los om de doseertafel in de gewenste positie te blokkeren. 4. Zorg ervoor dat door de positionering van de bus op de doseertafel de bus door de fotocel (A) wordt waargenomen.
1-2-3
4
A
Afb. 11
6.3.2 Het plaatsen van de bussen - Semi-automatische doseertafel
Afb. 12
Doseertafel stijgen
Gelijktijdig met de veiligheidsknop ingedrukt, beweegt deze knop de doseertafel omhoog. Zodra de knop wordt losgelaten, komt de doseertafel tot stilstand. Als de knop ingedrukt blijft, komt de doseertafel automatisch tot stilstand zodra de bus die erop staat, wordt waargenomen door de fotocel. COROB™ D410
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER - 29
Doseertafel dalen
Veiligheidsschakelaar doseertafel
Gelijktijdig met de veiligheidsknop ingedrukt, beweegt deze knop de doseertafel omlaag. Zodra de knop wordt losgelaten, komt de doseertafel tot stilstand. De doseertafel kan omhoog en omlaag worden gebracht door de knop gelijktijdig met respectievelijk de knop doseertafel omhoog of doseertafel omlaag in te drukken. Als de knop wordt losgelaten, komt de doseertafel onmiddellijk tot stilstand.
De semi-automatische doseertafel is onderaan voorzien van een veiligheidsplaat (hoofdstuk 2.5) om gevaar van beklemming te voorkomen. Zodra dit gevaar zich voordoet (de operator raakt bij voorbeeld per ongeluk de plaat aan), wordt de doseertafel tot stilstand gebracht. 1. Plaats de bus op de doseertafel. Druk op de knoppen Veiligheid en Stijgen en houd deze ingedrukt om de doseertafel omhoog te brengen. De tafel komt tot stilstand als de bus op de juiste wijze is gepositioneerd. 2. Breng indien nodig de doseertafel omlaag met de knoppen Veiligheid en Dalen.
1
2
Afb. 13
6.3.3 De buscentreervoorziening Plaats de bus op de centreerring met de overeenkomstige diameter.
Afb. 14
30 - GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER
6.3.4 De Bung Hole Locator 1. Wanneer de bus zo is opgesteld dat de fotocel (A) de bus kan waarnemen, worden de laserstralen ingeschakeld. 2. Positioneer de bus zo dat de opening in het busdeksel zich in het middelpunt van de drie laserstralen bevindt.
A
Afb. 15
6.3.5 Perforatie van de busdeksels
Afb. 16
Doseertafel stijgen
Doseertafel dalen
Als het perforatielampje brandt en deze drie knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, wordt de doseertafel omhoog gebracht en het busdeksel geperforeerd.
Veiligheidsschakelaar doseertafel
Perforatielampje
Als het groene perforatielampje brandt, is de machine gereed om te perforeren: de bus is zo gepositioneerd dat de fotocel hem kan waarnemen. Een knipperend lampje geeft aan dat er tijdens de perforatie een fout is opgetreden.
COROB™ D410
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER - 31 Denk eraan de perforatie uit te voeren VOOR u de besturingssoftware met de dosering laat beginnen. 1. Zodra de bus zo in de machine is geplaatst dat deze wordt waargenomen door de fotocel (A) (hoofdstuk 6.3.2) gaat het groene lampje branden om aan te geven dat de bus kan worden geperforeerd. LET OP Vergewis u ervan dat op de bus een deksel is geplaatst. 2. Druk gelijktijdig op de knoppen Veiligheid, Stijgen en Dalen en houd deze ingedrukt; de doseertafel zal nogmaals omhoog bewegen en de bus tegen de pons van perforator drukken waarna de plaat terugkeert naar zijn oorspronkelijke stand; tijdens het dalen van de doseertafel kunt u de knoppen loslaten.
1
2
Afb. 17
6.3.6 Dosering Zodra de opdracht voor de dosering is gegeven, opent de autocap zich en komen de nozzles vrij. Vervolgens begint de machine met het doseren van de ingestelde hoeveelheden van de in de formule ingestelde producten; zodra de dosering is voltooid, sluit de autocap zich automatisch. Het doseersysteem is afhankelijk van de versie (sequentieel of simultaan) van de machine.
6.4 Tijdgestuurd roeren Het roeren van de kleurstoffen is een tijdgestuurd proces dat automatisch wordt geactiveerd om het product in de canisters in de beste omstandigheden te bewaren en het in een voor de dosering ideale, homogene conditie te houden. De tijdsduur van, en het tijdsinterval tussen, een roercyclus en de volgende kunnen in functie van de verwerkte producten worden aangepast via de configuratiesoftware (zie de gebruikershandleiding van CorobTECH). Het verdient aanbeveling de canisters met de bijbehorende deksels gesloten te houden, en de handen niet in de canisters te steken, zelfs wanneer er geen kleurstof aanwezig is. Tijdens de uitvoering van een geautomatiseerde procedure kan de machine niettemin worden gebruikt; de procedure wordt onderbroken en na enkele seconden hervat.
32 - GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER
6.5 De canisters opnieuw vullen
5 cm
Afb. 18 1. Druk de off-lineknop een ogenblik in (hoofdstuk 5.6). 2. Open de afdekplaten aan de bovenzijde van de machine met de bijgeleverde sleutel. 3. Verwijder het deksel van de canister die moet worden bijgevuld. De fles met kleurstof die in de canister moet worden gegoten, moet met de hand worden geschud. Niet automatisch laten schudden. 4. Controleer of de vultrechter op de juiste manier is geplaatst. Giet vervolgens de gewenste kleurstof rechtstreeks in de canister door de kleurstof in de vultrechter te gieten en zo spatten of luchtemulsies in de kleurstof te voorkomen. LET OP Ter voorkoming van het lekken van kleurstof uit de schacht van het roersysteem is het van groot belang dat u de vultrechter NIET VERWIJDERT. Voorts mag het kleurstofpeil het maximumniveau (tot op 5 cm van de bovenrand van de canister) NIET OVERSTIJGEN. Door het lekken van kleurstof raakt de pompeenheid van het circuit geblokkeerd. 5. Sluit de canister met het bijbehorende deksel. 6. Herhaal deze handelingen om de andere canisters te vullen.
COROB™ D410
GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER - 33 7. Sluit de afdekplaten met de bijgeleverde sleutel en druk, om de machine opnieuw op te starten, de offlineknop een ogenblik in (hoofdstuk 5.6). 8. Voer de nieuwe waarde voor het kleurstofpeil in de bijgevulde canisters in de besturingssoftware van de machine in (zie de softwarehandleiding). LET OP Indien het maximale vulniveau in de canister werd overschreden: • Ingeval het product tot in het binnenwerk van de machine is gelekt, mag u de machine niet proberen te reinigen. Schakel de machine onmiddellijk uit en neem contact op met de technische servicedienst. • Als daarentegen het product alleen aan de buitenkant uit de canister werd gelekt, schakelt u de machine dadelijk uit en maakt u alles schoon met papier en een vochtige doek. Laat indien mogelijk de kleurstof opdrogen om deze later met een paletmes te verwijderen. • Indien het product niet uit de canister is gelekt, mag u de canister niet met het deksel afsluiten maar moet u dadelijk de overtollige hoeveelheid kleurstof uitdoseren tot het correcte vulniveau is bereikt. Reinig de randen van de canister zorgvuldig met papier of een vochtige doek voordat u deze met het deksel afsluit. GEBRUIK NOOIT PRODUCTEN OP BASIS VAN OPLOSMIDDELEN OM DE MACHINE TE REINIGEN. GEVAAR Bij het gebruik van kleurstoffen met vluchtige oplosmiddelen moeten de canisters één voor één worden geopend en bijgevuld. LET OP Als wordt nagelaten de kleurstofniveaus bij te werken in de besturingssoftware, kan de nauwkeurigheid van de geproduceerde kleur nadelig worden beïnvloed en zelfs storingen aan de machine veroorzaken als gevolg van het leeg raken van canisters en leidingen. Als kleurstoffen worden gebruikt van het type “SOLVENT FREE” of kleurstoffen die snel uitdrogen, adviseren wij de canisters altijd vol te houden door regelmatig bij te vullen. Aangeraden wordt om na het bijvullen van de kleurstof het roerproces uit te voeren met gebruikmaking van de functies van de besturingssoftware, om lucht te verwijderen die anders kan worden geëmulgeerd en opgenomen in de kleurstof. Hieronder worden twee schema’s weergegeven voor het vullen van de canisters.
MAX 2.5 l 2.64 qt
MAX 5 l 5.28 qt
1.8 l 1.9 qt
4l 4.22 qt
1l 1.1 qt
2.4 l 2.53 qt
Afb. 19
34 - GEBRUIK VAN DE KLEURENDISPENSER
6.6 Onregelmatigheden Probleem
De machine wordt niet ingeschakeld.
De besturingssoftware meldt een fout in het communicatieprotocol.
Er ontsnapt kleurstof uit sommige nozzles.
Oorzaak
Oplossing
Stroomvoorziening ontbreekt.
Controleer de aansluitingen aan de achterzijde van de machine (hoofdstuk 5.3).
Hoofdschakelaar in stand OFF (O).
Zet de hoofdschakelaar in de stand (I) (hoofdstuk 5.3).
Noodstopknop is ingedrukt.
Trek de noodstopknop uit (hoofdstuk 5.7).
Een of meer zekeringen zijn gesprongen.
Vervang de gesprongen zekeringen in het zekeringenkastje (hoofdstuk 5.2).
De veiligheidsvoeding is in werking getreden.
Wacht enkele minuten en probeer de machine opnieuw te starten. Neem contact op met de erkende technische dienst wanneer het probleem blijft bestaan.
Elektrische verbindingen zijn defect.
Neem contact op met de erkende technische dienst.
De machine is uitgegaan.
De machine inschakelen (hoofdstuk 5.3) en de besturingssoftware herstarten.
De verbinding tussen de machine en de computer is verbroken.
Controleer de aansluitingen aan de achterzijde van de machine (hoofdstuk 5.3).
De seriële poort of de USBaansluiting van de computer is verkeerd geconfigureerd of defect.
Gebruik de configuratie- en ijkingssoftware om de correcte configuratie van de poort voor communicatie met de machine te verifiëren. Repareer de seriële poort of de USB-aansluiting van de computer.
De seriële kabel is beschadigd.
Vervang de communicatiekabel en maak daarvoor gebruik van originele onderdelen van de fabrikant.
Defecte verbinding.
Neem contact op met de erkende technische dienst.
De klep van de pompunit werkt niet goed.
Doseer met behulp van de besturingssoftware (hoofdstuk 6.3) ca. 100 cc kleurstof uit de defecte pompeenheid. Als het probleem meerdere circuits betreft, dient u de bovenstaande handeling voor de verschillende circuits te herhalen, zodat de gedoseerde kleurstof opnieuw kan worden gebruikt. Neem contact op met de erkende technische dienst wanneer het probleem blijft bestaan.
De machineoperator liet één van de knoppen los zodat de perforatie onderbroken werd. De perforatie is niet gelukt omdat er op de bus geen deksel was aangebracht.
Het groene perforatielampje knippert. De perforator is niet teruggekeerd naar de beginstand als gevolg van een mechanisch probleem.
Breng de semi-automatische doseertafel (hoofdstuk 6.3.2) zo ver omlaag dat de bus niet meer wordt waargenomen door de fotocel. Het perforatielampje zal dan ophouden met knipperen. Plaats een bus met deksel op de doseertafel en voer de perforatie opnieuw uit.
GEVAAR - HET GEBRUIK VAN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN IS VERPLICHT. Neem de perforator vast, en plaats hem in de beginpositie. Het perforatielampje zal dan ophouden met knipperen. Voer de perforatie opnieuw uit. Neem contact op met de erkende technische dienst wanneer het probleem blijft bestaan.
Het AAN-controlelampje knippert langzaam en de machine weigert alle opdrachten.
De machine bevindt zich in de bedrijfsstand offline 1.
Breng de machine online door op de offlineknop te drukken of door de opdracht Reset te versturen.
Het AAN-controlelampje knippert snel en de machine weigert alle opdrachten.
De autocap staat open en de machine bevindt zich in de bedrijfsstand offline 2.
Sluit de autocap en breng de machine online door op de off-lineknop te drukken of door de opdracht Reset te versturen.
COROB™ D410
NORMAL ONDERHOUD - 35
7
NORMAL ONDERHOUD
7.1 Algemene waarschuwingen GEVAAR Schakel de machine uit en trek de stekker uit de contactdoos voordat u met het onderhoud begint. Tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de machine bestaat een verhoogde kans op contact met kleurstofproducten. Volg de voorschriften in hoofdstuk 2.2 strikt na.
7.2 Onderhoudstabel LET OP De onderhoudsintervallen die hier worden opgegeven zijn indicatief, aangezien deze ook afhankelijk zijn van het soort kleurstof, de omgevingsomstandigheden en de intensiteit van het machinegebruik. Frequentie Handelingen
Toebehoren
begin
2 keer per
wanneer
ploegdienst
week
nodig
Initialisatie en reiniging Spuitmonden schoonmaken Controle zuiverheid spons Controle vochtigheid spons
Bevochtiger op basis van oplosmiddelen of zonder bevochtiger
Bevochtiging spons
Bevochtiger op basis van oplosmiddelen of zonder bevochtiger
perforator
Reiniging spons Controle van de pons
Reiniging buitenzijde dispenser Bijvullen tank bevochtigingsmiddel
Bevochtiger op basis van water
7.3 Te gebruiken producten Gebruik altijd alleen producten die zijn aangepast aan het soort kleurstof in de machine bij het reinigen van de nozzle en het bevochtigen van de spons van de bevochtigingsklep. Kleurstoftype
Aanbevolen product
Op basis van oplosmiddelen
langzaam verdampend oplosmiddel, passend bij de gebruikte kleurstoffen.
Op waterbasis
water
Gemengde systemen
de keuze is afhankelijk van het soort oplosmiddelen dat wordt gebruikt voor de samenstelling van de gebruikte kleurstoffen; voor meer informatie wendt u zich tot de verkoper of fabrikant van deze producten.
Als in de autocap, in de sponzen of in de watertank schimmelvorming optreedt, wordt aangeraden de volgende vloeistoffen te gebruiken: • Oplossing 50% v/v (volume) van propyleenglycol in water; • Oplossing van AgCl in water; • Bleekmiddelverdunning 1%.
36 - NORMAL ONDERHOUD
7.4 Reiniging van de buitenzijde LET OP GEBRUIK NOOIT PRODUCTEN OP BASIS VAN OPLOSMIDDELEN OM DE MACHINE TE REINIGEN. Ingeval het product tot in het binnenwerk van de machine is gelekt, mag u de machine niet proberen te reinigen. Schakel de machine onmiddellijk uit en neem contact op met de technische servicedienst. Als er schoonmaakproduct gemorst machine onmiddellijk reinigen.
wordt,
de
1. Onderbreek de stroomvoorziening (hoofdstuk 5.8). 2. Reinig de afschermingen, panelen en besturingsvoorzieningen van de machine ter verwijdering van vuil, stof en kleurstofvlekken met een zachte en droge doek of een doek die licht is bevochtigd met een mild reinigingsmiddel. 3. Sluit de machine opnieuw op het net aan en zet de machine aan (hoofdstuk 5.3). Zie de handleiding van de fabrikant voor aanwijzingen over het reinigen van de computer. Afb. 20
7.5 Spuitmonden schoonmaken
1. Open de autocap...
I
vanuit de besturingssoftware.
II
door met de off-lineknop de machine in de bedrijfsstand offline 2 te brengen.
2. Onderbreek de stroomvoorziening (hoofdstuk 5.8). 3. Maak de nozzles nauwkeurig, met een puntig gereedschap schoon; verwijder eventuele gedroogde kleurstofresten, er steeds zorg voor dragend de circuituiteinden niet te beschadigen. 4. Sluit de machine opnieuw op het net aan en zet de machine aan (hoofdstuk 5.3). 5. Sluit de autocap...
I
automatisch tijdens de initialisatie.
II
door met de off-lineknop de machine in de bedrijfsstand online te brengen.
Afb. 21
6. Voer de reiniging uit vanuit de besturingssoftware.
COROB™ D410
NORMAL ONDERHOUD - 37
7.6 Reiniging en bevochtiging van de spons van de bevochtigingsklep Gebruik, als de spons moet worden vervangen, hiervoor uitsluitend de bijgeleverde sponzen.
8 mm
Verwijdering schroeven autocap
GEVAAR ALS DE MACHINE VOORZIEN IS VAN EEN PERFORATOR, IS HET GEBRUIK VAN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN VERPLICHT.
1. Open de autocap... I
vanuit de besturingssoftware.
II
door met de off-lineknop de machine in de bedrijfsstand offline 2 te brengen.
2. Onderbreek de stroomvoorziening (hoofdstuk 5.8). 3. Maak de schroef A en eventueel de tweede schroef B los en verwijder vervolgens de sponshouder C door deze linksom te draaien.
A
B
C
Afb. 22
38 - NORMAL ONDERHOUD ZONDER BEVOCHTIGER
BEVOCHTIGER OPLOSMIDDELBASIS
BEVOCHTIGER WATERBASIS
a. Controleer de staat van de b. Controleer de staat van de c. Controleer de staat van de spons en bevochtig de spons. spons. Wanneer de spons spons. Wanneer de spons De vloeistof waarmee de spons erg vuil is, moet deze uit de erg vuil is, moet deze uit de wordt bevochtigd mag niet bevochtiger worden genomen bevochtiger worden genomen boven de hoogte van de spons en grondig gewassen. Vul en grondig gewassen. uitstijgen. Wanneer de spons het vloeistofreservoir van de erg vuil is, moet deze uit de sponshouder aan met een bevochtiger worden genomen kleine hoeveelheid oplosmiddel. en grondig gewassen. Plaats de spons terug op het filter; zorg er hierbij voor dat de uitloper van de spons opnieuw in het oplosmiddel wordt ondergedompeld.
a
b
Afb. 23 4. Vervang in elk van deze gevallen steeds de spons als deze beschadigd is. 5. Bevestig de sponshouder opnieuw. 6. Sluit de machine opnieuw op het net aan en zet de machine aan (hoofdstuk 5.3). 7. Sluit de autocap... I
automatisch tijdens de initialisatie.
II
door met de off-lineknop de machine in de bedrijfsstand online te brengen.
COROB™ D410
NORMAL ONDERHOUD - 39
7.7 Controle en vervanging van de pons van de perforator GEVAAR HET GEBRUIK VAN BESCHERMENDE HANDSCHOENEN IS VERPLICHT.
8 mm Verwijdering van de pons
2
3
B Dx2 A
4
A+B
A+B
Afb. 24
C
40 - NORMAL ONDERHOUD
1. Onderbreek de stroomvoorziening (hoofdstuk 5.8). 2. Schroef het gereedschap A op de pons B. 3. Plaats de sleutel C in de sleuven van het gereedschap en draai de schroeven D los (zonder deze helemaal uit te schroeven). 4. Draai het gereedschap A en trek het naar beneden om zo de pons B eruit te halen; maak de pons vervolgens los van het gereedschap. 5. Verwijder indien nodig opgedroogde verfresten van de pons met een reinigingsmiddel dat aangepast is aan de eigenschappen van de basisproducten die worden gebruikt. Het verdient aanbeveling een gewoon, nietvervuilend smeermiddel op de zijkanten van de pons aan te brengen (bv. een olie op basis van vaseline en paraffine). 6. Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de pons weer in de machine te bevestigen. 7. Sluit de machine opnieuw op het net aan en zet de machine aan (hoofdstuk 5.3). Als door overmatige slijtage van de punt de perforatie te wensen overlaat, moet de pons worden vervangen.
7.8 Bijvullen van de tank met bevochtigingsmiddel LET OP Zodra het waterpeil in de tank het minimumpeil heeft bereikt, moet dat onmiddellijk worden bijgevuld. 1. Onderbreek de stroomvoorziening (hoofdstuk 5.8). 2. Open met de bijgeleverde sleutel de afdekplaat boven de tank. 3. Schroef de dop van de tank en vul water bij (maximaal 0,5 liter) waarbij u het MAXIMUMPEIL NIET MAG OVERSCHRIJDEN. Om het risico op de afzetting van kalk te verminderen, verdient het aanbeveling hiervoor gedistilleerd water te gebruiken. 4. Schroef de dop van de tank opnieuw goed vast. 5. Sluit de afdekplaat opnieuw, en sluit de machine opnieuw op het net aan en zet de machine aan (hoofdstuk 5.3).
2
3 500
l m MAX
MIN
MAX
MIN
Afb. 25 COROB™ D410
TECHNISCHE GEGEVENS - 41
8
TECHNISCHE GEGEVENS
8.1 Technische gegevens Voeding
Eenfasig 100 - 240 V ~ ± 10%
Frequentie
50/60 Hz
Zekeringen*
F 10 A 430 W - simultaan en sequentieel met semi-automatische doseertafel
Max. vermogensopname*
180/250 W - simultaan met manuele doseertafel 150 W - sequentieel met manuele doseertafel
Geluidsniveau Vereiste werkomgeving**
Niveau van de equivalente akoestische druk: < 70 dB (A) Temperatuur: van 10°C tot 40°C Relatieve vochtigheid: van 5% tot 85 % (condensvrij)
Trillingen
De machine geeft geen trillingen door aan de vloer die de stabiliteit en nauwkeurigheid van eventuele uitrusting in de buurt nadelig zou kunnen beïnvloeden.
Doseertechnologie
pompeenheid met balgpomp
Doseersysteem
sequentieel en/of simultaan
Doseernozzles
intern
Canistertype
universeel (acetaalhars)
Kleptype
keerkleppen
Minimum-
0,077 ml STANDAARD-pomp
doseerhoeveelheid***
0,026 ml LAB-pomp
Theoretische resolutie***
0,00625 cc/step STANDAARD-pomp 0,001563 cc/step LAB-pomp
* Ook voor computer, monitor en printer die via de machine van stroom worden voorzien. ** De omgevingswerkomstandigheden zijn nauw verbonden met het type kleurstoffen dat wordt gebruikt (vraag de fabrikant om meer informatie). De vermelde gegevens gelden uitsluitend voor de machine. *** Deze waarden worden in hoge mate beïnvloed door de specifieke aard en reologische eigenschappen van de gebruikte kleurstoffen.
42 - TECHNISCHE GEGEVENS
8.2 Afmetingen
B1
B2
C2
C1
A
Afb. 26 D410 S
D410 M
D410 L
950 mm
950 mm
1250 mm
720 mm
880 mm
880 mm
820 mm
980 mm
980 mm
1380 mm
1380 mm
1380 mm
1510 mm
1510 mm
1510 mm
Machine
180 kg
266 kg
281 kg
Machine ingepakt
240 kg
326 kg
342 kg
A B1 B2 C1 C2
* De gegevens zijn indicatief en nauw verbonden met de eigenlijke configuratie en gelden enkel voor de machine met lege canisters.
COROB™ D410
APPENDIX - 43
9
APPENDIX
9.1 Conformiteitsverklaring
44 - APPENDIX
9.2 Referentienormen CPS Color Equipment S.p.A. ontwerpt, produceert en test haar machines in overeenstemming met en op basis van de geldende voorschriften inzake veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit. Elke niet door CPS Color Equipment S.p.A. goedgekeurde wijziging kan deze conformiteit in gevaar brengen. De machine voldoet aan de volgende richtlijnen: • Richtlijn 98/37/EG. • Richtlijn 73/23/EEG. • Richtlijn 89/336/EEG. • Norm EN 60204-1. • Richtlijnen 2002/96/EG en 2003/108/EG. Machines met een Bung Hole Locator Laser (B.H.L.) zijn uitgerust met een laserinrichting Klasse II, en voldoen aan de IEC-normen EN 60825-1, EN 61326-1 en EN 61010-1.
9.3 Garantie De garantie wordt van kracht nadat het in de verpakking van de machine aanwezige formulier compleet ingevuld wordt geretourneerd aan het daarop vermelde adres. Neem in geval van service-aanspraken uitsluitend contact op met door ons geautoriseerde bevoegde personen. Gebruik voor het machineonderhoud of de vervanging van onderdelen uitsluitend originele CPS COLOR-onderdelen. Indien van fabriekswege aangebrachte delen ten behoeve van de veiligheid c.q. beveiliging geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd of verwijderd, heeft dit het onmiddellijk vervallen van de garantie tot gevolg. Bovendien is dit gevaarlijk en wettelijk verboden. De producent kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaakt door onjuist gebruik van de installatie of door verwijdering van c.q. wijzigingen aan van fabriekswege aangebrachte delen ten behoeve van de veiligheid of beveiliging. In de volgende gevallen vervalt de fabrieksgarantie: • Onjuist gebruik van de machine. • Het niet opvolgen van de in deze handleiding gegeven aanwijzingen en onderhoudsvoorschriften. • Aanbrengen c.q. doen aanbrengen van wijzigingen en/of uitvoeren c.q. doen uitvoeren van reparaties door anderen dan de bevoegde personen die deel uitmaken van de door de fabrikant erkende serviceorganisatie en/of het gebruikmaken hierbij van niet-originele CPS COLOR wisselstukken.
COROB™ D410