1
Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008
Paragraaf 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Informatica, verder te noemen de opleiding, die in september 2005 of in eerdere jaren is gestart. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen verder te noemen de faculteit. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet:
de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek;
b. student: hij/zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. propedeuse: de propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in art 7.8 van de wet; d. postpropedeuse: deuse; e. onderdeel:
het gedeelte van de opleiding, dat volgt op de prope-
een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet;
f. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in ´e´en van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het maken van een werkstuk of een proefontwerp; - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeraktiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. g. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College te bepalen datum en eindigend op 31 augustus; 1
h. studievorderingsadvies: advies aan het eind van het eerste studiejaar over wenselijkheid van voortzetting van de studie; i. doorstroommaster: masteropleiding die in relatie tot een bacheloropleiding is aangewezen op grond van artikel 7.13, derde lid; j. EC: European Credit, eenheid van studielast uit het European Credit Transfer System (ECTS). De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht op academisch niveau bij te brengen, op het gebied van de Informatica, dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening en in aanmerking komt voor een vervolgopleiding op masterniveau. Met name kan doorgestroomd worden naar de masteropleiding Informatica (doorstroommaster), de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen en de masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen. Artikel 1.4 Voltijds / deeltijds De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 1.5 Taal van de opleiding De opleiding en het afsluitend examen worden in het Nederlands verzorgd. Onderdelen van de opleiding en het examen kunnen in het Engels worden verzorgd, indien het om onderdelen gaat die mede zijn gericht op niet-Nederlandse studenten of worden verzorgd door niet-Nederlandse docenten.. Paragraaf 2 - Opbouw van de opleiding Artikel 2.1 De examens van de opleiding 1. In de bacheloropleiding Informatica kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het afsluitend examen, ook wel te noemen het bachelorexamen. 2. De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Artikel 2.2
Studielast van de opleiding
2
1. De opleiding heeft een studielast van 180 EC (126 studiepunten), waarbij ´e´en EC gelijk staat aan 28 uren studie (1 studiepunt = 40 uren studie). 2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC (42 studiepunten). 3. De studielast van elk onderdeel wordt uitgedrukt in hele EC. Artikel 2.3 Academische vorming De opleiding van de student dient naar het oordeel van de examencommissie voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: • het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; • het wetenschappelijk communiceren in de eigen en tenminste ´e´en vreemde taal; • het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context.
Paragraaf 3 - De propedeutische fase van de opleiding Artikel 3.1 Samenstelling van de propedeutische fase De onderdelen van de propedeutische fase van de opleiding en hun studielast zijn die onderdelen die als zodanig vermeld zijn in bijlage A. De betreffende bijlage is daarmee onderdeel van deze regeling. Artikel 3.2 Nadere gegevens omtrent de onderdelen van de propedeuse Nadere omschrijving van de inhoud van de onderdelen, die krachtens artikel 3.1 tot de propedeuse behoren, en eventueel bij deze onderdelen vereiste praktische oefeningen, zijn opgenomen in de facultaire onderwijscatalogus. Paragraaf 4 - De postpropedeutische fase van de opleiding Artikel 4.1 Samenstelling van de postpropedeuse De onderdelen van de postpropedeutische fase van de opleiding en hun studielast zijn die onderdelen die als zodanig vermeld zijn in bijlage B. De betreffende bijlage is daarmee onderdeel van deze regeling. Artikel 4.2 Nadere gegevens omtrent de onderdelen van de postpropedeuse Nadere omschrijving van de inhoud van de onderdelen, die krachtens artikel 4.1 tot de postpropedeuse behoren en eventueel bij deze onderdelen vereiste praktische oefeningen, zijn opgenomen in de facultaire onderwijscatalogus. 3
Paragraaf 5 - Tentamens en examens van de opleiding Artikel 5.1
Volgorde van tentamens
1. Studenten die aan het einde van hun eerste studiejaar een positief studievorderingsadvies hebben ontvangen mogen zonder meer tentamens van de hogere jaren afleggen. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie hem/haar toelaten tot het afleggen van bepaalde tentamens van de hogere jaren ook indien hij/zij geen positief studievorderingsadvies heeft gekregen. 3. Aan het tentamen van hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van de daarbij vermelde onderdelen met goed gevolg is deelgenomen. (a) Project Software Ontwikkeling na behalen van Software Design (b) Afstudeerproject 1+2 na behalen van Software Construction, alsmede Project Software Ontwikkeling
Artikel 5.2
Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tot het afleggen van de tentamens van de onderdelen, die krachtens het bepaalde in de artikelen 3.1 en 4.1 tot de opleiding behoren, wordt elk jaar drie keer de gelegenheid gegeven, waarvan twee benut mogen worden. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar tenminste ´e´enmaal de gelegenheid gegeven. 3. Practica uit bijlagen II en III van de opleiding worden eenmaal per studiejaar verzorgd. 4. Voor onderdelen die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen, kan van het in lid 1 en lid 2 bepaalde worden afgeweken, indien de wijze van examinering zulks vordert.
Artikel 5.3
Vorm van de tentamens
1. De onderdelen die krachtens het bepaalde in de artikelen 3.1 en 4.1 tot de opleiding behoren worden schriftelijk getentamineerd, tenzij anders vermeld in de alfabetische lijst van onderdelen als bedoeld in artikelen 3.2 en 4.2. 4
2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan in lid 1 bedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Artikel 5.4
Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan ´e´en persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Bij een mondeling tentamen kan een neutrale, niet zelf belang hebbende, als toehoorder aanwezig zijn, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt.
Artikel 5.5
Vaststelling en bekendmaking van een uitslag van een tentamen
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student de desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een niet mondeling afgenomen tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van het opleidingsinstituut de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 3. Als schriftelijk bewijsstuk geldt een door de docent getekend tentamenbriefje, danwel een gewaarmerkte uitdraai van de studieresultaten, die eens per semester aan de studenten uitgereikt wordt. 4. De student wordt gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.7, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens.
Artikel 5.6 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie met betrekking tot een onderdeel, waarvan de toetsing langer dan zes jaar geleden heeft plaats gehad, een aanvullend dan wel vervangend tentamen, respectievelijk practicum opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 5
Artikel 5.7
Inzagerecht
1. Gedurende tenminste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en tijd. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
Vrijstelling van tentamens en practica Artikel 5.8 De examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van het afleggen van ´e´en of meer tentamens en/of practica van de opleiding op grond van eerder met goed gevolg voltooide onderdelen aan een instelling voor hoger onderwijs, hetzij wanneer de examinandus kan aantonen dat hij door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en ervaring beschikt met betrekking tot het desbetreffende onderdeel. Artikel 5.9
Tijdvakken en frequentie afleggen examens
1. Tot het afleggen van het examen wordt tenminste 6 maal per jaar gelegenheid gegeven. De examendata en de aanmeldingsprocedure voor het examen worden jaarlijks vastgesteld door de examencommissie en vermeld in de studiegids. 2. De examencommissie stelt voor elke examendatum de datum van een er aan voorafgaande aanmeldingsdag vast. Op deze aanmeldingsdag dient de student via de administratie van de afdeling de bewijzen van tentamenuitslagen te overleggen, die krachtens de artikelen 3.1 en 4.1 onderdeel zijn van het betreffende examen.
Artikel 5.10
Uitslag examen
6
1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast nadat de student bewijzen heeft overlegd van het met goed gevolg afleggen van de tentamens die krachtens de artikelen 3.1 en 4.1 onderdeel zijn van het betreffende examen. 2. De in lid 1 bedoelde vaststelling geschiedt zo spoedig mogelijk, maar ten hoogste 30 dagen nadat de in lid 1 bedoelde bewijzen conform de in artikel 5.9 lid 2 bedoelde aanmeldingsprocedure zijn overlegd.
Artikel 5.11 Titulatuur Het behalen van het afsluitend examen geeft recht op het voeren van de titel Bachelor of Science (afgekort B.Sc.). Paragraaf 6 - Vooropleiding Artikel 6.1
Vervangende eisen defici¨enties vooropleiding
1. Voor VWO-abituri¨enten ‘oude stijl’ (met vakkenpakketten) kunnen defici¨enties in de vooropleiding met betrekking tot de vakken Wiskunde B en/of Natuurkunde worden vervuld door het met goed gevolg afleggen van een toets. De toets wordt afgenomen door de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. 2. Voor VWO-abituri¨enten ‘nieuwe stijl’ (met profielen) met het profiel Natuur en Gezondheid kan de defici¨entie in de vooropleiding met betrekking tot het onderdeel Wiskunde B1,2 worden vervuld door het met goed gevolg afleggen van een toets. 3. In bijzondere gevallen kan de examencommissie besluiten dat een defici¨entie zoals bedoeld in lid 1 of 2 is vervuld zonder dat de in lid 1 of 2 genoemde toets is afgelegd. 4. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van een staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2) Programma II. 5. In bijzondere gevallen kan de examencommissie besluiten dat aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal is voldaan, zonder dat het in lid 4 bedoelde examen is afgelegd.
Artikel 6.2
Toelating met andere propedeuse
1. Wie een propedeuse behaald heeft in de vier- of vijfjarige doctoraalopleiding Informatica aan de RuG wordt toegelaten tot de opleiding en krijgt tevens een vrijstelling voor de propedeuse. 7
2. Wie een HBO-propedeuse behaald heeft aan een Hogere Informatica Opleiding kan worden toegelaten tot de opleiding. 3. Wie een HBO-propedeuse behaald heeft aan een HTS Elektrotechniek kan worden toegelaten tot de opleiding. 4. Wie in het bezit is van een ander HBO-diploma dan in de vorige leden omschreven kan alleen worden toegelaten met een positief advies van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit.
Artikel 6.3
Equivalente vooropleiding
1. Aan bezitters van een getuigschrift van een buitenlandse instelling van voortgezet onderwijs dat niet bij ministeri¨ele regeling als gelijkwaardig is aangemerkt met de vooropleidingseisen kan vrijstelling van de bedoelde vooropleidingseisen worden verleend door het faculteitsbestuur. 2. Het faculteitsbestuur besluit tot de in lid 1 van dit artikel bedoelde vrijstelling nadat gelijkwaardigheid van het in lid 1 bedoelde buitenlandse getuigschrift is komen vast te staan na toetsing door de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. 3. Het in lid 2 bedoelde besluit tot vrijstelling geschiedt onverminderd het bepaalde in artikel 6.1 van deze regeling.
Artikel 6.4 Colloquium doctum Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in artikel 7.29 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: 1. Wiskunde : kennis op eindexamenniveau van Wiskunde B1,2 VWO; 2. Natuurkunde : kennis op eindexamenniveau van Natuurkunde 1,2 VWO; 3. Scheikunde : kennis van het vak Scheikunde 1,2 VWO; 4. Talenkennis : kennis van de Engelse taal op Natuur en Techniek niveau. Het toelatingsonderzoek wordt uitgevoerd door de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. Paragraaf 7 - Studiebegeleiding Artikel 7.1
Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 8
2. Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per semester een gewaarmerkte uitdraai van de door hem behaalde studieresultaten, alsmede een electronische account waarmee de student toegang heeft tot zijn of haar studieresultaten.
Artikel 7.2 Studiebegeleiding De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun ori¨entatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Artikel 7.3
Studieadvies eerste jaar
1. In het jaar van zijn eerste inschrijving krijgt elke student voor het einde van het eerste en vervolgens voor het einde van het tweede semester een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. 2. Desgevraagd geeft de faculteit de student mondeling advies over de voortgang van zijn studie in of buiten de faculteit en over eventuele andere ontwikkelingsmogelijkheden.
Paragraaf 8 - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 8.1
Tentamens en examens ‘oude stijl’
1. Voor de studenten, die voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling (2005-2006) ononderbroken waren ingeschreven voor de doctoraalopleiding Informatica, blijft de desbetreffende onderwijs- en examenregeling, laatstelijk ingegaan op 1 september 2001, van kracht, onder de volgende voorwaarde: a. tot 1 september 2003 is de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen; b. tot 1 september 2008 wordt aan degenen, die het onder a. bedoelde examen hebben behaald, de gelegenheid geboden de overige tentamens alsmede het examen van de opleiding af te leggen. 2. Indien vakken uit de onderwijs- en examenregeling, laatstelijk vastgesteld op 1 september 2001, die voorzien waren in reeds goedgekeurde doctoraalprogramma’s oude stijl, niet meer worden aangeboden, dient de student contact op te nemen met de studieadviseur om samen te bepalen welk(e) vak(ken) ter vervanging kan/kunnen dienen. Het aldus aangepaste programma wordt vervolgens voorgelegd aan de examencommissie.
9
Artikel 8.2 Overstap van ‘oude stijl’ naar ‘nieuwe stijl’ a. Een student als bedoeld in artikel 8.1 wordt onder de volgende voorwaarde toegelaten tot de opleiding krachtens deze onderwijs- en examenregeling: Wie een propedeuse behaald heeft in de vier- of vijfjarige doctoraalopleiding Informatica of Technische Informatica aan de RuG wordt toegelaten tot de opleiding inclusief toelating tot het afsluitende bachelor examen. b. Een student als bedoeld in artikel 8.1 kan een bachelordiploma verkrijgen wanneer na 1 september 2002 1. 126 studiepunten zijn behaald (inclusief het propedeutisch examen); 2. het gevolgde programma vergelijkbaar is met die van het bachelorprogramma, dit ter beoordeling van de examencommissie.
Artikel 8.3 Vervangende eisen ‘oude stijl’ VWO Zie hiervoor artikel 6.1. Artikel 8.4
Wijzigingen
1. Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur en na overleg met de faculteitsraad en de opleidingscommissie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op enige beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
Artikel 8.5 Overmachtsclausule In gevallen waarin de onderwijs- en examenregeling niet voorziet beslist de examencommissie. Tegen beslissingen van de examencommissie kan beroep aangetekend worden bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Artikel 8.6
Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. 10
Artikel 8.7 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2007. De faculteitsraad heeft aan het faculteitsbestuur kenbaar gemaakt met de huidige versie in te stemmen. Het faculteitsbestuur heeft op 31 augustus 2007 daarop deze regeling vastgesteld.
Bijlage A van propedeutische fase van de bachelor Informatica Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast 1. Ori¨entatie Informatica (5 EC) 2. Ori¨entatie Kunstmatige Intelligentie (5 EC) 3. Imperatief Programmeren I (incl. Inl.Comp.) (5 EC) 4. Imperatief Programmeren II (incl. CV) (5 EC) 5. Discrete Structuren (5 EC) 6. Wiskunde A (5 EC) 7. Digitale Techniek (6 EC) 8. Project HTML (3 EC) 9. Object georienteerd Programmeren A (6 EC) 10. Object georienteerd Programmeren B (6 EC) 11. Wiskunde B (5 EC) 12. Project Programmeren (4 EC)
Bijlage B van de postpropedeutische fase van de bachelor Informatica Het programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast 2e jr 1. Programmacorrectheid (5 EC) 2. Functioneel Programmeren (6 EC) 11
3. Signalen en Systemen (4 EC) 4. Algoritmen en Datastructuren (6 EC) 5. Project Embedded Systems (6 EC) 6. IT-Beroepspraktijk (5 EC) 7. Project Software Ontwikkeling I (3 EC) 8. Software Analyse en Ontwerp (6 EC) 9. Databases (6 EC) 10. Architectuur en Netwerken (5 EC) 11. Project Software Ontwikkeling II (4 EC) 12. Talen en Automaten (5 EC) 3e jr 1. Net-Computing (5 EC) 2. Computational Geometry (4 EC) 3. Kennisrepresentatie en Redeneren (6 EC) 4. Operating Systems (5 EC) 5. keuze: Concurrency (5 EC) 6. of: Communicatieve Vaardigheden (5 EC) 7. Statistiek (5 EC) 8. Computer Graphics (4 EC) 9. Afstudeerproject I (6 EC) 10. Software Engineering (5 EC) 11. Vertalerbouw (5 EC) 12. Parallel Computing (5 EC) 13. Afstudeerproject II (5 EC)
12