2. Motor\Trionic T7 LEV (B2... Storingzoeken, storingcodes - P

2. Motor\Trionic T7 LEV (B2...

Storingzoeken, storingcodes - P...

P0455 Tankontluchting. Groot lek in systeem.

Storingssymptoom

•

CHECK ENGINE brandt.

•

De motor stinkt eventueel naar benzine.

Boorddiagnosesysteem (OBDII) Diagnosetype:

-

Eenmaal per rijcyclus. De diagnose wordt onderbroken, wanneer aan de storingscriteria is voldaan of als het systeem OK is. De diagnose wordt pas de volgende rijcyclus hervat.

Test 1, koude start Startvoorwaarden:

-

Tijdens de start bedraagt de koelvloeistoftemperatuur 5-40°C. Het verschil tussen de koelvloeistoftemperatuur en de inlaatluchttemperatuur is kleiner dan 5°C. Als niet aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, gaat Test 2 (warme start)

93 Y 2000

1



van start. De motor loopt stationair. De status van de remlichtcontactschakelaar is slechts eenmaal gewijzigd. De adaptatie van de ontluchting is groter dan -15%. De druk in het inlaatspruitstuk is minstens 20 kPa kleiner dan de atmosferische druk. De auto heeft 5 seconden lang stilgestaan. Er zit 9-54 liter brandstof in de tank. De accuspanning bedraagt 10-16 V. De druk in de brandstoftank bedraagt -300 tot +100 Pa. Wanneer langer dan 5 seconden lang aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, gaat de diagnose van start. Als de diagnose vervolgens wordt onderbroken, moet de snelheid van de auto weer oplopen tot een waarde hoger dan 0 km/h voordat de diagnose opnieuw van start gaat. De diagnose verloopt in drie fasen, te weten A-C: Fase A) Verdampingscontrole De afsluitklep wordt geactiveerd (gesloten), terwijl de ontluchting 4,5 seconden lang wordt onderbroken. Gedurende deze periode wordt de tankdruk in de gaten gehouden. Een dalende druk duidt op lekkage in de ontluchtingsklep. Een drukstijging groter dan 3 Pa per s duidt op verdamping van de brandstof. In dat geval wordt fase A van de diagnose herhaald. Als blijkt dat de druk vervolgens weer met meer dan 3 Pa per s stijgt, wordt de diagnose afgebroken. De diagnose gaat pas weer van start, wanneer de auto gedurende een bepaalde periode vaart maakt. Bij een drukverhoging lager dan 3 Pa per s is Fase A afgerond. Fase B (drukverlaging) van de diagnose gaat dan van start. Fase B) Drukverlaging : De afsluitklep is nog steeds gesloten, en er wordt een PWM-signaal van 23-24,5% voor de ontluchtingsklep gehanteerd totdat de tankdruk een waarde van -600 Pa heeft bereikt. Een dergelijke drukverlaging mag maximaal 30 seconden in beslag nemen. Fase C) Drukhandhaving : De afsluitklep is nog steeds gesloten en ook de ontluchtingsklap gaat dicht. Vervolgens wordt gedurende een periode van maximaal 12 seconden de druk in de brandstoftank in de gaten gehouden. Test 2, (warme start) Startvoorwaarden:

-

De diagnose gaat van start als 5 seconden lang aan de volgende voorwaarden is voldaan: De koelvloeistoftemperatuur is tijdens de start hoger dan +40°C en het verschil tussen de koelvloeistoftemperatuur en de inlaatluchttemperatuur is groter dan 5°C. De motor loopt stationair. De status van de remlichtcontactschakelaar is slechts eenmaal gewijzigd. De adaptatie van de ontluchting is groter dan -6%. De druk in de brandstoftank bedraagt -300 tot +100 Pa. De druk in het inlaatspruitstuk is minstens 20 kPa kleiner dan de atmosferische druk. De auto staat stil. Er zit 9-54 liter brandstof in de tank. De accuspanning bedraagt 10-16 V. De tankdruksensor werd in orde (OK) bevonden. Wanneer langer dan 5 seconden lang aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, gaat de diagnose van start. De diagnose wordt afgebroken, als de adaptatie van de ontluchting hoger is dan -8%. Als de diagnose wordt afgebroken, moet de snelheid van de auto weer oplopen tot een waarde hoger dan 0 km/h voordat de diagnose opnieuw van start gaat. De diagnose verloopt in drie fasen, te weten A-C:

93 Y 2000

2



Fase A) Verdampingscontrole De afsluitklep wordt geactiveerd (gesloten), terwijl de ontluchting 4,5 seconden lang wordt onderbroken. Gedurende deze periode wordt de tankdruk in de gaten gehouden. Een dalende druk duidt op lekkage in de ontluchtingsklep. Een drukstijging groter dan 4 Pa per s duidt op verdamping van de brandstof. In dat geval wordt fase A van de diagnose herhaald. Als blijkt dat de druk vervolgens weer met meer dan 4 Pa per s stijgt, wordt de diagnose afgebroken. De diagnose gaat pas weer van start, wanneer de auto gedurende een bepaalde periode vaart maakt. Bij een drukverhoging lager dan 4 Pa per s is Fase A afgerond. Fase B (drukverlaging) van de diagnose gaat dan van start. Fase B) Drukverlaging : De afsluitklep is nog steeds gesloten, en er wordt een PWM-signaal van 18% voor de ontluchtingsklep gehanteerd totdat de tankdruk een waarde van -600 Pa heeft bereikt. Een dergelijke drukverlaging mag maximaal 30 seconden in beslag nemen. Fase C) Drukhandhaving : De afsluitklep is nog steeds gesloten en ook de ontluchtingsklap gaat dicht. Vervolgens wordt gedurende een periode van maximaal 12 seconden de druk in de brandstoftank in de gaten gehouden. Test 3, Tankdoptest Startvoorwaarden:

-

De auto rijdt sneller dan 40 km/h. De druk van de inlaatlucht is minstens 25 Pa lager dan de atmosferische druk. De luchtmassastroom is groter dan 10 g per s en komt tijdens de diagnose overeen met 85-150% van de waarde tijdens de start van de diagnose. De verhouding van het PWM-signaal van de ontluchtingsklep bedraagt 50-65%. De adaptatie van de ontluchting bedraagt -10 tot -20%. Er zit 9-40 liter brandstof in de tank. De druk in de brandstoftank ligt tussen -300 en +100 Pa nadat de diagnosetest van start is gegaan. Als aan de voorwaarden is voldaan, wordt de afsluitklep gesloten en wordt voor de ontluchting de waarde vastgehouden die gold bij de start van de diagnose (5065%). Als de druk vervolgens niet driemaal tijdens het rijden tot -500 Pa daalt en dat binnen 6 seconden, gaat de diagnose er vanuit dat er sprake is van een storing.

Storingscriteria: Test 1, (koude start)

-

Fase A) Verdampingscontrole : Als de druk meer dan 27,5 Pa per s daalt, is er sprake van interne lekkage in de ontluchtingsklep. Een drukstijging groter dan 3 Pa per s duidt op een sterke verdamping van de brandstof. In dat geval wordt Fase A herhaald. Als blijkt dat de druk vervolgens weer met meer dan 3 Pa per s stijgt, wordt de diagnose afgebroken. De diagnose gaat pas weer van start, wanneer de auto in beweging komt. Bij een drukverhoging lager dan 3 Pa per s is Fase A van de diagnose afgerond en gaat Fase B van start.

-

Fase B) Drukverlaging : Als de druk niet binnen 15 seconden tot een waarde van -450 Pa kan worden verlaagd of als de druk weliswaar binnen 15 seconden tot -450 Pa kan worden verlaagd maar vervolgens niet binnen nog eens 15 seconden (dus in totaal 30 s) tot -600 Pa kan worden verlaagd, is er sprake van een omvangrijke lekkage.

93 Y 2000

3


-


Fase C) Drukhandhaving : Als de druk binnen 12 seconden tot een waarde van -450 Pa stijgt, is er sprake van een geringe lekkage.

Storingscriteria: Test 2, (warme start)

-

Fase A) Verdampingscontrole : Als de druk meer dan 27,5 Pa per s daalt, is er sprake van interne lekkage in de ontluchtingsklep. Een drukstijging groter dan 4 Pa per s duidt op een sterke verdamping van de brandstof. In dat geval wordt Fase A herhaald. Als blijkt dat de druk vervolgens weer met meer dan 4 Pa per s stijgt, wordt de diagnose afgebroken. De diagnose gaat pas weer van start, wanneer de auto in beweging komt. Bij een drukverhoging lager dan 4 Pa per s is Fase A van de diagnose afgerond en gaat Fase B van start.

-

Fase B) Drukverlaging : Als de druk niet binnen 15 seconden tot een waarde van -450 Pa kan worden verlaagd of als de druk weliswaar binnen 15 seconden tot -450 Pa kan worden verlaagd maar vervolgens niet binnen nog eens 15 seconden (dus in totaal 30 s) tot -600 Pa kan worden verlaagd, is er sprake van een omvangrijke lekkage.

-

Fase C) Drukhandhaving : Als de druk binnen 12 seconden tot een waarde van -450 Pa stijgt, is er sprake van een geringe lekkage.

Vorming van storingcodes:

-

Er wordt een storingcode gevormd, wanneer aan de bovenstaande storingscriteria is voldaan en de afhankelijke variabelen in orde (OK) zijn bevonden. Bij Test 2 (warme start) geldt bovendien nog dat de inlaatluchttemperatuur niet lager dan 5°C mag zijn geweest. P0441 en P1441 worden gevormd als er tijdens Fase A een storing wordt geregistreerd. P0455en P1455 worden gevormd, als er tijdens Fase B een storing wordt geregistreerd. P0442 en P1442 worden gevormd, als er tijdens Fase C een storing wordt geregistreerd.

Storingscriteria: Test 3, (Tankdoptest)

-

Als er melding gemaakt wordt van een storing en de starttemperatuur van de motor 5-40°C bedraagt, wordt storingcode P0455 of P1455 gevormd.

Afhankelijke variabelen:

93 Y 2000

4


-


P0444, 0445, P0501, P0502, P0506, P0507, P1444, P1445, P1576, P1577 en (voor modellen met TCS) P1925.

OK-melding:

-

Als aan alle voorwaarden is voldaan en de diagnosetests zijn uitgevoerd zonder dat daarbij storingen werden geregistreerd, wordt de OK-melding gegeven. Opmerking De storingcodes P0442, P0455, P1442 en P1455 worden meteen gewist, wanneer de diagnose de OK-melding oplevert.

Storingsprocedure: (Voor meer informatie, zie Storingsprocedure III, overige emissie-afhankelijke componenten en functies .) Diagnosehulp De storingzoekstrategie is gericht op het opsporen van lekkage. De volgende functies van het diagnose-instrument worden beïnvloed door deze storing:

•

De status van de diagnosefunctie.

•

Activering van de EVAP-diagnose.

Voor meer informatie, zie Menu “Lees Waarden”. Opmerking Maak gebruik van het activeringscommando van het diagnose-instrument om de eindcontrole uit te voeren, wanneer u de storing hebt verholpen. Test 1 (koude start) gaat daarbij van start, wat de starttemperatuur ook mag zijn.

93 Y 2000

5

2. Motor\Trionic T7 LEV (B2... Storingzoeken, storingcodes - P

Recommend Documents