losse nummers f 3,50
Midden-Del Midden- Delfkrant 58
verschijnt zesmaal per jaar
ant
elfde jaargang nr. 1/2, mei 198 7
2 elfde jaargang nr. I/2, mei I9 87
Midden-Delfkrant REDACTIONEEL De Midden- Delfkrant verschijnt zes maal per jaar Redactie: Ar ie van den Berg Jacques Moerman Arie Ols thoorn Marika van Ooststroom Frits van Ooststroom Aad van Paassen Ge rard Peet Henk Tetteroo Ve rder werkte(n) mee: Cora Schutjes , mw. Van Winden Fo tografie: Fred Hess, 's-Gravenhage Vormgeving en productie: Frans Assenberg, Frits van Ooststroom Druk: Sieca Repro B.V., Delft
Het duurt soms wet even, maar dan is hij er weer: de Midden- DeZfkrant ! Een dubbetdik nummer deze keer, met een schat aan veeZzijdige informatie . Op de omsZag een Zuchtfoto van de kern van MaasZand. Ook binnenin dit nummer een accent op MaasZand: archeoZogische vondsten op Maasland's gr•ondgebied; een boekbespreking over een studie betreffende het leven in Maastand in vroeger tijd; het vagetteven in Maastand 's weidegebied aan het begin van deze eeuw en een aankondiging van een boek over de famitie Brüning, woonachtig aan de Zuidbuurt in Maastand (nu Maasstuis). Verder tal van onderwerpen: de start van de officië Ze uitvoering van het recreatieproject Vtaardingen- we.s t; Rijksweg 19; de schilder Jan Hee sterman (1890- 1947) ; boerderijverptaatsing in Midden- DeZfZand; enz ..
Ook het tweede lustrum van de Midden- DelfZand Vereniging gaat niet ongemerkt aan deze krant voorbij : de fraaie Midden- DeZfZandkaart is in de aanbieding ! Ook worden twee wedstrijden aangekondigd, een schrijfwedstrijd (verhaZen en gedichten) en een fotowedstrijd . Iedereen kan meedoen! Ook (nog) niet- Zeden . Wij vragen ook uw aandacht voor de Zedenwerfactie op pagina 4. Laat ieder Zid van de vereniging een nieuw Zid werven ! Midden- DeZfZand is die moeite waard!
Overname van artikelen is in vele gevall en mogehjk 1n overleg met de redactie.
1 0 c/tfiddenEDelflall,d
Kopij en $uggesties voor kopij ZlJn van harte welkom bij de redactie. Veran twoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging ••eergeven. Redactie-adres: Oos tveenseweg 6, 2636 ED Telefoon (OI7 38) 86 30
JAAR
CVereniging
Schipluiden
Uitgave De Mldden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Ve reniging en van de Stichting Bezoekerscentrum Midden- Delfland. Abonnementen OP de ~lidden -Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Hidden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 22,50 per jaar, voor jeugdleden (t/m 17 jaar) f 7,50 . Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (OIO) 4 74 25 98 ( 's avonds) of schrijven aan: Sec r. Midden-Delfland Vereniging, Londenweg I23 , 3I37 LV Vlaardingen . Opzegging van he t lidmaatschap / abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Oo zegg ing kan slechts geschieden te ge n het einde van het verenigings j aar en met inachtnemin,g van een opzegtermijn van vier weken .
Secretariaat
Bestuur
Midden-Delfland Vereniging Londenweg I23, 3I37 LV Vlaardingen Telefoon (O IO) 4 74 25 98 ( 's avonds ) Postrekening 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143
S. van der Kooij waarnemend voorzitter Zuidbuurt 29, 3I4I EN Maass luis Telefoon (01399) I43 96
Doel de bevolking van Midden- Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied; het kritisch volgen van dit beheer en van de voorbereiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kon takten. (a rtikel 2 van de statuten)
F . I~ . van Oo ststroom s ecretaris/penningme e ster Londenweg I23, 313 7 LV Vlaardingen Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) D. van den Bosch Holierhoek 28, 2636 EJ Telefoon (O I738) 89 03
Sch ipl utden
J. Maan Parkweg I4I, 3 1I9 CD Schiedam Telefoon (O IO) 4 73 78 93 J . P. van Noordt Westgaag 96 b, 3 I55 DJ Maasland Telefoon (01399) 181 57 J.G.H. Peet Oosteinde I67, 26II VD Delft Telefoon (OI 5) 12 45 52 P.W. van Winden Schieweg I66, 2627 AS Delft Telefoon (OI S) 56 3I I7
3
Midden-Delfkrant
Aanleg Vlaardingen-west officieel van start
Uitvoering bij voorrang ijskast? In de regionale pers is uitgebreid aandacht geschonken aan het officiële startsein voor de uitvoering van werken in het deelpl an Lickebaert. We houden het hier dus maar kort. Dat startsein viel op 12 mei j.l. en de aftrap werd gegeven door mr. J.P. van Zutphen, directeurgeneraal Landelijke gebieden en Kwaliteitszorg bij het ministerie van Landbouw en visserij. Een feestelijke gebeurtenis! Maar er waren ook protesten. De Jonge boeren waren er met een spandoek: 'Minister Braks Maak Boerderijverplaatsing Mogelijk'. Een noodkreet over de moeilijke financiële situatie waarin (jonge) boeren terecht komen bij boerderijverplaats ing. De actiegroep Behoud Lickebaert vroeg zich op een spandoek af: 'Gaat Nelie over Gerrit en Edje heen?'. Geen diplomatieke taal, maar wel een duidelijk signaal dat er nu al dreigende wolken hangen boven Lickebaert, door de mogelijke aanl e g ~an Rijksweg 24.
•
1n
de
Uitvoering bij voorrang De heer Van Zutphen, die minister Braks verving, wees er in zijn toespraak op dat Midden-Delfland o.a. als een bijzonder project kan worden gezien omdat er tot nu toe landinrichtingskrediet is gegeven voor projecten die bij voorrang werden uitgevoerd. In de Centrale Landinrichtingscommissie (CLC) is men echter tot de conclusie gekomen dat, nu het eerste deelplan vaststaat, het beter is verder te gaan aan de hand van vastgestelde deelplannen. Er zijn immers elders in het land ook projecten die op geld wachten. Dit standpunt heeft voor deelgebied Lickebaert geen gevolgen meer. De aanleg van de surfplas, waar op deze dag het startsein voor werd gegeven, was eigenlijk ook een uitvoering-bij voorrang- project, maar, nu op het laatste moment het deelplan door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, kan het plan geheel binnen de officiële procedure verlopen. Wel heeft de CLC inmiddels voor wat
Landsehapskunst in het reereatiegebied Vlaardingen- west. betreft het deelplan Gaag drie projecten die voor uitvoering bij voorrang waren aangemeld, afgewezen: Het plan voor de waterbeheersing in de Dijkpolder, de restauratie van een heul aan de Oostgaag en de reconstructie van een gedeelte van de Westgaag. Als van dit uitstel màar geen afstel komt; het zal immers nog wel twee jaar duren voor het deelplan Gaag zal word~n vastgesteld. Het deelplan Abtswoude zal nog wel veel langer op zich laten wachten. Maar ook daar zijn toch een aantal zaken die dringend op een oplossing vragen. Hier zou uitvoering bij voorrang in ieder geval kunnen betekenen dat langdurige onzekerheid en ongeduld wordt opgeheven. Overigens heeft de CLC wel goedkeuring gegeven aan de start van de recreatieve ontwikkeling in de noordpunt van de Oost Abtspolder. Er is nog hoop op voortzetting van uitvoering-bij - voorrang-projecten, maar als die zich zouden beperken tot uitsluitend recreatie- projecten, zou dat de integrale aanpak, die zo kenmerkend is, of zou moeten Z1Jn, voor Midden-Delfland, op de tocht gezet worden. Dat zou een slechte zaak zijn . ..
F.v.o.
4 elfde jaargang nr. 1/2, mei 1987
(adv ert entie )
MI ODEN· DELFLAND toegang alleen voor leden
Te gek
natuurlîjk!
Natuurlijk is Midden-Delfland er niet alleen voor leden van de MiddenDelfland Vereniging! Maar toch hebben leden een streepje voor: zij zijn beter geÏnformeerd! Zij zijn als lid van de Midden- Delfland Vereniging geabonneerd op de Midden-Delfkrant. Met daarin veel achtergrondinformatie over actuele zaken, maar ook over de rijke historie van het gebied. En over de natuur, het agrarische gebeuren en over de recreatieve mogelijkheden. De Midden- Delfland Vereniging organiseert lezingen, discussieavonden, excursies en tentoonstellingen. Als lid blijft u goed op de hoogte! Maar er is meer ... Binnen de vereniging bestaat een Werkgroep Historie en Landschap, die zich bezighoudt met de geschiedenis van het gebied en wat daarvan nu nog in het landschap te zien is.
De vereniging heeft een vertegenwoordiger in de Reconstructiecommissie (dit is de wettelijke commissie die de plannen maakt voor de toekomst van Midden-Delfl and). Achter onze vertegenwoordiger staat een werkgroep: de Steunwerkgroep, waar iedereen uit de vereniging in kan meepraten. Binnen de Midden-Delfland Vereniging kunt u kennismaken met anderen, die vaak op een andere manier bij het gebied betrokken zijn. In de Midden-Delfland Vereniging hebben boeren, recreanten, natuurbeschermers en anderen elkaar gevonden. Niet dat ze het altijd volledig met elkaar eens zijn, maar men leert elkaar kennen en elkaars problemen begrijpen. Wordt lid van die Midden-Delfland Vereniging. Midden-Delfland is de moeite waard!
Aan onze 538 l eden Per I januari van dit jaar telde de Midden-Delfland Vereniging 538 leden. Verdeeld over de gemeenten in en rond Midden- Delfland ziet dat er als volgt uit: Aantal leden per gemeente (per 31 december 1986) Schipluiden 117 Delft 87 Vlaardingen 83 Maasland 51 Schiedam 40 Maassluis 39 's- Gravenhage 21 Rotterdam 19 Rijswijk 17 Naaldwijk 7 De Lier 3 Overige Nederland 53 Buitenland Totaal
538
U kent ongetwijfeld ongeveer het aantal inwoners van uw eigen gemeente en u ziet het: er zijn nog een heleboel mensen géén lid van de Midden-Delfland Vereniging. Daar gaan we iets aan doen! We zullen bescheiden beginnen. We spreken af dat u als lid, één nieuw lid voor de vereniging werft. Uw buurman, een kennis, een familielid ...
1 + 1 (538 + 538
=
2
Aanmelding van nieuwe leden kan eenvoudig gebeuren door het inzenden van de inschrijfkaart die in dit nummer van de Midden- Delfkrant is bijgevoegd . Aanmelding kan ook door storting van f 22,50 op postrekening 3928463 ten name van de MiddenDelfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) of schrijven aan: Secretariaat Midden- Delfland Veren iging, Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen.
1076)
Een verdubbeling van het ledental, dat zou een heel mooi verjaarscadeau zijn in dit lustrumjaar, van de leden aan de ve reniging . Van u aan uw vereniging. (U mag natuurlijk ook meer dan één lid werven . )
c./llliddenEDelflafld ÇYereniging 10 jaar Midden- Delfland Vereniging. Doe de vereniging een lid cadeau! Midden-Delfland is de moeite waard.
5
Midden-Delfkrant De.Reconstructiecommissie: dans rondom de dilemma's In z~Jn - voorlopig laatste? - artikel in deze krant ~} sprak Gerard Peet, mijn voorganger in de Reconstructiecommissie, zijn bezorgdheid uit over "een versterkte polarisatie tussen de verschillende belangengroepen" en "een numeriek overwicht van het recreatieblok". In deze opmerkingen ligt een goed aanknopingspunt voor een beschouwing over het klimaat waarin de Reconstructiecommissie haar werk verricht. Wie zich verd iept in de voortgang van de planontwikkeling doet er verstandig aan zich te realiseren dat de door Peet gesignaleerde belangentegenstellingen van meet af aan waren ingebakken in het hele reconstructieproces. Anders gezegd, ook twintig jaar geleden lag baby Midden- Delfland al ingezwachteld in de dilemma's. Stond immers aan het prille begin nog de blijde verwondering ove r het bestaan van een zo onge schonden landelijk gebied op de drempel van de opdringende steden, en koppelde zich daaraan het verlangen dit zo te houden, al dra ontstond de overtuiging dat het gebied meer functies intensiever kon en moest vervull en dan in de bestaande t oestand mogelijk was. Het uitwerken van deze gedachten tot de conceptie van de groene buffer gaf, onbedoeld maar t och onrniskenbaa~, a ls neveneffect de indruk dat er een erfenis te verdelen viel• Dit uitte
Ho~yweg/Bre eweg
te kening
Pau ~
Wes t erdijk
zich in het op tafel leggen door diverse belangengroeperingen van hun specifieke wensen, meer of minder hard gemaakt als eisen. Om de bel angrijkste te noemen: de recreatiesector legde de claim op 2000 ha voor de dagrecreatie in te richten gebied: bossen, speelweiden, plassen, fie t s - en wandelpaden; de verkeerslobby drong aan op de aanleg van rijksweg 19; de tuinbouw vroeg uitbreiding van het kassenareaal; de in oppervlakte terug te dringen weidebouw vroeg verkaveling, ont-
%) Midden-De~fkrant 35, maart 1986, Gerard Peet : 'Reconstructiecommissie Midden-De~fwnd : Wat staat de MiddenDe~f~and Vereniging nog te. doen? '
watering, ontsluiting en nieuwbouw van boerderijen; de waterschappen een betere waterafvoer en ve rzwaring van wa terke ringen.
Om nog maar te zwijgen van de gemeenten die best wilden meewerken a ls ze eerst nog wat mochten uitbreiden .. Het valt niet te verwonderen dat de sector "natuur en lands chap ", die tot op zekere hoogte de initiator van de conserveringsgedachte mocht heten, zich wat onwennig bij dit gezelschap voegde: de indruk dat elke groepering voor zich probeerde he t gouden ei uit de k ip te peuteren gaf inderdaad wel enige reden tot twijfel aan de overlevingskansen van het dier. Toch kon ook deze sector uiteindelijk weinig anders doen dan z i ch te werpen in de strijd om de hectaren en de middelen: wa t meer reservaat hier, wat minder ontwate ~ ring daar, wat beperkingen ginder. Tot zover deze wat ruwe en opzettelijk aangescherpte schets van de sectorale belangenstrijd in MiddenDelfland. Het is nodig dit beeld voor ogen te hebben om te voorkomen dat men in aangename doch vruchteloze dromerij blijft steken. Tevens als tegengas tegen de graag verbreide mening dat een stelletje wijze lieden, de Reconstructie- · commissie, met vaardige hand alle plooien glad strijkt en compromissen weet te vinden waarbij iedereen wel vaart. Het zou leuk zijn als dit mogelijk was, maar niets is minder waar en dat valt gemakkelijk in te zien. Het is nu eenmaal niet te vermijden dat waar recreatie komt de landbouw moet wijken, waar kassen komen openheid verloren gaat, waar
6 elfde jaargang nr. 1/ 2, mei 1987
peilen worden verlaagd de vegetatie verandert, waar een plas wordt gegraven geen vogel meer zal broeden, waar een autosnelweg komt straks oog en oor zal worden gekwetst . Hooguit kan men trachten sommige nadelige effecten met tegenmaatregelen af te zwakken en dit gebeurt dan ook. Geluidswallen langs een autobaan, verkeerswerende maat-· regelen op landelijke wegen, het aanwijzen van verkeersgebieden, het toepassen van de z.g. saldo-regeling voor natuurwaarden, maar men make zich geen overdreven voorstelling van de resultaten daarvan·. Als, om een enkel actueel voorbeeld te noemen straks beslist moet worden over een verzwaring van de oostelijke kade uan de Vlaardinger Vaart, een waterstaatkundige must, dan is de aantasting van dit landschappelijk fraaie geheel onvermijdelijk. Wanneer zich vervolgens de tweede belangengroep presenteert en in combinatie een behoorlijk gedimensioneerd provinciaal fietspad vraagt, dan is de inbraak in deze landschappelijke porseleinkast vrijwel compleet. Natuurlijk wordt dan wel alles in het werk gesteld het resultaat zo aangenaam mogelijk te maken, maar veel van de bestaande charme zal onher~oepelijk verloren gaan. Mag men hier een tr aan om laten, wetend dat het toch niet kan blijven zoals het is? Kortom, het reconstructieproces houdt nu eenmaal vaak in dat het één wordt geofferd om het andere mogelijk te maken. Uitgaande van de doelstellingen van de bufferzoneinrichting valt ook moeilijk in te zien hoe het anders zou kunnen. Tevens houdt he t de verklaring in van het door Peet terecht gesignaleerde touwtrekken in de Reconstructiecommissie. Men zou deze commissie kunnen zien als een forum waarbinnen de sectorale machtsverhoudingen geleidelijk uitkristalliseren tot een, desalniettemin, zo gunstig mogelijk totaal-resultaat. Het eindoordeel van hogere bestuurlijke colleges verandert daar niet zo veel aan. Deze functioneren tenslotte volgens dezelfde ·principes. Men zou wellicht verwachten dat met het vaststellen van het Reconstructieprogramma, al weer een paar jaar geleden, een punt zou zijn gezet achter het geharrewar. Dat programma bracht immers ruimtelijk-functionele scheidingen aan, het verdeelde de koek als he t ware. Toch is dat een onjuiste verwachting, om meerdere redenen. In de eerste plaats omdat het programma globaal, en min of meer flexibel is . De sterk gewijzigde besluitvorming over de Foppenpolder getuigt daarvan. In de tweede plaats omdat nog niet uitgevoerde plannen aan veroudering leiden. Ze moeten dus geleidelijk
worden afgeschreven en de afgeschreven onderdelen moe ten word e n
·vervangen door bijdetijds e herzieningen. Daarbij moet niet alleen worden ingespeeld op van buiten· komende invloeden, die ni euwe randvoorwaarden aan de pl anontwikkeling stellen, maar ook interne inzichten en doelstellingen kunnen zich wijzigen. Een voorbeeld van het eerstbedoelde is het risico dat een Blankenburg-tunneltracé alsnog in deelplan Lickebaert zou moeten worden verwerkt. Een voorbeeld van het tweede de hernieuwde discussie over de wenselijkeheid van agrarische peilverlaging in de veenweidegebieden. Er valt een derde punt te noemen dat nog in een laat stadium invloed kan hebben op de houdbaarheid van een plan, namelijk de financieel bestuurlijke haalbaarheid. Veelal komt deze pas scherp in zicht als de uitvoering van concrete plannen aan de orde is. Een zijdelings voorbeeld daar van is de lopende discussie over de noodzaak tot commercialisering van bepaalde recreatieve voorzieningen. Er verschijnt dan een nieuwe partij, de toekomstige exploitant, die beleefd wordt verzocht er zijn geld in te steken en die dat zeke r niet zal doen zonder van zijn kant eisen te stellen. Uit het voo rgaande mag duidelijk zijn dat, hoewel met het vorderen van de plannen de belangenstrijd binnen Midden-Delfland zeker zal afzwakken, deze uiteindelijk zal voortduren totdat het gehle project is uitgevoerd. Hier valt tevens de conclusie aan te verbinden dat er voor een vertegenwoordiger van de Midden- Delfland Vereniging voo rl opig genoeg zaken overblijven om zich met recht en reden druk over te maken. Dat deze vertegenwoordiger rekening moet houden met een veelsoortige achterban, hetgeen niet altijd zonder problemen zal zijn, ervaar ik toch overtuigend als een stimulans bij dit ~erk. Dez e veelsoortigheid van belangen in eigen boezem biedt deze vertegenwoordiger ~e mogelijkheid zi ch in te zetten voor een zo evenwichtig mogelijke planontwikkeling, daarin bijgestaan door een voortdurende discussie in eigen kring. Daarbij is het mogelijk en ook noodzakeli jk om zonder camouflage te laten zien welke voordelen voor de ene partij offers vr agen van de andere en hoe daarbij de afweging tot stand komt. Dat hierbij soms enige illusies verloren zullen gaan mag uit het voorgaande duidelijk zijn geworden .
D. van den Bosch
Midden-Delfkrant Vogels
~n Midden-Delfland~
zestig jaar geleden
De weidevogels Alleen de oudst~n onder ons kunnen nog wat weten van het rijke vogelleven rond 1925 . in Delfland. Als zij toen tenminste naar vogels gekeken hebben en dat deden er niet veel. Ik ga er wat van opschrijven. Het was allemaal zo anders dan nu. Hoge, oude iepen bij de boerderijen, grote boomgaarden, en veel meer riet aan het water. Ook de mensen waren anders, rustiger, zonder de machines van t~genwoordig. Op de smalle wegen zag je paardewagens, voetgangers, en een enkele fiets, geen auto's. In dat landschap en bij die mensen hadden de vogels het goed. In onze polders, toen veel natter dan nu, broedden elk voorjaar volop kiewieten, marels en tuilen. Zo werden zij door de boeren genoemd, ze heten nu kievit, grutto en tureluur . Vooral onder Maasland en in de Zouteveen maakte ik ze mee. Nu ik daarover schrijf, zal ik zo goed als niets overnemen uit de overmaat van goede vogelboeken, die er nu is en die iedereen wel kent. Wat ik zelf beleefde ga ik vertellen. Elk jaar kr eeg de Koningin het eerste kievitsei, dat kwam in de courant en het sprak tot de verbeelding. De boeren en hun knechts zochten bij ons die eie~en nooit, daar hadden ze geen tijd voor. Toen ik twaalf jaar was heb ik in april weken lang met een schoolvriend elke morgen een uur of langer gezocht, zonder wat te vinden. Dan liepen daar, o pijnlijk gebeuren ! Vlaardingers, die in De Put, dat was de Aalkeet Buiten Polder, en in de Zouteveen tot ons
Kievit op nest
7
De auteur van nevenstaand artikel, Teun van der Kooij, werd in 1901 in Maasland geboren . Vanaf zijn jeugd heeft hij al interesse voor vogels. Jarenlang maakte hij aantekeningen over zijn vogelwaarnemingen . Aan de hand van deze aantekeningen schreef hij een serie artikelen speciaal voor de Midden- Delfkrant. Hierbij het eerste: over weidevogels in Midden- Delfland rond 1925. Jonge kieviten
verdriet alles afzochten. Zij vertelden ons dat ze al een paar . nesten met kievitseieren gevonden hadden. Wij kijken er zeker doorheen, of er overheen, zeiden mijn vriend en ik tegen elkaar. De eieren moesten er ongeveer uit zien als het zacht groene, ook nog wat bruinachtige gras, nee, WLJ zagen ze niet. Totdat, eensklaps, daar voor ons die drie eieren lagen, waarvan ik de vondst mij nog altijd als een heel gelukkig moment uit mijn leven herinner. Op de veiling aan het Huis ter Lucht kregen wij een dubbeltje per stuk, een hele prijs in die tijd, van een Vlaardingse groenteboer die er onder de rijke lui kopers voor had . . Kievitseieren zoeken was een sport. Ik heb het veel gedaan, en t och maar matig geleerd, al heb ik later wel eens vier nesten op een middag gevonden. De kneep zit in het herkennen van mannetje en wijfje,
met hun onderlinge signalen en gedrag. De eieren liggen open en bloot, maar vallen helemaal niet op. Jaap van den Berg, zoon van de koeienkoopman Kees van den Berg in Haas sluis, was een volleerd zoeker. Hij wist het van de Friezen, elke week kwam hij met zijn vader op de veemarkt in Leeuwarden, en hij was spaarzaam in het aan anderen vertellen hoe hij het deed. Op een middag kwam hij in een polder, waar een paar jongens alle stukken land al hadden afgelopen zonder wat te vinden. "Zo, jullie hebben het voor mij verknoeid, "zei Jaap. " Nee, er liggen geen eieren" zeiden de jongens. Jaap liet ze mee gaan naar een hek aan de rand van de polder, daar gingen zij plat op de grond zitten, De . kieviten werden weer rustiger, en na een hele tijd zei Jaap: "Vóór de molensloot ligt een nest met drie eieren, ove r de molensloo t liggen twee nesten met elk twee eieren". Zij gingen er heen, Jaap wees de nesten aan en stak de eieren onder zijn pet. Dat was
8 elfde jaargang nr. 1/2, mei 1987 Hoewel, je moet het maar treffen. In april 1950 had het al dagen lang geregend, op een middag werd het mooi weer en i k stelde mijn oudste dochter die mijn secretaresse was, voor om 1n de polder kievitseieren te gaan zoeken. Wij kwamen daar, en hadden ze voor het oprapen. Door het slechte weer waren de Vlaardingse zoekers, onze concurrenten, al een week lang weggebleven, en de kieviten hadden in het kletsnatte weiland extra voorzieningen getroffen. Van de ruigemest op een wat verder gelegen stuk land hadden ze flink wat strootjes gehaald en die onder de eieren gelegd om ze droog te houden. De nesten lagen nu hoog boven het nog korte kras, en waren gauw te · zien. Nu heb ik het nog maar over één vogel gehad, de kievit. Maar die mag, als het oyer onze weidevogels gaat, wel als eerste genoemd worden en veel aandacht krijgen. Over de volgende vogels zal ik korter moeten zijn, er komt nog heel wat ..... .
Grutto veiliger dan in z~Jn zak;. ik heb weleens een uur gefietst met vier eieren onder mijn pet. Een sterk verhaal, maar het kan waar geweest zijn. Als je plat tegen zo'n hek ging zitten scheen je voor de kieviten gewoon weg te wezen, ze worden rustig, het wijfje loopt voorzichtig terug naar het nest, het mannetje maakt al buitelend en roepend rondvluchten. Het scherpe, geoefende oog van de kenner, en dat was Jaap, weet dan in het ruime veld de plek van het nest tamelijk goed te lokaliseren. Aan het gedrag van de vogels schijnt gezien te kunnen worden of het om een beginnend, dan wel om een gevorderd legsel gaat. Ik hield van de polder, het kon er zo mooi zijn. Op een vroege morgen, ruim voor schooltijd, het kan in april 1914 geweest zijn, ging ik met een vriend van de Mulo de polder in. Het had zwaar gedauwd, misschien wat licht gevroren, het jonge gras was zacht wit met een mooie schittering door de opgekomen, nog laag staande zon. Daar zagen wij ineens, honderd of tweehonderd meter voor ons uit, een grote, ster-vormige tekening van wat donkerder strepen in het zachtwitte gras. In het midden van de ster lag een kievitsnest met twee eieren. Het wijfje had heen en weer· gelopen, telkens terug naar het nest, door haar stapjes vielen de dauwdruppels van de grassprieten af en zo had ze strepen getrokken. Een duidelijker aanwijzing van de plaats van een kievitsnest heb ik nooit gehad.
De ruime velden in onze polders werden elk voorjaar allereerst opgevrolijkt door de kieviten, maar even goed door de grutto's en de tureluurs. De kievit met zijn korte poten liep niet in lang gras, hij hield van wat de boeren slecht land noemden, 'apenland' heb ik wel horen zeggen. De grutto, hoog op de poten, had in lang gras geen moeite. Je zag ze overal en ze roepen de hele dag. Mooier nog en pleizieriger vond ik de tureluur met zijn lichtere kleuren en een heel welluidende fluittoon, soms wat trillend en wat angstig aandoend als de vogel gevaar duchtte. Naar mijn schatting waren er rond 1920 in onze polders evenveel kieviten als nu, wat meer grutto's, , en veel meer tureluurs. De grutto's broedden vooral op de Vlietlanden in groot aantal, andere vogels waren daar ook veel meer dan nu, en de prachtige waterplanten van toen zijn nu zo goed als geheel verdwenen. Als ik daar op voorjaars-
Tureluur
dagen kwam huurde ik .een roeibootje bij Piet Zonneveld, de machinist van de Broekpolder, op het gemaal dat nog altijd de Stenen Molen heette. Op een keer had ik een fototoestel bij mij. "Als je nou een mooie foto van de grutto's wil maken, neem dan een jong poesje van me mee naar het Vlietland, dat beestje doet daar geen kwaad, maar al de grutto's komen om je heen", zei Piet. Ik heb zijn poesje niet meegenomen, maar het tafereel dat hij mij wilde bezorgen kende ik. In het hooiland in De Put had ik al eens een heel stel grutto's gezien, fel schreeuwend en al maar stijgend en dalend boven één punt. Daar zat een wezel, de grutto's moesten daar niets van hebben en waren in alle staten van irritatie. Van de tureluurs werd door de zoekers van kievitseieren verteld, dat ze graag nestelden vlak bij een kievitsnest, de kievitten waren erg waakzaam en de tureluurs wisten zich zo beschermd. Zelf heb ik het maar een enkele keer meegemaakt, maar ik kan me best voor stellen dat het meer voorkwam. Wij noemden de drie weidevogels die elke boer kende, maar er waren ook andere, en die vooral moeten aan de vergetelheid ontrukt worden. Elk voorjaar kon ik de boeiende steekspelpartijen van de kemphanen zien, maar dan moest je wel weten waar je wezen moest. Dat was niet moeilijk, want zo'n acht of tien mannetjes kwamen elk jaar op precies dezelfde plaats bij elkaar om te dingen naar de gunst van een wijfje. Met opgezette kragen in de meest uiteenlopende kleuren, de gestrekte, vrij lange snavels vooruit gestoken, liepen ze op elkaar in maar ze raakten of pikten elkaar nooit, het was één grote schijnvertoning. Zo'n tournooiplaats, met al plat getrapt gras op weinig meer dan tien bij vier meter lag aan een brede sloot in het Vlietland tegenover de Stenen Molen. Dikwijls heb ik daar in een ~oeibootje op weinig passen
Midden-Delfkrant afstand een half uur en langer naar het spel zitten k ij ken. De kemphanen gaven daa r niets om, hun ging het om een wijfje en die drift beheerste al le s . Zo'n wijfje liep er wel eens bij, schijnbaar ongeÏnteresseerd , maar soms stapte een mannetje op haar af en dan ve rdwenen ze samen ergens in de buurt. De andere mannetjes gingen dan gewoon door met hun spel. Van tijd tot tijd streek een aanvl i egend mannetje bij de groep neer, dan gingen ze allemaal ineens re cht overeind in de houding staan met nog wijde r uitgezette kraag, alsof ze klaar waren voor een vreselijke vijand die hen kwam bedrei gen. Zeldzaam romantische taferelen gaf dat. De kemphennetjes broedden op het Vlie tland, met vier eieren in het goed vers t opte nest. Toch kon i k eens heel gemakkel ijk zien waar zo'n nest lag . Het hennetje kon zich ve r veeld hebben me t een paar weken stil zitten, het was wat aan het schikken en ombuigen van de grassprieten binnen haar snavelbereik gaan doen. Op heel wat meters afstand zag ik in het gelijkmatige · gras een wat vlakker plekje, en toen ik ging kijken vloog het hennetje op; ze kon gauw weer terugkomen. Ook in De Put, op een achthond I) van het land van mijn vader over de rnolensloot, heb ik enkele kernpende haantjes met hun prachtige kragen wel eens gezien. De maaiers heb ik ook daarvan horen vertellen. Het is allemaal voorbij. In de tijd waarover ik schrijf zijn er vrij zeker meer geweest dan ik gezien heb, ik kwam ook niet overal tegelijk. De vroegere Meer in de Zouteveèn kan ook wel wat voor de kemphanen geweest zijn, ook toen het daar langzamerhand droog geworden was. Wil misschien de lezer die vroeger kemphanen heeft meegemaakt of er van gehoord heeft dat berichten aan de redactie van dit blad? Veel geheimzinniger was de watersnip, een vreemde vogel. Als je in de herfst in het land liep kon je schrikken: met een rauwe schreeuw
9
v loog onverwacht vlak voor je een vogel op: zigzaggend in zijn vluch t , en die had je tevoren helemaal niet gezien. De snippen waren dan op de trek, in het we iland zaten ze gr aag bij een molshoop of bij een hoop die een koe had gedaan. I n het voorjaar klonk een enkele keer hoog in de lucht een vreemd, trillend geluid, moeilijk te omschrijven. Het had i e ts weg van het bla ten van een geitje, maar klonk meer mod ieus, het had ook iets aanzwellendP·Dat geluid werd v oortgebracht door he t mannetje van de watersnip. Op zijn baltsvlucht schiet hij van grote hoogte schuin omlaag, de sterke staartveren ges preid, de half gesloten vleugels komen in trilling en zo ontstaat de zoemtoon, een heel apart geluid. Mechanisch ontstaan, niet door keelzang, zoals op een heel andere rnanier de specht met zijn roffel aan een dode tak zich in de bossen laat horen. In andere delen,- ook moerassig genoeg, van ons land heb ik het geluid van de watersnip gehoord, één voorjaar klonk het in mijn tijd boven de Vlietlanden. Ik reken de watersnip dan ook tot de vroegere broedvogels van Delfland, al was het een heel zeldzame. De laatste jaren stellen enkele waarnemers een lijst van de broedvogels van de Vlietlanden op, en toen ik daarop eens het getal zes voor het aantal broedende watersnippen zag staan had ik ernstige twijfels. Niet dat ik de Vlietlanden te klein of te droog voor de watersnippen zou vinden, maar hoe bepaal je het aantal? Het tellen van broedvogels gebeurt meestal door de zingende mannetjes .te noteren, soms door het vinden van nesten. Van de watersnip is er in de broedtijd geen ander geluid dan het blaten van het mannetje hoog in de lucht, ik zou niet weten hoe je er achter komt of je niet telkens dezelfde hoort. Het tellen van de nesten is, nog afgedacht van andere bezwaren, niet mogelijk, want je vindt ze niet. In de Gelderse Vallei, in de buurt
Watersnip van Veenendaal, zag ik eens een . watersnip loodrecht uit de lucht vallen en in het gras verdwijnen. Op de ·plek waar de ·vogel neerkwam lag een nest met vier eieren, maar zo'n vondst is puur toeval. Meer dan in het voorjaar is de watersnip overigens bekend in het najaar, vooral bij de jagers. Sterke verhalen kunnen zij vertellen, maar die sla ik over. De meest vreemde van onze vroegere weidevogels komt nu aan de beurt, de kwartelkoning. Die verdient een afzonderlijk verhaal. l) Een hond is een oppervlaktemaat.
Teun van der Kooij
Broedend Kemphennetje
De iZZustraties bij dit artikel z~Jn afkomstig uit de Verkade ' s Albums ' Zomer ' door Jac . P. Thijsse (19 07) , 'De bonte wei' door Jac . P. Thijsse (1911) en 'De boerderij' door H.E . Kuylman (1936) .
10 elfde jaargang nr. 1/2 ,
Vogelverslag Vogelwacht ·Delft e.o.
Onlangs is het vogelverslag van de Vogelwacht Delft e . o. over de jaren 1985 en 1986 uitgebracht. Naas t overzichten van de jaarlijks geÏnventariseerde gebieden in en om de stad, is er veel aandacht geweest voor de weidevogels. Zo is in 1985 een groot aantal weidegebieden rondom Delft op broedvogels geïnventariseerd. De resultaten hiervan wezen uit, dat soorten als zomertaling, gele kwikstaart, kemphaan en watersnip geheel of bijna geheel als broedvogel zijn verdwenen. Grutto, tureluur en slobeend bleken in aantal afgenomen te zijn, vergeleken met tellingen die tien jaar geleden in dezelfde gebieden zijn verricht. Van een toename was sprake bij kuifeend, scholekster en kievit. Een verdere achteruitgang van deze soorten wordt gevreesd als gevolg van huizenbouw, aanleg van bossen en recreatiegebieden. Voora l de aanleg van de sterk omst reden Rijksweg 19
dwars door het hart van Midden- Delfland zal ernstige gevolgen hebben voor de weidevogelstand. Zo wo rdt van de grutto een achteruitgang van 70%, en van de tureluur een achteruitgang van 60% verwacht, als deze weg daadwerkelijk aangelegd wo rdt. In 1935 is speciale aandacht geschonken aan gier- en huiszwaluwen in Delft en de polders ten zuiden ervan. In de winters van 1985 en 1986 zijn regelmatig tellingen van watervogels in de Vliet uitgevoerd. Tenslotte is een lijst toegevoegd van overige waarnemingen, die door de verschillende waarnemers zijn gedaan. Het verslag is te bestellen door overmaking van f 8, -- op giro 2849770 ten name van F. van Hoorn, Ternatestraat 61 te Delft.
Gerard Dumay
Rijksweg 19: Uitspraak Reconstructieconunissie over.geluidhinder
Op 25 maart j.l. vergaderde de Reconstructiecommissie weer over Rijksweg 19. Dit keer vormden de geluidweringsvoorstellen van het Rijk het onderwerp . Zoals bekend heeft minister SmitKroes aan de Tweede Kamer, de Provincie en de Reconstructiecomm~ss~e gegarandeerd, dat Rijksweg 19 op 250 maan wee rszijden van de weg niet meer dan 40 decibel (een vrij laag geluidniveau) zou mogen geven, met wallen van maximaal 3.30 m. De Reconstructiecommissie heeft op 25 maart uitgesproken, dat met de toen gepresenteerde geluidweringsvoorstellen de garantie niet wordt gehaald . Rijkswaterstaat zou zijn huiswerk maar over moeten doen. Het argument van de Reconstructiecommissie was, dat volgens haar Rijkswaterstaat zich rijk rekende:
ten onrechte trok men vijf decibel af bij de geluidberekeningen. Weliswaar is dit toegestaan volgens de Wet Geluidhinder, maar deze bepaling is destijds in de wet opgenomen omdat men toen ( 1979) . •·wachtte dat het verkeer 'stiller' zou worden. Het blijkt, uit onderzoek, dat dit niet klopt met de actuele feiten. En daar baseert de Reconstructiecommissie zich op. Trouwens niet alleen de Reconstructiecommissie, maar ook de provincie. De streekkranten hebben niets over dit belangrijke besluit geschreven. Goed daarom dat er een Midden-Delfkrant is.
H.T.
me~
198 7
Rijksweg · 19: de vogels worden tureluurs Niet alleen wat betreft de geluidhinder en de luchtverontreiniging door Rijksweg 19 heeft Rijkswaterstaat (RWS) in het verleden een veel te 'rooskleurig' beeld gesc hetst . Dat geldt ook voor de effecten van de weg op de vogelstand (weidevogels, wintergasten, vogels van de eendenkooi) in Midden-Delfland. RWS beweerde, dat er uiteindelijk geen nadelig effect zou optreden op de weidevogels. Verder werden de twee andere groepen vogels niet eens genoemd, waardoor een lezer makkelijk zou kunnen gaan denken, dat er in deze groepen geen schade zou worden aangericht. De Werkgroep Stop Rijksweg 19 heeft samen met de Vogelwacht Delft een rapport opges teld over de gevol gen van Rw 19 voor de vogelstand. De conclusies zijn gebaseerd op I) vogeltellingen van de laatste jaren en op 2) onderzoeken naar de verstoring van vogels door wegen. Deze beide onderzoeken zijn door RWS geheel of grotendeels genegeerd.
U kunt het rapport "RW 19 en de vogels" bestellen door overmaking van f 3,25 op girorekening 2539987 t.n.v. H.Tetteroo, van der Lelyst r aat 11 part., 2614 ECDELFT onder vermelding van titel van het rapport. De postzegelkosten zitten al in die f 3,25. Naschrift: Naar aanleiding van het hierboven genoemde rapport vroeg de Werkgroep Stop Rijksweg 19 aan Rijkswaterstaat o.a.: het (de) onderzoek(en) bekend te maken waarop men zich baseerde, toen men zijn 'rooskleurige' verwach ting uitsprak; waarom RWS de hierboven genoemde tellingen en andere onderzoeken - kennelijk - niet in zijn oordeel had betrokken; te reageren op de conclusies van het rapport. Dat was 24 februari j.l., 23 april hebben we dit verzoek herhaald. Maar Rijkswaterstaat zwijgt, in alle talen ••.
H.T.
11
Midden-Delfkrant
middelen aangeboord moeten worden. De plannenmakers hebben door hun steun aan een drietal cultuurhis torische inventarisaties in Midden-Delfland (archeolog ie, boerderijen, waterstaatkundige elementen) erkent, dat deze erfstukken uit het verleden van de streek voor de toekomstige bewoners en bezoekers aantrekkelijke informanten zijn van het leven en werken in vroeger tijden.
Een bijzonder onderbernalingsmolentje De Werkgroep Historie en Landschap vertrouwt erop, dat de cultuurhistorische waarden van Midden-Delfland ook na de reconstructiewerkzaamheden nog een herkenbaar bestanddeel vormen van het cultuur-
landschap in het gebied. Omdat particulieren lang niet altijd in staat zullen zijn om de restauratie en het onderhoud van bepaalde historische objec t en te verzorgen, zullen hiervoor ook elders financiële
1 0 üJiliddenEIJ_el[laiLd JAAR
·
CVeren1g1ng ·
Bij de afweging welke objecten in ieder geval behouden dienen te worden, verliest men nog wel eens de kleine cultuurhistorische elementen uit het oog. Eén z'n element staat momenteel te vergaan aan de Woudweg, niet ver van de Breeweg (onder Vlaardingen). Het is het laatste onderbemalingsmolentje in MiddenDelfland, waarvan de wieken en het staartblad nog van hout zijn (of beter waren, want het molentje heeft inmiddels nog maar één wiekblad over). Volgens de bouwer van het windwa t ermolentje, de firma Hertog in Moerkapelle, is dit wa terstaatkundi g object mogelijk al zo'n 50 jaar oud. Wanneer het molentje, dat op een goed zichtbare plaats staat, kan worden gerestaureerd, behoudt Midden- Delfland één van de getuigen die in het oude landschap de waterhuishouding verzorgden.
Jacques Moerman
Anekdotes Z1Jn welkom, verhalen in de ik-vorm, diepgravende verhalen en luchtige vertellingen . D~ kwaliteit van de inhoud zal tellen en niet de uiterlijke vorm. Ook met betrekking tot de gedichten geldt dat de vorm vrij is. Limericks zijn welkom, maar ook sonnetten, rijmelarijen of haiku's. De kwalitei t van de inhoud telt ook hier.
Schrijfwedstrijd Schrijf zelf een verhaal of gedicht over Midden-Delfland Dit najaar verschijnt een extra dik lustrum-nummer van de Midden-Delfkrant met daarin o.a. de uitslag van de elders in dit nummer aangekondigde fotowedstrijd. In dat nummer ook weer een aflevering van ons 'culturele magazine' Delflands Diep. Daarvoor willen we wederom de hulp van onze lezers en ook van anderen uit Midden- Delfland inroepen.
Er zal in de loop van dit jaar een deskundige jury worden ingesteld die de inzendingen zal beoordelen. De beste verhalen en gedichten zullen in Delflands Diep gepubliceerd worden.
De redactie schrijft een schrijfwedstrijd uit waarvoor deelnemers - verhalen kunnen schrijven, of - gedichten.
Het gaat om korte verhalen, zo ongeveer !000 woorden lang, ofwel ongeveer 2! bladzijde A4 getyp t. Ove r de vorm geen voorwaarden.
Het onderwerp is vr1J, maar het moet duidelijk iets met het gebied Midden-Delfland te maken hebben ..
- Iedereen kan meedoen. - Voor alle inzendingen geldt dat de schrijver/schrijfster zich door het inzenden automatisch akkoord verklaart met eventuele plaatsing ervan in de Midden-Delfkrant/Delflands Diep. - Inzendingen dienen binnen te zijn vóór I september !987. - Inzenden aan: Redactie Midden-Delfkrant p/a A. Olsthoorn, Oostveenseweg 6, 2636 ED Schipluiden. - Over de uitslag van de wedstrijd en de beoordelingen wordt niet gecorrespondeerd. - De prijswinnaars ontvangen een cadeaubon. Zegt het voort! Iedereen kan meedoen. ·
12 e lfde jaargang nr. 1/2, mei 1987
10 üJ!liddenWelJlafLd JAAR
13
CVereniging
Lustrum- aanbieding De hiernaast afgebeelde, schitterende kaart van Midden-Delfland is ter gelegenheid van het tweede lustrum van de Midden-Delfland Vereniging in de aanbieding! In plaats van f 15, - -, betaalt u nu slechts f 10, -- per stuk (mits afgehaald) . Het middengedeelte van de wandplaat bestaat uit een gedetailleerde topografische kaart, schaal 1:25000; daar omheen een krans van prachtige aquarellen, geschilderd door Gijs van den Burg uit Vlaardingen, en voorzien van informatieve beschrijvingen. Een en ander is uitgevoerd in vierkleurendruk. Het formaat is 65 x 85 cm. Uitgave: Lionsclub Vlaardingen; een gedeelte van de opbrengst komt ten goeàe aan de Stichting Redt de Kinderen ten behoeve van het vaccinatieprogramma in Boven Volta.
De kaart kan worden afgehaald (bij voorkeur na telefon i sche afspraak) bij: J.W . Moerman, Westlander 5, Schipluiden, tel. (01738) 93 89 of F.H . Assenberg, Riouwlaan 63, Vlaardingen, tel. (OIO) 4 34 28 96. U kunt de kaart ook per giro of . telefonisch bestellen. U betaalt dan f 15, -- (!10, -- + f 5,-- bezorg- of verzendkas ten). Telefonisch bestellen : Uitsluitend (OIO) 4 74 25 98 (' s avonds) . Betellen per giro: maak f 15,-- over op girorekening 3928463, ten name van de MiddenDelfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'Midden- Delflandkaart'. Binnen de regio wordt de kaart dan bij u thuisbezorgd, bu i ten de reg i o krijgt u de kaart toegezonde~ in een stevige kartonnen koker.
Zomeravondconcerten se~zoen 1987
In de mooie kerk van 't Woudt worden ook deze zomer weer zaterdagavondconcerten gegeven. Aanvang 20.00 uur. Het slotconcert van deze serie, op zaterdag 19 september vindt plaats in samenwerking met de Midden- Delfland Vereniging, ter gelegenheid van het JO - jarig bestaan van de vereniging. U kunt hiervoor kaarten bestellen tegen een gereduceerd tarief. In de volgende Midden-Delfkrant hierover nadere informatie. Voor de overige concerten geldt een toegangsprijs van f 5,~ - (tot 18 jaar f 3, -- ).
6 juni
Hanneke Kaasschieter, sopraan Albert Moerman, orge l
4 juli
Raymond Delnoye, fluit Gerard Dekker, orgel/ clavecymbel
I augustus
Albert de Klerk, orgel
29 augustus
Lucie van Oortmerssen, fluit Albert Moerman, orgel/ clavecymbel
19 augustus
Cappella Traiec t ina, koor Albe rt Moerman, orgel
~n
Van de heer C. van Dijk ontvingen wij een brief over het gebruik van het toekomstige watergebied in de Foppen• polder : 'Ik pleit er voor dat in het polderplasje geen schepen met draaiende motor mogen varen. Maar ook dat daar geen beroepsvisser enig recht krijgt, zodat de bevissing exclusief voor de hengelaars blijft gereserveerd. Dat komt hun wel toe ter compensatie voor de hinder die zij ondervinden van varende schepen'.
C. van
Dijk~
Vlaardingen
' t
Deze concer t en worden georganiseerd door de 'Orgelcommissie ' t Woudt', p/a 't Woudt 23 (kosterij) 2636 DH Schipluiden telefoon (01738) 84 27
't Woudt
Foppenpl as
of Schouw 55 2636 DH Schipluiden telefoon (01738) 96 53
1 0 c/11iddenEDelJJaqd JAAR
14
CVereniging
elfde jaargang nr. I /2 , mei 1987
Fotowedstrijd
'Midden-Delfland in beeld'
te zenden verklaart men zich akkoord met eventuele publicatie in de Midden- Delfkrant. Foto's en dia's worden aan u geretourneerd vóór 15 oktober 1987. tentoonstelling Bij voldoende deelname zal er (van een selectie) van de foto 's in de maand september een t entoonstelling worden georganiseerd, ergens in Midden- Delf land. terugzending Gebruik bij voorkeur een s t evige verpakking die ook voor terugzending gebruikt kan worden. U dient vol doende ret ourporto bij te sluiten . beoordeling Beoordeling vindt plaats door een deskundige jury. Over de uitslag van de wedstrijd is geen correspondentie mogelijk . Prijswinnaars ontvangen een cadeaubon.
Midden- Delfland is fotogeniek. Er zijn tal van mooie plekjes, unieke vergezichten, pittoreske weggetjes en karakteristieke boerderijen. Er doen z ich talloze situaties voor die de _moeite waard zijn om op de gevoelige plaat vast te leggen. Daarom organiseert de Midden- Delfland Vereniging ter gelegenheid van het JO- jarig bestaan een fotowedstrijd. Onder het motto 'Midden- Delfland in beeld' kunt u t/m 31 augustus 1987 foto's of dia's inzenden.
inzending de meeste zorg behandeld, maar de vereniging kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor bes·chadiging of verlies. publicatie Foto's en dia's blijven uiteraard eigendom van de inzenders. Door in
Inzenden of afgeven vóór I september 1987 aan: Secretariaat Midden- Delfland Vereniging , Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen of aan Redactie Midden- Delfkrant Oostveenseweg 6, 2636 ED Schipluiden.
Iedereen kan meedoen. De onderwerpkeuze is vrij. Wel moeten de foto's in Midden- De lfland gemaakt zijn en dat moet (zo mogelijk) herkenbaar zijn. aantal U mag maximaal 3 foto's of dia's inzenden (zéér goed verpakt). Er zijn drie categorieën: I. zwart/wit foto's 2. kleurenfoto's 3. dia's. formaat Voor foto's geldt een formaat van 13 x 18 cm t/m 24 x 30 cm. Foto's liefst niet opgeplakt, zeker niet op spaanplaat of multiplex of een ander zwaar materiaal. opschrift Elke foto of dia afzonderlijk moet aan de achterzijde voorzien zijn van uw ·naam en adres en het aantal ingezonden foto's of dia's. aansprakelijkheid Alle ingezonden foto's worden met
ik doe afstand van de lente: je mag de boterbloemen, ja zelfs de paardebloemen, die ik het meest minde, als een wilde bloemenkrans om je hoofd weven ook het uitbundige fluitekruid, de stinkende gouwe, de wilde orchidee, de paarse dovenetel; zijn jou toebedeeld maar neem dan ook het bitterzoet, de hollandse berenklauw, het vingerhoedskruid en de dolle kervel mee, als bloemen van giftige onverschilligheid maar laat het vergeet-mij- nietje staan: als eeuwig uitzaaiend bewijs van mijn liefde voor jou .
M. Basstein
Midden-Delfkrant
15
Zelfpo tre t Jan Heesterman (1890- 1947)
Jan Heesterman In het verleden 1s 1n de Midden-Delfkrant aandacht besteed aan de architect D. Verheul, die in het gebied van Midden-Delfland een groot aantal oude boerderijen, toegangshekken, bruggen en andere uitingen van de bouwkunde heeft vereeuwigd. Dit gebeurde in aquarel of tekening in de jaren rond 1930. In dezelfde tijd en een paar decennia eerder leefde er een kunstschilder in Delft, die eveneens 'de boer op ging' om schilderachtige situaties 1n verf en lijn vast te leggen. Zijn naam was Jan Heesterman. Hij werd gebo ren in 1890 en begon al vroeg te tekenen en te schilderen. Hij leefde in een periode waarin de belangstelling voor deze zaken niet bijzonder groot was. Bovendien was de groep mensen die zich 'kunst' konden permitteren uiterst gering. Het aankopen van schilderslinnen en verf was voor vele schilders dan ook een moeilijke zaak. Ook Heesterman kampte met dit probleem . De meest vreemde middelen werden door hem gebruikt om de resultaten van zijn tekenlust op vast te leggen. Soms was het een stuk
karton, een plaatje triplex, een stevig kalenderblad of zelfs een stuk bruin pakpapier. Door zijn beperkte financiële middelen was hij wel verplicht zuinig om te gaan met verf en linnen. Jan Heesterman kon het evenwel niet laten om oude boerderijen met al hun schilderachtige détails op doek te brengen. Dit had tot resultaat dat er van hem een groot aantal schilderstukjes bekend is die amper groter zijn dan 10 bij 15 cm . In klein bestek schilderde hij landschappen, boerderijen in hun karakteristieke omgeving, met
boomgaard of geriefbosjes met een melkhuis of een karnmolen. Allerlei zaken die hem inspiratie verschaften, werden in kleur gevangen. Behalve boerderijen hadden ook molens zijn speciale aandacht. Uiteraard heeft hij ook in Delft we rk gemaak t; daar woonde hij t enslo tte. Deze stad was een eldorado voor zijn schildersoog. De grachten met de bruggen, de poorten, de hofjes, de torens en de vele oude gevels waren voor hem een nimmer opdrogende bron van inspiratie . Door deze activiteiten was hij niet alleen als kunstenaar belangrijk maar had hij ook verdiensten op het gebied van de topo grafie. Als tegenhanger van de bestaande over ziehtsprent van Delft, gezien van de westzijde, vervaardigde hij een prent van Delft gezien vanaf de oostz ijde. Hij deed dit aan de hand van oude etsen en gravures. Het resultaat was op de realiteit gebaseerd en tevens artistiek volkomen verantwoord. Hierbij demonstreerde Heesterman een staaltje van zelfkennis. Omdat hij zich ervan bewust was dat het t ekenen van personen niet zijn sterkste kant was, liet hij deze détails over aan zijn collega Fred Albers . De voorkeur van Heesterman ging uit naar het platteland. De omgeving van Delft bood hem talloze mogelijkheden. Een groot aantal kleine doekjes en
16 elfde jaargang nr. 1/2, mei 1987 In Delft kwam de waardering pas op gang toen hij gestorven was . Veel van zijn werk werd toen door de kunsthandel opgekocht. Een paar tentoonstellingen op plaatselijk niveau leverde de schilder wat meer bekendheid op. Langzamerhand kwam er vraag naar zijn werk. Scheen's Lexicon zegt over hem : "Johannes Heesterman (Jan), geboren in Delft, 5 juni 1890, overleden in Delft 6 januari 1947, woonde en werkte aldaar. Leerling van H. Schaap. Schilderde, aquarelleerde, tekende (ook pentekeningen) en rnaakte pastels en etsen. Onderwerpen in naturalistische trant, vooral stads en dorpsgezichten, buurtjes, landschappen (maanlandschappen) en stillevens. Werk in het bezit van de gemeente Nootdorp; ook werk in het gemeentearchief te Delft."
panelen van zijn hand is bewa&~d gebleven. Deze kleine formaten werden door hem niet alleen gemaakt om de kosten van verf en linnen binnen de perken te houden. Door deze kleine schilderstukjes probeerde hij opdrachten voor grotere doeken te verwerven. De boeren en buitenlui die naar hem kwamen kijken als hij aan het werk was in hun omgeving, werden vaak opdrachtgevers wanneer ze dit werk in klein bestek zagen. Kwamen ze niet uit eigen beweging kijken, dan meldde Jan Heesterman zichzelf wel aan de opgaklampte deur met een luidruchtig 'volk'. Mogelijk heeft zijn werk niet de exacte precisie in de détails zoals . die door Verheul werd betracht, wat sfeer
betreft behoeft het vaak niet onder te doen voor doeken van bekende meesters. Bijzonder fraai z~Jn de-landschappen van Heesterrnan .die de schemering of de vallende nacht weerg~ven. Ook zijn maanlandschappen behoren tot die categorie. Op een aantal daarvan realiseert hij een uiterst subtiele werking van het licht, waaruit blijkt dat zijn instelling zeer artistiek was en zijn technisch kunnen ver boven de middelmaat reikte. Zoals het gewoonlijk gaat, werd ook deze profeet in eigen land weinig geëerd.
Evenals dat met de hofsteden van Verheul het geval is, zijn vele door Heesterman geschilderde boerderijen later verbouwd of afgebroken. Het zou de moeite waard zijn om alsnog de identiteit vast te leggen van de geschilderde hofsteden en ze te lokaliseren. Dit zal een moeilijke opgave zijn omdat het werk van Heesterman volkomen verspreid is. Toch zijn er enkele verzamelaars die al vroeg speciale aandacht hadden voor de kleine, sfeervolle, stukjes van deze schilder. Misschien is het nog niet te laat om bepaalde gegevens bij elkaar te brengen. Het zou een onderdeel kunnen vormen van de inventarisatie van de oude boerenhofsteden in MiddenDelfland.
Arie OZsthoorrn
Midden-Delfkrant Het. paard en de mus In 1904, toen Jan Heesterman (over wie elders in dit nummer meer) veertien jaar was, maakte hij al veel werk van zijn hobby: tekenen. Vooral het buitenleven en de natuur hadden daarbij Z1Jn aandacht. In de omgeving waar hij woonde, waren een paar stalhouders gevestigd. Dit was voor de jonge Heesterman een geschikte gelegenheid om zich te oefenen in het tekenen van levende wezens, 1n dit geval paarden. In verschillende houdingen worden de dieren op papier tot leven gebracht, gewoonlijk op stal, in de buurt van de voer- of drinkbak. We zien dat Jan Heesterman, hoewel hij nog heel jong was, de dieren goed geobserveerd heeft. De intelligentie en de ve rs chi llende geaardhe id van de dieren komt duidelijk tot uiting. De tekeningen kunnen gezien worden als een demonstratie van het feit, dat paarden altijd een bijzondere band me t de mens hebben gehad en nog hebbe n en dat niet alleen op de boe rderij. Op de achterkant van één van de tekeningen, die op een briefkaart zijn gemaakt, heeft Jan Heesterman een versje geschreven. Het is zo aardig dat we het hierbij willen afdrukken.
Het paa.Pd en de mus 'Paard, uw krib is boordevol En mijn buikje Zeeg en hol; Mag ik ook een hapje of twee?' Hé jawel mus, eet maar mee, Pik maar toe, zoveel je kunt; 't Is je allerbest gegund '. Mus was erg in haar schik, At haar kleine buikje dik En ze dankte voor 't onthaal 't Vriendelijk paard wel duizendmaal . 'Maar vertel eens', sprak ze toen 'Kan ik ook iets voor u doen? Want ik zie, je hebt ver driet En het eten smaakt je niet' . 'Och ', zei 't paard, 'er zitten wel Honderd vliegen op mijn vel; 't Is haast niet om uit te staan, Zoveel pijn doen zij mij aan' . ' 0 ' sprak mus, 'is 't anders niet Ik weet wel raad voor dat verdriet '. Meteen vloog zij op ' t paard zijn kop En hapte al de vliegen op .
J. Heesterman, 1904
17
• • Kop~J Elders in dit nummer van de MiddenDelfkrant wordt eenieder uitgenodigd een verhaal of gedicht te schrijven over Midden- Delfland. Wij doen ook graag een beroep op u om kopij voor de Midden- Delfkrant te Zeveren . Er zijn vast wel zaken die u bezighouden, die u verbazen of zelfs irriteren . Wellicht hebt u ook suggesties voor de krant of voor de vereniging. De MiddenDelfkrant is er voor iedereen om zijn mening naar buiten te brengen. De Midden- Delfkrant is er voor u!
18 elfde jaargang nr. 1/2, mei 1987
N. H. Kerk in Maasland
Leven in Maasland De agrarische productie was in sterke In de reeks HoÜandse Studiën is, als nr. 18, verschenen "Leven in Maasland" mate afhankelijk van de vraag van buiten het dorp. De sterke prijs(Een hoogontwikkelde plattelands stijging die in de behandelde samenleving in de achttiende en het periode optrad bracht grote begin van de negentiende eeuw) door veranderingen in de positie van de D.J. Noo rdam. Het boek telt ongeveer 300 bladzijden en het bevat veel boeren op economisch, financieel en · politiek gebied. In dit deel komt ook afbeeldingen en kaarten. De prijs bedraagt f 42, --. de niet-agrarische beroepsstructuur aan de orde, evenals religieuze en Het boek is te koop bij De Schilpen culturele aspecten van de samenin Maas land en bij de boekhandel in leving. Maass luis en het Westland. In de achttiende en het begin van de negentiende eeuw vonden op het platteland in het westen van Nederland belangrijke veranderingen plaats op economisch en demografisch gebied. Maasland was zowel wat zijn grote bevolkingsaantal als wat zijn gespecialiseerde economische structuur betreft representatief voor vele andere Hollandse dorpen in die periode. Dat blijkt ook uit de vergelijkingen met plattelandssamenlevingen elders in binnen- en buitenland. De ontwikkelingen illustreert Noo rdam met voorbeelden van mensen uit Maasland zelf die zo een plaats krijgen als vertegenwoordigers van hun tijd. In het boek komt allereerst het landschap aan de orde en de beperkte mogelijkheden die mensen hadden het gebruik ervan te beheersen. In het tweede deel worden de ontwikkelingen op economisch geb ied geanalyseerd.
De economische bloei had belangrijke gevolgen voor de demografie, het onderdeel dat in het boek de meeste plaats krijgt. Voor dit onderzoek werden de demografische kenmerken van de bevolking van Maasland in deze periode (in totaal 20.000 mensen) gereconstrueerd. De sterfte bleek hoog te zijn, speciaal onder zuigelingen en kleine kinderen, maar ook onder vrouwen in het kraambed. Deze hoge mortaliteit had sterke invloed op andere aspecten van -demografische aard: de huwelijksleeftijd, de partnerkeuze, het percentage ongehuwden en de vruchtbaarheid. Vanuit beroep, welstand en religie toet.st Noordam het Westeuropese huwelijkspatroon aan dat in Maasland . Daarnaast speelde de migratie een belangrijke rol bij de samenstelling en de omvang van de Maaslandse bevolking. Waar mogelijk wordt aangegeven hoe deze vier factoren (s terfte, huwelijk, vrucht -
baarbeid en migratie) in elkaar grepen en zo het uitgebalanceerde demografische patroon vormden van deze hoogontwikkelde plattelands samenleving . Het boek is van belang voor zowel gein tere sseerden in de lokale geschiedenis als voor historici wier belangstelling meer uitgaat naar algemene ontwikkelingen, omdat hier belangrijke historische v raagstukken geanalyseerd worden aan de hand van een representatieve plattelands samenleving. Het boek is het proefschrift van drs. Dirk Jaap Noo rdam uit Leiden. Hij promoveerde op 15 oktober jl. nadat hij twaalf jaar hieraan had gewerkt. 'Een van de redenen om Maasland te bestuderen en er een boek over te schrijven', aldus de a uteur, 'lag in de omstandigheid dat ikzelf uit het gebied kwam. Dat mijn wortels in het dorp lagen wist ik toen nog niet, maar ontdekte ik tijdens het onderzoek. De allereerste Noordammen zijn afkomstig uit een huis aan het eind van de Westgaag op de hoek van de Maasdijk'. In 'Leven in Maasland' wordt het dorp behandeld met de grenzen die het toen had. Het was niet minder dan 3800 ha groot en omvatte ook delen van de huidige gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schipluiden en De Lier.
19
Midden-Delfkrant Maasland, scherven met een historie In de winter van 1985 op 1986 hebben verschillende mensen op de schaats plekjes bezocht, waar ze normaal gesproken niet zo vaak komen. En als archeologisch geÏnteresseerde kun je ook midden in de wint er dan ineens voor verrassingen komen te staan. In dit stukje willen wij U vertellen van de ogenschijnlijk nietszeggende vondsten van wat eenvoudige scherfjes in bagger langs de Boonervliet in de buurt van het Bommeer, gemeente Maasland. Aan de voet van de kade langs de Boonervliet was namelijk eind 1984 bagger gestort afkomstig uit de vaargeul van de Boonervliet tussen paal 6
gestaan. Onder 'vaargeul' moet hier het water worden verstaan dat het midden van de vliet vormt als er van beide zijden 12,5 m vanaf de palen niet wordt meegerekend. Het water was hier nog maar 1,80m t ot 1,90m diep, soms zelfs 1,70m, terwijl het 2,00m diep moet zijn. Door baggerbedrijf Vis uit Kwintsheul is de genoemde strook tot de vereiste diepte uitgebaggerd. (Mondeling medegedeeld door de Heer Zwiers van he t regiokantoor Maassluis van het Hoogheemraadschap van Delfland). De bagger is door een soort grijpkraantje vanaf een pontonnetje gelost en later op het land geëgaliseerd. Het land waarop de bagger ligt is privé eigendom, en mag dan ook niet zomaar betreden worden .
en paal 9. Dit is een strook van ongeveer 540 m, vanaf het Bommeer tot de plaats waar vroeger de "Stenen Molen" van Zonneveld heeft
Tijdens het schaatsen echter wo rdt er nog wel eens een doorsteekje over het land gemaakt, om bijv. een beter stuk te hesehaatsen ijs te bereiken. Bij die gelegenheid werden er door leden van de archeologische amate~rvereniging 'Helinium' scherf -
Fig. 3 Scherf 1: Oppervlak aan de buitenkant zo sterk met nagelindrukken versierd dat er wel "schubben" lijken te zijn. Links
de buitenkant. In het midden de zijkant, gezien vanaf B. Rechts de binnenkant, die glad afgestreken is. Kleur, zwartgrijs met roestbruine tint, vooral bij de "schubben" .
D f f
0
1..,..,
Fig. I Scher{ Imm- 1: met grove kwarts magering (zie verder de tekst). De pijltjes wijzen op de grove kwarts steentjes.
. • k· -- -
.
,~
· .ft
t
..)
Fig. 2 IJzertijdscherf met r~Jen nagel indrukken. Het buitenoppervlak is versierd, het binnenoppervlak is glad, zie ook he t profiel erboven. (Scherf Imm-6).
(..~
{~~j
~J 1.),1>.
.6 M~~~la.nJ. "9-3 -·14
A
frb~ .
Fig. 4 Scherf 2 (links) en scherf 3 (rechts) Aan het profiel kan men zien dat het stukjes van de rand van een potje of kommetje zijn. Doorsnede bij de rand:
ong . 30 cm (geschat). De linkerscherf is nogal donker van kleur, tegen zwart aan, de rechter veel lichter, gl"ijsachtig.
20 elfde jaargang nr. 1/2, mei 1987
jes gezien die uit zeer oude tijden stammen. Namelijk uit de IJzertijd, die zo ongeveer van 400 jaar voor Christus tot aan het jaar van Chr. geboorte loopt. Na de melding van deze zg . losse vondsten wordt er nagegaan of er bij de scherven soms een hele bewoning o.i . d. thuishoort. Als dat zo is moet n.l. de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek gewaarschuwd worden, zodat zij eventueel werk van zo'n vondst kan maken. Ook losse vondsten \vorden doorgegeven, maar zijn minder urgent. Door enkele leden van 'Helinium' is toen de bewuste bagger nagezocht op scherven. Er is niet gegraven . Want afgezien van het feit dat men niet zomaar in de grond mag zoeken naar z.g. bodemschatte>n (dat wordt door de monumentenwet verboden), is het natuurlijk ook voor de boer niet verteerbaar als er wat lieden zomaar in zijn weiland wat gaten gaan maken. Maar omdat het hier z.g. oppervlaktevondsten betreft, kon een 30-tal, meest kleine en onaanzienlijke, scherfjes opgeraapt worden. Die echter bij nadere bestudering toch interessanter bleken te zijn dan op het eerste gezicht leek. Hier blijkt toch wel het nut van een archeologische amateurvereniging, want zonder de ervaring en kennis die de verschillende leden hebben en aan elkaar d_o orgeven, zou de hier besproken vondst waarschijnlijk niet verder bekend geraakt zijn. Wat is nu het resultaat van de bestudering van de gevonden scherfjes? Eén ervan heeft een z.g. grove kwartsrnagering (zie fig.!). Dit betekent dat er aan de klei, voordat er met bakken wordt begonnen, kwarts steentjes zijn toegevoegd die ervoor moeten zorgen dat als de hitte de klei van de te bakken pot of kom verhardt, er geen barsten of scheuren in komen. (Denk aan de scheuren in klei die door de zon is uitgedroogd). Deze vorm van mageren is typisch voor een tijd die eigenlijk nog vóór de IJzertijd valt, maar wordt ook nog in de IJzertijd zelf aangetroffen. We kunnen dus niet meer zeggen dan dat deze scherf uit de IJzertijd of misschien uit een tijd ervóór·stamt. Uit de IJzertijd zelf (van ongeveer 400 voor Chr. tot ~) komt in elk geval de met fraaie rijen nagelindrukken versierde scherf die in fig. 2 is afgebeeld. Deze heeft n.l. een rnagering van aardewerkgruis (d.w~z. dat verkruimeld aardewerk uit dezelfde tijd is gebruikt om de klei van de nieuw te bakken potten te mageren). Van de ongeveer 25 andere scherfjes die uit hetzelfde vrij zachte baksel bestaan (zie fig. 3 t/m JO), en alle een lichtere tot donkerder tint van bruin of grijs als kleur hebben, zal
IC,.,.,
Fig. 5 Scherf 4, links, heeft een streepversiering aan zijn buitenkant. Deze bestaat uit fijne gr oefjes.
J K
Scherf 5, rechts, laat aan zijn buitenoppervlak zwakke vingertopindrukken zien.
Fig . 6 Scherf 6 (links) en Scherf 7 (rechts) laten zien dat er erg dikke en veel
dunnere stukjes kunnen Z~Jn. (scherf 6 is JO mm dik, scherf 7 maar 5 mm)
Fig. 7 Scherf 8 (links) is met nagelindrukken versierd; Scherf 9 (rechts) is een randfrag-
ment, dun naar boven "uitgetrokken" en aan de rand zijn vingertopindrukken aangebracht. II:::::J l~.
Fig. 8 Scherf Imm-a: Een voorbeeld van z.g. "besmeten" aardewerk. Op het buitenoppervlak komen richels en oneffenheden voo r die waarschijnlijk veroorzaakt zijn doordat er kleipap tegen de pot gesmeten is voor deze gebakken werd.
. -Cl.
Midden-Delfkrant cu n ·t~/ ~~ V
1.c.-.
·Sc~ lHk.
-c
Fig. 9 Twee randfragmenten met op de bovenrand vingertopindrukken .-ne tekeningen laten de buitenkant, een profiel, en de bovenrand zien.
fl
Fig. 10 Zeer licht van kleur, en ook van gewicht. Kan een zout-transportcilinder restant zijn. (zie tekst).
/
21
het merendeel ook uit de IJzertijd stammen, daar zij dez e lfde soort rnagering bezitten. Een minderheid heeft echter een organische magering. Dit wil ze gge n dat plantendelen (haksel etc.) a ls kleirnagering zijn gebruikt. Dit soort aardewerk vinden we meer tegen het einde van de IJzertijd (dus kort voor Chr. geboorte), maar vooral in de paar eeuwen er vlak na. Omdat in die eeuwen de Romeinen tot in onze streken hun gebied hadden uitgeb•e id (ook te zien aan de soorten aardewerkresten die dan aangetroffen worden) spreekt men wel van de Romeinse tijd. En scherven van aardewerksoorten die door de inheemse bevolking hier nog steeds uit de hand gemaakt worden, maar niet meer met gruis, maar vooral met plantendelen gemageerd worden, worden dan inheems-romeins genoemd. Welnu, een minderheid van de gevonden 25 scherfjes is dus waarschijnlijk inheems - romeins. Maar ook "echt" romeins zit erbij! Er zijn n.l. twee scherven bij die tot het zogeheten gladwandig-wit behoren. Dit is aardewerk van een kleisoort die bij het bakken wit wordt, precies zoals de bekende latere pijpekopjes uit zulke kleisoorten zijn gebakken. En het aardewerk uit de Romeinse tijd heeft als opvallend kenmerk dat het op een draai schijf is vervaardigd. Iets wat in die tijden voor onze streken geheel nieuw was. Dit witte gladwandige aardewerk werd dan ook buiten ons land gemaakt en hier ingevoerd (door de Romeinen of door lieden die het uit streken onder Romeinse invloed importeerden). Dit import-romeir,s wijst ondubbelzinnig op een bewoning uit de eerste eeuwen na Chr. (zie fig. 11). Tenslotte bevonden er zich bij de gevonden scherven drie exemplaren die uit de middeleeuwen dateren. Alle drie uit een verschillende tijd. Eén scherfje is erg donker, zeg maar zwart, en bevat over zijn buitenoppervlak schuin kruisende polijststrepen (zie fig. 12). Na een vergelijking met afb. 9 op blz. 206 van het boek: Berichten van de R.O.B. 1960 - '61 (in het artikel: 'Beknopt overzicht van het Deltagebied van Trinpe Burger') menen wij te mogen zeggen dat het hier een scherf betreft uit de jaren 700 tot 900 na
0
Chr. Dus vroeg middeleeuws, en uit
Fig. 11 Import-Romeins. Gedraaid aardewerk, wit-dunwandig. Scherf van een kom of schaal. Boven: onderkant. Onder-rechts: bovenkant en onderlinks, profiel van de scherf.
een periode waaruit maar erg weinig bekend is in onze streken. Het tweede scherfje is "gewoon" Paffrathachtig (genoemd naar de plaats waar veel van dit soort aardewerk is gemaakt (zie fig.13). Dit is 12e eeuws. En het derde scherfje heeft weinig glazuur over de roodbruine scherf. Zal wellicht 15e eeuws of later zijn. Als we deze resultaten overzien
22 elfde jaargang nr. 1/2,
blijkt dus dat van de bodem van de Booner vl i e t de sporen van een bewoning vanaf vóó r de IJzertijd (well i cht) tot en met de late middeleeuwen komen . Me t uit elke pe r iode enkele scherfjes, de meeste uit de IJzertijd. Va n één van die IJzertijdscherfjes is trouwens nog iets leuks te vermelden . In die vroege tijden was e r ook al handel. Zo werd er in de kuststreken zout gewonnen en naar het achterland getransportee r d. Dit gebeurde in "speciale" brosgebakken en qua kleur nogal gelig+li ch t e potten. Minstens één van de IJze-rtijdscherfjes vertoont nu alle kenmerken van dit zout- transport-aardewerk (soms apart als z.g. "kustaardewerk" aangeduid) . Zo z i e t U dat zelfs iets van de handel en wandel uit de tijden vóór Chr. uit een enkel scherfje afgelezen kan worden! Maar zulke resultaten zijn natuurlijk alleen te ve r krijgen door allerlei vondsten te vergel ijken en te laten zien aan mensen die er meer vanaf weten. Het merendeel der hier besproken vondsten is al afgedragen aan "De Schilpen" in Maasland, · want op grond van deze gemeente zijn de vonds ten gedaan. De rest zal spoedig volgen. (Na documentatie e.d.). Hopelijk hebt U mee kunnen genieten met wat de amateur-archeologen bezig houdt. En kunt· U daar nog eens een (l etterlijk!) steentje aan bijdragen!
c::.
me~
1987
I
i/' 'l
I
; ;., WJ{1;.~.·1!1: .. .,,/1
·... \ · '
t,/
-~~
'
I
. \. . '/p[(t/
Fig. 12 Zeer zwarte scherf, me t op he t buitenoppervlak glanzende polijststrepen. En aan de binnenzijde een
halm/gras afdruk . Waa rs chi jnlij k vroeg- middeleeuws . Misschien Romeinse tijd .
Fig. 13 Paffrath-achtig scherfje. Blauwachtig grijs. En ha r d gebakken. 12e eeuws.
Fig, 14 Situering van de plek, waar de vondsten gedaan zijn. Ook het stuk Boonervliet waar ze uit afkomstig zullen zijn , is met een streeplijn aangegeven.
Met veel dank aan allen die meegeholpen hebben aan de totstandkoming van dit artikel, speciaal de heer G.Stam uit Spijkenisse.
\
I
I
I
P.G. Heinsbroek
Zomerkampen
,..............
\
\
I
• 1ll
Heb je zin om bezig te Z~Jn met de natuur? Mee te werken aan het beheer van het Zuidhollandse landschap? Nieuwe mensen leren kennen in je vakantie? De Stichting Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland organiseert in juli en augustus van dit jaar vijf zomerkampen . Twee daarvan zijn bedoeld voor gezinnen, de andere staan open voor iedereen van 16 jaar en ouder. De kampdeelnemers gaan aan de slag in waardevolle natuurgebieden en verzetten nuttig onderhoudswerk: het verwijderen van ongewenste bosopslag, baggeren van sloten of hooien van drassige graslanden. Zo blijft de toch al zo schaarse natuur in ZuidHolland in stand.
Zuid-Holland Naast het werk is er natuurlijk · voldoende tijd ingeruimd voor spel en ontspanning. Dit jaar wordt er gewerkt in: Vijfherenlanden: hooien, 6- 11 juli Ouderkerk aan den IJssel: hooien, ·12-18 juli Het Staelduinse (bunker)bos, 's-Gravenzande: boswerkzaamheden, 20-25 juli Rockanje, landgoed bij de Volks hogeschool Olaertsduin: boswerkzaamheden, 27 juli - I augustus Keukenhof, Lisse: boswerkzaamheden, 3-8 augustus.
Een kamp duurt zes dagen. De deel nemers betalen een bijdrage in de kosten van voeding en onderdak van f 45, -- (kinderen tot en met 12 jaar f 35, - -). Iedere deelnemer is aanvullend verzekerd tegen WA en ongevallen. Meer informatie en een kampfolder met opgaveformulier zijn verkrijgbaar bij: Stichting Natuur- en Landschapsbeheer Zuid- Holland Postbus 555 2800 AN Gouda Telefoon (01820 ) 2 45 00 (vragen naar Clarion Wegerif).
Midden-Delfkrant
23
aanpak op verschillend gebied. Er was in belangrijke mate sprake van achterstallig onderhoud . In de bedrijfsvoering moesten veranderingen worden doorgevoerd, wat uiteraard ook wijzigingen inhield van bepaalde installaties. Het in de winter buiten voeren bijvoorbe eld werd afgeschaft. Daarvoor waren belangrijke aanpassingen nodig. Verschillende percelen weiland waren hard aan verbetering toe. Door de Gebrs . Oosthoek werd een veeljaren-plan opgesteld. Hierbij werd prioriteit gegeven aan de bedrijfsgebouwen. Het was opruimen en aanpassen, telkens opnieuw, tot langzamerhand de situatie werd bereikt die ze zich hadden voorgesteld. Met al deze voorzieningen waren ze enkele jaren bezig. Na de bedrijfsgebouwen kwam het woongedeelte aan de beurt. Ook hie~ moest ingrijpend gerenoveerd worden om een woonsituatie te bereiken die leefbaar is en voldoet aan de normen van deze tijd.
Boerderijverplaatsing Midden-Delfland
•
1n
Over boerderij-verplaatsing had de Midden-Delfkrant een gesprek met dhr. en mevr.J.Oosthoek. De Heer Oosthoek exploiteert, samen met zijn broer, het grootste deel van de voormalige "Savee-farm", gelegen aan de Zouteveenseweg te Schipluiden. De gebroeders Oosthoek beheerden in Vlaardingen, in de Zuidbuurt, ieder een afzonderlijke boerderij. Al voordat het plan MiddenDelfland aan de orde was, stonden beide boerderijen op de lijst om plaats te moeten maken voor recreatie of andere gemeentelijke voorzieningen. Een gedeelte van deze plannen werd in het kader van de reconstructie van Midden-Delfland overgenomen. Door de onzekere situatie waarin deze bedrijven hierdoor kwamen te verkeren, kon er geen sprake meer zijn van een reële bedrijfsvoering. Het was niet meer verantwoord de nodige investeringen te doen. Daardoor bleef de noodzakelijke mechanisering achterwege. Van aanpassing van de bedrijven aan meer moderne we rkmethoden kon tengevolge hiervan eveneens geen sprake zijn. Het inkomen werd lager. Dit had weer tot gevolg dat bepaalde onderhoudswerkzaamheden achterwege bleven en er minder kunstmest werd gebruikt. Daar kwam nog bij dat de verkaveli ng slecht was door de spoorlijn en de rijkswe g. Ook de luchtvervuiling was een belangrijke negatieve factor, die duidelijk in-
vloed had op de melkgift en op de gezondheidstoestand van de koeien. Door bemiddeling van het Bureau Beheer Landbouwgronden ontstond de mogelijkheid om de bedrijven van de heren Oosthoek gecombineerd voort te zetten
a~n
dê Zoutevccnseweg in
Schipluiden. Daar namelijk was het bedrijf vrijgekomen dat een aantal jaren onder de naam "Savee-farm" had gefunctioneerd . Deze "Savee-farm" was het resultaat geweest van een samenwerkingsverband van drie bestaande bedrijven. Uiteraard moest er heel wat beraadslaagd worden voordat deze boerderij - verplaatsing een feit was. Het bedrij~ aan de Zouteveenseweg eiste een grondige
Intussen werd successievelijk het weiland aangepakt . Elk jaar werden enkele percelen verbeterd door omploegen, opnieuw inzaaien, draineren enzovoort. Wat de kwaliteit van de grond betreft was er niet veel verschil tussen Maasland en Schipluiden. In beide gevallen ongeveer 2/3 goede grond en 1/3 lage, slappe grond. Er was wel het verschil dat in Maasland de goede percelen aan de buitengrenzen van het bedrijf lagen, terwijl dit in Schipluiden andersom was. In de praktijk bleek dit een uiterst belangrijk verschil voor de bedrijfsvoering. Ook de ligging van het bedrijf ten opzichte van de weidepe rcel en bleek in Schipluiden ideaal in vergelijking met de situatie in Maasland . Ook bleek al gauw dat de koeien in Schipluiden veel beter slaagden dan in Maasland . Dit had tot gevolg een betere gezondheidstoestand en een hogere melkproduktie. Ook de secondaire omstandigheden rond de bedrijfsverplaatsing bleken positief uit te vallen. De mentaliteit van de buren werd als zeer gunstig ervaren. Het gezin Oosthoek werd op een prettige wijze tegemoet getreden. Daardoor verliep het proces van gewenning uiterst vlot en voelde men zich in korte tijd thuis in de nieuwe woonplaats. Voor de kinderen bracht het geplaatst worden in een audere omgeving en het gaan naar een andere schoo l geen enkel probleem met zich mee. Tot opluchting van Mevr.Oosthoek werd ook deze barrière geruisloos genomen. In verschillende begeleidende omstandigheden kwam trouwens door de verhuizing weinig verandering. In de Zuidbuurt waren de noodzakelijke winkels goed bereikbaar; in Schipluiden is dat eveneens het geval.
Midden-Delfkrant
24
elfde jaargang nr. 1/ 2, mei 1987 Gev r aagd naar de meest negatieve kant van de bedrijfsverplaatsing noemde de heer Oosthoek de geringe afs t a nd tot de oude woning."In zo'n geval ga je zelfs voo r een plank, die je nodig heb t, nog terug naar je vroegere lokatie. Je blijft dan verhuizen !" De meest positieve punten zijn voor hem de ideale verkaveling en de guns tige expansiemogelijkheden . Het geheel overziende kan de heer Oosthoek stellen dat er extra hard gewe r kt moest wo rden maar dat de t otale operatie achteraf zeker geslaagd genoemd kan worden.
Bedrijfsgebouwen
A. v.d. Berg/ A. OZsthoorn
Wonen en werken aan de Valbrug Onlangs verscheen in een kleine oplage het boek: 'De familie BrÜning aan de Valbrug, i n Zuidbuurt, Maasland (1848- 1959)', geschreven door Teun van der Kooij. Het is vooral een boek dat de geschiedenis beschrijft van de
familie BrÜning, afstammelingen van Cristoph Friedrich Wilhelm BrÜning, geboren in 1814 in Rahden in Duitsland, die omstreeks 1830 naar Holland vertrok om daar bij boeren te gaan werken. Hij trouwde iri 1848 met Willemijntje Sonneveld, een boeren-
Na de hooibouw, achter de hooiberg . Foto van 1925
dochter wiens vader een boerderij had aan de Zuidbuurt in Maasland (nu Maassluis). Tot 1959 bleven de afstammelingen van de 'oude Willem' in deze boerderij wonen en werken; nu staat op die plaats de kaas boerderij vanS. van der Kooij. Het is behalve een genealogisch boek ook een boek dat een beschrijving geeft van het wonen en werken gedurende die periode. Vooral de tijd rond 1920 krijgt ruime aandacht. Dat is de tijd dat de kleindochter van 'oude Willem', Neeltje BrÜning op de boerderij woonde. Nee ltje trouwde in 1927 met Teun van der Kooij, die de auteur is van dit boek. Vooral de uitgebreide beschrijving van de boerderij met z'n woon- en werkruimten en van het boerenwerk h.e t jaar rond en van het huiselijk leven in die tijd, is bijzonder waardevol . De eerste oplage van het boek was vooral bedoeld voor de familie BrÜning en aanverwanten, maar gezien de grote belangstelling wordt een kleine tweede oplage aangemaakt. Deze zal te koop zij n bij Boekhuis Den Draak in Vlaardingen en is aldaar te bestellen.
F.v.o.