2. Mededelingen 2.1 Stand van zaken implementatie meerjarenbeleidsplan (schriftelijk) 2.2 Data bondsvergadering 2015 (schriftelijk)

N E D E R L A N D S E JE U D E BOU LES B O N D Postbus 2655 | 3430 GB | Nieuwegein | www.njbb.nl

DEFINITIEVE AGENDA BONDSRAADVERGADERING (VOORJAAR) Datum: Locatie: Aanvang: Genodigden:

24 mei 2014 Huis van de Sport (Ine Schalkwijk Zaal) 10:30 Bondsraadsleden en voorzitters van NJBB commissies

De bondsraadsleden worden gekozen door de vergadering van de afdelingsraad. De bondsvergadering wordt gehouden op basis van bijgevoegde “Regels met betrekking tot de orde van een bondsvergadering”. 1.

Opening Berichten van verhindering

2.

Mededelingen 2.1 Stand van zaken implementatie meerjarenbeleidsplan (schriftelijk) 2.2 Data bondsvergadering 2015 (schriftelijk)

3.

Vaststelling van het verslag van de bondsvergadering d.d. 16 november 2013

4.

Ingekomen stukken / ingekomen vragen vanuit de afdelingsvergaderingen

5.

Vaststelling van de agenda

6.

Stand van zaken besluiten en voornemens van de bondsvergadering d.d. 16 november 2013 (mondeling)

7.

Jaarverslagen 7.1 Jaarverslag 2013

8.

Financiën 8.1 Financieel jaarverslag 2013 8.2 Vaststelling contributie en retributie 2015

9.

Vacatures in het Bondsbestuur 9.1 Aftredend en niet herkiesbaar is Frans Krol 9.2 Voorstel tot benoeming Jan Willem Meerwaldt en Maarten Stramrood

10.

Vaststellen bestuursprofielen

11.

Aansluiting Instituut Sportrechtspraak

12.

Reglement NJBB Masters

13.

Voorstel tot aanpassing onkostenbeleid (ingekomen stuk afdeling 09)

14.

Rondvraag De vragen voor de rondvraag zijn schriftelijk beantwoord.

15.

Sluiting

Agenda - BV 24 mei 2014

1-1


Agendapunt 2.1

Stand van zaken projecten

PIJLER BONDSORGANISATIE Project B1

Herstructurering bondsorganisatie

De start van het project staat gepland in het 1e kwartaal. Vanwege de afgekeurde subsidieaanvraag bij NOC*NSF is het project vertraagd. Inmiddels loopt een nieuwe aanvraag bij Sport en Zaken voor een externe organisatieadviseur. Het project is tot op heden nog niet gestart. Ten aanzien van de consolidatie van de financiën is een werkgroep benoemd bestaande uit Jur Moorlag, Eef Schuurman, Gert Jan Roos en Rob van der Zwet, Hetty Tindemans, Sjoerd Pieterse en Twan Beckers. De eerste bijeenkomst is gepland op 10 juni om 19:00 in het Huis van de Sport. Project B2

Licentiestructuur

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e en 3e kwartaal. Het bondsbureau is gestart met het uitwerken van een concept licentiestructuur. Het bondsbureau is voornemens de conceptstructuur te agenderen voor de bestuursvergadering van 19 juni. Het uitgewerkte idee zal n.a.v. de bestuursvergadering besproken worden binnen de werkgroep competitie en herstructurering bondsorganisatie. De nieuwe licentiestructuur wordt geagendeerd op de bondsraadvergadering van 15 november. Het jaar 2015 heeft het bondsbureau nodig om de bestaande processen aan te passen en de nieuwe structuur te implementeren. Project B3

Regionale Petanque Centra

De realisatie van het project is gepland in het 2e, 3e en 4e kwartaal. In het 2e kwartaal wordt een typering en benodigde eisen van de RPC’s opgesteld. Dit document wordt getoetst in het project “herstructurering organisatie”, het project Opleiding Technisch Kader en het project Competitie aangezien de organisatiestructuur en de activiteiten van genoemde projecten van invloed kan zijn op de positionering en minimale kwaliteitseisen van de RPC’s. Project B4

Afdelings- en commissieovereenkomsten e

e

De realisatie van het project is gepland in het 3 en 4 kwartaal. De uitwerking start in het 3 kwartaal. Project B5

e

Vrijwilligersbeleid

De realisatie van het project is gepland in het 2e, 3e en 4e kwartaal. In overleg met Jan Willem en Sjoerd wordt deze maand gestart met het schrijven van een beleidsstuk t.a.v. vrijwilligersbeleid binnen de NJBB.

Agendapunt 2.1 - BV 24 mei 2014

1-4


Project B6

Dienstverlening

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e en 3e en 4e kwartaal. Het bondsbureau is in het 1e kwartaal gestart met het maken van een AO (administratieve/organisatie) handboek waarin procedures van werkzaamheden worden beschreven. Gedurende dit traject wordt met betrokken partijen (bijvoorbeeld tuchtcollege) gekeken hoe bestaande processen effectiever ingericht kunnen worden. PIJLER COMPETITIE Project C1

Competitie

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e en 3e en 4e kwartaal. De werkgroep e e competitie is inmiddels 3x bij elkaar geweest en de 4 en 5 bijeenkomst zijn gepland. De inhoudelijke voortgang van het project wordt toegelicht door de portefeuillehouder. Project C2

Bondsgedelegeerden

De realisatie van het project is gepland in het 4e kwartaal. Op basis van de competitiestructuur wordt een profiel van de bondsgedelegeerden (ambassadeur van de competitie en kwaliteitbewaker) opgesteld. Project C3

Tactiek, Techniek, Spelregelkennis

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e en 3e en 4e kwartaal. De module spelregelkennis start in september 2014. De tactiek en techniek wordt in onderling overleg met de werkgroep “Opleidingen” opgepakt. PIJLER PROMOTIE Project P1

Communicatieplan - en strategie

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e en 3e kwartaal. De Voor het project P1 is een extern communicatieadviesbureau ingeschakeld via stichting Sport & Zaken. De werving van het bureau en de beschikbaarheid van de consultants vanuit het bureau e Basiscommunicatie hebben ervoor gezorgd dat de planning vertraagd is. Inmiddels is er een 1 bijeenkomst gepland met de werkgroep op 21 mei. De eerste bijeenkomst met het bureau basiscommunicatie is gepland op woensdag 11 juni. Het bureau denkt ongeveer 10 dagdelen nodig te hebben om de strategie te bepalen. Project P2

Kennismakingslessen

De realisatie van het project is gepland in het 2e kwartaal. Aangezien het project P1 is vertraagd worden uren van dit project verplaatst naar het 3e en 4e kwartaal. Op basis van de communicatiestrategie wordt bepaald hoe de kennismakingslessen worden ingestoken. Er vindt tevens afstemming plaats met jet project V1 “opleiding technisch kader” over de inhoud van de kennismakingscursus. Project P3

Vermarkten producten en diensten e

De realisatie van het project is gepland in het 3 kwartaal. Met de uitwerking wordt in het 3 kwartaal gestart. Agendapunt 2.1 - BV 24 mei 2014

e

2-4


Project P4

Communicatie standen en uitslagen

De realisatie van het project is gepland in het 4e kwartaal. In overleg met de toernooicommissie zijn afspraken gemaakt over het aanleveren van uitslagen en standen. Dit is inmiddels gerealiseerd. Project P5

Relatiebestand Pers e

De realisatie van het project is gepland in het 1 kwartaal. Deze uren zijn verplaatst naar het 2 kwartaal. Door de personele wisseling van de administratieve medewerker heeft dit project vertraging opgelopen. In het 2e kwartaal (juni) wordt de nieuwe administratieve medewerker betrokken bij dit project en wordt het project afgerond.

e

Project P6 Restricties promotietoernooien e De realisatie van het project staat gepland voor het 1 kwartaal. Het bondsbureau heeft een uitspraak ontvangen van de Reglementencommissie betreffende restricties. Hieruit is gebleken dat er reglementair en statutair geen restricties zijn m.b.t. het organiseren van (het aantal) promotietoernooien. Uit een inventarisatie bij de afdelingen is gebleken dat de toewijzing van een promotietoernooi afhankelijk is van overige toernooien in de omgeving en dit per aanvraag wordt bekeken. Feitelijk bestaan er dus geen restricties m.b.t. het maximum aantal te organiseren promotietoernooien. Toch wordt dit zo ervaringen door verenigingen, zo is gebleken tijdens de ontwikkeling van het beleid. Het bondsbureau adviseert de positionering en karakterisering van promotietoernooien mee te nemen in project P1 Communicatiestrategie. Project P7

Mediakaart per regio

De realisatie van het project is gepland in het 2e kwartaal. In de maand juni wordt het project opgestart en tevens afgerond. PIJLER VERENIGINGSONDERSTEUNING

Project V1

Opleiding technisch kader e

e

e

De realisatie van het project is gepland in het 1 , 2 en 3 kwartaal. De werkgroep opleiding e e technisch kader is inmiddels 4x bij elkaar geweest en de 5 en 6 bijeenkomst zijn gepland. De inhoudelijke voortgang van het project wordt toegelicht door de portefeuillehouder. Project V2

Monitoring Tool e

De realisatie van het project is gepland in het 1 kwartaal. In samenwerking met het bedrijf Enalyzer is de monitoring tool ingericht. In het bondsblad van augustus wordt een oproep gedaan aan de leden om zich aan te melden voor het online panel. In de maand juni wordt een enquête/evaluatie klaargezet die wordt gebruikt om de workshops “bondorganisatie” (project V3) te evalueren die momenteel worden georganiseerd binnen de verschillende afdelingen. Project V3

Workshops bondorganisatie

De realisatie van het project is gepland in het 1e, 2e, 3e en 4e kwartaal. In afdeling 11, 03, 09 en 01 heeft de workshop plaatsgevonden. Met afdeling 02, 05, 06, 07, 13, 14 en 16 is een datum gepland. Voor afdeling 04 en 10 moet nog een datum vastgesteld worden.


3-4


Project V4

Kennisbank

De realisatie van het project is gepland in het 2e kwartaal. Eind juni wordt de kennisbank opgeleverd. Project V5

Database

De realisatie van het project is gepland in het 1e kwartaal. Er is gestart met het op orde brengen van de functionarisgegevens. In mei/juni worden de ontbrekende accommodatiegegevens verder in kaart gebracht. De administratieve medewerker wordt vanaf heden als ondersteuning op dit project ingezet. Project V6

Verenigingsprofielen e

De realisatie van het project is gepland in het 2 kwartaal. In mei stelt het bondsbureau de kenmerken van de profielen op. Op basis van de database worden de verenigingen in juni in een profiel geplaatst. Waar nodig worden afdelingen en verenigingen om advies gevraagd. De indeling in profielen is niet statisch. Er kunnen te allen tijden verschuivingen plaatsvinden. Project V7

Verenigingsrapportage

De realisatie van het project is gepland in het 1e kwartaal. In de stukken voor de bondsvergadering is een beknopte verenigingsrapportage opgenomen. In het jaarverslag 2014 wordt deze rapportage uitgebreid. Het format voor de uitgebreide verenigingsrapportage wordt in het 4e kwartaal opgesteld. De overgebleven uren uit het 1e kwartaal worden overgeheveld naar het 4e kwartaal. Project V8

VO-kalender

De realisatie van het project is gepland in het 1e kwartaal. De VO-kalender is gerealiseerd en daarmee is het project afgerond. Project V9

Collectiviteitsafspraken

De realisatie van het project is gepland in het 2e, 3e, en 4e kwartaal. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met Editoo en Bundll. Editoo verzorgt clubbladen voor verenigingen. Zij bieden NJBB verenigingen gratis toegang tot de online software waarin de clubbladen op een laagdrempelige manier samengesteld kunnen worden in ruil voor een link op de website. Normaliter betalen verenigingen daar eenmalig € 295,00 voor. Bundll faciliteert een online beheersysteem voor sponsoren. Ook dit is laagdrempelige software die verenigingsbestuurders adequaat ondersteund in het volledige proces van sponsorwerving tot sponsorbehoud en activatie. Met beide partijen worden in de komende kwartalen vervolg gesprekken gevoerd m.b.t. concrete collectiviteitsafspraken. Editoo is reeds onderdeel van project V3 en heeft de gelegenheid de software toe te lichten tijdens de bijeenkomst. Project V10

Handleiding formats en systemen e

De realisatie van het project is gepland in het 1 kwartaal. De handleiding is gerealiseerd en daarmee is het project afgerond. Er wordt nog onderzocht wat de mogelijkheden van printing on demand zijn om de handleiding om deze manier in een printversie aan te bieden.


4-4


Agendapunt 2.2

Data en termijnen bondsvergadering 2015

Voorjaarsvergadering 30 mei 2015 Week 15

10 april 2015

Stukken bondsraad worden verstuurd door bondsbestuur

Week 20

15 mei 2015

Deadline indienen schriftelijke vragen afdelingen

Week 22

25 mei 2015

Bondsbestuur verstuurt antwoorden op ingediende vragen

Week 22

30 mei 2015

Bondsraadvergadering voorjaar

Najaarsvergadering 31 oktober 2015 Week 37

11 sept.2015

Stukken bondsraad worden verstuurd door bondsbestuur

Week 41

09 okt. 2015

Deadline indienen schriftelijke vragen afdelingen

Week 43

26 okt. 2015

Bondsbestuur verstuurt antwoorden op ingediende vragen

Week 44

31 okt. 2015

Bondsraadvergadering najaar


1-1


Agendapunt 14 Ingekomen vragen afdelingen voor de BV van 24 mei 2014 De vragen zijn gegroepeerd o.b.v. de agenda van de bondsvergadering. Binnen de groepering zijn de vragen per afdeling gesorteerd en doorgenummerd.

Agendapunt 4

Ingekomen stukken

Vraag afdeling 09 1. Vanuit de afdelingsvergadering 09 zijn de volgende punten voor de bondsvergadering naar voren gekomen. Graag ziet afdeling 09 het volgende punt aan de agenda toegevoegd: Voorstel tot aanpassing huidige bondsbeleid inzake onkostenvergoeding. Een bijlage met toelichting/argumentatie is bijgevoegd. Deze bijlage is naar alle afdelingen gestuurd, maar helaas hebben wij het bondsbestuur niet in onze adressering meegenomen. Wij bieden daarvoor onze excuses aan. De afdelingen 5, 7 en 11 steunen dit voorstel. Antwoord van het bondsbestuur: Het voorstel tot aanpassing huidige bondsbeleid inzake onkostenvergoeding is opgenomen als agendapunt 13 op de agenda van de bondsvergadering van 24 mei.

Agendapunt 6

Stand van zaken besluiten en voornemens

Vraag afdeling 10 2. Agendapunt 6 voornemen 02: Waarom staat er geen voorstel tot vaststelling van regels voor de reserves van de afdelingen op de agenda? Antwoord van het bondsbestuur: De basis hiervoor ligt in de rol die afdelingen gaan vervullen in de toekomstige structuur. Op dit moment is dat nog niet duidelijk.

Agendapunt 7.1

Jaarverslag 2013

Vraag afdeling 10 3. Agendapunt 7.1 Jaarverslag 2013 blz. 7 punt 1.3. Ook afdeling 10 heeft een vacature voor Promotie. Antwoord van het bondsbestuur: Dat is correct. In het jaarverslag van afdeling 10 is dit inderdaad aangegeven. Bij het samenstellen van het totale jaarverslag is dit per ongeluk niet overgenomen.

Agendapunt 14 – AB 15/05

1-13


Agendapunt 8.1

Financieel Jaarverslag

Vragen afdeling 01 Met betrekking tot de kostenpost 198 heeft U het volgende te melden: De kosten op kostenplaats “bijzondere baten en lasten” hebben betrekking op een te verrekenen subsidie i.h.k.v. de samenwerking met KNBB, coaching- en begeleidingskosten van Tien Organisatieadvies, arbeidsrechtelijke kosten en de vergoeding i.h.k.v de vaststellingsovereenkomst. 4. Wie heeft besloten tot het aangaan van de betreffende kostenposten? Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur heeft hiertoe besloten. 5. Wie is hiertoe gemandateerd? Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur is hiertoe gemandateerd. 6. Wat is de hoogte van de kostenposten? Antwoord van het bondsbestuur: Op pagina 12/23 van het financieel jaarverslag is in de toelichting beschreven waar deze kosten betrekking op hebben. De coachings- en begeleidingskosten van Tien Organisatieadvies, arbeidsrechtelijke kosten en de vergoeding i.h.k.v. de vaststellingsovereenkomst hebben te maken met het vertrek van de directeur. In de vaststellingsovereenkomst is een geheimhoudingsclausule opgenomen waardoor er geen informatie kan worden gegeven over de exacte inhoud van de overeenkomst, en evenmin over de bedragen. 7. Welke kostenposten lopen door naar 2014 en wat zijn de daaraan gelieerde bedragen? Antwoord van het bondsbestuur: Er lopen geen kosten en er zijn gelieerde bedragen die doorlopen in 2014. 8. Welke betekenis heeft e.e.a. voor de afdelingen en verenigingen? Antwoord van het bondsbestuur: Dit heeft geen consequenties voor afdelingen en verenigingen.


2-13


9. Daarnaast trekken wij de conclusie dat door uw voorstel de Algemene Reserve dusdanig is afgeroomd dat wij onze zorgen hebben over de toekomstige liquiditeit en solvabiliteit van onze bond. Antwoord van het bondsbestuur: Er zijn eenmalig hoge kosten gemaakt. De komende jaren wordt hard gewerkt om de reserve weer op peil te krijgen. Tegenover de (incidentele hoge kosten) staat een structurele besparing op personeelskosten doordat de formatieruimte die is vrijgekomen door het vertrek van de directeur, niet geheel wordt opgevuld. Die structurele besparing moet de komende jaren worden ingezet voor het op peil brengen van het eigen vermogen. In de begroting van 2014 is hier al rekening mee gehouden. Vragen afdeling 03 10. Hoe komt het dat de uitgaven voor het bondsblad Petanque 3 of 4 keer zo hoog is? Antwoord van het bondsbestuur: De kosten van het bondsblad zijn € 6.370 hoger dan begroot (geen 3 of 4x zo hoog). Op pagina 11/23 van het financieel jaarverslag is in de toelichting beschreven wat hiervan de oorzaak is. 11. Waar is de post t.b.v. ongeveer 179.000 aan besteed? Dit stond niet op de begroting. Antwoord van het bondsbestuur: Zie antwoord op vraag 6, blz. 2 Vragen afdeling 05 12. Hoe kan het dat twee afdelingen 06 en 16 nog geen ING rekening hebben? Terwijl dit toch voorschrift is en de overige afdelingen zich hier correct aan houden. Antwoord van het bondsbestuur: Dit is een gegroeide situatie die voor een deel te maken heeft met kennelijk in het verleden gemaakte afspraken. Het bondsbestuur probeert in overleg de afdelingen ertoe te brengen zich te conformeren aan het beleid. Afdeling 6 heeft in een eerder stadium ook toegezegd dat te zullen doen. Het bondsbestuur staan echter weinig middelen ter beschikking om dit af te dwingen. Overigens is het bondsbestuur voornemens om per 01 januari 2015 over te stappen naar de ABN AMRO met alle rekeningen (ook afdelingen). Vanaf dat moment zal al het financiële verkeer met afdelingen uitsluitend via die rekeningen verlopen. 13. Afdeling 05 spreekt haar verbazing uit dat de afdelingen 04 en 16 geen overzicht heeft gegeven in hun realisatie 2013. Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur heeft de afdelingen diverse malen verzocht om de gegevens aan te leveren maar dit heeft tot op heden niet tot het gewenste resultaat geleid. De beperkte bestuursbezetting in afdeling 04 (1 persoon) en de ziekte van de penningmeester zijn de oorzaak dat afdeling 4 de gegevens nog niet heeft kunnen aanleveren. De oorzaak in afdeling 16 is onbekend.


3-13


14. Afdeling 14 teert met € 13.000,00 in op hun saldo. Kan hier uitleg aan gegeven worden? Afdeling 05 heeft toch een sterk gevoel van pot verteren. Antwoord van het bondsbestuur: Waardoor dit komt, onttrekt zich aan het zicht van het bondsbestuur. Het bondsbestuur neemt contact op met de penningmeester van afdeling 14 om deze vraag mondeling op de bondsraadvergadering van 24 mei te kunnen beantwoorden. In het kader van de pijler bondsorganisatie zullen er ook concrete afspraken gemaakt worden over de afdelingsfinanciën: hoeveel geld heeft een afdeling nodig voor haar functioneren, en voor welke doelen kan/mag afdelingsgeld (en dus bondsgeld) besteed worden. Het enige wat de statuten daar nu over zeggen is dat de afdeling het bondsbeleid dient uit te voeren. Vragen afdeling 06 15. Het exploitatietekort 2013 Betreft het exploitatietekort 2013 ad € 179.674 dat voornamelijk wordt veroorzaakt door de onvoorziene kosten op kostenplaats 198, als gevolg waarvan het eigen vermogen van de bond is gedaald van € 215.134 tot € 35.460. Afdeling 06 is bijzonder geschrokken van dit extreme, onvoorziene tekort, dat bovendien kosten betreft die niet begroot waren. Op pagina 12-23 specificeert u kostenpost 198 zonder daarbij de respectievelijke bedragen te noemen. Graag verzoekt u om deze specificatie aan de bondsraadsvergadering te geven. Antwoord van het bondsbestuur: Zie antwoord bondsbestuur op vraag 6 van afdeling 01 op pagina 2. 16. Het ontbreken van de financiële gegevens 2013 van de bondsafdelingen 04 en 16 Tegen de achtergrond van het ontbreken van een getekend financieel jaarverslag over 2012 van de kant van afdeling 16 (zie ** pag. 9-23) vraagt afdeling 06 welke acties te dienaangaande door het bondsbestuur in de richting van beide afdelingen zijn ondernomen en tot welke uitkomsten die geleid hebben. Antwoord van het bondsbestuur: Zie antwoord bondsbestuur op vraag 13 van afdeling 05 op pagina 3. 17. Lidmaatschapskosten CEP (kostendrager 341, pagina 16-23) Wat is uw motivatie voor het onderbrengen van de lidmaatschapskosten van de CEP onder de rubriek Wedstrijdsport? Antwoord van het bondsbestuur: De omschrijving lidmaatschapkosten CEP is onhandig geformuleerd. Het betreft hier de inschrijfgelden voor de Europacup Verenigingen à € 1.200. De lidmaatschapskosten van de CEP (€ 600,00) zijn geboekt op kostenplaats 143.


4-13


18. Betaalt de NJBB ook jaarlijks kosten voor lidmaatschap van de FIPJP? Zo ja, hoe hoog zijn die en onder welke kostendrager zijn die geboekt? Antwoord van het bondsbestuur: De lidmaatschapskosten aan de FIPJP bedroegen in 2013, € 700,00. Deze zijn geboekt op kostenplaats 143, kostendrager 100. 19. Kosten Voorbereiding EK/WK Mannen (412, pag. 18-23) Toernooien in Barcelona en Casablanca blijken bij navraag niet bezocht te zijn. Wel is aan een toernooi in Rabat (Marokko) deelgenomen. Antwoord van het bondsbestuur: De omschrijving op de kostenplaats is inderdaad niet correct. Er is deelgenomen aan een toernooi in Rabat en daarvoor is de selectie via Casablanca gevlogen. Barcelona heeft betrekking op de voorbereiding van de nationale vrouwen selectie en nationale heren beloften selectie. De kosten hadden op een andere kostenplaats geboekt moeten worden. 20. Gegevens afdelingen NJBB (pag. 19-23) Het extreme exploitatietekort 2013 van Afdeling 14 doet Afdeling 06 de wenkbrauwen fronsen. Kunt aangeven aan welke activiteiten afdeling 14 zoveel geld heeft uitgegeven, nadat ook reeds in 2012 een exploitatietekort ad € 3.500 is gerealiseerd? Antwoord van het bondsbestuur: Zie antwoord bondsbestuur op vraag 14 van afdeling 05 op pagina 4. 21. Saldi liquide middelen geven waarschijnlijk een te rooskleurig beeld van de financiële positie van de bondsafdelingen. Afdeling 6 verzoekt het bondsbestuur om de ‘saldi liquide middelen 2013 en 2012’ te vervangen door ‘Eigen Vermogen 2013 en 2012 en de bondsraadvergadering deze EV- saldi alsnog te verstrekken. Antwoord van het bondsbestuur: De saldi liquide middelen geeft aan wat een afdeling op de betaal- en spaarrekening heeft staan per 31/12/2013. In het jaarverslag 2014 zullen ook de saldi van het Eigen Vermogen van de afdelingen worden opgenomen. 22. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De ‘Code Goed Sportbestuur’ van NOC*NSF schrijft in ‘Aanbeveling 3’ o.m. voor: dat de organisatie de ALV een geconsolideerde balans en jaarrekening voorlegt.” Wanneer zal de NJBB definitief aan deze voorwaarde voldoen? Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur heeft een werkgroep ingesteld die zich buigt over de consolidatie. Het bondsbestuur streeft ernaar de gegevens over het jaar 2014 voor het eerste te consolideren in de jaarrekening.


5-13


23. Verslag financiële commissie over boekjaar 2013 Vraag aan de financiële commissie, zijnde een commissie van de bondsraad: Tegen de achtergrond van de inmiddels precaire financiële positie van de NJBB vraagt Afdeling 06 de Financiële Commissie van de bond om advies aangaande maatregelen die ertoe leiden dat de financiële positie van de NJBB inclusief bondsafdelingen wordt zeker gesteld en gestabiliseerd. Ziet de Financiële commissie van de bond zich hierin een rol weggelegd? Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur ziet hierin primair geen rol weggelegd voor de financiële commissie. Het is een taak van het bondsbestuur. De financiële commissie is een controle orgaan. Vragen afdeling 10 24. Wij zijn geschrokken van het grote exploitatietekort. Alvorens goedkeuring te kunnen verlenen zullen eerst de bedragen die bij de 4 onderdelen van kostenplaats 198 “bijzondere baten en lasten” horen bekend moeten worden gemaakt . Antwoord van het bondsbestuur: Zie antwoord op vraag 15 van afdeling 06 op pagina 4. 25. Moeten afdeling 04 en 16 niet alsnog financiële gegevens aanleveren? Antwoord van het bondsbestuur: Ja, de afdelingen dienen alsnog z.s.m. de gegevens aan te leveren. Vragen afdeling 14 Afdeling 14 heeft enkele vragen voor tijdens de aanstaande bondsvergadering. Het betreft hier de volgende punten: 26. De gelden die in beheer zijn bij de afzonderlijke afdelingen in het algemeen, in het kader van de consolidatie 27. De “lening” die door afdeling 14 aan de centrale bond is verstrekt in het bijzonder 28. Declaraties voor scheidsrechters en wedstrijdleiders bij toernooien van categorie 3 Een nadere toelichting per punt: 26. De gelden die in beheer zijn bij de afzonderlijke afdelingen Een meerderheid van de verenigingen in afdeling 14 kan zich niet vinden in het standpunt van het bondsbestuur over de mate waarin de afdelingen “eigenaar” zouden zijn van de door henzelf bijeengebrachte financiële middelen. Zij betwist de stelling van het bondsbestuur dat, omdat de afdelingen geen rechtspersonen zijn, deze daardoor automatisch ook niet zelfstandig over financiële middelen zouden kunnen beschikken. Het standpunt van de afdeling is nader verwoord in onderstaande toelichting (“van wie is het vermogen dat afdeling 14 van de NJBB onder zich heeft?”). Afdeling 14 hoort graag de mening van het bondsbestuur over de in deze bijlage verwoorde mening.


6-13


Toelichting: Van wie is het vermogen dat afdeling 14 van de NJBB onder zich heeft? In tegenstelling tot de NJBB en de verenigingen die binnen afdeling 14 actief zijn, is afdeling 14 geen zelfstandige rechtspersoon maar is zij onderdeel van de rechtspersoon NJBB. Rechtvaardigt dit de conclusie dat de gelden die afdeling 14 onder zich heeft, vermogen is dat aan de NJBB toebehoort? Deze conclusie valt niet zonder meer te trekken. Het vermogen van afdeling 14 is door de verenigingen binnen deze afdeling bijeengebracht, ten behoeve van deze zelfde verenigingen, niet ten behoeve van de NJBB als geheel. Voor het laten ontstaan van een bepaald rechtsgevolg – in casu de overgang van vermogen - dient er bij de overdragende partij sprake te zijn van een op dat rechtsgevolg gerichte wil, en dient bij de ontvangende partij het gerechtvaardigde vertrouwen aanwezig te zijn dat die wil aanwezig is. Het is nimmer de wil geweest van de verenigingen binnen afdeling 14 dat het door hen bijeen gebrachte vermogen tot het algemene vermogen van de NJBB zou behoren. Gesteld kan worden dat hier sprake van een afgescheiden vermogen, een gemeenschap waarvan de verenigingen binnen afdeling 14 deelgenoten zijn. Het is hun gezamenlijk vermogen, waarvan zij het beheer hebben toevertrouwd aan het bestuur van afdeling 14 met als doel dit vermogen aan (de belangen van) de verenigingen van afdeling 14 ten goede te laten komen. Over een gemeenschap kan slechts worden beschikt met medewerking van alle deelgenoten in die gemeenschap. Wel kan worden aangenomen dat het bestuur van afdeling 14 een (stilzwijgende) volmacht heeft om beschikkingshandelingen te verrichten binnen het door de verenigingen van afdeling 14 gegeven mandaat: in de praktijk zal dat zijn de door deze verenigingen in vergadering goedgekeurde begroting en jaarplanning. Kennelijk realiseert de NJBB zich ook wel dat zij niet zonder meer over het hiervoor bedoelde vermogen kan beschikken. Zij heeft immers vanwege een blijkbaar (tijdelijk?) aanwezige liquiditeitsbehoefte aan onder andere afdeling 14 verzocht om aan de NJBB een geldlening te verstrekken. Inherent aan het aangaan van een geldlening is een terugbetalingsverplichting. In de in deze notitie bestreden visie dat het door de verenigingen binnen de afdeling bijeengebrachte vermogen zou toebehoren aan de NJBB, zou het doen overgaan van vermogen ten titel van geldlening natuurlijk onzin zijn. Je kunt niet lenen aan jezelf. Het aangaan van een geldleningsovereenkomst met de afdeling – in feite met de betreffende verenigingen – laat zien dat de NJBB zich realiseert dat zij niet zonder meer over dit vermogen kan beschikken. Dit past binnen de optiek dat het niet haar vermogen is. Een vraag die kan worden gesteld is: valt het verstrekken van deze geldlening binnen het mandaat dat het bestuur van afdeling 14 heeft? Naar mijn mening is dit niet het geval: het bestuur heeft hiervoor aan de verenigingen geen toestemming gevraagd en het valt buiten de goedgekeurde begroting c.q. jaarplanning. Dit zou betekenen dat het bestuur van afdeling 14 onbevoegd heeft gehandeld, iets wat ook de NJBB zich als professionele wederpartij had moeten realiseren, wat naar mijn mening de rechtshandeling nietig dan wel vernietigbaar maakt. In de visie dat de gelden binnen de afdelingen toebehoren aan de verenigingen die deze afdelingen vormen past geen consolidatie, noch in juridische zin noch volgens boekhoudkundige regels.


7-13


Antwoord van het bondsbestuur: De activiteiten die worden georganiseerd door onderdelen van de NJBB, of dat nu afdelingen, commissies of werkgroepen zijn, zijn activiteiten van de NJBB. De bijbehorende financiële middelen, op welke wijze ook verkregen, zijn middelen van de NJBB. In de statuten staat aangeven waaruit de financiële middelen van een afdeling bestaan, en dat de afdeling daarover beschikt ten behoeve van de door haar uit te voeren taken (uitvoering van bondsbeleid). Het is afdelingen niet toegestaan contributie van verenigingen te heffen. Wat wel kan en gebeurt, is dat afdelingen inschrijfgelden voor te organiseren competities via de verenigingen aan de deelnemers in rekening brengt; het bondsbestuur gaat ervan uit dat met die inkomsten de feitelijke kosten van deze competities worden gedekt. Dat alles doet niets af aan het gegeven dat de middelen waarover een afdeling, als onderdeel van de bond, beschikt ten principale middelen van de NJBB zijn – zij het dus in beheer bij de afdeling. Daarom ook is het noodzakelijk dat de afdelingsfinanciën binnen de jaarrekening van de bond worden geconsolideerd. Daartoe heeft het bondsbestuur al langere tijd een opdracht van de bondsraad, en het is ook een eis van NOC*NSF. Het bondsbestuur heeft ter voorbereiding hiervan inmiddels een werkgroep ingesteld. 27. De “lening” die door afdeling 14 is verstrekt In januari ontvingen de verenigingen van afdeling 14 van het afdelingsbestuur een email met de volgende inhoud: Onderwerp: lening NJBB Geachte verenigingsbesturen van afdeling 14, Het bondsbestuur heeft een verzoek neergelegd bij afdeling 14 om tijdelijk gebruik te maken van het vermogen van afdeling 14 om de liquiditeitspositie in het 1e kwartaal van 2014 te versterken. Het geleende bedrag wordt door het bondsbestuur voor 01 april teruggestort. Als afdelingsbestuur zijn wij bereid hieraan mee te werken mits de voorwaarden schriftelijk worden vastgelegd. Wij vinden het gepast om u in kennis te stellen van deze afspraak. Zoals u zult begrijpen leidde deze mededeling tot enige onrust binnen de afdeling. De meningen liepen sterk uiteen. Tegenstanders hadden hun twijfel over de voorwaarden van de lening en of deze wel terugbetaald zou worden. Men vroeg zich af of een vergelijkbaar verzoek ook aan andere afdelingen was gedaan, en of het liquiditeitsprobleem inderdaad zo nijpend was. Men vroeg om schriftelijke garanties dat het geld terugbetaald zou worden. Men was van mening dat het afdelingsbestuur hieraan niet mocht meewerken zonder instemming van de afzonderlijke verenigingen, omdat deze uitgave niet begroot was. De twijfel over deze lening werd nog eens versterkt omdat in het verleden door het bondsbestuur meermaals is verzekerd dat het nooit aan het eigen vermogen van de afdeling zou komen, zowel in mondeling overleg met het afdelingsbestuur als tijdens afdelingsvergaderingen. Er waren overigens ook verenigingen die het standpunt van het bondsbestuur, dat alle gelden in de NJBB “gezamenlijk eigendom” van alle aangesloten verenigingen zijn, en dus niet door een afzonderlijke groep (in casu een afdeling) kunnen worden “geclaimd”.


8-13


De afdeling heeft in dit kader enkele vragen aan het bondsbestuur: -

Bent u het eens met afdeling 14 dat in het verleden meermalen mondeling is toegezegd dat aan het vermogen van de afdeling niet geraakt zou worden?

-

Is het verzoek tot het uitlenen van geld ook aan andere afdelingen gedaan?

-

Bent u het eens met de afdeling dat het afdelingsbestuur niet gemachtigd was haar bereidheid tot het verstrekken van een lening te doen, omdat dit buiten de toegestane afwijking van de goedgekeurde begroting viel?

-

Bent u het eens met de in de derde alinea van de bijlage verwoorde mening van de afdeling dat over een gemeenschap slechts kan worden beschikt met medewerking van alle deelgenoten in die gemeenschap?

-

Bent u met ons van mening dat uw keuze voor het woord “lening” impliceert dat er nooit sprake van kan zijn geweest dat het vermogen van de afdeling in feite van de gezamenlijke bond was? Immers: je kunt geen geld lenen van of aan jezelf. Graag zouden wij van u een algemeen antwoord op deze vragen hebben, onafhankelijk van het feit of van de door het afdelingsbestuur uitgesproken bereidheid ook daadwerkelijk gebruik is gemaakt. Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur is niet op de hoogte van de context waarin een toezegging gedaan zou zijn dat “aan het vermogen van afdeling 14 niet zou worden geraakt”. Het is sowieso een toezegging die nooit absoluut kan worden gedaan. Het verzoek rond de jaarwisseling om zo nodig voor een beperkte periode (een paar weken) gebruik te kunnen maken van een deel van de financiële reserves van de afdeling is inderdaad aan verschillende afdelingen gedaan. Het ging om een dreigend tijdelijk tekort aan liquide middelen doordat uitgaven en inkomsten van de bond niet parallel lopen. Deze afdelingsbesturen waren alle bereid hieraan mee te werken. Overigens heeft het bondsbestuur van de bereidheid van de afdelingen geen gebruik hoeven te maken. Voor de begroting van de betreffende afdelingen, en voor de begroting van de bond zou dit geen enkele consequentie hebben gehad, en de afdelingsbesturen waren dan ook volledig bevoegd deze toezegging te doen. Een lening zou het in formele zin niet zijn geweest: het ging om een tijdelijke verschuiving van liquide middelen van de ene penningmeester naar de andere binnen de bond. Mogelijk is daarbij het woord 'lening' op enig moment gevallen, maar uit de email die de afdeling heeft gestuurd naar de verenigingen valt op te maken dat het bondsbestuur die term niet heeft gekozen.


9-13


Agendapunt 8.2

Vaststelling contributie en retributie

Vraag afdeling 05 28. Ten aanzien van de retributie stelt afdeling 05 voor om de minst draagkrachtige afdelingen een retributie toe te kennen en de afdelingen met een saldo boven de € 10.000,00 hiervan uit te sluiten. Antwoord van het bondsbestuur: Vaststelling van de begroting – waarvan de retributie deel uitmaakt – is aan de orde in de najaarsvergadering van de bondsraad. Het bondsbestuur kan en wil daar op dit moment niet op vooruitlopen, Overigens wordt binnen de pijler bondsorganisatie uitgewerkt wat de toekomstige taak van de afdelingen wordt. Het ligt in de lijn der verwachting dat daaraan gekoppeld een gewijzigd voorstel tot het vaststellen van de retributie wordt voorgelegd aan de bondsraad.

Agendapunt 9

Vacatures in het bondsbestuur

Vraag afdeling 10 29. Wij missen de oproep om kandidaten aan te melden. Antwoord van het bondsbestuur: De oproep heeft gestaan in het infobulletin en de vacatures staan op de NJBB-website. Overigens heeft het bondsbestuur geschikte kandidaten gevonden die voorgedragen worden, zie de bijlage met de voordrachten van de kandidaten.

Agendapunt 11

Aansluiting Instituut Sportrechtspraak

Vragen afdeling 09 Voorts zijn er uit de afdelingsvergadering ten aanzien van agendapunt 11 Aansluiting ISR een tweetal vragen naar voren gekomen: 30. Welke sancties heeft de NJBB als een vereniging weigert haar statuten aan te passen m.b.t. het punt verenigingsleden zijn tevens lid van de bond? Antwoord van het bondsbestuur: Algemeen gesteld riskeert een vereniging die zich niet houdt aan de regels van de bond een tuchtzaak. Voor het door de afdeling genoemde geval is dit echter niet aan de orde omdat er geen bepaling in de nieuwe statuten staat dat verenigingen hun statuten in deze zin moeten aanpassen. Wel (artikel 6.1 sub g) dat zij hun statuten zo moeten vaststellen dat de verenigingsleden gehouden zijn tot naleving van de statuten en reglementen van de bond, maar dat is geen nieuwe bepaling; dit staat al jaren in de statuten. 31. Voor welke categorie spelers gelden de dopingregels? Antwoord van het bondsbestuur: De regels gelden voor alle spelers die deelnemen aan wedstrijden onder auspiciën van de NJBB. Agendapunt 14 – AB 15/05

10-13


Vragen afdeling 10 32. Wij moeten er van uit gaan dat de werkgroep zijn werk goed gedaan heeft. Het is voor ons te specialistisch. Een paar opmerkingen:  p. 9-17 23.4 a: 4e regel laten beginnen met “geheel of gedeeltelijk” Antwoord van het bondsbestuur: Akkoord 33. p. 11-17 27.1 Reikwijdte: waarom vervalt dit artikel? Antwoord van het bondsbestuur: In het overleg met de jurist van het ISR is gebleken dat deze bepaling – in de vorige bondsvergadering op verzoek van het tuchtcollege aan de statuten toegevoegd – juridisch niet houdbaar is. Het is niet mogelijk buitenlandse spelers door middel van een statutaire bepaling verplichtingen op te leggen. In overleg met de toernooicommissie en het tuchtcollege zal een andere manier worden gezocht om deze spelers aan het tuchtrecht van de bond te onderwerpen. Vraag afdeling 16 Op de agenda staat bij punt 11 "Aansluiting Instituut Sportrechtspraak". Een van de zaken die hierin zijn meegenomen zijn het aanpassen van de statuten en het huishoudelijk reglement. Volgens ons is in het van het Huishoudelijk Reglement artikel 9 (Titel: Plichten van verenigingsleden) lid 2b “Plichten” te algemeen gesteld en ontbreekt de opmerking dat dit alleen sport gerelateerde informatie betreft. Voor de volledigheid is het artikel hieronder weergegeven. 34. desgevraagd op eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven te verstrekken aan het bondsbestuur, het desbetreffende afdelingsbestuur, het tuchtcollege, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, dan wel aan een door genoemd orgaan aangewezen commissie of persoon; Bij deze verzoeken wij U de tekst aan te passen, zoals hieronder aangegeven. desgevraagd op eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven, welke aan onze sport gerelateerde zijn, te verstrekken aan het bondsbestuur, het desbetreffende afdelingsbestuur, het tuchtcollege, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, dan wel aan een door genoemd orgaan aangewezen commissie of persoon; Antwoord van het bondsbestuur: Het bondsbestuur is geen voorstander van deze wijziging. De verplichting om informatie te verstrekken moet niet kunnen worden omzeild door een discussie aan te gaan over de vraag of de gevraagde gegevens/informatie wel aan de sport gerelateerd zijn. In situaties waarin het bijvoorbeeld gaat om seksuele intimidatie kan dat verband minder direct zijn, terwijl de informatieplicht dan wel degelijk moet gelden.


11-13


Agendapunt 14

Rondvraag

Afdeling 03 35. Hoe zit de structuur/werkwijze in elkaar voor wat betreft de in te voeren rode en gele kaarten. Wanneer op welk niveau worden deze gebruikt? Antwoord van het bondsbestuur: Het gaat hierbij om de uitvoering van hetgeen staat geregeld in artikel 34 van het ISP (sancties), en ook nu al wordt toegepast. Het gaat niet om nieuwe sancties. De kaarten geven de scheidsrechter een instrument om duidelijker zijn beslissingen in dezen te communiceren (voor iedereen zichtbaar). De ervaring in andere landen is dat daarvan een preventieve werking uitgaat. De scheidsrechterskaarten worden ingevoerd op alle Cat 1 en Cat 2 toernooien vanaf april 2014. Afdeling 05 36. Aanlevering van de vergaderstukken voor de bondsraad zijn dit keer per e-mail verzonden, het gaat hier om 124 pagina’s, is dit structureel of eenmalig? Afdeling 05 denkt dat veel verenigingen en bestuurders daarvan het te veel werk vinden om deze 124 pagina’s uit te printen en te lezen, waardoor de interesse in de bondszaken verder zal terug lopen. Antwoord van het bondsbestuur: De wijze van toezending is structureel. Naast het secretariaat van de afdeling ontvangt de afdeling 2 extra exemplaren voor de bondsafgevaardigden. Het aantal pagina's is uiteraard per keer verschillend. Afdeling 10 37. Allereerst onze complimenten over de kwaliteit van de aangeleverde stukken. Minpunt was dat ze een week te laat werden bezorgd. Antwoord van het bondsbestuur: In de planning is het bondsbestuur uitgegaan van een termijn van 6 weken voorafgaand aan de BV. Echter staat in de statuten inderdaad een termijn van 7 weken genoemd. Het bestuur zal hier voor 2015 rekening mee houden. De gehele planning is in 2014 gebaseerd op een termijn van 6 weken, ook de najaarsvergadering in november.

Afdeling 14 38. Declaraties voor functionarissen bij toernooien van categorie 3 Het moge bekend zijn dat de bondsraad in 2013 heeft besloten om aan functionarissen van de NJBB nog slechts aantoonbare onkosten te vergoeden, en niet langer de door hen vrijwillig ter beschikking gestelde uren. Zoals verwacht heeft dit in onze afdeling en zone geleid tot een drastische daling van het aantal vrijwilligers. Maar dit was een ingecalculeerd risico. Ik citeer uit de notulen van de bondsvergadering van november 2013, regel 278 en verder:


12-13


Afdeling 10 stelt dat de scheidsrechters en wedstrijdleiders niveau 2 geen bondsfunctionarissen zijn, maar verenigingsfunctionarissen en dus niet binnen de genoemde regeling vallen. Sjoerd Pieterse bestrijdt dit: op het moment dat men voor de bond / een afdeling werkzaamheden verricht, valt men onder de regelingen van de bond. Afdeling 10 voorziet dat men zich liever zal inzetten bij verenigingen die een goede vergoeding (in natura) geven aan de functionarissen en dat is een ongewenst situatie. Afdeling 09 stelt voor dat het Bondsbestuur in overleg treedt met de vrijwilligers die een hoge vergoeding krijgen waar belasting over betaald moet worden en dat de regeling onkostenvergoeding een jaar later wordt ingevoerd. Sjoerd Pieterse wijst dit voorstel af: er liggen nu afspraken met de Belastingdienst. Het geven van een dag - of uurvergoeding lijkt op een arbeidsovereenkomst zonder dat wordt voldaan aan de eisen van een arbeidsovereenkomst. Bovendien heeft het Bondsbestuur er voor gekozen om geen onderscheid te maken tussen de verschillende vrijwilligers. Er is in afdeling 14 onduidelijkheid over de interpretatie van bovenstaande passage. Er zijn verenigingen die van mening zijn dat een scheidsrechter of wedstrijdleider die wordt ingezet op een toernooi van categorie 3 geacht wordt daar werkzaamheden voor de bond / een afdeling te verrichten. Deze toernooien vinden immers plaats onder auspiciën van de NJBB. Volgens de geciteerde passage zou aan deze functionarissen dan geen vergoeding voor de gemaakt uren mogen worden betaald. Andere verengingen waren van mening dat het geven van genoemde vergoedingen een zaak is tussen de verenigingen en de functionarissen, en dat het bondsbeleid in deze niet van toepassing zou zijn. De vraag van afdeling 14 aan het bondsbestuur is: bent u van mening dat het verenigingen vrij staat om functionarissen tijdens toernooien van categorie 3 te vergoeden voor de door hen gemaakte uren? De afdelingsvergadering heeft overigens — in afwachting van een reactie van het bondsbestuur tijdens de bondsvergadering —onderling afgesproken dat alle verenigingen de genoemde vergoeding voor gemaakte uren vooralsnog blijven betalen aan de functionarissen. Antwoord van het bondsbestuur: De onkostenregeling van de NJBB is van toepassing op alle functionarissen die door de NJBB worden ingezet. Daarbij maakt het niet uit of het gaat om een landelijke competitie of kampioenschap, een afdelingscompetitie, een promotieactiviteit, een vergadering of wat dan ook. Ook maakt het niet uit of de betreffende vrijwilligers worden ingezet door het bondsbestuur, een commissie of een afdeling. Een afdelingsvergadering kan niet besluiten van het bondsbeleid af te wijken. Verenigingen daarentegen staat het vrij een eigen vrijwilligersbeleid te hebben. Zij kunnen voor vrijwilligers die zij voor hun activiteiten inzetten zelf bepalen welke regelingen zij treffen. Dat geldt ook voor vrijwilligers die zij voor hun toernooien inzetten (ook vrijwilligers die zij 'lenen' van andere verenigingen).


13-13


Agendapunt 9.2

Voorstel tot benoeming Jan Willem Meerwaldt en Maarten Stramrood

Profiel Jan Willem Meerwaldt

Het bondsbestuur heeft de heer Meerwaldt aangezocht zitting te nemen in het bondsbestuur. De heer Meerwaldt heeft de kandidaatstelling aanvaard. Hieronder treft u de CV van de heer Meerwaldt aan. Het bondsbestuur stelt de bondsvergadering voor de heer Meerwaldt te benoemen als lid van het bondsbestuur voor een periode van drie jaar. Kandidaten voor de vacature van bestuurslid kunnen tot één week voor de bondsvergadering worden gemeld bij het bondsbestuur. Een kandidaatstelling kan plaatsvinden door een aantal afgevaardigden dat gezamenlijk ten minste eentiende van het totaal aantal stemmen van de bondsvergadering vertegenwoordigt en dient te zijn voorzien van een curriculum vitae van de kandidaat en van een ondertekende akkoordverklaring van de kandidaat met diens kandidaatstelling.

CV van Jan Willem Meerwaldt Jan Willem Meerwaldt (geb. 31- 08- 1948) studeerde van 1969-1975 sociologie en planologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens zijn studietijd was hij 2 jaar bestuurslid ( waarvan 1 jaar als voorzitter) van de Groninger Studenten Tennis Club. Na afronding van de studie was hij enkele jaren werkzaam als stadssocioloog en planologisch adviseur. Vanaf eind 1979 tot maart 2009 heeft hij met veel plezier gewerkt bij de directie Sport van het ministerie van VWS in Den Haag, waarvan een groot aantal jaren als afdelingshoofd en lid van het managementteam. Tot het takenpakket behoorden onder meer de subsidiering van sportbonden en opleidingen, lokaal sportaccommodatiebeleid, topsportaccommodaties, het sportmedisch beleid ( incl. het antidopingbeleid) en het beleid mbt. voetbalvandalisme. De laatste jaren bij VWS heeft hij zich voornamelijk bezig gehouden met strategische en politiek-bestuurlijke zaken. In die periode was hij verantwoordelijk voor het reguliere bestuurlijk overleg met de georganiseerde sport en met de gemeenten. In 2009 maakte Jan Willem de overstap naar het Ned. Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) in de functie van senior adviseur bij het programma Beweegruimte, om daar mede uitvoering te geven aan het meerjarige project Beweegvriendelijke Omgeving. Doel van dit project was om kennis te verzamelen en verspreiden en gemeenten en andere professionals te adviseren over het beweegvriendelijk inrichten van de omgeving. Het project is eind oktober 2013 succesvol afgerond en dat moment viel samen met zijn laatste werkdag bij NISB i.v.m. het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar de sport blijft altijd trekken! Voor de komende jaren is het dan ook zijn intentie om zich als vrijwilliger te blijven inzetten voor de sport en de sportwereld. Jan Willem wil graag zijn kennis, ervaring en enthousiasme voor de sport delen en zich daarvoor inzetten in een bestuurlijke functie bij een van de landelijke sportorganisaties. Een bestuurlijke functie bij een organisatie als de NJBB spreekt hem zeer aan, omdat de NJBB een nieuwe koers wil gaan varen en omdat Agendapunt 9.2 - BV 24 mei 2014

1-3


er een goed beleidsplan ligt dat daarvoor de fundamenten biedt en er nu een flinke uitdaging ligt om dit plan ten uitvoer te brengen. Een van de pijlers van dit plan is de versterking van de bestuurlijke organisatie en juist daar kan Jan Willem een bijdrage leveren. De uitwerking en samenwerking in werkgroepen spreekt hem zeer aan, aangezien hij goede samenwerking met alle geledingen, open communicatie en gedeelde verantwoordelijkheid als uitgangspunten voor een goed functioneren beschouwt. Tot zijn kerncompetenties horen: analytisch vermogen, strategisch denken, snel kunnen schakelen, verbinden van belangen, diplomatiek en loyaal. Jan Willem Meerwaldt woon in Den Haag, is vader van 4 kinderen en heeft als hobby’s sporten, muziek, cultuur, lezen en reizen.

Profiel Maarten Stramrood Het bondsbestuur heeft de heer Stramrood aangezocht zitting te nemen in het bondsbestuur. De heer Stramrood heeft de kandidaatstelling aanvaard. Hieronder treft u de CV van de heer Stramrood aan. Het bondsbestuur stelt de bondsvergadering voor de heer Stramrood te benoemen als lid van het bondsbestuur voor een periode van drie jaar. Kandidaten voor de vacature van bestuurslid kunnen tot één week voor de bondsvergadering worden gemeld bij het bondsbestuur. Een kandidaatstelling kan plaatsvinden door een aantal afgevaardigden dat gezamenlijk ten minste eentiende van het totaal aantal stemmen van de bondsvergadering vertegenwoordigt en dient te zijn voorzien van een curriculum vitae van de kandidaat en van een ondertekende akkoordverklaring van de kandidaat met diens kandidaatstelling.

CV van Maarten Stramrood Maarten Stramrood studeerde bedrijfseconomie aan de Universiteit van Amsterdam en heeft daarnaast nog diverse opleidingen gevolgd in Nederland en ook enkele in de Verenigde Staten. Hij is werkzaam bij UPC, een kabelmaatschappij, als directeur en verantwoordelijk voor alle communicatie met klanten en alle activiteiten rondom de dienstverlening via de website. Hij geeft leiding aan een team van 50 mensen die zich elke dag bezig houden met alle soorten informatievoorziening rondom de producten die het bedrijf aan bijna 2 miljoen huishoudens in Nederland levert. Men probeert op een steeds relevantere manier en door gebruik van nieuwe technologieën deze informatie zo relevant mogelijk te maken. Maarten is meer dan 15 jaar werkzaam in de telecom en heeft altijd gewerkt in commerciële functies. Daarnaast heeft hij ook enige jaren een eigen bedrijfje gehad waarbij hij golfartikelen verkocht via een website. Dit bedrijf heeft hij enige jaren geleden verkocht en is sindsdien weer in dienst bij een bedrijf.


2-3


NJBB en motivatie Maarten is sinds enige tijd aan het kijken naar activiteiten buiten het normale werk waarbij hij een bijdrage kan leveren op basis van zijn werkervaring. Hierbij is hij in contact gekomen met de Stichting Sport en Zaken die bemiddelt tussen professionals en sportbonden die op zoek zijn naar vrijwilligers met relevante ervaring. Via deze weg kwam Maarten in contact met de NJBB en heeft met veel belangstelling het beleidsplan voor de nieuwe structuur gelezen. Dit plan was dermate professioneel opgesteld dat hij hierdoor geïnteresseerd raakte in de functies die open stonden om dit plan ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. Zijn motivatie bestaat met name uit het kunnen bijdragen aan een succesvolle verandering van de NJBB. Hij denkt hier een grote bijdrage aan te kunnen leveren door zijn werkervaring en door het netwerk dat hij mee brengt. Daarnaast is Maarten een groot voorstander van het deelnemen aan vrijwilligersactiviteiten door hier daadwerkelijk tijd in te investeren. Maarten Stramrood is 40 jaar oud, woont in Amsterdam met vrouw en zoon. Hij is (nog) geen fanatiek jeu de boules speler, maar speelt de sport op een recreatief niveau. Zijn andere hobby's zijn golfen, skiën, hardlopen en jagen.


3-3


AGENDAPUNT 12

Reglement NJBB Masters

Op het bij de bondsstukken meegestuurde voorstel Reglement NJBB Masters zijn een aantal reacties binnengekomen. Deze reacties zijn een advies van de reglementencommissie, opmerkingen en aanvullingen van spelers, verenigingen en afdelingen. Aanleiding:

Het bondsbestuur heeft gemeend op basis van de opmerkingen en aanvullingen een aangepaste versie aan de Bondsraad te moeten voorleggen. Dit aangepaste voorstel is in de bijlage naast het oorspronkelijke voorstel gelegd om de vergelijking eenvoudig te kunnen maken. In de linker kolom van de tabel is het oorspronkelijk voorstel weergegeven en in de rechter kolom het aangepaste voorstel. Voorts zijn de wijzigingen in het aangepaste voorstel in rood en/of onderstreept aangegeven. Tevens is op een aantal plaatsen een toelichting van de reglementencommissie toegevoegd. Bij het opstellen van het reglement is uitgegaan van de bij het in de voorronden van het WK/EK toegepaste speelsysteem. Dit is het spelen op tijd, beperkingen bij het uitwerpen van de but en het moment waarop een nieuwe speelronde wordt geacht te zijn aangevangen.

Samenvatting:

In het reglement is vastgelegd de voorwaarden voor deelname en de toegankelijkheid; de samenstelling van de equipes alsmede regels voor vervanging en invallers. Uitvoerig is beschreven het wedstrijdsysteem en de verdeling van de kwalificatiepunten beschreven.

Besluit:

Het bondsbestuur stelt de Bondsraad voor het Reglement NJBB Masters, Kwalificatie WK/EK vast te stellen.

Agendapunt 12 - BV 24 mei 2014

1-15


NJBB

REGLEMENT NJBB MASTERS KWALIFICATIE WK/EK

mei 2014 versie1.3

Artikel 1 Inleiding De NJBB Masters is een cyclus voor mannentripletten waarvan de winnaar Nederland zal vertegenwoordigen bij het volgende WK- dan wel EK-mannen. De deelnemers aan de NJBB Masters dienen bij aanmelding zich akkoord te verklaren met de in aanhangsel B genoemde nadere eisen.

Artikel 1 Inleiding De NJBB Masters is een cyclus voor mannentripletten waarvan de winnaar Nederland zal vertegenwoordigen bij het volgende WK- dan wel EK-mannen. De deelnemers aan de NJBB Masters dienen bij aanmelding zich akkoord te verklaren met de in aanhangsel B genoemde nadere eisen.

Artikel 2 Deelname en toegankelijkheid 2.1 Aan de NJBB Masters nemen acht tripletten deel, die zich gekwalificeerd hebben via de Nationale Competitie of de kwalificatiereeks van door het bondsbestuur aangewezen triplettentoernooien. De tripletten bestaan elk geheel uit mannen, die in het bezit zijn van een door de NJBB afgegeven Wedstrijdlicentie of een Nederlands paspoort hebben en een door de FIPJP erkende licentie. Tenminste twee spelers van de equipe dienen de Nederlandse nationaliteit te hebben.

Artikel 2 Toegankelijkheid en kwalificatie 2.1 Equipes die aan de NJBB Masters willen deelnemen bestaan uit mannelijke spelers die in het bezit zijn van een door de NJBB afgegeven wedstrijdlicentie of hebben de Nederlandse nationaliteit en een door de FIPJP erkende licentie. Ten hoogste 1 speler van de equipe mag een buitenlandse nationaliteit hebben. De speler met een buitenlandse nationaliteit dient te voldoen aan de nadere voorwaarden die de FIPJP/CEP reglementair verbindt aan deelname aan een wereldkampioenschap respectievelijk Europees kampioenschap. Toelichting: Het is ook mogelijk om met een team van vier personen op te geven. Ook in dat geval is er maar 1 speler met een buitenlandse licentie toegestaan.

2.1.1 De nummers 1 t/m 4 van eindstand van de ereklasse van de Nationale Competitie kwalificeren zich rechtstreeks voor de NJBB Masters. 2.1.2 Het bondsbestuur wijst jaarlijks tenminste zes triplettentoernooien aan als ronde in de kwalificatiecyclus. Het speelsysteem moet, naast dat het een triplettentoernooi, toegankelijk voor tenminste 32 deelnemers, moet zijn, voldoen aan één van de volgende eisen: a. Speelsysteem van directe eliminatie met Hoofd- en Troosttoernooi en eventueel complementaires; b. Voorronde van Franse poules, daarna verdeling in Hoofd- en Troosttoernooi. In deze toernooien wordt gespeeld volgens directe eliminatie met complementaires; Agendapunt 12 - BV 24 mei 2014

2-15


c.

2.1.3

2.1.4

2.1.5

2.1.6

2.1.7

2.2

Voorronde van twee of drie voorgelote partijen, daarna verdeling in Hoofdtoernooi, Troosttoernooi B en eventueel een Troosttoernooi C. In deze toernooien wordt gespeeld volgens directe eliminatie met eventueel complementaires. De kwalificatietoernooien vinden plaats in de periode 1 april t/m 1 oktober van het lopende jaar. Op basis van de eindstand krijgen de equipes kwalificatiepunten toegekend (zie aanhangsel) Deze punten gelden voor de totale equipe en niet voor de afzonderlijke spelers. Voor de eindstand in de kwalificatiecyclus komen de equipes in aanmerking, die aan tenminste de helft, doch niet minder dan vier, van het aantal kwalificatietoernooien hebben deelgenomen; Bij twee toernooien van de kwalificatiecyclus mag met één invaller gespeeld worden om toch in aanmerking voor de punten te komen. Hiervan wordt door de equipeleider melding gedaan aan de toernooicommissie. De eerste en tweede invaller hoeft niet dezelfde persoon te zijn. Voor de eindstand in de kwalificatiecyclus tellen de vijf beste resultaten van de cyclus mee. De nummers 1 t/m 4 van de kwalificatiecyclus plaatsen zich voor de NJBB Masters. De equipes, die zich gekwalificeerd hebben voor deelname aan de NJBB Masters dienen zich schriftelijk, uiterlijk vier weken voor de eerste speeldag van de NJBB Masters, aan te melden bij het bondsbureau van de NJBB.

2.3 Indien een equipe niet inschrijft voor deelname aan de NJBB – Masters, wordt deze ingenomen door de volgende equipe in de eindrangschikking van resp. de NC of de kwalificatiecyclus. Hiervoor komen uitsluitende de nummers 5 en 6 inde rangschikking voor in aanmerking. Verdere aanvulling zal niet plaatsvinden.


2.2

Aan de NJBB Masters nemen maximaal acht tripletten deel, die op grond van de navolgende regels worden geselecteerd:  De nummers 1 t/m 4 van eindstand van de ereklasse van de Nationale Competitie kwalificeren zich rechtstreeks voor de NJBB Masters;  De nummers 1 t/m 4 van de ranglijst opgemaakt na een kwalificatiecyclus van door het bondsbestuur aangewezen triplettentoernooien. 2.3.1 Het bondsbestuur wijst jaarlijks tenminste zes triplettentoernooien aan als voorronde in de kwalificatiecyclus. Het speelsysteem moet voldoen aan één van de volgende eisen: a. Speelsysteem van directe eliminatie met Hoofd- en Troosttoernooi en eventueel complementaires; b. Voorronde van Franse poules, daarna 3-15


verdeling in Hoofd- en Troosttoernooi. In deze toernooien wordt gespeeld volgens directe eliminatie met complementaires; c. Voorronde van twee of drie voorgelote partijen, daarna verdeling in Hoofdtoernooi, Troosttoernooi B en eventueel een Troosttoernooi C. In deze toernooien wordt gespeeld volgens directe eliminatie met eventueel complementaires. 2.3.2 De kwalificatietoernooien vinden plaats in de periode 1 april t/m 1 oktober van het lopende jaar. 2.3.3 Het toernooi moet openstaan voor tenminste 64 deelnemende equipes. Indien aan het toernooi minder dan 32 equipes hebben deelgenomen telt dit toernooi niet mee voor de lopende kwalificatiecyclus. In dit geval komen alle gevolgen van deelname aan het toernooi in het kader van dit reglement te vervallen. Toelichting: Niet alleen de punten tellen niet mee, maar ook telt dit toernooi niet mee voor de bepaling van het aantal toernooien waaraan werd deelgenomen (artikel 2.4.), of voor de invallersregeling (artikel 2.5.) 2.3.4 Op basis van de eindstand krijgen de deelnemende equipes kwalificatiepunten toegekend (zie aanhangsel). Deze punten gelden voor de totale deelnemende equipe en niet voor de afzonderlijke spelers. 2.4 Voor de eindstand in de kwalificatiecyclus komen de equipes in aanmerking, die aan tenminste de helft, doch niet minder dan vier, van het aantal kwalificatietoernooien hebben deelgenomen. 2.5 Bij ten hoogste twee toernooien van de kwalificatiecyclus mag met één invaller gespeeld worden om toch voor de punten in aanmerking te komen. Hiervan wordt door de equipeleider melding gedaan aan de toernooicommissie. De eerste en tweede invaller hoeft niet dezelfde persoon te zijn. 2.6.1 Het team dat vooraf aangeeft met vier spelers aan de kwalificatiecyclus te zullen deelnemen, krijgt punten voor de teamranking wanneer deze zijn gescoord door een team dat is samengesteld uit drie van de vier opgegeven spelers. Agendapunt 12 - BV 24 mei 2014

4-15


2.6.2. De vier aangemelde spelers mogen bij geen ander aan de kwalificatiecyclus deelnemend equipe invallen. Toelichting: Een team dat zich opgeeft met vier spelers, scoort punten voor de team ranking in elke mogelijke samenstelling. Consequentie daarvan is dan wel dat niet van invallers gebruik gemaakt kan worden, immers spelen er dan hooguit nog twee van de vier spelers. Het is verder beter te bepalen dat deze vier spelers helemaal niet mogen invallen, dan te bepalen dat de punten van een team waar werd ingevallen niet meetellen. Op deze manier wordt voorkomen dat het team waarin wordt ingevallen geen punten kan scoren, terwijl dit met een ander invaller wel zou kunnen. Verder is het bestuur van mening dat uit van het opgeven met 4 personen ook een zeker commitment uitgaat, welk niet valt te verenigen met het tevens uitkomen in een ander team. Indien spelers de vrijheid willen behouden kunnen ze er ook voor kiezen om met drie op te geven en (indien noodzakelijk) steeds dezelfde speler te laten invallen. 2.6.3. De vier aangemelde spelers vormen bij kwalificatie ook het team dat aan de NJBB Masters deelneemt. Artikel 3

Samenstelling equipes NJBB Masters De equipes dienen in dezelfde samenstelling in te schrijven als waarin zij zich gekwalificeerd hebben. Indien een speler zich in twee of meer equipes kwalificeert voor de NJBB Masters, zal deze moeten kiezen in welke equipe hij uit zal komen. Een equipe kan echter inschrijven met een vierde speler. De vierde speler dient bij de inschrijving voor deelname aan de NJBB Masters aangemeld te worden en mag niet uit een andere voor de Masters gekwalificeerde equipe komen, tenzij die equipe niet ingeschreven is. Tijdens een partij mag één speler eenmaal gewisseld worden. Dit dient aangegeven te worden op het wedstrijdformulier. Indien de equipe uit vier spelers bestaat, dienen tenminste drie spelers de Nederlandse nationaliteit te hebben.

Artikel 3 Samenstelling equipes NJBB Masters 3.1.1 Na afloop van de kwalificatieperiode dienen de spelers die zich met twee of meer equipes hebben gekwalificeerd voor de NJBB Masters voor 1 november van het lopende jaar bij de hierna in artikel 7 genoemde werkgroep, aan te geven met welk equipe zij willen uitkomen.

3.1.2


Een equipe die als gevolg van de hiervoor genoemde keuze nog slechts bestaat uit twee personen mag worden aangevuld met een derde en eventueel vierde speler. Deze derde en eventueel vierde speler mogen tijdens de

5-15


3.2.1

3.2.2

3.2.3

3.2.4

3.3.1

3.3.2

kwalificatie geen deel uit hebben gemaakt van een ander voor de NJBB Masters gekwalificeerde en ingeschreven equipe, of daarin zijn ingevallen. De equipes, die zich gekwalificeerd hebben voor deelname aan de NJBB Masters worden door de hierna in artikel 7 genoemde werkgroep uitgenodigd om zich in te schrijven voor de NJBB Masters. De equipes worden uitgenodigd in de samenstelling waarin zij zich hebben gekwalificeerd, waarbij eventueel reeds rekening kan worden gehouden met een op grond van artikel 3.1.1 gemaakte keuze. Indien een equipe zich zowel via de nationale competitie als via de kwalificatiecyclus heeft geplaatst, vindt de uitnodiging plaats op grond van de hoogste klassering. De equipes in de NC dan wel de ranglijst van de kwalificatie-cyclus schuiven hiermee een plaats op in de opgeschoonde ranglijst. Indien een uitgenodigde equipe niet wenst deel te nemen aan de NJBB Masters, wordt een uitnodiging gezonden naar de volgende equipe in de eindrangschikking van respectievelijk de NC of de kwalificatiecyclus. Hiervoor komen uitsluitend de nummers 5 en 6 van de nationale competitie en de nummers 5 en 6 van de opgeschoonde rangschikking van de kwalificatiecyclus in aanmerking. Verdere aanvulling zal niet plaatsvinden. Een op grond van dit artikel uitgenodigd equipe dient binnen 4 weken na uitnodiging doch uiterlijk vier weken voor aanvang van de NJBB Masters aan te geven of de uitnodiging wordt geaccepteerd. Equipes kunnen zich inschrijven met een vierde speler. Deze vierde speler mag tijdens de kwalificatie geen deel uit hebben gemaakt van een andere voor de NJBB Masters gekwalificeerd en ingeschreven equipe. Indien de equipe uit vier spelers bestaat, dienen tenminste drie spelers de Nederlandse nationaliteit te hebben. Toelichting: Afgelopen jaar is duidelijk geworden dat het van groot belang is om een goede regeling te formulieren


6-15


Artikel 4 Vervangers en invallers in de NJBB Masters 4.1 In bijzondere gevallen is één vervanger toegestaan e.e.a. ter beoordeling van het bondsbestuur. 4.2 4.3 4.4

In equipes met vier spelers zijn geen invallers toegestaan. In equipes met drie spelers is een invaller toegestaan. De invaller moet voldoen aan het gestelde in artikel 2.1 en mag niet uit een andere gekwalificeerde en deelnemende equipe komen.

Artikel 5 Wedstrijdsysteem NJBB Masters 5.1 De NJBB Masters wordt gespeeld over twee dagen in één weekeinde. 5.2 De vier gekwalificeerde equipes uit de NC worden op basis van de eindrangschikking van de NC genummerd 1 t/m 4. De vier gekwalificeerde equipes uit de kwalificatiecyclus op basis van hun eindrangschikking genummerd 5 t/m 8. De equipes worden verdeeld in twee Frans Poules, te weten de nummers 1, 3, 6 en 8 in poule 1 en de nummers 2, 4, 5 en 7 in poule 2. De equipes met twee winstpartijen gaan door naar de halve finale. De winnaar van poule 1 speelt een best of three tegen de nummer twee uit poule 2 en de winnaar van poule 2 tegen de nummer twee van poule 1. Agendapunt 12 - BV 24 mei 2014

ten aanzien van de deelname aan de masters. Wat als spelers zich met meerdere teams plaatsen en wat als een team zich op meerdere manieren plaatst? Met bovengenoemde regeling moeten dergelijke problemen worden voorkomen. Wanneer een team zich zowel via NC als cyclus plaatst gaat de NC voor. Wanneer de keuze aan het team zou worden gelaten, kan het daarmee andere teams bevoordelen of benadelen, dat moet worden voorkomen. Tevens is helder dat de aanvulling in dit geval geschiedt vanuit de ranglijst van de cyclus. Kiest het team er voor om niet mee te doen, dan wordt aangevuld vanuit de NC. Artikel 4 Vervangers en invallers in de NJBB Masters 4.1. In bijzondere gevallen is één vervanger toegestaan een en ander ter beoordeling van de werkgroep, hierna in artikel 7 genoemd. 4.2 In equipes met vier spelers zijn geen invallers toegestaan. 4.3 In equipes met drie spelers is een invaller toegestaan. 4.4 De invaller respectievelijk vervanger moet voldoen aan het gestelde in artikel 2.1 en mag niet uit een andere gekwalificeerde en deelnemende equipe komen. Toelichting: Het is niet logisch om het bondsbestuur hier mee te belasten. De organisatie ligt bij de werkgroep. Artikel 5 Wedstrijdsysteem NJBB Masters 5.1 De NJBB Masters wordt gespeeld over twee dagen in één weekeinde. 5.2 De vier gekwalificeerde equipes uit de NC worden op basis van de eindrangschikking van de NC genummerd 1 t/m 4. De vier gekwalificeerde equipes uit de kwalificatiecyclus op basis van hun eindrangschikking genummerd 5 t/m 8. De equipes worden verdeeld in twee Frans Poules, te weten de nummers 1, 3, 6 en 8 in poule 1 en de nummers 2, 4, 5 en 7 in poule 2. De equipes met twee winstpartijen gaan door naar de halve finale. De winnaar van poule 1 speelt een best of three tegen de nummer twee uit poule 2 en de winnaar van poule 2 tegen de nummer twee van poule 1. Beide winnaars spelen de volgende dag de eindfinale in een best of 7-15


Beide winnaars spelen de volgende dag de eindfinale in een best of five. 5.3 Elke speeldag vangt aan om 09.00 uur. 5.3.1 Er wordt gespeeld op tijd: 60 minuten plus zo nodig twee extra werpronden. 5.3.2 Zodra een equipe dertien punten heeft gescoord is de wedstrijd geëindigd. 5.3.3 Het verstrijken van de speeltijd wordt aangegeven middels een geluidssignaal. De werpronde wordt uitgespeeld en als dan de dertien punten nog niet bereikt zijn wordt de partij met een werpronde verlengd tot een maximum van twee werpronden. Indien na de tweede werpronde de stand gelijk is wordt een de stand gelijk is wordt een derde beslissende werpronde gespeeld. 5.3.3 Het verstrijken van de speeltijd wordt aangegeven door middel van een geluidssignaal. Een op dat moment reeds begonnen werpronde wordt uitgespeeld. Wanneer na afloop van deze werpronde de dertien punten nog niet zijn bereikt wordt de partij met één werpronde verlengd. Indien na deze extra werpronde de stand gelijk is wordt een beslissende werpronde gespeeld. Toelichting: Deze wijziging is zowel een tekstuele wijziging als een kleine aanpassing in de uitvoering, welke volgens de commissie echter wel recht doet aan het uitgangspunt van het oorspronkelijke voorstel.


five. 5.3 Elke speeldag vangt aan om 09.00 uur. 5.3.1 Er wordt gespeeld op tijd: 60 minuten plus zo nodig twee extra werpronden. 5.3.2 Zodra een equipe dertien punten heeft gescoord is de wedstrijd geëindigd. 5.3.3 Het verstrijken van de speeltijd wordt aangegeven middels een geluidssignaal. De werpronde wordt uitgespeeld en als dan de dertien punten nog niet bereikt zijn wordt de partij met een werpronde verlengd tot een maximum van twee werpronden. Indien na de tweede extra werpronde

8-15


Artikel 6 Speelterrein NJBB Masters 6.1 Er wordt gespeeld in een overdekte accommodatie met tenminste vier afgebakende banen van 15 bij 4 meter. 6.2 De lijnen zijn verlieslijnen. 6.3 Bij elke baan zijn vier zitplaatsen gecreëerd ten behoeve van de coaches en de vierde spelers. Tevens is er een zitplaats voor de scheidsrechter. 6.4 Aan tenminste twee zijden van het speelterrein is voldoende ruimte voor de toeschouwers. 6.5 Bij elke baan is een scorebord aanwezig waar tijdens de partij de stand op wordt bijgehouden. De coach, equipeleider c.q. vierde spelers is verantwoordelijk voor het bijhouden van de stand. Artikel 7 Toernooiorganisatie, -leiding en administratie 7.1 De organisatie is in handen van een werkgroep bestaande uit leden van de toernooicommissie en de sectie topsport;

7.2

De toernooicommissie wijst de wedstrijdleider en de scheidsrechter aan. Deze zijn gecertificeerd op niveau 3;

7.3

Onverminderd de hem toegekende taken op grond van artikel 35 en 36 van het Toernooireglement Petanque houdt de wedstrijdleider een volledige administratie


Artikel 6 Speelterrein NJBB Masters 6.1 Er wordt gespeeld in een overdekte accommodatie met tenminste vier afgebakende banen van 15 bij 4 meter. 6.2 De lijnen zijn verlieslijnen. 6.3 Bij elke baan zijn vier zitplaatsen gecreëerd ten behoeve van de coaches en de vierde spelers. Tevens is er een zitplaats voor de scheidsrechter. 6.4 Aan tenminste twee zijden van het speelterrein is voldoende ruimte voor de toeschouwers. 6.5 Bij elke baan is een scorebord aanwezig waar tijdens de partij de stand op wordt bijgehouden. De coach, equipeleider c.q. vierde spelers is verantwoordelijk voor het bijhouden van de stand. Artikel 7 Toernooiorganisatie, -leiding en administratie 7.1 De organisatie is in handen van een werkgroep bestaande uit leden van de toernooicommissie en de sectie topsport, zij draagt ondermeer zorg voor:  de aanwijzing van de speellocatie;  het overeenkomstig dit reglement inrichten van het speelterrein;  de administratieve organisatie in verband met de uitnodiging en aanmelding van de equipes;  de administratieve organisatie in verband met de uitvoering van de invaller- en vervangingsregeling;  de communicatie rond de NJBB Masters met de in eerste instantie daarvoor gekwalificeerde en in het vervolg daarvan ingeschreven equipes;  de promotionele activiteiten verband houdende met de NJBB Masters; de aanwijzing van de wedstrijdleider en de scheidsrechter(s); deze zijn ten minste gecertificeerd op niveau 3. 7.2 Onverminderd de hem toegekende taken op grond van artikel 35 en 36 van het Toernooireglement Petanque houdt de wedstrijdleider een volledige administratie bij van de uitslag van de gespeelde partijen; 7.3 De wedstrijdleider draagt er zorg voor dat een volledig afschrift van de in artikel 7.3 bedoelde administratie binnen twee werkdagen bij de toernooicommissie

9-15


bij van de uitslag van de gespeelde partijen;

De wedstrijdleider draagt er zorg voor dat een volledig afschrift van de in artikel 7.3 bedoelde administratie binnen twee werkdagen bij de toernooicommissie aanwezig is. Artikel 8 Prijzen De winnaar van de NJBB Masters kwalificeert zich voor deelname aan het eerstvolgende WK mannen dan wel EK mannen. Er zal in overleg een voorbereidingsprogramma naar het betreffende kampioenschap worden vastgesteld. Artikel 9 Afwijkende spelregels Er wordt gespeeld volgens de regels van het Internationaal Spelreglement (Nederlandse uitgave) met de hieronder aangegeven afwijkingen. 9.1 De volgende werpronde is begonnen op het moment dat de laatst gegooide boule van de lopende speelronde tot stilstand is komen of het moment dat het but tijdens een werpronde op ongeoorloofd terrein is gekomen; 9.2 Als na twee werppogingen het but nog niet reglementair is, zal de tegenstander het but op een door hen gekozen, reglementaire, plaats neerleggen. De equipe die het but na de twee werppogingen heeft moeten afstaan behoudt het recht de eerste boule te werpen; 9.3 De in artikel 20 van het ISP genoemde speeltijd van 1 minuut is voor de NJBB Masters teruggebracht naar 45 seconden.

aanwezig is. Toelichting: Omdat de werkgroep een nieuw fenomeen is, is het goed om aan te geven wat ondermeer tot haar taken behoort. Zo is duidelijk wat de werkgroep doet en wat anderen doen. Het is logischer om de aanwijzing van de wedstrijdleider en scheidsrechter ook bij de werkgroep neer te leggen. Dit heeft consequenties voor de doornummering.

7.4

Artikel 8 Prijzen De winnende equipe van de NJBB Masters kwalificeert zich voor deelname aan het eerstvolgende WK mannen dan wel EK mannen. Er zal in overleg een voorbereidingsprogramma naar het betreffende kampioenschap worden vastgesteld. Artikel 9 Afwijkende spelregels Er wordt gespeeld volgens de regels van het Internationaal Spelreglement (Nederlandse uitgave) met de hieronder aangegeven afwijkingen. 9.1 De volgende werpronde is begonnen op het moment dat de laatst gegooide boule van de lopende speelronde tot stilstand is komen of het moment dat het but tijdens een werpronde op ongeoorloofd terrein is gekomen; 9.2 Als na twee werppogingen het but nog niet reglementair is, zal de tegenstander het but op een door hen gekozen, reglementaire, plaats neerleggen. De equipe die het but na de twee werppogingen heeft moeten afstaan behoudt het recht de eerste boule te werpen; 9.3 De in artikel 20 van het ISP genoemde speeltijd van 1 minuut is voor de NJBB Masters teruggebracht naar 45 seconden. 9.4 Voor teams die bestaan uit vier spelers geldt dat tijdens een partij één speler eenmaal mag worden gewisseld. Deze wissel dient te worden aangegeven op het wedstrijdformulier. Opmerkingen reglementencommissie: De reglementencommissie is op zich geen voorstander van het afwijken van de


10-15


spelregels. Naar de commissie begrijpt zijn de wijzigingen ingegeven door de gedachte dat hiermee de voortgang van de partijen wordt bespoedigd. Het is de vraag of dit het geval is. Wanneer je als team tijd wilt rekken biedt het spelreglement daartoe nog genoeg legale mogelijkheden, welke in dit kader meer effect sorteren. Toch heeft de commissie gemeend om mee te denken over de voorstellen: Ten aanzien van 9.1 merkt de commissie op dat in de FAQ (zie NJBB website) een meer bruikbare omschrijving van het einde van een werpronde is opgenomen gebaseerd op de uitleg van de artikelen 13 en 26 van het ISP. Ten aanzien van 9.2. merkt de commissie op dat het neerleggen van het but volstrekt in strijd is met zowel de geest van het spel als hetgeen in ISP artikelen 7 en 8 is geregeld. Een goed alternatief is het aantal werppogingen van 3 tot 2 te beperken, waarbij ook de werptijd wordt beperkt. In ieder geval zou er dan iets moeten worden geregeld over het verplaatsen van de cirkel. In het onderstaande voorstel van de reglementencommissie is dat niet vereist. 9.3. verder ongewijzigd al is dit wel een symbolische maatregel. Vorenstaande lijdt tot het volgende tekstvoorstel: 9.1. Een werpronde eindigt direct vóór het oprapen van de boules, dus zodra het aantal punten is overeengekomen en de equipes het onderling eens zijn geworden over de nieuwe puntenstand. De werpronde eindigt bovendien als het but ongeldig wordt. 9.2. Als na twee opeenvolgende pogingen door eenzelfde equipe het but nog altijd niet reglementair is uitgeworpen, gaat het over naar de tegenstander die eveneens twee pogingen mag doen. De toegestane totale tijd voor het twee maal uitwerpen van een but bedraagt 45 seconden. De equipe die het but na de twee werppogingen heeft moeten afstaan behoudt het recht de eerste boule te werpen;


11-15


Artikel 10 De vierde speler in het WK/EK 10.1 Indien de winnaar van de NJBB Masters met vier spelers aan de NJBB Masters heeft deelgenomen, dan zijn dat de vier spelers, die deel uit te maken van de equipe tijdens het voorbereidingsprogramma voor en het WK- dan wel EK-mannen; 10.2 Indien de winnaar van de NJBB Masters met drie spelers aan de NJBB Masters heeft deelgenomen, kiest deze een vierde speler om deel uit te maken van de equipe tijdens het voorbereidingsprogramma voor en het WK- dan wel EK-mannen. Deze vierde speler heeft tenminste twee partijen van de NJBB Masters gespeeld.

Artikel 11 De coach tijdens het WK/EK De equipe zal tijdens de voorbereiding en het kampioenschap worden begeleid door een door de NJBB aan te wijzen coach.


Artikel 10 De vierde speler in het WK/EK 10.1 Indien de winnaar van de NJBB Masters met vier spelers aan de NJBB Masters heeft deelgenomen, dan zijn dat de vier spelers, die deel uit te maken van de equipe tijdens het voorbereidingsprogramma voor en het WKdan wel EK-mannen; 10.2 Indien de winnaar van de NJBB Masters met drie spelers aan de NJBB Masters heeft deelgenomen, kiest deze een vierde speler om deel uit te maken van de equipe tijdens het voorbereidingsprogramma voor en het WK- dan wel EK-mannen. Deze vierde speler heeft ten minste twee partijen van de NJBB Masters gespeeld. Opmerking van de reglementencommissie: De beperking van de keuze van de vierde speler opgenomen in 10.2 zou er toe kunnen leiden dat een goede speler die deel uit heeft gemaakt van een equipe van 4 personen die op de eerste dag werd uitgeschakeld niet kan worden gekozen, omdat deze speler bij een van de wedstrijden niet heeft gespeeld.. Artikel 11 De coach tijdens het WK/EK De equipe zal tijdens de voorbereiding en het kampioenschap worden begeleid door een door de NJBB aan te wijzen coach.

12-15


AANHANGSEL A: VERDELING VAN DE KWALIFICATIEPUNTEN Indien door minder dan 32 equipes aan een kwalificatietoernooi wordt deelgenomen worden geen kwalificatiepunten toegekend.

Directe eliminatie De puntentelling op basis van de eindstand is: 17-32 (Deze kolom vervalt)

32-64

65-128

Hoofdtoernooi

Hoofdtoernooi

Hoofdtoernooi

1

25 punten

1

30 punten

1

35 punten

2

20 punten

2

25 punten

2

30 punten

3 en 4

15 punten

3 en 4

20 punten

3 en 4

25 punten

5 t/m 8

10 punten

5 t/m 8

15 punten

5 t/m 8

20 punten

9 t/m 16

10 punten

9 t/m 16

15 punten

17 t/m 32

10 punten

Complementaire A

Complementaire A

Complementaire A

1

17 punten

1

21 punten

1

25 punten

2

13 punten

2

17 punten

2

21 punten

3 en 4

9 punten

3 en 4

13 punten

3 en 4

17 punten

5 t/m 8

5 punten

5 t/m 8

9 punten

5 t/m 8

13 punten

9 t/m 16

5 punten

9 t/m 16

9 punten

17 t/m 32

5 punten

Troosttoernooi

Troosttoernooi

Troosttoernooi

1

12 punten

1

15 punten

1

18 punten

2

9 punten

2

12 punten

2

15 punten

3 en 4

6 punten

3 en 4

9 punten

3 en 4

12 punten

5 t/m 8

3 punten

5 t/m 8

6 punten

5 t/m 8

9 punten

9 t/m 16

3 punten

9 t/m 16

6 punten

17 t/m 32

3 punten

Complementaire B

Complementaire B

Complementaire B

1

6 punten

1

8 punten

1

10 punten

2

4 punten

2

6 punten

2

8 punten

3 en 4

2 punten

3 en 4

4 punten

3 en 4

6 punten

5 t/m 8

0 punten

5 t/m 8

2 punten

5 t/m 8

4 punten

9 t/m 16

0 punten

9 t/m 16

2 punten

17 t/m 32

0 punten


13-15


Bij voorronde Franse poules Als na de voorronde verder gespeeld wordt in een hoofdtoernooi en een troosttoernooi worden voor de puntentoekenning de tabel hoofdtoernooi en complementaire A gebruikt. Als na de voorronde verder gespeeld wordt in een hoofdtoernooi, een troosttoernooi, een complementaire A en complementaire B worden voor de puntentoekenning bovenstaande tabellen gebruikt. Bij voorronde en poules Als na de voorronde verder gespeeld wordt in een hoofdtoernooi en een troosttoernooi worden voor de puntentoekenning de tabel hoofdtoernooi en complementaire A gebruikt. Bij voorronde en daarna drie toernooien Hoofdtoernooi

Troosttoernooi B

Troosttoernooi C

1

35 punten

1

18 punten

1

6 punten

2

30 punten

2

15 punten

2

4 punten

3 en 4

25 punten

3 en 4

12 punten

5 t/m 8

20 punten

5 t/m 8

9 punten

3 en 4 5 t/m 8

2 punten 0 punten

9 t/m 16

15 punten

9 t/m 16

6 punten

9 t/m 16

0 punten

Complementaire A

Complementaire B

1

25 punten

1

10 punten

2

21 punten

2

8 punten

3 en 4

17 punten

3 en 4

6 punten

5 t/m 8

13 punten

5 t/m 8

4 punten

9 t/m 16

9 punten

9 t/m 16

2 punten

Complementaire C Geen punten

Indien na de voorronde in een poule verder gespeeld wordt met voorgelote partijen worden aan deze poule geen punten toegekend.


14-15


AANHANGSEL B: AANVULLENDE EISEN VOOR UITZENDING Inschrijving voor de NJBB Masters houdt tevens in dat de spelers van de equipes verklaren dat men de aanvullende eisen accepteert en zal naleven. 1. Tijdens de NJBB-Masters en in de periode na selectie voor uitzending tot na het WK of EK zullen geen middelen gebruikt worden, die op de lijst van verboden middelen staan. 2. Medicatie, die op de lijst van verbodenmiddelen staat en noodzakelijk is voor de gezondheid van de betreffende speler zal vooraf gemeld worden bij de sectie topsport. 3. Tijdens de speeldagen zal geen alcohol genuttigd worden tot na beëindiging van de laatste partij van de dag. 4. De spelers gedragen zich te allen tijde tijdens de NJBB Masters, de daarop volgende voorbereiding en het WK/EK als echte ambassadeurs van Nederland en de Nederlandse Jeu de Boules Bond en houden zich aan de gedragsregels van de NJBB. 5. Het niet voldoen door een lid van de equipe aan deze aanvullende eisen kan diskwalificatie van de complete equipe of uitsluiting van de individuele equipeleden van deelname aan de NJBB Masters in de volgende drie jaar. 6. Als de diskwalificatie de winnaar van de NJBB Masters betreft, zal de plaats worden ingenomen door de nummer twee van de NJBB Masters.


15-15


Agendapunt 13

Voorstel tot aanpassing onkostenbeleid

Geachte Dames en Heren, In de afdelingsvergadering van Afdeling 09 van de NJBB, gehouden op 28 april 2014, heeft het Afdelingsbestuur van Afdeling 09 aan de verenigingen een dringende situatie voorgelegd: Door de vaststelling door de Bondsraad in November 2013 van het voorgenomen beleid van het Bondsbestuur met betrekking tot de nieuwe onkostenvergoedingsregeling NJBB 2014 dreigt een leegloop van actieve functionarissen (wedstrijdleiders en scheidsrechters) in de afdelingscompetities. Een enquete onder de functionarissen in Afdeling 09 laat een alarmerend beeld zien, waarbij van de 69 aangeschreven functionarissen (sommige personen zijn in beide disciplines actief), uit de geretourneerde reacties, slechts 10 wedstrijdleiders en 11 scheidsrechters bereid blijken om zich te blijven inzetten voor afdelingscompetities. Daar deze functionarissen zelf ook deelnemers kunnen zijn in deze competities is de inzetmogelijkheid beperkter, terwijl er per jaar meer dan 150 dagdelen opgevuld dienen te worden binnen de afdelingscompetities. In eerste instantie is binnen afdeling 09 is voor 2015/2016 een afbouwende overgangsregeling getroffen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een externe partij, waardoor juridisch gezien niet meer door onze NJBB afdeling betaald wordt voor functievergoeding. In een overleg met het Afdelingbestuur van Afdeling 09 heeft het Bondsbestuur aangegeven dit onwenselijk te vinden, daar in conflict met bondsbeleid. Het Afdelingsbestuur heeft daarop aangegeven het huidige Bondsbeleid een bedreiging voor de afdelingscompetities, daarmee voor de afdeling en ook voor de bond in totaliteit, te vinden daar er voor ultimo 2015 geen vervangende functionarissen op te leiden zijn, daar alle opleidingen in 2014 opgeschort zijn in het kader van bepaling van het nieuwe meerjarenbeleid van de NJBB. Het Afdelingbestuur heeft daarbij ook aangegeven niet expliciet tegen de gedachte achter de nieuwe onkostenvergoedingregeling te zijn, maar wel expliciet tegen de termijn van invoering. Het ware voor alle partijen beter geweest om dit beleid later in te voeren, danwel vergoedingen gefaseerd af te bouwen, daarmee de afdelingen de mogelijkheid te geven eventueel vervangend kader te zoeken en op te laten leiden. Tevens dient vermeld te worden dat de oorspronkelijke onkostenvergoedingsregeling voor functionarissen bij afdelingscompetities nooit in conflict met de wettelijke normen is geweest of zal zijn. Per jaar mag 1500 EUR worden betaald aan vrijwilligersvergoeding, terwijl de functionarissen in de afdeling niet eens in de buurt van dat bedrag kwamen en zullen komen. Met het Bondsbestuur is overeengekomen dat een aanvechting van het huidige beleid, op verzoek van de afdeling, op de agenda van de Bondsvergadering in Mei 2014 geagendeerd kan worden, waarbij geen procedurele blokkades zullen volgen. Beide partijen hebben afgesproken de uitkomst van de uitkomst in Mei 2014 ook volledig te zullen respecteren. Op grond van bovenstaande heeft de Afdelingsraad van Afdeling 09 met overgrote meerderheid besloten een voorstel tot agendering van aanpassing van het huidige bondsbeleid met betrekking tot de onkostenregeling NJBB 2014 te ondersteunen.


1-3


Voor de komende bondsvergadering zal dan ook een voorstel tot aanpassing van dit beleid ingediend worden met de volgende strekking: “De Bondsraad wordt verzocht het vigerend bondsbeleid met betrekking tot de onkostenvergoedingsregeling 2014 van de NJBB te herzien, en het Bondsbestuur opdracht te geven om terug te keren naar het eerder beleid met betrekking tot onkostenvergoedingen binnen de NJBB. De Bondsraad wordt verzocht nieuw beleid met betrekking tot de onkostenvergoedingen aan de opdracht voor de projectgroep voor meerjarenbeleid met betrekking tot de bondsorganisatie toe te voegen. Tenslotte wordt de Bondsraad verzocht om, binnen het beleid van onkostenvergoeding van de NJBB de functievergoeding, vermeerderd met bovenwettelijke onkostenvergoeding, voor bondsfunctionarissen vast te stellen tot maximaal de wettelijk vastgestelde norm voor vrijwilligersvergoedingen.” Hierdoor worden de mogelijkheden om te komen tot een behoorlijk beleid binnen wettelijke grenzen aanzienlijk vergroot, terwijl er voor alle geledingen binnen de bondsorganisatie een behoorlijke termijn voor eventuele aanpassing wordt gecreëerd.


2-3


Reactie bondsbestuur

In een overleg van het bondsbestuur met het bestuur van afdeling 9 heeft het afdelingsbestuur aangegeven een overgangs- respectievelijk afbouwregeling noodzakelijk te achten voor de onkostenregeling, om te voorkomen dat er op korte termijn een tekort ontstaat aan scheidsrechters en wedstrijdleiders voor de afdelingscompetities. Het bondsbestuur vindt zo'n overgangsregeling geen goed idee, maar heeft aangegeven dat als de afdeling dit wil, het niet de juiste weg is om het vastgestelde bondsbeleid dan maar te negeren. Als een afdeling het oneens is met door het bondsbestuur genomen besluiten, dan kan zij de bondsraad om een uitspraak vragen. Daarbij heeft het bondsbestuur inderdaad toegezegd geen formele/procedurele barrières te zullen opwerpen, en een inhoudelijke discussie hierover tijdens de bondsvergadering mogelijk te zullen maken. Voorts werd toegezegd een uitspraak van de bondsraad op dit punt te zullen respecteren, onder de voorwaarde dat dit uitvoerbaar zou zijn, dat wil zeggen dat het de bond niet in de problemen zou mogen brengen. Nu stelt de afdeling iets heel anders voor dan een overgangsregeling. Het eerste voorstel, namelijk om terug te keren naar de oude onkostenregeling, zou ons direct in conflict brengen met de belastingdienst: die regeling was immers voor de belastingdienst reden om ons op de vingers te tikken. Het is onverantwoord om dat te riskeren. De afdeling wil dat kennelijk oplossen door haar laatste voorstel de onkostenvergoedingen te maximeren op het wettelijk toegestane bedrag voor vrijwilligersvergoedingen. Dat is echter niet terugkeren naar het oude beleid (waar zo'n maximum niet in zat) maar een andere regeling. Een regeling waarmee een driedeling wordt gecreëerd: er zijn dan vrijwilligers die hun onkosten vergoed krijgen en daarboven een dagvergoeding krijgen, vrijwilligers die alleen hun onkosten vergoed krijgen, en vrijwilligers die slechts een (soms gering) deel van hun onkosten vergoed krijgen. Het bondsbestuur vindt dit een principieel verkeerd beleid. Daarom hebben wij, toen er noodgedwongen iets moest veranderen, gekozen voor een onkostenregeling die voor allen gelijk is, gebaseerd op (onder meer) het uitgangspunt dat vrijwilligerswerk onbetaald is. Tot slot zegt de afdeling niets over de directe financiële consequenties van haar voorstel. Uitvoering van dit voorstel zal leiden tot behoorlijke overschrijdingen van de begroting, wat wij ons op dit moment zeker niet kunnen permitteren. Het bondsbestuur adviseert de bondsraad nadrukkelijk dit voorstel niet te aanvaarden.


3-3

2. Mededelingen 2.1 Stand van zaken implementatie meerjarenbeleidsplan (schriftelijk) 2.2 Data bondsvergadering 2015 (schriftelijk)

Recommend Documents