Nummer 2011/2 – Mei – Juni – Juli 2011 – Afgiftekantoor: 1099 Brussel X – P509305
Belgium & Luxembourg
Delhaize en Coca-Cola implementeren de e-factuur ■ Lactalis kiest voor CDB ■ De DIY en tuinsector gaan van start ■ Coupons via Facebook ■ Forum 2011
LINK 2011/2
Colofon In dit nummer GS1 Belgium & Luxembourg Koningsstraat 29, 1000 Brussel Tel: 02 229 18 80, Fax: 02 217 43 47 E-mail:
[email protected] Website: www.gs1belu.org Driemaandelijks ledentijdschrift: Mei - Juni - Juli 2011 Afgiftekantoor: 1099 Brussel X – P509305 Verantwoordelijke uitgever: Jan Somers, Koningsstraat 29, 1000 Brussel Hoofdredactie: Dominique vertroost Redactie: Stafleden GS1 Belgium & Luxembourg Werkte ook mee aan dit nummer: Jan Verbanck Grafische vormgeving: www.ramdesign.be Foto’s: Dieter Paternoster, David Plas & GS1 Ce magazine existe également en français et est disponible sur demande à notre secrétariat
GS1 eCom EDI factuur In dit dubbelinterview bespreken Carine Driessen (Delhaize) en Erik De Clercq (Coca-Cola Enterprises) hun gezamenlijke e-facturatie project. ....................................................................... 4
GS1 GDSN Lactalis kiest voor CDB Voor het beheer van alle productinformatie maakt zuivelfabrikant Lactalis gebruik van de CDB. Daarmee is het bedrijf volop bezig zich voor te bereiden op de toekomst die er inzake databeheer aankomt. ....................................................................... 8
GS1 Barcodes Coupons via Facebook Met socialBricks™ lanceert Couponstar een nieuwe tool op de Belgische markt, waarmee bedrijven afdrukbare e-coupons kunnen integreren in sociale netwerksites. Managing director Jared Keen licht de opportuniteiten toe. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Verder nog: Business case LS Frais van partner UP trace . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Slechte data kosten de Belgische retailsector meer dan 26 miljoen € per jaar . De DIY & Tuin sector gaat van start . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Forum 2011 ‘Shoppers are turning green – are you?’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GLN Database: centraal registratiepunt voor al uw adresgegevens . . . . . . GS1 Scorecard 2011: de resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Doorbraak in de EU reglementering voor geneesmiddelen . . . . . . . . . . . . . . Catman training voor beginners . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 11 12 16 20 22 23 24
GS1 MobileCom Day 2011 Op woensdag voormiddag 29 juni 2011 neemt GS1 Belgium & Luxembourg deel aan de GS1 MobileCom dag, een wereldwijd event rond het groeiende potentieel van de mobiele handel en de digitale B2C interactie in de FMCG/Retailsector. Het thema 2011 is 'How mobile phones
2
are changing shopping behaviour and consumer needs for trusted information'. GS1 Belgium & Luxembourg organiseert een lokaal evenement in dit kader. Achtereenvolgens kan u horen welke de lopende en toekomstige initiatieven van GS1 MobileCom zijn en een webinar volgen met boeiende case studies. Nadien
hebben wij vertegenwoordigers van organisaties, fabrikanten, distributeurs en solution providers uitgenodigd die in debat zullen gaan over het dagthema. Voor het programma en de online inschrijving op dit gratis event: zie www.gs1belu.org/nl/ mobilecom-day-2011
Editoriaal
Tijdens Forum 2011 stond datakwaliteit centraal. De studie, uitgevoerd door BearingPoint en de Universiteit Antwerpen, in opdracht van GS1 Belgium & Luxembourg heeft onze vermoedens bevestigd: er bestaat een belangrijke mismatch (in de grootteorde van 50 à 70%) tussen de productgegevens zoals ze bestaan bij de leverancier enerzijds en opgenomen worden in de systemen van de klant-distributeur anderzijds. Jaarlijks verliest de Belgische retailsector naar schatting meer dan 26 miljoen euro tengevolge van slechte data. Tot zover de vaststelling. Deze studie betekent een extra motivatie en aanzet om concrete acties te ondernemen. In haar vergadering van begin juni jl. heeft de Raad van Bestuur de discussie rond een nieuwe B2B en B2C strategie ingezet. Welke zijn onze speerpunten en welke strategie en actieplan stellen we hier tegenover? Later dit jaar zullen wij hier verder over berichten.
Samenwerking is een sleutelwoord in deze context. Fabrikant, distributeur, groothandelaar, hospitaal, veiling, verpakkingsontwerper, … allen hebben belang in een correcte, gecentraliseerde en gestandaardiseerde gegevensuitwisseling. GS1 GDSN (Global Data Synchronisation Network) is het antwoord op deze uitdaging. Naast de FMCG is nu ook de doe-het-zelf en de tuinketen hiermee van start gegaan tijdens een gezamenlijk congres van GS1 Nederland en GS1 Belgilux (zie pagina 12 in deze LINK). Tijdens de GS1 MobileCom Day van 29 juni ek. staat het belang van correcte en betrouwbare data in mobiele applicaties in de kijker. Als consument, resp. als patiënt, rekenen wij op betrouwbare data en de verantwoordelijkheid van de bedrijven hieromtrent. Laten we hier samen werk van maken! Bart Oelbrandt Voorzitter GS1 Belgium & Luxembourg Supply Network Operations Leader Benelux P&G
Opleidingskalender GS1 Belgium & Luxembourg organiseert de volgende trainingen tijdens het 2de semester 2011: Thema training
Datum
Taal
Hoe zet ik een correcte GS1 Barcode op mijn producten
15 september 2011, 9u30 tot 12u30 15 september 2011, 13u30 tot 16u30
FR NL
Het goed gebruik van de GS1 barcode (SSCC) op uw palletten
10 oktober 2011, 10u tot 12u 10 oktober 2011, 14u tot 16u
NL FR
De CDB, uw unieke toegang tot wereldwijde elektronische gegevenssynchronisatie
6 september 2011, 13u tot 17u 4 oktober 2011, 13u tot 17u 10 november 2011, 13u tot 17u 6 december 2011, 13 u tot 17u
NL FR NL FR
Catman for beginners
20 september 2011, 9u tot 18u
Engels
Alle trainingen gaan door in de lokalen van GS1 Belgium & Luxembourg en zijn gratis. Voor meer informatie en online registratie: zie www.gs1belu.org/nl/seminaries . Voor meer informatie over de training 'Catman for beginners' (programma, plaats, kost) verwijzen wij naar pagina 24 van deze LINK.
3
Voortaan papierloos factureren
EDI-factuur tussen Delhaize België en Coca-Cola Enterprises Belgium Ooit waren er utopische droombeelden van papierloze kantoren. Zover is het nog niet gekomen, maar dat het in volle digitale tijdperk een aantal onmiskenbare voordelen heeft om bepaalde processen papierloos te laten verlopen, lijdt geen twijfel. Reductie van de milieubelasting is er één van, maar efficiëntie en kostenbesparing spelen een minstens even belangrijke rol.
Al enige tijd hebben Delhaize België en Coca-Cola Enterprises Belgium de experimenteerfase achter de rug en wisselen ze volop operationeel facturatiegegevens uit via elektronische weg (EDI). Carine Driessen, projectmanager e-Projects bij Delhaize België, en Erik De Clercq, ECR (Efficient Consumer Response) Manager bij Coca-Cola Enterprises Belgium, lichten hun samenwerkingsproject toe. Delhaize België hoopt trouwens zeer binnenkort ook met andere leveranciers een project rond e-invoicing op te starten.
Onze gesprekspartners Erik De Clercq is ECR Manager bij Coca-Cola Enterprises Belgium. Hij heeft wel een IT-achtergrond, maar heeft nooit echt in IT gewerkt. Momenteel is hij verantwoordelijk voor de samenwerkingsprojecten met technische invalshoek met de retailklanten. Hij houdt zich bezig met EDI, Global Data Synchronisatie en leveringsprocessen zoals VMI, in samenspraak met het logistics account management, als onderdeel van de afdeling customer logistics. Carine Driessen is projectmanager e-Projects bij Delhaize België. Zij is verantwoordelijk voor alle e-processen in het Finance Department van haar bedrijf. In die hoedanigheid werkt ze nauw samen met GS1 Belgium & Luxembourg, meer bepaald in de werkgroep e-invoicing, die aan een geharmoniseerd formaat werkt. Evenals Erik De Clercq heeft Carine Driessen een opleidingsachtergrond in IT; zij heeft wel IT-functies uitgeoefend.
Reële besparing Kunt u kort de inhoud van het project in uw bedrijf beschrijven? De Clercq: Het is historisch gegroeid. In 2006 hebben we EDI ingevoerd en Delhaize België was onze eerste klant. Na wat ‘geworstel’ besloten we dat de 3-way match (de elektronische afhandeling van bestelling, leveringsnota en factuur) de enige goede manier was. Eind 2007 was het systeem operationeel en in een tweede fase (in 2009)
hebben we de zelfstandigen erbij genomen. De pragmatische samenwerking is bijzonder vlot verlopen. Toen de vraag van Delhaize België kwam om volledig papierloos te gaan, hebben we positief gereageerd. Na analyses en programmatie zijn we aan het testen geslagen. Tijdens de testfase verbeterden we continu en stuurden we voortdurend bij. In dit samenwerkingsproject met Delhaize
Start gewoon. Wacht niet tot je alle oplossingen vooraf kent, want dat lukt nooit.
4
België gaat het over 47 000 facturen op jaarbasis. Driessen: Wij zijn al jaren met EDI bezig. Eerst werkten we voor facturatie met elektronische berichten en een papieren versie ernaast, maar in september 2009 zijn we uiteindelijk gestart met e-invoicing. In april 2010 hadden we een live oplossing en toen hebben we onder meer Coca-Cola Enterprises Belgium aangeschreven om mee in het project te stappen. Door het grote volume aan facturatie konden we met hen intensief alle flows uittesten.
Wat waren jullie drijfveren om met dit project van start te gaan? Driessen: Delhaize België is gedreven door procesoptimalisatie. De kostenstructuur staat tegenwoordig zwaar onder druk; processen worden gecontroleerd om beter, sneller en accurater te werken. Dematerialisatie van de facturatie maakt touchless inboeken mogelijk, waardoor er meer tijd vrij komt voor betere opvolging en controles. De Clercq: Bij ons heeft het kostenaspect misschien minder gespeeld, al realiseer je door de papierberg en de postverwerking uit te schakelen, wel een reële besparing. Als er evenwel één minpunt is dat soms naar voren komt in onze evaluaties op klantentevredenheid, dan zijn het onze administratieve processen. Daarom investeren we in de samenwerking met onze klanten. Aangezien Delhaize België als retailer vragende partij was, zijn we ingestapt, zeker in het licht van de goede ervaringen op het vlak van EDI-samenwerking. Driessen: Wij hebben veel leveranciers van de meest uiteenlopende pluimage. Daar zitten bijvoorbeeld ook lokale producenten van aardappelen of aardbeien bij, voor wie het veel minder evident is om af te stappen van de papieren flow in hun administratieve opvolging.
Pragmatische instelling Is wettelijk gezien voor e-invoicing alles volstrekt duidelijk? De Clercq: Er is een tijdlang verwarring geweest rond een omzendbrief van de minister voor Economische Zaken die wat vaag was over de geldigheid van elektronische facturen, maar dat is intussen opgehelderd. De wettelijke vereisten voor elektronisch factureren zijn nu wel duidelijk. De uitwisseling van EDI-berichten is volledig gestandaardiseerd; de computers aan beide kanten kunnen alle informatie lezen, archiveren en verwerken. Delhaize België en Coca-Cola Enterprises hebben zelfs onderling een contract afgesloten over de dematerialisatie en dus verloopt alles binnen het wettelijke kader. Driessen: Nieuw is daarnaast de pdfstroom. Vanaf 2013 verandert de Europese wetgeving, waarbij een email met pdf als bijlage als elektronische factuur aanvaard wordt. België en
Nederland lopen daar al op vooruit en laten het vandaag al toe. Door de versoepeling van de richtlijnen wordt de evolutie in de richting van elektronisch werken gestimuleerd – technisch is de drempel voor e-mail met pdf laag – maar de beoogde procesoptimalisatie wordt er wel door bemoeilijkt. Een aangepaste applicatie is nodig om het voor de klant werkbaar te maken. Welke raad hebt u voor bedrijven die met e-invoicing starten? De Clercq: Ik zou bedrijven aanraden pragmatisch te redeneren en er gewoon mee te starten. Wacht niet tot je alle problemen voorzien hebt en alle oplossingen kent, want dat zal nooit het geval zijn. Je kunt tijdens het testen altijd nog verder uitwerken en bijsturen. Alle specificaties up front in rekening willen nemen, is gewoonweg niet realistisch. Samenwerken is sowieso een leerproces. Verder zullen de service providers je bij technische problemen helpen. Waak er wel over dat je de regie van het hele project goed zelf in handen houdt. Driessen: Onderlinge communicatie
De sleutel van het verhaal is de GS1standaardisatie. Met GS1 als moderator hoef je geen point to point-connecties met je leveranciers te onderhouden.
Vlnr: Kurt Herregodts en Nele De Flou (GS1 Belgilux), Carine Driessen (Delhaize) en Erik De Clercq (Coca-Cola Enterprises)
5
3-way match vs. 5-way match 3-way match staat voor het elektronisch dekken van uw bestelcyclus, waarbij de bestelling, de verzendnota en de factuur naar elkaar verwijzen, hetgeen het administratief en logistiek proces transparanter en efficiënter maakt. De administratieve optimalisatie kan nog verder doorgedreven worden door gebruik te maken van de 5-way match flow. In dat geval stuurt de klant na de levering een receiving advice (EANCOM-afkorting: RECADV) naar de leverancier, waarin hij aangeeft wat hij heeft ontvangen. Op basis van de RECADV kan de leverancier een correcte factuur opmaken. Het administratieve proces is op zijn best, als de klant op zijn beurt aan de leverancier meedeelt dat de factuur is ingeboekt en klaarstaat voor betaling. Dat is mogelijk aan de hand van een remittance advice (EANCOM-afkorting: REMADV). Of een 5-way match flow al dan niet wenselijk is, wordt nagegaan via de jaarlijkse eCom-enquête en in de eCom-werkgroep. Verdere communicatie omtrent de enquête volgt via eNews.
en veel testen zijn wenselijk. Wij proberen zo veel als enigszins mogelijk rekening te houden met de specificaties van elke leverancier, maar er zijn ook grenzen aan onze flexibiliteit. We moeten noodgedwongen een stuk standaardiseren voor al onze leveranciers om het hanteerbaar en overzichtelijk te houden. Beide partijen moeten wat water bij de wijn doen en dan kom je er wel uit. Met Coca-Cola Enterprises moesten we bijvoorbeeld oplossingen zoeken voor de leeggoedproblematiek; bij andere leveranciers heb je dat niet, maar een distributeur is in zo veel productcategorieën actief. Niet altijd evident! Heel belangrijk voor ons is ook de toewijding van ons team. We hebben er niet zomaar een apart project van gemaakt. Je moet het veranderingsproces dat met zo'n omschakeling gepaard gaat, niet onderschatten. Het gaat om een mentaliteitsverandering! Je moet je medewerkers echt overtuigen en hun vertrouwen wekken voor het gedematerialiseerde proces. Bovendien loopt tijdens de implementatie de business gewoon door as usual!
Mentaliteitsverandering Voor welke uitdagingen heeft het project jullie zoal gesteld? Driessen: Eigenlijk is het allemaal vlot verlopen. We wilden een lage instapdrempel voor onze administratieve bedienden, en dat is gelukt. De grootste moeilijkheid voor ons blijft: voldoende leveranciers aantrekken om erin mee te gaan. De oplossing zelf is wel stabiel en betrouwbaar; in feite is het technische deel nog het gemakkelijkste stuk! De Clercq: Er zijn nogal wat partijen betrokken, waardoor goed overleggen belangrijk is. Bij ons intern moesten we ervoor zorgen dat de financiële, juridische, IT- en aankoopafdeling allemaal met de neuzen in dezelfde richting stonden. Voor ons was het ook de eerste keer dat we voor EDI met een externe service provider hebben gewerkt, maar ook dat ging vlot.
Door de dematerialisatie van de facturatie komt tijd vrij voor betere opvolging.
Meer informatie ? Contacteer
[email protected]
Fotograaf Dieter Paternoster
6
Is er sprake van een CO2-reductie door papierloos facturen? De Clercq: Toen Delhaize de dematerialisatie inzette, was duurzaamheid voor hen zeker een hoofdbekommer-
nis. Duurzaamheid zit ook bij CocaCola Enterprises in het DNA. Wij willen de CO2-uitstoot van onze activiteiten tegen 2020 met 15% verminderen in vergelijking met 2007; we werken daarvoor op verschillende fronten, van transport over energiegebruik in onze productievestigingen naar onze koeltoestellen. Ook in de administratieve processen kunnen alle beetjes helpen. Vooral het verminderde papierverbruik is doorslaggevend. Voor 47 000 facturen spreken we algauw over 110 000 bladzijden of 550 kilo papier per jaar! Het printen en de postbedeling vallen eveneens weg! Het extra energiegebruik van de computers voor de bijkomende elektronische processen is minimaal. Driessen: Je kunt een hele boom opzetten rond de berekening, maar het is toch wel duidelijk dat elektronisch factureren goedkoper is en minder CO2-intensief dan de papieren administratieve processen. Om een juiste berekening te maken, moet je heel wat parameters in rekening brengen: gebruik je gerecycleerd papier, print je op een matrixprinter, hoeveel bladzijden zijn er per factuur?
Jan Verbanck
Business case van GS1 Belgilux Partner, UP trace Luxembourg
Ergonomie en GS1 standaarden voor DC Fresh bij LS Frais Identifier). De verplichte doorgang van DC Fresh kratten op de UP trace tafels is niet alleen een lichte manipulatie voor de productiewerknemers maar garandeert vooral de link product-krat in real time, en zodoende ook de traceerbaarheid doorheen de hele logistieke keten. Elke handeling is zichtbaar op een eenvoudig ergonomisch en interactief scherm. Om de beschikbaarheid van de verwerkte gegevens te optimaliseren, wordt deze software applicatie in real time verwerkt in de ERP van LS Frais.
Sinds meer dan 15 jaar is LS Frais specialist in het versnijden en verpakken van charcuterie en fijne vleeswaren. Hierbij combineert LS Frais de functies van rechtstreekse leverancier aan de grootdistributie (waaronder Delhaize) en partner ‘versnijder en verpakker’ voor een groot aantal fabrikanten (tevens ondermeer verbonden aan Delhaize). Het is bijgevolg in deze hoedanigheid dat LS Frais in 2008 werd aangesproken om een oplossing te vinden voor de flagrante breuk in de traceerbaarheid tussen de verschillende spelers binnen de keten. LS Frais moest zich dus aanpassen aan de eisen van Delhaize en van de GRAI en SSCC standaarden.
‘In dit kader, heeft LS Frais, naast de uitwisseling van EDI gegevens en de ERP integratie, zich gefocust op de automatische invoer van productiegegevens en vooral op de ergonomie voor de gebruikers’, licht Edwige Jacqmain, Productieverantwoordelijke, toe. Het bedrijf heeft zich voor dit project tot haar partner UP trace gericht. Door te kiezen voor mobiele tafels met ingebouwde industriële PC en vaste barcodelezer, wordt er formeel een link gelegd tussen lot-houdbaarheidsdatum-EAN-13 van de producten en de nieuwe DC Fresh kratten voorzien van een GS1 GRAI (Global Returnable Asset
Tijdens het klaarmaken van de verzendingen, wordt door de link krat-paletten, een afdruk van de logistieke etiketten met SSCC gelanceerd alsook de verzending van de gegevens via EDI DESADV naar Delhaize. Dankzij deze standaardisatie is LS Frais klaar voor andere belangrijke spelers op de markt; een voortrekkerspositie die deze laatsten ongetwijfeld op prijs zullen stellen! Het gebruik van de GS1 standaarden (GRAI & SSCC), de automatisering van de gegevensinvoer, de integratie in de ERP en de gegevensuitwisseling via EDI vormen een succesvolle cocktail waarvoor LS Frais en UP trace gekozen hebben met het oog op meer betrouwbaarheid en tijdswinst.
7
Meer informatie? www.up-trace.com
De toekomst inzake databeheer
Lactalis kiest voor CDB Voor het beheer van alle productinformatie maakt zuivelfabrikant Lactalis gebruik van de Centrale Data Bank (CDB) van GS1 Belgium & Luxembourg. Daarmee is de onderneming volop bezig zich voor te bereiden op de toekomst die er inzake databeheer aankomt.
Een vraag van Albert Heijn in Nederland ligt aan de oorsprong van het feit dat Lactalis met de CDB van start gaat. Om tot het project Shared Warehouse toe te treden, moest Lactalis zijn productfiches van de verschillende referenties via GDSN (Global Data Synchronisation Network) doorsturen. Albert Heijn is in Nederland zeer actief via hun home datapool, SA2 Worldsync. De Nederlandse contacten leidden Lactalis voor de Benelux naar de Centrale Data Bank (CDB). Elke onderneming heeft de keuze uit de bestaande 28 gecertificeerde GDSNdatapools, maar het is gangbaar om de datapool van het land te gebruiken, waar je hoofdzetel is gevestigd. De verschillende datapools zijn onderling met elkaar verbonden in een netwerk.
Samenwerking "Toen we naar GS1 gestapt waren, hebben we de CDB dus leren kennen," vertelt Théophile Pesnelle, "en we hebben ons op het systeem ingeschreven. Vier van onze mensen hebben een intensieve vorming van GS1 gekregen en daarna zijn we ermee aan de slag gegaan. Uit de ERP-database die wij intern hanteren, komt productinformatie vanuit Frankrijk via e-mail tot bij ons. Die informatie moeten wij dan omzetten naar de gepaste velden
in de CDB. Dat moet manueel gebeuren; de gegevens zijn nog niet automatisch importeerbaar." Als start in de samenwerking met Albert Heijn kwamen achttien van de circa zevenhonderd referenties van Lactalis in aanmerking. Théophile Pesnelle beschouwt dit als een eerste fase: "Ongetwijfeld zullen op termijn andere distributeurs volgen. De distributiebusiness evolueert sowieso in die richting. Distributeurs en leveranciers zoeken
De gebruiksvriendelijkheid van het systeem en de ondersteuning van de GS1-helpdesk hebben ons vlot op weg gezet.
Wie is wie? Onze gesprekspartners zijn Théophile Pesnelle, IT-verantwoordelijke voor Lactalis Noord-Europa, en directeur supply management Ettore Cattaruzza. Lactalis is een Frans bedrijf dat wereldwijd als derde grootste groep gerangschikt staat onder de melkproducenten. Lactalis Noord-Europa staat in voor de commercialisatie van de producten van de groep in de Benelux. In het Benelux-filiaal werken 60 mensen, wereldwijd telt de groep dik 38 000 werknemers. De merkenportfolio omvat bekende namen als Président, Galbani en La Laitière. Voor het backoffice beheer van verse melkproducten is de groep een joint venture aangegaan met Nestlé.
8
Vlnr: Ettore Cattaruzza (Lactalis), Joke Op den Acker en Wim Peeters (GS1 Belgilux) en Théophile Pesnelle (Lactalis)
toenadering tot elkaar om op een efficiënte manier samen te werken, zodat beide partijen kosten besparen. Automatisering is daartoe de geëigende weg. Bovendien zijn de gegevens dan correcter." Zoals we er nu over praten, lijkt het eenvoudig, maar zo simpel is het in de praktijk toch niet. Er moet namelijk heel wat onderlinge afstemming
gebeuren om alles vlot te laten verlopen. Met Albert Heijn is Lactalis de experimenteerfase voorbij: "Het beheer van de productinfo is met hen volop operationeel," aldus Théophile Pesnelle. "Ons einddoel is dat we uiteindelijk voor al onze producten in de groep evolueren in de richting van de CDB. In Frankrijk werkt onze interne centrale database al goed; nu nog internationaal."
Uniformisering De Belgische retailers staan op dit vlak iets minder ver dan hun Nederlandse counterparts. Toch is er al een hele weg afgelegd. Een moeilijkheid blijft dat de verschillende distributeurs uiteenlopende eisen stellen aan de hoeveelheid in te voeren gegevens. Daardoor is volledig standaardiseren en automatiseren niet vanzelfspre-
9
ductiefiches invulden, is nu input van gegevens op het digitale platform van de distributeur of op de CDB nodig. Dat gebeurt door andere mensen, waardoor intern op het vlak van taakverdeling en afspraken een hele reorganisatie nodig is. Directeur supply management Ettore Cattaruzza is er zich goed van bewust. "We moeten oude gewoonten doorbreken en nieuwe introduceren."
kend. "Dat de distributiebedrijven allemaal eigen specifieke velden hebben, is verrassend," aldus Théophile Pesnelle. "Daardoor is de informatie niet altijd uniform voor hetzelfde artikel. Wij moeten zorgen dat we over alle informatie beschikken om aan alle detailvereisten te voldoen." "Wij nemen de meest veeleisende distributeur als referentie," legt Théophile Pesnelle uit. "We zien echter dat het aantal velden dat de retailers ingevuld willen zien, blijft stijgen, onder meer vanwege nutritionele data en wettelijke verplichtingen." “Vierentwintig velden zijn verplicht, maar Albert Heijn bijvoorbeeld hanteert er wel een vijftigtal”, aldus GS1. Dat kan te maken hebben met de ambitie van distributeurs om de eindklant service te verlenen, onder meer met informatie via applicaties voor mobiele toepassingen.
gegevens alleen maar ten goede komen. Onderzoek wijst immers uit dat tussen 50 en 70% van de fiches fouten bevatten als we de ERP-data tussen fabrikant en distributeur vergelijken. Koploper bij deze fouten zijn de afmetingen van een verpakking, waardoor de implicaties voor de logistieke keten meteen op de voorgrond treden. Als je een Président camembert meet aan de kant van de facing in het rayon, krijg je een heel ander gegeven dan als je de verpakking plat meet. Daarom is het raadzaam ook van bij het begin met de meetregels van GS1 van start te gaan. Zo zijn beide partijen op de hoogte van de manier van meten en kunnen ERP-systemen hierop aangepast worden, opdat alles correct geïntegreerd kan worden.
De gegevenskwaliteit hangt af van intensieve communicatie tussen fabrikant en distributeur.
Meer informatie over de CDB? Contacteer
[email protected]
Fotograaf Dieter Paternoster
GS1 werkt wel aan een uniformisering van de vereisten die de Belgische distributeurs stellen, om de verschillen te beperken. Dat kan de kwaliteit van de
10
Snelheid en efficiëntie Om geautomatiseerd te kunnen werken, moet een bedrijf een echte cultuurwijziging ondergaan. Als vroeger de vertegenwoordigers manueel papieren intro-
Hij ziet veel voordelen: "100% automatisering vermindert de foutenlast en neemt veel zware administratie weg. Daar staat tegenover dat bij problemen een manuele interventie onvermijdelijk is. Indien geautomatiseerd, verloopt de flow efficiënter en sneller, maar toch blijft waakzaamheid geboden. Door fouten in de gegevensuitwisseling kan een bestelling door de distributeur geweigerd worden, omdat zijn systeem het product niet herkent. Wij werken met producten met strikte vervaldata; een snelle oplossing is dus aangewezen! Bovendien blijven er verschillen bestaan tussen landen: de manier van werken met Carrefour België is niet dezelfde als met Carrefour Frankrijk." De implementatie van een en ander is niet alleen een cultuur- en mentaliteitsaangelegenheid. "De centralisatie en automatisatie vergt in eerste instantie een forse investering" zegt Ettore Cattaruzza", die je door middel van de voordelen van de geautomatiseerde flow (correctheid van de gegevens, snelheid, efficiëntie) op langere termijn moet terugverdienen. Ik zeg maar wat: alle productie-eenheden op wereldschaal met aangepaste etikettenprinters uitrusten is niet vanzelfsprekend. Iedereen op dezelfde lijn krijgen is ook niet evident. Er zijn immers intern heel wat afdelingen betrokken: logistiek, commercieel, marketing, informatica... De impact op de onderneming is groot. De volle steun van de directie is dan ook onontbeerlijk."
Jan Verbanck
Slechte datakwaliteit kost onze retailsector jaarlijks meer dan 26 miljoen € ! Tijdens FORUM 2011 werden de resultaten van een uniek onderzoek naar de gegevenskwaliteit bij de Belgische bedrijven onthuld. Recente buitenlandse marktstudies (in opdracht van lokale GS1 organisaties) in de retailsector, hebben aangetoond dat de essentiële productgegevens, zoals die bekend zijn bij de fabrikant/leverancier, dikwijls afwijken van de productgegevens in de bestanden van de retailer. Dit leidt tot inefficiënte goederen- en informatiestromen, met verstrekkende gevolgen op het vlak van goederenopslag, transport, ontvangst en distributie en met rechtstreekse impact op (vermijdbare!) kosten en goederenbeschikbaarheid.
Benieuwd naar de kwaliteit van de productgegevens op de Belgische markt heeft GS1 Belgium & Luxembourg opdracht gegeven aan onderzoeksbureau Bearingpoint om een beperkte ‘datacrunch' studie uit te voeren, in samenwerking met de Universiteit van Antwerpen. Het onderzoek werd uitgevoerd bij 4 leveranciers
(Alpro, L'Oréal, Nestlé en Unilever) en 4 retailers (Carrefour, Colruyt, Cora en Delhaize) actief op de Belgische markt. De gegevens van 100 verschillende producten werden op een bepaald moment opgehaald bij elke betrokken leverancier en vergeleken met de gegevens zoals bekend bij elke retailer, op hetzelfde moment.
De resultaten van deze studie zijn alarmerend. In liefst 50 tot 70% van de gevallen is er sprake van ‘mismatch' en deze afwijkende gegevens hebben nadelige gevolgen voor de volledige toeleveringsketen. De onderzoekers berekenden dat deze slechte en afwijkende datakwaliteit de Belgische retailsector jaarlijks meer dan 26 miljoen euro kost! De Voorzitter van GS1 Belgium & Luxembourg riep alle bedrijven op tot actie. GS1 Belgium & Luxembourg stelt een uitstekende data pool (de Central Data Bank) ter beschikking om productfiches éénmalig, elektronisch, gestandaardiseerd en gecentraliseerd in te voeren. In de toekomst zullen steeds meer gegevens per product uitgewisseld worden en deze gegevens moeten correct en betrouwbaar zijn. Denk maar aan de wettelijke bepalingen inzake veiligheid en milieu, de consument die steeds meer productinformatie zoals nutritionele data verwacht via mobiele toepassingen, het Internet, enz. GS1 Belgium & Luxembourg is ongetwijfeld het geschikte samenwerkingsplatform om afspraken te maken rond standaarden en richtlijnen teneinde de datakwaliteit drastisch te verbeteren. Deze studie heeft aangetoond dat alle partijen - inclusief de consument - hierbij gebaat zijn.
11
Lees de datacrunch studie op www.gs1belu.org/files/ Folder_datacrunch_2011 .pdf Meer informatie over de CDB? Contacteer
[email protected]
De Doe-Het-Zelf & Tuin sector gaat van start! Op 12 mei jl. hield GS1 Nederland in samenwerking met GS1 Belgium & Luxembourg een kick-off Congres voor 300 Belgische en Nederlandse leveranciers en retailers uit de DoeHet-Zelf (DIY) & Tuin sector. Het accent lag op 2 projecten: de efficiëntere afhandeling van retouren en een beter schapbeheer door juiste, tijdige en correcte elektronische uitwisseling van artikelgegevens. Intergamma, Maxeda DIY en enkele leveranciers getuigden over hun verbeterde samenwerking dankzij het gebruik van de GS1 oplossingen.
Efficiëntere afhandeling van retouren “Tegen eind 2012 zullen minimaal 4 DIY retailers en 75 van hun grootste leveranciers, de GS1-oplossing voor retourmanagement geïmplementeerd hebben voor de afhandeling van minimaal 60% van de retourstromen.” Met deze doelstelling werd de kick-off gegeven voor het uitrollen van GS1 EDI berichten om terugzendingen te optimaliseren. Gemiddeld 5% van alle leveringen worden om één of andere reden teruggestuurd naar de leverancier; 77 minuten duurt het gemiddeld om een terugzending van A tot Z administratief af te handelen, startend bij de retailer en eindigend bij de ontvangst van de terugzending bij de leverancier. Door gebruik te maken van de GS1 EDI berichten “Return Announcement, Return instructions en Despatch advice” besparen de leverancier en retailer gemiddeld 15 minuten! Naast de tijdsbesparing en dus ook de kostenverlaging, genieten leverancier en retailer nog andere voordelen. Dankzij de identificatie van de terugzending via een GS1 logistiek etiket met SSCC verloopt de ontvangst bij de leverancier veel sneller.
12
Bovendien geven de EDI berichten de reden van retour aan, hetgeen rapportage en analyses veel makkelijker maakt. Verder wordt er afgesproken wie het transport verzorgt en wanneer de terugzending kan opgehaald worden. De financiële afhandeling gebeurt vervolgens via een EDI creditnota die verwijst naar de voorgaande EDI berichten. GS1 Nederland legt de laatste afspraken rond de GS1 EDI berichten vast in de zogenaamde DIY invoeringsconventie en gebruiksregels (augustus 2011).
Beter schapbeheer door juiste, tijdige en kwalitatief goede artikelgegevens Datakwaliteit, duurzame communicatie en betrouwbare artikelinformatie zouden een Olympisch minimum moeten zijn! "Tegen eind 2012 zullen Intergamma en Maxeda DIY voor al hun winkelformules met tenminste 150 leveranciers de GS1-oplossing voor de uitwisseling van artikelstamgegevens geïmplementeerd hebben en hiermee operationeel zijn.” Concreet
komt het erop neer dat leveranciers hun productgegevens via een GS1 GDSN data pool zullen publiceren en de desbetreffende retailers hiertoe toegang zullen verlenen. Het aantal uit te wisselen artikelgegevens zal binnen afzienbare tijd enkel nog toenemen (van 60 naar 166!) en dus kan men best de kwaliteit van deze gegevens ter harte nemen. Leveranciers met hoofdzetel in België of Luxemburg maken hierbij gebruik van de CDB. De Belgische datacrunch studie (zie pagina 11 van deze LINK) wijst op een slechte datakwaliteit in de FMCG sec-
tor. Alles wijst erop dat dit ook geldt voor de DIY sector. Bij een optimaal gebruik van de CDB zijn zowel leverancier als retailer verzekerd van correcte en betrouwbare productgegevens, hetgeen op zijn beurt de samenwerking, voorraadoptimalisatie, schapbeheer en dus ook de verkoopresultaten gunstig beïnvloedt.
Belgian DIY Association uitvoerig geïnformeerd over deze projecten. Onze staf zal de betrokken bedrijven bij de implementatie van de GS1 oplossingen ondersteunen.
Nele De Flou
Leveranciers zullen mettertijd opgeroepen worden door de retailers om beide projecten ook in België en Luxemburg te implementeren. GS1 Belgium & Luxembourg heeft de
Meer informatie omtrent retouren? Contacteer
[email protected] Meer informatie omtrent GDSN/CDB? Contacteer
[email protected]
13
Nieuw: socialBricks™
Coupons via Facebook Couponstar is een actief lid in de werkgroep 'Internet coupons' bij GS1 Belgium & Luxembourg. Sinds 2009 geniet het bedrijf bovendien de goedkeuring van GS1 Belgilux als technisch platform voor e-coupons. Met socialBricks™ lanceert Couponstar nu een nieuwe tool op de Belgische markt, waarmee bedrijven afdrukbare e-coupons kunnen integreren in sociale netwerksites (Facebook, Twitter).
Couponstar heeft een reeks oplossingen voor couponing via de digitale sociale media. Dat kan via de desktop pc, maar evengoed via mobiele telefoons of tablets. SocialBricks™ is er om de eindgebruiker toe te laten coupons van banners of formulieren op websites te downloaden en te printen, én tevens het betreffende merk bij zijn vriendenkring te introduceren, zoals met de 'Like'-knop op Facebook. Hij registreert zich via de site van het merk en print de coupon zelf.
Verdere integratie "Met webBricks™ voor Facebook hebben we de integratie gerealiseerd tussen ons platform voor het afdrukken van coupons en Facebook," aldus managing director Jared Keen. "In dat geval print de consument de coupon in een nieuw venster rechtstreeks via Facebook." Eerst checkt de applicatie wel of de gebruiker zijn persoonlijke gegevens wil vrijgeven aan het merk in kwestie, zoals ook bij andere Facebook-applicaties gebeurt. De recentste Facebook-applicatie van Couponstar gaat nog verder in de integratie van veilig coupons afdrukken en de Facebook-omgeving. "Voor zover
14
Gerichte promoties Als bedrijf wil je graag een doelpubliek bereiken dat enthousiast is voor je merk of product. Waar zit die consument? Hoe leeft en reageert hij? Hoe kan ik hem bij mijn merk of product betrekken? Als grootste sociaal netwerk heeft Facebook kansen te bieden voor adverteerders: het bereik is groot, zeker gezien de tijd die de consument er spendeert, en de interactiviteit biedt mogelijkheden om de aandacht van het publiek vast te houden. Mensen surfen niet meer zomaar naar websites en fanpagina's, op zoek naar opportuniteiten. Ze willen dat hun meerwaarde wordt aangeboden. Als ze een fanpagina aanstippen met "Like", wijst dat op een engagement ten aanzien van het merk in kwestie, waardoor de kans veel groter is dat ze zullen terugkeren. Coupons en aanbiedingen zijn ideaal om hen over de streep te halen. Met een tool als socialBricks™ kun je de interactiviteit met je merk volgen en je succes nauwkeurig meten.
Jared Keen, Couponstar
Couponstar Couponstar is gespecialiseerd in marketing- en mediatechnologie, meer specifiek de digitale coupon, waarvan het bedrijf wereldwijd de grootste verdeler is. Sinds 2009 is Couponstar nauw betrokken bij de ontwikkeling van de richtlijnen voor e-couponing in de schoot van GS1 Belgilux, met het oog op een veiliger en gestandaardiseerd couponverkeer via internet. www.couponstar.com
ons bekend," verzekert Jared Keen ons, "is socialBricks™ in België de eerste volledige 'print at home'-couponapplicatie voor FMCG-merken en supermarkten die volledig in Facebook geïntegreerd is. De eindgebruiker verlaat Facebook immers helemaal niet meer." Registratie, akkoord met de vrijgave van de persoonlijke gegevens en afdrukken gebeurt allemaal in de Facebook-setting. Het betrokken merk moet zelf geen applicatie bouwen. "Wij gebruiken de Facebook Application Programming Interface (API). Wanneer de consument met de 'Like'-knop aangeeft dat hij een fan is van de merkpagina in kwestie, triggert de applicatie een oproep naar Facebook API om de gegevens van de persoon op te halen en in de coupon te integreren. Op de fanpagina van het merk wordt automatisch een coupontabblad aangemaakt." De Social Coupon Gallery werkt helemaal zoals de socialBricks™-coupon, maar bij de Social Coupon Gallery zijn verschillende coupons van één merk, fabrikant of retailer tegelijk in het Facebook-scherm zichtbaar. De eindgebruiker maakt zijn keuze en drukt zijn selectie in één keer af in de Facebookomgeving. Zo zijn de sociale media voor FMCG-spelers een natuurlijk ver-
lengstuk van hun marketing- en promotiecampagnes bij een enthousiast en select publiek.
Veiligheid voorop Doordat de fan zich met 'Like' aanmeldt op de merkpagina om de coupon te kunnen printen, of ook op het moment dat hij de coupon afdrukt, komt het mechanisme van virale promotie op gang, dat zo kenmerkend is voor Facebook. "Aangepaste boodschappen komen op het prikbord terecht van de Facebook-gebruiker die fan is geworden," licht Jared Keen toe, "en zijn sociaal netwerk ziet die boodschappen ook in de 'news feeds'. Zo kunnen zij eveneens getriggerd worden om naar het merk en de coupon op zoek te gaan." Het centrale gedeelte van het scherm in de Facebook-omgeving kan het merk wel naar zijn hand zetten om het meer in overeenstemming te brengen met de eigen look and feel. De eindgebruiker moet wel altijd eerst toelating geven om gegevens over hem op te halen, boodschappen op zijn prikbord te plaatsen en verdere follow-up via zijn e-mailadres mogelijk te maken. Dat geldt trouwens ook voor andere Facebook-applicaties die je als
eindgebruiker benut. Verder zendt de afdruksoftware de coupon rechtstreeks naar de printer. Er komt dus geen tussenstap, in de vorm van een pdf of een dialoogvenster 'Afdrukken' waar de eindgebruiker zelf het aantal afdrukken en dergelijke kan instellen. "Dat laat ons toe om op vraag van het merk in kwestie het aantal coupons per eindgebruiker te beperken," aldus Jared Keen. "Elke fan kan een coupon maar eenmaal printen. We kunnen ook het aantal afdrukken beperken op het niveau van het toestel, want dezelfde eindgebruiker kan verschillende Facebook-profielen aanmaken. Verder kunnen we op couponniveau beperkingen inbouwen: wanneer een bepaald aantal afdrukken is bereikt, kan er een boodschap verschijnen dat de campagne afgelopen is." Zijn er verschillende coupons in eenzelfde campagne, of verschillende producten, merken, aanbiedingen..., dan kan Couponstar voor elke coupon apart, maar ook voor de hele campagne en voor alle parameters een gelimiteerd aantal afdrukken instellen, ook als een individuele coupon zijn gebruikslimiet nog niet heeft gehaald. Jan Verbanck
15
Forum 2011
‘Shoppers are turning green. Are you?’ Ons jaarlijks congres vond plaats op 15 maart jl. in aanwezigheid van ruim 300 deelnemers. Het was een boeiende studiedag waar klanten, solution providers en andere contacten konden netwerken en leren over nieuwe concepten en projecten om efficiëntie, kosten en duurzaamheid in de keten te verbeteren. De voormiddag stond in het teken van groene groei en de concrete ervaringen van enkele leidinggevende bedrijven. Tijdens de namiddag kwamen 3 business cases aan bod gericht op de implementatie van de GS1 standaarden. 16 solution providers waren aanwezig met een stand.
Op zoek naar groene groei Keynote speaker Joanne DenneyFinch (Chief Executive IGD) nam de toeschouwer mee in de nieuwe strategische uitdagingen – onder de noemer ‘groene groei ‘– en legde uit hoe bedrijven hierop kunnen/moeten inspelen. Volgens Joanne worden bedrijven geconfronteerd met zes uitdagingen: • Het financiële aspect: consumenten wensen niet meer te betalen voor de groene groei van bedrijven. Zij willen waar voor hun waarden, hoge ethische standaarden zonder hoog prijskaartje. • Complexiteit: bedrijven kunnen onmogelijk op alle domeinen aan duurzaamheid werken en moeten keuzes maken en prioriteiten stellen. • De consument is onvoorspelbaar: onvoorziene gebeurtenissen kunnen belangrijke gevolgen op het gedrag en de mening van de consument hebben. • Het vertrouwen en de verwachtingen van de consument: voornamelijk grote bedrijven kunnen moeite ondervinden om hun duurzame prestaties aan de consument over te brengen en te vertalen in een grotere erkenning en hogere verkopen.
16
Bovendien is die erkenning vaak van korte duur. • Nood aan transparantie: consumenten spenderen steeds meer tijd aan het opzoeken van informatie over producten en bedrijven. De industrie staat voor de uitdaging om deze informatie op een accurate manier ter beschikking te stellen. Joanne Denney-Finch identificeerde vervolgens vijf actiepunten: • Blijf gefocust: Zorg ervoor dat uw groene activiteiten een globaal positief effect hebben en niet positief op één domein, maar nadelig op een ander. • Wees innovatief • Gebruik een persoonlijke aanpak om de consument te overtuigen van Joanne Denney-Finch (Chief Executive IGD)
uw ethische waarden. Consumenten willen liefst verhalen horen van mensen en niet van bedrijven. • Wees geduldig en consistent: ethische waarden beogen geen korte termijn effecten; het gaat om lange termijn investeringen die het hele imago van een bedrijf of product kunnen wijzigen. • Deel de geleerde zaken met anderen. Op het eerste zicht brengt het streven naar groene groei dus heel wat uitdagingen met zich mee, maar groene groei creëert ook kansen voor merken en bedrijven om zich duurzamer te ontwikkelen en te profileren. Groene groei moet dan ook niet als een probleem, maar als een opportuniteit aanzien worden.
17
5 CEO’s over hun groene groei initiatieven Eric Dumez (President Henkel): Henkel heeft zijn visie op een evenwichtige duurzaamheid op drie van elkaar afhankelijke peilers gebouwd, m.n. economie, samenleving en ecologie. De consument bevindt zich in het midden van dit systeem. De doelstellingen beogen een vermindering van de verbruikte energie, van water en een educatieve werking t.o.v. de consument.
Michel Eeckhout (CEO Delhaize Belgium) lichtte de ‘Corporate Responsibility’ van Delhaize toe, een programma dat 3 sleutelelementen omvat: Product, People & Planet. Voor ‘Product’ moet er meer aandacht uitgaan naar de nutritionele informatie en de voedselveiligheid. Dat gebeurt via eerlijke handel, duurzame visvangst en de valorisatie van lokale producenten. ‘People’ verwijst naar ontwikkeling en opvoeding (programma voor cholesterol- en rookbestrijding). Tenslotte verwijst ‘Planet’ naar diens bescherming en naar alles wat hiertoe moet ondernomen worden, m.n. herziening van de logistiek, afvalbeheer, productsamenstelling en packaging.
18
Luc Rogge (Algemeen Directeur Distributie Colruyt): Colruyt leunt aan bij het standpunt dat de ecologische gedachte en de sociale omgeving volledig geïntegreerd zijn in onze economie. Maximale opbrengst en milieuverantwoord gedrag kunnen perfect samengaan. Vanuit deze visie, ondersteunt Colruyt diverse projecten zoals de afschaffing van kinderarbeid (Colibri project), de uitbreiding van windmolens, minder verlichting in de winkelpunten, hogere investeringen in gistingsprocessen en minder nodeloos vervoer.
Bergen Merey (CEO P&G): Het doel dat P&G zich vooropstelt is de levenskwaliteit van de huidige bevolking te verbeteren zonder daarbij deze van de toekomstige generaties te hypothekeren. Dit wordt geconcretiseerd door de hoeveelheid afval te verminderen, het gebruik van geconcentreerde wasmiddelen te promoten, projecten te ondersteunen die uitgaan van wereldverenigingen zoals UNICEF en locale initiatieven zoals ‘Make a wish’, of ook nog door het aantal afgelegde transportkilometers te drukken. Met deze ingrepen, toont P&G aan dat groei en vermindering van de ecologische voetafdruk wel degelijk samen kunnen gaan.
Dominique Leroy (Country Manager Unilever): Unilever heeft het 'Sustainability Living Plan' uitgewerkt. Dit plan wil de opbrengst verdubbelen door de impact op het milieu te halveren. Dit kan door de CO2-uitstoot te drukken, het waterverbruik te verminderen, door meer transport langs spoor en waterwegen. Dit moet zichtbaar en herkenbaar zijn voor de consument (vb. het logo ‘Fair Trade’ op de Ben & Jerry ijsjes) of via opvoeding (vb. het teaching programma gelinkt aan Benecol).
Nadien gingen de 5 CEO’s in debat onder leiding van VRT journalist Lieven Verstraete. Volgens de CEO’s is de consument vandaag op zoek naar degelijke en performante producten. Indien het product bovendien groen is, zal hij ervoor kiezen. Groene producten hoeven niet noodzakelijk duurder te zijn. Als men bijvoorbeeld kijkt naar de steeds toenemende energieprijzen, zal de stap naar groene energie op termijn kostenbesparend werken. GS1 kan bedrijven ondersteunen in hun groene groei initiatieven. De nieuwe barcodes, de optimalisatie van B2B en B2C gegevens, kunnen een meer duurzame en performante supply chain bevorderen. De weg is nog lang, maar het is belangrijk om eerst werk te maken van een betere datakwaliteit, zeker in de huidige context waar de consument steeds meer op zoek is naar productinformatie. Samenwerking tussen fabrikanten en distributeurs is hierbij een absolute voorwaarde.
Vlnr: Renaud Cosyns (Carrefour), Johan Goossens (Colruyt), Arthur Van Crombrugge (Delhaize) en Walter Goossens (Makro). Filip Van Laere (Boxolino)
GS1 projecten in de praktijk De namiddag was volledig gewijd aan datakwaliteit. Jos Joos van BearingPoint en Professor Kenneth Sörensen (Universiteit Antwerpen) gingen van start met de voorstelling van de studie over de impact van slechte gegevens op bedrijfswinsten en klantenservice in de Belgilux markt. Hiervoor verwijzen wij naar het artikel in LINK op pagina 11. Vervolgens namen vier vertegenwoordigers van de distributie het woord: Renaud Cosyns (Carrefour), Johan Goossens (Colruyt), Arthur Van Crombrugge (Delhaize) en Walter Goossens (Makro). Hun boodschap: EDI draagt bij tot groene groei en betekent een win-win situatie voor zowel leverancier als retailer. Gezamenlijke voordelen zijn o.a. een betere datakwaliteit, de optimalisatie van de logistieke keten, de snellere administratieve afhandeling en niet te vergeten de kostenbesparingen, alleen al dankzij de besparing aan papier en verzendkosten bij e-invoicing. Ondanks alle voordelen is het verrassend te moeten vaststellen dat slechts 1 op 3 leveranciers hun orders via EDI ontvangen en 1 op 6 hun verzendnota’s en facturen elektronisch aanbieden. GS1 Belgilux verlaagt de drempel naar EDI
door samen met retailers en leveranciers te streven naar vereenvoudigde en geharmoniseerde ORDERS, DESADV en INVOIC berichten, de zogenaamde 3-Way Match Ideale Berichten. Verder biedt GS1 Belgilux een EDI testtool aan, Calimero, waarmee klanten en partners gratis en onbeperkt hun berichten kunnen testen. De 4 retailers beamen dat EDI op basis van de GS1 eCom standaarden de business processen sneller, accurater, efficiënter en goedkoper maken. Bij Carrefour ligt de focus op de optimalisatie van de goederenontvangst. 350 FMCG leveranciers zijn opgeroepen om hun verzendnota elektronisch op te sturen, in combinatie met het correct gebruik van het logistiek etiket. Colruyt ziet 2011 als hét jaar van de EDI roll-out voor ORDERS en vanaf september voor DESADV. In 2012 volgt de gedematerialiseerde INVOIC. Ondertussen boekt Delhaize mooie resultaten: 80% van hun orders en 50% van de facturen verlopen elektronisch. Hun focus ligt op een volledige papierloze administratie met alle leveranciers. Tenslotte wenst ook Makro aan te sluiten op de 3-Way Match Ideale Berichten. Ze hernemen hun EDI roll-out eenmaal hun vernieuwde back-office systemen op punt staan. Ook zullen ze hun logistieke processen en het gebruik van de SSCC (Serial Shipping Container Code) onder de loep nemen.
Datakwaliteit primeert tevens in de nieuwe mobiele toepassingen. Vandaag kan de consument een barcode scannen of een GTIN ingeven in zijn Smartphone en zo rechtstreeks inloggen op de mobiele website van de fabrikant of van het merk en alle informatie inwinnen die hem interesseert (voedingswaarde, verkooppunten, lokaliseren van het product in de winkel, impact op het milieu, ethische productwaarde, ...). Hij kan ook prijzen vergelijken, kortingbonnen downloaden of deelnemen aan wedstrijden en andere acties. Opdat MobileCom een succes zou worden, moeten alle productgegevens correct en betrouwbaar zijn. Hier speelt het GDSN netwerk een cruciale rol. Met de éénmalige, gestandaardiseerde en gecontroleerde introductie van hun productgegevens, zullen leveranciers correcte en betrouwbare productgegevens met hun handelspartners en de consument kunnen delen. Boxolino is één van de solution providers die een dergelijke B2C applicatie binnen de FMCG sector aanbiedt. Deze ’app’ helpt de consument bij het opstellen van boodschappenlijstjes, tijdens het shoppen, bij het vinden van het meest aangewezen verkooppunt en bij het genieten van eventuele promotionele acties.
19
Fotograaf David Plas
Voor alle presentaties en foto’s bezoek onze postevent website www.gs1belu.org/nl/ forum2011
GLN Database: centraal registratiepunt voor al uw adresgegevens Bent u op zoek naar het GLN (GS1 adresnummer) van een bedrijf, of kent u het GLN maar wenst u de gegevens van de locatie die hierachter schuilgaat? Sinds 1 maart 2011 heeft GS1 Belgilux er een nieuwe tool bij: de GLN Database. Maak kennis met de voordelen en mogelijkheden van deze Database.
Wat is de GLN Database? De GLN database is een centraal registratiepunt voor GLNs van bedrijven en andere spelers in de markt. Het GLN (Global Location Number) is de GS1 identificatiesleutel die toelaat bedrijfsadressen en fysieke of functionele locaties uniek te identificeren (vb: een hoofdzetel, een filiaal, een boekhoudafdeling, een distributiecentrum, een loskade, een winkel, ... ). Conform de ‘centrale data pool’ filosofie kunnen onze klanten (= leden en partners) er hun eigen GLNs ingeven en onderhouden. Verder kunnen zij er hun GLNs en deze van hun handelspartners raadplegen. Niet-klanten kunnen eveneens gebruik maken van de GLN Database, zij het enkel om GLNs te raadplegen. De GLN Database is vrij en kosteloos te raadplegen, gebruiksvriendelijk en eenvoudig toegankelijk via onze website.
Wie maakt gebruik van de GLN Database? Eenieder kan gebruik maken van de GLN Database maar bij fabrikanten en distributeurs zijn het doorgaans de verantwoordelijken voor EDI, datakwa-
20
liteit en logistiek. Daarnaast is de GLN Database een nuttig instrument voor o.a. solution providers en overkoepelende organisaties. Niet alleen de FMCG maar ook andere sectoren zoals chemie, elektronica, gezondheidszorg, DIY en de financiële wereld tonen interesse. GLNs worden dagelijks wereldwijd gebruikt door meer dan 1 miljoen bedrijven.
Welke zijn de voordelen? Als GS1 klant hoeft u geen tijd en energie meer te steken in het bilateraal uitwisselen van adresgegevens, (dus ook geen uitwisseling meer van adresgegevens en GLNs via Excel bestanden). Dankzij het centraal beheer van uw GLNs wordt het risico op het uitwisselen van foutieve gegevens aanzienlijk verkleind. U kan er uw adresgegevens en GLNs en deze van uw handelspartners mee opzoeken en downloaden en u beschikt steeds over de meest actuele adresgegevens. Tenslotte gebruikt u deze GLNs bij de uitwisseling van EDI berichten of productinformatie via een GDSN data pool (zie kaderstukje).
Hoe wordt een GLN gevormd? Het GLN bevat 13 cijfers en wordt voor GS1 Belgilux klanten als volgt samengesteld: GS1 bedrijfsprefix (54 M1 M2 ...) en adresnummer (L1 L2 ...)
Controlecijfer
5
4
M1
M2
M3
M4
M5
L1
L2
L3
L4
L5
C
5
4
M1
M2
M3
M4
M5
M6
L1
L2
L3
L4
C
5
4
M1
M2
M3
M4
M5
M6
M7
L1
L2
L3
C
Na hun GS1 bedrijfsprefix beschikken de gebruikers over 5, 4 of 3 cijfers om nummers toe te kennen aan hun eigen bedrijfslocaties (niet aan locaties van derden!). Indien u nog geen GLNs toegekend hebt, bevelen wij aan om het GLN van uw hoofdcontactadres als volgt te vormen: GS1 bedrijfsprefix gevolgd door nullen + controlecijfer (bv. 54 XXXXX 00000 C). GS1 Belgilux zal dit GLN automatisch creëren in de GLN DataBase. Voor uw andere GLNs kan u sequentieel verder nummeren.
Hoe kan u gebruik maken van de GLN Database? In de praktijk onderscheiden we een ‘login’ gedeelte voor GS1 klanten en een ‘publiek’ gedeelte voor eenieder die enkel GLNs of adresgegevens wil raadplegen. GS1 Belgilux klanten krijgen toegang tot de ‘login’ GLN Database via een paswoord. Dit paswoord werd opgestuurd naar alle hoofdcontactpersonen in ons ledenbestand. Zij worden aangeduid als ‘GLN administrator’ en zijn hiermee gemachtigd om binnen hun bedrijf ook andere contactpersonen als ‘GLN beheerder’ aan te duiden. Dit kan eenvoudig door de contactpersoon in het scherm ‘GLN beheerders’ te activeren in de GLN Database. Hebt u nog geen paswoord? Stuur vandaag nog een mailtje naar
[email protected].
‘publieke’ GLN Database raadplegen. Hiervoor is geen paswoord vereist.
Uitbreidingen in de toekomst? GS1 Belgilux overweegt een bijkomende tool voor het automatisch uploaden van GLNs en adresgegevens via Excel. Dit is vooral nuttig voor GS1 klanten die een groot aantal GLNs moeten invoeren in de GLN Database (vb. alle winkels van een distributeur). Momenteel is de GLN Database een lokaal (Belgisch-Luxemburgs) initiatief. Andere GS1 organisaties hebben of onderzoeken de opzet van een soortgelijke GLN database. De wens is uiteraard om deze databases in de toekomst met elkaar te connecteren.
Leen Danhieux Eens u als GLN administrator of GLN beheerder een paswoord heeft, kan u via het scherm ‘Mijn GLN’ nieuwe GLNs creëren, wijzigen en/of schrappen. Adresgegevens en GLNs kan u opzoeken via ‘Zoeken’ en downloaden naar Excel. Bedrijven die enkel GLNs wensen op te zoeken alsook niet-klanten kunnen de
In welke toepassingen worden GLNs het meest gebruikt? 1. EDI Een unieke identificatie van locaties relevant voor EDI transacties is een basisvereiste voor elektronische handel. EANCOM, de GS1 EDI-standaard, maakt gebruik van GLNs voor het identificeren van partijen en handelsplaatsen. Ook de mailbox of het netwerkadres van bedrijven wordt geïdentificeerd met een GLN. De GLNs en geassocieerde gegevens worden eenmalig tussen handelspartijen uitgewisseld. Nadien kunnen de uitgewisselde GLNs in elk EANCOM bericht (zoals bestelling, levering, factuur, ...) gebruikt worden. 2. Datasynchronisatie Alle GDSN data pools en de GDSN Global Registry leggen het gebruik van GLNs op voor het identificeren van elke partij die gegevens in een product data pool invoert of opvraagt. 3. Op het GS1 logistiek etiket (in een GS1-128 barcode) Typisch is hier het gebruik van het GLN ‘ship to’ op het GS1 logistiek etiket om de bestemmeling van een pallet bij verscheping of crossdocking te identificeren.
21
Meer informatie? www.gs1belu.org/nl/ gln-database-1 Contacteer barcodes.support@ gs1belu.org
GS1 Scorecard 2011: De resultaten Voor het 2de jaar op rij werden onze strategische doelstellingen gemeten door middel van KPI’s (Key Performance Indicators). De internationale GS1 Global Scorecard met zijn 15 eenvoudige vragen is hiertoe het instrument bij uitstek. Dit jaar ontvingen we 73 ingevulde enquêtes waarvan 56 bruikbaar. Hierna de voornaamste resultaten. Anneke Ansems (CS Bonduelle Northern Europe) en Jan Somers (GS1 Belgilux)
GS1 Barcodes Samengevat krijgen we de volgende resultaten: • 91% van de consumenteneenheden, 88% van de omverpakkingen en 86% van de afgewerkte producten hebben een GTIN; • 58% van de paletten/verzendeenheden hebben een palletlabel (SSCC); • 65% van alle verzend-/leverlocaties zijn geïdentificeerd met een GLN (Global Location Number); De cijfers m.b.t. GTIN en SSCC identificatie liggen iets lager dan in 2011. Dit ligt vermoedelijk aan het feit dat sommige bedrijven die in 2011 (en niet in 2010) gereageerd hebben, slechts een fractie van de mogelijkheden van GS1 Barcodes benutten en hierdoor het gemiddelde naar beneden halen.
Gino Bergez (IT manager Lantmännen Unibake) en Joke Op den Acker (GS1 Belgilux)
meer en meer geïntegreerd in het dagelijkse gebruik binnen de bedrijven.
GS1 GDSN GS1 eCom Worden via EDI gestuurd (EANCOM, web-EDI, Tradacoms of standaard XML formaten): • 37% van alle orders • 27% van alle facturen • 23% van alle levernota’s • 6% van de ontvangstnota’s Voor alle 4 berichten merken we een positieve trend op t.o.v. 2010. EDI wordt
22
Ook GS1 GDSN doet het goed in 2011. Datakwaliteit is een groeiende bezorgdheid bij bedrijven daar slechte productdata op vele informatiestromen (bestelen levercyclus, automatische replenishment, shelf availability,…) invloed heeft en dus een verlies aan inkomsten kan betekenen. Er worden t.o.v. 2010 ook meer GTIN’s uitgewisseld tussen handelspartners en diegenen die nog niet in productie zijn, voeren toch al testen uit.
Dank aan alle bedrijven die de Global Scorecard volledig invulden. De volgende bedrijven werden weerhouden voor de resultaten: AB Inbev, Allinox, Alpro, Alysse Food, Barry Callebaut, Belgian Icecream Group, Biscuits Delacre, Bonduelle Northern Europe, Brico, Brouwerij der Trappisten van Westmalle, Campari Benelux, Carbobois, Carrefour Belgium, Colruyt, Cora, Crop's, DBA Belgium, Delhaize Belgium, Deli Ostrich, Diageo, DL Distribution, DR Oetker, Ferrero, Friesland Campina, Gourmand, Grandes Distilleries de Charleroi, Group Riem, Hamal Signature, Hamlet, Haribo België, Henkel, Imperial Meat Products, Kellogg, Kraft Foods, La Bretagne Logistics, Lactalis Europ du Nord, Lactalis Nestlé Produits Frais, Lantmännen Unibake Benelux, L'Oréal, Makro Cash & Carry Belgium, Nutrition & Santé Benelux, Pepsico, Pfizer, Pinguin Lutosa Foods, Procter & Gamble, Roomijs Missault, Sara Lee, SCA Hygiene Products, Simba Dickie Belgium, Sourz International, Spar Retail, Ter Beke, Unifrost, Unilever, Vandemoortele Lipids, Viangros. Onder deze bedrijven werden 2 iPod’s verloot. De winnaars zijn Lantmännen Unibake (Gino Bergez, IT manager) en Bonduelle Northern Europe (Anneke Ansems, Customer Service).
Samengevat: • Ongeveer 25% van alle SKU’s werden opgeladen in een GS1 gecertificeerde data pool en hiervan worden 44% opgeslagen met een geldige GPC (Global Product Classification) -code; • Het aantal actieve SKU’s ligt weliswaar iets lager, namelijk 14%, maar vertaald in omzetcijfer vertegenwoordigen deze SKU’s 10% van de totale omzet;
• Datakwaliteit staat bij de meeste bedrijven op de agenda maar het invoeren en de planning van een datakwaliteitsprogramma zit nog in een voorbereidingsfase; • Voor GDSN of datasynchronisatie is er vooruitgang geboekt t.o.v. 2010. Veel bedrijven zijn reeds bezig met testen met 1 of meerdere handelspartners. In 2010 lagen enkel plannen op tafel.
GS1 EPC Voor GS1 EPC (Electronic Product Code) verandert er momenteel weinig. Plannen i.v.m. het gebruik van EPC en RFID lagen in 2010 al op tafel maar werden ook in 2011 nog niet omgezet in een effectieve implementatie. Joke Op den Acker
Doorbraak in namaakbestrijding en traceerbaarheid van geneesmiddelen in Europa. Het Europees Parlement heeft de wijziging van richtlijn 2001/83/EC gestemd. Deze richtlijn regelt bepaalde aspecten rond etikettering van geneesmiddelen voor menselijk gebruik. De goedgekeurde amendementen betreffen het voorkomen in de wettelijke toeleveringsketen van de introductie van namaakgeneesmiddelen op basis van identiteit, historiek of bron.
Probleem en oplossing
Voor wie is dit van belang?
Namaak van geneesmidden is een bijzonder gevoelig onderwerp en reikt over de grenzen heen. Niet alleen betekent het een bron van aanzienlijke uitgaven voor de farmaceutische industrie, de patiënt loopt ook gevaar bij inname van een namaakgeneesmiddel. Om deze problemen tegemoet te komen, last de Europese richtlijn nieuwe elementen in betreffende identificatie en echtverklaring van geneesmiddelen om zodoende hun opname in de toeleveringsketen maximaal af te remmen. Het nieuwe artikel 54 (0), dat ons in het bijzonder aanbelangt, stelt dat geneesmiddelen voor menselijk gebruik veiligheidsmaatregelen zullen moeten voorzien die toelaten hun echtheid na te gaan en elke individuele verpakking te identificeren.
Alle spelers in de gezondheidssector zijn betrokken partij. De farmaceutische industrie, de groothandelaars, de publieke en ziekenhuisapotheken worden stuk voor stuk geconfronteerd met namaak. De Europese richtlijn biedt de gelegenheid om de gegevensstructuren en hun onderlinge uitwisseling te harmoniseren en namaak doeltreffender te bestrijden. De GS1 standaarden die reeds door heel wat verenigingen binnen de gezondheidssector op Europees niveau worden ondersteund, zijn perfect geschikt voor de unieke identificatie van elke verpakking mede dankzij de combinatie van een GTIN met een reeksnummer en de beschikbaarheid van een referentiedatabase. De toeleveringsketen en de wisselwerking tussen
alle betrokken partijen zijn echter dermate complex, dat nog vele vragen moeten worden beantwoord alvorens te kunnen overgaan tot harmonisering van de identificatie op Europees niveau.
En op lokaal niveau? Op hun verzoek en als neutrale partij, brengt GS1 Belgium & Luxembourg de belangrijkste Belgische actoren in de gezondheidszorg samen om een oplossing uit te werken aan de hand van hiertoe beschikbare oplossingen en om de patiëntveiligheid en traceerbaarheid van geneesmiddelen te verbeteren.
Nicolas Stuyckens
23
Meer informatie : Contacteer Nicolas Stuyckens
[email protected] Tel: 02 229 18 92
Category Management Course for beginners (Catman training) TUESDAY 20 SEPTEMBER 2011 - FROM 9.00 AM TILL 6.00 PM Connecting business creating value Why Participate? Some testimonials. Tom Hespeel, Alpro “This training offered me a comprehensive, complete and yet practical definition of category management. The case studies and teamwork made the theory actionable and were an opportunity to work together and learn from each other. Meeting all these people from different supplier- & retailer-companies and with an interest for category management made this course much more than an exchange of knowledge.” Olivier Lissens, Colruyt “I see Category management as a way to collaborate with manufacturers in order to satisfy the customers, by creating value for the customer. This joint value creation requires good communication and that is exactly what I learned during this course, in a structured and actionable way.”
Who should participate Junior category, sales and account managers, retail buyers or those who want to update their knowledge.
Language : English Venue :
1. To provide those working in Catman or related functions with an understanding of the work and processes required to deploy effective collaborative Catman initiatives. 2. To provide an introduction to the skills and capabilities required to implement a “day to day” category management in a pragmatic way.
Program 1. What is Category Management? 2. Why do suppliers need to do it? 3. The ‘day to day’ approach of category management 4. What are the challenges and how can I persuade my customers to work with me? 5. How do I address the needs of the shopper via category management? 6. Which data do I need to do effective category management? 7. What are the skills required to get started and what are my first steps? The program will be delivered via a combination of interactive presentations and workshops
Participation fee : GS1 Belgilux members: € 350 excl. 21% VAT Non members: € 450 excl. 21% VAT
Online-registrations :
Hotel Van der Valk, Brussels Airport. Culliganlaan 4b, 1831 Diegem
In collaboration with :
Course objectives
www.gs1belu.org/nl/catman-training-beginners-2011
Luc Desmedt, Director LD&Co LD&Co is a consulting & training company, helping manufacturers to win at the Point-of-Sales by successfully working with retailers in today’s and tomorrow’s business environment. The seminar is delivered by Luc Desmedt, Managing Director. Before running LD&Co, Luc Desmedt worked at Procter & Gamble, where he spent 15 years working in various marketing and sales functions, and at Retail Insights as managing partner.