Oogsten van koninginnebrij. Sedert tientallen jaren oogst ik ieder jaar een aanzienlijke hoeveelheid koninginnebrij op een heel eenvoudige wijze. Vanaf 15 mei tot ongeveer 15 juli werk ik, voor het oogsten van koninginnebrij, met 10 tot 12 volken die gereserveerd zijn voor de oogst van koninginnebrij, kweken van koninginnen en aanzuigen van moercellen om te verdelen in het kader van de selectiewerkgroep. Ze zijn gehuisvest op 2 simplex formaat broedkamers en een honingkamer. De eventuele honingoogst die er bovenop komt is meegenomen maar hoeft niet noodzakelijk te zijn. Het meeste materiaal dat ik daarvoor nodig heb is zelf vervaardigd. Om de drie dagen wordt omgelarfd, geoogst en de oogst per kast gewogen. Voor het omlarven in de kunststof moerdopjes (napjes) worden werksterlarfjes gebruikt van zo’n 12 à 16 uur oud.
1.Gebruikt materiaal bij oogsten van koninginnebrij. Dopjes (napjes) uit donkerbruine kunststof (donkerbruin = omgelarfde larfjes beter zichtbaar) Brij-lat met kunstnapjes (foto 1)
In twee rijen worden zo’n 50 kunstdopjes op de teeltlat geplaatst met behulp van gesmolten was. Ik gebruik een soldeerbout om de was vloeibaar te druppelen op de teeltlat en daarin de dopjes vast te drukken. De napjes worden altijd geplaatst zoals op bijhorende foto; in twee rijen en zodicht mogelijk aaneengesloten.
Omlarfnaalden (foto 2)
Sedert hun ontstaan, zo’n goede 15 jaar geleden, gebruik ik een omlarfnaald van Chinese makelij met veertje. Voordien een metalen omlarfnaald. Bij het gebruiken van een Chinese omlarfnaald wordt het piepkleine larfje samen met het druppeltje brij waarin het ligt omgelarfd. Bij omlarven met metalen omlarfnaald komt het larfje droog te liggen. Ik kan je verzekeren dat, éénmaal je het omlarven met die omlarfnaald gewoon bent, je blindelings kunt omlarven Brij-raam.(foto 3) Dit raam is daarvoor speciaal vervaardigd. Het is met een dwarslat in twee verdeeld. In het bovenste gedeelte wordt een voederbakje geplaatst op de dwarslat en op zijn plaats gehouden met een paar gummies. In het onderste gedeelte, komt de teeltlat met de omgelarfde larfjes te hangen in de uitsparing. Het ontbreken van een onderlat bij dit raampje voorkomt dat ik de bijen in de ledige ruimte zou wegduwen naar onder. Nu wordt de teeltlat, met de belarfde cellen, als het ware in de wachtende
1
bijen gedrukt. De bijen die daar verblijven worden op deze manier onmiddellijk aangespoord om de larven te voederen. Raamstelling. Daarvoor gebruik ik twee in een rechthoek genagelde plankjes waarvan het onderste geribbeld is om wegschuiven van het raam met de jonge larfjes te verhinderen. De ribbels laten toe het raam zodanig te plaatsen dat de lichtinval in de cellen optimaal is. Het raam kan je op en neer bewegen en links en rechts verschuiven.
Voeder. Aangezien het oogsten van koninginnebrij tijdens de honingoogst gebeurt en er op deze “brijkasten” een honingkamer staat kan ik mij niet veroorloven dat er in het aangeboden (prikkel)voeder andere ingrediënten zouden aanwezig zijn dan honing en bijenbrood (stuifmeel uit raten). Telkens bij het slingeren,voorjaar en zomer, wordt alle ontzegelwas met de ingelopen honing uit de ontzegelbak en de resten van afschuimen van de geoogste honing in een goed afsluitbaar recipiënt gedaan, daarbij worden enkele stuifmeelraten (weggenomen uit de volken tijdens de koolzaaddracht) verbrokkeld en alles nog eens overgoten met enkele liter vloeibare honing. Alles gemengd tot een soort “ honingwaspasta”. Telkens er omgelarfd wordt, om de drie dagen, wordt dit voederbakje terug gevuld met deze pasta. Noodzakelijk is wel dat het voederbakje telkens wordt gereinigd en de overgebleven wasresten weggenomen. Dit bijvoederen is nodig om de moer aan de leg te houden en de bijen actief te houden tijdens perioden van slecht weer. Bijen met een ouderdom vanaf 7 tot 12 dagen zijn immers het meest geschikt om koninginnebrij te produceren, daarom deze voedselstimulatie om hun aantal op peil te kunnen houden. Breekmesje. Een smal breekmesje is nodig om bij het oogsten een gedeelte van de opgebouwde cellen af te snijden juist boven de larve. Loepe of vergrootglas. Het grote aantal omlarvingen (±500), die ik om de 3 dagen doe gedurende 2 maand, maakt het gebruik van een vaststaande loepe noodzakelijk voor mij. Indien je echter over een goed en scherp zicht beschikt is dit niet noodzakelijk. Opzuigtoestel. Dit is gewoon een kurk als afsluiter van het verzamelpotje met daarin twee gekromde glazen buisjes. Een kort, om lucht te zuigen uit het verzamelpotje en een lang om de brij uit de cellen in het verzamelpotje te zuigen. Een motor uit een afgedankte frigo of vriezer is een geschikt hulpmiddel om de zuigkracht te ontwikkelen. Potjes voor verkoop of bewaring van koninginnebrij. Enkel donkere, goed afsluitbare glazen potjes zijn geschikt voor het bewaren of verkopen van koninginnebrij. In bijenhandel te koop.
2. De larfjes van 12 à 16 uur oud. Aangezien ik 10 à 12 volken gebruik voor het oogsten van KBrij (koninginnebrij) en telkens zo’n 500 à 600 larfjes nodig heb, en dit om de drie dagen in de periode van deze oogst, is het onbegonnen werk deze larfjes op te zoeken in één of ander volk. Het gebruik van één of twee zesramers is daarvoor ideaal en ook een deugdelijke planning is noodzakelijk.
2
De planning daarvoor is eenvoudig samen te vatten: laten we, bij de start, de dagen voorstellen door een letter die correspondeert met het uit te voeren werk: Dag/datum 2011 Maandag 16 mei Dinsdag 17 mei Woensdag 18 mei Donderdag 19 mei Vrijdag 20 mei Zaterdag 21 mei Zondag 22 mei Maandag 23 mei Dinsdag 24 mei Enz
Kenletter I
Uit te voeren werk inhangen raam om te laten beleggen-gebruik op 20 mei
I O X I O X
inhangen raam om te laten beleggen-gebruik op 23 mei Start - omgelarfde cellen inhangen rustdag, inhangen raam om te laten beleggen-gebruik op 26 mei oogsten brij en opnieuw omgelarfde cellen inhangen rustdag,
Aangezien de omgelarfde larfjes nooit zullen uitgroeien tot volwaardige koninginnen is hier de genetische kwaliteit van de koninginnen die de larfjes zullen leveren niet van belang. Enkel de handelbaarheid van die volkjes is van belang omdat ik voor een lange periode om de 3 dagen een raam moet inhangen (dag I) om te laten beleggen en werken met zachtaardige volkjes is wel aangenaam. Ook is van groot belang dat de zesramer goed met bijen bezet is en voldoende voeder en stuifmeel bezit. De kleine larfjes moeten vanaf het ontluiken in het voedersap zwemmen. Zo kunnen ze gemakkelijk omgelarfd worden en blijven ze liggen op het druppeltje brij. Om steeds ruimte te hebben om het ledige teeltraam in te hangen hangt er in de 6ramer als kantraam een blind raam. Op dag I (inhangen) wordt het blind kantraam weggenomen zo kan er in het midden plaats gemaakt worden om het teeltraam in te hangen. Dit gebeurt in de late namiddag, 17 à 18 uur, om te verhinderen dat bij uitstekende dracht vers ingebrachte nectar de oorzaak zou kunnen zijn dat de koningin het teeltraam niet kan beleggen. Om het teeltraam zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de koningin gebruiken we een raam waarvan de raat slechts één of ten hoogstens driemaal broed heeft bevat en bespuiten we het lichtjes met honingwater. Indien we dat uitgevoerd hebben volgens onze planning (I) op maandag 16 mei kunnen we er zeker van zijn dat tegen middernacht een groot deel van dit teeltraam met eitjes belegd is. Vier dagen later, op vrijdag 20 mei, zijn de larfjes beschikbaar en begin ik rond 10 uur met eerste omlarvingen. Het teeltraam met de kleine larfjes wordt uitgenomen, de raten herschikt en het blind raam terug als kantraam ingehangen. De dag voor het omlarven, donderdag 19 mei, heb ik in de tweede zesramer hetzelfde uitgevoerd zoals hierboven beschreven om larfjes te bekomen op maandag 23 mei. En zo gaat het verder, zo’n twee maanden lang. - Nog een mogelijkheid om op een vastgestelde datum het teeltraam te laten beleggen is het opsluiten van de koningin op dat teeltraam. (foto 4) Door gebruik te maken van twee houten kaders met moerrooster die weerszijden op het te beleggen teeltraam vastgemaakt zijn met een paar elastieken. De koningin wordt opgezocht en opgesloten op dat raam. Deze methode vind ik heel geschikt en gebruik ik als de toekomstige larfjes voor moerteelt moeten dienen. Het houten kadertje heeft een dikte van 6 mm. Eventueel een kleine opening te maken in het raam om de koningin toe te laten op beide zijden eitjes te deponeren. -
3. De brij-volken. Selecteren De volken die geselecteerd worden voor de oogst van koninginnebrij zijn, wat bezetting betreft, de sterkste volken van de stand en altijd met een koningin niet ouder dan 2 jaar. In het laatste deel van de voorjaarsdracht lopen ze over van de jonge bijen en juist die bijen van 6 à 13 dagen oud zullen zorgen voor een uitstekende oogst aan koninginnebrij. Koninginnen max. 2 jaar oud reageren beter op de aangeboden “honingpasta” dan oudere koninginnen door een maximale eileg langer aan te houden, ook bij minder
3
goed weder. Hier ook heeft de genetische eigenschap geen rol behalve dan een goede handelbaarheid want ook zij worden om de drie dagen gestoord gedurende de ganse periode van de brij-oogst en zachtaardige bijen maken het werk wel aangenamer. Klaarmaken en starten Het doel van dit “klaarmaken” is een plaats creëren voor het inhangen van het brij-raam, met de omgelarfde jonge larfjes. Het brij-volk in ons voorbeeld bestaat uit één honingkamer (HK), een moerrooster, Broedkamer A (BK) en BK B. De koningin zit in BK A. Eerst wordt de koningin in BK A opgezocht en met raam en opzittende bijen overgeplaatst in BK B. Om die ingreep mogelijk te maken wordt een raam uit BK B verwijderd. Bovenop komt de moerrooster, daarboven de HK en bovenop BK A met de open ruimte voor het brij-raam. Door het plotse verplaatsen van de koningin uit BK A, het plaatsen van de moerrooster en de plaats bovenop van BK A voelen de bijen zich daar moerloos. Twee uur na die ingreep is het moerloze gevoel op zijn hoogste peil, is de opengelaten ruimte volledig gevuld met jonge bijen en is dit het meest geschikte ogenblik om het brij-raam in te hangen. Noodzakelijk is wel dat alle koninginnen gemerkt zijn. Rond 9 uur in de voormiddag begin ik altijd met het klaarmaken van de helft van de brij-volken. Daarna begint het omlarven. De andere helft van de brijvolken wordt na de middag gedaan. De brij-raten worden klaargezet en de met “honingpasta” gevulde voederbakjes gemonteerd. In de werkruimte wordt de temperatuur opgevoerd tot 30°C en het vochtgehalte tot ongeveer 60%. Volgens het werkschema is op 16 mei een raam ingehangen in de 6ramer om te laten beleggen. Op 20 mei, datum waarop we de KB-oogst aanvatten, liggen daar eitjes in en heel jonge larfjes die geschikt zijn om te overlarven in de napjes op de brij-latten. Het raam wordt bijenvrij gemaakt door de bijen af te vegen. Niet schudden om de larven intact te houden. Het raam op de stelling geplaatst zodat de lichtinval van de lamp optimaal is en het omlarven kan beginnen. Er worden achtereenvolgens 3 brij-latten van 50 cellen omgelarfd vooraleer ze in de brij-volken ingebracht worden. In de tussentijd vertoeven ze efkens in de broedstoof, gemonteerd op het brij-raam, bij een temperatuur van 33°C en vochtgehalte van 80%. Bij de start, hier op 20 mei, is er nog geen bij te oogsten. Het werk aan de teelt van KB-brij bestaat enkel uit de volken startensklaar maken en omlarven.
4. Oogsten van koninginnebrij. Op 23 mei, volgens het opgestelde werkschema -dag O - dag van omlarven + oogsten van KB, zijn de larven in de napjes minder dan 4 dagen oud. Zij zwemmen in de KB, heeft er nog geen ontlasting plaatsgevonden en hebben zich nog niet verveld. Dit is het ogenblik om KB te oogsten die nog geen afvalstoffen bevat. Een dag langer wachten is ten koste van hoeveelheid brij, larven gaan fenomenaal groeien maar nemen ook veel brij op. Veel brij opnemen betekent meer afvalstoffen in het lichaam die in de brij geloosd kan worden. De celwanden van de napjes zijn zo’n 8 tot 10 mm opgebouwd. Met een lichtjes verwarmd breekmesje wordt de opbouw tot juist boven de larve met één beweging weggesneden. Nu liggen de larven goed zichtbaar bovenop de brij en met een pincet of klein haakje worden ze uit de napjes verwijderd en zijn ze een gegeerd product als voeder voor siervissen. De brij ligt in de napjes klaar om geoogst te worden. De brijlat wordt vóór en na het leegzuigen gewogen om na te gaan of het gewenste resultaat aan brij bereikt wordt of het gebeurd meermaals dat het aanbod zo groot is dat twee brij-ramen inhangen gewenst is. Met het opzuigtoestel wordt de brij in een verzamelpotje gezogen. Daarvoor gebruik ik een donkergekleurd glazen potje van 60 gram. Daarin kan ik 50gr brij opzuigen zonder dat de brij door de zuigkracht in het afvoerslangetje voor lucht kan blijven steken. In praktijk wordt werk ik altijd met drie kasten na elkaar. Dit om het een beetje te laten vooruitgaan en bij het werk in de bijenhal krijgen mijn ogen een beetje rust.! Drie brij-latten omlarven, brij-lat met brij uitnemen, onmiddellijk brij-raam met omgelarfde brij-lat in daarna brij van 3 brij-latten opzuigen. Volgende drie brijkasten. De tijd dat er niet omgelarfd wordt verblijft het raam met de larfjes in de broedstoof. Op het einde van de dag O wordt de brij uit de verzamelpotjes overgeschept in kleinere potjes voor verkoop en onmiddellijk ingevroren. Enzovoort, volgens het vooropgestelde schema van I O X
4
5. De brij-volken onderhouden. Zowel de teelt van koninginnen als de teelt van KB heeft plaats tussen open broed. Het spreekt vanzelf dat, indien wij niet ingrijpen, er na een tiental dagen geen open broed meer zal zijn in de brij-kamer (broedkamer B). Om de 9 dagen, op dag O worden 2 openbroedramen (liefst met eitjes en kleine larfjes) met opzittende bijen uit broedkamer A genomen en vervangen zij de ramen 3 en 4 in broedkamer B. Om plaats te maken gaan de ramen 1 en 2 terug naar broedkamer A en 3 en 4 nemen hun plaats in. Dit alles gebeurt vóór het inhangen van het opnieuw omgelarfde brij-raam en volgens het opgegeven schema zou dit een eerste keer moeten gebeuren op zondag 29 mei. Eén gevaar: als de koningin meereist naar boven is er volgende keer geen brij te oogsten in dat volk! Enige troost; 5 minuten minder werk te doen. Op het einde van de oogstperiode wordt de kast terug geplaatst zoals ze was bij de selectie nl. honingkamer bovenaan, moerrooster en daaronder de beide broedkamers.
6. Onderhoud van het materiaal. Het terug proper maken van de napjes op de brij-lat is van groot belang. Omlarvingen in niet propere napjes zullen de bijen niet aanvaarden. Om gemakkelijk te werken beschik ik over een dubbel aantal brij-latten. Het is het noodzakelijk dat, na het leegzuigen van de napjes, alle opgebouwde was op de napjes tot op de rand wordt afgesneden. Met een licht verwarmd breekmesje is dit in één beweging gedaan.. Daarna dompel ik ze onder in lauw water om te voorkomen dat restjes brij in de nopjes zouden kleven en als de ganse serie gedaan is worden ze met een waterstraal schoongespoeld; goed laten drogen en ze zijn bruikklaar voor de volgende omlarvingen. Ook de voederbakjes moeten proper gemaakt worden. Aangezien in het toegediende stimul-voeder deeltjes bijenraat is bouwen de bijen het vast aan de wanden van het voederbakje. Met een aangepaste steekbijtel is dit gemakkelijk af te steken. Alle losse delen op het brijraam worden door de bijen telkens met propolis vastgezet. Regelmatig de propolis verwijderen is noodzakelijk. Zo verzamel ik op die wijze zo’n kwartkilo propolis; niet om euforisch over te doen maar je kunt er wel altijd iemand een plezier mee doen of … misschien ben ik ook wel één van die zuinige imkers. Nog één raad: voor het oogsten van koninginnebrij zijn enkel zeer sterke volken geschikt en dit geldt ook voor de zesramers die de larven gaan leveren. Marco De Pauw
.
5
6