1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels Begrippen
4 4
Hoofdstuk 2 Artikel 2 Artikel 3
Bestemmingsregels Werking Recreatie - Verblijfsrecreatie
5 5 6
Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel 5
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
7 7 8
2
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
Regels
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
3
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan 1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout van de gemeente Bodegraven - Reeuwijk. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1901.14recparkrwh1eherz-BP80 met de bijbehorende regels, verbeelding en eventuele bijlagen. 1.3
moederplan
het bestemmingsplan Recreatiepark Reeuwijkse Hout, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1901.12recparkreeuwhout-BP80 met de bijbehorende regels, verbeelding en eventuele bijlagen. 1.4
studio
een (gedeelte van een) gebouw dat dient als recreatief verblijf voor gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben.
4
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
Hoofdstuk 2
Artikel 2
Bestemmingsregels
Werking
De regels van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3 van het moederplan zijn op dit plan van toepassing, met in achtneming van het bepaalde in de volgende artikelen.
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
5
Artikel 3 3.1
Recreatie - Verblijfsrecreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
3.2
recreatieve doeleinden in de vorm van een bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen; gebouwen ten behoeve van onderhoud; water; groen; bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, bruggen, duikers, terrassen, veranda's, steigers, vlonders. Bouwregels
Er mogen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels: gebouwen a. het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding met de maatvoeringsaanduiding is aangegeven; b. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding met de maatvoeringsaanduiding is aangegeven; c. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 70 m² bvo; d. op maximaal 10 locaties mogen maximaal 4 recreatiewoningen, als bedoeld onder a en c, aan elkaar worden gebouwd om op die wijze groepsaccomodaties te kunnen realiseren; e. in afwijking van het bepaalde in lid c en d, is ter plaatse van de op de verbeelding met de bouwaanduiding 'gestapeld' aangegeven gronden de bouw van studio's in gestapelde vorm toegestaan; f. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van onderhoud, zoals bedoeld in lid 3.1 onder b, mag gezamenlijk maximaal 250 m² bedragen; g. de voorgevelbreedte van een gebouw ten behoeve van onderhoud bedraagt maximaal 12 m; h. de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van onderhoud mag niet meer bedragen dan respectievelijk 4 m en 9 m; i. per recreatiewoning is een aangebouwd terras/veranda toegestaan van maximaal 50 m² ; j. onder de recreatiewoningen is een kelder toegestaan; k. bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen, overkappingen, erfafscheidingen zijn vanwege de landschappelijke opzet van het plan niet toegestaan; andere bouwwerken l.
3.3
de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m. Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels: a. de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor recreatief verblijf door (groepen van) personen die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; b. de parkeerbehoefte als gevolg van de in lid 3.1 genoemde bebouwing en voorzieningen worden binnen deze gronden gerealiseerd , waarbij wordt uitgegaan van de volgende normen: 1. Recreatiewoningen, studio's : 1 voertuig per woning/studio; 2. Gasten: 1 voertuig per 10 woningen; 3. Personeel: 10 plaatsen. 3.4
Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.3 onder b voor het toestaan van een andere parkeernorm indien daardoor geen parkeerproblemen ontstaan.
6
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
Hoofdstuk 3 Artikel 4 4.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 4.2
Afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 4.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 4.1 met maximaal 10%. 4.3
Illegale bebouwing
Lid 4.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 4.4
Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 4.5
Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 4.6
Verbod hervatting strijdig gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 4.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4.7
Uitgesloten gebruik
Lid 4.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"
7
Artikel 5
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 1e partiële herziening Recreatiepark Reeuwijkse Hout.
8
"1e partiële herziening Recreatiepark Reeuw ijkse Hout"