EINDRAPPORT HERSTRUCTURERING V.D.H.
16 augustus 2014
Inleiding De werkgroep zag de noodzaak om een heldere opdrachtformulering vast te stellen waarin een ieder zich kon vinden, aldus luidend: Het leveren van een advies over de wenselijke en noodzakelijke verbeteringen ten behoeve van de: a. Structuur (herstructurering en democratisering) b. Communicatie en PR c. Informatie voorziening in- en externe klanten. Vervolgens zijn de daarmee samenhangende onderwerpen door de werkgroep vastgesteld en door de subwerkgroepen in een analyse uitgewerkt. Deze zijn: * Communicatie * Organisatie, Personeel en Administratie * Juridisch * Informatie en Technologie * Gezondheid, Welzijn en Kwetsbaarheid van het ras Het onderwerp "Gezondheid, Welzijn en Kwetsbaarheid van het ras" is later toegevoegd gezien het maatschappelijke en politieke belang hiervan. In de uitwerking, bespreking en vaststelling van de onderwerpen zijn, waar van toepassing, twee piketpalen gehanteerd waaraan niet getornd kon worden, te weten de statutaire doelstelling van de VDH en de raspunten van de Duitse Herder. Deze vormen naar onze mening de basis van onze vereniging. Verder stond alles ter discussie. Wel werd al snel duidelijk dat het huidige fundament geen waarborgen meer bood om de toekomst als VDH met optimisme tegemoet te zien. De statistieken met betrekking tot het aantal gefokte Duitse Herders, het ledental buiten en binnen kringgroepverband, het aantal deelnemers op examens, wedstrijden en exterieur evenementen laat al jaren een dalende lijn zien. De continuïteit van de VDH komt hiermee in het gedrang. Een drastische wijziging in de structuur inclusief bevoegdheden, verantwoordelijkheden en communicatie is daarbij van evident belang. De werkgroep heeft er bewust voor gekozen om de structuur van de VDH als uitgangspunt te nemen. Dit is naar de mening van de werkgroep de basis om tot uitwerking van het eindrapport te komen. Het heeft geen enkele zin om op inhoud veranderingen teweeg te brengen als je niet vooraf de organisatiestructuur hebt vastgelegd. Het eindrapport is het fundament, het is nu aan de bestuurders om hier verder inhoud en uitvoering aan te geven. Oftewel het fundament en de draagmuren zijn de basis van het huis. De ruimtelijke indeling is een keuze en zo kom je tot een bewoonbaar en gedegen huis.
1
Toelichting op de diverse onderdelen Het Hoofdbestuur dient een helikopterview te hebben en zich op strategisch beleid te focussen. Dat betekent dat er meer generalisten dan specialisten in het Hoofdbestuur zitting moeten hebben. Daaronder komen de diverse commissies en werkgroepen die bestaan uit specialisten die het Hoofdbestuur, gevraagd en ongevraagd van een goed onderbouwd advies moeten voorzien. Daarnaast liggen er een aantal operationele taken bij HB leden waardoor de VDH kwetsbaar wordt bij vertrek van het HB lid. Werkzaamheden dienen dan ook meer gedecentraliseerd te worden om de kwetsbaarheid, zoveel als mogelijk is, te beperken. Door voor een andere structuur, bevoegdheden en verantwoordelijkheden te kiezen zal ook de communicatie opnieuw ingevuld moeten worden. Communicatie en informatie is de basis voor transparant beleid en zal de binding met de leden (incl. AV, commissies en werkgroepjes) vergroten. Ondersteuning van het beleid (tactisch, strategisch en operationeel) kan middels een gedegen ICT structuur en programmatuur. De VDH heeft een goede ICT structuur en maakt gebruik van uniforme programmatuur echter kan hier op onderdelen nog een kwaliteitsslag gemaakt worden. Op tactisch niveau opereren de afdelingen. Zij zijn statutair geen rechtspersoon en opereren namens het Hoofdbestuur. De invulling van vacatures binnen een Provinciaal Bestuur verlopen doorgaans moeizaam en bij een aantal afdeling zijn er "veel" mutaties dan wel kunnen openstaande functies niet ingevuld worden door desinteresse. Ook hier zal het Hoofdbestuur initiatieven moeten ontwikkelen hoe in de nabije toekomst invulling aan de afdelingen te geven. De Duitse Herder is de kern van onze vereniging. Ieder lid is als "liefhebber" begonnen en een aantal hebben zich verder ontwikkeld in de diverse sporten. Kern blijft echter een gezonde, sociale en actieve Duitse Herder. Dat is ook wat "de klant" wil. Een gezonde, sociale en actieve Duitse Herder is HET visitekaartje voor het ras en de fokkerij dient dit hoog in het vaandel te hebben. Daarbij dienen de fokkers zich als klantgerichte "verkoper" op te stellen inclusief een goede "aftersales" en dat laat op onderdelen nogal eens te wensen over en schaadt de VDH als geheel. Ook hier dient er nog een strategische en operationele kwaliteitslag gemaakt te worden.
2
Indeling van de diverse onderdelen Paragraaf 2: een korte samenvatting van de notitie. Paragraaf 3: de beschrijving van de huidige situatie. Paragraaf 4: weergave van de probleemstelling. Paragraaf 5: weergave van de toekomstige wenselijke situatie. Paragraaf 6: aanbevelingen en conclusies met de bijbehorende keuzes.
de werkgroep Herstructurering:
Evert Mulder (voorzitter) Jos de Gouw (secretaris) Dick Bal (Groningen) Ton v.d. Heide (Friesland) Anja Boonemmer (Drenthe) Andre Hengstman (Overijssel) Jan Veeneman (Gelderland) Henk Tismeer (Zuid Holland-Utrecht) Ton van Oirschot (Noord Brabant) Petra Dijkstra (Limburg)
3
COMMUNICATIE
4
1. Inleiding Dit onderdeel bevat het resultaat en advies van het analysetraject met betrekking tot de communicatie binnen de VDH. Communicatie die op alle fronten en met alle betrokken partijen zowel incidenteel als structureel op een goede, professionele en doordachte wijze plaatsvindt, is de noodzakelijke goed geoliede motor van iedere vereniging, groot of klein. Een goede communicatie zorgt onder andere voor: Een geloofwaardige vereniging, zowel intern als extern, dus voor de ‘buitenwereld’ Een vereniging met een heldere uitstraling van onder andere de doelstellingen die weet waarvoor zij staat en dat ook uitdraagt Een juiste begripsvorming bij alle betrokkenen En niet in de laatste plaats een optimale klantbinding. Een ieder waarmee de VDH in welke rol dan ook communiceert, moet in dit verband gezien worden als een klant. Dat veronderstelt dat sprake moet zijn van een zeker ‘klantdenken’ waarbij de klant – en die is met name het VDH-lid - centraal moet staan. In de aanbevelingen zal hierop verder worden ingegaan. Communicatie vatten we in dit document breed op: mondeling en schriftelijk en met gebruikmaking van alle middelen zoals mail, maandblad, website, vergaderstukken en andere documentatie (o.a. vademecum). We maken daarbij onderscheid tussen onze externe en de interne communicatie-uitingen. De externe zijn in willekeurige volgorde: De website Het maandblad De nieuwsbrief Overige publicaties (incidenteel) Overleg met de Raad van Beheer, de Commissie Werkhonden (CWH) en de Werkhondenraad, zusterverenigingen en de WUSV Overig relatiebeheer, bijvoorbeeld met de media De interne zijn met name: HB < - > HB HB < - > PB en gekozen AV-leden HB < - > Kringgroepen (incidenteel) HB < - > AV En voorts de contacten vanuit het hoofdbestuur met De CBA De CBK De werkgroep Behendigheid De Redactiecommissie De Jeugdcommissie De Budgetbewakingscommissie De Kascontrolecommissie
5
Verder onderkennen we de volgende relaties PB < - > PB (incl. gekozen AV-leden) PB < - > Kringgroep Kringgroep < - > Kringgroep, en uiteraard Leden onderling Overige incidentele contacten Tenslotte communiceren de verschillende commissies op hun beurt uiteraard onderling, maar ook met vele anderen. We lichten de CBA, de CBK en de werkgroep Behendigheid hier met name uit. De CBA < - > Africhtingskeurmeesters, vertegenwoordigers vanuit de provincies, kringgroepen en anderen zoals pakwerkers De CBK < - > Exterieur keurmeesters, vertegenwoordigers vanuit de provincies, kringgroepen en fokkers De werkgroep Behendigheid < - > Cynophilia, contacten met het buitenland waaronder de SV Door het onafhankelijke karakter wordt de Commissie van Beroep buiten deze beschouwing gelaten.
6
2. Samenvatting 2.1. Inventarisatie Dit onderdeel beschrijft het communicatie-werkveld van de VDH. Vrijwel alle communicatielijnen van de VDH – met onderscheid naar de externe en interne – zijn in kaart gebracht. De externe zijn: De website Het maandblad Voorheen de Nieuwsbrief Overige publicaties (bijvoorbeeld een artikel in de media) Overlegvormen (bijvoorbeeld met de RvB en de WUSV) Overig relatiebeheer, te denken aan andere rashondverenigingen, media e.a. De interne zijn: De communicatie binnen, van en door het hoofdbestuur Hoofdbestuur en commissies Andere relaties zoals de PB’s (afdelingsvergaderingen e.a.) Kringgroepen en leden Incidentele contacten (wandelgangen e.a.) De communicatie door en binnen de verschillende commissies 2.2. Probleembeschrijving Een gegeven is dat de VDH een onvoldoende positieve uitstraling heeft zowel naar binnen als naar buiten. Als knelpunten worden genoemd Geen uniforme en foutloze communicatie (lettertype, grammatica) Niet voldoende gebruik van de moderne media, waaronder de website die niet werkende links kent, informatief achter blijft en niet optimaal de klant bedient in vele facetten Onzichtbare besluitvorming, terwijl wel over, maar niet met de leden wordt gesproken, en daarnaast zaken die zich onderhuids afspelen en daarmee negatief werken Te lange communicatielijnen, bijvoorbeeld voorstellen vanuit de afdelingen Bureaucratie en veel te veel regels (als een format niet wordt gebruikt dan is het niet goed) Het maandblad wordt dunner en dunner en dus oninteressanter Een te grote hoeveelheid informatie voor de vergaderingen. Daardoor wordt niet alles gelezen en wordt het doel niet bereikt Klantdenken staat zeker nog niet centraal binnen onze vereniging. We zijn te veel naar binnen gekeerd en handelen vanuit onze eigen positie waarbij wij het middelpunt zijn, en dat ten onrechte
7
2.3. De wenselijke situatie en de aanbevelingen Uit de korte probleembeschrijving blijkt dat er op communicatief gebied nog heel wat te verbeteren valt. Wenselijk zijn een optimaal functionerende website, foutloze communicatie (ook in vergaderstukken), een goed maandblad en herintroductie van de Nieuwsbrief, heldere besluitvorming op alle fronten, een uniforme en professionele uitstraling van de VDH naar binnen en naar buiten met een goede vertrouwensbasis binnen alle geledingen, minimale en actuele regelgeving, en tenslotte als meest belangrijke item het klantdenken introduceren en voorop stellen. Om dit te bereiken zijn de aanbevelingen de volgende: Stel een communicatieplan op en ga – juist daarbij - ook de klant centraal stellen Zorg voor eenduidige en professionele communicatie-uitingen (bijvoorbeeld één lettertype) Optimaliseer de website in alle facetten (gebruiksvriendelijkheid, taalgebruik, links enz.) Beperk de massa’s papier (w.o. jaarverslagen) en houd de communicatielijnen (m.n. voor de AV en voorstellen) kort Pas het maandblad en de andere externe uitingen aan de moderne behoeften van deze tijd aan (snel, zakelijk enz.) Beperk de hoeveelheid regels en maak ze klantvriendelijk Ontwerp een voor de VDH goede schrijfwijzer
8
3. Huidige situatie 3.1. Externe communicatie 3.1.1. De Website De VDH beschikt uiteraard over een website. De site kent vele submenu’s en wordt voor vele doeleinden gebruikt. Op zich wordt de site goed bezocht. Recentelijk is een geheel vernieuwde website online gegaan nadat de site enige tijd ‘op zwart heeft gestaan’. Dit laatste is gelukkig een incident geweest dat niet al te lang heeft geduurd, maar wel her en der vragen heeft opgeroepen. De nieuwe website kan ten opzichte van de vorige in ieder geval als een goede verbetering worden aangemerkt, hoewel mailadressen en ict-links niet allemaal correct functioneren. De opzet is een stuk beter en alles oogt toch wat rustiger en professioneler. Wel kan de website nog een aantal noodzakelijke en wenselijke verbeteringen ondergaan. Een aantal daarvan ligt echter op het ict-vlak dat verder buiten deze scope valt. 3.1.2. Het maandblad Ons blad – dat er als geheel goed verzorgd uitziet – verschijnt in beginsel maandelijks in full color. In de loop der jaren is het blad dunner en dunner geworden. Vele oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen. Het blad voorziet in een bepaalde informatiebehoefte en wordt gebruikt om informele, maar ook formele berichten breed kenbaar te maken. Het blad wordt de VDH-leden per post bezorgd en aan diverse externe relaties verzonden. De inhoud wordt bepaald door de redactie met medewerking van freelancers. 3.1.3. De Nieuwsbrief In navolging van vele andere organisaties kenden we sinds enige tijd de digitale Nieuwsbrief als informatief en informeel medium. Met regelmaat werd hij verstuurd aan hen die zich daarop hadden geabonneerd. Het is een modern medium dat vrij snel met name de resultaten van alle typen wedstrijden en examens, dikwijls voorzien van een kort verhaal of toelichting, publiekelijk maakt. De inhoud komt voor verantwoording van de redactie. Inmiddels wordt de Nieuwsbrief niet meer via de mail verspreid. Een tijdje is gekozen voor publicatie ervan via de website, maar ook daarmee is men gestopt. 3.1.4. Overige publicaties Hoewel incidenteel vinden andere publicaties plaats indien daartoe aanleiding of behoefte bestaat. Te denken hierbij is aan een artikel in de diverse media. 3.1.5. Overlegvormen De externe overlegvormen vloeien voort uit het lidmaatschap van de VDH met onder andere de Raad van Beheer, diens commissies en de WUSV. Het gaat hier dus hoofdzakelijk om de formele invulling van de vertegenwoordigende functie die primair bij het hoofdbestuur is belegd. Deze overlegvormen (meestal vergaderingen) zijn structureel van aard en zijn medebepalend (op strategisch niveau) voor het te voeren beleid binnen de VDH. 3.1.6. Overig relatiebeheer Hierbij is te denken aan contacten met andere rashondverenigingen, opleidingsinstanties, de Duitse SV, de KNPV en de NBG, de media, de politiek en het betreffende departement. Voor zover thans te overzien is er hier sprake van incidentele contacten dus zonder regelmaat of structuur. Het gaat dan veelal om ad-hoc situaties.
9
3.2. Interne communicatie 3.2.1. De communicatie van, door en binnen het hoofdbestuur De communicatie binnen het hoofdbestuur en de leden daarvan onderling is voor 99% onbekend. Besluitvorming vindt buiten het zicht van de VDH-leden plaats. Het hoofdbestuur onderhoudt verder zijn contacten met de PB’s en de gekozen AV-leden hoofdzakelijk per e-mail, soms per brief. Het gaat hier om relatief grote hoeveelheden, zoals de verzoeken om flyers en andere informatie door te zenden naar de kringgroepen. Een enkele keer heeft het hoofdbestuur of een lid ervan direct contact met een kringgroep. Twee keer per jaar vindt er regulier een Algemene Vergadering plaats met een vertegenwoordiging van de provinciale afdelingen. Op deze vergaderingen worden grote hoeveelheden papieren documentatie besproken die eerder digitaal is verzonden. 3.2.2. Hoofdbestuurs-contacten met de commissies Op operationeel niveau onderhoudt het hoofdbestuur zijn contacten met de verschillende commissies als boven genoemd. Sommige commissies worden expliciet voorgezeten door het verantwoordelijke hoofdbestuurslid. Daar is de communicatielijn op zich gewaarborgd. Met andere commissies wordt structureel of op ad hoc-basis overlegd. 3.2.3. Andere relaties Ook binnen en door de PB’s wordt gecommuniceerd: Intern, dat wil zeggen op de bestuursvergaderingen Extern, dat wil zeggen op de reguliere algemene afdelingsvergaderingen (2x per jaar) Extern op incidentele of structurele basis met kringgroepen en leden Overleg met commissie- of hoofdbestuursleden Inhoudelijk is hiervan weinig bekend, omdat brede publicatie niet plaatsvindt. Een communicatiemiddel dat door vele afdelingen wordt gebruikt is een eigen website of facebookpagina. Voorts zetten de PB’s nogal wat mailverzoeken door naar de AV-leden en de kringgroepen. 3.2.4. Kringgroepen en leden Op zich is bekend dat een aantal kringgroepen met elkaar een relatie onderhoudt op verschillende niveaus. Zo komt het voor dat men bij elkaar traint, examens doet en andere zaken bespreekt. Deze contacten vinden steeds op eigen initiatief plaats. Dat hierdoor leden onderling contacten hebben en deze onderhouden is vanzelfsprekend. Tot slot hebben de kringgroepbestuurders uiteraard contact met hun aangesloten leden. Ledenvergaderingen inclusief de noodzakelijke documentatie horen daarbij. 3.2.5. Overige incidentele contacten Deze contacten zijn zeer divers van aard en vinden vrijwel ten volle buiten het zicht van de publiciteit plaats. Dat betekent echter niet dat ze onbelangrijk zijn of geen waarde zouden hebben. Een telefoontje met een of andere bestuurder kan bijvoorbeeld inzicht verschaffen in de uitleg van een probleem. Zo zijn vele voorbeelden aan te dragen. Feit is dat ze niet onderschat moeten worden. 3.3. Communicatie en de commissies Het voert hier te ver om alle communicatielijnen van de verschillende commissies in beeld te brengen en te beschrijven. Feit is dat al deze commissies op hun beurt zowel in- als extern communiceren, hoofdzakelijk binnen het VDH-domein en meestal op operationeel niveau. De gebruikte middelen zijn daarbij niet anders dan die van de overige spelers in het communicatieveld. 10
4. Probleemstelling De centrale vraag is of alle hierboven geschetste communicatie optimaal, althans zo optimaal mogelijk verloopt en de aanwezige (hulp-)middelen maximaal worden benut. Als we een algemeen beeld moeten schetsen dan zijn grote verbeteringen noodzakelijk en wenselijk. De VDH heeft op dit moment een onvoldoende positieve uitstraling zowel naar binnen als naar buiten. Wij constateren de volgende knelpunten, zonder daarbij overigens uitputtend te zijn: Er wordt noch naar vorm en noch naar inhoud voldoende uniform gecommuniceerd. De communicatielijnen zijn in het algemeen gesproken lang, zo niet te lang en werken vertragend op de besluitvorming. Sprake is van een zekere bureaucratie (als een format niet wordt gebruikt dan is het niet goed). Met name de website moet HET visitekaartje van de VDH zijn. Hoewel de ‘look and feel’ vernieuwd is, zijn onvolkomenheden te onderkennen: niet werken met één lettertype, te lichtgrijze kleine letters, taal- of schrijffouten, niet werkende links, incomplete informatie en informatie die later is dan andere sites, ontbrekende data en het genoemde doel op de homepagina is niet uitsluitend ‘het doel’ van de VDH maar slechts één van de vele. Hoe zeer waardering bestaat voor de nieuwe site, zelfs kleine onvolkomenheden leiden bij bezoekers, gebruikers en potentiële nieuwe leden tot ergernissen. Er wordt vaak over, maar niet met de leden gesproken. Besluitvorming is veelal onzichtbaar. We munten uit in grote hoeveelheden papier en overige documentatie; daarmee wordt het doel voorbij geschoten; sprake is van onvoldoende digitalisering op vele fronten. Er zijn zaken die zich wat we hier noemen ‘onderhuids’ afspelen op alle niveaus en daarmee de algemene sfeer negatief beïnvloeden. Het maandblad lijdt aan een zekere anorexia en dreigt af te glijden naar een dunne folder. Moderne media als bijvoorbeeld facebook worden nog niet of onvoldoende gebruikt. VDH-functionarissen blinken uit in het opgeheven vingertje; een (te) belerend effect is daarvan het resultaat. Klantdenken staat absoluut niet centraal binnen onze vereniging. We zijn in het algemeen te veel naar binnen gekeerd, denken en communiceren vanuit onze eigen positie waarbij wijzelf het middelpunt zijn. We hebben zoveel regels dat velen door het dichte bos de bomen niet meer zien staan. Tenslotte wordt er inhoudelijk en qua vorm op alle niveaus tamelijk slecht geschreven. Zo hoort een website in beginsel foutloos te zijn, maar is dat, ook grammaticaal, te vaak niet. Het mag duidelijk zijn dat de diverse genoemde knelpunten onnodige irritaties en onbegrip veroorzaken. Ze werken bovendien demotiverend door in alle geledingen binnen de VDH.
11
5. De wenselijke of noodzakelijke situatie De VDH moet een beter gezicht krijgen en een aantrekkelijke vereniging zijn waar het op alle fronten goed toeven is. Een heldere en eerlijke communicatie is daarbij onontbeerlijk, zo niet een primaire voorwaarde. Een verdere professionalisering van die communicatie is daarom zeer noodzakelijk. We moeten daarom toe naar: Een voor ieder toegankelijke en optimaal functionerende website (inloggen is in gevallen niet goed mogelijk) Een eenduidige en heldere, foutloze communicatie (maar het blijft mensenwerk) Betere communicatief verantwoorde brieven Een op communicatief terrein verantwoord maandblad en dito nieuwsbrief Een andere houding ten opzichte van de klant (en dan met name het lid, onze achterban en overige contacten en relaties) – de klant moet centraal komen te staan Minimalisering van de interne bureaucratie Actualisering en minimalisering van allerlei voorschriften en regels Een inzichtelijke en transparante besluitvorming op hoofdzakelijk strategisch vlak van de belangrijkste bestuursorganen Professionalisering van de communicatielijnen Een uniforme uitstraling van de VDH vanaf hoofdbestuur tot en met kringgroep Een vertrouwensbasis door een open communicatie binnen alle VDH-geledingen
12
6. Conclusies en aanbevelingen We hebben reeds vastgesteld dat de communicatie binnen de VDH een behoorlijke verbetering kan en moet ondergaan. De VDH kan zich aanzienlijk beter naar binnen en buiten profileren en presenteren met een modernere en eigentijdse, goed gestructureerde en vooral open communicatie op vrijwel alle vlakken en binnen alle geledingen. De aanbevelingen zijn de volgende:
Maak een goed doordacht communicatieplan Dit document kan daarbij als uitgangspunt dienen (zie hierna voor enkele ideeën), dat voor de gehele VDH geldt.
Stel de klant centraal Stel steeds de vraag vanuit het gemeenschappelijke doel wat wil en kan de klant zien en horen en ga uit van zijn of haar positie.
Maak al je communicatie-uitingen eenduidig en professioneel Bijvoorbeeld: iedereen gebruikt hetzelfde logo en lettertype.
Optimaliseer de website door nog meer rekening te houden met de klant cq. gebruiker en maak hem interactief waar mogelijk Thans is een nieuwe site gebouwd, maar verbeteringen zijn nog zeker aan te brengen (zie onder § 4, vierde bullet).
Beperk de “papier massa” De interesse in het lezen van stukken vergaat al snel bij de grote hoeveelheden zoals bij die van de AV’s. Daardoor wordt het doel dus juist niet bereikt.
Houd de communicatielijnen kort De cyclus van bijvoorbeeld voorstellen vanuit de leden en provincies en de uiteindelijke behandeling ervan doet denken aan een vooroorlogse behandeling van een amendement in de Tweede Kamer. Met andere woorden: de communicatie moet snel, zakelijk en slagvaardig zijn.
Pas het maandblad en andere externe uitingen qua aantal, verschijnen en inhoud aan de hedendaagse behoeften aan en maak ze daarmee aantrekkelijker voor de klant (het lezerspubliek) Deze aanpassingen in de communicatie zijn te omschrijven als ‘snel’, ‘zakelijk maar betrokken’ en ‘modern van inhoud en qua vorm’. Ook deze communicatie moet dus snel, zakelijk en slagvaardig zijn. Heroverweeg de invoering van de Nieuwsbrief in zijn oorspronkelijke vorm.
Beperk de hoeveelheid regels en houd ze actueel Doe aan vermindering (deregulering) en maak ze eenvoudiger en toegankelijker voor iedereen; discussies over de regels is zonde van tijd en geld.
Ontwerp ten slotte een voor de VDH geldende schrijfwijzer Ogenschijnlijk betekent dat meer ‘regels’, maar een goede schrijfwijzer bevat als het ware communicatieve vanzelfsprekendheden waaraan iedereen zich vrij gemakkelijk zal kunnen houden omdat het een positieve herkenbaarheid heeft. 13
ORGANISATIE, PERSONEEL EN ADMINISTRATIE
14
1. Inleiding Het onderdeel Organisatie, Personeel en Administratie (OPA) is een gevolg van het voorstel van Noord-Brabant op de AV van 25 mei 2013 na de plannen van het hoofdbestuur om mogelijk over te gaan tot regiovorming. In dit onderdeel is de huidige situatie ten aanzien van Organisatie (statutaire structuur in de VDH), Personeel (de diverse (bestuurs-) functies en commissies) en Administratie (verwerking en vastleggen van alle administratieve gegevens in de VDH) geanalyseerd. Hierna zijn voorstellen aangedragen en bediscussieerd in de werkgroep herstructurering VDH ter verbetering.
2. Samenvatting Inventarisatie van huidige situatie, wensen en (on-)mogelijkheden van de verschillende groepen belanghebbenden, een en ander in terugkoppeling naar de huidige statuten en doelstellingen.
Het in beeld brengen van de huidige situatie en organisatiestructuur. In beeld brengen van de doelstelling, knelpunten, kwetsbaarheid en wensen. Personele (organisatie) kwetsbaarheid. Voorstellen ter verbetering van de huidige (organisatie) structuur van de VDH.
15
3. Huidige situatie Statutair bestaat de VDH uit louter liefhebbers en fokkers van raszuivere Duitse Herdershonden, die de vereniging hebben opgericht met als doel het hieronder weergegeven uittreksel uit de statuten. 3.1. De vereniging heeft statutair ten doel:
De instandhouding en verbetering van het ras “De Duitse Herdershond”. De bevordering van de gezondheid (lichamelijk en geestelijk) en het welzijn van de Duitse Herdershond, in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke gebreken binnen dit ras in het bijzonder. Het nader bij elkaar brengen van fokkers en liefhebbers van raszuivere Duitse Herdershonden. Het bevorderen van de kennis en de liefhebberij voor dit ras. Het geven van leiding bij de fokkerij en africhting van dit ras. Al datgene wat met bovenstaande, in de ruimste zin van het woord rechtstreeks of zijdelings, verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3.2. Opbouw van de vereniging:
De VDH-leden zijn nu verdeeld over 10 provinciale afdelingen. Zij kiezen een afdelingsbestuur en de afgevaardigden voor de algemene ledenvergadering van de VDH. Twee van de vier afgevaardigden komen, zonder extra verkiezing, uit het bestuur van de afdeling en twee afgevaardigden worden door de leden gekozen. Maximaal zijn er dus 40 leden die samen met het hoofdbestuur de algemene ledenvergadering van de VDH vormen. De VDH heeft ongeveer 4500 leden. Plaatselijk kunnen VDH-leden zich verenigen in aparte, door de VDH erkende, zelfstandige kringgroepen. Iets minder dan de helft van het totaal aantal VDH-leden is lid van een kringgroep.
De algemene vergadering kiest een hoofdbestuur. Dit hoofdbestuur kan zich laten bijstaan door commissies. Een commissie wordt samengesteld door de betreffende Commissaris (lid van het hoofdbestuur)
16
17
4. Probleemstelling 4.1.
Hoofdbestuur en Commissies Hoofdbestuur invulling functies:
Teveel mutaties in het hoofdbestuur in de afgelopen jaren.
Bij een bestuur van 5 leden is er een beduidend smallere basis voor overleg bij moeilijke besluiten.
De Commissies hebben geen oog voor elkaars werkgebied(en) en handelen te veel alleen voor de eigen doelgroep(en) met te weinig oog voor de statutaire doelstelling van de vereniging (elke commissie lijkt een vereniging in een vereniging te zijn).
Door een te grote verstrengeling met de commissie(s) kan het bestuur niet of nauwelijks onafhankelijk optreden, zowel beleid makend als uitvoerend (moet meer gescheiden worden).
De machtspositie van een bestuurslid met achter zich een commissie is onevenredig groot.
De bestuursbesluiten worden niet altijd door alle bestuursleden gedragen.
Lopende zaken staan stil indien de functie van hoofdbestuurslid als voorzitter van de commissie is beëindigd.
Kwetsbaarheid van het hoofdbestuur ligt voor een groot deel besloten in het gegeven dat het hoofdbestuur niet geheel onafhankelijk is van de commissies. Door het gegeven dat commissieleden een persoonlijke keuze zijn van de betreffende functionaris in het hoofd bestuur, is er sprake van “machtsverstrengeling”. Een commissaris zal moeilijk aan zijn commissie kunnen uitleggen waarom het hoofdbestuur afwijkt van eventuele adviezen van zijn/haar (zelf samengestelde) commissie. Dit heeft in het verleden geleid en zal ook in de toekomst blijven leiden tot verregaande spanningen in het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur kan niet onafhankelijk een besluit nemen doordat de invloed van de commissies zo groot is, omdat die commissies rechtsreeks via de commissaris zitting hebben in het hoofdbestuur.
4.2. Administratie
Onvoldoende duidelijk is hoe de centrale administratie werkt, het lijkt op dit moment erg toegespitst op het takenpakket van de penningmeester.
18
4.3.
Vereniging
Er wordt onvoldoende gedaan om de vereniging positief in het nieuws te brengen. Als het al een keer gebeurt is dat louter op plaatselijk niveau en heeft dat niets met beleid te maken.
Bij hoofdevenementen is vaak alleen de betreffende commissaris aanwezig. De indruk wordt gewekt alsof er vanuit het hoofdbestuur geen interesse is.
Op congressen buiten de eigen vereniging is de VDH niet of nauwelijks vertegenwoordigd.
Er ontbreekt voldoende gericht beleid betreffende positieve reclame van het ras, of andere inbreng buiten de eigen vereniging.
Onvoldoende informatie en promotie van het ras binnen de eigen gelederen.
4.4. Lichamelijke en geestelijke gezondheid van het ras Duitse Herder
Statutair een primaire verplichting van de vereniging.
De fokgeschiktheidskeuring moet de grote waarborg zijn van de kwaliteit.
Gezondheid van het ras is nu niet onder een commissie gedefinieerd.
Leden willen het internationale, rasgebonden, fokgeschiktheidsreglement in eigen voordeel veranderen.
Het fokgeschiktheidsreglement is goed maar de uitvoering laat te wensen over.
De geloofwaardigheid van een fokgeschiktheidskeuring staat daardoor onder druk bij zowel de africhters, de exposanten en fokkers van het ras.
Er is te weinig ondersteuning aan, controle op en promotie voor de Fokkers die volgens de VDH-keuringsnormen fokken. (keurfok)
Algemeen onvoldoende kynologische kennis en typisch ras gerichte specifieke cursussen.
4.5. Leden
Er is sprake van een grote terugloop aan leden (zie statistische informatie).
Negatieve berichtgeving over de gezondheid van het ras. De totale afwezigheid van de VDH (gestructureerd voorbereid en gepland) in de media, en de onbekendheid van de VDH buiten de eigen wereld, zijn waarschijnlijk mede oorzaak van het buiten proportionele ledenverlies.
Leden die zich aanmelden bij kringgroepen worden vaak geweigerd als: o Zij gewoon komen om hun hond wat gehoorzaamheid bij te brengen. o Als zij leek zijn en hun hond niet uit de zgn. africhtingslijnen stamt. o Als zij alleen komen als zgn. “recreant”
Niet bij een kringgroep aangesloten leden zijn onbekend en worden nauwelijks betrokken bij de activiteiten van de vereniging. 19
De (oneigenlijke?) verplichting voor leden om voor de africhtingswedstrijden verplicht te moeten deelnemen aan een FGK, wanneer de ouderdieren niet zijn goedgekeurd.
Leden herkennen zich onvoldoende in hun clubblad. Gaat te weinig stimulans uit om eigen evenementen te bezoeken en te promoten.
Onvoldoende interne cursussen voor kader- en bestuursleden.
Algemeen onvoldoende kynologische kennis en typisch ras gerichte specifieke cursussen.
De leden zijn vaak onvindbaar voor de besturen (PB). Dit gaat dan vooral over de nietkringgroep gebonden leden. Zij worden niet aangeschreven en krijgen nauwelijks informatie tenzij zij daar zelf naar op zoek gaan. We moeten proberen de betrokkenheid van deze leden te vergroten.
4.6. Afdelingen Er is een groot verloop aan bestuursleden in de afdelingen. Afdelingsbestuursleden zijn moeilijk te rekruteren. Er is geen animo voor bestuursfuncties. Representatieve vertegenwoordiging in de AV of afdelingsafvaardiging is achterhaalt. Taakbesef van de afgevaardigden. Niet iedere afgevaardigde is op de hoogte van hun taak? Er zijn weinig promotionele activiteiten naar zowel kringgroepen /- leden als niet kringgroep leden. Afdelingsvergaderingen worden zeer slecht bezocht. De leden die op afdelingsvergaderingen komen zijn meestal bestuursleden van een kringgroep. Niet kringgroep gebonden leden komen nauwelijks naar afdelingsvergaderingen.
4.7. Wensen van de afdelingen Sommige afdelingen willen een meer evenredige stemverdeling in de AV. Andere afdelingen willen grotere regio’s. Over het algemeen vinden de afdelingen dat zij in de communicatie worden gepasseerd en onvoldoende worden geïnformeerd.
20
4.8. Kringgroepen Kringgroepen opereren hoofdzakelijk uit eigenbelang en vanuit de eigen situatie. Was er al sprake van een tweedeling tussen de zogenaamde africhters en exposanten, verder is gebleken dat er voortaan sprake is van een driedeling. Als derde groep zijn het nu de recreanten (liefhebbers) en mensen die behendigheid willen beoefenen welke steeds minder welkom zijn bij veel kringgroepen. Veel kringgroepen ontwikkelen zich steeds meer eenzijdig (bijvoorbeeld als zelfstandige africhtingsvereniging en weinig of niets doen aan opvang / opvoeding, behendigheid, exterieur trainingen, de fokkerij en voorlichting of begeleiding daarvan en zich specialiseren op de africhtingssport) en hierdoor komt een en ander in conflict met de bestaande regelgeving. Zo komen zij verder af te staan van de doelstellingen van de VDH. Leken (beginnende liefhebbers) zijn nauwelijks welkom bij deze kringgroepen. Zijn kringgroepen vraaggestuurd? Moeten we naar gecertificeerde kringgroepen toe? (Zie ook VDH-blad april 2014) Andere kringgroepen zijn hun oorspronkelijke leden met raszuivere Duitse Herdershonden kwijtgeraakt door het (beperkt) toelaten van allerlei rassen en of zelfs rasloze honden zodat zij als vereniging wat meer armslag hebben. Er zijn onvoldoende interne cursussen voor kader- en bestuursleden.
21
5. De wenselijke of noodzakelijke situatie Voorstellen ter verbetering van de huidige (organisatie-) structuur van de VDH. Het hoofdbestuur is kwetsbaar vanwege teveel uitvoerende taken en teveel taken die regelmatig onder de verantwoording van één bestuurslid vallen. 5.1. Bestuur Het bestuur handhaven op 7 personen met een evenredige taakverdeling.
Voorzitter, Secretaris, Penningmeester, portefeuillehouder Juridische zaken, portefeuillehouder Fokkerij, exterieur, gezondheid en welzijn, portefeuillehouder Sportzaken en portefeuillehouder Voorlichting, public relations en redactie VDH-blad.
Aanwezigheid van meerdere hoofdbestuursleden op hoofdevenementen.
5.2. Ontkoppeling van de commissies en hoofdbestuursleden (kwetsbaarheid van de commissies uitgezonderd de Commissie van Beroep) Een commissie wordt nu ontbonden als de betreffende commissaris (voorzitter van de commissie) opstapt. Er mag niet lichtzinnig worden gedacht over de commissies. Binnen de VDH hebben zij in alle jaren veel goede diensten en producten afgeleverd. Het zijn de ambtenaren van de vereniging, de denktanks. Zij zorgen voor opleidingen en stellen zelfstandig of in opdracht van het hoofdbestuur beleidsvoorstellen voor. Echter zij zijn geen AV of hoofdbestuur en kunnen dus geen zelfstandige beslissingen nemen. Het knelpunt hier is al eerder omschreven. Een tweede knelpunt is dat zij nu met hun kennis van zaken ook verdwijnen als de commissaris verdwijnt. 5.2.1. De commissies te ontkoppelen van het hoofdbestuur en te verzelfstandigen als uitvoerende commissies met een door het hoofdbestuur aan te stellen eigen voorzitter. 5.2.2. De commissies zijn de uitvoerende ambtenaren van de vereniging. Zij regelen in opdracht van het hoofdbestuur alle voorkomende zaken in hun vakgebied. De commissies kunnen beleidsvoorstellen of voorstellen tot reglementswijziging indienen. De commissies zijn alleen verantwoording verschuldigd aan het hoofdbestuur. Reglementswijzigingen kunnen echter alleen door het hoofdbestuur of de algemene vergadering worden doorgevoerd. 5.2.3. De taken en bevoegdheden van de commissies in het Huishoudelijk Reglement te regelen.
In dit reglement ook regelen waaruit en door wie de commissie bemand wordt en wie commissieleden aanstelt en eventueel ontslaat, zoals; o De commissieleden worden aangesteld en ontslagen door het hoofdbestuur o Kandidaten kunnen worden voorgesteld door de commissie zelf, of vanuit de vereniging na een oproep daartoe door het hoofdbestuur. 22
5.2.4. Het lidmaatschap van een commissie eindigt door; o het opzeggen door het lid o het opzeggen van het vertrouwen in het lid door 2/3 van de medecommissieleden o ontslag door het hoofdbestuur indien het betreffende commissielid handelt tegen de doelstellingen en regelgeving van de VDH
5.3. Andere invulling van de Commissarissen die zitting hebben in het hoofdbestuur (Kwetsbaarheid hoofdbestuur) Het hoofdbestuur is kwetsbaar vanwege de persoonsgebonden commissies en de onevenredige druk die daardoor op de overige bestuursleden kan worden uitgeoefend.
Invoeren van een Portefeuillehouder Sportzaken (omdat de sport binnen de VDH veel breder is dan alleen het IPO-gebeuren). Deze portefeuillehouder coördineert de verschillende zelfstandige commissies die sport bedrijven binnen het kader van de VDH en haar bevoegdheden. De functionaris is echter geen lid van de commissie(s) zodat neutraliteit en onafhankelijkheid als hoofdbestuurslid gewaarborgd zijn.
Invoeren van een Portefeuillehouder Fokkerij, Exterieur, Gezondheid en Welzijn. Deze coördineert de verschillende commissies en onderdelen betreffende dit vakgebied. Deze functionaris is echter geen lid van de commissie(s) zodat neutraliteit en onafhankelijkheid als hoofdbestuurslid gewaarborgd zijn.
5.4. Administratie (Kwetsbaarheid administratie) Teveel taken of deeltaken komen neer op een enkele persoon. 5.4.1. Een hoofdbestuurslid belasten met de portefeuille Centrale Administratie. De kwetsbaarheid betreffende de administratie wordt door het aanstellen van een verantwoordelijke op dit punt aanzienlijk teruggebracht. Toelichting Denk aan certificaat fokniveau, bestellingen en formulieren opslag, examen/evenementen aanvragen en back-up tweede man/vrouw naast de penningmeester. Onder zijn/haar verantwoordelijkheid een Centraal aanspreekpunt voor alle administratieve handelingen. Eventueel te noemen: Centrale Administratie. 5.4.2. Een hoofdbestuurslid belasten met de portefeuille Juridische zaken waaronder dan ook de VDH Service-desk valt.
23
5.5. Bekendheid van het Ras, public relations en perschef
Een bestuurslid aan te stellen met de portefeuille Voorlichting, Public Relations, Communicatie en Redactie VDH-blad. In nauwe samenwerking met de overige bestuursleden en commissies te komen tot een beleidsplan en verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan.
5.6. Kwetsbaarheid van het ras en de vereniging
De doelstelling van de vereniging komt onder druk te staan als deze in het belang van kringgroepen of individuele personen wordt verlaten.
De onbekendheid en onherkenbaarheid van de vereniging bij het publiek.
5.6.1. In een nader door de AV en het hoofdbestuur vast te stellen kringgroepreglement vast te stellen: Waaraan een VDH kringroep moet voldoen om een erkende VDH-kringgroep te mogen zijn.
Duidelijk te bepalen wanneer een kringgroep niet meer voldoet aan de eisen van de rasvereniging, bijvoorbeeld een minimum aantal leden, VDH-uitstraling, etc.
Het hoofdbestuur beleid laten maken onder welke voorwaarden leden met stamboomloze honden en look-a-likes toegelaten mogen worden op VDHKringgroepen, met in achtneming van de in de statuten genoemd primaire doel van de vereniging.
Toelichting Het is overduidelijk dat de stamboomloze hond, de grote “vervuiler” van het ras is volgens het rapport van het ministerie over de aantallen niet-rashonden (kenmerk DGADAD/14067424. Malafide fokkers, broodfokkers en alle anderen die deze dieren fokken, willen zich nergens aan houden of omzeilen alle regels die door de rasverenigingen zijn opgesteld. Zij drukken wel echter hun stempel op het zgn. gezondheidsprotocol, want dierenartsen en leken zien “De Duitse Herdershond” namelijk alleen als een verzamelnaam. Tevens worden onze eigen fokkers, mensen die veel geld uitgeven en moeite doen om te fokken volgens door de rasvereniging gestelde eisen, door dezelfde vereniging in de steek gelaten. De kopers van deze rasloze honden zijn vaak misleid. Daarom is er veel te zeggen voor het pleidooi om toch gastvrij te zijn en deze mensen toe te laten. Echter mag deze gastvrijheid nooit leiden tot een vrijgave van illegale en ongecontroleerde fokkerij. Geven wij deze gastvrijheid zonder begeleiding vrij, dan verzaken wij aan de primaire doelstelling van onze vereniging.
24
5.7. Op het gebied van bekendheid van de VDH
Zoals eerder aangegeven komen tot een portefeuillehouder "Voorlichting en Public Relations".
Deze functionaris moet inzicht en kennis hebben van het ras, de doelstelling van de vereniging, de geschiedenis van de fokkerij en de sportmogelijkheden. Deze functionaris moet een echte Duitse Herder liefhebber zijn anders kun je het ras niet promoten of verdedigen.
De portefeuillehouder is naar buiten toe de woordvoerder voor de diverse media. Toelichting De functionaris zal ook zelf deze bronnen opsporen en eventueel ingaan op uitnodigingen in kritische TV-programma’s of zelfs deze opzoeken om zelf ons ras te kunnen profileren en te promoten. Maar wel met kennis van zaken en inhoudelijk verantwoorde argumenten en beelden. TV –promotie voor het WUSV kampioenschap zou een goede instap kunnen zijn.
De voorzitter van de VDH is het boegbeeld van de VDH en dient zich als zodanig te profileren.
5.8. Kwetsbaarheid/wensen van de leden
Vraag bij het aanmelden een e-mailadres of een VDH e-mailadres gekoppeld aan het lidmaatschapsnummer. Geef deze e-mailadressen door aan geautoriseerde (PB) personen zodat de leden persoonlijk geïnformeerd kunnen worden over evenementen, vergaderingen en of andere activiteiten.
De nieuwsbrief automatisch aan alle leden mailen.
In het clubblad 1 pagina opnemen met reacties en vragen van leden.
Veel meer over de Duitse herdershond publiceren door kenners (geen algemene kwesties maar rasgebonden informatie). Het clubblad is er voor de leden, de leden willen zich herkennen in het clubblad.
5.9. Ledenbehoud / Kringgroepen
Maak onderscheid tussen: o De algemene examens, wedstrijden en evenementen waaraan iedereen deel mag nemen mits men lid is van een door de Raad van Beheer erkende vereniging. o De specifieke rasgebonden evenementen voor VDH-leden met een raszuivere Duitse Herdershond zoals: - VDH kringgroepenkampioenschap, VDH provinciaal of regiokampioenschap, VDH selectiewedstrijden en VDH individueel kampioenschap, interland Nederland-België en het WUSV-kampioenschap. - De fokgeschiktheidskeuringen, clubmatches en kampioenschapsclubmatch. - VDH behendigheidswedstrijden zoals Nederlands Kampioenschap Behendigheid en Provinciaal Kampioenschap Behendigheid.
25
Alle overige zaken kunnen door de kringgroep zelf worden ingevuld en daaraan mag iedereen deelnemen ter bepaling van de organiserende kringgroep. Voor zover dit niet strijdig is met de voorschriften en bepalingen van de overkoepelende organisaties en de Raad van Beheer. Het toelaten van stamboomloze honden, alleen wanneer geleiders lid zijn van de VDH met de intentieverklaring om bij eventueel aanschaffen van een tweede of nieuwe hond dit ten minste een erkende rashond zal zijn.* * Door deze intentieverklaring te vragen kun je blijven voldoen aan de doelstelling, je probeert immers rasbeschermend te werken en dit te promoten. Maar ook zijn de geleiders van een Look-alike en de kringgroepen hiermee geholpen.
5.10. Kwetsbaarheid/wensen Provinciale afdelingen Eerder is al aangegeven dat ook de afdelingen kwetsbaar zijn. Een probleem is de aanvulling van bestuursleden en mede daardoor ook de vertegenwoordiging in de AV. 5.10.1. Het verplichte minimum aantal bestuursleden terug te brengen tot 3 personen, maar met het maximum van 5.
Het hoofdbestuur kan de AV voorstellen tot gedwongen fuseren van provinciale afdelingen, rekening houdend met de geografische ligging, wanneer zij twee jaar opeenvolgend minder dan 150 leden hebben.
5.10.2. Herstructurering VDH (Besluiten tot een evenredige stemverdeling in de Algemene vergadering van de VDH). Om tegemoet te komen aan de invulling van kaderfuncties is het voorstel om kleine afdelingen de mogelijkheid te geven een afdelingsbestuur vast te stellen met minimaal 3 i.p.v. 5 leden. Het aantal gekozen AV-leden zou dan eventueel ook naar 1 kunnen, met daarbij een reserve om zich, indien nodig, te laten vervangen op de AV en om te voorkomen dat er bij kleine afdelingen een stem verloren gaat bij absentie. Om tegemoet te komen aan een democratisering van de AV en een reducering van het aantal leden in de AV zou voor de afvaardiging naar de AV een sleutel kunnen worden gehanteerd van 1 lid per 200 leden (naar boven afgerond) met een minimum van 2 afgevaardigden (1 PB-lid en 1 gekozen AV-lid)
26
Voorstel aantal afgevaardigden naar de AV Afdeling Aantal leden in de afdeling 2011 2012 2013
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Zuid Holland / Utrecht Noord Holland Zeeland Noord Brabant Limburg
244 282 209 469 801 1068 543 193 790 390
219 271 195 435 754 987 517 176 757 370
199 258 161 399 712 899 477 172 685 334
Mogelijk totaal aantal PBleden 3 3 3 3 5 5 3 3 5 3
Afvaardiging naar AV per afdeling PB-leden
gekozen AV-leden
1 1 1 2 2 3 2 1 2 1
1 1 1 1 2 2 1 1 2 1
Max. totaal naar AV 2 2 2 3 4 5 3 2 4 2
Het huidige aantal afgevaardigden is nu 10 x 4 = 40, voorstel geeft dus een reductie van 11 afgevaardigden.
27
28
5.11. Alternatief betreffende de Provinciale Afdelingen Er gaan stemmen op dat het principe van provinciale afdelingen zijn tijd heeft gehad, in verband met: Geen animo voor bestuursleden.
Onvoldoende bezoek van vergaderingen.
Geen binding met niet-kringgroepleden.
Te kleine afdelingen.
Vertraging in de berichtgeving en besluitvorming.
Enz.
Indien de provinciale afdelingsbesturen opgeheven worden (vereist ook aanpassing van de statuten), hoe regel je dan de afvaardiging naar de AV? 5.11.1. Aanstellen afdelingscommissaris van de VDH * * De leden kunnen besluiten om toch zelf een provinciaal bestuur te kiezen of commissaris te kiezen.
Deze commissaris is een onafhankelijk voorzitter. Hij maakt geen deel uit van de algemene afdelingsvergadering en heeft ook nergens stemrecht. Hij leidt de vergaderingen en bepaalt wanneer een voorstel is aangenomen of verworpen (na de stemming)
Het hoofd bestuur heeft zo vaak als nodig, maar tenminste 1x per jaar, een bespreking met de afdelingscommissarissen van de VDH.
Dit bestuur is er dan louter voor de zaken binnen de provincie en voor de interne samenwerking.
Er is geen bijdrage uit de financiële middelen van de VDH anders dan voor educatie en bijzondere evenementen of organisaties na goedkeuring van het hoofdbestuur.
Leden en niet-leden van een kringgroep kunnen vragen stellen aan de afdelingscommissaris van de VDH in een provinciale afdeling, hij of zij is namelijk ook de contactpersoon PR-man of vrouw voor de provinciale afdeling.
Voorbeeld: De afdelingscommissaris van de VDH in Groningen. De kosten gemaakt door de commissaris worden vergoed op declaratie basis van reis en onkosten. kilometerkosten kantoorkosten bijdrage in de kosten van: * elektriciteit verwarming * papier, toner * afschrijving hardware * telefoon * *
Deze kosten worden vooraf bepaald door de penningmeester van de VDH. (maximale vergoeding per maand) Rekening houden met dat de Hardware voor X % eigen gebruik is een afschrijving en kan dus maar over maximaal X % gaan van de aanschafkosten.
Rekenvoorbeeld Computer en printer aanschafwaarde € 700,- (maximaal bedrag) ( € 700,- x X : 5):12 = X (5 jarige afschrijving) 29
5.11.2. Taakomschrijving Afdelingscommissaris van de VDH, deze moet:
Op een door het hoofdbestuur vastgestelde datum in de maand maart van ieder jaar de algemene ledenvergadering uitschrijven voor alle VDH leden in zijn provinciale afdeling.
Hij is belast met het voorzitten van deze vergadering als onafhankelijk voorzitter en heeft zelf dus geen stemrecht.
Voor deze vergadering zoekt hij uit de leden of uit de vergadering een notulist om de verslaggeving vast te leggen.
Twee maal per jaar de AV-leden in vergadering bijeenroepen om de Algemene Vergadering van de VDH voor te bereiden.
Functioneren als contactpersoon voor de Provincie.
5.11.3. Verplichte agenda Algemene Vergadering afdeling
Opening
Mededelingen
Ingekomen stukken betrekking hebbende op deze vergadering.
Vaststellen en toewijzen van Provinciale evenementen in het volgende jaar.
Verslag van de algemene vergadering van de VDH.
Vragen van leden en eventuele voorstellen voor de algemene vergadering van de VDH, (de voorzitter moet toetsen of deze vragen en voorstellen ontvankelijk zijn d.w.z. niet in strijd met de Statuten en het HH-reglement van de VDH).
Voorstellen voor de VDH-AV. Deze kunnen door ieder lid c.q. kringgroep direct bij het hoofdbestuur worden ingediend die ze doorstuurt naar alle afdelingen en publiceert op de website. Publicatie en doorsturen, eventueel voorzien van een pré-advies, dient op een zodanig tijdstip plaats te vinden dat alle leden geïnformeerd zijn voor hun Provinciale afdelingsvergadering.
Verkiezing van de leden voor de Algemene vergadering van de VDH.
Door de leden extra in te brengen agenda punten.
Sluiting en vaststellen van de volgende vergadering.
5.11.4. Correspondentie betreffende:
Vragen bestemd voor het hoofdbestuur, beleidszaken, klachten, aanvragen van examens en evenementen, formulieren dienen allemaal te worden gezonden naar het centrale e-mailadres van de VDH.
Dit centrale e-mailadres, bijvoorbeeld
[email protected], moet (ter ontlasting van alle hoofdbestuursleden en ter controle van alle ingekomen post) het enige voor het publiek en leden bekend zijnde e-mailadres zijn.
30
5.11.5. Procedure van indienen en afhandelen van voorstellen in de AV
Voorstellen dienen uiterlijk 1 maand voor de AV van de afdeling, in zowel het voorjaar als in het najaar, bij het hoofdbestuur te zijn ingediend.
Het hoofdbestuur stuurt deze vervolgens door naar de afdelingen en publiceert deze op de website.
5.11.6. Uitvoering Op een vastgestelde datum vinden alle provinciale vergaderingen plaats met de behandeling van de voorstellen uit de afdelingen en van het hoofdbestuur. De commissarissen van de VDH bespreken deze met de leden en dienen hun opmerkingen in tot uiterlijk 30 dagen voor de algemene vergadering van de VDH. De agenda met de voorstellen, de opmerkingen vanuit de afdelingen en preadviezen van het hoofdbestuur gaan uiterlijk 14 dagen voor de AV vergadering van de VDH naar de AV-leden (via de afdelingen) en worden op de website gepubliceerd. In de AV van de VDH worden de voorstellen vervolgens behandeld. 5.11.7. Terugkoppeling
Van de algemene vergadering en besluiten van het hoofdbestuur.
De correspondentie over hoofdbestuursbesluiten gaat dus van het hoofdbestuur naar de afdelingscommissarissen van de VDH en de AV-leden. Deze zenden de informatie door naar de leden via het leden e-mail bestand.
De commissies communiceren, voor wat betreft de uit te voeren taken, rechtstreeks met de belanghebbenden.
Voorstellen over beleidszaken, reglementswijzigingen en klachten gaan altijd via de afdelingscommissarissen van de VDH en de gekozen AV-leden.
5.11.8. Afdelingswebsite Op de algemene VDH-website zouden de commissarissen van de VDH een eigen webpagina moeten hebben waar de voor de provincie noodzakelijke informatie is te vinden.
31
32
6. Conclusies en aanbevelingen In de verschillende voorstellen zijn soms wat ingrijpende veranderingen die bij huidige functionarissen zeker op weerstand stuiten. En in elk geval moeten de statuten en reglementen worden herzien. Feitelijke ingang van bijvoorbeeld de commissie- en de statutenwijziging zou dan ook pas doorgevoerd moeten worden na het 100 jarig bestaan zodat het huidige hoofdbestuur en de Commissies alle tijd hebben om de overgang en hun opvolging (beleidstermijn) goed te regelen met de aanbevelingen in dit stuk als uitgangspunt. Andere onderdelen kunnen wellicht geleidelijk worden doorgevoerd. Wensen van individuele kringgroepen en africhters of fokkers, gaan meestal over het eigen belang. (Ik, mijn club, enz.) Deze individuele belangen staan steeds meer op gespannen voet met de doelstelling van onze vereniging. Daarom moet, zoals eerder als is aangehaald, er een duidelijk scheiding zijn van wat aanvaardbaar is en wat niet meer kan.
33
JURIDISCH
34
1. Inleiding Dit onderdeel bevat het resultaat en advies van het analysetraject met betrekking tot het juridische werkveld van de VDH. In dit document wordt ingegaan op de meest belangrijke regels en voorschriften. Nut en noodzaak worden onder de loep genomen. De algemene insteek is: hoe minder regels hoe beter (deregulering – moet je alles wel willen regelen), en als je regels hebt of stelt dan moeten ze een zeker en aanvaard doel dienen, praktisch zijn in hun uitvoerbaarheid en ten slotte waar nodig handhaafbaar. Dat stelt uiteraard zeer hoge eisen aan de kwaliteit van de regels zelf. Niets is dodelijker dan dat er in een vereniging en organisatie als de VDH oeverloze discussies bestaan over de inhoud en betekenis van de verschillende regels, men zich er niet aan houdt, of zich er niet in herkent. Dat kost onnodig tijd, geld en energie. Bovendien vormen ze een bron van ergernis en leiden mede daardoor (te) vaak tot juridisch getouwtrek en in uiterste gevallen tot geschillenbehandelingen of andere juridische procedures. Misschien dat er discussies ontstaan over de begrippen regeling, reglement, voorschriften, leidraad, vademecum, bepalingen, aanwijzingen of wat voor benaming dan ook. Maar het is simpel: op het moment dat een tekst naar zijn inhoud en aard op enige wijze leden bindt dan is van regelgeving sprake. Uiteraard moeten de uitspraken van een commissie van beroep of tuchtcollege hiervan worden onderscheiden. Die gelden immers slechts de betrokken partijen in een specifiek geval. Het bovenstaande betekent vervolgens dat volstrekt duidelijk moet zijn wie binnen de VDHorganisatie bevoegd is regelgeving tot stand te brengen. Ten slotte moet deze bevoegdheid niet worden verward met de rol en taken van bestuurs- en commissieleden. Zij moeten bestuursbesluiten kunnen nemen om de ‘VDH-tent’ goed draaiende te houden, maar wel binnen de context van hun bestuurlijke bevoegdheden die zij op hun beurt ontlenen aan de regelgeving (Statuten, huishoudelijk reglement, goedgekeurde begroting en andere plannen die geaccordeerd zijn). Sterker nog, juist bestuurders zijn gebonden aan de geldende regels, en daar buiten zelfs aan normen en waarden als integriteit en bestuurlijk correct handelen. Dat mag weliswaar voor zich spreken, maar is niet vanzelfsprekend. Ook daarom zijn enkele specifieke regels op hen van toepassing.
35
2. Samenvatting 2.1. Inventarisatie Dit onderdeel beschrijft het juridische werkveld van de VDH. De huidige situatie van vrijwel alle regels afkomstig van externe partijen en die van de VDH zelf zijn in kaart gebracht. Het betreft met name en niet uitputtend de regelgeving van De Raad van Beheer (kynologisch reglement) De overheden (Wet dieren, KB’s, Flora en faunawet, Drank & horecawet, BW (artt. inzake rechtspersonen als de vereniging e.a. en EU-verordeningen) De FCI (IPO-reglementen, circulaires, Bestimmungen für Leistungsrichter e.a.) De CWH (Regels inzake NK en WK voor werk- en speurhonden, AK-reglement en Evenementenreglement) Cynophilia (alle regels met betrekking tot Agility) De WUSV (overgenomen van SV: de rasstandaard, en de Richterordnung) De VDH, te weten 1. Statuten en HHR 2. Kringgroepstatuten en HHR (naar nieuw model, of nog ‘oude’ statuten) 3. Redactiestatuut 4. Reglement Commissie van Beroep 5. Het Reglement Fokgeschiktheidkeuring 6. Wedstrijdreglement voor VDH-africhtingswedstrijden 7. Reglement voor het aanvragen en organiseren van evenementen 8. Tuchtrechtspraak en boetesysteem 9. Het Vademecum met o.a. nog regels betreffende gegevens van algemene aard, gegevens met betrekking tot het exterieur en de fokkerij, en die met betrekking tot de africhting inclusief de organisatie van evenementen. Voorts zaken over Opleidingen en de Behendigheidsbeoefening en tenslotte regels over de redactie en de website waaronder het redactiestatuut. 2.2. Probleembeschrijving Een inventarisatie en bestudering van al deze regels laten zien dat het er te veel zijn en nogal veel omvattend, zoals het Vademecum. Logischerwijze kent niet iedereen ze en daardoor ontstaan nodeloos conflicten. Daarnaast blinken ze niet steeds uit in helderheid en zijn ze dikwijls niet volgens de daarvoor geldende voorschriften opgeschreven. Procedures en processen enerzijds en voorschriften anderzijds lopen dikwijls door elkaar. Dubbelingen of overlappingen, alsmede open einden zijn in verschillende regels terug te vinden. Dat komt ook doordat externe partijen de VDH regels opleggen, terwijl de VDH daarnaast aan de eigen identiteit vasthoudt door onder andere eigen regels te maken. En bij dit alles wordt dikwijls de klant – en dus het VDH-lid – als gebruiker wat uit het oog verloren. Uniformiteit in de regels is voorts niet altijd aanwezig, terwijl nut of noodzaak ook niet altijd aantoonbaar zijn.
36
2.3. De wenselijke situatie en de aanbevelingen Uit de korte probleembeschrijving blijkt al dat het tegenovergestelde ervan de wenselijke toestand aangeeft: minder, maar heldere regels, geen doublures, goed en eenduidig opgeschreven en vooral klantgericht. Op de regels van externe partijen zou de VDH een zo groot mogelijke invloed moeten nemen, ook om dit laatste zo goed mogelijk te bevorderen. Daarnaast wordt voor de eigen regelgeving ten zeerste het volgende aanbevolen: Pas deregulering toe Ontdoe regels van hun processen en procedures (verwoord deze bijvoorbeeld apart in processtappen) Maak gebruik van de Aanwijzingen voor de regelgeving, en publiceer regelgeving apart van elkaar Zorg voor uniformiteit qua kringgroepregels (statuten en huishoudelijk reglement) Kies en creëer draagvlak voor de eigen regels (via AV) en laat regels weg die niet realistisch of handhaafbaar zijn Zorg ervoor dat eigen regels niet botsen met externe regels, maar creëer ook geen uitzonderingen daarop of overlappingen Houd het simpel, dan worden conflicten en juridische procedures voorkomen
37
3. Huidige situatie Zoals in de inleiding aangegeven maken we onderscheid tussen de eigen regels (intern) en de regels van andere organisaties (extern). 3.1. Externe regels De van externe organisaties afkomstige regels zijn de volgende: Het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer Dit reglement bevat vele bepalingen met betrekking tot het fokken (registratie, stambomen) en de verschillende evenementen als exposities en wedstrijden (clubmatches, africhting, behendigheid e.a.). Het bevat voorts bepalingen in zake de keurmeesters, tucht- en geschillenrecht en niet in de laatste plaats de organisatie van hoofdzakelijk de ‘rashondenwereld’ in Nederland. Door het lidmaatschap van de VDH van deze Raad van Beheer zijn de VDH en haar leden direct gebonden aan dit reglement. Dat is ook statutair geregeld; de rechtsmacht van de Raad van Beheer strekt zich uit tot ieder individueel VDH-lid. Noot: uiteraard wordt de verhouding tussen de Raad van Beheer en de VDH als lidvereniging beheerst door met name de Statuten en het huishoudelijk reglement c.a. van diezelfde Raad. Organisatorisch oefent de VDH als lid samen met alle andere toegelaten rashondverenigingen en bijzondere verenigingen invloed uit op de regelgeving van de Raad van Beheer.
Wet Dieren en de daarop berustende bepalingen, zoals de Koninklijke Besluiten De meeste artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Sprake is hier van nationale wetgeving die tot stand is gekomen in ons parlement. Beïnvloeding moet of kan plaats vinden op politiek niveau. De VDH kan gevraagd en ongevraagd de politiek (kamerleden, politieke partijen en bewindslieden) voorzien van haar standpunten met betrekking tot verschillende onderwerpen in de centrale wet- en regelgeving. Overigens bevat deze wet bepalingen die iedere eigenaar, bezitter of fokker van honden raken.
De FCI heeft vele regels uitgevaardigd. De belangrijkste waarmee wij te maken hebben zijn: o Het FCI-Reglement voor het Internationale Gebruikshondenexamen en het Internationale Speurhondenexamen (2012) We noemen dit reglement kortweg het IPO-reglement (Internationale Prüfungsordnung). Het is afkomstig van de wereldwijde overkoepelende organisatie van de nationale kennelclubs waarbij op zijn beurt de Raad van Beheer als lid is aangesloten. Alle, dus ook binnen de VDH op africhtingsgebied georganiseerde examens en wedstrijden worden volgens dit reglement gehouden en door africhtingskeurmeesters, erkend door de FCI via de Raad van Beheer, gekeurd. Via nog al wat omwegen (commissie werkhonden en de Raad van Beheer, de WUSV of informele contacten) kan de VDH op dit reglement invloed uitoefenen.
38
o Het FCI-IPO-Vo-reglement Dit is een minder zwaar reglement dan het bovenstaande. Vo staat voor ‘Vorstufe’. Het programma is dan ook een soort ‘voorportaal’ in vergelijk met de andere IPO – eisen. o De FCI-Bestimmungen für Leistungsrichter Deze leidraad bevat onder andere regels met betrekking tot de opleidingseisen, kwaliteitseisen, benoeming en gedragsvoorschriften in zake africhtingskeurmeesters. De VDH-organisatie heeft er mee te maken zodra zij keurmeesters benoemd en opgeleid wil zien. o FCI-circulaires in zake > verkrijgen toestemming (buitenlandse) keurmeester > verkrijgen toestemming WUSV-keurmeester De inhoud van deze circulaires regelen dat te voren toestemming verkregen moet worden om keurmeesters te laten ambteren.
De reglementen van de Commissie Werkhonden (CWH) o Regels in zake de selectieprocedures met betrekking tot > het NK en WK voor werkhonden > het NK en WK voor speurhonden o Het Keurmeestersreglement voor werkhonden 2012 Dit nationale reglement geeft in navolging van de FCI-regels (zie boven) aan onder welke voorwaarden keurmeesters voor benoeming in aanmerking komen, waaronder de opleidingseisen. De VDH-organisatie heeft er mee te maken zodra zij keurmeesters benoemd en opgeleid wil zien. o Het Evenementenreglement werkhonden 2012 Dit reglement bevat eisen en procedures waaraan de organisatie en het houden van examens en wedstrijden met werkhonden moeten voldoen.
De regels van en vanuit Cynophilia waaronder de FCI-regels. Het zijn met name: o De Agilityreglementen o De FCI-reglementen Agility o De Promotie - Degradatie regels o De regels van de Veteranencompetitie o Het WK meetprotocol (WK 2014) o Selectiecriteria voor WK en NK Agility (incl. teams), de European Open en de Cynophilia Masters 2014 Wereldwijd wordt de hondensport Behendigheid beoefend onder de regels van de FCI en hier te lande onder die van de Koninklijke Nederlandse Kennelclub ‘Cynophilia’. De bovenstaande regels spreken verder voor zich. 39
De WUSV als overkoepelende organisatie voor nationale Duitse herder rashondverenigingen kent ook regelgeving, waaronder: o De Statuten die het lidmaatschap van onder andere de VDH regelen o De van de Duitse SV afkomstige en overgenomen beschrijving van de rasstandaard van de Duitse Herder zoals die ook hier geldt o De Richterordnung; dit is de regeling betreffende nationale en internationale WUSV-keurmeesters in zake onder andere hun opleiding, benoeming en inzetbaarheid.
Behalve deze regels worden we nog geconfronteerd met EU-Verordeningen (=wetgeving) en de zogenaamde Europese Richtlijnen, maar ook met de nationale wetgeving van een betreffend land. Het gaat hier om zaken als verplicht chippen, inentingsvoorschriften, eu-hondenpaspoort (blauwe boekje), im- en exportregels van honden en pups, quarantaineregels, muilkorfplicht en verplichte aanlijning. En tot slot niet te vergeten het belangrijke hoofdstuk uit het Burgerlijk Wetboek dat in boek 2 ‘Rechtspersonen’, titel 1 en 2, vele dwingende bepalingen bevat voor verenigingen als de onze.
Ten slotte zijn VDH-leden en kringgroepen in bepaalde mate onderworpen aan niet alleen lokale regels van overheidswege (gemeenten) of verhuurders van terreinen, maar ook aan horecavoorschriften van de Drank en Horecawet als bijvoorbeeld de verplichting van het hebben van een Bestuursreglement en van gediplomeerden Sociale Hygiëne.
3.2. Interne regels De eigen VDH-regels zijn de volgende: De VDH-Statuten Onze statuten regelen vele zaken die verplicht zijn volgens het Burgerlijk Wetboek, maar ook nogal wat VDH-specifieke zaken zoals de indeling naar afdelingen (provincies), de kringgroepen, een instituut als de Commissie van Beroep en bijzondere bepalingen in zake het hoofdbestuur en de algemene ledenvergadering.
Het Huishoudelijk Reglement van de VDH Alles wat je liever niet in de Statuten wilt opnemen maar wel goed en procedureel juist geregeld wilt zien, legt een vereniging vast in haar Huishoudelijk Reglement, zo ook de VDH. Het bevat onder meer de functiebeschrijvingen van de hoofdbestuursleden en de rol en taken van de afdelingen en zijn vergaderingen, de route van voorstellen en nog meer procesbepalingen voor de verschillende vergaderingen. Het is aan de Algemene Ledenvergadering om dit reglement te wijzigen.
Het Redactiestatuut en de huishoudelijke regels van de redactie Dit statuut dat onder andere de verhouding regelt van de redactie met het HB en de vereniging en de verantwoordelijkheden bevat, is opgenomen in het Vademecum, hoewel het een aparte regeling betreft. De huishoudelijke regels bepalen de inhoudelijke taken en werkzaamheden van de redactie en geven voorts de 40
verhoudingen aan tussen website, nieuwsbrief en het maandblad. Statuut en de regels staan opgenomen in het Vademecum.
Reglement van de Commissie van Beroep Deze regeling bevat hoofdzakelijk de gang van zaken (procesgang) van een aanhangig te maken of gemaakt geschil tussen verschillende VDH-partijen die de kwestie wensen voor te leggen aan deze onafhankelijke commissie. Het reglement wordt door de commissie zelf vastgesteld en is eveneens in het Vademecum opgenomen.
Het Reglement Fokgeschiktheidkeuring Het fokgeschiktheidsreglement is van groot belang voor het fokken van ons ras in de verschillende variëteiten. De keuringen bepalen uiteindelijk welke Duitse herdershonden als Uitmuntend (voor het fokken) worden beschouwd. Daardoor draagt het bij aan de verbetering en bevordering van het DH-ras. Het reglement bevat een groot scala aan voorschriften en bepalingen met betrekking tot de keuring zelf en de organisatie ervan. Bij een positief keurresultaat wordt het zogenoemde fokgeschiktheidscertificaat afgegeven.
Wedstrijdreglement voor VDH-africhtingswedstrijden Dit reglement geeft de voorwaarden aan waaronder mag worden deelgenomen aan VDH-evenementen als ook de eisen die aan de organisatie ervan worden gesteld.
Reglement voor het aanvragen en organiseren van evenementen in de VDH Om een evenement te mogen organiseren moeten we ons houden aan verschillende beschreven aanmeldprocedures en andere voorschriften afhankelijk van het type evenement (kynologie, africhting, behendigheid) zoals bijvoorbeeld voor de catalogi en de aanvraag voor buitenlandse keurmeesters.
Tuchtrechtspraak en boetesysteem Opmerkelijk is dat de titel niet aangeeft dat het een reglement betreft, maar de nadere uitleg van de bepalingen begint met: “Dit reglement is een uitvoering van artikel 26 en een aanvulling op artikel 8 van de statuten van de VDH”. Op zich is het niet zo belangrijk omdat de inhoud past bij de definitie van de regelgeving (zie inleiding). De inhoud ziet op de handhaving door het HB van verschillende voorschriften waaraan een ieder binnen de VDH door statuten e.a. is gebonden. Straffen zijn berisping, boete, voorwaardelijke straf of uitsluiting van deelname aan evenementen.
Kringgroepstatuten (model) Iedere opgerichte kringgroep moet als bij de VDH aangesloten vereniging, beschikken over goedgekeurde statuten. Destijds is besloten uniforme statuten te ontwikkelen. Deze zijn aan alle kringgroepen aangeboden. Een groot deel kent deze nieuwe statuten, een klein deel heeft nog de ‘eigen’ oude statuten. Voor de duidelijkheid: kringgroepen zijn in beginsel autonome, zelfstandige verenigingen met eigen leden. Een VDH-lid hoeft overigens geen kringgroeplid te zijn, doch andersom wel.
Huishoudelijk Reglement voor kringgroepen (model) Hier geldt m.m. hetzelfde als voor de kringgroepstatuten. Het model is niet overal uniform gevolgd.
41
Het Vademecum Het ‘Ga-met-mij’ van de VDH bevat een aantal hoofdstukken met betrekking tot zo wat alles wat geregeld zou moeten zijn binnen VDH-verband. Het zijn: o Gegevens van algemene aard. Dit hoofdstuk is een soort vergaarbak van uiteenlopende onderwerpen, variërend van betalingen, het Reglement van de Commissie van Beroep, onderscheidingen tot en met een hand-out over stemgedrag op algemene vergaderingen. o
Gegevens met betrekking tot exterieur en fokkerij. Het hoofdstuk bevat zo wat alle regels cq. voorschriften op het terrein van de verschijning van de Duitse herder en de organisatie van keuringen en clubmatches.
o Gegevens met betrekking tot de africhting. Ook dit hoofdstuk gaat in op allerlei procedures, maar bevat ook regels. In vogelvlucht en niet uitputtend gaat het om zaken als het aanvragen en de organisatie van en deelname aan evenementen, een ‘eigen’ wedstrijdreglement, regels in zake het PAK, NKK, NIAK en de selectie WUSV. Het Jeugdkampioenschap wordt beschreven en de opleiding van keurmeesters met SV-Auslanderkennung. Pakwerkersvoorschriften zijn gegeven, aandacht wordt besteed aan dierenwelzijn en het krijgen van speldjes, en ten slotte beschikken we over een beschrijving van het VDH- Gedrags- en Gehoorzaamheidsexamen (G&G). o Gegevens met betrekking tot de opleidingen. In dit hoofdstuk staan de opleidingen beschreven. Uiteindelijk is het te behalen hoogste kwalificatie niveau die van Allround africhtings- en behendigheidsinstructeur. De opleiding is modulair opgebouwd. Examens worden extern (onder auspiciën van de Raad van Beheer) afgenomen. De VDH erkent – zo staat beschreven – de examens cq. diploma’s. o Gegevens met betrekking tot de behendigheid. In dit hoofdstuk staan onder meer de regels en procedures voor het verkrijgen van een startlicentie, de klasseindelingen, de regels voor de verschillenden kampioenschappen, en de regelingen van Cynophilia die al dan niet van overeenkomstige toepassing zijn. o Gegevens met betrekking tot de redactie en website. Het betreft hier alleen het redactiestatuut en de huishoudelijke regels van de redactie als boven beschreven. Hierboven staan heel wat regels kort beschreven, maar daarmee zijn we er nog niet. Er is nog regelgeving van diverse aard van toepassing zonder dat daaraan binnen de VDH apart aandacht wordt besteed. We noemen onder andere het algemeen rookverbod (dus ook in onze kantines), alcoholverbod voor jongeren, bepalingen van de Flora- en faunawet (verstoren broedende weidevogels e.a.), wettelijke aansprakelijkheid bij schade veroorzaakt door de hond, aansprakelijkheid voor bestuurders (dus ook van onze kringgroepen), brandweervoorschriften voor kantines (in combinatie met verzekeringsrecht w.o. polissen), en ten slotte de regels in zake de inbeslagname van de hond door justitie of de inspectiedienst. En uiteindelijk gelden er ook nog vele regels die ongeschreven zijn en dikwijls waarden betreffen als fatsoen, respect en sportiviteit. 42
4. Probleemstelling 4.1. Algemeen Te veel en te veel omvattend Het is bijna niet te geloven hoeveel regels er wel niet gelden voor onze leden, bestuurders en organisaties. Geen wonder dat niet alleen leden (klanten), maar ook anderen en zeker nieuwelingen of aanstaande leden, uiteindelijk verdwaald raken in deze jungle van voorschriften en regeltjes. Laat staan dat we ze allemaal kennen en ook nog weten toe te passen. Natuurlijk is het waar dat degene die bijvoorbeeld behendigheid beoefent, niet per se belangstelling heeft voor bijvoorbeeld de africhtingsregels. Maar dan toch blijven er nog (te) veel en meer dan genoeg over. Het mag dan ook geen verbazing wekken dat het niet steeds goed gaat en uiteindelijk zelfs leidt tot verschillende juridische procedures intern, maar ook extern. En zo iets doet de hondensport geen goed, schaadt het aanzien ervan en dus ook de VDH en haar leden.
Geen overzicht en samenhang Omdat het er zo veel zijn is een goed overzicht bovendien vrijwel onmogelijk. Voorts ontbreekt een heldere en logische samenhang en is het lastig zoeken naar het antwoord op de vraag wat in een specifiek geval geldt. Bovendien wil iedere organisatie zijn eigen regelgevende bevoegdheid of rechtsmacht het liefst zo groot mogelijk houden. Met een beroep op de eigen identiteit wil men daarvan eigenlijk niets afstaan of overlaten aan andere organisaties. Het gevolg van dit alles is een dikke juridische brei die alleen nog voer en geld betekent voor ingevoerde juristen.
4.2. Externe regels De FCI en de WUSV zijn de grootste buitenlandse organisaties waarmee we qua regels te maken hebben. De WUSV staat ons logischerwijze wat nader aan het hart. Opmerkelijk zijn de regels met betrekking tot de keurmeesters te noemen. We constateren verder het volgende:
Een zekere en onwenselijke overlap inzake de regels rondom keurmeesters. Hier wreekt zich de verhouding van de WUSV tot de FCI (en vv).
De VDH zit in een juridische spagaat tussen enerzijds de FCI/Raad van Beheer en anderzijds de WUSV, eventueel inclusief de Duitse SV. Voorbeelden zijn de ‘Anerkennungen’ inzake de africhtingskeurmeesters, maar ook de erkenningen in het buitenland – met name in Duitsland - van behaalde kwalificaties (examenresultaten).
De CWH stelt regels zoals het Evenementenreglement. De CWH is een overkoepelende organisatie maar zijn identieke of verder uitgewerkte en zelfs beperkende regels in ons eigen huis (Vademecum) te vinden. De vraag dringt zich op of dat nodig is. Voor de dagelijkse gebruiker zou één proces en één regelgeving meer dan genoeg moeten zijn.
Een feit is dat niet alle in vreemde talen gestelde externe regels in correct en begrijpelijk Nederlands zijn vertaald. Dat levert een bron van discussie, onjuiste uitleg en ergernis op. 43
Op de nationale en internationale wet- en regelgeving van de diverse overheden hebben wij weinig of geen invloed. We kunnen er slechts kennis van nemen en deze zo goed mogelijk naleven. Voor dat laatste is dan wel nodig dat ze goed bekend zijn en dus te vinden, en waar nodig worden toegelicht. Aan dit laatste ontbreekt het binnen de VDH nogal eens. Want in welk clubhuis of kantine is het zogenoemde Bestuursreglement (o.a. over alcohol schenken) te vinden? 4.3. Interne regels Kijkend naar de eigen regels dan is het volgende te constateren. Er zijn nogal wat overlappingen en open einden te duiden waardoor voor de klant onduidelijkheden (kunnen) optreden. Een open eind komt nog al eens voor en dat zou vermeden moeten worden. Voorbeeld “Bij alle clubmatches zijn de reglementen van de Raad van Beheer van kracht, evenals bepalingen van het Hoofdbestuur van de V.D.H.” De logische kernvraag is dan: welke bepalingen van het HB? Door ‘bepalingen’ niet te definiëren gaat het blijkbaar om willekeurige regels.
Regels en procedures cq. procesbeschrijvingen lopen vaak door elkaar.
Opgestelde regels zijn niet steeds eenduidig (multi-interpretabel) en communicatief juist geformuleerd.
Nut en noodzaak (inclusief de achtergrond of grondslag) van relatief veel regels zijn of niet aantoonbaar of zeer marginaal.
Als het om formele regels gaat worden de “Aanwijzingen voor de regelgeving” eigenlijk nooit goed gevolgd. (Deze Aanwijzingen zijn in feite een eenvoudige schrijfwijzer die landelijk geldt voor het correct opstellen van alle soorten regels en besluiten).
Bij het stellen van verschillende regels is niet of onvoldoende rekening gehouden met wat de leden (klanten) graag willen zien en voor hen gemakkelijk hanteerbaar en begrijpelijk is.
Het onderhoud aan de regels is een lastig, tijdrovend en moeizaam proces omdat een geordende samenhang ontbreekt, te veel in één document is opgenomen (Vademecum), verwijzingen ontbreken en vele afhankelijkheden van met name externe regels onnodig zijn gecreëerd.
Een helder onderscheid tussen eigen VDH-regels en de externe regels blijkt niet steeds toegepast. Te lezen is bijvoorbeeld: “Opmerking: Geldig vanaf 01-01-2012 met toestemming van de Raad van Beheer, waarbij voor het overige en het vergeven van Kampioenschapstitels het Kynologisch Reglement leidend is.” Wat onder ‘overige’ moet worden verstaan is gissen en blijkbaar wordt hier een rangorde aangeduid door het woord ‘leidend’. En als het KR dan leidend is waarom moet je dan nog andere regels stellen?
44
Uniformiteit qua statuten en huishoudelijke reglementen van de kringgroepen is afwezig. Dit is vanuit bestuurlijk oogpunt niet wenselijk. Zoals bekend kennen sommige kringgroepen nog de oude statuten en reglementen.
Het Vademecum bevat regels (subregelgeving) waarvan het de vraag is of deze de koninklijke weg via de AV hebben afgelegd of zouden moeten afleggen, bijvoorbeeld het ‘Aanvraagreglement’. Dit klemt te meer als het om regels gaat die sanctiebepalingen (straffen) bevatten. Regelgeving – zeker met strafbepalingen moet binnen de VDH voorbehouden zijn aan één bevoegd orgaan – m.u.v. de regels van de Commissie van Beroep - , dat wil zeggen het HB maakt het concept en de AV bekrachtigd. Dit laat onverlet dat het HB in een concreet geval tot een besluit kan komen.
Er bestaat een regel in het HHR die ervan uitgaat dat op kringgroepen alleen met raszuivere Duitse herders getraind enz. mag worden. Het HB kan een uitzondering maken. Het blijkt dat de werkelijkheid anders ligt. Op verschillende kringgroepen zijn VDH-leden te vinden met andere rashonden of zelfs ras- of stamboomloze honden. Blijkbaar wordt dit gedoogd. De vraag dringt zich dan ook op of zo’n regel nog wel zin heeft en feitelijk een dode letter betreft.
45
5. De wenselijke of noodzakelijke situatie Uit het bovenstaande mag op zich al blijken dat de wenselijke of noodzakelijke situatie de volgende kenmerken draagt:
Minder regels (deregulering); nut en noodzaak moeten aangetoond zijn (draagvlak) Regels bevatten geen procedurevoorschriften of processen Er zijn geen overlappingen van interne met externe regels Regels zijn apart en onafhankelijk van elkaar opgesteld en gepubliceerd Regels moeten correct zijn opgesteld volgens de geldende Aanwijzingen en bevatten dan ook geen open einden Regels zijn klantgericht, helder en toegankelijk, en gemakkelijk te vinden Regels die een ieder binden zijn vastgesteld door het hoogste orgaan van de VDH: de AV Alle kringgroepen hebben in beginsel dezelfde regels (Statuten en HHR)
Regels moeten ten slotte indien nodig te handhaven zijn (vgl. trainen met andere rassen).
6. Conclusies en aanbevelingen Uit al het voorgaande zijn de conclusies en aanbevelingen direct af te leiden. Het zijn de volgende voor onze eigen regels:
Doe effectief aan deregulering Inventariseer de interne regels, beoordeel hun actualiteit en vooral nut en noodzaak en beperk vervolgens het aantal en schrap de overlappingen, ook ten aanzien van de externe regels.
Ontdoe regels van hun processen of procedures Processen of procedures horen zo min mogelijk thuis in de regelgeving. Gebruik hiervoor processchema’s die stap voor stap inzichtelijk en visueel maken wat in concrete gevallen bijvoorbeeld nodig is om een evenement aan te vragen.
Stel alle regels op met gebruikmaking van de Aanwijzingen voor de regelgeving Het gebruik hiervan waarborgt op zich al een heldere en eenduidige regelgeving in al zijn noodzakelijke facetten.
Publiceer regels apart en onafhankelijk – ook van externe regels – van elkaar Het gaat hier voornamelijk om zaken als herkenbaarheid, vindbaarheid, maar ook om het veel gemakkelijker en efficiënter onderhouden en wijzigen van de regels.
Bevorder dat alle kringgroepen dezelfde statuten hebben en een goed HHR Dit laatste reglement hebben niet alle kringgroepen. Overigens beschikken deze ook niet steeds over overige verplichte regels (Horecavoorschriften). Een sjabloon zou 46
hierbij uitkomst bieden.
Draagvlak te creëren bij, en nut en noodzaak (de grondslag van de regels) moeten worden aangetoond voor de AV die een ieder lid bindende regelgeving bekrachtigt als hoogste orgaan Onverlet bestuursbesluiten (of die van commissies) is een waarborging van het geven van zinvolle en wenselijke regels het beste belegd bij het vertegenwoordigende orgaan van alle leden, de AV. Het zorgt voor een zekere bestuurlijke stabiliteit binnen de gehele organisatie.
Ontdoe regels van bepalingen die feitelijk niet handhaafbaar zijn, niet realistisch zijn of geen toegevoegde waarde (meer) hebben We maken het elkaar graag moeilijk waar het toch niet (meer) zou moeten. Een klein voorbeeld: in het Noorden wordt jaarlijks een IPO-speurwedstrijdje (competitie) gehouden door vier maal te speuren op vier verschillende data. Het kan echter niet als wedstrijd gelden, maar wel als steeds afzonderlijk aan te vragen deelexamen.
Als we naar de externe regels kijken dan kunnen we ons vaak slechts verbazen over de hoeveelheid, de mate van gedetailleerdheid, de onvriendelijkheid (u dient zo en zo te handelen), de ontoegankelijkheid en onleesbaarheid of onbegrijpelijkheid, en niet in de laatste plaats de strafbaarheid van bepaald en blijkbaar ongewenst handelen en de nogal zware of hoge straffen die uitgedeeld kunnen worden. Niettemin is tenminste het volgende mogelijk:
Neem waar mogelijk zoveel mogelijk invloed op externe regelgeving Dat houdt in: laat je stem horen in Den Haag (politiek), doe verbetervoorstellen bij de RvB inzake het KR, en doe dat zeker ook bij de CWH en andere regelgevende partijen.
Zorg ervoor dat de externe regels niet botsen met de eigen regels en creëer ook geen overlappingen of uitzonderingen Het gaat hier om duidelijkheid voor alle (nieuwe) leden. Het moet voor iedereen direct en zonneklaar zijn welke regels gelden.
We realiseren ons dat regelgeving en de herziening of verbetering ervan geen eenvoudige zaak is. In het algemeen leiden regels tot een statische en bureaucratische gemeenschap, ook voor één zoals de VDH. En dat gaat na zekere tijd wringen met de veranderende en moderne eisen van deze tijd en die van de toekomst. Enerzijds moeten regels voldoende houvast en zekerheid bieden (je weet wat je hebt), anderzijds eist ook onze organisatie dat we flexibel zijn en direct kunnen inspelen op onze veranderende omgeving. Dat stelt hoge eisen aan de regelgeving binnen onze vereniging en de bereidheid om niet alles in beton te gieten.
47
INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE
48
1. Inleiding ICT is een groot en wijds begrip. Er wordt heel veel van verwacht maar in de praktijk hebben te overdreven verwachtingen en te veel ad-hoc investeringen geleid tot grote verwarring en kapitaal verlies. Grote bedrijven en verenigingen zijn ten onder gegaan in de euforie van het almachtige ICT. Bij ICT moeten we ons vooral afvragen: Wat hebben we nu echt nodig, wat kost het en wat doen we er mee? Iedereen heeft tegenwoordig een mobieltje en betaalt daar grofweg 600 tot 1000 euro per jaar voor. Als de mensen zich werkelijk kritisch zouden afvragen wat hier zo noodzakelijk aan is dan is het effectief gebruik voor echte zaken nog geen 10%. Hopelijk gaan we in de vereniging wat bewuster om met deze zaken. Als onderdeel van de ICT is het noodzakelijk vast te stellen om te weten wat de communicatie in onze vereniging de VDH nu eigenlijk inhoudt. Vanuit die vaststelling kunnen de tools worden aangegeven (of ontwikkeld worden) om de opdracht uit te voeren en communicatie mogelijk te maken. Hieronder zijn door ons een aantal punten genoemd (afzonderlijke doelen) die in een ICT plan aandacht zouden moeten hebben.
2. Samenvatting ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie Het komt er in het kort op neer, dat het gaat over elkaar informeren op de snelste en meest efficiënte manier. Dus anders dan via persoonlijke gesprekken of ontmoeting waarbij de deelnemende personen feitelijk aanwezig zijn. Verder kan men de ICT gebruiken voor doelen als: Educatie Voorlichting Registratie en archivering Promotie Vergaderen op afstand enz. De ICT bestaat grofweg uit 4 hoofdzaken Techniek; voornamelijk de hardware Programmatisch; voornamelijk de software De gebruikers De externe diensten (providers) en huur van servers en/of software.
49
3. Huidige situatie In de afgelopen jaren zijn er diverse onderzoeken geweest om te kijken hoe de administratie efficiënt, betrouwbaar en met zekerheid gewaarborgd kan worden.
In 1995 heeft de VDH gekozen voor een geïntegreerd softwarepakket waarbij de kernprocessen binnen de VDH geregeld worden. Deze nieuwe software is in het bestaande pakket Member geïntegreerd. Als uitgangspunt geldt de ledenadministratie. Door diverse bestuurders en andere leden wordt een aantal administratieve handelingen verricht waaronder: o financiële- en ledenadministratie, o kynologische registratie, o africhting registratie o secretariële werkzaamheden waaronder digitale archivering. Deze werkzaamheden worden gemuteerd in een geïntegreerd softwaresysteem "DARWIN" waarbij de voordelen van een volledig relatiebeheerssysteem met o.a. correspondentie volledig benut worden. Daar er momenteel meerdere functionarissen met het DARWIN systeem werken zijn de rechten vrij snel in te passen en overdraagbaar. Daarnaast bestaat voor iedere module een werkhandleiding (bidbook) zodat er een snelle overdracht kan plaatsvinden. Op één centrale plaats, staat een Windowsserver, waarop de functionarissen inloggen. Dit door middel van een Terminal Server Protocol. De server is beveiligd door een Linux Firewall. Op dagelijkse basis vindt er een interne en externe back-up plaats. Alle gekopieerde data is "safekeeping" opgeborgen.
3.1. Ledenadministratie Het muteren binnen de ledenadministratie en de hieraan gekoppelde financiële administratie is enkel voorbehouden aan de penningmeester. 3.2. Module kynologie Op dit moment is mevr. Spaas de verantwoordelijke voor de invoer van de gegevens. Deels zullen behaalde africhtingcertificaten ook gevoed worden vanuit de module africhting. De voeding van deze gegevens wordt schriftelijk c.q. per databestand aangeleverd: o o o o o o o o o o
Kwalificatie clubmatches/tentoonstellingen Fokgeschiktheid keuringen Certificaat van Fokniveau Keurboek Gezondheidsonderzoeken Africhting kentekens Stamboomgegevens Persoonsgegevens Fokwaarde schatting Pupbemiddeling d.m.v. dek- en geboorteberichten. 50
3.3. Module africhting Mevr. A. Joosten muteert binnen deze module de wedstrijden, examens en behendigheid. Het betreft hier verwerking van: Examens Wedstrijden De heer R. de Jong muteert binnen deze module de pakwerklicenties en de regiodagen. De heer A. van Yperen muteert binnen deze module de spoorleggers en uitzetter-licenties en de regiodagen. 3.4. Module facturering
Daar waar nodig kunnen de desbetreffende functionarissen doorbelaste diensten en/of verkochte artikelen rechtstreeks inbrengen in de factureringsmodule en de daarbij bestemde facturen verzenden. De individuele factureringsrechten kunnen door middel van een rechtenstructuur worden afgeschermd. Zo wordt de veiligheid gewaarborgd.
3.5. ICT Beheer Het ICT beheer en onderhoud wordt door een externe vaste partner beheerd. Deze partner is volledig op de hoogte van ons totale gemoduleerde software pakket. 3.6. Website Bij de nieuwe website is uitgegaan van gebruiksvriendelijkheid naar de leden en gebruikers toe. Vandaar dat er gebruik gemaakt wordt van een gebruikersvriendelijke CMS. Deze is betrouwbaar en wordt onderhouden door peer-CMS. Door de gebruiksvriendelijkheid is het mogelijk diverse functionarissen invoerrechten toe te kennen. Nieuws is actueel en is niet afhankelijk van één of twee gebruikers. 3.7. Kringgroepen/Provinciale afdelingen Kringgroepen en provinciale besturen hebben een eigen website, welke onderling sterk verschillen in actualiteit en uitstraling.
51
4. Probleemstelling
Ten aanzien van de kwetsbaarheid blijkt het dat alle zaken betreffende de informatica, zoals hardware, software, en andere applicaties beheerd en voornamelijk uitgevoerd worden door de penningmeester. Gebruik van verschillende software door bestuursleden. Inschrijven (niet hoofd-) evenementen is omslachtig. Uitslagen van examens en evenementen doorgeven is omslachtig. Huidige formulieren zijn slecht werkbaar, eerst uitprinten, invullen en opsturen. Kringgroepen zijn onvoldoende herkenbaar als VDH kringgroep, verschillende websites met variërende informatie of geen website. E-mailadressen wisselen vaak bij bestuurswisselingen binnen PB en Kringgroepen.
5. De wenselijke of noodzakelijke situatie
Spreiding van de werkzaamheden, zodat er niet teveel zaken op een enkel bestuurslid neerkomen. Dit verhoogd de efficiency (snelle publicatie uitslagen) en biedt een betere waarborg bij uitval van een persoon. Werken met gelijkwaardige software. Dit verhoogd de uniformiteit en continuïteit. Digitaal inschrijven, met lidnummer en NHSB nr, automatisch aanvullen. Maak gebruik van webbased formulieren. Digitaal uitslagen doorgeven, zodat ze snel online zichtbaar zijn voor belangstellenden. Alle formulieren online invulbaar (webbased) maken, directe koppeling met database, na invullen lidnummer en NHSB nummer worden overige gegevens automatisch gegenereerd. Standaard webpagina’s onder CMS aanbieden, uniformiteit VDH kringgroepen vergroten. Faciliteren e-mailadressen voor provinciale bestuursleden en kringgroepbesturen, bij wisseling enkel wachtwoord veranderen (zie SV).
6. Conclusies en aanbevelingen
ICT onderbrengen bij de centrale administratie. Programma van eisen (functionaliteiten) samenstellen en bij diverse bedrijven offerte aanvragen. Bij andere verenigingen eens informeren naar hun ervaringen. Verplicht e-mailadres bij aanmelden nieuwe leden. Actuele ledenlijst met e-mailadres, beschikbaar voor afdelingsbesturen en geautoriseerde gebruikers. Saamhorigheid vergroten door middel van huisstijl, faciliteren website/e-mail. 52
FOKKERIJ, GEZONDHEID EN WELZIJN
53
1. Inleiding De gezondheid van rashonden en kritiek op de fokkerij zijn een “hot” item. Stichtingen als Dier en Recht hebben de rashond de oorlog verklaard. De Duitse herdershond wordt vaak als ziekste “rashond” genoemd. Helaas wordt alles wat er uitziet als Duitse Herder zoals stamboomloze en look-a-likes maar ook de Oud Duitse Herder als zijnde een raszuivere Duitse Herder aangemerkt. Binnen de VDH is er te weinig controle mogelijk op de fokkerij van Duitse herdershonden. Daarnaast is er nauwelijks tot geen contact met de VDH fokkers. Er zijn initiatieven ontwikkeld in het verleden maar zijn nimmer ten uitvoer gebracht uitgezonderd een fokkersdag in 2013, de uitvoering heeft echter geen vervolg gekregen.
2. Samenvatting De fokkerij van Duitse Herders is de basis van onze vereniging. Als er geen Duitse Herders meer gefokt worden vervalt het bestaansrecht van de VDH. Dit geeft ook het belang weer van de Duitse Herder fokkers en met name die fokkers die fokken volgens de regels van de VDH. Echter het beleid wordt bepaald door de VDH (SV volgend) en een goede samenwerking, communicatie en ondersteuning naar en met de VDH fokkers verdient hoge prioriteit. Iedereen die een "product" koopt wil een goed product. Dat geldt ook voor de koper van een Duitse Herder. De klant wil een gezonde, sociale en actieve Duitse Herder waar hij/zij jarenlang zorgeloos van kan genieten. De "klant" die tevreden is wordt zodoende ook ambassadeur van het ras. Dat betekent dat er zowel beleid richting de fokkers alsmede de Duitse herder koper ontwikkeld moet worden t.a.v.: Communicatie Ondersteuning Informatie Controle Regelgeving Uitvoering van de regelgeving Kwaliteit Garantie Data analyse Hierna wordt dieper ingegaan op de huidige situatie, probleemstelling, wenselijke situatie en aanbevelingen.
54
3. Huidige situatie • Stambomen bij rashonden in het algemeen, dus ook bij Duitse herders, worden door de Raad van Beheer uitgegeven. Als een fokker fokt met ouderdieren die ook in het bezit zijn van een stamboom krijgt de nakomeling automatisch ook een stamboom. • De VDH propageert het fokken van Duitse herders uitsluitend te doen met gezonde honden die aangekeurd zijn op fokwaarde. Dit houdt tenminste in dat de honden onderzocht zijn op ED en HD, het DNA is vastgelegd, de hond heeft minimaal IPO I behaald en het UV examen met goed gevolg heeft afgelegd. Bovendien is op een clubmatch is de minimale kwalificatie goed behaald. Dit alles gekeurd door een door een VDH erkende rasspecialist (keurmeester). • De VDH publiceert dek- en geboorteberichten, de zo genaamde puppylijst, iedere 1ste van de maand. Op deze lijst staan alleen combinaties van aangekeurde ouders. • De VDH geeft geen advies aan de fokkers betreffende de combinaties. • Er is een beperkte controle ten aanzien van de fokkerij. • Bij de pups uit combinaties met aangekeurde ouders kan de fokker certificaten van fokniveau (uitgebreide stamboombijlage) aanvragen bij de VDH. • De VDH heeft geen invloed maar wil ook geen invloed uitoefenen op de overige fokkerij met Duitse Herdershonden met stamboom. • Fokkers kunnen de koopovereenkomst van de VDH gebruiken door deze te bestellen. • De fokkerij van de raszuivere Duitse Herdershond staat onder druk. Vooral van de zijde van de stichting Dier en Recht wordt er met name via de media fel geageerd tegen het fokken van rashonden in het algemeen en de Duitse herder in het bijzonder. • De VDH beroept zich op het fokbeleid waarbij fokmateriaal gescreend wordt op gezondheid (HD en ED) en aangekeurd wordt op fokwaarde maar door het zeer kleine percentage Duitse herder wat onder auspiciën van de VDH gefokt wordt is de invloed van de VDH klein.
55
4. Probleemstelling
De VDH doet te weinig om de zaken betreffende gezondheid van de Duitse herder en de koppeling met de VDH positief in het nieuws te brengen. Als het al een keer gebeurt is dat louter op lokaal niveau en heeft niets met algemeen beleid te maken. Er ontbreekt voldoende gericht beleid betreffende positieve reclame van het ras, of andere inbreng buiten de eigen vereniging.
De HB leden zien geen prioriteit in de fokkerij, gezondheid en het welzijn van de Duitse herder.
Op congressen, seminairs en lezingen buiten de eigen club is de VDH niet of nauwelijks vertegenwoordigd.
Er zijn geen regels ten aanzien van gezondheid die er voor zorgen, dat er niet met zieke honden gefokt kan worden.
De VDH geeft geen ondersteuning cq begeleiding (bijv. juridische bijstand, fokadviezen, scholing) aan fokkers. Fokkers zijn alleen op zichzelf aangewezen. Ze zorgt alleen voor de hoogst noodzakelijke papieren.
Het HB voert geen controle uit op de fokkerij.
Het HB voert geen beleid t.a.v. het fokken van Duitse Herders.
Het HB communiceert niet met zijn/haar fokkers.
Het updaten van formulieren (bijvoorbeeld koopovereenkomst) gebeurt niet of (te) laat.
De website bevat minimale info over de gezondheid van het ras.
De FGK wordt niet consequent uitgevoerd conform het vastgestelde reglement.
Er is geen controle op uitvoering en de functionarissen op een FGK.
De VDH heeft geen grip op het fokken met “zieke” Duitse Herders. Zolang de Raad van Beheer geen regels ten aanzien van gezondheid hanteert en geen fokverbod oplegt aan “zieke” honden is deze situatie niet veranderbaar.
Afgifte van certificaten van fokniveau gaat niet automatisch de fokker kan dit aanvragen.
56
5. De wenselijke of noodzakelijke situatie
Verbod op het fokken met “zieke” en/of ongescreende Duitse Herders, zowel binnen als buiten de vereniging.
Er moet beleid zijn dat zorgt voor positieve promotie van de Duitse herder van de VDH.
Er moet structureel contact zijn tussen de VDH en haar fokkers.
De VDH website moet een bron van informatie zijn voor leden en pupkopers ten aanzien van gezondheid en welzijn van de Duitse Herder.
Er moet meer grip zijn op fokkers binnen de VDH en keurfok moet meer gestimuleerd worden.
De VDH moet VDH fokkers scholen, begeleiden en coachen, indien zij dat wensen.
De VDH moet vertegenwoordigd zijn op seminairs, lezingen op het gebied van fokkerij en gezondheid en welzijn.
Het fokken met keurfok is automatisch afgifte van het Certificaat van Fokniveau.
De kwaliteit van de keurmeesters op exterieur en FGK gebied moet worden gewaarborgd.
De FGK moet worden uitgevoerd conform het reglement. Controle op uitvoering en functionarissen.
6. Conclusies en aanbevelingen Door het instellen van de portefeuille "Fokkerij, gezondheid en welzijn", wordt bereik dat er beter en meer aandacht wordt gegeven aan en beleid gemaakt wordt op de promotie en de kwalitatieve aspecten van het ras, en kunnen de hier bovengenoemde wenselijke en noodzakelijke situaties gerealiseerd worden. De fokgeschiktheidskeuring moet alle kwaliteiten waarborgen voor een gezond ras met sociale en actieve honden en moet derhalve uitgebreid worden met een gedragstest.
57