15) Bs. Kerensheide

BS Kerensheide

Jaarverslag

2014-2015 Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

1

BASISSCHOOL KERENSHEIDE

JAARVERSLAG 2014 - 2015

Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

2

INHOUD 1

2

3

Inleiding Leerling-/populatiegegevens, leerling resultaten en kwaliteitsfeedback 1.1.0 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6

Leerling gegevens Leerlingvolgsysteem Cito eindtoets Overgang naar het voortgezet onderwijs Conclusies en vooruitblik Kwaliteitsaudit door extern bureau (BMC) Inspectiebezoek (aug. 2011)

1.2 1.3 1.4 1.4.1

De medewerkers De financiën Samenwerken Brandweer en politie

Meningen 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2

Terugkoppeling kwaliteitsvragenlijst december 2013- januari 2014 Mening van de leerlingen (Kwaliteitsvragenlijst) Mening van de leerlingen (voorafgaand aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013) Mening van de leerlingen (in schooljaar 14/15)

2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.5

Mening van de ouders Mening van de ouders Mening van de ouders Mening van de leerkrachten Mening van de leerkrachten Conclusies en vooruitblik

(Kwaliteitsvragenlijst) (voorafgaand aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013) (in schooljaar 14/15) (voorafgaand aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013)

Evaluatieverslag jaarplanning 2014 / 2015 A. Algemene gedeelte 3.1 Deelteam coördinatie 3.2 Leerlingenzorg 3.3 Bekwaamheidsdossier 3.4 Scholing 3.5 Medezeggenschapsraad 3.6 OVK (Ouder Vereniging Kerensheide) 3.7 Leerlingenraad 3.8 Peuterspeelzaal en VVE 3.9 Communicatie naar ouders 3.10 Zorgplan 3.11 Schoolprofiel 3.12 Methode vernieuwing 3.13 Burgerschap en soc. integratie 3.14 Lezen 3.15 Doelen vanuit jaarevaluatie/ trendwatch B. Operationele plannen 1. Onderbouw 2. Invoeren nieuwe leesmethode 3. Passend onderwijs 4. Leerlingenzorg 5. Talentontwikkeling 6. Implementatie interactief onderwijs 7. Vernieuwing schoolplan C. Overzicht van voornemens schooljaar 2015-2016 D. De afgelopen jaren opgestelde beleidsstukken/ protocollen


3

Inleiding Basisschool Kerensheide presenteert een jaarverslag, naast de schoolgids. Dit verslag is een document voor het College van Bestuur van Kindante, de Raad van Toezicht van Kindante en de inspectie van het basisonderwijs, daarnaast ligt het voor andere belanghebbenden op school ter inzage. Het jaarverslag krijgt een plek op onze website en op verzoek kan een papieren exemplaar verkregen worden. Het jaarverslag heeft een tweeledig doel: o het informeert geïnteresseerden over het voorbije schooljaar in de ruimste zin o en we leggen verantwoording af in hoeverre onze doelstellingen van 2014-2015 zijn bereikt. De geëvalueerde operationele jaarplannen zijn in dit jaarverslag opgenomen. De in vorige jaarverslagen aangehaalde documenten (bijv. verzamelde gegevens uit de “Kwaliteitsvragenlijst” en de terugkoppeling van bevindingen door de inspectie) zijn in de loop van de schooljaren nadien “meegenomen” en opgepakt in het kader van de operationele jaarplannen (voor zover mogelijk, uiteraard). We hebben er voor gekozen om een zogenaamd “groeiend jaarverslag” te maken; een verslag dat veelal chronologisch voortborduurt op en terugkijkt naar voorafgaande jaren. Op deze wijze is voortgang en ontwikkeling vaak transparanter, beter te zien, te duiden en te begrijpen… Mocht een of ander vragen oproepen kom dan even langs…de deur staat voor u open!

R.Crutzen directeur


4

1

Leerling-/populatiegegevens, leerlingresultaten en kwaliteitsfeedback. 1

1.1.0 leeftijd

R.-K.Basisschool Kerensheide in cijfers.

Leerlinggegevens: aantal

Gewicht

4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar

10 24 14 33 21 22 29 28 8

0 9 24 14 30 19 21 25 27 7

TOTAAL

189

176

Instroom groep 1

0,3 0 0 0 2 1 0 3 0 0

1,2 1 0 0 1 1 1 1 1 1

6

7

15

Instroom overig

Uitstroomgeg. 2014 VO

4

Uitstroomgeg. 01/10/13– 01/10/14 Verhuizing 2

Praktijkonderwijs VMBO BL/lwo VMBO BL VMBO KL VMBO TL HAVO ATHENUEM VWO Anders

15 5 8

Totaal

32

4

Overig SBO SO

3 1

Verlengde kleuterperiode en doublures aanv. 14/15

Groep 1* Groep 2* Groep 3-8

0 2 5

* Gekeken is naar leerlingen die voor 1 januari 2013 en op 1 oktober 2014 in betreffende groep zaten.

Verhouding onderbouw/bovenbouw (per 1 oktober) schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013 aantal lln. onderbouw

2013-2014

2014-2015

103

107

93

95

80

percentage onderbouw

41

44,4

42,7

45,5

42,3

aantal lln. Bovenbouw

149

134

125

114

109

59

55,6

57,3

55,5

57,7

percentage bovenbouw

De verdeling onderbouw bovenbouw is ongeveer gelijk aan de voorgaande jaren

Uitstroom naar speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs Schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013 aantal leerlingen naar sbo scholen aantal leerlingen naar so scholen percentage lln. naar so en sbo scholen


2013-2014

2014-2015

0

0

0

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

0,5

0,5

5

Instroom- en uitstroom leerlingen Schooljaar instroom aantal lln. groep 1

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 24

21

21

17

15

4

2

1

3

3

11,1

9,5

4,8

9,6

9,5

46

38

38

26

32

1

1

1

2

2

uitstroom lln. overig

0

1

0

3

3

uitstroomlln sbo/so

0

0

0

1

1

18.6

16.5

17,9

15,3

20,1

instroom aantal lln overig % lln instroom uitstroom aantal lln. vervolgonderwijs uitstroom lln. i.v.m. verhuizing

% lln uitstroom

De uitstroom van leerlingen is flink groter dan de instroom. Oorzaak: Natuurlijk verloop

Uitstroom leerlingen naar vervolgonderwijs schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 % praktijkonderwijs % basis beroepsgericht / lwoo

0

0

0

5,30

0

0

0

5,30

0

3,8

0

6,5

13,2

18,42

23,0

46,8

28,38

18,4

26,32

26,9

15,6

26

23,60

23,68

15,3

25

28,90

0

26,9

0

5,30

31,58

3,8

12,5

8,7

% basis beroepsgericht % kader beroepsgericht % gemengd theoretische leerweg % HAVO % Atheneum % VWO % anders nl.

21,7 8,7

0

0

De uitstroom naar vormen van vervolgonderwijs is in verdeling vrij constant te noemen. Er gaan dit jaar meer leerlingen naar HAVO en Gymnasium en minder naar het Atheneum.

CITO Standaardscores Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

6

schooljaar

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

2014-2015

Landelijke score zonder correctie

535.1

535.1

534.7

534.4

534.8

Schoolscore zonder correctie

536.6

537.9

539.2

538.6

537.5

Landelijke score correctie LG

535.3

532.2

534.7

534.4

534.9

Schoolscore correctie LG

536.6

537.3

538.2

537.1

536.3

Gemiddelde Score van de Schoolgroep

535.5

535.6

536.2

535.1

536.2

Onze schoolscore is redelijk constant. We scoren 2.7 boven de landelijke score. Ons eigen doel was minimaal 2.0 boven de landelijke score te blijven. Dat is hierbij gehaald.

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Advies

Advies

Advies

% praktijkonderwijs % basis beroepsgericht/lwoo

8,7

% basis beroepsgericht

10,5

Advies

Advies

0

0

0

0

5,30

0

3,8

0

% kader beroepsgericht

6,5

13,16

18,42

23,0

46,8

% gemengd theoretische leerweg % HAVO

28,38

18,4

26,32

26,9

15,6

26

23,68

23,68

15,3

25

26,9

0

3,8

12,5

% Atheneum

28,9

% VWO

21,7

% anders nl.

8,7

5,26

31,58

0

Uitstroom naar VO en advies VO zijn gelijk.

e

Resultaten adviseringschoolkeuze - doorstroming 3 jaar voortgezet onderwijs in procenten. Schooljaar Afstroom Opstroom Gelijk aan advies 2008-2010 GHC 7% GHC 8% GHC 85% Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

7

2009-2011 2010-2012 2011-2013 2012-2014 2013-2015

GR. 28%

GR

0%

GHC GR. 27,6% GHC GR. 16% GHC GR. 26% GHC GR 23% GHC GR

GHC GR 0% GHC GR 12% GHC GR 16% GHC GR 11% GHC GR

GR

72 %

GHC GR GHC GR GHC GR GHC GR GHC GR

72,4% 72% 58% 61%

Conclusie bij effectiviteit van schoolkeuze: Bovenstaand overzicht bekijkend zien we dat dit jaar de open afstroom nog redelijk hoog zijn in %, maar al minder dan verleden jaar. Kijkend naar de leerlingen, die het betreft, kunnen we toch concluderen dat ons advies sterk is. Temeer daar door ouders soms van ons advies afgeweken wordt en dit toch binnen % afstroom opgenomen is. De % kunnen tevens een wat vertekend beeld geven, doordat er ook combinatieadviezen gegeven zijn, waarbinnen toch gewisseld is. Bv. advies is havo/vwo. Bij uiteindelijke keuze havo wordt dat gezien als afstroom. Wij adviseren overigens nog steeds minder vanuit oogpunt “veilige keuze voor de leerling”, maar meer vanuit “grotere uitdaging binnen reële kansen”. De scores afstroom en opstroom zijn signalen om dit inzicht mogelijk bij te stellen. Opleidingsniveau ouders school gemeten vanuit schooljaar 13/14: e

Alleen Basisonderwijs of lager Lager Voortgezet onderw. Middelbaar Voortgezet onderw. Hoger voortgezet onderw. Univ. Onderw.

1.1.1

e

1 verzorger

2 verzorger

0.4 %

0.3 %

Gemiddelde beide verzorgers 0,3 %

21 %

17 %

19 %

43 %

49 %

46 %

29 %

30 %

30 %

5.5 %

4.5 %

5 %

Leerlingvolgsysteem

De gegevens van ons CITO Leerlingvolgsysteem (LOVS) laten de ontwikkelingen zien binnen de verschillende vakgebieden van elke groep, in een niveauscore. In onderstaande tabel zijn de gegevens van groepsgemiddelden uit ons CITO-volgsysteem over de laatste 5 jaar weergegeven. Het betreft de scores van CITO LOVS eindmoment. De gegevens van de Cito E-toetsen zijn vanaf 2014-2015 in onderstaand overzicht volgens de “nieuwe normering” aangegeven.

Begrippentoets Ordenen 97 / Rek. v.Kleuters Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

2011 2012 Gr3 hoog Gr3 hoog Gr1 A Gr2 A

Gr1 B II Gr2 B II

2013 Gr3 hoog

2014 2015 Gr3 hoog Gr 3 hoog

Gr 1 I Gr 2 I

Gr 1 I Gr 2 I

Gr 1 I Gr 2 I 8

Taal voor Kleuters Taal voor Kleuters (nieuw) Technisch lezen (DMT)

Gr1 A Gr2 A

Spelling SVS en Spelling 2010

B A Gr 1 I Gr 2 II

Gr 1 I Gr 2 II

Gr 1 Gr 2 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7

Gr 3 I Vervallen bij de groepen 4 t/m 6 Gr 3 I Gr 4 III Gr5 IV Gr 6 IV Gr 7 III Gr 8 II Gr 3 I Gr 4 II Gr 5 III Gr 6 III Gr 7 IV Gr 8 IV Gr 3 III Gr 4 IV Gr 5 III Gr 6 III Gr 7 V Gr 8 II Gr 3 I Gr 4 II Gr 5 V Gr 6 IV Gr 7 IV Gr 8 III

Gr3 Gr4 C Gr5 B Gr6 A

Leestechniek en Leestempo

Begrijpend lezen en Begr. lezen 2010

Gr1 Gr2

Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8 Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8

B A B C B A C A B B A

Gr3 Gr4 Gr5 Gr6

B II B II B III B III

Gr 3 II Gr 4 IV Gr 5 II Gr 6 III

Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6

II IV III III

Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8 Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8

B III B III B II B III B III B B II B III B II B II B II B

Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8

III II IV IV IV II I II III II III II

Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8

III I III IV III I I I II III III II

B III B III B II B III B II B II

Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8

III III II IV II III III III III II I

Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8 Gr 3 Gr 4 Gr 5 Gr 6 Gr 7 Gr 8

III III IV III II III II III III II I

Woordenschat

Rekenen en Rekenen 2010

Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8

B A C A A A

Gr3 Gr4 Gr5 Gr6 Gr7 Gr8

I I I III III III II

Betekenis van de niveauscore: (“Oude manier” van scoren was: A = Goed tot zeer goed, de kinderen behoren tot de landelijk ± 25 % hoogst scorende lln. B = Ruim voldoende tot goed, de kinderen behoren tot de ±25% leerlingen, net boven het landelijk gemiddelde. C = Matig tot ruim voldoende, de kinderen behoren tot de ±25% leerlingen net onder het landelijk gemiddelde. D = Zwak tot matig,de kinderen behoren tot de ±15% leerlingen ruim onder het landelijk gemiddelde . E = Zeer zwak tot zwak, de kinderen behoren tot de landelijk ±10% laagst scorende lln.)

Cito maakt daarnaast tevens nog gebruik van een tweede indeling met de volgende niveau aanduiding: “Huidige” door ons gebruikte score: I = Goed tot zeer goed, de kinderen behoren tot de landelijk 20 % hoogst scorende lln. II = Ruim voldoende tot goed, de kinderen behoren tot de 20 % leerlingen, net boven het Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

9

III

IV V

landelijk gemiddelde. = Matig tot ruim voldoende, de kinderen behoren tot de 20 % leerlingen net onder het landelijk gemiddelde. = Zwak tot matig,de kinderen behoren tot de 20 % leerlingen ruim onder het landelijk gemiddelde . = Zeer zwak tot zwak, de kinderen behoren tot de landelijk 20 % laagst scorende lln

VERKLARING VAN DE RESULTATEN. Bij de kleuters beperken we ons tot enkele toetsen om hen niet onnodig te belasten. De Begrippentoets is daarom niet meer afgenomen in groep 1 en 2 (wel in begin groep 3). De combinatie van “Taal voor kleuters” en “Rekenen voor Kleuters” geeft een goed beeld van het kind, aangevuld uiteraard met de gegevens van de gedragen observatielijsten. Onze gemiddelde groepsresultaten in de groepen 1 t/m 8 bewegen zich overwegend binnen de niveaus niv. I ,II en III, behalve in de volgende onderdelen: begrijpend lezen van groep 5 en 6,spelling in groep 7 en 8, op woordenschat in groep 4 en 7 en rekenen in groep 5,6, en 7. Om ook deze onderdelen binnen de hogere niveaus te krijgen zullen we, overigens net als afgelopen jaar, onze aandacht speciaal richten op het lees/taalgebied. M.b.t. het begrijpend lezen gaan de leescoördinator en Iber komend schooljaar onderzoeken, waarop we kunnen bijstellen. We hadden gehoopt daarvan nu al meer positieve resultaten terug te kunnen zien. Uiteraard volgen we onze kinderen ook op sociaal- en emotioneel gebied. Daarvoor gebruiken we het programma Scol voor alle groepen dat 2x per jaar door de leerkracht wordt ingevuld en in de groepen 6 t/m 8 ook 1x door de kinderen wordt ingevuld. Bij zorgleerlingen kan de Scol vaker worden afgenomen. In het algemeen kunnen we stellen, dat het beeld van onze school op sociaal- en emotioneel gebied niet afwijkt van vergelijkbare scholen (blijkt uit overleg in IB-netwerk en extern zorgteam). Toch willen we nog doorgaan met extra aandacht te besteden aan het omgaan met regels en afspraken, om het gevoel van veiligheid en rust te blijven versterken. We kunnen tevreden zijn met onze behaalde resultaten in het algemeen, maar de toetsen van ons volgsysteem zijn een goede “vinger aan de pols”. Om een zo hoog mogelijk rendement te behalen hebben we een aantal doelen gesteld voor schooljaar 15-16, n.a.v. onze evaluatie. Deze doelen betreffen het verfijnen van effectieve instructie, de organisatie van de zorg, het juist hanteren van handelingsplannen, speciale aandacht voor het begrijpend lezen, het gebruik van de aanbevelingen uit het handboek dyslexie, aanpak van begrijpend lezen op deelvaardigheden en het benutten van kansen vanuit de Scol uitslagen. We verwachten dat het rekenen, met de ervaringen van dit schooljaar in het hanteren van de nieuwe methode, zal verbeteren. Het zal niet makkelijk zijn de resultaten op hetzelfde niveau te houden, want de “bagage” waarmee kinderen onze school binnenkomen bepaalt mede ons eindresultaat. Wij constateren dat deze “bagage” aan de start minder wordt, vooral m.b.t de taalvaardigheid, zelfredzaamheid en sociale vaardigheid. Anticiperende acties hierop zijn reeds gezet.


10

2.2

CITO EINDTOETS BASISONDERWIJS

De resultaten van de laatste 5 jaren. TABEL A Percentages goede antwoorden. Zoals reeds vermeld wordt pas sinds 2001 de vergelijking van de schoolresultaten met de landelijke resultaten door de Citogroep gepubliceerd. De landelijke resultaten schommelen rond de 70% over de jaren 2007 t/m heden. Onze school scoorde deze jaren boven dat gemiddelde op alle onderdelen. Dit jaar scoorden we weer iets hoger binnen wereldoriëntatie. Onze indruk was dat het niveau weer gelijk zou zijn aan voorgaande jaren. Dit leergebied heeft komend schooljaar daarom ook nog onze extra aandacht. Vergelijking in %

Taal rekenen studievaardigheden wereldoriëntatie totaal

TABEL B jaar 2011 2012 2013 2014 2015

2011 school 76,1 72,7 77,2 78,9 76,2

2012 school 73,2 77,8 78,8 73,3 75,0

2013 school 75,1 77,2 77,3 72,2 75,5

2014 school 76,6 75,0 75,8 68,0 73,9

2015 school 75,4 75,4 ? 70,7 75,4

De Standaardscore. Standaardscore onze school 536,6 537,9 539,2 538,6 537,5

Landelijke standaardscore 535,3 535,3 534,7 534,4 534,8

1.1.3 Overgang naar het voortgezet onderwijs. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs worden alle leerlingen individueel besproken door de leerkracht van groep 8 met de vertegenwoordigers van de ontvangende brugklassen. Het advies dat wij als school aan onze collega’s van het VO geven is richtinggevend, maar daarnaast is de CITO eindscore een belangrijke factor bij de bevestiging daarvan. Het VO weet door de jaren heen wat het advies van onze school waard is. Daarover is ook elk jaar een terugkoppeling. 1.1.4

Conclusies en vooruitblik.

Onze school presteert boven de gestelde normen. We streven ernaar dat de resultaten minimaal op gelijk niveau blijven. Het blijkt dat onze school jarenlang ruim boven het landelijk gemiddelde van de Cito eindtoets basisonderwijs scoort. Ook dit jaar blijven we boven onze eigen gestelde norm van het landelijk gemiddelde + 2. Dit duidt op een constant hoge kwaliteit van onze school. 1.1.5

Kwaliteitsaudit door extern bureau (BMC)

We hebben in schooljaar 09/10 op eigen initiatief een kwaliteitsaudit laten uitvoeren. Om onze insteek voor de daaropvolgende jaren in een goed perspectief te stellen geven we de conclusie hier nog eens weer. Conclusie (overgenomen vanuit rapportage): “Op 1 en 5 oktober 2009 heeft een kwaliteitsaudit plaatsgevonden op Basisschool Kerensheide. Aanleiding hiertoe is de behoefte van de school aan een actueel en zo volledig mogelijk beeld van de kwaliteit van het onderwijs. De school wil weten hoe de kwaliteit er voor staat en op welke onderdelen zij zich verder kan verbeteren. Daarmee toont de school aan dat zij kritisch op zichzelf is en erop uit is het beste uit zichzelf en de leerlingen te halen. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

11

De audit vond plaats op initiatief van de school zonder dat daar een specifieke aanleiding toe was, zoals een negatieve beoordeling door de inspectie of problemen in het onderwijs. Hiermee onderscheidt de school zich in positieve zin van veel andere scholen. De audit vond plaats in een open sfeer waarin het team zich kwetsbaar durfde op te stellen en bereid was te reflecteren op het eigen handelen. De uitkomsten van de audit komen kort samengevat neer op het volgende. Basisschool Kerensheide is een veilige en prettige school waar de leerlingen graag naar toe gaan en goede resultaten behalen. De leraren zijn betrokken bij het wel en wee van hun leerlingen en het tijdens de lessen getoonde vakmanschap is van een voldoende niveau. Leraren gaan respectvol met de leerlingen om en bieden hen voldoende ondersteuning en zelfvertrouwen. Zij kunnen goed uitleggen en weten de leerlingen actief bij de les te betrekken. Zij zorgen er voor dat de leerlingen tijdens de les taakgericht en geconcentreerd aan hun opdrachten werken. Het effect hiervan is dat de lessen een voldoende rendement hebben en dat de leerlingen positieve resultaten behalen. Tegelijkertijd heeft de school te maken met veranderingen in haar omgeving, die verbetering van het onderwijs noodzakelijk maken om de resultaten van de leerlingen op peil te houden. De school heeft te maken met een meer gemêleerde leerlingenpopulatie. Dit vraagt om meer effectieve instructie, doelgerichte lessen, hoge eisen en vooral een betere afstemming van het onderwijs op de verschillen tussen de leerlingen. Snellere leerlingen hebben meer uitdaging nodig, zwakkere leerlingen hebben behoefte aan verlengde instructie en extra hulp bij leerproblemen. Voor veel leraren vraagt dit een omslag van een overwegend klassikale naar een meer gedifferentieerde werkwijze. Dit kan worden bereikt door een goed zicht op de vorderingen en het niveau van de leerlingen en op basis hiervan onderwijs op maat te bieden. Door in de lesplanning en de dagen weektaken meer te differentiëren krijgt iedere leerling een doelgericht en passend aanbod. Zo wordt iedere leerling in staat gesteld te presteren naar vermogen. Wanneer de school dit bereikt blijven de resultaten op peil voor zowel de snellere als de zwakkere leerlingen. De uitkomsten van de audit zijn voor een belangrijk deel door de school zelf aangedragen. Dit is een teken dat de school haar uitgangssituatie goed kent en haar kwaliteitszorg op orde heeft. Dit blijkt ook uit het Jaarplan 2009-2010 waarin verbeteronderwerpen zijn uitgewerkt, die aansluiten bij de resultaten van de audit. Het jaarplan is een prima sturingsdocument om doelgericht te werken aan verdere kwaliteitsverbetering. Wanneer het team het komende jaar de verbeteractiviteiten op een ambitieuze en planmatige wijze uitvoert, mag de school zich met recht beschouwen als een van de betere basisscholen in de regio. Een school waar leerlingen, ouders en het team trots op kunnen zijn. “


12

1.1.6 Inspectiebezoek (29 aug. 2011) Uit de rapportage van de inspectie (integraal overgenomen):


13


14

1.2.

De medewerkers

Aan onze school was in 2014-2015 het volgende personeelsbestand: De directie werd gevormd door: o Ron Crutzen, directeur o Jan Vroemen, Intern begeleider en waarnemend-directeur . Onderwijsteam: De invulling van het “formatieplaatje” zag er, volgens planning, bij de start van het schooljaar als volgt uit: Groep 1/2A: Groep 1/2B: Groep 3: Groep 4: Groep 5: Groep 6A: Groep 7A: Groep 8A:

Maggie v. .M. (tot eind januari vervanging door J. Tilman) / Carla D Geert T./ Carla D. Harry N. ( Jan V. invulling verlof…medio januari vervangen door Emmy R.) Denise M. / Marie-Rose H. Audrey v. W./ Marie-Rose H. Carlijn B. / Truus B. Marian M./ Ilse S. Jos B. (Ilse S. invulling verlof)

Onderwijsondersteuning Conciërge Schoonmaak Managementassistente Ict-specialist (m.n.hardware) Ondersteuning ambitieuze lln. Ict onderwijsinhoudelijk Vrijwilligers: Schoonmaak ondersteuning Drukwerk/ onderst. conciërge Algemene ondersteuning (re-integratie)

: : : : : :

Beçir K. (vervanging door J. Lebens) Lorena V. Elian O. John de G. John de G. Bart M.

: : :

Corrie D. Jan P. Arfa D., Evelyn S., Hilde H.

Onderwijsgevenden in dienst op 1-8-2014: MANNEN 2 dgn. en meer per week 3 (incl. IB-er) Minder dan 2 dgn. per week 0 Directeur 1 TOTAAL 4

VROUWEN 8 2 0 10

TOTAAL 11 2 1 14

Onderwijsgevenden in dienst op 1-8-2013: MANNEN 2 dgn. en meer per week 3 (incl. IB-er) Minder dan 2 dgn. per week 0 Directeur 1 TOTAAL 4

VROUWEN 8 2 0 10

TOTAAL 11 2 1 14

Onderwijsondersteuners(in reguliere werk-/dienstverband) op 1-8-2014: MANNEN VROUWEN 2 dgn. en meer per week 1 1 (in dagdelen) Minder dan 2 dgn. per week 2 (incl. John.) 3 (in dagdelen)

TOTAAL 2 5

TOTAAL

7


3

4

15

Voor het schooljaar 14/15 is het volgende op personeelsvlak aan te geven: - Start nieuw personeel Dit schooljaar is 1 teamlid (Truus B.) opnieuw bij ons binnen de formatie gestart. -Afscheid personeel Aan het eind van het schooljaar namen we afscheid van 1 personeelslid. Dit vanwege formatieve krimp. -Vervangingen In bepaalde groepen is dit jaar aanspraak gemaakt op langdurige vervangingen. Groep 3 Het invullen van de verlofdagen gebeurde van medio januari tot einde schooljaar wegens andere noodzakelijke inzet van eigenlijke persoon (de IB-er). Groep 1/ 2A Van begin tot eind januari was hier voor 1 van de parttimers een vervanging…medische gronden. Directie Van eind januari tot einde schooljaar was gedeeltelijke vervanging voor de directeur. Het was weer een jaar dat op organisatorisch vlak (inzet vervangers) op gezette momenten inventiviteit vroeg. Naar onze mening hebben we voor de kinderen de continuïteit zo goed mogelijk weten te waarborgen. - Verzuim Het verzuim door ziekte was in 10/1, gelet op bestuur cijfers, hoog te noemen. Een verzuim van rond de 20% t.o.v. een verzuim van iets beneden 9% op bestuursniveau. Inzet vanuit bestuur was met name bestuur breed te werken vanuit het gedragsmodel i.p.v. te richten op het medisch model. Hoewel we voor 11/12 sterk zijn teruggegaan met ons verzuim (cijfers waren vanuit Kindante helaas niet als zodanig voorhanden) willen we de kanttekening maken dat dit bij ons niet voortkomt uit meer inzet op het gedragsmodel. Er waren gewoon minder echte ziekte gevallen. Bij ons op school komt men namelijk werken als het maar even kan. En daar zijn we blij om! Voor schooljaar 12/13 was ook geen exacte percentages aan te geven. Hoewel het verzuim in absolute zin erg hoog was, is voor ons echter duidelijk dat het ziekteverzuim ook nu niet te beïnvloeden was. In 13/14 evenals in 14/15 hadden we met name te maken met langdurig verzuim gerelateerd aan ziekte. Zo waren er in 14/15 3 langdurig zieke personen, het individuele (meer korte verzuim) was zeer beperkt. Het verzuim in schooljaar 13/14 zag er als volgt uit:


16

Het verzuim in schooljaar 14/15 luidde:

In vragenlijsten (RI&E, KVL en eigen lijst) zowel in individuele gesprekken als ook in team overleggen wordt het werk en de werkdruk zo nodig meegenomen. Terugkoppeling is vastgelegd in diverse verslagleggingen. We zijn schooljaar 09/10 gestart met het meer structureren van schooltaken om zo eenduidigere en evenwichtigere verdeling te kunnen bewerkstelligen. Eind van elk schooljaar kijken we telkens binnen het team gekeken naar eventuele aanpassingen. Deze nemen we mee naar het volgende schooljaar. Dit omdat we naast een goed werkbaar geheel ook een prettig systeem willen hebben. Aan het eind van schooljaar 09/10 vond onder het team een enquête (KMPO). Hieruit bleek dat het veiligheidsgevoel, het serieus genomen worden en de ondersteuning door directie als goed wordt aangegeven. Vanuit een in 11/12 afgenomen RI&E-enquête en een in 12/13 afgenomen vragenlijst (voormalige inspectievragenlijst) blijkt hetzelfde. Hoog (t.o.v. het landelijke beeld) werd gescoord op de advisering vanuit directie, de werksfeer, het personeelsbeleid en de verdeling van taken. Aandachtspunt blijft belasting en werkdruk, hierbij geeft men wel aan dat er binnen school goed naar wordt geluisterd en er waar mogelijk iets mee gebeurt. In schooljaar 08/09 zijn we gestart met “de gesprekkencyclus”. Met elk teamlid (leerkrachten, langdurig zieken daargelaten) is een uitvoerig afsprakengesprek gevoerd. Ambities, beroepsidentiteit en ontwikkeling waren de basis hiervoor. In schooljaar 09/10 is hieraan vervolg gegeven door de voortgangsgesprekken te voeren. In schooljaar 10/11 hebben de zoals in de cyclus beoogde beoordelingsgesprekken plaatsgevonden. Vervolgens is jaarlijks voortgegaan met de gesprekken binnen de “gesprekkencyclus”. In schooljaar 14/15 vonden in het kader hiervan de volgende gesprekken plaats: - Met 7 personen een afsprakengesprek - Met 1 personen een voortgangs-/functioneringsgesprek en met 1 persoon (een “nieuw” teamlid) een meer afstemmend gesprek. - Met 3 personen een beoordelingsgesprek. Uiteraard loopt niet elk teamlid in gelijke tred binnen de cyclus. Dit vanwege bijv. langdurige afwezigheid a.g.v. zwangerschap of ziekte. Een teamlid heeft altijd de gelegenheid om onder eigen werktijd een of meerdere keren bij een ander teamlid te gaan consulteren. In schooljaar 14/15 kon men wederom op verzoek (of specifiek gestuurd) naar partnerscholen in het buitenland (Comeniusproject). Van dit laatste maakten 5 teamleden gebruik. Vanuit directie en IB-er hebben diverse keren groepsobservaties plaatsgevonden met o.a. specifieke insteek op “het les model van effectieve instructie” en differentiatie binnen de groepen. Conclusies en vooruitblik Het zal zeker lettende op de ingang gezette verandering van de teamsamenstelling en de leerling populatie zaak zijn een goede balans (qua kwaliteiten, ervaring e.d.) binnen het team na te streven. Voor de toekomst was continuïteit in de vorm van ict-ondersteuning (een ict-er) een aandachtspunt. Hierop is reeds actie gezet middels inzet van een structurele ict-er voor 1 dag in schooljaar 10/11. Het blijft echter zaak in


17

een krimpsituatie ruimte hiervoor te kunnen vinden/ creëren. In schooljaar 11/12, 12/13 en 13/14 zat er voor ict een middag in de formatie. Voor 14/15 was de inzet op woensdagochtenden (eens in de 2 á 3 weken). We merken dat we vanuit de voortgaande krimp in een inhoudelijk en organisatorisch moeilijker parket komen. De diversiteit in werktijdfactoren, kwaliteiten en mogelijkheden van de personeelsleden zijn hierdoor steeds moeilijker te matchen. Vanuit onze zeer nauwe samenwerking met de GGZ en re-integratiebureaus weten we extra krachten binnen school te halen (een win-win situatie). Zo hadden we afgelopen schooljaar op gezette tijden 4 personen extra. Voor wat het verzuim betreft is, zoals ik reeds aangaf, duidelijk dat de teamleden weer zo vlug mogelijk op de werkplek willen zijn. Als het even kan, komt men!


18

1.3

Financiën

In 2011stond de begroting onder spanning. Een dalend leerlingenaantal naast bijvoorbeeld stijgende kosten van gas, water en elektriciteit blijven een belangrijk punt van aandacht zijn (prijzen stijgen, vergoeding in dezen niet…neemt zelfs af!). De grootste boosdoener op de begroting was het gasverbruik. Dit was zeer hoog. Diverse partijen hebben zich hierover gebogen…had het te maken met fouten in de nieuwe ketels, de nieuwe aansluiting, de programmatuur etc. Uiteindelijk bleek dat de afstelling een grote boosdoener was. Vervolgens is op bestuursniveau een en ander afgestemd/ besproken met betrokken partijen. We hebben verder een zeer onrendabele boiler ingeruild voor een geiser. Aan het eind van 2012 zagen we een “prettigere”/ normalere energierekening. Wat voor de jaren daaropvolgend echter niet wilde zeggen dat de energiekosten beheersbaar waren. Ze drukten en drukken nog steeds flink op de begroting. Hoe ook, de exploitatie staat onverkort onder druk. Daling van leerlingen gaat vanuit regionale krimpsituatie voort. Een geluk in dezen is dat we tijdig zijn begonnen met het laten medegebruiken van ons gebouw door derden. Op deze wijze komt er nog wat geld binnen, waardoor het negatieve saldo enigszins slinkt. Hierbij aantekenend dat het structurele voor wat betreft medegebruik uiteraard een ongewisse factor is (men kan als het ware gewoon stoppen). Qua formatie konden we het jaar 2012/2013 netjes draaien. Dit o.a. door wat handig rekenwerk op de achtergrond. Voor schooljaar 2013-2014 hebben we echter flink in moeten leveren (zo’n 1,4 FTE) , bij aanvang van schooljaar 14/15 was ook weer een formatieve teruggang, nu van 0,4, aan de orde!. Er hoefden weliswaar geen teamleden weg (een teamlid stopte met werken), maar die 0,4 merkten we wel binnen het totaal. Voor schooljaar 15/16 was wederom teruggang aan de orde; een teruggang die we middels o.a. inzet van eigen gelden (Comenius) wisten te beperken tot zo’n 0,3. Helaas moet hierdoor 1 teamlid de school verlaten. In schooljaar 12/13 deden we methodeonderzoek en we besloten om in schooljaar 13/14 te starten met een nieuwe methode voor rekenen “ Reken Zeker ” . De methode blijkt uiteindelijk een goede keuze te zijn geweest. In schooljaar 14/15 werd onderzoek gedaan naar een nieuwe taalmethode, een besluit hierover wordt in het begin van schooljaar 15/16 genomen. De daadwerkelijke invoering is nog even de vraag. Een en ander is afhankelijk van een eventueel fiat in dezen vanuit het bestuur (lettend op toekomstige scholenspreiding en huisvesting). In schooljaar 14/15 is ook gekeken naar een methode betreffende “pesten”, voortzetting hiervan vindt plaats in het nieuwe schooljaar (dit ook vanwege het niet helemaal duidelijk zijn van wat wel niet als methode in voldoende mate wordt gekwalificeerd). We werken overigens op school met een in onze ogen goede methodiek in dezen (effectieve conflicthantering). We schaften in 12/13 een methode aan voor seksuele voorlichting (vanuit de Rutger stichting, voor de groepen 1 t/m 8). Een werkgroep (waarin ook een ouder zit) verdiepte zich in 13/14 in het werken hiermee en in het informeren richting ouders omtrent zaken in dezen (bijv. de week van de Lentekriebels). We zijn tevreden over de methode en het werken ermee. In schooljaar 14/15 hebben we in het kader van seksuele voorlichting een ouderinfoavond gehouden, dit in samenwerking met de politie en de GGD. Op ICT-gebied is de laatste jaren behoorlijk geïnvesteerd middels aanschaf van “smartboards” (in boekjaar 2012 groep 6 en in boekjaar 2013 in groep 7…voor groep 8 vond een omzetting van het smartbord uit de flexruimte naar het groepslokaal plaats). Aan het begin van schooljaar 12/13 werden de computers binnen school volgens begrotingsplan vernieuwd. We kozen er voor om niet zo maar alles te vernieuwen, maar te bekijken wat logisch was (beeldschermen waren bijv. nog goed en gangbaar). In schooljaar 13/14 plaatsten we bij de kleuters een smartboard dat meer specifiek voor deze doelgroep is te gebruiken (kleiner, handzamer, degelijker en interactieve mogelijkheden). Motorische ontwikkeling is een belangrijk speerpunt voor ons. We hebben de laatste jaren flink geïnvesteerd in materialen ter ondersteuning van het benodigde/ beoogde parcours. Zowel qua kennis (uitwisseling/ studiebezoeken in het kader van het internationaal schoolpartnerschap, Comenius) als qua praktische zaken (materialen). Financiering hiervan gebeurde volledig uit Comenius-gelden, ondersteuning vanuit de oudervereniging (betaalde de aangeschafte materialen!!). Daarnaast werkten (en werken) we zo veel mogelijk Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

19

met “gesloten beurzen” samen met Zuyd Hogeschool/ universiteit (kennis uitwisseling, stagiaires opleiden/inzetten (mankracht leverend) e.d.) en kinder-ergotherapeuten (verdieping, opzetten, begeleiden e.d.). Kortom, iets moois waar school op financieel gebied vrijwel geen nadeel van heeft. Binnen het scholingsbudget/ ondersteuningsplan hebben we, evenals in voorgaande schooljaren, middels gebruikmaking van interne personen (collega’s van Xaveriusschool (cursus omgaan met een moeilijke groep) Sbo de Horst (groepsplanning)) geld weten te besparen voor school, zowel als voor het totale bestuur. Verder werken we intern al meerdere jaren zelf aan de groei op het gebied van werken met de “het les model van effectieve instructie”. Ook daar sparen we geld mee, door het zelf te doen. Externe ondersteuning kregen we met name vanuit De Buitenhof (Giel V.) en “de Baas Coaching en Advisering” (betreffende schoolplanontwikkeling en beleidsplannen). Schoonmaak gebeurt via Gom (onderaannemer is Balanz). We hebben vraagtekens bij het werken en aansturen vanuit GOM. Het schoonmaakplaatje (schoolcontract) an sich hebben we richting boekjaar 2015 eens goed tegen het licht houden, want er waren andere (goedkopere) keuzes te maken. Zo voeren we nu zelf de kwaliteitscontroles uit, is de werktijd van de schoonmaakster ietwat ingekort en verplaatst naar een later tijdstip op de dag, waardoor er effectief gezien meer gedaan kan worden. Een en ander bespaart enkele duizenden euro’s. De ouderbijdrage à €15,- werd o.a. besteed aan culturele uitgaven. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld het bezoeken van de Steinerbos, Pietersheim, NME projecten, musea/ uitvoeringen. Bovendien zit in de ouderbijdrage een bijdrage aan de “doorlopende reis- en activiteitenverzekering” voor alle kinderen, zodat de school niet elke keer een aparte verzekering hoeft af te sluiten. Als laatste onderdeel draagt de ouderbijdrage bij aan materiaalkosten van werkstukjes van de kinderen (te denken valt hierbij aan creaochtenden). Het overblijven (uitgevoerd en beheerd door “de Vrienden van Kerensheide”) is in schooljaar 12/13 iets verhoogd van €1,45 naar €1,50 voor de vaste overblijvers en voor de losse overblijvers van €1,60 naar €1,70. In schooljaar 14/15 werd de prijs €1,55 respectievelijk €1,75. Het schoolzwemmen (in de vorm van een “natte gymles”) werd gecontinueerd (groep 5 en 6). Hiervoor werd aan de ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd van €1,20 per keer. Middels medegebruik/verhuur wisten we, zoals reeds in voorgaande aangegeven, onze begroting wat te versterken. In schooljaar 12/13 hadden we een sportclub, een dansgroep en ergotherapeuten als nieuwe medegebruikers in school. Dit naast het reeds aanwezige REC. In schooljaar 13/14 hadden we een sportclub, twee dansgroepen, een praktijk voor Kindertherapie (ergo en fysio), de Zonnebloem en het REC als medegebruiker. De inkomsten hieruit zijn uiteraard prettig, maar het vertrek van het REC (per 1 augustus 2014) was een grote aderlating, en zo merkbaar binnen de totale schoolbegroting. Momenteel is er een sportclub, een dansgroep, een praktijk voor Kindertherapie (ergo en fysio). Voor 3 ochtenden hebben we, via een extern kanaal (de Vrienden van Kerensheide) de beschikking over een persoon ter ondersteuning bij ict en onderwijs (mede begeleiding ambitieuzere leerlingen). Op de speelplaats hebben we in schooljaar 13/14 een schaduwplek gemaakt, bekostigd vanuit onderhandeling. Voor school waren de kosten, na onderhandeling, nihil. In schooljaar 14/15 vond hieraan vandalisme (en diefstal) plaats. Herstel heeft aan het eind van het schooljaar plaatsgevonden, gelukkig zonder kosten voor school. De oudervereniging heeft een eigen begroting, volledig in eigen beheer. De MR ontvangt middels een opgesteld activiteitenplan waar nodig gelden via school(begroting). Over de schoolbegroting, en de daar vanaf geleide formatie, werd met de MR gesproken. We zijn ons gezamenlijk bewust van de knellende situatie. Conclusies en vooruitblik Het is voor school qua financiën geen vetpot. We moeten de eindjes aan elkaar knopen; de exploitatie is moeilijk. Vanuit directie worden diverse opties , zoals bijvoorbeeld medegebruik aan derden, in de gaten gehouden. Er liggen hier en daar steeds lijntjes uit! Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

20

Voor schooljaar 12/13 wisten we dat er met name vanuit inzet op personeel een tekort verschijnt. An sich werd dit vooruitkijkend al meegenomen in de begroting. De begroting voor 13/14 was netjes op orde. Mede vanuit de gelden die middels medegebruik binnen kwamen en door de kansen vanuit het Comenius-project. Voor schooljaar 14/15 werd de situatie/ begroting echter nog moeilijker. Door het wegvallen van het medegebruik door het REC ontstond een gat. Daar was weliswaar al op geanticipeerd door tijdig medegebruik in te zetten, maar de teruggang, wegens krimp, van leerlingen liep er in ras tempo langs op. Hoe ook, we doen het financieel in algemene zin niet florissant, maar wel netjes en realistisch binnen hetgeen tot onze mogelijkheden behoort.

1.4

Samenwerken

Hiervoor verwijzen wij naar Hoofdstuk 7 van onze Schoolgids. De instanties waar we mee samenwerken zijn hierin aangegeven. Tevens wordt hierbij onze inbreng vermeld. Naast bovengenoemde willen we even extra wijzen op: -Het “extern zorgteam” Onze school bespreekt in het “extern zorgteam” samen met basisschool De Brök en de externe zorginstanties regelmatig zorgleerlingen en zorgsituaties. Doel is bundeling van deskundigheid en instanties, zodat er adequater actie ondernomen kan worden. Het zorgteam komt 5 a 6 keer per jaar bij elkaar, of op afroep. De ervaringen betreffende het participeren in dit zorgteam zijn erg positief. Hoe voortgang zal zijn, is even de vraag. Afhankelijk van nieuwe opzet vanuit bijv. gemeente/CJG. -Bureau leerplicht De relatie is goed en verloopt volgens de wettelijke regelingen. Afgelopen jaar is er 2 maal, vanuit zorg, een beroep op leerplicht gedaan. -De Peuterspeelzaal De relatie met de peuterspeelzaal is goed en zal in de nabije toekomst steeds hechter worden, dit gelet op de samenwerking binnen het VVE-project (Moelejaan) . Een VVE-traject kan pas goed werken als ook een goede samenwerking/ doorgang plaatsvindt tussen peuterspeelzaal en school. Overleg en scholing met en richting peuterspeelzaal groeit, er is in 12/13 een plan voor samenwerking en ontwikkeling opgesteld. In schooljaar 13/14 vond , op verzoek/ initiatief van de directie, een afstemmend gesprek plaats tussen scholen, peuterspeelzaal en gemeente. Een en ander liep namelijk niet echt naar wens; er was een frustratie/ doodlopend geheel. We ervoeren derhalve zelf dat we nog niet echt veel waren opgeschoten in de samenwerking, maar meer konden we helaas niet doen. Mogelijkheden vanuit de peuterspeelzaal werden afgestemd en vastgelegd. Voortgang is nadien opgepakt, lettende op de beperkte mogelijkheden van de PSZ. We doen ons best in dezen en ervaren een fijn partnerschap met de dames van onze PSZ.! -Leeuwenborgh opleidingen Met Leeuwenborg werkten we in schooljaar 12/13 voor de tweede keer samen door de cursus “samen leren met je kind” aan te bieden voor de ouders die hierin interesse hadden. In schooljaar 13/14 en 14/15 lag dit aanbod er voor onze school niet. -Orbis GGZ Met deze instelling hebben we reeds jarenlang een goed contact van waaruit we mensen die dat nodig hebben een fijne plek tot persoonlijke leer-/ontwikkeltrajecten met name betreffende resocialiseren weten te bieden. Afgelopen schooljaar waren er 4 personen vanuit deze samenwerking bij ons op school werkzaam. -Zuyd Hogeschool/ ergotherapie We zetten sterk in op senso-motorische ontwikkeling. Hiervoor zijn we een unieke, en zeer nauwe, samenwerking aangegaan met Zuyd hogeschool (ergotherapie) en ergotherapeuten. In schooljaar 12/13 en 13/14 vond in dit kader o.a. ook een gezamenlijke (Zuyd Hogeschool/ Duitse partnerschool/ ergotherapeuten) studiedag plaats en namen we een studente van Zuyd Hogeschool en een ergotherapeute (degene die mede de kar trekt binnen ons project) mee op studiereis naar een Duitse en Schotse partnerschool om daar, vanuit “good practice”, het voor ons beoogde te zien/ bespreken.


21

Inmiddels hebben we een mooi en goed doordacht “product” (Beweeg me te leren!) ontwikkeld en zijn we afgelopen jaar gestart met het presenteren en ondersteunend mee opzetten hiervan op andere scholen. Bij ons op school wordt inmiddels in groep 1 t/m 4 gewerkt met het senso-motoriekparcours. Er zijn, in principe, steeds 2 stagiaires ter begeleiding aanwezig. We hebben een zogenaamd hoofdparcours (waarbinnen motoriek, oriëntatie, concentratie en cognitie gekoppeld worden) en een parcours (in andere ruimte) dat binnen de werkvorm “circuitmodel” gehanteerd wordt. Dit laatste wordt met name door de kleuters, 1 maal per week, gebruikt. Binnen het circuit zijn steeds de volgende onderdelen aan de orde:  Schrijven/ schrijfvoorwaarden  Fijn motorische vaardigheden (prikken, knippen e.d.)  Constructie/ construeren in de ruimte  Parcourtje (afhankelijk van observatie/ bewegingsvraag)

-Partnerschool Vanuit een studiebezoek aan een Berlijnse school (in 2009) is het internationaliseren c.q. het grensoverschrijdend van en met elkaar leren gestart. We wilden ons voorbereiden op het, toen nog in het verschiet liggende, passend onderwijs. Welke structuren, organisatievormen e.d. zijn er zoal, en wat is de ervaring daarmee? In schooljaar 09/10 is met succes getracht goede/interessante scholen te zoeken die mee willen participeren in het project. Eind schooljaar 09/10 kregen we de goedkeuring vanuit de EU (Europees platform). We werken samen met 5 scholen ( Berlijn (D), Eisenberg (D), Schwaz (AU), Stockholm (S) en de onze). Speerpunten van het project waren versterking van: - sociale competenties ( bekwaam in het geven en ontvangen van reflectie en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid) - vakinhoudelijke competenties (preventieve maatregelen gericht op aanpakken richting geweld, verslaving en gezondheid) - didactische competenties (versterking van kennis omtrent leerlijnen/-ontwikkelingen) - inter-persoonlijke competenties In schooljaar 10/11 en 11/12 vonden diverse bijeenkomsten en uitwisselingen hieromtrent plaats. In september 2012 stopte het samenwerkingsproject (einde contractperiode). In 2013 werd wederom een nieuwe aanvraag gedaan. Dit met de bekende school uit Eisenberg, een partnerschool in Turkije en in Schotland. Begin 13/14 vernamen we dat we een tweede keer mochten deelnemen met als projectthema: Qualitätsstrukturen auf dem Weg zu einer inklusiven Schule. Voor ons: Wat is wezenlijk voor en richting het naderende “Passend onderwijs” Speerpunten: - Onderwijsstructuren - Organisatie Waarbij het “lesmodel van effectieve instructie” en het werken aan “senso-motoriek” belangrijke pijlers zijn. Aan het eind van het huidige schooljaar (14/15) stopte dit tweede project. We kijken terug op wederom een zeer vruchtbaar geheel, niet enkel voor ons maar ook voor scholen uit de regio. Onze kennis omtrent, met name kansen betreffende inbouw van senso-motoriek in het onderwijs, wordt meer en meer gevraagd bij het opzetten van sensomotorische parcours, zoals bij ons reeds is geïmplementeerd. Conclusies en vooruitblik De samenwerking met de voor ons wezenlijke instanties verloopt naar wens. Samenwerking en doorgang tussen school en peuterspeelzaal zullen we waar mogelijk blijven optimaliseren. Het samenwerkingsproject met onze partnerscholen loopt weliswaar af, maar we hopen het partnerschap te behouden. Vanuit de internationale samenwerking blijven we bezig met ergotherapeuten en wetenschappers om mogelijkheden op het gebied van (senso)motorische ontwikkeling verder in te kunnen bouwen (en te onderbouwen), zodat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen.


22

1.4.1 Brandweer en politie Afgelopen schooljaar is de brandweer wederom op visite geweest om de gebruikersvergunning (en de diverse aspecten hiervan) te controleren. Er waren geen essentiële aandachtspunten; we hadden het prima op orde! Met politie hadden we met regelmaat contact (over bijv. agressie, vandalisme en regelgeving). Daarnaast kochten we het project “it’s your choice” in voor groep 7 en 8. Dit werd uitgevoerd door een agent en is geënt op gedrag.


23

2.

Meningen 2.1

Terugkoppeling kwaliteitsvragenlijst december 2013/ januari 2014

In december 2013 namen we onder begeleiding van een extern onafhankelijk bureau (Beekveld & Terpstra) onder leerlingen, ouders en leerkrachten een uitgebreide enquête af. De vorige keer dat we deze afnamen was in 2010. Het aan de ouders teruggekoppelde resultaat van de laatste enquête kunt u onderstaand terug zien. Vervolgens ziet u in paragraaf 2.2.1 t/m 2.2.3 ook de metingen/ enquêtes die we de laatste jaren deden en hoe we gewerkt hebben richting het huidige (zeer fijne) resultaat.

Algemeen De Kwaliteitsvragenlijst is voor ons met name een hulpmiddel om de kwaliteit van de school. Het instrument bestaat uit vier vragenlijsten (één voor leerlingen, één voor ouders, één voor medewerkers en één voor het management). Met behulp van de vragenlijsten kan de kwaliteitsperceptie van de ouders, leerlingen en medewerkers in kaart worden gebracht. De resultaten van de vragenlijsten dienen als basis om de dialoog aan te gaan, zowel intern als extern. Intern dienen de resultaten als input voor een gesprek over de ambities van de school en/of het schoolbestuur en in hoeverre erin geslaagd wordt om deze ambities te realiseren, met andere woorden: welke aantoonbare resultaten en opbrengsten tot stand worden gebracht. Extern kunnen de resultaten worden gebruikt om waar nodig/ mogelijk de dialoog aan te gaan met de belanghebbenden over de ambities, de maatschappelijke opdracht, de rol van de school in de omgeving en het afleggen van (horizontale) verantwoording. De dialoog gaat dus over de dingen die de school zèlf van belang vindt alsmede de dingen die voor anderen van belang zijn. Opbouw vragenlijsten De vragenlijsten zijn opgebouwd uit verschillende domeinen en rubrieken. De vragen binnen de rubrieken worden items genoemd. Per rubriek is door de respondenten gescoord op verschillende items. Daarbij is gebruik gemaakt van een vierpuntsschaal, van oneens naar eens. Dit betekent cijfermatig dat de respondenten aan een item een minimale score kunnen geven van 1 en een maximale score van 4 . Daarnaast is de verschillende doelgroepen gevraagd de school een rapportcijfer te geven (van 1 tot en met 10). In de vragenlijsten is standaard ook een aantal open vragen opgenomen. De antwoorden op deze vragen bieden eventueel aanvullende informatie. Bij de analyse van deze gegevens is het van belang alleen die opmerkingen te wegen die meerdere malen, als het ware een trend/ patroon laten zien, gemaakt zijn (gerelateerd aan het totaal aantal respondenten). Externe vergelijking Van Beekveld & Terpstra Organisatieadviesbureau, het bureau dat de enquête begeleidde en nadien analyseerde, beschikt over een groot bestand van resultaten van de Kwaliteitsvragenlijst, afgenomen bij vele scholen in Nederland. Door deze resultaten te middelen ontstaat een goed beeld van de ‘gemiddelde school’. Deze gemiddelde resultaten worden de ‘externe benchmark’ genoemd. In de ontvangen terugkoppelingsrapportage van Beekveld & Terpstra worden de resultaten van de school vergeleken met de externe benchmark, waardoor een beeld wordt verkregen van hoe de organisatie presteert in vergelijking met de ‘gemiddelde school’.


24

Voordat we ingaan op de terugkoppeling willen we alle ouders/ verzorgers die de moeite hebben genomen om de lijst in te vullen hartelijk bedanken. Het is fijn om te ervaren dat men zich daadwerkelijk de moeite heeft genomen om ons te helpen vanuit een gedeelde betrokkenheid/ verantwoordelijkheid bij hetgeen we voor de kinderen doen. Enkele cijfers:

U ziet, meer dan de helft van de ouders/verzorgers heeft de lijst ingevuld. En dat is een mooi representatief resultaat.

Het ontvangen algemene rapportcijfer van zowel ouders/ verzorgers (8,1) als leerlingen (7,9) is netjes. Dat van de ouders/ verzorgers is zelfs beduidend hoger dan wat als gemiddeld wordt gezien!


25

De scores op alle vragen hebben gemiddeld een hogere waardering dan wat als gemiddeld wordt gezien. Als conclusie, vanuit analyse, geeft het organisatieadviesbureau onderstaande terug. Aandachtspunten:  De schoolregels en de afspraken die met elkaar gemaakt worden over sociale omgang en veiligheid kunnen nog regelmatiger met alle betrokkenen besproken en eventueel aangepast worden. 

De overgrote meerderheid van ouders/ verzorgers en teamleden vindt de huidige lestijden in orde /prima, gedachte richting continurooster komt ook voor.

Als opvallend sterk komt naar voren:  De school is veilig, overzichtelijk en er heerst een fijne sfeer. Er wordt veel aandacht besteed aan rust en structuur binnen de school. 

Er wordt goed lesgegeven, door een betrokken en kundig team.



Medewerkers en leerlingen gaan graag naar school.



Men is tevreden over het management.



De contacten tussen school en ouders zijn goed. Ouders zijn te spreken over de communicatie met de school.



De ouderbetrokkenheid is de afgelopen drie jaar toegenomen.



De school maakt de verwachtingen van ouders waar.



Ouders zijn op alle fronten tevreden over de school.

Indicatief betreffende ouderbetrokkenheid (schaal 1 t/m 4): Ouders gaven aan: De school biedt mij voldoende mogelijkheden om inspraak te hebben in de gang van zaken.

3,7

Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden die de school biedt om ouders te betrekken bij het onderwijs.

3,7

Ik ben tevreden over de mogelijkheden die de school biedt om ouders te betrekken bij het onderwijs.

3,7

Ouders zijn voldoende betrokken bij de school.

3,5

Teamleden gaven aan: B Ik ben tevreden over mijn contacten met ouders.

3,7

B De communicatie tussen mij en de ouders verloopt over het algemeen plezierig.

3,8

B Ouders worden op de hoogte gehouden van besluiten die door de school zijn genomen en voor hen van belang zijn.

3,8

B De school biedt ouders voldoende mogelijkheden om inspraak te hebben in de gang van zaken.

3,7

B Er zijn op school voldoende mogelijkheden om de ouders bij het onderwijs te betrekken.

3,5

B Ouders zijn voldoende betrokken bij de school.

3,6


26

Enkele, verder door ons zelf, uit de meer specifieke terugkoppeling gehaalde puntjes waren o.a.:  De tevredenheid over de huisvesting (waaronder ook schoonmaak van sanitair).



Netheid en het schoonmaken van school vinden we belangrijk en dat wordt ook door de ouders zo ervaren/ gewaardeerd (3,7). Bij de leerlingen valt hierbij het schoonmaken van de toiletten ietwat op (3,0) ook niet slecht, maar toch iets om eens over na te denken. De toiletten worden nochtans dagelijks schoongemaakt, vaak 2 keer en elke dag is in principe een extra controle-rond. De leerlingen (3,4) en ouders/ verzorgers (3,5) waarderen het schoolplein vrij hoog, terwijl de teamleden (2,4) hier graag meer aandacht aan zouden willen schenken.



De overblijfvoorziening wordt door de ouders zeer hoog gewaardeerd (3,8).



Het tijdig aanleveren van schriftelijke communicatie (3,2) is “an sich” niet laag gewaardeerd maar zien we wel als een punt van aandacht.



Het optreden bij pestgedrag (3,3) wordt weliswaar als in orde aangemerkt, maar desondanks willen we hier in informatieve zin nog meer aandacht aan schenken.



Het contact tussen de leerkracht en de ouders verloopt prettig (3,9). Iets dat we zeer belangrijk vinden en dus ook zo wordt ervaren.



Leerkrachten bieden voldoende gelegenheid tot een gesprek (3,9). Een zeer hoge waardering, terwijl er toch soms geluiden zijn dat er te weinig contactmomenten zijn.

Onze algemene conclusie: Men vindt dat er qua sfeer en inhoudelijkheid goed gewerkt wordt. Dit… binnen een fijne en zeer opgeruimde school, waar men vlug, vriendelijk en netjes geholpen wordt vanuit een serieus nemende en deskundige houding. Men heeft een groot vertrouwen in onze school en waardeert dit ook als zodanig. We zijn trots op hetgeen werd teruggekoppeld. Hiervoor dank aan allen! Het is als we eerlijk zijn ook voor de medewerkers van school fijn om te ervaren dat de inzet wordt gewaardeerd, en dat er daar waar mogelijk als kritische, constructieve partner in gezamenlijkheid met ouders/ verzorgers wordt opgetrokken in het belang van het meest dierbare…Het kind! Nogmaals dank voor uw support en de tijd die u nam… We nemen hetgeen u aangaf waar nodig/mogelijk uiteraard zeker mee!


27

2.2 Mening van de leerlingen Buiten de signalen die wij zelf van kinderen krijgen, gebruiken we onafhankelijk onderzoek zoals de KVL (Kwaliteitsvragenlijst) of de “eigen” jaarlijkse enquête voor lln. van gr. 5 t/m 8 (de voormalige inspectie-enquête). De “intern begeleider” bevraagt daarnaast de leerkrachten structureel over eventueel pestgedrag in de groep. Volgens de laatste KVL (Kwaliteitsvragenlijst dec. 2013/jan. 2014) en onze eigen jaarlijkse enquêtes komen de leerlingen graag naar school en zijn ze zeer tevreden over hun school, ze geven er een 7,9 voor (en dat is netjes!). Opvallend goede scores geven onze leerlingen de rubrieken: “leerstof en toetsen”, “de lessen”, “begeleiding”, ”ict”, “Veiligheid”, “gebouw”, “interactie met directie” en “interactie met leerkrachten”. Bij de vraag: ”De school is voor mij veilig te bereiken” scoren de leerlingen zeer hoog. Ouders en leerkrachten scoren hier weliswaar minder dan de leerlingen, maar toch ook nog vrij hoog (3,6 respectievelijk 3,3 op een schaal van 1 t/m 4). Bij de vraag: “De school besteedt voldoende aandacht aan orde en discipline” scoren de leerkrachten en de ouders beduidend hoger dan de leerlingen. Iets dergelijks is ook te zien bij aansluiting bij de belevingswereld en het aanbod/ de aandacht voor maatschappelijke thema’s (waarbij nochtans respectievelijk 3,7 en 3,9 wordt gescoord door de ouders). Opvallend is dat leerlingen zeer hoog scoren op: - Het goed uitleggen door de leerkracht - Het door de leerkracht weten wat ik kan

We bespraken binnen het team de resultaten en bekeken of in gang gezette ontwikkelingen tegemoet komen aan eventuele vraag/ aandachtspunten vanuit de enquêtes. De kinderen zijn over het algemeen weliswaar zeer tevreden, toch denken we dat nog winst is te behalen op: - omgang en gedrag We zien dat het ingezette traject via “effectieve conflicthantering” zijn vruchten afwerpt. Toch willen we hieraan extra blijven werken, omdat we vinden dat alle kinderen zich in principe altijd veilig en prettig moeten voelen. De orde en discipline kan volgens de leerlingen nog beter en ook het praten over hetgeen men elke dag meemaakt zou meer aan de orde kunnen komen. Met name het punt van “orde en discipline” is mooi, want daar is de school al goed in, maar de leerlingen zien dus toch nog kansen. - zelfstandigheid/ meer verantwoordelijkheid dragen voor werk en houding (attitude verandering/ regels en afspraken) We zien ook hier dat er de laatste jaren een behoorlijke sprong in dezen is gemaakt. Deze progressie willen we voortzetten door met name het item van product-/procesbespreking binnen het kader van “effectieve instructie” uit te blijven bouwen en mee te nemen in zoveel mogelijk lessen.

2.2.1 Mening van de leerlingen (voorafgaand traject aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013) Uit jaarverslag 12/13 Buiten de signalen die wij zelf van kinderen krijgen, gebruiken we onafhankelijk onderzoek zoals de KVL (Kwaliteitsvragenlijst) of de “eigen” jaarlijkse enquête voor lln. van gr. 5 t/m 8 (de voormalige inspectie-enquête). De IB-er bevraagt daarnaast de leerkrachten structureel over eventueel pestgedrag in de groep. We hebben in schooljaar 12/13 wederom ( 5e achtereenvolgende jaar) leerlingen van groep 5 t/m 8 (met voormalige “inspectie vragenlijst”) bevraagd op o.a. veiligheid, omgang en schoolwerk. De enquête is besproken binnen het team en elke groepsleerkracht heeft inzicht gekregen in de gegevens van zijn eigen groep in dezen. Voor ons als school bleek dat we op het juiste inzetten voor komend jaar. - Conflicthantering (schoolbreed een krachtige aanpak/ handelswijze) voortzetten en uitbouwen - Eenduidigheid en structuur (versterking werken met dag-/weektaken en het lesmodel van “effectieve instructie”) voortzetten en uitbouwen Kijkend naar de enquête van de laatste jaren zien we dat we duidelijk gewerkt hebben aan schoolbrede inzet van dag-/ en weektaken. Er is een groei te zien in het daadwerkelijk werken met dag-/ weektaken van bij beide onderdelen, waarbij het totaal nu uitkomt op 78 respectievelijk 100%... een mooi resultaat!


28

Ook bij diverse onderdelen die in relatie met conflicthantering te zien zijn, valt een interessante stijging te bespeuren . In de enquêtes valt te zien dat het bespreken van schoolregels en de ervaren veiligheid is gestegen. Ook in de praktijk zien we dat de ruzietjes/ probleempjes op de speelplaats duidelijk minder zijn.

Volgens de KVL (Kwaliteitsvragenlijst 2010) en onze eigen enquêtes komen de leerlingen graag naar school en zijn ze tevreden over hun school, ze geven er een 7,7 voor. Opvallend goede scores geven onze leerlingen de rubrieken: “onderwijs en leren”, “de lessen”, ”ict” en “interactie met directie” en “interactie met leerkrachten”. Bij de vraag: ”De school is voor mij veilig te bereiken” scoren de leerlingen zeer hoog. Terwijl ouders en leerkrachten hier toch ietwat meer zorgen hebben. Op de vraag omtrent toezicht voor en na schooltijd wordt door leerlingen aangegeven dat dit beter kan, terwijl ouders en leerkrachten dit als zeer goed zien. We bespraken binnen het team de resultaten en bekeken of in gang gezette ontwikkelingen tegemoet komen aan eventuele vraag/ aandachtspunten vanuit de enquêtes. De kinderen zijn over het algemeen weliswaar zeer tevreden over specifieke zaken als: het aandacht besteden aan actuele thema’s, het consequente gedrag van de leerkrachten, de veiligheid, de schoonmaak van het sanitair en het gehanteerde pestprotocol, toch denken we dat nog winst is te behalen op: - omgang en gedrag We zien dat het ingezette traject via “effectieve conflicthantering” zijn vruchten afwerpt. Toch willen we hieraan extra blijven werken, omdat we vinden dat alle kinderen zich in principe altijd veilig en prettig moeten voelen. - zelfstandigheid/ meer verantwoordelijkheid dragen voor werk en houding (attitude verandering/ regels en afspraken) We zien ook hier dat er in 3 jaar een behoorlijke sprong in dezen is gemaakt. Deze progressie willen we voortzetten door met name het item van product-/procesbespreking binnen het kader van “effectieve instructie” uit te bouwen en mee te nemen in zoveel mogelijk lessen. - Toezicht tijdens overblijven. Dit kunnen we (nog) niet echt plaatsen, aangezien er nogal veel ouders helpen. - Aanbod en prikkeling . Meer aanbod voor ambitieuzere leerlingen. Hiervoor is ingaande schooljaar 10/11 een goed aanbod gerealiseerd. Er wordt door een geselecteerd aantal leerlingen op 3 ochtenden gewerkt met “de Pittige Plus Torens”. Dit onder begeleiding van een personeelslid en de Ib-er.

2.2.2 Mening van de leerlingen (in schooljaar 14/15) We hebben in schooljaar 14/15 wederom ( 6e keer) leerlingen van groep 5 t/m 8 (met voormalige “inspectie vragenlijst”) bevraagd op o.a. veiligheid, omgang en schoolwerk. De enquête is besproken binnen het team en elke groepsleerkracht heeft inzicht gekregen in de gegevens van zijn eigen groep in dezen. Voor ons als school bleek, net als vorige keer, dat we nog steeds op het juiste inzetten. - Conflicthantering (schoolbreed een krachtige aanpak/ handelswijze) voortzetten en uitbouwen - Eenduidigheid en structuur (versterking werken met dag-/weektaken en het lesmodel van “effectieve instructie”) voortzetten en uitbouwen De eenheid in aanpak en doorgaande lijn binnen school/ de teamleden wordt wederom gezien. Iets waar we ook hard aan werken (hebben gewerkt). Opvallend was de groep 7. Het was voor ons een “aandacht groep” en dat zien we ook terug in de beleving, evenals bij de serieuze school/leeraspecten. van de leerlingen..

2.3 Mening van ouders (Kwaliteitsvragenlijst) De ouders gaven bij de KVL (Kwaliteitsvragenlijst dec. 2013/ jan. 2014) aan school een 8,1 als rapportcijfer (en dat is hoog!). Men geeft aan voor school met name gekozen te hebben n.a.v. een bezoek aan school, vanuit het positieve dat men vernam van kennissen en buren en/of de peuterspeelzaal. Volgens het onafhankelijk bureau dat de enquête afnam, kwam het volgende als opvallend sterk naar voren (in vergelijking met andere scholen in hun bestand): Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

29

         

De school is veilig, overzichtelijk en er heerst een fijne sfeer. Er wordt veel aandacht besteed aan rust en structuur binnen de school. Er wordt goed lesgegeven, door een betrokken en kundig team. Medewerkers en leerlingen gaan graag naar school. Men is tevreden over het management. De contacten tussen school en ouders zijn goed. Ouders zijn te spreken over de communicatie met de school. De ouderbetrokkenheid is de afgelopen drie jaar toegenomen. De school maakt de verwachtingen van ouders waar. Ouders zijn op alle fronten tevreden over de school.

Enkele, verder door ons zelf, uit de meer specifieke terugkoppeling gehaalde puntjes waren o.a.:  De tevredenheid over de huisvesting (waaronder ook schoonmaak van sanitair). Netheid en het schoonmaken van school vinden we belangrijk en dat wordt ook door de ouders zo ervaren/ gewaardeerd (3,7). Bij de leerlingen valt hierbij het schoonmaken van de toiletten ietwat op (3,0) ook niet slecht, maar toch iets om eens over na te denken. De toiletten worden nochtans dagelijks schoongemaakt, vaak 2 keer en elke dag is in principe een extra controle-rond.  De leerlingen (3,4) en ouders/ verzorgers (3,5) waarderen het schoolplein vrij hoog, terwijl de teamleden (2,4) hier graag meer aandacht aan zouden willen schenken.  De overblijfvoorziening wordt door de ouders zeer hoog gewaardeerd (3,8).  Het tijdig aanleveren van schriftelijke communicatie (3,2) is “an sich” niet laag gewaardeerd maar zien we wel als een punt van aandacht.  Het optreden bij pestgedrag (3,3) wordt weliswaar als in orde aangemerkt, maar desondanks willen we hier in informatieve zin nog meer aandacht aan schenken.  Het contact tussen de leerkracht en de ouders verloopt prettig (3,9). Iets dat we zeer belangrijk vinden en dus ook zo wordt ervaren.  Leerkrachten bieden voldoende gelegenheid tot een gesprek (3,9). Een zeer hoge waardering, terwijl er toch soms geluiden zijn dat er te weinig contactmomenten zijn. 

De schoolregels en de afspraken die met elkaar gemaakt worden over sociale omgang en veiligheid kunnen nog regelmatiger met alle betrokkenen besproken en eventueel aangepast worden. Hoewel we ons toch behoorlijk inspannen richting gedrag (en pesten), blijkt dat om de een of andere reden niet bij alle ouders overkomt dat we hier hard aan werken/ ruime aandacht voor hebben. Jammer, maar ook ietwat vervelend. We doen al zoveel hieraan! Conflicthantering, socio-bord, socio-kring, 6-wekelijkse check, thematische ouderavond (schooljaar 10/11 en 11/12), verhaaltjes in Wiesnaeske, omschrijvingen/ inhoudelijkheid in schoolgids e.d.…

2.3.1 Mening van de ouders (voorafgaand traject aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013) Uit jaarverslag 12/13 De ouders gaven bij de KVL- enquête van 2010 aan dat we op alle rubrieken goed tot zeer goed scoorden. Men waardeerde de school dan ook met een 7,9. Erg prettig! Zeer positief gewaardeerd werd: - Het schone sanitair - De aantrekkelijkheid, opgeruimdheid en inrichting van het gebouw - De goede overblijfvoorziening - Het toezicht op het schoolplein (voor en na schooltijd) - De duidelijke informatie over het systeem van leerlingbegeleiding Aandachtspunten waren: - het weet hebben door het kind van de aanwezigheid en functie van een vertrouwenspersoon. Dit weet men niet in voldoende mate. - de veiligheid van en naar school. - de lestijden. Op de vraag of men een zogenaamd continurooster prettiger zou vinden antwoordde 48% bevestigend (mee eens). Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

30

We hebben in schooljaar 12/13 ( 5e achtereenvolgende jaar) ouders per steekproef (3 tot 4 per groep…uiteraard niet volledig representatief, maar wel in bepaalde mate indicatief voor ons!) geënquêteerd (met de voormalige “inspectie vragenlijst”). Er werd o.a. gevraagd naar veiligheid, afspraken en informatievoorziening. Hieruit kwam naar voren dat ouders in hoge mate de school als veilig ervaren, de omgang en het contact met leerkrachten wordt in het algemeen als goed en prettig gezien, met hier en daar een verschil (de ene leerkracht legt het accent hier, de andere daar). De veiligheid wordt als goed gezien. De invloed op beleid was in 08/09 voor een relatief groot aantal ( 27%) niet bekend. Dit veranderde in 09/10 naar 4%. Voor 10/11 lag dit aantal weer rond dat van 08/09. Vreemd! In 11/12 gaf slechts 11% aan geen invloed uit te kunnen oefenen op het beleid van de school. In 12/13 was dit vrijwel gelijk. Het hanteren van duidelijke omgangsregels (plagers/ pesters) was in 08/09 bij zo’n 25% niet bekend en dat was in 09/10 gelijk gebleven (terwijl we o.a. via de informatiebrief “het Wiesnaeske” informeren over bijv. de conflicthanteringsaanpak, toch echt een pestprotocol hanteerden, hierop attenderen en structureel navraag doen) In schooljaar 10/11 Was nog maar slechts bij 5% niet bekend dat we duidelijke omgangsregels hanteren. We hielden in schooljaar 11/12 een ouderinfoavond hieromtrent en op de bijeenkomsten van de oudervereniging is destijds over onze aanpak gesproken, wellicht heeft dit bevorderend gewerkt. In schooljaar 11/12 gaf 89% aan dat school voldoende duidelijke afspraken over omgangsvormen heeft. In 12/13 was dit vrijwel gelijk. Toch blijkt dat , ondanks onze inspanningen, richting gedrag (en pesten) om de een of andere reden niet bij de ouders overkomt dat we hier hard aan werken/ ruime aandacht voor hebben. Men geeft te kennen niet echt veel weet te hebben van wat specifiek in school op dit gebied gebeurt. Men weet wel dat we duidelijke afspraken en omgangsvormen hebben, maar wat dat in de schoolpraktijk betekent niet zo. Bespreking van , aandacht voor etc. in de groepen “an sich” is onbekender. Jammer, maar ook ietwat vervelend. We doen al zo veel hieraan! Conflicthantering, socio-bord, socio-kring, 6wekelijkse check, thematische ouderavond (vorig schooljaar), verhaaltjes in Wiesnaeske, omschrijvingen in schoolgids etc… Het contact opnemen over leerlingen met thuis (indien leerlingen met anderen problemen hebben) werd in 08/09 door 33% als aandachtspunt gezien (voor ons was dit aan de ene kant een “eye-opener”…we namen naar onze mening vrij vlug contact op met thuis…aan de andere kant zegt ons dit gegeven ook iets over de betrokkenheid die ouders hierdoor uitspreken, dat is prettig om te vernemen). In schooljaar 09/10 werd het nog slechts door 13% zo gezien. We voerden, n.a.v. van vorige enquête, in dat we 6-wekelijks een interne check uitvoeren betreffende leerling-vorderingen, bij afwijking van het gangbare wordt contact met ouders opgenomen. In schooljaar 10/11 gaf vrijwel niemand nog aan dat het contact opnemen met thuis onvoldoende was. Een zelfde beeld was te zien in 11/12 en 12/13. Over de veiligheid van school naar thuis had men in 08/09 zo zijn/haar zorgen (verkeerssituatie rond school, vreemde personages, wit busje e.d., rond onze school en scholen in onze nabijheid, geen hekwerk). In schooljaar 09/10 is het gevoel van onveiligheid in dezen sterk verminderd. De komst van het hekwerk is hier een belangrijke actie in geweest. In 10/11 zowel als in 11/12 en 12/13 wordt aangegeven dat het veiligheidsgevoel van het kind van huis naar school goed is. De nieuw ingestroomde ouders (van maart 2012 tot maart 2013) werden ook (zoals jaarlijks) geënquêteerd Men koos voornamelijk vanwege “het positief bekende of gehoorde”, “de rust en duidelijke structuur” en ook relevant maar in iets mindere mate dan vorige jaren “dicht bij huis”. Men gaf aan dat men door school serieus wordt genomen en met vragen bij directie, zowel als bij de eigen leerkracht terecht kan. Communicatiemiddelen als schoolgids en Wiesnaeske worden als prettig/ in orde ervaren. De algemene trend vanuit genoemde enquête is dat men zeer tevreden is over de school, de school ziet men als een open geheel waar men met vragen terecht kan en serieus wordt genomen. Als ontwikkelpunt los van de enquêtes zagen wij, enkele jaren geleden, zelf het meer verhogen van de betrokkenheid van de ouders bij de school. Hier zijn we in genoemd schooljaar mee aan de slag gegaan zowel op het gebied van participatie in werkgroepen (ouders en leerkrachten samen) een “open deur” beleid en een Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

31

planmatige aanpak vanuit het groeiend beleidsstuk “ouders als partners” (een plan dat samen met team, MR en ouders is opgepakt). In schooljaar 08/09 hebben we ons voorgenomen om ouders als gezamenlijke partner in werkgroepen te laten participeren. Er waren nog kinderziektes, maar we probeerden er voor beide partijen het beste uit te halen. In schooljaar 09/10 verliepen de werkgroepen in het algemeen goed. In schooljaar 09/10 is vanuit overleg met voorzitter MR en voorzitter oudervereniging nog eens overlegd wat van elke geleding verwacht mag/ kan worden. Dit ook in het kader van het op school opgestelde beleidsstuk “ouders als partner’. Aan het eind van schooljaar 10/11 is er nog eens gekeken naar indeling van werkgroepen en partnerschap van ouders in dezen. Dit omdat bleek dat niet alle werkgroepen op een voor iedereen prettige en effectieve werkwijze werkten. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt tussen school en oudervereniging. In schooljaar 11/12 en 12/13 verliepen de werkgroepen an sich naar wens. Vanuit de oudervereniging is (vanuit o.a. gedachte van meerwaarde) besloten om in bepaalde werkgroepen niet meer in eerste lijn te participeren, maar meer op afroep (vanuit insteek: “Heeft men hulp nodig, laat het dan weten.”)

2.3.2 Mening van de ouders (in schooljaar 14/15) Afgelopen schooljaar is wederom, zoals jaarlijks gebruikelijk, een steekproef middels een eigen enquête (de voormalige inspectie-enquête) afgenomen onder de ouders van de groepen 1 t/m 8. De ouders gaven hierin terug in algemene zin tevreden te zijn over de veiligheid, de omgangsvormen (afspraken, pesten) en de communicatie (contact school-thuis). Niet voor iedereen blijkt duidelijk te zijn hoe wordt omgegaan met pesten. Dat komt, geeft men aan, doordat men er niet mee te maken heeft gehad of omdat men niet weet dat er een protocol is. Met name dat laatste punt is dan ook voor ons een punt om op te pakken in de communicatie. Ook het punt betreffende het “invloed kunnen uitoefenen op beleid van school” (hoe??waar?) kan, hoewel het slechts een enkeling aangeeft, in dezen mee genomen worden. De verkeersveiligheid rond school wordt als aandachtspunt meegegeven. Dit is echter al diverse malen opgepakt en besproken in de diverse gremia, waarbij een conclusie helaas is dat er voldoende maatregelen rond school zijn, maar dat het gedrag van de betrokken personen (waaronder helaas ook de eigen ouders/ verzorgers) parten speelt. Men houdt zich niet aan regels/ afspraken en geeft ook frequent foute voorbeelden. Acties zijn reeds diverse keren hierop geweest (directie, leerlingenraad, schrijven richting ouders e.d.). De vraag over een eventueel continurooster komt ook nog eens uit de enquête. Deze vraag hebben we in de uitgebreide KVL-enquête (dec. 2013/ jan. 2014) ook nog eens specifiek meegenomen. Daaruit bleek dat de meerderheid er niets voor voelde. Verder kwam de zorg naar voren betreffende de mogelijkheden tot goed en evenwichtig (qua aandacht voor alle leerlingen) lesgeven binnen de groepen. De toenemende druk voor de leerkrachten, door toenemend aantal leerlingen met extra zorg, wordt als een relevant punt van aandacht gezien. Daar kunnen wij alleen maar over zeggen dat wij dat een terechte zorg vinden en dat wij die zeker delen! De nieuwe ouders werden (ingestroomd tussen maart 2014 en maart 2015) ook geënquêteerd, hieruit kwam o.a. het volgende: Het klinkt cliché, maar men koos wederom voornamelijk vanwege “het positief bekende of gehoorde”, “de rust en duidelijke structuur” en ook relevant maar in iets mindere mate “dicht bij huis”. Wederom gaf men aan dat men door school serieus wordt genomen en met vragen bij directie, zowel als bij de eigen leerkracht terecht kan. Communicatiemiddelen als schoolgids en Isy (digitaal nieuwskanaal) worden als prettig ervaren. De algemene trend vanuit genoemde enquête is dat men zeer tevreden is over de school, de school ziet men als een open geheel waar men met vragen terecht kan en serieus wordt genomen. Een tip van een ouder om na binnenkomst van een nieuwe kleuter, op korte termijn even een gesprekje met de juf over ‘de landing” te hebben, is besproken in de onderbouw. Onze gedachte hierbij is dat ouders en leerkrachten al veelal met elkaar uitwisselen hoe het gaat. We streven ernaar, dat er binnen 3 weken na de start van de kleuter, een contactgesprek tussen de leerkracht(en) en de ouders heeft plaatsgevonden. Het verzoek van diverse ouders om een eventueel continurooster te overwegen, hebben we in de KMPO (2010) evenals in de KVL van dec. 2013/ jan. 2014 als extra vraag meegenomen. Daaruit bleek echter beide keren dat


32

de animo niet van dien aard was om hier meteen werk van te maken. In de MR bespraken we dit punt nog eens, van daaruit concludeerden we het vooralsnog niet op te pakken.

2.4

Mening van de leerkrachten

Ook onder de leerkrachten werd de KVL (Kwaliteitsvragenlijst dec. 2013/jan. 2014) afgenomen. Hieruit blijkt dat de rubrieken : leerstof, werkvormen, pedagogisch klimaat, sociale omgang, veiligheid, onderlinge interactie, interactie met ouders en leerlingen evenals het werken met de directie, de informatievoorziening en de ontwikkelingskansen, zowel als het werkklimaat als zeer goed werden aangemerkt. Men geeft de school in totaal een 7,5 als rapportcijfer. Interessant is dat leerkrachten het schoolplein als matig beoordelen, terwijl ouders en leerlingen dit als goed waarderen. In schooljaar 11/12 werd een enquête gehouden voor de op te stellen RIE (vanuit Arbomeester) Aandachtspunten binnen KVL als ook bij de RIE- enquête lagen bij arbeidsomstandigheden en dan meer specifiek op de hoge werkdruk die zowel bij ons als in het onderwijs als geheel enorm is. In schooljaar 14/15 is aan het eind, wederom vanuit de RIE een enquête gehouden. De gegevens hiervan zijn echter nu nog niet bekend.

2.4.1 Mening van de leerkrachten (voorafgaand traject aan kwaliteitsvragenlijst dec. 2013) Uit jaarverslag 12/13 Aan het eind van schooljaar 09/10 werd ook onder de leerkrachten de KVL- enquête afgenomen. Hieruit blijkt dat de rubrieken : leerstof, werkvormen, pedagogisch klimaat, sociale omgang, veiligheid, onderlinge interactie, interactie met ouders en leerlingen evenals het werken met de directie, de informatievoorziening en de ontwikkelingskansen, zowel als het werkklimaat als zeer goed werden aangemerkt. Men geeft de school in totaal een 7,8 als rapportcijfer. Aandachtspunten lagen bij arbeidsomstandigheden en dan meer specifiek op de hoge werkdruk die zowel bij ons in het bijzonder als ook in het onderwijs als geheel enorm is. Interessant is dat leerkrachten het schoolplein als matig beoordelen, terwijl ouders en leerlingen dit als goed waarderen. Eind schooljaar 11/12 is een enquêtelijst afgenomen onder het team vanuit de Arbomeester in het kader van de RI&E. Hieruit blijkt (zie ook onder kopje “verzuim”, hfdst. 1.2) dat de leerkrachten in hoge mate tevreden zijn in en met hun werk, maar ook hier blijkt dat de werkdruk en belasting bij diverse teamleden zwaar drukt In schooljaar 12/13 is onder de leerkracht de voormalige” inspectie vragenlijst” afgenomen. Hieruit bleek dat de teamleden zich allen serieus genomen voelen, zich veilig voelen en dat de communicatie als prettig wordt ervaren.

2.5 Conclusies en vooruitblik Middels de ingevoerde jaarlijkse enquêtes en de structurele KVL (voorheen KMPO genoemd) kunnen we goed de vinger aan de pols houden, hebben we een 0-meting en kunnen we daar waar nodig tijdig ingrijpen. Open communicatie en betrokkenheid met en naar elkaar is in onze ogen wezenlijk. De voor komend jaar genomen acties komen overeen met, en voort uit, hetgeen ons wordt meegegeven vanuit enquêtes; het ingezette beleid omtrent omgang, onderwijsstructurering en openheid uitbouwen/ voortzetten.


33

3. Evaluatie verslag jaarplanning 2013-2014 A. Algemeen gedeelte Ter info: We startten in schooljaar 09/10 onderwijsinhoudelijk vanuit een meer gekanaliseerde insteek op een stapsgewijze, doelgerichte en doordachte wijze. Organisatie, structuur en planmatigheid zijn basis. Op momenten waarbij we denken externe hulp nodig te hebben, zal gekeken worden naar mogelijkheden. 3.1 Deelteamcoördinatie We hebben , sinds schooljaar 08/09 , onze organisatie/ ons team verdeeld in 2 deelteams. Een gedeelte voor de onderbouw (1 t/m 4) en een gedeelte voor de bovenbouw (5 t/m 8). Er is een verdeling gemaakt in inhoud van de bijeenkomsten. De deelteams komen bij elkaar in “ deelteam A” en “deelteam B” bijeenkomsten. Deelteam A: Dit zijn de meer algemene vergaderingen (regels, afspraken, voortgang dagelijkse gang van zaken, onderwijsinhoudelijke zaken e.d.) Deelteam B: Deze zijn van een meer praktisch/ uitwisselend/ ondersteunend karakter met name gericht op onderwijsvernieuwing/-ontwikkeling. Een deelteam wordt geleid door een “deelteam coördinator”. Bij afwezigheid van deze neemt de IB-er deze taak waar. Hierover het volgende: Plaats binnen de organisatie - Het deelteam coördinatorschap is een lijntaak (leiding-/ sturinggevend) - De deelteamcoördinator is mede verantwoordelijk voor de gang van zaken in de bouw met betrekking tot het onderwijs en de organisatie. - De deelteamcoördinator is creatief lid en sparringpartner binnen het managementteam. Taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden: Planning en coördinatie - Onderwijsinhoudelijke en organisatorische gang van zaken binnen de bouw leiden. - Deelteamvergaderingen/-bijeenkomsten voorbereiden, leiden en notuleren. - Coördineren van de afspraken binnen de bouw. Beheer en ontwikkeling - Bewaken van de afspraken binnen de bouw. - Bewaken van de doorgaande lijn binnen de bouwen. - Eerste opvang en begeleiding (wegwijs maken binnen de bouw) van nieuwe leerkrachten. - Behandelen van de post bestemd voor de bouw. Communicatie en overleg - De deelteamcoördinator is schakel tussen het MT en de bouw. - Stimuleren en motiveren van collega’s binnen de bouw. - Sparringpartner van collega’s bij het zien van kansen/problemen. - Eerste aanspreekpunt zijn bij afwezigheid directie. Middelen - De deelteamcoördinator wordt in de gelegenheid gesteld om zich aan zijn bouwtaken te wijden. - De deelteamcoördinator wordt in de gelegenheid gesteld nascholing te volgen. De kosten worden betaald uit het nascholingsbudget. - Voor de uitvoering van de taak staan 60 schooltaakuren, daarnaast kan gekeken worden of er gedurende het jaar enkele dagdelen vrij geroosterd kunnen worden/ of dat er op andere wijze facilitering nodig is.


34

Plaats van de deelteamcoördinator in het managementteam De deelteamcoördinator geeft in het MT (circa 1 maal per zes weken) de mening van zijn/haar bouw weer maar heeft uiteindelijk een onafhankelijke positie, in die zin dat verwacht mag worden, dat hij/zij het belang van de school als geheel in het oog houdt en dat kan soms afwijken van het belang van de bo

3.2 Leerlingenzorg Lettende op de opbouw van zorg, zoals omschreven in het zorgplan vanuit het samenwerkingsverband zijn we in schooljaar 08/09 intern zelf gestart met leerlingbespreking in deelteamverband. De IB-er bespreekt elke leerling binnen het volledige deelteam. Dit vanwege de meerwaarde die uit kennis/ ervaring van de betrokken professionals komt. Ondersteuning van elkaar, gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen, gedeelde kennis en efficiency zijn de belangrijkste grondgedachtes. Ook handelingsplanning in een meer cyclisch verband is opgepakt. In schooljaar 12/13 is gestart met groepsplannen. Invoering en begeleiding hierbij vond onder meer plaats door individuele bespreking hiervan (ondersteund door een externe collega). In schooljaar 13/14 en 14/15 hebben we dat gecontinueerd. Voor wat de zorgstructuur betreft, hebben we het volgende plan (intern genaamd: “Van licht naar ketting” ) besproken en in gang gezet: De IB-er heeft twee maal per jaar een gezamenlijke leerlingenbespreking met de volledige onderbouw (1 t/m 4) en een met de bovenbouw (5 t/m 8). Tijdens deze besprekingen zal vanuit de IB-er elke leerling en elke groep worden langsgelopen op resultaten, opbrengsten en aandachtspunten in dezen. De IB-er voedt zich met het volgende: - Hij maakt (trend)analyses van toetsgegevens. - Hij bestudeert zijn dossiers (waarin zaken over leerlingen, gesprekken met leerkrachten en ouders worden verslagen) - Hij checkt structureel handelingsplanning/ hulp in de groepen (heeft een checklist hiervoor) - Hij checkt structureel signalen van “pestgedrag” in de groepen (heeft checklist hiervoor) - Hij vraagt voorafgaand aan leerlingbespreking aan de groepsleerkracht middels een inventariserend overzicht Wie? Wat? Aan extra aandacht/ hulp heeft gehad. Bij de leerlingbespreking wordt dus alles goed onder de loep genomen en van daaruit kunnen collega-teamleden elkaar eventueel ondersteunen, van tips voorzien of als kritische vriend gebruiken. Let wel! Hulp/ tips e.d. die er zijn maar niet 1,2,3 gegeven/ overgedragen kunnen worden, zullen na de leerlingbespreking in onderling overleg worden opgepakt( dit i.v.m. efficiëntie) . Van de leerkracht wordt verwacht dat deze er voor zorgt dat elke leerling goed in beeld is. Vanuit toetsing en observatie wordt goed gelet op pijnpunten bij zowel uitval (naar beneden) maar ook opval (naar boven…de structureel hoge niveau I)). De leerkracht gaat er vanuit een voldoende beheersing door elke leerling te behalen. Dat betekent voor de LOVS- toetsing (minimaal een niveau III score) en voor methode toetsing 80%, dan wel de in de (zaakvak)methode aangegeven criteria om te komen tot een voldoende. Het is in dezen essentieel, en afspraak, om na toetsingsmomenten als volgt te werk te gaan: - Analyse en verslaglegging (kort/ krachtig/effectief) van toets resultaat (Wat valt op? Hoe interpreteer ik dat? Waar zet ik actie op? Hoe zie ik dat voor me? Wanneer maak ik weer een algemene evaluatie die uitgaat van het gestelde in deze analyse?) Let op: Bij analyse elke leerling in de gaten houden! Achteruitgang en te weinig dan wel sterke vooruitgang zijn mogelijk indicatief en signalen om ergens actie op te zetten. De vinger aan de pols houden is van belang. Dus ook bij bijv. een II scorende leerling - Vanuit gemaakte analyse via specifieke diagnose naar actie op leerlingen die beoogd resultaat niet hebben behaald.  Als korte interventie voldoende (b)lijkt. Kort ingrijpen en weer op weg helpen (actie(s) even kort in logboek weergeven (Wat gedaan? Effect? Datum?)  Als interventie van langere duur nodig is interventie planmatig wegzetten in handelingsplan (duur max. 6 weken). In plan zo specifiek en doelgericht mogelijk weergeven van probleem en aanpak. Hierbij belemmerende en steunende kind factoren meenemend (dit kan van belang zijn bij aanpak/ mogelijkheden). Het plan moet handzaam en helder zijn. Aan eind van plantermijn evalueren en al naar gelang resultaat het plan afsluiten dan wel diagnose aanscherpen en nieuw Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

35

plan maken of plan verlengen (dit laatste zal zeer sporadisch voorkomen…eigen leerlijn ligt op de loer. Initiatief hiertoe zal bij te weinig effect van handelingsplanning zo snel mogelijk met IB-er moeten worden kortgesloten !). Gedurende het werken met het plan in logboek weergeven (Wat gedaan? Effect? Datum?). Voornemen in dezen was: Aan het eind van het schooljaar 10/11 moest binnen school de cyclus van planmatig werken met betrekking tot handelingsplanning zoals beoogd, verder geïmplementeerd en daar waar reeds mogelijk geborgd zijn. Uit gevoerde gesprekken (afsprakengesprekken, beoordelings- en voortgangsgesprekken) met de teamleden blijkt dat dit lukte (vrijwel elk teamlid geeft aan de cyclus “im Griff” te hebben). Wat echter binnen het team nog een belangrijk punt was, is de juiste analyse en diagnose voorafgaand aan handelingsplanning. Hier hebben we ons op gefocused, we zijn op de goede weg, maar we willen het nog aanscherpen. We hadden o.a. hierover in 13/14 een studiemoment o.l.v. dhr. Lansu (BMC) Voor komend probeerden we de handelingskwaliteit te vergroten door te starten met groepshandelingsplannen. Voor de instrumentele vakken worden er inmiddels groepsplannen geschreven en gehanteerd. In schooljaar 2015-2016 proberen we deze nog te verfijnen en gaan we ook groepsplannen schrijven m.b.t. opvallend en afwijkend gedrag. Voor de hoge “niveau I”-leerlingen en de ambitieuzere leerlingen werkten we nu voor het vierde jaar met een goed doordacht programma met een specifieker aanbod zijn. De criteria en werkwijze hierbij bekijken we voortdurend. De reeds bestaande criteria waren: 1. De CITO LOVS toetsen RW 2012, SP 2012 en BL 2012 moeten alle drie structureel een niveau I-score zijn. 2. De leerling is in staat minimaal 30 minuten zelfstandig te werken. 3. De leerling is gemotiveerd om te werken aan een, al dan niet geïntegreerd, onderdeel van vnl. ICT, techniek of kunst /cultuur. 4. Deze lln. kunnen instromen (na de afname van de Cito-toetsen). De kinderen stromen gefaseerd in, i.v.m. de eerste opvang en instructie. 5. Daarnaast kunnen er ook kinderen op persoonsontwikkeling het gehele jaar in- of uitstromen. Dit gebeurt i.o.o. tussen de eigen lkr. en begeleider PTT (John) en IB (Jan). (Zie beneden) We hebben in schooljaar 13/14 daaraan toegevoegd:  Naast selectie vanuit bovenstaande criteria kunnen ook lln. een project uit de P.P.T. doen vanuit oogpunt persoonsontwikkeling. Deze lln. worden met een HP door de groepsleerkracht voorgesteld en besproken met Jan en John, waarna tijdelijke plaatsing voor 1 project kan volgen.  Deze lln. kunnen uit alle niveaus komen, maar een bepaalde mate van zelfstandigheid blijft vereist.  Deze lln. kunnen instromen nadat de groepsleerkracht en John daartoe besloten hebben. Leerlingen die binnen de P.P.T werken, kunnen dus 2 soorten doelen nastreven, te weten: 1. Een doel m.b.t. vaardigheid en inhoud. 2. Een doel m.b.t. persoonsontwikkeling

Stand van zaken: De cyclus van planmatig werken is nu voor iedereen helder. De meeste collega’s zijn in staat om een goede analyse te maken (de “ketting” aan te geven) en van daaruit doelgericht, planmatig aan de slag te kunnen. Door IB-er wordt dit meegenomen/ begeleid. In gesprekkencyclus is dit individueel besproken. Het zal waar nodig vervolg krijgen in nieuwe afspraken binnen team dan wel met individuele leerkrachten. In teamverband gaan we onze aandacht ook richten op het schrijven van en werken met groepsplannen m.b.t. opvallend gedrag..


36

3.3 Bekwaamheidsdossier Drie schooljaren geleden is het bekwaamheidsdossier van elk teamlid ge-update. Van elk teamlid zit een CV, een quickscan (SBL), een weergave betreffende beroepsidentiteit en verslaglegging vanuit gedane observaties in dossier. Ook is gestart met de gesprekkencyclus. De “afsprakengesprekken” hebben plaatsgevonden in schooljaar 09/10 (op een enkele uitzondering na) en in schooljaar 10/11 zijn van hieruit voortgangsgesprekken gevoerd. In schooljaar 11/12 volgde het“beoordelingsgesprek”. Vervolgens zijn we jaarlijks voortgegaan met de gesprekken binnen de “gesprekkencyclus”. In schooljaar 14/15 vonden in het kader hiervan de volgende gesprekken plaats: - Met 7 personen een afsprakengesprek - Met 1 personen een voortgangs-/functioneringsgesprek en met 1 persoon (een “nieuw” teamlid) een meer afstemmend gesprek. - Met 3 personen een beoordelingsgesprek. Uiteraard loopt niet elk teamlid in gelijke tred binnen de cyclus. Dit vanwege bijv. langdurige afwezigheid a.g.v. zwangerschap of ziekte. Voor ons zijn vaste (schoolontwikkelings)onderdelen in de gesprekkencyclus : - Handelingsplanning (toetsanalyse, handelingsplanning, evaluatie) - Dag-/weektaken - Leesdoelen - De volgende leerkrachtcompetenties qua ped.- en didactisch handelen 1. pedagogisch handelen 2. taakgerichte werksfeer 3. duidelijke uitleg 4. strategieën voor denken en leren 6. afstemming instructie en verwerking 7. leerlingen zijn actief betrokken 8. verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie en proces - Lesmodel van effectieve instructie Voor bepaalde punten uit onze doelstelling kunnen we vanuit de “op ontwikkeling gerichte cyclus” het volgende aangeven: % van de teamleden dat nog een kans/of (nieuw/verdiepend) leerpunt in deze ontwikkeling heeft… 09-10 10-11 11/12 12/13 13/14 14/15 • Doelstelling / gerichtheid 80 % 14 % 14% 36% 27% 9% • Eisendheid 33 % 7% 7% 43% 18% 0% • Differentiatie 73 % 43 % 29% 14% 9% 27% • Interactie 33 % 21 % 43% 7% 9% 27% • Proces- / productevaluatie 93 % 50 % 50% 64% 18% 18% Interactie valt in 11/12 wellicht ietwat op, maar dat is te verklaren doordat hier in het eerste jaar iets minder naar is gekeken dan de jaren daarna. Kortom, meer focus hierop! We zien dat in schooljaar 12/13 de basis van het model goed in de grondverf staat, en dat er nu meer “finetuning” plaatsvindt. Dit is ook de reden van bepaalde toenames in %. Onderdelen worden meer uitgediept; meer specifiek versterkt. Een voorbeeld is bijvoorbeeld de kwaliteit van een doelstelling of van een evaluatie. Het wordt bij steeds meer teamleden een verdieping in kwaliteit en dan is het logisch dat dergelijke onderdelen meer aandacht krijgen vanuit observaties/ gesprekken betreffende expliciete kansen in dezen. In schooljaar 13/14 en 15/16 zijn naast genoemde zaken ook leerkrachten meer specifiek aandacht gaan schenken aan :  Vlugger loslaten (Verantwoordelijkheid vergoten)  Grote/kleine groep (Specifiekere en interactie-rijkere instructie, naast het reguliere gebruik van de instructietafel.  Uitbouw intrinsieke motivatie (Hoe kan het nog krachtiger?) Er vonden binnen het team diverse lesobservaties plaats door directie (naast de observaties vanuit IB-er). Terugkoppeling hiervan gebeurde in individuele gesprekken en binnen (deel)teamoverlegmomenten. Hier werd naast de onderdelen uit het “les model van effectieve instructie” ook stilgestaan bij rust en orde (bij bijv. het buiten de groep werken), consequent en eensluidend handelen. De teamleden hebben, indien gewenst, steeds mogelijkheid te consulteren bij elkaar. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

37

3.4 Scholing/ nascholing Binnen het team werd vanuit school: In 12/13 de volgende scholing gedaan: - BHV (door een 10-tal teamleden, incl. EHBO door een 4-tal leerkrachten) - Autisme (teambreed, i.s.m. “de Xaveriusschool/Sbo De Blinker” en “de Buitenhof”) - Groepsplanning (teambreed, i.s.m. “Sbo de Horst”) In 13/14 de volgende scholing gedaan: - BHV (door een 10-tal teamleden, en EHBO door een 4-tal leerkrachten) - Vrijwel volledige team de cursus “kinderen jeugdpsychiatrie” (o.l.v. Giel Vaessen) - Vrijwel volledige team oriëntatie op “hogere begaafdheid” (i.s.m. Leonardo afdeling Driesprong, Geleen) - 1 teamlid post-hbo dyslexie - 1 teamlid oriëntatie dyscalculie - 2 teamleden bijeenkomst “kinderen met depressies” - Groepsplanning (teambreed, i.s.m. “Sbo de Horst”) In 14/15 de volgende scholing gedaan: - Hele team casuïstiek bij gedragsproblemen (o.l.v. Giel Vaessen) - Begeleiding van groepsplanning (i.s.m. “Sbo de Horst”) - BHV (door een 10-tal teamleden, en EHBO door een 3-tal leerkrachten) - 1 teamlid, cursus preventiemedewerker - 1 teamlid, Scol-scholing - 2 teamleden, omgaan met een moeilijke groep (Xaveriusschool) - 4 teamleden, “Speel je wijs” (woordenschat) - 1 teamlid, “Voorbij de kaders…Kunst in leren” (kunst/cultuur) - 3 teamleden, “Geef me de vijf” (autisme) - 1 teamlid, “Vrij lezen” (bij het CPS)

3.5 Medezeggenschapsraad We hebben een prettig functionerende MR. Aan het eind van het schooljaar namen twee ouders en een leerkracht afscheid. We gaan, na verkiezing/werving van een nieuwe ouder, verder met 3 ouders en 3 leerkrachten. 3.6 OVK (Ouder Vereniging Kerensheide) De OVK is een actieve, goed bezette en georganiseerde vereniging. Eind schooljaar 14/15 stopten 6 ouders hun bijdrage aan de OVK. 3.7 Leerlingenraad In schooljaar 08/09 is een plan om aan de slag te gaan met een leerlingenraad opgesteld, dit is in schooljaar 10/11 in praktijk gebracht en vervolgens steeds gecontinueerd. (Beleidsstuk is op school aanwezig) Men is betrokken en enthousiast. Er worden in principe naast schoolontwikkelingszaken met name praktische zaken besproken (conflicthantering, dag-/ weektaken). Als speerpunt van de leerlingenraad werd in schooljaar 12/13 fietsverkeer rond school aangepakt. Men bracht aantal “fietsende lln.” in beeld op kaart, besprak hetgeen men zag en concludeerde uiteindelijk dat het aantal fietsers wel meeviel. Wel was het gedrag van ouders en leerlingen nog steeds een issue. Men observeerde rond school en sprak personen gericht aan. In schooljaar 13/14 en 14/15 besprak men voornamelijk de alledaagse schoolse zaken (Wat valt op? Waar is een punt van aandacht? etc.). 3.8 Peuterspeelzaal en VVE Begin schooljaar 08/09 zijn de contacten tussen school en peuterspeelzaal versterkt o.a. door het (taalstimulerings)project “Moelejaan”. Een en ander is in schooljaar 09/10 nog versterkt door deelname van de leerkrachten uit de kleutergroepen aan VVE-scholing, intensievere uitwisseling en afstemming van werkwijzen tussen school en peuterspeelzaal. Het bleek dat de afstemming niet echt goed van de grond kwam, doordat partijen als gemeente e.d. niet goed rekening met de werkvloer hielden. Terugkoppeling met Spelenderwijs heeft hierover plaatsgevonden. In schooljaar 12/13 heeft op diverse momenten uitwisseling en overleg plaatsgevonden Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

38

en is voor de PSZ en onze school een gezamenlijk plan voor VVE opgesteld en richting gemeente verstrekt. We hebben VVE toen uiteraard ook weer planmatig weggezet in de jaarplanning (zie operationele jaarplannen). Echter, er kwam een onderbreking van formele samenwerking, dit vanuit een dispuut (tussen scholen, gemeente en Spelenderwijs). Er kwam overleg en er werden nieuwe afspraken gemaakt. Het volgende werd afgesproken tussen gemeente en Spelenderwijs: Alle lln. krijgen een intake (nieuw formulier) en een warme overdracht (PSZ-school) Toetsing (incl. verwerking in LOVS) alleen voor VVE-lln. op de PSZ Opzetten van een zelfevaluatie voor PSZ…eventueel middels uitwisseling met de school (anderen laten meekijken, is een optie) Koppeloverleg vindt plaats 5x per jaar plaats (PSZ-school) waarbij altijd een leidster aanwezig is. Wat doet men vanuit afspraken (nog) niet? Mocht een koppel hier wel al mee aan de slag kunnen, dan is dat uiteraard niet iets om af te remmen, want de dingen moeten uiteindelijk toch van de grond komen. Ouderparticipatie Differentiatie Speelplezier methode voortgang Een extra vervelende omstandigheid voor ons in de goede samenwerking met de peuterspeelzaal was het vertrek van 2 van de drie leidsters. In schooljaar 14/15 vond een goede samenwerking plaats, er is verder gewerkt aan het afstemmen van de methodes “Speelplezier” en “Schatkist” op elkaar, waarbij een vertegenwoordigster vanuit de gemeente begeleidde. De afstemming is nog niet afgerond. Daarnaast is de samenwerking versterkt door het aantal contactmomenten tussen de leidsters, maar zeker ook tussen de kinderen, te verhogen. Aan beide zijden werd dit als zeer positief ervaren.

3.9 Communicatie naar ouders We willen laagdrempelig (goed benaderbaar) zijn en voor communicatie naar ouders gebruiken we o.a.: - Isy (digitaal communicatieprogramma). - Ouderinfo per groep (begin schooljaar) - Schoolgids - Schoolkalender - Website (www.bskerensheide.nl ) - 2 maal 10-minutengesprek - 2 rapportage momenten - MR - OVK (Oudervereniging Kerensheide) 6-Wekelijks vind er sinds schooljaar 10/11 een interne check plaats betreffende aandachtspunten bij leerlingen. Van daaruit bekijken we of contact met ouders nodig is. Zo proberen we ongewisheid bij ouders te voorkomen (iets wat uit een ouderenquête van enkele jaren geleden, als punt van aandacht, meenamen). We merken dat deze check helpt, alleen moeten we onze eigen discipline hierbij in acht blijven nemen (anders verwaterd het).

3.10 Zorgplan We stelden in schooljaar 11/12 vanuit “kind op de gang” ons school-zorgprofiel op (wat kunnen wij als school weel/ niet). Dit profiel vulden we aan met een in 13/14 opgesteld school “aanname protocol” en is gelinkt aan het SOP (school ondersteuningsprofiel).


39

3.11 Schoolprofiel Ons in gezamenlijkheid (schooljaar 10/11 en update in 14/15) opgestelde schoolprofiel luidt:

Een Sociale Structuur School met oog voor Talent Wat verstaan wij onder een sociale structuur school Het opdoen van de benodigde cognitieve leerstof staat bij ons hoog in het vaandel, maar het vergaren van zelfkennis vormt daarbij een wezenlijk bestanddeel. Wij vinden dat het onderwijs kinderen de kans moet geven om actief lerend, kritisch en creatief bezig te zijn. Binnen duidelijke kaders die een gevoel van veiligheid geven, dient het kind de vrijheid te ervaren om zelfstandig, onderzoekend en actief uitdagingen aan te gaan. Volgens onze overtuiging kunnen leerlingen opgedane kennis alleen maar goed toepassen wanneer zij daar zelfbewust mee omgaan. Dat betekent dat men zeker van zichzelf is en zich verantwoordelijk voelt voor de gevolgen van het eigen handelen. Zelfbewustzijn is een persoonlijkheidsaspect dat in de moderne samenleving steeds meer waarde krijgt. Het is goed en noodzakelijk om je bewust te zijn van datgene waarin je goed bent en die talenten voluit te ontwikkelen. Dat doe je altijd ook in relatie met anderen. Jezelf goed leren kennen gaat niet zonder het contact met anderen. Vandaar dat we het ook heel belangrijk vinden dat kinderen leren omgaan met anderen die anders zijn dan zijzelf en andere voorkeuren en interesses hebben dan zijzelf. Ook met de frustraties en irritaties die dat soms met zich meebrengt moeten kinderen om leren gaan. Daartoe besteden we ook veel aandacht aan het leren omgaan met conflicten en hoe je op een effectieve en plezierige wijze met elkaar kunt samenwerken. Dit is in algemene zin de manier waarop wij de missie van Kindante “Het kind centraal” gestalte geven. Eindprofiel van de leerling Als een leerling onze school verlaat, streven we ernaar dat hij zelfstandig en zelfbewust is en voor een twaalfjarige veel zelfkennis heeft. Hij lost z'n eigen problemen op en zoekt daarna weer nieuwe uitdagingen. Hij weet welke wegen te bewandelen en welke bronnen te raadplegen om oplossingen te vinden en neemt daartoe ook het nodige initiatief. Hij heeft oog voor de omgeving en is op zijn eigen wijze sociaal en respectvol. Hij verstaat de kunst om mensen te benaderen en te ondervragen en is vervolgens in staat om uit een hoeveelheid van informatie de essentie te destilleren (kan hoofd- van bijzaken onderscheiden). Kan derhalve goed lezen en analyseren, alsmede rekenen. Een leerling van onze school kan goed samenwerken en is daarnaast vaardig in het zelfstandig plannen en uitvoeren van zijn werkzaamheden. Hij weet conflicten te voorkomen en daar waar deze toch optreden kan hij er effectief mee omgaan. Een leerling kan waar mogelijk zijn talenten/ ontwikkelingsdrang verder uitbouwen en wordt hiertoe uitgedaagd. Daarnaast heeft een leerling van onze school zich ontwikkeld tot een persoon met een positief zelfbeeld; hij weet te participeren in het sociale en maatschappelijke verkeer, vanuit een sterke eigenwaarde en eigenkennis. Het op het sociale aspect gerichte aanbod o.a. de conflicthanteringsmethode, de sociale kring en gerichte omgang met hulpbehoevenden vormen hierbij een belangrijke pijler. De aandacht voor de (senso)motorische ontwikkeling door gerichte beweging draagt hieraan bij. Schoolcultuur Er wordt binnen de school veel nadruk gelegd op waarden en normen, gezamenlijk handhaven van regels en afspraken in relatie tot rust, orde en uitdaging. Dat schept duidelijkheid en daardoor veiligheid, zodat een ieder zich binnen de gestelde kaders vrij en ontspannen kan bewegen en ontwikkelen. In de schoolcultuur komt dat nadrukkelijk tot uiting in de wijze waarop we aandacht besteden aan o.a. de volgende waarden en normen: Wederzijds respect: Het begint met het respectvol en accepterend behandelen van elkaar (leraren en leerlingen). We gaan voorzichtig en respectvol met elkaars gevoelens, ideeën en bezittingen om. Verantwoordelijkheid: We besteden veel aandacht aan verantwoordelijk gedrag. Leerlingen en leerkrachten zijn verantwoordelijk voor de consequenties van hun eigen handelen, zowel t.o.v. de medemens als t.o.v. zaken in de omgeving. Solidariteit: Gaat over de wijze waarop we met elkaar omgaan. Samenwerken en samen verantwoording dragen voor de groep. Inspringen als leerlingen dreigen af te haken, voor elkaar opkomen als men in moeilijkheden zit, gezamenlijk de schouders zetten onder een waardevolle actie, goed kunnen omgaan met moeilijke situaties. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

40

Zelfstandigheid: Staat, naast het zelfstandig aan een opdracht kunnen werken, vooral ook voor het maken van eigen keuzes en voor het hebben van een eigen mening en die ook durven te uiten en daarbij tegelijkertijd de mening van anderen weten te respecteren. Vertrouwen: We vertrouwen elkaar en gaan daarbij uit van positieve bedoelingen, hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en elkaar en spreken regelmatig de waardering voor prestaties uit, waarmee we het zelfvertrouwen van de leerlingen en elkaar vergroten. Inrichting gebouw, lokalen en plein Typerend voor het karakter van onze school zijn de diverse werkruimtes waar leerlingen zelfstandig kunnen werken en de open ruimtelijke inrichting van het gebouw waardoor leerlingen makkelijk toegang hebben tot diverse bronnen van informatie en benodigde materialen. Kenmerkend zijn ook de tentoonstellingsruimten (in de gangen bij de klassen en in gemeenschappelijke ruimten) waarin (groepjes) leerlingen hun eigen werk presenteren. Kinderen helpen en denken mee bij de inrichting van gebouw, lokalen en plein. Samenwerkingspartners Belangrijke partners voor ons zijn de ouders. Zij hebben een belangrijke functie bij het stimuleren en ondersteunen van de kinderen in het ontwikkelen van hun persoonlijkheid. Ook allerlei andere personen en instanties die hierbij een rol kunnen spelen, beschouwen wij als onze partners. Met name de kinderen zelf kunnen initiatieven ontplooien om contacten te leggen met mensen van wie zij denken te kunnen leren en profiteren om nog beter te worden op het gebied van hun ontwikkeling. Daarnaast zijn alle personen en instanties die ons kunnen ondersteunen en faciliteren bij het steeds effectiever maken van ons onderwijs partners met wie we graag samenwerken. Van werkwijzen en instrumenten waarvan proefondervindelijk (evidence based) is aangetoond dat zij werken, willen we graag gebruik maken. Tenslotte werken wij samen met een aantal partnerscholen in het buitenland. Wij bezoeken hen en zij ons en wij wisselen ook met hen werkwijzen en instrumenten uit die aangetoond hebben te werken. Hoogtepunten Verspreid over het jaar worden er op groeps- en schoolniveau presentaties verzorgd door leerlingen die aan hun medeleerlingen en/of aan de ouders (van zichzelf, de groep of een enkele keer de hele school) willen tonen over welk(e) talent(en) zij beschikken en hoever zij dat/die talent(en) tot dan toe hebben ontwikkeld of wat zij er in de loop van de tijd aan hebben toegevoegd. Deze presentaties vinden regelmatig plaats en zijn als zodanig steeds terugkerende hoogtepunten, waarop leerlingen, leerkrachten, schoolleiding en ouders zich steeds weer verheugen en elke keer weer verrast worden door de mogelijkheden van kinderen die de ruimte krijgen om zich te verdiepen waarin ze goed zijn. Leerkrachtkwaliteiten Vanzelfsprekend zijn onze leerkrachten mensen met een grote zelfkennis. Hun intra persoonlijke intelligentie is goed ontwikkeld en zij reflecteren structureel over de effecten van hun professionele handelen om op die manier hun handelingsrepertoire steeds verder uit te breiden en wisselen dat ook structureel met elkaar uit. Daarbij maken zij gebruik van werkwijzen en instrumenten die elders zijn ontwikkeld en waarvan bewezen is dat ze effectief zijn, indien op de juiste wijze ingezet. Verder beschikken ook zij allemaal over een of enkele specifieke talenten binnen het leerstofaanbod van de verschillende vak- en vormingsgebieden die ze in de loop van de tijd hebben ontwikkeld tot hun specialisme en waarmee zij leerlingen die zich in dat specialisme wensen te verdiepen kunnen ondersteunen en begeleiden. Verder zijn zij bekwaam in het scheppen van een tegelijkertijd gestructureerde, rustige, ordelijke en tevens uitdagende leeromgeving, waarin leerlingen alle kans krijgen zich te ontwikkelen tot zelfstandige, zelfbewuste en sociale persoonlijkheden.

Personeelsbezetting Onze school dient te beschikken over een directeur die integraal leiding geeft aan de organisatie en die daar toereikend voor is gefaciliteerd. Plus een “intern begeleider”, die het zorgsysteem coördineert, leiding geeft aan de leerlingenzorg, daar de verantwoordelijkheid voor draagt en daar voor minimaal tweeënhalve dag is gefaciliteerd. Daarnaast een ICT’ er die beleidsmatig en onderwijsinhoudelijk bijdraagt aan een zo optimaal mogelijke inzet van ICT voor het onderwijsleerproces en daar voor minimaal een halve dag per twee weken is gefaciliteerd. Ook een managementassistente en een conciërge dienen, toereikend gefaciliteerd (bij al deze taken is het afhankelijk van de beschikbare formatie wat mogelijk is), deel uit te maken van de personeelsbezetting. Verder is een evenwichtige samenstelling van het team van belang; een goede mix van mannen en vrouwen, jong en oud, veel ervaring en pas beginnende leerkrachten. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

41

Ook is het van belang dat in ieder geval ervaring en expertise op het gebied van de onderbouw (kleuters), groep 3 en groep 8 in voldoende mate aanwezig is en blijft. Van leerkrachten bij ons op school wordt ook verwacht dat zij zich specialiseren op de gebieden waarop de school zich wil profileren en verder ontwikkelen. In het kader van Passend onderwijs zijn expertise op het gebied van dyslexie, lichte vormen van pddnos/autisme en meer begaafdheid gebieden waarop wij ons als school verder willen professionaliseren. Ook motorische ontwikkeling vormt voor ons een aandachtspunt. Bij instroom of afvloeiing zal naast het bovenstaande, de benoemde competenties onder het kopje leerkrachtkwaliteiten, en de te hanteren criterialijst met name rekening worden gehouden met de volgende competenties: •Hanteren van het “lesmodel van effectieve instructie” (inclusief gebruik van hierbij te hanteren didactische principes als dobbelsteen en looproute); •Werken met dagen weektaken/zelfstandig werken; •In kunnen zetten van Effectieve Conflicthantering; •Kunnen werken op 3 niveaus per jaargroep (differentiatie); •Kunnen hanteren van de cyclus van planmatig handelen (signaleren, analyseren, remediëren en evalueren) en kunnen opzetten en uitvoeren van groepsplannen; •Een goed pedagogisch-didactisch handelen, zoals beschreven in het gelijknamige observatie instrument en gestoeld op de driehoek van Stevens, waarbij de relatie de basis is voor het werken aan competentievergroting en autonomievergroting; •Een goede pedagogische sensitiviteit als grondhouding bezitten en kunnen hanteren; m.a.w. je echt kunnen en willen inleven in kinderen. •Hoge doelen stellend aan eigen werk en werk van leerlingen; •Discipline en structuur als basisprincipe hebben: •Specifieke talenten/ kwaliteiten die voor onze school van belang zijn; *Een goed leerrendement weten te realiseren bij met name de instrumentele vakken. We werken de laatste schooljaren onderwijsinhoudelijk vanuit een meer gekanaliseerde insteek op een stapsgewijze, doelgerichte en doordachte wijze. Organisatie, structuur en planmatigheid zijn basis. Op momenten waarbij we denken externe hulp nodig te hebben, zal gekeken worden naar mogelijkheden.

3.12 Methode vernieuwing We startten in schooljaar 10/11 met een nieuwe methode voor crea “Uit de kunst” van Delubas, en voor muziek met “Vier muziek”van Ascolta. Deze methodes worden als prettig en zinvol ervaren. In schooljaar 11/12 zochten we naar een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen en begr. lezen. In 12/13 startten we met de nieuwe methodes “Estafette” en “Nieuwsbegrip XL”. Ook voor aardrijkskunde zochten we iets nieuws. We kwamen uit bij “Geobas”. Ook deze gebruiken we ingaande 12/13. In 12/13 oriënteerden we ons op een nieuwe methode voor rekenen. We kozen voor “Reken Zeker”. Invoering gebeurde in schooljaar 13/14 (eind schooljaar 12/13 startten we met het “opstapproject”). In schooljaar 13/14 zijn we gestart met de methode “Relaties en seksualiteit”. In schooljaar 14/15 heeft oriëntatie plaatsgevonden betreffende een nieuwe taalmethode en methodieken rond pesten. Er zijn nog geen keuzes gemaakt.

3.13 Burgerschap en sociale integratie We hebben hiervoor een schooldocument opgesteld waarin wordt aangegeven waar dit (in methodes) aan de orde komt. Daarnaast willen we voor schooljaar 14/15 extra noemen: - Deelname GIPS-project (Gehandicapten in schoolproject) - Aandacht voor PIMMA (samen met de stichting PIMMA zetten we in Midden-Amerika een school op) - Het schoolbreed vieren van/ aandacht schenken aan kerst (alle geloofsovertuigingen doen mee) en Pasen Verder binnen onze structuur o.a.: - Het geven van een hand bij binnenkomst en vertrek (leerling-leerkracht) - Kansen tot re-integratie geven aan mensen die het (even) moeilijk hebben (in schooljaar 14/15 4 personen) Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

42

-

Leerlingen werken direct/structureel met een gehandicapte medewerker. Onze leerlingen leren zo begrip en respect jegens mensen met een handicap. Ze waarderen onze medewerker zeer! Bewust stilstaan bij politiek. Niet alleen het bespreken van het democratisch model, maar ook laten ervaren dat inbreng relevant is (gebruik stemlokaal op school, bezoek aan gemeentehuis/ burgemeester, stemmen voor de leerlingenraad)

De leerlingenraad en de bij “effectieve conflicthantering” horende “sociale kring” vormen een goede aanvulling op het geheel.

3.14 Lezen Vier jaar geleden zijn we gestart met specifieke leesdoelen per groep (doelen zoals geadviseerd door dr. K. Vernooij). We gebruiken de nieuwste versie van AVI-toetsen. Er wordt naar gewerkt dat alle leerlingen eind groep 4 teksten van het niveau AVI-E4 of hoger kunnen lezen. Te realiseren subdoelen in dit verband zijn: -

Eind groep 2 o Een goede mondelinge taalvaardigheid en woordenschat(dit normeren) o Een goed ontwikkeld fonemisch bewustzijn (dit normeren) o Elk kind kent 15 letters - Eind groep 3 o Elk kind beheerst minimaal AVI-E3 - Eind groep 4 o Elk kind beheerst minimaal AVI-E4 - eind groep 5: o alle kinderen lezen vlot teksten van het niveau AVI-E5; - eind groep 6: o alle kinderen halen minimaal een voldoende (I-III) resultaat op de Cito toets Begrijpend lezen en o lezen minimaal AVI E6; - eind groep 7: o alle kinderen hebben minimaal een voldoende (I-III) resultaat op de Cito toets Begrijpend lezen en o lezen minimaal AVI E7; - eind groep 8: o alle kinderen hebben minimaal een voldoende (I-III) resultaat op de Cito toets Begrijpend lezen en o lezen minimaal AVI Plus; - in alle groepen: een voldoende resultaat (I-III) voor woordenschat op de Cito toetsen Investering in tijd (minimaal 400 minuten in groep 3 en 3 uren in 4 en 5 voor (Voortgezet)technisch lezen) en didactische (op automatisering en convergente differentiatie gerichte) aanpak van de leerkracht is zaak!

a) We hebben bij aanvang van het schooljaar hier weer de volgende pro-actieve acties opgezet: - Per groep roostertechnisch de tijd voor lezen afgestemd. Daar waar meer tijd nodig is, meer tijd gepland. - Per groep vanuit (leerling)dossierkennis en leerlingbespreking werd bekeken waar aandacht voor nodig was (welke leeskwaliteiten zijn meer pregnant te trainen binnen bepaalde groep…wat is noodzakelijk). b) We startten o.a. ook om het leesonderwijs te versterken met extra inzet op effectieve instructie c) Om het begrijpend leesaanbod te versterken, gebruikten we, “NieuwsbegripXL” (groepen 4 t/m 8). Dit vanwege…meer specifiek: - meer plezier bij het lezen (actuele en aansprekende teksten) - verbetering toepassen van leesstrategieën - versterking van mogelijkheid tot afstemming op niveau van leerling (differentiatie) - verbetering van leesresultaten (uitgaande van trendanalyse) Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

43

3.15 Doelen vanuit jaarevaluatie Doelen gesteld voor 2015-2016 vanuit de trendwatch 1.

We blijven verder aandacht schenken aan het bewust profileren van onze school. Dit blijft noodzakelijk, omdat veranderende leerlingenpopulatie en beleidsveranderingen dat van ons eisen. We halen hiermee ook onze voordelen vanuit het internationale project Comenius. 2. We willen leerlingen tijdig in de diverse zorgtrajecten kunnen helpen/plaatsen. Daarvoor moeten de leerlingendossiers elk moment up-to-date zijn, zodat procedures meteen ingezet kunnen worden. Dit blijft onze voortdurende aandacht hebben. 3. We proberen te voorkomen dat ouders niet zonder overleg met school onderzoeken aanvragen om trajecten te starten. Dit kan verwarrend werken qua organisatie/ondersteuning en advisering. 4. Het besluit of een leerling al dan niet een individuele leerlijn kan volgen, wordt altijd op schoolniveau genomen i.s.m. IB. Daarnaast moet die noodzaak ook blijken uit extern onderzoek. We willen voorkomen dat een leerling onbedoeld door het systeem glipt. We hebben een sterk intern zorgsysteem opgebouwd en dat willen we ook volledig/optimaal benutten. 5 Lkr. en IB kijken op evaluatiemomenten of er lln. zijn die voldoen aan de criteria voor snelle doorstroming, of in aanmerking komen voor niveau I+ werk. Dit om geen onnodige vertraging in ontwikkeling op te lopen . 6. Bij Cito Eindtoets scoren we minimaal de ongecorrigeerde landelijke score + 2 (Landelijk Gemiddelde) De uitbouw van effectieve instructie zal hier naast specifieke vakinhoudelijke aanpak (gebieden waarop IBer, vanuit trends, aangeeft dat extra aandacht nodig is) essentieel blijven. 7. Schooladvies geven we niet meer alleen vanuit het oogpunt “veilige keuze” voor de leerling, maar meer vanuit “grotere uitdaging binnen reële kansen”.

Doelen voor 2015-2016 n.a.v. evaluatiegegevens Groeps- en IndividueleHandelingsplannen 1. Bij HP’s volgen we het traject van het “stroomschema Samenwerking Onderwijs en Zorg”. Dit volgens de afspraken gemaakt in ons samenwerkingsverband. 2. Daarnaast blijven we eraan werken om de groepsplannen zo goed mogelijk op te stellen en daadwerkelijk te gebruiken als een werkdocument. 3. Bij de bespreking van de groepsplannen zullen de data meer als uitgangspunt genomen worden voor de bespreking. 4. HP’s moeten voorzien zijn van de analyse en evaluatie. (leerkracht is hiervoor verantwoordelijk) 5. IB krijgt een kopie van alle HP’s, (ook van de HP’s, die naar de volgende groep worden doorgegeven.) 6. Het protocol volgens de dyslexieklapper wordt geëvalueerd in de (deel)teams. 7. Aan het einde van elk schooljaar zijn minimaal 90% van de alle HP’s positief afgesloten. Het volgen van het plan “de ketting”, is sturend kader hierbij. 8. IB-er stelt voor leerlingen met een individuele leerlijn een ontwikkelingsperspectief op i.s.m. de leerkracht(en). Hierbij ondersteund door extern onderzoek. Doelen voor 2015-2016 n.a.v. evaluatiegegevens zelfanalyse vakgebieden LOVS 1. Technisch lezen blijft in de middengroepen speciale aandacht krijgen. We willen mede ondersteund door de nieuwe methode technisch lezen (Estafette nieuw) het aantal “leeskilometers” vergroten. 2. Het “Handboek dyslexie ”blijft strikt gevolgd worden en aanbevelingen in het handboek worden consequent opgepakt. Consequente dossiervorming is hierbij van groot belang. 3. In deelteams, worden evaluatief uitslagen van lln. besproken en er wordt gekeken welke extra acties nodig zijn. 4. We brengen Rekenen op “ons oude niveau” terug, door, vanuit op te stellen plan (evidencebased) meer gericht op doelen te werken en tijd voor automatiseren in te bouwen in de les. 5. De gefaciliteerde leescoördinator gaat het Begrijpend lezen oppakken. Daarmee hopen we ook een impuls te geven tot hogere resultaten. 6. Het model effectieve instructie is hier zeer essentieel en voor uitvallende onderdelen wordt tijd gebruikt door minder in te zetten op de reeds beheerste onderdelen (tactisch inzetten) Doelen voor 2015-2016 n.a.v. de evaluatie van onze leesdoelen. 1. Het niveau van het technisch lezen is komend schooljaar ook in de middengroepen conform de door ons gestelde leesdoelen. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

44

2.

Begrijpend lezen wordt op teamniveau opgepakt o.l.v. onze leescoördinator.

Doelen voor 2015-2016 n.a.v. de evaluatie van onze rekendoelen. We handhaven minimaal het rekenniveau dat onze trend aangeeft en proberen nog meer aandacht te geven aan automatisering. Het niveau in de groepen 5 t/m 7 moet hoger uitkomen. Doelen voor 2015-2016 n.a.v. de evaluatie Welbevinden, Scol 1. We bespreken samen de analyse van overzicht leerkrachten leerlinglijst en de te ondernemen acties in (deel)teamverband. 2. Alert zijn op het verschil in waarneming door leerkrachten en het ervaren van leerlingen m.b.t. plaagof pestgedrag. 3. We geven de leerlingen meer succeservaringen (ondersteund vanuit gedachtes “omgaan met een moeilijke groep”….. strokes) en de leerlingen kunnen deze benoemen (bewustwording). 4. We blijven de opgedane vaardigheden van de teamcursus “Conflicthantering” vervolgen. 5. We stellen onze doelgrens naar boven bij naar 80 % Algemene aanbevelingen: 1. We stellen regelmatig onze prioriteiten vanuit het schoolondersteuningsprofiel (SOP) op. Die zijn onze richtingwijzers. 2. We proberen zoveel mogelijk continuïteit te houden in de bezetting van de groepen. 3. Vervangers/nieuwe leerkrachten worden opgevangen door de parallelleerkracht en directie 4. Goed overleg plannen tussen de collega’s die samen een groep hebben, om gezamenlijke verantwoordelijkheid en voorlichting aan ouders goed te kunnen verzorgen. 5. Bij de overgang verzorgt de lkr. de HP’s die meteen na de zomervakantie kunnen worden gestart. Bijzonderheden van de groep worden in 1 A4-tje aangegeven vooraan in de zorgmap. 6. Het onderdeel woordenschat moet in elke groep veel aandacht blijven krijgen. 7. Bij het zelfstandig werken moet er goed gelet worden op de kwaliteit van het leerlingenwerk. De instructie moet voor alle lln. goed verzorgd worden en er moeten hoge eisen aan de kinderen gesteld worden. Dwars door de leergebieden heen kunnen we de resultaten in de breedte nog verbeteren door : - Onze vaardigheid m.b.t. “effectieve instructie” te blijven verfijnen (met name, differentiatie en interactie) - Zoveel mogelijk structureel het kader van “effectieve instructie” hanteren in de lessen/activiteiten. - Hoge eisen stellen aan product/proces, zowel bij leerling als bij ons zelf. - Na elke LOVS toets grondig te analyseren, hierbij ook lettend op/ondersteund door gegevens vanuit de zelfevaluatie (trend, dwarsdoorsnede en vaardigheidsgroei) - Het “protocol dyslexie” te bestuderen en gedachte/werkwijze eigen te maken.


45

B. Operationele plannen In het jaarplan 2014-2015 staan in een zevental afzonderlijke operationele plannen de voornemens gepland in termen van wat, wanneer, waarom, wie en hoe. Elk voornemen is door een of twee teamleden geëvalueerd met behulp van een aantal vragen betreffende de opbrengsten (productevaluatie), plan van aanpak (procesevaluatie) en het eventuele vervolg. Ook zijn er op basis van de antwoorden op die vragen een aantal conclusies geformuleerd en aanbevelingen opgesteld. De opbrengsten van deze evaluatie staan hieronder per voornemen vermeld. Deze gegevens zullen richtinggevend zijn, samen met de nieuwe voornemens die vermeld staan in de meerjarenplanning in het schoolplan voor het komend cursusjaar, voor de planning van het cursusjaar 20152016. Voor elk onderwerp dat voortgezet wordt of nieuw aangepakt zal weer een nieuw operationeel plan worden opgesteld in smarttermen. De concept planning voor cursusjaar 2015-2016 is achterin dit evaluatieverslag opgenomen. 1.

Onderbouw

A. Handelingsgericht / doorgaande lijn werken groep 1 en 2 1. Opbrengsten (voldoende gerealiseerd) 2. Proces (gedeeltelijk volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? Uitleg geven aan tijdelijke collega’s (vervangsters) kost veel tijd en energie. Structureel bezig zijn, is belangrijk, bevordert de zelfstandigheid bij de leerlingen en geeft rust in de klas. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?: Door de leerlingen te sturen om eerst de moet-taken (nr. 5, de verwerkingsbladen) te maken, alvorens de andere moet-taken te plannen, krijgen ze deze tijdig af en kan de leerkracht ook het resultaat goed bij houden. Welke zaken hebben belemmerend gewerkt? Het plannen door de leerlingen van groep 2 en de oudsten van groep 1 kan sneller. De leerkracht heeft veel tijd nodig om de jonge instromers te helpen met plannen. Er blijft minder tijd voor de leerkracht om langer aan de hulptafel te helpen. 3. Conclusie(s) De leerlingen blijven attenderen om eerst aan een bepaalde moet-taak te werken. 4. Aanbevelingen Meer tijd creëren voor de hulptafel, de leerlingen per groepstafel een ontwikkelingsmateriaal met een opdrachtkaart te geven, daarna een 2e moet-werk zelf laten plannen.

B. Voorbereidend rekenen / gecijferdheid 1. Opbrengsten (voldoende gerealiseerd) 2. Proces (grotendeels volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? Het structureel gebruiken van het activiteitenboek van Rekenrijk ervaren we als prettig. We zorgen er voor dat er bij onze maandelijkse taakplanning voldoende verwerkingsbladen zijn voor elke niveaugroep. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?: Maandelijks komen de items tellen/getalbegrip, meten en meetkunde voldoende aanbod. Er waren geen belemmerende zaken. 3. Conclusie(s) We zijn op de goede weg. 4. Aanbevelingen Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

46

Door blijven gaan, zoals we nu bezig zijn C. Woordenschat 1. Opbrengsten (voldoende gerealiseerd) 2. Proces (grotendeels volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? In onze overlegmomenten en bij het maken van onze maandelijkse planningen steeds hieraan werken. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?: Het werken met een groepsplan, waarin we bij taal en woordenschat de leerlingen die extra hulp nodig hebben, de juiste oefeningen aanbieden. De hulp die we krijgen van stagiaires ergotherapie werkt bevorderend. Ze zorgen voor het klaarmaken van de woordkaarten en individuele checklijsten. De hulpouder(s) bij het werken aan de computer met Schatkist taal. Welke zaken hebben belemmerend gewerkt? Tijd en hulpouder(s) die uitvallen i.v.m. een baan. 3. Conclusie(s) We zijn opgeschoten en blijven ook doorgaan 4. Aanbevelingen Zorgen voor het structureel kunnen checken van de individuele woordenschatkaarten. De hulpkrachten in de klas zijn hierbij een steun. D. V.V.E. 1. Opbrengsten (gedeeltelijk gerealiseerd) 2. Proces (grotendeels volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? In de bouwvergaderingen is het plan van aanpak voldoende aan bod gekomen. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces? Gezamenlijke activiteiten en peuterbesprekingen met of zonder VVE, ervaren we als prettig. Het bezoek van de peuters die al eens in de klas komen wennen, werkt drempelverlagend. Er waren geen zaken die belemmerend hebben gewerkt. 3. Conclusie(s) Zo blijven doorgaan. Methode afstemming PSZ-BS is in onze 2 overlegmomenten met begeleiding van Gerlie B. (extern adviserend ondersteunster) in november 2014 en maart 2015 vanwege tijdtekort niet aan bod kunnen komen. 4. Aanbevelingen Volgend schooljaar 2015-2016 Methodes PSZ-BS op de planning zetten. 2.

Invoeren nieuwe leesmethodes

1. Opbrengsten (gedeeltelijk gerealiseerd) Begrijpend lezen 1.Werkmap ‘lezen, denken, begrijpen’ bestuderen (leescoördinator). 2. Tijdens een deelteam de informatie delen d.m.v. een PowerPoint. Dit is conform tussenevaluatie verlopen. De informatie is gedeeld met de collega’s van groep 4 t/m 8. Enkele groepen zijn aan het werk met de klapper ‘werkmap begrijpend lezen’. Zij passen de opdrachten toe bij de verhalen uit de methode van taal en de wereld oriënterende methodes. Tijdens het deelteam na de informatie m.b.t. de ‘werkmap begrijpend lezen’, hebben we kort besproken wie er al gewerkt heeft met de werkmap begrijpend lezen. Een enkele collega gaf aan dit niet perse nodig te hebben en een andere collega wilde graag nog wat uitleg. De resultaten voor technisch en begrijpend lezen zijn weliswaar vooruit gegaan, maar nog niet op het niveau dat van onze school verwacht wordt door de inspectie. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

47

2. Proces (gedeeltelijk volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? Meer tijd creëren om samen met de ib-er te kunnen overleggen. Proberen kritisch te kijken naar ons leerkrachtgedrag; wat kan met dezelfde energie gedaan worden, maar dan efficiënter? Tijdens deelteamvergaderingen regelmatig terugkoppelen hoe iedereen te werk gaat bij technisch- en begrijpend lezen. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?: -De ‘werkmap begrijpend lezen’ geeft kort uitleg over de belangrijke zaken rondom begrijpend lezen en geeft praktische werkvormen aan die ook bij andere vakgebieden efficiënt te gebruiken zijn. -De terugkoppeling tijdens het deelteam m.b.t. de ’werkmap begrijpend lezen’. -Een collega die niet bij de ‘presentatie’ over de werkmap was, maar die wel zelf actie heeft ondernomen om er mee aan de slag te gaan. Welke zaken hebben belemmerend gewerkt? Het was lastig om een onafhankelijke cursus te vinden m.b.t. begrijpend lezen. Bij deelteamvergaderingen zijn niet alle collega’s aanwezig. Vaak weinig tijd om samen te overleggen (Ib-er en leescoördinator). Tijd vinden om de ‘werkmap begrijpend lezen’ in te zetten bij de bestaande lessen. De onderbouw (groep 1t/m 3) is nog nauwelijks betrokken geweest bij het stuk begrijpend lezen. 3. Conclusie(s) Na een deelteam is het fijn als duo-collega’s elkaar op de hoogte houden van datgene wat besproken is (zie bevorderende factoren). Vooraf overlegmomenten inplannen voor Ib-er en leescoördinator. 4. Aanbevelingen Tijd creëren, zodat Ib-er en leescoördinator meer kunnen samenwerken. In gesprek blijven met elkaar over hoe we de lessen technisch- en begrijpend lezen geven. De werkvormen uit de ‘werkmap begrijpend lezen’ ook efficiënt inzetten bij andere vakgebieden. De onderbouw betrekken bij het onderdeel begrijpend lezen. Meer tijd uittrekken voor de leescoördinator. 3.

Passend onderwijs

1. Opbrengsten (grotendeels gerealiseerd) Het beoogde resultaat is helemaal gerealiseerd, behalve het punt van dyscalculie. 2. Proces (grotendeels volgens plan) Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces? Het is volgens plan verlopen. Tijdig en goed plannen leverde het beoogde resultaat 3. Conclusie(s) /4. Aanbevelingen Dyscalculie niet vergeten! Bekijken wat de casuïstiek betreffende gedrag kan betekenen bij de HGPD


48

4.

Leerlingenzorg

1. Opbrengsten (Onderdeel A. Groepsplannen: voldoende; Onderdeel B en C. Esis en SCOL: gedeeltelijk gerealiseerd) A. We gaan beter met de afspraken rond groepsplannen om. De notitie van evaluatie, na afloop van de planperiode, niet vergeten in te vullen. De ondersteuning van het groepsplan wordt als positief ervaren. Het vervolg (2e) groepsplan meteen na de evaluatie maken, anders kom je in tijdnood/is het jaar al te ver gevorderd. 2. Proces (gedeeltelijk volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd? De planning verliep iets vertraagd. Bijeenkomsten werden deels aangepast door het uitvallen van onze directeur. Dit was uiteraard niet voorzien. Derhalve vooraf de onderwerpen niet op alle teambijeenkomsten/deelteambijeenkomsten inplannen. Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?: De samenwerking tussen Ib-er en ICT-er. Nieuwsgierigheid van de collega’s. Welke zaken hebben belemmerend gewerkt? De noodzakelijke aanpassing van overlegmomenten. De hoeveelheid werk op de werkvloer. De slechts incidentele momenten dat leerkrachten daadwerkelijk met Esis en Scol werken. 3. Conclusie(s) Dat bovengenoemde onderdelen vaker terug dienen te komen, zodat we er meer vertrouwd mee raken. Om dit te bevorderen, moet de Ib-er bij voorkeur niet de handelingen verrichten, maar proberen de collega’s dat eerst zelf, waarbij de Ib-er “stand-by” is. 4. Aanbevelingen Oefenhandelingen binnen Esis en Scol frequenter inplannen, ook buiten de vaste momenten in het schooljaar.


49

5.

Talentontwikkeling

1. Opbrengsten (gedeeltelijk gerealiseerd) a. Een cyclus zorgt voor verdieping, maar de cyclus mag een les korter. Is gebeurd en goed bevallen. b. Drie momenten voor de talentenrondes in het jaar kiezen, deze koppelen aan de ouderavonden en de jaarafsluiting. Er is er pas één geweest. Voor de ouderavond. Ouders konden tijdens deze avonden de werken bekijken. De school was mooi aangekleed! c. Wisselen in dagen waarop de workshops zijn. Komt nog, er is er pas één geweest. d. Een juiste manier zoeken om kinderen gericht te laten kiezen binnen hun eigen talent. Niet gebeurd, we willen op een andere manier verder waardoor dit item waarschijnlijk niet meer zo aan de orde is. Wordt nog besproken in het team. e. Duidelijke afspraak maken in halen en brengen van materialen. Er zijn geen materialen gehaald. Vanwege het afzeggen van alle vrijwilligers, waarmee afspraken waren gemaakt, werd het te duur om alle activiteiten in te kopen. We hebben een alternatief programma gedraaid op kracht van de leerkrachten. Zij hebben zelf voor de materialen gezorgd die nodig waren. f. Lange termijn afspraken maken met externen. Deze zijn helaas niet gemaakt. Vrijwilligers hebben zich teruggetrokken. Inkopen was veel te duur. 2. Proces (grotendeels en gedeeltelijk volgens plan)

a. b.

c. d. e. f. e.

g. h. i. j.

k. l. m.

Activiteit c.q. processtap Plannen wanneer de cycli plaatsvinden. Contact leggen met externen en afspraken maken voor alle 3 de momenten. Evaluatieformulieren maken Contacten onderhouden met externen Definitieve invulling workshops maken, inclusief draaiboek. Inschrijfformulieren aanpassen voor leerkrachten en leerlingen en deze verspreiden. Inschrijfformulieren verzamelen en indeling maken van de workshops m.b.t. leerkrachten, lokalen en leerlingen Materialen laten ophalen/ brengen en verdelen onder de leerkrachten Start workshops Leskisten en materialen laten ophalen en evaluatieformulieren ophalen Evaluatieformulieren verzamelen en inventariseren en dan terugkoppelen naar leerkrachten eigen groep. d t/m j herhalen zich telkens voor een nieuwe cyclus! Invullen evaluatieformulier Jaarevaluatie

Evaluatie A en B Gebeurd Gebeurd, vrijwilligers hebben zich afgemeld. Er zijn vanwege de kosten geen nieuwe afspraken gemaakt. Niet gebeurd Niet gebeurd Niet gebeurd Niet gebeurd Niet gebeurd

Niet gebeurd Niet doorgegaan. N.v.t. n.v.t.

Alternatief programma gedraaid bij tweede cyclus Gebeurd Gebeurd

3. Conclusie(s)/ Aanbevelingen Er heeft een oriëntatie met een extern deskundige op dit gebied plaatsgevonden. We willen het goed en krachtig wegzetten binnen de mogelijkheden die we kunnen creëren. Binnen het teamnemen we de herbezinning in dezen mee en we maken een nieuw “plan de campagne” (in de vorm van het nieuwe operationele plan).


50

6.

Implementatie interactief onderwijs

1. Opbrengsten (voldoende gerealiseerd)  We hebben een afgestemde kijkwijzer in gebruik genomen, met draagvlak vanuit directie, voor zover mogelijk actueel ten opzichte van de huidige schoolvisie / speerpunten en beschikbare (methode)software pakketten voor gebruik op het digitaal schoolbord en leerling computers. In het begin van het schooljaar 2015-2016 zal deze op dezelfde wijze voor gebruik in het nieuwe schooljaar dienen te worden bijgesteld.  Rekentuin (rekenen, bovenbouw) en Leskompas (interactief digibord pakket, bovenbouw) en Estafette “Leerkracht assistent” na evaluatie en in overleg met directie (in abonnementsvorm) beschikbaar gemaakt voor gebruik binnen het schoolnetwerk. Verdere implementatie van beide / besluit name definitieve / schoolbrede aanschaf dient een plek te krijgen binnen het schooljaarplan 2015 / 2016. Tevens dient er plek te zijn voor het screenen van gebruik van beschikbare schoolpakketten (nieuwe EDUgrip concept) om het aanbod zo goed mogelijk af te kunnen stemmen op de praktijk.  Langdurige proefperiodes met betrekking tot Leskompas, Muiswerk Compleet en Gynzy Kids aangegaan, evaluatie / besluit name volgt einde schooljaar. Eventuele implementatie zal een plek binnen het nieuwe schooljaarplan dienen te krijgen.  Naar aanleiding van klasconsultaties zijn individuele voortgangsafspraken gemaakt ten aanzien van gerichtere inzet van digitale middelen. Binnen deelteam- en teamoverleg, alsmede via info bulletins per mail / op papier is daarbij de inzet van interactieve toepassingen, methode toepassingen alsmede toepassingen rondom mediawijsheid gestimuleerd. Met name de toegenomen inzet van Gynzy, Rekentuin, Leskompas en het gegeven dat ICT binnen het onderwijs op onze school gevoelsmatig “meer op de kaart staat” (meer overdacht gebruik, daadwerkelijke acties n.a.v. coaching vanuit klasconsultaties) zijn als winst in de praktijk geconstateerd. Toepassingen van mediawijsheid en inzet van leerling computers (Leskompas, kleuter software, web paden) worden nog niet optimaal benut en zullen als speerpunten worden voorgesteld binnen de ICT kijkwijzer 2015-2016. Vervolgconsultaties (bewaking voortgangsafspraken) zijn nog niet afgerond (werd beoogd binnen schooljaar 14/15 maar is naar het schooljaar 2015-2016 getild). 2. Proces (grotendeels volgens plan) Wat hebben we daarvan geleerd?  Mogelijkheid van meerdere klasbezoeken (zowel een ongeplande praktijkobservatie als een voorbereide klasconsulatie en met name de nabespreking daarvan) geeft een voor zover mogelijk compleet beeld van de inzet van digitale middelen in de praktijk en maakt gerichtere coaching mogelijk. Een oriënterende aanloopfase was daarbij een wezenlijke eerste stap.  De professionalisering van het stukje collegiale consultatie aan de hand van een kijkwijzer (die in de loop van tijd een plaats zou kunnen krijgen binnen het leerkracht portfolio) dient binnen deze school met gepast tempo vorm te krijgen, om het team dat dit nog niet zo “gewend is” niet af te schrikken van de beoogde vorm van coaching.  Het regelmatig kort aanstippen van beschikbare toepassingen binnen team- en bouw, het benutten van het “olievlek – concept” ten aanzien van nieuwe toepassingen alsmede het verspreiden van reminders / inspirators via mail blijkt een succesvolle insteek om digitale toepassingen onder de aandacht te houden.  Ook de (op zich effectief geachte) insteek om binnen het deelteamoverleg te coachen middels het voorbereid uitwisselen van praktijkervaringen, dit jaar in de bovenbouw “in de grondverf gezet”, vraagt verdere uitwerking omdat men nog niet zo bekend is met de werkvorm.  Het stukje algemene schoolvisie met betrekking tot ICT komt gevoelsmatig (en door een enkeling uitgesproken) wat versnipperd over, en vraagt daarmee om actie ten behoeve van aanscherping, waarmee beoogd zou kunnen worden voor iedereen helder te krijgen: “Waar willen wij als school, gezamenlijk naartoe?” Welke zaken hebben bevorderend gewerkt in de planning/het proces?:  Ruimte voor onderwijskundige coaching in de uren dat de ICT coördinator aanwezig was, vanwege de structurele technische ondersteuning door collega John de Groot.  Ruimte tot overleg / presenteren van toepassingen met directie en binnen deelteam- en teamoverleg.  Mogelijkheid tot het aangaan van langdurige proefperiodes door diverse uitgeverijen, financiële ruimte binnen school ICT budget.  Positieve respons / bereidheid tot ontwikkeling door team naar aanleiding van klasconsultaties / team – presentaties. Jaarverslag (14/15) Bs. Kerensheide

51

En welke zaken hebben belemmerend gewerkt?  “Beperkte” aanwezigheid op de werkplek van de ICT coördinator maar ook van leerkrachten die op de woensdag structureel afwezig zijn. Hierdoor was er minder ruimte om structureel inzet van middelen te monitoren / gebruikerservaringen te peilen en werd niet iedereen in gelijke mate gecoacht. 3. Conclusie(s) Binnen het afgelopen schooljaar hebben we als team mooie stappen gezet om de interactiviteit van ons onderwijs a.d.h.v. ICT gerelateerde middelen te vergroten. Meer en meer lijkt ICT “op de kaart te staan”, binnen het team “te leven”, en worden de beschikbare toepassingen effectiever benut. ICT staat echter nooit stil onder invloed van nieuwe ontwikkelingen, vanwege de aanschaf van nieuwe methodes en de aanscherping van onze schoolvisie (en daarbinnen de visie op ICT!) Er blijft dan ook voortdurende ruimte voor groei, waarbij structurering a.d.h.v. een nieuw jaarplan essentieel is voor het schooljaar 2015-2016. De evaluatie m.b.t. het cursusjaar 2014-2015 bij punt 1, brengt met inachtneming van de leerpunten vanuit de procesevaluatie onder punt 2 een aantal duidelijke groeipunten voor het schooljaar 2015-2016 met zich mee, die een plek dienen te krijgen binnen een nieuw schooljaarplan:  Bijstelling ICT kijkwijzer, en deze (in overleg met directie) verder te professionaliseren zodat deze op de langere termijn een plek kan krijgen binnen het individuele leerkracht portfolio.  Implementatie van Rekentuin (bovenbouw), en mogelijk Leskompas (schoolbreed), Muiswerk Compleet / Gynzy Kids.  Screenen van gebruik beschikbare software pakketten (EDUgrip concept) en het aanbod optimaler afstemmen op de praktijk  Klasconsultaties verwezenlijken t.b.v. nieuwe / bestaande interactieve toepassingen om optimaal gebruik te stimuleren. Specifieke aandacht daarbij voor toepassingen mediawijsheid (in het bijzonder midden- en bovenbouw), inzet leerlingcomputers (alle groepen). De ondersteuningsgelijkheden op dit gebied zijn sterk afhankelijk van de beschikbare formatie en de besteding daarvan. 4. Aanbevelingen  Opnieuw ruimte reserveren binnen team- en bouwoverleg om digitale toepassingen onder de aandacht van het team te houden.  Waar mogelijk de ruimte zien te creëren voor klasconsultaties en nabesprekingen in de ochtenduren, waar vaak de meest wezenlijke vakken op het lesrooster staan. In overleg bewerkstelligen van verdere professionalisering hiervan t.b.v. leerkracht portfolio’s.  De mogelijkheid proberen te zoeken voor een teamworkshop (tweede helft van het schooljaar, opzet vanuit ICT coördinator) om zo te proberen te komen tot een heldere, gedragen, gezamenlijke schoolvisie met betrekking tot inzet van ICT binnen ons onderwijs voor een vervolg op korte en lange termijn.

7.

Vernieuwing schoolplan

1. Opbrengsten (helemaal gerealiseerd) Het beoogde is helemaal volgens plan gerealiseerd 2. Proces (grotendeels en gedeeltelijk volgens plan) Het is volgens plan verlopen. Tijdig en goed plannen leverde het beoogde resultaat. 3. Conclusie(s) / 4. Aanbevelingen Het plan wordt onze leidraad. Jaarplanning zal hiervan afgeleid worden.


52

C. Overzicht van voornemens voor schooljaar 15/16 Planning

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Onderwerp (zie voor inhoud evaluatieverslag 2014-2015 en/of meerjarenplanning 2015-2016 in het schoolplan) Cluster Talentontwikkeling Cluster Taal/Lezen Onderbouw Cluster Passend onderwijs Cluster ICT Cluster Schoolklimaat

D. De afgelopen jaren opgestelde beleidsstukken/ protocollen: -Beleid bij vervoer leerlingen -Beleid bijles en begeleiding -Beleid informatieplicht ouders -Beleid bij zieke leerling -Beleidsstuk leerlingenraad -Beleid ouders als partner -ICT-privacy protocol -Protocol time-out, schorsing en verwijdering -Schoolveiligheidsplan -Protocol aanname/toelating nieuwe leerling -Ozop/SOP


53

15) Bs. Kerensheide

Recommend Documents