canonvenster vanaf 1948: de televisie, de doorbraak van een massamedium
14 JULI 1969 HET IS 14 JULI 1969. Midden in de zomer. De zon schijnt fel en het is een warme dag. Over een week gaat er iets heel spannends en bijzonders gebeuren. Dan zet de eerste mens ooit voet op de maan. Koen en zijn vrouw Trudy gaan boodschappen doen in het dorp. Het is een drukke bedoening. De ene naar de andere auto raast door de straten. Volkswagen Kevers, maar ook Amerikaanse sleeën, (grote Amerikaanse auto’s). Het lijkt wel een parade van auto’s. In de verte zien ze een groep mensen stil staan voor de etalage van de elektronicawinkel. “Wat zou daar aan de hand zijn?”
Als Koen en Trudy dichterbij komen vangen ze wat van het geroezemoes op. De mensen staren door de ruiten van een elektronicawinkel naar binnen. Midden in de etalage staat hij dan te schitteren. “O, wat is-ie mooi hè Trudy, die kleurentelevisie?” Koens ogen glinsteren. Een televisietoestel met échte kleuren. Dan kun je precies zien in welke kleur shirts de voetballers lopen!” “Ja, en je kunt zien wat voor kleur jurk de presentatrice aan heeft! Maar zo’n kleurentelevisie is wel heel duur, wel vijftienhonderd gulden! Eens kijken of we niet ergens nog een oude sok op zolder hebben liggen met zoveel geld. Haha!” “Zondag is de maanlanding op televisie” zegt Trudy. “Stel je eens voor dat we dat in kleur kunnen bekijken. ”Trudy giet de aardappels af. Ze doet ze in een schaal en zet ze met wat verse sperziebonen, gehaktballen en een kom vette jus op tafel. “Misschien kunnen we geld lenen bij mijn vreemde om Co. Hij woont al jaren alleen in een vervallen boerderij en heeft heel veel geld in zijn oude matras verstopt. Nee heb je en ja kun je krijgen!” ‘s Ochtends vroeg stappen Koen en Trudy in hun auto. Over een lange smalle weg vol met klinkers rijden ze naar oom Co. De rit gaat uren duren. De snelweg zijn ze nog aan het bouwen! Ze zoeven door de weilanden en aan beide kanten van de weg staan grote oude bomen. Ze rijden met de auto dwars door kleine dorpjes en na een rit van een paar uur (!) zijn ze er. ”Weet je zeker dat het hier is? De boerderij is erg vervallen.” Dan vliegt de deur open en kijkt Koen recht in de loop van een geweer. Daar staat oom Co dreigend met een geweer voor hun neus. “Wat moet dat daar!” roept hij.
“Ik ben het, uw eigen neef Koen!” “Hoe weet ik dat jij dat bent, misschien ben je wel een Russissche spion?” Oom Co richt zijn geweer recht op de neus van Koen. “Ik ben het echt! Kijk. Ik heb hier het litteken nog van die keer dat u die deegroller op mijn hoofd liet vallen.” “Die viel niet, daar sloeg ik je mee! Wat moet je?” Zegt Oom Co. Koen en Trudy schrikken zich rot. Daar komen ineens een koe, een ezel, een geit en een paar kippen langs gerend. Ze worden bijna onder de voet gelopen door de langs rennende beestenboel. “Waar komen die allemaal vandaan?” Zegt Trudy. Als laatste rent er nog een achtergebleven kip tussen de benen van Koen door. “Nou, uhhhhh.” Koen krabt eens wat aan zijn achterhoofd…. “Opgehoepeld!” roept Oom Co. “Je moet vast wat van me” “Hij heeft ons door!” fluistert Koen terug. We moeten iets anders bedenken. “We willen u graag een keer uitnodigen om bij ons langs te komen. Dan kijken we met z’n allen naar de maanlanding.” “Naar de wat?!” “De maanlanding!” zegt Trudy. “Wat is dat nou weer?” “Er gaan mensen met een raket naar de ruimte vliegen. Astronauten noemen ze die mensen en ze gaan proberen te landen op de maan. En het komt op de televisie!” Zegt Trudy. “Telewát? Oh ja, zo’n ding heb ik wel eens gezien. Een soort aquarium zonder kleur waar ze poppenkast in spelen. Ook alweer van die flauwekul. Jullie geloven dat er mensen gaan landen op de maan?” ‘Natuurlijk,” zegt Koen.
“Dat wil ik zien, “zegt Oom Co. “Ik ben erbij, zondag!” “Heb je de hapjes al klaar, Trudy? Oom Co kan elk moment komen!” “Bijna. Ik heb kaas en augurk, worst, toastjes. We hebben straks genoeg te eten en drinken tijdens de maanlanding.” “Daar gaat de bel al. Dat zal Oom Co al zijn!” Koen opent de deur, maar daar staan de buren: Pleun en Henk. Met een fles wijn en een bord vol hapjes in hun handen. “Wat komen jullie doen?” vraagt Koen. “Tja,” zegt Henk, terwijl hij achter op zijn hoofd krabt. “We dachten, die maanlanding is zó bijzonder. Waarom kijken we niet met z’n allen bij elkaar?” “Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Kom verder!” En terwijl de buren naar binnen lopen gaat opnieuw de bel. “Dat is Oom Co!” Zegt Koen. Koen opent de deur. “Ha Oom Co, wat fijn dat u er bent. Het wordt een bijzondere avond.” “Dat zullen we nog wel eens zien!“ Bromt Oom Co. “Koen!” roept Trudy. “Kom je even helpen?”. “Oom Co, gaat u maar vast zitten in de fijnste stoel. Vlakbij de televisie. En Henk zet jij de televisie vast aan?” Daar staat Henk een beetje voor zich uit te staren. Henk heeft zelf geen televisie, maar dat durft hij niet te zeggen. Hij heeft nog nooit een televisie aangezet en weet dus helemaal niet wat hij moet doen. Onhandig gaat Henk aan wat knoppen draaien. Is dat niet de volumeknop?’ vraagt Pleun. “Bemoei je er nu even niet mee Pleun, vrouwen en techniek!” lacht hij tegen
Oom Co. ‘‘Doet hij het niet?’ vraagt Oom Co, die het geklungel van Henk aan ziet. Kijk, er is een knop waar aan/uit op staat. Dat moet hem zijn. Henk drukt erop. Maar er gebeurt niets. Nog steeds blijft de televisie zwart. Dan klinkt er ineens een snoeihard geluid. “Zo”, zegt Henk, “het geluid is er al. Nu nog beeld.” “Je moet even wachten”, zegt Pleun. “De beeldbuis moet eerst opwarmen.” Henk drukt weer op de aan/uit-knop. “Hé, had je de televisie nog niet aangezet?” vraagt Koen die net de kamer binnen komt lopen. Hij drukt op de aan/uit-knop. Dan knalt het lawaai weer uit de televisie. Henk springt van schrik weer in de armen van Pleun. “Wie heeft dat ding zo hard gezet?” vraagt Koen. “Pleun natuurlijk”, zegt Henk. “Vrouwen en techniek…” Het beeld gaat langzaam aan, maar er is alleen maar sneeuw te zien. “Hè, wie heeft er aan dit ding lopen rommelen?” zegt Koen. “Nu kan ik de zender weer helemaal gaan zoeken!” Als er weer beeld is begint de uitzending op Nederland 1. (Optioneel:) De presentator zegt: Welkom dames en heren bij deze speciale uitzending bij de NTS. Over enkele minuten zal er een hoogtepunt in de menselijke geschiedenis plaatsvinden: de eerste landing van mensen op de maan. We hebben enkele specialisten in de studio en zullen zo dadelijk overschakelen naar Cape Kennedy in de Verenigde Staten waar… Oom Co kijkt de anderen aan. “En jullie geloven nog steeds dat er mensen op de maan gaan landen? En geloven jullie ook in kabouters?”
Op dit moment is de landingsprocedure van de Apollo 11 in gang gezet…‘‘Dames en heren, het belangrijke moment is aangebroken… de Apollo zal zo contact maken met de maan.’ Op het beeldscherm is te zien hoe iemand in de studio een speelgoedmaanlandertje aan een touwtje laat zakken op een tafel die als maan is geschilderd. “Hahaha!” buldert Oom Co. “Je ziet de touwtjes zelfs nog! En jullie denken dat het echt is?” “Er is geen camera op de maan. Daarom doen ze het zo na met een nep-maanlandertje en spelen ze alles in de studio na.” “Henk,” vraagt Koen, “kun jij even de antenne draaien, zodat het beeld wat beter wordt.” Henk weet niet hoe hij de antenne moet draaien. Hij houdt hem daarom in zijn hand en draait er rondjes mee. “Wat doe jij nou?” vraagt Koen. “Dat zet geen zoden aan de dijk.” Oom Co begint te gieren van het lachen. Hij lacht zo hard dat hij met een plof uit zijn stoel valt. “Ik heb nog nooit zo gelachen. Ik heb de avond van mijn leven.” Hij heeft tranen van het lachen op zijn wangen. Dit is mijn kans! denkt Koen. “Als u zo vriendelijk wilt zijn om ons geld te lenen, dan kunnen wij een nieuwe televisie kopen. Met kleur! Dat is nieuw. En weet u? Dan geven we deze televisie aan u. Wat zegt u daarvan?”
“Ik wil helemaal geen televisie”, zegt Oom Co terwijl hij de tranen van zijn wangen droogt. “Maar jullie mogen best geld lenen, hoor. Dan kom ik voortaan bij jullie kijken. En doe me en lol, geef deze televisie lekker aan Henk en Pleun. Henk vertelde me net dat zijn televisie kapot is. Hè Henk?” Oom Co geeft Henk een knipoog. Eind goed al goed!