[132. (>.] Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. d. h. g o u v e r n . en vorh. begiootingeu van Sur. en hoofd-I. \
v. 1903,
(lSt. 0.)
BlJIAGF, VAN D l MKMOKIK VAN' ToKLICllTINfi.
Verordening van •"> November ï'.Kiii tot het aanleggen en exploiteeren van een spoorweg \<-tn Paramaribo naai- liet Lawagebied en liet verrichten eener exploratie in het Lawagebied. MEMORIE VAN TOELICHTING.
§ 1. Doel der verordening. Deze verordening heeft een tweeledig doel. H e t eerste is om den aanleg eener spoorwegverbind i n g van Paramaribo naar het Lawagebied te verzekeren . h e t tweede om in het Lawagebied eene exploratie te verrichten. Noodzakelijkheid vtui spoorwegaanleg. Over het nut van den aanleg van een spoorweg in Suriname zal het niet noodig zfjn in het breede uit te weiden. Zoowel bij de schriftelijke en mondelinge gedachtenwisselingen bij de behandeling der verordening betreffende de v e r g u n n i n g tot het instellen van een geologisch en landbouwkundig onderzoek van een deel der kolonie Suriname , welke gedachtenwisselingen ook bij de concessieaanvrage der Maatschappij Suriname voor landontginning en tramaanleg ter sprake zijn gekemen , als nog onlangs in uwe vergadering is de hooge noodzakelijkheid van spoorwegaanleg krachtig bepleit. Die aanleg is het noodzakelijke m i d d e l , om te kunnen komen tot de o n t g i n n i n g van de uitgestrekte binnenlanden dezer, voor zoover b e k e n d , bij uitstek vruchtbare kolonie. De spoorweg in deze streken zal dezelfde diensten bewijzen als de spoorwegverbindingen die in de bezittingen der andere groote koloniale mogendheden in Afrika en Azië tot stand zijn gebracht. De vraag of de spoorweg rendabel zal zijn treedt evenals bij den aanleg van bovenbedoelde spoorwegen niet op den voorgrond tegenover de noodzakelijkheid die er bestaat om het achterland voor het verkeer te openen. De gelden, die tot dit doel worden besteed, behoorjn tot die uitgaven , welke kunnen geacht worden productief te worden aangewend. AYant eerst door den aanleg van eene spoorwegverbinding kan het binnenland in werkelijkheid productief worden gemaakt. Alleen daardoor wordt de mogelijkheid geopend de producten van land- en boschbouw en de ontgonnen delfstoffen af te voeren en de hulpmiddelen voor de ontginning aan te voeren. Bij de ontoegankelijkheid van het binnenland moeten de spoorwegen in Suriname dezelfde rol vervullen als in het moederland de gewone wegen. De ondergeteekende acht het wensehelyk om bij den aanleg van een spoorwegnet in Suriname te beginnen met een spoorweg naar het binnenland en wel met een spoorweg van Paramaribo in de richting van het Lawagebied. Ten opzichte van de wen.schelijkheid om de richting naar het Lawagebied te volgen kan het volgende worden aangevoerd. Nu liet Lawagebied bij scheidsrechteriijke uitspraak aan de Kolonie 18 toegewezen ligt het op haren weg dii gebied te onderzoeken. Is de spoorweg eenmaal naby of aan bet Lawagebied genaderd , dan zullen redenen van finaucieelen en vati anderen aard , niet zooals thans het geval is er van behoeven terug te houden om eene grondige exploiratie op uitgebreide schaal van
het thans hoogst bezwaarlijk te bereiken gebied , door de Kolonie te ondernemen. De reeds bekende goudrijkdom van het Lawagebied (1) pleit er voor aan een spoorweg in die richting de voorkeur te geven boven eene andere richting naar het overige, nog geheel onbekende zuidelijk gedeelte van de Kolonie. In de derde plaats schijnt de richting naar bet Lawagebied aanbevelenswaardig, omdat in dat geval gebruik zal kunnen worden gemaakt van reeds gemaakte plannen en gedane opnietingen , en dus een spoorweg volgens die richting spoediger tot stand kan worden gebracht dan in eene richting waarin tot nog toe geeue opmetingen plaats vonden. Bovendien is het ontworpeji tracé zoodanig gekozen dat de bestaande goudindustrie daardoor zooveel mogelijk gebaat wordt. § 2. l'roegere plannen tol spoorwei/aanleg vóór de aanvrage der Maatschappij Suriname. Niettegenstaande de noodzakelijkheid van eene spoorwegverbinding reeds zeer lang is ingezien zijn plannen daartoe slechts betrekkelijk kort geleden aanhangig geworden. In 1870 is door de New-^ ork and Surinam Company eene groote concessie aangevraagd . waaronder mede eene v e r g u n n i n g om , t e r verbinding zoowel van de onderscheidene gedeelten der Kolonie met elkander als van de Kolonie met andere plaatsen , wegen , kanalen , spoorwegen , stoombooten . zeil- en andere vaartuigen , telegraarlijnen en iu het algemeen alle communicatiën en communicatie- en vervoermiddelen zonder onderscheid aan te leggen of daar te stellen." Bij verordening van '6 Mei 1870 (Gourcrnementsblud van 1870. n°. 4) is de Gouverneur gemachtigd zoodanige vergunning voor den tijd van hoogstens vijftig j a a r te verleeuen. Daarna is bij de verordening van 3 Maart 188G (Goiirmieiiieiilshliul van 1886 , n°. 1'.') de Gouverneur gemachtigd voor een door hem te bepalen tijd, honderd j a a r niet te boven g a a n d e , verg u n n i n g te verleeuen tot den aanleg en de exploitatie van een spoor- of tramweg of wel van beide te zameu tus^cheu den waterkant te Paramaribo en de Saramaccarivier. Geen van de iu die verordeningen bedoelde spoorwegverbindingen zijn tot stand gekomen en zelfs niet de paardentrannvegeii in Paramaribo en de buitenwijken, waarop de verordening van '■'> y >ctobei 1891 {Qmntnumenlsblad van lSyi', n". 1) betrekking heeft.
Mi Vnii de totale goadopbrengat der kolonie in 1900, n s"
.6
!U2.
Ü.J
Spoorwegaanleg en exploratie LawageLied in Sur. d. ii. gouvein. en verh. begrootingen van Sur. en lioofdst. X v. 1903.
£ 3. Aancragc van ds Maatschappij SurUwiu, Ernstige pogingenuitzicht gestelde f250000 daarvoor ongeveer 1450000 zijn om in de langgevoelde behoefte vim eeno spoorwegverbinding uitgegeven. in de Kolonie te voorzien, werden eerst in 1896 in liet werk gesteld. ID dat jaar werden bij rekesten van 25 Augustus twee aanvragen door een/elfde comité ingediend , de eene gericht aan den Gouverneur dezer kolonie, ile andere aan den Minister van Koloniën. Hij de eerste aanvrage werd verzocht : 1". de vergunning tot het instellen van een geologisch en landbouwkundig onderzoek van de landstreek gelegen bezuiden Paramaribo, tusschen de Suriname- en Marowijnerivieren : '1 . de concessie gedurende ten minste 75 jaren voor den aanleg en de exploitatie van een tramweg van Paramaribo naar het Lawagebied , waarvan het voorloopig tracé zou worden bepaald, nadat het sub 1°. genoemde onderzoek de gegevens, noodig voor de vaststelling der richting van dat vervoermiddel zou hebben verschaft; 3°. de concessie gedurende minstens 75 jaren tot de boveneu benedengrondsche ontginning van een terreinstrook diep 1000 M. aan weers/.ijden van den aan te leggen tramweg en ter lengte van die baan ; 4°. de concessie gedurende minstens 75 jaren tot de bovenen benedengrondsche ontginning van een of meerdere terreinen ter gezamenlijke oppervlakte van 500 000 H.A. ter keuze van de aanvragers, gelegen in de sub 1°. bedoelde landstreek. In het adres aan den Minister van Koloniën verzocht het comité de beschikbaarstelling van een bedrag groot f ICO 000 of minder te willen provoceeren als participatie in het kapitaal groot minstens f 250 000 bestemd voor het instellen van het geologisch en landbouwkundig onderzoek omtrent de productiviteit «Ier sub 1°. genoemde landstreek en om te zijner tijd iu overleg met adressanten eenige technische ambtenaren in Nederlandsch-Indischen dienst tot deelneming in dat onderzoek te willen beschikbaar stellen. Deze plannen werden zoowel door het Bestuur als door de ; Vertegenwoordiging in de Kolonie met instemming ontvangen en bij de verordening van 21 December 1890 (Guucernementsblnd van 1896, n". 55) machtigden de Koloniale Staten den Gouverneur om onder bepaalde voorwaarden het gevraagde geologisch en landbouwkundig onderzoek aan het comité toe te staan. Bij beschikking van 4 .Januari 1897. litt. B, n . 64, heeft mijn ambtsvoorganger de vergunning tot het instellen van bedoeld onderzoek verleend. In 1899 werd een tweede stap gedaan. By de verordening van 24 Juni 1899 (Gouveinementsblad van 1899 . n". 35). heeft de Gouverneur van de Koloniale Staten de machtiging verkregen om met inachtneming der bepalingen van die verordening en voorts onder zoodaiiige voorwaarden als de Gouverneur dienstig zou achten . aan de inmiddels opgerichte Maatschappij Suriname concessiën te verleenen : a. tot den aanleg en de exploitatie van een tramweg, ingericht voor personen- en goederenvervoer, gaande van Paramaribo of een ander punt van de Suriname-rivier naar het Lawagebied ; /;. tot ontginning en exploitatie van alles wat zich op ot in den bodem bevindt op één of meer perceelen, ter gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 500 000 H.A., gelegen in de landstreek bezuiden Paramaribo tusschen de Suriname en Marowijnerivieren. Krachtens deze verordening heeft mijn ambtsvoorganger bij onderscheidene resoluties aan de Maatschappij concessies verleend tot het ontginnen en exploiteeren van domeingrond overeenkomstig het bepaalde bij art. 1 sub b dier verordening. Blijkens de geschiedenis dier verordeningen heeft men aan de Maatschappij de beschikking over eene zoo groote uitgestrektheid land gegeven ten einde haar in staat te stellen te kunnen overgaa.i tot den aanleg en de exploitatie van den tramweg. £ 4. Bendlaiea der oraMfMgm M dar exploratit. Zoowel de opneming van het terrein ten behoeve van de vaststelling van het tracé voor den tramweg als de exploratie voor ontginningsdoeleinden werden dadelijk door de Maatschappij krachtig ter hand genomen en met ijver voortgezet. De resultaten op mijnbouwkundig gebied zijn ongunstig geuer-t niettegenstaande in plaats vau de voor de exploratie in
§ 5 . Feitelijke toestand. Hoe is thans de feitelijke toestand? Van den aanvang af is uitgegaan van het denkbeeld dat de spoorweg op zich zelf niet rendabel zou zijn. De spoorweg zal loepen door streken die voor verreweg het grootste deel geheel onbewoond zyn. Daarom werd er een zeer nauw verband gelegd tusschen de concessie voor den tramaanleg en de uitgifte der landconcessies. De winsten door deze laatste behaald zouden de concessionarissen in staat moeten stellen den spoorweg aan te leggen. Wat is echter gebleken ? Dat de landconcessies niet de verwachte handelswaarde hadden en daardoor het kapitaal benoodigd voor den tramaanleg zonder krachtige Staatshulp niet kon worden gevonden. Die staatshulp zou in dit geval moeten bestaan uit subsidie of reutegarautie , al of niet gepaard met landconcessies. Immers het is bewezen dat landconcessies alleen, zelfs onder zoo gunstige voorwaarden en over zoo groote uitgestrektheid verleend als in casu het geval is geweest, niet het gewenscht effect hebben gehad. Voordat de Staat echter overgaat tot het verleenen van subsidie of garandeeren van rente dient de vraag overwogen te worden of aanleg van Staatswege op eigen risico niet de voorkeur verdient. Afgescheiden van overwegingen van principieelen aard ligt het voor de hand dat naarmate de subsidie of reutegarautie grooter moet zijn er minder reden is om die wijze van handelen boven Staatsaanleg te verkiezen. De Maatschappij Suriname nu vroeg een rentegarantie van 3' 2 pet. gedurende een tijdvak van 20 jaren over het werkkapitaal vereischt voor spoorwegaanleg en -exploitatie en voor de ontginning van de terreinen waarop de Maatschappij rechten kon doen gelden. Een andere vraag werd gedaan door een comité dat met overname der rechten enz. van de Maatschappij Suriuame den spoorweg wenschte aan te leggen en te exploiteeren ouder beding dat de Staat de rente en aflossing der daarvoor uit te schrijven 4 pet. obligatieleening gedurende den geheelen duur der leening garandeerde of wel de Staat de noodige gelden aan de op te richten maatschappij verstrekte. Behalve de rente en aflossing der bovenbedoelde leening zou de Staat bovendien . gedurende vijf jaren na den datum vau afsluiting der bouwrekening moeten waarborgen het eventueel nadeelig saldo «Ier exploitatierekening van den spoorweg tot een maximum van f250 000 'sjaars. Dit comité wenschte voor landconcessies over 500 000 H.A. vrijstelling der retributie, totdat de geleende gelden zouden zijn terugbetaald. § 6. Conclusie : Staalsnanleg. Uit bet bovenstaande blijkt dat in beide gevallen door den Staat of de Kolonie zeer zware offers zouden gebracht moeten worden om den aanleg te verzekeren, zoowel in geld als in landconcessies. Feitelijk zouden onder die omstandigheden voor verreweg het grootste deel de slechte kansen van den spoorwegaanleg ten laste van den Staat komen en de goede hoofdzakelijk ten bate van eene Maatschappij. Was het dus reeds om financieele reden bedenkelijk daartoe op een der voorgestelde wijzen over te gaan , ook andere overwegingen pleiten er voor aan aanleg en exploitatie van den tramof spoorweg rechtstreeks door Staat of Kolonie de voorkeur te geven, en wel voornamelijk omdat alleen daardoor volstrekte zekerheid is te verkregen , dat de spoorweg spoedig tot stand komt, want men vergete niet dat bij geen der beide bovenbedoelde voorstellen volstrekte zekerheid bestond dat het vereischte kapitaal, zelfs bij het verkrijgen van de aangevraagde staatshulp zou worden gevonden. Maar bovendien ook meer in het algemeen zijn er gewichtige redenen, die voor Staatsaanleg, bepaaldelijk in de omstandigheden , waarvan hier sprake is , pleiten. Bij aanleg van Staatswege is de Staat volkomen vr\j, zoowel wat betreft den aauleg als de exploitatie van het vervoermiddel en kan hij bij veranderde omstandigheden met nieuwe behoeften rekening houden , bij particulieren aanleg en exploitatie daarentegen is men te dien opzichte afhankelijk van de bepalingen eener concessie die — de ondervinding heeft het genoegzaam geleerd — bij de toepassing tot groote moeilijkheden kunnen leiden. Concessionarissen blijken dikwijls onmachtig in de exploitatie die veranderingen te brengen welke nieuwere eischen van het verkeer noodig maken. Het geven vau een laudgrant langs de baan , zooals dit bij het verleenen der tramconcessie in de bedoeling lag, heeft nog
Byiageii,
[132.
O.j
Tweede Kamer.
.Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in S u r . d. h . g o i i v e i n . en verh. begrootingen v a n Sur. en hoofdst. X v. 1903. liet nadeel d a t de spoorwegeonceasionarissen den aanleg van zijtakken , die noodig zullen zijn voor de exploitatie van landen bosch bouw-ondernemingen en van goudconcessies , mogelijk niet krachtig genoeg zouden bevorderen. Hij Staatsaanleg en -exploitatie ontgaat men deze nadeelen en behoudt de Staat of' de Kolonie niet alleen de kwade kansen voor zich.
3".
kantoormeubilair en niagazynsgoederen ,
dan zal voor den aanleg van den spoorweg in zijn geheid ongeveer uven millioen gulden noodig zijn. Ter vergelijking van het boven aangenomen bedrag voor de kosten van den spoorweg per K.M. met dat van andere spoorwegen in tropische landen moge het volgende dienen : De spoorweg welke door de Nederlandsche Handelmaatschappij op hare onderneming Mariënburg in Suriname is aangelegd is lang ruim 30 K . M . , heeft een spoorwijdte van 1.280 M. en heeft met inbegrip van het rollend materieel gekost ongeveer f 370 000 overeenkomende met ruim f 12 00O per K.M. Ten opzichte van de in Hritseh-Guyana aangelegde spoorwegen valt het volgende mede te deelen :
§ 7. Spoorm&dte. De meest gebruikelijke spoorwijdten zyu van 1.435, 1.0(57, 1.00, 0.75 M. en minder. Voor normaal spoor bedraagt in Europa (Rusland uitgezonderd) de spoorwydte 1.435 M . , terwijl men onder smal spoor rekent de spoorwydten van 1.00 en 1.007 en ook van 0.75 M. T o t klein spoor worden g e woonlijk gerekend de spoorwijdten van minder dan 0.75 M. E e u e spoorwijdte van 1.0G7 M. is voldoende gehleken in Xederiandseh Oost-Indië. De spoorwydte van 0.75 M. is in lateren tijd buiten Europa ook voor belangrijke spoorwegen toegepast, o. a. voor den 388 K.M. langen Congospoorweg en voor het in uitvoering zynde spoorwegnet op Atjeh , lang ongeveer 434 K.M. I n E u r o p a heeft dat spoor groote toepassing gevonden vooral in bergachtige landen o. a. Saksen. In Nederland is eene spoorwijdte van 0.75 M. gebezigd voor den tramweg Velp—Dieren— T e r b o r g en zal zij worden toegepast voor den tramweg Zutphen— M. KM. Emmerik. V. Georgr1.488 ± 9 7 + t' 7 100 000 Een spoorweg met eeue spoorwijdte van 0.75 M. is in aanleg town-Rouigeeuigszins minder kostbaar dan een spoorweg van 1.00 a 1.067 nol (Burbicuj, M. Bovenal schijnt echter aan een spoorweg met de eerstgenoemde spoorwijdte de voorkeur te moeten gegeven worden omdat daaraan geüiakkeluk draagbaar spoor van gelijke wijdte kan worden a a n gesloten , hetgeen bepaaldelijk voor houtvervoer van groot belang kan zijn. Intusschen worden omtrent de vraag of met het oog hierop eene spoorwijdte van 75 cM. werkelijk de voorkeur verdient boven eene van 1 M. — zooals voor den ontworpen spoorweg 2°.Vrecden- 1.067 ±•-'4 in Frausch-Guyana is aangenomen — nog nadere inlichtingen boop-Greeodoor den ondergeteekende verwacht. wtcfe l'ark, Het ligt in de bedoeling den spoorweg zoodanig in te richten , dat daarop met eene snelheid van 30 K.M. per u u r kan worden 3°. Demera- 1.000 t 30 gereden. ra-Essequebo,! Tracé. H e t tracé van den spoorweg is als volgt o n t w o r p e n : van Paramaribo over ongeveer 45 K.M. in zuidelijke r i c h t i n g ; vervolgens over ongeveer 30 K.M. in zuid-westelijke richting tot nabij de uitmouding van de Mindrinetikreek en de Saramacca: voorts over ongeveer 05 K.M. in zuid-oostelijke richting tot nabij F r i met eene snijding der Suriuamerivier boven de vallen bij Kadjoe. Van Fri k a n het Lawagebied bereikt worden hetzij in oostelijke richting naar de samenvloeiing der Tapauahony en Lawa of wel in zuidelijke richting naar de Tapauahony. De eerste richting is van Fri ongeveer S0 K.M., de tweede ongeveer 105 K.M. lang. De totale lengte van den spoorweg van Paramaribo tot h e t Lawagebied zal dus 220 a 245 K.M. bedragen. Of h e t wenschelijk zal zijn den spoorweg van Fri geheel tot aan het Lawagebied te verlengen en welke richting daarbij g e volgd moet worden k a n eerst n a nader onderzoek worden u i t gemaakt. Voorloopig komt h e t voldoende voor te rekenen op eene spoorlengte van 220 K.M. waarmede het Lawagebied althans bereikt kan worden. Kotten.
De kosten van den spoorweg werden door den inge-
nieur (JUINWIS PLAAT op f 18 500 en door den Raad van beheer
der Maatschappij Suriname op f 25 000 per K.M. geraamd (zie 3de jaarverslag der Maatschappij Suriname blad/. 18) W e g e n s de groote moeilijkheden , die bij den aanleg van een spoorweg in een weinig bevolkt tropisch land als Suriname zijn te overwinnen , schijnt het echter voorzichter zooals later door g e noemden Raad is gedaan opeen hooger bedrag, uamelyk f 31)0o0.
te rekenen. De totale kosten van den spoorweg kunnen dus geraamd worden op 220 X 30000 of op t 0 600 0^0. R e k e n t men hierbü op een bedrag van ongeveer f 400 000 voor de kosten der overname van de rechten . en/., van de .Maatschappij Suriname na aftrek van de waarde der door de Maatschappu af te stane activa, bestaande u i t : 1 .
f 310 000 nominaal
en 1250 opriehtersaandeelen
Gran-
placer : 2 . f 11 100 obligatie J pet X. \V. S.: U a n d e l i n g e n der S t a t e n - G e n e r a a l . Bijlagen. 1902—1903.
± f 73 OÜO
Kustspoorwcg waarin vermoedelijk verscheidene bruggen voorkomen. Volgens o p g.oe op uladz. 78 van The ('olonial Olliee L,isl lor 1901 liebben de kosten van deze lijn bedragen t 591 499. Kustspoorwcg.
r 12 ooo
Vcrbindingsïyntje tusschcn de rivieren Denitrara en Es>equeho , op ongeveer 10(i K.M. van de kust. Volgens inlichtingen verstrekt door den Ncd. consul te Georgetown worden de kosten op dit bedrag geschat ; volgens andere opgaven KOUdeB deze i 30000 per K.M. bedragen.
Volgens de opgave voorkomende in de Guide pratique pour la recherche et 1'exploitation de 1'or en Guyane par M. E. i >. LBVAT . P a r i s , 189S, bedroegen de kosten van het ± 15 K.M. laii^e spoorlijntje St. L a u r e u t — S t . J e a u (spoorwijdte 00 eM.) 600 000 francs , of ongeveer 40 000 frans per K . M . , waarbij in acht moet genomen worden dat daarbij de gestraften arbeid hebbeu verrichtTen opzichte van de kosten der op Atjeh aangelegde en ontworpen spoorwegen valt h e t volgende mede te deelen : De aanlegkosten van het gedeelte Segli—Gendeh Brenë hebben met inbegrip van die voor het rollend materieel — welke laatste op het slechts 19 K.M. lange gedeelte betrekkelijk zwaar d r u k ken — bedragen f 32 000 per K.M. De kosten voor de 150 K.M. lange lijn Segli—Lho Seumawe' en voor de L03 K..M. lange lijn L h o S e a m a w é — I d i — b e i d e n o g in aanleg — zyn , met inbegrip van de kosten voor rollend materieel, begroot op respectievelijk 5 en S'/j millioen gulden, zijnde ongeveer f 32 000 per K.M. Op dit bedrag pet K.M. zijn ook begroot «Ie aanlegkosten en de kosten voor uitbreiding van het rollend materieel r a n eene lijn Idi — Langsarbaai, waarvan de bouw is voorgesteld op de Indische begrooting voor het dienstjaar 190'». Aangaande den Congospoorweg wenseht de ondergeteekende de aandacht te vestigen op het volgende, hetwelk ontleend is aan ,1/état independent du Congo van A. 1. WAUTHU, 1V'.".'". In den aanvang werden bij dezen spoorweg de grootste moeilijkheden ondervonden. Van de 4500 a r b e i d e r s , stierven e r 9 0 0
[13*
0.1
Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. d. h. gcravern. en vern. begrootingen van Sur. en hoofdtt. \' v. i!").:. tauehen Januari 1890 en Mei 1892. ali een gevolg van besmettelijke ziekten , van het afmattende k l i m a a t , de moeilijkheid van liet werk en liet ontbreken van comfort en van versche levensmiddelen. Kostbare proeven om voor h e t werk Chineesche arbeiders of arbeiders uit Barbados te bezigen mislukten en de kosten van „a.ileg bereikten iu het eerste j a a r het fabelachtig hooge cijfer van WO000 francs per K..M. Van Maart 1890 tot 30 J u n i 1892 waren nog slechts 9 K.M. spoorweg gereed gemaakt. Met het vorderen van den aanleg en de verbetering van de sanitaire toestanden werd het verkrijgen van arbeiders evenwel voortdurend gemakkelijker ; in 1897 bestond het arbeiderspersoneel uit 9UU0 personen , waarvan de grondwerkers , door de ervaring geleerd en aangevuurd door een stelsel van p r e m i ë n , 3 M 3 . grond per man en per ;dag verzetten , inplaats van '/s M \ zooals in den aanvang, De aanlegkosten vielen langzamerhand t e r u g tot op 87 000 francs per K.M. en in Maart 1898 was de 388 K.M. lange spoorweg voltooid. Behalve door de steile hellingen en hoogten tot bijna 750 M. was de aanleg nog vertraagd door het aanzienlijk getal bruggen en verder door de zoogenaamde telescopische werkwijze , zijnde de metlicde om al het benoodigde voor een te maken weggedeelte aan te voeren met behulp van het reeds voltooide gedeelte van den spoorweg en waartoe men wel zijn toevlucht had moeten nemen bij het volkomen ontbreken van wegen of van bevaarbare stroomen. Het was daardoor niet mogelijk een grooter baangedeelte in bewerking te nemen dan 10 tot 15 K.M. van af het p u n t dat door den spoorweg was bereikt. Tegenover het betrekkelijk langzaam vorderen van den Congospoorweg is het wellicht niet ondienstig eenige bijzonderheden te vermelden omtrent den aanleg van den U g a n d a s p o o r w e g , die de havenplaats M o m b a s a , aan de Oostkust van Afrika, verbindt met hei, groote Afrikaansche b i n n e n m e e r , het Victoria Nvanza. Zij sjjn ontleend aan verschillende Parliamentarv Keports betreffende dien spoorweg van 1 8 9 6 - ' 9 7 tot 1 9 0 0 T 1 9 0 1 . I n J a n u a r i 1890 werd aangevangen met op een eiland h u t t e n , magazijnen, steigers, een waterreservoir, een hospitaal en werkplaatsen te bouwen ; voor de verbinding met het vaste land moest een brug van 1732 voet over een zeearm worden geslagen, waarvan de houten peilers al spoedig de verwoestingen van den paal worm ondervonden. X a een heuvelland te hebben doorsneden, waar de hoogteverschillen den aanleg van een tijdelijke lijn wenschelijk m a a k t e n , waren haast ondoordringbare doornbosschen oorzaak dat men soms niet meer dan een vierde mijl per dag kon vorderen. Meer dan de helft van de Britseh-Indische arbeiders werden door malaria aangetast. De streek achter de kust werd bijna geheel zonder water bevonden en het water dat daarna werd aangetroffen tastte de ketels van de locomotieven hevig aan. Mijna alle lastdieren bezweken aan de steken van de tsetsé vlieg, terwijl een opstand in U g a n d a noodzaakte tot het nemen van verschillende maatregelen van veiligheid , waardoor de vlugheid van werken werd belemmerd. Toch konden op 1 Februari 1898 de eerste 100 Engelsche mijlen spoor voor het publiek verkeer worden geopend. H e t aantal Britsch-Indische arbeiders dat in 1898 4000 b e d r o e g , steeg in 1899 door aanvoer tot 13 000 en bereikte in 1900 een getal van 19 742 arbeiders. In h e t geheel waren e r i n laatstgenoemd j a a r 22 248 arbeiders aan liet werk. Behalve malaria waren de meest voorkomende ziekten scheurbuik en zweren ten gevolge waarvan een groot percentage n a a r Indië moest worden teruggezonden. Bij het voortdringen van den spoorweg werd last ondervonden van „chiggers" Pnlex pen e t r a n s , in Suriname niet onbekend , waardoor, bij verwaarloozing meermalen amputatie van een of meer teenen moest plaats h e b b e n , terwijl aanvallen van leeuwen, aanzienlijke vert r a g i n g en den dood van 28 arbeiders veroorzaakten. Eindelijk kan nog gewezen worden op den belemmerenden invloed van de pest in Britsch-Iudië ten opzichte van den a a n voer van arbeiders en van de werkstakingen in Kngeland voor den aanvoer van het materieel. De sterfte was evenwel gering. De spoorweg werd aangelegd volgens de telescopische werkwijze. De spoorwijdte bedraagt 1 M . , de grootste hoogte die bereikt wordt bedraagt meer dan 83U0 Engelsche voeten ( „ P r o ceediugs of the International E n g i n e e r i n g Congress at Glasgow", 1901 . Sectiou 1) en een groot aantal viaducten bleek noodig. Op 31 Maart 1901 was de spoorweg 483 Engelsche mijlen lang. Volgens een rapport van Sir GUILFOKD MouawoKTB van 28 -Maart 1S99 , zouden de kosten van aanleg per , m i l e " op het eind van
October 1S98, toen 225 Engelsche mijlen waren voltooid, l' 4,010 bedragen h e b b e n , overeenkomende met omstreekt f 31000 per K.M. Voor het verdere gedeelte zijn de kosten echter door de grootere terreinmoeilijkhedeu belangrijk hooger geweest. Immers op 31 Maart 1901, toen de spoorweg over eene lengte van 483 Engelsche mijlen gereed was, hadden de uitgaven C 4.115.00C bedragen. Voor bovengenoemde spoorwegen niet uitzondering van dien der Nederlandsche Handel Maatschappij in Suriname en enkele spoorwegen in Fransch- en liritsch-Guyaua waren de terreinsomstandigheden veel o n g u n s t i g e r dan voor den ontworpen spoor weg verwacht kan worden. Dit in aanmerking nemende schijnt f 30 000 per K.M. als een voldoend hoog cijfer te k u n n e n worden beschouwd wanneer er zich geen buitengewone moeilijkheden niet het personeel voordoen. Het voornemen bestaat om aan de belangen van het personeel in het bijzonder de aandacht te wijden en meer bepaaldelijk te overwegen welke maatregelen genomen moeten worden in het belang der gezondheid van het personeel waartoe eene commissie van deskundigen door den ondergeteekende is benoemd. £ 8. Exploratie van kei Lawagebied. Naast den aanleg en exploitatie van den spoorweg heeft de voorgestelde verordening ten doel een exploratie in het Lawagebied tot stand te brengen. Hoewel in deze landstreek bereids belangrijke vondsten van goud zijn gedaan . is dit terrein tot nog toe niet op groote schaal geëxploreerd, en het is j u i s t op grond van die vondsten dat het van groot belang werd geacht aan welke natie het betwiste Lawagebied zou worden toegewezen. Algemeen werd °P P r U s gesteld dat de Fransche Regeering er eindelijk in 1888 in toestemde het geschil over den eigendom van dit gebied aan eene scheidsrechterlijke beslissing te onderwerpen en met niet minder groote sold'jening weid de beslissing zelve, toen die ten onzen gunste uitviel . vernomen. W e l k nut zal die beslissing echter voor ons opleveren indien WH het t e r r e i n , dat ons toegewezen i s . ongeëxploreerd l a t e n ? De Maatschappij Suriname heeft in het terrein tusschen de Suriname- en Marowijne-rivieren grondonderzoekingen verricht en wel aanvankelijk met geen gunstigen uitslag. Het onderzoek in het Lawagebied zal ongetwijfeld belangrijk meerdere kosten vereischen dan de onderzoekingen welke bereids hebben plaats g e h a d , daar de moeilijkheden door den grooten afstand grooter zijn. Toch is het voor eene juiste kennis van het grondgebied der Kolonie gewenscht dat de arbeid dier maatschappij wordt voortgezet, bepaaldelijk iii het Lawagebied. Of hetgeen reeds aldaar is gevonden eenige aanleiding geeft om goede verwachtingen omtrent de resultaten te k o e s t e r e n , zal de ondervinding moeten leeren. § 9. Overname der Maatschappij Suriname. Om te kunnen geraken tot een spoedigen aanleg van den spoorweg is het overnemen van alle plannen , rapporten . begrootingen van kosten enz. noodzakelijk. Zonder dat zou de gedane arbeid op nieuw moeten worden verricht en zou het naar den ondergeteekende voorkomt, noodig zijn ten minste te wachten tot 1904. Dat uitstel niet gewenscht i s , zal geen betoog behoeven. Ook voor een juiste kennis van de Kolonie is het wenschelijk dat het Bestuur de beschikking erlange over de resultaten van de onderzoekingen door de Maatschappij Suriname ingesteld. § 10. Opneming van gelden. Ter uitvoering van de bepalingen dezer verordening zal het noodig zyn gelden op te nemen. Bij de verordening van 9 November 1894 {GouvernemenUblad van 189G, n°. 11) tot het aangaan van eene geldleening voor productieve werken is ten laste der Kolonie eene geldleening aangegaan ten bedrage van drie millioen g u l d e n , rentende drie t e n honderd in het j a a r . verdeeld in dertig serieën van honderd duizend g u l d e n , uit te geven naar gelang van de behoefte. Deze geldleening werd aangegaan met de bedoeling dat de Staat der Nederlanden de rente en aflossing er van zoude waarborgen , hetgeen ook bij de wet is geschied. De ondervinding bij deze leening opgedaan lokt echter niet uit tot navolging. H e t is toch gebleken dat niettegenstaande de Staat der Nederlanden de renteaflossing dezer leeniug geheel waarborgde de geldmarkt haar niet even g u n s t i g als eene Staatsleening opnam. Eensdeels is dit toe te schrijven aan het geringe bedrag der l e e n i n g , anderdeels aan het feit dat die leening ondanks de Staats-gaiantie niet werd gelijk gesteld niet eene Staatsleening. Op o n g u n s t i g e r
O|
|I32. Spoorwegaanleg en e x p l o r a t i e Lawagobiod in S u r . <1. li. g o u v c i n . voorwaarden d a n voor Staatsleeningen moest daarom worden geleend. W o r d t de Gouverneur e c h t e r , zooals in deze wordt voorge steld , gemachtigd om naar gelang der behoeften de noodige gelden van den Staat der Nederlanden zei ven te leenen , dan is dit in het belang zoowel van de Kolonie als van den Staat. § 11. Rente en aflouing. Exploitatiekoittn, Voordeelt* en ecrmoeilelijlie inkomsten. Uit de artikelen 7 , 8 en 'J der ontwerp verordening blijkt dat jaarlijks op een bedrag van drie percent voor rente zal moeten worden gerekend , en voor aflossing op een bedrag van ten minste eeu percent van h e t totaal bedrag der verstrekte voorschotten , vermeerderd niet een bedrag van de door de verplichte aflossingen vrijgevallen r e u t e , te beginnen vijf jaar nadat het volle bedrag van 8 millioen gulden is geleend of d e aanleg van den spoorweg is voltooid. Van het eerste jaar d a t met de aflossing wordt aangevangen zonden de kosten voor renten en aflossing d u s bedragen vier percent van de acht millioen, of driehonderd twintig duizend «ruiden. W a t de exploitatiekosten a a n g a a t , deze werden door den Raad van Beheer van de Maatschappij Suriname , — uitgaande van de veronderstelling d a t per etmaat een trein het traject vice versa zou afleggen en de snelheid ten minste 15 K.M. per u u r zou b e d r a g e n , — geraamd op ongeveer f 140 000 ' s j a a r s , bij eene baanlengte van 20(1 K.M. H e t komt den oudergeteekende echter wenschelijk voor om op een eenigszins hooger bedrag te rekenen , omdat bij de bovenbedoelde raming van de veronderstelling was uitgegaan dat de spoorweg slechts door één trein zou worden bereden , die den geheelen weg den éénen d a g heen , en den daarop volgenden dag terug zou rijden. Voor het nabij Para maribo gelegen gedeelte zal een dergelijke dienst echter onvol doende zijn. H\j meent mede daarom als ook wegens de meerdere lengte op een hooger bmtrag en wel van f 200 000 voor exploi tatiekosten te moeten rekenen. De voordeelen , welke de spoorweg zal opleveren of die rede lijkerwijze daarvan kunnen worden v e r w a c h t . zijn van verschil lenden aard. H e t voornemen is om te Paramaribo met den aanleg te beginnen en althans aanvankelijk geleidelijk van daaruit voort te werkeD ; zoodra een stuk van voldoende lengte gereed is zal dit in exploitatie worden gebracht. I n de eerste plaats zal dit dus aan de landbouwers aan het pad van Wanica en het ver lengde pad van W a n i c a ten goede komen en kan worden verwacht d a t het aantal grondjes aldaar zal toenemen. De spoorwegverbinding met het schoone en gezonde P a r a d i s t r i c t , zal aan de inwoners van Paramaribo de gelegenheid openen t o t het bereiken van een h e r s t e l l i n g s - e n ontspannings oord , waaraan zeer zeker behoefte bestaat. H e t doorsnijden van deze streek maakt het mogelijk om aldaar uitoefening van de veeteelt t e beproeven. H e t schijnt dat in Brazilië en ook in het zuidelijk deel van Britsch-Guyana op deze velden kudden van wilde runderen hun voedsel vinden. Volgens KAPPI.ER ( S u r i n a m , sein L a n d , seine Nattir n. s. w . , S t u t t g a r t 1887,bladz.8) groeien de vezelvoortbrengende bromeliaen Agave-soorten in de savanna in het w i l d , zoodat in deze streek wellicht voor d e vezelindustrie aanplantingen zouden kunnen worden aangelegd. (I) .Met het bereiken van de Miudrineti worden de placers aan of in de nabijheid van de beide oevers van de Saramacea en zijrivieren (kreken) aanzienlijk g e b a a t , terwijl tusscbeu de
1
19
ili. begrootingen van Sur. en hoofdnt. \ v. l9ü>'J.
Miudrineti en Kadjoe een terrein wordt doorsneden waarin verscheidene placers gelegen zijn. Voor deze placers zal dus mogelijk worden een -nel en daar door goedkooji verkeer met de s t a d , bet spoedig vervoeren van zieken , h e t snel aanvoeren van r e n e n e levensmiddelen en een veel gemakkelijker en sneller transport van materialen, werk tuigen en rnacliinedeeleu. Voor houtkap is de spoorweg een onontbeerlijk hulpmiddel.
De ondergeteekende wenscht betreffende dit punt de meening
te doen kennen van den tijdelijken chef van het Bouwdeparte« m e n t , den heer HAVKLAAK, die hieromtrent ongeveer het volgende opmerkt: . W e l is de invloedssfeer van den spoorweg beperkt en wei zullen vermoedelijk, en indien de aanleg niet van Staatswege geschiedt zelfs vrij zeker de terreinen langs den tramweg (.spoorweg"') voor zoover voor goudexploitatie in a a n m e r k i n g k o m e n d e , spoedig geheel worden uitgegeven, doch met eeu licht werkspoor worden terreinen op eenigen afstand van de spoorbaan gelegen voor houtexploitatie vatbaar en zal het spoor dus reeds een vrij belangrijk boschgedeelte bedienen waarbij niet over bet hoofd is te z i e n , dat bij de lioutvelling zooals die tot nu toe plaats vond , men steeds zoo dicht mogelijk bij een of anderen waterweg trachtte te kappen en de spoorweg dus iu dat opzicht nog maagdelijk boochgedeelte zal openen. Hoe is echter de tegenwoordige toestand ? De boschnegers kappen het hout vrij wel waar zn' willen en particulieren betalen de minieme kosten van f 0,10 per H.A. De houtprijzen houden dus alleen rekening met transport en arbeidskosten. Export heeft in hoofdzaak alleen plaats voor cederhout e n in de laatste jaren zijn proeven genomen met d e verzending naar Europa van manbarklak , d a t gelijke deugden heeft voor zeeweringen enz. als het Demerary groenhart. O O K b r n i n h a r t en balatahout (paardevleesch) zijn in Nederland niet onbekend. Zoolang de bonthandel echter uitsluitend is aangewezen o p boschnegers voor de voorziening der markt, valt daarvan weinig te verwachten. Buitenlandsche afnemers wenschen natuurlijk zekerheid omtrent den tn'd van aflevering van orders en bovendien stelt de markt aldaar eischen aan de wijze van bekapping en de afmetingen . aan alle welke voorwaarden door de boschnegers niet wordt voldaan. Waar de spoorweg zich vertoont zal vermoedelijk hun rijk wel gaandeweg verdwijnen en men van zelf aangewezen worden op aankap in vrijen arbeid . hetgeen blijkens den houthandei in Demerary niet onmogelijk is , maar thans in deze kolonie nog niet voldoende wordt aangedurfd met het oog op de b e zwareu van transport en afdoende toezicht. (1) I n de Parabewoners heeft men waarschijnlijk reeds een bruik baar begin voor houtwerkers en wellicht zal ook een gedeelte van de boschnegers en indianen, voor zoover de spoorweg h u n n e vestigingen b e r e i k t . gaandeweg tot geregelden arbeid te bewegen
'Ü U -. Bij eene behoorlijke exploitatie zal men zich voor export k u n n e n regelen naar de eischen van de buitenlandsche markt. Ik ben er van o v e r t u i g d , zoo vervolgt de beer HAVELAAR , dat de spoorweg aan den houthandei eene hoogere vlucht kan, en waarschijnlijk zal g e v e n , maar dan is bet ook zaak dat tegen dat de opzet van dergelijke ondernemingen verwacht mag worden, het bestuur gereed zij met de bepalingen welke de nieuwe toestand zal eischen. Men zie daarbij niet over het hoofd d a t de spoorbouw zelf waarschijnlijk eene krachtige aansporing zal vormen voor den b o n t h a n d e l , vooral wanneer voor de dwarsliggers geheel of (1) In verband hiermede wordt de aandacht gevestigd op de mogelijkheid gedeeltelijk inlandsen hout wordt gekozen. van het beproeven van eene aanplanting van de aardnoot (Ararhis hypogala) waarvan de vrucht in Suriname/«inrfo wordt genoemd. IKAPIM.ER. 1.e. blz. 40) De spoorweg zou daardoor aan eventueele ondernemingen den Volgens eene beschrijving opgesteld door dr. B K O T U V C X , baeterioloog, grooten dienst bewijzen , haar in de eerste moeilijke jaren eeu (later hoogleeraar aan da Polytechnische school) en dr. W I J S , scheikundige geregelde afzet te belpen verzekeren en haar tot steun te zijn in het llulleli'i t'"n hel Knlmnaal Muttum Ie lla
7
zoover de heer HAVKI.AAK. —
Voorts kan nog worden verwezen naar de verhandeling van j h r . C. A. VAN SYrESTEYN over Surinaaiusche houtsoorten in h e t
(1) Het hout wordt thans eenvoudig gekapt, ruw lichakt, naar de stad gevoerd , soms echter na eenigen tijd in het bosch te hehhen gelegen, en in den regel direct verwerkt, vooral wat het plaukenhout betreft. Als men na gaat dat onder dergelijke ongunstige omstandigheden de verschillende hout soorten nog zulke gunstige eigenschappen toonen , mag men zeker gunstig-verwachtingen koesteren bij eene rationeele behandeling.
(138. O.J Spoorwegaanleg en exploratie Lavagebied in Sm-, d, h. gouvern. en rerh, begrootingen van Sur. en hoofdit. X v. 1903 tijdschrift
Weit-Indii.
1ste deel 1 8 5 6 , naar de beschrijving van
(waarvoor,
volgens de jaarverslagen der Maatschappij in 1897
de timtuerhoutioorten die in Europeeich Guiana wassen" van uitgegeven werd 126957,16 francs en voorts in de j a r e n H. A. VAN DEI SPEK OBBEEM en naar een artikel in de Inditefie bSüS-1901 respectievelijk uit 14G 097,78; 164 506,86, 175 679,76 Manuur van 1894 o°. 2 3 , waarin niededeelingeii betreffende Surinuanische houtsoorten van M. F. A. DEL PAIUIO worden vermeld. Exploitatie van boschproducten , ZOOall harsen en genees kracht bezittende stollen zal vermoedelijk en van ijzererts wellicht ter band k u n n e n worden genomen (1). de exploitatie van balata kunnen worden uitgebreid en die van kaolien in h e t leven gen ii-pen. Te dezer plaatse k a n nog worden opgemerkt dat er door den spoorweg betere gelegenheid wordt geboden t o t een dour bet Bestuur uit te oefenen toezicht op de balata exploitatie in de te doorsnijden landstreek , v o o r t s , indien n o o d i g , op de wijze van houtkap a l d a a r , alsmede op de verschillende in de b u u r t gelegen plaeers. Is men m e t den aanleg tot aan Kadjoe g e n a d e r d , dan zijn het ook de plaeers in de nabijheid van de Suriname-rivier en van de Sarakreek gelegen die de voordeelen zullen genieten die hierboven voor de plaeers in de nabijheid van de Sarainacca en van de Mindrineti werden genoemd . terwijl de voortzetting langs de Sarakreek de expoitatie van plaeers aldaar wellicht loonend zal maken , waar thans door de groote kosten en moei lijkheden van het vervoer met verlies moest worden gewerkt. Dat de goudindustrie in Suriname voor meer ontwikkeling ratbaar i s , zou men misschien kunnen afleiden uit een verge lijking van de goudproductie van de drie Guyana's. Deze bedroeg in het jaar 11*00 respectievelijk voor N e d e r l a n d s c h - , Britsch- en Fransen Guyana 8 7 6 ; — 3548 en 2378 K.G. (2) Indien h e t wenschelijk blijkt den spoorweg van eenig p u n t aan de Sarakreek tot a a n het Lawagebied te verlengen, d a n zal dit waarschijnlijk moeten geschieden door in zuid-oostelijke r i c h t i n g nabij het p u n t van samenvloeing van Lawa en T a p a n a hony u i t te k o m e n , dan wel door in zuidelijke richting of'langs de Tosostieek d e T a p a n a h o n y te bereiken. Hij het uitkomen nabij het genoemde punt van samenvloeiing (Poeloegoedoe) zullen van af den Nederlandschen rivieroever expedities per corjaal, in een veel korter tijd dan het geval kan zijn langs den weg over zee of door de W a n e k r e e k en van uit Albina of 8t. L a u r e u t , de verschillende terreinen k u n n e n bereiken aan of' in de nabijheid van de Djoekakreek op Nederlandsch gebied : aan of in de nabijheid van de Abounamy (3) en de Beïman- ( B y m a n - ) k r e e k , op Franseh gebied; en voorts de plaeers gelegen aan de T a p a n a h o n y , en aan de Lawa en zijrivieren (waaronder de Ininikreek) Hij eventueelen aanleg van een spoorweg van Cayenne naar de I n i n i - k r e e k , waartoe plannen b e s t a a n , zou het vervoer n a a r d e op Frausch gebied gelegen plaeers aan de Lawa vermoedelijk langs de Fransche lijn ptaats vinden , en vermoedelijk ook een niet onaanzienlijk gedeelte van het vervoer van arbeiders en levensmiddelen enz. n a a r b e t op Nederlandsch gebied gelegen placer van de Compagnie de Mines d'or de la Guyane Hollandaise
(li In verband met dfl hierbedoelde exploitatie van boschproducten wordt opgemerkt dat in de Qlinnslne ('oloniale vau 10 October 1901 , Tomé X n°. 115 het volgende voorkomt:
en 170 211,S3 francs), doch voor het vervoer naar de overige hierbovengenoemde terreinen zou de Nederlandscbe lijn verreweg meer voordeelig gelegen zijn. Wordt de spoorweg van de Sarakreek in zuidelijke r i c h t i n g gelegd tot aan de Tapanahony , d a n zou h e t afhangen van h e t p u n t waar men de genoemde rivier wenscht te bereiken op welke van de hierboven genoemde voordeelen men zou m c g t n rekenen. Wellicht zou dan , voor de aan d e Lawa gelegen t e r r d n e n , d e spoorweg niet zoovele voordeelen aanbieden boven de weg van Albina of St. L a u r e u t , doch die voordeelen van g r o t belang zijn voor aan de Tapanahony gelegen plaeers; verder, doch in mindere m a t e , voor de plaeers en terreinen gelegen aan of in de nabijheid van het gedeelte van de Boven-Marowijne, d a t begrepen is tusscben het p u n t van samenvloeiing van Lawa en Tapanahony en de Pedrosoengoe vallen , en voor de plaeers aan of in de nabijheid van de in het bedoelde riviergedeelte uitkomende zijrivieren (1). Zooals reeds in § 7 onder Tracé werd o p g e m e r k t , zijn eene verlenging van den spoorweg van de Sarakreek naar het Lawa gebied en de richting waarin de spoorweg zou m i e t e n worden verlengd afhankelijk gesteld van een nader onderzoek. Hetzelfde geldt in meerdere mate voor eventueele latere uitbreidingen van den ontworpen spoorweg, hetzij in het Lawagebied , hetzij in andere gedeelten van Suriname. Vermoedelijke
inkomsten.
Behalve de bovengenoemde indirecte voordeelen, die voor namelijk bestaan uit het bereikbaar maken van h e t biunenland en het openen van de gelegenheid tot ondernemingen op h e t gebied van landbouw (en veeteelt), exploitatie van boschproducten en van delfstoffen , staan er ook eenige directe voordeelen tegen over de in h e t hoofd van deze paragraaf genoemde kosten. Bezwaarlijk zou de ondergeteekende voor de vermoedelijke inkomsten eene berekening k u n n e n maken. Hij wenscht echter aan te teekenen d a t men voor h e t spoorvervoer zal mogen rekenen op : het vervoer van personen en p r o d u c t e n , langs het pad van VVanica en uit het P a r a d i s t r i c t ; h e t vervoer van brandhout, van hout (voor bouwmateriaal in de Kolonie of voor uitvoer be stemd) en vau verschillende andere boschproducten; h e t vervoer van personen , levensmiddelen en machinerieën naar e n van de plaeers; het vervoer tusschen de plaeers o n d e r l i n g ; de tussehentijdsche terugkeer van zieken ; bet vervoer van boschnegers en indianen en van hunne producten, alsmede het vervoer van h u n n e levensmiddelen voor zoover van Paramaribo afkomstig, waarbij er tevens vermoedelijk op zou k u n n e n worden gerekend dat de kleinhandel de boscbuegers en indianen zal opzoeken. I u een N o t a dd. 2 J u n i 1899 betreffende de aanvrage eener garantie van Gouvernementswege van hetgeen d e b r u t o - i n k o m s t e n minder zouden opbrengen dan f 140 000 per j a a r werd door den heer HA.TEU.AI als vertegenwoordiger der Maatschappij Suriname op grond van cijfers en gegevens ontleend aan door den ingenieur GEINWIS PLAAT ingediende r a p p o r t e n het volgende m e d e g e d e e l d :
„ Volgens den Surinaamschen almanak zijn by de goudindustrie in de kolonie Suriname werkzaam 2493 man, daarvan aftrekkende FabrUation ie Vuttnct de rote. L'essence de rosé est aetaellement prodaite 223 man uit h e t district Marowijne, blijft voor het verdere deel par trois petites usines: deux ;'i Cayenne: UW a Sinnamarv. Elles ont exporté der kolonie 2270 man , waarvan vermoedelijk toch wel een ge en 1900, 52 000 francs d'essence au lieu de 19 000 en 1898 et en 1899. De middelde van 1500 m a n , als werkzaam in d e goudvelden m a g plus: 243 tonnes de bois de rosé brut, valant 19 000 francs, ont étê expéworden aangenomen en deze, getaxeerd op een gemiddeld verblijf diéet en Kranen, ('ctte industrie est susceptible d u n plus grand rtéveloppevan 9 a 10 man in het bosch , komt dit overeen met eene ge nicnt et seiuble de celles qni devaient attirer les capitaux mctropolitnins. regelde bevolking van pi. m. 1200 m a n . W o r d t daarbij gerekend I.e bois de rosé est ciininun dans l'intérieur de la colonie et peut être tramporté aisément, sur de petites embarcationa, aux usinis éta'dies prés de op pi. 111. loO balatableeders als gemiddelde dan komt men tot l'embouchurc den lleuves. ÏOOO kilos de bois donnent ;'i pen prés 10 kilos een cijfer van pi. m. 1300 m a n . d'ewoaee, Ie prix du bois set de 80 Irancs les 1000 kilos, celui ile 1'essi-nce Is eenmaal de tram aangelegd dan zal het verkeer met de 28 frMC4 Ie kilo. Une tonne de matiére première dnnne dono 280 francs de goudvelden zeker meer toenemen; de arbeiders zullen niet zoo produit. L e palétuvier rouge, bois qni posséJe nne grande puissance caloriqii", ■eenre Ie combaitible i pled d'tcnrre en qnantité Uttmitée; il est d'autre part lang achtereen in het bosch blijven: bij ziekte zal e r eerder vau facile d'obtenir dans les bontsjs, ponr IViliilillisiimniil d'nnc usine, une conevacuatie sprake zijn en buitendien zal de gelegenheid tot ver OCSdon gratuite
U) Volgens het rapport van het Ne Ierland iche gedeelte der Commissie belast met de exploratie van de M.'irowijne , d*l. 10 April 1862 uitgebracht aan den (louverneur van Suriname, kan het gedeelte van de T.ip.umhoiiy Zie (].• „earte de la Geyaae Praacaiae dresióe parMAunicnGcrrBOY van Drietabbetje tot aan In-t punt van samenvloeiing met de L a m 11'oeloe(Chargé de mlMlons) d'aprés I■•* plus récentes explorations et ses vovages I goedoe) in corjaal stroomafwaarts in een dag tijds worJc.i afgelegd. personeel*, 1895—1896, 1897—1898, 19t0—1901."
1132.
uyiagen.
0.|
Tweede Kamer
21 Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. d. h. gouvern. en veih. begrootingen van .Sur. en hooidst. X r.1903. over een gemiddelden afstand van pi, m. 130 K.M. dan zou men heliben tegen de navolgende tarieven : voor de „
2de klasse pi. in. f 0,03 per per.-oon , lste
,
»
0,15
„
goederen lste
,
„
0,03
,
100 K.G.
2de
,
,
0,12
„
ton.
alles gerekend per kilometer: 1.
arbeiders:
2 v 3 X 1300 X 130 x f 0,05 =
f
50 700,00
2. Eerste klasse vervoer, gerekend op sleclits 30 personen , eens per 2 maanden op en neer reizende:
2 x 6 x 30 x 130 X f 0,15 =
7 020,00
3. Aan voeding met emballage mag men rekenen op pi. m. 10 K.G. per man per week te vervoeren als vraclitgoed 1ste klasse 1300 x 52 x 10 X 130 X f 0,03
20 304,00 100 4. Vervoer van b a g a g e , gereedschappen, machiueriën , h u i s r a a d , materialen enz. van en naar de goudvelden f
10 000,00
5. Vervoer van balata (uitvoer 100 000 K.G.), van h o u t (uitvoer 1938 M \ ) , van boscbproducteii enz. naar Paramaribo . . ,
20 000,00
0. Vervoer tusschen de placers o n d e r l i n g , tusschentijdsche terugkeer van zieken, vervoer van gouvernementsambtenaren en beambten .
pro memorie.
7. Vervoer van boschnegf r s , i n d i a n e n , h u n n e producten en levensbehoeften, gereedschappen enz
pro memorie,
8. Vervoer van personen en producten (marktgoederen) van den kleii.en landbouw uit de Para en langs het Pad van W a n i c a , brandhout uit de Samniacca enz , .
pro memorie.
!•. Opbrengst brieven en pakketdienst en van telefoon of telegraaf langs de lijn
pre memorie. f
114 081,00
De post sub G zal in den aanvang wel niet bijzonder belangrijk wezen , maar gaandeweg stijgen. E v e n m i n zal sub 7 iladeljjk veel o p b r e i g e n en zullen boschnegers en indianen terst moeten h e r e n hunne cor.ialeii in den steek te l a t e n ; maar het is te voorzien d a t , met den t r a m w e g , de opkoopers van h o u t . boschproducten enz. en de verkoo|iers van levensmiddelen , kleeren enz. meer het binnenland zullen i n t r e k k e n , in stede van het bon plnisir dezer boschbewoners af te wachten en zoodoende kan deze post spoedig niet o n b e l a r g rijk worden. Voor de post sub 8 zullen natuurlijk speciale tarieven moeten worden vastgesteld. Gaandeweg kan dit ook eene geschikte bron van inkomsten worden. Sub i) zal natuurlijk niet hoog wezen, maar vormt toch eene tegemoetkoming in de kosten van telegraaf of telephoon. Over de boven opgegeven tarieven behoeft thans niet in detail
te worden gehandeld.
De bedoeling bij de vaststelling daarvan zal in het algemeen wezen , den prijs van het vervoer hooger of lager te stellen op
basis der berekeningen aangenomen
Handelingen dei Staten-Generaal. Bijlagen 1902—1003.
tarieven worden vergeleken met die van den d o n g o - s p o o r w e g , zal men ze zeker niet hoog kunnen noemen. (1) Voorts diene ter vergelijking dat op het zwaar bevolkte Barbados een etappe-tarief g e l d t , gemiddeld overeenkomende met 5 en 1.7 eent per K.M. voor de beide klassen. In Demerary heeft men op de kustlijn prijzen van ongeveer 0,25. 3,5 en 2,5 cent per K.M. voor de drie klassen. Uit het bovenstaande blijkt voldoende, dat werkelijk de gevraagde garantie voor f 140 000 opbrengst voor het tJouverneinent slechts eene zeer geringe risico kan medebrengen. De geleverde cijfers zijn in hoofdzaak gebaseerd op den bestaanden toestand; doch het lijdt geen twijfel dat, als eenmaal de tram zal loopen, het verkeer belangrijk zal toenemen, niet alleen omdat deze stelling overal elders juist is gebleken: maar des te meer h i e r , waar de bestaande wijze van vervoer van- en naar de goudvelden zoo groote moeilijkheden en kosten medebrengt ; terwijl bovendien het nieuwe vervoermiddel ondernemingen mogelijk zal m a k e n , waaraan t h a n s , om de bezwaren van het t r a n s p o r t , niet valt te denken." De ondergeteekende meent aan het bovenstaande te moeten toevoegen , dat een belangrijk lager tarief als waarvan in bedoelde nota wordt uitgegaan althans voor het gedeelte van Paramaribo naar het Paradistrict noodig zal zyn indien zooals in de bedoeling ligt de spoorweg-verbinding tevens moet strekken om aan de inwoners van Paramaribo de gelegenheid te verstrekken dat district als ontspanningsoord te bezoeken. Intusschen kan hieraan worden toegevoegd dat de ondervinding bij andere spoorwegen opgedaan heeft geleerd, dat overal waar een druk verkeer mogelijk is met betrekkelijk lage tarieven beter resultaten worden verkregen dan niet hooge. Doch wat hiervan zjj, de ondergeteekende vertrouwt dat uit de in deze paragraaf voorkomende gegevens in de eerste plaats zal kunnen worden o p g e m a a k t , dat de ontworpen spoorweg voor Suriname een groot voordeel zal zijn, en in de tweede plaats daaruit kan worden afgeleid dat in eene niet verre toekomst de mogelijkheid ook openstaat dat de spoorweg de exploitatiekosten za! kunnen dekken en zelfs eene bate op de exploitatie zal k u n n e n opleveren. Zoolang dit echter niet het geval is zal natuurlijk de tot aanvulling der koloniale middelen eventueel vereischte bijdrage uit 's Uijks schatkist niet alleen met het in § 11 genoemde bedrag van f 320 000 voor rente en aflossing , maar bovendien met het tekort op de exploitatiekosten vermeerderd moeten worden. § 12. Artikelen. Art. 2. N u h e t , behoudens het onder § 7, in algemeenen zin v e r m e l d e , nog onzeker i s , welke de spoorwi.idte , de j u i s t e richting en het e i n d p u n t van den spoorweg zullen zijn, verdient het de voorkeur een en ander niet in de verordening vast te leggen. Art. 3. Om de regeling der exploitatie van den spoorweg in deze verordeniug op te n e m e n , zou niet mogelijk zijn. Het is wenselielijk dat de exploitatie wordt geregeld bjj eene nadere koloniale verordening. Art. 4. Het artikel is aldus geredigeerd om te doen uitkomen dat eene exploratie van het Lawa-gebied in sjjn gansehen omvang niet wordt beoogd , althans met de exploratie van een geringer oppervlak kan worden volstaan.
(1) Ton opzichte van de tarieven van den Cnn go-spoorweg dimt nog vernield, dat voor verschillende artikelen speciale tar.eion S e d a n , berekend naar de intrinsiiiue waarde der goederen, zoo \vor.;t betaald per t>u en per kilometer vojr palinpiltcn, arailiidi's en timmerhout
fr. 0,25
tal.ak
„ 0,67*
koflie
„ 0,70
caoutchouc
„ 1,07*
ivoor
„ 2,50
goederen, niet in het tarief genoemd, worden vervoerd tegen fr. 0,18' 4 per ton ra per kilometer, vermeerderd met '/«xw van hun waarde in Europa. lic personmt.irieven bedraden fr. 1,25 per kil mieter voor hlanken en fr. 0,12* voor kleurlingen.
De peraoaentariKTea op- d-n spoorweg in Fransch-Gayaaa, van Cajrraea naar l.et Lawagebied, zullen per kilometer bedragen roerde lab kia-afr. 0,80, voor de tweede klas,e Ir. o |o.
[833.0.1
22 Bpoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. d. b. gouvern. en verh. begrootingen ran Sm. en hoofdst. X v.1903. jii. 5. Het is niet mogelijk reeds thans win te geven op welke wijze de exploratie van liet Eawa-gebiod zul geschieden; geen bezwaar schijnt er tegen te bestaan do uitvoering van liet voorschrift aan liet Uitvoerend Gezog over te laten. Arl. ti
Door den Minister van Koloniën is bij schrijven aan
de Maatschappij Suriname dd. 18 Juli 11102 medegedeeld dat Zijne Excellentie
bereid was den aanleg van een train naar
liet Lawagebied van Staatswege in overweging te nemen indien de Maatschappij , tegen betaling door den Staat aan haar van alle door haar in werkelijkheid gedane uitgaven . uitgezonderd derhalve de kosten van emissie, afstand zon willen doen van alle rechten welk? zij h a d . van alle aanspraken welke zij zou kunnen doen gelden , van alle activa op dat tijdstip in haar bezit, verkregen als gevolg van de door haar gedane hierboven bedoelde uitgaven . alsmede van alle plannen , rapporten enz. opgemaakt of uitgebracht door haar personeel. De Maatschappij heelt zich daartoe bereid verklaard en eene commissie van drie leden is aangewezen om met inachtneming van de vorenstaande' bepalingen het bedrag vast te stellen dat naar billijkheid aan de Maatschappij moet worden uitbetaald. Volgens bericht van de bedoelde commissie is bet bedrag van de iu werkelijkheid door de Maatschappij Suriname tot 1 Juli 1902 gedane uitgaven vastgesteld op f 514 729,39* en behooren tot de activa welke door de Maatschappij aan den .Staat zullen zijn over te d r a g e n : de 3100 a a n d e d e n en 1250 oprichtersaandeelen G r a n p l a c e r ; de f 11 100 oblig. 8 pets. N . W . S. van het waarborgfonds; bei kantoormeubilair volgens inventaris, de op 1 Juli 1:'02 aanwezige magazijnsgoederen. en het geheele archief met collectiën mineralen . enz., met nit/.ondering van de boeken en andere stukken op het geldelijk beheer der Maatschappij betrekking hebbende. Voorts zijn de gedelegeerden tot bet bpsluit gekomen dat het bedrag van de uitgaven welke na 1 Juli 1902 geacht k u n n e n worden noodig te zijn om de Maatschappij iu staat te stellen haar bedrijf \ o o r t te zetten tot den dag waarop de overdracht zal plaats hebben, te stellen is op eene som van f 1581,07 voor elke maand (het eventueele gedeelte van de laatste maand als een geheel te beschouwen), welke zal verstrijken na 1 Juli 1902 tot den dag der overdracht, terwijl bovendien nog zal moeten worden betaald voor k a n t o o r h u u r . salaris, enz. een bedrag van f 1025 in eens. Hij de onzekerheid die er bestaat of de overdracht rechtstreeks •/al plaats hebben aan de kolonie Suriname dan wel door bemiddeling van den Nederlandschen S t a a t , en welke de juiste inhoud der te sluiten overeenkomst zal rijn , is art. O' der verordening zoo ruim mogelijk geredigeerd. Arl. 7. H e t kan wensclieljjk blijken de activa iu art. G bedoeld niet alle terstond te gelde te m a k e n , doch naar gelang van omstandigheden. De Gouverneur behoeft daartoe de bij dit artikel gegeven machtiging. Art. 8. Het, behoeft wel geen betoog, dat zoolang de inkomsten der kolonie noch door de indirecte voordeelen van den spoorweg noch door eene bate op de exploitatie verhoogd zijn. het bepaalde van dit artikel tengevolge zal hebben, dat de bijdrage uit 's Rijks schatkist met het vereisebte bedrag voor rente zal moeten worden verhoogd.
Arl. 9. Met de aflossing vroeger te beginnen dan vijfjaren nadat bet volle bedrag van acht millioen is geleend of vijf jaren nadat de spoorweg is voltooid wordt niet wenschelijk g e a c h t , waar de exploitatie van den spoorweg althans iu de eerste j a r e n vermoedelijk geen batig saldo zal opleveren. De dubbele bepaling is opgenomen om te voorzien in de beide gevallen, dat óf de acht millioen gulden zijn v e r b r u i k t , óf het volle bedrag van acht millioen gulden niet noodig blijkt te zijn, doordat de spoorweg met minder kosten is voltooid.
Dezelfde opmerking die ad art. 8 betreffende de rentebetaling werd gemaakt geldt tevens voor hetgeen Opzichte van de aflossing is bepaald.
in dit artikel ten
Arl. 10. Evenals zulks bepaald is iu de verordening tot bet aangaan van eene geldleening voor productieve werken is in dit artikel bepaald dat jaarlijks aan de Koloniale Staten bij aanbieding der koloniale huishoudelijke begrooting verslag zal worden gedaan van alle ontvangen en uitgaven die in het afgeloopeu j a a r krachtens deze verordening hebben plaats gehad. Arl. 11. N u de Kolonie treedt in de rechten van de Maatschappij Suriname behoort zij zich, naar de oudergeteekende m e e n t , dezelfde bevoegdheden voor te behouden als die wrelke aan die maatschappij waren toegekend , ten einde te voorkomen dat enkele maatschappijen of particulieren zich , slechts tegen betaling van de rechteu die door de vigeerende verordeningen worden g e v o r d e r d , meester zouden kunnen maken van een groot deel van de voordeelen welke dé spoorweg , voor de terreinstrook ter lengte van den ontworpen spoorweg en ter breedte van duizend nieter gemeten aan weerszijden uit de as van dien spoorweg, ot de terreinen waarop de Maatschappij Suriname haar recht van voorkeur heeft doeu gelden, zouden k u n n e n opleveren, en ter verkrijging waarvan de Kolonie zich aanzienlijke offers zou hebben getroost. In het artikel wordt gesproken van nieuwe concessies, omdat volgens vigeerende verordeningen op hernieuwing van bestaande eoncessiün rechten kunnen bestaan, die moeten geëerbiedigd worden. In denzelfden gedachtengang meent de oudergeteekende ook in overweging te moeten geven om het door de Kolonie te exploreereu Lawagebied (uitgezonderd natuurlijk de reeds in concessie uitgegeven terreinen) voorloopig te onttrekken aan particuliere exploitatie. E r wordt op gerekend voor de exploratie van dat gebied ongeveer een millioen gulden te kuunen besteden, zoodat het billijk voorkomt de mogelijkheid te verzekeren, dat voor zoover de kolonie de ingevolge de exploratie van waarde gebleken terreinen niet zelve wenscht te ontginnen . bij uitgifte aan maat* schappijen of particulieren op de een of andere wijze teruggaaf kan worden bedongen van een deel van de exploitatiekosten. Arl. 12. Ingevolge art. 151 vau het Reglement op het beleid der Kegeering in de kolonie Suriname behoeft deze verordening de g o e d k e u r i n g bij de wet. P a r a m a r i b o , 1G October 1902. De Gouverneur vau C.
LELY.
Suriname
|132.
6.)
Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied ia Sur.
ElNDVKKSLAfi DEE C0NKI8HE VAN
RAPPOBTXUB*.
Algemeen betuigde men groote ingenomenheid niet bet doel der verordening en bracht men hulde aan het krachtige betoog iu de Memorie van Toelichting voor de noodzakelijkheid van spoorwegaanleg in Suriname. Met den Gouverneur achtte men liet wenschelijk hij den aanleg van een spoorwegnet te beginnen met den iu het ontwerp voorgestelden spoorweg. Kon men algemeen beamen dat de vraag ot' deze spoorweg rendabel zal zijn niet op den voorgrond moest treden tegenover de noodzakelijkheid die er bestaat om het achterland voor het verkeer te openen en dat de gelden voor dit doel bestemd zeer zeker productief worden aangewend , algemeen wilde het voorkomen dat de resultaten vrfu de exploitatie van den spoorweg gunstiger souden blijken dan volgens de over 't algemeen lage raming van inkomsten in de Memorie van Toelichting zoude moeten worden aangenomen. Meu verklaarde eenparig dat het in het overwegend belang der kolonie is dat het voorgenomen werk zoo spoedig mogelijk tot stand wordt gebracht. Ook tegen de artikelen werden geene bedenkingen aangevoerd. Art. 2. I n overweging werd gegeven bij het bepalen van de richting en het e i n d p u n t van den spoorweg het spoor zooveel mogelijk in de nabijheid te brengen van het placer van de Compagnie de Mines d'or de la (iuyane Hollandaise , d a a r , zooals in de Memorie van Toelichting vermeld w o r d t . het vervoer vau arbeiders, levensmiddelen, enz. n a a r dit placer ongeveer 170 000 francs 's jaars kost en dus belangrijke inkomsten voor den spoorweg uit dat vervoer gevonden zouden worden In het gedachte geval zou de spoorweg ook de groote voordeden verkregen van het vervoer n a a r de bij-onder rijke goudstreek by de Ininikreek. Artt. 6 en 11. W a a r de Maatschappij Suriname zich bereid heeft verklaard afstand te doen van alle rechten welke zy h a d , van alle aanspraken welke •/.[] zou kunnen doen g e l d e n , van alle activa in haar bezit, verkregen als gevolg van de door haar gedane uit-
g a v e n , kwam het niet twijfelachtig voor dat de eonce.-sien die deze Maatschappij reeds in de kolonie verkregen heeft ook d a a r onder vallen , doch verzocht men gaarne daaromtrent nader te worden ingelicht. Ook vroeg men of in verband daarmede niet in art. 11 moest worden bepaald dat ook op de terreinen die de Maatschappij bereids in concessie heeft geene coneessiën tot o n t g i n n i n g zullen worden verleend voordat daaromtrent bij koloniale verordening ia voorzien. Gevraagd werd of de vrijdom van retributie voor veertig j a r e n verleend ten aanzien van het terrein dat de Maatschappij Suriname aan de Maatschap| ij Granplaeer heeft overgedragen al of niet komt te vervallen, Men vroeg nog of art. 11 ook bedoelt dat voorloopig geene rergvnniiijien lot bel dotn van ondcrioek worden verleend. Eenige h den meenden dat het overweging verdiende de gelegenheid tot onderzoek naar goud en ai dere delfati ffen toe te l a t e n , daar de ondervinding e l d e r s , bijvoorbeeld onlangs in de Inini en ook in het Lawagebied, o p g e d a a n , geleerd had dat de rijke goudvondsten niet een gevolg waren van wetenschappelijke exploratie , maar te danken aan onderzoekingen van particulieren. Men rrecnde van deze felegt nlic id gel ruik te mogen maken om de aandacht van het Bestuur te vestigen op het groote actueele belang dat de kolonie heelt bij eene vaststelling van de g r t n s tusschen Nederland»ch en F r a n c c h - G u y a n a , n u e r speciaal ten opzichte van de vraag ol de Haute, dan wel de M(ii(Jiiijnrl,icrl. die grens is. Van bevoegde zijde toch in de koloi ie wordt het laatste aangenomen. Ingevolge art. 13 van het Reglement van Orde geldt dit verslag als eindverslag. P a r a m a r i b o , 25 October 1902. Ml I.I.ER. VAN PKAAO. HA COSTA.
|I32. GJ
2i
Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. «1. h. gouvern. en verh. begrootingen van Sur. en hoofdat. X v. 1903.
NOTA NAAI: AAM.IIDlNfi VAN HIT ElNDVKRSl.Ai; DKK COSIMISSII: VAN
RAPPOBTBCSS.
Het was den ondergeteekende aangenaam uit het Eindverslag der Commissie van [Rapporteurs te vernemen dat men algemeen groote ingenomenheid met het doel der verordening betuigde en dat men , de noodzakelijkheid van spoorwegaanleg in Suriname e r k e n n e n d e , mede van de wenschelijkheid overtuigd was bij den aanleg van' een spoorwegnet te beginnen met een spoorweg naar het Lawagebied. Ook de ondergeteekende acht het niet onwaarschijnlijk, dat de resultaten der exploitatie van den spoorweg zullen Wijken gunstiger te zijn dan volgens de r a m i n g in de Memorie van Toelichting zoude moeten worden aangenomen. Hij heeft echter gemeend de inkomsten voorzichtigheidshalve niet hooger te moeten stellen. Art. 2. Gelijk in de .Memorie van Toelichting alreeds is opgemerkt, kan nog niet met zekerheid worden aangenomen op welke plaats het eindpunt van den ontworpen spoorweg zal Egn : bij de onbekendheid van het terrein, waardoor het laatste gedeelte van deu spoorweg zal loopen, kan hieromtrent nog niets worden bepaald. Blijkt door het nader onderzoek dat eene verlenging van de lijn financieel voordeel kan opleveren, dan zal uit den aard der zaak tegen die verlenging geen bezwaar bestaan. A R T Ï . 6 en
11.
Welke de activa agn die in handen der kolonie zullen overgaan, is uitgemaakt door de drie gedelegeerden, die hieromtrent hadden te beslissen. Blijkens het door hen ingediend rapport, dat in afschrift hierbij wordt overgelegd ter kennisneming van de leden, behooren daartoe alle tengevolge van de door de Maatschappij Suriname gedane en aan haar terug te betalen uitgaven verkregen rechten, dus ook de aan haar verleende concessieiechten. Het antwoord op de vraag of niet in art. 11 moet worden bepaald, dat ook op de terreinen, die de Maatschappij bereids in concessie heeft, geene concessies tot o n t g i n n i n g zullen worden verleend voordat d a i r o m t r e n t by koloniale verordening is voorzien, moet ontkennend luiden.
Door de Maatschappij Suriname zijn terreinen in concessie verkregen en andere aangevraagd tot eene totale oppervlakte van ± 500 000 H.A. Dt-ze totale oppervlakte wordt aangeduid met de omschrijving in art. 11 sub 2 gekozen. Nu de Kolonie treedt in de rechten van de Maatschappij S u r i n a m e , behoort zij zich - - zooals reeds gezegd is in de Memorie van Toelichting op art 11 — dezelfde bevoegdheden voor te behouden als die welke aan die Maatschappij waren toegekend. Het is dus de b e d o e l i n g , en dit bl\jkt, naar de o n d e r g e teekende m e e n t , uit de bewoordingen van art. 1 1 , d a t de Kolonie ook de terreinen , die aan de Maatschappij S u r i n a m e in concessie uitgegeven waren en die bij het afstand doen van hare rechten weder ter beschikking van de Kolonie k o m e n , niet zal uitgeven , voordat d a a r o m t r e n t bij koloniale verordening is voorzien. W a t de vraag betreft of de vrijdom van r e t r i b u t i e , voor veertig jaren verleend ten aanzien van het t e r r e i n , d a t de Maatschappij Suriname aan de Mijnbouwmaatsehappij Granplacer heelt overgedragen al dan niet komt te vervallen , kan worden medegedeeld dat dit p u n t alsnog bjj het Bestuur in onderzoek is. Het betreft trouwens eene zaak die noch bij deze verordenii.g noch bij de overeenkomst met de Maatschappij Suriname kan worden geregeld, vermits daarbij alleen de Kolonie en een d e r d e , de Mijiiboiiwruaatschappij G r a n p l a c e r , betrokken zijn. Het is de bedoeling dat voor de terreinen , die volgens a r t . 11 gereserveerd zijn , voorloopig ook geene vergunningen tot onderzoek zullen worden verleend. Het tweede is een rationeel gevolg van het eerste. In het Eindverslag wordt ten slotte de aandacht van het Bestuur gevestigd op het groote actueele belang dat de kolonie heeft bij eene vaststelling van de grens tusschen N e d e r l a n d s c h en Fransch-Guyana, meer speciaal ten opzichte van de vraag of de Itanie dan wel de Marowijnekreek als grens moet worden aangenomen. H e t groote belang van deze vraag wordt ook dezerzijds erkend en de verzekering kan worden gegeven, d a t de aandacht van het Bestuur op deze aangelegenheid ten volle gevestigd blyft. Paramaribo, 30 October 1902. De Gouverneur van C.
LELY.
Suriname,
RUIagrn.
|I3«.
G.J
Tvwdr Kamer. 23
Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. <1. h. gouvern. en verh. begrootingen van Sur. en hoofdst. X v. 19U-J.
HANDELINGEN DER KOLONIALE STATEN.
f 4de'MI T I I * U
gebracht, aan den Gouverneur toegezonden en gedrukt aan de leden rondgedeeld. A Uuu wordt op voorstel van den VOORZITTER overgegaan tot het in behandeling nemen van laatstgemelde verordening. De algenieene beraadslaging wordt geopend.
ZITTING VAN MAANDAG ü NOVEMBER 1902. (Geopend 's avonds 7 ure.) Voorzitter: de heer HKYLIDY. Tegenwoordig niet den Voorzitter al de leden, op den heer heeren DA COSTA, COUTIXHO, GUKIKL, HoOGBKHUTC, MORREN (even na de opening van de zitting gekomen), MV/LLEH, VAX PRAAG, TAMGKFKKN na, te weten: de DRAIÏTEX ELLIS, VAX 'T MKXGA eH WlLUAXS.
Mede tegenwoordig de heeren HAVELAAR, tijdelijk chef van
het bouwdepartement, financiën,
VAX WIERIXGEX,
en VAX SAXMCK,
administrateur van
goiiverncineiitx-sccrctarüs.
De notulen van liet verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd: De VOORZITTER deelt mede dat ingekomen zijn: A. van den heer MORRKX bericht dat ten gevolge van ongunstig tij op heden de ferryboot niet tijdig in de stad zal aankomen, en hij daarom waarschijnlijk later dan het vast gestelde uur op de openbare zitting zal verschijnen. Voor kennisgeving aangenomen.
B.
van den Gouverneur:
1°. missive aan den Voorzitter, dd. o0 October jl. La. B n°. 9910, ten geleide, met verzoek haar wel ter kennis van de Staten te willen brengen, van eene Nota naar aanleiding van het Eindverslag van de Commissie van Rapporteur! over de ontweip-verordening tot het aanleggen en e.rploiteeren van een spoorweg van Paramaribo naar het Lawagehud en het verrichten eener exploratie in het Lawagebied; benevens •een afschrift van het rapport, met bijlage, der voor de in dezen te sluiten overeenkomst benoemde gedelegeeiden, welke stukken ter griffie kunnen worden gedeponeerd tei kennis neming van de leden der Staten. De nota is gedrukt en rondgedeeld, terwijl het rapport met bijlage ter griffie ter inzage ligt. 2°. missive, dd. :>1 October jl., La. B n°. 9945, houdende machtiging op den tijdelijken Chef van het Bouwdepartement,
De heer Mi I.LER zegt dat toen hij hier in deze zaal op 11 Juli jl. bij de behandeling van de koloniale huishoudelijke begrooting voor 190.'! als een noodzakelijk gevolg van den oeconomiselien toestand der kolonie de urgentie bepleitte van spoorwegaanleg naar de Lawa, hij niet — en hij gelooft nie mand van dit College — bevroeden kon dat de Kegeering, dezelfde inzichten toegedaan, reeds toen maatregelen beraam de, waardoor 't mogelijk werd dat zoo kort na het optreden van den tegenwoordigen Landvoogd het ontwerp ons kon worden aangeboden, dat, straks tot verordening verheven, het middel zal zijn waardoor Suriname niet alleen van veel onheil zal worden gevrijwaard, maar tot veelzijdige ontwikkeling gebracht, zooals de kolonie die tot nog toe niet gekend heeft. Bij al wat van deze zijde bereids over de noodzakelijkheid van den spoorwegaanleg en de gevolgen die daaruit voor de kolo nie zullen voortvloeien is aangevoerd: bij hetgeen bovendien in de voortieffelijke Memorie van Toelichting over hetzelfde onderwep op zoo meesterlijke wijze is uiteengezet, kunnen moeilijk nieuwe gezichtspunten worden geopend. Spr. bepaalt neb. daarom bij deze er toe zijne groote erken telijkheid te betuigen vooreerst aan den Gouverneur die als cisch voor de aanvaarding van de hem aangeboden landvoogdij dezer gewesten den spoorwegaanleg naar de Lawa op den voor grond stelde, en ten andere aan de Regeering die dien eisch heeft ingewilligd, dien zij op zoo loyale wijze wenscht ten uitvoer te brengen. Spr. moet wel bij het uitspreken van dit laatste onwille keurig denken aan den man, die tot het nemen van dit Regeeringsbesluit zeker het meest heeft bijgedragen, nl. onzen onvergetelijken oud-Gouverneur, jhr. mr. van Aach van AVijck, die als Minister van Koloniën steeds een warm hart gelegenheden getoond heeft Suriname steeds een warm hart zoolang hij kon te hebben blijven toedragen. Het zij spr. ver gund dat hij bij deze ontboezeming, nu aan dezen voortreffelijken staatsman niet meer dank kan worden geweten voor zijne aan de kolonie ten deze bewezen diensten, de gelegen heid aangrijpt eerbiedige hulde aan zijne nagedachtenis te betuigen. De Gouverneur heeft zijnerzijds, door den eisch te stellen, zooeven genoemd, getoond volkomen op de hoogte te zijn van hetgeen Suriname 't meest behoeft om zich niet al leen veelzijdig, maar ook spoedig te kunnen ontwikkelen en zoodoende in een niet ver verwijden! verschiet van het Moe derland financieel onafhankelijk te worden. —■ en wat ook van niet minder aanbelang is, de kolonie zal door den spoedigen spoorwegaanleg voor een groot deel gevrijwaard wezen van de lampen en tegenspoeden, die anders ontegenzeggelijk haar deel zouden wezen, zooals spr. bereide in zijne begiootingsreile he:>ft uiteengezet. Al wenscht hij niet in herhaling te treden van hetgeen ten aanzien van het laatste door hem is betoogd en waartegen hier zoowel als buiten deze zaal door enkelen protest weid aangeteekend, en waarom aan spr. het verwijt weid gedaan dat hij de zaken te pessimistisch heeft voorgesteld, toch leeren de omstandigheden reeds nu helaas! maar al te pijnlijk dat hij slechts de waarheid heeft verkondigd. Door den tegenspoed onzer cultures, den stilstand op vele onzer goudplacers. den weinigen omzet in den handel, staan wij thans voor eene ernstige financieele crisis, die alleen door een omzichtige, kundige leiding is te breidelen eensdeels, cu anderdeels door het verschaffen van werk aan de velen, die thans zonder inkomen rondloopen. Reeds begint zich de in vloed van dezen ongewenschten toestand in de opbrengst van 's lands middelen ie teekenen, en die natuurlijk bij voortduux
CI32.
6.]
Spooiwegaanleg eu e s p l o i a t i e Lawagebied in Sur. d. h. g o u v e r n . en veili. begrootingen van S m . en hoofdst
X v. 190U.
slechts KOU bevestigen wat ipr. Ia dien aanzien reeds vroeger
d a a r u i t blijkt dat- men op de h o v e n n v i e r e n voor hetzelfde h o u t dikwerf meer moei betalen dan in de stad, — is de b o n t h a n d e l Om dit alles dus kan niet genoeg aan liet Hestuui en de DOg bestaanbaar; m a a r ieder die de nioeilijkehdeii kent die Regeering dank worden geweten dal door hot mei kracht Ier aan den b o n t h a n d e l zijn verbonden en weet wat een harden hand nemen van den ipoorwegaanleg veel ten goede zal wor- dobber de h o u t h a n d e l a a r s hebben, zal k u n n e n g e t u i g e n dat. den gekeerd, wat ons anders veel nadeel zou berokkenen. ; hoe g e r i n g «Ie transportkosten ook gesteld worden, deze een
heeft voorspeld.
Suriname gaat een goede toekomst te gemoet. Spr. voegt hier gaarne hij dat veel, oneindig veel nog zal
diuk op den bouthande] zullen teweeg brengen die de handel
niet dragen kan. Biermede zou spr. k u n n e n eindigen. Veel woorden behoeft hij niet Ie g e b r u i k e n . De hoofdzaak is dut het t r a n s p o i t van hout te water zeker het goedkoopst zal blijven. Hij vervoei van host hprodueten als balata zal het een lichte spr. geloof! dat Suriname dooi- den spoorwegaanleg niet zaak zijn de spoorlijn te hereiken, maar het vervoer van het alleen in het rekkelijk korten tijd geen subsidie meer van het het zware Surinaamse he hout naar de spoorlijn zal met vele moederland zal behoeven, m a a r ook het kapitaal zal kunnen bezwaren en hooge kosten gepaard gaan. Als vaststaat dat in terugbetalen dat de Etegeering, ipr. herhaalt 't, op zoo loyale de strook van 1000 M. aan weerszijden van de as van de haan wijze aan de kolonie wil leenen. terreinen zullen worden aangevraagd, zal het in de allereerste In die verwachting zal spr. van ganseher h a r t e vóór h e t plaats voor goudexploitatie zijn, want h o u t e x p l o i t a t i e zal er ontwerp zijne stem u i t b r e n g e n . bezwaarlijk kunnen plaats vinden. Dit klemt ie meer voor , wat de a a n l i g g e n d e streken betreft, want het leggen van zij De heer DA COSTA zegt dat het nauwelijks noodig zal zijn sporen, hetzij hei breed of smal spoor is dat men gebruikt, te zeggen dat hij sich con amore schaart aan de zijde van zal blijken in onze oerwouden geen gemakkelijke taak te zijn den geachten spieker van zooeven, om hulde en dank te be- Als men de bovenlanden niet heeft bezocht en niet gezien hoe tuigen aan hem die het initiatief' genomen heeft tot den de Boschnegers en I n d i a n e n het boseh doorkruisen moeten maatregel dié straks bij v e r o r d e n i n g zal worden gesanction- en wat een ïeuzonwerk het is het hout hier te b i e n g e n , kan neerd. Daar waar hij allen vaststaat dat de spooi wegaan leg men daarvan geen flauw begrip hebben. Als men te doen had n a a r het binnenland het middel is om de kolonie tot ontwik- niet geplante bosschen, waar stam aan stam geveld kan work e l i n g te brengen, kan de voorgestelde maatregel niet dan den, zooals bijv. in Amerika liet cjeval is met de pinebossehen. r* c* c fs of in de (tost met de djatie-bossi hen, dan ware liet eene andere algemeen met groote ingenomenheid worden begroet, ilet was zaak. Dat alle hout geen t i m m e r h o u t is. is zeker hier van toespr. dan ook niet te doen om in h e r h a l i n g te treilen, m a a r oin passing. W a n n e e r , zooals hier, op belangrijke distantie een zoo mogelijk nadruk te leggen op hetgeen door den heer enkele boom voorkomt die de moeite loont g e k a p t te worden, H u i l e r is in het midden gebracht, om te doen uitkomen dat dan is het leggen van spoor naar die boonien iets dat heel wat wij allen Bttaks con amore vóór de verordening onze stem geld zal kosten. .Men zou zoo enorm veel op de kosten van zuilen u i t b r e n g e n . het hout moeten opleggen, dat de handel in hout die niet zou De heei VAH I HoOGERHUYS heeft liet wooid gevraagd om k u n n e n dragen, noch voor export, noch voor b i n n e n l a n d s c h in de allereerste plaats zich geheel aan te sluiten aan h e t g e e n gebruik . de geachte voorafgaande sprekers hebben gezegd en mede Al wat spr. aangevoerd heeft had achterwege kunnen blijhulde en dank te brengen aan het Opperbostuur en zeer zeker i ven om het doel, m a a r aangezien deze aangelegenheid e^n ook aan Zijn Excellentie den tegenwoordigen Landvoogd, die ! onderdeel is van de inkomsten, en het zou k u n n e n gebeuren getoond heelt zoo voortvarend te zijn. W a a r spr. met al wat ! dat lieden die op hetgeen in de Memorie van Toelichting in hem is en van g a n s c h e r h a r t e vóór de v e r o r d e n i n g zal j voorkomt bouwen eene bittere teleurstelling zouden heblien, s t e m m e n , moet hij zich toch, hoewel niet eeuig. n tegenzin, — zooals die h i e r in S u r i n a m e op verschillend gebied helaas eene kleine a a n m e r k i n g veroorloven ten aanzien van hetgeen maar al te dikwijls ondervonden wordt, — achtte spr omtrent is neeigesteld in de Memorie van Toelichting o m t r e n t een I deze zaak hier wel een woord van pas. onderdeel vooi komende onder het hoofd „Vermoedelijke inSpr. zal van zijne zijde van ganscher h a r t e vóór het ont komsten", waaraan, n a a r zijne bescheiden m e e n i n g . meer werp stemmen. woorden verspild zijn dan het onderdeel waard is, omdat het De heer Ml'IXEB zegt dat hij de inzichten van den heei betrekkelijk geringe cijfer van deze inkomsten geen invloed zal uitoefenen op het geheel der inkomsten. I m m e r s al wor- van 't Hoogorhnvs niet kan doelen. Reeds bij het afdeelingsden cle inkomsten, die hij op 't oog heeft, geheel gederfd, dan onderzoek heeft spr.. toen dit punt ter sprake werd g e b r a c h t , kan er rekening mede worden gehouden dat de overige in- ! den heer van 't Hoogorhnvs er op gewezen dat wel is waar komsten niet dan zeer bescheiden zijn geraamd en de ver- ! onze bosschen niet als in Indië bepoot zijn met een bepaalde wachtingen zonder twijfel te hoven zullen gaan. Spr. wenschte \ houtsoort, maar hier allerlei hout door elkaar voorkomt, doch ihit er geen a a n l e i d i n g is voor den heer van 't H o o g e r h u y s dan te zeggen dal hij zich niet vereenigen kan met hetgeen om te spreken zooals hij nu gedaan heeft. Spr. geeft g a a r n e in de Membrie van T o e l i c h t i n g voorkomt ten betooge dat ..voo] houtkap de Bpoorweg een ontontbeerlijk middel zal zijn ". ioc (lat in eene zekere streek niet altijd een bepaalde houtsoort hij elkaar woidt gevonden, en dat deze toestand een nadee! Hij deelt dt' n Hing niet dat de a a n k a p van hout ecne hij- ; kan zijn voor exploitatie, maai het bezwaar is niet van overzondere vlucht zal nemen dooi den spoorweg, kin spr. staat wegenden aard wanneer de hout veil ing niet geschiedt door daarin niet alleen. Ook in een der locale bladen was er dezer Boschnegers en [ n d i a n e n , w a a r o p dó h e e r ' v a n '1 Boogerhuys dagen over dit punt een zeer zaakkundig stuk. dat een weerhet oog heeft, maai op systematische wijze, zm ''s in D e m e r a r j klank is op hetgeen in de afdeelingen daaromtrent gezegd is. gedaan wordt, waar de h o u t k a p een grooten om vang heeft, Spr. kan zich d a a r m e d e volkomen vereenigen en zou de illusie zoodat groote schepen, zelfs fregatten met hout worden beomtrent h o u t a a n k a p misschien kunnen doelen, doch dan eerst laden, met b e s t e m m i n g naar Liverpool en Manchester. Alle na jaren, als eerst gezorgd zal zijn voor eene behoorlijke hout is geen t i m m e r h o u t , dat is j u i s t : m a a r het wemelt in onze boschexploitatie. Dat liet vervoer van hout per spoor uu albosschen van h o u t . dat tusschen het d u u r z a m e t i m m e r h o u t t h a n s een lnon van inkomsten zou worden, moet spr. ten voorkomt en zich uitstekend leent voor werken van korten d u u r , zeerste betwijfelen. Terecht is in de Memorie van Toelichting voor het binnenwerk, voor kisten, k r a t t e n , enz. Dij een doeler op gewezen dat de houtprijzen r e k e n i n g houden met t r a n s m a t i g e e x p l o i t a t i e wordt alles w a t voor de h a n d l i g t g e k a p t port en arbeidsloon. W a a r het transport echter geschiedt door en de b e s t e m m i n g v a n h e t h o u t door zijne g e a a r d h e i d bepaald. Boschnegers of I n d i a n e n , wien het totaal onverschillig is of Spr. gelooft d a t de bezwaren, door den heer v a n ' t Ifoogerze eene maand of eene week of een d a g aan dat t r a n s p o r t beb u v s zoo breed u i t g e m e t e n , wel zullen worden o n d e r v a n g e n . steden, daar ze toch in de stad willen komen, — h e t g e e n reeds moeten worden gedaan, alvorens wij o p ' h e t s t a n d p u n t komen waarop wij zon g a a r n e zouden staan. Maar spr. is er zeker van dat. nu de weg geëffend wordt om er te komen, wij o m doel zullen bereiken.
|132.
O.j
Spoorwegaanleg en exploratie Lawagebied in Sur. tl. h. g o u v e r n . en v e r h . begrootingen van S m . en hootdst. X v. 1903. E n liet doet spr. leed d a t in 89116 / a a k van zou groot b e l a n g d e heer van 't H o o g e r h u y s zoo wijd is gaan spieken over een onderdeel dat n o g n a d e r e r e g e l i n g behoedt, o m d a t voor h e n die buiten de kolonie zijn aan diens woorden, d a a r de h e e r van !t i l o u g o r h u y s autoriteit is ter zake en bij houlzaken betrokken, meer gewieht zou k u n n e n worden g e h e c h t , dan zijne woorden wel v e r d i e n e n .
De heer VAN 'T HOOGBBHUYI gelooft duidelijk te hebben uiteengezet dat hij te weinig waarde heeht aan het onderdeel om daar veel woorden aan te verspillen, i l i j meent bel zeker n i e t verdiend te hebben door den heer M u l l e r gesignaleerd te worden als iemand die overdrijft, waar hij sprak als een m a n van o n d e r v i n d i n g , volkomen bekend niet de toestanden. Dat ■pr. niet alleen staat bewijst, sooa.ll hij Beide, het zeer zakelijk artikel in een onzer locale bladen, w a a r n a a r hij re fereerde. Op hetgi de heer H u i l e r heeft aangevoerd o m t r e n t fre g a t t e n die in D e i n e r a r y h o u t laden, moet spr. verklaren dat hem niet bekend is d a t die handel in Denierary zoo'n groote vlucht heeft g e n o m e n , ofschoon het transport van hout ook daar steeds te water geschiedt. Als spr. zeide dat alle b o u t hier geen t i m m e r h o u t is, dan was het op grond v a n de wetenschap, d a t , hoezeer sommige onzer Sm inaninsehe b o u t s o o r t e n ook uitstekend geschikt zijn voor t i m m e r h o u t , in onze bosschen zeer veel n e v e n h o u t voor komt dat daarbij groeit en van geen waarde is zelfs voor b r a n d h o u t en zeer zeker de kosten van export n a a r het b u i t e n land niet kan d r a g e n . Spr. h e r h a a l t het dat hij expresselijk op deze zaak de a a n dacht »eve>tigd heeft, o m d a t de beschouwingen d a a r o m t r e n t in de Memorie van T o e l i c h t i n g v e r w a c h t i n g e n zouden doen koesteren die op t e l e u r s t e l l i n g zouden uitloopen. De heer HAVELAAR, tijdelijk chef van lut bouwdepartt ment, zegt dat hij een enkel woord wenscht in het midden te bren gen n a a r a a n l e i d i n g v a n het gesprokene door den heer van 't H o o g e r h u y s . De b e e r Muller heeft het gemakkelijk ge maakt door te wijzen op Deinerary, spr. wenscht d a a r a a n n o g een en ander toe te voegen. In de eerste p l a a t s moet Spr. doen o p m e r k e n dal u i t d e Memorie van T o e l i c h t i n g duidelijk b l i j k t d a t bet tarief geen v a s t s t a a n d e zaak is, m a a r n a a r o m s t a n d i g h e d e n gewijzigd zal worden. De spoorweg d i e o n b e k e n d e en ongeëxploiteerde stre ken moet doorsnijden heeft er zelf groot b e l a n g bij om h e t b i n n e n l a n d tot o n t w i k k e l i n g te b r e n g e n . Als dus een v r a c h t tarief te d r u k k e n d m o c h t blijken voor h e t in het leven roe pen of de u i t b r e i d i n g v a n eene of a n d e r e i n d u s t r i e , d a n ligt het voor de h a n d , d a t de spoorweg zelf zooveel mogelijk zal medewerken om d a a r i n de noodige wijziging te brengen. Men heeft zich gestooten aan b e t tarief v a n 12 c e n t per t o n en per K . M . ; d a a r g e l a t e n d a t d i t slechts eene r a m i n g van de v r a c h t e n betreft, is blijkens de .Memorie, van T o e l i c h t i n g , ook voor den Congospoorweg, die reeds eenigen tijd geëxploiteerd wordt en veel overeenkomst heeft met liet voor deze kolonie voorgestelde werk, een gelijk tarief, n l . fes.—2") vastgesteld. D a a r weet men toch ook wel w a t men doet. Opgemerkt werd d a t t r a n s p o r t door Boschnegers geen k o s ten m e d e b r e n g t en dus elk tarief van den spoorweg lic/warend zal werken op de hout prijzen, dio d a t n i e t zouden k u n n e n
dragen. \Toor de binnenlandsche consumptie kan dit wellicht worden toegegeven, doch waar er sprake is van eene grootere ▼lucht van den b o n t h a n d e l , heeft men niet deze. die uit h a r e n aard slechts lieperkt is, op het oog, doch zeer bepaald u i t r o e r v a n hout. De heer Muller beeft gewezen op den e x p o r t v a n h o u t u i t D e n i e r a r v : die export betreft in hoofdzaak het D e m e r a i y Greenheart en de heer van 't H o o g e r h u y s zal Beker wel be amen dat wij hier houtsooHen hebben die d a a r m e d e gelijk staan. W a a r o m zouden onze houtsoorten dan niet evenzeer een belangrijk e x p o r t a r t i k e l k u n n e n w o r d e n ? W a a r o m zoude Jiet Surinaainsche M a n b a r k l a k , d a t van even goede kwaliteit
is als D e m e r a r a G r e e n h e a r t , niet ook zijn weg n a a r E u r o p a of elders k u n n e n vinden ? Men heeft gewezen op eene v e r h o o g i n g v a n d e n h o u t p r i j s door het t r a n s p o r t t a r i e f van den s p o o r w e g ; doch bij eene beOOrdeeling v a n den prijs moet m e n zich icooals gezegd niet u i t s l u i t e n d stellen op bet s t a n d p u n t der b i n n e n l a n d s c h e con s u m p t i e doch ook r e k e n i n g houden mei. de prijzen die liet h o u t voor e x p o r t n a a r het b u i t e n l a n d k a n d r a g e n . Men vergelijke daartoe onze houtprijz.cn m e t die van a n d e r e l a n d e n bv. -lava, waar het d j a t i e h o u t a a n b a l k h o u l kost f i'J per M :i ., terwijl voor M a n b a r k l a k h i e r slechts f 1 5 a f lii hetaald wordt. Den fegenwoordigen prijs van D e m e r a r a G r e e n h e a r t k e n t Spr. niet, doch hij h e r i n n e r t zich nog zeer goed
den saer hoogen prijs in 1890 op Batavia daarvoor betaald. Spr. heeft bij gelegenheid van die bestelling van de firma Alberts belangrijke cijfers vernomen betreffende den oiov a n g die toen de h a n d e l in D e m e r a r a G r e e n h e a r t h a d ; hij wist toen n o g n i e t d a t hij ooit S u r i n a m e zoude zien, doch h e t verwonderde hein destijds reeds, d a t in O o s t - I n d i ë h o u t u i t eene E n g e l s c h e W e s t - I n d i s c h e kolonie a a n g e v o e r d werd w a a r vermoedelijk soortgelijk h o u t in S u r i n a m e a a n w e z i g moest zijn. W a n n e e r h e t djatiehout op -lava zoowel voor de b i n n e n landsche c o n s u m p t i e als voor h e t b u i t e n l a n d zonder bezwaar het, vrachttarief der spoorwegen a l d a a r kan b e t a l e n , d a n g e looft Spr. d a t m e n zich n i e t zoo o n g e r u s t behoeft te m a k e n over den invloed van een v r a c h t t a r i e f voor h e t hout vervoer i n deze kolonie. Wij hebben h i e r per M:t. zeer lage houtprijzen en als in D e m e r a r y h o u t e x p l o i t a t i e ook zonder Boschnegers en I n d i a n e n mogelijk blijkt, dan gelooft Spr. d a t h e t m i n d e r j u i s t is de h o u t e x p l o i t a t i e voor de toekomst als van zeer w e i n i g beteekenis voor te stellen. Ten slotte w e n s c h t spr. nog even t e releveereu d a t in d e f 2 0 000 i n k o m s t e n begrepen is het vervoer v a n b a l a t a , h o u t , boschproducten, enz. Het cijfer is i n d e r d a a d zeer bescheiden. De alge m eene b e r a a d s l a g i n g wordt gesloten. B e r a a d s l a g i n g over art. 1, l u i d e n d e : „Voor r e k e n i n g v a n de Kolonie w o r d t een spoorweg a a n g e legd en door h a a r geëxploiteerd van Paramaribo naar liet Lawagebied." De h e e r VAX W I K K I M . K X . administrateur van financiën, zegt, dat in h e t a r t i k e l eene u i t d r u k k i n g voorkomt, die n i e t is toegelicht, o m d a t het B e s t u u r meende dat er g e e u t o e l i c h t i n g noodig was, d a a r dezelfde u i t d r u k k i n g voorkomt in de beide v e r o r d e n i n g e n dio op de Maatschappij S u r i n a m e b e t r e k k i n g hebben. I n t u s s c h e n is gebleken dat bij het publiek eene ver keerde o p v a t t i n g bestaat over hetgeen met, hei Lawai/ebied verstaan w o r d t . Met Lawagebied wordt bedoeld de landstreek tusschen de Laica en de Tapanahony; alleen het ///
alge-
A p p l a u s in de zaal en in de t r i b u n e s . De \ OORZITTKK betuigt den dank der v e r g a d e r i n g aan de ge delegeerden van den G o u v e r n e u r voor de v e r s t r e k t e i n l i c h tingen. De v e r g a d e r i n g wordt hierna
gescheiden.