UITWISSELING OVER DE RE-INTEGRATIEPRAKTIJK IN DE KAUKASUS, CENTRAAL-AZIË EN RUSLAND
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 1
04/07/13 15:26
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 2
04/07/13 15:27
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING
3
2. BELGISCHE VRIJWILLIGE TERUGKEER CONTEXT
5
3. ARMEENSE MIGRATIE EN VRIJWILLIGE TERUGKEER CONTEXT 3.1.
Algemeen overzicht van Armeense migratie
3.2.
Armenian Caritas
3.3.
Stakeholders in het re-integratieproces in Armenië
7 7 8 10
4. MIGRATIE EN VRIJWILLIGE TERUGKEER CONTEXT RUSLAND, GEORGIË, KIRGIZIË EN KAZACHSTAN 11 4.1. Migratie context: Rusland 11 4.2. Migratie context: Georgië, Kazachstan en Kirgizië 11 4.3. Lokale re-integratie partners in ex- Sovjetlanden 12 4.3.1. Caritas in Rusland 12 4.3.2. Caritas Georgië 14 4.3.3. DCCA Kirgizië 16 4.3.4. Caritas Kazachstan 17 5. WERGROEPEN EN DEBATTEN 5.1.
Voorbereiding van terugkeer in België
5.2.
Re-integratie steun
5.3.
Werkgroep goede en slechte cases
5.4.
Monitoring en opvolging
19 19 19 21 25
6. CONCLUSIE
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 3
26
3 04/07/13 15:27
1
Verwijst in navolging van het ‘European Migration Network Glossery’ naar programma’s die (logisitieke, financiële en/of materiale) steun aanbieden voor de vrijwillige terugkeer van migranten: http://emn.intrasoft-intl.com/ Glossary/viewTermByName.do?name=Return (Assisted Voluntary)
1. Inleiding 2
Deze publicatie is het resultaat van een zeer boeiende en intensieve vierdaagse samenkomst van verschillende organisaties die betrokken zijn bij het begeleiden van vrijwillige terugkeer en re-integratie, een co-organisatie van Caritas International (Belgium) en Armenian Caritas, met steun van Fedasil (Federal Agency for the Reception of Asylum Seekers) en het Europees Terugkeerfonds (ETF). “Begeleide terugkeer en re-integratie” programma’s1 (AVR) worden door heel wat Europese landen geïmplementeerd als onderdeel van het migratiebeleid, alhoewel het aanbod en de invulling van de begeleiding zeer sterk kan verschillen. België startte in 1984 met een vrijwillig terugkeer programma (REAB) dat asielzoekers en migranten zonder geldig verblijfsdocumenten, door middel van een vliegtuigticket, een terugkeerpremie en begeleiding bij vertrek, de mogelijkheid wil bieden om op een waardige manier terug te keren. In 2006 werd deze ondersteuning uitgebreid met de mogelijkheid tot re-integratieondersteuning na terugkeer. Sinds de start van het re-integratieprogramma werd Caritas International, naast IOM, aangesteld door de Belgische overheid als operationele partner om de aanvragen tot re-integratieondersteuning te realiseren. Caritas International geeft aan dit mandaat vorm in nauwe samenwerking met lokale partnerorganisaties in de terugkeerlanden die terugkeerders ondersteunen. Concreet wordt deze Europese samenwerking vormgegeven via het European Reintegration Support Organisations – Netwerk (ERSO) waar Caritas International deel van uitmaakt2. Leden van het
4
ERSO Netwerk zijn NGO’s die instaan voor counseling en ondersteuning van migranten in verband met vrijwillige terugkeer in het gastland en/of het verwezenlijken van re-integratie ondersteuning na terugkeer. Het basisuitgangspunt van ERSO is dat migratie het potentieel in zich heeft een positieve impact te hebben op de landen van herkomst/terugkeer, wat gestimuleerd kan worden door het verbeteren van de sociale en professionele re-integratie van terugkeerders en de betrokkenheid van de gemeenschap in dit proces. Re-integratie ondersteuning op maat van de terugkeerders vanuit een community based approach vorm dan ook de centrale focus is van het ERSO netwerk. Daarnaast kan er vastgesteld worden dat invulling van re-integratie ondersteuning sterk verschilt in de verschillende Europese landen, want vragen doet rijzen bij de eerlijkheid en geloofwaardigheid van het systeem. Het ERSO netwerk streeft, via uitwisseling en capaciteitsopbouw, naar een eerlijk systeem met gelijkwaardige en kwaliteitsvolle ondersteuning voor iedere persoon, onafhankelijk van en naar waar wordt teruggekeerd. Samen met deze Europese partners en de partners in de landen van herkomst (cf. infra) werd de voorbij jaren al heel wat expertise verworven op het vlak van het ondersteunen van terugkeerders, maar door de grote diversiteit in de groep van mensen die beroep doen op het vrijwillig terugkeer programma, is het een blijvend zoeken naar adequate oplossingen op maat en naar individuele oplossingen voor de specifieke problemen van migranten na terugkeer. Jaarlijks brengt Caritas International partners vanuit de vijf continenten bijeen tijdens
Zie http://www2.erso-project.eu/home/
een ‘partnerweek’, zodat de verscheidene aspecten van terugkeer en re-integratie grondig besproken kunnen worden. Deze bijeenkomst is een belangrijk middel om de ervaringen van de lokale NGO organisaties (verantwoordelijk voor de praktische realisatie van de re-integratieondersteuning) samen te brengen, om belangrijke evoluties te bespreken en nieuwe programmalijnen uit te tekenen. Naast het zoeken naar een goede afstemming tussen de ondersteuning en de uiteenlopende profielen (o.a. gezinssamenstelling, scholing, migratieervaring), mogelijkheden (o.a. netwerk, kennis, vaardigheden) en noden (huisvesting, psychosociale ondersteuning, inkomstgenererende activiteit) van de terugkeerders, wordt de ondersteuning door de lokale partners uiteraard ook aangepast aan de situatie van het terugkeerland. Door dit gegeven is het, naast het samenbrengen van de stemmen van de partners uit alle continenten, eveneens belangrijk om partners samen te brengen die terugkeerondersteuning realiseren in een bepaalde regio zodat dieper in gegaan kan worden op de moeilijkheden en mogelijkheden van de specifieke context. Om dit te realiseren werd in 2010 een eerste ‘regionale partnerweek’ georganiseerd in Senegal met specifieke focus op het realiseren van terugkeerondersteuning in Afrika. Wegens het succes van deze regionale conferentie werd beslist om dit initiatief in 2012 te herhalen. Het was een logisch keuze om de volgende conferentie in de Kaukasus te organiseren aangezien de Kaukasus republieken Georgië en Armenië de laatste jaren steeds behoren tot de top 5 van terugkeerlanden van Caritas International. Daarnaast
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 4
04/07/13 15:27
Toplanden vrijwillige terugkeer: Top tien 2010
Top tien 2011
Brazilië
72
Oekraïne
17
Armenië
32
Macedonië
12
Armenië
Mongolië
29
Servië
11
Mongolië
Georgië
25
Kameroen
10
Brazilië
Kosovo
24
Bosnië
7
Georgië
Tabel 1
Kosovo
113 Irak
Tabel 2
bleek de terugkeer naar Rusland en Centraal Azië (Kazachstan en Kirgizië) aan een opmars bezig. Er werd samen met Armenian Caritas besloten dat de conferentie zou plaatsvinden in Jerevan. Armenian Caritas is sinds de start van het re-integratieprogramma partner van Caritas International, en is een van de meest ervaren partners (begeleidde reeds meer dan 200 Armeense terugkeerders). Bovendien werkt Caritas Armenië niet alleen met terugkeerders vanuit België, maar ook uit andere EU landen. Kortom, Caritas International was zeer verheugd dat Armenian Caritas bereid was om mee de schouders onder dit project te zetten. De conferentie met de werktitel “Exchange of practices for EU host countries and countries origin about return and reintegration in the regions of the Caucasus, Central Asia and Russia” vond plaats van 11 tot 14 september in aanwezigheid van partnerorganisaties uit Armenië, Georgië, Rusland, Kirgizië en België. Het hoofddoel van bijeenkomst was het versterken van het netwerk en de samenwerkingsverbanden tussen de partners in de regio, het uitwisselen van ‘good practices’ en het oplossen van problemen voor lokale NGO’s bij het realiseren
Top tien 2012 12
Kosovo
86
Mongolië
36
77 Macedonië
12
Rusland
85
Kirgizië
25
44 Oekraïne
11
Armenië
72
Georgië
23
30 Rwanda
11
Nepal
40
Brazilië
22
20 Guinee
9
Kazakhstan
39
Irak
20
Tabel 3
van terugkeerondersteuning. Daarnaast was deze bijeenkomst evenzeer een ideale gelegenheid voor de verschillende Belgische partners om de realiteit van deze specifieke terugkeercontext beter te leren kennen, en zo meer voeling te krijgen met de mogelijkheden en moeilijkheden van deze regio. De Armeense context werd als concreet voorbeeld vooropgesteld. Hierna vindt u een neerslag van de debatten die tijdens de conferentie gevoerd werden en de conclusies die daaruit volgen met betrekking tot terugkeer en re-integratie van migranten naar de Kaukasus, Centraal – Azië en Rusland. In een eerste deel starten we met een korte omschrijving van de Belgische vrijwillige terugkeer context. Daarna gaan we dieper in op de terugkeercontext in Armenië, de re-integratieprojecten van Armenian Caritas en van andere organisaties om dit vervolgens open te trekken naar een beschrijven van de re-integratieprojecten in de regio. Het tweede deel van deze publicatie behandelt de debatten en de workshops die werden gehouden om dan tot slot te eindigen met de conclusies van deze boeiende bijeenkomst.
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 5
5 04/07/13 15:27
2. Belgische vrijwillige terugkeer context België startte in 1984 met het Return and Emigration of Asylum Seekers ex-Belgium (REAB) programma waarbij (uitgewezen) asielzoekers en migranten zonder wettig verblijf aanspraak kunnen maken op een vliegtuigticket, een terugkeerpremie3 en begeleiding bij vertrek. In 2006 werd dit aangevuld met een re-integratieprogramma, dat sinds 2010 bestaat uit sociale ondersteuning en materiële ondersteuning in twee niveaus: Niveau 1: materiële ondersteuning van maximum 700 euro per persoon (Fedasil) Niveau 2: extra ondersteuning van maximum 1500 euro per terugkeerfamilie voor het opstarten van een micro onderneming, organiseren van job placement of het betalen van medische zorgen (ETF) De modaliteiten en de toegangscriteria van het programma bleven tot 2012 min of meer ongewijzigd, met uitzondering van twee zaken. Twee groepen kwamen niet langer in aanmerking voor re-integratiesteun, namelijk terugkeerders naar een aantal Balkanlanden (na afschaffen van de visumplicht in de desbetreffende landen)4 en migranten die nooit asiel hebben aangevraagd in België5. Een uitgebreide bespreking van deze programma’s is terug te vinden in the ‘European Migration Network’ studie ‘Programmes and strategies in Belgium fostering assisted voluntary return and reintegration in third countries’6.
6
3
250 euro per volwassene en 125 euro per kind jonger dan 18 jaar
4
Servië, Macedonië en Montenegro 1/01/2010 – Albanië en Bosië 1/02/2011
5
Sinds oktober 2010 kunnen enkel personen die al langer dan 12 maanden onafgebroken op het grondgebied verblijven, of die een bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, steun krijgen van het re-integratieprogramma (jaarverslag fedasil 2011)
6
Bron EMN studie - internetlink
Op 15 mei 2012 werden, in samenwerking met de staatsecretaris voor Asiel en Migratie, nieuwe criteria ingevoerd die een grote wijziging brachten in de Belgische terugkeer context. Vanaf 15 mei 2012 is toegang tot re-integratiebijstand rechtstreeks gekoppeld aan het tijdstip waarop een aanvraag tot vrijwillige terugkeer wordt ingediend.
Naast het in juli 2011 gestarte ‘sensibilisation, follow-up & return’ – project (SEFOR) van de Dienst Vreemdelingen Zaken, dat als doel heeft migranten die een OQT hebben gekregen op te volgen en na te gaan of ze effectief, vrijwillig of niet, zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst, vond recent ook grote politieke verschuiving plaats in de Belgische vrijwillige terugkeer context.
Concreet betekent dit het volgende:
Tot 2012 viel vrijwillige terugkeer in België onder de bevoegdheid van het Ministerie van Sociale Zaken en werd uitgevoerd door Fedasil, waardoor het op politiek en administratief vlak gescheiden bleef van de gedwongen terugkeer (Ministerie van Binnenlandse Zaken). Hierdoor konden voor de vrijwillige terugkeer in België eigen objectieven ontwikkeld worden en kon gefocust worden op een brede doelgroep, onafhankelijk van de prioriteiten vooropgesteld voor de gedwongen terugkeer. Ondanks deze positieve aspecten zorgde de scheiding voor een gebrek aan coördinatie (bijv. het uitvoeren van een gedwongen terugkeer terwijl de procedure van vrijwillige terugkeer was opgestart) en gemeenschappelijke doelen. Dit leidde in 2012 eerst en vooral tot integratie van vrijwillige en gedwongen terugkeer, in aansluiting met de algemene evolutie naar een ‘geïntegreerd terugkeer management’, met als expliciet doel om te komen tot een coherent beleid met de focus op proces management (30 dagen mogelijkheid tot VT
• migranten die een aanvraag tot vrijwillige terugkeer hebben ingediend tijdens hun asielprocedure of binnen de geldigheidsduur (30 dagen) van hun bevel om het grondgebied te verlaten (OQT), hebben toegang tot het volledig pakket van re-integratieondersteuning (niveau 1 en niveau 2); • migranten die de termijn van het OQT hebben laten verstrijken maar binnen de 12 maanden een aanvraag tot vrijwillige terugkeer indienen, kunnen enkel nog beroep doen op het eerste niveau van ondersteuning; • een aanvraag tot vrijwillig terugkeer ingediend meer dan 12 maanden na het krijgen van een OQT geeft enkel nog toegang tot het REAB programma en niet tot de re-integratiesteun.
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 6
04/07/13 15:27
en daarna kans op gedwongen terugkeer); ten tweede tot terugkeertrajecten binnen de opvangstructuur en ten derde tot het limiteren van de re-integratieondersteuning voor de ‘snelle beslissers’ (cf. supra). Volgens de Belgische overheid zorgt deze samensmelting voor een duidelijke en coherente boodschap naar migranten toe en krijgt de vrijwillige terugkeer een duidelijkere rol binnen het geheel van migratie management. Deze veranderingen zorgen uiteraard voor een groter gevaar op instrumentalisering van vrijwillige terugkeer en het vernauwen van de doelgroepen. Fedasil stelt zich ter degen bewust te zijn van deze gevaren maar benadrukt dat ze als uitvoerder van het vrijwillige terugkeerprogramma hun eigen brede (ruime doelgroep en uitzonderingsmogelijkheden bij kwetsbare terugkeerders) en sociale focus, zoals ontwikkeld door de jaren heen, zullen behouden en verdedigen en dat de focus op het welzijn van de migrant voor hen centraal blijft staan.
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 7
7 04/07/13 15:27
JEREVAN 3. Armeense migratie en vrijwillige terugkeer context De republiek Armenië (onafhankelijk sinds 1991 – hoofdstad Jerevan) is een land met 2.9 miljoen inwoners (CIA Word Factbook, 2012) in de Zuidelijke Kaukasus, een gebied op de grens tussen West Azië en Oost Europa. Armenië is een bergachtig, gesloten gebied, dat grenst aan Turkije, Georgië, Azerbaidjan en Iran. Zoals eerder beschreven was Armenië vanaf het begin van het project een land met een hoog aantal terugkeerders via Caritas International België. De specifieke Armeense terugkeercontext en de jarenlange ervaring van Armenian Caritas in dit project waren de belangrijkste redenen om een internationale partnerweek in Jerevan te organiseren voor partners uit de zuidelijke Kaukasus, Rusland en Centraal Azië
Drie belangrijke gebeurtenissen liggen aan de basis van deze hoge emigratiecijfers: Ten eerste was er in 1988 de aardbeving in Noord Armenië die een derde van de industrie van het land vernielde. Een slachtofferaantal van 24.000 doden en 400.000 daklozen veroorzaakte een eerste massale migratiegolf vanuit het voormalige sovjetland. De tweede massale emigratiestroom kwam onmiddellijk na de eerste, toen de oorlog uitbrak met buurland Azerbaidjan over de enclave NagornoKarabakh. Deze oorlog duurde van 1988 tot 1994 en dreef wederom een groot deel van de bevolking het land uit. De derde en grootste emigratiegolf werd echter niet veroorzaakt door de eerder vermelde gebeurtenissen, maar kwam er na de val van de Sovjet Unie in 1991. In de prille beginjaren van de Armeense onafhankelijkheid verlieten duizenden inwoners hun land door de socio-economische crisis waarin het land op dat moment verkeerde.
3.1. Algemeen overzicht van Armeense migratie 7 Migratie is altijd al een belangrijk element geweest in de Armeense maatschappij, en is dat nog altijd. Door de eeuwen heen heeft de migratie een sterke invloed gehad op zowel de sociopolitieke als de demografische situatie van het land. Er ontstond een wereldwijde Armeense diaspora. De migratie steeg sterk in de afgelopen decennia: er wordt beweerd dat de bevolking in Armenië daalde met 30% tussen 1988 en 2001. Volgens een andere officiële bewering zouden 700.000 à 1.300.000 Armenen hun land verlaten hebben om zich in het buitenland te vestigen tussen 1990 en 2005.
8
De ongekende hoge emigratiecijfers hebben rechtstreekse gevolgen voor de Armeense economie en maatschappij: Volgens het ‘National Human Development’ rapport (2009) zijn er zowel socio-demografische (bv. Daling van het geboortecijfer, vergrijzing van de bevolking); socio-economische (bv. Stijging van armoedecijfer, daling van koopkracht) als moraal-psychologische (meer geneigd om te emigreren, minder vechten voor de ontwikkeling van het land) gevolgen gekoppeld aan deze grote emigratiegolf. Tot op vandaag is het land nog steeds niet hersteld van de zware socio-economische omstandigheden (werkloosheid, barre levensomstandigheden in het land,
afwezigheid van perspectieven) die de val van de Sovjet Unie met zich meebracht. Deze factoren zijn tot op vandaag de hoofdzakelijke reden van het hoge emigratiecijfer naar Rusland, Europa en elders. Honderdduizenden mensen verlieten reeds hun vaderland op zoek naar een job, betere levensomstandigheden en sociale bescherming. Onderzoek toont aan dat tussen 2002 en 2007 de emigratie vanuit Armenië vooral om economische redenen was (tijdelijke migranten), een opmerkelijk verschil met de vroege jaren 90 toen het aantal permanente migranten veel hoger lag. Ook in het jaaroverzicht van asielaanvragen in België zijn Armeense migranten goed vertegenwoordigd, met een piek van 1099 aanvragen in 2009 (zie tabel 4). Andere statistieken tonen aan dat het aantal erkenningen van Armeense migranten
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 8
04/07/13 15:27
Tabel 4: Aantal asielaanvragen per nationaliteit in België 2008
2009
2010
2011
2012
1
1 620 - Rusland
1 659 - Afghanistan
1 848 - Kosovo
2 758 - Afghanistan
2 635 - Afghanistan
2
1 070 - Irak
3
879 - Afghanistan
1 605 - Rusland
1 769 - Irak
2 134 - Guinée
1 808 - Guinée
1 539 - Kosovo
1 526 - Rusland
1 948 - Irak
1 470 - Rusland
4
661 - Guinée
1 386 - Irak
1 411 - Afghanistan
1 618 - Rusland
1 334 - DR Congo
5
614 - Iran
1 099 - Armenië
1 398 - Guinée
1 458 - Kosovo
983 - Kosovo
6
579 - DR Congo
1 052 - Guinée
1 233 - Servië
1 109 - Servië
803 - Irak
7
572 - Servië
732 - Iran
1 082 - Macedonië
1 007 - DR Congo
793 - Syrië
8
478 - Kosovo
670 - DR Congo
986 - Armenië
933 - Pakistan
760 - Pakistan
9
461 - Armenië
514 - Servië
786 - DR Congo
819 - Macedonië
667 - Albanië
10
367 - Kameroen
347 - Syrië
388 - Syrië
809 - Albanië
571 - Servië
691 - Armenië (11e) TOTAAL
12 252
17 186
19 941
25 479
445 - Armenië (15e) 21 463
Bron: Asielstatistieken CGVS 2008, 2009, 2010, 2011, 2012.
zeer laag ligt (4 personen in 2010 en 2011), en het aantal uitwijzingen bijgevolg hoog. Afgewezen Armeense asielzoekers kunnen gebruik maken van het vrijwillige terugkeerprogramma. Uit gegevens van IOM blijkt dat 1042 Armenen via het REAB programma naar hun vaderland terugkeerden, en dit tussen 2005 – 2012.
keerder. De noden van de terugkeerder en de urgentie ervan worden door Caritas Armenië bepaald na de nodige sociale counseling. Teneinde de kansen op succesvolle re-integratie van migranten te verbeteren bestaat het takenpakket van Armenian Caritas grosso modo uit onderstaande vier stappen: (1) Praktische informatie bezorgen aan potentiële terugkeerders in België. (2) Een vertrouwensband opbouwen met de terugkeerders door hen de nodige informatie en begeleiding
te bieden. (3) Personen gedurende één jaar (of langer indien nodig) na terugkeer begeleiden. (4) Terugkeerders helpen met praktische re-integratieproblemen na terugkeer, zoals het aanbieden van verblijf, opleidingen, hulp in het vinden van een school voor de kinderen, hulp in de zoektocht naar een job, het aanbieden van medische steun en overleg met de plaatselijke autoriteiten. Vijf personeelsleden zijn werkzaam in Armenië (office manager, project manager en drie maatschappelijk werkers) om de re-integratiesteun voor de verschillende terugkeerders te realiseren. Over het algemeen worden tijdens de begeleiding van elke terugkeerder (of terugkeerfamilie) onderstaande stappen gevolgd: - potentiële terugkeerder of sociaal assistent in België neemt contact op met Caritas International - Voorbereiding van terugkeer in België - Eventueel advies van Caritas Armenië voor terugkeer - Ontmoeting tussen terugkeerder en Armenian Caritas - Behoeftenanalyse - Sociale en/of businessbegeleiding - Opvolging - Rapporten over situatie van terugkeerder - Monitoring en evaluatie
3.2. Armenian Caritas Armenian Caritas8 werd opgericht door de Armeense katholieke kerk in Gyumri in 1995. In het begin was hun werkveld eerder beperkt, maar tegenwoordig hebben ze projecten van verschillende aard, zoals sociale bescherming, volksgezondheid, gemeenschapsontwikkeling & mobilisatie, mensenrechten, noodhulp en migratieprojecten (integratie – re-integratie en trafficking), enz. Hun activiteiten werden bovendien uitgebreid vanuit de Shirak regio (Gyumri) naar andere delen van het land zoals de steden Lori, Gegherkunik en Jerevan. Sinds 2006 werkt Caritas International samen met Armenian Caritas in het kader van re-integratiesteun na terugkeer voor Armeense terugkeerders. De steun die door AC wordt geboden is onbeperkt en afhankelijk van de noden van elke terug-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 9
9 04/07/13 15:27
Kort samengevat gebeurt de behoeftenanalyse, het sociale werk, het beheer van het re-integratiebudget, de aankopen, de monitoring, de evaluatie van elke terugkeercase, en de begeleiding doorheen dit hele proces, door Armenian Caritas. Een aanzienlijk aantal Armeense terugkeerders hebben medische problemen (bv. diabetes) en ontvangen hiervoor extra re-integratiesteun om medicijnen en medische behandeling te financieren. Medicijnen en behandeling zijn echter moeilijk te verkrijgen in Armenië (door de hoge prijzen, afwezigheid van bepaalde medicatie, en corruptie). Daarom heeft Armenian Caritas een project voor medische hulp opgericht in Gyumri, de stad waar het hoofdkantoor van AC gelegen is, waar zowel terugkeerders als de plaatselijke bevolking gebruik kunnen maken van gratis medische zorg. Terugkeerders naar andere regio’s worden doorverwezen naar ziekenhuizen of dokters, en de medicijnen worden steeds in vaste apotheken aangekocht. Caritas Armenië beschikt over meerdere werknemers die opgeleid zijn om psychologische steun aan te bieden. Hoewel terugkeerders hiervan gratis gebruik kunnen maken, wordt deze vorm van steun echter zelden door hen gevraagd. In sommige gevallen maakt Caritas Armenië gebruik van externe organisaties, en worden bepaalde vormen van begeleiding uitbesteed aan een andere organisatie die meer ervaring heeft in een bepaald werkveld. Sinds het begin van dit project heeft AC al een uitgebreid ondersteunend netwerk opgebouwd, waardoor het voor hen makkelijker is om de nodige re-integratiesteun aan te bieden. De businessbegeleiding, bijvoorbeeld, wordt uitgevoerd door Business Pareta LLC9, een organisatie die gespecialiseerd is in het promoten en ondersteunen van businessprojecten en projecten in plattelandsregio’s. Deze organisatie beschikt over professionele businessconsulenten die de terugkeerders helpen om een bepaald inkomstgenererend idee te ontwikkelen/verbeteren. Ook wordt er uitgebreid marktonderzoek gedaan, wordt er een business plan opgesteld (marketing, management, productie en financieel plan), en worden de terugkeerders begeleid tijdens het opstarten van hun project.
10
Tabel 5: Soorten business opgestart in Armenië 2010- 2012 2010
2011
2012
Veeteelt
4
7
10
Groententeelt
1
3
-
Internet cafe
1
-
3
Garage
1
-
2
Kapsalon
1
1
Leverancier van goederen
2
2
Taxi
-
2
3
Andere (snackbar, stomerij, taallessen)
1
1
1
Kleren
2
5
3
Bakkerij
-
-
3
Voeding
-
4
2
Andere (bloemen, auto-onderdelen, gsm’s, fotostudio)
2
1
2
Tabel 6: Aantal Armeense re-integratie cases
3
2
2
Tussen 2006 en 2012 ondersteunde Caritas Armenië 273 terugkeerders met een re-integratieproject uit België.
Landbouw
Diensten
Handeltje/winkeltje
Handwerk (Timmerman, schoenmaker, naaister, muzikant, fotograaf)
Jaar
Tabel 5 geeft wordt een overzicht van de verschillende businessprojecten die sinds 2010 zijn opgestart door terugkeerders in Armenië. Het valt op dat het aantal landbouwprojecten, diensten en handeltjes/winkeltjes ongeveer gelijk verdeeld is. Caritas Armenië biedt niet enkel steun aan terugkeerders die afkomstig zijn uit België, maar heeft ook gelijkaardige projecten met terugkeerders uit o.a. Oostenrijk, Liechtenstein en Nederland. Doordat Caritas Armenië re-integratiesteun biedt aan Armeense terugkeerders uit verschillende EU lidstaten, hebben zij een rijke expertise die hun werk alleen maar positief beïnvloedt. In totaal werden reeds 260 cases begeleid, goed voor 480 personen.
Aantal cases
Fedasil project
STAVR project
Aantal personen
Man
Vrouw
2006
16
16
-
32
15
17
2007
16
16
-
27
17
10 18
2008
24
24
-
35
17
2009
9
9
-
11
5
6
2010
20
3
17
32
16
16
2011
35
10
25
62
31
31
2012
43
21
22
74
36
38
Total
163
99
64
273
137
138
3.3. Stakeholders in het re-integratieproces in Armenië Caritas Armenië is uiteraard niet de enige organisatie die migranten begeleidt na terugkeer vanuit België. Ook verschillende andere organisaties bieden re-integratiesteun aan na
7 Dit hoofdstuk is gebaseerd op het onderzoek van Johanson (2008), Minasyan et al (2008), Gevorkyan et al (2006) en NHD rapport 2009 Armenië 8 http://www.caritasarm.am/ 9 http://ruralarmenia.com/content/business-pareta-llc
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 10
04/07/13 15:27
terugkeer in Armenië, en enkele van hen kwamen hun projecten voorstellen tijdens de conferentie. Zo is er bijvoorbeeld de organisatie Hope and Help Armenia, die in het verleden 41 terugkeerders heeft begeleid in hun re-integratieproces, of de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), die vanaf 1994 tot op vandaag nog steeds werkzaam is en al meer dan 5000 terugkeerders heeft begeleid in Armenië. Verder is er nog de Armenian UN Association, dat samen met het NGO People in Need (Tsjechië) verschillende terugkeerbegeleidingscentra heeft geopend, en de Organization for Sercurity and Co-operation in Europe (OSCE), die verschillende sociologische onderzoeken heeft gevoerd naar arbeidsmigratie en terugkeer. Daarnaast werkt het OSCE samen met verschillende NGO’s en internationale organisaties op vlak van migratiemanagement, en draagt ze eveneens bij tot de ontwikkeling van een ontwikkelingsplan hiervoor. Samen met IOM organiseert het OSCE ook zogenaamde coördinatievergaderingen met het oog op migratiemanagement. Tijdens de ontmoeting met de verschillende stakeholders werden ook de omvang en resultaten van hun projecten voorgesteld, samen met de problemen die zij ondervinden in het proces van re-integratiebegeleiding. Bovendien werden ook de resultaten gebracht van een onderzoek naar terugkeer en re-integratie in Armenië, afgenomen door Alina Pogosyan. Dit evaluatieonderzoek concentreert zich hoofdzakelijk op de mate waarin de begunstigden van de re-integratie behoren tot de belangrijkste groepen terugkeerders, en in hoeverre hun geplande activiteiten bijdragen tot een succesvolle re-integratie. De conclusie van dit onderzoek bleek dat de geleverde reintegratiesteun niet altijd evenredig is met de behoeften van de terugkeerders, en dat niet alle kwetsbare terugkeerders in aanmerking komen voor re-integratiesteun. Hieruit volgden drie aanbevelingen, namelijk (1) de doelgroep voor het reintegratieprogramma uitbreiden; (2) de werkkracht vergroten die terugkeerbegeleiding biedt; en (3) de samenwerking tussen verschillende organisaties versterken, zodat informatie en ervaring inzake re-integratiesteun onderling uitgewisseld kan worden.
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 11
11 04/07/13 15:27
4. Migratie en vrijwillige terugkeer context Rusland, Georgië, Kirgizië en Kazachstan
4.1. Migratie context Rusland Niet enkel Armenië werd gekenmerkt door een hoog migratiecijfer in de jaren negentig, maar ook andere ex-sovjet republieken zoals Georgië, Rusland, Kirgizië en Kazachstan. Na de val van de toenmalige Sovjet Unie verliet een aanzienlijk aantal inwoners hun thuisland, waardoor het bevolkingsaantal in die landen logischerwijze sterk daalde. Enkel in Rusland (officieel ‘de Russische Federatie’) steeg de bevolking, omdat de migratie naar het land hoger was dan de emigratie vanuit het land. Door het hoge aantal immigranten vanuit de verschillende ex sovjetrepublieken nam het bevolkingsaantal er toe. Tot op vandaag blijft Rusland een populaire bestemming voor inwoners van vroegere sovjetlanden, dit dankzij de economische ontwikkeling van het land. Sinds 1991 immigreerden onTabel 7 : Migratie naar Rusland tussen 1992 - 2009 1992
1995
2000
2005
2007
Vanuit ex-USSR landen
99.9%
99.9%
96.5%
95.1%
95.4%
Van buiten ex-USSR landen
0.01%
0.01%
3.5%
4.4%
4.6%
100.0%
100.0%
100.0%
100.0%
100.0%
Totaal
geveer tien miljoen mensen naar dit land, hoofdzakelijk vanuit ex USSR (Unie van de Socialistische Sovjet Republieken) landen (zie tabel 7). Toch was er ook een aanzienlijke uitstroom vanuit de Russische Federatie in de jaren negentig. Zo verlieten drie miljoen Russen hun land tussen 1991 – 2002 om zich te gaan vestigen in Oekraïne, Kazachstan, Duitsland en de Verenigde Staten. Dit relatief hoge emigratiecijfer is vooral te wijten aan de onstabiele economische en politieke situatie na de val van de Sovjet Unie. De plotse overgang van communisme naar kapitalisme zorgde in de verschillende sovjetlanden voor een schrijnende economische situatie. Terwijl de hele economie tijdens het sovjettijdperk door de overheid gestuurd werd, kwam er van de ene dag op de andere een plotse privatisering, waardoor een grote kloof ontstond tussen armen en rijken. Zowel de armoede als de werkloosheid steeg sterk, en velen emigreerden naar het buitenland op 2008 2009 zoek naar een betere economische situatie. De economische en politieke situatie in Rusland in 95.9% 96.7% de jaren negentig was verre van gunstig, maar beter dan in andere sovjetrepublieken. 4.1%
3.3%
100.0%
100.0%
Er was echter nog een tweede reden voor de emigratiestroom vanuit Rusland, namelijk de twee Tsjetsjeense Oorlogen (19941996 & 1999-2006) in de Noord-Kaukasus. Een aanzienlijk aantal Tsjetsjenen vluchtte in die periode naar verschillende Europese landen, waaronder België. De inwoners uit de Tsjetsjeense republiek werden in die tijd erkend als vluchtelingen, omdat hun land officieel in oorlog was. Na de tweede Tsjetsjeense Oorlog in 2006 werd het moeilijker om als vluchteling erkend te worden, en de laatste jaren zelfs uitzonderlijk omdat het land als veilig gezien wordt. Tegenwoordig neemt het aantal Russische migranten jaarlijks af. Vanaf 2006 verlaten gemiddeld ‘slechts’ dertigduizend migranten hun land10. Tabel 4 toont aan dat het aantal asielaanvragen in België constant blijft, met 1470 aanvragen in 2012. Tot op vandaag blijft het grootste deel van de Russische migranten afkomstig uit de Noord Kaukasus (Vooral de republieken Tsjetsjenië en Dagestan, maar ook Ingoesjetië en Noord-Ossetië).
4.2. Migratie context in Georgië, Kazachstan en Kirgizië Zoals vermeld in het vorige hoofdstuk was de massale emigratiestroom na 1991 typisch voor de verschillende ex sovjetlanden door de onstabiele economische en politieke situatie. Toch had elk land nog te kampen met andere specifieke problemen, waardoor de bevolking massaal emigreerde. In Georgië zijn vooral energietekorten, gewapende conflicten (Abchazië en Zuid-Ossetië) en politieke onstabiliteit de oorzaak van moeilijke levensomstandigheden gedurende de afgelopen twintig jaar. In combinatie met de barre economische omstandigheden zorgde dit ervoor dat één miljoen Georgiërs emigreerde naar het buitenland (1/5 van de totale bevolking). In de jaren negentig was Rusland de populairste bestemming bij 65% van de Georgische migranten, maar na het gewapende conflict tussen Rusland en Georgië in 2008 werden West Europese landen en de Verenigde Staten echter steeds populairder als bestemming11.
Bron: ‘International Migration as a factor of demographic growth in modern Russia’ - 2010 10 11
12
Bron: ‘International Migration as a factor of demographic growth in modern Russia’ – 2010 Bron: ‘Recent Migration Tendencies from Georgia’ by Tamar Shinjiashvili
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 12
04/07/13 15:27
In Kazachstan12 en Kirgizië13, liggen vooral economische problemen en interetnische conflicten aan de basis van de emigratie. De economische onstabiliteit zorgde voor etnische spanningen tussen de Kazachse / Kirgizische bevolking en de minderheidsgroepen (vooral Russen, Oezbeken, Oejgoeren en Koerden). Zulke conflicten bestaan vandaag de dag nog steeds, en uiten zich in de migratiecijfers van beide landen. Het overgrote deel van de migranten afkomstig uit beide landen behoort namelijk tot een etnische minderheidsgroep.
4.3.1. Caritas Rusland
re-integratie samengewerkt met lokale afdelingen van Caritas die onder de verantwoordelijkheid van Caritas Moskou vallen. Meestal zijn dit lokale katholieke parochies die vertegenwoordigd zijn door een priester. Tussen eind 2011 – eind 2012 hebben twee en zeventig personen re-integratiesteun gekregen via Caritas Moskou. Het aantal terugkeerders voor Moskou zelf lag relatief laag (8 personen), maar aangezien Moskou ook verantwoordelijk is voor de re-integratieprojecten in de Noord Kaukasus lag hun aantal re-integratiedossiers relatief hoog (64).
4.3. Lokale re-integratie partners in ex- Sovjetlanden
De terugkeerders worden begeleid door een team van maatschappelijk assistenten. Afhankelijk van hun behoeften worden ze doorverwezen naar andere organisaties, die op hun beurt de terugkeerders kunnen verder helpen (gratis of tegen compensatie). Op vlak van medische steun, bijvoorbeeld, fungeert Caritas Moskou als een schakel tussen de terugkeerder en medische instantie. In Rusland is basisbehandeling gratis voor elke staatsburger, waardoor medische zorg veel toegankelijker is dan in andere ex sovjetlanden. Psychologische steun, langs de andere kant, wordt aangeboden door Caritas Moskou zelf.
In dit hoofdstuk worden de internationale partnerorganisaties voorgesteld die aanwezig waren op de conferentie in Jerevan en werkzaam zijn in de regio Kaukasus, Centraal Azië of Rusland. De nadruk wordt vooral gelegd op de specialiteiten van elke organisatie, en niet zozeer op de verschillende stappen in de begeleiding. De werkmethode van elke partnerorganisatie binnen het re-integratieprogramma is namelijk min of meer detzelfde, en kan worden vergeleken met die van Caritas Armenië die reeds eerder vermeld werd in deel 3.2. Voor het vrijwillige terugkeerproject vanuit België naar Rusland werkt Caritas International samen met plaatselijke Caritaskantoren verspreid over het hele land. Die verschillende kantoren vallen onder de overkoepelende organisatie ‘Caritas Rusland’, maar zijn op zich onafhankelijk van elkaar per provincie. Met een oppervlakte van achttien miljoen vierkante kilometer is Rusland veruit het grootste land ter wereld. Samenwerken met verschillende partnerorganisaties is nodig door de immense afstanden tussen de verschillende steden, en zorgt ervoor dat terugkeerders toch op een persoonlijke manier begeleid worden.
Caritas Moskou De belangrijkste partner van Caritas International in Rusland is Caritas Moskou. Dit is het hoofdkantoor van Caritas European Part of Russia (CEPR) en is tevens verantwoordelijk voor de kleinere Caritaskantoren in de regio. Wanneer een persoon terugkeert naar een kleinere stad in die regio, wordt er voor de
De begeleiding bij microbusiness projecten gebeurt ofwel in samenspraak met de financieel verantwoordelijke van Caritas Moskou, ofwel met een externe businessconsulent. Door de grote afstanden kiest CM ervoor om niet met één vaste business consulent of organisatie samen te werken. De begeleiding voor migranten uit de Noord Kaukasus is verschillend van de ‘normale’ Caritasbegeleiding door de grote afstand. Hoewel de republieken in deze regio officieel bestempeld worden als veilig, blijft de situatie er gevaarlijk en onstabiel. Daarom blijft het moeilijk voor plaatselijke NGO’s om ter plekke een kantoor te openen. Aangezien Moskou de terugkeerders uit de Noord Kaukasus niet naar plaatselijke afdelingen kan doorverwijzen, organiseert zij ontmoetingen Met de terugkeerders in Moskou wanneer deze wachten op hun vlucht richting Grozny (Tsjetsjenië), Nazran (Ingoesjetië) of Makhachkala (Dagestan). Aangezien terugkeerders voor deze regio in de meeste gevallen de nacht doorbrengen in een hotel in Moskou, is het voor de partner van Caritas Moskou makkelijker om hen te ontmoe-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 13
13 04/07/13 15:27
ten. Na deze ontmoeting worden de terugkeerders verder opgevolgd via telefoon en e-mail. Regelmatig organiseert Caritas Moskou monitoringmissies naar de Noord Kaukasus zodat de personen minstens één keer thuis worden bezocht.
Caritas Rostov De tweede partnerorganisatie in Rusland die aanwezig was op de conferentie was Caritas Priazoviye, beter bekend als Caritas Rostov (Zuidelijke regio van Rusland). De directeur van deze organisatie is verantwoordelijk voor het vrijwillige terugkeerproject en begeleidt persoonlijk de terugkeerders. Ook begeleiding van businesscases gebeurt door de organisatie zelf, al wordt er wel advies gevraagd aan lokale specialisten over bepaalde marktsegmenten. Sinds begin 2012 werden vijftien terugkeerders begeleid door Caritas Rostov. Personen voor de regio keren meestal terug naar de stad Krasnodar of kleinere stadjes in de regio.
2010
2011
Andere lokale Caritasafdelingen Naast de twee belangrijkste partnerorganisaties heeft Caritas International sinds 2012 ook samenwerkingsovereenkomsten met verschillende andere Caritaspartners in Rusland, zoals Caritas Kaliningrad (6 terugkeerders), Caritas Saratov (7 terugkeerders), Caritas Kazan (3 terugkeerders), Caritas Orenburg (3 terugkeerders), Caritas Samara (3 terugkeerders), Caritas West-Siberië (2 terugkeerders) en Caritas Oost-Siberië (1 terugkeerder).
Terugkeer naar deze regio’s is veel beperkter dan naar de Noord Kaukasus, maar zeker niet onbestaande. Tussen 20102012 hebben 24 personen een microbusinessactiviteit gestart na terugkeer naar Rusland. Tabel 8 toont aan in welke soorten business vooral geïnvesteerd werd.
12
Bron: ‘Migration statistics in the republic of Kazakhstan’ by the Agency of Statistics in the Republic of Kazakhstan
13
Bron: ‘Economic Migration in Post Sovjet Central Asia: The case of Kyrgyzstan’ by Rafis Abazov
2012
Landbouw Veeteelt
1
4
Groententeelt Diensten Schoonheidssalon Bouwwerken
2 1
Muziek
1
Garage
1
Taxi
1
2
Naaiatelier
1
1
Restaurant
1
Handeltje/winkeltje Kleren
3
Huishoudspullen
1
Algemene voeding
4
Lichtgevende muurbekleding
1
Auto-onderdelen
1
Handicraft Tabel 8: Soorten business opgestart in Rusland tussen 2010-2012
14
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 14
04/07/13 15:27
4.3.2. Caritas Georgië Tabel 9: Soorten business opgestart in Georgië tussen 2010- 2012 2010
2011
2012
Veeteelt
4
4
5
Fruit/groenten
1
-
-
Landbouw
Diensten Internet cafe
1
-
-
Cafe
2
-
1
Garage
-
1
-
Kapper
-
1
-
Transport
-
-
2
Taxi
3
3
1
Andere (constructie, voetbaltrainer, car wash)
1
-
2
Handeltje/winkeltje
Sinds 2008 werkt Caritas International samen met Caritas Georgië in kader van het vrijwillige terugkeerprogramma vanuit België. Naast de re-integratiebegeleiding is Caritas Georgië verantwoordelijk voor allerlei andere projecten inzake ontwikkeling, gezondheid, noodhulp, adoptie, jeugdwerking, sociale programma’s, enz. Net als Armenian Caritas werkt Caritas Georgië samen met zowel interne als externe contactpersonen om de re-integratiesteun te realiseren. Voor medische steun (inclusief psychologische bijstand) worden terugkeerders doorverwezen naar externe specialisten, die op hun beurt betaald worden met het re-integratiebudget van de terugkeerder in kwestie.
Terugkeerders die een microbusiness willen opstarten worden doorverwezen naar Smeda, een externe organisatie gespecialiseerd in business consultancy. Smeda onderzoekt samen met de terugkeerders de markt, biedt hen opleidingen aan en staat hen bij tijdens de opstart van de business. Sinds 2008 zijn 108 personen teruggekeerd naar Georgië met een re-integratieproject. Veertig van hen gebruikten hun budget om een business op te starten. Tabel 9 geeft de verschillende soorten activiteiten weer.
Kledij
3
-
-
Bakkerij
-
1
-
Kruidenier
1
1
2
Andere (schoenen, juwelen, gordijnen, meubelen )
2
1
1
-
1
1
Job placement (apotheker assistent, kapper)
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 15
15 04/07/13 15:27
4.3.3. DCCA Kirgizië
aangezien de projectverantwoordelijke een gediplomeerd businessconsulent is. Zowel het marktonderzoek, de planning als de opstart van de business gebeurt samen met DCCA. Sinds 2008 keerden 43 personen terug naar Kirgizië met een re-integratieproject, onder begeleiding van Caritas International en DCCA. Pas eind 2011 begon het aantal terugkeerders naar dit land te stijgen. Tabel 10 verwijst naar de types microbusiness die werden opgestart.
Tabel 10: Soorten business opgestart in Kirgizië tussen 2010-2012 2010 (0 terugkeerders)
2011
2012
Landbouw Veeteelt
2
Groententeelt Handeltje/winkeltje Kleren Naaiatelier
1 1
Sanitair materiaal Auto-onderdelen GSM’s
1 1
1
1 1
In Kirgizië werkt Caritas International niet samen met Caritas, maar met de ‘Development & Cooperation organisation in Central Asia’ (DCCA), gelegen in Bishkek. Door de relatief kleine oppervlakte van het land wordt de reintegratie begeleid en opgevolgd vanuit de hoofdstad Bishkek. De aankoop van medicatie met het re-integratiebudget is vrij beperkt, omdat alle ziekenhuizen geprivatiseerd zijn en dus zeer duur zijn. Tussen 2008 en 2012 heeft geen enkele terugkeerder naar Kirgizië medische bijstand aangevraagd. Indien zulke bijstand toch nodig is, zal DCCA zoeken naar de beste oplossing samen met de terugkeerder. DCCA biedt geen psychologische steun aan terugkeerders, wegens gebrek aan opgeleid personeel hiervoor. Psychologische bijstand zou volgens DCCA een taboe zijn in het land, waardoor terugkeerders naar Kirgizië hier praktisch nooit naar zullen vragen, ongeacht of het gratis is of niet. De begeleiding voor businesscases gebeurt door DCCA zelf,
16
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 16
04/07/13 15:27
4.3.4. Caritas Kazachstan
Sinds 2012 organiseert Caritas International ook re-integratiebegeleiding in Kazachstan. Na een stijgend aantal aanvragen voor die regio sloot Caritas International een overeenkomst met Caritas Kazachstan om de begeleiding van terugkeerders op poten te zetten. Het hoofdkantoor van Caritas Kazachstan bevindt zich in Karaganda, maar Caritas International werkt enkel samen met hun afdeling in Almaty (Zuid-Kazachstan), aangezien de meeste personen naar deze regio terugkeren. Begeleiding in het re-integratieproces wordt georganiseerd door Caritas Almaty. In 2012 werden reeds 43 personen begeleid, en in 2013 wordt een stijging verwacht. Daarom werd eind 2012 een extra persoon aangeworven om ter plekke de terugkeerders de nodige begeleiding te kunnen aanbieden. Deze maatschappelijk assistente is permanent beschikbaar als aanspreekpunt voor de terugkeerders en werkt voltijds op het project.
gezellen van terugkeerders naar een notaris. Aangezien het re-integratiebudget ook voor huishuur gebruikt kan worden, bestaat de begeleiding ook vaak uit de zoektocht naar een appartement, het onderhandelen met de eigenaars en het opmaken van een huurcontract.
Tabel 11: Soorten microbusiness opgestart in Kazachstan in 2012 2010 2011 (0 terugkeerders) (0 terugkeerders)
2012
Landbouw
Zes terugkeerfamilies hebben hun re-integratiebudget in 2012 gebruikt voor een inkomstgenererende activiteit. De tabel verder in dit hoofdstuk geeft aan in welke soorten microbusiness geïnvesteerd werd. De afwezigheid van terugkeerders in 2010 en 2011 benadrukt de plotse stijging in 2012.
Veeteelt
1
Groententeelt Diensten Internet cafe
1
Garage Ontstoppingsdienst
1
Handeltje/winkeltje Kledij
1
Huishoudspullen
1
Algemene voeding
1
Haar functie bestaat onder andere uit het ontmoeten van terugkeerfamilies, het aankopen van huishoudelijk materiaal of materiaal voor hun microbusiness, en het eventueel ver-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 17
17 04/07/13 15:27
18
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 18
04/07/13 15:27
deze informatie indien beschikbaar is belangrijk opdat de lokale partner een idee zou krijgen van de specifieke situatie en het parcours dat de terugkeerder heeft afgelegd. Bovendien moet de terugkeerder zo de infomatie niet herhalen die hij al deelde met de Belgische counselors. Waar zeker aandacht aan moeten worden besteed, zijn de documenten van de kinderen. Het geboortecertificaat moet correct zijn, zoniet kan dit grote problemen na terugkeer veroorzaken. De lokale partner benadrukt ook dat de naam van de terugkeerder dezelfde moet zijn als die op het paspoort, om zo de juiste documenten voor te bereiden.
5. WERKGROEPEN EN DEBATTEN Tijdens de vierdaagse conferentie in Jerevan werd re-integratieondersteuning en de randvoorwaarden voor een adequate begeleiding van terugkeerders uitvoerig besproken. Er werd dieper ingegaan op de volgende aspecten: het voorbereiden op terugkeer voor vertrek; het opbouwen van het netwerk door de lokale partners; de realisatie van verschillende vormen van re-integratieondersteuning; good en bad practices, monitoring en opvolging van de terugkeerders. Daarnaast werden ook de formele eisen en voorwaarden van het nationale en Europese programma uitvoering besproken en werd nagegaan hoe het voor de lokale partnerorganisatie en binnen de context van het terugkeerland mogelijk is om aan deze eisen te voldoen. De verschillende workshops en debatten boden de partners een unieke kans om ervaringen uit te wisselen, vragen te stellen en samen na te denken over oplossingen en optimalisaties van het project. Ook de uitwisseling tussen de Belgische partners en de partners in de terugkeerlanden bleek meer dan eens zeer waardevol: de lokale partners kregen een duidelijker zicht op hoe het traject in België, voor terugkeer, verloopt; de Belgische stakeholders (terugkeerconsulent, verantwoordelijke opvang asielzoekers, re-integratieteam, projectverantwoordelijken van de overheid) kregen meer zicht op hoe de ondersteuning concreet verloopt en met welke obstakels terugkeerders en sociaal werkers geconfronteerd worden. Deze wederzijdse uitwisseling was ideaal om de kennis van de begeleiders uit te breiden, de begeleiding in gast- en thuisland op elkaar af te stemmen en de samenwerking te bevorderen.
5.1. De voorbereiding van terugkeer in België Er vonden interessante discussies plaats tussen de partner in het gastland en de partner in het thuisland over de uitwisseling van essentiële informatie over de terugkeerder en zijn of haar project. De lokale partners benadrukten dat de informatie die zij over het sociale netwerk van de terugkeerder onvangen (i.e. de contactgegevens van familieleden), zeer nuttig is bij de voorbereiding van de terugkeer van de migrant. Het helpt hen de familiale situatie van de terugkeerder in te schatten, de mogelijke steun die het persoonlijke netwerk van de terugkeerder al dan niet kan verschaffen, en ook om de re-integratiemogelijkheden bij de familie af te toetsen. Terugkeerders zijn echter niet altijd bereid om deze informatie door te geven vermits ze de lokale partner nog niet kennen. Bovendien is het niet steeds noodzakelijk de familieleden te contacteren, en zou dit geval per geval bekeken moeten worden. Bij kwetsbare of jonge personen moet deze informatie in principe in België worden verkregen, hoewel men steeds rekening moet houden met de wensen van de terugkeerder. Ook informatie omtrent studies en werkervaring van terugkeerders is nodig om het businessproject te evalueren of een geschikte job in het thuisland te vinden. Indien deze informatie op voorhand aan de partners wordt doorgespeeld, geeft het hen de tijd om zich beter voor te bereiden, de individuele mogelijkheden te onderzoeken en om dus een aangepaste steun te voorzien. Ook informatie over het persoonlijk migratieverhaal en de reden van terugkeer is zeer waardevol voor de lokale partners. Het doorgeven van
Tenslotte, is de belangrijkste eis van de lokale partner om flexibel te kunnen omspringen met de plannen die in België zijn opgesteld. Vermits het hun job is om samen met de terugkeerder de best mogelijke re-integratiesteun te bepalen, aan de hand van de noden en de mogelijkheden, moeten zij kunnen beschikken over een zekere flexibiliteit. De lokale partner vraagt Belgische counselors voorzichtig om te springen bij het maken van beloften, zo kunnen na terugkeer nog verschillende paden bewandeld worden die leiden naar de beste oplossing voor de individuele terugkeerder. Het veranderen van het vaste ‘business plan’ dat voor terugkeer moet worden voorbereid in een ‘business idee’ is reeds een goede stap in die richting.
5.2 Re-integratiesteun Tijdens de conferentie hadden de partnerorganisaties de mogelijkheid om ideeën uit te wisselen over hoe re-integratiesteun kan worden georganiseerd, en welke steun zij als noodzakelijk en meest doeltreffend bestempelen. De verschillende soorten steun werden bediscussieerd, zoals het voorzien van huisvesting, educatieve trainingen, medische zorg en microbusinessondersteuning. De Armeense partner wees erop dat terugkeerders vaak op korte termijn denken. Het is bijgevolg een belangrijke taak van de re-integratiepartner om samen oplossingen te bedenken voor urgente basisbehoeften, alsook de terugkeerders te motiveren om naar de toekomst te kijken, zodat ze niet in moeilijkheden komen van zodra de reintegratiesteun wordt stopgezet. Iedere deelnemer benadruk-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 19
19 04/07/13 15:27
te het belang van een duurzame oplossing voor terugkeerders tijdens de conferentie. Re-integratie is een proces dat enkel kan worden gerealiseerd indien de terugkeerder een inkomen heeft om te overleven en zijn familie te onderhouden.
HUISVESTING De verschillende partners van Rusland, Georgië, Armenië en Kirgizië waren het eens dat het volledige budget best niet aan huishuur kan worden besteed. Op die manier draagt men immers niet bij aan een activiteit die een inkomen genereert. Hoe zullen terugkeerders hun huisvesting kunnen betalen als het re-integratiebudget is uitgeput? Binnen dit kader creëerde Caritas Armenië een interne regel: terugkeerders mogen het re-integratiebudget slechts gebruiken voor maximaal 3 maanden huishuur. Het overige deel moet voor andere doeleinden worden gebruikt zoals medicatie, educatie of een businessactiviteit (zie verder). Met deze regel wil Caritas Armenië mensen aanzetten tot ondernemen en om het budget optimaal te gebruiken zodat iets duurzaam op touw kan gezet worden. Huisvesting is vanzelfsprekend een ontzettend belangrijke basisbehoefte, zeker voor zij die hun huis hebben verkocht om naar Europa te kunnen emigreren. We kunnen of willen dit dan ook niet aan iedereen ontzeggen. Bovendien is er voor vele terugkeerders die zich in een moeilijke situatie bevinden geen ander alternatief dan te huren. Daarom stelden verschillende partners voor om tijdelijk onderdak voor terugkerende families te voorzien, zodat zij de tijd hebben om naar een definitieve oplossing te zoeken. Vermits tijdelijk onderdak niet opgenomen is in de Belgische projecten, zoekt Caritas Georgië bijvoorbeeld naar andere fondsen om dit idee te realiseren.
VORMING Volgens de partners draagt het organiseren van educatieve vormingen voor terugkeerders bij aan een duurzame re-integratie. Daarom trachten zij de terugkeerders te motiveren
20
om educatieve vormingen of cursussen te volgen - indien zij niet over de nodige kennis beschikken - om hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen en een langetermijnoplossing te creëren. Vermits het volgen van zulke cursussen of vormingen hen geen inkomen op korte termijn oplevert en velen dit nodig hebben om te kunnen overleven, weigeren terugkeerders hier vaak het re-integratiebudget voor te gebruiken. Een mogelijk oplossing hiervoor is terugkeerders maandelijks een deel van hun re-integratiebudget geven, in cash, gedurende de periode van de vorming. Zelfs een klein bedrag dat hen in staat stelt dagelijkse kosten te dekken, zou een belangrijk obstakel wegnemen, dat migranten er momenteel van weerhoudt te opteren voor een vorming. Een andere mogelijkheid om de kansen van de terugkeerder op de arbeidsmarkt te verhogen, is hen te laten terugkeren met een Europees certificaat of een diploma van de vaardigheden die ze in België hebben verworven. Vermits Europees onderwijs zeer geapprecieerd wordt in ex-sovjet landen, kunnen zulke bewijzen helpen bij het vinden van een job.
MICROBUSINESS Binnen het kader van de Belgische projecten kunnen terugkeerders een bedrag ontvangen om een inkomensgenererende activiteit op te starten in hun thuisland – de zogenaamde microbusinessactiviteit. Om mislukte businessprojecten te vermijden, worden de lokale re-integratiepartners voorzien van een businesstraining of worden zij de mogelijkheid gegeven om met een externe businessconsultant samen te werken die de terugkeerders adviseert bij het opstarten van een eigen zaak. Zulk businessadvies is echter niet noodzakelijk voor elke terugkeerder. Zij die bijvoorbeeld kiezen voor een business in de agricultuur, hebben reeds veel ervaring in deze sector en hebben geen nood aan extern advies. Terugkeerders die kiezen voor het opstarten van een winkel, hebben dan weer wel baat bij de assistentie van een professionele consulent. Alle partners komen overeen dat het beschikbaar bedrag zelden voldoende is om een goed project van nul op te starten, vermits prijzen in ex-sovjetlanden bijna even hoog zijn als in
West-Europa. Mensen die er in slagen een succesvolle business op te starten, hebben meestal eerdere ervaring en zijn in staat om eigen middelen in te brengen (geld, infrastructuur, partnerschap) bovenop het beschikbare re-integratiebudget. Niettemin is het budget verhogen geen garantie op succes. Het beschikbare budget is vaak een goed bedrag om mee te beginnen, maar men heeft motivatie en doorzettingsvermogen nodig om het project tot een goed einde te brengen. Caritas Armenië geeft het voorbeeld van een ‘businesslening’ die zij aan terugkeerders aanbieden in het kader van enkele andere projecten. Deze terugkeerders ontvangen een startkapitaal voor hun business dat hoger kan oplopen dan in België, maar ze zijn verplicht om dit bedrag na een bepaalde periode terug te betalen (zonder interest). Dit type assistentie motiveert terugkeerders eens te meer om voorzichtig met hun investeringen om te springen en het vergroot hun verantwoordelijkheidsgevoel. Hoewel het budget op zich voldoende kan zijn om een project op poten te zetten, beschikken terugkeerders over een lage liquiditeit. Er is namelijk geen ruimte voor onvoorziene kosten wanneer er iets misgaat. Bovendien moeten er meestal nieuwe investeringen gebeuren nadat een business is opgestart. Dit is opnieuw een obstakel voor de terugkeerder. Vermits zij in hun thuisland geen lening kunnen aangaan, zou het voorzien van een lening in het kader van het project voor zij die reeds een succesvolle business hebben opgestart, de duurzaamheid van het re-integratieproject fel versterken.
JOB PLACEMENT Voor enkele terugkeerders is het vinden van een job met een stabiel inkomen een betere optie dan zelf een business op te starten. Idealiter werkt de lokale Caritas re-integratiepartner samen met lokale bedrijven om terugkeerders aan te werven. Een deel van hun salaris kan dan bekostigd worden door het re-integratiebudget van de terugkeerder. Helaas is het systeem van job placement zeer moeilijk realiseerbaar in de ex-sovjetlanden omwille van de hoge werkloos-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 20
04/07/13 15:27
heidsgraad en jobschaarste. Toch is de economische toestand niet in alle landen dezelfde. In Rusland en Kazachstan is het gemakkelijker een job te vinden dan in de Kaucasus-republieken en in Kirgizië. Een andere barrière om job placement te realiseren in de regio is het feit dat het betalen van een werkgever om een bepaalde persoon aan te werven zou kunnen worden geïnterpreteerd als corruptie. Een succesvolle variant van job placement die reeds op succesvolle wijze geïmplementeerd werd door Caritas Georgië is het voorzien van een specifieke arbeidsmarktgeoriënteerde vorming die de kansen van de terugkeerders op een job aanzienlijk verhoogt. Terugkeerders die terzelvertijd hun familie moeten onderhouden kampen dan weer met hetzelfde probleem als hierboven werd beschreven (cf. Training).
MATERIËLE STEUN Met het Fedasil- re-integratiebudget kunnen terugkeerders ook materiaal voor hun huis en meubilair aankopen. Informeel hanteren de re-integratiepartners hierbij dezelfde regels als voor huisvesting. In sommige gevallen is materiële steun absoluut nodig, maar enkel een deel van het re-integratiebudget kan hieraan besteed worden. Terugkeerders kunnen enkel noodzakelijk materiaal aankopen zoals een bed, een koelkast of een wasmachine, en in geen geval luxueuze of dure spullen. Om de lokale re-integratiepartners bij te staan in het verschaffen van de re-integratiesteun aan de terugkeerders kan Caritas International Belgium de strikte regels omtrent de materiële steun reeds communiceren aan de terugkeerders voor hun vertrek. Op die manier zijn zij bewust van de mogelijkheden bij de re-integratiesteun na hun aankomst en kunnen misverstanden worden vermeden.
5.3 Werkgroep goede en slechte cases Tijdens de workshop “good and bad practices” werden concrete voorbeelden van re-integratiesteun (cf. kader) gebruikt om ervaringen uit te wisselen en ideeën te delen omtrent goede en slechte cases; de invloed van de re-integratiesteun
Je haalt veel voldoening uit een goede case hierop; en de doelen die worden beoogd met de re-integratiesteun. De partners waren het erover eens dat van goede reintegratie kan worden gesproken wanneer mensen levens- en werkomstandigheden kunnen genieten. Één partner beschreef het als ‘het opnieuw comfortabel in eigen land voelen’. Het gemeenschappelijke doel van de meeste partners is om ‘mensen een perspectief te geven’. Concreet waren er verschillende belangrijke factoren die lokale partners aanhaalden om over een goede case te spreken. Eerst en vooral is het kunnen rekenen op een stabiel inkomen, en de mogelijkheid om een familie te onderhouden, een zeer essentiële factor. Het is een toegevoegde waarde wanneer niet enkel dichte familie, maar ook anderen kunnen profiteren van de inkomensgenererende activiteit (bv. het creëren van een arbeidsplaats). Naast het economische aspect is het belangrijk dat aan de behoeften van de terugkeerder wordt voldaan, dat men iets kan realiseren dat men echt wilde, en dat de familie is tevreden gesteld. Zo is het ook belangrijk dat concrete problemen worden opgelost tijdens de periode dat er steun wordt geboden. Natuurlijk benadrukt de partner dat elke case en elke steun uniek is. De lijst is niet beperkt tot wat vermeld is, maar volgens de partnerorganisaties zijn dit de elementen die in ‘goede’ of ‘succesvolle’ cases aanwezig zijn. Soms is slechts één van de elementen aanwezig, soms meerdere of soms zelfs allemaal. Dezelfde oefening werd gedaan voor ‘slechte’ cases. Sommige situaties zorgen ervoor dat re-integratiesteun extreem moeilijk te organiseren is. Eerst en vooral verwezen ze naar de afwezigheid van familie of een sociaal netwerk, maar ook het gebrek aan werkervaring of nuttige contacten op professioneel vlak. Terugkeerders in zulke situaties zouden recht moeten hebben op een hoger re-integratiebudget en langere opvolging dan gewoonlijk. De steun die wordt aangeboden is, volgens de
partnerorganisaties, onvoldoende wanneer de terugkeerder geen sociaal netwerk heeft om op terug te vallen voor extra financiële steun. De lokale partners deden allen aan de nodige zelfreflectie en benadrukten het belang van een ervaren maatschappelijk assistent. Indien die ondersteunende persoon ontbreekt kan een case ook slecht uitdraaien. Partnerorganisaties gebruiken de term ‘slechte’ case wanneer er een slechte relatie bestaat tussen maatschappelijk werker en terugkeerder. Als er geen akkoord wordt gesloten over de bestemming van het re-integratiebudget of wanneer de terugkeerder constant van idee verandert zonder de maatschappelijk werker te informeren, wordt de samenwerking eveneens als slecht bestempeld, ongeacht de situatie van de terugkeerder. Een ander type slechte cases is gelinkt aan de (financiële) eisen en regels van het re-integratieproject. Wanneer de lokale partner er niet in slaagt om alle bewijsstukken van de aankopen te verzamelen, wordt de case negatief geëvalueerd. Niet enkel omdat de partnerorganisatie de eisen van de Belgische donor niet nakomt, maar ook omdat er dan een gebrek aan feedback is over de bestemming van het re-integratiebudget en de resultaten van een project. Zulke ervaringen beïnvloeden de aanpak van lokale partners. Elk van hen heeft al zulke situaties meegemaakt en heeft geleidelijk aan zijn/haar manier van werken aangepast om te vermijden dat dit opnieuw gebeurt. Het positieve gevolg van zo’n situaties is een verbetering van procedures en werkmethodes. Tijdens deze workshop werden eveneens de factoren besproken die een goede of slechte case kunnen beïnvloeden. Een eerste cruciale factor is de gemoedstoestand van de terugkeerder: als hij/zij ervan overtuigd is dat terugkeer de beste of de enige optie was, verloopt het re-integratieproces over het algemeen gemakkelijker. Andere factoren die de re-integratie
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 21
21 04/07/13 15:27
Maatschappelijk assistent spreekt over een goede case
Maatschappelijk assistent spreekt over een slechte case
De terugkeerder verbleef vele jaren in Duitsland en België. Hij besloot terug te keren omdat hij geen verblijfsvergunning kon krijgen in België en omdat de relatie met zijn vriendin afgelopen was. Tijdens het counseling gesprek in België legde hij uit dat hij een winkeltje wilde opstarten na terugkeer. Een businessplan opstellen was moeilijk omdat hij reeds enkele jaren uit zijn thuisland was vertrokken. Hij wist trouwens ook niet zeker of zijn familie tevreden zou zijn met zijn terugkeer. Na zijn vertrek bleek dat deze man kon rekenen op zijn familie. Op aanraden van zijn oom werd hij rij-instructeur omdat er toen een stijgende vraag was naar dit beroep. Dit idee werd met de businessconsulent bekeken en er werd een businessplan opgesteld.
Een van de cases die als slecht wordt beschouwd was de terugkeer van een blinde jongeman. Na een ongeval in zijn kindertijd werd M. blind aan één oog. Ondanks verschillende operaties in Georgië en Moskou bleef de persoon blind en kon hij niet verder geholpen worden. Van vrienden hoorde hij dat er in Europa speciale medische programma’s bestaan die hem misschien zouden kunnen genezen. Hij besloot te emigreren naar Nederland en asiel aan te vragen, maar hij kwam niet in aanmerking voor medische hulp en moest het land verlaten na een negatieve asielaanvraag. Daarna ging hij naar België, waar zijn nieuwe asielaanvraag onmiddellijk geweigerd werd. Voor deze man werd geen opvang voorzien, dus hij zwierf rond op straat en kon niet anders dan terugkeren naar Georgië. Door zijn korte verblijf in België kwam de man niet in aanmerking voor re-integratiesteun, enkel voor kwetsbare groepen (500EUR). Dit bedrag kon gebruikt worden voor uitgaven gelinkt aan zijn medische problemen, bijvoorbeeld de aankoop van medicatie. Jammer genoeg kwam de man niet in aanmerking voor de businessondersteuning. In dit geval hebben wij als partnerorganisatie geen waardevolle begeleiding kunnen bieden: het medische budget werd gebruikt voor medicatie maar was te klein voor dit bepaald medisch probleem. De opstart van een businessactiviteit had deze man en zijn familie echter veel meer geholpen dan enkel een medisch budget.
Twee jaar later bezocht Caritas deze man en vond iemand die trots was op zijn project na terugkeer. Het ging zeer goed met de rijschool, en de man was van plan om een derde wagen aan te kopen. Deze persoon woont dicht bij zijn familie en is opnieuw volledig geïntegreerd. Deze reintegratie was succesvol door drie sleutelfactoren: opleiding, motivatie en sociale steun.
A. was de eerste persoon die terugkeerde. Met het re-integratiebudget van Caritas International wou hij een kleine drukkerij beginnen in Saratov, Rusland. Een tweede optie was de aankoop van muzikale apparatuur om in restaurants op te treden. Deze optie werd hem aangeraden door de plaatselijke re-integratiepartner omdat het sneller zou bijdragen tot zijn integratie in de maatschappij. Volgens de partnerorganisatie was dit een positief voorbeeld van re-integratie, omdat de man zich snel weer had aangepast en de relatie met vrienden en familie had hersteld. De samenwerking met Caritas Saratov verliep goed, en alle financiële en administratieve vereisten werden op tijd nagekomen. Het re-integratiebudget werd gebruikt om drie maanden huishuur te betalen en de muziekapparatuur aan te kopen.
Een jongeman keerde terug naar Kirgizië na een verblijf van anderhalf jaar in België. Hij was van plan om een bakkerij naar het Belgische voorbeeld te openen, maar dit project was veel duurder dan wat mogelijk was met het beschikbare re-integratiebudget. De persoon was zeer jong en niet in het bezit van een diploma. In het begin dacht de partnerorganisatie dat de jongen ook eigen fondsen zou aanwenden, maar zijn familie bleek hiertoe niet in staat te zijn. Na een lange discussie werd het businessplan gewijzigd en werden naaimachines aangekocht om ze verder door te verkopen op een plaatselijke markt. De business bleek niet succesvol en werd na de verkoop opgedoekt. De terugkeerder was in dit geval te jong om een eigen business te starten en te managen. Voor de start van de business had de partnerorganisatie verschillende gesprekken met zijn ouders, waaruit bleek dat ze het re-integratiebudget het liefst zomaar zouden ontvangen zonder enige vorm van administratie en rapportage. Dit was de partner al een aanwijzing dat er geen interesse was in een business, en daarom was dit voor de partner dus een negatieve case.
22
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 22
04/07/13 15:27
kunnen beïnvloeden zijn de regio waarnaar wordt teruggekeerd (stad – dorp), maar ook het sociale netwerk en familie van de terugkeerder, zoals reeds eerder vermeld werd. Deze elementen bepalen het re-integratie proces, maar jammer genoeg heeft de plaatselijke Caritasorganisatie geen vat op die factoren. Waar zij echter wel een rol in kunnen spelen is het integraal benutten van opportuniteiten door nuttig advies te geven en de terugkeerder te sturen, wat door de partner beschreven wordt als ‘goede ondersteuning’. De betekenis van ‘goede ondersteuning’ is afhankelijk van case tot case. Terwijl materiële steun niet aanvaardbaar is voor de ene terugkeerder, kan het een goede investering zijn voor de andere. Volgens de Russische partnerorganisatie wordt goede ondersteuning als volgt omschreven: “Wanneer terugkeerders na de financiële steun verder kunnen zonder nood aan nieuwe steun, is goede re-integratie bereikt”. De Georgische partnerorganisatie benadrukt dat de re-integratiesteun in geen geval door terugkeerders gezien mag worden als evident, en dat het geen ‘recht’ is maar eerder een kans is die ze krijgen. Daarom moeten de terugkeerders zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid om het budget op een waardevolle manier te besteden. Zoals reeds vermeld is een goede relatie tussen terugkeerder en maatschappelijk werker belangrijk om goede re-integratiesteun mogelijk te maken. Terugkeerders kunnen beroep doen op de maatschappelijk werker voor allerlei vragen, kunnen hem/haar eerder zien als een vertrouwenspersoon om hun persoonlijk verhaal te doen, of kunnen samen met hem/haar zoeken naar de beste oplossingen. Ten slotte is het ook belangrijk om flexibiliteit te behouden binnen de budgetten en types ondersteuning, zodat de partnerorganisatie deze kan aanpassen naargelang de noden van elke terugkeerder. Zo kan de partner bijvoorbeeld de businessondersteuning stopzetten wanneer het onmogelijk is om tot een realistisch plan te komen met de terugkeerder, of ook budget-
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 23
23 04/07/13 15:27
ten verhogen voor personen die het echt nodig hebben. Voor maatschappelijk werkers is het frustrerend om soms personen te begeleiden die geen re-integratiesteun nodig hebben, en om dan anderen die het wel nodig hebben, niet te kunnen helpen omdat ze buiten de criteria vallen in België. Een ander aspect dat de re-integratiesteun soms bemoeilijkt is dat de steun slechts eenmalig is. Het project biedt geen mogelijkheid om de (financiële) steun te verlengen, terwijl dit soms nodig is om een project succesvol te maken. Partnerorganisaties beklemtonen eveneens het belang van migratiepreventie, om zo de mensen te tonen dat problemen niet opgelost worden door te emigreren naar België.
5.4 Monitoring en opvolging Een nauwe begeleiding van het re-integratieproces, regelmatige terugkoppeling over de vooruitgang van een project en opvolging op lange termijn zijn waardevolle instrumenten om bij te leren over re-integratiebegeleiding. Binnen het re-integratieproject van Caritas International wordt aan de plaatselijke organisaties gevraagd om narratieve rapporten op te stellen over de situatie van de terugkeerders in het begin (na de eerste ontmoetingen), in het midden van hun proces, en op het einde van de begeleiding (na 6maanden – 1jaar). Naast deze rapporten worden ook bezoeken georganiseerd door de lokale partner aan personen die nog steeds begeleid worden, of ook personen die reeds meer dan een jaar zijn teruggekeerd. Tijdens deze bezoeken worden de projecten van terugkeerders geëvalueerd en wordt gepraat over de veranderingen na terugkeer. Als ervaren terugkeerders wordt hen dan gevraagd om feedback te geven over de geboden steun door Caritas International en de lokale organisatie (zowel voor als na terugkeer).
24
Wanneer het gaat over monitoringbezoeken en opvolging zijn de verschillende partners het erover eens dat een kwalitatieve en consequente monitoring zeer belangrijk is, ook al brengt die opvolging enige moeilijkheden met zich mee. Monitoringbezoeken hebben als doel de situatie van de terugkeerder beter te begrijpen, en zo ook de begeleiding te verbeteren. De Russische partnerorganisatie Caritas Moskou benadrukt het belang van een ontmoeting met de terugkeerders, zelfs nadat alle re-integratiesteun reeds is geboden. Door de enorme afstanden tussen terugkeerders moeten zulke bezoeken goed gepland worden. Wanneer monitoring onmogelijk blijkt, worden mensen opgevolgd per telefoon en sturen de terugkeerders foto’s op. Eén van de deelnemers benadrukte dat een focus op monitoring echter kan leiden tot resultaatgerichtheid. Iemand anders ging hiertegen in en zei dat monitoring niet als doel heeft om de slechte met de goeie cases te vergelijken of omgekeerd, maar dat het dient om te leren uit de moeilijkheden waar bepaalde terugkeerders mee geconfronteerd worden, en zo de begeleiding te verbeteren. Monitoring is geen controle-instrument, maar het bevordert het werk van de re-integratiepartners. Tijdens een monitoring moet de volgende informatie worden verzameld: de tevredenheid van de terugkeerders (in het algemeen, over de levensomstandigheden en de geboden begeleiding); relatie met de familie; de business, job of inkomstgenererende activiteit en of de vooropgestelde doelen zijn bereikt. Sommige partners maken gebruik van een vaste vragenlijst tijdens elk monitoringbezoek, hoewel niet elke vraag relevant is voor elke terugkeerder. Wat door de lokale re-integratiepartners werd aangehaald als hinderpaal bij de monitoring is het moeilijk terugvinden van terugkeerders. Volgens de partner uit Rostov zijn de begunstigden binnen dit project anders dan in andere projecten: “Deze mensen hebben de gewoonte om te verhuizen, waardoor het
soms moeilijk is om in contact te blijven.” Bovendien is monitoring in grote landen zeer duur (transport en tijd) en niet altijd financieel haalbaar voor de partners, aangezien het in sommige regio’s moeilijk is om invoices voor transportkosten te verzamelen. Monitoringbezoeken wekken soms het idee op bij de terugkeerders dat ze meer geld zullen krijgen. Daarom moet op voorhand worden uitgelegd dat dit zeker niet het geval is. Terugkeerders met een succesvolle re-integratie zijn meestal tevreden over zulke bezoeken. Diegene bij wie de terugkeer geen succes was, zijn daarentegen vaak ontevreden met zo’n monitoring. Toch moet monitoring in beide situaties kunnen doorgaan, en kunnen onduidelijkheden vermeden worden door aan de terugkeerders op voorhand de doelen van dit bezoek uit te leggen. Aandachtspunten inzake monitoring zijn bijgevolg het voldoende informeren over monitoring, en het benadrukken dat het doel niet de ‘controle’ is, maar eerder een verbetering van het re-integratieproces. De meningen waren verdeeld over wie het best zulke monitoring bezoeken uitvoerd. De partner uit Georgië benadrukte dat ze deze opvolging zelf willen doen, om op die manier hun expertise te verbeteren. Hun idee was zelfs om een vast systeem voor monitoring te ontwikkelen, en systematisch elke maand enkele cases te bezoeken. Andere partnerorganisaties vinden dat externe monitoring eveneens nuttig kan zijn, bijvoorbeeld door Caritas International. Monitoring is een leerproces, en is voor de ‘oudere’ re-integratiepartners blijkbaar duidelijker dan voor de recentere. Geen van hen wil dit afschaffen, maar er wordt bij minder ervaren partners wel meer sturing vanuit België verwacht inzake zulke monitoringbezoeken. Wat de gecombineerde monitoringbezoeken betreft tussen Caritas International en lokale partner, zou het goed zijn mochten die uitgebreid worden naar monitoringbezoeken tussen verschillende lokale partners.
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 24
04/07/13 15:27
6. CONCLUSIE Deze publicatie is het eindproduct/resultaat van een boeiende vierdaagse conferentie die in september 2012 werd gehouden over terugkeer en re-integratieondersteuning in de Kaukasus, Centraal Azië en Rusland. Omwille van het blijvend hoge (Georgië en Armenië) en stijgend (Rusland en Centraal-Azië) aantal terugkeerders naar deze regio, was dit het ideale moment om deze bijeenkomst tussen de re-integratiepartners van de gastlanden en van de landen van herkomst te organiseren. Wij hopen dat deze publicatie enig inzicht kan geven in de context van de regio en in de manier waarop de re-integratieondersteuning wordt georganiseerd. De lokale partners sloten de conferentie af met de beschouwing dat de onderlinge uitwisselingen met de buurlanden uitermate belangrijk zijn. Ze hebben vastgesteld dat er, ondanks sommige verschillen, ook heel wat gelijkenissen zijn tussen de manier van werken in de verschillende landen, aangezien de re-integratieondersteuning gerealiseerd dient te worden in een gelijkaardige context en dat zij met dezelfde moeilijkheden geconfronteerd worden. Het uitwisselen van ideeën en praktijken gaven hen oplossingen of nieuwe manieren om om te gaan met de re-integratieondersteuning. De lokale partners zijn dan ook vragende partij voor meer uitwisselingsmomenten als deze, of zelfs voor kleinere werkgroepen om te praten over concrete re-integratiecases. Tijdens de conferentie werd ook de samenwerking tussen de Belgische partners en de lokale partners versterkt. Er werd ingezien dat de sociaal werkers in het gastland en in het thuis-
land hetzelfde werk doen en dat ze een eigen manier zoeken om de mensen die terugkeren te ondersteunen. Een degelijke informatie-uitwisseling, in beide richtingen, is de sleutel voor een goede samenwerking. Tijdens de conferentie werd opnieuw duidelijk dat deze soorten bijeenkomsten een excellent instrument zijn voor het Caritas netwerk om hun aangeboden re-integratiebijstand te verbeteren. Tijdens de workshops en de discussies werd duidelijk dat het ondersteunen van mensen tijdens hun re-integratieproces geen eenvoudige taak is. Een deelnemer formuleerde het als volgt “Re-integratieondersteuning is een grote puzzel, maar het is heel goed dat je de mensen kan helpen aangezien er heel wat kwetsbare personen onder hen zijn. Het is geen eenvoudige beslissing om te migreren en dan keren ze terug naar een lege plaats, naar zelfs slechtere omstandigheden dan die ze eerder achterlieten.” Zowel de kwaliteitsvolle voorbereiding als ondersteuning gebaseerd op correcte informatie en een persoonlijke relatie, op maat van elke terugkeerder en met de focus op het vinden van de beste oplossing binnen de beschikbare mogelijkheden) in de gastlanden als in de landen van herkomst zijn uitermate belangrijk. Discussie over de verschillende soorten re-integratieondersteuning heeft geleid tot suggesties voor verbetering zoals: de mensen zonder sociaal netwerk als kwetsbaar beschouwen. En zo de lokale partner de mogelijkheid geven om het budget te verhogen indien dit na terugkeer nodig zou blijken; hen
meer ondersteuning bieden (tijdelijke opvang, verlenging van de periode van begeleiding; het aanmoedigen van opleidingen en job placement via het aanbieden van vergoedingen voor de terugkeerder, bijkomende ondersteuning voor de business indien nodig voor de duurzaamheid van het project, en vooral, de vraag voor flexibiliteit. Flexibiliteit om de plannen te veranderen die in België werden opgemaakt, enige flexibiliteit met betrekking tot de budgetten en de soorten van ondersteuning zodat de lokale partners bijstand kunnen aanbieden aangepast aan de noden van elke individuele terugkeerder, en het belangrijkste, zodat ze ondersteuning kunnen bieden aan die terugkeerders die het echt nodig hebben. De workshops toonden ook de belangrijke meerwaarde aan van de monitoring en evaluatie. Deze worden op doorlopende basis door de lokale partner uitgevoerd. Bijkomende zijn er ook monitoringbezoeken die worden uitgevoerd in samenwerking met de lokale partner en Caritas International. Binnen het Caritas netwerk is monitoring een essentieel instrument om een werkelijke en realistische feedback te geven betreffende de terugkeerprojecten en de re-integratieondersteuning. Het is een instrument dat ons toelaat alsook verplicht om onze manier van werken voortdurend in vraag te stellen en te werken aan aanpassingen en verbeteringen. Gezien het belang ervan, hebben we vastgesteld dat de nieuwe partners meer begeleiding kunnen gebruiken in het ontwikkelen van hun monitoringsystemen. Tot slot willen we benadrukken dat aan het einde van de conferentie de reflecties en het werk niet gedaan zijn. De opgedane kennis gedurende deze uitwisseling werd in ons werk en in deze publicatie opgenomen. Naar aanleiding van de aangebrachte suggesties tijdens de workshops werd het aanvraagformulier (application form: document dat wordt gebruikt als communicatie-instrument om de lokale partner in te lichten over de achtergrond van de terugkeerder) werd aangepast en wordt in deze nieuwe vorm sinds 2013 gebruikt. Vertrekkende vanuit de noden van de lokale partners werd in 2013 een eerste uitwisselingsbezoek gericht op capaciteitsopbouw georganiseerd. (zie interview).
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland 156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 25
25 04/07/13 15:27
Interview Naar aanleiding van de geformuleerde adviezen tijdens de conferentie werd in april 2013 een uitwisselingsbezoek, gericht op capaciteitsopbouw, georganiseerd tussen de ervaren lokale partner Caritas Armenië(bezoeker), de relatief nieuwe lokale partner Moskou (als gastheer) en Caritas International. De focus werd gelegd op een intensieve informatie-uitwisseling en een op maat gemaakte ondersteuning voor de partnerorganisaties. Hieronder vindt u de feedback van Caritas Armenië
1. Wat heb je onthouden van dit bezoek dat belangrijk is voor jouw organisaties (algemeen) en ook specifiek voor de terugkeerders? In het algemeen was het interessant om te zien hoe een andere lokale partner (Caritas Rusland, Moskou en andere Russische Caritas) gestructureerd is; wat de voornaamste activiteiten van Caritas Moskou waren; welk belang de reintegratieprojecten voor het land hebben; wat belangrijkste migratievraagstukken in het land zijn. En ook hoe de cliënten gebruik maken van de de re-integratiebijstand.
2. Welke raad kan je meegeven aan de nieuwe lokale partner? Ik denk dat indien ze, naar de toekomst toe, meer begunstigden hebben ze meer middelen zullen nodig hebben om de sociale ondersteuning en communicatie met de begunstigden op een professionelere wijze te organiseren. De sociaal werkers van Caritas Armenië kunnen hun ervaring met hen delen.
3. Wat zijn de grootste verschillen tussen de terugkeer naar Rusland en naar Armenië? Algemeen is de het model en de procedure van de ondersteuning aan de terugkeerder dezelfde als in Armenië. Het enige verschil is dat zij terugkeerders begeleiden die zich op afgelegen plaatsen vestigen en dat zij niet steeds direct contact met hen hebben.
In sommige gevallen is het zeer belangrijk om lokale partners ter plaatse te hebben om het verloop te coördineren en te monitoren alsook de impact ervan. In Armenië moeten we niet zo’n lange afstanden afleggen om de terugkeerders te ontmoeten. Onze collega’s in Rusland moeten deze moeilijkheden trachten te overwinnen tijdens hun ondersteuning aan en hun directe contacten met de begunstigden en/of tijdens het monitoren van deze cases. In Armenië kunnen we meer doelgericht werken aangezien we de begunstigden meermaals ontmoeten tijdens hun integratieproces.
4. Welke aanpassingen zou je voorstellen aan de gastheer (Caritas Moskou) of Caritas België aan zo’n uitwisseling? Ik denk dat het uitwisselingsmodel zeer nuttig is, omdat het een combinatie is van vergaderingen op kantoor en andere activiteiten. Geen specifieke suggesties.
5. Is het zinvol voor jouw dagelijks werk en indien ja, wat? Ja, het was zinvol voor mij omdat ik kon ervaren hoe onze collega’s werken vanaf de ontvangst van de begunstigden in het bureau, hun bureauwerk alsook hun monitoring. De bezoeken aan IOM en het UNHCR vond ik ook heel goed aangezien ze mij een beeld van het werkveld gaven.
Interview met Tigranuhi Tarakhchyan, Armenian Caritas
26
Uitwisseling over de re-integratiepraktijk in de Kaukasus, Centraal-Azië en Rusland
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 26
04/07/13 15:27
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 27
04/07/13 15:27
Caritas International, vzw Cel vrijwillige terugkeer en re-integratie Liefdadigheidsstraat 43 1210 Brussel
[email protected] www.reintegrationcaritas.be www.caritas-int.be
With the support of the European Return Fund Progress by return
156918-CARITAS-PUBLICATIE ARMENIE-NL.indd 28
10
www.surprisingeurope.com
11
http://yahoo.bondyblog.fr/201005260001/a-la-recherche-de-l-homme-
V.U.: Gonzalo Dopchie, Directeur Caritas International, Liefdadigheidstraat 43, 1210 Brussel, juni 2013 ideal/
04/07/13 15:28