Mister Kunstgras MERIJN RENGERS EN JOHN SCHOORL − 14/09/13, 00:00
In de wereld van het kunstgras wordt een keiharde strijd gevoerd om de wereldhegemonie. Twee giganten bevechten elkaar: het Nederlandse Ten Cate en het Canadese FieldTurf. Eigenlijk draaide alles om één man, de Nederlander Jeroen van Balen, een visionair en uitvinder. In juni stierf hij plotseling. 'Moet je dit eens voelen, Menno?' In zijn woonkamer in Hengelo deed Jeroen van Balen zijn koffer open, pakte daaruit een plak kunstgras en hield die onder de neus van zijn beste vriend. Terwijl Menno van Dijk de kunstvezels aaide, zei Van Balen: 'Zacht hè, dit gaat het helemaal worden, het is net echt gras.' Jeroen was gefascineerd door kunstgras, zegt Van Dijk, die 27 jaar met hem bevriend was. 'Hij had een enorme drive en nam risico's die ik nooit zou nemen. Hij hield zich vast aan zijn visie en was daar niet van af te brengen.' 'Mister Kunstgras' is geen overdreven benaming voor Van Balen, die de afgelopen twintig jaar een hoofdrol speelde bij alle hoogte- en dieptepunten van de wereldwijde snel expanderende kunstgrasmarkt. Een pionierend ondernemer werd hij genoemd, een uitvinder die kunstgras op de kaart zette. Van Balen zag het tien jaar geleden toen kunstgras nog iets was voor hockeyers, al helemaal voor zich. Dat over ter wereld gevoetbald zou worden op kunstgras, dat het hetzelfde gevoel zouden bieden als 'een groen natuurveld met de geur van gras in de lente'. 'Een optimale schokabsorptie en elasticiteit zijn natuurlijk beter voor een lichaam dan die harde natuurvelden in de winter', zei Van Balen profetisch in 2005 in Twentevisie. 'Ik denk dat over tien jaar profvoetballers tot hun 40ste door kunnen gaan dankzij onze velden.' Die opmerking over het verlengen van de voetballoopbaan kwam niet uit de lucht vallen. Het was alsof zijn eigen geknakte carrière als brandstof diende voor zijn zoektocht naar het perfecte surrogaat-gras, vertelt zijn broer Xander. 'Jeroen was een heel goeie voetballer, een spits. Van de PSV-jeugd, via Willem II, kwam hij in de hoofdklasse terecht. Tot zijn knie kapot ging. Toen moest hij stoppen, veel te jong natuurlijk. Daar sprak hij vaak over: 'Die slechte voetbalvelden zijn funest geweest voor mijn knieën.' Hij liep ook altijd moeilijk.' De tragiek van Van Balens dood - hij overleed eind juni aan de gevolgen van een knie-operatie - is voor zijn vrienden en familie nog steeds moeilijk te bevatten. Xander: 'Eindelijk liet hij er wat aan doen, aan zijn knie. Hij had er nooit tijd voor, maar dit voorjaar gebeurde het eindelijk, in Hamburg. Drie maanden later schoot er als gevolg van die operatie een bloedprop in zijn longslagader. Hij was pas 54. Te bizar voor woorden.' Jeroen van Balen en zijn Belgische compagnon Marc Verleyen stonden bij hun promotiestand op de FSB- beurs, 'Europa's grootste internationale vrijetijds-, sport- en zwembadenbeurs', in Keulen. Voor hen lag op deze novemberdag in 2003 een vierkante meter kunstgras, dat de naam Evolution 3GS had gekregen. Op het nippertje was het proefstuk afgekomen. Van Balen had de sample op weg van de fabriek in Genemuiden naar Keulen op de hoedenplank van zijn leenauto laten drogen, met de verwarming op de hoogste stand.
'Kijk hier, de nieuwste ontwikkeling', zei hij. Tegenover hem stond John Gilman, voormalig American Football-coach en de hoogste man van FieldTurf, een Canadees bedrijf dat zich omschrijft als marktleider op de kunstgrasmarkt. Gilman was duidelijk onder de indruk nadat hij de sample had bekeken. Dit was anders dan al het bestaande kunstgras. Het was gemaakt van monofilament-vezel, een harde kern van binnen, en naar buiten krullend aan de bovenkant. En het allerbelangrijkste: het was grassiger dan het toen gangbare kunstgras. Het leken wel grassprieten die rechtop bleven staan. Dit was de innovatie die het kunstgras nodig had, besefte Gilman. Na de eerste generatie in de jaren zestig (vezels van polypropyleen), de tweede generatie (vezels wijder uit elkaar, aangevuld met zand, vooral gebruikt voor hockeyvelden) was nu het voetbal aan de beurt. Er waren echter hardnekkige twijfels over de snelheid en de zachtheid van het derdegeneratiegras dat bestond uit polyethyleenvezels, opgevuld met zand en rubber korrels. 'Dat is een mooi product', zei Gilman. 'Hoeveel kun je produceren?' Van Balen wist niet wat hij hoorde. 'Ik wil het allemaal', vervolgde Gilman, enthousiast. 'Ik koop alles wat je hebt. Ga maar lekker naar huis en ga golfen.' De FieldTurf-baas draaide er niet omheen: hij wilde met Van Balen de kunstgraswereld veroveren. 'De beurs was tien minuten open, toen Gilman voor ons stond', zegt Marc Verleyen. 'Vijf minuten later waren we uitverkocht. Het was een magisch moment.' Verleyen kende Van Balen uit de textielwereld en was de maanden daarvoor dag en nacht met hem opgetrokken. De Belg werkte voor Mattex, een textielbedrijf uit Saoedi-Arabië dat eigendom was van twee grote en zeer vermogende families. De Saoediërs hadden wel oren naar de plannen van Verleyen en de ambitieuze Nederlander om een dochterbedrijf op te zetten dat de kunstgrasmarkt zou bestormen - en dat Mattex Leisure Industries zou gaan heten. Verleyen: 'Voorafgaand aan die beurs heeft Jeroen vier maanden bij mij in huis gewoond, in SaoediArabië. Ik moest in korte tijd alles over kunstgras leren. We zaten op een vrijdagmiddag op het strand aan de Rode Zee en daar hebben we in het zand een schets gemaakt van hoe het nieuwe kunstgrasgaren - geschikt voor voetbal - eruit zou moeten zien. Daar is het idee geboren.' III Jeroen van Balen had daarvoor tien jaar bij het beursgenoteerde bedrijf Ten Cate gewerkt, en zich opgewerkt van accountmanager tot directeur. Ten tijde van zijn onvrijwillige aftocht leidde Van Balen de divisies Ten Cate Thiolon (kunstgras), Ten Cate Thiobac (ondergrond voor tapijt en kunstgras), Nymplex in Nijmegen en Polycoom in de Verenigde Staten. 'Jeroen en Ten Cate is eigenlijk nooit een gelukkig huwelijk geweest', zegt voormalig zakenrelatie Theo Ceelen. 'Jeroen had duizenden ideeën, en daar stond hij alleen in.' Tijdens zijn ontslagzaak in het voorjaar van 2003 werd Van Balen door Ten Cate beschreven als 'erg eerzuchtig'. Hij zou zichzelf ten onrechte hebben neergezet als 'de man achter het succes was bij Ten Cate'. Zijn manier van leidinggeven aan 450 medewerkers deugde niet, vond Ten Cate, maar Van Balen vond het allemaal onzin. Uiteindelijk kreeg hij 336 duizend euro mee, zo bepaalde de rechter, en ging voor zichzelf aan de slag. Toen FieldTurf toehapte en de contracten waren getekend, werd Mattex een supersucces. Er bleek in
Europa, Azië en Noord-Amerika een grote vraag te bestaan naar zachte en flexibele kunstgrasvelden. De ene na de andere sportclub, school en gemeente zwichtte voor de belofte van altijd bespeelbare, onderhoudsarme velden. In Dubai bouwden Verleyen en Van Balen voor 40 miljoen euro een Mattex-fabriek van 25 duizend vierkante meter, waar 250 veelal goedkope Filipijnse arbeidskrachten werkten, dicht bij de oliebron een belangrijk bestanddeel voor kunstgras. In drie jaar tijd werd Mattex de tweede leverancier van vezels ter wereld, met een marktaandeel van 20 procent en een omzet van 20 miljoen dollar. 'We verkochten vezels die gemaakt zouden worden op machines die we nog niet eens in gebruik hadden. In twee jaar tijd veroverden we de hele kunstgraswereld. Waanzinnig was het', zegt Verleyen. 'We vormden een perfect koppel. Jeroen was de dromer, de uitvinder en de man met visionaire plannen. Ik maakte die plannen realiseerbaar en bouwde de fabrieken.' Van Balen liet zijn vrouw en drie dochters naar Dubai overkomen, maar nam nooit de tijd om te genieten van het succes, zo merkte zijn vriend Menno. 'Op de enige vrije dag in Dubai, de vrijdag, vloog hij 's morgens vroeg naar Parijs voor een meeting, daarna door naar Londen voor een ontmoeting op het vliegveld, om via een werkontbijt in Atlanta de volgende dag in Dubai te landen voor de nieuwe werkweek. Hij was enorm gefocust om succes te hebben.' Verleyen: 'Jeroen heeft nooit kunnen aarden in het Midden-Oosten. Het vrat aan hem dat hij zo veel weg was bij zijn gezin. En verder wilde hij vrij zijn, onder de mensen komen - en dat ging slecht. We leefden op een compound, met weinig bewegingsvrijheid.' III Bij Ten Cate in Almelo werd de expansie van Mattex met argusogen gevolgd. 'Daar schuilt het gevaar', had topman Loek de Vries laten optekenen. Hun oud-medewerker dreigde Ten Cate als wereldwijde marktleider van de troon te stoten. Het hoofdkantoor besloot tot een ongehoorde stap. In 2007 werd Mattex voor 178 miljoen euro, vier keer de nettowinst van heel Ten Cate, overgenomen. Jeroen van Balen keerde, als multimiljonair, terug naar Ten Cate. Hij kreeg 10 procent van het overnamebedrag. Zijn wraak op het bedrijf dat hem de deur had gewezen, was zoet. Hij hield zich publiekelijk in, maar zijn vrienden en familieleden wisten genoeg. 'Ja, het is eigenlijk wel een ongelofelijk verhaal', verklaarde hij indertijd terughoudend. 'Een knieval voor Ten Cate? Ach, welnee.' Hij ging aan de slag als divisie-directeur, maar kon zijn draai in de Nederlandse kantoorcultuur niet vinden. 'Hij was niet goed in de dagelijkse rompslomp', zegt Verleyen. 'Jeroen wilde met dromen bezig zijn en het volgende gat in de markt vinden. Hij is uit dienst gegaan, maar wel als adviseur betrokken gebleven.' Aan familie liet hij weten zich 'nooit happy' te voelen bij Ten Cate - hij voelde altijd de jaloezie en afgunst. III 'We moeten zo snel mogelijk een video-conferentie organiseren', mailde de directeur van Ten Cate Grass USA vanuit Dayton in de staat Tennessee op dinsdag 5 januari 2010 naar het Ten Cate hoofdkantoor in Almelo. 'Ik heb het gevoel dat we ergens de komende maanden een grote claim van FieldTurf in de bus krijgen.' Dit bericht vanuit Amerika, begin 2010, zette alles weer op scherp. Tussen Van Balen en Ten Cate en tussen het koninklijke bedrijf en FieldTurf dat inmiddels FieldTurf Tarkett heette. De kwestie was
serieus. De grote partijen kunstgras die Van Balen als Mattex-directeur vanuit Dubai naar de VS had laten verschepen, bleken minder slijtvast dan de bedoeling was. 166 scholen, sportclubs en universiteiten wendden zich sinds 2009 tot FieldTurf met klachten over velden waar het kunstgras kapotging of scheurde. Bij voetbalclub Atlanta Silverbacks was het de ondergrond die kuren vertoonde, terwijl in American Football-stadions zoals die van de universiteit van Wake Forest en de Baker University het gras op sommige plaatsen 'extreme' scheuren en kleurverlies vertoonde. FieldTurf richtte zijn pijlen op Van Balen, die hen het product had geleverd, en op Ten Cate, de onderneming die hem weer had teruggenomen in de moederschoot. Van Balen en Ten Cate moesten geweten hebben dat het schortte aan de kwaliteit, meende FieldTurf. Er zou volgens de Canadezen zelfs bewust kunstgras van lagere kwaliteit zijn geleverd aan de Amerikanen, omdat dat goedkoper was. In een mail van een voormalig medewerker van Van Balen aan de Ten Cate-directie, was dat ook terug te lezen. 'We wisten dat dit op een gegeven moment zou gebeuren. Was het domheid of een gebrek aan kennis dat we het zo hebben ontworpen? Helemaal niet, dit was juist de belangrijkste reden voor commercieel succes.' Tot een gesprek tussen de giganten op de kunstgrasmarkt kwam het niet. Op 1 maart 2011 diende FieldTurf een 116 pagina-dikke aanklacht in tegen Ten Cate, waarin het Almelose bedrijf aansprakelijk werd gesteld voor alle schade aan de kunstgrasvelden - zeker 30 miljoen dollar groot. De Amerikanen waren in de aanklacht allerminst mild over hun voormalige zakenpartner Van Balen. Die werd samen met Ten Cate beticht van fraude, contractbreuk, oplichting en het voorliegen van FieldTurf over de kwaliteit van het kunstgras dat hij had geleverd. Volgens Verleyen was de samenwerking begonnen als een gentlemen's agreement tussen Van Balen en John Gilman. Maar na de dood van Gilman en de veranderingen in de top van FieldTurf werd alles nodeloos ingewikkeld en onoverzichtelijk. 'Tussen Jeroen en Gilman was er altijd een gezonde spanning. Zijn bedrijf en het onze waren bijna te afhankelijk van elkaar, maar het ging altijd goed. Wij maakten de garen en zij maakten er velden van. Toen de markt op de schop ging en de mensen op andere posities terechtkwamen, veranderde alles.' Er barstte een titanenstrijd los tussen Ten Cate en FieldTurf. Over kwaliteit, maar gaandeweg ook over de patenten, merkrechten en markthegemonie. Van Balen zat er middenin. Hij moest meehelpen aan de verdediging, om ervoor te zorgen dat de miljoenenclaim van tafel ging. Met de zakelijke keerzijde van zijn zoektocht naar het perfecte kunstgras, ontstonden ook zijn persoonlijke problemen. Wanneer en welk moment Van Balen precies 'brak', dat weet zijn vriend Menno van Dijk niet meer. 'Hij had alles gegeven. Hij was maar doorgegaan, zijn gezin zag hij amper', vertelt Van Dijk. 'Het was alsof opeens alles in elkaar stortte voor Jeroen. Hij was dan wel miljonair geworden door het kunstgras, maar wat leverde het hem uiteindelijk op? Een zeer donkere periode: zijn huwelijk strandde en hij kreeg een burn-out.' III Hij was weer een stuk vrolijker het laatste half jaar, zei zijn dochter Liselotte op 1 juli tijdens de crematie in Enschede, een week nadat hij dood was gevonden in het appartement van zijn vriendin in Düsseldorf. Haar vader zong weer mee, hoorde ze zelfs, met Michael Bubblé's It's a beautifull day.
'Jeroen had juist zijn leven weer een beetje op de rit', zegt Van Dijk. 'Hij had een appartementje in Hengelo, om dicht bij zijn kinderen te zijn. Hij had echt weer zin in het leven.' Theo Ceelen sprak 'm kort voor zijn dood nog en het was weer als vanouds, alsof de geschiedenis zich herhaalde: Jeroen had een nieuwe type kunstgras bedacht, het patent had hij al gedeponeerd.' 'Het zou kunstgras worden dat nog meer op gras zou lijken, zei hij. Dat vocht zou vasthouden, zou absorberen, en waar geen zand of rubberen korrels als opvulsel nodig waren. Dit was de vierde generatie kunstgras - de ultieme doorbraak. Het is er helaas niet van gekomen.' Dit verhaal is tot stand gekomen na gesprekken met familie, vrienden en zakenrelaties. Ook is gebruikgemaakt van openbare documenten van Ten Cate, artikelen uit de regionale media en Amerikaanse rechtbankdossiers. ------------------Kunstgras belicht De meeste velden zijn van de derde generatie kunstgras, met rubberen opvulkorrels. Ten Cate test nu velden van de vierde generatie - zonder korrels. Aantal kunstgrasvelden in Nederland: voetbal 2.072, hockey 650, tennis 2.000. Kosten aanleg kunstgras voetbalveld zo'n 400 duizend euro, exlusief ontwerpkosten. Eerste kunstgrasveld eredivisie: Heracles Almelo, 2003 (Ten Cate). Eerste kunstgrasveld Britse Premier League: Middlesbrough, 1997 (FieldTurf). Belangrijkste merken kunstgras: Ten Cate Evolution, FieldTurf Revolution. FieldTurf claimt sinds 2011 zo'n 30 miljoen dollar van Ten Cate wegens contractbreuk in de VS. Ten Cate won in 2012 een voor heel Europa geldende rechtszaak in Nederland over het gebruik van de term Evolution kunstgras.