&RQVHLO Brussel, 20 maart 2000 7093/00 (Presse 74)
H]LWWLQJYDQGH5DDG /$1'%28: %UXVVHOPDDUW
Voorzitter :GHKHHU/XtV&$328/$66$1726 Minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij van de Portugese Republiek
,1+28' '((/1(0(56 ,9 %(6352.(13817(1 WITBOEK OVER VOEDSELVEILIGHEID ........................................................................................ V GOEDEREN DIE NIET IN BIJLAGE I ZIJN OPGENOMEN - CONCLUSIES VAN DE RAAD.......... V SCHOOLMELK................................................................................................................................. VI SECTOR BANANEN ........................................................................................................................ VI STEUN DIE RIBS S.pA. IN ITALIË HEEFT VERLEEND ................................................................ VII INTERGOUVERNEMENTEEL BOSSENFORUM........................................................................... VII =21'(5'(%$7*2('*(.(85'(3817(1 9,, /$1'%28: 9,, − Antirabiësvaccins*.................................................................................................................. VII ,17(51(0$5.7 9,,, − Erkenning van beroepskwalificaties in bepaalde beroepen*................................................. VIII
BBBBBBBBBBBBBBBBB 9RRUPHHULQIRUPDWLHWHORI
'((/1(0(56 De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: %HOJLs de heer Jaak GABRI LS de heer José HAPPART 'HQHPDUNHQ mevrouw Ritt BJERREGAARD de heer Poul OTTOSEN
'XLWVODQG de heer Martin WILLE *ULHNHQODQG de heer Evangelos TSEKURAS 6SDQMH de heer Jesús POSADA MORENA
minister van Landbouw en Middenstand minister van Landbouw en Plattelandsgemeenschap (Wallonië) minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij staatssecretaris, minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij staatssecretaris, Bondsministerie Voedselvoorziening, Land- en Bosbouw
secretaris-generaal van het ministerie van Landbouw minister van Voedselvoorziening
Landbouw,
)UDQNULMN de heer Jean GLAVANY
minister van Landbouw en Visserij
,HUODQG de heer Joe WALSH
minister van Landbouw en Visserij
,WDOLs de heer Paolo DE CASTRO de heer Antonino MANGIACAVALLO
minister van Landbouw staatssecretaris van Volksgezondheid
/X[HPEXUJ de heer Fernand BODEN 1HGHUODQG de heer Laurens-Jan BRINKHORST 2RVWHQULMN de heer Wilhelm MOLTERER 3RUWXJDO de heer Luís CAPOULAS SANTOS de heer Luís VIEIRA
en
minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij minister van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en Waterhuishouding minister van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij staatssecretaris van Landbouwmarkten en Voedselkwaliteit minister van Landbouw
=ZHGHQ mevrouw Margareta WINBERG de heer Per-Göran ⊂JEHEIM
minister van Landbouw staatssecretaris van Landbouw
&RPPLVVLH de heer Franz FISCHLER de heer David BYRNE
Visserij
minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling
)LQODQG de heer Kalevi HEMIL
9HUHQLJG.RQLQNULMN de heer Nick BROWN de heer Ross FINNIE mevrouw Christine GWYTHER
van
minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening minister van Plattelandsaangelegenheden (Schotse regering) minister van Landbouw (Assemblee van Wales) Lid Lid
:,7%2(.29(592('6(/9(,/,*+(,' Op basis van een door het voorzitterschap opgestelde vragenlijst heeft de Raad een gedachtewisseling gehouden over de aspecten van het Witboek die betrekking hebben op de controleproblematiek. Toen de voorzitter het debat samenvatte, tekende hij aan dat de ministers het over een aantal punten in ruime mate eens zijn: Het lijkt op het eerste gezicht noodzakelijk de communautaire wetgeving inzake de officiële controle in de lidstaten bij te werken en te verduidelijken; deze wetgeving sluit in vele opzichten niet meer aan op de moderne methodes die voor het goede beheer van de voedselveiligheid worden vereist. In deze geest is tevens de nadruk gelegd op de noodzakelijke hervorming van de administratieve samenwerking met het oog op een harmonisatie van de controlemethodes en -modaliteiten. Voorts is benadrukt dat de door de Commissie uitgevoerde controles vergezeld moeten gaan van een aantal nauwkeurige voorschriften die vooral betrekking hebben op het uitvoeren van de audits en de inspecties, alsmede op de transparantie en de verspreiding van de door de Commissie gemaakte evaluaties. Dit gezegd zijnde moet de vaststelling van een communautair kader voor de uitvoering van de inspecties worden gezien als een stap vooruit. Aan het slot van de besprekingen droeg de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers op de voorbereidende werkzaamheden op dit gebied voort te zetten en daarbij rekening te houden met de door de lidstaten gemaakte opmerkingen en met de grote lijnen die uit het debat naar voren zijn gekomen, en besloot de Raad tijdens komende zittingen verder te zullen nadenken over andere aspecten van het Witboek. *2('(5(1',(1,(7,1%,-/$*(,=,-123*(120(1&21&/86,(69$1'(5$$' De Raad herinnert aan het belang van de begrotingsdiscipline en van zijn WTO-verbintenissen, en meent terzelfder tijd dat het van fundamenteel belang is de uitvoer van agrolevensmiddelen te bevorderen. De Raad heeft een grondige bespreking gewijd aan: de mededeling van de Commissie over de goederen die niet in bijlage I zijn opgenomen; het voorstel betreffende de sector melk en zuivelproducten; het voorstel betreffende het actieve veredelingsverkeer (AVV). De Raad heeft tevens een uitgebreid debat gehouden over alle voorstellen van de delegaties betreffende alternatieven voor en/of aanvullingen bij de oplossingen die de Commissie had voorgesteld. Het merendeel van die voorstellen leidde echter tot grote moeilijkheden ten opzichte van de WTO-verbintenissen en haalde niet voldoende instemming. Over de mededeling van de Commissie, hebben de delegaties in grote lijnen een ruime consensus bereikt ten aanzien van de gerichte aanpak die in dat document wordt uiteengezet, hoewel specifieke maatregelen in de mededeling in dit stadium nog moeilijkheden opleveren. In dat verband verzoekt de Raad de Commissie om in het kader van de beheerscomités rekening te houden met de opmerkingen die tijdens de bespreking van de mededeling werden gemaakt. De Raad heeft het voorstel betreffende de sector melk en zuivelproducten goedgekeurd en wacht op het advies van het Europees Parlement om zo spoedig mogelijk een besluit te kunnen nemen. De Commissie zal dan over de rechtsgrondslagen beschikken op basis waarvan zij dadelijk doelgerichte maatregelen zal kunnen indienen met het oog op de vervanging van de lineaire vermindering van de restituties.
Over het voorstel betreffende het AVV heeft de Raad eveneens overeenstemming bereikt, na goedkeuring van de amendementen die het Speciaal Comité Landbouw in zijn zittingen van 29 februari en 13 maart 2000 had aangenomen. Uit deze amendementen blijkt de verbintenis van de Commissie om dat instrument omzichtig en flexibel, als laatste middel te gebruiken. In deze context staat de Commissie positief tegenover een flexibel beheer van de balansen en de regelmatige bijwerking daarvan, tevens met inachtneming van de beschikbaarheid van grondstoffen van het AVV. In het kader van de toepassingsvoorwaarden verzoekt de Raad de Commissie om het minimumbedrag van 20.000 YRRUGHNOHLQHHQPLGGHOJURWHH[SRUWHXUVWHKHU]LHQ De Raad wacht op het advies van het Europees Parlement om zo spoedig mogelijk een besluit over het voorstel te kunnen nemen. De Raad verzoekt de Commissie, zoals hij reeds in december 1999 had gedaan, om de ontwikkeling van de uitvoermarkt voor de verschillende goederen die worden uitgevoerd als niet in bijlage I opgenomen goederen, alsook de daarmee overeenstemmende begrotingssituatie, op de voet te volgen en zo nodig onverwijld de passende maatregelen te nemen. De Raad verzocht de Commissie zo nodig vóór eind juni 2001 bij hem verslag uit te brengen. 6&+22/0(/. De Raad heeft een diepgravend debat gevoerd over een voorstel voor een verordening betreffende het programma voor de distributie van melk op scholen (tot wijziging van Verordening nr. 1255/99). Het advies van het Europees Parlement over dit voorstel wordt afgewacht. In dit voorstel wordt voorzien in de voortzetting van het huidige programma dat sinds 1977 loopt, waarbij de financieringswijzen van het programma worden veranderd. De Commissie stelt met name een medefinanciering voor, te weten 50% door de Gemeenschap en 50% door de lidstaten of de zuivelsector. Net als in het verleden zullen er subsidies worden toegekend voor een hoeveelheid van 0,25 liter melk per dag en per leerling die aan het programma deelneemt. Tijdens het debat van de ministers kwam naar voren dat er zeer groot belang wordt gehecht aan de handhaving van de steunregeling voor schoolmelk, waarvan de sociale en opvoedende impact op de jongeren wordt benadrukt. Een aantal vragen blijft onbeantwoord, vooral wat betreft de door de Commissie beoogde medefinanciering van de maatregel. Een ander punt dat aanleiding geeft tot terughoudendheid is de lijst van op de scholen te verstrekken producten; er wordt gevraagd om een bijwerking van deze lijst gezien de voedingskundige aspecten van de maatregel. De Raad droeg het Speciaal Comité Landbouw op om de bestudering van dit voorstel in het licht van bovenvermeld debat voort te zetten met als doel te bezien hoe er tijdens een van de komende Raadszittingen een bevredigend compromis kan worden bereikt. 6(&725%$1$1(1 De Raad nam nota van de vorderingen in het dossier "bananen", zowel wat betreft de besprekingen over het voorstel van de Commissie als de contacten die de Commissiediensten hebben gehad met de betrokken derde landen. Er is besloten de bespreking van dit dossier te hervatten zodra de Commissie haar verslag met de resultaten van de onderhandelingen met de betrokken derde landen zal hebben ingediend.
De doelstelling van het Commissievoorstel is de communautaire regeling in de sector banenen in overeenstemming te brengen met de tegenover de Wereldhandelsorganisatie aangegane verbintenissen, waarbij de verplichtingen tegenover de ACS-leveranciers worden nageleefd en de belangen van de communautaire producenten en consumenten worden beschermd. De Commissie stelt een aanpak in twee fasen voor. In de eerste fase komt er een overgangsregeling met tariefcontigenten waarin het huidige, in de GATT geconsolideerde contigent van 2,2 miljoen ton en het autonome quotum van 350.000 ton worden gehandhaafd, beide tegen een recht van 75 euro/ton; een derde, nieuw contingent van 850.000 ton zou openstaan tegen een recht waarvan de hoogte middels gunning moet worden vastgesteld, met dien verstande dat aan ACS-bananen een preferentie van maximaal 275 euro/ton zou worden toegekend. De drie quota zouden openstaan voor alle leveranciers. Uiterlijk op 1 januari 2006 zou automatisch de tweede fase, een zuivere tariefregeling, in werking treden. Opgemerkt zij dat de Commissie, terwijl de communautaire instanties het voorstel verder bespreken, met de belanghebbende derde landen onderhandelt over de nadere details van de voorgestelde overgangsregeling. De Commissie heeft aangekondigd dat zij, indien blijkt dat het onmogelijk is met deze landen tot een algemeen aanvaardbaar akkoord te komen, haar thans voorliggende voorstel zal intrekken en de Raad zal vragen om een machtiging om te onderhandelen over de invoering van een zuivere tariefregeling. De Commissie zal de Raad te zijner tijd verslag uitbrengen over dit onderwerp. 67(81',(5,%66S$,1,7$/,É+(()79(5/((1' De Raad, die een verzoek had ontvangen van de Italiaanse regering overeenkomstig artikel 88, lid 2, derde alinea van het EG-Verdrag, heeft een beschikking vastgesteld waarin wordt verklaard dat de steun die RIBS S.p.A. in de periode 1984/85-1995/96 heeft verleend krachtens de bepalingen van nationale wet nr. 700 van 19 december 1983 betreffende de sanering van de suikerbietensector, verenigbaar is met de interne markt. De Finse, Deense en Nederlandse delegatie hebben zich van stemming onthouden. ,17(5*289(51(0(17((/%266(1)2580 De Raad luisterde naar een presentatie van de voorzitter, de heer Capoulas Santos, over de vergadering van de 4e zitting van het Intergouvernementeel Bossenforum van 31-1/11-2-2000 te New York. De voorzitter bracht verslag uit van de resultaten die tijdens deze vergadering zijn bereikt en sprak de wens uit dat de bij deze gelegenheid bewerkstelligde goede samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie kan worden voortgezet met het oog op de volgende vergadering van de Commissie voor duurzame ontwikkeling die van 21 april tot en met 5 mei 2000 in New York zal plaatsvinden. =21'(5'(%$7*2('*(.(85'(3817(1 (Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen is verkrijgbaar bij de Persdienst.) /$1'%28: $QWLUDELsVYDFFLQV De Raad nam met gekwalificeerde meerderheid een beschikking aan waarbij het laboratorium van de Agence Française de Sécurité des Aliments te Nancy wordt aangewezen als specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren. De Duitse en de Oostenrijkse delegatie stemden tegen deze beschikking.
,17(51(0$5.7 (UNHQQLQJYDQEHURHSVNZDOLILFDWLHVLQEHSDDOGHEHURHSHQ De Raad nam met eenparigheid van stemmen zijn gemeenschappelijk standpunt aan met het oog op de aanneming van een richtlijn tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en tot aanvulling van de twaalf richtlijnen betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenhuisverpleger, beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts. Dit gemeenschappelijk standpunt zal voor tweede lezing worden toegezonden aan het Europees Parlement, overeenkomstig de bepalingen van de medebeslissingsprocedure van het Verdrag. De voorgestelde richtlijn, die deel uitmaakt van het SLIM-initiatief inzake vereenvoudiging van de wetgeving voor de interne markt, neemt in het algemeen stelsel de wettelijke eis op om bij de behandeling van het verzoek om erkenning de ervaring in aanmerking te nemen die na het behalen van het diploma in kwestie is opgedaan. Het voert het in de tweede richtlijn betreffende het algemeen stelsel vervatte begrip "gereglementeerde opleiding" in en beoogt te komen tot meer uniformiteit bij de interpretatie en de toepassing van de twee richtlijnen betreffende het algemeen stelsel in de lidstaten. Met betrekking tot de twaalf sectorale richtlijnen zal het (onder meer) bijdragen tot een efficiënte bijwerking, door eenvoudige bekendmaking door de Commissie in het Publicatieblad, van de titels van diploma's die in aanmerking komen voor automatische erkenning in de lidstaten. Het zal ook rechtszekerheid helpen te waarborgen, voor wat betreft de erkenning van opleidingen die onderdanen van de Gemeenschap in derde landen hebben voltooid.