Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8020
bijlage(n)
1
betreft
ons kenmerk
datum
Modelverordening advisering planschade
ECGR/U200801064 Lbr. 08/127
9 juli 2008
Samenvatting
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) met een bijbehorend complex van wet- en regelgeving in werking getreden. Via ledenbrief 08/101 bent u uitgebreid geïnformeerd over de Wro en het daaraan gekoppelde Bro. De Wro en het Bro brengen onder andere verbeteringen van de planschadewetgeving met zich mee welke voornamelijk zien op het creëren van uniformiteit bij de afhandeling van planschadeverzoeken en het terugbrengen van het aantal planschadeclaims en de hoogte van de planschadevergoedingen. Het Bro verplicht gemeenten tot het vaststellen van een verordening waarin regels worden gegeven over de aanwijzing van een adviseur en de wijze waarop deze tot een advies komt. De VNG biedt u hiervoor de Modelverordening ‘ Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade’ aan. Binnenkort zullen de voorbeeldcontracten voor de overeenkomst tot vergoeding van planschadekosten aan de Wro/Bro worden aangepast en op de VNG-site worden gepubliceerd.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8020
bijlage(n)
1
betreft
ons kenmerk
datum
Modelverordening advisering planschade
ECGR/U200801064
9 juli 2008
Lbr. 08/127
Geacht college en gemeenteraad, Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) met een bijbehorend complex van wet- en regelgeving in werking getreden. Via ledenbrief 08/101 bent u uitgebreid geïnformeerd over de Wro en het Bro. In deze ledenbrief hebben wij tevens gewezen op de knelpunten die mogelijk kunnen ontstaan als gevolg van de korte termijn tussen de officiële afkondiging en de inwerkingtreding. Sinds enkele jaren dringt de VNG aan op herziening van de planschadewetgeving, samen met koepels van projectontwikkelaars en bouwondernemingen. Enkele van de gewenste verbeteringen zijn bij wet van 8 juni 2005 tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening inzake planschadevergoeding (Stb. 2005, 305) gerealiseerd. Met de Wro en het daaraan gekoppelde Bro worden wederom een aantal gesignaleerde knelpunten weggenomen. Zo wordt er meer uniformiteit bij de afhandeling van planschadeverzoeken gecreëerd, wordt het begrip schade op voorhand beperkt en wordt door introductie van een forfait de hoogte van de planschadevergoedingen teruggebracht. Wijziging planschade ten opzichte van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) De regeling van planschade in de Wro en het Bro bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten op zichte van de oude wetgeving: a. De Wro spreekt van een tegemoetkoming in de planschade in plaats van een schadevergoeding. Door middel van deze terminologie wordt duidelijk dat het niet meer gaat om een vergoeding van de volledige schade, maar uitsluitend om een tegemoetkoming in de schade. Daarnaast wordt het begrip schade op voorhand beperkt. Het mag alleen gaan om schade die bestaat uit inkomensderving of vermindering van de waarde van de onroerende zaak. Het gevolg is dat schade die bestaat uit een tijdelijke storing van het woongenot niet meer voor vergoeding in aanmerking komt.
b.
Een andere belangrijke wijziging is de introductie van het begrip normaal maatschappelijk risico als criterium voor de vraag of een schade redelijkerwijs ten laste van de belanghebbende kan worden gelaten. Dit criterium berust op het beginsel ‘gelijkheid voor publieke lasten’. Schade kan met een beroep op het normale maatschappelijke risico ten laste van de burger worden gelaten. Aangezien het criterium normaal maatschappelijk risico vaag is, is een forfait voor het normale maatschappelijke risico van 2% van de waarde van de onroerende zaak of het inkomen in de Wro opgenomen. Het forfait heeft het karakter van een wettelijk minimum; bedraagt de schade minder dan de 2% dan hoeft een aanvraag niet of niet verder in behandeling genomen te worden. De forfaitaire 2%regeling geldt niet bij directe planschade (schade die een gevolg is van planologische beperkingen van de onroerende zaak van de aanvrager zelf). Het forfait geldt niet voor aanvragen die op of na 1 juli 2008, maar vóór 1 september 2010 zijn ingediend in het geval de planologische maatregel onherroepelijk is geworden op of na 1 september 2005, maar vóór 1 juli 2008 van kracht is geworden
c.
Planschadevergelijking en de flexibiliteitsbepalingen In artikel 6.1 lid 2 Wro onder b worden de flexibiliteitsbepalingen van het bestemmingsplan (wijzigingsbevoegdheid, uitwerkingsverplichting, binnenplanse ontheffingsbevoegdheid alsmede het stellen van nadere eisen) apart vermeld. Dit heeft tot gevolg dat deze flexibiliteitsbepalingen niet worden meegenomen in de zogenoemde planologische vergelijking tussen het nieuwe bestemmingsplan en het onmiddellijk daaraan voorafgaande planologisch regime bij de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in de schade na het onherroepelijk worden van een bestemmingsplan. De flexibiliteitsbepalingen worden beschouwd als een aparte schadeoorzaak waarvoor pas een aanvraag om een tegemoetkoming in de schade kan worden ingediend op het moment dat het wijzigingsplan, uitwerkingsplan, binnenplanse ontheffing of de nadere eisen tot stand zijn gekomen en onherroepelijk zijn geworden.
d.
Vergoeding van kosten rechtsbijstand en andere deskundigen Het college is bij het toekennen van een tegemoetkoming in de schade verplicht tevens de redelijkerwijs gemaakte kosten van rechtsbijstand en andere deskundige bijstand te vergoeden (artikel 6.5, onder a, Wro). Onder het oude recht is deze mogelijkheid weliswaar aanvaard, maar er is terughoudend mee omgegaan. Het is mogelijk dat dit artikel hierin verandering gaat brengen. Naarmate zwaardere eisen aan de indiening van een aanvraag worden gesteld, waardoor de aanvrager een deskundige moet inschakelen zal dit eerder het geval zijn.
e.
Voorschot Het Bro biedt in artikel 6.1.3.7 de mogelijkheid om een voorschot op een tegemoetkoming in de schade aan te vragen. Een voorschot kan worden toegekend wanneer de aanvrager naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor een tegemoetkoming en zijn belang dat naar het oordeel van het college vordert. Het verdient aanbeveling dat de gemeente
onderwerp
Ledenbrief advisering planschade
datum
9 juli 2008
02/04
over de toekenning van voorschotten nadere richtlijnen vaststelt om verzoeken te kunnen beoordelen. Het toekennen van een voorschot houdt géén erkenning van een schadeplicht in en aan de toekenning kunnen géén rechten worden ontleend. Het voorschot kan uitsluitend worden verleend, indien de aanvrager van het voorschot schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald, te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde, te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot. Het college kan daarvoor zekerheidsstelling verlangen. Overgangsrecht Met de inwerkingtreding van de verordening voor advisering tegemoetkoming in planschade in uw gemeente kan de oude planschaderegeling nog niet in zijn geheel door het college worden ingetrokken. De model-procedureregeling planschadevergoeding 2005 is nog van toepassing op de volgende situaties: op een aanvraag ingediend vóór 1 september 2005 in het geval dat de planologische maatregel onherroepelijk is geworden vóór 1 september 2005 is de WRO van vóór 1 september 2005 van toepassing; op een aanvraag ingediend op of na 1 september 2005 maar vóór 1 juli 2008 in het geval de planologische maatregel onherroepelijk is geworden vóór 1 september 2005 is de WRO nog van toepassing (maar is geen verjaringstermijn van toepassing); op een aanvraag ingediend op of na 1 september 2005 maar vóór 1 juli 2008 in het geval de planologische maatregel onherroepelijk is geworden op of na 1 september 2005 en vóór 1 juli 2008 van kracht is geworden, is de WRO van toepassing (met inbegrip van de verjaringstermijn); op een aanvraag ingediend op of na 1 juli 2008 maar vóór 1 september 2010 in het geval de planologische maatregel onherroepelijk is geworden vóór 1 september 2005 is de WRO nog van toepassing (maar is geen verjaringstermijn van toepassing). De model-procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade is van toepassing in de volgende situaties: op een aanvraag ingediend op of na 1 juli 2008 maar vóór 1 september 2010 in het geval de planologische maatregel onherroepelijk is geworden op of na 1 september 2005 maar vóór 1 juli 2008 van kracht is geworden, is de Wro van toepassing (met inbegrip van de verjaringstermijn, maar er is geen sprake van het forfait normaal maatschappelijk risico); op een aanvraag ingediend op of na 1 juli 2008 maar vóór 1 september 2010 in het geval de planologische maatregel van kracht is geworden op of na 1 juli 2008, is de Wro onverkort van toepassing; op een aanvraag ingediend op of na 1 september 2010 is de Wro in alle gevallen onverkort van toepassing. Uit het voorgaande volgt dat gemeenten al op 1 juli 2008 dienden te beschikken over een procedureverordening krachtens de Bro. Aangezien afdeling 6.1 Tegemoetkoming in schade van
onderwerp
Ledenbrief advisering planschade
datum
9 juli 2008
03/04
het Bro zoals op 29 april 2008 gepubliceerd in het Staatsblad 2008, nr. 145 afwijkt ten opzichte van het ontwerp Bro (Staatscourant 2007, nr. 85) is de implementatietermijn betrekkelijk kort geweest. Het Bro verplicht gemeenten tot het vaststellen van een verordening waarin regels worden gegeven over de aanwijzing van een adviseur en de wijze waarop deze tot een advies komt. De VNG heeft hiervoor een model-procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade opgesteld. Deze verordening dient door de raad te worden vastgesteld. Om te kunnen voldoen aan de eisen die in de verordening krachtens het Bro worden gesteld, adviseren wij - hoewel in tegenspraak met artikel 6.1.3.3. Bro, waarin gemeenten worden verplicht tot het vaststellen van een verordening - de model-procedureverordening voorlopig als beleidsregel door het college te laten vast stellen en te publiceren. Wij raden u aan deze beleidsregel terugwerkende kracht toe te kennen tot 1 juli 2008. De aanvragen die op of na 1 juli 2008, maar vóór de inwerkingtreding van de beleidsregel zijn binnengekomen zouden in dat geval moeten worden aangehouden tot het moment dat deze beleidsregel in werking is getreden. De beleidsregel dient te worden ingetrokken op het moment dat de verordening door de raad is vastgesteld en in werking is getreden. De vaststelling van de modelverordening als beleidsregel is een zeer tijdelijke noodmaatregel die zo spoedig mogelijk dient te worden opgevolgd door een raadsverordening. Meer informatie over de Wro kunt u nalezen op: www.vng.nl, beleidsveld Ruimte, dossier Wro/ grondbeleid). Voor vragen over de Wro en dus ook over planschade kunt u contact opnemen met de helpdesk van Senternovem (helpdesk.wro@senternovem.nl). Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Mevrouw mr. S.E. Korthuis lid directieraad
Deze ledenbrief staat ook op VNG-net. Kijk op www.vng.nl onder VNG-brieven.
onderwerp
Ledenbrief advisering planschade
datum
9 juli 2008
04/04