Inhoud-programmaboek2012.indd 1
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 2
4/09/12 11:05
Ten geleide Op 14 oktober aanstaande trekken we weer naar de stembus om nieuwe gemeente-, districts- en provincieraden te kiezen. Het Vlaams Belang zal de kiezer naar goede gewoonte tegemoet treden met een uitgewerkt en doordacht verkiezingsprogramma. De lokale en provinciale besturen zijn voor het Vlaams Belang van primordiaal belang, gezien ze veruit de meeste invloed hebben op onze levenskwaliteit. Afdoende recreatie- en groenvoorzieningen in de buurt, begaanbare fiets- en voetpaden, voldoende wijkagenten, veilige straten en een vlotte gemeentelijke dienstverlening, zijn zaken die de burger nauwer aan het hart liggen dan de goedkeuring van een zoveelste Europese verordening. Lokale beleidsmaatregelen zorgen ervoor dat onze burgers zich al dan niet thuis voelen in hun buurt of wijk. Traditioneel liggen twee basisprincipes ten grondslag aan het verkiezingsprogramma van het Vlaams Belang. Een eerste beginsel ziet het dichte netwerk van Vlaamse steden en gemeenten als het fundament bij uitstek voor een onafhankelijke Vlaamse staat. Vlaanderen moet staatkundig volledig soeverein worden zodat we een fiscaal, economisch, justitieel en sociaal beleid kunnen uittekenen op maat van de Vlaming. Enkel wanneer we als Vlaams staatsburger Europa en de wereld tegemoet kunnen treden, zullen we op deze overkoepelende niveaus het respect en de erkenning genieten die ons toekomt. Vlaamse onafhankelijkheid zal tevens de lokale beleidsniveaus meer ruimte verschaffen om een efficiënter beleid te voeren. Een kordate aanpak van de criminaliteit, een halt aan de massa-immigratie en het creëren van een ondernemingsvriendelijk klimaat zijn hierbij absolute beleidsprioriteiten. Zo niet dreigen we hoe langer hoe meer af te drijven van onze eigen culturele wortels die het fundament vormen van ons algeheel waardenen normenpatroon en levenswijze. Het tweede grondbeginsel stelt dat burgerzin een onontbeerlijke voorwaarde is voor een gezond sociaal weefsel. Een mens leeft immers niet alleen, maar vertoeft voortdurend in gezelschap. De eerste leefgemeenschap is het gezin. Vooral in het gezin vindt men het persoonlijk geluk. In het gezin krijgen kinderen bovendien de fundamenten aangereikt voor hun verdere ontwikkeling. Het Vlaams Belang wil zich daarom profileren als een uitgesproken gezinspartij.
3
Inhoud-programmaboek2012.indd 3
4/09/12 11:05
Daarnaast zijn er de sociale leefsferen die het kerngezin overstijgen en waarvan eenieder onvermijdelijk deel uitmaakt: straat, wijk, gemeente, provincie, land (Vlaanderen), Europa en tenslotte, de wereld. Het Vlaams Belang erkent het belang van elk van deze niveaus en wil werk maken van werkbare politieke structuren op maat van deze gelaagdheid. Op 14 oktober zal alles rond gemeente en provincie draaien. De gemeente is het eerste en meest directe contactpunt tussen burger en overheid. Voor Vlaamsnationalisten ligt het voor de hand dat het gemeentelijke niveau opgewaardeerd moet worden. Daarom pakt het Vlaams Belang uit met een duidelijk en vernieuwend programma. Daarin staan verantwoordelijkheidszin en betrokkenheid centraal. Meer veiligheid op straat, een sociaal klimaat, Vlaams karakter, vlottere mobiliteit, betere dienstverlening en een algemene verbetering van de leefbaarheid gelden als speerpunten. Bruno Valkeniers Voorzitter Vlaams Belang
4
Inhoud-programmaboek2012.indd 4
4/09/12 11:05
Inhoudsopgave I. Thuis zijn in Vlaamse steden en gemeenten.............................................7 II. Veiligheid: geen pardon voor criminaliteit!...........................................19 III. Werken en ondernemen in Vlaamse steden en gemeenten..................43 IV. Welzijn en sociale voorzieningen.........................................................47 V. Bestuurskracht.....................................................................................57 VI. Harmonie mens, milieu en energie.....................................................61 VII. Verkeer en bereikbaarheid.................................................................69 VIII. Optimaliseren van de ruimtelijke structuur......................................73 IX. School maken, jong zijn, sporten en cultuur genieten.........................79 X. Een middenbestuur voor de 21ste eeuw.................................................85
5
Inhoud-programmaboek2012.indd 5
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 6
4/09/12 11:05
I. Thuis zijn in Vlaamse steden en gemeenten De Vlaamse democratie moet kunnen bouwen op sterke en goed bestuurde Vlaamse steden en gemeenten. Deze steden en gemeenten zijn in het Vlaamse verleden steeds een belangrijk ankerpunt geweest van ons verlangen naar vrijheid. Zij zijn zeker de bouwstenen van het Vlaamse ‘huis’, maar zolang dat ‘huis’ niet af is, zijn zij zeker ook stapstenen naar de onafhankelijkheid van de republiek Vlaanderen. Vlaamse zakelijkheid en goed bestuur moeten afrekenen met Belgische spilzucht en vriendjespolitiek. Anderzijds is daadkracht van lokale besturen van het allergrootste belang in een kordaat inburgeringsbeleid en in het afweren van de aanzwellende immigratiegolf. Herkenbaarheid. Bij gebrek aan een hogere overheid waarmee men zich kon identificeren, heeft de Vlaming steeds een sterk lokaal bewustzijn ontwikkeld. De nabijheid van het bestuur en de betrokkenheid van de inwoner zijn de beste garanties voor een leefbare leefomgeving. De laatste decennia komen deze verhoudingen onder druk. Door een steeds toenemende immigratie en de demografische ontsporing die er de laatste jaren het gevolg van is, voelen velen de band met hun stad, gemeente, dorp of wijk afnemen. Mensen herkennen zich niet meer in hun wijk, de ontwikkelingen gaan te snel, jonge gezinnen en jonge senioren zoeken andere oorden op, vaak buiten de eigen stad of gemeente. De samenhang in vele wijken gaat er hierdoor op achteruit. De sterke binding met de eigen stad of gemeente gaat vaak verloren. We zien dit vooral gebeuren in de omgeving van grote steden en bij uitstek in Vlaams-Brabant, waar er een sterke anderstalige inwijking is en het Nederlands binnen vele gemeenten onder steeds toenemende druk komt te staan. In de gemeenten rond Brussel is dit geen nieuw fenomeen, maar de huidige versnelling is onheilspellend. Vlaamse buurt en gemeente. Steden en gemeenten moeten inzetten op een Vlaams identiteitsbeleid. Het Vlaams Belang stelt verschillende krachtlijnen en concrete maatregelen voor om het Vlaams karakter van het plaatselijk leven te versterken. We kiezen voor een Nederlandstalig en Vlaams straatbeeld. Dit behelst: verkeerssignalisatie eenduidig in het Nederlands; nieuwe straatnaamborden die verwijzen naar plaatselijke benamingen, figuren uit de lokale geschiedenis of 7
Inhoud-programmaboek2012.indd 7
4/09/12 11:05
naar de bredere Vlaamse historische en culturele bedding; maar ook: correcte bevlagging met de Vlaamse Leeuw. Een consequent Vlaams bestuurlijk beleid moet vanzelfsprekend zijn. Daarbij denken we aan: jobs voor ambtenaren uitsluitend voor kandidaten met onze nationaliteit; alleen het Nederlands als bestuurstaal; maximaal inzetten op Vlaamse symboolwerking in gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening, bijvoorbeeld aanwezigheid van de Vlaamse Leeuw in de raadszaal, maar ook de extensie ‘.vlaanderen’ in plaats van ‘.be’ voor de gemeentelijke webstek. Cultuur- en vrijetijdsbeleving vinden plaats in Vlaamse en plaatsgebonden context. Dat betekent: bijkomende gemeentelijke subsidies voor evenementen in het kader van ‘Vlaanderen feest’ (op en rond 11 juli) die in hun programmatie uitdrukkelijk ingaan op de Vlaamse ontvoogding; uitbouwen van een erfgoedbeleid door het afsluiten van een erfgoedconvenant met de Vlaamse overheid; inrichting van een erfgoedbibliotheek met alle publicaties over de eigen gemeente en van eigen inwoners. Ondernemen moet kunnen in een Vlaamse en zelfbewuste stad of gemeente. Een mooie geste is een jaarlijkse prijs voor bedrijven, handelszaken en horecabedrijven die een (originele) Nederlandstalige naam voor hun bedrijf gebruiken. Een aanvullende kans is een jaarlijkse netwerkreceptie op uitnodiging van het gemeentebestuur voor alle bedrijven en zelfstandigen die een charter ondertekenen om het Vlaams en Nederlandstalig karakter van de stad of gemeente veilig te stellen. Het Vlaams Belang bepleit dat het jeugd- en sportbeleid, de plaatselijke gemeentelijke kinderopvang en het gemeentelijk onderwijs voldoende verwijzen naar een positief Vlaams gemeenschapsgevoel. Voor het onderwijs denken we bijvoorbeeld aan een jaarlijks scholenproject van de gemeentelijke of stedelijke scholen rond de wisselwerking tussen lokale en Vlaamse identiteit. Een laagdrempelige, jeugdige en collectieve artistieke of sportieve expressie leent zich hiervoor het best. Verwijzingen naar onze identiteit zijn evenwel onvoldoende. Het opbouwen van een Vlaamse identiteit is een werk van alle dag. We kunnen er niet omheen dat de tomeloze immigratie een belemmering vormt voor het het gezamenlijk beleven van een vanzelfsprekende Vlaamse eigenheid. De immigratiegolf is ondertussen niet alleen een probleem van de grootsteden. Tot in 8
Inhoud-programmaboek2012.indd 8
4/09/12 11:05
de kleinste gemeenten van Vlaanderen duiken samenlevingsproblemen met vreemdelingen en allochtonen op. Immigratietoevloed keren. Het Vlaams Belang kiest steeds met overtuiging de kant van de zwaksten bij het eigen volk. Dat zijn dus niet de migranten die naar hier komen om zich economisch te verbeteren. In de landen van aankomst zijn het gezagsgetrouwe en hardwerkende mensen die zich - terecht - onrechtvaardig behandeld voelen, omdat regeringen aan rechten voor immigranten weinig of geen plichten koppelen. In het dichtbevolkte Vlaanderen is dat zeker niet anders. Het zijn de generaties die ons economisch en sociaal model hebben uitgebouwd of hun rechtstreekse erfgenamen die aan het kortste eind trekken. Vlaanderen heeft geenszins de sociaaleconomische en de ecologische draagkracht om nog honderdduizenden nieuwe inwijkelingen te aanvaarden. Ons oorspronkelijk en authentiek sociaal weefsel staat zodanig onder druk dat de bereidheid om solidair te zijn met mensen elders in de wereld steeds minder vanzelfsprekend is. De immigratie levert dus geen winnaars op, maar alleen verliezers. Een goed doordacht terugkeerbeleid naar de landen van herkomst levert daarentegen enkel winnaars op. Reële immigratiestop. Het kaartenhuis is ingestort. Er rijst in Vlaanderen steeds luider protest tegen het gepamper van allochtonen, tegen het toedekken van wantoestanden en scheeftrekkingen ten nadele van de oorspronkelijke Vlamingen. Het is de overtuiging van het Vlaams Belang dat het roer radicaal omgegooid moet worden. Ook het gemeentelijk beleid moet in het teken staan van een noodzakelijke ommekeer. Het Vlaams Belang is ervan overtuigd dat het perfect mogelijk is om bepaalde enkelingen of beperkte groepen vreemdelingen in te burgeren. Geslaagde inburgering is niettemin onmogelijk indien de immigratie permanent en grootschalig is en/of indien het om grote groepen immigranten gaat die een cultuur met zich meebrengen die, zoals de islamitische, sterk verschilt van onze cultuur. Maar laat ons wel wezen: Vlaanderen is al meer dan vol. Daarom willen wij een waterdichte immigratiestop, wat overigens ook een minimumvoorwaarde is voor een geslaagde inburgering van de reeds aanwezige allochtonen. Reeds een kwart van de kinderen tussen 0 en 5 jaar in Vlaanderen is inmiddels van vreemde afkomst. De tijd dringt dus. Leefbare wijken en stadskernen. Het Vlaams Belang wil dat de gewone Vlamingen zich opnieuw thuis voelen in de Vlaamse steden en gemeenten. 9
Inhoud-programmaboek2012.indd 9
4/09/12 11:05
Wij willen buurten en wijken teruggeven aan die mensen die zich van oudsher identificeren met die wijken en buurten voor wie ze tot hun identiteit behoren. De aanzienlijke aanwezigheid van grote groepen niet-geïntegreerde allochtonen in de steden en gemeenten heeft heel wat mensen vervreemd van hun vertrouwde omgeving. De concentratie van allochtonen in bepaalde wijken en de daarmee gepaard gaande criminaliteit en algemene verloedering, is een van de belangrijkste oorzaken van de witte stadsvlucht. Het zijn vooral de gegoede, koopkrachtige gezinnen die de steden verlaten. Hierdoor blijven Vlamingen die het (iets) minder breed hebben achter en dreigen ze een minderheid te vormen in hun eigen stad. Zelfs goed ingeburgerde allochtonen gaan op de loop. Deze stadsvlucht is een van de oorzaken van de teloorgang van de lokale middenstand. Voor de steden betekent deze evolutie een vermindering van de belastinginkomsten, met als gevolg geringere mogelijkheden om te investeren in voorzieningen. Witte stadsvlucht keren. Er moet een rem komen op de instroom van het aantal niet-Europese allochtonen in de sociale huisvesting. Wat nieuwe verhuringen betreft, moeten kandidaat-huurders die zeven van de acht voorgaande jaren in het land hebben verbleven, voorrang krijgen. Sociale huisvesting mag niet verworden tot gettohuisvesting. Naast onrechtstreekse impulsen (bijvoorbeeld: terugdringen van de criminaliteit, verfraaiing van het stadsbeeld, het uitwijzen van criminele en illegale vreemdelingen) zijn er ook rechtstreekse fiscale maatregelen of stimuli nodig om jonge autochtone Vlaamse gezinnen opnieuw naar de steden te lokken. De garantie op Vlaams kwaliteitsonderwijs en kwalitatieve en betaalbare kinderopvang kan de terugkeer van autochtone Vlaamse gezinnen naar de Vlaamse steden in de hand werken. Nu wordt de vrije onderwijskeuze al te veel beperkt door allerhande voorrangscriteria (kansarmoede enzovoorts, waarvan ‘nabijheid’ wellicht nog het minst schadelijke is voor het delicate samengaan van vrije onderwijskeuze en onderwijskwaliteit). Scholen mogen bovendien ten gevolge van het gelijke onderwijskansenbeleid geen allochtone kinderen weigeren. Ouders dienen hun kinderen dus noodgedwongen naar scholen te zenden met een hoog percentage allochtonen. Ook dit werkt stadsvlucht in de hand. Scholen van het vrij onderwijs moeten, zonder zich daarvoor achter drogredenen te verschuilen, opnieuw de mogelijkheid krijgen het aantal kansarmen en allochtonen te beperken om zo de onderwijs10
Inhoud-programmaboek2012.indd 10
4/09/12 11:05
kwaliteit te waarborgen. Ook het tekort aan kinderopvang in veel Vlaamse steden is een factor die Vlaamse gezinnen afschrikt om in de stad te komen/ blijven wonen. Een aanbod van voldoende kwalitatieve en betaalbare kinderopvang is dus essentieel om de witte stadsvlucht te keren. Getto’s bannen. Het Vlaams Belang wil koste wat het kost gettovorming tegengaan. Allochtone getto’s verworden tot ‘no go areas’, zones die zo goed als ontoegankelijk zijn voor de politie en zelfs voor de hulpdiensten. Het Vlaams Belang eist dat recht en orde in de reeds bestaande getto’s terugkeren. Daarom zijn in probleembuurten grotere politieaanwezigheid en meer identiteitscontroles vereist. In dit krachtdadige beleid kaderen eveneens huis-aanhuis- en deur-aan-deur-controles. Het Vlaams Belang wil onder geen beding ganse wijken van grote steden opgeven en overleveren aan wetteloosheid. In bepaalde steden, gemeenten en wijken waar veel criminaliteit voorkomt, is een nultolerantiebeleid de enige uitweg. Daar waar nodig moeten ook privé-bewakingsfirma’s ingezet worden, zodat politiemensen zich kunnen toeleggen op hun politionele taken. Het Vlaams Belang eist een keiharde aanpak van alle vormen van criminaliteit en een strenge bestraffing van iedereen, autochtoon of allochtoon, die zich schuldig maakt aan misdrijven. Doelmatig centraal asielbeleid. Het Vlaams Belang vindt het onaanvaardbaar dat de gevolgen van het falende asielbeleid - voor een groot deel - worden afgewenteld op de steden en gemeenten. Het is bijvoorbeeld niet de taak van de steden en gemeenten om mee te voorzien in de opvang van asielzoekers door de oprichting en instandhouding van zogenaamde Lokale Opvang Initiatieven (LOI’s). De federale overheid moet zelf volledig instaan voor de opvang van kandidaat-vluchtelingen. Het gaat om die reden evenmin op dat duizenden asielzoekers, waarvoor geen plaats wordt gevonden in het opvangnetwerk, worden doorgestuurd naar de OCMW’s. Met name in de grote steden zorgt de concentratie van asielzoekers, illegalen en geregulariseerden voor aanzienlijke overlast en toenemende druk op de sociale voorzieningen. Overigens: het Vlaams Belang vindt dat vluchtelingen het best in de eigen culturele omgeving opvang genieten en wil daarom het territorialiteitsbeginsel inschrijven in de Conventie van Genève. Voor ons moeten asielzoekers in afwachting van de definitieve erkenning van hun aanvraag of van hun uitwijzing in gesloten centra verblijven, die worden beheerd door de federale overheid. Zo niet blijven heel wat afgewezen asielzoekers na afwijzing van hun aanvraag in de illegaliteit verdwijnen. Een 11
Inhoud-programmaboek2012.indd 11
4/09/12 11:05
systeem van gesloten opvangcentra heeft nog bijkomende voordelen. Ten eerste wordt mogelijke overlast voor de buurtbewoners tot een absoluut minimum beperkt. Ten tweede kunnen gesloten centra valse asielzoekers ontmoedigen of afschrikken, terwijl het voor de échte vluchtelingen slechts een kortstondig ongemak betekent: wie uit vrees voor vervolging zijn land is ontvlucht, zal niet zwaar tillen aan een verblijf van enkele weken of maanden in een veilig en comfortabel opvangcentrum, ook al is het van het gesloten type. Ten derde krijgen eventuele criminelen door opvang in een gesloten centrum geen kans om het leven van de autochtone Vlamingen te vergallen. Uiteraard moet het verblijf in een gesloten centrum van een zo kort mogelijke duur zijn. Asielaanvragen moeten dan ook, naar het voorbeeld van Nederland, veel sneller worden afgehandeld. Illegaliteit is een misdrijf. Er moet dringend een einde komen aan het gedogen van het verblijf van illegale vreemdelingen. Illegalen moeten ook door de gemeentebesturen - actief opgespoord worden. In geval van onderschepping moeten zij ondergebracht worden in gesloten opvangcentra met het oog op uitwijzing naar het land van herkomst. Een effectief uitwijzingsbeleid is slechts mogelijk indien de capaciteit van de illegalencentra drastisch wordt opgevoerd. De federale overheid moet eveneens stoppen met de grootschalige en permanente regularisatie van illegale vreemdelingen. Deze zorgen ervoor dat in de grote steden de OCMW’s bezwijken onder de extra werkdruk en de extra kosten voor hun begeleiding. De geregulariseerde vreemdelingen zijn vaak langdurig aangewezen op sociale bijstand. Volledige wijken dreigen bovendien onleefbaar te worden. Misbruiken bestrijden, achterpoortjes sluiten. Het misbruik van de zogenaamde ‘dringende medische hulpverlening’ waarop illegalen recht hebben, moeten we een halt toeroepen. Er moet op federaal vlak een lijst komen met ingrepen en behandelingen die in ieder geval niet vallen te beschouwen als ‘dringende medische hulp’ (zogenaamde ‘negatieve lijst’). De OCMW’s moeten bovendien veelvuldiger gebruik maken van de mogelijkheid om een medische tegenexpertise te vragen. OCMW, politie en Dienst Vreemdelingenzaken moeten actief samenwerken, zodat het OCMW over alle nuttige informatie beschikt die toelaat om misbruiken van OCMW-steun door vreemdelingen op te sporen. Op die manier kan de Dienst Vreemdelingenzaken het verblijfsrecht van de betrokkenen desgevallend beëindigen. Het OCMW en de gemeentelijke 12
Inhoud-programmaboek2012.indd 12
4/09/12 11:05
diensten moeten bovendien gevallen van illegaal verblijf systematisch melden aan de politie en de Dienst Vreemdelingenzaken. Een immigratie-achterpoortje is het schijnhuwelijk. Een huwelijk wordt aangegaan met een Belg of een legaal verblijvende vreemdeling, louter met de bedoeling aan de nodige verblijfspapieren te geraken. De ambtenaar van de burgerlijke stand moet maximaal gebruik maken van zijn bevoegdheden om schijnhuwelijken te voorkomen. Bij de minste twijfel omtrent de bedoelingen van de aanstaande echtgenoten moet de ambtenaar van de burgerlijke stand het advies inwinnen van het parket. In geval van een huwelijk waarbij een van de partners geen definitief verblijfsrecht heeft, moet systematisch en door middel van een doorgedreven onderzoek worden nagegaan of het om een schijnhuwelijk gaat. Nadat een huwelijk, waaraan een vreemdeling een verblijfsrecht ontleent, is voltrokken, moet de gemeente de nodige controles (onder meer woonstcontroles) uitvoeren om na te gaan of nog steeds aan de voorwaarden inzake gezinshereniging is voldaan. Is dat niet het geval, dan moet dat worden gemeld aan de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op de ontbinding van het huwelijk en de beëindiging van het verblijfsrecht van de betrokkene. Vreemdelingenstemrecht afschaffen, nationaliteitswetgeving verstrengen. Verhofstadt-II voerde het stemrecht voor vreemdelingen in. De paarse partijen deden dat niet uit naastenliefde, maar uit platte electorale overwegingen, vooral gericht op stemmenwinst voor de sp.a en de PS. Zo moeten de vreemdelingen niet alleen de tegenvallende verkiezingsresultaten van de gevestigde partijen opsmukken, maar ook de autochtone tegenstem neutraliseren. Daarnaast was het vreemdelingenstemrecht vooral een eis van de Franstalige partijen in dit land. Met de stemmen van enkele honderdduizenden vreemdelingen willen ze de Vlamingen in Brussel nog verder in de marginaliteit drukken en onze positie in de Vlaamse Rand verzwakken. Het vreemdelingenstemrecht werkt overigens, samen met de zogenaamde snel-Belg-wet, ook de islamisering in de hand. Uit verschillende studies is gebleken dat allochtone kiezers - met of zonder de Belgische nationaliteit - een etnische stem uitbrengen. Dit wil zeggen: stemmen voor kandidaten met dezelfde nationale en etnische afstamming. Dat verklaart waarom veel kandidaten van Marokkaanse of Turkse origine dankzij hun grote aantal voorkeurstemmen werden verkozen op in beginsel ‘onverkiesbare’ plaatsen. In 2006 gingen zo 145 van de 663 gemeenteraadszetels in de 19 Brusselse gemeenten naar kandidaten van niet-Europese origine. Dat komt neer op 21,9% of ruim één gemeenteraadslid op de vijf. 13
Inhoud-programmaboek2012.indd 13
4/09/12 11:05
Het hoeft geen betoog dat het Vlaams Belang het vreemdelingenstemrecht wil afschaffen en de stembusgang voor alle verkiezingen opnieuw wil voorbehouden aan staatsburgers. Bovendien eisen we meer dan wat kosmetische aanpassingen van de snel-Belg-wet. Sinds de inwerkingtreding van die wet heeft België immers de meest lakse nationaliteitswetgeving van heel Europa en verkregen bijna een half miljoen vreemdelingen de Belgische nationaliteit - inclusief het bijbehorende stemrecht voor álle verkiezingen. Voor het Vlaams Belang kunnen enkel vreemdelingen die in een burgerschapsproef blijk geven van voldoende inburgering én van de uitdrukkelijke bereidheid hun lot daadwerkelijk aan dat van onze gemeenschap te willen verbinden, in aanmerking komen om het staatsburgerschap en de bijbehorende politieke rechten te verkrijgen. Het Vlaams Belang houdt vast aan het principe dat enkel een geslaagde en volledige inburgering kan leiden tot verwerving van politieke rechten (en uiteindelijk het staatsburgerschap) en is ervan overtuigd dat door de omkering van dit principe elke prikkel om zich aan te passen wegvalt. Islamisering stoppen. Het Vlaams Belang eist de intrekking van de erkenning van de islam. Niet omdat wij ons zouden verzetten tegen de vrijheid van godsdienst - een groot goed dat moet worden gewaarborgd -, maar omdat de islam een geïmporteerde ideologie met een religieus randje is die in essentie haaks staat op onze Europese en westerse normen, waarden en maatschappelijke afspraken. Meer nog: de islam betekent een gevaar voor Europa - en dus voor Vlaanderen - en verdient dan ook allerminst een geprivilegieerde behandeling of financiële ondersteuning. Vlaanderen (zonder Brussel) telt ondertussen al 151 moskeeën. Onze hoofdstad Brussel is op zich goed voor niet minder dan 68 moskeeën. We stellen vast dat de Vlaamse steden en gemeenten geconfronteerd worden met een wildgroei van moskeeën van diverse strekkingen. Deze moskeeën zijn de katalysator van de islamisering van onze Vlaamse wijken en gemeenten. Vanuit de moskee wordt immers de koranische boodschap verspreid van intolerantie en niet-integratie, waarbij de nadruk wordt gelegd op de voorrang van de islamitische normen op de Europese rechtsregels, tradities en gewoonten. Het Vlaams Belang wil in onze steden en gemeenten geen islamitische haatpaleizen, al dan niet voorzien van minaretten. Wij willen dan ook een volledige bouwstop voor moskeeën. Ook moet er een einde worden gemaakt aan het gedoogbeleid tegenover moskeeën die gehuisvest zijn in daarvoor ongeschikte panden.
14
Inhoud-programmaboek2012.indd 14
4/09/12 11:05
De Vlaamse regering en bevoegd minister Geert Bourgeois (N-VA) verplichten de Vlaamse provincies jaarlijks honderdduizenden euro subsidies uit te delen aan erkende moskeeën. Moskeeën en andere islamitische organisaties worden in het kader van het zogenaamde ‘diversiteitsbeleid’ bovendien ook betoelaagd en ondersteund door de gemeenten. Omdat het Vlaams Belang zich verzet tegen de institutionalisering van de islam in ons land, zijn wij van oordeel dat elke subsidiëring of ondersteuning van de islam op welk bestuurlijk niveau dan ook volledig uit den boze is. Islamitische lichaamsbedekking voor vrouwen (zoals de hoofddoek) staat, los van de eigenheid van de moslima in kwestie, symbool voor de orthodoxe islam. Aldus is het een teken dat moet worden opgevat als vrouwdiscriminerend en antiwesters. Het Vlaams Belang is van mening dat hoofddoek, nikab en boerka slechts verschillen in het aantal centimeters stof en dus dezelfde vrouwdiscriminerende en antiwesterse symboliek uitdragen. Ten overvloede: de persoonlijke drijfveer van de moslima om zich te bedekken is van geen tel. De islamisering van een samenleving is recht evenredig met de mate waarin vrouwen zich bedekken. Het dragen van de islamitische hoofddoek moet derhalve zo veel als mogelijk worden verboden, en in elk geval voor overheidspersoneel en in de scholen van het officiële net (onder meer het gemeentelijke onderwijs) voor zowel leerkrachten als leerlingen. Het Vlaams Belang stelt vast dat veel gemeenten het ritueel slachten in het kader van het islamitische Offerfeest ondersteunen. Enerzijds wordt het illegale thuisslachten vaak gedoogd en anderzijds worden door de gemeente op kosten van de belastingbetaler vaak tijdelijke slachtvloeren voorzien waar moslims al dan niet verdoofd kunnen slachten. In afwachting van een wetswijziging die het onverdoofde rituele slachten verbiedt, wil het Vlaams Belang dat de gemeente een einde maakt aan elke vorm van ondersteuning van het onverdoofd ritueel slachten. Geen organisatie of financiering van tijdelijke slachtvloeren dus. Ook na de invoering van een verbod op onverdoofd ritueel slachten, zal het Vlaams Belang zich verzetten tegen elke vorm van overheidssteun voor het islamitische Offerfeest. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang eist: een waakzaam en proactief beleid gericht op het vrijwaren en versterken van de Vlaamse identiteit en het Nederlandstalige karakter van onze steden en gemeenten; een reële immigratiestop; 15
Inhoud-programmaboek2012.indd 15
4/09/12 11:05
de intrekking van de erkenning van de islam; het actief opsporen - onder andere in moskeeën - en het buiten de wet stellen van extremistische islamitische organisaties die de wereldheerschappij van de islam en de jihad prediken; dat de ambtenaar van de burgerlijke stand maximaal gebruik maakt van zijn bevoegdheden om schijnhuwelijken te voorkomen en bij de minste twijfel omtrent de bedoelingen van de huwelijkspartners het huwelijk weigert te voltrekken en het advies inwint van het parket; de actieve opsporing - ook door de gemeenten - van illegale vreemdelingen (geen gedoogbeleid); een bouwstop voor moskeeën en een einde van het gedoogbeleid tegenover moskeeën die gehuisvest zijn in daarvoor ongeschikte panden; dat er niet wordt toegegeven aan islamitische eisen zoals halalvlees, gescheiden zwemmen en andere islamitische sekseapartheidseisen; de invoering van een hoofddoekverbod in scholen en openbare dienstverlening; de strikte handhaving van het boerka- en nikabverbod in de publieke ruimte; dat de gemeente op geen enkele wijze het (onverdoofd) ritueel slachten faciliteert of ondersteunt, dus geen inrichting of subsidiëring van tijdelijke slachtvloeren; dat gemeentelijke sociale tegemoetkomingen, behalve aan staatsburgers, slechts toegekend worden aan vreemdelingen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister en voldaan hebben aan hun inburgeringsverplichtingen en aan erkende vluchtelingen; een beleid dat erop gericht is jonge Vlaamse gezinnen terug naar de steden te lokken door middel van onrechtstreekse en rechtstreekse impulsen; dat inzake sociale huisvesting voorrang wordt gegeven aan kandidaathuurders die zeven van de acht voorgaande jaren in het land hebben verbleven; de stopzetting van Lokale Opvang Initiatieven, vermits asielzoekers moeten worden opgevangen in door de federale overheid beheerde gesloten centra; dat de dienstverlening van het OCMW aan asielzoekers en illegalen wordt beperkt tot het strikte wettelijke minimum; 16
Inhoud-programmaboek2012.indd 16
4/09/12 11:05
dat de OCMW’s maximaal gebruik maken van hun bevoegdheid om een medische tegenexpertise te vragen inzake de beoordeling van aanvragen van dringende medische hulpverlening aan illegalen; de afschaffing van het vreemdelingenstemrecht; de verstrenging van de nationaliteitswetgeving.
17
Inhoud-programmaboek2012.indd 17
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 18
4/09/12 11:05
II. Veiligheid: geen pardon voor criminaliteit! Jarenlang heeft het Vlaams Belang gehamerd op de alsmaar toenemende onveiligheid in onze steden. De politici van de traditionele partijen minimaliseerden echter de feiten en bleven voorthollen op het heilloze pad van de laksheid. Ze bewezen lippendienst aan de ‘harde aanpak’ en beloofden telkens opnieuw strenge maatregelen, maar in de praktijk deed men precies het tegenovergestelde. Na de moord in 2006 op de 17-jarige Joe Van Holsbeeck in het centraal station van Brussel werd het namelijk nog moeilijker om minderjarige criminelen op te sluiten. Bij gebrek aan een jeugdsanctierecht, is het tot op vandaag nog steeds wettelijk onmogelijk om jongeren te sanctioneren. Ook de dodelijke trap op treinconducteur Guido De Moor door een minderjarige Marokkaanse amokmaker op een Antwerpse lijnbus, leidde helemaal niet naar een verstrenging van de wet-Lejeune, zoals Verhofstadt beloofd had. De voorwaardelijke invrijheidsstelling werd onder zijn bewind nog verder veralgemeend. Er kwam pas een kentering begin 2010. Na een reeks aanhoudende incidenten en de vlucht voor geweld van een hogeschool vanuit Anderlecht naar Schaarbeek, kwam een debat op gang over de invoering van een regime van nultolerantie in de Anderlechtse wijk Kuregem. Zelfs het groene parlementslid Luckas Vander Taelen verdedigde plots het invoeren van ‘zero tolerance’ naar het voorbeeld van New York. Voordien was het enkel en alleen het Vlaams Belang dat het beleid van nultolerantie van de New Yorkse burgemeester Giuliani naar voren schoof als het enige geloofwaardige alternatief in de steden. Plots werd dit voorstel overgenomen door alle andere partijen. Sterker nog: de nultolerantie werd het officiële regeringsbeleid in de betrokken wijk. De politie werd versterkt en kreeg bijzondere instructies en extra mankracht en ook Justitie beloofde een krachtdadiger beleid. Het Vlaams Belang had het gelijk dus aan zijn kant. Maar echte nultolerantie kan het gevoerde beleid in Kuregem niet worden genoemd. Daarvoor ontbreekt nog steeds een goede samenwerking tussen politie en Justitie en een kordaat snelrecht waarmee een lik op stuk-beleid gevoerd kan worden. Ook wordt nauwelijks iets ondernomen tegen de illegale economie die de wijk tot op vandaag in belangrijke mate in haar greep houdt. Het versterkte veiligheidsbeleid bleef ook ruimtelijk veel te beperkt: elders in de stad blijven de stadsbendes de plak zwaaien. Net zoals dat in zovele andere steden nog steeds het geval is.
19
Inhoud-programmaboek2012.indd 19
4/09/12 11:05
Het grote pijnpunt: straffeloosheid. Het belangrijkste pijnpunt en de grootste frustratie bij de bevolking ligt niet zozeer in de afwezigheid of het al te gedogend optreden van de politie. Het ligt veeleer bij het manifeste onvermogen en vaak zelfs de onwil van Justitie om krachtig te reageren. Justitie slaagt er immers niet in om aangehouden criminelen voldoende lang vast te houden en snel te vonnissen. Mede door het acute plaatsgebrek in de gevangenissen en door de erg beperkende wet op de voorlopige hechtenis, stellen de parketten en de onderzoeksrechters de meeste daders, ook al hebben ze bijzonder ernstige feiten gepleegd, meteen na hun verhoor weer op vrije voeten. Een recent voorbeeld is de vrijlating na enkele weken (!) van de man die een MIVB-controleur doodsloeg. Door de Salduz-wet (wet die juridische bijstand voor een verdachte al verplicht vanaf het eerste verhoor; goedgekeurd door de meerderheidspartijen en de N-VA) wordt het ondervragen van verdachten heel erg bemoeilijkt. Hierdoor worden heel wat aangehouden criminelen vandaag zónder verhoor vrijgelaten. En dan hebben we het nog niet over de manifeste weigering van Justitie om de gevangenisstraffen uit te voeren. Het gros van de effectieve celstraffen wordt sterk gereduceerd of in het geheel niet meer uitgevoerd. Waar tot voor enkele jaren effectieve gevangenisstraffen tot zes maand onuitgevoerd bleven, werd dit inmiddels uitgebreid tot de meeste celstraffen onder de drie jaar. Nergens ter wereld is de straffeloosheid zo groot als bij ons. Met zo’n laks beleid wordt ons land als het ware een magneet voor geboefte uit de hele wereld. Het Vlaams Belang is al jaren de enige partij die dit laks justitiebeleid aanklaagt. Ook onder Di Rupo valt er geen ommekeer te verwachten. Er komen weliswaar enkele nieuwe gevangenissen, maar die dienen vooral om oudere instellingen te vervangen en om het comfort van de gevangenen te verhogen (een man, een cel), niet om meer criminelen achter de tralies te krijgen. Zolang de Waalse partijen PS en cdH het politieke landschap domineren, zal er op het vlak van veiligheid niets veranderen. Alleen met een Vlaamse Justitie is er een echte kentering mogelijk. Maar precies op dat vlak gaat het de tegenovergestelde richting uit. Justitie wordt met de huidige regering meer dan ooit verankerd op Belgisch niveau. Burgers zullen binnenkort overal in Vlaanderen een verwijzing kunnen eisen van hun dossier naar een Franstalige rechtbank, waardoor men verplicht wordt om Justitie Belgisch te houden. De partijen CD&V, Open Vld, sp.a en Groen hebben iedere uitweg naar een autonome Vlaamse Justitie voor20
Inhoud-programmaboek2012.indd 20
4/09/12 11:05
goed geblokkeerd. En de Vlaamse regering van Kris Peeters (CD&V, N-VA en sp.a) laat dit zomaar gebeuren! Deze partijen zijn daardoor totaal ongeloofwaardig geworden als het over veiligheid gaat. Misdaad kordaat terugdringen. Mede door de verregaande straffeloosheid en het opengrenzenbeleid gaat de criminaliteit, zowel in de steden als op het platteland, opnieuw in stijgende lijn. Zo is het aantal inbraken vorig jaar met 10% gestegen. We gaan hiermee in tegen de Europese trend, die een daling van de criminaliteit aangeeft. De officiële statistieken geven bovendien slechts een fractie weer van de echte criminaliteit. Officieel wordt immers aangenomen dat slechts 30% van de criminele feiten wordt gemeld bij de politie. Net zoals het lakse immigratiebeleid dramatische gevolgen heeft voor de leefbaarheid van onze steden, is het lakse veiligheidsbeleid op federaal niveau rechtstreeks verantwoordelijk voor de vele moeilijkheden die onze steden en gemeenten ondervinden op het vlak van veiligheid. De problemen worden zoveel mogelijk doorgeschoven naar de lokale besturen. Denken we maar aan de stelselmatige uitbreiding van de overlastboetes of GAS-sancties (GAS: Gemeentelijke Administratieve Sancties). We hebben hier overduidelijk te maken met een afwentelingsbeleid. In plaats van de parketten te versterken en de gevangeniscapaciteit drastisch uit te breiden, moeten de gemeenten zich behelpen met lapmiddelen. Wie echt verandering wil, die kan op 14 oktober onmogelijk nog stemmen voor de traditionele partijen, aangezien zij het zijn die de bevolking met de huidige puinhoop hebben opgezadeld. Alleen een stem voor het Vlaams Belang is een krachtig signaal voor meer veiligheid. Alleen een stem voor het Vlaams Belang kan zorgen voor een echte ommekeer. Onze partij zet in op een goede mix van preventie, repressie en échte nultolerantie waar nodig. Veiligheid is voor alles lokale veiligheid, maar dan wel overal. Veiligheid: een fundamenteel mensenrecht. Onze steden en gemeenten hebben veel te lijden onder onveiligheid en criminaliteit. Onveiligheid is géén vals probleem of een ‘subjectief gevoel.’ Criminaliteit is een maatschappelijke kanker die de leefbaarheid van onze steden en gemeenten en het sociale weefsel in onze samenleving aantast. Veiligheid moet de belangrijkste prioriteit zijn van ieder stads- of gemeentebestuur dat werk wil maken van meer leefbaarheid.
21
Inhoud-programmaboek2012.indd 21
4/09/12 11:05
De overheid dient aan alle burgers dezelfde veiligheid te waarborgen, zonder onderscheid in rang of stand. Alle wijken van een stad of politiezone hebben recht op een gelijkwaardige basisdienst vanwege de politie. Het recht op veiligheid is een fundamenteel mensenrecht, dat door de overheid gewaarborgd moet worden. De overheid heeft immers het monopolie om tot vervolging, bestraffing, dwang en geweld over te gaan. De burger heeft dit recht afgestaan. In ruil daarvoor is het de dwingende plicht van de overheid om alle vormen van criminaliteit krachtig en efficiënt te bestrijden. Ook de zogenaamde ‘kleine criminaliteit’ (fiets- en handtasdiefstallen, vandalisme enzovoorts) en fenomenen van aanhoudende overlast mogen niet vergoelijkt of gebagatelliseerd worden, maar moeten aanleiding geven tot een kordate en harde aanpak. De overheid moet dus zo maximaal mogelijk instaan voor de veiligheid van elke burger. Maximaal betekent evenwel nooit volledig. De overheid kan nooit overal tegelijk en steeds even kordaat kan optreden tegen criminaliteit. Ook de burger draagt verantwoordelijkheid. Niet alleen is het zijn plicht om misdrijven te melden en de politie te waarschuwen bij dreigend gevaar. Ook moet hij in de mogelijkheid blijven om zichzelf en zijn naasten én zijn eigendom of handelszaak te verdedigen. Het recht van verdediging vormt voor de burger de laatste zekerheid die hij heeft tegen criminele aanvallen. Het Vlaams Belang eist al jaren dat het recht op zelfverdediging zou uitgebreid worden naar de verdediging van de eigen goederen, zoals dat bestaat in de buurlanden. Bescherming van eigendom betekent ook dat het kraken van gebouwen moet bestreden worden. De straffen hiervoor moeten worden opgetrokken. Kraakpanden werken de onveiligheid en de verloedering van de buurt in de hand. Het lokale bestuur moet hiertegen kordaat optreden. Betrokkenheid en inspraak van de bevolking. Wie een goed veiligheidsbeleid wil voeren, moet kunnen rekenen op de verantwoordelijkheidszin en de actieve steun van de bevolking. Een veilige leefomgeving belangt immers iedereen aan. Inspraak en betrokkenheid van de burgers is daarom van groot belang. Het Vlaams Belang is dan ook van mening dat buurtbewoners en -verenigingen moeten worden beschouwd als gelijkwaardige gesprekspartners. Het Vlaams Belang pleit alvast voor een helder en transparant zonaal veiligheidsplan bij het begin van de nieuwe legislatuur, met duidelijke, meetbare 22
Inhoud-programmaboek2012.indd 22
4/09/12 11:05
doelstellingen die jaarlijks via een jaarverslag worden bekendgemaakt en afgetoetst. Zowel het veiligheidsplan als de jaarverslagen dienen beknopt en concreet te zijn; een verwarrende hoeveelheid informatie, waarin een kat zijn jongen niet meer terugvindt, moet voorkomen worden. De bevolking moet actief op de hoogte gehouden worden van deze informatie en haar beschikbaarheid. Indien veiligheids- en preventiemaatregelen specifiek inwerken op een bepaalde buurt of wijk, dan moet een inspraakronde onder regie van het gemeentebestuur aan de uitvoering ervan voorafgaan. De inspraak van de burger, waartoe de steden en gemeenten reeds verplicht zijn, is ondertussen voorzien in artikel 199 van het nieuwe gemeentedecreet. De meest rechtstreekse vorm van gemeentelijke democratie die men zich kan indenken, is uiteraard het referendum. Het Vlaams Belang is voorstander van het organiseren van referenda op gemeentelijk niveau, ook voor wat veiligheids- en criminaliteitsproblemen betreft. Terecht willen burgers op korte termijn concrete resultaten zien. Gemeenten dienen daarom duidelijk te communiceren wat er wel en niet mogelijk is. In plaats van een vaag aankondigingsbeleid willen we dat er concrete (cijfermatige) doelstellingen geformuleerd worden en dat de resultaten hieraan getoetst worden en onverbloemd worden meegedeeld. Preventie blijft belangrijk. Een goed veiligheidsbeleid moet in de eerste plaats gericht zijn op het voorkomen van criminaliteit. Het hoog aantal criminele feiten in onze samenleving kent voor een groot deel zijn oorzaak in de vervaging van het normbesef: een gebrek aan normen en waarden leidt ertoe dat sommigen sneller geneigd zijn tot crimineel gedrag. Het Vlaams Belang pleit in dit verband voor een morele herijking en doet beroep op de verantwoordelijkheid van eenieder. Zo wil het Vlaams Belang in de eerste plaats het gezin herwaarderen. Het gezin is dé opvoedende factor bij uitstek in de samenleving. Een warme en stabiele thuisbasis is de beste garantie voor een goede opvoeding en een dam tegen mogelijke ontsporingen. De gezinnen, het onderwijs en jeugdbewegingen moeten niet alleen aandacht hebben voor prestaties, maar ook voor het meegeven van waarden als verantwoordelijkheid, respect en solidariteit. Ook de overheid moet die waarden uitdragen en de burgerzin stimuleren.
23
Inhoud-programmaboek2012.indd 23
4/09/12 11:05
De overheid moet ook inspringen waar gezinnen en scholen falen. Zo pleit het Vlaams Belang voor meer opvangmogelijkheden voor jongeren in een problematische opvoedingssituatie (gedragsstoornissen, druggebruik enzovoorts). De betrokken gezinnen krijgen veel te weinig bijstand; de wachtlijsten zijn veel te lang en er is ook een groot tekort aan jeugdpsychiaters en begeleidend personeel. De Vlaamse overheid moet hier dringend extra investeringen doen. Camera’s waar nodig. Waar burgerzin en sociale controle tekortschieten, kan camerabewaking op openbare plaatsen een nuttige aanvullende rol spelen. Uiteraard moet een Big Brother-maatschappij vermeden worden en dient omzichtig met het beeldmateriaal te worden omgesprongen. Maar het spreekt voor zich dat camera’s een belangrijk ontradend effect hebben ten aanzien van criminaliteit én in sterke mate kunnen bijdragen tot de opheldering van misdrijven. Het Vlaams Belang steunt dan ook ten volle de plaatsing van camera’s in buurten waar veel volk komt, waar veel criminele feiten gepleegd worden en waar sprake is van overlast. Een aantal steden en gemeenten zijn intussen begonnen met de realisatie van een netwerk van intelligente camera’s (op invalswegen, bovenop politievoertuigen enzovoorts) die nummerplaten kunnen herkennen. Deze netwerken blijken een bijzonder preventieve werking te hebben en droegen reeds bij tot de inrekening van heel wat dievenbendes. De invoering van dit soort bewaking geniet dan ook ten volle onze steun, zeker omdat de privacy van de burgers hierbij strikt wordt beschermd. Helaas dreigt de criminaliteit hierdoor te verschuiven naar gemeenten waar een dergelijk netwerk niet bestaat. Om deze reden, maar eveneens om de kosten van dit soort netwerken beheersbaar te houden, dringen wij aan op een snelle veralgemening van het systeem en op een regionale, gecoördineerde aanpak. Het plaatsen van camera’s en hun aanwezigheid voortaan in een buurt of wijk kan niet tot gevolg hebben dat de politie minder ter plaatse zou aanwezig zijn. Een regelmatige evaluatie van de aanwezigheid van camera’s is zeker aan de orde. Zorg voor leefbaarheid. Een leefbare omgeving draagt bij tot het gevoel van veiligheid onder burgers, terwijl omgekeerd verval en verloedering uitnodigen tot asociaal gedrag, agressie en vandalisme. Een positief veiligheidsgevoel begint bij een omgeving die schoon en ordelijk is. Sluikstorten moet dan ook krachtig worden tegengegaan, enerzijds door de snelle verwijdering van 24
Inhoud-programmaboek2012.indd 24
4/09/12 11:05
vuilnishopen, anderzijds via intensief toezicht en onderzoek naar de daders en via strenge bekeuringen. Dit werk kan onmogelijk door de politie alleen verricht worden. Gemeenten moeten hun personeel de nodige opleidingen laten volgen om vaststellingen te kunnen doen met het oog op het opleggen van GAS-sancties. Het Vlaams Belang pleit ook voor een verbetering en een goed onderhoud van de straatverlichting, zodat alvast bepaalde vormen van vandalisme ontraden worden. Onze partij wil dat steden en gemeenten zich ertoe verbinden om straatlampen waarvan een defectmelding binnenloopt binnen 48 uur te vervangen. Voor het Vlaams Belang blijft er ook in de toekomst een bijzonder belangrijke preventieve en proactieve rol weggelegd voor de wijkagent. Hij moet bovenal een zichtbaar centraal aanspreekpunt zijn voor de burger in de fase waarin kleine overlastproblemen zich kunnen ontwikkelen tot veel grotere problemen. Daarom kan de zichtbare rol van de wijkagent alleen maar toenemen door hem niet langer te belasten met allerhande administratieve taken, die niets te maken hebben met het verzekeren van de veiligheid van de burgers. Wijken en buurten betrekken. Aanvullend aan de wijkagent kunnen ook buurtinformatienetwerken (BIN) een eerstelijnsrol spelen in het lokale veiligheidsbeleid. In steeds meer gemeenten dragen zij bij tot een grotere alertheid van de bevolking. Zowel BIN’s van handelaars als van burgers uit veelgeplaagde wijken kunnen een grote rol spelen bij het leefbaar houden van wijken en het versterken van het veiligheidsgevoel. Deze BIN’s dienen vanuit de politiezone op een professionele manier te worden gevolgd, gesteund en begeleid. Zo wordt vermeden dat hun werking uitdooft of dat burgers zich geroepen zouden voelen om taken op zich te nemen die strikt voorbehouden zijn aan de politie zelf. Tot op heden zijn deze BIN’s vooral een succes in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen en in beperkte mate in West-Vlaanderen. In Limburg en Vlaams-Brabant zijn er nauwelijks BIN’s actief. Het Vlaams Belang wil dit systeem in heel Vlaanderen ingang doen vinden. Een goed preventiebeleid focust eveneens op de handelswijken in een gemeente of stad, zeker nu gewone handelszaken steeds meer het doelwit vormen van gewapende overvallen. Naast camerabewaking in winkelstraten pleiten wij voor een verhoogde politieaanwezigheid tijdens drukke feestdagen en koopjesperiodes. Daarnaast pleiten we voor preventieve veiligheids25
Inhoud-programmaboek2012.indd 25
4/09/12 11:05
adviezen van de politie bij de start van een handelszaak en de veralgemening van telepolitiesystemen, waardoor winkeliers niet alleen ongemerkt alarm kunnen slaan, maar waarbij de politie ook rechtstreeks cameratoezicht heeft in de handelszaak. Winkeliers moeten aangemoedigd worden om eigen buurtinformatienetwerken op te richten en ze moeten het recht krijgen om - onder controle van het parket - affiches uit te hangen van betrapte winkeldieven. Steden en gemeenten moeten winkeldiefstal ook tegengaan door in winkelcentra of winkelstraten een plaatsverbod te doen opleggen aan veelplegers. Daarnaast moet de aangiftebereidheid sterk worden aangemoedigd, onder meer door het police-on-web-systeem te moderniseren. Een kordaat lik-op-stukbeleid. De beste vorm van preventie is in veel gevallen repressie: wanneer potentiële criminele weten dat zij een grote kans hebben op een stevig sanctie bij betrapping, dan zullen zij zich minder gauw op het foute pad begeven. Dat het Vlaams Belang de handhaving van recht en orde door een harde aanpak van de criminaliteit bepleit, betekent niet dat wij ongenuanceerd voorstander zijn van een draconische repressie tegen iedereen die een voetje scheef zet. Een kordate en consequente toepassing van de bestaande wetgeving zal in veel gevallen volstaan en bepaalde overlastvormen kunnen ook buitengerechtelijk worden aangepakt via - bijvoorbeeld administratieve boetes. Door de decennialange verwaarlozing van Justitie en door het gedoogbeleid en de zachte aanpak die daarmee samenhangen, is onze samenleving haast vergeten wat een ‘normaal’ justitiebeleid inhoudt, met name (1) het ongehinderd vaststellen van criminele feiten, (2) het systematisch vervolgen ervan, (3) een strenge maar rechtvaardige bestraffing en (4) de consequente uitvoering van de opgelegde straf. Op elk van deze vier domeinen stellen we grote problemen vast of is er zelfs sprake van een regelrechte crisis. In onze buurlanden zijn er op deze terreinen ernstige stappen in de goede richting gezet. Alleen in ons land is de situatie de voorbije jaren steeds erger geworden en bleven de noodzakelijke hervormingen uit. Ongehinderd vaststellen. Wat betreft de vaststelling van criminele feiten wordt het politiewerk helaas ernstig ondergraven door de nieuwe Salduzwetgeving. Deze legt zodanig veel bijkomende vormvoorschriften en waarborgen voor verdachten op, dat we niet enkel van een pamperbeleid kunnen 26
Inhoud-programmaboek2012.indd 26
4/09/12 11:05
spreken, maar dat ook het verhoren zelf en dus het achterhalen van de waarheid sterk wordt bemoeilijkt. Het Vlaams Belang is de enige partij die deze wet consequent bestreden heeft in het parlement. Wij dringen ten zeerste aan op een herziening van deze wereldvreemde wetgeving. Daarnaast doen er zich inzake het vaststellen van misdrijven in bepaalde steden en een aantal wijken ernstige problemen voor. Niet toevallig gaat het daarbij steevast om de meest ‘multiculturele’ wijken van de stad, waar het gros van de autochtone bevolking onder druk van de stadsbendes en het geweld gevlucht is. In een aantal van deze wijken kan de politie niet meer op een normale wijze functioneren. Deze wijken zijn zodanig gedomineerd door criminaliteit en de daarmee samenhangende illegale bewoning en economie, dat de politie er doorgaans een ‘brandweerpolitiek’ voert, dat wil zeggen: enkel optreedt in de meest noodzakelijke gevallen en voor het overige zoveel mogelijk feiten door de vingers ziet om een escalatie te voorkomen. Zeker in deze wijken pleiten wij voor een totaalaanpak en een doorgedreven nultolerantie (zie verder). Stelselmatig vervolgen. Het vervolgingsbeleid van de parketten en het werk van de onderzoeksrechters loopt in de meeste arrondissementen mank door een groot gebrek aan ondersteuning. Zeker in de stedelijke arrondissementen is er een groot tekort aan personeel en middelen. Dit leidt tot een onredelijk hoog aantal seponeringen en al te langdurige onderzoeken. Ook zorgt het structurele plaatsgebrek in de gevangenissen en de onverantwoordelijkheid van sommige onderzoeksrechters voor doorgaans veel te snelle vrijlatingen van verdachten, wat leidt tot huizenhoge frustratie bij politiemensen en slachtoffers. Door de vele bijkomende rechten die men heeft toegekend in het kader van de Salduz-wetgeving (onder meer verplichte bijstand van een advocaat voor de verdachte) wordt het werk voor deze magistraten nog veel moeilijker. Het Vlaams Belang pleit dan ook voor een grotere slagkracht van de parketten en onderzoeksgerechten én voor de invoering van een snelrechtprocedure naar Nederlands of Frans model en zelfs van supersnelrecht (uitspraak binnen enkele dagen), zodat eindelijk kan gewerkt worden aan een lik-op-stukbeleid. Door de zware overbelasting van en onderbemanning bij de parketten, werd een aantal jaren geleden het systeem van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) ingevoerd. Voor de aanpak van politionele overtredingen is dit een nuttig en efficiënt instrument, ook al heeft het belangrijke gebreken (zoals de afwezigheid van een onpartijdige rechter en de gebrekkige moge27
Inhoud-programmaboek2012.indd 27
4/09/12 11:05
lijkheden tot verdediging). We zijn zeker voorstander van de uitbreiding van het systeem naar minderjarigen onder de 16, maar pleiten toch voor voorzichtigheid bij de toekenning van extra bevoegdheden aan de burgemeester. Voor dringende gevallen of bij flagrante vormen van overlast en criminaliteit moet de burgemeester preventief een plaatsverbod of een huisarrest kunnen opleggen (bijvoorbeeld ten aanzien van hooligans, veelplegers of prostituees), maar het kan niet zijn dat fundamentele vrijheden (vrijheid van gaan en staan op openbare plaatsen, vrijheid van meningsuiting enzovoorts) hierdoor in het gedrang komen. Het is ten zeerste ongewenst dat GAS-boetes systematisch in de plaats komen van correctionele sancties of dat GAS-boetes massaal zouden gaan gebruikt worden bij winkeldiefstal. Dergelijke regelingen (en misdrijven) worden op die manier immers onttrokken aan het zicht van de parketten, onder meer omdat er geen melding van wordt gemaakt in het strafregister. Dit is enkel toelaatbaar wanneer het parket uitdrukkelijk afziet van vervolging en dat ook kenbaar maakt aan de lokale overheid. Streng en rechtvaardig bestraffen. Ook het strafbeleid van de rechtbanken komt steeds meer onder druk te staan. De beoordelingsruimte van de strafrechters wordt steeds verder aan banden gelegd, terwijl zij juist over een veel uitgebreider strafarsenaal zouden moeten beschikken. Zo zijn wij van oordeel dat zij bij de vaststelling van meervoudige of opeenvolgende vormen van criminaliteit cumulatieve, maar ook onsamendrukbare straffen moeten kunnen opleggen. Tevens willen we dat een herhaling van strafbare feiten veel gemakkelijker zou leiden tot strafverzwaring. Daarnaast pleiten we voor de invoering van beveiligingsstraffen naar het voorbeeld van de buurlanden, die verzekeren dat gevaarlijke recidivisten en plegers van weerzinwekkende en terroristische misdaden voorgoed achter de tralies verdwijnen. Ten slotte kunnen we ons niet vinden in de veel te uitgebreide rechten die het Openbaar Ministerie onlangs verkregen heeft op het vlak van de ‘minnelijke schikking’. Het parket kan nu voor het gros van de misdrijven waarvoor een celstraf kan worden gevorderd (ook voor geweldmisdrijven, drugverkoop, inbraken enzovoorts) deals sluiten met de dader. De celstraf kan op die manier afgekocht worden met een beperkte geldsom. Zulke deals kunnen nog gesloten worden wanneer de misdrijven reeds aanhangig zijn bij de strafrechter, zelfs tot na de pleidooien in beroep! Het Vlaams Belang is voorstander van dergelijke transacties in het kader van kleine verkeersmisdrijven en bij fiscale procedures, maar het is absoluut verwerpelijk dat 28
Inhoud-programmaboek2012.indd 28
4/09/12 11:05
criminelen van gemeen recht zich op deze wijze kunnen vrijkopen. Dit leidt tot klassenjustitie en druist bovendien frontaal in tegen de onafhankelijkheid van de magistratuur. Straffen consequent uitvoeren. Het allergrootste pijnpunt van Justitie ligt vanzelfsprekend bij de ongeloofwaardige en veelal zelfs volstrekt afwezige uitvoering van de opgelegde sancties en straffen. In de praktijk blijkt al jaren dat een groot deel van de opgelegde boetes niet wordt geïnd, dat een aanzienlijk deel van de werkstraffen niet wordt uitgevoerd en dat ook het gros van de effectieve gevangenisstraffen geen uitvoering kent. Dit laatste is het meest stuitende. Sinds het begin van de jaren ’90 was het reeds zo dat effectieve celstraffen tot zes maand onuitgevoerd bleven ten gevolge het tekort aan gevangeniscapaciteit. Onder Onkelinx is de straffeloosheid exponentieel toegenomen. Straffen tot drie jaar worden in principe niet meer uitgevoerd, maar hoogstens omgezet in een kortstondig enkelbandregime. Daardoor was het aantal veroordeelden dat thuis zit te wachten op de uitvoering van zijn straf nog nooit zo hoog: 791 van hen staan op de wachtlijst voor een enkelband, nog eens 1.955 weten nog niet eens of ze in aanmerking komen. Zij lopen in afwachting vrij rond! Dat men op die manier fundamenteel afbreuk doet aan de wil van de strafrechter en aldus de fundamenten van de rechtsstaat onderuit haalt, was blijkbaar nooit een punt voor de opeenvolgde justitieministers. En dat de veiligheid van onze samenleving met deze straffeloosheid meer dan ooit ondermijnd wordt, was en is blijkbaar een bijkomstigheid. Het beleid van de afgelopen regeringen is absoluut niet gericht op een ommekeer, maar zorgt integendeel op een alsmaar verdere uitbreiding van het enkelbandsysteem en op de verdere kunstmatige inperking van het aantal gevangenen. Het strafbeleid van de jongste 20 jaar is gekenmerkt door een diepe aversie voor de gevangenisstraf, die vooral gezien wordt als schadelijk voor de gedetineerde en bijgevolg contraproductief. Om zogenaamde ‘detentieschade’ te voorkomen, is het beleid gericht op de stelselmatige reductie of inkorting van de opgelegde straf (het zogeheten reductionisme) en op het zo massaal mogelijk vervangen ervan door thuisdetentie. Het Vlaams Belang wenst met deze perverse mentaliteit te breken. Niet de re-integratie van daders, maar het leed van slachtoffers van criminaliteit moet centraal staan. Wij geloven in de noodzaak en de doeltreffendheid van de vrijheidsstraf. Niet alleen voor de gedetineerde zelf, maar ook en zeker 29
Inhoud-programmaboek2012.indd 29
4/09/12 11:05
voor het slachtoffer en de hele samenleving. Vooreerst omwille van het beveiligingskarakter van de straf, maar zeker ook omwille van de voorbeeldfunctie ervan: criminelen die zich aan ernstige misdrijven te buiten gaan, moeten weten dat een zware inperking van hun vrijheid de onvermijdelijke prijs is. Naar Nederlands voorbeeld moet de gevangenisstraf geherwaardeerd worden, waardoor zij opnieuw haar ontradend effect krijgt. Wij zijn dan ook voorstander van de afschaffing van de Wet-Lejeune. Zowel kortere als langere celstraffen moeten worden uitgevoerd zoals ze werden opgelegd. Enkel op die manier kan onze Justitie opnieuw aan geloofwaardigheid winnen en kunnen onze strafrechters opnieuw het respect verwerven dat hen toekomt. Concreet pleiten we voor het optrekken van het aantal gevangeniscellen van 9.000 vandaag naar 15.000 in plaats van de voorziene 11.000. De bestaande gevangenissen van Antwerpen, Dendermonde en Brussel mogen niet worden afgebroken, maar dienen integendeel gehandhaafd en gerenoveerd te worden. Nederland heeft bewezen dat een forse uitbreiding van het aantal cellen kan leiden tot een ommekeer in de onveiligheidssituatie en een forse daling van de criminaliteit. Échte nultolerantie. Het Vlaams Belang pleit al vele jaren voor nultolerantie, in de eerste plaats in de sterk door criminaliteit geplaagde stadswijken. Nultolerantie houdt in dat elk misdrijf aanleiding geeft tot een reactie van de politie, de bestuurlijke overheid en/of het gerecht. Er moet opgetreden worden tegen elk fenomeen en elke daad die de onveiligheid in de wijk of de hele stad of gemeente verhogen. Dit gaat heel wat verder dan het nultolerantiebeleid dat men sinds februari 2010 in Kuregem is beginnen voeren. De aanpak in de Anderlechtse wijk was een stap in de goede richting, maar bleef al te zeer beperkt tot een versterkt politioneel optreden, zonder dat er voldoende opvolging was door Justitie. Bovendien werd en wordt er onvoldoende gefocust op criminogene factoren zoals vandalisme, sluikstorten en leegstand en is er nauwelijks aandacht voor de bestrijding van de illegale economie, die nochtans heel deze wijk in haar greep heeft. Echte nultolerantie gaat voor ons gepaard met een gespierd overheidsbeleid, waarbij alle actoren die actief zijn rond veiligheid in brede zin betrokken worden. Zo dient de politie zich te laten bijstaan of voorafgaan door een verscheidenheid aan diensten zoals de economische en sociale inspectie, de voedselinspectie, de uitbaters van het openbaar vervoer, het gemeentebestuur, de wooninspectie en de dienst huisvesting; de Dienst Vreemdelingenzaken en de douanediensten. Zo kan systematisch worden opgetreden 30
Inhoud-programmaboek2012.indd 30
4/09/12 11:05
tegen onder meer malafide handelszaken, nachtwinkels, belwinkels, tegen illegale tewerkstelling en bewoning, namaakgoederen enzovoorts. Enkel via een doorgedreven overheidsoptreden én via de systematische vervolging en bestraffing van de vastgestelde feiten (en dus ook de uitzetting van illegalen), kan er in deze wijken een kentering optreden en kunnen we evolueren naar een leefbare samenleving met een nieuwe dynamiek en een legale economie. Essentieel is dus dat de politie hierbij alle steun krijgt van zowel de bestuurlijke overheden als van Justitie. Politiemensen kunnen enkel maar gemotiveerd blijven, als zij zich door de rest van de overheid gesteund weten en concrete resultaten van hun werk zien. Dat werk moet niet enkel gericht zijn op het beheersen van de criminaliteit, maar vooral op het terugdringen ervan. Het Vlaams Belang wil een systeem van nultolerantie invoeren in elke wijk, in elke stad of gemeente die gebukt gaat onder een buitensporige criminaliteit, die de leefbaarheid van de wijken in het gedrang brengt. Eindelijk echte straffen voor delinquente jongeren. Ook jonge criminelen komen er al te vaak ongestraft van af. Drugdealers lopen al opnieuw vrij rond nog voor hun proces verbaal goed en wel is uitgeschreven. Dit is het gevolg van een aanslepend plaatsgebrek in de jeugdinstellingen, gecombineerd met een uiterst lakse en hopeloos verouderde wetgeving. In tegenstelling tot onze buurlanden, die beschikken over een modern jeugdsanctierecht, blijft de Belgische politieke klasse minderjarigen beschouwen als onverantwoordelijk voor hun daden. Tot hun grote frustratie beschikken jeugdrechters dus nog altijd niet over een noemenswaardig straffenarsenaal. Alleen beschermingsmaatregelen zijn mogelijk. We zijn hiermee blijven steken in de flowerpowermentaliteit van de jaren ’60. Jonge criminelen weten dit maar al te goed en dagen vaak de politie doelbewust uit. Het gros van de minderjarige arrestanten wordt haast onmiddellijk na de arrestatie weer vrijgelaten en kan zijn baldadig of crimineel gedrag voortzetten. Ze wanen zich dan ook onaantastbaar. Om die reden schakelen stadsbendes en rondtrekkende dadergroepen systematisch minderjarigen in. Het aantal opvangplaatsen voor jonge criminelen in gesloten instellingen blijft overigens onvoorstelbaar laag. Ook de Vlaamse regering van CD&V, N-VA en sp.a is veel te laks en neemt haar verantwoordelijkheid niet op. De behandelingstermijn in deze instellingen is daardoor veel te kort. Het Vlaams Belang pleit ook op dit vlak voor een hoogdringende ommekeer. Er moet een hedendaags jeugdsanctierecht worden ingevoerd, naar het 31
Inhoud-programmaboek2012.indd 31
4/09/12 11:05
voorbeeld van onze buurlanden. Uiteraard kan zo’n straffenarsenaal niet enkel bestaan uit verschillende vormen van plaatsing en opsluiting, maar dienen jeugdrechters ook de mogelijkheid te krijgen om werk- en leerstraffen op te leggen, bijvoorbeeld in geval van klein vandalisme, graffiti, een eerste misdrijf, enzoverder. Bij recidive of bij zeer ernstige vergrijpen moeten jongeren anderzijds langdurig (en desnoods vele jaren lang) van de straat gehaald kunnen worden. In schril contrast met zowat alle buurlanden is zo’n langdurige heropvoeding in ons land nagenoeg onmogelijk. Ook voor jonge mensen zijn voorbeeldstraffen noodzakelijk. Wij eisen dan ook een gevoelige uitbreiding van het aantal plaatsen in gesloten gemeenschapsinstellingen. In de steden willen we arresthuizen voor jonge veelplegers. Buitenlandse criminelen terugsturen. Eind maart 2012 waren 4.947 van de 11.242 gedetineerden buitenlander. Dit komt neer op 44% van de gevangenisbevolking (42% van de veroordeelden); er bestaan geen officiële cijfers van het globaal percentage allochtonen achter de tralies, maar volgens diverse schattingen ligt dit boven de 70%. Het aantal Marokkaanse gedetineerden (zonder de nieuwe Belgen) schommelt al jaren rond de 1.100 of 10% van de gevangenisbevolking. Sinds een aantal jaren is het moeilijker geworden om buitenlandse criminelen uit te wijzen, omdat sommige partijen dit zien als een te vermijden bijkomende bestraffing. Het aantal ex-gedetineerden dat wordt uitgewezen, is daardoor erg laag; bovendien wordt slechts 51% van de vreemdelingen die vervroegd worden vrijgelaten met een bevel het grondgebied te verlaten, ook daadwerkelijk gerepatrieerd. Al in 2004 werd door de regering-Verhofstadt beloofd dat buitenlandse gedetineerden verplicht hun celstraf zouden gaan uitzitten in hun herkomstland; daarvan is tot op heden nauwelijks wat in huis gekomen: minister Turtelboom kondigde onlangs aan dat er een regeling was getroffen voor amper ZES (6!) Marokkaanse gedetineerden. Al te vaak moeten we van politie of openbaar ministerie vernemen dat zelfs wanneer illegalen omwille van ernstige criminele feiten ter beschikking werden gesteld van de Dienst Vreemdelingenzaken, al te veelvuldig blijkt dat zij opnieuw in de samenleving mogen verdwijnen en dus NIET worden vastgezet in een gesloten centrum met het oog op uitzetting.
32
Inhoud-programmaboek2012.indd 32
4/09/12 11:05
Het Vlaams Belang pleit voor de stelselmatige opsluiting en onmiddellijke uitwijzing van illegale vreemdelingen en asielzoekers die zich te buiten gaan aan criminaliteit, mét levenslang inreisverbod achteraf naar hun land van herkomst. Bij kleinere misdrijven is het ontradend karakter hiervan veel sterker dan een symbolische gevangenisstraf. Daartoe moeten er op korte termijn speciale gesloten terugkeercentra voor criminele illegalen en asielzoekers en voor buitenlanders die in aanmerking komen voor terugzending, bijvoorbeeld na het uitzitten van hun straf. Vreemdelingen die een celstraf van meer dan zes maand effectief oplopen, willen we consequent terugsturen naar hun herkomstland, gekoppeld aan een levenslang inreisverbod. Met deze landen (Marokko, Algerije, Congo, Turkije, Pakistan en andere) moeten er veel intensievere gesprekken komen, zodat de strafuitvoering in deze landen kan gebeuren. De voorwaarden hiertoe dienen drastisch versoepeld te worden. Ook willen we dat de nationaliteit wordt afgenomen én het recht op verblijf voor ‘nieuwe Belgen’ die een celstraf oplopen van één jaar effectief of meer. Ten slotte pleiten we ervoor dat in de criminaliteitsstatistieken een registratie wordt voorzien op basis van de herkomst van de dader, zowel door politie en parket als op het niveau van straftoemeting en strafuitvoering, net zoals dat vandaag in Nederland gebeurt. Keiharde aanpak van drugcriminaliteit. Het spreekt vanzelf dat het drugprobleem in een ruimer Europees en wereldwijd kader dient bekeken te worden. Dit geldt zowel voor de analyse als voor de remedie van het probleem. Het drugprobleem stopt niet aan de grens. Dit neemt niet weg dat een effectieve aanpak op gemeentelijk vlak noodzakelijk is. De strijd tegen verdovende middelen moet bovenaan het prioriteitenlijstje staan van de veiligheidsplannen in de steden en gemeenten. Het Vlaams Belang is trouwens de mening toegedaan dat, ook voor de bestrijding van de drugplaag, in overleg met de Procureur des Konings het nultolerantiebeginsel moet worden opgenomen in een lokaal veiligheidsplan en dat er bijgevolg een reactie komt op elke overtreding van de drugwetgeving. Het zal wel correct zijn dat niet iedereen na een experiment met cannabis overstapt op heroïne of cocaïne, maar de voorstanders van legalisering kunnen niet ontkennen dat élke drugdode ooit begonnen is met een ‘onschuldige joint’. En elke drugdode is er een te veel. Voor het Vlaams Belang is de ‘kleine gebruiker’ geen crimineel die onmiddellijk achter de tralies moet. 33
Inhoud-programmaboek2012.indd 33
4/09/12 11:05
Maar we moeten druggebruik in elk geval ontmoedigen. Naast preventiecampagnes vanaf de lagere school - met tevens aandacht voor jeugdbewegingen - wil het Vlaams Belang dringend meer efficiënte (verrassings)drugcontroles in het verkeer, in de scholen en in discotheken en op fuiven. De gemeentelijke infodragers (nieuwsbrieven, gemeentekrantjes, webstekken enzovoorts) dienen contactgegevens te vermelden van organisaties die zich met drugpreventie bezighouden. De producenten en de handelaars in drugs willen wij zonder pardon, kordaat aanpakken. Mede door onze centrale ligging, maar zeker ook door onze lakse strafwetgeving en -uitvoering, is België meer dan ooit een regelrechte draaischijf op het vlak van drugproductie. Wij willen voor deze drugmaffia de zwaarst mogelijke celstraffen. In steden en gemeenten moet er veel intensiever recherchewerk plaatsvinden naar de verdeelcircuits. Drugpanden moeten niet alleen gesloten worden; indien het gaat om eigendom van de drugdealers, moeten ze openbaar worden verkocht. Meer politiemensen en rechtvaardigere financiering. Na de doodslag op 7 april 2012 op een medewerker van de Brusselse openbare vervoersmaatschappij MIVB kon de federale en de lokale politie het rekruteringsprobleem niet langer verstoppen. Onder druk van stakingsacties beloofde de regering om op korte termijn 400 extra agenten toe te wijzen aan Brussel, maar dit zou onvermijdelijk leiden tot nog grotere tekorten elders. In april 2012 was er volgens Binnenlandse Zaken een tekort van bijna 400 agenten bij de federale politie en van 1.015 agenten bij de lokale politie. Het Vlaams Belang klaagt al jarenlang aan dat er te weinig nieuwe politiemensen worden gerekruteerd. Reeds in 2007 stond er tegenover een jaarlijkse uitstroom van 1.450 mensen slechts een instroom van 1.200 nieuwelingen. Vandaag vertrekken er jaarlijks ongeveer 1.500 politiemensen terwijl de vorige regering de instroom vanuit de politiescholen in 2009 verder beperkt heeft tot nog amper 1.000 per jaar. Het tekort aan manschappen in vele Vlaamse zones heeft vaak ook te maken met een gebrek aan middelen. De manifeste scheeftrekking in de verdeling van de federale geldmiddelen tussen de Waalse en de Vlaamse zones is nog altijd realiteit. In verhouding gaan er nog te veel middelen naar de Waalse zones en te weinig naar de Vlaamse. Het gaat om een transfer van 60 miljoen euro van Vlaanderen naar Wallonië. Jaarlijks bekostigt Vlaanderen op die manier bij benadering 1.000 voltijdse Waalse politie-inspecteurs, terwijl we deze middelen zelf eigenlijk heel hard nodig hebben. We eisen dan ook 34
Inhoud-programmaboek2012.indd 34
4/09/12 11:05
de onmiddellijke hervorming van deze financiering, waarbij aan de Vlaamse zones minstens wordt toegekend waar zij volgens hun bevolkingscijfers recht op hebben. Het Vlaams Belang wil dat het grote tekort aan politiemensen dringend wordt weggewerkt. Dat betekent dat een hoger aantal aspiranten moet toegelaten worden tot een job bij de politie. Vanzelfsprekend zijn en blijven wij voorstander van een strenge en gedegen selectie, maar het is toch wel abnormaal te noemen dat er jaarlijks van de ongeveer 13.000 kandidaten slechts 1.300 worden toegelaten tot de eigenlijke opleiding tot politie-inspecteur en dat nadien een aanzienlijk deel van de geslaagde kandidaten niet eens wordt toegelaten tot een politiejob. Wij pleiten ervoor dat er de komende jaren telkens minstens 500 bijkomende rekruten worden toegelaten tot de opleiding, tot de kaders opnieuw naar behoren zijn opgevuld. Grotere zones en evenwichtigere verdeling. Gezien het steeds grotere takenpakket, de noodzaak aan specialisatie en de groeiende aanwezigheid van zwaar banditisme, is een fusieoperatie voor tal van kleinere politiezones onvermijdelijk geworden. Het regeerakkoord-Di Rupo is op dit vlak veel te vrijblijvend: het beperkt zich veel te veel tot de aanmoediging van fusies en tot allerlei vormen van vrijwillige samenwerking. Wij zijn van oordeel dat een politiezone pas echt werkbaar en functioneel wordt wanneer zij meer dan 75.000 inwoners bedient en 150 manschappen telt. We pleiten er dan ook voor dat de federale regering een concrete fusieoperatie voorbereidt, die reeds haar beslag kan nemen tijdens de eerste helft van de nieuwe lokale bestuursperiode. Uiteraard moet hierbij inspraak gegeven worden aan de lokale besturen en moet de partnerkeuze wetenschappelijk begeleid worden. Tegelijkertijd streeft het Vlaams Belang naar een evenwichtigere verdeling van de politiesterkte over steden en gemeenten. Op sommige plaatsen moeten slachtoffers bij een oproep immers onverantwoord lang wachten op de politie. Daarom willen wij de aanrijtijden terugbrengen via een systeem van nabijheidspolitie door laagdrempelige buurtcommissariaten in te richten die zich enkel bezighouden met de problemen in specifieke probleembuurten. Politie moet zich met politiewerk bezighouden. Wil het Vlaams Belang een politiestaat? Neen. Wel hebben wij nood aan een politie die aanspreekbaar is en dicht bij de burger staat. De politiemensen moeten dus maximaal de straat op. Wij hebben een politie nodig die op het terrein een kordate aanpak van de criminaliteit verzekert. Politiemensen die zich kunnen richten 35
Inhoud-programmaboek2012.indd 35
4/09/12 11:05
op hun kerntaken, namelijk: daadwerkelijke handhaving van de openbare orde, opsporen van strafbare feiten, verlenen van noodhulp en wijkwerking. Al jaren worden maatregelen aangekondigd om de administratieve werklast van de politie te verlichten, zodat er ‘meer blauw op straat’ kan komen. Er werden een aantal maatregelen ten goede genomen, maar we stellen vast dat politiemensen nog altijd worden ingeschakeld voor allerhande administratieve taken die evengoed kunnen worden uitgevoerd door administratief personeel. Niet alleen de wijkagent, maar eveneens de andere politiemensen worden een groot stuk van hun tijd belast met oneigenlijke taken, zoals wanbetalers van verkeersboetes opzoeken, beheren van verloren voorwerpen, controles inzake de verwaarlozing van dieren, aanvragen tot het plaatsen van verkeersborden voor verhuizingen en dies meer. Het Vlaams Belang pleit ervoor deze taken zo veel mogelijk over te dragen naar het burgerpersoneel en andere gemeentelijke of stedelijke ambtenaren. Daarnaast zorgde ook nieuwe wetgeving (wapenwet, Salduz) voor een aanzienlijke berg bijkomend administratief werk. Inzake Salduz pleiten we er in ieder geval voor dat er speciale verhoorploegen worden opgeleid en dat de verhoren regionaal of stedelijk worden gecentraliseerd nabij de permanenties van de advocaten. Op die manier kunnen de interventieploegen hun werk blijven doen en wordt het minst tijd verloren. Om afspraken tussen medeplichtigen en verduistering van bewijsmateriaal te voorkomen, dienen verhoren in de regel meteen te gebeuren na de interceptie van de verdachte. Het Vlaams Belang is geen tegenstander van een gedegen opleiding van politie-inspecteurs in technische materies zoals milieuwetgeving, maar dit soort werk blijft toch in hoofdzaak een administratieve aangelegenheid. Wij pleiten er dan ook voor dat de lokale besturen dit soort werk zo veel mogelijk laten afhandelen door hun eigen administratieve diensten; de mensen van de gemeentelijke milieudienst dienen maximaal opgeleid te worden en de bevoegdheid te krijgen om officiële vaststellingen te doen en pv’s op te maken. Gemeentelijke beambten dienen tevens ruime bevoegdheden te krijgen inzake de vaststellingen van de milieuaspecten uit de lokale GAS-reglementering (sluikstoren, graffiti, vandalisme enzovoorts), zodat de politie ook op dit vlak ontlast kan worden. De aanvullende rol van private bewakings- en beveiligingsdiensten. Ons pleidooi voor het afstoten van een aantal taken door de politie betekent geenszins dat wij voorstander zouden zijn van een verregaande privatisering 36
Inhoud-programmaboek2012.indd 36
4/09/12 11:05
van de politionele veiligheidstaken. Private firma’s kunnen en mogen nooit strikt politionele veiligheidstaken overnemen. De politie is en blijft het eerste aanspreekpunt voor veiligheidskwesties en de concrete uitvoerder van veiligheidsmaatregelen op het terrein. Dit neemt niet weg dat wij erkennen dat private beveiligingsfirma’s een groeiende rol spelen in het bewaken van de veiligheid. Bedrijfsleiders hebben al lang begrepen dat deze firma’s de veiligheid in en van bedrijven en gebouwen kunnen verhogen. Organisatoren van evenementen weten dat private bewakings- en beveiligingsfirma’s een belangrijke complementaire en ondersteunende rol kunnen vervullen in het handhaven van de veiligheid. Ook steden en gemeenten doen in het kader van hun preventiebeleid beroep op private beveiligingsdiensten. Onlangs schakelde bij een grote anti-inbraakactie in de regio Mechelen de politie zelf een bewakingsfirma in om mee verdachte zaken op te merken. Daar waar wordt aanvaard dat private firma’s een beveiligende rol spelen en bijdragen tot de aanpak van maatschappelijke onveiligheid, moeten ook zij over voldoende verweermiddelen kunnen beschikken en over een afgestemd juridisch kader. Een degelijke wijkwerking, interventiedienst en recherche. Een goede politiezorg is gebaseerd op drie duidelijke pijlers: een degelijke wijkwerking, een doeltreffende interventiedienst en een assertieve recherche. Een degelijke wijkwerking is van groot belang voor een rechtstreeks contact met de bevolking en voor het vertrouwen van de burgers in de politie. In stedelijke gebieden is zo’n wijkwerking bovendien belangrijk voor het tegengaan van verloedering en illegaliteit. Wijkagenten zijn de ogen en oren van een waakzame politie, die tijdig de lokale problemen wil ontdekken en die wil optreden tegen fenomenen van overlast. Ook tendensen naar islamradicalisme kunnen op die manier tijdig worden gespot. Een goede wijkwerking gaat best gepaard met poolvorming tussen verscheidene agenten, die elkaar kunnen afwisselen waardoor de continuïteit van de politieaanwezigheid verzekerd wordt en waardoor verstarring en een al te vertrouwelijke omgang met de bevolking wordt vermeden. Stads- of gemeenschapswachten kunnen deze wijkwerking op een zinvolle manier versterken en het werk van de wijkagenten vergemakkelijken en verlichten. Ook de aanwezigheid van een plaatselijke politiepost of een antenne (een politielokaal in een openbaar gebouw of dienstencentrum) kan voor de wijkwerking bijzonder dienstig zijn en werkt drempelverlagend. Om de job van wijkagent aantrekkelijker te maken, dient te worden nagegaan hoe de loopbaan van deze 37
Inhoud-programmaboek2012.indd 37
4/09/12 11:05
mensen financieel interessanter kan worden gemaakt. Momenteel steekt de verloning van deze mensen immers nogal schril af tegen deze van de interventieagenten. Een doeltreffende interventiedienst is voor iedere politiezone van het allergrootste belang. De bevolking moet zich verzekerd weten van een snelle komst van de politie in situaties van nood of gevaar. Omdat het al te vaak gebeurt dat er zich op hetzelfde moment twee incidenten tegelijk afspelen en omdat sommige incidenten behoorlijk ernstig zijn, moet iedere politiezone op permanente basis (dag en nacht) over minstens twee operationele patrouille- of interventieploegen beschikken. Indien dit onmogelijk is, dan is de politiezone ofwel slecht georganiseerd ofwel manifest te klein en dringt een fusie zich op. Hoe dan ook moeten de interventiediensten van de verschillende politiezones nauwer met elkaar samenwerken, zodat ze elkaar snel kunnen bijspringen. Een inventieve, proactieve recherchedienst is essentieel voor een geloofwaardige politie. Het volstaat niet dat de lokale speurders enkel reageren wanneer er een klacht wordt ingediend tegen crimineel gedrag. Zij moeten zelf proactief de criminaliteit in hun zone opsporen, in kaart brengen en de bestrijding ervan op gang trekken. Dit vraagt een grote gedrevenheid en flexibiliteit van deze mensen en de bereidheid tot regelmatige bijscholing. Zij moeten ook aangezet worden om intensief samen te werken met de recherchediensten van de omliggende zones en met deze van de federale politie. Het lokale bestuur moet er niet alleen voor zorgen dat de recherchediensten voldoende bemand zijn (wat vandaag in veel zones helaas niet het geval is), bovendien moet het deze mensen alle kansen en middelen geven om zich te kunnen bedienen van de meest moderne opsporingstechnieken. Politiemensen beter beschermen en steunen. Politiemensen hebben hun persoonlijke veiligheid en hun leven veil voor het beschermen van de hele samenleving. Wie tegen hen geweld pleegt, pleegt geweld tegen de gehele samenleving en tegen elk medeburger. Zij moeten zich bijgevolg, beter dan wie ook, beschermd en verdedigd weten door de samenleving. Het zou dan ook de evidentie zelf moeten zijn dat dergelijke geweldplegers keihard worden gestraft. Tot op vandaag moeten politiemensen evenwel blijven ijveren en manifesteren voor een strengere strafwetgeving en een hardere aanpak vanwege de magistraten. Het heeft tot 2010 geduurd vooraleer de minimumstraffen voor geweld tegen politiebeambten werden opgetrokken. Wij vinden deze bescherming overi38
Inhoud-programmaboek2012.indd 38
4/09/12 11:05
gens nog steeds ondermaats, zeker wanneer we rekening houden met het feit dat straffen onder de drie jaar nauwelijks worden uitgevoerd en dat straffen daarboven stelselmatig worden ingekort of omgezet in een enkelbandregime. Zo worden slagen en verwondingen met voorbedachten rade tegen burgers gestraft met een celstraf van een maand tot een jaar. Ten aanzien van politiemensen wordt dit verdubbeld tot een straf van twee maand tot twee jaar. De maximumstraf zou naar ons oordeel minstens moeten opgetrokken worden naar drie tot vier jaar. Bij blijvende arbeidsongeschiktheid zou de maximumstraf moeten opgetrokken worden naar 20 tot 25 jaar (vandaag 10 tot 15 jaar) en bij doodslag tot 30 jaar (vandaag 20). Ook de deelname aan straatrellen, waarbij met voorbedachten rade vernielingen worden aangericht en agenten doelbewust verwond worden maar waar de individuele verantwoordelijkheid niet kan worden vastgesteld, moet zwaarder bestraft worden. Tegelijk moet er ook een betere juridische bescherming komen voor politiemensen die correct en kordaat optreden tegen geweldscriminaliteit, zonder steevast te moeten vrezen voor strafrechtelijke vervolging. Efficiënt brandweer- en rampenplan. De rechtspositie van brandweerlui blijft onduidelijk, ondanks de vele - en door cdH-minister Joëlle Milquet recent herhaalde - beloften voor een nieuw statuut. Het Vlaams Belang wil dat de job van brandweerman, zowel voor het beroepspersoneel als voor de vrijwilligers, onverwijld wordt erkend als risicoberoep, net zoals wij dat voor politieagenten willen. Het beroep is immers fysiek en mentaal zwaar belastend. Het moet gedaan zijn met het onredelijke onderscheid - met vaak nadelige financiële repercussies inzake verloning - tussen brandweerlui onderling. In het belang van de dienstverlening is het de hoogste tijd voor een duidelijk en vooral eenduidig statuut op maat van de pompiers. Zo moet er op zijn minst klare wijn geschonken worden wat betreft de arbeidstijd. De uiteenlopende rechtspraak plaatst immers niet alleen de aanwezigheid van vrijwilligers op de helling, ook de dienstverlening zelf dreigt in het gedrang te komen. De organisatie en betoelaging van de brandweer in Vlaanderen moet uiteraard een volledig Vlaamse bevoegdheid worden. De zesde staatshervorming, bezegeld in het Vlinderakkoord, kon deze Vlaamse verzuchting helaas niet waarmaken. Ondertussen wil het Vlaams Belang dat Wallonië evenredige inspanningen inzake kennis en financiering levert. Bovendien blijven wij ijveren voor de oprichting van een Vlaams kenniscentrum. Verdere hervormingen van de brandweer moeten de financiële draagkracht van de steden 39
Inhoud-programmaboek2012.indd 39
4/09/12 11:05
en gemeenten mee in rekening nemen. Zij staan namelijk in voor 90% van de huidige financiering van de brandweerwerking. Om tot een rechtvaardige verdeling van de lusten en de lasten te komen, moeten steden en gemeenten met elkaar samenwerken in nieuwe, grotere organisatiestructuren die voldoende slagkracht en kwaliteit hebben om ook de veiligheid van de Vlaamse burgers te verzekeren, niet alleen bij kleine, maar vooral ook bij grote incidenten. In het belang van diezelfde burger moet het korps dat het snelst ter plaatse kan zijn onverwijld uitrukken. Elke burger heeft recht op eenzelfde kwalitatief hoogstaande basisbescherming binnen een zo kort mogelijke tijdspanne. Daarom eisen we dat de wet van 2007 op de brandweerhervorming eindelijk haar uitvoering mag kennen. Niet praten en beloven, maar eindelijk ook doen wat er daarover in het regeerakkoord staat. De verplichting om over een rampenplan te beschikken, vormt voor nauwelijks een Vlaamse stad of gemeente een probleem. De bezorgdheid van het Vlaams Belang gaat uit naar de afstemming op elkaar van rampenplannen van de lokale besturen en van ‘gevaarlijke’ bedrijven of activiteiten op hun grondgebied. Deze afstemming moet geregeld worden geëvalueerd en desnoods bijgesteld om een zo goed mogelijke bescherming van alle inwoners te waarborgen. Regelmatig overleg tussen bedrijven en naburige gemeenten blijft een noodzakelijke voorwaarde om gepast en gezamenlijk op te treden bij rampen. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang maakt zich sterk voor: overheveling naar Vlaanderen van alle politionele en justitiële bevoegdheden; appreciatie van repressie als volwaardig onderdeel van politioneel en justitieel optreden; geloof in preventie van onderuit, dat wil zeggen bij stabiele gezinnen die zich gesteund weten in het doorgeven van waarden aan hun kinderen, zodat ze tot vrije en verantwoordelijke volwassenen kunnen opgroeien; afschaffing van de wet-Lejeune en herwaardering van de strafrechter: opgelegde straffen moeten worden uitgevoerd. Celstraf mag niet langer als ‘negatief ’ en als ‘ultimum remedium’ beschouwd worden; een sluitend netwerk van intelligente camera’s voor nummerplaatherkenning; 40
Inhoud-programmaboek2012.indd 40
4/09/12 11:05
meer burgers betrekken bij buurtinformatienetwerken en meer betrokkenheid van burgers en handelaars bij het veiligheidsbeleid; consequent gebruik van GAS-sancties in bepaalde domeinen, zoals sluikstort en geluidsoverlast, maar niet voor zwaardere feiten (winkeldiefstal, slagen en verwondingen enzovoorts). Voor zulke feiten moeten de parketten opnieuw hun verantwoordelijkheid opnemen; versterking van parketten en onderzoeksgerechten; uitbreiding van het recht op zelfverdediging tot de bescherming van eigendom; echte nultolerantie in de steden en in probleembuurten: alle overheden, gerechtelijke instanties en verantwoordelijke burgers nemen in onderling overleg de handschoen op en laten geen enkele wetsovertreding zonder gevolg; invoering van een streng maar rechtvaardig jeugdsanctierecht; werk maken van het terugsturen naar de landen van herkomst van criminele vreemdelingen, zodat ze daar hun straf kunnen uitzitten; een einde aan het gedoogbeleid voor drugs: keiharde aanpak van drugproducenten en drughandel; waar nodig vergroten van politiezones, zodat hun slagkracht kan toenemen; meer blauw op straat; stopzetting oneerlijke bevoordeling Waalse politiezones; weloverwogen inzet waar nodig van private beveiligingsfirma’s in overleg met de gemeentelijke of stedelijke overheid; integrale politiedienstverlening door samengaan van wijkwerking, interventie en recherche; strengere maximumstraffen voor geweld tegen politiemensen; vergroten van de slagkracht van de brandweer; afstemming op elkaar van de verschillende lokale rampenplannen.
41
Inhoud-programmaboek2012.indd 41
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 42
4/09/12 11:05
III. Werken en ondernemen in Vlaamse steden en gemeenten
Vlaanderen heeft alle troeven in huis die het tot een sterk economisch bolwerk kunnen maken: de ondernemingsgeest, de kennis, de ligging en de flexibiliteit. De gemeentelijke overheden hebben heel wat mogelijkheden om het economisch klimaat op lokaal vlak te bevorderen of - omgekeerd - te verknoeien. Vlaanderen heeft een enorm economisch potentieel. Wij moeten dit potentieel zo optimaal mogelijk benutten. Dit kan enkel indien de stad of gemeente zorgt voor een gezond ondernemingsklimaat waarin ondernemers zich maximaal kunnen ontplooien. Gezonde gemeentelijke financiën zijn daarbij een belangrijke voorwaarde. Duidelijke keuze voor lokale economie. Middenstand en kmo’s zijn de motor van onze Vlaamse economie. Via de middenstand en de lokale kleinhandel in het bijzonder verlopen een groot deel van de sociale contacten. De lokale economie is mee het bindweefsel van de samenleving. Voor de wijkbewoners is het verdwijnen van de ‘ankers’ in de buurt een vrij ingrijpende gebeurtenis. Een gediversifieerde en sterke detailhandel vormt het hart van goed bereikbare stadskernen met een diversiteit aan functies en moet dan ook maximaal gepromoot en gestimuleerd worden. Via ons plan voor de uitbouw en stimulering van de lokale economie krijgen de zelfstandigen, de middenstand, de kleine en middelgrote ondernemingen alle kansen om zich optimaal te ontplooien en de toekomstige welvaart veilig te stellen. Nood aan een totaalbenadering. Het Vlaams Belang is van oordeel dat de gemeentelijke autoriteiten zich loyaal moeten inschakelen in een totaalbenadering van de lokale economie. Zo moeten we weg van de stiefmoederlijke behandeling van onze kmo’s, ofschoon twee regeringen en een viertal ministers hun belangen zouden moeten behartigen. Wij willen drie te volgen bakens uitzetten. Ten eerste bepleiten we de bundeling van bevoegdheden. Dat betekent het garanderen en het optimaliseren van een eenduidig stimulerend beleid door de bundeling van alle kmo-bevoegdheden onder het gezag van één Vlaamse minister van Economie.
43
Inhoud-programmaboek2012.indd 43
4/09/12 11:05
Ten tweede willen we een integratie van de dienstverlening. Daarbij denken we vooral aan de invoering van een kmo-impactfiche, die de gevolgen van een nieuwe kmo-regel aangeeft met bijzondere aandacht voor de uitvoerbaarheid en de administratieve lasten. Hierbij horen ook de daadwerkelijke realisatie van een gemeentelijk Huis voor Lokale Economie en een vermindering van boekhoudkundige verplichtingen voor niet-beursgenoteerde kmo’s: in een eerste fase willen we voor kmo’s met minder dan 20 werknemers de regelneverij van de overheid krachtig terugdringen. Ons geloof in het gezaghebbend advies is een derde aandachtspunt. Dit betekent een grotere rechtszekerheid voor ondernemingen en burgers door de kosteloze verstrekking van overheidsadvies over hoe het bestuur zal reageren op investeringen en de uitvoering van plannen (gevolgen op fiscaal gebied, inzake ruimtelijke ordening, inzake leefmilieu, allerhande vergunningen enzovoorts). Vrij en eerlijk ondernemen. Zelfstandigen kijken al te vaak met lede ogen tegen de oneerlijke concurrentie van ‘collega’s’ aan, die het vaak niet zo nauw nemen met de handelsbepalingen. Zolang bepaalde wetten bestaan, dienen alle zelfstandigen ze onverminderd na te leven. Ondernemingsvrijheid is nochtans geen loos begrip. Wettelijke beperkingen en gemeentelijke of stedelijke reglementen die investeringen bemoeilijken, moeten dan ook zoveel mogelijk verdwijnen. Nachtwinkels. Verschillende steden hebben hun reglementen aangepast om alcoholverkoop aan banden te leggen. De veralgemening van deze reglementering zal voor meer duidelijkheid zorgen. Dit betekent geenszins dat dit moet leiden tot een totaal verbod op alcoholverkoop. Nog al te vaak krijgt men de indruk dat deze winkels zowat alles mogen doen wat ze willen. Systematische controles op de naleving van alle wettelijke voorschriften zullen ertoe bijdragen dat ook hier alles volgens de regels verloopt. Veilig ondernemen. Ondernemers en middenstanders zijn steeds meer het slachtoffer van criminaliteit. Het Vlaams Belang wil absoluut de uitbreiding van het professionele fiscale regime tot de private beveiliging - wat kleine zelfstandigen in onveilige buurten kan aanmoedigen hun zaak open te houden en niet weg te trekken - behouden. Het Vlaams Belang wil de wettelijke zelfverdediging uitbreiden tot de bescherming van eigendom en goederen, 44
Inhoud-programmaboek2012.indd 44
4/09/12 11:05
naar het voorbeeld van een aantal buurlanden. Criminelen moeten ongemeen hard de arm der wet en het vervolgingsbeleid voelen. Een beveiligde webstek voor winkeleigenaars met gegevens van recidiverende winkeldieven en de mogelijkheid om foto’s van betrapte dieven uit te hangen, zal ontmoedigend werken voor de misdadigers en zal de handelaars toelaten om preventief op te treden. Middenstandsplan en kmo. Middenstand en kmo’s zijn niet enkel de drijfkracht van onze Vlaamse economie, maar de middenstand en de lokale kleinhandel zijn eveneens bakens die voor stabiele sociale contacten tussen buurtbewoners zorgen. Zij bevorderen het maatschappelijke vertrouwen en de veiligheid. De middenstand vormt het cement van de sociale netwerken en van een leefbare buurt en woonkern. Mede door middel van een middenstandsplan willen wij de stadskernen aantrekkelijk houden en de brede waaier van maatschappelijke functies van deze kernen vrijwaren. Het is belangrijk dat een weldoordachte ruimtelijke ordening en een economische visie deel uitmaken van een kernversterkend beleid. Versterking van de kernwinkelgebieden in stads- en dorpskernen staat daarbij niet noodzakelijk haaks op meer omvattende detailhandelinitiatieven in de periferie. Als een samenleving en haar overheden oog willen hebben voor de belangen van de consument, moet ze de specificiteit van de handel in de kernwinkelgebieden en die in perifere winkelcomplexen allebei naar waarde schatten. Horeca. De horecasector blijft het moeilijk hebben. Er zijn de hoge loonkosten voor personeel, de invoering van een algemeen rookverbod in de sector en de verplichting van een geregistreerde kassa met ‘blackbox’ vanaf 2013. Bovendien is de horecawereld maar al te vaak het slachtoffer bij uitstek van allerhande lokale pestbelastingen. De gekende voorbeelden van belastingen op personeel, belastingen op publiciteit en overheidswillekeur in terrasheffingen spreken alvast boekdelen. Onze partij wil deze lokale taksen bundelen en voorzien van een maximumplafond. Ook pleiten wij voor een algemene verlaging van de btw in de horeca naar 6%. Stimuli en niet zozeer sancties dienen de beleidsmaatregelen voor de horeca te begeleiden. Zo kunnen bijvoorbeeld reële compenserende maatregelen een tegemoetkoming betekenen voor de schade die de horecasector oploopt door de invoering van het algemeen rookverbod. De gelegenheidsarbeid moet worden uitgebreid tot elk weekeinde, met op langere termijn de mogelijkheid om ook buiten de weekeindes gelegenheidsarbeid 45
Inhoud-programmaboek2012.indd 45
4/09/12 11:05
te laten invullen. Zulke hervormingen mogen geen doodgeboren kind zijn door een sectorverstikkende werking van de hier van toepassing zijnde fiscaliteit. Tot slot moet de overheid ook streng optreden tegen overlast, veroorzaakt door bepaalde ‘theehuizen’ en andere soortgelijke inrichtingen, vaak uitgebaat door schimmige vzw’s. Door dit statuut hoeven dergelijke gelegenheden al te vaak de geldende horecawetgeving niet te respecteren. Vaak hebben ze een slechte reputatie, onder meer door druggebruik en -handel, belastingontduiking, sociale fraude enzovoorts. Misbruiken daadkrachtig kortwieken, is hier de boodschap. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang pleit voor: vrij ondernemerschap, dat zich slechts laat inperken door het belang van de gemeenschap en niet door politieke grillen van een toevallige bestuursmeerderheid in een gemeente of stad; het ombuigen van het gedoogstatuut voor nachtwinkels en het gebod zich aan te passen aan de reglementering die voor handelszaken van toepassing is; de versterking van kernwinkelgebieden, met nadruk op hun specificiteit en hun toegevoegde waarde voor het stedelijk sociaal weefsel; een horecabeleid dat naar oprechte samenwerking door partnerschap met restaurant- en caféhouders streeft via afbouw van pestreglementering en -taksen.
46
Inhoud-programmaboek2012.indd 46
4/09/12 11:05
IV. Welzijn en sociale voorzieningen Het solidariteitsprincipe is van bij het begin - en blijft - een van de grondslagen van de partij. Het Vlaams Belang is dus voorstander van een Vlaamse solidariteit tussen jongeren en ouderen, tussen rijken en armen, tussen gezonden en zieken. Dat solidariteitsprincipe was, is en zal voor het Vlaams Belang altijd verbonden blijven met het scheppen van sociale zekerheid voor allen. Een opvangnet van sociale voorzieningen wordt overal uitgebouwd tussen mensen die tot hetzelfde volk behoren. Dat sluit natuurlijk niet uit dat een volk ook solidair kan zijn met andere, minder welvarende of noodlijdende volkeren. Maar deze vorm van solidariteit gebeurt altijd op vrijwillige basis. Wij hebben in eerste instantie een verantwoordelijkheid ten aanzien van ons eigen volk. Het Vlaams Belang is gewonnen voor solidariteit binnen een Europees kader tussen Vlamingen en andere volkeren, waaronder - waarom niet? - het Waalse. Maar deze solidariteit moet altijd vrijwillig zijn, doorzichtig, onderhandeld en natuurlijk ook efficiënt. Deze voorwaarden werden in België nooit vervuld. De geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië zijn geautomatiseerd, afgedwongen en totaal ondoorzichtig. Dit heeft niets meer met solidariteit, maar alles met pure diefstal te maken. De hele sociale sector moet - wegens de belangrijke rol die hem in een moderne samenleving wordt toebedeeld - dringend en volledig een Vlaamse bevoegdheid worden. Alleen zo kunnen wij Vlaanderen een sterke economie geven en een hoge sociale bescherming waarborgen. Armoedebestrijding. Voor een welvarend land telt Vlaanderen nog steeds te veel armen. Het is onze plicht om mensen die door de mazen van het sociale zekerheidsnet zijn gevallen een nieuwe kans te geven in onze samenleving via een echt armoedebeleid. Volgens de armoedebarometer van 2010 heeft meer dan 10 procent van de Vlaamse bevolking een inkomen onder de armoedegrens. Even verontrustend is de toename van de schuldenlast. Na een onafgebroken daling in de tweede helft van de jaren negentig neemt het aantal openstaande schulden, vooral bij jongeren beneden de 25 jaar en bij bejaarden, opnieuw toe. Een politiek ter bestrijding van de armoede moet mensen uit de armoede halen en houden en moet er ook voor zorgen dat bestaansonzekeren niet onder 47
Inhoud-programmaboek2012.indd 47
4/09/12 11:05
de armoedegrens vallen. Deze tweede groep mag dus niet vergeten worden. De overheid neemt op dit ogenblik initiatieven die onsamenhangend zijn. Armen een aalmoes toesteken kan niet de bedoeling zijn; men moet hen permanent uit de armoede houden. De overheid moet armoede eerst opsporen, de armen begeleiden en voorzien in een bestaansminimum. Ze moet hen vooral ook scholingsmogelijkheden aanbieden, zodat ze niet permanent afhankelijk zijn van dat bestaansminimum, maar zich kunnen voorbereiden op de arbeidsmarkt. Dit alles veronderstelt dat de overheden - ook de lokale - de beschikbare fondsen correct en zinvol gebruiken en niet verspillen aan ideologische stokpaardjes. De armoede bij ons volk wordt te veel onderschat en te veel initiatieven zijn gericht op recente gelukzoekers. Dit betekent in feite import van armoede, waardoor veel projecten de doelgroep van Vlaamse armen niet bereiken. Sociaal loket. De sociale zekerheid is volledig gepolitiseerd en de koek wordt netjes verdeeld onder rood, geel en blauw. Elke kleur heeft een vakbond en een ziekenfonds. Zo mogen de vakbonden het stempelgeld uitkeren, waarvoor ze voorschotten plus beheerskosten ontvangen van de RVA. We spreken hier over vele honderden miljoenen euro per jaar. Dat levert de vakbonden fortuinen aan rente op. Met dat geld wordt bovendien aan politiek gedaan. Ook de Belgische gezondheidszorg is in essentie nog steeds een verzuilde gezondheidszorg. Dit leidt op tal van vlakken tot inefficiënties, onverantwoorde concurrentie, overlappingen en uiteindelijk tot een onnodig dure geneeskunde door overconsumptie. De ziekenfondsen hebben er geen belang bij dat de uitgaven beperkt blijven, aangezien de overheid hen financiert op basis van de totale uitgaven. De belastingbetaler - die zelf toch geregeld van gezondheidszorg moet kunnen genieten - draait op voor deze gang van zaken. Sociale zekerheid moet voor elke Vlaming toegankelijk zijn via het sociaal loket. Als politiek neutraal aanspreek- en informatiepunt in elke gemeente is het loket bevoegd voor de behandeling van alle sociale zekerheidsuitkeringen en alle sociale dossiers. De structuren moeten ten dienste staan van de bevolking en niet omgekeerd. Laagdrempelige toegang is een belangrijk succescriterium voor een hoogstaande, kwalitatieve sociale dienstverlening voor alle inwoners van Vlaanderen. In vele gemeenten werden inmiddels heel wat sociale diensten en de OCMWdienstverlening gecentraliseerd in een ‘sociaal huis’. Het Vlaams Belang wil voor deze ‘sociale huizen’ een heldere, geïntegreerde taakstelling die gelei48
Inhoud-programmaboek2012.indd 48
4/09/12 11:05
delijk die van het sociaal loket belichaamt. Het is inmiddels nuttig dat elke gemeente een webstek ontwikkelt die als gids moet dienen voor alle aspecten van sociale dienstverlening. Betaalbaar wonen. Het Vlaams Belang is van mening dat zoveel mogelijk Vlamingen in staat moeten worden gesteld een woning in eigendom te verwerven. Ook de gemeenten kunnen hiertoe bijdragen. De stad of gemeente kan dit doen door tegen betaalbare prijzen bouwgronden ter beschikking te stellen. De huisvestingsmaatschappijen kunnen tegen redelijke prijzen sociale koopwoningen verkopen. Anderzijds is het een maatschappelijke realiteit dat veel Vlamingen financieel niet in staat zijn een woning in eigendom te verwerven. Meer nog, de schaarste aan private huurwoningen veroorzaakt, in combinatie met hoge huurprijzen en wachttijden van meerdere jaren voor sociale woningen, acute woonproblemen voor de sociaal zwaksten die bij opzeg van hun huurcontract vaak niet tijdig aan een betaalbare woonst geraken. Het Vlaams Belang wil dat personen die geen betaalbare woonst vinden actief begeleid worden in hun zoektocht naar een nieuwe, betaalbare woonst. Voor personen met acute woonnood ten gevolge van een crisissituatie (brand, partnergeweld enzovoorts) moet binnen de gemeente voorzien worden in een voldoende aantal crisiswoningen. Woonkwaliteitscontrole. Steden en gemeenten moeten actief optreden tegen personen die krotten verhuren en in het bijzonder tegen zogenaamde huisjesmelkers die, misbruik makend van de zwakke positie van huurders, hoge huurprijzen vragen voor krotten. De gemeente moet het initiatief nemen om wooninspecties te laten uitvoeren in panden die ervan verdacht worden niet te beantwoorden aan de minimumnormen van de Vlaamse wooncode. De gemeente moet tevens voldoende ruchtbaarheid geven aan deze minimumnormen, huurders ertoe aanzetten schendingen van de wooncode zelf te melden en zeker geen overeenkomsten te tekenen voor woningen die niet stroken met de criteria. Malafide verhuurders - zogenaamde huisjesmelkers - die fors geld verdienen door het verhuren van woningen die niet beantwoorden aan de minimumkwaliteitseisen dienen kordaat te worden aangepakt. De door de wet aangereikte mogelijkheden ter bestrijding van huisjesmelkerij (sociaal beheer, 49
Inhoud-programmaboek2012.indd 49
4/09/12 11:05
terugvordering herhuisvestingskosten, herstelvordering) moeten consequenter en veelvuldiger worden toegepast. Leegstaande en verwaarloosde panden moeten indien mogelijk aangekocht en gerenoveerd worden of vervangen door nieuwbouw. Sociale huisvesting. De sociale huisvesting wordt ten gevolge van de bijna open grenzenpolitiek van de opeenvolgende federale regeringen geconfronteerd met een forse instroom van niet-aangepaste of niet-integreerbare immigranten. Vlaamse huurders met een redelijk inkomen worden weggepest door huurprijsstijgingen. De sociale huisvesting wordt alsmaar minder gezien als volkshuisvesting, maar wel als een sociaal opvangnet, in het bijzonder voor de tienduizenden buitenlandse gelukzoekers. Er moet een rem gezet worden op de instroom van het aantal niet-Europese immigranten in de sociale huisvesting. Om het tij te keren moet voor nieuwe verhuringen voorrang gegeven worden aan kandidaat-huurders die minstens zeven jaar wettelijk in het land verblijven en bij voorkeur gedomicilieerd zijn in de stad of gemeente van aanvraag. Sociale huisvesting mag geen gettohuisvesting zijn, zo betoogden we al in het immigratieluik van het eerst hoofdstuk van dit verkiezingsprogramma. Het Vlaams Belang opteert voor eerder kleinschalige woonbouwprojecten waarbij gestreefd wordt naar een optimale sociale mix en waar werkenden en steuntrekkers samenleven. Huisvestingsmaatschappijen moeten kordaat optreden tegen personen die overlast veroorzaken. Huurders die de leefbaarheid aantasten moeten lik op stuk krijgen via consequente toepassing van administratieve boetes. Sociale huurders die zich bezondigen aan sluikstorten of vandalisme moeten worden opgezegd. De sociale huisvestingsmaatschappijen moeten hun huurders een goede dienstverlening waarborgen. Ze dienen dan ook sociale huurders terdege te informeren over kwesties die hen aanbelangen. Aangerekende bedragen moeten op begrijpelijke wijze worden toegelicht. Bij vragen worden huurders op een respectvolle wijze te woord gestaan. Huisvestingsmaatschappijen moeten permanent onderzoeken op welke wijze zij de huurlasten voor de huurders kunnen drukken. Stedelijk sociaal weefsel versterken. In het immigratieluik van het eerste hoofdstuk van dit verkiezingsprogramma, ‘Thuis zijn in Vlaamse steden en gemeenten’, kaartten we de witte stadsvlucht al aan. Stadsbesturen kunnen 50
Inhoud-programmaboek2012.indd 50
4/09/12 11:05
heel wat onrechtstreekse impulsen geven om gezinnen aan te trekken, in afwachting van een door de bevolking vurig gewenst strenger immigratiebeleid. Het terugdringen van alle vormen van overlast en misdaad, gecombineerd met een kordate aanpak van illegale en criminele vreemdelingen, moeten de krachtlijnen van het lokale beleid zijn. Instellingen die overlast kunnen veroorzaken zoals drugopvangcentra, gesloten asielcentra en instellingen voor delinquente jongeren dienen buiten de woongebieden te worden ondergebracht. De aantrekkelijkheid en leefbaarheid van een stad kunnen verder verhoogd worden door een verbeterde toegankelijkheid, eigenheid en kwaliteit van het stadsonderwijs, een efficiënter mobiliteits- en parkeerbeleid, het voorzien van veiligere uitgaansmogelijkheden enzovoorts. Het woonbeleid moet er op toezien dat uiterlijke verfraaiing en kwalitatieve verbetering van achtergestelde buurten de norm wordt. Kwaliteitsvol wonen in de stad vraagt aantrekkelijke, veilige, bereikbare en nette buurten. Het Vlaams Belang focust daarbij op de heraanleg van de openbare ruimte naar eigentijds comfort. Investeren in het vernieuwen van straten, pleinen, fietsen voetpaden. Ruimte vrijmaken voor speelpleintjes en groenzones. Extra heffingen op leegstand en verkrotting, samen met renovatiepremies en de restauratie van historisch erfgoed komen aanvullend in beeld. Kwaliteitsvolle buurten zijn tevens veilig buurten. Gezinnen moeten zich tot in de kleinste steegjes en verste uithoeken beschermd en veilig voelen. Alleen dan kunnen zij het vertrouwen geven aan de stad als leef- en woonomgeving. Vlaamse gezinnen die terugkeren naar onze steden versterken het sociaal weefsel en verbreken de vicieuze cirkel van vervreemding en verloedering. Voor een gezond sociaal weefsel is een rijk en gevarieerd cultuuraanbod noodzakelijk. Participatie in het culturele leven stimuleert de cohesie binnen de gemeenschap. Ook in gezinsverband dient men volop te kunnen deelnemen. Daarom pleit het Vlaams Belang voor het uitreiken van een culturele gezinspas door de provinciale overheden. Grote gezinnen: duwtje in de rug. Het grootbrengen van kinderen is een voorrecht, maar, al naargelang het kroost aangroeit, tevens een hele financiële belasting. Het Vlaams Belang dringt erop aan dat gemeentelijke overheden wezenlijke sociale correcties voorzien voor grote gezinnen (vanaf vijf personen onder hetzelfde dak). Hieronder verstaan wij kortingen op de huisvuilbelasting en het gratis verschaffen van huisvuilzakken, een luierpremie, tegemoetkomingen voor lidgelden van jeugdverenigingen enzovoorts.
51
Inhoud-programmaboek2012.indd 51
4/09/12 11:05
Het Vlaams Belang is voorstander van de invoering en/of verhoging van de gemeentelijke geboortepremie. Hierdoor nemen de gemeenten actief deel aan een geboortepolitiek die ons volk uit de neergaande demografische spiraal kan halen. Kiezen voor het leven, ook in stad of gemeente. Het recht op leven is een fundamenteel mensenrecht dat volstrekt geëerbiedigd moet worden vanaf het moment van de conceptie tot aan de dood. Het Vlaams Belang wil ook naar aanleiding van deze gemeenteraadsverkiezingen het recht op leven van de allerzwaksten in onze samenleving - het ongeboren kind - centraal stellen. De federale parlementen zijn uiteraard bevoegd inzake de ethische thema’s, maar alle politici van welk beleidsniveau ook, moeten het recht op leven voor iedereen, ook de ongeboren kinderen, als een absolute prioriteit beschouwen. Steden en gemeenten moeten werk maken van hulpverleningsinitiatieven voor onvoorzien zwangere meisjes en vrouwen. Met dergelijke initiatieven kan men op het lokale niveau de kwalijke invloeden van de federale abortuswet enigszins tenietdoen. Kinderopvang uitbreiden en diversifiëren. Onze partij kan zich voorstellen dat niet in alle Vlaamse gezinnen behoefte bestaat aan het opvoedersloon voor de thuiswerkende ouder, zoals het Vlaams Belang dat voorstelt. Het Vlaams Belang wil dan ook dat er snel meer opvangfaciliteiten komen. Wij dragen de keuzevrijheid van de gezinnen hoog in het vaandel. Indien Kind & Gezin om budgettaire redenen de subsidiëring van nieuwe opvanginitiatieven of de uitbreiding van bestaande kinderopvangcentra weigert, dienen de gemeentebesturen zelf particuliere opvanginstellingen te ondersteunen. De gemeente moet, gesteund door de overheid, ook meer en betere mogelijkheden voorzien voor buitenschoolse en atypische kinderopvang, dus tijdens weekeindes, vakanties, ’s nachts en in crisissituaties. Bovendien moet de gemeentelijke kinderopvang gekenmerkt worden door flexibele openingstijden. Hierbij moet rekening gehouden worden met ziekte van de ouders, onverwacht overwerk, treinen met vertraging, een vrije schooldag enzovoorts. Er moet een onderzoek komen naar de mogelijke inbreng van privé-partners (sponsoring, medewerking grote bedrijven enzovoorts) in een publiekprivate samenwerking omtrent alle vormen van opvang van kinderen. Voor een bedrijf is het opstarten van een crèche allerminst een evidentie. Daarom dienen bedrijfscrèches waar mogelijk een toelage te ontvangen zonder administratieve rompslomp. Ook een systeem van flexibele werkuren, afgestemd 52
Inhoud-programmaboek2012.indd 52
4/09/12 11:05
op de gezinssituatie van de werknemer, kan een concreet opvangprobleem verhelpen. Gemeentebesturen moeten alvast het goede voorbeeld geven door werk te maken van een arbeidsorganisatie afgestemd op de gezinssituatie van het gemeentepersoneel. Bij beurtrol per dienst dienen zij voor de rest van de bevolking evenwel te voorzien in langere openingstijden op bepaalde weekdagen. Het Vlaams Belang wil versneld werk maken van het wegwerken van de wachtlijsten in de kinderopvang. Per gemeente moeten voldoende opvangplaatsen zijn. Werkende ouders uit de buurt moeten voor de beschikbare plaatsen voorrang krijgen en recht hebben op goedkope kinderopvang. Het Vlaams Belang wil één centrale netwerkoverschrijdende inschrijvingslijst voor de kinderopvang. Lokaal mantelzorgnetwerk. Het Vlaams Belang pleit voor de veralgemening van de mantelzorg- of thuiszorgpremie voor personen die zieke of gehandicapte gezins- of familieleden thuis verzorgen. Rekening houdend met de gezinsdraagkracht van de mantelzorger moet deze premie een redelijke vergoeding inhouden. Daarnaast moeten de ondersteunende diensten inzake thuiszorg verder uitgebreid worden. Dat geldt vooral voor flexibele oppashulp en centra voor kortverblijf die kunnen inspringen wanneer nodig en die zo een tijdelijke verlichting kunnen betekenen voor de mantelzorgers. Indien hospitalisatie noodzakelijk is, kunnen zieken en gehandicapten zonder vervoer, alsook mensen met een beperkt inkomen, beroep doen op de vrijwilligers van de mindermobielencentrale. Gemeenten moeten zich inzetten voor een uitbreiding van deze diensten en hen beter ondersteunen. Onze partij bepleit dan ook de totstandkoming van wat wij graag een ‘lokaal mantelzorgnetwerk’ willen noemen. In dat netwerk moet vanzelfsprekend voldoende aandacht gaan naar de gemeenschapszorg voor personen met een handicap. Steden en gemeenten moeten daarbij het goede voorbeeld geven door een aanwervingspolitiek die personen met een handicap een eerlijke kans geeft. Bekwaamheden moeten de doorslag geven en niet praktische werkplekproblemen, die in de meeste gevallen op te lossen zijn. Een goed functionerend zorgverstrekkend en -dragend netwerk voor zieken, personen met een handicap en mensen op leeftijd veronderstelt infrastructurele ingrepen. Alle openbare gebouwen moeten dan ook toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Het komt nog te vaak voor dat zelfs nieuwe gebouwen met een openbare functie onvoldoende voorzieningen hebben voor andersvaliden. 53
Inhoud-programmaboek2012.indd 53
4/09/12 11:05
Mobiliteit en toegankelijkheid. In het centrum van stad of gemeenten moeten blinden en slechtzienden strategische oversteekplaatsen en risicovolle verkeerssituaties zelf aankunnen, dus zonder telkens beroep te moeten doen op hulpvaardige voorbijgangers. Informatie in gemeentehuis en bibliotheek moet eveneens op een aangepaste audiovisuele manier ter beschikking zijn van blinden, slechtzienden, doven en slechthorenden. Een inhaalbeweging in de bibliotheken van het literatuur- en informatieaanbod in braille en op geluidsdrager is een ander aandachtspunt. Voor hun verdere integratie in onze samenleving moeten mensen met een handicap ten volle gebruik kunnen maken van de traditionele vormen van openbaar vervoer. Dit openbaar vervoer moet voor hen beter toegankelijk zijn. Eventuele investeringen voor de opvang en begeleiding in onze stations zijn versneld uit te voeren. De gemeenten kunnen daarnaast - al dan niet in samenwerking met andere gemeenten - een taxidienst voor personen met een handicap opzetten met specifieke busjes. De dienstverlening moet mogelijk zijn tot middernacht, dus niet enkel tijdens de werkuren. De dienstverlening moet dus beter worden dan degene waarin zogenaamde ‘Handicars’ van het OCMW nu al voorzien. Tot slot dient er een betere controle op het gebruik van parkeerplaatsen voor mensen met een handicap te gebeuren. Deze parkeerplaatsen moeten oordeelkundig aangeduid zijn en voldoende groot in aantal. Wie misbruik maakt van deze plaatsen moet beboet worden. Sociale veiligheid voor senioren. Zeker in onze steden bestaat een groot onzekerheidsgevoel bij de senioren. Ook zij zouden vol vertrouwen de toekomst tegemoet moeten kunnen zien. Een veelheid aan factoren maakt dat evenwel niet vanzelfsprekend. Om te beginnen is er wat de beleidspartijen ‘kleine criminaliteit’ noemen. Straatcriminaliteit - zakkenrollerij, handtassenroof enzovoorts - is voor senioren allerminst een akkefietje: zij ervaren het als regelrecht banditisme en dat is het ook. Er zijn ook tal van andere problemen die senioren angstig en onzeker maken: in veel gevallen is er een gebrek aan behoorlijke voetpaden en is de openbare weg ’s avonds onvoldoende verlicht. In sommige, vooral landelijke, gemeenten is de verplaatsing met het openbaar vervoer niet vanzelfsprekend. Vaak zijn bus- en/ of tramhaltes te ver verwijderd van rusthuizen en ontmoetingscentra. De oversteektijd aan tal van verkeerslichten is te kort. In veel gemeenten is er dringend nood aan goede voet- en fietspaden die duidelijk van elkaar zijn afgebakend.
54
Inhoud-programmaboek2012.indd 54
4/09/12 11:05
Het principe van het Vlaams Belang is dat opname in een rust- en verzorgingstehuis (RVT) niet duurder zou mogen zijn dan thuiszorg. Stads- en gemeentebesturen en de OCMW’s kunnen een rol spelen in een beleid dat de opnamekosten kan helpen drukken. Tegelijkertijd bepleiten wij de overgang van tal van rusthuizen voor bejaarden naar als RVT erkende instellingen, wat hen recht op meer middelen en personeel moet geven. Sociale veiligheid betekent met andere woorden ook het garanderen van financiële veiligheid naast de best mogelijke dienstverlening en verzorging. Het Vlaams Belang is hier ook consequent: ofschoon het de gemeentelijke bevoegdheden geheel te boven gaat, pleit onze partij op nationaal niveau voor een afschaffing van de onderhoudsplicht voor behoeftige senioren en bejaarden door de kinderen en voor een overheidsgarantie voor het levensonderhoud van wie in een rusthuis is opgenomen. Veiligheid, zekerheid en ‘gerustheid’ staan of vallen met herkenbaarheid in de relatie tussen zorgvrager en zorgverstrekker. Een gedeeld taalgebruik is hierbij essentieel. Wij gaan daarbij niet voorbij aan de schandelijke taaltoestanden in de Brusselse openbare rusthuizen. In de praktijk kunnen Nederlandstalige senioren in de Brusselse rusthuizen bijna nergens in hun eigen taal terecht. Het Vlaams Belang eist dan ook dat de Vlaamse regering initiatieven neemt zodat ook Nederlandstalige bejaarden op een waardige manier - in hun eigen taal - hun oude dag kunnen doorbrengen in de Brusselse openbare rusthuizen. Het Vlaams Belang dringt er dan ook op aan om nieuwe rusthuizen pas te erkennen wanneer zij de taalwetten naleven en om bij bestaande rusthuizen een regelmatige taalcontrole uit te voeren. Zorg en wonen. De levensverwachting in Vlaanderen blijft stijgen. Tegen 2020, na de volgende legislatuur, zal net geen 30% van de Vlaamse bevolking ouder zijn dan 65 jaar. Als gevolg van de demografische evolutie stijgt de vraag naar zorg en zorgvoorzieningen. Gelukkig blijven we ons als ouderen langer fit en gezond voelen, maar de specifieke zorgvraag zal toenemen. Aan de behoefte kan door een doordacht ‘zorgwonenbeleid’ tegemoet worden gekomen. Het Vlaams Belang wenst een lans te breken voor het zogenaamde ‘zorgwonen’, zoals onder andere kangoeroe- en meegroeiwoningen. Burgers moeten een beroep kunnen doen op consulenten voor hun woningaanpassingen, domotica, premies, zorgverlening en ondersteunende diensten. Het Vlaams Belang wil dat op gemeentelijk niveau organiserende en coördinerende functies worden opgenomen in de ontwikkeling en in het plaat55
Inhoud-programmaboek2012.indd 55
4/09/12 11:05
selijke aanbod van diverse woonformules, evenals in het onderlinge overleg tussen zorgverleners. Onze partij pleit voor gedifferentieerde en gespecialiseerde vormen van zorgwonen. In samenwerking en afstemming tussen sociale actoren binnen de woonzorg kunnen in assistentiewoningen, woonzorgzones en in begeleid wonen verschillende zorggroepen door elkaar specifieke gespecialiseerde zorg ontvangen. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang wil: een gemeentelijk beleid gericht op betaalbaar wonen; een voorrangsregeling in de sociale huisvesting voor eigen inwoners; een plaatselijk sociaal loket waar men terecht kan voor advies en voor de uitbetaling van werkloosheidsvergoedingen, pensioenen en andere uitkeringen; de invoering of verhoging van een gemeentelijke geboortepremie; een ontmoetingsruimte voor senioren in elke (deel)gemeente; de toegankelijkheid van alle gemeentelijke openbare gebouwen voor rolstoelgebruikers; aangepaste oversteekplaatsen voor blinden en slechtzienden; meer mobiliteit van personen met een handicap door middel van specifiek busvervoer, dat de baan op gaat tot middernacht; dat onze steden en gemeenten niet achterblijven in de ontwikkeling van zorgwoonformules.
56
Inhoud-programmaboek2012.indd 56
4/09/12 11:05
V. Bestuurskracht We begonnen dit programma voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen met de vaststelling dat voor de Vlaming de steden en de gemeenten bestuurlijke overheden zijn waar hij van oudsher op wil vertrouwen. Steden en gemeenten moeten dan ook bestuurskrachtig zijn. Dat kan niet het geval zijn, wanneer er om de haverklap decretale wijzigingen worden doorgevoerd. In plaats van in een periode van zes jaar minstens evenveel keren het gemeentedecreet aan te passen, pleit het Vlaams Belang de komende jaren voor een einde aan de hervormingswoede. Vlaanderen moet zich assertief richten op het binnenhalen van nieuwe bevoegdheden, eerder dan zich uit te putten in het welhaast dwangmatig wijzigen wat het al binnenhaalde om zichzelf te kunnen besturen. Het Vlaams Belang richt zich liever op het kortwieken van de politisering en de machtswillekeur van intercommunales en paraprovinciale instellingen. Met het oog op een betere politieke cultuur dan we in België gewoon waren, valt daar nuttiger werk te verrichten. Wij wensen allerminst dat het Vlaanderen van de toekomst in een klein België ontaardt. Intercommunales in de pas brengen. Het Vlaams Belang pleit al lang voor een aanpak van de ondoorzichtige intercommunales. Overigens: veel colleges van burgemeester en schepenen, maar ook deputaties nemen een loopje met de decretaal verplichte zesmaandelijkse rapportering over de intercommunales. Dit versterkt het vertrouwen niet. Vooral de grote streekontwikkelingsintercommunales, maar eveneens de grote energie- en afvalintercommunales zijn uitgegroeid tot niet-verkozen tussenbesturen. Met andere woorden: de beslissingen over het aantal te bouwen sociale woningen, de factuur voor de afvalophaling, de tarieven van gas, water en elektriciteit vallen achter gesloten deuren. Ze worden bepaald door de raden van bestuur van de intercommunales in plaats van door de gemeente- of provinciebesturen. De bestuurszitjes in intercommunales en bijbehorende zitpenningen per vergadering vormen al jarenlang een troostprijs voor gezakte gemeentelijke mandatarissen van de traditionele partijen. Deel uitmaken van een raad van bestuur is ook een aanvulling op de wedde van zetelende schepen en gedeputeerden. Bovendien beschikken ze vaak niet eens over de juiste bekwaamheden of een oprechte belangstelling om hun bestuursmandaat degelijk in te 57
Inhoud-programmaboek2012.indd 57
4/09/12 11:05
vullen. Behalve de zitpenningen voor de raden van bestuur, de directiecomités, regionale adviescomités enzovoorts blijkt de jongste jaren dat de netbeheerders ook flink wat geld stoppen in toemaatjes voor de bestuurders, zoals tickets voor concerten en businessseats tijdens voetbalwedstrijden. Zelfs lokale en provinciale mandatarissen werden verwend met muziekconcerten en grootschalige recepties. Intergemeentelijke samenwerking is noodzakelijk en legitiem, maar mag niet misbruikt worden voor andere doelen. Het Vlaams Belang wil dat in eerste instantie de bevoegde schepenen en, vanuit de provincies, de bevoegde gedeputeerden de bestuursorganen invullen - en dit zonder presentiegeld. Tegelijkertijd moet een verbod komen op extralegale voordelen en dient de Vlaamse overheid als toezichthouder effectief te sanctioneren, indien mandatarissen niet aan de halfjaarlijkse verplichting tot rapportage voldoen. Verwijzing naar de gedrukte jaarverslagen en begrotingsdocumenten is daarbij onvoldoende. Deze rapportage dient mondeling te gebeuren. Lastenverlaging. Van de 89 verschillende lokale lasten zijn er 35 specifiek op kmo’s van toepassing. Het grote aantal gemeentelijke belastingen is natuurlijk een gevolg van de gemeentelijke autonomie. Hierdoor kunnen de gemeenten zowat alles belasten wat niet uitdrukkelijk verboden is. Voorbeelden van dergelijke ‘pestbelastingen’ zijn onder meer belasting op honden, belasting op wegwijzers, belasting op reclameborden, belasting op plaatsen van terrassen enzovoorts. Deze wildgroei aan belastingen betekent uiteraard een hogere administratieve druk, - voor zowel de bedrijven als de gemeenten - waar naar verhouding slechts een geringe stijging van de ontvangsten tegenover staat. In het budget 2010 vertegenwoordigden de belastingontvangsten van de Vlaamse gemeenten een bedrag van meer dan 650 euro per inwoner. Voor een gezin van vier personen betekent dit al gauw een bedrag van ruim 2.600 euro extra, naast de reeds torenhoge inkomstenbelasting, btw en andere federale, Vlaamse en provinciale belastingen. Het huidige stelsel van gemeentelijke belastingen is geenszins transparant en werken bovendien concurrentieverstorend. De bundeling van bestaande en afschaffing van niet-kostendekkende belastingen, méér fiscale eenvormigheid tussen de gemeenten onderling door de invoering van een limitatieve lijst van toegelaten bedrijfsheffingen en maximumpercentages, zullen een grote stap in de goede richting zijn. Dit zal leiden tot grotere transparantie 58
Inhoud-programmaboek2012.indd 58
4/09/12 11:05
voor de ondernemingen tegen een lagere fiscale en administratieve kost. De gemeentelijke autonomie zal grotendeels overeind blijven, terwijl de administratieve last wezenlijk zou kunnen dalen. De centrale overheid daarentegen mag de hoge kosten van eigen beleidsbevoegdheden niet langer afwentelen op de lokale overheden. Realistische begrotingsopmaak en schuldbeheersing. Verschillende steden en gemeenten kampen steeds meer met een hoge(re) schuldenberg. De komende jaren dreigen de inkomsten voor de lokale overheden te dalen, terwijl de uitgaven bijvoorbeeld voor personeelskost een steeds groter beslag leggen op het gemeentelijk budget. Dit belemmert vanzelfsprekend de ruimte voor broodnodige investeringen, het aanpakken van nieuwe uitdagingen en opdrachten of een verlaging van de gemeentelijke fiscaliteit. Bij de opmaak van de begroting moet het voorzichtigheidsprincipe en het meest realistische scenario het uitgangspunt zijn. Een rigoureuze toepassing hiervan zal de kans op budgettaire tegenvallers aanzienlijk verkleinen. Om hun taken te kunnen uitvoeren, zien gemeentelijke overheden zich vaak verplicht de lokale lasten op te trekken. Schuldafbouw en het eigen beleid in vraag durven stellen, is evenwel de beste garantie om toekomstige beleidsruimte te creëren en die zo optimaal mogelijk te benutten. Gemeentebesturen moeten initiatieven kaderen in een realistisch meerjarenplan en een taakstellend budget. Net zoals de nationale overheden hun schulden binnen de bepaalde grenzen moeten houden, kan dergelijk principe ook toegepast worden voor de gemeenten. De lokale schuld mag dan een bepaald maximumbedrag, gebaseerd op het aantal inwoners en de functies van de gemeente, niet overschrijden. Deze schuldenrem is in de Vlaamse Grondwet van de toekomst te verankeren. Open boekhouding. Openbare besturen voeren daarenboven een open, jaarrekeningconforme, transparante en tijdige boekhouding die voor iedereen toegankelijk en raadpleegbaar moet zijn, zowel voor beleidsvoorbereidende als -uitvoerende activiteiten. Dit geldt voor alle onder- en nevengeschikte overheden ongeacht hun rechtsvorm en vloeit voort uit het feit dat de belastingbetalers het recht hebben te weten wat er precies met hun belastinggelden gebeurt. Transparantie leidt tot meer verantwoordelijkheidszin en zal bestuurders aanzetten om omzichtiger om te springen met de belastingopbrengsten.
59
Inhoud-programmaboek2012.indd 59
4/09/12 11:05
Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang pleit voor: democratische controle op de handel en wandel van de intercommunales; initiatiefrecht voor de grootste politieke formatie om een gemeentelijke coalitie te vormen; wieden in lokale pestbelastingen; bundeling en plafonnering van gemeentelijke belastingen; lokale schuldafbouw.
60
Inhoud-programmaboek2012.indd 60
4/09/12 11:05
VI. Harmonie mens, milieu en energie Een gezond leefmilieu is belangrijk voor het lichamelijke en het geestelijke welzijn van de Vlamingen. Bovendien hebben wij als Vlaams Belang een fierheid en een verantwoordelijkheid ten aanzien van ons mooie Vlaamse land. Vanuit die uitgangspunten wil het Vlaams Belang een positief milieubeleid bewerkstelligen. Dit betekent dat wij een beleid willen waarbij we de burger willen aanmoedigen om op een positieve wijze deel te nemen en mee te werken aan een betere en gezondere leefomgeving. Dit betekent ook dat wij staan voor een beleid zonder allerhande verkapte belastingen, zoals ecotaksen en milieuheffingen. Geen heffingen, maar duurzaamheid. Vele milieuheffingen zijn zogenaamde milieubelastingen voor de bescherming van ons leefmilieu. Het zijn nochtans in de meeste gevallen slecht vermomde belastingverhogingen. Voor ons is het belangrijker om de burgers mee te doen inzetten op duurzaam energieen grondstoffengebruik en op milieuvriendelijke consumptie en -productie. Meer middelen voor milieuhandhaving. Het Vlaams Belang is van mening dat bestraffing in geval van milieuvervuiling de logica zelve is. De gemeenten kregen een belangrijke taak toegewezen inzake milieuhandhaving, doch de handhaving blijft in vele gevallen dode letter. Er wordt onvoldoende werk gemaakt om milieudelicten op te sporen, laat staan dat er een handhavingsbeleid gevoerd wordt. De Vlaamse overheid stelt hiervoor onvoldoende middelen ter beschikking van de lokale besturen. Het Vlaams Belang meent dat milieuovertreders gewezen moeten worden op hun verantwoordelijkheid en bestraft moeten worden. Dit betekent niet dat dit een rondje ‘bedrijven pesten’ moet worden. Wie vervuilt, betaalt. Zo simpel is dat. De vervuiler bijkomend aan de schandpaal nagelen en hem in de toekomst geen enkel krediet meer geven, hoeft ook niet. We gaan ervan uit dat een bedrijf dat - bijvoorbeeld door een fout in een productieproces - de omgeving vervuilt met de betaling van een boete en het herstel van de schade zeker niet in herhaling zal willen vallen. Afval en afvalverwerking. Om het probleem van de afvalberg verder te beperken kiest het Vlaams Belang voor afvalpreventie, beginnend met een lokale afvalinventaris, en voor het bannen van schadelijke producten waar mogelijk. Onze partij kiest voor selectieve afvalophaling en het hergebruik van grondstoffen. Afval dat niet meer voor gebruik in aanmerking komt, 61
Inhoud-programmaboek2012.indd 61
4/09/12 11:05
willen wij uiteraard milieuvriendelijk verwerken. Allerhande aparte ophaalsystemen hebben de restafvalberg doen verminderen, maar er is een toename van de apart ingezamelde afvalstromen. De bevolking sorteert de verschillende afvalstromen behoorlijk, waardoor recyclage makkelijker wordt. Het Vlaams Belang wil echter het aantal betalende afvalfracties zo laag mogelijk houden. De openingsuren van de containerparken dienen zo ruim mogelijk te zijn. Iedereen moet de mogelijkheid hebben (ook de werkende gezinnen) om zijn afval buiten de kantooruren aan te bieden. Zwerfvuil is in heel wat steden en gemeenten een doorn in het oog. Het geeft een slechte uitstraling en een onaangenaam gevoel in de onmiddellijke leefomgeving. Elke burger, groot of klein, moet het signaal krijgen dat afval in de daarvoor voorziene vuilbakjes hoort. Er moeten voldoende en goedgeplaatste afvalbakjes worden voorzien, die frequent worden geleegd. Schoolgaande jeugd en andere doelgroepen, moeten het vanzelfsprekend leren vinden om hun afval ofwel mee te nemen of om het achter te laten in de vuilbakjes. De omwonenden hebben immers recht op een propere woonbuurt. Gemeentebesturen dienen geregeld een zwerfvuilcampagne te organiseren. Een regelmatig gezamenlijke aanpak van grote schoonmaak van de buurt kan de burgers en schoolgaande jeugd ervan doordringen dat een mooie, ordelijke en nette gemeente, wijk en buurt een dagelijkse inspanning vergt. Elke wijk van de gemeente moet wekelijks bezocht worden door straatvegers. Zij kunnen ook ingeschakeld worden om sluikstorters aan te pakken. Gemeentelijke inzamelpunten voor afval (zoals de glasbollen en kledingcontainers) moeten zo georganiseerd worden dat ze geen hinder vormen voor omwonenden. Ook op deze plaatsen moet nauwgezet toegekeken worden op sluikstorten. Natuurbehoud schoeien op Vlaamse leest. Vlaanderen is zeker niet te klein voor echte, open natuur. Waar de verstedelijking stevig heeft toegeslagen, kan een kleinschalige aanpak al soelaas brengen. Daartoe moet er voldoende natuur in de gemeentelijke ruimtelijke planning een plaats krijgen. Bossen, natuurzones en parkjes verdienen bescherming en gestadige uitbreiding waar mogelijk met aanpalende plantsoenen, groene speeltuinen enzovoorts. Deze fijnmazige, groene infrastructuur moet ook haar rol kunnen spelen op het vlak van beleving van natuur- en erfgoedwaarden en ontspanning. Daarom moeten bossen en parkjes ook zo ruim mogelijk toegankelijk zijn voor iedere natuurliefhebber via een gepaste infrastructuur en bijhorende omkadering. 62
Inhoud-programmaboek2012.indd 62
4/09/12 11:05
Netheid en rust van deze natuurzones en groene plekken verdienen bijzondere aandacht. Inwoners moeten door concrete acties (zoals stoeptuintjes) op maat aangezet worden hun onmiddellijke leefomgeving meer natuurlijk en oorspronkelijk te maken. Een gezonde bezorgdheid voor mens, dier en natuur is voor het Vlaams Belang van groot belang. Het gebruik van pesticiden is vaker wel dan niet overdreven en buitensporig. Onwetend gebruiken al te veel burgers pesticiden die bijzonder schadelijk zijn voor dieren zoals bijen en vlinders. Alternatieve bestrijdingsmethoden verdienen promotie en ondersteuning door de stedelijke en gemeentelijke overheden, vermits ze vaak pas renderen in een grootschaligere benadering. Natuurlijk bermbeheer dat natuurlijke vijanden van akkerplagen aantrekt, is een voorbeeld. Meer gemeentelijk rioleringsinitiatief. De EU-Richtlijn inzake integraal waterbeleid stelt dat tegen 2015 de nodige maatregelen moeten genomen zijn zodat al het oppervlaktewater van voldoende goede kwaliteit zou zijn. De laatste jaren werden grote inspanningen gedaan voor de uitbouw van het gescheiden rioleringsnetwerk en de aansluitingen van rioleringen op waterzuiveringsinstallaties. Het gemeentelijk niveau staat in voor het netwerk van rioolaansluitingen, riolen en grachten voor de afvoer van water. Het regenwater moet daarbij op een zo natuurlijk mogelijke wijze haar weg zoeken. Het afvalwater moet worden gezuiverd voor lozing in de natuur. Collectoren brengen het afvalwater naar grote zuiveringsinstallaties, waar het water gezuiverd wordt. Deze infrastructuur overstijgt vanzelfsprekend het gemeentelijke niveau. Door de verspreide bewoning hebben de Vlaamse steden en gemeenten op vlak van de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel nog een inspanning te leveren. Tegelijkertijd is een groot deel van de reeds bestaande rioleringen slecht onderhouden. Er blijven dus op dit vlak twee grote uitdagingen: de verdere uitbouw van het netwerk en het onderhoud en de renovatie van bestaande en oudere netwerken. Vlaanderen zal deze grote inspanning moeten spreiden en zal daarvoor van de Europese Unie uitstel kunnen krijgen tot ten allerlaatste 2027. Het zal dan wel overtuigend de praktische bezwaren moeten aantonen om de werken niet vroeger te kunnen voltooien. De grote kosten om zo goed als geheel Vlaanderen aan te sluiten op moderne riolering doen de Vlaamse overheid steden en gemeente verplichten een planning op te stellen voor de rioleringswerken op hun grondgebied. Een spreiding in de tijd en het opstellen van een prioriteitenlijst voor aanleg en onderhoud is 63
Inhoud-programmaboek2012.indd 63
4/09/12 11:05
noodzakelijk. Het Vlaams Belang is er voorstander van dat lokale besturen hun aandeel in de saneringsbijdrage dat wordt verrekend via de waterfactuur volledig gebruiken om te investeren in rioleringen. Daarnaast zou het ook logisch zijn dat steden en gemeenten een groter deel van hun algemene middelen in waterzuivering investeren. De huidige praktijk in het aanleggen van rioleringssystemen is in vele gevallen te duur en inefficiënt. Lokale overheden moeten oog krijgen voor meer kleinschalige en goedkopere maar efficiëntere ingrepen. Scheiding van regen- en afvalwater als norm. Onze partij wil in de bouwaanvragen van verkavelingen niet enkel gescheiden afvoer van regenwater en afvalwater waarborgen, maar tevens een behoorlijke afwatering verplichten. Woningen die niet op het rioleringsnet zijn aangesloten, zullen in de toekomst in eigen waterzuivering moeten voorzien. Het Vlaams Belang is van oordeel dat het gemeentebestuur deze verantwoordelijkheid op zich moet nemen en individuele afvalwaterbehandelingsinstallaties moet financieren. Daartegenover moet de eigenaar voortaan ook rioleringskosten betalen. Nog steeds worden bouwvergunningen afgeleverd voor percelen in landelijk gebied waar nog geen verbinding is met een riolering. De gemeenten moeten de nodige maatregelen nemen zodat alle percelen aangesloten zijn op een gescheiden rioleringsstelsel of een individuele of lokale waterzuiveringsinstallatie. Onze waterlopen in de hand houden. Het grachtenstelsel dient in landelijke gebieden geherwaardeerd en, waar mogelijk, opnieuw ingevoerd te worden. De gemeentelijke overheid dient natuurgebieden, landschappen en landschapselementen blijvend te beschermen. Het gemeentebestuur moet voldoende aandacht hebben voor de waterbeheersing op zijn grondgebied. In de strijd tegen overstromingen, is een goede afwatering bijzonder belangrijk. De gemeente moet als vergunningverlener nauwgezet de watertoets uitvoeren. Bij de beslissing over een vergunning en plan moet rekening worden gehouden met de mogelijke nadelige gevolgen voor het watersysteem en voor de functies die het watersysteem voor de mens vervult. Als er te grote risico’s zijn op wateroverlast, kan worden beslist om geen vergunning te verlenen of om beperkingen op te leggen. Soms zal het nodig zijn om een aantal compenserende maatregelen te verplichten (bijvoorbeeld verhardingen met doorlaatbare materialen). Indien gronden in het gewestplan 64
Inhoud-programmaboek2012.indd 64
4/09/12 11:05
zijn ingekleurd als woonzone, maar toch in risicogebied voor overstromingen gelegen zijn, dan dient bij een ruimtelijke herbestemming planschade te worden uitbetaald. De steden en gemeenten moeten inzetten op natuurvriendelijk beheer van grachten en waterlopen en deze integreren in hun groenstructuur. Dure energie is daarom niet duurzaam. Uiteraard ligt de hogere prijs voor energie tegenover onze buurlanden onder vuur. Vaak is daarbij de quasimonopoliepositie van de grote producenten kop van jut. Niet onterecht, natuurlijk. De kritiek gaat evenwel te gemakkelijk voorbij aan de rol van steden en gemeenten. Zij hebben baat bij distributienetbeheerders (de vroegere intercommunales), die, verenigd in Eandis en Infrax, hoge kosten aanrekenen aan de verbruikers voor het onderhoud van het distributienet. De lokale overheden ontvangen immers een hoog dividend (7%) voor hun participatie in het distributienetbeheer. Van de geïnde gelden gaat slechts een beperkt aandeel naar het investeren in energie-efficiëntie en een duurzame infrastructuur, die ecologisch verantwoord de kosten voor de eindverbruiker zou kunnen helpen drukken. Het Vlaams Belang stelt zich hierbij twee vragen: moet de winstuitkering aan de gemeenten als aandeelhouders zo hoog zijn en kan de vergoeding die de distributienetbeheerders (tot 40% op de energiefactuur!) vragen door kostenbesparingen niet naar omlaag? Er gaan zelfs stemmen op die er voor pleiten de gemeenten te ontheffen van hun rol in de verdeling van energie. Tegen 2018 moeten de aandelen die Electrabel nog heeft binnen de intercommunales verkocht zijn. Het valt aan te nemen dat tegen die tijd hoge dividenden voor de gemeenten zullen komen te vervallen. Het Vlaams Belang vraagt zich af of een horizontale integratie van de distributienetbeheerders geen goede zaak zou zijn. Indien de distributie op Vlaams niveau zou worden georganiseerd, staat de Vlaamse overheid voor de uitdaging de distributienetten over te nemen en de gemeenten te vergoeden voor hun inbreng. Op dit ogenblik is onduidelijk hoe de Vlaamse regering dat financieel rond zou krijgen. Minder bestuur, meer netbeheer. De voorbije maanden sloten de traditionele partijen een politiek akkoord over het schrappen van enkele honderden politieke mandaten in de Vlaamse energie-intercommunales die instaan voor de distributie van elektriciteit en gas. Het akkoord voorziet in de afschaffing van directiecomités, colleges van commissarissen en corporate governance 65
Inhoud-programmaboek2012.indd 65
4/09/12 11:05
comités en in de afslanking van regionale adviescomités bij Eandis (koepel van gemengde distributienetbeheerders) en Infrax (koepel van niet-gemengde distributienetbeheerders). Het Vlaams Belang merkt al jarenlang op dat een intercommunale geen tientallen bestuurders nodig heeft om een distributienet op een efficiënte manier te beheren. Eandis schrapt 570 bestuursmandaten. Infrax moet wat ons betreft minimaal dezelfde inspanning leveren, maar slaagt er blijkbaar momenteel niet in om alle intercommunales onder haar paraplu dezelfde inspanning te laten leveren. In het hoofdstuk van dit programma over de bestuurskracht van Vlaamse steden en gemeenten geven we aanvullende kritiek op het beheer van de intercommunales. Focussen op sociaal energiebeleid. Gemeenten moeten een laagdrempelig energieloket integreren in het woonloket waar (kandidaat-)huurders en eigenaars terecht kunnen voor informatie, ondersteuning en begeleiding op maat rond energiebesparing, energierenovatie en energiezuinig bouwen en verbouwen. Dit energieloket voorziet eveneens informatie over de bestaande ondersteuningsmechanismen in verband met energiebesparing en woonkwaliteit en informeert over rechten en plichten op de energiemarkt zoals de (keuze van de) energieleverancier en de zogeheten sociale ‘openbaredienstverplichtingen’. Het lokale beleid staat het dichtst bij de mensen. Gemeenten en OCMW’s hebben de instrumenten om kansengroepen te bereiken, te sensibiliseren en te helpen. Vooral voor deze groep mensen zijn besparingen op de energiefactuur van groot belang. De middelen die de gemeenten vrijmaken voor hun energiebeleid dienen dan ook prioritair op een sociale manier te worden besteed. Een gemeentelijke subsidie van 500 euro voor investeringen in zonnepanelen klinkt goed, maar kan het budget voor die tientallen (of meer) bonussen van 500 euro niet beter ingezet worden om oude, slecht geïsoleerde woningen te verbeteren wanneer de bewoners zelf niet de mogelijkheden hebben om zonnepanelen te installeren? Het Vlaams Belang wil nog grotere inspanningen op lokaal vlak wat rationeel energiegebruik betreft. Zo niet blijven alle andere lokale inspanningen een wat schijnheilige vertoning. We denken bijvoorbeeld aan de aanpassing van gemeentelijke gebouwen door drukknopsystemen, wekelijks instellen thermostaten afhankelijk van gevraagde warmte, verlichtingscontroleborden, plaatsen van energiemeters en tussenmeters, energieaudits en -boekhouding, investeringen in zonneboilers en warmtepompen en het uitwerken van lastenboeken met het oog op energie-efficiëntie bij verbouwing of nieuwbouw van gemeentelijk patrimonium. 66
Inhoud-programmaboek2012.indd 66
4/09/12 11:05
Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang bepleit: positief milieubeleid waarbij prikkels voorrang krijgen op heffingen en belastingen; werkzame, goedkope, regelmatige en gescheiden gemeentelijke ophaling van klein én grof huisvuil; meer toezicht op vervuilende activiteiten ter bescherming van ons leefmilieu; meer gemeentelijke investeringen in de zuivering van afvalwater; subsidiereglement voor de opvang van regenwater en het gebruik ervan; grachten herwaarderen in strijd tegen overstroming; maximaal toepassen van watertoets en toetsen aan vergunning; strijd voeren tegen sluikstorten en zwerfvuil; participatie van de bevolking bij allerhande projecten en campagnes; behoud en opwaardering van bossen en parken en kleine groenzones; bescherming van mens en dier door terugdringen van pesticidengebruik; eerlijke politieke discussie zonder kunstgrepen en rookgordijnen over de betaalbaarheid van energie voor iedereen, wat prioriteit nummer één moet zijn; gelijke inspanning van alle distributienetbeheerders om minder met politiek en meer met netbeheer bezig te zijn; integratie van een energieloket in het sociaal loket of woonloket van stadswijk en gemeente.
67
Inhoud-programmaboek2012.indd 67
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 68
4/09/12 11:05
VII. Verkeer en bereikbaarheid Om tot een globale en grondige oplossing van het mobiliteitsprobleem te komen, moet de overheid een hele batterij samenhangende maatregelen nemen. Deze hebben te maken met de verkeersinfrastructuur, het beter beheersen en efficiënter afwikkelen van de verkeersstromen, het verkeersreglement, het openbaar vervoer en de fiscaliteit. Het uitblijven van een degelijk beleid heeft geleid tot het dichtslibben van onze steden en autowegen. Het vastlopen van het verkeer heeft inmiddels een zodanige omvang aangenomen dat het zowel maatschappelijk, economisch als ecologisch contraproductief en ronduit schadelijk is. Een verstandige ruimtelijke ordening kan een duurzame en milieuvriendelijke oplossing van de vervoersproblemen bevorderen. Men moet streven naar een concentratie van de woon-, werken ontspanningsfuncties in de bestaande woonzones en de stedelijke kernen (zogeheten ‘inbreiding’). Een geïntegreerd beleid veronderstelt evenwel een concentratie van alle relevante bevoegdheden op gewestniveau, Vlaanderen dus. Dicht bij het werk wonen: in de stad. Het Vlaams Belang is ervan overtuigd dat het stopzetten van de stadsvlucht noodzakelijk is om de verkeersproblemen écht te kunnen oplossen. De stadsvlucht kaartten we al aan in het immigratieluik van het openingshoofdstuk van dit programma, maar ook in het hoofdstuk over welzijn en sociale voorzieningen. De Vlamingen opnieuw overtuigen in hun steden te wonen, vereist een hele reeks maatregelen: een écht, daadwerkelijk vreemdelingenbeleid, een harde aanpak van de criminaliteit, de sanering van de verloederde wijken en het bevorderen van de culturele uitstraling van onze steden. Momenteel is 12.500 euro van de aankoopprijs van de gezinswoning vrijgesteld van registratierechten. Voor wonen in de stad zijn wij voorstander van een gevoelige verhoging van de vrijstelling. Zulke financiële stimuli kunnen mensen over de streep helpen trekken, maar zullen als zodanig nooit de grote terugkeerbeweging naar de stad op gang brengen. Veiligheid, netheid en goede dienstverlening geven de doorslag. Wat aanvullend ook zou kunnen helpen, is voor verschillende sectoren - en zeker voor de overheidsdiensten - over ruimere mogelijkheden en vormen van tele- of thuiswerken te onderhandelen. De moderne technologie geeft kansen genoeg om een breed scala van opdrachten thuis af te handelen en desgevallend te laten coachen en monitoren door chefs en diensthoofden. 69
Inhoud-programmaboek2012.indd 69
4/09/12 11:05
We mogen niet vergeten dat wonen in de stad het stallen betekent van de gezinswagen. Het Vlaams Belang pleit dan ook voor een mobiliteitsbeleid waar ruimte blijft voor de wagen. Steden moeten dus voldoende toegankelijk blijven en er moet voldoende (betaalbare) parkeerruimte voorzien worden. Wat het openbaar vervoer betreft, vinden wij dat de dienstverlening verder uitgebreid moet worden, bijvoorbeeld naar industrieterreinen. Liever dan een politiek van ‘alles kan gratis’, pleiten wij voor een politiek van ‘alles kan beter’. De beleidspartijen in dit land willen rond Brussel nog steeds een Gewestelijk Expresnet (GEN) aanleggen. Het Vlaams Belang is tegen dit GEN gekant. Immers, een dergelijk Vlaams-Brabants voorstadsnet zou de stadsvlucht, de verdere verstedelijking en de verfransing van deze Vlaamse provincie alleen maar in de hand werken. Bovendien zal hierdoor het verkeer buiten Brussel nog toenemen. Het probleem wordt hiermee slechts deels verplaatst, maar allerminst opgelost! Vlotte en ongehinderde mobiliteit. Het Vlaams Belang pleit voor vlot en veilig verkeer. Voor een vlotte en veilige verkeersafwikkeling is het aangewezen de verkeersstroom met een zo gelijkmatig mogelijke snelheid te laten verlopen. De inrichting dient dan elke stremming van de verkeersstroom zoveel mogelijk te vermijden. Dit betekent onder andere: minder kruispunten, het zo veel mogelijk vervangen van verkeerslichten door voldoende grote ronde punten, het aanleggen van aparte rijstroken voor bestemmingsverkeer waar mogelijk, het bestrijden van dubbelparkeren en het weren van doorgaande vrachtwagens uit de dorpskommen en stadscentra. De signalisatie dient korte wachttijden te voorzien op kruispunten en aan verkeerslichten. Dit kan onder meer door het gebruik van slimme verkeerslichten en het realiseren van zogenoemde ‘groene golven’. De overheid moet, waar dat kan, maatregelen nemen die het vrachtvervoer via de binnenvaart en het spoor bevorderen. Bij ongevallen moet de weg zo snel mogelijk worden vrijgemaakt. Dat is in heel wat Vlaamse steden en gemeenten minder vanzelfsprekend dan op het eerst gezicht zou lijken. De lokale besturen kunnen hier zeker hun verantwoordelijkheid nemen. Onze partij wil een inkomenscompensatievergoeding uitkeren aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van wegenwerken. Vooral als die niet tijdig worden opgeleverd door de aannemers, is de wanhoop vaak groot. Wij wensen dat bij overschrijding van de bij contract vastge70
Inhoud-programmaboek2012.indd 70
4/09/12 11:05
legde bouwtermijnen het Participatiefonds de geleden schade zou kunnen verhalen op de bouwonderneming zelf. Zij is immers verantwoordelijk voor de termijnoverschrijding. Het feit dat zelfstandigen hun zaak openhouden tijdens werken mag niet tot gevolg hebben dat zijn uitgesloten worden voor het aanvragen van een compensatie. Bus, tram en metro: frequent en veilig. De frequentie van het openbaar vervoer moet verhogen, ook in het weekeinde. Voor alle openbaar vervoer is het Vlaams Belang voorstander van interstedelijke nachtverbindingen. Het Vlaams Belang wil bovendien de dichtheid van het openbaar vervoersnet vergroten. De dichtheid van het net moet beantwoorden aan de vraag van de gebruikers. De netverbindingen mogen niet uitsluitend rond een stad worden aangelegd. Het is noodzakelijk ook de randgemeenten rechtstreeks met elkaar te verbinden. Knooppunten van woon-werkverkeer, woon-schoolverkeer, woon-vrijetijdsverkeer en woon-winkelverkeer moeten met de andere centra op een degelijke en vlotte manier verbonden worden. Extra aandacht is nodig voor de veiligheid in het openbaar vervoer. In metrostations, tram- en bushaltes die als onveilig bekend staan, moet de aanwezigheid van de politie drastisch stijgen en dienen er bewakingscamera’s te komen. Tevens dient door de inrichting van haltes en metro-infrastructuur een aangename en veilige omgeving geschapen te worden (voldoende verlichting ’s avonds, voldoende open ruimte). Onbekommerd te voet en met de fiets. Het voetgangersverkeer moet zoveel mogelijk aangemoedigd worden door het aangenaam en veilig te maken. Het Vlaams Belang wil ruime en goed verlichte voetpaden die de voetgangers maximale veiligheid bieden. Als alternatief voor het afleggen van korte afstanden, levert de fiets ongetwijfeld een bijdrage tot een grotere leefbaarheid van onze steden en gemeenten. Daartoe moeten wel een aantal voorwaarden worden vervuld. De gemeenten moeten zich blijven bezighouden met de aanleg van veilige en goed onderhouden fietspaden en met de aanleg van veilige en gebruiksvriendelijke fietsparkings. Verder moeten de gemeenten voorzien in fietsvriendelijke en autoluwe straten rond de scholen en in fietssluizen aan de verkeerslichten. Trage wegen moeten, waar nodig in overleg met buurtbewoners, veilige en rustige alternatieven vormen voor drukke verkeersaders. Snelheid intelligent beheersen. Gelijkvormig uitgevoerde verkeersremmers, zoals snelheidsremmende stroken, zijn nuttig op plaatsen die vanwege 71
Inhoud-programmaboek2012.indd 71
4/09/12 11:05
het autoverkeer onveilige situaties opleveren. Het Vlaams Belang wil slechts een weloverwogen verdere invoering van de zone-30, bijvoorbeeld aan scholen en rusthuizen. Gemeenten mogen deze in principe goede maatregel niet te pas en te onpas invoeren, anders holt deze bijkomende afremming zichzelf uit. Tot slot vraagt het Vlaams Belang dat bij de (her)aanleg van straten en pleinen zeker ook aandacht zou gaan naar infrastructurele maatregelen die beter rekening houden met de veiligheid van motorrijders. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang wil werk maken van: openbaar vervoer dat zijn dienstverlening uitbreidt naar industriezones; eerder goed en frequent openbaar vervoer dan gratis openbaar vervoer; promoten en inplanten van voldoende carpoolparkings; het doen dalen van de vele dodelijke verkeersongelukken bij motorrijders door bijzondere aandacht voor hun kwetsbaarheid bij de heraanleg van verkeersinfrastructuur; meer aandacht voor de veiligheid in het openbaar vervoer: onveilige stations en haltes moeten meer politiebewaking krijgen; goed verlichte, brede voetpaden; goed onderhouden fietspaden en volgehouden inspanning in de aanleg van nieuwe fietspaden; veilige en gebruiksvriendelijke fietsparkings; een herwaardering van de zogenaamde ‘trage wegen’. fietsvriendelijke en autoluwe straten rond de scholen; fietssluizen aan de verkeerslichten; een verstandig gebruik van verkeersremmers.
72
Inhoud-programmaboek2012.indd 72
4/09/12 11:05
VIII. Optimaliseren van de ruimtelijke structuur Ruimtelijke ordening is nog steeds een knelpunt in dit land. Lintbebouwing, de ondoordachte inplanting van industrieterreinen of (mega)winkelcentra, de hoogbouw aan de kust: jarenlang was zowat alles toegelaten en de overheid kneep meer dan eens een oogje dicht. Het panorama van Vlaanderen oogt dan ook niet altijd even fraai. De politiek moet nu het puin ruimen van een fout beleid uit het verleden en proberen wat meer orde te brengen in de bouwkundige chaos. En ook dat gebeurt helaas niet altijd doordacht of rechtvaardig. Verstedelijking: hypotheek op de toekomst. Daarbovenop komt de verstedelijking verder opzetten. In het laatste decennium was er een aangroei van de Belgische bevolking door immigratie van 500.000 personen. Het grootste deel van deze nieuwkomers komt in de Vlaamse steden terecht (35% in Brussel gevolgd door Antwerpen met 20%). Door de immigratiebepaalde demografische ontwikkelijkingen in de steden neemt de druk op de stadsrand en het buitengebied steeds verder toe. Mensen ontvluchten de drukte en de samenlevingsproblemen in de grote steden en zoeken de kleinere steden en het platteland op. Hierdoor ontstaat een grote druk op de buitengebieden. Aangename en goedgelegen woongemeenten worden overspoeld door nieuwkomers waardoor grondprijzen blijven stijgen. De jongere generaties worden gedwongen hun eigen gemeente te verlaten in de zoektocht naar betaalbaar wonen. Wie dus stelt dat immigratie enkel een probleem is van de steden, dwaalt. Het huidige omvangrijke migratievraagstuk kent alleen verliezers, zo stelden we al bij aanvang van dit programma. Tot in de kleinste dorpen voelen we de druk van de steeds grotere overbevolking. Dit is één van de belangrijkste uitdagingen van de toekomst. Vlaanderen is al een van de dichtstbevolkte gebieden van Europa. Om verdere druk tegen te gaan moet ook de inwijking stoppen. Wanneer er in Vlaanderen via legale inwijking jaarlijks een stad bijkomt, is dat een onhoudbare situatie. Naast vele andere gevolgen heeft de immigratie dus ook een rechtstreekse impact op woonomgeving, ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling. Werken, wonen en ontspannen… op mensenmaat. Een overheidsbevraging vorig jaar maakte duidelijk wat de Vlaming van zijn of haar leefomgeving verwacht. Wonen in leefbare maar compacte steden en dorpen met veel groen waar werken, schoolgaan en winkelen zich dicht bij huis bevinden 73
Inhoud-programmaboek2012.indd 73
4/09/12 11:05
en waar bestaande bedrijventerreinen efficiënt worden gebruikt. Aldus het ideaalbeeld van de meeste Vlamingen. Zo kan de versnippering van het landschap stoppen en blijft de resterende open ruimte bewaard voor duurzame landbouw, natuurontwikkeling en recreatie. Bovendien is het een alternatief voor de volgens ons weliswaar gerechtvaardigde, maar steeds hogere kosten om verafgelegen woningen en bedrijven aan te sluiten op nutsvoorzieningen, zoals riolering en te voorzien van kwalitatief openbaar vervoer. Hiervoor is een andere aanpak van het ruimtelijk beleid meer dan nodig. Steden en gemeenten dragen hiervoor een belangrijke verantwoordelijkheid. Ruimtelijke structuur verstandiger ontwerpen. Een leefbaar Vlaanderen is alleen maar mogelijk met een verstandige visie op ruimtelijke ordening. Een visie die de landelijke gebieden wil vrijwaren en landelijk houden, maar die ook de steden opnieuw aantrekkelijker wil maken als groeipolen voor wonen, werken en ontspannen. Volgens ons moet de klemtoon liggen op een concentratie van menselijke activiteiten en op inbreiding. De zeldzame natuurgebieden en open ruimtes kunnen in volle samenspraak met onder meer de landbouwsector en de sector van het streektoerisme waar mogelijk worden beschermd, uitgebreid en toegankelijk worden gemaakt. Het Vlaams Belang pleit dan ook krachtig voor een in de hand houden van de verstedelijking. Zo is de beslissing waarin de Vlaamse regering toestaat dat in de Vlaamse gordel rond Brussel wordt afgeweken van de beperking van het aantal bouwlagen tot maximaal twee een stap in de verkeerde richting. In plaats van de verstedelijking en de ontnederlandsing tegen te gaan, werkt deze maatregel deze tendens net in de hand. Ook grote winkelprojecten aan de randen van grote en kleinere steden die wegen op de algemene mobiliteit en de leefbaarheid van de stadskernen moeten worden geweerd. Het Vlaams Belang is een moderne en toekomstgerichte partij die niet fundamenteel weigerachtig staat tegenover grote projecten, maar ze moeten zinvol, nuttig en betaalbaar zijn. Bovendien mogen ze het plaatselijk draagvlak niet overstijgen en moeten ze open groene ruimte ontzien of bijkomend creëren. Vormgeving van stad en dorp. Het Vlaams Belang dringt aan op een volwaardige visie op stads- en streekontwikkeling. Hierbij dient naast het economische aspect ook aandacht te worden besteed aan het naar uitzicht aflijnen van steden en bebouwde kommen. Het spreekt dan ook voor zich dat, wat ons betreft, de strijd tegen lintbebouwing nog niet is gestreden. Gemeenten moeten, in tegenstelling tot wat vandaag gangbaar is, hun kernen versterken zonder te verstedelijken en te ontgroenen en hun open ruimte vrijwaren. 74
Inhoud-programmaboek2012.indd 74
4/09/12 11:05
De verschillende overheden moeten de politieke wil mobiliseren en de moed opbrengen om de ruimtelijke inplanting van onze steden en gemeenten beter in overeenstemming te brengen met hun natuurlijke omgeving. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de verhouding tussen het stadsweefsel en de beddingen van rivieren en andere grote natuurlijke structuren. Er is dringend nood aan een dieper besef van de betekenis van een verantwoorde ordening van steden en dorpskommen voor de lokale gemeenschap en de identiteits- en omgevingsbeleving van de inwoners. Leefbare woonkernen. Om open ruimte in het buitengebied te behouden, moeten de woonkernen leefbaar blijven of worden volgens het hoger beschreven ideaal van de gemiddelde Vlaming: wonen, leven en werken op mensenmaat. In de woonkernen moet er vooral aandacht zijn voor betaalbare wooneenheden voor de eigen bevolking. De ruimtelijke ontwikkelingen moeten een moderne integratie van het autoverkeer waarborgen zonder de bereikbaarheid in het gedrang te brengen. Het toenemend fietsers- en voetgangersverkeer moet ruimte krijgen zonder andere weggebruikers te hinderen. Bouwrichtlijnen moeten rekening houden met de maatschappelijke en historische context en de samenhang waarborgen van wijken en buurten, straten en pleinen. Beton en arduin kunnen geen samenleving veranderen. De kunstmatige inplanting van een bibliotheek of andere infrastructuur geldt niet als bestrijding van ernstige samenlevingskankers. Ruimtelijke ordening op zich kan enkel de evolutie ondersteunen en is geenszins de locomotief van samenlevingsheropbouw of een leefbaarheidsbeleid. Het Vlaams Belang wil een bouwstop voor moskeeën. De bestaande moskeeën moeten voldoen aan strenge bouwvoorschriften in overeenstemming met het desbetreffende voorstel van decreet van het Vlaams Belang. Ademruimte door saneren én investeren. Vlaanderen heeft een nijpend tekort aan voldoende bedrijventerreinen. Oude, verlaten en vervuilde bedrijventerreinen zijn versneld te saneren, terdege aan te sluiten op nutsinfrastructuur en aan kandidaat-ondernemers ‘sleutel-op-de-deur’ ter beschikking te stellen. Stedelijke buurten die voldoende toegankelijk zijn, maar lijden aan leegstand en verkrotting, komen prioritair in aanmerking voor de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen.
75
Inhoud-programmaboek2012.indd 75
4/09/12 11:05
Het Vlaams Belang pleit voor baanbrekende fiscale stimuli om renovatie en verantwoord hergebruik van verwaarloosde sites aan te zwengelen. Burgemeesters moeten actief samenwerken om bijzondere investeringsvoordelen te kunnen onderhandelen met de federale belastingdiensten. Een dergelijke maatregel zou zich onmiddellijk vertalen in bijkomende directe en indirecte tewerkstelling en in economische groei met aanzienlijk terugverdieneffect. Deze benadering moet hand in hand gaan met de afspraken in het kader van de Vlaamse brownfieldconvenanten. Vriendelijk voor landbouw. Milieubewegingen wijzen de landbouw nog al te vaak met de vinger. Nochtans zorgt de landbouw er in heel wat streken in Vlaanderen voor dat het groene karakter behouden blijft. Het Vlaams Belang wil de kleine en familiale landbouw opnieuw een eerlijke kans geven. Dat is niet alleen belangrijk voor ons milieu, maar ook voor onze gezondheid. Het Vlaams Belang beschouwt de landbouw overigens als een strategische sector die niet mag verloren gaan, zo niet worden we voor onze voedselproductie totaal afhankelijk van het buitenland. Wij menen dat in principe de landbouw geen factor van milieuverstoring hoeft te zijn. De lokale overheden moeten een beleid voeren dat de plaatselijke landbouw haar rechtmatige plaats toekent. Geïntegreerd erfgoedbeleid. Het Vlaams Belang is als zelfbewuste partij trots op Vlaanderen en zijn erfgoed. Wij zijn ons ten volle bewust van de eigen cultuurhistorische troeven. Veel beleidsmakers beschouwen erfgoed echter nog al te vaak als een vervelend obstakel in de realisatie van ‘hun’ stedenbouwkundige vernieuwingsprojecten. De ruimtelijke planning is daarbij vaak tegengesteld aan een goed erfgoedbeleid. Voor het Vlaams Belang vormt ons erfgoed geen obstructie, maar een verrijking mits een geïntegreerde beleidsvisie met een belangrijke verantwoordelijkheid voor de lokale overheid. Zo kan de restauratie en conservatie van een historisch gebouw, bouwkundig geheel of archeologische site, perfect gepaard gaan met een creatieve herbestemming: het inrichten van expositieruimtes, de aanleg en onderhoud van parkzone, stimuli voor de horeca enzovoorts; waardoor restauratie, creatie en recreatie of verleden, heden en toekomst hand in hand gaan. Ons lokaal erfgoed is echter geen ‘curiosum’ dat ‘als het even uitkomt’ kan ingeschakeld worden in een vernieuwingsideaal van staal, glas en beton. Deze 76
Inhoud-programmaboek2012.indd 76
4/09/12 11:05
minimalistische opvatting ligt dan ook terecht onder vuur van erfgoedwachters en monumentenzorgers die de politieke roekeloosheid stilaan ondraaglijk gaan vinden. Een geïntegreerde aanpak betekent vooral een respectvol beleid dat voortbouwt op en aansluit bij de rijke geschiedenis van onze steden en dorpen. Gabarietenplan. Het in kaart brengen van het lokaal erfgoed onder de vorm van een Vlaamse inventaris voor bouwkundig erfgoed is een uitstekend instrument gebleken om gebouwen en bouwkundige gehelen naar waarde te schatten. Het probleem is echter dat deze indrukwekkende inventaris zijn doel voorbij holt door te ruim te willen zijn, zonder te kunnen steunen op een afdwingbaar kader. Dit is niet bevorderlijk voor zijn gezag. Ook wordt er te veel gefocust op het esthetische ‘niveau’ van de geïnventariseerde bouwwerken, zonder rekening te houden met de lokale waarde. Het Vlaams Belang is van mening dat aan gebouwen die in de kleinere gemeenten op één hand te tellen zijn een andere ‘waarde’ toegekend moet worden dan aan stijlgenoten in grootsteden als bijvoorbeeld Gent en Antwerpen, waar er nu eenmaal een pak meer van staan. Dit kan door het toekennen van een plaatselijk beschermingsstatuut of het opstellen van een gemeentelijk zogeheten ‘Gabarietenplan’ dat de zones vastlegt waar appartementen en meergezinswoningen zijn toegelaten en uit hoeveel bouwlagen die mogen bestaan. Het voordeel van zo’n plan is dat waardevolle historische panden en stads- en dorpsgezichten met een waardecode worden aangeduid om te verhinderen dat ze onder de sloophamer verdwijnen. Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang wil: verstedelijkingsstop door doordachte ruimtelijke ordening die een uitbreiding van woon- en bedrijfszones niet ten koste laat gaan van onze identiteit, onze cultuur en ons landschap; integratie van verkeerswegen voor auto’s, vrachtwagens, fietsers en voetgangers als toetssteen vooraleer zones te ontsluiten voor huizen of bedrijven; geen sanering van ouder bedrijfsterreinen en vervallen woonbuurten zonder aansluiting op de modernste nutsinfrastructuur; landbouwers als vanzelfsprekend betrekken bij de instandhouding van natuur en landschap; erfgoedbeleid dat het relatieve belang voor stad of gemeente van patrimonium verrekent in de herbestemming ervan of in aanvullende bouwprojecten. 77
Inhoud-programmaboek2012.indd 77
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 78
4/09/12 11:05
IX. School maken, jong zijn, sporten en cultuur genieten
Tegen hun wil blijven scholen, leerkrachten, maar ook leerlingen en hun ouders in de ban van de hervormingswoede van de opeenvolgende ministers van Onderwijs. Elke minister wil zijn heel eigen stempel drukken op het onderwijslandschap. Nochtans is de inhoudelijke en pedagogische kwaliteit van onze scholen meer gebaat bij een stopzetting van hervormingen. De samenleving moet zelf in alle rust en sereniteit kunnen vaststellen waar inmiddels goede en minder goede hervormingen zijn doorgevoerd. Het zal tijd vergen om het kennisniveau, de vaardigheden en de attitudes te evalueren van de jonge mensen die de scholen intussen afleveren. Zeker bij kinderen met een meer problematische thuissituatie is het schoolse weten en kunnen niet verbeterd, integendeel. In het algemeen lijkt het onderwijsniveau van onze scholen er op achteruit te zijn gegaan. Voor het Vlaams Belang is de balans in globo negatief. Scholen: de essentie in praktijk. In plaats van grote hervormingen zal vooral bijsturing nodig zijn om (1) het algemene kennisniveau van leerlingen te verbeteren, (2) het inoefenen van vaardigheden weg te halen uit de klaslokalen en (3) een duidelijk verband te leggen tussen de waarden die ouders meegeven in hun opvoeding en een aantal basishoudingen die een school belangrijk vindt om te werken aan een vrij en verantwoordelijk opgroeien. Van nature spreken deze drie streefdoelen de inhoudelijke en de didactische vooropleiding van de leerkrachten sterk aan. Ze erkennen hen in hun geestdrift om cultuurelementen, wetenschappelijke inzichten en beroepsbekwaamheden over te brengen aan jonge mensen. Ze appreciëren de gezagspositie in de klas en de dagelijks opgebrachte inzet en motivatie van de leerkrachten. De drie zwaartepunten tot een gezamenlijk succes maken is slechts mogelijk wanneer in alle scholen de beheersing van het Nederlands de evidentie zelve is. Het Nederlands moet vanzelfsprekend op een hoog peil zijn voor wie het als moedertaal hanteert en moet de te omarmen cultuur-, omgangs- en dus ook onderwijstaal zijn voor wie van huize uit anderstalig is. Taalexperimenten die een duaal onderwijsstelsel promoten en voor kansenrijke kinderen en jongeren Engels en Frans promoveren boven het Nederlands kunnen voor ons niet door de beugel. Het Nederlands moet een verbindend cultuurelement zijn en blijven voor alle leden van onze samenleving. ‘Aanvullend’ gemeentelijk onderwijs: een opportuniteit. Het Vlaams Belang is van mening dat onderwijs niet in de eerste plaats een gemeentelijke 79
Inhoud-programmaboek2012.indd 79
4/09/12 11:05
bevoegdheid is en dus enkel een aanvullende rol kan spelen naast de andere onderwijsnetten. De gemeentelijke overheid eerbiedigt hierbij best enige terughoudendheid om de andere onderwijsnetten geen ongezonde concurrentie aan te doen. Gemeente- en stadsscholen kunnen niettemin van de nood een deugd maken. Ze kunnen een meerwaarde in het plaatselijk onderwijslandschap betekenen door sterk in te zetten op de kennis van het Nederlands in taalbadklassen, op stiptheid en tucht en op een positief schoolklimaat. Ze kunnen ook een voortrekkersrol spelen in een transformatie tot ‘brede school’, wat bij uitstek een lokale verankering kan betekenen. In plaats van een multiculturele invulling van schoolverbreding kiest het Vlaams Belang voor een pedagogische benadering van dienstbaarheid aan de lokale gemeenschap: de buurt of wijk. Indien elke school, gemeentelijk of niet, op een vergelijkbare manier aan een eigen karakter zou kunnen werken, dan zou de vrijheid van onderwijs zich kunnen herstellen. Vrijheid van onderwijs betekent niet meer of minder dan de mogelijkheid te kiezen voor een school op basis van een duidelijk herkenbaar inhoudelijk en pedagogisch project. Het nieuwe inschrijvingsdecreet dat wachtlijsten aan de schoolpoorten voortaan wil vermijden en een sociale mix wil verzekeren door ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen onmogelijk te maken, staat haaks op de onderwijsvrijheid. Om te beginnen zullen vele plattelandsscholen hiervan de dupe zijn. Bovendien komt alweer een grote onderwijshervorming op ons af die de schotten tussen algemeen vormende, technische en beroepsrichtingen wil slechten. Het geplande eenheidsonderwijs van minister Smet is geen kentering ten goede. Het betekent minder keuzevrijheid en dus minder kans voor individuele scholen om binnen hun scholengemeenschappen op eigen wijze te schitteren. Ongeacht het onderwijsnet, basis- of secundair onderwijs en richting, kiest het Vlaams Belang daarentegen partij voor die scholen die elke schooldag willen laten uitgroeien tot een uitmuntende en wervende ervaring voor leerkrachten, kinderen, jongeren en hun ouders. Een volwaardige plaats voor de jeugd. Het zou weinig consequent zijn te pleiten voor brede scholen, indien we geen sterk pleitbezorger zouden zijn van een duidelijke deelname van de jeugd aan het publieke leven en aanwezigheid in het sociale weefsel. We mogen de jeugd niet volledig overleveren aan de commerciële sector. Onder meer daarom is het Vlaams Belang meer dan ooit gewonnen voor de ondersteuning van de traditionele jeugdbewe80
Inhoud-programmaboek2012.indd 80
4/09/12 11:05
gingen die het vooral in de steden vaak moeilijk hebben. Deze vorm van jeugdwerk verdient een degelijke infrastructuur, kampvervoer en inbraak- en vandalismepreventie voor hun infrastructuur. Natuurjeugdverenigingen en jeugdbewegingen met een werking voor mensen met een handicap die in een naburige gemeente gevestigd zijn, maar door de aard van hun werking leden aantrekken vanuit de eigen gemeente, moeten - volledig in de filosofie van verbreding van de jeugdwerking - toch kunnen rekenen op gemeentelijke ondersteuning. Waar het nog mogelijk is, moeten bepaalde stroken bos een bestemming van speelbos krijgen. Het Vlaams Belang wenst goed gereglementeerde speel- en ontmoetingspleintjes waar voldoende sociale controle mogelijk is. Het Vlaams Belang verdedigt onverminderd de uitbouw van (deel)gemeentelijke jeugdcentra. De jeugddienst moet bereikbaar zijn buiten de schooluren en dient te beschikken over een polyvalente zaal, die ook voor fuiven geschikt is. Jeugd- en cultuurverenigingen kunnen er vergaderen, beginnende muziekgroepen kunnen er repeteren en hun instrumenten opslaan. Ook moet het jeugdcentrum kunnen dienstdoen als auditorium, theaterzaal voor plaatselijke harmonies, toneel, kleinkunstenaars enzovoorts. Een jeugdcentrum kan beschikken over een wijk- of jeugdbibliotheek en moet foto-, video- en geluidsapparatuur kunnen uitlenen. De jeugdraad speelt in de meeste gemeenten (terecht) een belangrijke rol. De samenstelling van de jeugdraad moet objectief gebeuren. In overeenstemming met de Cultuurpactwet moeten alle representatieve jeugdbewegingen en jongerenorganisaties van elke ideologische strekking vertegenwoordigd worden in dit adviesorgaan. Het gemeentebestuur moet de adviezen van de jeugdraad opvolgen of moet een negatief antwoord op een advies ernstig motiveren. De jeugdraad kan een belangrijke rol spelen bij de uitwerking van het gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan. Subsidies dienen op een objectieve manier verdeeld te worden aan de hand van duidelijke reglementen. Naast een vaste minimumbijdrage die elke vereniging in staat moet stellen een behoorlijke werking op te starten en te handhaven, dient de steun afhankelijk te zijn van een aantal objectieve criteria, zoals het ledenaantal. Inzetten op verhoogde sportparticipatie en voldoende sportinfrastructuur. De subsidiering van lokale clubs moet bij voorkeur onrechtstreeks gebeuren en dit door het goedkoop ter beschikking stellen van degelijke sportinfrastructuur. 81
Inhoud-programmaboek2012.indd 81
4/09/12 11:05
De sportdienst moet: »»geleid worden door een sportambtenaar die een diploma heeft van een sportkaderopleiding (master, bachelor, VTS); »»blijvend de samenwerking tussen de scholen, het gemeentebestuur, de sportclubs en de lokale verenigingen coördineren; »»vooral niet-actieve inwoners aanzetten tot bewegen en sporten; »»voorzien in het uitlenen van sportmateriaal aan verenigingen, jeugdbewegingen en speelstraten; »»zorgen voor goed onderhouden speelpleinen, sportterreinen en sportvelden. Zwembaden moeten gemeenteoverschrijdend toegankelijk zijn; gemeenten zonder zwembad betalen mee voor hun inwoners die in buurtgemeenten en -steden gaan zwemmen. De inzet van bestuursleden en vrijwilligers van de sportclubs moet zichtbaar gewaardeerd worden. Er moet een aangepaste verloning zijn voor de gediplomeerde monitoren van lokale jeugdsportkampen. En tot slot: wij aanvaarden geen enkele vorm van quota of voorkeursbehandeling voor allochtonen bij het sportbeleid en het gebruik van de lokale sportinfrastructuur. Cultuur: het draagvlak verbreden. De plaatselijke overheid moet zich actief inzetten voor de cultuurspreiding. De inplanting van culturele centra en bibliotheken in heel Vlaanderen is zonder meer een zegen om die cultuurspreiding echt tot een succes te maken. Geen spreiding van initiatieven en culturele producties zonder de creativiteit van het plaatselijke culturele verenigingsleven. Daarom moet de dienstverlening en de infrastructuur van de zich verder professionaliserende culturele centra blijvend voor alle verenigingen openstaan. In overeenstemming met de Cultuurpactwet is het absoluut onaanvaardbaar dat bepaalde strekkingen niet aan bod zouden komen. Culturele centra moeten ook aan cultuurpromotie en -programmatie doen en daarbij mag ook wel eens wat vaker aandacht gaan naar cultuur en producties van bij ons. Het Vlaams Belang bepleit tot slot een hernieuwde intensivering van de leescultuur en de bibliotheekwerking.
82
Inhoud-programmaboek2012.indd 82
4/09/12 11:05
Een aantal actiepunten. Het Vlaams Belang wil in steden en gemeenten inzetten op: stads- en gemeentescholen die zich onderscheiden van de andere netten door een eigen inhoudelijk en pedagogisch project, dat onder meer inzet op beheersing van het Nederlands en op discipline; het ondersteunen van alle scholen met initiatieven rond taal, cultuur, sport enzovoorts; vorming van brede scholen door samenwerking van scholen met wijken en buurten; eerlijk betoelaagde jeugdwerking zonder politieke beïnvloeding of voorkeuren; inzetten op een verhoogde sportparticipatie en voldoende sportinfrastructuur; meer cultuurspreiding vanuit de initiatieven van het plaatselijke cultuurleven.
83
Inhoud-programmaboek2012.indd 83
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 84
4/09/12 11:05
X. Een middenbestuur voor de 21ste eeuw Het Vlaams Belang is nooit een vurige minnaar van de provincies geweest en zal dat ook nooit worden. Provincies zijn bestuursorganen met veel geld en weinig slagkracht. Het zou daarom beter zijn de provincies af te schaffen en land, geld en gezag op een andere manier te verdelen en besturen. In onze ogen zijn en blijven de provincies immers een anachronisme. Sinds de invoering door de Franse bezetter van de administratief-bestuurlijke departementsstructuur, meer dan 200 jaar geleden, werd er nauwelijks geraakt aan de bestuurlijke indeling en de werking van de provincies. Met hun 11 gouverneurs, 10 provinciegriffiers, 678 provincieraadsleden (deputaties uitgezonderd) en om bij de 17.000 provinciale ambtenaren vormen zij een logge, onwrikbare bestuurslaag die intussen haaks staat op de idee van modern en efficiënt besturen. Bovendien kan men niet naast het feit dat de Vlaamse burgers weinig of geen affiniteit hebben met dit bestuursniveau. Laat staan dat ze zich met dit bestuursniveau kunnen identificeren. Al bijna een halve eeuw onder vuur. In het midden van de jaren ’70 van de vorige eeuw kwamen, in het kader van de aangekondigde staatshervorming, de provincies voor het eerst serieus onder vuur te liggen. Over de partijgrenzen heen leek er een consensus te bestaan om de provincies zwaar af te slanken. Na het beruchte Egmontpact (juni 1977) en de Stuyvenbergakkoorden (februari 1978) leek het lot van de provincies zelfs bezegeld. De provincies zouden worden afgeschaft en vervangen door ‘subgewesten’. Deze ingrijpende plannen verdwenen echter al snel in de koelkast toen het voor de Vlamingen onverteerbare Egmontpact werd gekelderd. Amper twee jaar later, bij de staatshervorming van 1980, werden de provincies - meer precies de provinciale fiscaliteit - al opnieuw in vraag gesteld. In feite kwamen deze plannen neer op een financiële drooglegging van de provincies, waardoor hun toekomst zwaar zou gehypothekeerd worden. Onenigheid op het federale niveau zorgde echter voor een kink in de kabel en de provincies waren weer eens gered. In 1992 stelde de Vlaamse regering in het project ‘Vlaanderen-Europa 2002’ dat een versterking van de gemeenten de provincies overbodig zou maken. De provincies zouden enkel nog beperkte bevoegdheden en middelen toegewezen krijgen, geen belastingen meer mogen innen en een louter administratieve schakel worden tussen het Vlaamse en het lokale niveau. De daaropvolgende Vlaamse regering verwees deze plannen echter naar de prullenmand 85
Inhoud-programmaboek2012.indd 85
4/09/12 11:05
door in haar regeerakkoord van 1995 het bestaansrecht van de provincies te bevestigen als ‘de nuttige beleidsmotor van het intermediaire bestuursniveau’… De volgende jaren bleef het evenwel onrustig en werden de provincies onder meer met een beschuldigende vinger gewezen voor een gebrek aan subsidiariteit, inefficiënte en ineffectieve processen van dienstverlening en beleid en de ‘verrommeling’ van het bestuurlijke landschap in Vlaanderen. En dan zwijgen we nog over de aanvallen van politici uit diverse partijen: van JeanMarie Dedecker (LDD) tot Jan Peumans (N-VA), waarvan de meest notoire uitspraken ongetwijfeld op rekening van Vincent van Quickenborne te schrijven zijn. Deze Open Vld’er verkondigde in januari 2009, toen hij Minister van Ondernemen en Vereenvoudigen was dat “de provincies moesten opgedoekt worden”. Van Groenboek, naar Witboek, naar… niets nieuws onder de zon. De laatste en wellicht zwaarste aanval in deze rij kwam in juli 2010 met de voorstelling van het Groenboek Interne Staatshervorming van de Vlaamse regering. In het Vlaamse regeerakkoord 2009-2014 werden een aantal principes opgenomen met betrekking tot de zogenaamde ‘interne staatshervorming’. Deze principes werden geconcretiseerd in het Groenboek Interne Staatshervorming. Volgens dat Groenboek moesten de Vlaamse provincies in hun taakstelling - vervat in artikel 2 van het Provinciedecreet - voortaan het accent leggen op grondgebonden materies. Er zou een sluitende lijst met provinciale opdrachten komen. Voor de nietgrondgebonden materies zou men komen tot een beperkte gesloten lijst van bevoegdheden en taken waarbij “rekening zal gehouden worden met een historisch gegroeide taakinvulling, die kan verschillen per provincie mits dit de grote lijnen van de staatshervorming respecteert.” De provincies zouden dus nog land- en tuinbouw, plattelandsontwikkeling, economie, ruimtelijke ordening, waterlopen en milieu mogen behouden, terwijl flink de schaar zou worden gezet in sectoren als onderwijs, jeugdwerk, recreatie, sport, welzijn, cultuur, mobiliteit en toerisme. In theorie leek deze drastische inperking van de provinciale bevoegdheden een goede zaak, maar in de praktijk bleek het allemaal niet zo’n vaart te lopen. Dit kwam overduidelijk naar voor toen ruim een half jaar later het Witboek Interne Staatshervorming verscheen waaruit meteen bleek dat de Vlaamse regering enorm veel gas had teruggenomen. De kracht van verandering… of wat daarvoor moet doorgaan. De Memorie van Toelichting bij de recente reeks wijzigingen aan het Provinciedecreet 86
Inhoud-programmaboek2012.indd 86
4/09/12 11:05
bepaalt dat door “de wijziging van art. 2 het Provinciedecreet een bijkomende beperking wordt ingeschreven op het vlak van bevoegdheidsuitoefening.” Deze aangekondigde wijziging loopt echter heel wat minder hard van stapel dan oorspronkelijk bedoeld. Men mag immers niet vergeten dat het de initiële bedoeling van het Witboek was om onder meer tot een flinke afslanking van de provinciale taken en bevoegdheden te komen: de Vlaamse provinciebesturen zouden zich in de toekomst enkel nog met grondgebonden materies kunnen inlaten. Bourgeois en zijn administratie hadden echter buiten de waard, in casu de door CD&V en sp.a gepatroneerde provinciale lobby en wellicht ook de N-VA-top, gerekend. De twee eerste partijen willen kost wat kost na oktober 2012 binnen hun provinciale bastions aan de macht blijven, terwijl de laatste partij er in oktober 2012 kost wat kost wil inbreken. Het resultaat is er dan ook naar. Oorspronkelijk was het immers de bedoeling geweest om in het decreet een open taakstelling te formuleren voor de ‘grondgebonden’ taken en een gesloten taakstelling voor de ‘persoonsgebonden’ taken. Om dit laatste te kunnen verwezenlijken diende artikel 2 van het Provinciedecreet ingeperkt te worden. Dit kon - volgens Bourgeois - via het decreet of via een bestuursakkoord dat naast een algemeen luik voor alle provincies ook een specifiek luik per provincie kon krijgen. Deze laatste piste werd echter afgeschoten door de Raad van State. In het wijzigingsdecreet wordt artikel 2 - de provinciale taakstelling - dus nauwelijks gewijzigd. Alles blijft beperkt tot een paar kosmetische ingrepen in het Provinciedecreet waardoor er, zonder veel potten te breken, naar een nieuwe provinciale legislatuur kan gegaan worden. N-VA-minister Geert Bourgeois heeft met andere woorden over heel de lijn bakzeil gehaald. Nu de partij zelf ‘in de running’ is voor het zetelfluweel in de deputaties, is blijkbaar de mening van de N-VA over de in hun ogen overtollige provincies in de loop van een paar maanden veranderd… Iedereen die had gehoopt dat de concrete uitwerking van het Witboek de aanleiding zou zijn geweest voor de Vlaamse regering om radicaal met een propere lei te beginnen, is er aan voor de moeite. De Vlaamse regering heeft een unieke kans gemist om paal en perk te stellen aan de ongebreidelde provinciale expansiedrang. En ze heeft meteen ook en uitgelezen kans laten liggen om tot een meer efficiënt en effectief werkend bestuursapparaat in Vlaanderen te komen. Van bij de start - zie het Groenboek - was het immers de bedoeling om via het proces van interne staatshervorming niet alleen de bestuurlijke verrommeling tegen te gaan, maar ook de actieradius van de Vlaamse provincies te beperken en hun bevoegdheden nauwkeuriger af te bakenen. 87
Inhoud-programmaboek2012.indd 87
4/09/12 11:05
Dit is niet gebeurd. De Vlaamse regering heeft vooral geen gebruik gemaakt van het politieke momentum dat werd gecreëerd door de goedkeuring van het Witboek Interne Staatshervorming. De niet erg geslaagde combinatie van dringende aanpassingen en halfslachtige politieke keuzes zorgde ervoor dat de wijzigingen in het Provinciedecreet vaag en onscherp zijn gebleven. Daardoor worden nu, zonder noemenswaardig debat, verschillende wijzigingen doorgevoerd waarvoor een duidelijke conceptuele onderbouw totaal ontbreekt. De voorgestelde wijzigingen zijn in onze ogen te minimaal en een grote gemiste kans om orde op zaken te stellen. Dankzij N-VA’er Bourgeois weten we nu wel hoe we de N-VA-verkiezingsslogan ‘De kracht van verandering’ moeten interpreteren! Schoon schip. Het Vlaams Belang is de enige partij in Vlaanderen die consequent blijft pleiten voor het afschaffen van de provincies. De provincies hebben geen bevoegdheden die niet overgenomen kunnen worden door andere niveaus. Door het verdelen van de huidige provinciale bevoegdheden over de Vlaamse overheid enerzijds en de gemeenten anderzijds kan de bestuurlijke efficiëntie verhogen en de kostprijs dalen. Uit diverse studies blijkt dat het afschaffen van het provinciale bestuursniveau 450 tot zelfs 650 miljoen euro kan uitsparen. De provinciale lobbyisten blijven erbij dat dergelijke ingreep niet uitvoerbaar is, maar wij verwijzen graag naar Denemarken. Daar woedde jarenlang dezelfde discussie. De 5,5 miljoen inwoners van deze Europese lidstaat hadden eveneens weinig affiniteit met hun provincies. In 2007 besloten de Denen dan ook hun 13 provincies af te schaffen en hun lokale besturen te versterken. Nu zijn er nog 5 regio’s en het aantal Deense gemeenten werd teruggebracht van 271 tot 98. De Denen hebben geen spijt van deze drastische maatregelen. De bureaucratie is er intussen beduidend afgenomen en de overheid heeft flink kunnen besparen op de werkingsuitgaven. Denemarken plukt nu de vruchten van een ver doorgedreven decentralisatie waarbij de nationale overheid zich op vrijwel alle beleidsdomeinen beperkt tot beleidsontwikkeling. Intussen wordt ook in ons buurland Nederland luidop nagedacht over de mogelijke afschaffing van de provinciale Staten. Het afschaffen van de provincies en waterschappen zou tot een besparing kunnen leiden van 1,2 miljard euro. De bestuurskosten op zich zouden ook nog eens 250 miljoen euro goedkoper uitvallen, aldus de commissie die zich bezighoudt met de 88
Inhoud-programmaboek2012.indd 88
4/09/12 11:05
heroverweging van het landsbestuur. Het aantal politieke ambtsdragers en ambtenaren zou van 13.000 nu gereduceerd worden tot 1.650. De commissie stelt echter meteen ook dat het afschaffen van de rijksprovincies de facto zal moeten leiden tot een grotere opschaling van de huidige 430 gemeenten. Zij spraken hierbij hun voorkeur uit voor een grootschalige reorganisatie waarbij een 25 tot 30 ‘regiogemeenten’ het huidige lokale bestuursniveau dienen te vervangen. Waarom zou ook Vlaanderen niet schoon schip maken met de provincies? Betekent dit het einde van het tussenniveau? Onze gefundeerde antiprovinciale opstelling betekent echter niet dat wij er voorstanders van zijn om dan ook maar meteen het middenbestuur af te schaffen. Er zal, zelfs na de door ons gewenste ingrijpende bestuurlijke vernieuwingsoperatie in Vlaanderen nog voor geruime tijd nood zijn aan een tussenniveau. De vraag is alleen welke vorm dit moet aannemen? Een zaak staat echter vast: de provincies in hun huidige vorm zijn voor ons onaanvaardbaar en moeten dus als beleids- en bestuursstructuur verdwijnen uit het Vlaamse politieke landschap. De provinciegrenzen vervagen trouwens zienderogen en vanuit de logica van behoorlijk en efficiënt bestuur is het niet meer dan normaal op zoek te gaan naar homogeen bestuurbare gebieden, die territoriaal bijvoorbeeld zouden kunnen samenvallen met de politie- of hulpverleningszones. Wij zijn er in elk geval voorstander van de subsidiariteitsregels ten volle te laten spelen. Dit betekent dat een groot gedeelte van de bevoegdheden die momenteel door de provincies worden uitgeoefend naar de steden en gemeenten moeten worden overgeheveld en niet naar ‘boven’, naar de centrale overheid. Niet alleen omdat dit mogelijk het centralisme van de Vlaamse overheid en administratie in de hand zou werken, maar ook omdat men op deze manier onmogelijk een snel en passend antwoord kan formuleren op lokale beleidsvraagstukken waarmee de steden en gemeenten dagelijks geconfronteerd worden. We kunnen vandaag moeilijk anders dan vaststellen dat vooral de kleinere gemeenten het alsmaar moeilijker krijgen om het hoofd boven water te houden. Ze krijgen niet alleen meer en meer taken te verwerken, maar bovendien ook bijkomende financiële lasten die de kleinere gemeenten dwingen om op grotere schaal samen te werken. Dat werd onlangs nog onomstotelijk aangetoond door de regioscreening.
89
Inhoud-programmaboek2012.indd 89
4/09/12 11:05
De politieke wil om ingrijpende en vooral noodzakelijke hervorming door te voeren, ontbreekt nochtans in Vlaanderen. Het debat over wat er het beste op welk niveau wordt uitgevoerd werd tot op vandaag niet ten gronde gevoerd. Iedereen blijft maar in z’n loopgracht zitten en de patstelling is compleet. Nochtans zal uiteindelijk een fusieoperatie moeten zorgen voor het verdwijnen van het middenbestuur. Hiermee zou ook in een keer het amalgaam van intergemeentelijke samenwerking en de daaruit voortgevloeide bestuurlijke verrommeling verdwijnen. De Vlaamse kiezer heeft andere prioriteiten. Het Vlaams Belang beseft dat de eerder theoretische discussie over de hervorming van het binnenlands bestuur in Vlaanderen de burgers koud laat. De kiezer ziet dit zeker niet als een politieke prioriteit. Er zijn wel andere katten te geselen. Denken we maar aan de veiligheidsproblematiek, de werkloosheid, de dreigende tekorten in de sociale zekerheid en pensioenkassen of de immigratie. Het Vlaams Belang wil dan ook zijn tijd en energie vooral daaraan spenderen. Want ook al doet de traditionele politiek er alles aan om het grote publiek ervan te overtuigen dat de provincies een onmisbaar bestuursniveau zijn, laat ons wel wezen: het bestuurlijke belang van de provincies is en blijft relatief klein. Het totale werkingsbudget van de vijf Vlaamse provincies bedraagt momenteel afgerond 921 miljoen euro. Dit lijkt een groot bedrag, maar dit is nog altijd minder dan bijvoorbeeld het budget van de stad Antwerpen. Er mogen dan wel ongeveer 6.500 ambtenaren bij de Vlaamse provincies werken, in de stad Antwerpen alleen zijn dat er al ruim 8.000. Enige bescheidenheid is volgens ons dan ook op zijn plaats. Tien concrete actiepunten. In afwachting van de ontbinding van het provinciale bestuursniveau, wil het Vlaams Belang - dat zich ook tijdens deze legislatuur heeft laten kennen als een uitermate actieve oppositiepartij in de Vlaamse provincieraden - tien concrete voorstellen doen die de provincies ontvetten, de provinciebesturen transparanter en efficiënter maken en de provincieraden versterken. 1. Artikel 2 van het Provinciedecreet, waarin de provinciale taakstelling wordt omschreven moet herschreven worden. In afwachting van hun afschaffing dienen de provincies enkel over grondgebonden bevoegdheden te beschikken. Concreet betekent dit dat de provincies zich enkel nog met economie, ruimtelijke ordening, landbouw en plattelandsontwikkeling, milieu en waterlopen zullen kunnen bezighouden. De ove90
Inhoud-programmaboek2012.indd 90
4/09/12 11:05
rige bevoegdheden kunnen - in afwachting van de volledige ontmanteling van de provincies - perfect worden overgenomen door het Gewest en de gemeenten. 2. De gouverneur is, tot nadere order, zowel voorzitter van de deputatie als commissaris van de Vlaamse en federale regering. Hij is dus ambtenaar en politicus tegelijk. Dit is natuurlijk voor ons onaanvaardbaar. Wij kunnen niet accepteren dat een ambtenaar - die per definitie neutraal behoort te zijn - voorzitter is van een verkozen bestuurscollege, in casu de deputatie. Sterker nog, dat de gouverneur hierover geen rekenschap dient te geven aan de kiezers. De Waalse gewestregering heeft dit alvast begrepen. In het Waalse provinciedecreet is de rol van de gouverneur gereduceerd tot deze van vertegenwoordiger van de regering(-en). Vreemd genoeg volgde de Vlaamse regering deze bestuurslogica niet omdat “de tijd hiervoor nog niet rijp was ...” Intussen heeft de Vlaamse regering wél door een wijziging van artikel 20 voorzien dat de gouverneur zich kan laten vervangen door… een hogere ambtenaar. Begrijpe, wie begrijpen kan. 3. Een van de provinciale bestuurspraktijken die het Vlaams Belang al jaren aan de kaak stelt, is de praktijk van het afsluiten van voorakkoorden over de provinciale beleidsploeg nog voor de verkiezingen hebben plaatsgevonden. Daarom is het Vlaams Belang voorstander van een initiatiefrecht voor de grootste politieke formatie om een coalitie te vormen. 4. De leden van de deputatie blijven zetelen in de provincieraad. In de praktijk betekent dit dat zij blijven meestemmen over hun eigen beleid. Het Vlaams Belang is al langer voorstander van een duaal systeem waarbij de deputatie, in overeenstemming met de Vlaamse en federale regeringen, wordt losgeweekt van de respectievelijke assemblees. Door het invoeren van deze maatregel ontstaat er meer afstand tussen de provincieraden en de deputaties en kunnen inhoudelijke argumenten meer de doorslag geven. Het invoeren van dergelijk bestel leidt niet alleen naar een heldere scheiding tussen de posities van deputaties en provincieraden maar bevestigt ook duidelijk de rol van de provincieraden. 5. Voortbordurend op het voorgaande voorstel, is het Vlaams Belang ook voorstander van een decretale beperking in de tijd van de ambtsperiode van de leden van de deputatie. Momenteel is er immers geen 91
Inhoud-programmaboek2012.indd 91
4/09/12 11:05
maximumtermijn verbonden aan de uitoefening van dit ambt. In de praktijk heeft dit al geleid tot afgevaardigden die 15, 20, zelfs 25 jaar in hun zetel vastgeroest blijven zitten. Het Vlaams Belang stelt in deze een maximale zittingsperiode voor van twee legislaturen. 6. De Vaste Bureaus van de provincieraden moeten - net als de raadscommissies - evenredig worden samengesteld. Dit is nu niet het geval omdat het provinciedecreet hier ruimte laat aan de raden om dit ‘à la tête du client’ in te vullen. Deze kwalijke bestuurspraktijk staat in schril contrast met bijvoorbeeld het Bureau van het Vlaams Parlement, waar wél rekening wordt gehouden met de verkiezingsuitslag. Deze evenredigheid is trouwens helemaal zoek wanneer het bijvoorbeeld gaat om het toekennen van afgeleide mandaten aan vertegenwoordigers van de oppositie. Denken we maar aan de raden van bestuur van provinciale onderwijsinstellingen, de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, de verzelfstandigde agentschappen of de provinciale vertegenwoordigingen in de beheers- en bestuursorganen van huisvestingsmaatschappijen, intercommunales enzovoorts. Daarom willen we de regel invoeren dat men vanaf drie afvaardigingsmandaten verplicht de evenredigheidsregel moet laten spelen. Vanaf een meerderheid van drie afgevaardigden moet er verplicht een vertegenwoordiger namens de oppositie deel uitmaken van het bestuur. 7. En nu we het toch over het bestuurlijke landschap in Vlaanderen hebben, wil het Vlaams Belang dat er paal en perk wordt gesteld aan de verrommeling van datzelfde bestuurlijke landschap. De recente regioscreening heeft onomstootbaar vastgesteld welke kwalijke rol de provincies in dit verhaal hebben gespeeld en nog steeds spelen. De implementatie van het ‘Witboek Interne Staatshervorming’ zal niet volstaan om deze problematiek ten gronde aan te pakken. In plaats van een paar formele ingrepen moet deze Augiasstal uitgemest worden. Er moet absoluut een vereenvoudiging van dit bestuurlijke model komen. En tevens dient de democratische controle door de provincieraad op deze afgeleide organen ten allen tijde gegarandeerd te worden. 8. Bovendien pleit het Vlaams Belang voor een versterking van de provincieraad. Dit betekent niet alleen dat wij pleiten voor een uitbreiding van het bevragingsrecht (medebewindstaken van de deputatie, interpellatierecht van de gouverneur), maar ook voor een beter statuut van de raadsleden. Wij denken hierbij niet alleen aan een vlottere regeling 92
Inhoud-programmaboek2012.indd 92
4/09/12 11:05
wat het politiek verlof betreft, maar ook aan een betere ondersteuning van de fracties en individuele raadsleden door het provinciale ambtenarenapparaat. Het Vlaams Belang pleit in deze voor het ter beschikking stellen van een aparte griffier - zoals dit ook recent in Nederland werd ingevoerd - die autonoom van het bestuur, de raad ondersteunt. Bovendien pleiten wij voor de decretale invoering van het ‘recht op onderzoek’. Dit betekent concreet dat de provincieraden een onderzoek ten gronde kunnen voeren, wanneer raadsleden vermoeden dat op een bepaald beleidsdomein iets is misgegaan. Dit houdt voor ons ook in dat de provincieraden de middelen moeten krijgen om eventueel door derden extern onderzoek te laten doen. 9. Het Vlaams Belang breekt - in afwachting van de afschaffing van de provincies - ook een lans voor het invoeren van een provinciale effectiviteitsmonitor. Hiermee beogen we het zichtbaar maken van de beleidsprestaties van de provincies op een aantal relevante beleidsdomeinen. De provincieraden bepalen welke doelstellingen dienen te worden gehaald en controleren vervolgens of deze ook effectief werden gerealiseerd. Wij vinden het buitengewoon belangrijk het beleid zoveel mogelijk in termen van meetbare of althans waarneembare resultaten te gieten. Daardoor wordt het concrete doel naar buiten toe duidelijk en kan intern eenduidig worden bepaald waarop bestuurlijk en ambtelijk kan worden gestuurd en waarop men kan worden aangesproken. Deze toetsing gebeurt op basis van objectieve criteria en moet jaarlijks gepubliceerd worden. 10. Voorts eist het Vlaams Belang de invoering van een kwaliteitscharter. Dit moet leiden tot een wijziging van de huidige provinciale politieke cultuur en gewoonten. De provinciale politieke en bestuurlijke cultuur moet ten dienste staan van de burgers en niet omgekeerd. Een voor de burgers meer zichtbaar democratisch proces vereist een volledig transparant en kwaliteitsvol proces van beleidsvoorbereiding, besluitvorming en evaluatie. Dit is een beleidsproces waarbij in alle stadia duidelijk is wat de doelstellingen en beoogde resultaten zijn, langs welke weg en met behulp van welke middelen men die wil bereiken en hoe en wanneer wordt vastgesteld of die resultaten inderdaad zijn behaald. In een kwaliteitscharter worden de nodige garanties opgesomd waaraan het provinciale beleid kwalitatief dient te voldoen.
93
Inhoud-programmaboek2012.indd 93
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 94
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 95
4/09/12 11:05
Inhoud-programmaboek2012.indd 96
4/09/12 11:05