BIJLAGE 1 (Zie
11): Uittreksel uit Referentie SLT-APT1 (RITS Brussel)
1
BIJLAGE 2 (Zie
12, 33): Uittreksel uit ‘Specifieke lerarenopleiding. Documenten ter ondersteuning van het assessment. LIO-traject 2010-2011.’ (CVO VIVO Kortrijk)
2
BIJLAGE 3 (Zie
13): Uittreksel uit Stageschrift Kinderdagverblijf, uitwerken van activiteit (KTA Wollemarkt)
3
4
5
BIJLAGE 4 (Zie
13, 42): Takenlijst Kinderzorg (KTA Wollemarkt)
6
BIJLAGE 5 (Zie
20): Persoonlijk ontwikkelingsplan (VSPW Hasselt)
7
8
9
BIJLAGE 6 (Zie
21, 33, 44): Uittreksel uit ‘Voorstelling LIO: Leraar in Opleiding, Powerpoint voorstelling’ (CVO VIVO Kortrijk)
10
11
12
13
BIJLAGE 7 (Zie
22): checklist beginsituatie (Erasmus Hogeschool Brussel)
14
BIJLAGE 8 (Zie
29): attitudes (RITS Brussel)
15
16
17
18
19
20
21
22
23
BIJLAGE 9 (Zie
32): Zelfevaluatie en progressiefiche (KTA Wollemarkt)
24
BIJLAGE 10 (Zie
het engagement aangaat om het leerproces te begeleiden en te ondersteunen. Dit houdt in dat werkervaringen, pedagogische bekwaamheid en inzichten aangeboden worden die afgestemd zijn op groei van de individuele cursist. Hierbij is het belangrijk dat de praktijkbegeleider samen met de cursist bepaalde handelingen doet maar vooral dat de praktijkbegeleider kan toelichten aan de cursist ‘wat’ hij/zij doet (volgorde van handelingen) en ‘waarom’ er op een bepaalde manier gehandeld wordt naar dit kind toe en in deze situatie maar ook verduidelijkt ‘welk effect’ beoogd wordt door deze manier van handelen.
nauw samenwerkt met de cursist, zodat het dagdagelijkse functioneren van de cursist van dichtbij opgevolgd, gestimuleerd, bijgestuurd en beoordeeld kan worden. Er dient een ontwikkeling in de begeleiding op gang te komen van ‘samen doen’ naar ‘zelfstandig uitvoeren’ van opdrachten, taken onder begeleiding en met sturing van de begeleider. In de loop van de opleiding nemen deze begeleiding en sturing geleidelijk af en neemt de zelfstandigheid waarmee de cursist beroepstaken leert uitvoeren toe.
overlegmomenten met de cursist voorziet voor het bespreken, evalueren en gerichte feedback te geven over opdrachten, leerdoelen, POP, het totale functioneren en de evolutie van de leerweg van de cursist om zo de groei- en leerkansen van de cursist te optimaliseren. De frequentie van die gesprekken verandert naargelang de tijd en het leerproces van de cursist vordert.
alle opdrachten en verslagen aftekent zodat duidelijk is dat de inhoud van de verslagen en opdrachten ook een juiste weergave zijn.
de coach/supervisor verwittigt als de praktijkbegeleider merkt dat de cursist onvoldoende aan zijn leerdoelen werkt zodat dit opgenomen kan worden in de leergroep én dat er eventueel een supervisiegesprek in de praktijkplaats kan zijn voor bespreking en evaluatie. Ook als de coach van de leergroep merkt dat de cursist onvoldoende gericht aan de leerdoelen werkt, wordt de supervisor verwittigd en is een supervisiegesprek in de praktijkplaats aangewezen. In overleg met de praktijkbegeleider wordt de noodzaak en het tijdstip van het supervisiegesprek vastgelegd.
35): Verwachtingen t.o.v. begeleiders (VSPW Hasselt)
7. BEGELEIDING VANUIT DE PRAKTIJKPLAATS
In je toekomstige werksituatie wordt verwacht dat je competent handelt zodat je kennis, vaardigheden en attitude geïntegreerd toepast zodanig dat je verantwoord en adequaat handelt(effectief en efficiënt) in een bepaalde context. Het is niet alleen belangrijk dat je adequaat handelt maar ook dat je dit handelen kan verantwoorden (de keuze kan onderbouwen) vanuit de kennis, de attitude en de context. Tijdens je praktijkperiode word je daarom begeleid door een PRAKTIJKBEGELEIDER / mentor van de praktijkplaats. Omdat in competentieleren niet de theoretische vakgebieden het uitgangspunt zijn maar wel de beroepspraktijk heeft de praktijkbegeleider een cruciale taak in het leerproces van de cursist. De praktijkbegeleider is de essentiële schakel tussen theorie en praktijk en biedt je, als expert in zijn vakgebied, de nodige ondersteuning aan in je groei naar kinderbegeleider.
HOE ZIEN WIJ VANUIT V.S.P.W. HASSELT DEZE ONDERSTEUNING IN HET LEERPROCES? De praktijkperiode is een LEERSITUATIE die als dusdanig moet begeleid en ondersteund worden. Je moet de kans krijgen om ervaringen op te doen door het uitproberen én inoefenen van vaardigheden, inzichten en houdingen. Samen met je praktijkbegeleider/mentor bekijk je op regelmatige tijdstippen je eigen ervaringen: waar je staat, wat je al kan, waar je nog aan moet werken. Deze bespreking gebeurt op basis van je ervaringen die jij noteert. -
ALGEMEEN verwachten we dat de praktijkbegeleider:
25
-
onwettige afwezigheid en problemen van welke aard ook tijdig aan de supervisor/coach signaleert.
in het begin van de praktijkperiode duidelijke afspraken maakt in verband met uren, beroepshouding, taakinvulling, omgang, begeleiding, beroepsgeheim, verzekering, ziekte, vrije dagen,… (zie praktijkovereenkomst) dit om misverstanden te vermijden worden
taakgerichte competentieschaal.
SPECIFIEK PER MODULE (van september t.e.m. januari en van februari t.e.m. juni) verwachten we dat de praktijkbegeleider:
op vraag van de cursist de competentieschaal invult, nadat de cursist deze eerst zelf heeft ingevuld. Door observatie, overleg, praktijkvoorbeelden, … wordt nagegaan of de cursist de gevraagde competentie behaalt. Dit wordt vertaald in een beoordeling van gedrag. Dus wanneer de praktijkbegeleider, een bepaalde competentie ‘aankruist’, moet hij/zij in de praktijk gezien hebben dat de cursist dit ook daadwerkelijk toepast.
een gesprek heeft met de cursist op basis van deze ingevulde competentieschaal. Er wordt gekeken waar er verschilpunten en overeenkomsten zijn en in welke competenties de cursist nog moet groeien m.a.w. op basis van gerichte en relevante feedback worden, in overleg, leerdoelen vastgesteld.
de evolutie van de leerdoelen opvolgt en kan toelichten in het supervisiegesprek. Voor de vastgestelde leerdoelen werkt de cursist concreet een strategie uit in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Via praktijkvoorbeelden (bv. praktijkervaringen, activiteiten, observaties, verslagen van gesprekken, bespreking artikels,…) toont de cursist aan dat hij/zij gericht werkt aan deze leerdoelen. Deze praktijkvoorbeelden worden, door de cursist, samen met de competentieschalen en de verslagen bijgehouden in de portfolio.
CONCRETE INHOUD VAN DE BEGELEIDING DOOR DE PRAKTIJKBEGELEIDER:
De praktijkbegeleider ondersteunt je in deze leersituatie door o.m.: o het geleidelijk uitbouwen van het takenpakket volgens je groei; o het aanbieden van voldoende leermogelijkheden; o het geven van kritische bemerkingen, suggesties, aanwijzingen; o het formuleren van vragen én kritische bedenkingen over jouw functioneren; o …
Je wordt door de praktijkbegeleider begeleid en gestimuleerd in: het bevragen, bespreken en uitdiepen van eigen ervaringen, inzichten en functioneren;
Voor de eenheden beroepspraktijk semester 1 (startende cursist): Wanneer zowel de cursist als de praktijkbegeleider op competentieschaal 1 overal ‘ja’ antwoorden, vult eerst de cursist competentieschaal 2 in en daarna de praktijkbegeleider. In een gesprek wordt deze schaal besproken, relevante feedback gegeven en leerdoelen vastgelegd. Voor de eenheden beroepspraktijk semester 2 – 3 – 4 : Na het invullen van de persoonsgebonden competentieschaal en de taakgebonden competentieschaal worden, in overleg, twee leerdoelen gekozen; één uit de persoonsgebonden competentieschaal en één uit de
o zowel mondelinge als schriftelijke verslaggeving: duidelijke, juiste, objectieve en gestructureerde weergave van praktijkervaringen, persoonsbeelden, observaties,... o het uitbouwen van een aangepast, gevarieerd en doelgericht activiteitenaanbod; o het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van zowel groepsgerichte als individuele activiteiten die afgestemd zijn op de doelgroep;
26
o het bevragen van het eigen leerproces, de zelfkritische ingesteldheid en de zelfevaluatie; o het gebruik van vakjargon op gepaste wijze; o het formuleren en vragen van feedback; o het verwerven van inzicht in het werken en omgaan met de doelgroep; o zelfstandig werken en verantwoord handelen op basis van verworven theoretische inzichten; o het methodisch handelen (bewust, doelgericht en systematisch); o gericht observeren: doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag; o het interpreteren: proberen conclusies te trekken uit waargenomen gedrag; o het bijwonen van teamvergaderingen (vanaf het begin van de opleiding) en vanaf de tweede module er actief aan deel te nemen; o actieve deelname aan overlegmomenten, teamvergaderingen, besprekingen met ouders, gesprekken met andere instanties,.. ; o het oplossingsgericht werken in overleg met team; o verantwoordelijkheid opnemen en initiatief ontwikkelen met betrekking tot het groepsgebeuren; o het leveren van een eigen bijdrage in het opzetten en uitvoeren van een handelingsplan; o
…
WIE IS DE PRAKTIJKBEGELEIDER? heeft voldoende werkervaring, pedagogische bekwaamheid en inzichten; de praktijkbegeleider is dus iemand met voldoende pedagogische bekwaamheid;
is ervan overtuigd dat het bespreken en evalueren van praktijkervaringen, activiteiten e.d. je groei- en leerkansen optimaliseren; bekijkt de praktijkperiode als een leerproces dat begeleid en ondersteund moet worden en veel engagement vraagt; bouwt regelmatige overlegmomenten in voor het bespreken van je opdrachten, je leerpunten, je evolutie en je totaal functioneren; geeft voldoende en voortdurende ondersteuning, stimulering en bijsturing in het uitwerken van je opdrachten; heeft een nauwe en ook directe samenwerking met jou om je in je functioneren te kunnen stimuleren, bijsturen en beoordelen; ziet je effectief aan het werk. Dus de praktijkbegeleider werkt op de werkvloer nauw met je samen en ziet je effectief aan het werk;
kan je takenpakket geleidelijk verder uitbouwen naargelang de doelstellingen van de eenheden en kan je taken aanpassen aan je individuele groei; om je groei- en leerproces te bewaken is er per praktijkbegeleider slechts één cursist, in opleiding van de V.S.P.W., gelijktijdig aanwezig; om het groeiproces objectief te kunnen beoordelen kan de praktijkbegeleider geen familielid zijn of zelf in opleiding zijn voor het behalen van een diploma opvoeder/begeleider of kinderbegeleider. In de voorziening mag er ook geen familielid tewerkgesteld zijn
27
BIJLAGE 11 (Zie
38): Overeenkomst extramurale praktijk (VTI Roeselare)
28
29
BIJLAGE 12 (Zie
42): Stagereglement (KTA Wollemarkt)
30
31
32
33
BIJLAGE 13 (Zie
44): LIO-Baan Overeenkomst (CVO VIVO Kortrijk)
34
35
36
37
38
39
BIJLAGE 14
40