10_14 k Nieuwe naam: De Recon k Rookvrije schoolpleinen k Liefde voor onderwijs op Zuid
Kansen met Uitdagingen opleiding van Netwerkbeheer kunsteducatie
Leerlingen over probleemgedrag
oktober _ nr. 10 _ jaargang 37
van de redactie Een nieuwe fase
agenda 5 november CAPELLE A/D IJSSEL
conferentie stimuleren van jonge kinderen www.cedgroep.nl
Zelden heb ik zo lang aan zitten hikken tegen het schrijven van een tekst. Wat kun je in vredesnaam in een paar woorden vertellen als je bijna drie jaar lang dag in, dag uit met dit blad bent bezig geweest?
6 november AMERSFOORT
conferentie seksueel gedrag van leerlingen, voor vo www.ppsi.nl
Nou vooruit dan. Om te beginnen erfde ik een geoliede, professionele organisatie van mijn voorganger. Ik besefte dat ik een kostbare erfenis moest koesteren én dat er tegelijkertijd voortdurend nieuwe ontwikkelingen zijn die niet genegeerd mogen worden. In de afgelopen jaren heb ik geprobeerd om recht te doen aan de drie pijlers waarop het ROM steunt. We zijn een professioneel magazine op alle fronten; dat verdienen onze lezers. Ten tweede dragen wij de breed onderschreven uitgangspunten uit van het Rotterdamse onderwijsbeleid. En tenslotte: het ROM moet geloofwaardig zijn voor de mensen die het allemaal voor elkaar moeten boksen, de leerkrachten. Dus vertellen wij natuurlijk over successen, maar we kunnen ook niet ongenuanceerd de loftrompet afsteken wanneer het veld vooral ‘au!’ roept. Veel dank ben ik verschuldigd aan al diegenen die de achttien edities, waarvan ik hoofdredacteur mocht zijn, mede mogelijk maakten: de redactieleden, de journalisten, fotografen, tekenaar, vormgevers, drukkers, distributeur en uitgevers, en natuurlijk de gemeente Rotterdam als financier. En dan waren er nog de vele tipgevers, onder wie in veel gevallen onze lezers zelf. Hartelijk dank aan allen. Het ROM gaat een nieuwe fase in; u leest erover op pagina 4. Intussen loopt mijn opvolger zich al een tijdje warm en trekt hij momenteel de digitale verschijningsvormen van het ROM van de grond. Ik wens Paul de Maat veel succes als nieuwe hoofdredacteur. Rien van Genderen, (scheidend) hoofdredacteur
11 november ROTTERDAM
dag van het literatuuronderwijs www.dagvanhetliteratuuronderwijs.nl 12 november ROTTERDAM
netwerkbijeenkomst cultuuronderwijs, voor (v)so www.kc-r.nl 13 en 14 november UTRECHT
congres leren zichtbaar maken www.lerenzichtbaarmaken.nl 24 november EDE
mbo-city www.mbocity.nl 26 november ZEIST
conferentie taalgerichte didactiek en curriculum www.taalgerichtvakonderwijs.nl 28 november ARNHEM
het congres, passend onderwijs in po en vo www.hetcongres.nl
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine onafhankelijk voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie en opleiding in Rotterdam. Het ROM wordt mede mogelijk gemaakt dankzij ondersteuning van de directie Jeugd & Onderwijs van de gemeente Rotterdam. 37e jaargang -- nr.10 -- oktober 2014 ISSN 1386 -- Verschijnt vijf keer per jaar -- Oplage 7000 Uitgave CED-Groep Redactie Machiel de Jong, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Paul de Maat, Rien van Genderen (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Renate Mamber, Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Ineke Westbroek, Linda Zwegers Redactieadres Postbus 8639 -- 3009 AP Rotterdam -- telefoon 06 316 437 11 -e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Veenman Drukkers – Rotterdam © CED-Groep 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 01 | 14
27 – 31 januari UTRECHT
NOT vakbeurs www.not-oline.nl
Volg het ROM op Twitter @RdamsOndMag en sluit je aan via LinkedIn ‘rotterdamsonderwijsmagazine’.
inhoud 02 agenda 04 nieuw: rom website Romnieuws.nl
06_ ICT ACADEMIE ALBEDA Kansrijke opleiding Netwerkbeheer R
05 vakantie geen zeef meer Zomerschool Wereld op Zuid
14_ NIEUWE NAAM: DE RECON Leren in de luwte O
08 estafette
Uitdagingen van kunsteducatie
10
Het vak van Linda van Zijp
16
een nieuwe dimensie geven de klas van
Marizia Ferreira en Anne Struis, PrO Talingstraat
18
Geen netwerk, no stress!
18
Young Stage
column Anne-Marie wat ook nog gebeurde
19
succes van…
Hout- en Meubileringscollege
22 strip Ad Oskam Rookvrij schoolplein 22 column Linda Je weet dat je juf of meester bent
wanneer je…
20_ ROOKVRIJE SCHOOLPLEINEN Wartburg College Guido de Brès R
23 wat ook nog gebeurde Kinderredactie Nieuwsbegrip 24 taal begint thuis
Ook laaggeletterde ouders kunnen hun kind steunen
26 bewust kiezen voor deze kinderen Passie op Zuid
30_ PROBLEEMGEDRAG Leerlingen in debat O
28 hofleverancier van Oranje Voetballende leerlingen van
Thorbecke VO
32 dubbelportret ‘Je wordt als ouder serieus genomen’
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Nieuws
> ROM ook digitaal
B B BHet BBB B B B B B B B B B B B B B B ROM krijgt een website BBBBBBBBBBBBBBBBBBBB B B Bwww.romnieuws.nl BBBBBBBBBBBBBBBBB
tekst Paul de Maat
Hoeveel tijdschriften zijn er nog zonder bijbehorende website? Niet veel, en ook het Rotterdams Onderwijs Magazine heeft binnenkort op het world wide web zijn eigen plek. Op 1 november namelijk zal www.romnieuws.nl het levens-licht zien, waarmee het ROM een belangrijke uitbreiding krijgt.
W
at kunt u op Romnieuws vinden? Ten eerste wordt de site een belangrijke bron van actueel onderwijsnieuws voor Rotterdam en omstreken. De ROM-redactie komt elke week wel nieuwe ontwikkelingen, gebeurtenissen en nieuwtjes tegen die interessant zijn voor de lezer van het ROM, maar de paginaruimte in het blad is beperkt en de frequentie van verschijnen evenzeer. Dat zal vanaf dit najaar dus heel anders worden. Ten tweede kunt u eerdere edities van het
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
ROM raadplegen, in ieder geval als PDF. Ten derde wordt Romnieuws een site waar u zelf ook wat kwijt kunt, doordat er bij artikelen een reactiemogelijkheid komt. Ook waard om te vermelden: naast het magazine en de website krijgt het ROM een digitale nieuwsbrief die tien keer per jaar verschijnt. Over de site en de nieuwsbrief valt nog meer te vertellen, maar dat bewaren we voor een ander moment. Voorop staat
dat Romnieuws.nl een site wordt waar u op een prettige manier Rotterdams onderwijsnieuws leest, ideeën opdoet en collega's treft. Blijf ons vooral ook volgen via de sociale media. Op Twitter zijn we te vinden als @ RdamsOndMag en op LinkedIn onder de naam ‘rotterdamsonderwijsmagazine’. Extra interessant is dat u via onze LinkedIn site ook inmiddels zo’n 3.000 collega’s uit Rotterdam kunt aantreffen. B
‘Het ROM krijgt een digitale nieuwsbrief die tien keer per jaar verschijnt.’
Zomerschool
> ZOMERSCHOOL WERELD OP ZUID
B B B B B B Bophalen BBBBBBBB ‘Dingetjes BBBBBBBBBBBBBBB die jeBinBde vakantie B BB BB B B B Bvergeet’ BBBB
tekst Ineke Westbroek
Maryam wil ‘gewoon slim zijn’. Op de Zomerschool houdt zij haar rekenvaardigheden bij: ‘Ik ga niet op vakantie. Thuisblijven is saai. Hier kun je een hoop leuke dingen doen.’ Dit geldt voor de meesten van de 27 leerlingen van rkbs Christophoor en obs De Toermalijn, die de laatste twee weken van de zomervakantie de schoolbanken in De Wereld Op Zuid opzoeken. Bijspijkeren van taal en rekenen combineren zij met leuke uitstapjes.
‘W
anneer gebruik je stam plus t en wanneer niet?’ Vingers vliegen omhoog. Jennifer: “Als het woord jij erachter staat, krijg je alleen de stam”. ‘Goed zo, jullie hebben goed opgelet’, prijst juf Kim Stuurman. Vervolgens gaat de groep aan de slag met opgaven. ‘Een leuke, gemotiveerde groep’, vindt Kim, ‘ze vinden het belangrijk om bij te blijven.´ De Zomerschool Wereld Op Zuid is één van de Rotterdamse vakantiescholen in het primair onderwijs die leerlingen in de zomervakantie bijspijkeren. Vakantiescholen hebben een gunstige uitwerking op de ontwikkeling van sociale vaardigheden, blijkt uit onderzoek van de CED-
Groep en Kenniswerkplaats Rotterdams Talent (KRT). Vooruitgang in leervakken tekent zich vooral af in woordenschat en spelling, volgens een vergelijking van CED-Groep en KRT tussen twee scholen met en zonder vakantieschool. Zij voerden de vergelijking uit op basis van de eindmeting van Cito-toetsgegevens van juni 2013 en de middenmeting van februari 2014. Leerlingen die de vakantieschool volgden, scoren op deze onderdelen vaker positief.
Inspiratie ‘Ik ben best slim’, vindt Claudia van zichzelf, ‘ik heb in alles op school
n De kinderen vinden het belangrijk om bij te blijven in de zomervakantie. foto Petja Buitendijk
een 10, maar ik wil de dingetjes ophalen die je in de vakantie vergeet.’ Daarvoor levert Claudia, die evenals Maryam naar groep 6 van Christophoor gaat, haar laatste druilerige vakantiedagen graag in. Maryam wil beter leren rekenen: ‘Vooral klokkijken vind ik moeilijk.’ Dat geldt ook voor Azra: ‘De digitale tijd begrijp ik soms niet.’ Azra was bang dat ze in groep 5 zou blijven zitten: ‘Gelukkig ben ik toch over. Ik wil mee kunnen komen, daarom ben ik blij dat ze hier goed uitleggen wat ik niet snap. ‘Het geeft me inspiratie voor het nieuwe schooljaar’, verklaart Riham (over naar groep 7 Toermalijn), gebogen over een tekstverklaring over pesten op social media, ‘ik merk de vooruitgang als de juffrouw iets vertelt wat ik al weet.’ Ook de uitstapjes naar onder andere een educatieve natuurtuin, de bioscoop, een manege, een kinderboekenwinkel en Jeugdvakantieland werken inspirerend. ‘We hebben met rolstoelen gereden’, vertelt Nour (groep 6 Toermalijn) ‘en we kregen patat.’ Zeer welkome activiteiten. Riham vat samen waarom: ‘We hebben te veel energie, daarom vervelen we ons op een gegeven moment in de vakantie. Daarom ben ik blij dat er Zomerschool is.’ B
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Techniek
tekst Ineke Westbroek
Prutsen aan computers, games ontwerpen en schatrijk worden, daarom draait het niet de bij bol-opleiding Netwerkbeheer niveau 4 aan de ICT-Academie van het Albeda College. Hardnekkig, moeilijk uit te roeien misverstand. Maar wie in staat is een netwerk van digitale apparatuur te overzien en te beheren, kan als gediplomeerde aan de slag bij grote bedrijven, of verder studeren aan het hbo.
> ICT-ACADEMIE ALBEDA
BGrote BBBB BBBBBBBBBB vraag BBBBBBBBBBBBBBB netwerkbeheerders Bnaar BBB BBBBBBBBBBB S
tudent Roy Levens is terug op zijn voormalige stageplek en laat het monitoringsysteem zien dat hij, samen met een andere stagiair, als eindopdracht heeft ingericht. De computer toont een wereldkaart, bezaaid met rode en groene stippen. Het zijn de 99 vestigingen in 33 landen van Vopak. De wereldkaart is het dashboard voor het monitoringsysteem van het wereldwijde digitale netwerk van het Rotterdamse tankopslagbedrijf. ‘Bij de rode stippen moet iets worden gedaan’, legt Roy uit, ‘de apparaten geven berichten door, bijvoorbeeld dat er een storing is, of dat er iets moet worden aangevuld of vervangen.’ Na zijn opleiding vond hij een baan bij Quality Internetworking. Dit bedrijf is onderdeel van de gemeente Rotterdam en beheert de gemeentelijke IP-netwerken die gebruikt worden voor dataverkeer.
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Verst ‘Jij bent het verst gekomen’, had docent datacommunicatie John Bakker bij de diploma-uitreiking tegen Roy gezegd. Volgens zijn docent is Roy er ‘echt voor gegaan’: ‘Anderen haakten af, omdat de praktijk vooral vraagt om mensen die kastjes aan de praat krijgen en computergestuurde systemen kunnen overzien.’ Dat is niet voor iedereen weggelegd. De opleiding is er niet op gericht om spectaculaire uitvindingen mogelijk te maken of leuke games te ontwerpen. ‘Maar’, legt John Bakker uit, ‘jongeren die het leuk vinden met computers te werken, een netwerk aan te leggen en te monitoren zijn volledig op hun plaats bij de opleiding.’ Na korte instructies moeten ze zelf de opdrachten uitvoeren en al doende het vak leren. Docenten vervullen een coachende rol en dragen hun kennis
over de op de jongeren. Daarnaast sluit de opleiding inhoudelijk aan bij opleidingen van bedrijven als Microsoft en Cisco. De jongeren krijgen de mogelijkheid om certificaten van deze bedrijven te behalen, waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt groter zijn.
Informatiesystemen Na de opleiding kunnen afgestudeerden werken met informatiesystemen en deze beheren. Daarbij hoort het ontwerpen van dergelijke systemen, afgestemd op de behoeften van de opdrachtgever. Het ontwerpen gebeurt op basis van een plan van aanpak, het creëren van een testomgeving, en een uitvoeringsplan. Ook het gebruiksvriendelijk helpen maken van systemen en het voorkomen, opsporen en verhelpen van storingen, en het adviseren van collega’s en
W Roy Levens: ‘Boeiend om interactief te werken en gelijk resultaat te zien.’ foto Roy Levens
opdrachtgevers behoort tot het takenpakket van een netwerkbeheerder. Er is behoefte aan afgestudeerden van deze opleiding, constateert John Bakker: ‘Bedrijven ontdekken dat het prettiger is om op zo’n plek een vaste kracht aan te stellen dan mensen uit het buitenland in te huren. Twintig jaar geleden waren er teveel ICT’ers, nu zijn er te weinig voor dit soort functies. We zouden meer studenten willen opleiden, maar helaas hebben we een gebrek aan docenten, net als bij het hbo. ICT’ers kunnen in
‘Werk waarmee je de diepte ingaat’
het bedrijfsleven meer verdienen en komen niet voor de klas te staan. We vangen het docentengebrek op met instromers uit het bedrijfsleven. Zij gaan direct aan de slag en worden daarnaast didactisch bijgeschoold.’
Aanvullend School en praktijk vullen elkaar aan. De basiskennis leren studenten op school, vaardigheden op het gebied van veiligheid, begroten en plannen leren ze tijdens hun stage. Vanaf het tweede leerjaar gaan de studenten drie dagen per week in de praktijk werken. Daarbij verschillen de specifieke eisen van bedrijven. ‘Om de opleiding daarop aan te laten sluiten zoeken we naar de grote gemene delers’, aldus John Bakker. ‘De bijzonderheden van een bedrijf leer je in de praktijk’, weet Marco van der Net, die stagiaires bij Vopak begeleidt.
Als servicecoördinator netwerk vindt hij de ICT-Academie waardevol. ‘We hadden Roy graag willen houden’, zegt hij lachend, ‘maar hij had die andere baan al gevonden.’ Marco is blij met het monitoringsysteem dat Roy mede heeft ontwikkeld: ‘Voordat het er was, liepen we achter de feiten aan.’ De monitoringopdracht paste in Roy’s straatje: ‘Werk waarmee je de diepte ingaat.’ Ik vind het boeiend om interactief te werken en gelijk resultaat te zien’. Met ingang van dit schooljaar bieden Albeda College en Zadkine techniek- en technologieonderwijs in onderlinge samenwerking aan. Samen willen zij een aanbod realiseren dat optimaal afgestemd is op de vraag uit het bedrijfsleven en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. B
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Estafette > UITDAGINGEN VAN KUNSTEDUCATIE
gHoe gg gg g gcreativiteit g g g glos? gg krijg je die ggggggggggggg tekst Marijke Nijboer
Welke vraag zou jij willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Aafje Gerritse, leerkracht groep 1-2 op basisschool Fridtjof Nansen, haar vraag aan Jacoline de Vos, leerkracht groep 1-2 op obs Bloemhof: ’Hoe kun je als leerkracht zodanig kunsteducatie geven aan kleuters, dat je vaardigheden biedt én ruimte geeft aan hun verbeelding?’
M
h Aafje Gerritse: ‘Soms moet je de mogelijkheden beperken, soms juist dingen aandragen.’
eteen na hun kennismaking ontdekken Aafje en Jacoline een overeenkomst: ze werken beiden met een kunstachtergrond in het onderwijs. Aafje volgde na de pabo de docentenopleiding op de kunstacademie en doet nu een masteropleiding in kunsteducatie. Jacoline ontwikkelde zich precies andersom: zij ging na de kunstacademie naar de pabo. Aafje: ‘Het is best lastig om vaardigheden mee te geven én de creativiteit van kleuters goed aan te boren. Het is ook moeilijk om daar informatie over te vinden.’ Jacoline: ‘Ik werk meer op gevoel. Je kunt er veel theorie op loslaten, maar voor mij is het kind het vertrekpunt.’ Aafje: ‘Dat ben ik met je eens. Ik kijk naar wat er gebeurt, speel daarop in, en probeer kinderen veel vrijheid te geven. Soms moet je de mogelijkheden beperken, soms juist dingen aandragen.’ Het lokaal van Jacoline oogt als een creatieve werkplaats, met een stellingenwand vol papier, wol en verf. Ze zegt: ‘De meeste van mijn leerlingen knippen en plakken thuis niet. Ouders zijn bang voor vieze vingers, dus de kinderen ook. Als zo’n kind lekker met z’n vingers in de verf heeft zitten roeren ziet z’n werkje er misschien niet uit, maar ben ik toch blij.’
Kleine wereld In deze aflevering van estafette wisselen TWEE LEERKRACHTEN uit het basisonderwijs Hun ervaringen uit. voor de KOMENDE aflevering geven zij het stokje – MET brandende vraag – door aan een volgende collega.
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Haar klas is al weken bezig met het thema ‘strand’. ‘Veel kinderen hebben de zee nog nooit gezien. Hun wereld is klein, dus halen wij die hier zoveel mogelijk binnen. Ik bied veel beeldmateriaal aan.’ De kinderen zijn soms erg snel klaar met een opdracht. Jacoline: ‘Dan zeg ik: ik kijk naar jouw poppetje, en denk: nou, nou. Waarom denk ik dat? Dan komen er wel suggesties om nog wat toe te voegen.’ Aafje: ‘Bij mij gebeurt hetzelfde, maar door een andere oorzaak. Wij hebben veel
g g hoogopgeleide ouders. Onze kinderen hebben juist zoveel beelden in hun hoofd, dat zij daardoor afgeremd worden. Een jongen in mijn klas weet bijvoorbeeld zo goed hoe een vliegtuig er in het echt uitziet, dat hij denkt: dat krijg ik nooit op papier.’Geïnteresseerd bekijkt Aafje op de gang een groepswerk: zee en strand. Het werk loopt vanaf drie tafels omhoog tegen de muur. In groepjes werken alle leerlingen er bij toerbeurt aan. Jacolines leerlingen kijken vaak naar elkaars werk. ‘Op zich vind ik dat goed, maar ze gaan elkaar nadoen. Als één kind een giraffe tekent, volgt de hele klas. Ik wil ook geen regenbogen, koninginnen en prinsessen meer zien. Als je dat verbiedt, komen er ineens hele leuke dingen.’ Aafje: ‘Dat herken ik. Mijn kinderen willen telkens hartjes tekenen. Dat is soms overigens een teken dat ze toe zijn aan leren lezen.’
Zélf pakken Jacoline laat kinderen soms allemaal dezelfde opdracht doen, bijvoorbeeld een vouwwerkje, waarna ze die techniek met ander materiaal moeten gebruiken. ‘Dan gaan ze bijvoorbeeld een vlieger maken. Ik probeer kinderen zover te krijgen dat ze uit zichzelf ook eens een ander materiaal pakken.’ Bij elk rapport laat ze de kinderen zichzelf tekenen. ‘Ik stuur daarin, anders pakken meisjes alleen maar roze. Ze moeten dan met een andere kleur, of met een bepaald materiaal werken.’ De scholen van zowel Jacoline als Aafje werken met kunstenaars. Jacoline: ‘Zij hebben goede ideeën, maar vinden het soms lastig om een les voor 26 kinderen goed te organiseren. Ze hebben ook niet allemaal evenveel affiniteit met kinderen.’ Aafje: ‘Bij ons werkt een kunstenaar samen met de leerkracht. Maar ik vind het belangrijk dat je daarna als leerkracht zelf op een goede manier verder kunt’. Aafje maakt dankbaar gebruik van het digibord: ‘Zo kan je een klein stukje museum de klas in halen. Door te kijken naar een kunstwerk en elkaars gedachten te delen, leren de kinderen veel over zichzelf, de ander en de wereld om hen heen.’ Jacoline haalt liever kunst binnen. ‘Ik bracht een keer een abstract beeld van mijn zus mee. Dat leidde tot een geweldig gesprek in de klas.’ g
‘Als je regenbogen en hartjes verbiedt, komen er ineens leuke dingen’
h Jacoline de Vos: ‘Hun wereld is klein, dus halen wij die hier zoveel mogelijk binnen.’ foto’s Jan van der Meijde
De Brandende Vraag
Jacolines vraag aan een collega luidt: ‘Hoe krijg je op je school een echte leescultuur, waar ook ouders door worden aangestoken?’
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Mijn vak
> LINDA VAN ZIJP, GRAFISCH LYCEUM
UU U Ubegin UUUU UUU UUU UUU ‘InUhet wilde ikUheel erg U U U U U U U U U U U U U UU U U U U juffrouw zijn, ben ikU mijzelf’ U de UU UUUUU U Unu UU UU UUUU
tekst Anne-Marie Plasschaert
Grafisch ontwerper Linda van Zijp heeft een eigen studio in het Schieblock, een creatieve verzamelplaats in het stadscentrum. Van daar wandelt ze over de luchtbrug naar het Grafisch Lyceum Rotterdam (GLR), om haar kennis van het vak over te brengen aan een nieuwe generatie vormgevers. ‘Voor mij is dit de ultieme combinatie’, zegt ze tevreden, ‘ik vind educatie erg interessant.’
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
A
ls bedenker van een ‘posterproject Mentorschap’ geeft docent en grafisch ontwerper Linda van Zijp (29) een nieuwe dimensie aan verschillende facetten van het werk van een mentor en de relatie mentor - student. Vorig jaar werd er voor de eerste keer een beroep op haar gedaan om een groep studenten als mentor te begeleiden. ‘Echt heel leuk zo’n groep eerstejaars, ze staan nog zo open voor van alles, net een leeg stuk canvas.’ Halverwege het jaar nam Linda ook de begeleiding van een groep derdejaars en vierdejaars erbij – ‘Dat was te veel’, zegt zij achteraf, ‘tegelijk ook weer
O Linda van Zijp: ‘Ik ben heel enthousiast over mijn vak, dat wil ik overdragen.’ Foto’s Jan van der Meijde
‘ Echt heel leuk zo’n groep eerstejaars, ze staan nog zo open voor van alles, net een leeg stuk canvas.’
>> voorbeeld eindeloos bezig geweest met de typografische weergave van een schuchter hallo van een student die wel aandacht wil maar niet opvalt in de groep. Ik had het eerst geschetst en met de fineliner uitgetekend, dat werkte niet. Vervolgens heb ik het hallo helemaal gedigitaliseerd en het woord in de achtergrond verstopt. Dat ontwerpproces kun je terugvinden op mijn blog en ook kun je lezen wat het betekent. Studenten die mijn blog volgen, leren daar weer van. Ook een docent die het vak beheerst, worstelt soms.’
Fascinatie
heel leuk, maar anders. Met de ouderejaars ga je meer de diepte in.’
Verbazing Hoewel Linda aangeeft dat de mentoren van de opleiding grafisch vormgeven bij het GLR goed worden begeleid en allerlei zaken met elkaar bespreken, blijft ze toch zitten met vragen, verwondering, en soms ook met verbazing. ‘Daar is het posterproject Mentorschap uit voortgekomen. Ik geef in een typografische vorm een vraag of gedachte weer, waar ik mij in mijn werk als mentor mee geconfronteerd zie. Ik ben bij-
en studeerde in 2009 af op onder meer de geschiedenis van de typografie. ‘Die hele geschiedenis van het schrift is zó interessant, van grottekeningen naar pictografisch schrift en hoe zich dat verder ontwikkelt naar het alfabetisch schrift en verschillende lettertypen.’ Ze begon een eigen ontwerpbureau en door de stages tijdens haar opleidingen kon ze allerlei opdrachten
>>
Linda wil per se 52 posters maken: ‘Voor alle weken van het jaar, ik zit nu op 21. Maar de zomervakantie kan ik natuurlijk met zes weken leeg laten’, lacht ze. ‘Nu wordt het moeilijk, steeds iets nieuws bedenken, niet hetzelfde trucje toepassen. Maar ik ben gedisciplineerd en mij staat voor ogen wat ik met dit project wil bereiken: een boekje maken, voor bijvoorbeeld nieuwe mentoren; dan kunnen de studenten de vormgeving doen. Of interactief maken, een spel, een cursus… ideeën genoeg.’ De fascinatie met letters komt waarschijnlijk voort uit de opleiding die ze zelf volgde bij het GLR, vertelt Linda. In de beginjaren 2000 deed zij daar de opleiding grafisch vormgeven. Aansluitend deed ze de studie grafisch ontwerpen bij de Willem de Kooning Academie
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
T Linda van Zijp Grafisch Lyceum Rotterdam 088 200 1500
>> doen. ‘Ik ben dus maar meteen naar de Kamer van Koophandel gegaan om mij in te schrijven’, vertelt ze kordaat. Toen er een plek was in het Schieblock, greep ze die kans met beide handen aan ‘Het is hier heel inspirerend; er zitten allemaal creatievelingen en ontwerpbureaus. Je praat met elkaar en deelt ideeën.’
Bij toeval Vier jaar geleden hoorde Linda bij toeval dat het GLR iemand zocht voor het basisjaar vormgeven; zij meldde zich onmiddellijk. ‘Ik heb educatie altijd interessant gevonden. Ik had verschillende workshops geleid bij Villa Zebra en ik zag dat ik dat leuk vond. Dat is misschien raar, want ik kom niet uit een onderwijsgezin of zo. Ik vind het gewoon leuk om mensen te helpen, te begeleiden. En ik ben heel enthousiast over mijn vak, dat wil ik
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
‘Het Grafisch Lyceum Rotterdam heeft mijn liefde voor typografie aangewakkerd. Wij moesten in onze opleiding nog letters natekenen en overtrekken, daardoor leerde je de anatomie van de letter begrijpen. Niet dat ik dat toen al zo doorhad, maar toen ik na het GLR mijn opleiding bij de Willem de Kooning Academie voortzette, vond ik dat er te weinig aandacht werd geschonken aan typografie.’ Vorig jaar volgde Linda een masterclass bij de faculteit Typografie van de universiteit in Reading, Engeland – een Walhalla voor de letterfreak. ‘Dan pas leer je echt wat een letter is, waarom een letter is opgebouwd zoals die is opgebouwd, hoe moeilijk het is om een letter zelf te ontwerpen… Elk lettertype heeft zijn eigen specifieke kenmerken en daar kun je niet zo maar wat aan veranderen, dat werkt niet. En een letter op een beeldscherm ziet er geprint heel anders uit - allemaal zaken waar je rekening mee moet houden. Probeer dan nog maar eens een letter te ontwerpen, dat is echt een heel werk!’ Linda’s blog: studiolinblog.tumblr.com
overdragen, inzichtelijk maken, meerdere raakvlakken aanreiken.’ Het werd een hele route, van klassenassistent naar de opleiding instructeur en nu de opleiding docent. ‘In de opleiding leerde ik de didactiek, hoe ik moet afwisselen in activiteiten, hoe ik mijn studenten kan blijven boeien. Dat had ik echt nodig. In het begin wilde ik heel erg de
juffrouw zijn, dat was mijn houvast. Nu ben ik meer mijzelf en daardoor vrijer en rustiger. Ook al is er een verschil tussen docent en student, ik kan nu makkelijker vragen hoe het weekend is geweest of eens een opmerking maken over mooie nagellak. En dat is heel belangrijk voor ze, ze hebben behoefte aan persoonlijke aandacht.’ U
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Speciaal
tekst Marijke Nijboer
Zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in hun eigen buurt: dat is de bedoeling van passend onderwijs. Maar sommige kinderen hebben, al dan niet tijdelijk, veel baat bij een wat meer beschutte plek. De Recon biedt speciaal onderwijs aan langdurig zieke kinderen. > SCHOOL VOOR LANGDURIG ZIEKE KINDEREN
U ULeren U U U in UU Uluwte U U U op UUU de UUUUUUUUUUUUUU U UDe U URecon UUUUUUUUUU I
n een van de klaslokalen staat in een hoek een bed. Een jongen ligt heerlijk te slapen, terwijl zijn klasgenoten verder werken. Niemand kijkt daar vreemd van op. De verscheidenheid is groot bij De Recon, met IQ’s die uiteenlopen van 50 tot 130, maar elke leerling is langdurig ziek en krijgt op maat toegesneden zorg en onderwijs. De Reconvalescentenschool aan de Dordtsestraatweg op Zuid heet sinds kort De Recon. De oude naam leidde te vaak tot verwarring, vertelt algemeen directeur Barbara Knol. ‘Bovendien konden jonge kinderen hem niet uitspreken.’ De drie afdelingen zijn wat meer uit elkaar getrokken en hebben een duidelijker eigen identiteit gekregen. Op de ReconSchool krijgen kinderen van vier tot dertien jaar speciaal onder-
14 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
wijs. Het ReconCollege biedt speciaal vmbo-onderwijs. ReconPro verzorgt praktijkonderwijs. Samen hebben ze 163 leerlingen.De school heeft twee verpleegkundigen. Zij delen medicijnen uit en testen het bloed van leerlingen die zware diabetes hebben. De aparte slaapzaal is een uitkomst voor kinderen die vaak moe zijn, bijvoorbeeld omdat ze een stofwisselingsziekte hebben. Er zijn kinderen met hartproblemen, met een stoma, met taaislijmziekte of niet aangeboren hersenbeschadigingen. Leerlingen krijgen binnen de school fysiotherapie, logopedie en als het nodig is sociaal-emotionele therapie. ‘Wij helpen een kind met zijn ziekte om te gaan,’ vertelt Barbara Knol. ‘Soms is het nodig om hierbij creatieve expressietherapie in te zetten.’
% ‘We zitten niet elke dag in de schoolbankjes. We zijn hier heel creatief bezig’. foto Jan van der Meijde
‘Wij helpen een kind met zijn ziekte om te gaan’ Arbeidsmarkt
Canule Veel kinderen hebben op een reguliere school gezeten, en vaak was dat geen succes. ‘Als jij nachtelijke epilepsie hebt, ben je overdag moe. Je snapt dingen niet die de rest van de klas wel begrijpt. Hier zijn zulke kinderen geen uitzondering en komen ze tot rust.’ Pas kwam er een nieuw jongetje binnen met een canule, een apparaat aan de hals dat helpt bij het ademhalen. ‘Hij ontmoette hier op de gang een ouder meisje met een canule. Ze stonden sprakeloos tegenover elkaar; hadden nog nooit een ander kind met zo’n ding gezien.’ Een bepaalde categorie leerlingen kan uiteindelijk wel naar een reguliere school, denkt de directeur. ‘Ik zou het goed vinden om kinderen gedurende twee jaar naar het speciaal
onderwijs te laten gaan. Daar kan in kaart worden gebracht wat een reguliere basisschool moet kunnen om dit kind op te vangen. Daarna kan er besloten worden om het kind al dan niet naar het regulier onderwijs te laten gaan.’Ouders vinden het soms lastig om de juiste balans te vinden tussen bescherming en stimulans, zegt adjunct-directeur Bert Vreezen. ‘Wij stimuleren hen om hun kind een beetje los te laten. Tijdens ons schoolkamp zijn kinderen even onder die beschermende vleugels vandaan. Dan worden ze vaak losser en kunnen ze ineens meer.’ Zelfstandigheid is belangrijk: ‘Veel leerlingen stromen door naar het reguliere mbo.’ Barbara Knol: ‘Ik zeg altijd: jij wil toch straks ook die auto voor de deur? Daar moet je nu al aan gaan werken.’
ReconPro richt zich op de arbeidsmarkt. Leerlingen leren hoe ze zich horen te gedragen op de werkvloer en dat ze zich aan afspraken moeten houden. Het lukt goed om arbeidstoeleidende stages te regelen, vertelt Keetie Hobbel, coördinator praktijkonderwijs. ‘Maar het vinden van reguliere banen is lastig.’ Bij ReconPro kunnen leerlingen het certificaat halen voor ‘werken in het schoolmagazijn’ en ‘werken in de keuken’. Dankzij de samenwerking met het Olympiacollege kunnen leerlingen daar certificaten halen voor veiligheid en het rijden met een vorkheftruck. Samen met zml-school De Hoge Brug biedt De Recon het schoonmaakcertificaat. Via de Werkschool, een project voor jongeren zonder startkwalificatie, doen leerlingen werkervaring op als schoonmaker in een bedrijfspand voor zzp’ers. Al gaat er veel energie naar de zorg; de Recon investeert in opbrengstgericht werken. De school doet mee aan interne audits van schoolbestuur BOOR. De inspectie is tevreden, zegt directeur Knol. De Recon boekt goede resultaten met Lezen is Top, en investeert in het rekenonderwijs. Linda, een 13-jarige praktijkschoolleerling, is met klasgenoten bezig om appeltaarten te bakken voor de verkoop. ‘We zitten niet elke dag in de schoolbankjes,’ zegt ze. ‘We zijn hier heel creatief bezig. Als je gestresst bent, mag je ook ergens anders gaan zitten. Dat is fijn.’ U
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
De Deklas klasvan van
Asher (13) ‘Hier is eigenlijk alles anders dan op de basisschool, maar dat is juist leuk. Het introductieprogramma vind ik leuk, maar het kamp lijkt me wel spannend. Zeker ’s nachts als ze misschien enge dingen gaan doen’
Axelene (13): ‘Ik vind alles leuk, maar het kamp lijkt me wel spannend. De gezelligheid helpt me om aan deze nieuwe school te wennen’
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
DE KLAS VAN - MENTOREN MARIZIA FERREIRA EN ANNE STRUIS, BRUGKLAS PRAKTIJKSCHOOL TALINGSTRAAT ‘We zijn dinsdag na de zomervakantie gestart met de introductieperiode voor onze nieuwe leerlingen. Het zijn dertig leerlingen, afkomstig uit het regulier en speciaal basisonderwijs. In tegenstelling tot regulier voortgezet onderwijs delen wij onze leerlingen niet vooraf in, maar wachten we tot na de introductietijd. Uiteraard komt er van elk kind een onderwijskundig rapport mee van de verwijzende school, maar wij vinden het belangrijk om ook zelf een beeld te vormen. De leerlingen krijgen dus nog geen klas en mentor toegewezen, maar worden in steeds wisselende groepjes ingedeeld. Tijdens activiteiten als koken, sport en schilderen maken ze kennis met school, verschillende docenten en mentoren. Het spannendst is de tweede week. Dan gaan we met leerlingen en begeleiders vier dagen naar de Franse Ardennen. We slapen er in tenten en op het programma staan survivalactiviteiten als klimmen, abseilen en dergelijke. Waar de leerlingen zich in de eerste week nog wat kunnen ‘verstoppen’ wordt tijdens de survivalweek duidelijk hoe leerlingen echt in elkaar zitten. Het levert ons alles bij elkaar genoeg informatie op om direct na terugkomst twee brugklassen samen te stellen. Daarbij gaan we niet uit van wat de school goed uitkomt maar wat het beste voor het kind is.’
Noot: Marizia staat niet op de foto 16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Destiny (12) ‘Ik vind het nu al leuk op deze school. Op mijn vorige school werd ik gepest. Hier doen ze er direct iets aan. Het kamp lijkt me erg leuk omdat ik de anderen er beter door leer kennen en meer vertrouwen in mezelf hoop te krijgen’
T Heeft of doet u iets speciaals in of met uw klas of kent u een ‘bijzondere’ klas? Geef het aan ons door. Misschien staan u en uw klas een volgende keer in de spotlights.
Norhane (12) ‘Je bent hier vrijer dan op de basisschool en de introductie helpt me om vriendinnen te maken. Het kamp lijkt me wel leuk, maar ik vind het wel spannend om met onbekende kinderen in een tent te slapen’ Shami (12) ‘Deze school is heel anders dan mijn vorige school. Alles is hier groter. Het introductieprogramma vind ik heel leuk. Het helpt me om de school beter te leren kennen’
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Geen netwerk? No sweat! Onze school zit midden in een verbouwing; al een heel jaar. Maar deze zomer was het eerste deel van die verbouwing klaar en kon er worden verhuisd, zodat het tweede deel van de verbouwing het komende jaar kan worden uitgevoerd. De laatste weken van het schooljaar sloopten de ‘technische jongens’ van zowel facilitair als IT al bij je in de klas om de beamer van het plafond te demonteren, mac’s en pc’s te categoriseren, bedradingen om te leggen. En voor de buitenstaander nog raadselachtiger waren hun activiteiten bij de enorme servers in aparte ruimtes op alle verdiepingen. Terwijl wij deze zomer een duik namen in blauwe oceaanwateren, ons wentelden in de zon, op avontuur gingen, waren deze mannen druk om verhuizers te begeleiden tussen het ene en het andere gebouw, en vooral om de netwerken en alle apparatuur voor studenten, docenten en gespecialiseerde opleidingen als game development, grafisch ontwerpen of animatie, in het nieuwe gebouw en een stukje oudbouw weer aan te sluiten. De testcase kwam begin september. Natuurlijk was de hele operatie nog niet klaar, maar in de nieuwbouw waren er computers aangesloten op het intranet, er stonden printers startklaar voor gebruik, het studentenplein functioneerde als vraagbaak voor iedereen, de baliemedewerkers loodsten dolende zielen naar de juiste afdeling, en ja, zelfs de telefoon deed het naar behoren. De volgende dag werkte ook het
Anne-Marie stagebureau als vanouds, kon het bureau onderwijs en ontwikkeling aan de slag, werden allengs steeds meer secretaresses en directeuren voorzien van printers en aanverwante artikelen. Langzaam maar gestaag boden ook klaslokalen het vertrouwde beeld van minimaal dertig mac’s of pc’s. En overal toonden de bundels bedradingen dat er hoop gloorde: contact met het netwerk! Toen de lessen begonnen was alleen nog het laatste stukje oudbouw niet helemaal in verbinding met de rest van de school, laat staan de wereld. Onverstoorbaar stonden ook die dag de IT-mannen weer kabels bij servers in te pluggen. Dus met de laptop onder de arm gingen mijn collega’s verwachtingsvol naar hun groep. Ik nam het Basisboek Journalistiek mee en een artikel uit de Volkskrant met de kop ‘Het boek is beter’, over allerlei onderzoeken waaruit blijkt dat een lezer meer van de tekst opsteekt als die tekst op papier staat. Geen netwerk? No sweat; neem een boek, beter voor het lichaam en veel beter voor de geest.
Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent journalistieke vaardigheden en communicatie & pr in het mbo.
Wat ook nog gebeurde Deze vijf jonge getalenteerde spelers van SKVR’s Young Stage repeteren voor ‘Wat doe jij?', een ‘inspringvoorstelling’ waarin pesten bespreekbaar wordt gemaakt. Kijk voor Young Stage en het onderwijsaanbod van SKVR op www.skvr.nl/onderwijs. foto Gaby Jongenelen
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
S succes van: h et Hout- en Meubileringscollege tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
Woonmall Alexandrium is momenteel gastheer van een bijzondere expositie van twintig afstudeerprojecten van examenstudenten van het Hout- en Meubileringscollege. De zelfstandige mbo-vakschool staat voor creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap en leidt leerlingen op voor beroepen in de richtingen interieur & wonen, meubel & hout en design & modeaccessoires. e studenten sluiten hun opleiding af met een speciaal meubel- of interieurproject. De uiteindelijke winnaars ontvingen eind september de Woonmall Publieksprijs 2014 én een cheque van 500 euro.
daarbij een eindexamenproject op het gebied van meubilair of interieurontwerp af te ronden. De ruim 250 projecten worden vervolgens bekeken en beoordeeld door oud-studenten en door het bedrijfsleven. Van beide categorieën selecteren zij de meest in het oog springende projecten. De samenwerking met Woonmall Alexandrium is zo opgezet dat de twintig gekozen projecten speciale aandacht krijgen in het atrium van het winkelcentrum.’ Shirley Udo, marketing manager van Woonmall Alexandrium: ‘Bezoekers van Woonmall Alexandrium zijn de afgelopen tijd uitgedaagd om op hun favoriete werkstuk uit beide categorieën meubel- én interieurontwerp te stemmen.’
Peter van der Arend, verbonden aan het HMC: ‘Het Hout- en Meubileringscollege is in trek. Met twee vestigingen in Rotterdam en Amsterdam tellen wij 3000 studenten die in hun laatste jaar laten zien wat zij in de voorafgaande jaren hebben geleerd. Zij dienen
De Woonmall Publieksprijs 2014 werd in de categorie meubelontwerp gewonnen door Don Heus. De prijs voor het beste interieurontwerp ging naar de groepspresentatie van Joey van der Maat, Kim Jeschke, Amanda Kobus, Nanouck van Iersel en Robin de Bruijn. F
D
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 19
Gezondheid
> ROOKVRIJE SCHOOLPLEINEN
g g g gbeleid ggggggggg Rookvrij ggggggggggggg Wartburg deg Brès g g g gCollege g g gGuido ggg gg
tekst Ineke Westbroek
Ooit stegen in de pauze blauwe rookwolken op van het schoolplein van het Wartburg College, locatie Guido de Brès. Sinds het streven naar een rookvrije school horen deze verstikkende walmen tot het verleden. Maar het kan nog beter, vindt het schoolteam, dat roken op school tot minstens de helft wil terugbrengen. Daarom mag er sinds dit schooljaar direct voor en in de omgeving van de school niet worden gerookt.
20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
O Een peuk opsteken, ook in de directe omgeving van de school, kan niet meer bij Guido de Brès. foto Petja Buitendijk
gezonde omgeving nodig hebben. Op de Guido de Brès, met 1700 leerlingen, mag sinds 2013, toen de school verhuisde naar de locatie aan de Smeetlandseweg, niet op het schoolplein worden gerookt, met uitzondering van een rookzone. Vanaf schooljaar 20142015 is dit verbod uitgebreid naar de straat in de directe omgeving van de school. Samen met de conciërge surveilleren bij toerbeurt acht docenten, om te controleren of dit verbod wordt nageleefd. Overtreders moeten na twee waarschuwingen voor straf in de pauze binnenblijven. Ouders worden verzocht hun kinderen op het hart te drukken hun sigaretten thuis te laten. Zij krijgen een brief of telefoontje als zoon of dochterlief binnen de rookverbodzones met een peuk is betrapt. Ook ouders van kinderen die tijdens de werkweek ineens gaan roken, worden gewaarschuwd. Roken op gedoogplekken mag pas vanaf klas 4, en met een toestemmingshandtekening van de ouders. Rokende docenten kunnen terecht in een patio, uit het zicht van hun leerlingen.
Inslijpen
‘W
e willen een sfeer creëren waarin iedereen weet dat het niet mag, waardoor het aantal rokers afneemt’, vertelt directeur Richard Toes, die beseft dat dit een lastige klus is: ‘Bij een totaalverbod gaan rokers de wijk in, waardoor je een waterbedeffect sorteert. En na schooltijd valt een rookverbod op straat niet te handhaven.’
Besef De locatie Guido de Brès van het Wartburg College in Lombardijen is één van de 24 Rookvrije Scholen in Rotterdam (acht basisscholen en zestien vo-scholen). Volgens gegevens van de Gemeente Rotterdam groeit onder scholen het besef dat leerlingen een
‘Leerlingen moeten worden gestimuleerd met roken te stoppen of er niet mee te beginnen’, zegt Arjan van der Plas, die zich als gezondheidsbevorderaar voor de Gemeente Rotterdam inzet voor scholen die graag een rookvrij schoolplein willen, ‘dat lukt niet met een vermanend vingertje.’ ‘Het is de toon die de muziek maakt’, vertelt Richard Toes. ‘In de puberteit gaan ze roken interessant vinden; als je voorhoudt dat het slecht is, doen ze het juist. Door ontmoediging willen wij dit besef er bij hen inslijpen.’Het streven is om het aantal rokers minstens tot de helft te reduceren. Richard Toes: ‘Over een jaar weten we of dit gelukt is.’ De voorlopige resultaten vindt hij hoopgevend. Van de 1700 leerlingen roken er nog 100, van de 150 docenten nog 5. ‘Leerlingen spreken elkaar aan op roken’, merkt conciërge Leen Ouwendijk, ‘je hoeft maar een
gil te geven, of ze maken hun peuk uit.’ Ouders steunen het beleid en mailen ‘hou vol!’ Roken wordt al minder stoer gevonden, signaleren docenten. ‘Ik snap de maatregelen wel. Roken is slecht voor je, maar het is moeilijk om dat zelf te accepteren’, verklaart Arwin Ariaanse (4 havo), die sinds twee jaar rookt. ‘Niet om stoer te zijn, ik doe het meer omdat het lekker is. Ik ging het op een gegeven moment proberen met vrienden. Eerst vond ik het niet lekker, totaal niet, maar al gauw merkte ik dat ik tien sigaretten per dag nodig heb om niet sacherijnig te worden. Ik wil wel stoppen, maar mis de discipline ervoor.’
‘Wij willen het besef dat roken slecht is er bij hen inslijpen.’ Kikker Als niet-roker juicht Rianne Baas (5 havo) de aanpak van de school toe: ‘Goed dat rokers vanaf het begin van het schooljaar weten dat het niet mag. Je hebt echt last van de rook en met deze maatregelen pak je het probleem aan.’Arjan van der Plas hoopt dat andere scholen die rookvrij willen worden van de Guido de Brès kunnen leren. ‘Scholen vinden het moeilijk een goede methode te vinden’, constateert hij, ‘vaak hebben zij last van een waterbedeffect in de buurt. Het is ook lastig, alsof je een kikker in een doos wilt houden. Maar met niets doen help je de jongeren helemaal niet.’ g
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
L!nda Linda Zwegers is lerares in de onderbouw op een Rotterdamse basisschool
Je weet dat je juf of meester bent wanneer je… Op Facebook heb ik in de community Meesterjuf de volgende stelling voorgelegd: “Je weet dat je juf of meester bent wanneer je…” En dit waren de reacties: …bij de kassa staat af te rekenen met ecolinehanden …altijd alleen ziek bent in vakanties …praat over “mijn kinderen” en er 32 bedoelt …vol zit met blauwe plekken op je bovenbenen van de tafelhoeken …bakjes van de Chinees afwast en bewaart …weken later nog elastiekjes, steentjes en blokjes in je broekzak terugvindt …toe bent aan vakantie en in de vakantie de kids mist …op de boekenplank meer kinderboeken dan gewone literatuur hebt …de helft van de zolder gebruikt voor les- en themamateriaal …beter reageert op “juf” dan op je eigen naam …na een dagje shoppen thuiskomt met meer spullen voor je klas dan voor jezelf …je precies weet wat er bij de Action, Xenos, Wibra en Ikea verkocht wordt dat je wel kunt gebruiken in de klas en er dus ook vaste klant bent …boodschappen doet in een andere plaats omdat je anders een halve school tegen kunt komen …je arm vol hebt met Loom bandjes …thuis de liedjes van de muziekles lekker doorzingt en ook jouw kinderen hier gezellig aan mee doen …het lastig vindt om buiten school kinderen niet aan te spreken op ongewenst gedrag …in de vakantie bij ieder toeristisch uitstapje wel een keer denkt: “Oh, dit is leuk om in de klas te gebruiken” …de oud-papier bak van anderen plundert op zoek naar oude kranten …eerst wordt gebeld door iedereen die iets weg wil gooien…“Of je het nog kunt gebruiken”? …bij ieder zelfstandig naamwoord een liedje kent …een bekende Nederlander bent in eigen stad: “Kijk, daar loopt juf…” …je tas vol knutsels en tekeningen zit als je thuis komt …je iedere week weer een ander vriendenboekje in zit te vullen. En zo kunnen we nog eindeloos doorgaan!
Linda Zwegers
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Rookvrij schoolplein door Ad Oskam
Wat ook nog gebeurde Toen de redactie van het bekende programma Nieuwsbegrip bij wijze van aprilgrap het bericht verspreidde dat er een kinderredactie zou worden opgericht, leverde dat onverwacht een lawine aan reacties op. Maar liefst 400 jeugdige belangstellenden meldden zich. Dat moest gehonoreerd worden en dus werden dertig inzenders uitgenodigd om een middag teksten samen te stellen. Dat zoiets nog niet zo eenvoudig is maakten de kinderen aan den lijve mee, maar ze konden allemaal naar huis met een heus Nieuwsbegrip certificaat. Zie ook http://www.nieuwsbegrip.nl. foto Jan van der Meijde
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Ouderbetrokkenheid
>>
> LAAGGELETTERDE OUDERS
ZZ Z Z Z Z Z onderwijs ZZZZZZZZZ ZZZZZZZ Weinig gehad ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ enZ Ztoch kind ZZ Z Z Zje ZZ Z Z Zondersteunen ZZZZZZZZZZZ
tekst Renate Mamber
Veel scholen proberen ouders te betrekken bij de taalontwikkeling van hun kind. Maar hoe betrek je die groep moeilijk bereikbare, vaak laaggeletterde ouders? Martine van der Pluijm van Hogeschool Rotterdam deed er onderzoek naar. Ze maakte het boekje ‘Taal begint thuis’, een eerste handreiking om de samenwerking met deze ouders op te bouwen.
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
T ‘Taal begint thuis’ is te vinden via http://onderwijsbeleid010.nl/taalbegintthuis.
‘Voor deze groep is het nodig dat leerkrachten eerst een stapje in hun richting zetten’
n Tijdens het praten over de dagelijkse dingen, leert een kind taal. foto Judith Wagensveld
eerst nog iets anders nodig, bijvoorbeeld leerkrachten die een stapje in hun richting zetten.’ Om een antwoord te krijgen op hoe scholen deze ouders beter kunnen bereiken, werkte de afgelopen jaren een projectgroep van schoolvertegenwoordigers en Annette samen met Martine van der Pluijm. De eerste resultaten van het onderzoek naar taalstimulering door laaggeletterde ouders zijn te vinden in ‘Taal begint thuis’. Martine: ‘Ik heb geprobeerd praktische handvatten te maken voor de leerkracht om de domeinen thuis, school en kind te verbinden.’ De presentatie van het boekje vond eind vorig schooljaar plaats. Afgevaardigden van schoolbesturen, kinderopvang, gemeente en de bij het onderzoek betrokken scholen kwamen bijeen en vertelden over hun ervaringen. Vooral de inloopochtenden die de scholen voor de ouders organiseerden bleken belangrijk voor de ouderbetrokkenheid.
Spelregels
O
uderbetrokkenheid is een van de pijlers van het Rotterdamse onderwijsbeleid. Als ouders weten hoe ze hun kind kunnen ondersteunen draagt dat immers bij aan de onderwijsresultaten. Maar sommige ouders blijven moeilijk bereikbaar. Vaak zijn dit mensen die zelf moeite hebben met lezen en schrijven. ‘Als je zelf de taal niet goed beheerst dan is het ook moeilijk je kind te stimuleren’, zegt Annette Diender, projectleider Ouderbetrokkenheid bij het (voormalige) projectbureau Beter Presteren. ‘Er zijn cursussen om ouders op dit punt bij te spijkeren, maar deze groep heeft
Ninon Emaluelson, groepsleerkracht op de Oscar Romeroschool, vertelde dat ze eerst moest zoeken naar een goede invulling van zo’n ochtend. ‘Sommige activiteiten zijn te hoog gegrepen en dan moet je een stapje terug doen. We hebben spelletjes gedaan en ik observeerde. Het viel mij op dat veel ouders de spelregels niet wisten. Ik heb daar direct gebruik van gemaakt door de spelregels met ze te bespreken. Mijn doel is dat je het gesprek met elkaar aangaat.’ Nicole van ’t Wout, OBS Bloemhof, merkte dat het werken met werkbladen een drempel was voor veel ouders. ‘Knutselen werkt’, zegt ze. ‘Ouders wennen eerst aan het knutselen
en dan gaan ze praten met hun kind over wat ze moeten doen. Je hoort aan het geluid in de klas dat het goed gaat. Het is niet te lawaaiig en niet te stil. Je hoort dat ze met elkaar in gesprek zijn.’ Margo Durinck, van de Globetrotter, geeft aan dat het eerst de kunst is om ouders de klas binnen te krijgen, daarna om ze aan het werk te zetten. Ze laat de activiteiten tijdens de inloopochtenden in groep 3 aansluiten op de gewone lessen, bijvoorbeeld technisch lezen. ‘Ouders komen nu naar mij toe met de vraag: hoeveel woordjes per minuut moet mijn kind kunnen lezen? Dat deden ze vroeger niet, want ze wisten niet wat hun kind op school deed.’
Dagelijkse dingen Martine vindt het belangrijk goed naar de ouders te kijken tijdens de activiteiten. ‘Soms denk je “ze zijn niet geïnteresseerd”, maar misschien mist de aansluiting, waardoor ouders niet actief meedoen.’ Ze stelt dat ouders hun kinderen vooral helpen door veel met ze te praten. ‘Tijdens het praten over de dagelijkse dingen, bijvoorbeeld tijdens het eten of boodschappen doen, leert een kind taal. Dat moeten ouders een aantal keren ervaren om het eigen te maken.’ Tijdens de presentatie ontstond een levendige discussie over hoe je andere leerkrachten enthousiast maakt voor de aanpak en hoe je dezelfde betrokkenheid in de bovenbouw krijgt als in de onderbouw. Ninon gaf aan dat het bij haar op school voor een groot deel vanzelf gebeurde. ‘Ouders kregen het idee dat in mijn klas de leuke dingen gebeurden en vroegen of het ook in de groep van hun kind kon.’ Margo merkt dat het succes doorstroomt: ‘Die betrokkenheid die je hebt in groep 3 neem je mee naar groep 4 en straks ook naar groep 5.’ De leerkrachten en directies van de betrokken scholen vonden dat er tijdens het project mooie resultaten zijn geboekt en gaan verder op de ingeslagen weg. Ook zullen ze zich samen met de schoolbesturen en de gemeente inzetten om de ervaringen uit het onderzoek te delen met andere scholen. Z
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
Passie R Chris Baarsma: ‘Kinderen op Zuid komen vaak niet goed uit de verf vanwege taalachterstand’. foto Jan van der Meijde
tekst Ronald Buitelaar
Passie op Zuid is een ‘beweging van docenten die hun passie voor werken in (Rotterdam) Zuid willen delen’. Blogs, een Facebookpagina, een Twitteraccount en bijeenkomsten moeten helpen om anderen met hun passie te ‘besmetten’. Het doel: laten zien dat werken op scholen in Zuid misschien niet altijd even makkelijk is, maar vaak veel voldoening geeft. > LIEFDE VOOR ONDERWIJS IN ROTTERDAM ZUID
UU U U leerlingen U U U U U Uop UU U Uhebben UUUU U ‘Juist Zuid m UUUUUUUUUUUUUUUUUUU
‘A
teacher takes a hand, opens a mind, touches a heart, shapes the future’. De tekst staat op het Twitteraccount van Passie op Zuid en laat zien dat leraren een belangrijke rol (kunnen) spelen in het leven van hun leerlingen. Hóe belangrijk wordt volgens docent Chris Baarsma wel eens onderschat: ‘Juist leerlingen in Rotterdam Zuid hebben meer nodig dan een docent die alleen maar een lesje afdraait. Veel leerlingen groeien op in achterstandssituaties en hebben leraren nodig die in hen en in hun talenten geloven.’ Chris is werkzaam bij Maarten Luther, een vestiging van scholengemeenschap Calvijn in Charlois waar een bont palet van leerlingen de school bezoekt. Chris is godsdienstleraar en counsellor en praat veel met zijn leerlingen over uiteenlopende onderwerpen. Chris: ‘Kinderen op
26 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Grenzen stellen, maar met onvoorwaardelijk geloof in kwaliteiten Zuid komen vaak niet goed uit de verf vanwege taalachterstand. Het veroorzaakt leerachterstanden en geeft communicatieproblemen.’ Voortdurende aandacht voor taal – integraal taalonderwijs - is daar het didactische antwoord op. Chris vindt dat het daar niet bij mag blijven: ‘Minstens zo belangrijk is een goede relatie met leerlingen. Niet te snel oordelen, maar open blijven
staan voor wat ze bezighoudt. Ook al moet daar als docent soms een extra tandje voor worden bijgeschakeld. Een soms langdurig en moeizaam proces, maar voorwaarde om leerlingen tot leren te krijgen.’ Het is de wijze waarop Chris zijn leerlingen wil blijven benaderen. Grenzen stellend, maar met een onvoorwaardelijk geloof in hun kwaliteiten zodat het beste in hen boven kan komen.
U U nodig’ UUUU meer UUUUUU
Inktvlek Het maakt Chris in de ogen van zijn eigen directie geschikt voor de rol van ambassadeur voor Passie op Zuid. Het concept voor Passie op Zuid is zo’n twee jaar geleden bedacht door rectoren en directieleden van scholen voor voortgezet onderwijs in Rotterdam Zuid. Uitgangspunt was kwaliteitsverbetering van het voortgezet onderwijs in dat deel van de stad. De initiatiefnemers wilden niet het zoveelste ontwikkelprogramma, maar een opzet waarbij aanwezige kwaliteit meer zichtbaar wordt gemaakt. Met Passie op Zuid denken ze die vorm gevonden te hebben. De directeuren zijn op zoek gegaan naar docenten die namens hun school als ambassadeur willen vertellen over hun werk op Zuid. Hun kennis, verhalen en ervaringen vinden via social media, een
eigen blog en thematische bijeenkomsten hun weg naar belangstellenden die zich herkennen in de uitgangspunten van Passie op Zuid. Die uitgangspunten zijn: bewust kiezen voor werken op Zuid, gericht zijn op verbinding met leerlingen en optimistisch aan de slag willen gaan. De initiatiefnemers en docenten verwachten daarmee een inktvlekwerking in gang te zetten die op termijn zal leiden tot een netwerk van gepassioneerde onderwijsmensen op Zuid. Tot het zover is moet er nog wel het nodige werk verzet worden.
Studenten Een doelgroep waar Passie op Zuid zich specifiek op richt is die van de aankomende leraren. Passie op Zuid wil studenten interesseren voor werken op Zuid, gerichte
Passie op Zuid communiceert via diverse kanalen. Zo is er een Twitter account, een Facebook pagina en de website passieopzuid. org, waar ook fotomateriaal en aanvullende informatie te vinden is. Ook organiseert Passie op Zuid regelmatig thematische bijeenkomsten. Het initiatief telt op dit moment zo’n zestien ambassadeurs uit het voortgezet onderwijs. Dit jaar zullen de vleugels ook binnen het primair onderwijs worden uitgeslagen.
stages aanbieden en waar mogelijk inzetten bij mentorprogramma’s op scholen voor voortgezet onderwijs. Op de vraag waarom iemand zich bij Passie op Zuid zou moeten aansluiten antwoordt Chris heel beslist: ‘De kinderen van Zuid verdienen het om positief vertegenwoordigd te worden. Het beeld dat Nederland van hen heeft moet veranderen en daar zijn veel mensen voor nodig!’ U
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
Sport
> ROTTERDAMSE TROTS
ZThorbecke Z Z Z Z Z Z ZVO, ZZZZZZZZZZZZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Z‘hofleverancier’ Z Z Z Z Z Z Z Z Zvan Z ZOranje ZZZZZZZZZ tekst Renate Mamber
Nederland werd derde op het WK voetbal in Brazilië. Maar liefst negen voetballers van de Oranjeselectie waren oud-leerlingen van Thorbecke Voortgezet Onderwijs. Heeft deze school een magische formule waardoor relatief veel leerlingen topsporter worden?
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
Directeur Jaco Molendijk reageert nuchter. Dankzij Feyenoord heeft de school een gestage instroom van jonge voetbaltalenten, want: ‘Als je als jongere voor Feyenoord traint dan moet je verplicht naar Thorbecke’, vertelt Jaco. ‘We zijn twintig jaar geleden met deze samenwerking begonnen en hebben dat doorontwikkeld.’ Maar ook jongeren die trainen bij andere voetbalclubs of voor andere sporten, zoals destijds zwemster Inge de Bruijn, kiezen vaak voor Thorbecke VO. Van de ruim twee-
O
Rodney en Daudé halen inspiratie uit de prestaties van de oud-leerlingen van Thorbecke VO. foto Petja Buitendijk
‘Topsporters hebben eigenlijk nooit tijd over, dus elk uur moet efficiënt worden ingezet’
duizend leerlingen op deze school streeft ongeveer tien procent een topsportcarrière na. Naast hun schoolwerk investeren ze vele uren in sporttraining: een voetballer ongeveer 10 uur en een turner soms wel 32 uur per week.
Maatwerk ‘De jeugdopleiding van Feyenoord is al vijf jaar op rij gekozen tot beste’, vertelt Jaco. ‘De samenwerking met Thorbecke maakt daar onderdeel van uit.’ Volgens hem draait het om efficiënte invulling en maatwerk. ‘Topsporters hebben eigenlijk nooit tijd over,
dus elk uur moet efficiënt worden ingezet.’ Studiebegeleider Rik van de Donk zorgt er onder andere voor dat schoolroosters en trainingsroosters goed samengaan. Hij kent alle oud-leerlingen in de Oranjeselectie persoonlijk. ‘Ik heb ze hier als ukkie binnen zien komen’, zegt hij. ‘Wijnaldum bijvoorbeeld, die was altijd zo beleefd en dat is hij nog steeds. En Stefan de Vrij heeft hier zes jaar lang vwo gedaan. Als je die dan op tv ziet praten dan zit je echt met een rechte rug van trots. Toen Stefan hier kwam was Van Persie (ook een oud-leerling) de held en op een gegeven moment ben je collega’s van elkaar.’ Dat zou ook zo maar kunnen gebeuren met de dertienjarige Rodney die nu in de tweede klas zit. Hij haalt inspiratie uit de prestaties van de oud-leerlingen. ‘Je volgt het WK als supporter, maar ook wel met in je achterhoofd dat jij daar ook kan staan over een paar jaar.’ De vijftienjarige Daudé uit klas vier voelt hetzelfde. ‘Je bent best al ver op weg, je bent door veel selecties gekomen en je krijgt veel kansen. Je hoopt dat je het ook gaat redden als je zo doorgaat.’
Lange dagen De twee jongens maken lange dagen. Daudé maakte het afgelopen schooljaar ‘s ochtends zijn huiswerk, ging ‘s middags
naar school en trainde ’s avond bij ADO Den Haag. Rodney traint in de ochtend bij Feyenoord, zit ’s middags op school en moet ’s avonds aan zijn huiswerk. ‘Soms is het wel moeilijk’, zegt hij. ‘Als je ’s avonds je vrienden buiten ziet lopen, dan wil je ook meedoen. Maar je moet het ervoor over hebben.’ Volgens Jaco hebben de jongens grote kans dat ze in de toekomst voetballend hun boterham kunnen verdienen. ‘Van de ongeveer twintig jongens die elk jaar de hele jeugdopleiding doorlopen halen er twee de top, de rest komt in de ere-, eerste divisie of topklasse amateurs. Maar een klein deel gaat echt iets anders doen.’
Z
Oud-leerlingen van Thorbecke VO in de WK-selectie van het Nederlands elftal: Jordy Clasie, Leroy Fer, Jonathan de Guzman, Daryl Janmaat, Terence Kongolo, Bruno Martins Indi, Robin van Persie, Stefan de Vrij en Georginio Wijnaldum.
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
Gedrag ,
Goed je argumenten naar voren brengen en goed luisteren zijn allebei even belangrijk. foto Jan van der Meijde
tekst Ronald Buitelaar Vijf Rotterdamse scholen voor voortgezet onderwijs werkten het afgelopen half jaar samen met onderzoekers van de CEDGroep aan een project waarin de ideeën en meningen van leerlingen over probleemgedrag centraal stonden. Het project had tot doel op deze manier probleemgedrag op school bespreekbaar én behandelbaar te maken.
> jONGEREN OVER PROBLEEMGEDRAG
U‘Als U Uik Ude UU U U Uvan U Uiets UUU schuld UUUUUUUUUUUUUU gaUikUdeUdiscussie aan’ Ukrijg UUU UUUUU UU D
orcas (14) en Kevin (15) zijn leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen bij Zuiderpark, een vmbo op steenworp afstand van winkelcentrum Zuidplein. Kevin en Dorcas maken regelmatig mee dat er in de klas onenigheid is. De ene keer tussen leerlingen onderling. Een andere keer met een docent. Beiden hadden tot voor kort een uitgesproken mening over conflicten met docenten. Dorcas: ‘Als ik de schuld kreeg van iets wat ik niet gedaan had, ging ik de discussie aan.’ Kevin: ‘Ik ging de discussie uit de weg. Je wint het als leerling toch niet. De docent is koning op school.’ Hans Waning, teamleider onderbouw van Zuiderpark, kan zich wel iets bij de woorden van zijn leerlingen voorstellen: ‘Leerlingen gaan zich problematischer gedragen omdat ze zich niet serieus genomen voelen en docenten op hun beurt zijn steeds minder
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 10 | 14
bereid om energie in conflicten te steken omdat ze onvoldoende resultaat zien. Een aanpak waarmee probleemgedrag bespreekbaar en oplosbaar wordt kan die vicieuze cirkel doorbreken.’ Het motiveerde hem om zijn afdeling mee te laten doen aan het project met de naam: Probleemgedrag. Wat denken jongeren er zelf van?
Toolkit De manieren waarop de onderzoekers van de CED-Groep het afgelopen jaar met leerlingen en docenten hebben gewerkt, zijn gebundeld in een toolkit. Vera Vergunst is een van de onderzoekers. Zij legt uit hoe de projectgroep te werk ging: ‘We hebben voor het project vijf scholen benaderd; twee vso cluster 4 scholen (voor kinderen met stoornissen en gedragsproblemen – red.) en drie vmbo scholen waar leerwegonder-
steunend onderwijs wordt verzorgd. Op deze scholen zijn interviews gehouden, groepsgesprekken gevoerd met leerlingen, enquêtes uitgezet onder leraren en is een gezamenlijke leerlingenconferentie georganiseerd. Alles met het doel om leerlingen aan het woord te laten over probleemgedrag en daarvan te leren. Aan de hand van die inzichten is de toolkit ontwikkeld waarmee scholen zelf aan de slag kunnen om probleemgedrag te benoemen, te bespreken en oplosbaar te maken.’ In de toolkit zijn hulpmiddelen te vinden zoals draaiboeken voor werkvormen met groepen leerlingen met daarin stellingen, debatten, rollenspelen maar ook materiaal om met individuele leerlingen en hun docent te praten over incidenten.
‘Ik ging de discussie uit de weg Je wint het als leerling toch niet De docent is koning op school’
Verhit Een van de gefilmde debatten vond dit voorjaar plaats bij Zuiderpark. Een groep van zes jongens en zeven meisjes sprak over het gebruik van smartphones en tablets in de klas. Een onderwerp waar de gemoederen flink verhit van kunnen raken. In een setting waarbij steeds vier of vijf deelnemers tegenover elkaar stonden oefenden zij in het verdedigen of aanvallen van een stelling. Om de leerlingen te laten ervaren wat het met je stellingname doet wisselden de leerlingen halverwege het debat van positie. Verdediger werd aanvaller en aanvaller werd verdediger. Het leverde debatjes op die stroef verliepen omdat het argumenteren moeizaam verliep, maar ook rappe steekspellen waarbij voor- en tegenargumenten op elkaar afgevuurd werden. Zo was er de stelling dat er anno 2014 – ‘wat betekent anno,
juf?’- geen les meer gegeven kan worden zonder smartphones en tablets. Tegenstanders waren het erover eens dat ‘docenten niet voor niets hebben geleerd en dus best zonder kunnen’ en ‘dat er vroeger ook zonder geleerd werd’. Voorstanders wezen op het feit dat ‘we nu in een moderne tijd leven en moderne apparatuur er dus gewoon bij hoort’.
Lof Een jury bestaande uit docenten beoordeelde de deelnemers op taalgebruik, hou-
ding, argumentatie en presentatie. Lof was er voor iedereen. Overall winnaar was de leerling die niet alleen zelf inhoudelijk sterk argumenteerde, maar ook goed luisterde naar de argumenten van zijn tegenstander. Een inzicht dat deelnemer Kevin alvast tot zich heeft genomen: ‘Ik heb geleerd dat je mening geven erg belangrijk is en dat er bepaalde regels zijn om dat te kunnen doen. Eerst mensen gelegenheid geven om hun verhaal te doen en rustig uit laten praten. Daarna netjes reageren en jouw kant vertellen.’ U
10 | 14 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
v Dubbelportret :
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde
Jantine en Francisco van der Lee
Hoe reis je naar school? Francisco: ‘Ik ga lopend naar school. Het duurt ongeveer vijf minuten.’ Jantine: ‘Ik breng de kinderen altijd zelf naar school, maar Francisco gaat vanaf groep vijf zelfstandig. Dat kan omdat het een veilige route is.’ Wat vind je leuk aan school? Francisco: ‘Spelling en dan vooral de moeilijke woordjes, breuken en ons Zoneparc schoolplein.’ Jantine: ‘Ik vind het fijn dat er een hecht team werkt dat op elkaar is ingespeeld. Je kunt er altijd je verhaal kwijt en wordt als ouder serieus genomen.’ Wat mis je? Francisco: ‘Meester Peter van groep zes. Hij kon heel goed moeilijke dingen uitleggen maar is helaas met pensioen gegaan.’ Jantine: ‘Eigenlijk niets, zelfs het vertrek van de gemeentebibliotheek is binnen school opgevangen’ Praten jullie thuis over school? Francisco: ‘Ja, ik vertel wat ik heb gedaan en meegemaakt.’ Jantine: ‘Ja, vooral omdat hij in het verleden gepest is en we toen geleerd hebben hoe belangrijk het is dat er voortdurend over school gepraat wordt.’ Hoe laat ga je naar bed? Francisco: ‘Rond acht uur, maar voordat ik slaap is het wel eens tien uur.’ Jantine: ‘We streven ernaar dat hij rond achten naar bed gaat, maar dat lukt niet altijd. Het verschilt van dag tot dag.’ Heb je huiswerk? Francisco: ‘Ja, best veel. Rekenen, dictee, spelling en daar zal dit jaar nog best veel bijkomen.’ Jantine: ‘Hij heeft voor de gebruikelijke vakken huiswerk plus vorig jaar een boekbespreking en dit jaar een werkstuk.’ Heb je hulp nodig bij je huiswerk? Francisco: ‘Ja vooral met deelsommen. Die vind ik moeilijk.’ Jantine: ‘De school heeft een nieuwe rekenmethode en ik merk dat hij daardoor soms extra hulp nodig heeft. Gelukkig kan Frans hem daar goed bij helpen. Ik ben meer van taal.’ Kun je uit de voeten met de nieuwe media? Francisco: ‘Ik mag wel eens spelletjes doen op m’n vaders tablet en computer.’ Jantine: ‘Een smartphone heeft hij nog niet. Die krijgt hij pas als hij naar het voortgezet onderwijs gaat.’ Hoe stel je je als ouder op de hoogte van schoolontwikkelingen? Jantine: ‘Door zeer regelmatig bij de groepsleerkracht te informeren hoe het met hem gaat en door me via de schoolgids en de wekelijkse nieuwsbrief op de hoogte te stellen van wat er verder op school gebeurt.’ Wat wil je later bereiken? Francisco: ‘Ik wil later hondenbegeleider worden bij de politie, of architect. Ik hou van bouwen en heb talent voor tekenen.’ Jantine: ‘Dat Francisco goed in z’n vel zit en een goede opleiding heeft gevolgd.’
Francisco (10) woont met moeder Jantine, vader Frans en zussen Isabelle (7) en Michelle (5) in een hoekwoning in de Beverwaard. Jantine werkt vier dagen per week met veel plezier bij de postkamer van Nationale Nederlanden. Ze combineert haar werk met het huishouden en ondersteunende werkzaamheden op de school van haar kinderen. Francisco is net van start gegaan in groep zeven van basisschool RK Regenboog. Hij voetbalt graag, zit op judo en speelt thuis het liefst met zijn Star Wars lego.