48
6 november 2008 Het is deze week schoolvakantie. De zusters mogen dus wat langer slapen. We ontbijten om 7.30 u. (= Belgische tijd + 1) in plaats van om 7u.: stevige, versgebakken sandwiches, nescafé, choco, honing, speculaas. Na het ontbijt bezoeken we heel uitgebreid de campus van het ziekenhuis. Wij, Mieke en ik, luisteren vooral, kijken rond en nemen foto's. We zien hoe het personeel, de artsen inbegrepen, reageert op de vragen die Yves hen stelt en op de opmerkingen die hij geeft. We herkennen de situatie alleszins, denk maar aan de inspecties die het ministerie bij óns in de ziekenhuizen en bejaardentehuizen laat uitvoeren. De wachtzalen, in openlucht, zitten overvol. Ik geef hier en daar wat opmerkingen over de technische installaties. De elektriciteitskabels bijvoorbeeld hangen gevaarlijk los. We stellen vast dat de autoclaaf, die hier al zeker twee jaar staat, nog niet gebruikt werd. Hij is zelfs niet aangesloten aan het elektriciteitsnet. Sinds goed een jaar is er hier elektriciteit die door een 15 KVA generator op diesel opgewekt wordt. Men heeft die autoclaaf blijkbaar enkele keren vruchtloos pogen op gang te krijgen, een elektricien heeft gezegd dat een loodgieter de klus moest opklaren, maar in de Sankuru is geen loodgieter te vinden. Memisa is aangesproken, Yves heeft ontelbaar veel e-mails geschreven om hiervoor een oplossing te vinden, maar naar dit godverlaten Katako-Kombe krijg je nu eenmaal niet zo gemakkelijk vaklui. Het gevolg is dat het toestel ongebruikt blijft en men voort doet zoals men het altijd gewoon was: met kookpannen steriliseren… Ik vraag waar ik de handleiding van de autoclaaf kan vinden. Antwoord? De een verwijst naar de ander. Ik denk: " Help!" We worden met goede en minder goede werking geconfronteerd. De meeste ge-
bouwen zijn, beter dan op zijn Congolees, helemaal of bijna opgeknapt. Het labo is heel charmant, de gehandicapte laborante ook en ze schijnt, meen ik te begrijpen, heel goed werk te leveren. Anderen moeten op de goede weg geholpen of gestimuleerd of via bevraging met hun tekortkomingen geconfronteerd worden. Een terechtwijzing is ook wel eens nodig. Yves is in deze soms heel direct. In de apotheek staat een stapel fietsen. Ze werden als onderpand achtergelaten door mensen die hun medicamenten niet konden betalen. Sommige fietsen staan hier al twee jaar en langer. In het generatorhok staan twee generatoren. Die van ons: 15 KVA, 3 fasen, 380V/220V, 50 Hz, 12,7 KW. Een tweede werd door een plaatselijk politicus geschonken: 50 KVA, 3 fasen, 380V 72,2A, 50 Hz, 40 KW, cos fi 0,8. Deze zou nagenoeg heel Katako-Kombe van electriciteit kunnen voorzien. Die laatste generator werd niet in werking gesteld. Uiteraard gebruikt hij beduidend meer diesel. Diesel is duur én het is niet evident om diesel tot hier te brengen.
49
geitenkoers
Twee gebouwen op de campus zijn door andere NGO's gerenoveerd met een veelvoud aan gelden dan die waarmee wij gelijkaardige gebouwen even kwaliteitsvol renoveerden. Er stellen zich hierbij wel wat vragen. Bijvoorbeeld: Waar is al dat geld uiteindelijk naar toe gegaan? Hoe komt het dat Yves dit toevallig en via het internet moest te weten komen? Waarom hebben de partners hier hem daarvan niet rechtstreeks op de hoogte gebracht? Yves stelt al die vragen te midden van een van die twee gebouwen, de materniteit, en geeft vervolgens alle betrokkenen in publiekelijk een ferme uitbrander. Als je een partner hebt is die wel de eerste die je op de
hoogte brengt van wat dan ook in verband met dat partnership zodat, zoals in dit geval, met eventuele nieuwe partners kan overlegd worden of afspraken gemaakt. Die rijke NGO's komen wel met veel geld over de brug maar dat blijft blijkbaar ergens plakken. Bieden ze opleiding en opvolging? Wij vinden dat niet kunnen én wraakroepend. Geiten gebruiken die nieuwe materniteit duidelijk als hun privé-woonst, de geitenstronten bewijzen dat. Na onze rondgang rijden we naar de nieuwe administrateur van Katako-Kombe om hem te 50
groeten. Pierre (BDOM, priester van het bisdom en parasitoloog) heeft hem deze morgen een geit gebracht die hij op de campus gevangen had. Hij drong er toen bij de administrateur op aan dat alle bewoners ervoor zouden zorgen dat hun geiten niet meer op de campus zouden komen. De administrateur ging hiermee akkoord. In de loop van de dag werden hem door enkele personeelsleden van het ziekenhuis nog enkele geiten gebracht. De eigenaars zijn niet alleen hun geit kwijt, ze zullen ook nog eens beboet worden. Het straffe in dit geitenverhaal is wel dat wij de bamboeafsluiting rond de campus van het ziekenhuis betaald hebben. De bamboe mag dan wel gratis zijn, gekapt in het woud, de werkuren om hem te kappen, te brengen en te plaatsen moest wel betaald worden. Nog straffer is dat iemand van het personeel een deel van de afsluiting weer afgebroken heeft, de geiten kunnen dus weer op de campus komen. En ook… de poorten zijn nog niet geplaatst, hoe kunnen die geiten dan buiten gehouden worden? Ik maak mij echt geen illusies. Voor onze komst, ondanks Yves' aandringen om de afsluiting te plaatsen, liepen hier geiten rond, zonder drastische maatregelen zullen ze zeker en vast blijven rondlopen. Er was deze namiddag weer geitenkoers op de campus. Enkele jongens probeerden ze te verjagen maar geiten zijn verre van dom, ze zijn ook rap en dus werd de 'uitdrijving' na korte tijd gestaakt. Ik heb vandaag ook varkens horen krijsen, Mieke heeft ze gezien: zwarte varkens met mooie biggetjes.
doos tenzij wat verpakkingsmateriaal. In een andere doos vinden we toch nog enkele stukken. Het lijkt er erg op dat die ene doos dus ergens geopend werd. Dit betekent dat, als de AzV maandag toekomen zonder operatiekits, er een serieus probleem is. De AzV zullen dan amper kunnen werken. We testen ook de solarlampen uit die met gelden van het Steyaertfonds aangekocht zijn. Ze zullen aan het ziekenhuis en aan de best functionerende centres en postes de santé geschonken worden. Die lampen zijn een prachtig werktuig. Overdag laadt een batterij zich op met zonne-energie (zonnepaneeltje), 's nachts kan een sterke LED-lamp, bij bijvoorbeeld bevallingen, haar nut bewijzen en kaarsen of petroleumlampen vervangen.
Yves heeft verder de gehele dag vergaderd. Wij hebben alle dozen voor de AzV op inhoud geverifieerd. Dat viel mee. We vonden alles terug wat op de leveringsbonnen vermeld staat, een kit chirurgisch materiaal uitgezonderd. Vijftig stuks zouden in een grote doos moeten gezeten hebben. We vinden echter niets in die
1000 kilogram materialen om te sorteren
51
Vlak voor het middagmaal komt Lucien met Yves langs om te informeren of er draad meegekomen is en ontsmettingsmiddelen. Lucien moet namelijk dringend een man opereren die alle symptomen van een ingeklemde liesbreuk vertoont. Er blijkt haast bij te zijn. Later in de namiddag vertelt Lucien dat na een ultieme echografie bleek dat de man in kwestie een serieuze teelbalinfectie opgelopen had. Er was dus geen sprake van een ingeklemde liesbreuk. Na een 'toevallige' goede ontlasting was hij van de pijnen verlost. Een antibioticakuur zal hem weldra van zijn problemen verlossen. Als ik Lucien vraag of hij restletsels zal hebben en of hij in de toekomst nog 'voetbal' zal kunnen spelen is er bij de omstaanders algemene hilariteit.
bang dat er iets ten onrechte zal 'verdwijnen' uit haar stock. Volgens mij zou haar systeem veel eenvoudiger zijn als alles in dozen of plastiek boxen (duur hier maar misschien kunnen wij daar voor zorgen) zou opgeborgen worden. Als die dozen of boxen zouden genummerd zijn én per doos is de inhoud genoteerd (en ook nog eens per stuk, alfabetisch en verwijzend naar de doos waarin het zich bevindt) - een fichesysteem dus met twee fichebakken - dan zou het voor haar overzichtelijker werken zijn en zouden, wie weet, belangrijke stukken niet verborgen blijven gedurende langere tijd. Gebruik maken van een computerbestand zou ook veel helpen.
Na de middag nemen we een korte siësta, Yves om weer fit te zijn voor de namiddagvergaderingen, wij omdat we op zijn Belgisch alle AzV-dozen én die van Memisa gecontroleerd hebben. Op zijn Belgisch werken is hier volstrekt idioot. In Afrika, en zeker in Congo, moet je op zijn Afrikaans werken zegt men en nog meer dan bij ons het 'haast je langzaam' principe huldigen én navolgen. Na het halfuurtje rust neem ik wat foto's op de campus om er nadien, thuis, panoramische beelden van te maken. Een belangrijke hoeveelheid operatiemateriaal dat vorig jaar geleverd werd, wordt in het depot ontdekt. Het nonnetje dat verantwoordelijk is voor dit depot doet heel consciëntieus haar werk. Niets komt binnen zonder dat het genoteerd wordt en niets gaat buiten zonder het op te schrijven. So far… so good. Ik vermoed echter dat het nonnetje van een aantal 'dingen' niet goed weet wat die zijn. Als er dus naar iets specifieks gevraagd wordt en ze kent dat niet, kan ze het ook niet geven. Misschien is ze ook 52
In de loop van de namiddag ben ik Lucien tegen gekomen. Ik heb hem naar de handleiding van de autoclaaf gevraagd. Hij wist niet waar die was. We zijn samen naar het operatiekwartier gestapt om daar te zoeken. Niets te vinden. Dan heb ik luid en met aandrang gevraagd die handleiding te zoeken én te vinden. Ze begrepen mijn vraag en gingen akkoord. We zullen zien… Het was niet de eerste keer dat ik die vraag stelde maar tot nu toe verwees elkeen mij van ‘Pier naar Pol’. Nu kon niemand mij nog naar hier of daar verwijzen want iedereen die ook maar iets kon weten van die handleiding was in het operatiekwartier aanwezig. Ik heb besloten er alles aan te doen om de nieuwe autoclaaf, die hier minstens al twee jaar staat, op het elektriciteitsnet aan te sluiten en aan de praat te krijgen. Tot nu toe steriliseren ze hier al hun materialen in grote snelkookpotten. Dat werkt wel maar het is hoe dan ook 'bricoleren' als je binnenshuis over een degelijke autoclaaf beschikt. De kleutertjes zijn met een nonnetje/kleuterleidster op een bankje bij de kerk liedjes aan het zingen. Ik breng hen de ballonnen die Stefaan Kemseke uit Waregem mij meegegeven heeft. Zijn tante nonnetje, een zuster van de Heilige Familie uit Ieper, heeft jaren hier in het klooster van Katako-Kombe gewoond en gewerkt. Twee jaar geleden is ze, hoogbejaard, in België gestorven. De kinderen zijn heel blij met de ballonnen. Ze zingen liedjes: "Bienvenu Papa Rikke, Bienvenu. Merci Papa Rikke, Merci blanke man." Daar komen uiteraard nog andere, grotere kinderen op af. Gelukkig heeft Stefaan mij een hele hoop ballonnen meegegeven zodat ik iedereen kan tevreden stellen. Heel leuk hoe de mensen hier mekaar aanspreken. Tegen vrouwen zeggen ze 'mama' en zelden of niet madame, tegen de mannen 'papa' en zelden of niet monsieur.
Op het terras van mijn logement zit een blinde man liedjes te zingen en begeleidt zichzelf op een Afrikaanse harp
Mieke krijgt te horen dat er een bevalling gaande is. Ze komt juist op tijd om te laat te zijn. Het kindje is geboren. Het is een meisje dat ook Marie zal heten. Enkele uren na de geboorte krijgt de vrouw ernstige bloedingen. Het kordate ingrijpen van Lucien voorkomt erger en tegen valavond is alle gevaar geweken. Als Mieke na de bevalling aan de vader vraagt of dit vierde kindje het laatste zal zijn is hilariteit het antwoord van de aanwezige mannen. De vaders wonen hier de bevallingen niet bij, ze wachten buiten op de 'uitslag'. 53
's Avonds hebben we het hierover met een van de nonnetjes. Haar antwoord is duidelijk: "Kinderen zijn onze rijkdom!" Kinderen die de eerste vijf jaar overleven, zijn de sterkste of ze hebben geluk gehad. Wil dat dan zeggen dat, als alle mogelijke levensomstandigheden verbeteren (politiek, economisch, financieel, huisvesting, voeding, onderwijs, gezondheid…), al dan niet meegeholpen door ontwikkelingshulp, de bevolking zal toenemen; niet allen in Congo maar ook in alle andere ontwikkelingslanden? Het antwoord is neen. Waar de kindersterfte daalt daalt nagenoeg altijd simultaan de fertiliteitsindex (het gemiddeld aantal kinderen dat de vrouwen in een regio ter wereld brengen). Waar de kindersterfte daalt, zijn er inderdaad meestal andere processen die beter werken zoals familieplanning, de sociale zekerheid en solidariteitsmechanismen die ervoor zorgen dat je niet alleen op je kinderen die overleven aangewezen bent op jouw oude dag. Kan onze westerse geschiedenis op deze vraag een antwoord bieden of is het ingewikkelder dan dat? Toen onze westerse wereld nog in volle ontwikkeling was, hadden alle gezinnen hier ook veel kinderen. Maar dat was vooral zo bij een kleine groep, de 'goede christenen' en dus meer ideologisch bepaald. Dat zie je
nu ook bijvoorbeeld in Saoedi Arabië maar niet in Algerije of Tunesië. Je kunt het vergelijken met de fertiliteitsindex in Frankrijk die na de Eerst WO bijzonder laag was, zelfs zonder voorbehoedsmiddelen zoals nu, zolang de ouders geen toekomst zagen voor hun kinderen. Ook hier was de kindersterfte hoog. Onze welstand bracht met zich mee dat de kindersterfte daalde. Op vandaag is het kindersterftecijfer bij ons heel laag, kroostrijke gezinnen zijn veel meer uitzondering dan regel geworden. We komen te weten dat de tweedekker die deze namiddag overvloog op een nabijgelegen piste/voetbalveld, in feite geland is op de oude landingsbaan van Katako die echter sinds zeer lang in onbruik geraakt en dus niet meer onderhouden was. Hij heeft zich daar vastgereden. L'histoire se répète. Na wat trekken en duwen en graven zou hij losgeraakt zijn en weer opgestegen om enkele kilometers verder op de piste van Dingele te landen. Het vliegtuig bracht de vader van een inwoner van Katako-Kombe over van Kinshasa om zich hier te laten opereren aan zijn prostaat door de Artsen zonder Vakantie. Van een surrealistisch land gesproken!
54
de campus van het ziekenhuis te Katako-Kombe, panoramafoto
De vergadering van Yves is moeilijk geweest. Pierre, die er ook bij was en als autochtoon zeker een belangrijke rol gespeeld heeft, is pompaf en gaat onmiddellijk na het avondmaal slapen. Er werd goed drie uren vergaderd om de komst van de AzV voor te bereiden. Na het avondmaal dat we met een heerlijk sappige stuk ananas afsluiten, praten we nog wat na met Barbara, één van de nonnetjes en Lucien. Barbara heeft de gehele dag geluierikt. Het zij haar gegund. Rond 22u. gaan we naar bed. Ik krijg van Lucien nog een fles lauw bier toegestopt die ik langzaam leegdrink terwijl ik nog wat aan mijn dagverslag voor dit dagboek schrijf. Rond 24u. ben ik rond, met fles en tekst. 't Is echt bedtijd nu. De spin en de vleermuis houden me weer gezelschap. De mestkevers heb ik deze morgen aan de deur gezet, ze kunnen vannacht dus iemand anders gezelschap houden. Eerlijk waar, ik ben niet jaloers. Ook de kleine vliegjes en mugjes zijn niet op de afspraak omdat ik overdag én 's avonds mijn deur en venster gesloten gehouden heb. Morgen trekken we voor twee dagen met een minimum aan bagage de brousse in om tot op 155 kilometer van hier een aantal afgelegen centres en postes de santé te bezoeken.
55