Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
1. Welkom door de voorzitter van het mannenkoor dhr. G. Hertgers 2. Samenzang Psalm 69 : 9 6 Versmaadheid breekt en scheurt mij 't hart vaneen. Ik ben zeer zwak, de lasteringen snijden mij door de ziel; ik wacht naar medelijden, naar troosters; maar helaas, ik vind er geen. Ja, grote God, zij hebben mij tot spijs bij al mijn smart nog bitt're gal gegeven; een edikteug is zelfs een gunstbewijs, wanneer de dorst mijn lippen saâm doet kleven.
3. Opening door Ds. A. Schot 4. Koorzang
(Gemengd koor)
Psalm 6 : 2, 4 en 9 2 Vergeef mij al mijn zon-den, die Uwe hoogheid schonden; ik ben verzwakt, o HEER'. Genees mij, red mijn leven! Gij ziet mijn beend’ren beven; zo slaat Uw hand mij neer.
bew. A. Kortleven 4 Keer eind’lijk, HEER', toch we-der! Mijn ziel buigt zich terneder. Ai, red haar van ’t verderf! Sla mijn ellende gade tot roem van Uw genade, en help mij, eer ik sterf.
9 De HEER' wild' op mijn ker-men, Zich over mij ontfermen: Hij heeft mijn stem verhoord. De HEER' zal op mijn smeken geen hulp mij doen ontbreken: Hij houdt getrouw Zijn woord.
Psalm 22 : 1, 6 en 8
bew. D. van Luttikhuizen
1 Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij en redt Mij niet, terwijl Ik zwoeg en strij' en brullend klaag in d' angsten, die Ik lij', dus fel geslagen? 't Zij Ik, Mijn God, bij dag moog' bitter klagen, Gij antwoordt niet; 't zij Ik des nachts moog' kermen, Ik heb geen rust, ook vind Ik geen ontfermen in Mijn verdriet. 6 Wees dan Mijn hulp, houd U niet ver van Mij, Mij prangt de nood, benauwdheid is nabij. 'k Heb buiten U, daar Ik zo bitter lij', geen hulp te wachten. Een stierenheir uit Bazan, sterk van krachten, en fel verwoed, omringt M' aan alle zijden. Mijn God, hoe zwaar, hoe smart’lijk valt dit lijden voor Mijn gemoed!
Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
Pag. 3
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet
8 Mijn kracht is als een scherf, van sap beroofd, Mijn tong kleeft in Mijn mond, door dorst gekloofd. Gij zult eerlang Mij door den dood het hoofd in 't stof doen bukken, want van rondom zie 'k honden samenrukken. Een muitgespan heeft Mij ter prooi verkoren, Mijn handen en Mijn voeten doen doorboren, zo fel het kan.
Psalm 84 : 1, 2 en 6
bew. B. de Vries
1 Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot, 2 Zelfs vindt de mus een huis, o o HEER', der legerscharen God, HEER'! zijn mij Uw huis en tempelzangen! De zwaluw legt haar jongskens neer Hoe branden mijn genegenheên in 't kunstig nest bij Uw altaren. om 's HEEREN voorhof in te treên. Bij U, mijn Koning en mijn God, Mijn ziel bezwijkt van sterk verwacht mijn ziel een heilrijk lot, verlangen; geduchte HEER' der legerscharen! mijn hart roept uit tot God, Die leeft, Welzalig hij, die bij U woont, gestaâg U prijst en eerbied toont. en aan mijn ziel het leven geeft! 6 Want God, de HEER', zo goed, zo mild, is 't allen tijd een zon en schild. Hij zal genaad' en ere geven. Hij zal hun 't goede niet in nood onthouden, zelfs niet in de dood, die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig, HEER', die op U bouwt en zich geheel aan U vertrouwt!
5. Koorzang
(Mannenkoor en koorsolist: Wouter Vijfhuizen)
Psalm 42 1 't Hijgend hert, der jacht ontkomen, schreeuwt niet sterker naar 't genot van de frisse waterstromen, dan mijn ziel verlangt naar God. Ja, mijn ziel dorst naar den HEER'; God des levens, ach, wanneer zal ik naad’ren voor Uw ogen, in Uw huis Uw Naam verhogen?
bew. K.J. Mulder 4 'k Denk aan U, o God, in 't klagen uit de landstreek der Jordaan. Van mijn leed doe 'k Hermon wagen, 'k roep van 't klein gebergt' U aan. 'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit, daar 't gedruis der waat’ren groeit, daar Uw golven, daar Uw baren mijn benauwde ziel vervaren.
5 Maar de HEER' zal uitkomst geven Hij, Die 's daags Zijn gunst gebiedt. 'k Zal in dit vertrouwen leven en dat melden in mijn lied; 'k zal Zijn lof zelfs in den nacht zingen, daar ik Hem verwacht, en mijn hart, wat mij moog' treffen, tot den God mijns levens heffen. Pag. 4
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet
Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
De Tien Geboden
bew. M.W. Kramer
1 Mijn ziel, herdenk met heilig beven, 2 "Ik ben de HEER', uw God en Koning, hoe God, met majesteit bekleed, Die van Egypte u bevrij', Genâ, genâ, genâ o hoogste Majesteit! u leidend uit uw slaafse woning; Zijn wet op Horeb heeft gegeven, dient dan geen goden nevens Mij!" waar Hij deez' woorden horen deed: 6 "Gij zult uw ouders need'rig eren, opdat uw God, Die eeuwig leeft, uw dagen gunstig moog' vermeêren, in 't land, dat Zijne hand u geeft."
O hoofd bedekt met wonden 1 O, hoofd, bedekt met wonden, belaân met smart en hoon, o hoofd, ten spot ombonden met ene doornenkroon, eertijds gekroond met stralen van meer dan aardse gloed, waarlangs nu drupp'len dalen: 'k breng zeeg'nend U mijn groet!
9 Och, of wij Uw geboôn volbrachten! Genâ, o hoogste Majesteit! Genâ, genâ, genâ o hoogste Majesteit! Gun door 't geloof in Christus krachten; om die te doen uit dankbaarheid.
bew. W. van Galen 2 Van al de last dier plagen, met goddelijk geduld, o Heer, door U gedragen, heb ik, heb ik de schuld! Och, zie hoe 'k voor uw ogen hier als een zondaar sta, en schenk vol mededogen, m' een blik van uw genâ!
5 Als 'k eens van d' aarde scheide, och, wijk dan niet van mij! Als ik den doodssnik beide, och, sta dan aan mijn zij'! En wordt mijn strijd het bangste, laat dan in angst en pijn, Uw doorgeworsteld' angste mij tot vertroosting zijn!
6. Meditatie Ds. A. Schot 7. Samenzang Psalm 21 : 4, 5 en 6 4 Hij heeft, o God, van U begeerd het onvergank’lijk leven. Gij hebt het hem gegeven. Zo zijn de dagen hem vermeêrd, zo leeft de vorst altoos, zo leeft hij eindeloos.
(collecte voor Evang. Ger. Gem.)
5 Hoe groot en schitt’rend is zijn eer, door 't heil, aan hem bewezen! Hoe is zijn roem gerezen, o alvermogend’ Opperheer! Wat glans, wat majesteit. hebt Gij dien Vorst bereid!
6 Gewis, Gij zult, all' eeuwen door hem met Uw gunst verzellen en tot een zegen stellen. Ja, Gij geleidt hem op het spoor der vreugde bij het licht van 't Godd'lijk aangezicht. Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
Pag. 5
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet
8. Koorzang
(Gemengd koor)
Leid mij Heer
bew. S. S Wesley
Leid mij Heer, leid m' in Uw gerechtigheid. Richt Uw weg voor mijn aangezicht. Want slechts door U Heer, hervind ik de weg naar de zekerheid.
Loflied naar Psalm 145
bew. D. van Zomeren
1 O God, mijn God, Gij aller vorsten Heer, ik zing verheugd Uw naam, Uw grote naam ter eer, ik zal Uw roem vermelden Heer, Halleluja Halleluja Uw goedheid kent geen grenzen Heer Halleluja Halleluja 5 Uw heerschappij is tot in eeuwigheid, Uw koninkrijk is eindloos, eindloos uitgebreid, U zij ons hart, ons lied gewijd. Halleluja Halleluja Wij prijzen U, wij loven U Halleluja Halleluja
Psalm 26 : 1, 2 en 12 1
O HEER', doe Gij mij recht! Ik wandel als Uw knecht en vind mijn lust in Uw gebod. Ik blijf op U betrouwen, op U, mijn rotssteen, bouwen: ik zal niet wank’len, grote God!
bew. A. Kortleven 2 Beproef vrij van omhoog mijn hart, dat voor Uw oog, Alwetende, steeds open lag; doorzoek mij, toets mijn gangen, doorgrond al mijn verlangen en stel mijn oogmerk in den dag.
12 Nu stap ik rustig aan, 'k betreed een effen baan: mijn God verhoort nu mijn gebed. 'k Zal Hem, met blijde klanken in Zijn vergaad’ring danken, wanneer Zijn gunst mij heeft gered.
9. Instrumentaal intermezzo “Variaties uit Judas Maccabeus”.
Pag. 6
L. van Beethoven
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet
Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
10. Koorzang
(Mannenkoor)
Psalm 89
bew. K.J. Mulder
1 ‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên, Uw waarheid t' allen tijd vermelden door mijn reên. Ik weet hoe 't vast gebouw van Uwe gunstbewijzen naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, zo min zal Uwe trouw ooit wank’len of bezwijken. 7 Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort, zij wand’len, HEER', in 't licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort; zij zullen in Uw Naam zich al den dag verblijden! Uw goedheid straalt hun toe, Uw macht schraagt hen in 't lijden, Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.
De Heilige Stad
bew. S. Adams/M. van Noort
Terwijl ’k eens lag te slapen, kreeg ik een schone droom: Ik was in ‛t oud Jeruzalem, ’k stond aan de tempel zoom; ik hoorde kind’ren zingen: een lied vol blijde klank; en ’t was als paarden Engelen, zich juichend aan hun zang: (2x) Jeruzalem, Jeruzalem! zing uwen Vorst ter eer! ’t Hosanna in de hoge, ’t Hosanna voor uw Heer! Doch eensklaps werd het alles zo donker om mij heen; het kinderkoor verstomde, en de Eng’lenschaar verdween, ik zag een kruis verrijzen, toen werd het plots’ling nacht, en klonk van gindse heuveltop een stem: Het is volbracht! (2x) Jeruzalem, Jeruzalem! Gij, die uw Vorst veracht! Hosanna in de hoge, Hosanna, ’t is volbracht! En weder zag ’k een ander beeld, doch nu vol heerlijkheid: een stad, die, als een bruid versierd, haar Koning wachtend beidt. ’k Zag straten van het zuiverst goud, door d’open paarlen poort. Miljoenen gingen uit en in; geen wanklank werd gehoord. Maar onder harp- en cymbeltoon juicht mens en Eng’lenstem. Tot eer van God en van het Lam in ’t nieuw Jeruzalem; (2x) Jeruzalem, Jeruzalem. Nu is voorbij uw strijd! Hosanna in de hoge, Hosanna in eeuwigheid. (2x)
Chr. Gemengd koor Jubilate Deo Chr. Mannenkoor Jubilate Deo
Pag. 7
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet
Psalm 150
muz. Mc. Phail/bew. M. Kramer
Looft nu den Heer, looft nu den Heer! Looft Hem in Zijn heiligdom (2x) looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte. Looft Hem om Zijn mogendheên, (2x) looft Hem naar de grootheid, naar de grootheid Zijner kracht.
Looft Hem met de klank der bazuinen, looft Hem met de luit en de harp. (2x) Looft Hem met de trommel, de trommel en de fluit. Looft den Heer, looft den Heer! Looft Hem met de trommel, de trommel en de fluit. Looft den Heer met snarenspel en orgel.
Looft Hem met cimbelspel, looft Hem, looft Hem met klinkende cimbalen! Alles wat adem heeft love den Heer. (3x) Halleluja! Looft den Heer!
Looft nu den Heer, looft nu den Heer! Looft Hem in Zijn heiligdom (2x) looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte. Looft Hem om Zijn mogendheên, (2x) looft Hem naar de grootheid, naar de grootheid Zijner kracht.
11. Samenzang Psalm 16 : 5 5 Daarom heeft zich mijn kwijnend hart verblijd. Mijn tong, mijn eer, zingt Godgewijde tonen, Ook zal mijn vlees, thans afgesloofd, ten spijt Des vijands in den grafkuil zeker wonen. Gij zult mijn ziel niet in de hel vergeten, Uw heilge zal van geen verderving weten.
12. Sluiting door Ds. A. Schot 13. Uitleidend orgelspel
Deze avond is mede mogelijk gemaakt door de adverteerders in dit programma! HARTELIJK BEDANKT !
Pag. 8
Paasconcert 2008 Dorpskerk Nunspeet