VOORWOORD Hier het vervolg op het vorige boekje: weer 100 teksten die ik zelf prachtig vond. Ik hoop dat de lezer er ook wat in vindt, of misschien geïnspireerd wordt tot het aanschaffen van de vele verzamelingen van spirituele teksten die er bestaan, of een van de andere boeken waaruit ze zijn genomen. Deze keer heb ik diverse teksten in de oorspronkelijke taal gelaten, met daarbij meestal de vertaling. Een enkele keer niet, omdat sommige teksten eenvoudig weg alleen maar 'werken' in de taal waarin ze geschreven zijn. Loes Modderman, juli 2012
1
1. WEES STIL Nu tellen we tot twaalf en dan zijn we allemaal stil voor één keer op deze wereld. We spreken in geen enkele taal. Laten we zwijgen en onze armen niet meer bewegen. Een exotisch moment zou dat zijn zonder haast, zonder machines; we zouden verbonden zijn in plotselinge vreemdheid. Vissers in de koude zee zouden geen walvissen meer doden en de man die zout verzamelt zou niet op z'n kapotte handen letten. Zij die oorlogen voorbereiden, oorlogen met gas, met vuur, overwinningen zonder overlevenden, zouden schone kleren aantrekken en met hun broeders wandelen in de schaduw; alleen maar dat. Wat ik wil moet niet worden verward met totale inactiviteit. Het gaat om leven; ... Als we niet zo uitsluitend gericht waren op vooruitgang en één keer eens niets zouden doen, dan zou misschien een grote stilte de treurnis doorbreken van onszelf nooit te begrijpen en te bedreigen met vernietiging. Misschien kan de aarde het ons leren, zoals in de winter alles dood lijkt te zijn en later toch weer tot leven komt. Nu zal ik tot twaalf tellen en jullie zijn stil en ik zal gaan. Pablo Neruda
vert. uit: 'Crazy Wisdom'
2
2. IK GELOOF.. Ik geloof in een Opperwezen, tijdloos en universeel, waarheen elk mens zich kan richten en kracht door kan ontvangen. Ik geloof dat de geboorte van alle religies ligt in de mystieke ervaring van het individu en dat alle theologieën en dogma's daaruit gegroeid en afgeleid zijn. Ik geloof dat de mensheid deel is van een grotere gemeenschap van intelligenties, een complexe hiërarchie van machten en manifestaties, een koninkrijk van verbonden levensvormen, zowel stoffelijk als onstoffelijk. Onder deze intelligenties zijn multidimensionale wezens die zorg dragen voor onze spirituele evolutie. Ik geloof dat de enig werkelijk essentiële factor van de mensheid haar spiritualiteit is. De kunstmatige concepten die we wetenschap noemen zijn niet werkelijker dan dromen, visioenen en inspiraties. De zoektocht naar absoluut bewijs of objectieve waarheid is vruchteloos wanneer het er om gaat de grenzen van onze Ziel te definiëren, die naar mijn overtuiging eeuwig is, en op weg naar de Bron waar zijn oorsprong ligt. Ik geloof dat in het leven van alle volkeren de rol van technologie ondergeschikt is aan die van de geest, want de essentie van de mensheid is haar intellect en haar Ziel. Sociale bewegingen, politieke partijen en economische constructies zijn niet meer dan tijdelijke realiteiten, die opkomen en weer zullen verdwijnen. De enige blijvende waarheden zijn de Ziel, verbeeldingskracht, en inspiratie. Ik geloof dat iedere man en vrouw, in momenten van stille meditatie en gebed, kan leren die stilte binnen te gaan, de Ziel te verrijken, en zich spiritueel te verbinden met de zegenrijke Harmonie die het Universum in stand houdt.
Brad Steiger
vert. uit: 'Shadow World'
3. ENGELEN Het woord 'engel' betekent boodschapper, zowel in het Grieks als in het Hebreeuws en Arabisch. Engelen brengen waarschuwingen, troost, nieuws. Ze waken. Ze helpen. Ze helen. Ze redden ons leven en dragen ons na onze dood weg naar een andere wereld. Ze zenden ons berichten die we nodig hebben; en altijd verwijzen ze naar iets wat groter is dan zij zelf. Altijd zeggen ze wat Engelen zeggen, "wees niet bevreesd. Wees niet bezorgd. Alles komt goed. Wij zijn bij je."Dan sturen ze ons de geur van rozen of sinaasappels als teken, of ze geven ons een kop koffie. En nooit geven ze ons de schuld. Nooit zeggen ze, "mens, je bent een hopeloos geval." Nooit zeggen ze, 'Idioot, zie je nou wat je gedaan hebt! " Nee. Ze zeggen, " wees niet bang. Wij waken over je. Je kunt op ons vertrouwen. " Sophy Burnham
vert. uit: 'Angel Letters'
4. GEBED Heer, ik heb geen idee waar ik naar op weg ben. Ik kan de weg voor mij niet zien. Ik kan niet zeker weten waar het zal eindigen. Ook ken ik mijzelf niet echt, en het feit dat ik denk dat ik uw wil doe, betekent niet dat ik dat ook werkelijk doe. Maar ik denk dat de wens om u een plezier te doen u ook inderdaad een plezier doet. Ik hoop dat ik nooit iets zal doen wat in strijd is met dat verlangen. En ik weet dat als ik dat doe, u mij op de juiste weg zult leiden, hoewel ik daar niks van weet. Daarom leg ik mijn vertrouwen in u, ook als ik dreig te verdwalen of in de schaduw van de dood verkeer. Ik zal niet vrezen, want u bent altijd met me, en u zult me in het aangezicht van gevaar nooit in de steek laten. Thomas Merton
vert. uit: 'A Book of Hours'
3
5. IK ZOCHT.... Ik zocht, maar kon U niet vinden; ik riep luide tot U, staande op de minaret; ik luidde de tempelklok bij het opgaan en het ondergaan der zon; ik baadde vergeefs in de Ganges; ik kwam teleurgesteld terug van de Kaäba; ik zag naar U uit op aarde; ik speurde naar U in den hemel, mijn geliefde, maar tenslotte vond ik U verborgen als een parel in de schelp van mijn hart. Hazrat Inayat Khan in de Gayan 156. BELIJDENIS Ik ben nooit alleen. God de Vader is altijd bij me. Mijn ziel, mijn identiteit - dat wat zegt 'Ik ben Ik' is een eeuwige gift van God, de Grote Intelligentie. Ik kan nooit mezelf verliezen, want dit Zelf is een deel van God. God draagt me, en Hij heeft een doel voor mij in dit leven, dat Hij mij dag na dag zal onthullen als ik groei in geestelijke en spirituele kracht. Ik ben gezond en sterk. Ik heb de kracht om alles in mijzelf te overwinnen. In God's liefde kan me niets kwaads overkomen. Ik geef mezelf nu over aan God's bescherming en ik wil Zijn leiding volgen, dag aan dag. Harold Sherman vert. uit 'The God Connection'
7. DE KOEKJES SUTRA In de hemel boven mij verschijnt de grote Boeddha en beschermster als de Grootmoeder van Erbarmen, die in de Kolossale Gezellige Keuken verblijft. Hier, in een oven zo groot als een berg, bakt ze verlichtingskoekjes voor alle bewuste schepselen. Ze heeft duizend handen, met in elk een ander koekje voor elk wezen - eentje dat bevat wat ieder het meest nodig heeft. En ze heeft duizend schoten om ieder moe en geplaagd wezen te knuffelen, terwijl ze hun favoriete slaapliedjes zingt, en zij vredig rusten met een half koekje in hun slaperige handen. Vanuit haar Hemelse Keuken stromen verrukkelijke geuren naar buiten die de hele ruimte vullen, zodat wezens overal hun gezicht opheffen en hun hand uitstrekken voor een koekje. De Grootmoeder van Erbarmen zal nooit slapen of ophouden koekjes te bakken en bewuste wezens te schommelen in haar schoot, tot iedereen gelukkig en tevreden is. Haar versgebakken koekjes vullen het universum. Haar mantra is: "Mogen alle wezens koekjes hebben en vrij zijn van gebrek aan koekjes. Mogen zij nooit worden gescheiden of verstoken zijn van de grote koek waarin het lijden oplost, en mogen zij voor altijd verblijven in de Gezellige Keuken van de Grootmoeder van Erbarmen. Judi Tart - geschreven tijdens een 'loving kindness meditatie' in 2008
8. AARDE Behandel de aarde goed. Wij erven de aarde niet van onze voorouders, maar we lenen haar van onze kinderen. Anoniem. uit Two Worlds
4
9. VERLANGEN
Mijn ziel hunkert naar het goddelijke houd mij niet gevangen in een kooi van materie of geest. Ik hunker en dorst naar God Als een hert hunkert naar water. Helaas, wie kan mijn pijn beschrijven, Wie kan er de viool zijn waarop ik het lied van mijn verdriet kan uitdrukken. Ik ben gebonden aan de wereld, Alle schepsels, alle mensen zijn mijn vrienden Mijn ziel is met hen verstrengeld, Maar hoe kan ik met hen mijn licht delen? Rabbi Isaac Kook (1865-1935) Opperrabbijn van Jeruzalem
10. De Grote Aanroep Wij roepen aan: Vanuit het witte Licht, daar waar de Albron zetelt, dat het Licht op aarde nederdale en de geest van de mens doorstrome. Vanuit het punt van liefde, in het hart van het Goddelijke, strome liefde in de harten van de mensen. Moge het Aquariusbeginsel, van liefde en wijsheid, in de mens wakker worden. Vanuit het centrum, waar de energie van de Albron gekend wordt, strome deze als goddelijke wil in het bewustzijn der mensen. Het is de wil die de meesters kennen en dienen. Vanuit het centrum dat wij menszijn noemen, verwezenlijke zich het plan van liefde en wijsheid. Moge het de deur verzegelen, waarachter het kwaad verblijft. Laat Licht, liefde, wijsheid en de macht ten goede, het Plan op aarde herstellen. bron: internet
11.
May the light of sound guide me May the sound of light surround me May sacred sound come through me for the harmony of all Prayer to Shamael, Angel of sacred song 5
12. IK MEENDE EENS Ik meende eens de Godheid woonde verre Op eenen troon hoog boven maan en sterre En hief al menigmaal mijn oog omhoog. Maar toen gij U beliefdet t' openbaren Toen zag ik niets van boven nedervaren Maar uit den grond van mijn gemoed Kwaamt g'uit der diepte uitwaarts dringen En als een bron mijn dorstig hart bespringen, Zoodat ik U, O God bevond Te zijn de grond van mijnen grond. Jan Luyken (1649-1712)
13. IN MEMORIAM Die alles vergat, in pijn, is nu van pijn genezen: hij zal weer zorgzaam wezen en met hen zijn. Eender, als toen hij kwam, wanneer de kind'ren riepen: twee, die geruster sliepen, als hij hun handen nam en hield die in zijn hand en sprak vertrouwde woorden, die deze kind'ren hoorden in 't dromenland. Vanwaar hij nù zal zijn, zal hij óok met hen wezen en is daarbij genezen van alle aardse pijn. Jac. van Hattum uit: 'Gedichten'
14. BLIND The Spring blew trumpets of color; Her green sang in my brain. I saw a blind man groping 'Tap-tap' with his cane; I pitied him his blindness; But can I boost I see'? Perhaps there walks a spirit Close by, who pities me, A spirit hears me tapping The five-sensed cane of the mind, Amid such unknown glories I may be worse than blind."
De lente blies kleurige trompetten; haar groen zong in mijn hoofd. Ik zag een blinde tasten tik tik met zijn stok Ik beklaagde hem om zijn blindheid maar kan ik opscheppen dat ik zie? Misschien loopt er vlakbij een geest die mij beklaagt, en mij hoort tikken met de stok van mijn 5 zintuigen. Omringd door ongekende schittering ben ik misschien erger dan blind.
uit "The Dead have never Died" van Edward C. Randall, 1917
6
15. MIJDUNKT Mijdunkt dat we de zaak van Leven en Dood kolossaal verkeerd hebben begrepen. Mijdunkt dat wat men noemt mijn schaduw hier op aarde mijn werkelijke substantie is. Mijdunkt dat in het beschouwen van spirituele dingen, we teveel als oesters zijn die de zon door het water zien, en dat water voor de lucht verslijten. Mijdunkt dat mijn lichaam het minste is van mijn betere zelf. neem m'n lichaam, zo je wilt, neem het, het is niet wie ik ben. Herman Melville, MOBY DICK
16
Er was een tijd dat weide, bos en stroom De aarde, en haar vergezichten mij leek te baden in een hemels licht, De glorie en de frisheid van een droom. Onze geboorte is een slaap en een vergeten De Ziel die met ons rijst, een ster die ergens anders onderging en komt van verre: niet zonder dieper weten noch in totale naaktheid, maar in glorievolle wolken komen wij van God, die ons huis is. William Wordsworth (1770-1850)
17.
Probeer nooit iemand anders na te doen Alleen als je jezelf bent kun je iets echts aan een ander geven. De kunst van het leven is het vermogen om iets echts en waardevols door te geven aan anderen Reshad Feild
7
18. EEN VIERVOUDIG GEZANG Er is het lied van het eigen leven, een lied gezongen door wie in zichzelf alles vindt, de volle spirituele voldoening. Er is een ander lied dat zingt van het volk. Dat lied verlaat de cirkel van het eigen individuele zelf, omdat het daar niet de wijdsheid vindt die de basis is van haar idealisme. Dat lied doet verlangen naar het hogere, en het verbindt zichzelf met liefde aan de hele gemeenschap van Israel. Háár liederen zingt de zanger. Hij voelt haar verdriet, haar verrukking en haar hoop. Nobele en zuivere gedachten uit hij over haar toekomst en hij verkent met liefde en wijsheid haar innerlijke spirituele wezen. Er is een ander lied dat reikt naar meer verafgelegen oorden, en de zanger gaat buiten de grenzen van Israel om het lied van mensen te zingen. Zijn ziel strekt zich uit naar de vergezichten van de hele mensheid, en zijn nobele essentie. Hij tracht algemeen menselijke doelen te bereiken en streeft naar meer perfectie. Vanuit de bron van het leven zingt hij, gedragen door zijn aspiraties en zijn visioenen. Dan is er een lied dat zich opheft naar wijdere horizonten, zich verbindend met de hele schepping, met al Gods schepselen, met alle werelden, en met alles wat is. Over zo'n zanger spreekt de traditie: hij die elke dag een lied zingt van verbondenheid met al wat is, kan verzekerd zijn van een plaats in het toekomstig leven. En als dan al die gezangen worden verenigt in een ensemble, en alle zangers verenigen hun stem, en zingen samen gezangen van schoonheid, en ieder leent zijn vitaliteit en leven aan de ander, dan vormen zich harmoniën van vreugde en geluk, van jubel en viering, van extase en heiligheid. Het gezang van het zelf, het gezang van het volk, het gezang van de mensheid, het gezang van de wereld komt in Hem samen, elk uur, altijd.
Rabbi Kook
vert. van internet
19. HET BESTE Het beste wat je aan je vijand kunt geven is vergeving; Aan een tegenstander, tolerantie; Aan een vriend, je hart; Aan je kind, een goed voorbeeld; Aan een vader, achting; Aan je moeder, gedrag dat haar trots op je maakt; Aan jezelf, respect; Aan alle mensen, naastenliefde Lord Balfour uit 'Two Worlds' )
20. DOEN Wanhopig door alle pijn en lijden dat hij rondom zich zag, brak een man door de knieën en bonkte met zijn vuisten op de grond. Hij hief zijn hoofd naar de hemel en riep naar God: "Kijk nou eens naar deze puinhoop! Kijk eens naar al het lijden, naar de moordpartijen en de haat. God, waarom doet u er niets aan?" God sprak en zei: "Dat heb ik gedaan. Ik heb jou gestuurd. " anoniem. uit Two Worlds
8
21. SYMPTOMEN Wees altijd alert op symptomen van innerlijke vrede. De harten van velen zijn al blootgesteld geweest aan die conditie. Het is mogelijk dat mensen uit alle windstreken kunnen worden aangestoken, in epidemische proporties. Hier volgen enkele tekenen waar je op moet letten: Een neiging om spontaan te denken en te handelen liever dan je te laten bepalen door angsten die door vroegere ervaringen zijn ingegeven. Een onmiskenbaar vermogen om van het moment te genieten. Een verlies van interesse om over andere mensen te oordelen. Een verlies van behoefte andermans acties te interpreteren. Een verlies aan interesse in conflicten. Een verlies van de neiging om je zorgen te maken. Frequente niet tegen te houden episodes van waardering Een goed gevoel van verbondenheid met anderen en met de natuur. Veelvuldige aanvallen van glimlachen. Een voortschrijdende neiging om dingen te laten gebeuren in plaats van ze naar je hand te zetten. Een groeiende gevoeligheid voor de liefde die anderen aanbieden en een niet te stuiten drang om die liefde te verspreiden. Wees op je hoede! Als je al deze symotomen hebt - of zelfs de meesten - dan is je conditie waarschijnlijk al te ver voortgeschreden om hem nog te keren. Als je bent blootgesteld aan iemand die deze symptomen vertoont, dan is dat op je eigen risico; de conditie van innerlijke vrede is hoogstwaarschijnlijk in de aanstekelijke fase. anoniem, uit Two Worlds
22. WIE BEN JE? "Een vrouw lag in coma en plotsklaps zag zij in de verte een lichtje alsof zij het uiteinde van een tunnel zag. De lichtbron werd steeds groter en de vrouw hoorde een stem: "Wie ben jij?" De vrouw schrok en stamelde: "ik ben Johanna." "Daar heb ik er hier meer dan 3 miljoen van", was de nuchtere reaktie. Zij deed een nieuwe poging: "Ik ben Johanna, de vrouw van de burgemeester van Aken." "Ik vroeg niet naar het beroep van je man," antwoordde de stem, nog steeds op vriendelijke toon. "Ik ben docente wiskunde op de Hogeschool van Aken," sprak de vrouw enigszins aarzelend. "Ik wil weten wie u bent en uw beroep interesseert mij niet." De stem klonk beslist korzelig en afstandelijk. De vrouw dacht lang na en zei "ik ben moeder van twee kinderen", en terwijl ze de woorden sprak wist ze dat ook dit niet het goede antwoord was. De stem reageerde niet eens en de vrouw constateerde tot haar schrik dat de lichtbron steeds kleiner werd. Wanhopig gilde ze de stem nog na: "Ik ben belijdend lid van de Lutherse kerk in Aken." Vlak voordat het licht helemaal verdween hoorde Johanna nog heel zachtjes: "Het kan me niet schelen van welke kerk u bent." De volgende dag ontwaakte de vrouw uit haar coma en rondom haar bed herkende ze haar man en haar twee kinderen. Ze keek haar geliefden aan en zei: "Wie zijn jullie?"
Koert ter Veen uit: 'Athos monnikeneiland'
23. WAAROM? Een pelgrim zag een monnik in het veld naast de weg zitten. In de buurt van het veld werkten mensen aan een stenen gebouw. "Je ziet eruit als een monnik", zei de pelgrim. "Dat ben ik ook", zei de monnik. "Wie zijn daar aan het bouwen?"vroeg de pelgrim. "Mijn monniken", zei de man, "ik ben de abt." "Het doet me plezier te zien dat er een abdij gebouwd wordt", sprak de pelgrim "Ze zijn hem aan het afbreken", zei de abt. "Waarom dat dan?" vroeg de pelgrim. "Zodat we de zon kunnen zien opgaan", zei de abt. Thomas Moore 9
24. Chassidisch Gebed Vader van alle wereldlijke dingen: U schept Uw wereld iedere seconde opnieuw, en als U Uw liefdevolle aanwezigheid uit Uw schepping zou terugtrekken dan zou alles in een oogwenk ophouden te bestaan. Maar ogenblik na ogenblik leegt u de vaten met zegening over Uw schepselen De sterren verschijnen weer en zingen U hun liefde toe en de zon gaat zijn weg terwijl hij zijn krachtige lied zingt. De arme man doet zijn gebedsmantel om en opent zijn hart voor U, en wéér splijt zijn gebed de hemelen om voor uw voeten neer te dalen. En weer siddert hij onder Uw almachtige glorie en weer slaat hij de ogen tot U omhoog. Eén straal van Uw licht verlicht mijn wezen, één woord van U en ik ben als herboren, één sprank van Uw eeuwige leven en ik ben terug bij mijn oorsprong. O, Gij, die alles nieuw maakt, Vader, schep mij, Uw kind, opnieuw. Adem in mij Uw geest, en ik zal nieuw worden, nieuw als een kind. Hillel Zeitlin 25. Als je iets kunt dromen, kun je het doen Wanneer je acties niet laat sporen met je dromen, vervul je niet je bestemming Harold Klemp, Language of the Soul
26. LICHT En ik zei tegen de man die stond aan de poort van het nieuwe jaar: Geef me licht, zodat ik het onbekende veilig tegemoet kan treden. En hij antwoordde: Ga uit in de duisternis en leg je hand in de hand van God. Dat zal beter voor je zijn dan een licht en veiliger dan een bekende weg. uit:Dorothy Boux - The Golden Thread
27. REGEN Rabbi Chanina ben Dosa was op weg met een mand zout op zijn hoofd, toen het begon te regenen. Hij riep: "Heer van het Universum, de hele wereld is rustig maar ik heb een probleem!" De regen stopte. Toen Rabbi Chanina zijn huis had bereikt, zei hij: "Heer van het Universum, de hele wereld is gespannen, maar Chanina maakt het goed." De regen begon weer te vallen. Babylonische Talmoed
28. LEER JE KINDEREN Chief Seattle - The Earth Speaks Leer je kinderen leren dat de grond onder je voeten de as van je voorvaderen is. Opdat ze het land respecteren, vertel je kinderen dat de aarde rijk is met leven, en dat de aarde onze moeder is. Wat met de aarde gebeurt, gebeurt de kinderen van de aarde. Als mensen op de grond spugen, spugen ze op zichzelf. Dat weten we. De aarde behoort niet aan de mensen; mensen behoren de aarde. Dat weten we. Alle dingen zijn verboinden als het bloed dat een familie verbindt. Alle dingen zijn verbonden. Wat met de aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde. De mens heeft het levensweb niet geweven, we zijn er maar een draad van. Wat hij doet aan het web, doet hij aan hemzelf....
10
29. DE DODEN Zij die dood zijn zijn niet weg:. ze zijn in de schaduwen. De doden zijn niet onder de aarde; ze zijn in de ruisende boom, in het kreunende woud, in het slapende water, ze zijn in de hut, en in de menigte. De doden zijn niet dood. Zij die dood zijn zijn nooit weg, ze zijn in de borst van een vrouw, in een huilemd kind, in het houtvuur. De doden zijn niet onder de aarde: ze zijn in de stervende vlam, in het huilende gras, in de fluisterende rotsen ze zijn in het oerwoud, ze zijn in het huis De doden zijn niet dood. . Birago Diop, Senegalese dichter 30. Wanneer we zelf vergeven, worden we vergeven, en als we zelf oordelen, zo worden we geoordeeld. Veroordeel dus niet, blijf niet hangen in de fouten van anderen of in verschillen van mening, maar laat je leven zo schijnen in geduld en begrip, dat anderen er hoop en vrede uit putten. Edgar Cayce Reading 3459-1
31. Zegening: In de naam van het licht, in de naam van de wereld van de geesten, in de naam van wie zeeën en luchten beveelt, in de naam van de god van de sterren, in de naam van de ene moeder, laat mij u allen zegenen. Moge het licht je vergezellen als je wandelt over de vlakten van deze wereld. Moge de waarheid een ster zijn die niet alleen boven je schijnt maar in de diepten van je ziel. Moge vrede, de meest geurende van alle bloemen, bij je zijn ongeacht waar je gaat. Moge je nooit voedsel tekortkomen en moge er altijd genoeg water zijn in je stromen en rivieren. Moge er nooit gebrek zijn aan liefde in je hart en in de harten van je kinderen. Moge je bed altijd vruchtbaar zijn en vriendelijk. Moge liefde je vergezellen tot het eind van je dagen, en oorlog wegblijven van de grenzen van je land. Moge boosheid je leven niet besmeuren en moge je beschermd worden en geliefd zijn tot aan een nieuwe dag. Vuzamazulu Credo Mutwa, Zulu healer 32. "Als je een dichter bent, dan zul je in ieder stuk papier een wolk zien. Zonder wolk is er geen regen. Zonder regen kunnen de bomen niet groeien, en zonder bomen kunnen we geen papier maken." Thich Nhat Hanh 33. Redelijke mensen passen zich aan aan de wereld. Onredelijke mensen proberen de wereld aan te passen aan zichzelf. Alle vooruitgang is daarom afhankelijk van onredelijke mensen. George Bernard Shaw 34. Er is geen antwoord. Er zal geen antwoord komen. Er is nooit een antwoord geweest. Dat is het antwoord. Gertrude Stein 11
35. De reden waarom wij afwijkende informatie bestrijden - de echte reden waarom wetenschappers automatisch denken dat ieder onverwachte uitkomst van onderzoek een domme vergissing is - is geworteld in de manier waarom onze hersens werken. In de loop van de afgelopen decennia hebben psychologen de mythe van de objectiviteit ontmanteld. In feite is het zo dat we zorgvuldig onze werkelijkheid regisseren, bewijzen zoekend voor datgene dat bevestigt wat we al geloven. Hoewel we volhouden ons door feiten te laten leiden, hebben we oogkleppen voor, zeker waar het gaat om informatie die onze theorieën weerspreekt.
—Jonah Lehrer, “Accept Defeat: The Neuroscience of Screwing Up,” Wired, January 2010 36. EL ADON De Schepping weerspiegelt God de Heer die geprezen wordt door alles wat ademt Gods grootheid en goedheid vult het Universum; kennis en wijsheid gaan uit van Gods aanwezigheid Verheven is God boven alle hemelbewoners en de mysteries van de hemel zijn om Hem heen Waarheid en zuiverheid zijn Gods troon en Hij wordt omringd door genade en liefde Prachtig zijn de lichten die onze God heeft geschapen, gemaakt met inzicht en wijsheid Hij voorzag hen van kracht en energie om over de wereld te heersen Oogverblindend en stralend verlichten zij het universum Zij verheugen zich als ze opgaan en gaan even graag onder, zich inspannend om hun Schepper te gehoorzamen Met hun schoonheid en glorie prijzen zij God wiens heerschappij wordt bezongen, gevierd en geprezen God riep de zon, en diens licht ontstak toen gaf Hij de maan haar cyclische glans De sterren en de planeten, alle hemellichamen prijzen Zijn Naam De hemelse heerscharen verkondigen Zijn grootheid en glorie. uit Ma'ariv, joods ochtendgebed
37. VRAGEN "Mensen beschuldigen me er soms van dat ik veel weet. "Stephen", zeggen ze dan verwijtend, "je weet veel." Dat is zoiets als iemand die een paar zandkorrels aan z'n kleren heeft hangen ervan te beschuldigen dat hij een hoop zand bezit. Als je bedenkt hoeveel zand er op de wereld is, dan is zo iemand in werkelijkheid zandloos. Wij zijn allemaal zandloos. We zijn allemaal onwetend. Er zijn stranden en woestijnen van kennis waarvan we het bestaan niet kunnen bevroeden, en die we nooit bezocht hebben. Het zijn de mensen die denken dat ze weten wat er te weten valt waar je voor uit moet kijken. Wat wij nodig hebben is een schatkamer, niet van kennis, maar van onwetendheid. Waar geen antwoorden maar vragen te vinden zijn" Stephen Fry : inleiding van 'The Book of General Ignorance'
12
38. LEGENDE Rabbi Yisroel ben Eliezer, beter bekend als de Baal Shem Tov, was gewend om, steeds wanneer er een calamiteit dreigde voor zijn volk, naar een geheime plaats in het bos te gaan. Daar stak hij vuur aan, en hij richtte een bepaald gebed naar de Maker van het Universum. Dan werd de catastrofe afgewend. Maar toen hij er niet meer was, en weer een ongeluk zijn volk bedreigde, ging een van zijn leerlingen naar dezelfde plek in het bos, en zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet ontsteken. Maar ik kan nog wel de weg vinden, en het gebed zeggen. En dat zal genoeg moeten zijn." En dat was het. De ramp werd afgewend. Maar toen nogmaals ongeluk de mensen dreigde te overspoelen, ging er een andere leerling naar de plek in het bos. En hij zei: "Maker van het Universum, ik weet niet hoe ik het vuur moet aanmaken. En ik kan me het gebed niet herinneren. Maar ik kan wel de geheime plek vinden. Dat moet voldoende zijn!" En weer was het genoeg, en werd de ramp verijdeld. Vele jaren later, toen er weer een ramp dreigde, zat een andere leerling treurig in zijn stoel, en hij zei: "Maker van het Universum, ik heb geen idee hoe ik het licht moet ontsteken. Ik ken het gebed niet. Ik kan me niet eens de geheime plek herinneren. Alles wat ik kan doen is het verhaal vertellen. En dat moet genoeg zijn." En het was genoeg. De ramp trof het volk niet. vert. uit Yitschak Buxbaum The Light and Fire of the Baal Shem Tov
39. William Wordsworth Our birth is but a sleep and a forgetting; The Soul that rises with us, our life's star, Hath had elsewhere its setting, And cometh from afar; Not in entire forgetfulness, And not in utter nakedness, But trailing clouds of glory do we come From God, who is our home..... (Onze geboorte is niets dan slaap en een vergeten; De Ziel die rijst met ons, onze levensster, Is ergens anders ondergegaan, En komt van ver; Niet in totale vergetelheid, En niet in absolute naaktheid Maar slepend glorieuze wolken komen wij Van God, die ons huis is....)
40. Spirit Alles wat leven heeft, spreekt; alles wat spreekt vertelt het verhaal van Spirit. Dat is de taal van onze voorouders, de taal die ons leert in harmonie te leven met onze omgeving en met elkaar. Veel van ons hebben deze taal verloren, hoewel alles rondom ons heen nog altijd spreekt. Wanneer we aandachtig luisteren naar het ruisen van de wind en de roep van het oerwoud, dan horen we die taal. Als we van dichtbij de bloesems van de aarde en de kleuren van de seizoenen observeren, dan verbinden we ons met de heilige taal die ons dichter bij Spirit brengt. uit: Adama Doumbia - The Way of the Elders
41.
I Speak of naked stones....in which there is both conceiled and reveiled a mystery that is slower, more vast, and heavier than the destiny of a transitory place Roger Caillios 13
42. DAGARA SONG Initiatielied van de Dagara stam in Burkina Faso, uit Malidoma Somé 'Of Water and the Spirit' Ik had een afspraak in de wildernis met alle goden dus ik ging. Ik had een afspraak in de wildernis met alle bomen dus ik ging Ik had een afspraak in de bergen met de Kontomblé en ik ging omdat ik moest Ik moest weggaan om te leren hoe te weten Ik moest weggaan om te leren hoe te groeien Ik moest weggaan om te leren hoe te blijven. Dus ging ik en ik klopte op deuren die gesloten waren. Ik verlangde binnen te gaan. Hoe kon ik weten dat de deuren niet naar buiten leidden. Maar naar mijzelf. Ik was de kamer en de deur. Alles was in mijzelf. Ik moest het me alleen herinneren. En ik leerde dat ik had geleefd Altijd en overal. Ik leerde dat ik alles al wist, alleen ik was het vergeten. Ik leerde dat ik groeide, Maar dat ik over zoveel dingen heengekeken had. Nu ben ik terug, en ik herinner het mij. Ik wil zijn wie ik weet dat ik ben. En ik wil de weg gaan die we altijd vergeten te gaan. Omdat ik de geur hoorde van vergeten dingen en mijn centrum werd aangeraakt. Daarom had ik een afspraak met de wildernis Daarom had ik een afspraak met de heuvels Daarom had ik een afspraak met de onderwereld Nu, Vader, neem ik je mee naar huis. Ik ben terug.
43. Dagara prayer May our Ancestors breathe blessing onto us for our eyes to open and our life purpose to become clear Mogen onze Voorouders zegeningen over ons heen blazen zodat onze ogen zich openen en ons levensdoel helder wordt.
14
44. Onze Vader uit het Aramees, Evangelie van Thomas Bron van Zijn, die ik ontmoet in wat me ontroert, Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven Bundel uw licht in mij - maak het nuttig Vestig uw rijk van eenheid nu Uw enige verlangen handelt dan samen met het onze Geef ons wat we elke dag nodig hebben aan brood en aan inzicht Maak de koorden van fouten los die ons vastbinden aan het verleden Zoals wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden Uit u wordt de alwerkzame wil geboren, de levende kracht om te handelen, het lied dat alles verfraait, en dat zich van eeuw tot eeuw vernieuwt.
45. ONZE VADER: Aramees, vert. Neil Douglas-Klotz O Gever van Leven - Vader - Moeder van de Kosmos Ontsteek uw licht in ons - maak het bruikbaar Vestig uw heerschappij van eenheid door onze vurige harten en gewillige handen Help ons lief te hebben voorbij onze idealen en inspireer ons tot daden van mededogen voor alle schepsels. Breng gevoel voor de aarde in ons tot leven, opdat we de Wijsheid kunnen ervaren die alles ondersteunt. Ontwar de knopen in ons innerlijk zodat we de verbindingen met elkaar simpel kunnen helen. Laat oppervlakkige dingen ons niet verleiden maar bevrijd ons van wat ons afhoudt van onze werkelijke bestemming. Want U, het onvatbare Vuur, bent het Licht en Geluid van de Kosmos, en van u gaan alle dingen uit. Amen
46. GIFT I had an experience I can't prove it. I can't explain it, But everything that I know as a human being, Everything I am, tells me that it was real. I was given something wonderful, Something that changed me forever.... Uit de film 'Contact', Jody Forster. Ik heb een ervaring gehad. Ik kan het niet bewijzen. Ik kan het niet verklaren. Maar alles wat ik weet als mens, Alles wat ik ben, vertelt me dat het echt was. Ik heb iets fantastisch ontvangen, Iets dat me voor altijd heeft veranderd.....
15
47. Only when we pause to wonder do we go beyond the limits of our incredible minds Why are we so worried about the future When we already know what it holds for us? Man is allowed to create his own future and for that reason he is given great powers To follow any dream there are many roads to choose from, and many means to achieve it. Reason, amongst others, is a powerful tool, but before any decision is made the knowledge of what direction to take is already there. If man doesn't use his powers or listen to them he may quickly loose his way; Intuition, for instance is his way of knowing things in advance.....
Alleen wanneer we stilstaan om ons te verwonderen treden we buiten de beperkingen van onze ongelofelijke geest. Waarom zijn we zo bezorgd voor de toekomst terwijl we al weten wat die voor ons in petto geeft? Het is de mens toegestaan zijn eigen toekomst te creëren en daarom is hem grote macht gegeven. Om een droom te volgen zijn er vele wegen waaruit men kan kiezen, en vele mogelijkheden om die droom te verwerkelijken. De rede, onder andere, is een machtig gereedschap, maar voor er een besluit is genomen is er al de kennis welke richting gekozen moet worden. Als een mens daar niet naar luistert en zijn krachten niet gebruikt dan zal hij snel zijn richting verliezen; Intuitie, bijvoorbeeld, is zijn manier om de dingen van te voren te weten....
16
uit: The San Piper - Encounter with an Otherworldly Bushman
48. The Prayer of White Cloud Great Spirit, Whose voice I hear in the winds, And whose breath gives life to all the world, hear me! Let me walk in beauty and make my eyes ever behold the red and purple sunset. Make my hands respect the things you have made, and my ears sharp to hear your voice. Let me learn the lessons you have hidden in every leaf and rock. I seek strength, not to be greater than my brother, but to fight my greatest enemy - myself. Make me always ready to come to you with clean hands ... and straight eyes, So when life fades, as the fading sunset, my spirit may come to you ... without shame. HET GEBED VAN WHITE CLOUD Grote Geest, Wiens stem ik hoor in de winden, en wiens adem leven geeft aan de hele wereld, hoor mij! Laat mij wandelen in schoonheid en maak dat mijn ogen altijd de rode en paarse zonsondergang zullen mogen aanschouwen. Maak dat mijn handen respectvol omgaan met de dingen die u hebt gemaakt en maak mijn oren scherp om uw stem te horen. Laat mij de lessen leren die u hebt verborgen in bladeren en rotsen. Ik zoek kracht, niet om groter te zijn dan mijn broeder maar om mijn grootste vijand te bevechten - mijzelf. Maak mij altijd gereed om de laatste reis te ondernemen met schone handen... en een onbevreesde blik. Opdat als het leven wegvloeit, als de laatste stralen van de ondergaande zon, mijn geest naar u toe mag gaan... zonder schaamte.
Het gebed is toegeschreven aan White Cloud - Wabanquot - een Chief van de Ojibwa Tribe. Hij leefde in het midden van de 19de eeuw.Maar in werkelijkheid staat de herkomst van het gebed niet vast. 17
49. BERGREDE vert. Pius Drijvers
Wat een geluk wanneer je niets te verliezen hebt, want je hoort bij God thuis. Wat een geluk wanneer je niet oppervlakkig over de ernst van het leven heen leeft, want je zult getroost worden. Wat een geluk wanneer je een mild mens bent, want je zult het beloofde land bezitten. Wat een geluk wanneer je met heel je wezen verlangt dat alles terechtkomt, want je zult het overvloedig zien gebeuren. Wat een geluk wanneer je durft vergeven, want je zult genadig worden behandeld. Wat een geluk wanneer je hart ongecompliceerd is, want je zult God zien. Wat een geluk wanneer je vrede brengt, want God zal je zijn kind noemen. Wat een geluk wanneer je lijdt om te bereiken dat alles terechtkomt, want je hoort bij God thuis. (N.T. Mattheüs 5:3-10)
50. Psalm 23 vertaling Huub Oosterhuis
Was jij mijn herder, niets zou mij ontbreken. Breng mij naar bloeiende weiden doe mij liggen aan vlietend water dat mijn ziel op adem komt dat ik de rechte sporen weer kan gaan achter jou aan. Jij mijn herder? Niets zal mij ontbreken. Moet ik de afgrond in, de doodsvallei, ik ben bang – maar ben jij naast mij ik zal niet doodgaan van angst. Jij hebt de tafel al gedekt – mijn spotters weten niet wat ze zien: dat jij mijn voeten wast, ze zalft met balsem mij inschenkt, drink maar, zeg je. Niets zal mij ontbreken. Laat het zo blijven, dit geluk deze genade, al mijn levensdagen.
18
51. EEN STEEN Siddharta bukte zich, en raapte een steen van de grond op, die hij in zijn hand woog. 'Dit hier' , zei hij al spelend, 'is een steen, en hij zal als zijn tijd gekomen is misschien aarde zijn, en van aarde zal hij plant worden, of dier, of mens. Nu zou ik vroeger gezegd hebben: 'Deze steen is gewoon maar een steen, hij heeft geen enkele waarde, en hij hoort thuis in de wereld van Maya; maar, omdat hij misschien in de kringloop der veranderingen ook mens en geest worden kan, daarom zal ik hem ook achting toekennen. ' Zo zou ik vroeger waarschijnlijk gedacht hebben. Maar nu denk ik: 'deze steen is steen, hij is ook dier, hij is ookGod, hij is ook Boeddha. Ik voel geen verering of liefde voor hem omdat hij eens dit of dat zou kunnen worden, maar omdat hij alles al lang en altijd is - en juist het feit dat hij een steen is, dat hij mij op dit moment, op dit ogenblik als steen verschijnt, juist daarom houd ik van hem, vind ik waarde en zin in elk van zijn aderen en holtes, in zijn geel, in zijn grijs, in zijn hardheid, in de klank die ik hoor wanneer ik hem beklop, in de droogte of vochtigheid van zijn oppervlak. Er zijn stenen die als olie of zeep aanvoelen, en andere voelen als bladeren aan, weer andere als zand, en elk van hen is iets bijzonders en bidt het Om op zijn eigen manier. Elk van hen is Brahman, maar tegelijkertijd en in dezelfde mate is hij steen, is hij olieachtig of als zeep, en juist dat vind ik prachtig, komt mij voor als een wonder en is daarom waard om in aanbidding beschouwd te worden.' Hermann Hesse
uit: 'Siddharta'
52. MOED We moeten ons bestaan zo breed als maar enigszins mogelijk is aangaan; alles, zelfs het meest ongehoorde, moet ruimte krijgen. Dat is in wezen de enige moed die van ons verlangd wordt: de moed om het meest wonderbaarlijke en vreemde en het meest onverklaarbare dat op onze weg komt onder ogen te zien. Rainer Maria Rilke
53. BESTEMMING 'Wat is ware religie?' vroeg ik. Gezien van buiten de tijd wordt de poging van de mens om God te kennen gezien als een enkel fenomeen, een kunstwerk dat door de geschiedenis heen zich heeft ontwikkeld. Er zijn drie fasen. De eerste is negatief, het tijdperk van het brengen van offers. Daarom is de God van het oude testament zo verschrikkelijk. Het verhaal van Abraham die van God de opdracht krijgt Izaak te doden is één van de meest heilige momenten, want het geeft de aanzet tot het volgende tijdperk. Dat tijdperk is positief: het tijdperk van aanbidding. De God van het Nieuwe Testament is een barmhartige God. De huidige tijd is de tijd van eenwording van de mens met God. In jezelf vind je Christus, Boeddha, Allah, Krishna. In dit tijdperk heeft het lichaam zich ontwikkeld tot een punt waarop het in potentie de goddelijke extase kan weerspiegelen. Dat gebeurt al, in het geheime leven van onze eigen kinderen. Ik ben hier om je een belofte te brengen: als de mensheid zich overgeeft aan God, dan zullen jullie en de aarde gered worden. In het andere geval sterven jullie uit voor het einde van dit tijdperk. Whitley Strieber
vert. uit: 'The Key'
54. TRAINING Een Derwish gelooft dat er een bijzondere geestestoestand is die geactiveerd kan worden. Die is niet emotioneel en zeker ook niet intellectueel zoals we normaal ervaren. De Derwish verfijnt zijn bewustzijn zó dat hij gevoelig wordt voor geestelijke realiteiten waar de normale menselijke geest nauwelijks weet van heeft. Je zou kunnen zeggen dat mensen meestal hun intellect en hun emoties gewaarworden in termen van kwantiteit;
19
De kwaliteit, een subtielere vorm die niettemin essentieel is voor compleetheid, is moeilijk te trainen of uit te leggen. Vandaar dat veel mensen afhaken. Daardoor blijft veel potentiële capaciteit ongebruikt. Net als een kind moet leren te onderscheiden tussen objecten die grof en fijn zijn, zo moet de menselijke perceptie in dit opzicht ook getraind worden. Idries Shah
vert. uit: ' The Sufis'
55. LUISTEREN Wanneer je naar een bloem kijkt en vertelt wat voor bloem het is, waar deze groeit, en wat de kenmerken ervan zijn, ben je die specifieke bloem niet meer gewaar. Je verbreekt de directe verbinding met die bloem. Je bent aan het beschouwen. Daardoor is er onderscheid tussen jou en die bloem. Zo is het ook met luisteren. We luisteren vaak met de ogen. De ogen maken een beeld van wat er verteld wordt, waar het in past, en of we zelf ook voorbeelden kennen of ervaringen hebben die lijken op wat er verteld wordt. Het vertelde wordt ingekaderd en beoordeeld. Er is geen waardevrije waarneming. Dit komt doordat de verbinding met het geluid verbroken is, waardoor er niets nieuws kan ontstaan. Het beeld dat zich van het gesprokene gevormd heeft, houdt ons af van de werkelijke ervaring. Loucas van den Berg
uit: 'De Helende Stem'
56. PARABEL VAN DE OLIFANT Een aantal monniken twistte over theologische vragen. Ananda vroeg wie van hen gelijk had. Daarop antwoordde de Buddha met de volgende vergelijking: " Er was vroeger eens een koning. De koning liet een man komen en gaf hem bevel alle blindgeborenen bij elkaar te brengen. Toen dat was gebeurd sprak de koning: 'toon nu alle blinden een olifant!' Dat deed de man, maar hij toonde aan iedere blinde een ander deel van de olifant: of de staart, of de kop, of een poot, of de buik, of de slurf. Toen de blinden daarna gevraagd werden wat hun indruk was, zei de een 'de olifant is als een graanschuur' en de ander zei: 'de olifant lijkt op een boomstam'. Zo had ieder z'n eigen idee. Onder elkaar begonnen de blinden te twisten, want natuurlijk wilden ze de anderen overtuigen van hun gelijk. Tenslotte brak er een handgemeen uit." "Zo", zei de Boeddha, " is het nou ook met theologische vragen. Je kunt erom twisten, maar er is niemand die het hele waarheid kent." bewerkt uit: 'De Oogst der Tijden'
57. MYSTERIE Het stellen van diepere vragen aan jezelf opent nieuwe wegen om in de wereld te staan. Het brengt een frisse wind. Het maakt het leven vreugdevoller. De echte levenskunst vind je niet in zekerheden, maar in deel hebben aan het mysterie. Fred Alan Wolf
in 'What the Bleep'
58. DOEL Ik weet niet Wie - of Wat - de vraag stelde. Ik weet ook niet wanneer. Ik herinner me niet dat ik antwoord gaf. Maar op één of ander moment zei ik Ja tegen Iemand - of Iets - en vanaf dat ogenblik was ik er zeker van dat het bestaan zinvol is en dat daarom mijn leven, in overgave, een doel had. Dag Hammerskjöld
uit: 'Merkstenen' 20
59. BRIEF VAN GOD Dierbare Kinderen ( en geloof me, dat zijn jullie allemaal), Ik zie mezelf als een tamelijk geduldige jongen. Ik bedoel: kijk naar de Grand Canyon. Het heeft miljoenen jaren gekost om die goed te krijgen. En de evolutie, man , is dat een langzaam proces, cel voor cel, gen voor gen. Ik heb m'n geduld bewaard door alle civilisaties en oorlogen heen en de vele manieren waarop jullie me voor lief nemen tot jullie jezelf weer eens een keer in de problemen brengen. Telkens opnieuw. Maar nu wil ik een paar punten even voorgoed rechtzetten. Ten eerste: jullie religieuze rivaliteiten hangen me de keel uit. Daar heb ik echt genoeg van! Laat me één ding duidelijk stellen: Het zijn JULLIE religies, niet de MIJNE. Ik sta er boven. Iedere godsdienst claimt dat er maar één van Mij is, en dat is absoluut waar, maar tegelijkertijd claimt iedere religie dat ie m'n favoriet is, en dat zijn bijbel door mij is geschreven, en de andere bijbels mensenwerk zijn. Jemig, hoe kan ik die misverstanden nu eens uit de weg ruimen? Okee. Luister goed. Ik ben jullie Vader én jullie Moeder, en ik trek niemand voor. En ik heb een hekel aan schrijven. M'n handschrift is waardeloos, en ik ben meer praktisch ingesteld. Dus AL jullie heilige boeken zijn door mensen geschreven. Geïnspireerde mensen, ja, maar er staan ook fouten in. Daar heb ik voor gezorgd, om er zeker van te zijn dat jullie niet méér op het geschreven woord zouden vertrouwen dan op je eigen hart. Heilige boeken en gewijde riten zijn belangrijk, maar ze waren alleen bedoeld om jullie in de goeie richting te sturen, niet om er eindeloos met elkaar over te bakkeleien, en zeker niet om jullie eigen persoonlijke connectie met MIJ in de weg te zitten. Wat me bij m'n volgende punt brengt: Jullie doen alsof ik jullie vraag om voor me op de bres te staan en zieltjes voor 'MIJN zaak' te winnen. Hou daar mee op. Ik kan uitstekend op m'n eigen benen staan, dank je. Jullie hoeven me niet te verdedigen en niet steeds naar me te verwijzen . Ik wil gewoon dat jullie aardig zijn voor elkaar. En nu we't er toch over hebben: geld, sport en politiek interesseren me niet, dus hou op Mijn naam te verbinden aan jullie drama's. Ik heb nooit iemand in een persoonlijk gesprek aangezet om president te worden, ik heb geen favorieten bij de Olympische spelen, ik heb nooit plaatsgenomen in één van de Rolls Royces van Bhagwan. (Uiteraard heb ik met sommigen nog wel een appeltje te schillen, maar dat komt wel op een later tijdstip.) Het werkelijke doel van jullie religies is dat jullie je meer bewust kunnen worden van MIJ, en niet andersom. Geloof me: ik ken jullie al. Ik weet wat er in jullie hart leeft en ik hou onvoorwaardelijk van jullie. Dus doe niet moeilijk en geniet ervan. Daar is religie goed voor. Jullie vergeten hoe mysterieus ik ben. Jullie kunnen je tijd verdoen met theologische discussies en het vergelijken van wat er geschreven staat in dit of dat Boek, maar het Mysterie zullen jullie nooit ontrafelen, dus waarom openen jullie je hart niet voor de simpele richtlijn die alle godsdiensten gemeen hebben: liefde en respect voor iedereen. Ik ben altijd bij jullie, ook als het leven moeilijk en bedreigend is. Leer stil te worden zodat je m'n stem kunt horen ( ik schreeuw niet graag) Waarom maken jullie het toch zo ingewikkeld? Het lijkt wel of jullie altijd op zoek zijn naar een reden om moeilijk te doen. Ik heb er genoeg van altijd jullie voornaamste excuus te zijn. Denken jullie nou echt dat het me ook maar iets uitmaakt of jullie me God, Allah, Wakantonka, Brahma of Grote Moeder noemen? Of dat jullie je gebed richten tot Boeddha, Jezus, of Mohammed? Kies iedere naam die je wilt, als jullie mijn zaken maar behartigen met liefde voor elkaar. Ik hou van jullie allemaal. Jullie lopen toch ook niet aan iedereen te vertellen dat jullie ouders beter zijn dan die van een ander? Nou dan. Jullie eigen religie kan rustig altijd een speciale plek in je hart hebben. Iedere religie heeft een eigen karakter dat het best aansluit bij de mensen die haar pad volgen. Daar is niks mis mee. Ik verzeker jullie dat mijn Kinderen die de religies hebben gesticht het uitstekend met elkaar kunnen vinden. Dus houden jullie dan ook op met elkaar naar het leven te staan. Mijn gezegende kinderen op Aarde, de wereld is te klein geworden voor jullie religieuze verwarring en strijd. De hele planeet is verbonden door satellieten en vliegtuigen, telefoons, ziektes en gezamenlijke zorgen. Doe wat aan de werkelijke problemen. Alles is aanwezig om er iets moois van te maken. Leef je leven zoals ik het bedoeld heb: zonder angst en zonder strijd. Heb het leven en elkaar lief. Ik heb jullie een vrije wil gegeven, maar ik hoop dat mijn woorden jullie attentie hebben. Ik wil dat jullie gelukkig zijn. Altijd. Vertrouw erop. Jullie Ene en Enige
GOD
Bron: internet
21
anoniem. vertaald en ingekort
60. DISPUUT Eeuwenlang hebben de Chinese mystici gedisputeerd over de vraag of de directe intuïtie een kwestie is van 'van het ene op het andere moment'. Persoonlijk ben ik van mening dat het dispuut eenvoudig te beslissen is door een vergelijking met kokend water. Het aan de kook brengen gaat min of meer geleidelijk, maar als een bepaalde temperatuur bereikt is, is de overgang van niet-kokend naar kokend plotseling. Anders gezegd, voor degene die niet begaafd is met ongezochte intuïtie, is de aanloop naar het kookpunt gradueel en vaak bijzonder moeizaam, maar de intuïtie of de verlichting is, wanneer zij verschijnt, absoluut en ogenblikkelijk. John Blofeld uit: 'TAO - Het Sublieme Geheim'
61. VERLICHTING Mensen denken vaak dat Verlichting en realisatie iets is dat heel ver weg is - een hele fantastische en geweldige gebeurtenis die alles voor altijd zal veranderen. Maar zo is het helemaal niet. Het is iets wat zo simpel is dat je het nauwelijks in de gaten hebt. En het is iets wat ieder moment kan gebeuren. En op het moment dat je't ziet, is het er. Het is er al die tijd geweest, maar we hadden ons innerlijk oog gesloten. Als het moment van gewaarwording daar is - worden we een Boeddha . Tenzin Palmo
vert. uit: 'Cave in the Snow'
62. BEGIN Een boom die zo dik is dat je twee armen nodig hebt om hem te omcirkelen, is ontkiemd uit een zaadje. Een pagode van veel verdiepingen is gebouwd door steen op steen te plaatsen. Een reis van drieduizend mijlen wordt begonnen met een enkele stap. Lao Tse 63 SLEUTEL Vergeet nooit dat als je je hebt verbonden aan een bepaalde weg, de hele kosmos samenzweert om je te helpen. Het sleutelwoord is toewijding. Mark Hedsel
vert. uit: 'The Zelator'
64. DE DOOD VAN ADAM Adam lag in z'n tent, omgeven door z'n vele zoons en dochters. Negenhonderd en dertig jaar was hij toen ziekte hem velde, en nu waren zelfs zijn dagen die geteld waren aan hun eind. Z'n eerste vrouw Lilith was lang geleden bij hem weggegaan, en Eva, door God uit z'n eigen rib geschapen, was al twee eeuwen dood. In hun laatste jaren was Adam's herinnering aan hun leven in de Tuin vaag geworden, en toen hij tenslotte het verloren Paradijs was vergeten, was Eva van verdriet gestorven, want het dragen van de last van die herinnering was te groot voor één mens. Zo was Adam alleen overgebleven. Wonderlijk genoeg waren er onder zijn kinderen diegenen die het verhaal over zijn oorsprong betwijfelden, en niet konden begrijpen dat één vader en moeder het leven hadden gegeven aan zoveel nageslacht. Maar zijn zoons en dochters hadden hem altijd afgeschermd voor de twijfelaars, en in hun geheugen waren de jaren waarin hij buiten de poort van de door de engel bewaakte Tuin zware arbeid had verricht in hun geheugen gebrand, net als het verhaal van de dood van Abel, zijn tweede zoon, en de straf van Cain, zijn eerstgeborene. En nu waren van zijn vele kinderen alleen Cain en Abel er niet. In plaats daarvan was Seth, zelf een oude man, degene die in zijn oor sprak. Maar Adam was op een plaats waarvan geen terugkeer mogelijk is. De woorden van zijn oudste nog levende zoon konden hem niet meer bereiken. Ook de aanwezigheid van de engel die de tent was binnengegaan merkte hij niet op. Zijn blik had zich inwaarts gekeerd. Op het laatste moment ging er een helder licht door hem heen en een stralende gloed verlichtte zijn gezicht. En op dat moment voelden zelfs diegenen die hadden getwijfeld of hij werkelijk de eerste mens was, dat het verleden een muur achter hen vormde, en ze wisten dat het eerste tijdperk nu voorgoed ten einde was. Howard Schwartz
vert. uit 'The Captive Soul of the Messiah' 22
65. VOLGELING Tussen geboren worden en sterven zijn sommigen volgelingen van het leven en anderen volgelingen van de dood. Waarom? Omdat de meeste mensen hun leven gebruiken om rijk en machtig te worden. Maar degenen die hun leven gebruiken om wijsheid te vinden vrezen de neushoorn of de tijger niet. Een oorlog kan hen niet schaden. Waarom? Omdat de neushoorn geen plek vindt om zijn hoorn in te plaatsen, omdat de tijger geen plek vindt om zijn klauwen in te zetten, een wapen vindt geen plek om het lichaam te doorboren. Waarom? Omdat zulke mensen geen plek hebben waar de dood kan binnengaan. Lao Tze
uit ' Verhalen uit de Tao'
66. MET JE HART De kleine prins ging weer naar de rozen kijken. - Jullie lijkt helemaal niet op mijn roos, jullie bent nog niets, zei hij. Niemand heeft je nog tam gemaakt en jullie hebt ook niemand tam gemaakt. Jullie bent net zoals mijn vos was. Hij was maar een vos zoals alle anderen. Maar ik heb er een vriend van gemaakt en nu is hij enig op de wereld. En de rozen werden erg verlegen. - Je bent wel mooi, maar je bent leeg, zei hij nog. Niemand kan voor je sterven. Natuurlijk zou een willekeurige voorbijganger geen verschil zien tussen mijn eigen roos en jullie. Maar toch is zij, zij alleen, veel belangrijker dan jullie allen, omdat ik haar water heb gegeven, en haar onder een stolp heb gezet; omdat ik haar heb beschut met een kamerscherm en de rupsen voor haar heb gedood ( behalve een enkele hier en daar, voor de vlinders) omdat ik haar klachten en haar gesnoef en zelfs haar zwijgen heb aangehoord; omdat zij mijn roos is. En hij ging terug naar de vos: - Vaarwel, zei hij... _ Vaarwel, zei de vos. Dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar. Antoine de Saint-Exupéry uit: 'De Kleine Prins' 67. IDENTITEIT We zijn geen menselijke wezens die een spirituele ervaring hebben. We zijn spirituele wezen die een menselijke ervaring hebben. Gurdjieff
23
68. EEN KALM ONTWAKEN Tzu Lai lag op sterven, omringd door zijn vrouw en kinderen die om hem huilden. Zijn vriend Tzu Li zocht hem op en zei tegen de familie 'Stil, stoor hem niet in deze tijd van grote verandering.' Daarna sprak hij met zijn vriend en zei: 'Groot is de schepper van het leven. Wat zal hij in het volgend leven van je maken, denk je? Tzu Lai glimlachte en antwoordde: 'Als ik moet sterven dan zal ik me daar nederig aan overgeven, anders ben ik opstandig en eigenwijs. De grote aarde gaf me deze vorm. Mijn leven lang zwoegde ik op haar en op mijn sterfdag zal ik in haar rusten. Dat wat mijn leven goed maakt, maakt ook mijn dood goed.' Er wordt gezegd dat we worden geboren uit een diepe slaap en dat we in ons stervensuur een kalm ontwaken binnengaan. Chuang Tzu
uit: 'Verhalen uit de Tao'
69. VOORZICHTIG Wees voorzichtig met je woorden, want iemand zal het met je eens zijn. Wees voorzichtig met je daden, want iemand zal je nadoen. Lieh Tzu
uit: 'Verhalen uit de Tao'
70. OORZAAK In ieder van ons ligt de oorzaak van wat we meemaken. We hebben het in onze eigen hand om dat te bepalen. Alles in de zichtbare, materiële wereld heeft z'n oorsprong in de onzichtbare, spirituele en gedachtenwereld. Dat is de wet van oorzaak en gevolg. Het karakter van het gevolg is altijd in overeenstemming met de oorzaak. Wat iemand beleeft in z'n onzichtbare gedachtenwereld , wordt in de zichtbare, materiële wereld vormgegeven . Als hij daar iets in wil veranderen, zal hij de noodzakelijke veranderingen moeten maken in zijn gedachtenpatroon. Ralph Waldo Trine
vert. uit: 'In Tune with the Infinite'
71. OPENBARING Ik moet in mijn kinderlijke onschuld onbewust op de juiste spirituele poort hebben geklopt, want opeens draaide de sleutel in het slot en zwaaide de deur van het universum open. Mijn uiterlijke waarneming bleef onveranderd. Ik had geen visioenen, geen stortvloed van gouden licht, en ook de maagd Maria vertoonde zich niet...maar alles maakte opeens deel uit van éénzelfde Eenheid, een prachtvolle symfonische weerklank waarvan elk deeltje van het universum deel uitmaakte, en verlicht werd door elk ander deeltje, en ik wist dat het op de een of andere manier allemaal met elkaar samenwerkte en goed was.... Ik had een glimp opgevangen van een eeuwen omvattend bewustzijn en bevond mij op intieme voet met het universum. Alles was belangrijk. Niets was vreemd of irrelevant of ver. De verste ster bevond zich naast de deur, en het diepste mysterie was onthuld, alsof ik alles wist, alsof ik alles was. Jean Houston
vert. uit: A Mythic Life 24
72. AUTOBIOGRAFIE IN VIJF HOOFDSTUKKEN 1. Ik loop de straat door Er zit een diep gat in de stoep Ik val erin. Ik ben ten einde raad.. Het is mijn fout niet Het duurt eeuwen voor ik een uitweg vind 2. Ik loop dezelfde straat door Er zit een diep gat in de stoep Ik doe of ik het niet zie Ik val er weer in Ongelofelijk dat ik weer op dezelfde plek ben Maar het is mijn fout niet Het duurt nog steeds een tijd om eruit te komen 3. Ik loop dezelfde straat door Er zit een diep gat in de stoep Ik zie het zitten Ik val er desondanks in - het is een gewoonte M'n ogen zijn open Ik weet waar ik ben Het is MIJN schuld Ik ben er snel uit. 4. Ik loop door dezelfde straat Er zit een diep gat in de stoep Ik loop eromheen 5. Ik loop door een andere straat Sogyal Rimpoche
vert. uit: 'The Tibetan Book of Living and Dying'
73. LEVEN EN DOOD Toen ik een kind was in Tibet hoorde ik het verhaal van Krisha Gotami, een jonge vrouw die het geluk had in de tijd van Boeddha te leven. Toen haar eerste kind ongeveer een jaar was, werd het ziek en stierf. Radeloos van verdriet zwierf Krisha Gotama door de straten met het kind in haar armen, voorbijgangers smekend om een middel om het kind tot leven te wekken. Sommigen negeerden haar, anderen lachten haar uit, en sommigen dachten dat ze gek was. Eindelijk ontmoette ze een wijze man die haar zei dat de enige persoon die wonderen kon verrichten, de Boeddha was. Dus ging ze naar de Buddha, legde het lichaam van haar kind aan zijn voeten en vertelde hem haar verhaal. De Boeddha luisterde met eindeloze compassie. Toen zei hij zacht 'er is maar één middel om je verdriet te genezen. Ga naar de stad en breng me een mosterdzaadje van een huis waar de dood nooit is geweest.' 'Hier zijn veel mensen doodgegaan' werd haar verteld in het eerste huis waar ze aanklopte. 'Onze familie kent vele verliezen' zeiden de mensen in het volgende huis. En zo ging het door, van huis tot huis, tot de vrouw in alle huizen was geweest en zich realiseerde dat Boeddha's opdracht niet vervuld kon worden. Ze nam het lichaam van haar kind en zei hem voor de laatste keer vaarwel voor ze hem begroef. Toen keerde ze terug naar de Boeddha. 'En', vroeg die, 'Heb je een mosterdzaadje meegebracht?' 'Nee', zei ze, 'ik begrijp nu welke les U me probeerde te leren. Verdriet maakt blind en ik dacht dat ik de enige was die geleden had in de handen van de dood.' 'Waarom ben je teruggekomen?' vroeg de Boeddha. Om u te vragen me de waarheid te onderwijzen, 'antwoordde ze, 'van wat dood is, wat er na komt en wat er achter ligt, en wat er in mijzelf onsterfelijk is.'En de Boeddha begon haar te onderwijzen: 'als je de waarheid wilt weten over leven en dood,moet je voortdurend dit overdenken: er is maar één wet in het universum die nooit verandert - dat alle dingen veranderen, en dat alle dingen veranderlijk zijn. De dood van je kind heeft geholpen je het inzicht te geven dat we in een onvolmaakte wereld leven - samsara- een oceaan van lijden. Er is een weg, en maar één weg, van verlossing uit de eindeloze kringloop van geboorte en dood. Dat is de weg van de verlossing. Omdat verdriet je nu klaar heeft gemaakt om te leren en je hart zich opent voor de waarheid, daarom zal ik die weg aan je laten zien.' Krisha Gotami knielde aan de voeten van de Boeddha, en volgde hem voor de rest van haar leven. Tegen het einde, zegt men, bereikte ze de verlichting. Sogyal Rinpoche
vert. uit 'The Tibetan Book of Living and Dying' 25
74. BRANDPUNT Je bent niet de olie, niet de lucht - je bent slechts het verbrandingspunt, het brandpunt, waarin het licht geboren wordt. Je bent niets dan de lens in de lichtstroom. Je kunt ontvangen, geven, bezitten - zoals de lens het licht ontvangt, geeft en bezit, meer niet. Zoek je jezelf, je eigen 'recht' , dan verhinder je de ontmoeting van olie en lucht in de vlam, beroof je de lens van haar doorschijnendheid. Heiligheid - licht zijn of in het licht zijn, zelf niets meer zijn, zodat het licht geboren kan worden. Zelf niets meer zijn, zodat het geconcentreerd en verspreid kan worden. Je zult het leven kennen, en door het leven erkend worden, naar de maat van je doorschijnendheid - d.i. naar de maat van je vermogen om te verdwijnen als doel en alleen middel te blijven. Dag Hammerskjöld
'Merkstenen'
75. WAARHEID Geen enkele waarheid kan een andere waarheid onwaar maken. Alle kennis is deel van alles wat geweten wordt. Als je eenmaal het grotere patroon hebt gezien, kun je niet terug naar het deel dat je ooit voor het geheel aanzag. Ursula K. LeGuin
vert. uit: Robert Wolff, Original Wisdom
76. MENS OF VLINDER De vlinder fladderde rond zonder besef van de wind die haar vleugels plooide. Ze vloog van hier naar daar. Ze zwierf tevreden rond met geen ander doel dan deel te zijn van de wind die langs haar vleugels streek. De kleine vlinder was nog jong. Ooit had ze als rups en pop geleefd in een zware cocon die haar gevangen hield - het leken eeuwen. Geduldig had ze gewacht op het moment dat ze uit haar cel kon breken en haar vleugels kon uitslaan in de vrije lucht. Nu was het zover! Af en toe was er nog die herinnering aan een ander leven, een andere bestaansvorm. Een leven dat veel zwaarder leek dan dit leven. Maargewoonlijk negeerde de vlinder deze donkere dromen en deed gewoon wat vlinders doen: zorgeloos rondvliegen zonder doel of gedachte. De dag werd nacht en de vlinder keerde terug naar de boom waar ze sliep zolang het donker was. Opeens stopte ze... De man lag in zijn bed, verward, verloren in gedachten. Het had zo echt geleken, dit mooie vlinderleven. In het vroege morgenlicht lag hij te luisteren naar de geluiden van de ontwakende stad, en zag de rijst voor zich die werd klaargezet voor het ontbijt. Zijn droom -als het dat was - was zo levendig geweest, zo echt. Hij had zich werkelijk een vlinder gevoeld, en alleen maar vlindergedachten gehad. Maar nu was hij weer terug in een mensenlichaam, terug in een wereld van oorzaak en gevolg. Wat was de werkelijkheid en wat was de droom? Was hij een gedachtenloze vlinder of een man? Hoe wist hij zeker dat wat hij nu ervoer geen droom was? Was hij misschien in het echt die vlinder, vrij en één met de natuurlijke wereld van Tao? Hij glimlachte in het donker. Ach, wat maakte het ook uit of hij een mens was die had gedroomd dat hij een vlinder was, of een vlinder die droomde dat ze een mens was. Hij wist wat hij wist - en hij wist wat hij niet wist. Dat was wat hem door de lange dagen en nachten van dit menselijk bestaan heen hielp. Wat hij ervoer in zijn vlinderleven was er gewoon, net buiten de rand van zijn droom. Hij lachte bijna hardop. Hij zag de gezichten van zijn leerlingen al voor zich als hij hen uitlegde dat hij niet zeker wist of hij een mens of een vlinder was. Langzaam stond hij op en strekte zijn armen uit, als een vlinder die zijn vleugels spreidt. De dag begon. Chuang Tzu
uit: 'Verhalen uit de TAO' 26
77. WERKELIJKHEDEN Net als zichtbaar licht een deel is, een octaaf, in een spectrum van frequenties dat ver uitgaat boven wat wij kunnen waarnemen, zo is dat ook met het niet-fysieke gebied. De menselijke ervaring bestrijkt niet meer dan een klein deel van wat er is. Andere intelligenties bevinden zich in andere frequenties, maar niet op een andere plek. Ze leven samen met ons, ook al zijn ze onzichtbaar. Op de plaats waar je nu zit leven talloze entiteiten, groepen, actief en bezig in hun eigen werkelijkheid en op hun eigen manier. Die realiteiten doordringen de onze, maar voor het menselijk oog zijn ze onzichtbaar. Gary Zukav
vert. uit:
'The Seat of the Soul'
78. LICHT Ik bleef licht zien, ook al was ik blind. Ik herinner me dat ik dat licht tot m'n veertiende 'mijn geheim' noemde, en er alleen over sprak met mijn meest intieme vrienden. Of ze me geloofden weet ik niet, maar ze luisterden naar me. Wat ik hen vertelde was waardevoller dan het simpelweg 'waar' zijn; het had de waarde van schoonheid, een droom, betovering, bijna magisch. Het wonderlijke was dat het voor mij de realiteit was. Die zou ik niet méér hebben kunnen ontkennen dan mensen die zien de waarneming van hun ogen kunnen ontkennen. Zelf was ik niet dat licht, dat wist ik, maar ik baadde erin als in een element dat door mijn blindheid binnen mijn bereik was gekomen. Ik voelde een stroom van licht neerdalen en oprijzen van voorwerpen, waardoor ze vorm kregen. Duisternis, het tegengestelde van licht, nam ik niet waar. Mensen die zien hebben het altijd over de duisternis van blindheid, en dat schijnt logisch voor hen. Maar die nacht ervaar ik niet, want elk moment van de dag, zelfs in m'n dromen, leef ik in een stroom van licht. Ik zag de hele wereld doortrokken van licht, scheppend en in stand houdend licht. Kleuren, alle kleuren van de regenboog, bleef ik ook zien. Licht gaf overal kleur aan. Mijn vader en moeder, de mensen die ik ontmoette, iedereen had zijn specifieke kleur, die ik nooit gezien had toen ik nog niet blind was. Licht was de reden van mijn bestaan. Ik liet het in me omhoogkomen als water in een bron, en ik was gelukkig. Jacques Lusseyran
vert. uit: 'And There Was Light'
79. PARADIJS Onze waarneming, de wijze waarop wij zien is beperkt. Kijk eens rond in de omgeving waar je op dit moment bent. Kijk niet naar iets speciaals, maar probeer de volheid van het geheel in je op te nemen. Zie je het verschil? Als je die volheid van waarneming zou kunnen toepassen in alles wat je ziet en doet, dan zou je in een andere wereld leven. En die wereld zou je een idee geven van hoe het geweest moet zijn in het Paradijs. Het zou ons niet moeten verbazen dat de eerste man en vrouw in het Paradijs verbleven precies omdat ze die alles omvattende werkelijkheid konden waarnemen. Ze voelden zich één met God en één met de schepping. De Joodse mondelinge traditie, de Midrasj, vertelt ons dat Adam en Eva in het Paradijs geen lichaam van stof hadden, maar een lichaam van Licht. Alles in het Paradijs was zonder schaduwzijde. Met andere woorden: niets was ondoorzichtig, zwaar, donker of vast - zoals we nu stoffelijke dingen ervaren. De wereld was doortrokken van licht. Niets verduisterde iets anders, en alles wat zich manifesteerde was deel van een schitterend geheel. Rabbi David Aaron
vert. uit: ' Seeing God '
27
80. PRAYING Eens vroeg ik mijn leraar hoe ik moest bidden. Hij antwoordde met een verhaaltje: Er was eens een hond die door andere honden was aangevallen. Hoewel hij zwaar gewond was wist de hond te ontsnappen en thuis te komen, bloedend en met een gebroken poot. Zijn baas zag hem aankomen. Wat kon de hond doen? Spreken kon hij niet. Hij liet zich voor de voeten van de man vallen, kwispelde in het stof, en keek z'n baas aan. Die pakte de hond op, bracht hem binnen, verzorgde zijn wonden en bracht hem naar de dierenarts. Iedere dag voedde de baas de hond en verschoonde hij het verband. De hond genas. Die hond vroeg nergens om, zei mijn leraar. Dat is de manier waarop we moeten bidden. Door jezelf te laten zien. Want als je om een hemd vraagt, dan krijg je een hemd. En vraag je om een broek, dan krijg je een broek. Maar als we ons vertonen voor God, en ons laten zien met alles wat ons bezighoudt, dan zal ons gegeven worden wat we nodig hebben, en meer dan dat. Sophy Burnham
vert. uit: 'Angel Letters'
81. OVERGAVE Geluk is niet iets wat los staat van onszelf, maar de innerlijke toestand waarmee men datgene wat men doet benadert. Vaak verkeren we in een staat van ontevredenheid en zijn we vol wensen en angsten die ons beletten te vertrouwen. Alleen een houding van 'Gebruik me, Heer, zoals ik ben' is vruchtbaar. God begrijpt al onze beproevingen, alles wat ons leven moeilijk maakt, maar hij vraagt om vertrouwen, zodat Zijn wil en onze wil één kunnen worden. Edgar Cayce
bron: internet
82. KONING "Wat moet ik doen? " vroeg de koning aan broeder Immanuel. "Dood nooit meer ", zei die. "geen mens en geen dier. Eerbiedig alle leven, want dat alleen is koninklijk. Heersen mag uitsluitend hij ,die ook in het kleinste schepsel de broeder eerbiedigt. " "Al leef ik ook als een heilige, ik moet oorlog voeren, zolang ik koning ben," zei de koning. "Niemand die wijs is, hoeft oorlog te voeren, "zei broeder Immanuel, "het is zo dat niet de koningen de oorlog voeren, maar de oorlog voert de koningen. Het is krankzinnigenwerk en bloedig. Laat je niet door de oorlog voeren, noch met de mensen, noch met de dieren. Zoveel kan vermeden worden door hem, wiens kristallen schaal zuiver is. Zie, jij leeft in het bewustzijn van je aards omhulsel en zij verbergt het land van de andere oever voor je, en de wijsheid van deze en van de andere wereld. Ik heb die aarden schaal afgelegd en ik ben bij jou in mijn kristallen omhulsel. Leef zo, dat je aarden schaal fijner wordt, en dat je jezelf aanschouwt in je kristallen schaal. Dan zul je een geestelijke koning zijn, en geen aardse koning kan een geestelijke koning overwinnen. " Geluidloos als hij gekomen was, verdween broeder Immanuel in het donker van de nacht. Even geluidloos gleed hij terug in zijn aardse schaal in de hut, legde zich ter ruste en een eekhoorntje sliep in zijn arm. "Ik zal de weg gaan die me gewezen is", zei de koning, en toen hij dat gezegd had verdween de nevel en de morgenzon kwam op. Haar stralen vielen in de kristallen schaal die helder en zuiver geworden was in boete, verlangen en liefde. De koning was werkelijk een koning geworden. Manfred Kyber
uit: 'Het Land van Belofte'
83. ZONSONDERGANG Toen stond ik op de allerhoogste berg, en overal beneden me was de wereld. En terwijl ik daar stond zag ik meer dan ik kan vertellen, en ik begreep meer dan ik zag; want ik zag met de geest door de vorm van alle dingen heen, en ik zag dat ze als één geheel zijn en zo samen moeten leven. En ik wist dat het heilige wiel van mijn volk er maar één was van vele wielen die samen een cirkel maken, zo uitgestrekt als daglicht of sterrenlicht, en in het centrum groeide één machtige bloeiende boom die alle kinderen van de ene moeder en de ene vader bescherming bood. En ik zag zijn heiligheid... Maar het centrum van de wereld is op elke plek. Black Elk
bron: Internet 28
84. VERDRINKEN IN LIEFDE De wijze en haar leerling stonden bij een vijver, pratend over verlangen en ambitie. "Wat is je allergrootste verlangen? ", vroeg de wijze. "Om m'n vermogen al het geschapene lief te hebben net zo groot te maken als mijn liefde voor mijzelf ", zei de leerling. Op dat moment greep de wijze haar student en duwde z'n hoofd onder water. De jongeman verzette zich niet, gewend als hij was aan ongebruikelijke lesmethoden. Een minuut verstreek. En nog een. De leerling begon zich te verzetten en te schoppen. De wijze was sterk. Tenslotte verslapte haar greep en de student kwam boven, vechtend voor adem. "Wat verlangde je meer dan wat dan ook in de afgelopen minuten ? " vroeg de wijze. "Lucht ", zei de jongen. " Aan iets anders kon ik niet denken". "Fantastisch" , straalde de wijze. "Zo gauw je net zo totaal opgaat in je verlangen om de schepping lief te hebben als jezelf, zul je je doel bereiken. " Rob Brezsny
vert. uit: ' Pronoia '
85. HEILIG Iets is alleen heilig als wij het als zodanig ervaren. Dat is de macht van onze intentie. Als we iets als heilig willen zien, dan is het dat ook. Zo simpel is dat. Als je denkt dat die berg daar heilig is, en je grondt je intentie in integriteit en eerlijkheid, dan wordt die berg voor jou een heilige berg. Als dat boek voor jou een heilig boek is, en je bedoelingen zijn integer, dan wordt dat boek geheiligd. Maar heiligheid gaat niet alleen over wat we denken of geloven. Veel belangrijker is heiligheid in onze daden. Onze intenties bewegen ons doen en laten. We kunnen iets 'heilig' noemen, maar als onze daden die wijding niet in zich dragen dan liegen we, of we maken op z'n minst onszelf wat wijs. Als we eerlijk geloven in de heiligheid van iets, dan behandelen we het overeenkomstig. Dat is waardoor iets een gewijde betekenis krijgt: onze werkelijke intentie en de daden die daaruit voortkomen. Martin W. Ball
vert. uit: 'Mushroom Wisdom'
86. DINGEN
Laat mij U berichten, lieve broeders van de vele eilanden, wat dat is, een 'ding'. Er zijn tweeërlei dingen. Er zijn dingen die de Grote Geest maakt zonder dat wij het zien en die ons mensen generlei moeite en arbeid kosten, zoals de kokosnoot, de schelp en de banaan - en er zijn dingen die de mensen maken, zoals de vingerring, de etensschaal en de vliegenwaaier. De blanke meent nu dat wij gebrek hebben aan de dingen die hij zelf met de handen maakt, de mensendingen; want de dingen van de Grote Geest kan hij toch onmogelijk bedoelen. Immers, wie is rijker en bezit meer dingen van de Grote Geest dan wij? Werp uw blikken in het rond, tot aan de verte waar op de rand der aarde het grote blauwe gewelf rust. Alles is vol grote dingen; het oerwoud met zijn wilde duiven, kolibries en papagaaien, de lagune met zijn zeekomkommers, schelpen, kreeften en waterdieren, het strand met zijn stralende gezicht en zijn zachte vel van zand, het grote water dat toornen kan en lachen, het grote blauwe gewelf, dat elk uur weer anders is en grote bloesems draagt, die ons gouden en zilveren licht schenken. Waarom zouden wij zo dwaas zijn nog vele dingen bij deze dingen te maken, naast de verheven dingen van de Grote Geest. Wij kunnen zijn werk toch nimmer evenaren, want onze geest is veel te klein en te zwak en de macht van de Grote Geest is groot, en ook onze hand is veel te zwak tegen zijn machtige grote hand. Alles wat wij kunnen maken is maar gering en niet veel waard, dat wij erover spreken. We kunnen onze arm verlengen dor een stok, de holte van onze hand vergroten door een houten schaal, maar geen bewoner van de Samoa eilanden en ook geen blanke heeft ooit een palmboom gemaakt of een kawastruik. uit: 'de Papalagi'
29
87. AURA'S Op een dag was ik in een warenhuis in een grote stad, waar ik wat boodschappen wilde doen. Ik was op de zesde etage, en drukte op de knop voor de lift. Terwijl ik wachtte werd m'n aandacht getrokken door een felrode trui, en ik liep erheen om even te kijken. Intussen kwam de lift. Dan toch maar instappen dacht ik, maar de lift was bijna vol, en iets hield me tegen. Het interieur van de lift was goed verllicht, en toch leek het me donker. Er was iets niet in orde. Voor ik dat gevoel kon analyseren zei ik tegen de liftboy dat ik niet meeging, en ik deed een stap achteruit. Terwijl ik weer terugliep naar de truien realiseerde ik me wat me zo'n onbestemd gevoel had gegeven: de mensen in de lift hadden geen aura's. Terwijl ik de truien bekeek die me hadden aangesproken vanwege hun prachtige tinten rood, de kleur van energie en vitaliteit, knapte de liftkabel. De kooi viel omlaag, en alle inzittenden waren dood. Edgar Cayce
vert. uit: 'Auras'
88. GEBED Hoewel het nooit makkelijk is, is het nodig dat we lijden en ongelukkig zijn accepteren als een gegeven dat bij het leven hoort en de neiging om alles wat ons in de weg zit 'weg te bidden' weerstaan. We zouden moeten reflecteren op de waarde van ongeluk, en hoe het ons leven kan verrijken, en we zouden de betekenis van onze vroegere ervaringen in dat licht moeten overdenken. Wanneer we onszelf betrappen op 'bidden voor geluk' , is het beter even stil te staan bij de mogelijke consequenties van zo'n gebed. Maar vooral moeten we ophouden psychologische en spirituele groei te koppelen aan ons altijd 'goed' moeten voelen, en geen gevoel van spiritueel falen hebben als ons dat lang niet altijd lukt. Larry Dossey
vert uit: 'Be Careful What You Pray For '
89. GROEI Groeien doe je niet wanneer je in een mooie bloementuin zit . Groeien doe je als je ziek bent, pijn en verlies lijdt, als je je hoofd niet in het zand steekt maar de pijn neemt en leert te accepteren, niet als een vloek of een straf, maar als een gift aan jou, dat je met een heel specifiek doel wordt gegeven. Elizabeth Kubler-Ross
vert. uit: Richard Barret ' A Guide to Liberating Your Soul '
90. ONTMOETING Rond het middaguur bereikte ik de top van een heuvel, vanwaar ik goed zicht had op de stad beneden. Er stonden een paar bankjes, en op één daarvan zat een oude man. Ik ging in zijn buurt zitten, maar besteedde verder geen aandacht aan hem. Toen ik weer wat op adem was gekomen stond ik op om verder te gaan. "Sri Keel!" Had hij me geroepen? Verbaasd draaide ik me om. "U kent mij?" vroeg ik. "Ik heb lang op je gewacht'", zei de oude Swami. "Ik ben blij dat we elkaar eindelijk ontmoeten. Mag ik even met je praten? " 'Gewacht? Hoezo.... ? " vroeg ik. Hij onderbrak me. "Scepticisme is zo verblindend" , zei hij. " Leer jezelf om nieuwsgierig te zijn, niet sceptisch. Dan zul je meer begrijpen, omdat je meer zult zien. Er zijn zoveel dingen die ons onmogelijk lijken....maar als je toegang wilt krijgen tot je onontgonnen mogelijkheden...je hele verstand en intuïtie, dan zul je de antwoorden vinden. En méér dan dat." Hij stond op, steunend op zijn dikke wandelstok. "Waar kan ik U vinden?" vroeg ik gretig. "kan ik U naar huis brengen? " De oude man glimlachte geduldig. "Je hebt me één keer gevonden. Dat is genoeg. Ik woon hier ver vandaan, en ik kan beter alleen gaan." Hij vouwde zijn handen in de typische Indiase groet. "Vaarwel, Sri Keel. Het ga je goed. Onthoud wat ik je gezegd heb. En als je over onze ontmoeting schrijft...wees voorzichtig. De helft van de mensheid is verblind door scepticisme." John Keel
vert. uit: 'Jadoo' - Mysteries of the Orient
30
91. ZIEL De ziel kan, zolang de visionaire toestand duurt, niets zien, horen of begrijpen, maar dit duurt meestal maar een korte tijd, en voor de ziel lijkt het zelfs nog korter dan het in werkelijkheid is. God bezoekt de ziel op een manier die er voor zorgt dat er, wanneer hij weer tot zich komt, geen enkele twijfel over bestaat dat hij in God is geweest en dat God in hem is geweest; en de ziel is daar zo zeker van, dat hij, hoewel het jaren kan duren voor een dergelijke toestand zich herhaalt, het nooit kan vergeten en nooit aan de waarheid ervan zal twijfelen. Theresia van Avila
vert. uit: Evelyn Underhill ' Mysticism'
92. VOLMAAKTHEID Volmaaktheid zit hem niet in het tentoonspreiden van wonderbaarlijke krachten, maar volmaaktheid zit hem in het gewoon onder de mensen zijn, in het gewoon kopen en verkopen, in het trouwen en kinderen krijgen; maar daarbij Gods aanwezigheid geen moment uit het oog verliezen. Imam Rabbani
93. STERVEN God sterft niet op de dag dat wij niet meer in een persoonlijke godheid geloven, maar wij sterven op de dag dat het leven voor ons niet meer doorstraald wordt door de schittering van het steeds opnieuw geschonken wonder, vanuit bronnen die ieder verstand te boven gaan. Dag Hammeskjöld
uit: 'Merkstenen'
94. IDEE Ik denk eigenlijk dat we ons moeten oefenen om alles minder serieus, minder persoonlijk en minder letterlijk te nemen. Ik stel voor dat we een ruime dosis genezende baldadigheid, vriendelijke schokken, betrokken trucs, godslasterlijke verering, heilige grappen, en geschifte wijsheid toepassen. Rob Brezsny
vert. uit: 'Pronoia'
95. WIJZE BOER, WILD PAARD
Op een dag verscheen een wild paard op het land van een boer en bleef daar grazen. "Wat een geluksvogel ben je", zeiden de buren van de boer, "dat je zo'n mooi paard zomaar voor niks hebt gekregen! " "Misschien, maar misschien ook niet", antwoordde de boer. De boer had een zoon, en die probeerde het paard te berijden. Het paard gooide hem op de grond, en de zoon brak z'n benen. "Wat een ongeluk " , zeiden de buren in koor. "Misschien, maar misschien ook niet" antwoordde de boer. Toen de soldaten van de keizer arriveerden om alle gezonde jongens te rekruteren voor een oorlog waarin de meesten zouden sterven, gingen ze de deur van de boer voorbij. Intussen nam het paard van de boer de benen. "Wat een pech " , riepen de buren. "Misschien, maar misschien ook niet", antwoordde de boer. Het paard kwam terug, en nam z'n hele kudde mee. "Wat een geluk !" vonden de buren. "Misschien, maar misschien ook niet , peinsde de wijze boer.... Oud Chinees verhaaltje
vert. uit: 'A Year of Spirituality' 31
96. ALS IK Als ik mij verberg achter een naam of achter een titel, dan wordt mijn 'ware ik' de gevangene van wisselvalligheden. Als ik altijd bezig ben met die naam of met die titel, dan wordt mijn 'ware ik' het slachtoffer van al die drukte. Als ik in de ban leef van die naam of die titel, dan wordt mijn 'ware ik' een speelbal bij de minste onzekerheid. Als ik zo blijf liegen om die naam of om die titel, dan zal mijn 'ware ik' de grote verliezer zijn.
Rabindranath Tagore : Gitanjali
97. VREDE
O God, leid ons van het onware naar het ware. O God, leid ons van de duisternis naar het licht. O God, leid ons van de dood naar de onsterfelijkheid. Shanti, Shanti, Shanti voor allen. O Heer God Almachtig, laat er vrede zijn in de hemelse sferen. Laat er vrede zijn op aarde. Laat de wateren verzoenend zijn. Laat de kruiden heilzaam zijn, en laat de bomen en planten vrede brengen aan allen, laat alle weldadige wezens ons vrede brengen. Laat Uw Vedische Wet de vrede verkondigen over heel de wereld. Laat alle dingen een bron van vrede voor ons zijn. En laat Uw vrede zelf vrede brengen aan allen, en laat die vrede ook tot mij komen. Hindoegebed 98. LIEFDE Liefde is een weten; een zuiver begrijpen. Ze weet dat alle dingen heel zijn, ongeacht hun verschijning of misleiding, en ze geeft van zichzelf volledig, zonder oordelen, zonder het verschil tussen deze en die relatie te erkennen. Ze begrijpt dat er slechts één ware relatie bestaat, en dat is die welke we allen delen, het zelf dat voorbij de gedachte of het idee van liefde is, de heilige ontmoeting tussen leven en leven. Het geheim van onvoorwaardelijke liefde is dat we allemaal hetzelfde zijn, heilig voorbij elk voorstellingsvermogen. Dat is wat onthuld wordt als we de angst loslaten. Dat is waar we allemaal naar zoeken. En dat is wat je zult vinden als je je hart opent voor elk element van de schepping. uit: James Twyman ' Afgezant van het Licht ' 32
99. TWIJFEL "Is het fout om te twijfelen? Ik wil niet blindelings geloven " zei een student. De Meester antwoordde: "Er zij twee soorten twijfel: destructief en constructief. Destructieve twijfel is scepticisme uit gewoonte. Mensen die die houding cultiveren praktiseren blind ongeloof; ze gaan onafhankelijk onderzoek uit de weg. Scepticisme is als statisch geruis op iemands mentale radio, dat maakt dat hij het juiste programma niet meer kan ontvangen. Constructieve twijfel is het stellen van intelligente vragen en het doen van onbevooroordeeld onderzoek. Zij die die houding voorstaan hebben geen vooroordeel, en accepteren niet zonder meer de meningen van anderen. Volgelingen van het spirituele pad die constructief twijfelen, baseren zich op onderzoek en persoonlijke ervaring: dat is de beste weg naar de waarheid. " Paramahansa Yogananda
vert. uit: "Sayings of Yogananda"
100. HET HOOGLIED VAN DE LIEFDE Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave van de profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde is lankmoedig en goedertieren: de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken, en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer. De gave der profetie zal verdwijnen, tongen zullen verstommen, de kennis zal een einde nemen. Want ons kennen is stukwerk en stukwerk ons profeteren. Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het onvolmaakte afgedaan. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke afgelegd. Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben. Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste. Bijbel N.T. 1 Korinthe 13
Willibrord vertaling 1975
33